Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Onderwijs- en Examenregelingen 2011-2012 Regels en Richtlijnen Overige regelingen Studentenstatuut
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Colofon De CD-rom met de onderwijs- en examenregelingen is gepubliceerd door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Gedrukte ex.: CD-ROM:
170 2000
Redactie:
Jannie Berg Ineke Molenkamp Kees Praagman
Opmaak en druk:
Ipskamp, Enschede
Uitgave:
Augustus 2011
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
11
Paragraaf 1. Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Artikel 1.4 Artikel 1.5 Artikel 1.6
Algemene bepalingen Toepasselijkheid van de regeling Begripsbepalingen. Doel van de opleidingen Rechtstreeks aansluitende masteropleidingen Vorm van de opleidingen Iudicium abeundi
11 11 12 14 14 15 15
Paragraaf 2. Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3 Artikel 2.4
Opbouw van de opleidingen Indeling en examens van de opleidingen Studielast Minoren en Algemeen Vormende Vakken Taal van de opleidingen
17 17 17 17 18
Paragraaf 3. Artikel 3.1 Artikel 3.2
De propedeutische fase van de opleidingen Samenstelling van de propedeuse van de opleidingen Praktische oefeningen propedeuse
19 19 19
Paragraaf 4. Artikel 4.1 Artikel 4.2 Artikel 4.3
De postpropedeutische fase van de opleidingen Samenstelling van de postpropedeuse van de opleidingen Praktische oefeningen postpropedeuse Keuzeruimte in de postpropedeutische fase
20 20 20 20
Paragraaf 5. Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3 Artikel 5.4
21 21 22 23
Artikel 5.8 Artikel 5.9
Toelating tot de postpropedeutische fase van de opleidingen Toelating tot de postpropedeuse Accountancy en Controlling Toelating tot de postpropedeuse Bedrijfseconomie Toelating tot de postpropedeuse Bedrijfskunde Toelating tot de postpropedeuse Econometrics and Operations Research Toelating tot de postpropedeuse Economics and Business Economics Toelating tot de postpropedeuse Fiscale Economie Toelating tot de postpropedeuse International Business and Management Toelating tot de postpropedeuse Technologiemanagement Voorwaardelijke toelating tot de postpropedeutische fase
Paragraaf 6. Artikel 6.1
Overige programma’s Schakelprogramma’s
30 30
Artikel 5.5 Artikel 5.6 Artikel 5.7
24 24 26 27 28 29
3
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 6.2 Artikel 6.3
‘Honours’ traject Minor Ondernemerschap
30 31
Paragraaf 7. Artikel 7.1 Artikel 7.2 Artikel 7.3 Artikel 7.4 Artikel 7.5 Artikel 7.6 Artikel 7.7 Artikel 7.8 Artikel 7.9 Artikel 7.10 Artikel 7.11 Artikel 7.12 Artikel 7.13 Artikel 7.14 Artikel 7.15
Tentamens en examens van de opleidingen Algemeen Verplichte volgorde van tentamens Tijdvakken en frequentie van de tentamens Vorm van de tentamens Mondelinge tentamens Beoordeling Vaststelling en bekendmaking van de tentamenuitslag Geldigheidsduur Inzagerecht Vrijstelling Examen Judicium Graad Examinator Toetsplan
32 32 32 33 33 33 34 34 35 35 35 35 36 36 37 37
Paragraaf 8. Artikel 8.1 Artikel 8.2 Artikel 8.3 Artikel 8.4 Artikel 8.5 Artikel 8.6 Artikel 8.7
Toelating tot de opleidingen en programma’s Toelating tot de opleidingen Deficiënties Gelijkwaardige vooropleiding Taaleis bij buitenlandse diploma’s Universitair toelatingsexamen (colloquium doctum) Toelating tot de schakelprogramma’s Toelating tot de minor Ondernemerschap
38 38 39 39 39 39 40 41
Paragraaf 9. Artikel 9.1 Artikel 9.2 Artikel 9.3 Artikel 9.4 Artikel 9.5 Artikel 9.6 Artikel 9.7 Artikel 9.8
Studiebegeleiding Studievoortgangsadministratie Studiebegeleiding Studieadvies propedeuse Toepasselijkheid negatief studieadvies Prodecure uitreiking studieadvies Afwijkingen van de regels voor het uitreiken van een studieadvies Persoonlijke omstandigheden Beroep
42 42 42 42 43 43 44 44 45
Paragraaf 10. Artikel 10.1 Artikel 10.2 Artikel 10.3
Overgangs- en slotbepalingen Wijzigingen Bekendmaking Inwerkingtreding
46 46 46 46
Bijlage 1. Bijlage 1.1 Bijlage 1.2 Bijlage 1.3 Bijlage 1.4
Doel van de opleidingen BSc Accountancy en Controlling BSc Bedrijfseconomie BSc Bedrijfskunde Econometrics and Operations Research
47 47 49 53 55
4
Bijlage 1.5 Bijlage 1.6 Bijlage 1.7 Bijlage 1.8
BSc Economics and Business Economics BSc Fiscale Economie BSc International Business and Management BSc Technologiemanagement
57 60 63 65
Bijlage 2. Bijlage 2.1 Bijlage 2.2 Bijlage 2.3 Bijlage 2.4 Bijlage 2.5 Bijlage 2.6 Bijlage 2.7 Bijlage 2.8
Propedeutische fase van de opleidingen Propedeuse BSc Accountancy en Controlling Propedeuse BSc Bedrijfseconomie Propedeuse BSc Bedrijfskunde Propedeuse BSc Econometrics and Operations Research Propedeuse BSc Economics and Business Economics Propedeuse BSc Fiscale Economie Propedeuse BSc International Business and Management Propedeuse BSc Technologiemanagement
68 68 68 69 69 70 70 71 71
Bijlage 3.
Praktische oefeningen propedeuse
73
Bijlage 4. Bijlage 4.1 Bijlage 4.2 Bijlage 4.3 Bijlage 4.4 Bijlage 4.5 Bijlage 4.6 Bijlage 4.7
74 74 75 76 78 79 81
Bijlage 4.8 Bijlage 4.9
Postpropedeutische fase van de opleidingen Postpropedeuse BSc Accountancy en Controlling Postpropedeuse BSc Bedrijfseconomie Postpropedeuse BSc Bedrijfskunde Postpropedeuse BSc Econometrics and Operations Research Postpropedeuse BSc Economics and Business Economics Postpropedeuse BSc Fiscale Economie Tweede fase Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) Postpropedeuse BSc International Business and Management Postpropedeuse BSc Technologiemanagement
Bijlage 5.
Praktische oefeningen postpropedeuse
88
Bijlage 6. Bijlage 6.1
Schakelprogramma’s Pre-Masterprogramma A&C, voorbereidend op MSc Accountancy en Controlling Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Change Management Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Organizational and Management Control Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Small Business and Entrepreneurship Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA – Strategic Innovation Management Pre-Masterprogramma Finance, voorbereidend op MSc Finance Pre-Masterprogramma Human Resource Management, voorbereidend op MSc Human Resource Management Pre-Masterprogramma International Business & Management, voorbereidend op MSc International Business and Management
89
Bijlage 6.2 Bijlage 6.3 Bijlage 6.4 Bijlage 6.5 Bijlage 6.6 Bijlage 6.7 Bijlage 6.8
82 83 84
89 89 90 90 91 91 92 92
5
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 6.9 Bijlage 6.10 Bijlage 6.11 Bijlage 6.12 Bijlage 6.13
Pre-master Programme International Economics & Business voorbereidend op MSc International Economics and Business Pre-Masterprogramma Marketing, voorbereidend op MSc Marketing Pre-Masterprogramma Supply Chain Management, voorbereidend op MSc Supply Chain Management Pre-Master Programma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management (Nederlandstalig) Pre-Masterprogramma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management/TM (Engels)
93 93 94 94 95
Bijlage 7.
Minor Ondernemerschap
96
Bijlage 8.
Geaccepteerde HBO diploma’s Pre-MSc-programma’s
97
Bijlage 9. Bijlage 9.1 Bijlage 9.2 Bijlage 9.3 Bijlage 9.4 Bijlage 9.5 Bijlage 9.6 Bijlage 9.7 Bijlage 9.8
Substitutieregelingen Substitutieregelingen BSc Accountancy en Controlling Substitutieregelingen BSc Bedrijfseconomie Substitutieregelingen BSc Bedrijfskunde Substitutieregelingen BSc Econometrics and Operations Research Substitutieregelingen BSc Economics and Business Economics Substitutieregelingen BSc Fiscale Economie Substitutieregelingen BSc International Business and Management Substitutieregelingen BSc Technologiemanagement
98 98 98 99 100 100 101 101 102
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
104
Paragraaf 1. Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Artikel 1.4 Artikel 1.5
Algemene Bepalingen Toepasselijkheid van de regeling Begripsbepalingen. Doel van de opleidingen Vorm van de opleidingen Iudicium abeundi
104 104 105 106 107 107
Paragraaf 2. Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3
Opbouw van de opleidingen Studielast Trajecten en profielen Taal van de opleidingen
109 109 109 110
Paragraaf 3. Artikel 3.1 Artikel 3.2
Inhoud van de opleidingen Samenstelling van de opleidingen Praktische oefeningen
111 111 111
Paragraaf 4. Artikel 4.1 Artikel 4.2 Artikel 4.3 Artikel 4.4 Artikel 4.5
Tentamens en examens van de opleidingen Algemeen Verplichte volgorde van tentamens Samenwerking met Uppsala Tijdvakken en frequentie tentamens Vorm van de tentamens
112 112 112 112 112 113
6
Artikel 4.6 Artikel 4.7 Artikel 4.8 Artikel 4.9 Artikel 4.10 Artikel 4.11 Artikel 4.12 Artikel 4.13 Artikel 4.14 Artikel 4.15 Artikel 4.16
Mondelinge tentamens Beoordeling Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag Geldigheidsduur Inzagerecht Vrijstelling Examen Judicium Graad Examinator Toetsplan
113 113 114 114 115 115 116 116 117 117 118
Paragraaf 5. Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3 Artikel 5.4 Artikel 5.5 Artikel 5.6 Artikel 5.7
Toelating tot de opleidingen en programma’s Vooropleiding Toelating tot de opleidingen Verplichte voorkennis uit de vooropleiding Toelatingscommissies Toelatingsonderzoek: criteria Toelatingsonderzoek: tijdstippen Voorlopige toelating van studenten van de Rijksuniversiteit Groningen
119 119 126 127 127 127 128
Paragraaf 6. Artikel 6.1 Artikel 6.2 Artikel 6.3
Studiebegeleiding Studievoortgangsadministratie Studiebegeleiding Studieadvies Research Master
131 131 131 131
Paragraaf 7. Artikel 7.1 Artikel 7.2 Artikel 7.3 Artikel 7.4
Overgangs- en slotbepalingen Overgangsbepalingen rond toelating tot de masteropleidingen Wijziging Bekendmaking Inwerkingtreding
132 132 132 132 132
Bijlage 1. Bijlage 1.1 Bijlage 1.2 Bijlage 1.3 Bijlage 1.4 Bijlage 1.5 Bijlage 1.6 Bijlage 1.7 Bijlage 1.8 Bijlage 1.9 Bijlage 1.10 Bijlage 1.11 Bijlage 1.12
Doel van de opleidingen MSc Accountancy en Controlling MSc Business Administration MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies MSc Economics MSc Fiscale Economie MSc Human Resource Management MSc International Business and Management MSc International Economics and Business MSc Technology Management MSc Economics and Business Executive Master of Accountancy Executive Master of Finance and Control
133 133 136 138 140 142 146 147 149 151 153 155 156
Bijlage 2.
Programma’s MSc Accountancy en Controlling
158
128
7
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 2.1 Bijlage 2.2
MSc Accountancy en Controlling, traject Accountancy MSc Accountancy en Controlling, traject Controlling
158 159
Bijlage 3. Bijlage 3.1 Bijlage 3.2 Bijlage 3.3 Bijlage 3.4 Bijlage 3.5 Bijlage 3.6 Bijlage 3.7 Bijlage 3.8
Programma’s MSc Business Administration MSc Business Administration, traject Business & ICT MSc Business Administration, traject Business Development MSc Business Administration, traject Change Management MSc Business Administration, traject Finance MSc Business Administration, traject General Management MSc Business Administration, traject Marketing MSc Business Administration, traject Operations & Supply Chains MSc Business Administration, traject Organizational & Management Control MSc Business Administration, traject Small Business & Entrepreneurship MSc Business Administration, traject Strategy & Innovation
160 160 161 162 163 163 164 165
Bijlage 3.9 Bijlage 3.10 Bijlage 4.
167 168 169
Programma’s MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies
170
Bijlage 5.
Programma MSc Economics
172
Bijlage 6.
Programma MSc Fiscale Economie
173
Bijlage 7.
Programma MSc Human Resource Management
174
Bijlage 8. Bijlage 8.1 Bijlage 8.2
Programma’s MSc International Business and Management MSc IB&M, traject International Business & Management MSc IB&M, traject International Financial Management
175 175 175
Bijlage 9.
Programma MSc International Economics and Business
177
Bijlage 10.
Programma MSc Technology Management
178
Bijlage 11. Bijlage 11.1 Bijlage 11.2
Programma’s MSc Economics and Business (Research Master) MSc E&B (Research Master), traject Economics & Econometrics MSc E&B (Research Master), traject Human Resource Management and Organizational Behaviour MSc E&B (Research Master), traject Innovation & Organization MSc E&B (Research Master), traject International Economics & Business MSc E&B (Research Master), traject Marketing MSc E&B (Research Master), traject Operations Management and Operations Research
180 180
Bijlage 12.
Programma Executive Master of Accountancy
184
Bijlage 13.
Programma Executive Master of Finance and Control
186
Bijlage 14.
Praktische oefeningen
188
Bijlage 11.3 Bijlage 11.4 Bijlage 11.5 Bijlage 11.6
8
180 181 182 182 183
Bijlage 15.
Verplichte voorkennis
189
Bijlage 16.
Programma MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
190
Bijlage 17.
OER 2-jarige Lerarenopleiding UOCG
191
Bijlage 18.
OER 1-jarige lerarenopleiding UOCG
198
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
205
Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20
205 205 206 206 206 206 207 207 207 209 210 210 211 211 211 212 212 212 212 213
Toepassingsgebied Begripsomschrijving Dagelijkse gang van zaken Examencommissie Het afnemen van tentamens Mondeling tentamen Vaststelling uitslag tentamen Inschrijving voor onderdelen Inschrijving voor en deelname aan tentamens De orde tijdens een schriftelijk tentamen Fraude Vragen en antwoorden Cum laude en summa cum laude Beoordeling Uitslagen tentamens en nabesprekingen Nadere regeling goedkeuring bachelorprogramma Nadere regeling goedkeuring masterprogramma Getuigschrift, diplomasupplement en verklaring Wijziging regels en richtlijnen Beroepregeling Inwerkingtreding
Regeling waardering opdrachten
214
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
216
Paragraaf 1.
Inleiding
216
Paragraaf 2.
Toelating
216
Paragraaf 3.
Aanmeldingsprocedure
216
Paragraaf 4.
Onderwerp
216
Paragraaf 5.
Vorm en vormgeving
217
Paragraaf 6.
Eindtermen
217
Paragraaf 7.
Begeleiding
217
9
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 8. Artikel 8.1 Artikel 8.2
Beoordelingsprocedure Het bachelorafstudeerwerkstuk Het masterafstudeerwerkstuk
218 218 218
Paragraaf 9. Artikel 9.1 Artikel 9.2
Beoordelingsaspecten Bachelorafstudeerwerkstuk Masterafstudeerwerkstuk
219 219 219
Paragraaf 10.
Betrokkenheid externe partijen bij het onderzoek
220
Paragraaf 11.
Administratieve verwerking en archivering
220
Paragraaf 12.
Openbaarheid
221
Paragraaf 13.
Geschillen
221
Paragraaf 14.
Slotbepalingen
221
Regeling overlappende tentamens
222
Paragraaf 1.
Inleiding
222
Paragraaf 2.
Criteria voor toekenning individuele regeling
222
Paragraaf 3.
De individuele regeling
223
Paragraaf 4.
Eerste aanspreekpunt en verdere procedure
223
Studentenstatuut
10
224
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1
Toepasselijkheid van de regeling
1. Deze Onderwijs- en examenregeling (OER) is van toepassing op het onderwijs, de tentamens en de examens van de navolgende bacheloropleidingen: a) Accountancy en Controlling (A&C) b) Bedrijfseconomie (BE) c) Bedrijfskunde (Bdk), inclusief het Engelstalige profiel Business Administration - International Business and Management (IB&M) 1 d) Econometrics and Operations Research (EOR) e) Economics and Business Economics (E&BE) f) Fiscale Economie (FE) g) Technologiemanagement (TM) hierna te noemen: de opleidingen, en op de navolgende pre-master- of schakelprogramma’s: a) A&C voor HBO-BE b) Pre-MSc BA Change Management (CM) c) Pre-MSc BA General Management (GM) d) Pre-MSc BA Organizational and Management Control (O&MC) e) Pre-MSc BA Small Business and Entrepreneurship (SB&E) f) Pre-MSc BA Strategic Innovation Management (SIM) g) Pre-MSc Finance h) Pre-MSc Human Resource Management (HRM) i) Pre-MSc International Business and Management (IB&M) j) Pre-MSc International Economics and Business (IE&B) k) Pre-MSc Marketing l) Pre-MSc Supply Chain Management (SCM) m) Pre-MSc Technologiemanagement (Nederlandstalig) n) Pre-MSc Technology Management (Engelstalig) hierna te noemen: de schakelprogramma’s, en op alle studenten die voor een van de opleidingen of schakelprogramma’s staan ingeschreven. 2. De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit.
1
In deze regeling wordt dit profiel verder aangeduid als de bacheloropleiding International Business and Management (IB&M).
