Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Financiële regelingen leren en werken Regio Zwolle Nummer 4 16 juni 2015
1
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 A. Belasting voordelen ........................................................................................................................ 4 1. Subsidieregeling Praktijkleren ..................................................................................................... 4 2. Mobiliteitsbonus (premiekorting in dienst nemen oudere werknemers) .................................. 5 3.Premiekorting voor jongere werknemers .................................................................................... 6 B.UWV regelingen ............................................................................................................................... 8 1. Protocol scholing ......................................................................................................................... 8 2. Proefplaatsing.............................................................................................................................. 9 3. Compensatieregeling................................................................................................................. 10 4. Scholingsvoucher ....................................................................................................................... 10 5. Plaatsingsfee............................................................................................................................ 111 6. Looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis) ................................................................................. 12 7. Vergoeding voorzieningen werkgever....................................................................................... 13 8. Minder loon betalen (Wajong) .................................................................................................. 13 C.Gemeentelijke regelingen ............................................................................................................ 144 C.1 Gemeente Zwolle .................................................................................................................... 14 D. Sectorale regelingen ..................................................................................................................... 16 Digitaal advies ....................................................................................................................................... 18 Wat doet het Leerwerkloket voor u? .................................................................................................. 188
2
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Financiële regelingen leren en werken Voor werkgevers
Inleiding De overheid, het UWV en de gemeenten willen werkend leren bevorderen door werkgevers te stimuleren medewerkers in een leerwerkbaan aan te nemen. Daarom zijner verschillende regelingen waarvan een werkgever gebruik kan maken. Deze leveren vaak aanzienlijke voordelen op. Wij hebben de belangrijkste regelingen op het gebied van leren en werken voor u op een rijtje gezet. We onderscheiden de volgende categorieën: A. B. C. D. E.
Belasting voordelen. UWV regelingen. Gemeentelijke regelingen (gemeente Zwolle). Sectorale regelingen. Regionale regelingen.
Voor kandidaten is een afzonderlijke brochure met financiële regelingen Leren en Werken beschikbaar. Deze kunt u downloaden via: www.zwolle.lerenenwerken.nl
Wijzigingen In vergelijking met de voorgaande brochure “Financiële regelingen Leren en Werken (nr. 3 d.d. 18 maart 2015) zijn enkele tekstcorrecties aangebracht en zijn enkele specifieke regelingen voor kandidaten verwijderd. Voor kandidaten (werkzoekenden en niet-werkzoekenden) is inmiddels een afzonderlijke flyer met financiële regelingen beschikbaar.
3
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
A. Belasting voordelen De belangrijkste fiscale regelingen zijn: Voor nieuwe werknemers met of zonder een uitkering: 1. Subsidieregeling Praktijkleren. Voor nieuwe werknemers met een uitkering: 2. Mobiliteitsbonus (premiekorting in dienst nemen oudere werknemers). 3. Premiekorting voor jongere werknemers.
1. Subsidieregeling Praktijkleren De subsidieregeling praktijkleren trad op 1 januari 2014 in werking en vervangt de Wet afdrachtvermindering onderwijs. De grootste doelgroep voor de subsidie zijn de werkgevers die een leerwerkplaats bieden aan deelnemers in het MBO die een opleiding volgen in de BeroepsBegeleidende Leerweg (BBL). De doelstelling van de regeling is het stimuleren van werkgevers tot het bieden van praktijkleerplaatsen door middel van de verstrekking van subsidie. De subsidie is een tegemoetkoming in de kosten van een werkgever voor de begeleiding van een deelnemer. De subsidie wordt slechts verstrekt voor zover; - De deelnemer een Crebo opleiding volgt. Alleen de praktijkbegeleiding van studenten aan een erkende mbo beroepsbegeleidende leerweg (MBO - BBL) komt in aanmerking. Deze opleidingen dienen te zijn opgenomen in het Centraal register beroepsopleidingen (Crebo). - Ondernemingen waar de praktijkbegeleiding plaatsvindt, dienen geregistreerd te staan als erkend leerbedrijf. - Het onderwijsprogramma voldoet aan de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren (voor MBO – BBL 200 uur) en uren beroepspraktijkvorming (voor MBO – BBL 610 uur). - De beroepspraktijkvorming heeft plaatsgevonden op grond van en overeenkomstig een praktijkleerovereenkomst. - De werkgever beschikt over een aanwezigheidsregistratie van de deelnemer bij de beroepspraktijkvorming. - De werkgever beschikt over een administratie van de begeleiding en de beroepspraktijkvorming.
