Financieel statuut Stichting Greenpeace Nederland 1.
Doelstellingen en uitgangspunten
De doelstellingen van het vermogensbeleid van Greenpeace Nederland zijn: • minimaal het instandhouden van de reële waarde van de hoofdsom; • mogelijk maken en stimuleren van producten en diensten die significant bijdragen aan een beter milieu. De uitgangspunten daarbij zijn: • een zo goed mogelijk rendement op langere termijn, dat minimaal de gemiddelde inflatie overstijgt; • beperken van financiële risico’s; • duurzaam en maatschappelijk verantwoord beleggen. 2.
Wat dient er te gebeuren met het behaalde rendement?
Het behaalde rendement wordt toegevoegd aan het vermogen (de continuïteitsreserve). Greenpeace Nederland is zich ervan bewust dat haar donateurs van haar verwachten dat de geworven middelen snel en efficiënt worden besteed. De beleggingen zullen in overeenstemming met de VFI-richtlijn ‘Reserves Goede Doelen’ worden gedaan. Deze richtlijn geeft aan hoe goede doelen dienen om te gaan met gelden die zij reserveren en is een aanvulling op het CBF-Keur reglement en de Richtlijn Verslaggeving Fondsenwervende Instellingen. 3.
Wat is de beleggingstermijn?
Om in te kunnen spelen op gewijzigde maatschappelijke en milieutechnische inzichten is de beleggingstermijn op 10 jaar vastgesteld. 4.
Waarin wordt belegd?
Positieve criteria Het vermogen zal worden belegd in beleggingsfondsen en vastrentende waarden en in beperkte mate in beursgenoteerde aandelen. Het is hierbij de bedoeling om te beleggen in ondernemingen die een sociaal en milieuvriendelijk beleid combineren met goede financiële prestaties. De criteria aan de hand waarvan dergelijke ondernemingen kunnen worden geselecteerd zijn opgenomen in bijlage 1. Bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille zal als eerste gekeken worden naar ondernemingen die voldoen aan de positieve beleggingscriteria zoals genoemd in bijlage 1 (mits ze voldoen aan de overige gestelde criteria). 5.
Waarin wordt niet belegd?
Negatieve criteria In bijlage 2 zijn de criteria weergegeven aan de hand waarvan dient te worden bepaald in welke ondernemingen niet belegd mag worden. De uitsluitingscriteria hebben betrekking op activiteiten of gedragingen van een onderneming of overheid die door Greenpeace Nederland als ongewenst worden beschouwd.
15 september 2008
6.
Welke financiële randvoorwaarden gelden voor beleggingen?
Gestreefd wordt naar een optimaal rendement op langere termijn (10 jaar) bij een risico van maximaal 5% van de totale waarde van de portefeuille per jaar. Voor de beleggingsportefeuille gelden de volgende financiële randvoorwaarden: 1. De beleggingsportefeuille bestaat voor 100% uit vermogenstitels met minimaal een A3-rating (Moody’s). 2. De beleggingsportefeuille bestaat voor minimaal 80% uit vastrentende waarden. 3. De beleggingsportefeuille bestaat voor 100% uit vermogenstitels genoteerd in euro’s. 4. Maximaal 5% van de beleggingsportefeuille mag belegd zijn in één individuele belegging, met uitzondering van Nederlandse staatsleningen en liquiditeiten. 5. Er mag niet belegd worden in financiële derivaten. Het bestuur kan bepalen dat van de randvoorwaarden wordt afgeweken. 7.
Hoe worden de financiële beleggingsrisico’s verder nog beperkt?
Verder worden de financiële risico’s beperkt door onderhandse leningen uitsluitend te verstrekken aan met Greenpeace Nederland verbonden organisaties. Leningen boven 100.000 euro vereisen de goedkeuring van het bestuur. 8.
Wordt het beheer van het vermogen uitbesteed?
Het beheer van het vermogen kan worden uitbesteed aan een professionele vermogensbeheerder. De directeur ziet erop toe dat de vermogensbeheerder overeenkomstig het financieel statuut van Greenpeace Nederland handelt. 9.
Tussentijdse rapportage
De vermogensbeheerder rapporteert minimaal één keer per kwartaal aan Greenpeace Nederland over het gevoerde beleggingsbeleid, de samenstelling van de portefeuille en het behaalde rendement. Rapportage over het behaalde rendement en de waarde van de portefeuille worden door de directeur opgenomen in de kwartaalrapportage aan het bestuur. Eventuele afwijkingen van de in het financieel statuut vastgelegde kaders en randvoorwaarden worden door de directeur van Greenpeace Nederland gerapporteerd aan het bestuur. 10.
Inwerkingtreding
Dit statuut treedt in werking op 15 september 2008 en is van kracht totdat het bestuur besluit het financieel statuut in te trekken of te wijzigen.
15 september 2008
Bijlage 1 bij financieel statuut Stichting Greenpeace Nederland positieve beleggingscriteria
Indien een onderneming meer dan 50% van haar omzet genereert in één van de onderstaande sectoren kan zij, na een nadere beoordeling, volgens Greenpeace Nederland als duurzame belegging worden gekwalificeerd: 1. Biologische landbouw (als criterium wordt daarbij de Skal-licentie gehanteerd.); 2. Actief zijn in energieopwekking uit zon, wind of biomassa (met uitsluiting van energie opwekking uit afvalverbranding); 3. Actief zijn in vormen van transport die negatieve gevolgen ten aanzien van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen zo veel mogelijk beperken. Daaronder vallen: niet gemotoriseerd individueel personenvervoer, zoals de fiets; de minst milieubelastende vormen van collectief personenvervoer, zoals de trein; de minst milieubelastende vormen van goederenvervoer, zoals trein of schip; 4. Bijdragen aan de totstandkoming van een duurzame samenleving door de bijzondere aard van hun financiële dienstverlening; 5. Voortbrengen van producten en/of diensten die significant bijdragen aan een beter milieu. Daarbij kan gedacht worden aan hergebruik, waterreiniging en bedrijven met innovatieve producten en/of diensten die een belangrijk positief milieueffect teweegbrengen. Indien een overheid actief bijdraagt aan bescherming van het milieu door tot de betere te behoren op gerenommeerde milieu-indices kan zij, na een nadere beschouwing, volgens Greenpeace Nederland als duurzame belegging worden gekwalificeerd.
