Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
Financiële regelingen leren en werken Voor werkgevers Regio Utrecht en regio Amersfoort Nummer 35 10 maart 2015
1
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
Inhoud Inleiding................................................................................................................................................... 4 Wijzigingen.............................................................................................................................................. 4 A. Belasting voordelen....................................................................................................................... 5 1. Subsidieregeling Praktijkleren ..................................................................................................... 5 2. Mobiliteitsbonus (premiekorting in dienst nemen oudere werknemers) .................................... 6 3. Premiekorting voor jongere werknemers .................................................................................... 7 B. UWV regelingen ............................................................................................................................. 9 1. Scholing ....................................................................................................................................... 9 2. Proefplaatsing ........................................................................................................................... 10 3. Inkomstenaftrek ........................................................................................................................ 11 4. Compensatieregeling ................................................................................................................. 11 5. Scholingsvoucher ....................................................................................................................... 12 6. Plaatsingsfee ............................................................................................................................. 13 7. Looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis).................................................................................. 14 8. Vergoeding voorzieningen werkgever ....................................................................................... 14 9. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (Wtcg)......................................................................... 15 10. Minder loon betalen (Wajong) ................................................................................................ 15 C. Gemeentelijke regelingen ........................................................................................................... 16 C.1 Gemeente Utrecht ..................................................................................................................... 16 1. Proefplaatsing ........................................................................................................................... 16 2. Jobcoaching ............................................................................................................................... 16 3. Scholing ..................................................................................................................................... 17 4. Werkgeverscheque .................................................................................................................... 17 5. No risk polis ............................................................................................................................... 17 C.2 Gemeente Amersfoort............................................................................................................... 18 1. Scholingsbijdrage....................................................................................................................... 18 2. Proefplaatsing ........................................................................................................................... 18 3. Plaatsingspremie ....................................................................................................................... 18 D. Sectorale regelingen..................................................................................................................... 20
2
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
E . Regionale regelingen ................................................................................................................... 22 Digitaal advies ....................................................................................................................................... 23 Wat doet het Leerwerkloket voor u? .................................................................................................. 23
3
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
Financiële regelingen leren en werken
Inleiding De overheid, het UWV en de gemeenten willen werkend leren bevorderen door werkgevers te stimuleren medewerkers in een leerwerkbaan aan te nemen. Daarom zijn er verschillende regelingen waarvan een werkgever gebruik kan maken. Deze leveren vaak aanzienlijke voordelen op. Wij hebben de belangrijkste regelingen op het gebied van leren en werken voor u op een rijtje gezet. We onderscheiden de volgende categorieën: A. B. C. D. E.
Belasting voordelen. UWV regelingen. Gemeentelijke regelingen (gemeente Amersfoort en gemeente Utrecht). Sectorale regelingen. Regionale regelingen.
Wijzigingen In vergelijking met de voorgaande brochure “Financiële regelingen Leren en Werken” (nr. 34 d.d. 15 januari 2015) zijn een aantal wijziging opgenomen. De wijzigingen zijn opgenomen in de volgende onderdelen: - Indienen Subsidieregeling Praktijkleren (zie blz. 5). - Premiekorting jongeren (zie blz. 7). - Scholing (zie blz. 9). - Scholingsvoucher aanvraag door werknemer (zie blz. 12). - Regelingen Gemeente Utrecht (blz. 16)
4
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
A. Belasting voordelen De belangrijkste fiscale regelingen zijn: Voor nieuwe werknemers met of zonder een uitkering: 1. Subsidieregeling Praktijkleren. Voor nieuwe werknemers met een uitkering: 2. Mobiliteitsbonus (premiekorting in dienst nemen oudere werknemers). 3. Premiekorting voor jongere werknemers. 1. Subsidieregeling Praktijkleren De subsidieregeling praktijkleren trad op 1 januari 2014 in werking en vervangt de Wet afdrachtvermindering onderwijs. De grootste doelgroep voor de subsidie zijn de werkgevers die een leerwerkplaats bieden aan deelnemers in het MBO die een opleiding volgen in de BeroepsBegeleidende Leerweg (BBL). De doelstelling van de regeling is het stimuleren van werkgevers tot het bieden van praktijkleerplaatsen door middel van de verstrekking van subsidie. De subsidie is een tegemoetkoming in de kosten van een werkgever voor de begeleiding van een deelnemer. De subsidie wordt slechts verstrekt voor zover; - De deelnemer een Crebo opleiding volgt. Alleen de praktijkbegeleiding van studenten aan een erkende mbo beroepsbegeleidende leerweg (MBO - BBL) komt in aanmerking. Deze opleidingen dienen te zijn opgenomen in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo). - Ondernemingen waar de praktijkbegeleiding plaatsvindt, dienen geregistreerd te staan als erkend leerbedrijf. - Het onderwijsprogramma voldoet aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren (voor MBO – BBL 200 uur) en uren beroepspraktijkvorming (voor MBO – BBL 610 uur). - De beroepspraktijkvorming heeft plaatsgevonden op grond van en overeenkomstig een praktijkleerovereenkomst. - De werkgever beschikt over een aanwezigheidsregistratie van de deelnemer bij de beroepspraktijkvorming.
5
Financiële regelingen leren en werken -
10 maart 2015
De werkgever beschikt over een administratie van de begeleiding en de beroepspraktijkvorming.