11
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
3. Deze OER is ook van toepassing op studenten van andere faculteiten of onderwijsinstellingen, voor zover ze onderdelen van een van de opleidingen of de door de faculteit aangeboden minor Ondernemerschap volgen. 4. Voor de onderdelen die studenten van deze opleidingen volgen bij andere faculteiten of onderwijsinstellingen geldt de OER van de desbetreffende opleiding, faculteit of instelling en is de desbetreffende examencommissie bevoegd. 5. Het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) wordt verzorgd door de faculteit in samenwerking met het Department of Economics van Fudan University in Shanghai. Voor het programma en de toekenning van de bijbehorende diploma’s zijn de faculteit en het Department of Economics van Fudan University in Shanghai gezamenlijk verantwoordelijk. Voor de onderdelen uit de eerste fase van dit programma die studenten volgen bij het Department of Economics van Fudan University gelden de onderwijs- en examenregelingen van die instelling. De onderdelen van de tweede fase van dit programma die studenten volgen aan de faculteit worden gespecificeerd in bijlage 4.7. Hierop zijn de Onderwijs- en Examenregelingen van de faculteit van toepassing. Artikel 1.2
Begripsbepalingen.
In deze regeling wordt verstaan onder: a) de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW); b) student:2 degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van een van de opleidingen; c) opleiding: een van de bacheloropleidingen genoemd in artikel 1.1 van deze regeling; d) studiepunt: eenheid waarin de studielast van de onderwijsonderdelen wordt uitgedrukt, waarbij één studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; e) ECTS-credit internationale eenheid voor het uitdrukken van de (EC): studielast, waarbij één ECTS-credit (EC), volgens het European Credit Transfer System, gelijk staat aan één studiepunt, oftewel 28 uur studeren; f) onderdeel onderwijseenheid van de opleiding, als bedoeld in art. 7.3 van de wet; g) vak: onderwijseenheid als bedoeld in art. 7.3 van de wet
2
12
In deze regeling wordt gemakshalve uitsluitend de verwijzing ‘hij’ gebruikt.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
h)
practicum:
i)
propedeuse:
j)
postpropedeuse:
k)
studieadvies
l)
bindend studieadvies (BSA):
m)
tentamen:
n)
deeltentamen:
o)
examen:
p)
examinator:
q)
profiel:
r)
specialization course:
s)
studiejaar
t)
semester:
een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: – het maken van een scriptie; – het maken van een werkstuk of een proefontwerp; – het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; – het deelnemen aan veldwerk of een excursie; – het doorlopen van een stage; of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; de propedeutische fase van de bacheloropleiding, als bedoeld in artikel 7.8 van de wet; het gedeelte van de bacheloropleiding dat volgt op de propedeutische fase; advies over de voortzetting van de opleiding, als bedoeld in art. 7.8b van de wet; negatief studieadvies dat de student gedurende twee opeenvolgende jaren uitsluit van inschrijving voor de betreffende opleiding; onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het examen; een gedeelte van een tentamen dat op een afwijkende plaats en tijd wordt afgenomen; het afsluitend propedeutisch of bachelorexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele propedeuse c.q. de gehele bacheloropleiding is voldaan; degene die door de examencommissie is aangewezen om tentamens en examens af te nemen; een specifieke invulling van het programma van een opleiding; onderdeel bedoeld ter voorbereiding op een traject (specialization) of profiel in de aansluitende masteropleiding; het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. Een semester kan worden verdeeld in twee blokken;
13
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
u)
Ocasys
internetdatabase (http://www.rug.nl/ocasys/feb) waarin de programma’s van de opleidingen en de inhoud van de onderdelen van de opleidingen nader worden omschreven. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3
Doel van de opleidingen
1. Het doel van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling staat vermeld in bijlage 1.1. 2. Het doel van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie staat vermeld in bijlage 1.2. 3. Het doel van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staat vermeld in bijlage 1.3. 4. Het doel van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research staat vermeld in bijlage 1.4. 5. Het doel van de bacheloropleiding Economics and Business Economics staat vermeld in bijlage 1.5. 6. Het doel van de bacheloropleiding Fiscale Economie staat vermeld in bijlage 1.6. 7. Het doel van de bacheloropleiding International Business and Management staat vermeld in bijlage 1.7. 8. Het doel van de bacheloropleiding Technologiemanagement staat vermeld in bijlage 1.8. Artikel 1.4
Rechtstreeks aansluitende masteropleidingen
1. Het bachelordiploma Accountancy en Controlling geeft rechtstreeks toegang tot3 de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Accountancy en Controlling b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 2. Het bachelordiploma Bedrijfseconomie geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door faculteit: a) Business Administration b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 3. Het bachelordiploma Bedrijfskunde geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Business Administration b) Human Resource Management c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 4. Het bachelordiploma Econometrics and Operations Research geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
3
14
Per 1 september 2012 verandert het aanbod aan masteropleidingen van FEB. Daarmee veranderen ook de aansluitmogelijkheden vanuit de bacheloropleidingen.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
5. Het bachelordiploma Economics and Business Economics – profiel Economics geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Economics b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 6. Het bachelordiploma Economics and Business Economics - profiel International Economics and Business geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) International Economics and Business b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 7. Het bachelordiploma Fiscale Economie geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Fiscale Economie b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 8. Het bachelordiploma International Business and Management geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) International Business and Management b) Business Administration c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 9. Het bachelordiploma Technologiemanagement geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleiding aangeboden door de faculteit: a) Technology Management b) Business Administration c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Artikel 1.5
Vorm van de opleidingen
De opleidingen worden voltijds verzorgd. Artikel 1.6
Iudicium abeundi
1. In geval van ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen van een student kan het College van Bestuur in bijzondere gevallen na advies van de Examencommissie of van het faculteitsbestuur de inschrijving van een student beëindigen. 2. Het College van Bestuur neemt een beslissing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel eerst nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat de student door zijn/haar gedragingen en/of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem/haar gevolgde studie opleidt, danwel voor de praktische voorbereiding op die beroepsopleiding. Het faculteitsbestuur, de Examencommissie en het College van Bestuur nemen daarbij het Protocol Iudicium Abeundi in acht zoals dit door
15
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra op 1 november 2010 is vast gesteld.
16
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen Artikel 2.1
Indeling en examens van de opleidingen
1. In de opleidingen kunnen de volgende examens worden afgelegd: a) het propedeutisch examen. b) het afsluitend bachelorexamen 2. De opleidingen zijn opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase. Artikel 2.2
Studielast
1. De opleidingen hebben een studielast van 180 EC. 2. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC. 3. Het studieprogramma van studenten die twee bacheloropleidingen dan wel twee profielen binnen een bacheloropleiding volgen, mag maximaal 40 EC aan overlappende postpropedeutische onderdelen (inclusief het afstudeerwerkstuk) bevatten. 4. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s4. Artikel 2.3
Minoren en Algemeen Vormende Vakken
1. Studenten die op 1 september 2008 of later gestart zijn met hun studie zijn verplicht in het derde jaar van hun studie een minor van 30 EC te volgen. Zij dienen daartoe te kiezen voor een van de volgende minoren: a) universitaire minor b) facultaire minor c) buitenlandminor Het is niet toegestaan delen van minoren met elkaar te combineren. 2. Universitaire minoren bestaan uit een samenhangend pakket aan vakken buiten het eigen vakgebied. Voor het volgen van een universitaire minor kan een keus gemaakt worden uit het jaarlijks door het College van Decanen vast te stellen aanbod aan universitaire minoren, zoals dat gepubliceerd wordt in de internetdatabase Ocasys. Minoren die worden aangeboden door de faculteit Economie en Bedrijfskunde zijn uitgesloten van deelname door studenten van de faculteit. Ook andere universitaire minoren die een substantiële overlap hebben met het eigen studieprogramma kunnen niet als minor gekozen worden, zulks ter beoordeling van de examencommissie.
4
Studiepunten van vakken uit de ‘doctoraalopleidingen‘ die in het kader van de overgangsregeling worden omgezet naar EC mogen echter met één decimaal achter de komma worden geregistreerd.
17
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
3. Facultaire minoren bestaan uit een door de faculteit vast te stellen samenhangend vakkenpakket dat gericht is op verdieping van de kennis van (een deel van) het eigen vakgebied. Taalcursussen kunnen geen deel uitmaken van een facultaire minor. 4. Een buitenlandminor kan worden ingevuld door het volgen van in totaal 30 EC aan vakken aan een buitenlandse universiteit. Het dient daarbij te gaan om postpropedeutische vakken die geen overlap vertonen met het eigen studieprogramma. Een buitenlandminor mag voor niet meer dan 5 EC uit een of meer taalvakken bestaan, met dien verstande dat alleen taalvakken gekozen kunnen worden die annex zijn aan de taal van het gastland. Een buitenlandminor dient vooraf te worden goedgekeurd door de Examencommissie, rekening houdend met eventuele programmaspecifieke eisen zoals vermeld in Bijlage 4. 5. Studenten van de opleiding ‘Economics and Business Economics - profiel Economics’ kunnen uitsluitend kiezen voor een facultaire minor of een buitenlandminor. 6. Studenten van de opleidingen ‘Economics and Business Economics - profiel International Economics & Business’ en ‘International Business and Management’ zijn verplicht een buitenlandminor te volgen. 7. De verplichting als bedoeld in lid 1 van dit artikel geldt niet voor studenten van de bacheloropleidingen ‘Accountancy en Controlling’, ‘Econometrics and Operations Research’, ‘Fiscale Economie’ en ‘Technologiemanagement’. Studenten van de opleiding ‘Econometrics and Operations Research’ kunnen echter één semester van hun opleiding vervangen door studie in het buitenland. 8. In weerwil van het bepaalde in lid 1-4 van dit artikel kan de Examencommissie besluiten andere dan de voorgeschreven vakken te accepteren als onderdeel van een minor. 9. Studenten die vóór 1 september 2008 zijn begonnen met hun studie en nog niet hebben voldaan aan de verplichting een Algemeen Vormend Vak te volgen, kunnen in plaats daarvan een postpropedeutisch 5 EC-vak volgen van een andere faculteit, voor zover goedgekeurd door de Examencommissie. Artikel 2.4
Taal van de opleidingen
1. Het onderwijs, de tentamens en examens van de opleidingen ‘Accountancy en Controlling’, ‘Bedrijfseconomie’, ‘Bedrijfskunde’, ‘Fiscale Economie’ en ‘Technologiemanagement’ worden in beginsel in het Nederlands aangeboden. Afwijkingen van deze regel worden in Ocasys aangegeven. 2. In de opleidingen ‘Econometrics and Operations Research’, ‘Economics and Business Economics’ en ‘International Business and Management’ wordt het onderwijs in het Engels gegeven en worden ook de tentamens en examens afgenomen in het Engels. 3. Studenten die aansluitend aan hun Nederlandstalige bacheloropleiding een Engelstalige masteropleiding van de FEB gaan volgen, wordt de mogelijkheid geboden tijdens de bachelorfase een keuzevak Engels van 5 EC te volgen, indien het reguliere programma daar niet in voorziet.
18
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Paragraaf 3. De propedeutische fase van de opleidingen Artikel 3.1
Samenstelling van de propedeuse van de opleidingen
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling staan vermeld in bijlage 2.1. 2. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie staan vermeld in bijlage 2.2. 3. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staan vermeld in bijlage 2.3. 4. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research staan vermeld in bijlage 2.4. 5. De onderdelen van de propedeuse van de opleiding Economics and Business Economics staan vermeld in bijlage 2.5. 6. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie staan vermeld in bijlage 2.6. 7. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management staan vermeld in bijlage 2.7. 8. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement staan vermeld in bijlage 2.8. In de internetdatabase Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de onderscheiden opleidingen nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst en daar waar relevant verplicht is om aan het betreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Artikel 3.2
Praktische oefeningen propedeuse
De propedeutische onderdelen waaraan een praktische oefening is verbonden die voorwaarde is voor toelating tot het tentamen staan vermeld in bijlage 3.
19
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 4. De postpropedeutische fase van de opleidingen Artikel 4.1
Samenstelling van de postpropedeuse van de opleidingen
1. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling staan vermeld in bijlage 4.1. 2. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie staan vermeld in bijlage 4.2. 3. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staan vermeld in bijlage 4.3. 4. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research staan vermeld in bijlage 4.4. 5. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics staan vermeld in bijlage 4.5. 6. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie staan vermeld in bijlage 4.6. 7. De onderdelen van de tweede fase van het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) staan vermeld in bijlage 4.7. 8. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management staan vermeld in bijlage 4.8. 9. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement staan vermeld in bijlage 4.9. In de internetdatabase Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de onderscheiden opleidingen nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst en daar waar relevant verplicht is om aan het betreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Artikel 4.2
Praktische oefeningen postpropedeuse
De postpropedeutische onderdelen waaraan een praktische oefening is verbonden die voorwaarde is voor toelating tot het tentamen staan vermeld in bijlage 5. Artikel 4.3
Keuzeruimte in de postpropedeutische fase
1. Vrije keuzeruimte in de postpropedeutische programma’s van de opleidingen genoemd in artikel 4.1 kan alleen worden ingevuld met postpropedeutische onderdelen van een opleiding tot een Bachelor of Science, tenzij de Examencommissie op verzoek van de student anders beslist. 2. De vrije keuzeruimte mag niet worden ingevuld met onderdelen waarvoor vrijstelling is verkregen.5
5
20
Toelichting: wel mogen eventueel elders behaalde vakken worden opgevoerd.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Paragraaf 5. Toelating tot de postpropedeutische fase van de opleidingen Artikel 5.1
Toelating tot de postpropedeuse Accountancy en Controlling
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling worden studenten met een afgeronde propedeuse Accountancy en Controlling. 2. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Bedrijfseconomie b) Economie en Management c) Fiscale Economie d) Bedrijfskunde e) International Business and Management Studenten met een propedeuse Bedrijfskunde of International Business and Management volgen in het eerste postpropedeutische jaar het aangepaste programma zoals vermeld in bijlage 4.1. 3. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling worden studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Economics and Business Economics b) Economics c) International Economics and Business Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05) b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05) c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05) d) Organisatieontwerp (5 EC, EBP814B05) 4. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04) b) Organisatiekunde (5 EC, EBP619B05) Studenten met een propedeuse Technologiemanagement volgen in het eerste postpropedeutische jaar het aangepaste programma zoals vermeld in bijlage 4.1.
21
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 5.2
Toelating tot de postpropedeuse Bedrijfseconomie
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie worden studenten met een afgeronde propedeuse Bedrijfseconomie. 2. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie worden ook studenten met een een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Accountancy en Controlling b) Economie en Management 3. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie worden studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05) b) Marketing I BE/FE/A&C (5 EC, EBP816A05) c) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05) d) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05) e) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) 4. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Economics and Business Economics b) Economics c) International Economics and Business. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05) b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05) c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Engels BE (5 EC, EBB021A05) 5. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra het vak Internationale Economie I BE/A&C (5 EC, EBP811A05) met succes is afgerond. 6. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management. 22
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05) b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05) c) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05) d) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05) e) Internationale Economie I BE/A&C (5 EC, EBP811A05) f) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) en Engels BE (5 EC, EBB021A05) Artikel 5.3
Toelating tot de postpropedeuse Bedrijfskunde
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde worden studenten met een afgeronde propedeuse Bedrijfskunde. 2. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde worden studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Accountancy en Controlling b) Bedrijfseconomie c) Economie en Management d) Fiscale Economie Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05) b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05) c) Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde ( 5 EC, EBP616A05) d) Onderzoeksmethoden II (4 EC, EBP625A04) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Marketing Bedrijfskunde (5 EC, EBB639A05) en Operations Management (5 EC, EBB644A05) 3. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Economics and Business Economics b) Economics c) International Economics and Business Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Fundamenten van Operations (5 EC, EBP611B05) b) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05) c) Informatiesystemen (5 Ec, EBP669B05) d) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04)
23
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Marketing Bedrijfskunde (5 EC, EBB639A05) 4. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Fundamenten van Operations (5 EC, EBP611B05) b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05) c) Onderzoeksmethoden II (4 EC, EBP625A04) 5. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04) b) Organisatie en managementtheorie (5 EC, EBP626B05) Studenten met een propedeuse Technologiemanagement zonder het keuzevak Inleiding informatietechnologie (5 EC, EBP609A05) dienen alvorens definitief te kunnen worden toegelaten tevens met succes tentamen af te leggen in: c) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05) Artikel 5.4
Toelating tot de postpropedeuse Econometrics and Operations Research
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research worden studenten met een afgeronde propedeuse Econometrics and Operations Research. 2. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Econometrics. Artikel 5.5
Toelating tot de postpropedeuse Economics and Business Economics
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics (profielen Economics en IE&B) worden studenten met een afgeronde propedeuse Economics and Business Economics. 2. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics (profielen Economics en IE&B) worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen:
24
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
3.
4.
5.