4
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
De subsidie wordt achteraf verstrekt per student, per studiejaar. Ondernemers ontvangen subsidie naar verhouding van het aantal weken waarin begeleiding heeft plaats gevonden. ____Voor praktijkleerplaatsen in het MBO is jaarlijks ten hoogste € 190 miljoen gereserveerd. Het subsidiebedrag per gerealiseerde praktijkleerplaats of gerealiseerde werkleerplaats wordt berekend aan de hand van het beschikbare bedrag gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijkleerplaatsen dat in aanmerking komt voor subsidie voor met een maximum van € 2.700,- per gerealiseerde praktijkleerplaats. Indienen: Voor het schooljaar 2014/2015 kunt u een subsidieaanvraag indienen vanaf 2 juli 2015 9.00 uur t/m uiterlijk 15 september 2015 17.00 uur. Aanvragen na dit tijdstip komen niet meer in aanmerking. Een subsidieaanvraag wordt ingediend via het e-loket op de website van het RVO – Aanvragen (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Het bedrijf heeft een e-Herkenningsnummer niveau 1 of 2 nodig. Vraag dit tijdig aan!!! Let op dat de aanvraag wordt ingediend op het bedrijfsadres wat erkend is door het kenniscentrum. Op de BPVO moet dit adres ook staan. Uitbetaling van de subsidie is uiterlijk op 15-12-2015.
2. Mobiliteitsbonus (premiekorting in dienst nemen oudere werknemers) Neemt u een werknemer in dienst die 56 jaar of ouder is en die direct voor indiensttreding een uitkering kreeg? Dan hebt u bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van € 7.000,- per jaar. Bij een dienstverband van minder dan 36 uur per week wordt de korting evenredig minder. U kunt deze korting toepassen zolang de dienstbetrekking bestaat, maar maximaal 3 jaar. De premiekorting mag op het totaal aan af te dragen werknemerspremies in mindering worden gebracht. Voor deze premiekorting in dienst nemen oudere werknemers maakt het niet uit of er een tijdelijk of een vast contract is. En ook de omvang van de uitkering die de werknemer had voordat hij bij u in dienst kwam, is niet van belang: het mag ook een gedeeltelijke uitkering zijn. Wilt u de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers toepassen, dan moet u wel kunnen bewijzen dat de werknemer voor indiensttreding een werkloosheidsuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, nabestaandenuitkering, inkomensondersteuning of bijstandsuitkering kreeg. Uw werknemer, of u wanneer u gemachtigd bent door uw werknemer, kan een zogenaamde doelgroepenverklaring bij zijn uitkerende instantie aanvragen waarin staat dat hij recht had op een uitkering voor hij bij u in dienst trad. Bewaar deze verklaring bij uw loonadministratie. De doelgroepenverklaring is aan te vragen via de onderstaande link: Downloaden doelgroepenverklaring
5
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Als uw werknemer recht had op een uitkering van een gemeente, kunt u het best contact opnemen met die gemeente. Tot 1 januari 2015 gold de mobiliteitsbonus voor werknemers van 50 jaar en ouder. Ontvangt u in 2014 een werkbonus voor een uitkeringsgerechtigde van 50 jaar of ouder, die niet ouder is dan 56 jaar? Dan blijft de mobiliteitsbonus hetzelfde als in 2014. Meer informatie Meer informatie over deze regelingen vindt u bij de Belastingdienst. Tel. 0800 – 0443 of via de website www.belastingdienst.nl
3.Premiekorting voor jongere werknemers Soms kunt u een korting krijgen op de premies voor werknemersverzekeringen. Dit heet premiekorting. Neemt u een werknemer met een WW- of een bijstandsuitkering in dienst die tussen de 18 en 26 jaar oud is? Dan kunt u een premiekorting voor hem krijgen. Voorwaarden Om deze premiekorting te kunnen krijgen gelden de volgende voorwaarden: U neemt na 1 januari en voor 1 januari 2016 een jongere werknemer aan (tussen de 18 en 27 jaar oud). De werknemer heeft een WW-uitkering of een bijstandsuitkering. U krijgt de premiekorting zolang het arbeidscontract van de werknemer duurt, maar maximaal 2 jaar. U moet de werknemer in dienst nemen voor minimaal 24 uur per week. U moet de werknemer een arbeidscontract van 6 maanden geven. De werknemer heeft een doelgroepenverklaring nodig van UWV of gemeente. Hierin staat dat hij een uitkering had op de dag voordat hij bij u in dienst kwam. Toepassing premiekorting De premiekorting past u vanaf 1 juli 2014 toe in de loonaangifte. Hoogte premiekorting U krijgt een premiekorting van € 3.500,- per jaar per jongere werknemer. Voor jongeren die u heeft aangenomen op of na 1 januari 2014 en voor 1 juli 2014, ontvangt u de premiekorting vanaf 1 juli 2014. Deze korting is namelijk ingegaan vanaf 1 juli 2014. De korting kunt u ook pas vanaf die datum toepassen in de loonaangifte. De werknemer moest op 1 juli 2014 nog wel in dienst zijn. U ontvangt de premiekorting voor de duur van het arbeidscontract maar maximaal 2 jaar.