De subsidie wordt achteraf verstrekt per student, per studiejaar. Ondernemers ontvangen subsidie naar verhouding van het aantal weken waarin begeleiding heeft plaats gevonden. In alle gevallen wordt de vergoeding uitgekeerd aan het bedrijf dat de begeleiding verzorgd. Voor praktijkleerplaatsen in het MBO is jaarlijks ten hoogste € 190 miljoen gereserveerd. Het subsidiebedrag per gerealiseerde praktijkleerplaats of gerealiseerde werkleerplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare bedrag gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie voor met een maximum van € 2.700,- per gerealiseerde praktijkleerplaats. Indienen: Voor het schooljaar 2014/2015 kunt u een subsidieaanvraag indienen vanaf 2 juni 2015 9.00 uur t/m uiterlijk 15 september 2015 17.00 uur. Aanvragen na dit tijdstip komen niet meer in aanmerking. Een subsidieaanvraag wordt ingediend via het e-loket op de website van het RVO - Aanvragen (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Het bedrijf heeft een e-Herkenningsnummer niveau 1 of 2 nodig. Vraag dit tijdig aan!!! Let op dat de aanvraag wordt ingediend op het bedrijfsadres wat erkend is door het kenniscentrum. Op de BPVO moet dit adres ook staan. Uitbetaling van de subsidie is uiterlijk op 15-12-2015. 2. Mobiliteitsbonus (premiekorting in dienst nemen oudere werknemers) Neemt u een werknemer in dienst die 56 jaar of ouder is en die direct voor indiensttreding een uitkering kreeg? Dan hebt u bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van € 7.000,- per jaar. Bij een dienstverband van minder dan 36 uur per week wordt de korting evenredig minder. U kunt deze korting toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, maar maximaal 3 jaar. De premiekorting mag op het totaal aan af te dragen werknemerspremies in mindering worden gebracht. Voor deze premiekorting in dienst nemen oudere werknemers maakt het niet uit of er een tijdelijk of een vast contract is. En ook de omvang van de uitkering die de werknemer had voordat hij bij u in dienst kwam, is niet van belang: het mag ook een gedeeltelijke uitkering zijn. Wilt u de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers toepassen, dan moet u wel kunnen bewijzen dat de werknemer voor indiensttreding een werkloosheidsuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, nabestaandenuitkering, inkomensondersteuning of bijstandsuitkering kreeg. Uw werknemer, of u wanneer u gemachtigd bent door uw werknemer, kan een zogenaamde doelgroepenverklaring bij zijn uitkerende instantie aanvragen waarin staat dat hij
6
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
recht had op een uitkering voor hij bij u in dienst trad. Bewaar deze verklaring bij uw loonadministratie. De doelgroepenverklaring is aan te vragen via de onderstaande link: Downloaden doelgroepenverklaring Als uw werknemer recht had op een uitkering van een gemeente, kunt u het best contact opnemen met die gemeente. Meer informatie Meer informatie over deze regelingen vindt u bij de Belastingdienst. Tel. 0800 – 0443 of via de website www.belastingdienst.nl 3. Premiekorting voor jongere werknemers Soms kunt u een korting krijgen op de premies voor werknemersverzekeringen. Dit heet premiekorting. Neemt u een werknemer met een WW- of een bijstandsuitkering in dienst die tussen de 18 en 26 jaar oud is? Dan kunt u een premiekorting voor hem krijgen. Voorwaarden Om deze premiekorting te kunnen krijgen gelden de volgende voorwaarden: - U neemt na 1 januari en voor 1 januari 2016 een jongere werknemer aan (tussen de 18 en 26 jaar oud). - De werknemer heeft een WW-uitkering of een bijstandsuitkering. - U krijgt de premiekorting zolang het arbeidscontract van de werknemer duurt, maar maximaal 2 jaar. - U moet de werknemer in dienst nemen voor minimaal 32 uur per week. Vanaf 1 juli 2015 moet u een dienstverband voor minimaal 24 uur aanbieden. - U moet de werknemer een arbeidscontract van 6 maanden geven. - De werknemer heeft een doelgroepenverklaring nodig van UWV of gemeente. Hierin staat dat hij een uitkering had op de dag voordat hij bij u in dienst kwam. Toepassing premiekorting De premiekorting past u vanaf 1 juli 2014 toe in de loonaangifte. Hoogte premiekorting U krijgt een premiekorting van € 3.500,- per jaar per jongere werknemer. Voor jongeren die u heeft aangenomen op of na 1 januari 2014 en voor 1 juli 2014, ontvangt u de premiekorting vanaf 1 juli 2014. Deze korting is namelijk ingegaan vanaf 1 juli 2014. De korting kunt u ook pas vanaf die datum toepassen in de loonaangifte. De werknemer moest op 1 juli 2014 nog wel in dienst zijn. U ontvangt de premiekorting voor de duur van het arbeidscontract maar maximaal 2 jaar.
7
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
Doelgroepenverklaring aanvragen U heeft een doelgroepenverklaring van uw werknemer nodig om de premiekorting voor jongere werknemer te krijgen. In deze verklaring staat dat de werknemer een WW- of bijstandsuitkering had op de dag voordat hij in dienst kwam. Stapeling Het is mogelijk de Subsidieregeling Praktijkleren te stapelen met bijvoorbeeld de Premiekorting voor jongere werknemers. Wanneer de werkgever een WW- of bijstandsgerechtigde jongeren een praktijkleerovereenkomst aanbiedt van minstens 32 uur per week en aan de overige voorwaarden van beide regelingen voldaan wordt, kunnen beide regelingen gecombineerd worden. Opgeteld kan dit een maximum bedrag zijn van € 2.700,- en € 3.500,- = € 6.200,-.