6.
a) Economics b) International Economics and Business, Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics (profielen Economics en IE&B) worden studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) English for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05) b) Research Methods I for E&BE (6EC, EBP006B06) Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics (profielen Economics en IE&B) worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Accountancy en Controlling b) Bedrijfseconomie c) Economie en Management Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) English for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05) b) Research Methods I for E&BE (6EC, EBP006B06). Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics (profielen Economics en IE&B) worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) English I for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05) b) International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05) c) Research Methods I for E&BE (6 EC, EBP006B06). Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics (profiel IE&B) worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Bedrijfskunde b) International Business and Management Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond:
25
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
a) b) c) d)
International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05) Macroeconomics I for E&BE (5 EC, EBP812A05) Mathematics I for E&BE (6 EC, EBP817A06) Microeconomics I for E&BE (5 EC, EBP819A05)
Artikel 5.6
Toelating tot de postpropedeuse Fiscale Economie
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie worden studenten met een afgeronde propedeuse Fiscale Economie. 2. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie worden studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Accountancy en Controlling b) Bedrijfseconomie c) Economie en Management Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra het vak Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) met succes is afgerond. 3. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Bedrijfskunde b) International Business and Management Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05) c) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05) d) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05) e) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) 4. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Economics and Business Economics b) Economics c) International Economics and Business Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond:
26
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
a) b) c) d)
Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05)
Artikel 5.7
Toelating tot de postpropedeuse International Business and Management
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management worden studenten met een afgeronde propedeuse International Business and Management. 2. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding International Business and Managment worden studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen: a) Accountancy en Controlling b) Bedrijfseconomie c) Economie en Management Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) International Management II (5 EC, EBP654B05) d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak International Economics and Trade (5 EC, EBB626A05) 3. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) History of Management (5 EC, EBP651A05) d) International Marketing (5 EC, EBP661B05) e) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Information Systems Management (EBB632A05) en Research Methods II for IB&M (EBB633A05) 4. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding International Business worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van een van de navolgende bacheloropleidingen:
27
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
a) Economics and Business Economics b) Economics c) International Economics and Business Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) History of Management (5 EC, EBP651A05) b) International Management I (5 EC, EBP670B05) c) International Management II (5 EC, EBP654B05) d) International Business Law I (5 EC, EBP656A05) 5. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) International Management II (5 EC, EBP654B05) d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Financial Management for IB&M (5 EC, EBB631A05) 6. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding International Business and Management worden ook studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagment Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) History of Management (5 EC, EBP651A05) d) International Marketing (5 EC, EBP661B05) e) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) f) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Information Systems Management (EBB632A05) en Research Methods II for IB&M (EBB633A05 Artikel 5.8
Toelating tot de postpropedeuse Technologiemanagement
1. Rechtstreeks toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement worden studenten met een afgeronde propedeuse Technologiemanagement.
28
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
2. Voorwaardelijk toegelaten tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement worden studenten met een afgeronde propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde. Deze toelating is maximaal één jaar geldig en betreft alleen de onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar. De voorwaardelijke toelating wordt omgezet in een definitieve toelating, zodra de volgende vakken met succes zijn afgerond: a) Wiskunde I voor TM (5 EC, WIW1TM-03) b) Algoritmiek (5 EC, INALGTBK09) c) Het inleidende vak van de te kiezen specialisatie: – Inleiding discrete technologie (5 EC, EBP608A05) of – Inleiding procestechnologie (5 EC, CHTIPT05E) of – Inleiding informatietechnologie (5 EC, EBP609A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Bedrijfsrecht (5 EC, EBB607A05). Artikel 5.9
Voorwaardelijke toelating tot de postpropedeutische fase
1. Studenten die voor het tweede jaar zijn ingeschreven voor de opleiding en het propedeutisch examen nog niet hebben behaald, kunnen voorwaardelijk worden toegelaten tot de postpropedeutische fase, als zij voldoen aan de eis dat minimaal 40 EC aan studiepunten (inclusief eventuele vrijstellingen) van het propedeutisch programma is behaald. 2. Bij de bepaling van het aantal behaalde studiepunten tellen resultaten van onderdelen van tentamens (toetsen, deeltentamens en opdrachten) niet mee. 3. De voorwaardelijke toelating als beschreven in lid 1 van dit artikel geldt alleen voor onderdelen van het eerste jaar van de postpropedeuse. Om te kunnen deelnemen aan onderdelen van het tweede jaar van de postpropedeuse dient het propedeutisch examen met goed gevolg te zijn afgelegd. 4. Een voorwaardelijke toelating tot de postpropedeutische fase wordt omgezet in een definitieve toelating zodra het propedeutisch examen is behaald. 5. Een voorwaardelijke toelating tot de postpropedeutische fase vervalt, indien de student aan het eind van het tweede jaar van zijn inschrijving het propedeutisch examen niet heeft behaald.
29
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 6. Overige programma’s Artikel 6.1
Schakelprogramma’s
1. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde biedt pre-master- of schakelprogramma’s aan die voorbereiden op de volgende masteropleidingen c.q. -trajecten: a) MSc Accountancy en Controlling, b) MSc Business Administration, met de trajecten – Change Management – General Management – Organizational and Management Control – Small Business and Entrepreneurship – Strategic Innovation Management c) MSc Finance6 d) MSc Human Resource Management, e) MSc International Business and Management , f) MSc International Economics and Business, g) MSc Marketing h) MSc Supply Chain Management i) MSc Technology Management. Een afgerond schakelprogrammaprogramma geeft toelating tot de bijbehorende masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject. De inhoud en omvang van de schakelprogramma’s staan vermeld in bijlage 6. De toelatingseisen tot de schakelprogramma’s staan vermeld in artikel 8.6. Artikel 6.2
‘Honours’ traject
1. De faculteit neemt deel aan het honoursprogramma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. 2. Studenten die zijn toegelaten tot een van de bacheloropleidingen van de faculteit kunnen aan dit honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College. 3. Op het honoursprogramma, waar het facultaire verdiepende deel een onderdeel van is, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. 4. In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van de honoursbul een aantekening gemaakt.
6
30
De zelfstandige masteropleidingen Finance, Marketing en Supply Chain Management starten per 1 september 2012.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Artikel 6.3
Minor Ondernemerschap
De Faculteit Economie en Bedrijfskunde biedt een minor Ondernemerschap aan. De inhoud en omvang daarvan zijn beschreven in bijlage 7. De toelatingseisen tot de minor staan vermeld in artikel 8.7.
31
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 7. Tentamens en examens van de opleidingen Artikel 7.1
Algemeen
Elk tentamen is zodanig ingericht dat het de student voldoende informatie biedt over de mate waarin hij de voor het onderdeel gestelde leerdoelen bereikt heeft. Artikel 7.2
Verplichte volgorde van tentamens
1. Het bachelorexamen kan niet worden afgelegd dan nadat definitieve toelating tot de postpropedeutische fase is verkregen. 2. Studenten van de bacheloropleiding Bedrijfskunde kunnen slechts deelnemen aan het Management Game (EBB637A05) indien zij uiterlijk vier weken voor aanvang van het Game definitief zijn toegelaten tot de postpropedeutische fase en bovendien 40 EC aan onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar hebben behaald. 3. Om in aanmerking te komen voor begeleiding en beoordeling van het bachelorafstudeerwerkstuk van een van de opleidingen dient de student aan de volgende eisen te hebben voldaan: a) hij is definitief toegelaten tot de postpropedeutische fase; b) hij heeft ten minste 60 EC aan postpropedeutische onderdelen met succes afgerond; c) zijn bachelorprogramma is goedgekeurd door de examencommissie. Voor de bacheloropleiding Accountancy en Controlling geldt als aanvullende eis dat het vak Business Research Methods BE/FE/A&C (EBB018A05) òf de vakken Onderzoeksmethoden I en II (EBP616A05 & EBP625A04) met een voldoende resultaat moet(en) zijn afgerond. Voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie geldt als aanvullende eis dat het vak Business Research Methods BE/FE/A&C (EBB018A05) met een voldoende resultaat moet zijn afgerond. 4. Om in aanmerking te komen voor begeleiding en beoordeling van de Research Paper for Pre‐Msc in de schakelprogramma’s voor de masteropleidingen ‘Business Administration’, ‘Finance’, ‘Human Resource Management’, ‘International Business and Management’, ‘Marketing’, ‘Operations and Supply Chains’ en ‘Technologiemanagement’7 dient de student volgende vakken met een voldoende, d.w.z. met het cijfer 6 of hoger, te hebben afgerond: a) Mathematics for Pre‐MSc (EBS002A05) of Wiskunde 2 voor TM (WIW2TM03) b) Business Research Methods for Pre‐MSc (EBS001A10).
7
32
De zelfstandige masteropleidingen Finance, Marketing en Supply Chain Management starten per 1 september 2012.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Daarnaast dient het schakelprogramma te zijn goedgekeurd door de examencommissie. 5. Om in aanmerking te komen voor begeleiding en beoordeling van de Research Paper for Pre-Msc in het schakelprogramma voor de masteropleiding ‘International Economics and Business’ dient de student volgende vakken met een voldoende, d.w.z. met het cijfer 6 of hoger, te hebben afgerond: a) Mathematics for Pre-MSc (EBS002A05) b) Statistics II for IE&B (EBB874B05) c) Research Methods for pre-MSc IE&B (EBB028A05). Daarnaast dient het schakelprogramma te zijn goedgekeurd door de examencommissie. Artikel 7.3
Tijdvakken en frequentie van de tentamens
1. Er wordt tweemaal per studiejaar de gelegenheid geboden tot het afleggen van de tentamens. 2. Een tentamen in een vak dat niet meer wordt aangeboden, kan in het eerste jaar dat dit het geval is nog ten minste tweemaal worden afgelegd. 3. De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden in de studiegids bekend gemaakt. Deeltentamens kunnen ook buiten de aangegeven periode afgenomen worden. 4. Op schriftelijk verzoek van de student kan alléén de Examencommissie te zijnen gunste afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde. Artikel 7.4
Vorm van de tentamens
1. De tentamens worden afgelegd op door de examinator(en) te bepalen wijze. De aldus bepaalde vorm wordt in de interdatabase Ocasys bekend gemaakt. Formeel is de Examencommissie bevoegd over de vorm van het tentamen te beslissen. In voorkomend geval kan de Examencommissie derhalve de examinator daaromtrent aanwijzingen geven. 2. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 7.5
Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt, steeds voor zover de Examencommissie haar goedkeuring heeft verleend. 33
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 7.6
Beoordeling
1. Het oordeel over een tentamen of examen wordt uitgedrukt in gehele getallen. Alleen van deeltentamens kan de beoordeling worden uitgedrukt in tienden. 2. Het behaalde resultaat is voldoende indien ten minste het cijfer 6 is toegekend. 3. Aan de gehele getallen die de beoordeling van een tentamen of examen uitdrukken is de volgende betekenis toegekend: 1. zeer slecht 2. slecht 3. ruim onvoldoende 4. onvoldoende 5. bijna voldoende 6. voldoende 7. ruim voldoende 8. goed 9. zeer goed 10. uitmuntend 4. Een examenonderdeel waarvoor een vrijstelling is verleend, wordt geacht te zijn beoordeeld met een 6. 5. Nadere regels rond opdrachten die deel uitmaken van het tentamen zijn vastgelegd in de Regeling Waardering Opdrachten. 6. De beoordeling van een bachelorafstudeerwerkstuk (of afstudeerproject) geschiedt aan de hand van een algemeen beoordelingskader. Nadere regels zijn vastgelegd in het Reglement Afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen. Artikel 7.7
Vaststelling en bekendmaking van de tentamenuitslag
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast en verschaft de onderwijsadministratie de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag aan de student. De termijn waarop de uitslag wordt gepubliceerd is maximaal 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. In gevallen waarin dit redelijkerwijs niet van de examinator verlangd kan worden kan de opleidingsdirecteur vooraf een afwijkende termijn vaststellen. De deelnemers worden hiervan voor aanvang van het tentamen op de hoogte gesteld. Uitsluitend de door de onderwijsadministratie gepubliceerde tentamenuitslagen zijn rechtsgeldig. 3. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de Examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen.
34
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
4. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 7.9 eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Artikel 7.8
Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel kan de Examencommissie voor een onderdeel waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 7.9
Inzagerecht
1. Binnen een termijn van zes weken vanaf de dag waarop de uitslag van een schriftelijk tentamen bekend is gemaakt, krijgt de student die het tentamen heeft afgelegd op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Tevens wordt hem binnen dezelfde termijn op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Binnen de in lid 1 genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen of opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De plaats waar en het tijdstip waarop inzage of kennisneming kan plaatsvinden, worden bepaald door de examinator(en) van het desbetreffende tentamen. De Examencommissie kan hiertoe aanwijzingen geven. 4. De inzage en kennisneming kunnen collectief worden georganiseerd. Artikel 7.10
Vrijstelling
1. De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende programmadirecteur of programmacoördinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring of anderszins over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. 2. Zodra voor een vak een resultaat is behaald, vervalt zowel een reeds verkregen vrijstelling als de mogelijkheid een vrijstelling te verzoeken. Artikel 7.11
Examen
1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student de voor het examen benodigde tentamens heeft behaald en daarmee tevens de benodigde academische vorming heeft verworven , en reikt daartoe een getuigschrift uit.
35
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de Examencommissie een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. 3. Het examen van een opleiding wordt behaald indien de student voor elk tentamen een voldoende resultaat (het cijfer 6 of hoger) heeft behaald. 4. Het afsluitend examen van een opleiding kan slechts worden afgelegd na goedkeuring van het door de student gevolgde onderwijsprogramma door de Examencommissie van de opleiding. De commissie stelt voor de beoordeling van de onderwijsprogramma's een regeling op. 5. Met de vaststelling van de uitslag van het examen draagt de Examencommissie tevens zorg voor een spoedige afhandeling van de buluitreiking. Artikel 7.12
Judicium
1. De examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend. 2. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima: – ‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 8,0; – ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 9,0. b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderdelen, exclusief de scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is – groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; – groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’. 3. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC’s meer dan de helft van het totaal aantal EC’s van de opleiding bedraagt. 4. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderdeel slechts eenmaal afgelegd mag zijn. 5. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel onderdeel een cijfer lager dan 7,0 is behaald. 6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel. 7. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010. Artikel 7.13
Graad
1. Aan degene die het bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Bachelor of Science in de betreffende opleiding verleend. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het bachelorexamen aangetekend.
36
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Artikel 7.14
Examinator
1. Ten behoeve van het afnemen van tentamens en examens of het beoordelen van afstudeerwerkstukken wijst de Examencommissie examinatoren aan. Als examinator kunnen slechts worden aangewezen leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de opleiding zijn belast alsmede deskundigen van buiten de instelling. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. 2. De beoordeling van het bachelorafstudeerwerkstuk vindt plaats door een begeleider die is aangewezen door de Examencommissie en beschikt over onderzoekservaring. 3. In voorkomende gevallen kan de Examencommissie andere docenten bevoegd verklaren voor het afnemen en beoordelen van tentamens voor een bepaald onderdeel of voor het beoordelen van afstudeerwerkstukken. Artikel 7.15
Toetsplan
Er is een door het faculteitsbestuur vastgesteld toetsplan. Dit toetsplan bevat de volgende onderwerpen: a) de eindtermen van de opleiding; b) de curriculumonderdelen en leerdoelen van ieder curriculumonderdeel; c) de relatie tussen de curriculumonderdelen en eindtermen; d) de toegepaste toetsvorm en de toetsmomenten per onderdeel; e) de gehanteerde opstellingsprocedures, beoordelingsprocedures, beoordelingscriteria en de cesuurbepaling; f) de verantwoordelijken voor de uitvoering van de verschillende onderdelen van het toetsbeleid; g) de wijze van periodieke evaluatie.
37
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 8. Toelating tot de opleidingen en programma’s Artikel 8.1
Toelating tot de opleidingen
1. Behoudens het in lid 4 van dit artikel bepaalde worden toegelaten tot de opleidingen ‘Accountancy en Controlling’, ‘Bedrijfseconomie’, ‘Bedrijfskunde’, ‘International Business and Management’, ‘Economics and Business Economics’, ‘Fiscale Economie’ en ‘Technologiemanagement’ studenten met een met goed gevolg afgelegd eindexamen of staatsexamen VWO met de volgende profielen: Profiel Extra eisen8 Economie en Maatschappij Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Cultuur en Maatschappij WiA of WiB (Afkortingen: Wi = Wiskunde) 2. Toegelaten tot de opleiding ‘Econometrics and Operations Research’ worden studenten met een met goed gevolg afgelegd eindexamen of staatsexamen VWO met de volgende profielen: Profiel Extra eisen9 Economie en Maatschappij WiB Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Cultuur en Maatschappij WiB (Afkortingen: Wi = Wiskunde) 3. Toegelaten tot de opleidingen worden studenten met een HBO getuigschrift of een met goed gevolg afgelegd propedeuse van het HBO, die ten genoege van de Examencommissie aantonen dat er geen deficiëntie bestaat op het terrein van Wiskunde en Engels. 4. Voor de bacheloropleiding Bedrijfskunde geldt een numerus fixus. In aanvulling op het gestelde in lid 1 en lid 3 is een plaatsingsbewijs verkregen van de DUO – IB-Groep vereist. Deadline van aanmelding voor een numerus-fixusopleiding op basis van een benodigde ‘Verklaring deelname loting’ bij een geconstateerde deficiëntie is 15 april.
8
9
38
Voor studenten met een VWO-diploma van vóór september 2009 geldt: WiB1 in plaats van WiB, WiA12 in plaats van WiA. Voor studenten met een VWO-diploma van vóór september 2009 geldt: WiB1 in plaats van WiB.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Artikel 8.2
Deficiënties
Voor de bezitter van een VWO-diploma, dat is behaald volgens de op 31 juli 1998 geldende bij of krachtens de Wet op het Voortgezet Onderwijs vastgestelde voorschriften worden deficiënties in de hierna genoemde vakken vervuld door het ten genoegen van de Examencommissie met goed gevolg afleggen van de desbetreffende tentamens op het niveau van het VWO-eindexamen voorafgaand aan de inschrijving: 1. Wiskunde B1/ WiB voor de opleiding Econometrics and Operations Research. 2. Wiskunde A12/ WiA voor de andere bacheloropleidingen van de faculteit. Artikel 8.3
Gelijkwaardige vooropleiding
De toelating van studenten met een ander diploma dan een Nederlands VWOdiploma wordt beoordeeld door de Examencommissie. Artikel 8.4
Taaleis bij buitenlandse diploma’s
1. Wordt de student toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma dat buiten Nederland is behaald, dan kan de Examencommissie hem - vóór de inschrijving verplichten tot het met goed gevolg afleggen van een toets Nederlands of Engels, afhankelijk van de taal van de gekozen opleiding, af te nemen door een door de Examencommissie aan te wijzen instantie. 2. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2). 3. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Engelse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van een tentamen Engels op het niveau van het VWO-eindexamen of het behalen van de TOEFL met een score van tenminste 580 (computer TOEFL 237, internet TOEFL 92) of een IELTS score van 6.5 of een Cambridge Proficiency van A,B of C. Artikel 8.5
Universitair toelatingsexamen (colloquium doctum)
Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: 1. Voor de opleidingen Accountancy en Controlling, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde, Fiscale Economie en Technologiemanagement de vakken: a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: A12/WiA b) Nederlands: op VWO eindexamenniveau c) Engels: op VWO eindexamenniveau. 2. Voor de opleidingen International Business and Management en Economics and Business Economics de vakken: a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: A12/ WiA b) Engels: op VWO eindexamenniveau.