6
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Doelgroepenverklaring aanvragen U heeft een doelgroepenverklaring van uw werknemer nodig om de premiekorting voor jongere werknemer te krijgen. In deze verklaring staat dat de werknemer een WW- of bijstandsuitkering had op de dag voordat hij in dienst kwam. Stapeling Het is mogelijk de Subsidieregeling Praktijkleren te stapelen met bijvoorbeeld de Premiekorting voor jongere werknemers. Wanneer de werkgever een WW- of bijstandsgerechtigde jongeren een praktijkleerovereenkomst aanbiedt van minstens 32 uur per week en aan de overige voorwaarden van beide regelingen voldaan wordt, kunnen beide regelingen gecombineerd worden. Opgeteld kan dit een maximum bedrag zijn van € 2.700,- en € 3.500,- = € 6.200,-.
7
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
B.UWV regelingen Het UWV heeft een groot aantal regelingen en financiële voordelen op het gebied van leren en werken, te weten: 1. Protocol scholing. 2. Proefplaatsing. 3. Compensatieregeling. 4. Scholingsvoucher. 5. Plaatsingsfee. 6. Loon compensatie bij ziekte (no-risk-polis). 7. Voorziening vergoedingen werkgever. 8. Minder loon Wajonger (loondispensatie).
1. Protocol scholing Voor werkzoekenden met een WW-uitkering wordt op basis van het Protocol Scholing van het UWV bepaald of scholing noodzakelijk is en zij daarmee zijn vrijgesteld van sollicitatieplicht (artikel 76 WW). Het Protocol Scholing is van toepassing op alle werkzoekenden met een AG, ZW- of een WWuitkering. Met ingang 1 januari 2012 beschikt UWV niet langer over re-integratiebudget om voor werkzoekenden met een WW-uitkering scholingen in te kopen. UWV betaalt daardoor niet langer de scholing voor werkzoekenden met een WW-uitkering. Wel kan de werkzoekende met een WWuitkering op basis van de uitkomst van het Protocol Scholing nog steeds vrijstelling van sollicitatieplicht krijgen als noodzakelijk wordt geacht. Hij hoeft zich gedurende de scholing niet beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt. Voor werkzoekende met een AG- of ZW uitkering beschikt UWV wel over re-integratie budget om eens scholing te kunnen bekostigen die voldoet aan de indicatoren van het protocol. Voorwaarden Het Protocol Scholing is ontwikkeld om te kunnen beoordelen of scholing noodzakelijk is. Deze noodzaak wordt getoetst aan de hand van een drietal indicatoren: A. Het bepalen van de arbeidsmarktrelevantie van de scholing. Voor WW-gerechtigden die van een werkgever een baan in het vooruitzicht hebben gekregen, maar waar als voorwaarde aan is gekoppeld dat hij eerst in de ogen van de werkgever relevante scholing moet volgen, wordt deze scholing relevant geacht. De werkgever maakt zijn intentie duidelijk door middel van een arbeidsovereenkomst of een verklaring waaruit blijkt: Dat hij de werkzoekende in dienst zal nemen. Per de eerst volgende maand volgend op de einddatum van de scholing. 8
Financiële regelingen leren en werken B. C.