8
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
B. UWV regelingen Het UWV heeft een groot aantal regelingen en financiële voordelen op het gebied van leren en werken, te weten: 1. Scholing. 2. Proefplaatsing. 3. Inkomstenaftrek. 4. Compensatieregeling. 5. Scholingsvoucher. 6. Plaatsingsfee. 7. Loon compensatie bij ziekte (no-risk-polis). 8. Vergoeding voorziening werkgever. 9. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (Wtcg). 10. Minder loon betalen (Wajong). 1. Scholing Voor werkzoekenden met een WW-uitkering wordt op basis van het Protocol Scholing van het UWV bepaald of scholing noodzakelijk is en zij daarmee zijn vrijgesteld van sollicitatieplicht (artikel 76 WW). Het Protocol Scholing is van toepassing op alle werkzoekenden met een AG, ZW- of een WWuitkering. Met ingang 1 januari 2012 beschikt UWV niet langer over re-integratiebudget om voor werkzoekenden met een WW-uitkering scholingen in te kopen. UWV betaalt daardoor niet langer de scholing voor werkzoekenden met een WW-uitkering. Wel kan de werkzoekende met een WWuitkering op basis van de uitkomst van het Protocol Scholing nog steeds vrijstelling van sollicitatieplicht krijgen als noodzakelijk wordt geacht. Hij hoeft zich gedurende de scholing niet beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt. Voor werkzoekende met een AG- of ZW uitkering beschikt UWV wel over re-integratie budget om eens scholing te kunnen bekostigen die voldoet aan de indicatoren van het protocol. Voorwaarden. Het Protocol Scholing is ontwikkeld om te kunnen beoordelen of scholing noodzakelijk is. Deze noodzaak wordt getoetst aan de hand van een drietal indicatoren: A. Het bepalen van de arbeidsmarktrelevantie van de scholing. Voor WW-gerechtigden die van een werkgever een baan in het vooruitzicht hebben gekregen, maar waar als voorwaarde aan is gekoppeld dat hij eerst in de ogen van de werkgever relevante
9
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
scholing moet volgen, wordt deze scholing relevant geacht. De werkgever maakt zijn intentie duidelijk door middel van een arbeidsovereenkomst of een verklaring waaruit blijkt: - Dat hij de werkzoekende in dienst zal nemen. - Per de eerst volgende maand volgend op de einddatum van de scholing. - Voor dezelfde duur als de scholing met een ondergrens van 6 maanden. B. Het toetsen van de scholing op basis van de regelgeving. Voorwaarden: - Maximaal 1 jaar. - Geen productie als doel. - Vooraf vastgesteld programma met toetsing. C. Het beoordelen van de schoolbaarheid van de werkzoekende met een AG- of ZW uitkering. UWV toetst de schoolbaarheid van een werkzoekende met een WW-uitkering niet. (Bron: Staatscourant nr. 3372, 12 februari 2014; Beleidsregels Protocol Scholing 2014 ). 2. Proefplaatsing Wilt u iemand met een uitkering van het UWV in dienst nemen? Iemand die moeilijk aan werk komt en van wie u niet weet of hij geschikt is voor de functie? Dan kan deze werknemer 2 maanden bij u werken met behoud van zijn uitkering. Dat is net zolang als de proeftijd bij aanvang van een dienstverband. U hoeft dan geen loon te betalen. Dit heet proefplaatsing. Denkt u dat 2 maanden te kort is? Dan kunt u op het aanvraagformulier aangeven waarom er meer tijd nodig is om de werknemer te beoordelen. Het UWV beoordeelt dan of dat zo is en kan de proefplaatsing verlengen tot maximaal in totaal 6 maanden. Vraag toestemming van UWV Een proefplaatsing kan pas beginnen nadat u daarvoor toestemming heeft gekregen van het UWV. U vraagt proefplaatsing aan samen met uw toekomstige werknemer. Dit doet u met het formulier Aanvraag UWV proefplaatsing. Voordat de proefplaatsing begint, beoordeelt het UWV of de proefplaatsing ingezet kan worden en hoelang. Het UWV kijkt dan wat de afstand tot de arbeidsmarkt is van de werknemer en of hij geschikt is voor de functie. Voorwaarden voor proefplaatsing Voorwaarde voor een proefplaatsing is dat u de bedoeling heeft om de werknemer na de proefplaatsing een dienstverband aan te bieden van minimaal 6 maanden. Tijdens de proefplaatsing kunt u bekijken of de werknemer geschikt is voor de functie. U sluit tijdens de proefplaatsing voor de werknemer een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering af. U kunt dan geen proeftijd meer afspreken. Heeft de werknemer een WW-uitkering? Dan moet hij ook al minimaal 3 maanden werkloos zijn. Ook moet duidelijk zijn dat de werknemer zonder hulp moeilijk aan werk kan komen. Is hij korter dan 3 maanden werkloos? Dan verwachten wij dat hij ook zonder hulp werk kan vinden. Een proefplaatsing
1 0
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