39
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
3. Voor de opleiding Econometrics and Operations Research de vakken: a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: B1/WiB b) Engels: op VWO eindexamenniveau. Artikel 8.6
Toelating tot de schakelprogramma’s
1. Voor de toelating tot de schakelprogramma's vermeld in artikel 6.1 stelt de Examencommissie uit haar midden een toelatingscommissie samen. 2. Rechtstreeks toegelaten tot de schakelprogramma’s die voorbereiden op de masteropleidingen – Business Administration, – Finance10, – Human Resource Management, – International Business and Management , – International Economics and Business, – Marketing, – Supply Chain Management worden de bezitters van een bachelordiploma van een geaccrediteerde opleiding met een omvang in studielast van 240 EC aan een Nederlandse Instelling voor Hoger Onderwijs of een BSc-diploma van een geaccrediteerde opleiding met een omvang van 180 EC aan een Nederlandse Universiteit. Voor deze studenten geldt tevens de eis dat zij dienen te beschikken over voldoende kennis van het Engels zoals omschreven in artikel 8.6. 3. Rechtstreeks toegelaten tot de schakelprogramma's die voorbereiden op de masteropleidingen – Accountancy en Controlling, – Technology Management worden de bezitters van een van de in bijlage 8 genoemde diploma’s. 4. De toelating tot de in lid 2 en 3 van dit artikel genoemde schakelprogramma’s geldt voor één jaar en is eenmalig, en wordt alleen dan verlengd - en wel voor de duur van maximaal één jaar- als de student gedurende het jaar van toelating minimaal 50 EC van het schakelprogramma heeft afgerond. 5. In het geval dat de toelating tot het schakelprogramma niet wordt verlengd kan de student op zijn verzoek worden toegelaten tot het reguliere bachelorprogramma. 6. Een student wordt geacht te voldoen aan de ingangseis ‘voldoende kennis van het Engels’, indien hij voldoet aan één van de volgende eisen: a) beheersing van het Engels als moedertaal; b) beheersing van het Engels op een niveau dat gelijkwaardig is aan één van de navolgende testscores:
10
40
De zelfstandige masteropleidingen Finance, Marketing en Supply Chain Management starten per 1 september 2012.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
– – – – – –
een niveau van 92 op een internet-based (iBT) TOEFL-test, een niveau van 237 op een computer-based (CBT) TOEFL-test, een niveau van 580 op een paper-based (PBT) TOEFL, een niveau van 6.5 op een IELTS-test, niveau A, B, C op een Cambridge Proficiency- of Advanced-test, een B2+ (ook wel B2.2. genoemd11) niveau op de schriftelijke en mondelinge onderdelen van het toelatingsexamen Engels, c) het met succes afgerond hebben van de cursus Engels BE (EBB021A05) of English Course for Business Administration (EBB614B05) of een gelijkwaardige cursus; d) het met succes afgerond hebben van een van de Engelstalige bacheloropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. 7. Studenten met een bachelordiploma dat niet voldoet aan de eisen in lid 2 en 3 van dit artikel of studenten die een gelijkwaardige opleiding hebben afgerond, kunnen een verzoek om toelating tot een schakelprogramma richten tot de Examencommissie. Artikel 8.7
Toelating tot de minor Ondernemerschap
Toelaatbaar tot de minor Ondermemerschap zijn studenten die zijn ingeschreven voor een bacheloropleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, uitgezonderd de opleidingen aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, mits zij de propedeuse van de betreffende opleiding hebben behaald.
11
Specificatie niveau B2+: Spreken: De student kan duidelijke, stelselmatig ontwikkelde beschrijvingen en presentaties geven, met de juiste nadruk op belangrijke punten en terzake doende ondersteunende details. Schrijven: De student kan een opstel of verslag schrijven waarin stelselmatig een argument wordt opgebouwd met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Hij kan verschillende ideeën of oplossingen voor een probleem verwoorden.
41
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 9. Studiebegeleiding Artikel 9.1
Studievoortgangsadministratie
1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 2. De faculteit verschaft elke student op zijn verzoek en minimaal twee maal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. 3. In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student na afloop van het eerste blok van het studiejaar, doch in ieder geval gedurende het eerste semester van de opleiding een studievoortgangsoverzicht, met daarin een overzicht van de gerealiseerde studielast. Artikel 9.2
Studiebegeleiding
1. De faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor één van de opleidingen zijn ingeschreven, mede ten behoeve hun voortgang tijdens de studie en oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. Mede met het oog op het uitbrengen van een studieadvies voor de propedeuse worden de voortgangsgesprekken met studenten geregistreerd. Deze registratie geschiedt met speciale aandacht voor de privacy van de student. Artikel 9.3
Studieadvies propedeuse
1. Gedurende het eerste studiejaar ontvangt de student tweemaal een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. Dit advies heeft betrekking op de door de student als zodanig aangewezen hoofdstudie aan de RUG. 2. Het eerste advies wordt uitgebracht na afsluiting van de reguliere tentamens van het eerste semester, doch vóór 25 maart. Dit advies geeft een waarschuwing indien er sprake is van onvoldoende studievoortgang, zodat de student nog de gelegenheid heeft zijn prestaties te verbeteren. Indien de faculteit inschat dat in redelijkheid niet is te verwachten dat de student vóór het einde van het eerste studiejaar het minimaal vereiste aantal studiepunten zal behalen om de studie in het tweede jaar te kunnen voortzetten, wordt de student uitgenodigd voor een gesprek. Dit gesprek heeft tot doel het bespreken van de wijze van studeren, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing naar een andere opleiding. 3. Het tweede advies wordt uitgebracht na de hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. Het uitgebrachte studieadvies is a) positief, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; b) voorlopig positief, indien de student tenminste 40 EC aan studiepunten heeft behaald; c) negatief indien de student minder dan 40 EC aan studiepunten van het propedeutisch programma heeft behaald.
42
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
4. Studenten met een voorlopig positief studieadvies ontvangen ook in hun tweede studiejaar een schriftelijk studieadvies, en wel na de hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. In dit advies wordt het voorlopig positief studieadvies omgezet in a) een positief studieadvies, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; b) een negatief studieadvies (BSA), indien de student niet heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse. 5. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten tellen alleen de studiepunten van de propedeusevakken als bedoeld in Paragraaf 3. Studiepunten die zijn toegekend in het kader van vrijstellingen of als resultaat van behaalde deeltentamens worden wel meegeteld. 6. Studenten met een negatief studieadvies worden gedurende een periode van twee jaar uitgesloten van (her)inschrijving voor de opleiding(en) waarop het advies van toepassing is. Artikel 9.4
Toepasselijkheid negatief studieadvies
1. Een negatief studieadvies is bindend en van toepassing op alle profielen van de opleiding(en) waarvoor het is afgegeven. 2. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Accountancy en Controlling is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie b) de bacheloropleiding Fiscale Economie 3. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Accountancy en Controlling b) de bacheloropleiding Economics and Business Economics c) de bacheloropleiding Fiscale Economie 4. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Economics and Business Economics is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie 5. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Fiscale Economie is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Accountancy en Controlling b) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie Artikel 9.5
Prodecure uitreiking studieadvies
1. De studieadviezen als bedoeld in artikel 9.3.3 en 9.3.4 worden namens het College van Bestuur uitgebracht door het Faculteitsbestuur. 2. Alvorens een negatief studieadvies wordt uitgebracht, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door of namens het Faculteitsbestuur.
43
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 9.6
Afwijkingen van de regels voor het uitreiken van een studieadvies
1. Aan de student die een verzoek tot uitschrijving met ingang van 1 februari van het eerste jaar van inschrijving indient, wordt geen studieadvies als bedoeld in artikel 9.3.3 uitgebracht. Indien deze student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft, zal in dat studiejaar vorenbedoeld studieadvies aan hem worden uitgebracht. 2. Studenten die zich inschrijven tussen 1 september en 1 februari dienen aan het eind van het eerste studiejaar tenminste 40 EC aan studiepunten behaald te hebben om in aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het verkrijgen van een positief studieadvies dient uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan. 3. Studenten die zich inschrijven vanaf 1 februari en niet eerder in hetzelfde jaar als student stonden ingeschreven dienen aan het eind van het eerste studiejaar tenminste 20 EC aan studiepunten behaald te hebben om in aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het verkrijgen van een positief studieadvies dient uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan. 4. Propedeusestudenten die na 1 februari overstappen naar de propedeuse van een opleiding waarop een negatief studieadvies van de propedeuse van hun vorige inschrijving van toepassing is (zie artikel 9.4), dienen aan het eind van het eerste studiejaar tenminste 40 EC aan studiepunten behaald te hebben om in aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het verkrijgen van een positief studieadvies dient uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan. 5. Studenten die zich inschrijven voor twee (of meer) opleidingen, ontvangen een studieadvies voor elk van de opleidingen waarvoor ze zijn ingeschreven. Zodra een student bij één van de opleidingen aan de norm voor het verkrijgen van een positief of voorlopige positief studieadvies heeft voldaan, vervalt voor hem de verplichting om voor de andere opleiding(en) aan die norm te voldoen. 6. Aan studenten die de norm voor een (voorlopig) positief studieadvies niet hebben behaald, doch in hetzelfde jaar deze norm wél hebben behaald bij een opleiding van de RUG waarvoor deze OER niet geldt, wordt geen studieadvies als bedoeld in artikel 9.3 afgegeven. 7. Aan studenten die voor een WO-opleiding waarvoor deze OER niet geldt, reeds het propedeutisch examen hebben behaald dan wel de propedeutische fase hebben afgerond, wordt geen studieadvies als bedoeld in artikel 9.3 afgegeven. Artikel 9.7
Persoonlijke omstandigheden
1. In individuele gevallen kan het Faculteitsbestuur besluiten een student toe te staan volgens een afwijkend tijdpad te voldoen aan de eisen voor een positief studieadvies. Dit tijdpad dient in overleg met de studieadviseur te worden vastgesteld.
44
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
2. Een beslissing van het Faculteitsbestuur als genoemd in lid 1 van dit artikel kan alleen gebaseerd zijn op persoonlijke omstandigheden, en wordt alleen genomen indien de student blijk heeft gegeven van verantwoord studiegedrag. Dit impliceert onder andere dat de student zich houdt aan het met een studieadviseur afgesproken studieprogramma. 3. Uitsluitend persoonlijke omstandigheden die door de student na intreden zo spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd bij de studieadviseur zijn gemeld, worden door het Faculteitsbestuur betrokken in zijn afweging. 4. Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt afgezien van het uitbrengen van een studieadvies, wordt aan de student aan het einde van diens volgende studiejaar een studieadvies als bedoeld in artikel 9.3.3 uitgebracht. 5. Wat onder persoonlijke omstandigheden mag worden verstaan, wordt vastgesteld op basis van de Universitaire Regeling Bijzondere Omstandigheden, zoals gepubliceerd in het Handboek BSA van de RUG. 6. Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds. Artikel 9.8
Beroep
Tegen een negatief studieadvies kan tot 6 weken na dagtekening van het advies beroep worden worden aangetekend bij het College van Beroep voor de Examens.
45
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 10. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 10.1
Wijzigingen
1. Wijzigingen van deze regeling worden door het faculteitsbestuur na advies van de opleidingscommissie en na advies of, waar de WHW dit vereist, na instemming van de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de student daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a) een toelating die krachtens een of meer bepalingen uit paragraaf 5 of paragraaf 8 is verleend. b) enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een individuele student. Artikel 10.2
Bekendmaking
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de Regels en Richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het onderwijsbureau van de faculteit een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 10.3
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2011. Met instemming van de faculteitsraad, d.d. 25 juni 2011. Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 30 augustus 2011.
46
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Bijlage 1.
Doel van de opleidingen
Bijlage 1.1 BSc Accountancy en Controlling De bacheloropleiding Accountancy en Controlling is een wetenschappelijke opleiding die na de gelijknamige masteropleiding A&C toegang geeft tot twee civiel rechtelijke – en wat de accountancyrichting betreft ook wettelijk - gereguleerde beroepsopleidingen, namelijk de postinitiële opleiding Controlling en de postinitiële opleiding Accountancy. Het doel van de bacheloropleiding A&C is om studenten op te leiden die zich uiteindelijk willen kwalificeren voor één van beide beroepsprofielen. Meer specifiek heeft het bachelorprogramma als doel om studenten niet alleen gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van, inzicht in en vaardigheden op het gebied van accountancy en controlling bij te brengen, maar ook wetenschappelijke kennis en inzicht op het gebied van de bedrijfswetenschappen (bedrijfseconomie, bedrijfskunde en algemene economie) aan te reiken. Binnen de bedrijfswetenschappen ligt het accent op de gebieden organisatie en management, algemene economie, financiering en bestuurlijke informatiekunde. Voor wat betreft het domein accountancy en controlling richt de opleiding zich op de vakgebieden internal control, financial accounting, belastingrecht en recht (inzake de onderneming), auditing, management accounting en financiële administratie & boekhouden. Ook wordt in de opleiding aandacht besteed aan voor de opleiding relevante wetenschappelijke methoden en technieken. Tenslotte leren studenten over de uitkomsten van de analyse, diagnose en oplossing van accountancy- en controllingvraagstukken zowel schriftelijk als mondeling adequaat te communiceren. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A
Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de domeinen van de bedrijfswetenschappen (bedrijfseconomie, bedrijfskunde en algemene economie) en accountancy en controlling en is in staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het werk of beroep mogelijk maakt. Kennis en inzicht bestaan eruit dat de afgestudeerde bachelor de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen kent en begrijpt en kan toepassen bij het analyseren van bedrijfssituaties en bij het oplossen van enigszins complexe vraagstukken. Binnen het bedrijfswetenschappelijke subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.1 Financiering A.2 Algemene Economie A.3 Organisatie en Management
47
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
A.4 Bestuurlijke informatiekunde De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van bedrijfswetenschappelijke vraagstukken. Binnen het subdomein van de Accountancy en Controlling heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.5 Belastingrecht en Recht (inzake de onderneming) A.6 Financial Accounting A.7 Management Accounting A.8 Financiële administratie & boekhouden A.9 Internal control en Auditing De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen, voor zover dat relevant is voor accountancy- en controllingvraagstukken. In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan de domeinen bedrijfswetenschappen en accountancy en controlling, heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in: A.10 Wiskunde A.11 Statistiek A.12 ICT De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden simpele vraagstukken op te lossen. B
Academische eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het (financieel) functioneren van organisaties kan beoordelen, in staat is praktijkproblemen op te lossen en kan bijdragen aan het goed (financieel) functioneren van organisaties. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de bedrijfswetenschappen en dat van accountancy en controlling. B.1
B.2
B.3
48
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van de bedrijfswetenschappelijke en accountancy en controlling domeinen wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat relevante gegevens te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel een oordeel te vormen, een argumentatie op te zetten, een passende oplossing te ontwerpen en/of een advies te geven. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden en technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
B.4 B.5
De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het accountancy - en controllingvakgebied en relevante aanpalende vakgebieden. De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op wetenschappelijke inzichten, alsmede op het (financieel) functioneren van organisaties en de maatschappij.
C
Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (financieel) goed functioneren van organisaties. C.1
C.2 C.3
D
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve en planningsvaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling. De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven. Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgstudie. De afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en om een vervolgstudie te doen, waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. D.1
D.2
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de bacheloropleiding.