16 juni 2015
Voor dezelfde duur als de scholing met een ondergrens van 6 maanden. Het toetsen van de scholing op basis van de regelgeving. Voorwaarden: Maximaal 1 jaar. Geen productie als doel. Vooraf vastgesteld programma met toetsing. Het beoordelen van de schoolbaarheid van de werkzoekende met een AG- of ZW uitkering. UWV toetst de schoolbaarheid van een werkzoekende met een WW-uitkering niet.
(Bron: Staatscourant nr. 3372, 12 februari 2014; Beleidsregels Protocol Scholing 2014 ).
2. Proefplaatsing Wilt u iemand met een uitkering van het UWV in dienst nemen? Iemand die moeilijk aan werk komt en van wie u niet weet of hij geschikt is voor de functie? Dan kan deze werknemer 2 maanden bij u werken met behoud van zijn uitkering. Dat is net zolang als de proeftijd bij aanvang van een dienstverband. U hoeft dan geen loon te betalen. Dit heet proefplaatsing. Denkt u dat 2 maanden te kort is? Dan kunt u op het aanvraagformulier aangeven waarom er meer tijd nodig is om de werknemer te beoordelen. Het UWV beoordeelt dan of dat zo is en kan de proefplaatsing verlengen tot maximaal in totaal 6 maanden. Vraag toestemming van UWV Een proefplaatsing kan pas beginnen nadat u daarvoor toestemming heeft gekregen van het UWV. U vraagt proefplaatsing aan samen met uw toekomstige werknemer. Dit doet u met het formulier Aanvraag UWV proefplaatsing. Voordat de proefplaatsing begint, beoordeelt het UWV of deproefplaatsing ingezet kan worden en hoelang. Het UWV kijkt dan wat de afstand tot de arbeidsmarkt is van de werknemer en of hij geschikt is voor de functie. Voorwaarden voor proefplaatsing Voorwaarde voor een proefplaatsing is dat u de bedoeling heeft om de werknemer na de proefplaatsing een dienstverband aan te bieden van minimaal 6 maanden. Tijdens de proefplaatsing kunt u bekijken of de werknemer geschikt is voor de functie. U sluit tijdens de proefplaatsing voor de werknemer een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering af. U kunt dan geen proeftijd meer afspreken. Heeft de werknemer een WW-uitkering? Dan moet hij ook al minimaal 3 maanden werkloos zijn. Ook moet duidelijk zijn dat de werknemer zonder hulp moeilijk aan werk kan komen. Is hij korter dan 3 maanden werkloos? Dan verwachten wij dat hij ook zonder hulp werk kan vinden. Een proefplaatsing bij de WW duurt 2 maanden. Er geldt een uitzondering als de werknemer jonger dan 27 jaar is en hij geen startkwalificatie heeft.
9
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Ziek tijdens de proefplaatsing Wordt de werknemer ziek tijdens de proefplaatsing? Dan kunt u de proefplaatsing verlengen met de tijd dat hij ziek was. Als uw werknemer op vakantie gaat tijdens zijn proefplaatsing kunt u niet verlengen. Dan blijft de duur van de proefplaatsing maximaal in totaal 6 maanden. Vergeet daarbij niet om de werknemer ook ziek (en hersteld) te melden bij het UWV WERKbedrijf.
3. Compensatieregeling De compensatieregeling is een beperkte no-risk polis voor WW-gerechtigden, die al ten minste 1 jaar werkloos zijn en geboren zijn vóór 8 juli 1954. De werkgever ontvangt een ziektewetuitkering. De werkgever kan deze verrekenen met het loon van de zieke werknemer. Een ziek werknemer kan via de Compensatieregeling een Ziektewetuitkering krijgen als hij: - Geboren is vóór 8 juli 1954. - In de 52 weken voor hij in dienst kwam onafgebroken een WW-uitkering had. - In dienst kwam na 8 juli 2009. - Niet langer dan 5 jaar in dienst is bij de werkgever. - Langer dan 13 weken door ziekt niet kan werken. Voor deze werknemer kan de werkgever na 13 weken een Ziektewetuitkering aanvragen. De uitkering start na 13 weken arbeidsongeschiktheid, de eerste 13 weken zijn voor rekening van de werkgever.