bij de WW duurt 2 maanden. Er geldt een uitzondering als de werknemer jonger dan 27 jaar is en hij geen startkwalificatie heeft. Ziek tijdens de proefplaatsing Wordt de werknemer ziek tijdens de proefplaatsing? Dan kunt u de proefplaatsing verlengen met de tijd dat hij ziek was. Als uw werknemer op vakantie gaat tijdens zijn proefplaatsing kunt u niet verlengen. Dan blijft de duur van de proefplaatsing maximaal in totaal 6 maanden. Vergeet daarbij niet om de werknemer ook ziek (en hersteld) te melden bij het UWV WERKbedrijf. 3. Inkomstenaftrek Bij inkomstenaftrek kijkt het UWV naar het brutoloon (per 4 weken) dat de kandidaat verdient als men weer aan het werk gaat. Is het brutoloon (per 4 weken) lager dan 125% van de bruto WWuitkering (per 4 weken)? Dan trekt het UWV 70% van de inkomsten van de uitkering af. De werknemer krijgt dus gedeeltelijk WW en mag 30% van het loon houden. Voorbeeld De kandidaat heeft een baan gevonden. De kandidaat heeft al langer dan 1 jaar een WW uitkering. In de laatste week voordat de kandidaat aan het werk gaat, is de kandidaat volledig werkloos. De WW-uitkering is € 500,- per week. Dan is 125% van de weekuitkering € 625,-. De kandidaat verdient met de nieuwe baan € 600,- per week. Dit loon van € 600,- is dus lager dan € 625,- per week. 70% van het loon gaat van de WW af. In dit voorbeeld is dat een bedrag van € 420,- (70% van € 600,loon). De WW-uitkering per week is dan € 80,- (€ 500,- WW - € 420,-). Het totale inkomen (loon en WW) komt dan op € 680,- per week. Dat levert dus een behoorlijk voordeel op. 4. Compensatieregeling De compensatieregeling is een beperkte no-risk polis voor WW-gerechtigden, die al ten minste 1 jaar werkloos zijn en geboren zijn vóór 8 juli 1954. De werkgever ontvangt een ziektewetuitkering. De werkgever kan deze verrekenen met het loon van de zieke werknemer. Een ziek werknemer kan via de Compensatieregeling een Ziektewetuitkering krijgen als hij: - Geboren is vóór 8 juli 1954. - In de 52 weken voor hij in dienst kwam onafgebroken een WW-uitkering had. - In dienst kwam na 8 juli 2009. - Niet langer dan 5 jaar in dienst is bij de werkgever. - Langer dan 13 weken door ziekt niet kan werken. Voor deze werknemer kan de werkgever na 13 weken een Ziektewetuitkering aanvragen. De uitkering start na 13 weken arbeidsongeschiktheid, de eerste 13 weken zijn voor rekening van de werkgever.
1 1
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
5. Scholingsvoucher De scholingsvoucher is een subsidie voor een opleiding voor een nieuwe werknemer. Wilt u een werknemer van 50 jaar of ouder in dienst nemen, maar heeft hij een opleiding nodig om de functie te kunnen uitvoeren? Dan kunt u voor de kosten van deze opleiding een scholingsvoucher aanvragen. De subsidie is maximaal € 1.000 (inclusief btw). Dit bedrag is bedoeld voor alle kosten die bij de opleiding horen. Het is ook mogelijk een scholingsvoucher aan te vragen voor het volgen van een EVC-traject. Voor wie is de scholingsvoucher bedoeld? Neemt u een werknemer met een WW-uitkering in dienst die 50 jaar of ouder is op de eerste dag van zijn opleiding? Dan kunt u voor hem een scholingsvoucher aanvragen, als aan de voorwaarden wordt voldaan. Wat zijn de voorwaarden voor een scholingsvoucher? - De opleiding van de werknemer duurt maximaal 1 jaar. Als hij slaagt, krijgt hij een erkend diploma/certificaat. - De aanvraag Scholingsvoucher is uiterlijk 2 weken na de eerste opleiding dag van de werknemer door UWV ontvangen - Er moet een getekend arbeidscontract zijn tussen u en de werknemer. Hieruit moet blijken dat de werknemer bij u in dienst komt, uiterlijk de eerste dag van de maand na de maand waarin hij de opleiding heeft afgerond. - U neemt de werknemer in dienst voor ten minste de helft van het aantal uren waarvoor hij een WW-uitkering krijgt. Maar minimaal 12 uur per week, voor ten minste 3 maanden. U kunt als werkgever de scholingsvoucher aanvragen óf de werknemer kan dit doen. - Per werknemer is 1 aanvraag mogelijk. Hoe vraagt u de scholingsvoucher aan? U vraagt een scholingsvoucher aan met het formulier Aanvraag scholingsvoucher. Stuur de volgende bijlagen met de aanvraag op: - Een ondertekend arbeidscontract; - De factuur van het scholingsinstituut op naam van de werkzoekende, niet op uw naam. Heeft u nog geen factuur van het opleidingsinstituut? Laat het opleidingsinstituut dan deel 2 van de aanvraag invullen en ondertekenen en stuur dit mee met uw aanvraag. Uw werknemer kan de scholingsvoucher ook zelf aanvragen. De voorwaarden voor het aanvragen van een scholingsvoucher door een werknemer zijn: - De opleiding duurt maximaal 1 jaar. Als de werknemer slaagt krijgt hij een erkend diploma of certificaat. - De aanvraag Scholingsvoucher is uiterlijk 2 weken na de eerste opleidingsdag door UW ontvangen. - De werknemer heeft nog niet eerder gebruik gemaakt van deze regeling.