Bijlage 1.2 BSc Bedrijfseconomie De bacheloropleiding Bedrijfseconomie (BE) is een wetenschappelijke opleiding die zich bezighoudt met het economisch functioneren van organisaties. Deze opleiding biedt een academische vorming tot bedrijfseconoom, waarin naast het verwerven van gedegen wetenschappelijke kennis en inzicht op het bedrijfseconomische subdomein ook aandacht wordt besteed aan basiskennis op het algemeen economisch subdomein. Binnen het bedrijfseconomische gebied ligt het accent op
49
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
onderwerpen als organisatiekunde, marketing, financiering en accounting. Onderwerpen die binnen het algemeen economisch subdomein aan de orde komen zijn bijvoorbeeld micro-economie en macro-economie. Door deze combinatie van bedrijfseconomie en algemene economie, leren studenten het functioneren van organisaties zowel op een analytische, micro-economische wijze te benaderen, als in een macro en internationaal economische context te plaatsen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan recht en ICT. Om extra diepgang betreffende de oorspronkelijke bedrijfseconomische basisdisciplines te kunnen bereiken, besteedt de opleiding veel aandacht aan ondersteunende gebieden zoals wiskunde en statistiek. Tevens wordt ruim aandacht besteed aan het ontwikkelen van academische vaardigheden en een academische attitude en worden sociaalcommunicatieve vaardigheden aangeleerd. De opleiding biedt studenten daarnaast de mogelijkheid zich internationaal te oriënteren. Daartoe bevat het programma een onderdeel Engels. Tevens worden diverse vakken in het Engels verzorgd. Bij die vakken zitten ook diverse exchange studenten. Door deze aandacht voor de Engelse taal kunnen studenten ook een Engelstalige master volgen. Studenten verbreden zich via een minor in een ander domein dan het economische of kiezen een minor die bedrijfseconomische verdieping aanbrengt. De minor kan ook in het buitenland worden gedaan. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A
Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in het bedrijfseconomisch subdomein en is in staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het werk weerspiegelt. Hij12 beschikt over basiskennis van en inzicht in het algemeen economisch subdomein en vakgebieden die ondersteunend zijn aan het bedrijfseconomisch subdomein. Hij is in staat de kennis en het inzicht op beide subdomeinen te gebruiken om relatief eenvoudige vraagstukken op te lossen. Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor, afhankelijk van de aard van de gevolgde minor, over samenhangende basiskennis van en inzicht in een domein dat afwijkt van het bedrijfseconomisch en algemeen economisch subdomein, dan wel over verdiepende kennis van het economisch domein, en is in staat deze toe te passen. Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de basisdisciplines: A.1 Organisatiekunde A.2 Marketing A.3 Financiering
12
50
Daar waar hij staat, dient ook zij gelezen te worden.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
A.4 Accounting en boekhouden De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze basisdisciplines te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken. Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in onderdelen die: A.5 bedrijfseconomische verbreding aanbrengen A.6 bedrijfseconomische verdieping aanbrengen De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze onderdelen te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken. Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in de gebieden: A.7 Micro-economie A.8 Macro-economie De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen, voor zover dat relevant is voor bedrijfseconomische vraagstukken. In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan het bedrijfseconomisch subdomein, heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in: A.9 Wiskunde A.10 Statistiek A.11 Recht De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden relatief eenvoudige vraagstukken op te lossen en om deze te gebruiken bij het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken. De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: A.12 Ict A.13 Engels De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze onderwerpen daar waar nodig te gebruiken om de eindtermen van de opleiding te realiseren. A.14
Door het afronden van een minor beschikt de afgestudeerde bachelor, afhankelijk van de aard van de gevolgde minor, over samenhangende basiskennis van en inzicht in een domein dat afwijkt van het bedrijfseconomisch en algemeen economisch subdomein, dan wel over verdiepende kennis van het economisch domein, en is in staat deze toe te passen.
B
Academische eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het (economisch) functioneren van organisaties kan beoordelen en kan bijdragen
51
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
aan het goed (economisch) functioneren van organisaties. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van bedrijfseconomie. B.1
B.2
B.3
B.4 B.5
C
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het bedrijfseconomisch subdomein, wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat relevante gegevens en informatie te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel om op een professionele wijze een oordeel te vormen, een argumentatie op te zetten en/of een advies te geven. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en onderzoek met een routinematig karakter op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het bedrijfseconomisch subdomein en relevante aanpalende (sub)domeinen. De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op wetenschappelijke inzichten, alsmede op het functioneren van organisaties en de maatschappij. Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (economisch) goed functioneren van organisaties. C.1
C.2 C.3
D
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel voor een publiek bestaande uit specialisten als niet-specialisten. De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven. Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgstudie. De afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd.
52
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
D.1
D.2
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de bacheloropleiding.
Bijlage 1.3 BSc Bedrijfskunde De bacheloropleiding Bedrijfskunde heeft als doel studenten op te leiden die beschikken over een brede academische basisvorming inzake het functioneren van en ingrijpen in organisaties. De afgestudeerde bachelor beschikt daartoe over een wetenschappelijke grondhouding, werkt probleemoplossend en oplossingsgericht, en heeft kennis van de bedrijfswetenschappelijke disciplines en de belangrijkste functionele gebieden. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A
Disciplinaire inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van theorieën, modellen en methoden uit de organisatiekunde en de belangrijkste basis disciplines en functionele gebieden van de Bedrijfskunde. A.1
A.2 A.3
B
De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in organisaties, management, strategie, externe omgeving, klanten, organisatieverandering, financiën, mensen, processen en informatiesystemen; De afgestudeerde bachelor kan in het verlengde hiervan inzichten inzetten uit de organisatiekunde, marketing, economische wetenschappen, bedrijfsrecht, organisatiepsychologie en de technische wetenschappen; De afgestudeerde is in staat bovenstaande kennis in te zetten bij zijn/haar handelen als bedrijfskundig professional; De afgestudeerde bachelor is op de hoogte van recente ontwikkelingen in het bedrijfskundig vakgebied Methodologische eindtermen
De afgestudeerde bachelor heeft kennis van de belangrijkste methoden voor bedrijfskundig onderzoek en kan deze ook toepassen. Hij is in staat om een op de situatie toegepast onderzoek op te zetten en uit te voeren. Hierbij kan hij/zij de verschillende stappen van de ontwerpcyclus toepassen en op basis daarvan een organisatieadvies geven.
53
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
B.1
B.2
C
De afgestudeerde beschikt over de vaardigheden om een organisatievraagstuk te identificeren, af te bakenen, onderzoeksvragen te formuleren, gegevens te verzamelen, deze te verwerken en op basis van relevante theorieën te analyseren. In het verlengde hiervan is de afgestudeerde in staat om op basis van uitgevoerd onderzoek oplossingsrichtingen te definiëren en conclusies en aanbevelingen te formuleren. De afgestudeerde bachelor is in staat om zowel eigen onderzoek als onderzoek van anderen kritisch te beoordelen en beschikt over de vaardigheden om verantwoording af te leggen over gebruikte theorieën, modellen en methoden. Interdisciplinaire en integratieve eindtermen
De afgestudeerde beschikt over kennis en vaardigheden om te kunnen bepalen met welke combinatie van theorieën en methoden, organisatievraagstukken beschreven, geanalyseerd en opgelost kunnen worden. C.1 De afgestudeerde Bachelor heeft aandacht voor interacties en samenhangen tussen problemen en beschikt over de vaardigheid om inzichten uit verschillende relevante kennisgebieden op een integratieve wijze te kunnen toepassen op organisatievraagstukken. C.2 De afgestudeerde bachelor is in staat om een concreet bedrijfskundig vraagstuk te analyseren en kan van hieruit bepalen welke kennis relevant is bij het beschrijven, analyseren en oplossen van organisatievraagstukken; D
Academische eindtermen
De afgestudeerde beschikt over een grondhouding die van een academicus verwacht mag worden. Een kritische, onderzoekende en reflecterende houding vormen hierbij de kern. De afgestudeerde kan eigen werk en dat van anderen dan ook kritisch beoordelen en is in staat om verantwoording af te leggen over gebruikte theorieën, modellen en methoden. Hij/zij kan verder logisch en analytisch nadenken en is in staat om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. De afgestudeerde staat open voor nieuwe inzichten. D.1 De afgestudeerde Bachelor is in staat om op een methodologisch verantwoorde wijze, zelfstandig onderzoek te doen. De afgestudeerde bachelor is verder is staat om te reflecteren op eigen handelen om van hieruit het eigen leerproces vorm en inhoud te geven. D.2 De afgestudeerde Bachelor beschikt over een kritische grondhouding, is in staat om op een gestructureerde wijze analyses uit te voeren, en op een juiste wijze verbanden te trekken. E
Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde is in staat om effectief samen te werken en te communiceren. De afgestudeerde bachelor beschikt daartoe over een mix van academische, professionele en sociaal
54
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
communicatieve vaardigheden waardoor hij/zij in staat is op een professionele wijze te participeren in organisatie(veranderings)processen. E.1
E.2
E.3
De afgestudeerde bachelor heeft het vermogen om effectief te communiceren en is in staat om in groepsverband te opereren om complexe organisatievraagstukken op te lossen De afgestudeerde kan in taak- en doelgerichte (project)groepen meewerken en hier ook leiding aan geven. Hij/zij kan verder effectief vergaderen en notuleren. Ook het plannen, omschrijven en toedelen van taken en het bewaken van de voortgang en uitvoering van taken behoort tot de competenties van de bachelor. De afgestudeerde is taalvaardig en in staat een duidelijke mondelinge presentatie te verzorgen. Argumenteren, discussiëren en duidelijk beantwoorden van vragen behoort eveneens tot zijn/haar competenties. Ook kan de afgestudeerde op een heldere wijze schriftelijk verslag doen van een bedrijfskundig onderzoek.
Bijlage 1.4 Econometrics and Operations Research Het doel van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research (EOR) is om studenten te leren wiskundige modellen binnen de economie en bedrijfskunde op wetenschappelijk niveau toe te passen en om economische vraagstukken met behulp van de juiste software te analyseren via een combinatie van wiskunde, economie en statistiek. Het ontwikkelen van zowel een onderzoeksgeoriënteerde instelling als kennis van de belangrijkste modellen binnen EOR, actuariaat en wiskundige economie speelt de hoofdrol, samen met het leren omzetten van verkregen modeluitkomsten in voor het vakgebied relevante resultaten. Afgestudeerden van de opleiding EOR zijn in staat wiskundige modellen toe te passen om economische en bedrijfskundige beslissingen te ondersteunen in een bedrijfs- of overheidscontext. De opleiding stelt zich verder ten doel om studenten de juiste basiskennis in de wiskunde en statistiek mee te geven en hen de communicatievaardigheden aan te leren om wiskundige of kwantitatieve resultaten over te brengen op anderen. De doelen van de bacheloropleiding EOR zijn vertaald in de volgende eindtermen of kwalificaties: A
Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde bachelor Econometrics and Operations Research beschikt over wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden: A.1 actuariaat A.2 econometrie A.3 wiskundige economie A.4 operationele research
55
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
op halfgevorderd niveau. De afgestudeerde bachelor kan kennis en inzicht op deze gebieden toepassen om praktische problemen in bijvoorbeeld de economie of bedrijfskunde te modelleren, analyseren en op te lossen. De afgestudeerde bachelor heeft wetenschappelijke basiskennis en inzicht op het gebied van: A.5 micro- en macro-economie A.6 marketing en financiën met name waar bruikbaar in een modellerende aanpak. De afgestudeerde bachelor kan kennis van en inzicht in deze vakgebieden toepassen om praktische problemen op te lossen. De afgestudeerde bachelor heeft grondige kennis van en inzicht in: A.7 wiskunde A.8 statistiek A.9 programmeren waar nodig voor de hoofdgebieden. De afgestudeerde bachelor kan kennis en inzicht op de vakgebieden A1-A6 gebruiken om praktische problemen op te lossen. A.10 A.11
B
De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de verhoudingen tussen de bovengenoemde onderwerpen. De afgestudeerde bachelor kan de toepassing van theorieën en modellen binnen het kennisgebied kritisch beoordelen. Wetenschappelijke eindtermen
Binnen de hoofdgebieden van de opleiding kan de afgestudeerde bachelor: B.1 wetenschappelijke informatie zoals theorieën of betogen kritisch beoordelen; B.2 een praktisch probleem vertalen naar vragen in de vorm van een wiskundig model; B.3 relevante kwantitatieve gegevens verzamelen; B.4 de uitslagen van een wiskundig model vertalen naar antwoorden met betrekking tot het oorspronkelijke praktische probleem; B.5 de toepasselijke wetenschappelijke methoden en technieken, wiskunde, economie, statistiek en software toepassen; B.6 onder begeleiding routinematig onderzoek uitvoeren; B.7 verslagen en artikelen in het Engels schrijven en presenteren; B.8 reflecteren op wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische invalshoek. B.9
56
De afgestudeerde bachelor heeft een onderzoekende instelling met betrekking tot de inhoud en ontwikkeling van de vakgebieden en gerelateerde kennisdomeinen.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
C
Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor is in staat: C.1 in teamverband te werken. Hij/zij heeft met name de sociale vaardigheden om over zijn/haar werk te communiceren met collega’s uit de eigen en andere disciplines; C.2 de redeneerwijzen en begrippen van het centrale vakgebied logisch en helder te uiten op zowel schriftelijke als mondelinge wijze; C.3 kritisch te reflecteren op zijn/haar eigen en andermans werk, met aandacht voor zowel logische samenhang als praktische relevantie. Bovendien is hij/zij in staat aanpassingen aan te brengen en feedback te geven.
D
Studievaardigheden en carrièrebegeleiding
D.1
De afgestudeerde bachelor heeft de benodigde leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om meer autonoom verder te studeren. De afgestudeerde bachelor heeft zelfinzicht en is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden. Hij/zij kan een goed onderbouwde keuze maken uit verdiepende of verbredende vakken uit de bacheloropleiding en goed beslissen welke stappen na de bachelor te ondernemen.
D.2
Bijlage 1.5 BSc Economics and Business Economics De bacheloropleiding Economics and Business Economics heeft als doel het bieden van een internationaal georiënteerde, solide academische opleiding. Hierbij worden inzichten uit de (internationale) economie en (internationale) bedrijfskunde gecombineerd, wordt gewerkt vanuit een multiculturele basis en wordt een gevorderde Engelse taalbeheersing bereikt. Het wetenschappelijke domein van de bacheloropleiding bestaat uit zowel (internationale) economische theorie en beleid als de verwante theorieën van (internationale) instellingen en multinational enterprise (MNE). Tijdens hun bacheloropleiding kiezen studenten een specialisatie: Economie of International Economics & Business. Bovendien vergaren studenten voldoende kennis van en inzicht in de relevante onderzoeksmethoden en leren zij de resultaten, analyses en diagnoses over te brengen door middel van presentaties en verslagen. Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke eindtermen gedefinieerd. A
Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde bachelor (beide specialisaties) beschikt over halfgevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden:
57
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
A.1 A.2 A.3
Micro-economie, Industriële Organisatie Internationale Economie Ondernemingsfinanciering, Financiële Markten, Instellingen en Diensten
Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor met de specialisatie Economics over gevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden: A.4 Macro-economie, Micro-economie, Monetaire Economie A.5 Economie van de Publieke Sector, Politieke Economie De afgestudeerde bachelor E&BE is ook in staat zijn/haar verkregen kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen bij het analyseren en oplossen van praktische economische problemen. De afgestudeerde bachelor met de specialisatie International Economics & Business beschikt over gevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden: A.6 Internationale Bedrijfskunde, (Internationale) Bedrijfskundige Strategie A.7 Internationale Economie, Internationale Economische Ontwikkeling De afgestudeerde bachelor E&BE is ook in staat zijn/haar verkregen kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen bij het analyseren en oplossen van praktische problemen met betrekking tot internationale economie en bedrijfskunde. De afgestudeerde bachelor (beide specialisaties) heeft wetenschappelijke basiskennis en -inzicht op het gebied van: A.8 de kernvakken uit de andere specialisatie; A.9 Bedrijfskunde, Marketing en Financiële Accounting. De afgestudeerde bachelor heeft de benodigde kennis en inzicht op het gebied van: A.10 Kwantitatieve methoden (Wiskunde, Statistiek, Econometrie); A.11 Onderzoeksmethoden. A.12 A.13
A.14
58
De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de verhoudingen tussen de bovengenoemde onderwerpen. Door een minor te volgen heeft de afgestudeerde bachelor E&BE samenhangende kennis en inzicht verkregen binnen een vakgebied dat verschilt van E&BE maar tegelijk het inzicht hierin vergroot. De afgestudeerde bachelor E&BE heeft een goede beheersing van het Engels (zowel mondeling als schriftelijk) en is in staat deze vaardigheid in te zetten binnen een academische vervolgstudie of in een (internationale) werkomgeving, bijvoorbeeld in een internationaal opererende commerciële organisatie (MNE) of in een (non-) gouvernementele organisatie.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
B
Wetenschappelijke eindtermen
Binnen het vakgebied van Economics and Business kan de afgestudeerde master: B.1 de toepassing van theorieën en onderzoeksmethoden binnen de vakgebieden van E&BE kritisch beoordelen; B.2 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen, deze gegevens analyseren, interpreteren en synthetiseren en onder begeleiding routinematig onderzoek uitvoeren met als doel het vormen van een mening, het presenteren van een theoretisch correct betoog, het komen tot een oplossing of het geven van advies; B.3 met gebruik van wiskunde, economie, statistiek en toegepaste informatica wetenschappelijke methoden en technieken met het oog op de context op de juiste manier toepassen en onder begeleiding routinematig onderzoek uitvoeren; B.4 verslagen en artikelen in het Engels schrijven en presenteren; B.5 reflecteren op nieuwe en opkomende wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische invalshoek; B.6 een onderzoekende attitude vertonen met betrekking tot de inhoud en ontwikkeling van E&BE en gerelateerde kennisdomeinen. C
Sociaalcommunicatieve eindtermen
C.1
De afgestudeerde bachelor E&BE beschikt over sociaalcommunicatieve vaardigheden om zelf de redeneerwijzen en begrippen van de centrale discipline zowel schriftelijk als mondeling logisch en helder te verwoorden. De afgestudeerde bachelor kan zowel onafhankelijk als binnen een team op een gerichte en systematisch manier naar een oplossing toewerken. De afgestudeerde bachelor kan kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie, en is in staat waar nodig feedback en correcties te geven en te ontvangen. Met betrekking tot de specialisatie IE&B heeft de afgestudeerde bachelor E&BE de benodigde analytische en sociale vaardigheden om te kunnen functioneren in een internationaal en multidisciplinair team, om zijn/haar specifieke kennis te combineren met die van anderen en om deze kennis te gebruiken om problemen op te lossen. Met betrekking tot de specialisatie IE&B is de afgestudeerde bachelor E&EB in staat om in een multiculturele omgeving te kunnen samenwerken en daarbij rekening te houden met verschillen in tradities, gewoonten en attitudes bij het functioneren van een organisatie alsmede in de relatie tussen de organisatie en haar omgeving.
C.2 C.3
C.4
C.5
59
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
D
Studievaardigheden en carrièrebegeleiding
D.1
De afgestudeerde bachelor E&BE beschikt over de benodigde leervaardigheden en ‘feeling’ om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om zich met een hogere graad van autonomie verder te ontwikkelen. De afgestudeerde bachelor is zich bewust van de kenmerken van het mogelijke toekomstige beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken met betrekking tot verdiepende dan wel verbredende vakken tijdens de bacheloropleiding E&EB en met betrekking tot het vervolg van zijn of haar carrière in de wetenschap of elders na het afstuderen.