4. Scholingsvoucher De scholingsvoucher is een subsidie voor een opleiding voor een nieuwe werknemer. Wilt u een werknemer van 50 jaar of ouder in dienst nemen, maar heeft hij een opleiding nodig om de functie te kunnen uitvoeren? Dan kunt u voor de kosten van deze opleiding een scholingsvoucher aanvragen. De subsidie is maximaal € 1.000 (inclusief btw). Dit bedrag is bedoeld voor alle kosten die bij de opleiding horen. Het is ook mogelijk een scholingsvoucher aan te vragen voor het volgen van een EVC-traject. Voor wie is de scholingsvoucher bedoeld? Neemt u een werknemer met een WW-uitkering in dienst die 50 jaar of ouder is op de eerste dag van zijn opleiding? Dan kunt u voor hem een scholingsvoucher aanvragen, als aan de voorwaarden wordt voldaan. Wat zijn de voorwaarden voor een scholingsvoucher? - De opleiding van de werknemer duurt maximaal 1 jaar. Als hij slaagt, krijgt hij een erkend diploma/certificaat. - De aanvraag Scholingsvoucher is uiterlijk 2 weken na de eerste opleiding dag van de werknemer door UWV ontvangen. - Er moet een getekend arbeidscontract zijn tussen u en de werknemer. Hieruit moet blijken dat de werknemer bij u in dienst komt, uiterlijk de eerste dag van de maand na de maand waarin hij de opleiding heeft afgerond.
10
Financiële regelingen leren en werken -
-
16 juni 2015
U neemt de werknemer in dienst voor ten minste de helft van het aantal uren waarvoor hij een WW-uitkering krijgt. Maar minimaal 12 uur per week, voor ten minste 3 maanden. U kunt als werkgever de scholingsvoucher aanvragen óf de werknemer kan dit doen. Per werknemer is 1 aanvraag mogelijk.
Hoe vraagt u de scholingsvoucher aan? U vraagt een scholingsvoucher aan met het formulier Aanvraag scholingsvoucher. Stuur de volgende bijlagen met de aanvraag op: - Een ondertekend arbeidscontract; - De factuur van het scholingsinstituut op naam van de werkzoekende, niet op uw naam. Heeft u nog geen factuur van het opleidingsinstituut? Laat het opleidingsinstituut dan deel 2 van de aanvraag invullen en ondertekenen en stuur dit mee met uw aanvraag. Uw werknemer kan de scholingsvoucher ook zelf aanvragen. De voorwaarden voor het aanvragen van een scholingsvoucher door een werknemer zijn: De opleiding duurt maximaal 1 jaar. Als de werknemer slaagt krijgt hij een erkend diploma of certificaat. De aanvraag Scholingsvoucher is uiterlijk 2 weken na de eerste opleiding dag door UW ontvangen. De werknemer heeft nog niet eerder gebruik gemaakt van deze regeling. De werknemer heeft een concreet aanbod voor een arbeidscontract bij een werkgever voor ten minste 3 maanden. Als de werknemer geen uitzicht op een baan heeft dan moet de opleiding gericht zijn op een beroep waarvoor veel vacatures zijn in de regio. Of de werknemer moet aantonen dat deze opleiding de kans vergroot bij bepaalde vacatures. De werknemer is nog niet begonnen met de opleiding. Na de aanvraag De scholingsvoucher kan aangevraagd worden tot en met 30 september 2016. Als het UWV de aanvraag met alle bijlagen ontvangen heeft, krijgt u een ontvangstbevestiging. Daarna krijgt u uiterlijk binnen 8 weken bericht of u aanmerking komt voor de scholingsvoucher.
5. Plaatsingsfee Heeft een intermediair (bijvoorbeeld een uitzendbureau of een re-integratiebureau) een werkzoekende van 50 jaar of ouder begeleid naar een baan? Dan kan de intermediair na 3 maanden een plaatsingsfee aanvragen. De hoogte van deze subsidie hangt af van de duur van het dienstverband. - Is de werknemer 3 maanden in dienst? Dan is de plaatsingsfee € 300,-. - Is de werknemer 6 maanden na zijn eerste werkdag nog aan het werk via dezelfde intermediair? Dan kan de intermediair een vervolgaanvraag doen voor een plaatsingsfee. Hij ontvangt dan € 700,-.
11
Financiële regelingen leren en werken -
16 juni 2015
Is de werknemer 12 maanden na zijn eerste werkdag nog aan het werk via dezelfde intermediair? Dan kan de intermediair een tweede vervolgaanvraag doen voor een plaatsingsfee. Hij ontvangt dan € 500,-.