1 2
Financiële regelingen leren en werken -
10 maart 2015
De werknemer heeft een concreet aanbod voor een arbeidscontract bij een werkgever voor ten minste 3 maanden. Als de werknemer geen uitzicht op een baan heeft dan moet de opleiding gericht zijn op een beroep waarvoor veel vacatures zijn in de regio. Of de werknemer moet aantonen dat deze opleiding de kans vergroot bij bepaalde vacatures. De werknemer is nog niet begonnen met de opleiding.
Na de aanvraag De scholingsvoucher kan aangevraagd worden tot en met 30 september 2015. Als het UWV de aanvraag met alle bijlagen ontvangen heeft, krijgt u een ontvangstbevestiging. Daarna krijgt u uiterlijk binnen 8 weken bericht of u aanmerking komt voor de scholingsvoucher. 6. Plaatsingsfee Heeft een intermediair (bijvoorbeeld een uitzendbureau of een re-integratiebureau) een werkzoekende van 50 jaar of ouder begeleid naar een baan? Dan kan de intermediair na 3 maanden een plaatsingsfee aanvragen. De hoogte van deze subsidie hangt af van de duur van het dienstverband. - Is de werknemer 3 maanden in dienst? Dan is de plaatsingsfee € 300,-. - Is de werknemer 6 maanden na zijn eerste werkdag nog aan het werk via dezelfde intermediair? Dan kan de intermediair een vervolgaanvraag doen voor een plaatsingsfee. Hij ontvangt dan € 700,-. - Is de werknemer 12 maanden na zijn eerste werkdag nog aan het werk via dezelfde intermediair? Dan kan de intermediair een tweede vervolgaanvraag doen voor een plaatsingsfee. Hij ontvangt dan € 500,-. De regeling is tijdelijk en geldt voor arbeidscontracten die uiterlijk op 30 september 2016 ingaan. Er is een beperkt budget. Dus hoe eerder de intermediair de plaatsingsfee aanvraagt, hoe groter de kans dat UWV de plaatsingsfee kan toekennen. Wat zijn de voorwaarden voor een plaatsingsfee? - De intermediair heeft de werkzoekende begeleid naar een baan. - De eerste werkdag was op of na 1 oktober 2013. - De werkzoekende heeft een WW-uitkering en was 50 jaar of ouder op de eerste werkdag. - De werkzoekende heeft gewerkt voor de helft van het aantal uren waarvoor hij een WWuitkering krijgt. Maar minimaal 12 uur per week, voor ten minste 3 maanden. - De werkzoekende heeft in iedere maand gewerkt. Hoe vraagt u de plaatsingsfee aan? U kunt als intermediair de plaatsingsfee aanvragen voor werkzoekenden die op of na 1 oktober 2013 zijn begonnen met werken. U vraagt de plaatsingsfee aan met het formulier Aanvraag plaatsingsfee . Een eerste of tweede vervolgaanvraag vraagt u aan met het formulier Vervolgaanvraag plaatsingsfee.
1 3
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
Let op: aanvragen moeten uiterlijk 45 dagen na afloop van elke periode van 3 maanden bij het UWV binnen zijn. 7. Looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis) Wilt u iemand met een arbeidshandicap of ziekte aannemen? Ook dan kunt u gebruikmaken van de no-riskpolis. Voor werknemers met een ziekte of handicap betaalt UWV soms een Ziektewetuitkering. De Ziektewetuitkering dekt een groot deel van de loonkosten van de zieke werknemer. Deze regeling wordt vaak de no-riskpolis genoemd. Heeft uw werknemer een no-riskpolis? Uw werknemer heeft recht op een no-riskpolis als hij bij het begin van zijn dienstverband aan een van de volgende voorwaarden voldoet: - Hij krijgt een WIA-, WAO-, WAZ- of Wajong-uitkering. - Hij kreeg ooit een Wajong-uitkering. - Hij heeft problemen (gehad) door zijn ziekte of handicap bij het volgen van onderwijs en komt binnen 5 jaar na afloop van het onderwijs bij u in dienst. - Hij heeft een verklaring gekregen van de gemeente of UWV dat hij een arbeidshandicap heeft. - Hij heeft een WSW-indicatie. - Hij is voor 8 juli 1954 geboren, hij heeft langer dan 52 weken een WW-uitkering en hij is vanuit de WW bij u in dienst gekomen. Hij krijgt dan na 13 weken ziekte een Ziektewetuitkering. Voor meer informatie Looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis) 8. Vergoeding voorzieningen werkgever Neemt of heeft u een werknemer in dienst met een ziekte of handicap? En maakt u extra kosten om zijn werk mogelijk te maken? Dan kunt u een vergoeding aanvragen voor niet-meeneembare aanpassingen op de werkplek of het bedrijf. Uw werknemer kan zelf subsidie voor meeneembare hulpmiddelen aanvragen. Welke voordelen en vergoedingen kunt u krijgen? - Subsidie voor aanpassingen aan de werkplek - Een mobiliteitsbonus: als u een werknemer met een WIA-uitkering in dienst hebt, kunt u korting op de WAO/WIA-premie en op het werkgeversdeel van de premie WW-Awf en/of de Ufo-premie toepassen als de werknemer weer geheel of gedeeltelijk aan het werk gaat. U kunt de mobiliteitsbonus maximaal 3 jaar krijgen. Meer informatie? Neem dan contact op met de Belastingtelefoon of kijk op de site van de Belastingdienst. - U mag werknemers jonger dan 18 jaar, of met een Wajong-uitkering een lager loon dan het minimumloon betalen (alleen als deze werknemer door ziekte of handicap aantoonbaar minder presteert). - U kunt een Ziektewetuitkering krijgen als uw werknemer ziek wordt en hij korter dan 5 jaar geleden een WIA uitkering heeft gekregen.