D.2
Bijlage 1.6 BSc Fiscale Economie Fiscaal economen houden zich bezig met de invloed van belastingheffing op het handelen van natuurlijke personen en rechtspersonen, zowel vanuit het perspectief van die personen als van dat van de overheid. De bacheloropleiding Fiscale Economie (BSc FE) richt zich op het doen verwerven van gedegen wetenschappelijke kennis, niet alleen op het gebied van de belastingheffing, maar ook op dat van de algemene economie (met nadruk op de welvaartstheoretische aspecten en de openbare financiën) en bedrijfseconomie (met nadruk op fiscaal comptabele verantwoording, accounting en financiering). Ter ondersteuning worden daarnaast wiskunde, statistiek, financiële rekenkunde, vermogensrecht, bestuursrecht, ondernemingsrecht en erfrecht gegeven. Doel is studenten te leren hoe belastingheffing het gedrag van natuurlijke personen en organisaties beïnvloedt, alsmede op welke wijze een efficiënte en effectieve belastingwetgeving kan worden vormgegeven. Door globalisering en europeanisering wordt de belastingwetgeving in toenemende mate beïnvloed door internationale en Europese regelgeving. Hier wordt in de opleiding dan ook nadrukkelijk aandacht aan besteed. De bacheloropleiding Fiscale Economie is een beroepsgerichte opleiding en van de fiscaal econoom (afgestudeerde bachelor) wordt verwacht dat hij in staat is praktijkproblemen van fiscale aard op te lossen. Daarbij is ruim aandacht voor de problematiek van organisaties, in de bachelorfase met name die in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Voor het aankweken van een wetenschappelijke attitude is daarnaast volop aandacht voor wetssystematiek en wijze van rechtsvinding en methoden van economisch onderzoek. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A
Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de domeinen van het belastingrecht, de algemene economie en de bedrijfseconomie en is in staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het werk of beroep weerspiegelt. Kennis en inzicht bestaat eruit dat de afgestudeerde bachelor de
60
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen begrijpt en kan toepassen bij het analyseren van bedrijfssituaties en wetgeving. Tevens kan de afgestudeerde bachelor enigszins complexe fiscale vraagstukken oplossen betreffende natuurlijke personen en middenen kleinbedrijf. Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor over samenhangende basiskennis van en inzicht in de subdomeinen die het fiscaal economische subdomein ondersteunen en is hij of zij in staat deze toe te passen. Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.1 Organisatiekunde A.2 Marketing A.3 Financiering A.4 Accounting en Boekhouden De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van fiscale vraagstukken. Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.5 Micro-economie A.6 Macro-economie De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van fiscale vraagstukken. Binnen het subdomein van het belastingrecht heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.7 Nationaal belastingrecht A.8 Internationaal belastingrecht A.9 Europees belastingrecht A.10 Fiscaal Comptabele verantwoording De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen, bij het oplossen van fiscale vraagstukken. In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan het fiscale domein, heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in: A.11 Wiskunde A.12 Statistiek A.13 Financiële rekenkunde A.14 Recht (ondernemingsrecht en vermogensrecht) De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden relatief eenvoudige vraagstukken op te lossen en om deze te gebruiken bij het oplossen van fiscale vraagstukken.
61
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
B
Academische eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde fiscale regelgeving en het fiscaal functioneren van organisaties in met name het midden- en kleinbedrijf en van natuurlijke personen kan beoordelen, in staat is praktijkproblemen op te lossen en kan bijdragen aan het goed fiscaal functioneren van dit type organisaties en personen. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de fiscale economie. B.1
B.2
B.3
B.4 B.5
C
De afgestudeerde is in staat binnen de kaders van het fiscaal economische domein wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat relevante gegevens en informatie te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel een oordeel te vormen, een argumentatie op te zetten en/of een passende oplossing te ontwerpen. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het fiscaal economisch vakgebied en relevante aanpalende vakgebieden. De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op wetenschappelijke inzichten, regelgeving, alsmede op het fiscaal economisch functioneren van organisaties, in het bijzonder in het midden- en kleinbedrijf. Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het uitvoeren van onderzoek en het oplossen van fiscale problemen ten behoeve van het fiscaal goed laten functioneren van organisaties, met name in het MKB. C.1
C.2 C.3
D
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve en planningsvaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling. De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven. Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgactiviteiten
62
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
na de bachelorstudie. De afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie te doen, waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. D.1
D.2
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de bacheloropleiding.
Bijlage 1.7 BSc International Business and Management De bacheloropleiding International Business and Management is een interdisciplinaire academische opleiding die met name is gericht op praktische zaken. De opleiding heeft als doel studenten op te leiden met een solide academische basis op het gebied van het functioneren van en interveniëren in organisaties in diverse landen en culturen. De afgestudeerde bachelor is in staat om algemeen bedrijfsmanagement te combineren met de internationale context van de organisatie waarin hij/zij werkzaam is. Hij/zij heeft kennis van en inzicht in algemene bedrijfskunde en management, de belangrijkste gebieden van internationale bedrijfskunde en management en onderzoeksmethodologie. Hij/zij is in staat een interdisciplinaire en geïntegreerde benadering te gebruiken bij het definiëren, analyseren en oplossen van problemen in multinationale organisaties. De afgestudeerde bachelor is bovendien in staat onderzoek uit te voeren dat voldoet aan de wetenschappelijke normen binnen het managementveld en de wetenschap. Hij/zij beschikt over brede taal- en communicatievaardigheden waarmee hij/zij in staat is in een internationale context te functioneren. De doelen van de opleiding International Business and Management zijn vertaald in de volgende eindtermen of kwalificaties: A.
Algemeen management en internationale bedrijfskunde
A.1
De afgestudeerde bachelor heeft op halfgevorderd niveau kennis van en inzicht in theorieën, modellen en methoden op het gebied van algemeen management en is in staat deze toe te passen teneinde praktische problemen in nationale en internationale bedrijfskundige situaties te analyseren en op te lossen. De afgestudeerde bachelor heeft op halfgevorderd niveau kennis van en inzicht in theorieën, modellen en methoden op het gebied van internationale bedrijfskunde en management en is in staat deze toe te passen teneinde
A.2
63
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
praktische problemen in internationale bedrijfskundige situaties te analyseren en op te lossen. B.
Methodologische eindtermen
B.1
De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van de algemene methoden van bedrijfskundig onderzoek en is in staat deze in een internationale context toe te passen. De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van kwantitatieve en kwalitatieve methoden en is in staat deze in een internationale context toe te passen. De afgestudeerde bachelor is in staat onder begeleiding routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren dat past in de specifieke nationale en culturele setting, daarbij van de diverse stappen in de onderzoekscyclus doorlopend, en op basis hiervan organisatorische aanbevelingen te doen.
B.2
B.3
C.
Interdisciplinaire en integratieve eindtermen
C.1
De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in de aard, variatie en ontwikkeling van de theorie en praktijk van het besturen van internationale bedrijven, met inbegrip van de managementproblemen die komen kijken bij het ontwikkelen van internationale strategieën en het beheren van de werkzaamheden van bedrijven waarvan de activiteiten zich over de landsgrenzen uitstrekken. De afgestudeerde bachelor is in staat te beslissen welke kennis relevant is voor het definiëren, diagnosticeren en oplossen van problemen in multinationals, daarbij in het bijzonder lettend op de mogelijke interacties en relaties tussen problemen.
C.2
D.
Eindtermen op het gebied van kritisch denken
D.1
De afgestudeerde bachelor beschikt over cognitieve vaardigheden met betrekking tot kritisch denken, analyse en synthese. De afgestudeerde bachelor is in staat logisch en analytisch na te denken en een onderscheid te maken tussen essentiële en niet-essentiële zaken. De afgestudeerde bachelor beschikt over een kritische, onderzoekende en reflecterende houding. Hij/zij is in staat zich een kritisch oordeel te vormen over het eigen werk en dat van anderen en de gebruikte theorieën, modellen en methoden te verantwoorden.
D.2
E.
Sociaalcommunicatieve eindtermen
E.1
De afgestudeerde bachelor is in staat met anderen samen te werken en effectief te communiceren in internationale en multiculturele werkomgevingen. Hij/zij is in staat in een cultureel diverse doelgerichte projectgroep te werken en effectief te vergaderen en notuleren. De afgestudeerde bachelor is in staat taken te definiëren, plannen en toe te wijzen en de voortgang en implementatie ervan te bewaken.
E.2
64
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
E.3
E.5
De afgestudeerde bachelor heeft een uitstekende beheersing van het Engels en consultatiekennis van een tweede taal. Hij/zij is bovendien in staat een duidelijke mondelinge presentatie te houden en hierbij rekening te houden met cultuurverschillen. De afgestudeerde bachelor is in staat inzichtelijke argumenten te formuleren en vragen te bespreken en duidelijk te beantwoorden. De afgestudeerde bachelor is in staat een inzichtelijk verslag te schrijven.
F.
Studievaardigheden en carrièrebegeleiding
F.1
De afgestudeerde bachelor beschikt over de benodigde leervaardigheden en ‘feeling’ om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om zich met een hogere graad van autonomie verder te ontwikkelen. De afgestudeerde bachelor is zich bewust van de kenmerken van het mogelijke toekomstige beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken met betrekking tot verdiepende dan wel verbredende vakken tijdens de Bacheloropleiding IB&M en met betrekking tot het vervolg van zijn of haar carrière in de wetenschap of elders na het afstuderen.
E.4
F.2
Bijlage 1.8 BSc Technologiemanagement Het doel van de bacheloropleiding Technologiemanagement is om studenten op te leiden die in staat zijn een complex bedrijfsprobleem waar techniek een belangrijke rol speelt te analyseren, in teamverband op te lossen en oplossingen te ontwikkelen. Hiervoor dient de student te beschikken over wetenschappelijke kennis en vaardigheden op het gebied van bedrijfskunde en technologie, en over een academische attitude. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A.
Onderzoeksmethodologie & basiswetenschappen
De afgestudeerde is in staat ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek te verrichten en beschikt over de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden vanuit de basiswetenschappen. A.1
A.2
B.
De afgestudeerde heeft kennis en vaardigheden op het gebied van basiswetenschappen als Wiskunde, Operations Research, Programmeren en Statistiek. De afgestudeerde is in staat ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Bedrijfswetenschappen
De afgestudeerde heeft kennis en inzicht in de bedrijfskundige disciplines en beschikt over vaardigheid om de rol van technologie en organisatie rondom het primaire proces te herontwerpen.
65
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Context: De afgestudeerde heeft kennis en inzicht in bedrijfskundige disciplines die een belangrijke contextrol kunnen spelen in de beroepspraktijk van de technologiemanager. Deze disciplines betreffen: B.1 organizational behaviour B.2 marketing B.3 organisatiekunde (incl. systeemleer) B.4 bedrijfseconomie B.5 bedrijfsrecht Kern: De afgestudeerde heeft kennis, inzicht en vaardigheid in de bedrijfskundige disciplines die zich richten op het primaire proces. Deze disciplines betreffen: B.6 inrichting, besturing en verbetering van voortbrengingsprocessen, zowel binnen bedrijven (operations) als over bedrijven heen (supply chains) B.7 organisatie van daaraan gerelateerde financiële processen B.8 arbeidsorganisatie B.9 innovatiemanagement B.10 informatiemanagement B.11
Integratie: De afgestudeerde beschikt over vaardigheid om de rol van technologie en organisatie in het primaire proces te herontwerpen.
C.
Technische wetenschappen
De afgestudeerde is vertrouwd met door ingenieurs gebruikte technische denkkaders en ontwerpprincipes. C.1
De afgestudeerde is op inleidend niveau geïnformeerd over het begrippenkader en de methoden die ingenieurs gebruiken op technologisch gebied.
De afgestudeerde is vertrouwd met ontwerpprincipes in één van de volgende technische gebieden: C.2 discrete technologie C.3 informatietechnologie C.4 procestechnologie D.
Communicatieve/managementvaardigheden
De afgestudeerde beschikt over communicatieve en managementvaardigheden en kan samenwerken in teamverband. D.1
D.2
66
De afgestudeerde beschikt over essentiële communicatieve managementvaardigheden, zoals effectieve mondelinge en schriftelijke communicatie, effectief plannen, ethisch handelen, kunnen luisteren, onderhandelen en overtuigen. De afgestudeerde is geoefend in het samenwerken in teamverband en kan bijdragen aan teamvorming.
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
E.
Academische attitude
De afgestudeerde beschikt over een voor een academische beroepsuitoefening benodigde grondhouding. E.1 E.2 E.3
De afgestudeerde heeft de attitude om te blijven leren. De afgestudeerde heeft een open, maar tegelijk kritische houding ten opzichte van nieuwe ideeën en ontwikkelingen. De afgestudeerde heeft de attitude om mensen positief te benaderen.
67
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 2.
Propedeutische fase van de opleidingen
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 2.1 Propedeuse BSc Accountancy en Controlling De propedeutische fase van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
BSc Accountancy & Controlling/A&C 1 basisprogramma BSc A&C
vaknaam Micro-economie I BE/FE/A&C Organisatieontwerp Wiskunde I BE/FE/A&C Macro-economie I BE/FE/A&C Marketing I BE/FE/A&C Statistiek I BE/FE/A&C Financial Accounting I BE/FE/A&C Juridische grondslagen BE/FE/A&C Operations Management BE/FE/A&C Boekhouden BE/FE/A&C Financiering I BE/FE/A&C Internationale Economie I BE/A&C
vakcode EBP820B05 EBP814B05 EBP831B05 EBP813A05 EBP816A05 EBP824B05 EBP803A05 EBP004B05 EBP005B05 EBP001B05 EBP805A05 EBP811A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Bijlage 2.2 Propedeuse BSc Bedrijfseconomie De propedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2
68
BSc Bedrijfseconomie/BE 1 basisprogramma BSc BE
vaknaam Micro-economie I BE/FE/A&C Organisatieontwerp Wiskunde I BE/FE/A&C Macro-economie I BE/FE/A&C Marketing I BE/FE/A&C Statistiek I BE/FE/A&C
vakcode EBP820B05 EBP814B05 EBP831B05 EBP813A05 EBP816A05 EBP824B05
EC 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Financial Accounting I BE/FE/A&C Juridische grondslagen BE/FE/A&C Operations Management BE/FE/A&C Boekhouden BE/FE/A&C Financiering I BE/FE/A&C Internationale Economie I BE/A&C
EBP803A05 EBP004B05 EBP005B05 EBP001B05 EBP805A05 EBP811A05
5 5 5 5 5 5
V V V V V V
NL NL NL NL NL NL
Bijlage 2.3 Propedeuse BSc Bedrijfskunde De propedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfskunde omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 2.2
BSc Bedrijfskunde/Bdk 1 basisprogramma BSc Bdk
vaknaam Fundamenten van Operations Gedrag in organisaties Introductie in de Bedrijfskunde Bedrijfseconomie Organisatiekunde Statistiek Bedrijfskunde Informatiesystemen Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde Organisatie en managementtheorie Boekhouden Bedrijfskunde Economische grondslagen Juridische grondslagen Bedrijfskunde Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde
vakcode EBP611B05 EBP607A05 EBP620B05 EBP602A05 EBP619B05 EBP624A05 EBP669B05 EBP616A05 EBP626B05 EBP668B02 EBP614A05 EBP613A04 EBP625A04
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 2 5 4 4
V/K V V V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Bijlage 2.4 Propedeuse BSc Econometrics and Operations Research De propedeutische fase van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 1 basisprogramma BSc EOR
vaknaam English for EOR OR Modelling Mathematics I for EOR Microeconomics I for EOR Mathematics II for EOR
vakcode EBP002B05 EBP821B05 EBP011B05 EBP841A05 EBP012B05
EC 5 5 5 5 5
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN 69
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Probability Theory Marketing for EOR Multivariate Analysis Sampling and Estimation Finance I for E&BE/EOR Hypothesis Testing Statistical Modelling
EBP014A05 EBP010B05 EBP013A05 EBP015A05 EBP801A05 EBP016A05 EBP008A05
5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 2.5 Propedeuse BSc Economics and Business Economics De propedeutische fase van de bacheloropleiding Economics and Business Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 en 2.1 2.1-2 2.1 2.2 2.2
BSc Economics and Business Economics/E&BE 1 basisprogramma BSc E&BE
vaknaam English for E&BE
vakcode EBP837B06
EC 6
V/K taal V EN
Mathematics I for E&BE International Business I Microeconomics I for E&BE Financial Accounting for E&BE/IB&M Macroeconomics I for E&BE Statistics I for E&BE
EBP817A06 EBP808B05 EBP819A05 EBP802A05 EBP812A05 EBP822A07
6 5 5 5 5 7
V V V V V V
EN EN EN EN EN EN
Research Methods I for E&BE International Marketing Finance I for E&BE/EOR International Economics I for E&BE
EBP006B06 EBP661B05 EBP801A05 EBP810A05
6 5 5 5
V V V V
EN EN EN EN
Bijlage 2.6 Propedeuse BSc Fiscale Economie De propedeutische fase van de bacheloropleiding Fiscale Economie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 70
BSc Fiscale Economie 1
vaknaam Micro-economie I BE/FE/A&C Organisatieontwerp Wiskunde I BE/FE/A&C Macro-economie I BE/FE/A&C Marketing I BE/FE/A&C
vakcode EBP820B05 EBP814B05 EBP831B05 EBP813A05 EBP816A05
EC 5 5 5 5 5
V/K V V V V V
taal NL NL NL NL NL
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Statistiek I BE/FE/A&C Financial Accounting I BE/FE/A&C Juridische grondslagen BE/FE/A&C Operations Management BE/FE/A&C Boekhouden BE/FE/A&C Financiering I BE/FE/A&C Inleiding Fiscale Economie
EBP824B05 EBP803A05 EBP004B05 EBP005B05 EBP001B05 EBP805A05 EBP842A05
5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V
NL NL NL NL NL NL NL
Bijlage 2.7 Propedeuse BSc International Business and Management De propedeutische fase van de bacheloropleiding International Business and Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
BSc International Business & Management/IB&M 1
vaknaam English I for IB&M Introduction to International Business Global Supply Chain Management Organizational Structure Financial Accounting for E&BE/IB&M Organizational Behaviour for IB&M English II for IB&M International Marketing Quantitative Research Methods I International Economics for IB&M Management Accounting for IB&M Research Methodology for IB&M
vakcode EBP665B05 EBP003A05 EBP018A05 EBP670C05 EBP802A05 EBP654C05 EBP667B05 EBP661B05 EBP657B05 EBP660B05 EBP017A05 EBP662B05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 2.8 Propedeuse BSc Technologiemanagement De propedeutische fase van de bacheloropleiding Technologiemanagement omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2
BSc Technologiemanagement/TM 1 basisprogramma BSc TM
vaknaam Fundamenten van Operations Gedrag in organisaties Introductie in de Bedrijfskunde Bedrijfseconomie en boekhouden TM/TBK Organisatie en technologie I
vakcode EBP611B05 EBP607A05 EBP620B05 EBP630A05 EBP618A05
EC 5 5 5 5 5
V/K V V V V V
taal NL NL NL NL NL 71
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 2.2
72
Statistiek en stochastiek TM/TBK Algoritmiek Inleiding discrete technologie Wiskunde 1 voor TM Economische grondslagen Methoden en techn.ontwerpger. onderz. Inleiding informatietechnologie of Inleiding procestechnologie
EBP009A05 INALGTBK09 EBP608A05 WIW1TM-03 EBP614A05 EBP606B05 EBP609A05 CHTIPT05E
5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V KG KG
NL NL EN NL NL NL NL NL
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Bijlage 3.