De regeling is tijdelijk en geldt voor arbeidscontracten die uiterlijk op 30 september 2016 ingaan. Er is een beperkt budget. Dus hoe eerder de intermediair de plaatsingsfee aanvraagt, hoe groter de kans dat UWV de plaatsingsfee kan toekennen. Wat zijn de voorwaarden voor een plaatsingsfee? - De intermediair heeft de werkzoekende begeleid naar een baan. - De eerste werkdag was op of na 1 oktober 2013. - De werkzoekende heeft een WW-uitkering en was 50 jaar of ouder op de eerste werkdag. - De werkzoekende heeft gewerkt voor de helft van het aantal uren waarvoor hij een WWuitkering krijgt. Maar minimaal 12 uur per week, voor ten minste 3 maanden. - De werkzoekende heeft in iedere maand gewerkt. Hoe vraagt u de plaatsingsfee aan? U kunt als intermediair de plaatsingsfee aanvragen voor werkzoekenden die op of na 1 oktober 2013 zijn begonnen met werken. U vraagt de plaatsingsfee aan met het formulier Aanvraag plaatsingsfee. Een eerste of tweede vervolgaanvraag vraagt u aan met het formulier Vervolgaanvraag plaatsingsfee. Let op: aanvragen moeten uiterlijk 45 dagen na afloop van elke periode van 3 maanden bij het UWV binnen zijn.
6. Looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis) Wilt u iemand met een arbeidshandicap of ziekte aannemen? Ook dan kunt u gebruikmaken van de no-riskpolis. Voor werknemers met een ziekte of handicap betaalt UWV soms een Ziektewetuitkering. De Ziektewetuitkering dekt een groot deel van de loonkosten van de zieke werknemer. Deze regeling wordt vaak de no-riskpolis genoemd. Heeft uw werknemer een no-riskpolis? Uw werknemer heeft recht op een no-riskpolis als hij bij het begin van zijn dienstverband aan een van de volgende voorwaarden voldoet: - Hij krijgt een WIA-, WAO-, WAZ- of Wajong-uitkering. - Hij kreeg ooit een Wajong-uitkering. - Hij heeft problemen (gehad) door zijn ziekte of handicap bij het volgen van onderwijs en komt binnen 5 jaar na afloop van het onderwijs bij u in dienst. - Hij heeft een verklaring gekregen van de gemeente of UWV dat hij een arbeidshandicap heeft. - Hij heeft een WSW-indicatie. - Hij is voor 8 juli 1954 geboren, hij heeft langer dan 52 weken een WW-uitkering en hij is vanuit de WW bij u in dienst gekomen. Hij krijgt dan na 13 weken ziekte een Ziektewetuitkering.
12
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Voor meer informatie Looncompensatie bij ziekte (no-riskpolis)
7. Vergoeding voorzieningen werkgever Neemt of heeft u een werknemer in dienst met een ziekte of handicap? En maakt u extra kosten om zijn werk mogelijk te maken? Dan kunt u een vergoeding aanvragen voor niet-meeneembare aanpassingen op de werkplek of het bedrijf. Uw werknemer kan zelf subsidie voor meeneembare hulpmiddelen aanvragen. Welke voordelen en vergoedingen kunt u krijgen? - Subsidie voor aanpassingen aan de werkplek - Een mobiliteitsbonus: als u een werknemer met een WIA-uitkering in dienst hebt, kunt u korting op de WAO/WIA-premie en op het werkgeversdeel van de premie WW-Awf en/of de Ufo-premie toepassen als de werknemer weer geheel of gedeeltelijk aan het werk gaat. U kunt de mobiliteitsbonus maximaal 3 jaar krijgen. Meer informatie? Neem dan contact op met de Belastingtelefoon of kijk op de site van de Belastingdienst. - U mag werknemers jonger dan 18 jaar, of met een Wajong-uitkering een lager loon dan het minimumloon betalen (alleen als deze werknemer door ziekte of handicap aantoonbaar minder presteert). - U kunt een Ziektewetuitkering krijgen als uw werknemer ziek wordt en hij korter dan 5 jaar geleden een WIA uitkering heeft gekregen.