15 september 2008
Bijlage 2 bij financieel statuut Stichting Greenpeace Nederland negatieve beleggingscriteria Beleggingen worden primair door Greenpeace Nederland uitgesloten als zij op basis van onderstaande criteria ernstige negatieve maatschappelijke effecten tot gevolg kunnen hebben op het gebied van: a. b. c. d. e. f.
dierenwelzijn ecosystemen natuurlijke hulpbronnen volksgezondheid milieu mensenrechten
Secundair beleggen we ook bij voorkeur niet waar het negatieve gevolgen kan hebben voor cultureel erfgoed. De volgende producten en diensten worden door Greenpeace Nederland als maatschappelijk niet aanvaardbaar beschouwd: a. genetische modificatie b. productie of exploitatie van auto's; tenzij die zuinig, bijzonder milieuvriendelijk zijn etc. c. houden van dieren in de bio-industrie d. jagen of houden van dieren voor hun vel/pels e. gebruik van dierproeven, tenzij het product een duidelijke meerwaarde voor de samenleving vertegenwoordigt, zonder dierproeven niet kan of mag worden vervaardigd en het dierenleed zo veel mogelijk wordt beperkt f. vormen van toerisme die ernstige negatieve maatschappelijke of milieugevolgen hebben g. landbouwmethoden die ernstige negatieve maatschappelijke of milieugevolgen hebben h. visserijmethoden die negatieve gevolgen hebben op de ecosystemen op zee i. vervaardiging van producten die tot stand zijn gekomen met behulp van genetische modificatie, tenzij het product in een gesloten ruimte geproduceerd wordt zoals gebruikelijk is bij medische doeleinden bijvoorbeeld j. productie en gebruik van schadelijke chemische stoffen, met name stoffen behorend tot de Persistent Organic Pollutants (POP’s) zoals ftalaten, gebromeerde vlamvertragers, musk- en organotin verbindingen, alkyl-fenolen en gehalogeneerde verbindingen zoals pvc k. grootschalige vormen van energieopwekking door middel van waterkracht welke ernstige negatieve maatschappelijke of milieugevolgen hebben l. handel in (producten van) diersoorten die voorkomen op de CITES-lijst van bedreigde diersoorten of die waarvoor een redelijk ander alternatief is (zeehondenpels bijvoorbeeld) m. wapenindustrie n. opwekken van kernenergie o. productie of exploitatie van vliegtuigen p. productie van niet-duurzaam geteeld hout q. winning van fossiele brandstoffen 15 september 2008
r. opwekking van energie uit fossiele brandstoffen s. productie van wapens en/ of van direct aan wapens gerelateerde instrumenten, voorzieningen en materieel Als de omzet van de onderneming met één van de hierboven genoemde activiteiten wordt gegenereerd sluit Greenpeace Nederland deze onderneming uit van belegging. Bedrijven worden ook door Greenpeace Nederland uitgesloten van belegging als deze op basis van de onderstaande criteria ernstige procesgerelateerde negatieve maatschappelijke effecten kunnen veroorzaken, te weten: a. structureel geen maatregelen nemen om onveilige of ongezonde arbeidsomstandigheden te voorkomen; b. structureel lonen betalen die onder het bestaansminimum liggen van de arbeidskrachten en hun gezin; c. verstrekken of in ontvangst nemen van significante materiele en immateriële schenkingen met als oogmerk het realiseren van een voordeel voor de onderneming zelf; d. structureel schenden van het recht op gelijke kansen en gelijke behandeling van arbeidskrachten; e. structureel ontduiken van arbeids- of sociale verzekeringswetgeving door de arbeidsrelatie niet formeel vast te leggen; f. structureel gebruik maken van arbeid die onder dwang wordt verricht; g. structureel gebruik maken van arbeid verricht door kinderen onder de vijftien jaar oud, tenzij het licht en veilig werk betreft dat geen belemmering vormt voor het volgen van onderwijs voor kinderen die minimaal twaalf jaar oud zijn; h. veroorzaken van ernstige schade aan het milieu of frequent en ernstig de milieuwetgeving overtreden; i. frequent en ernstig overtreden van de sociale wetgeving, andere relevante wetgeving, gedragscodes of conventies; j. structureel het recht van werknemers schenden om een vakvereniging op te richten of zich hierbij aan te sluiten of om collectieve onderhandelingen te voeren; k. structureel van arbeidskrachten eisen dat ze meer dan 48 uur per week of meer dan zes dagen per week werken of het (incidentele) overwerk niet extra belonen. Overheden worden van belegging door Greenpeace Nederland uitgesloten indien zij verantwoordelijk zijn voor een of meer van de volgende ernstige schendingen van het internationaal recht: a. b. c. d.
marteling genocide of volkerenmoord misdrijven tegen de menselijkheid oorlogsmisdaden
Tevens worden overheden uitgesloten die niet actief bijdragen aan bescherming van het milieu door slecht te scoren op gerenommeerde milieu-indices.
15 september 2008