Praktische oefeningen propedeuse
De volgende propedeutische onderdelen bevatten een praktische oefening die voorwaarde is voor toelating tot het tentamen: vaknaam Organisatie en technologie I
vakcode EBP618A05
praktische oefening excursie + eindverslag
73
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 4.
Postpropedeutische fase van de opleidingen
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 4.1 Postpropedeuse BSc Accountancy en Controlling De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 2.1 2.1 2.1
vaknaam Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc Belastingrecht 2 Gedrag in organisaties A&C Statistiek II A&C Business Research Methods BE/FE/A&C Management Accounting BE/FE/A&C Bedrijfsk. org.diagn. en vaardigh. Financiering II BE/FE/A&C IT-toepassingen A&C Boekhouden II A&C Financiële en Actuariële Rekenkunde Strategic Management Human Resource Management of Micro-economie II of Organisatieverandering
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 2.1-2
74
BSc Accountancy en Controlling/A&C 2 BSc A&C aansluitend op propedeuse A&C (=E&M/BE) vakcode RGAFI30103 RGMFI00406 EBB738C05 EBB875B03 EBB018A05 EBB846B05 EBB606A05 EBB823B05 EBB025A03 EBB017A05 EBB822A05 EBB649B05 EBB617A05 EBB853A05 EBB711A05
EC 3 6 5 3 5 5 5 5 3 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V KG KG KG
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL EN NL NL NL
EC 3 6 5 5 3 5 5
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL
BSc Accountancy en Controlling/A&C 2 BSc A&C na propedeuse Bedrijfskunde
vaknaam Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc Belastingrecht 2 Financieel beleid A&C Omgevingsanalyse Statistiek II A&C Marketing A&C Bedrijfsk. org.diagn. en vaardigh.
vakcode RGAFI30103 RGMFI00406 EBB675A05 EBB641A05 EBB875B03 EBB640A05 EBB606A05
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 1.2 1.2
Boekhouden Ib A&C Financiering II BE/FE/A&C Boekhouden II A&C Financiële en Actuariële Rekenkunde Strategic Management Management Acc. BE/FE/A&C of Operations Management
Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1
EBB016A03 EBB823B05 EBB017A05 EBB822A05 EBB649B05 EBB846B05 EBB644A05
3 5 5 5 5 5 5
V V V V V KG KG
NL NL NL NL EN NL NL
EC 10 10 5 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL EN NL NL
BSc Accountancy en Controlling/A&C 3
vaknaam Financial Accounting II BE/A&C** Internal Control: Grondslagen Ondernemingsrecht A&C/FE Voortgezet boekhouden Bachelorafstudeerwerkstuk A&C** Spec. Course OMC: Management Acc** Business & ICT A&C Theoretische inleid. Auditing & Control
vakcode EBB915A10 EBB918A10 EBB901B05 EBB807A05 EBB924A10 EBB884A10 EBB801A05 EBB943A05
Bijlage 4.2 Postpropedeuse BSc Bedrijfseconomie De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
BSc Bedrijfseconomie/BE 2 basisprogramma BSc BE
vaknaam Openbare Financiën Statistiek II BE Strategisch Management BE Business Research Methods BE/FE/A&C Management Accounting BE/FE/A&C Wiskunde II BE Engels BE IT-toepassingen BE Financiering II BE/FE/A&C Micro-economie II Business & ICT BE Marketing II BE
vakcode EBB856A05 EBB875B05 EBB843B05 EBB018A05 EBB846B05 EBB890B05 EBB021A05 EBB026A05 EBB823B05 EBB853A05 EBB808B05 EBB849A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL EN NL NL NL NL NL
75
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2
vaknaam Bachelorafstudeerwerkstuk BE** buitenlandminor** of facultaire minor of universitaire minor of
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
BSc Bedrijfseconomie/BE 3 basisprogramma BSc BE vakcode EBB926B10
keuzevakken BSc BE (20 EC zie lijst) vrije keuzeruimte post-prop.vakken
EC 10 30 30 30
V/K taal V NL KG EN KG KG
20 20
KG KG
NL
EC 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K K K K K K K K K K K K K
taal NL EN EN EN EN EN NL EN EN EN EN EN
BSc Bedrijfseconomie/BE 3 keuzevakken BSc BE
vaknaam Financial Accounting II BE/A&C** Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Finance** Spec. Course Marketing** Spec. Course OMC: Management Acc.** Spec. Course Operations & Supply Chains** Financial Accounting II BE/A&C** Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Finance** Spec. Course Marketing** Spec. Course OMC: Management Acc.** Spec. Course Operations & Supply Chains**
vakcode EBB915A10 EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB915A10 EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10
Bijlage 4.3 Postpropedeuse BSc Bedrijfskunde De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfskunde omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2
76
BSc Bedrijfskunde/Bdk 2 basisprogramma BSc Bdk
vaknaam Financieel beleid Bedrijfskunde Marketing Bedrijfskunde Omgevingsanalyse Informatiemanagement
vakcode EBB615A05 EBB639A05 EBB641A05 EBB727B05
EC 5 5 5 5
V/K V V V V
taal NL NL NL NL
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Operations Management Practicum I Bedrijfskunde Human Resource Management Organisatieverandering Practicum II Bedrijfskunde Management Accounting and Control Practicum III Bedrijfskunde Strategic Management
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB644A05 EBB725A05 EBB617A05 EBB711A05 EBB726A05 EBB636A05 EBB729A05 EBB649B05
5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V V
NL NL NL NL NL NL NL EN
EC 30 30 30
V/K taal KG EN KG KG
BSc Bedrijfskunde/Bdk 3 basisprogramma BSc Bdk
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam buitenlandminor** of facultaire minor of universitaire minor
vakcode
2.1-2
Bachelorafstudeerwerkstuk Bedrijfskunde**
EBB731A10 10
V
2.1-2
specialization course (zie lijst)
10
V
NL EN
2.2 2.2
Economisch recht Bedrijfskunde Management Game**
5 5
V V
NL NL
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2
EBB613A05 EBB637A05
BSc Bedrijfskunde/Bdk 3 keuzevakken BSc Bdk
vaknaam Ontwikkeling competenties**
vakcode EBB896A05
EC V/K taal 5 K NL
English Course for Business Admin.** Informaticarecht voor niet-juristen Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Finance** Spec. Course Marketing** Spec. Course OMC: Management Acc.** Spec. Course Operations & Supply Chains** Spec. Course Small Bus.&Entrepreneursh.** Healthcare Management International Economics and Trade Managementvaardigheden Project Management Purchasing Management E-Business
EBB614B05 RGARI70110 EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB732A05 EBB626A05 EBB697A05 EBB667A05 EBB742A05 EBB666A05
5 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K K
EN NL EN EN EN EN EN EN EN EN NL EN EN EN
77
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2
Knowledge Management English Course for Business Admin.** Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Finance** Spec. Course Marketing** Spec. Course OMC: Management Acc.** Spec. Course Operations & Supply Chains** Spec. Course Small Bus.&Entrepreneursh.** Spec. Course Strategy & Innovation Man.** Business & Supply Chain Marketing Knowledge Management & Innovation Ontwerpen van bedrijfskundige systemen Quality Management Work Organization and Job Design Business Ethics & Corporate Social Resp. Sports Economics
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
EBB724B05 EBB614B05 EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB658B10 EBB609A05 EBB723B05 EBB642A05 EBB669A05 EBB601B05 EBB608A05 EBB920A05
5 5 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K K K K
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN NL EN EN EN EN
V/K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN
BSc Bedrijfskunde/Bdk 3 specialization courses BSc Bdk
vaknaam Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Finance** Spec. Course Marketing** Spec. Course OMC: Man. Accounting** Spec. Course Operations & Supply Chains** Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship** Spec. Course Strategy & Innovation Man.**
vakcode EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB658B10
EC 10 10 10 10 10 10 10
Bijlage 4.4 Postpropedeuse BSc Econometrics and Operations Research De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2
78
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 2 basisprogramma BSc EOR
vaknaam Linear Algebra and Convexity Programming I for EOR Statistics IIa for EOR Difference- & Differential Equations
vakcode EBB851B05 EBB859A05 EBB876A05 EBB812A05
EC 5 5 5 5
V/K V V V V
taal EN EN EN EN
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Introduction to Operations Research Macroeconomics I for EOR Finance Theory and Modelling Introduction to Mathematical Economics Statistics IIb for EOR Introduction to Actuarial Science Introduction to Econometrics Programming II for EOR
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
vaknaam Game Theory Quantitative Finance Stochastic Models Dynamic Econometrics Risk Insurance Bachelor’s Thesis EOR keuzevak BSc EOR
2.1-2
vakken FEB (voor zover goedgekeurd)
sem 2.1-2 2.1-2 2.1
5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
EC 5 5 6 7 7 10 5
V/K V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN
15
V
EN
V/K K K K
taal EN EN EN
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 3 basisprogramma BSc EOR
sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB829A05 EBB027A05 EBB825A05 EBB830A05 EBB877A05 EBB827A05 EBB828A05 EBB860A05
vakcode EBB872A05 EBB839A05 EBB878A06 EBB813A07 EBB863A07 EBB925A10
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 3 keuzevakken BSc EOR
vaknaam Spec. Course Applied Operations Research Spec. Course Microeconometrics Spec. Course Generalized Linear Models
vakcode EBB888A10 EBB880B10 EBB883A05
EC 10 10 5
Bijlage 4.5 Postpropedeuse BSc Economics and Business Economics De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Economics and Businesss Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1
BSc Economics and Business Economics/E&BE 2 Economics
vaknaam Macroeconomics II Mathematics IIa for Economics
vakcode EBB841A05 EBB932A05
EC 5 5
V/K taal V EN V EN
79
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Public Finance Growth, Institutions and Business International Industrial Economics Mathematics IIb for Economics Econometrics for Economics Finance II for E&BE International Economics IIa for E&BE Applied Public Finance & Economic Policy Empirical Research Paper International Economics IIb for E&BE
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
V/K V V V V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
BSc Economics and Business Economics/E&BE 2 IE&B
vaknaam Macroeconomics II Mathematics IIa for Economics Public Finance Growth, Institutions and Business International Industrial Economics Mathematics IIb for Economics Econometrics for Economics Finance II for E&BE International Economics IIa for E&BE Applied Public Finance & Economic Policy Empirical Research Paper International Economics IIb for E&BE
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB861A05 EBB022A05 EBB836A05 EBB933A05 EBB814A05 EBB818A05 EBB003B05 EBB015A05 EBB020A05 EBB834B05
vakcode EBB841A05 EBB932A05 EBB861A05 EBB022A05 EBB836A05 EBB933A05 EBB814A05 EBB818A05 EBB003B05 EBB015A05 EBB020A05 EBB834B05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
BSc Economics and Business Economics/E&BE 3 Economics
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam buitenlandminor** of facultaire minor E&BE-Economics
vakcode
EC 30 30
V/K taal KG EN KG EN
2.1-2 2.1-2
Bachelor’s Thesis Economics keuzevak(ken) FEB
EBB908A10
10 10
V V
EN EN
2.1 2.1
Macroeconomics III Microeconomics III
EBB842A05 EBB852A05
5 5
V V
EN EN
80
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Opmerking: Een buitenlandminor voor Economics mag maximaal 5 EC bevatten aan niet-economische of niet-bedrijfskundige vakken, en slechts één taalcursus van maximaal 5 EC in de taal van de betreffende buitenlandse universiteit.
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 1.2 1.2
BSc Economics and Business Economics/E&BE 3 facultaire minor E&BE-Economics
vaknaam Spec. Course Finance** Spec. Course Political Economics History of Economic Thought Environmental Economics of Labour Economics of Spatial economics
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
vakcode EBB881A10 EBB886A10 EBB934A05 EBB898A05 EBB840A05 GEMSPECON
EC 10 10 5 5 5 5
V/K V V V KG KG KG
taal EN EN EN EN EN EN
BSc Economics and Business Economics/E&BE 3 IE&B
sem 1.1-2
vaknaam buitenlandminor**
vakcode
EC 30
V/K taal V EN
2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
Bachelor’s Thesis IE&B** Spec. Course IE&B 3e-jaars vak(ken) Economics of Development Economics of andere Spec.Course dan SC IE&B
EBB879A10 EBB029A10
10 10 10 10 10
V V KG KG KG
EBB811A10
EN EN EN EN EN
Opmerking: Een buitenlandminor voor IE&B mag maximaal 15 EC bevatten aan niet-economische of nietbedrijfskundige vakken, en slechts één taalcursus van maximaal 5 EC in de taal van de betreffende buitenlandse universiteit.
Bijlage 4.6 Postpropedeuse BSc Fiscale Economie De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Fiscale Economie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
BSc Fiscale Economie 2
vaknaam Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc Formeel Belastingrecht 1 vrije keuzeruimte 5 EC
vakcode EC RGAFI30103 3 RGBFI00106 6 5
V/K V V V
taal NL NL NL
81
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
Ondernemingsrecht A&C/FE Vermogensrecht Management Accounting BE/FE/A&C Inkomstenbelasting Winst Financiering II BE/FE/A&C Fiscaal Comptabele Verantwoording 1 Financiële en Actuariële Rekenkunde Successiewet voor Fiscalisten
Opleiding: Studiejaar:
EBB901B05 EBB889A05 EBB846B05 RGBFI00108 RGBFI00207 EBB823B05 RGBFI00504 EBB822A05 RGBFI00304
5 5 5 8 7 5 4 5 4
V V V V V V V V V
NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BSc Fiscale Economie 3
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Omzet- en Overdrachtsbelasting vrije keuzeruimte 5 EC
vakcode EC RGBFI00407 7 5
V/K taal V NL V NL
1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1
Openbare Financiën Staats- en Administratief recht Business Research Methods BE/FE/A&C Intro. to Internat. and European Tax Law Bachelorafstudeerwerkstuk FE** Vennootschapsbelasting Fiscaal Comptabele Verantwoording 2 Loonbelasting
EBB856A05 EBB873A05 EBB018A05 RGBFI50203 EBB927B10 RGBFI00110 RGBFI00104 RGBFI00204
V V V V V V V V
5 5 5 3 10 10 4 4
NL NL NL EN NL NL NL NL
Bijlage 4.7
Tweede fase Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) De tweede fase van het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2
82
Double Degree Programmes 1 Fudan-Groningen DD Joint Programme in International Economics & Business
vaknaam English for E&BE
vakcode EBP837B06
EC 6
V/K taal V EN
Global Development Studies Mathematics II for IE&B Statistics II for IE&B Growth, Institutions and Business
EBB921B05 EBB897B05 EBB874B05 EBB022A05
5 5 5 5
V V V V
EN EN EN EN
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
International Business Strategy International Industrial Economics Research Methods II for IE&B Finance II for E&BE International Economics IIa for E&BE Economics of Strategy International Economics IIb for E&BE
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB023A05 EBB836A05 EBB028A05 EBB818A05 EBB003B05 EBB019A05 EBB834B05
5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN
Double Degree Programmes 2 Fudan-Groningen DD Joint Programme in International Economics & Business
sem 2.1-2 2.1-2
vaknaam Bachelor’s Thesis IE&B** keuzevakken (goedgek. door progr.coord.)
vakcode EBB879A10
EC 10 10
V/K taal V EN V EN
2.1-2 1.1-2 1.1-2
Spec. Course IE&B keuzevakken (goedk. progr.coord.) of studie in het buitenland 30 EC**
EBB029A10
10 30 30
V KG KG
EN EN EN
Bijlage 4.8 Postpropedeuse BSc International Business and Management De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding International Business and Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.1-2 2.1-2
BSc International Business & Management/IB&M 2
vaknaam Financial Management for IB&M Information Systems Management International Economics and Trade International Business Law II Organizational Change for IB&M Statistics II for IB&M Comparative Country Studies Innovation Management in Multinationals Research Methods II for IB&M Business Ethics & Corporate Social Resp. Management Accounting & Inf. Man. French for IE&B/IB&M of Spanish for IE&B/IB&M
vakcode EBB631A05 EBB632A05 EBB626A05 EBB635A05 EBB634A05 EBB682A05 EBB686A05 EBB034A05 EBB633A05 EBB608A05 EBB845B05 EBB941B05 EBB894B05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V KG KG
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN FR SP
83
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Opleiding: Studiejaar:
BSc International Business & Management/IB&M 3
sem 1.1-2
vaknaam buitenlandminor**
vakcode
EC 30
V/K taal V EN
2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Bachelor’s Thesis IB&M** Managing Int. Business Organizations** International Strategic Management** International Financial Management**
EBB737A10 EBB638A10 EBB628A05 EBB627A05
10 10 5 5
V V V V
EN EN EN EN
Opmerking: Een buitenlandminor voor IB&M mag maximaal 15 EC bevatten aan niet-economische of nietbedrijfskundige vakken en slechts één taalcursus van maximaal 5 EC in de taal van de betreffende buitenlandse universiteit.