8. Minder loon Wajonger Voor werknemers met een Wajong-uitkering geldt een speciale regeling: loondispensatie. Kan een werknemer met een Wajong-uitkering door zijn ziekte of handicap minder aan dan uw andere werknemers? Dan mag u tijdelijk minder loon betalen aan deze werknemer. UWV vult het loon van de Wajonger dan aan tot maximaal het bedrag dat hij ontving voordat hij bij u ging werken. De loondispensatie kan een half jaar tot 5 jaar duren. Verlenging is mogelijk, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat de werknemer hetzelfde kan verdienen als andere werknemers. Voor meer informatie Minder loon betalen (Wajong)
13
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
C. Gemeentelijke regelingen De gemeentelijke regelingen verschillen per gemeente. De regelingen van de gemeente waar de kandidaat is ingeschreven zijn van toepassing. Als voorbeeld worden de regelingen van de gemeente Zwolle beschreven.
C.1 Gemeente Zwolle De gemeente Zwolle kan extra middelen inzetten voor kandidaten uit de bijstand, zoals een training of opleiding. Er zijn ook subsidiemogelijkheden rond het aannemen van mensen met een uitkering. Het subsidiebedrag is per individu verschillend. Over het algemeen geldt: hoe groter de afstand tot de arbeidsmarkt, hoe ruimer de subsidiemogelijkheden. Het gaat dus om maatwerk. De belangrijkste regelingen van de gemeente Zwolle zijn: 1. Loonkostensubsidie. 2. Proefplaatsing. 3. Persoonsgebonden re-integratie budget 4. Arbeidsparticipatie 1. Loonkostensubsidie Voor inwoners van de gemeente Zwolle met een bijstandsuitkering geldt bij een contract van 12 maanden een subsidie van 50% van het wettelijk minimum loon gedurende de eerste 6 maanden en 25% gedurende de tweede zes maanden. Bij een contract van 6 maanden geldt een subsidie van 25% gedurende de hele looptijd. Wanneer geen regulier contract met bepaalde contracturen wordt overeengekomen kan men gedurende maximaal 6 maanden (hoeft niet aaneengesloten) € 1 per uur subsidie ontvangen over de gewerkte uren. 2. Proefplaatsing Werkzoekenden krijgen de kans met behoud van hun uitkering in een bedrijf proef te draaien. Zo hebben werkgever en werknemer de tijd om elkaar te leren kennen, zonder dat daarbij een financiële druk ligt. De werkgever moet de intentie hebben om de kandidaat na afloop van de proefplaatsing een arbeidscontract aan te bieden. De maximale proefplaatsing is 3 maanden, waarbij verlenging mogelijk is, afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt van de kandidaat.
14
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
3. Persoonsgebonden re-integratie budget Werken met behoud van uitkering. Een werkervaringsplek is een (additionele) werkplek bij een werkgever waar een kandidaat maximaal 6 maanden voor 32 uur per week werkt, waar aansluitend een arbeidsovereenkomst van minimaal 6 maanden op volgt. Subsidie is maximaal € 5.000,4. Arbeidsparticipatie De kandidaat werkt maximaal 6 maanden met behoud van uitkering. Voorwaarde is dat er geen verdringing van reguliere arbeid optreedt.