1 4
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
9. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (Wtcg) In september betaalt UWV de jaarlijkse Tegemoetkoming arbeidsongeschikten aan mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Deze tegemoetkoming bedraagt € 252,-. Dit bedrag is een compensatie voor de extra kosten die iemand met een ziekte of handicap heeft. De Tegemoetkoming arbeidsongeschikten is onderdeel van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Deze regeling bestaat verder uit een specifieke tegemoetkoming, een korting op de eigen bijdrage voor de AWBZ en WMO en een belastingaftrek van specifieke ziektekosten. Voor meer informatie Jaarlijkse tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten 10. Minder loon betalen (Wajong) Voor werknemers met een Wajong-uitkering geldt een speciale regeling: loondispensatie. Kan een werknemer met een Wajong-uitkering door zijn ziekte of handicap minder aan dan uw andere werknemers? Dan mag u tijdelijk minder loon betalen aan deze werknemer. UWV vult het loon van de Wajong er dan aan tot maximaal het bedrag dat hij ontving voordat hij bij u ging werken. De loondispensatie kan een half jaar tot 5 jaar duren. Verlenging is mogelijk, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat de werknemer hetzelfde kan verdienen als andere werknemers. Voor meer informatie Minder loon betalen (Wajong)
1 5
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
C. Gemeentelijke regelingen De gemeentelijke regelingen verschillen per gemeente. De regelingen van de gemeente waar de kandidaat is ingeschreven zijn van toepassing. Als voorbeeld worden de regelingen van de gemeente Utrecht en van de gemeente Amersfoort beschreven.
C.1 Gemeente Utrecht Participatiewet Op 1 januari 2015 is de Participatiewet ingegaan. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet op de sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wajong. Personen die voorheen een bijstandsuitkering ontvingen op grond van de Wet Werk en Bijstand ontvangen nu een uitkering op grond van de Participatiewet. Voor werkzoekenden met een Participatiewet-uitkering kunt u gebruik maken van een proefplaatsing, jobcoaching, scholing, werkgeverscheque en de no risk polis. De mogelijkheden en voorwaarden van deze instrumenten kunt u hieronder lezen. De belangrijkste regelingen van de gemeente Utrecht zijn: 1. Proefplaatsing. 2. Jobcoaching. 3. Scholing 4. Werkgeverscheque. 5. No-risk polis 1. Proefplaatsing Weet u niet zeker of iemand de functie goed kan uitvoeren? Dan bestaat er de mogelijkheid om deze werknemer maximaal 2 maanden met behoud van uitkering bij u te laten werken. U hoeft dan geen loon te betalen. Voorwaarde is dat u de werknemer aansluitend op de proefplaatsing een arbeidsovereenkomst aanbiedt van minimaal 6 maanden. U sluit voor de werknemer een ongevallenen aansprakelijkheidsverzekering af. Als u na de proefplaatsingsperiode een contract aanbiedt, kunt u geen proeftijd meer afspreken. 2. Jobcoaching U kunt jobcoaching aanvragen voor werknemers die een Participatiewet-uitkering ontvangen van de gemeente Utrecht. De jobcoaching wordt ingezet als de werknemer extra begeleiding nodig heeft op zijn werkplek of in zijn privé-omgeving, zodat hij zijn werk kan behouden. De jobcoaching wordt ingehuurd door de gemeente Utrecht en wordt uitsluitend geboden door gecertificeerde jobcoaches.
1 6
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
Als voorwaarde geldt dat de werknemer bij u in dienst is of werkt in een proefplaatsing bij u. De begeleidingsbehoefte en de doelstelling van de begeleiding legt u vast in een opdrachtformulering. Jobcoaching is altijd een tijdelijke ondersteuning die per persoon maximaal 50 uur bedraagt. 3. Scholing Scholingskosten kunnen vergoed worden als de werknemer deze scholing nodig heeft om zijn functie uit te oefenen. De kosten van de scholing bedragen maximaal € 6.000,- per opleiding. Daarbij vindt een toets plaats op marktconformiteit. De opleiding of cursus leidt tot een erkend diploma of een certificaat binnen een branche. De scholing leidt tot uitstroom naar betaald werk en sluit aan bij de capaciteiten van de werknemer. 4. Werkgeverscheque De werkgeverscheque is een eenmalige subsidie bedoeld voor compensatie van (aantoonbare) extra kosten, bijvoorbeeld voor aanpassingen op de werkplek, het inwerken van een kandidaat of training on the job. Bij een proefplaatsing of arbeidsovereenkomst van minimaal 3 maanden en maximaal 6 maanden is de hoogte van deze subsidie maximaal € 1.500,-. Bij een arbeidsovereenkomst van meer dan 6 maanden is de hoogte van de subsidie maximaal € 3.000,-. Bij de werkgeverscheque gelden de voorwaarden dat er sprake is van een proefplaatsingsovereenkomst of een arbeidsovereenkomst van meer dan 12 uur in de week en dat u de extra kosten specificeert. Bij de aanvraag moet u een uittreksel van uw inschrijving bij de KvK en een bankafschrift waar de subsidie op gestort moet worden, overleggen. 5. No risk polis Wilt u een werkzoekende een kans geven maar twijfelt u vanwege de consequenties van mogelijk ziekteverzuim? Dan kunt u een beroep doen op de no riskpolis. Met deze polis bent u verzekerd tegen onkosten als gevolg van ziekte. De polis kent een eigen risico van 2 weken en is voor een half jaar beschikbaar.