15
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
D. Sectorale regelingen In verschillende sectoren zijn specifieke financiële regelingen op het gebied van Leren en Werken. Het valt buiten het bestek van deze brochure om alle sectorale financiële regelingen te beschrijven. We adviseren per leerwerktraject en per kandidaat te onderzoeken of specifieke sectorale regelingen van toepassing zijn. Deze informatie is vaak te verkrijgen bij het kenniscentrum SBB of het O & O fonds van de desbetreffende branche. Bovendien kan aangesloten worden bij een sectorplan. In de verschillende sectorplannen zijn veel regelingen op het gebied van leren en werken opgenomen. In het Sociaal akkoord is afgesproken dat sociale partners een sectorplan kunnen indien met als doel vermindering van de werkloosheid voor de korte termijn. Tegelijkertijd moeten de sectorplannen een bijdrage leveren aan een beter functionerende arbeidsmarkt. Voor meer informatie over de sectorplannen en de goedgekeurde plannen verwijzen we naar de website van de Stichting van de Arbeid en de website van het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid: http://www.sectorplannen.nl. Brug WW Brug-WW is bedoeld voor werkzoekenden die in een sector gaan werken waar een personeelstekort is. Met deze regeling kunt een werknemer laten omscholen, met behoud van zijn WW-uitkering. Brug-WW geldt ookvoor werknemers die niet door eigen schuld onslagen dreigen te worden. Met de regeling Brug-WW neemt u dus een werknemer in dienst die voor uw sector bijgeschoold is met de meest actuele kennis. U kunt als werkgever gebruik maken van Brug-WW als er voor uw sector een sectorplan is ingediend en goedgekeurd. Deze informatie vindt op www.sectorplannen.nl De nieuwe werknemer ontvangt een inkomen over de uren die hij werkt en de uren waarin hij een opleiding volgt. Als werkgever betaalt u alleen salaris over de uren die de werknemer werkt. De uren die hij besteedt aan zijn opleiding, worden betaald uit de WW. Daarnaast hoeft u maar een deel van zijn scholingskosten te betalen. U kan Brug-WW aanvragen door samen met uw werknemer de werkgeversverklaring Brug-WW in te vullen (dit is een verklaring van deelname aan het sectorplan). U of uw werknemer stuurt deze op. De werkgeversverklaring krijgt u van de hoofdaanvrager van het sectorplan van uw sector. De gegevens van de hoofdaanvrager vindt in het sectorplan dat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft opgesteld. U stuur de werkgeversverklaring naar: UWV Werkbedrijf Rijnmond Postbus 59132 3008 PC Rotterdam
16
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Nadat u deze verklaring heeft gestuurd, krijgt uw werknemer vrijstelling van de sollicitatieplicht van de adviseur werk. Vervolgens kan hij WW aanvragen bij UWV voor de uren die hij besteedt aan de opleiding. Voor vragen over Brug-WW kunt u contact opnemen met het WerkgeversServicepunt (WSP) in uw buurt. Op www.werk.nl vindt u de contactgegevens van de WerkgeversServicepunten. Brug-WW kan alleen ingezet worden als u deelneemt aan het sectorplan Werkgevers- en werknemersorganisaties. In een sector of regio kunnen werkgevers- en werknemersorganisaties gezameniljk een sectorplan opstellen met als doel de arbeidsmarkt op korte termijn en op de middellange termijn te verbeteren. Op www.werk.nl vindt informatie over de ondersteuning van het UWV bij de voorbereiding en de uitvoering van sectorplannen.
17
Financiële regelingen leren en werken
16 juni 2015
Digitaal advies De verschillende financiële regelingen op het gebied van leren en werken kunt u ook terugvinden via de websites: www.subsidiecalculator.nl www.subsidiescanner.nu Via deze websites krijgt u snel inzicht in de omvang van de financiële regelingen van elke afzonderlijke kandidaat door het invullen van enkele gegevens van de (potentiele) werknemer. Bovendien krijgt u een digitale handreiking bij de aanvraagprocedure. De specifieke regelingen voor de regio IJssel-Vecht zijn nog niet op deze websites opgenomen. Voor aanvullend advies kunt u contact opnemen het Leerwerkloket Utrecht of het Leerwerkloket regio Zwolle.
Wat doet het Leerwerkloket voor u? Het Leerwerkloket regio Zwolle is goed op de hoogte van de verschillende financiële regelingen en subsidies op het gebied van leren en werken. Wanneer u kandidaten in een leerbaan wilt plaatsen, geven wij voorafgaand aan de mogelijke plaatsing voor elke afzonderlijke kandidaat advies over de aanvraag van financiële regelingen en subsidies. Wij adviseren hierbij ook over de mogelijke stapelbaarheid van de verschillende regelingen. Bovendien vertellen wij u hoe u de aanvraag kunt indienen. Wij adviseren niet over kandidaten die reeds in een leerbaan zijn geplaatst.
Leerwerkloket regio Zwolle is dé scholingsmakelaar in de regio. Wij kunnen u helpen met uw vragen rondom scholing en de bijbehorende financiering. Mail of bel:
[email protected] of 06-10462095. Disclaimer Aan de informatie in deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen en typefouten voorbehouden. Wij spannen ons in om de informatie in deze brochure zo volledig, zo nauwkeurig en zo actueel mogelijk te laten zijn. Het Leerwerkloket IJssel-Vecht aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade op welke manier ontstaan door gebruik, onvolledigheid of onjuistheid van de aangeboden informatie in deze brochure.
18