1 7
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
C.2 Gemeente Amersfoort De regelingen van de gemeente Amersfoort zijn divers omdat het maatwerk is; de mogelijkheden zijn afhankelijk van het aangeboden leerwerktraject en worden nauwkeurig afgestemd op de kandidaat. De afstand tot de arbeidsmarkt van de kandidaat en de kans tot structurele uitstroom spelen hierbij de belangrijkste rol. Er worden geen middelen ingezet wanneer er geen of nauwelijks afstand is tot de arbeidsmarkt en er geen baangarantie wordt afgegeven. De afdeling Arbeidsintegratie van de gemeente Amersfoort kan maatwerkbesluiten nemen voor: 1. Scholingsbijdrage. 2. Proefplaatsing of opleiding met behoud van uitkering. 3. Plaatsingspremie. 1. Scholingsbijdrage. Een vergoeding van opleidingskosten en soms een aanvullende coachings bijdrage voor kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt die in een leerwerktraject met baangarantie worden geplaatst. 2. Proefplaatsing. Een proefplaatsing is maximaal 1 maand en wordt alleen ingezet bij een reële kans op structurele uitstroom. Bij leerwerktrajecten is het mogelijk gedurende een langere periode (één of enkele maanden) scholing te volgen met behoud van uitkering. 3. Plaatsingspremie. Werkgevers die een werkzoekende aannemen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt kunnen soms in aanmerking komen voor de Amersfoortse Plaatsingspremie Wet Werk en Bijstand. Soms heeft de gemeente fors geïnvesteerd in een kandidaat en heeft deze cliënt laten zien dat hij hard kan en wil werken aan zijn toekomst. Dan is het zaak om een passende baan te vinden. Om werkgevers extra te stimuleren een werkzoekende aan te nemen die aan de criteria voldoet, geeft de gemeente een premie van € 2.500,-. Bij een dienstverband van tenminste 6 maanden. Deze premie is ingesteld als steuntje in de rug….voor u als werkgever en voor de werkzoekende.
1 8
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
De plaatsingspremie kan worden ingezet als er geen gebruik wordt gemaakt van een proefplaatsing met behoud van uitkering. Voor meer informatie over de plaatsingspremie kunt u contact opnemen met het Leerwerkloket regio Amersfoort. Stapeling Combinatie van regelingen is niet mogelijk.
1 9
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
D. Sectorale regelingen In verschillende sectoren zijn specifieke financiële regelingen op het gebied van Leren en Werken. Het valt buiten het bestek van deze brochure om alle sectorale financiële regelingen te beschrijven. We adviseren per leerwerktraject en per kandidaat te onderzoeken of specifieke sectorale regelingen van toepassing zijn. Deze informatie is vaak te verkrijgen bij het betreffende kenniscentrum of het O en O fonds van de branche. Bovendien kan aangesloten worden bij een sectorplan. In de verschillende sectorplannen zijn veel regelingen op het gebied van leren en werken opgenomen. In het Sociaal akkoord is afgesproken dat sociale partners een sectorplan kunnen indien met als doel vermindering van de werkloosheid voor de korte termijn. Tegelijkertijd moeten de sectorplannen een bijdrage leveren aan een beter functionerende arbeidsmarkt. Voor meer informatie over de sectorplannen en de goedgekeurde plannen verwijzen we naar de website van de Stichting van de Arbeid en de website van het ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid: http://www.sectorplannen.nl/ Op deze pagina vindt u samenvattingen van toegekende sectorplannen met daarin onder meer de doelen, maatregelen en kerncijfers: Factsheets cofinanciering sectorplannen Brug WW De brug WW is opgenomen in de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015. De regeling richt zich specifiek op de cofinanciering van sectorplannen die de overgang bevorderen van-werk-naar-werk en van-werkloosheid-naar-werk, met de mogelijkheid van brug-WW. Met de brug-WW in combinatie met de derde tranche sectorplannen is het mogelijk om een verdere impuls te geven aan het door sociale partners, sectoren en bedrijven in gang zetten van transities op de arbeidsmarkt. Het doel van de regeling 2015 is om gewenste overgangen vanuit werk en vanuit werkloosheid naar hetzelfde of een ander beroep te stimuleren bij een andere werkgever. De maatregelen in het derde tijdvak moeten zijn gericht op het aan het werk helpen van mensen die met werkloosheid worden bedreigd, dan wel mensen die werkloos zijn. Het samenwerkingsverband bestaat altijd tenminste uit een werkgeversorganisatie en een werknemersorganisatie. Provincies en (centrum)gemeenten kunnen een actieve rol spelen bij regionale sectorplannen. Het is de bedoeling dat het samenwerkingsverband dat het plan indient, de arbeidsmarktanalyse toespitst op kansrijke beroepen in de sectoren en/of regio’s waarin naar verwachting op de korte en (middel)lange termijn vacatures beschikbaar zijn. Op basis hiervan treft het samenwerkingsverband een of meer maatregelen om mensen naar deze vacatures toe te leiden. De cofinanciering door SZW bedraagt maximaal 50% van de projectkosten. Met de aanpassingen wordt ook beoogd om baanwisselingen waarbij aanzienlijke omscholing nodig is voor een overstap naar een andere werkgever, al dan niet in een ander beroep, beter te
2 0
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
ondersteunen. In deze gevallen kunnen werknemers, die deelnemen aan de maatregelen uit sectorplannen uit het derde aanvraagtijdvak en zich omscholen, ook gebruikmaken van de zogenoemde brug-WW. In de brug-WW ontvangt de werknemer een WW-uitkering over de uren dat hij scholing volgt, in combinatie met een baan bij een andere werkgever. Daarnaast betaalt de werkgever salaris voor de uren waarin wordt gewerkt.
2 1
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
E . Regionale regelingen In de arbeidsmarktregio Utrecht Midden werken 15 gemeenten en betrokken partners samen in het kader van het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Met de Leermeestervoucher en de Startersbonus wil het Actieplan Jeugdwerkloosheid UtrechtMidden werkgevers stimuleren om jongeren (tot 27 jaar) aan de slag te helpen. Tot nu toe kon een werkgever alleen financiële ondersteuning krijgen voor jongeren die een WWBof een eventueel een WW-uitkering hebben. Met de Leermeester voucher en de Starterbonus is dit anders. Werkgevers uit de arbeidsmarkt regio Utrecht – Midden die jongeren een contract aanbieden worden financieel ondersteund ongeacht de situatie van de jongeren. Dat contract moet echter wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Startersbonus De Startersbonus van € 1.000,- is voor elke werkgever in de arbeidsmarktregio Utrecht-Midden die een jonger tot 27 jaar voor minimaal 6 maanden een contract aanbiedt van minimaal 24 uur per week. De bonus mag vrij door de werkgever worden ingezet voor tegemoetkoming van de kosten, opleiding, begeleiding of ander zaken. De bonus wordt na afloop van de termijn van 6 maanden pas uitgekeerd. Leermeestervoucher De Leermeestervoucher van € 1.500,- is voor elke werkgever in de arbeidsmarktregio Utrecht Midden die een jongere tot 27 jaar voor minimaal 12 maanden een BBL contract aanbiedt. De voucher is een tegemoetkoming in de kosten voor de inzet van een leermeester om de jongere in de praktijk te begeleiden. De voucher wordt na de eerste 6 maanden van het contract uitgekeerd. Werkgevers uit de regio kunnen de Startersbonus of de Leermeestervoucher aanvragen via www.utrecht.nl/jeugdwerkloosheid. De instrumenten kunnen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014 worden aangevraagd. De uiterlijke termijn voor de aanvraag is 1 januari 2015 of tot zolang het budget van € 400.000,beschikbaar is. De Startersbonus en Leermeester voucher is niet geldig in combinatie met de andere instrumenten die vanuit de gemeenten in de arbeidsmarktregio ingezet kunnen worden.
2 2
Financiële regelingen leren en werken
10 maart 2015
Digitaal advies De verschillende financiële regelingen op het gebied van leren en werken kunt u ook terugvinden via de websites: www.subsidiecalculator.nl www.subsidiescanner.nu Via deze websites krijgt u snel inzicht in de omvang van de financiële regelingen van elke afzonderlijke kandidaat door het invullen van enkele gegevens van de (potentiele) werknemer. Bovendien krijgt u een digitale handreiking bij de aanvraagprocedure. De specifieke regelingen voor de regio Utrecht en de regio Amersfoort zijn nog niet op deze websites opgenomen. Voor aanvullend advies kunt u contact opnemen het Leerwerkloket Utrecht of het Leerwerkloket regio Amersfoort. Wat doet het Leerwerkloket voor u? Het Leerwerkloket Utrecht en het Leerwerkloket regio Amersfoort is goed op de hoogte van de verschillende financiële regelingen en subsidies op het gebied van leren en werken. Wanneer u kandidaten in een leerbaan wilt plaatsen, geven wij voorafgaand aan de mogelijke plaatsing voor elke afzonderlijke kandidaat advies over de aanvraag van financiële regelingen en subsidies. Wij adviseren hierbij ook over de mogelijke stapelbaarheid van de verschillende regelingen. Bovendien vertellen wij u hoe u de aanvraag kunt indienen. Wij adviseren niet over kandidaten die reeds in een leerbaan zijn geplaatst. Leerwerkloket Utrecht, Moeder Teresalaan 100, 3527 WB Utrecht, Postbus 2014, 3500 GA Utrecht, T 06-34862348 E
[email protected] W www.leerwerkloketutrecht.nl
Leerwerkloket regio Amersfoort, Stadsring 75, 3811 HN Amersfoort, Postbus 3000, 3800 DA Amersfoort, T 033-4695656 E
[email protected] W www.leerwerkloketregiomamersfoort.nl
Disclaimer Aan de informatie in deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen en typefouten voorbehouden. Wij spannen ons in om de informatie in deze brochure zo volledig, zo nauwkeurig en zo actueel mogelijk te laten zijn. Het Leerwerkloket Utrecht en het Leerwerkloket regio Amersfoort aanvaarden geen enkele verantwoordelijkheid voor schade op welke manier ontstaan door gebruik, onvolledigheid of onjuistheid van de aangeboden informatie in deze brochure.
2 3