Bijlage 4.9 Postpropedeuse BSc Technologiemanagement De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Technologiemanagement omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
BSc Technologiemanagement/TM 2 Discrete Technologie
sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2
vaknaam Kern van discrete technologie Marketing Bedrijfskunde Wiskunde 2 voor TM Mechanica voor TBK/TM Operations Research 1 Organisatie en technologie II keuzevakken BSc TM (zie lijst)
vakcode TBDT05E EBB639A05 WIW2TM-03 NAMECH05E EBB857A05 EBB646A05
EC 5 5 5 5 5 5 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL
2.1 2.1 2.2 2.2
Production Organization and Control Work Organization and Job Design Financial Management for TM Management Accounting and Control
EBB650B05 EBB601B05 EBB751B05 EBB636A05
5 5 5 5
V V V V
EN EN EN NL
V/K V V V
taal NL NL NL
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1
84
BSc Technologiemanagement/TM 2 Informatietechnologie
vaknaam Business Modelling Marketing Bedrijfskunde Wiskunde 2 voor TM
vakcode EBB656B06 EBB639A05 WIW2TM-03
EC 6 5 5
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Databases TM/TBK Operations Research 1 Organisatie en technologie II Object-georienteerd ontwerpen Production Organization and Control Work Organization and Job Design Financial Management for TM Informatievisualisatie in organisaties Management Accounting and Control
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB610B05 EBB857A05 EBB646A05 EBB676A06 EBB650B05 EBB601B05 EBB751B05 EBB696A04 EBB636A05
5 5 5 6 5 5 5 4 5
V V V V V V V V V
EN NL NL NL EN EN EN NL NL
BSc Technologiemanagement/TM 2 Procestechnologie
sem 1.1 1.1 1.1 1.2
vaknaam Kern van procestechnologie Marketing Bedrijfskunde Wiskunde 2 voor TM keuzevak BSc TM (zie lijst)
vakcode TBPT05E EBB639A05 WIW2TM-03
EC 5 5 5 5
V/K V V V V
taal NL NL NL NL
1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Operations Research 1 Organisatie en technologie II Eenfase reactoren Production Organization and Control Work Organization and Job Design Financial Management for TM Fysische transportverschijnselen 1 Management Accounting and Control
EBB857A05 EBB646A05 CHEFR-10 EBB650B05 EBB601B05 EBB751B05 CHTFTV105E EBB636A05
5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V V
NL NL NL EN EN EN NL NL
EC 5 5 5 5 5 5 15 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL EN NL NL EN NL EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2
BSc Technologiemanagement/TM 3 Discrete Technologie
vaknaam Bedrijfsrecht Materiaalkunde en ontwerpen (C) Productieplanning en -beheersing Applied manufacturing management Information Management TM Organisatie, technologie en verandering Bachelor’s Thesis TM** Business & Supply Chain Marketing Ontwerpen en construeren voor TBK/TM Management of Product Innovation
vakcode EBB607A05 NAMATK-09 EBB651A05 TBAMM05E EBB620A05 EBB647B05 EBB643B15 EBB609A05 TBOC05E EBB652B05
85
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
BSc Technologiemanagement/TM 3 Informatietechnologie
sem 1.1-2
vaknaam keuzevakken BSc TM (zie lijst)
vakcode
EC 10
V/K taal V NL
1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2
Bedrijfsrecht Productieplanning en -beheersing Architectuur en infrastructuur Organisatie, technologie en verandering Bachelor’s Thesis TM** Business & Supply Chain Marketing Business Intelligence (bachelor) Management of Product Innovation
EBB607A05 EBB651A05 EBB665A05 EBB647B05 EBB643B15 EBB609A05 EBB032A05 EBB652B05
5 5 5 5 15 5 5 5
V V V V V V V V
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
NL NL NL NL NL EN EN EN
BSc Technologiemanagement/TM 3 Procestechnologie
sem 1.1-2
vaknaam keuzevak BSc TM (zie lijst)
vakcode
EC 5
V/K taal V NL
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2
Bedrijfsrecht General process equipment (C) Productieplanning en -beheersing Information Management TM Organisatie, technologie en verandering Bachelor’s Thesis TM** Business & Supply Chain Marketing Producttechnologie Management of Product Innovation
EBB607A05 CHTGPE05E EBB651A05 EBB620A05 EBB647B05 EBB643B15 EBB609A05 CHTPT05E EBB652B05
5 5 5 5 5 15 5 5 5
V V V V V V V V V
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2
86
NL NL NL EN NL NL EN NL EN
BSc Technologiemanagement/TM 3 keuzevakken BSc TM
vaknaam Ontwikkeling competenties**
vakcode EBB896A05
EC V/K taal 5 K NL
English Course for Business Admin.** Informaticarecht voor niet-juristen Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Finance**
EBB614B05 RGARI70110 EBB661A10 EBB881A10
5 10 10 10
K K K K
EN NL EN EN
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
Spec. Course Marketing** Spec. Course OMC: Management Acc.** Spec. Course Operations & Supply Chains** Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship** Healthcare Management International Economics and Trade Managementvaardigheden Project Management Purchasing Management E-Business Knowledge Management Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Finance** Spec. Course Marketing** Spec. Course OMC: Management Acc.** Spec. Course Operations & Supply Chains** Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship** Spec. Course Strategy & Innovation Man.** Knowledge Management & Innovation Quality Management Business Ethics & Corporate Social Resp. Sports Economics
EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB732A05 EBB626A05 EBB697A05 EBB667A05 EBB742A05 EBB666A05 EBB724B05 EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB658B10 EBB723B05 EBB669A05 EBB608A05 EBB920A05
10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K
EN EN EN EN EN EN NL EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
87
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 5.
Praktische oefeningen postpropedeuse
De volgende postpropedeutische onderdelen bevatten een praktische oefening die voorwaarde is voor toelating tot het tentamen: vaknaam Architectuur en infrastructuur Bachelor’s Thesis TM Business Intelligence (bachelor) Financial Management for TM Financieel beleid A&C Operations Research 1
88
vakcode EBB665A05 EBB643B15 EBB032A05 EBB751B05 EBB675A05 EBB857A05
praktische oefening paper vaardighedenmodule final report + review FAT-practicum FOP-practicum Online spel
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Bijlage 6.
Schakelprogramma’s
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 6.1
Pre-Masterprogramma A&C, voorbereidend op MSc Accountancy en Controlling Het Nederlandstalige Pre-masterprogramma Accountancy, voorbereidend op de Masteropleiding Accountancy en Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
HBO-pre-masterprogramma’s (Nederlandstalig) 1 A&C voor HBO-BE
vaknaam Belastingrecht 2 Financial Accounting II BE/A&C** Internal Control: Grondslagen Ondernemingsrecht A&C/FE Statistiek A&C Voortgezet boekhouden Bachelorafstudeerwerkstuk A&C** Spec. Course OMC: Management Acc.** Business & ICT A&C Financiële en Actuariële Rekenkunde
vakcode RGMFI00406 EBB915A10 EBB918A10 EBB901B05 EBP019A05 EBB807A05 EBB924A10 EBB884A10 EBB801A05 EBB822A05
EC 6 10 10 5 5 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL EN NL NL
Bijlage 6.2
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Change Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Change Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Change Management
vaknaam Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Project Management Business Research Methods for Pre-MSc
vakcode EBS002A05 EBS003A05 EBB667A05 EBS001A10
EC 5 5 5 10
V/K V V V V
taal EN EN EN EN
89
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
Organizational Change for IB&M Research Paper for Pre-MSc BA CM Introduction to HRM Work Organization and Job Design Business Ethics & Corporate Social Resp. Strategic Management
EBB634A05 EBS006A10 EBB740A05 EBB601B05 EBB608A05 EBB649B05
5 10 5 5 5 5
V V V V V V
EN EN EN EN EN EN
Bijlage 6.3
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Organizational and Management Control Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Organizational and Management Control omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Organizational & Management Control/O&MC
vaknaam Healthcare Management Mathematics for Pre-MSc Purchasing Management Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M Research Paper for Pre-MSc O&SC Spec. Course Operations & Supply Chains** Production Organization and Control Management Accounting for IB&M
vakcode EBB732A05 EBS002A05 EBB742A05 EBS001A10 EBB634A05 EBS010B10 EBB660A10 EBB650B05 EBP017A05
EC 5 5 5 10 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 6.4
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Small Business and Entrepreneurship Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Small Business and Entrepreneurship omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2
90
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Small Business & Entrepreneurship/SB&E
vaknaam Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Project Management Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M
vakcode EBS002A05 EBS003A05 EBB667A05 EBS001A10 EBB634A05
EC 5 5 5 10 5
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Research Paper for Pre-MSc BA SB&E Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship** Introduction to HRM Strategic Management
EBS012A10 EBB887A10 EBB740A05 EBB649B05
10 10 5 5
V V V V
EN EN EN EN
Bijlage 6.5
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA – Strategic Innovation Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA – Strategic Innovation Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Strategic Innovation Management/SIM
vaknaam Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Project Management Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M Research Paper for Pre-MSc BA SIM Spec. Course Strategy & Innovation Man.** Quality Management Strategic Management
vakcode EBS002A05 EBS003A05 EBB667A05 EBS001A10 EBB634A05 EBS011B10 EBB658B10 EBB669A05 EBB649B05
EC 5 5 5 10 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 6.6 Pre-Masterprogramma Finance, voorbereidend op MSc Finance Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Finance, voorbereidend op MSc Finance omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc Finance
vaknaam Macroeconomics II Mathematics for Pre-MSc Microeconomics I for E&BE Business Research Methods for Pre-MSc Financial Accounting for E&BE/IB&M Research Paper for Pre-MSc Finance Spec. Course Finance** International Economics IIa for E&BE Business Ethics & Corporate Social Resp.
vakcode EBB841A05 EBS002A05 EBP819A05 EBS001A10 EBP802A05 EBS007B10 EBB881A10 EBB003B05 EBB608A05
EC 5 5 5 10 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
91
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 6.7
Pre-Masterprogramma Human Resource Management, voorbereidend op MSc Human Resource Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Human Resource Management, voorbereidend op MSc Human Resource Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc Human Resource Management/HRM
vaknaam Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Project Management Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M Research Paper for Pre-MSc HRM Introduction to HRM Work Organization and Job Design Business Ethics & Corporate Social Resp. Strategic Management
vakcode EBS002A05 EBS003A05 EBB667A05 EBS001A10 EBB634A05 EBS013A10 EBB740A05 EBB601B05 EBB608A05 EBB649B05
EC 5 5 5 10 5 10 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 6.8
Pre-Masterprogramma International Business & Management, voorbereidend op MSc International Business and Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma International Business & Mamagement, voorbereidend op MSc International Business & Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
92
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc International Business & Management/IB&M
vaknaam Managing Int. Business Organizations** International Economics and Trade Mathematics for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Research Paper for Pre-MSc IB&M Innovation Management in Multinationals International Strategic Management** Business Ethics & Corporate Social Resp. International Financial Management**
vakcode EBB638A10 EBB626A05 EBS002A05 EBS001A10 EBS014A10 EBB034A05 EBB628A05 EBB608A05 EBB627A05
EC 10 5 5 10 10 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Bijlage 6.9
Pre-master Programme International Economics & Business voorbereidend op MSc International Economics and Business Het Engelstalige Pre-Masterprogramma International Economics and Business voorbereidend op MSc International Economics and Business omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Pre-Master-programma’ s (Engelstalig) 1 Pre-MSc International Economics & Business/IE&B
vaknaam Mathematics for Pre-MSc Microeconomics I for E&BE Statistics II for IE&B Business Research Meth. for Pre-MSc IE&B International Business Strategy International Industrial Economics Research Paper for Pre-MSc IE&B Spec. Course IE&B International Economics IIa for E&BE International Economics IIb for E&BE
vakcode EBS002A05 EBP819A05 EBB874B05 EBS001A05 EBB023A05 EBB836A05 EBS015A10 EBB029A10 EBB003B05 EBB834B05
EC 5 5 5 5 5 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 6.10
Pre-Masterprogramma Marketing, voorbereidend op MSc Marketing Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Marketing, voorbereidend op MSc Marketing omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc Marketing
vaknaam Spec. Course Marketing** Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Research Paper for Pre-MSc Marketing Spec. Course Strategy & Innovation Man.** Introduction to HRM Strategic Management
vakcode EBB937A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBS008B10 EBB658B10 EBB740A05 EBB649B05
EC 10 5 5 10 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN
93
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 6.11
Pre-Masterprogramma Supply Chain Management, voorbereidend op MSc Supply Chain Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Supply Chain Management, voorbereidend op MSc Supply Chain Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc Supply Chain Management/SCM
vaknaam Healthcare Management Mathematics for Pre-MSc Purchasing Management Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M Research Paper for Pre-MSc O&SC Spec. Course Operations & Supply Chains** Production Organization and Control Management Accounting for IB&M
vakcode EBB732A05 EBS002A05 EBB742A05 EBS001A10 EBB634A05 EBS010B10 EBB660A10 EBB650B05 EBP017A05
EC 5 5 5 10 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 6.12
Pre-Master Programma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management (Nederlandstalig) Het Nederlandstalige Pre-Masterprogramma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2
94
HBO-schakelprogramma s (Nederlandstalig) 1 Pre-MSc Technologiemanagement/TM (Nederlandstalig)
vaknaam
vakcode
EC
V/K taal
Organization Theory & Design for Pre-MSc Productieplanning en -beheersing Wiskunde 2 voor TM Business Research Methods for Pre-MSc Organisatie, technologie en verandering Bachelor’s Thesis TM** Business & Supply Chain Marketing Production Organization and Control Management of Product Innovation
EBS003A05 EBB651A05 WIW2TM-03 EBS001A10 EBB647B05 EBB643B15 EBB609A05 EBB650B05 EBB652B05
5 5 5 10 5 15 5 5 5
V V V V V V V V V
EN NL NL EN NL NL EN EN EN
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Bijlage 6.13
Pre-Masterprogramma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management/TM (Engels) Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Technology Management, voorbereidend op MSc Technology Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Programme: Year: Profile: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
Pre-MSc Programmes (Engelstalig) 1 Pre-MSc Technology Management/TM (Engelstalig)
vaknaam Spec. Course Operations & Supply Chains** Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Research Paper for Pre-MSc TM Business & Supply Chain Marketing Production Organization and Control Financial Management for TM Management of Product Innovation
vakcode EBB660A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBS016A10 EBB609A05 EBB650B05 EBB751B05 EBB652B05
EC 10 5 5 10 10 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
95
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 7.
Minor Ondernemerschap
De minor Ondernemerschap wordt in het Nederlands gegeven en omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
96
Minor Ondernemerschap 3
vaknaam Intern ondernemerschap Introductie ondernemerschap Zelf ondernemen
vakcode EBB002A10 EBB004A10 EBB011A10
EC 10 10 10
V/K V V V
taal NL NL NL
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Bijlage 8.
Geaccepteerde HBO diploma’s Pre-MSc-programma’s
Pre-masterprogramma MSc Accountancy en Controlling – Accountancy – Bedrijfseconomie Pre-Masterprogramma’s MSc BA Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma MSc Finance Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma MSc HRM Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma MSc IB&M Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma Msc IE&B Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma MSc Marketing Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma MSc Supply Chain Management Alle HBO-diploma’s Pre-Master programma’s MSc Technology Management – Alle technische HBO-diploma’s – Alle bedrijfskundige HBO-diploma’s – Alle academische technische bachelordiploma’s.
97
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 9.
Substitutieregelingen
Algemene opmerkingen, geldend voor alle substitutieregelingen: – Een bachelor programma omvat tenminste 180 EC – Indien na substitutie het propedeutisch programma minder dan 60 EC bevat wordt de propedeusebul uitgereikt zodra na het behalen van een (of meer) tweedejaarsvakken de 60 EC-grens is gepasseerd. – Een eventueel overschot aan behaalde EC’s tijdens de propedeuse kan gebruikt worden om de vrije keuzeruimte in te vullen. Bijlage 9.1 Substitutieregelingen BSc Accountancy en Controlling Studenten van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeuse van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2010-2011. Substitutieregelingen BSc Accountancy & Controlling voor studenten die zijn ingestroomd via de propedeuse Bedrijfskunde Studenten van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeuse Bedrijfskunde nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2010-2011. Bijlage 9.2 Substitutieregelingen BSc Bedrijfseconomie Studenten van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeuse van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2010-2011.
98
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Studenten van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige derde jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2011-2012 3e jaar BSc Bedrijfseconomie Oud programma Substitutievakken (3e studiejaar 2009-2010) 2011-2012 Management Accounting II Spec. Course OMC (5 EC) (10 EC) EBB919A05 Bachelorafstudeerwerkstuk BE Business Research Methods “oude stijl” (10 EC) BE/FE/A&C (5 EC) EBB926A10 én Bachelorafstudeerwerkstuk BE (10 EC)
Vakcodes 2011-2012 EBB884A10
EBB018A05
EBB926B10
Opmerking: Met ingang van september 2010 is de verplichting tot het volgen van een Algemeen Vormend Vak vervallen. Studenten die vóór september 2008 met de bacheloropleiding Bedrijfseconomie zijn begonnen en nog geen Algemeen Vormend Vak gevolgd hebben, moeten als substituut voor het Algemeen Vormend Vak een keuzevak opvoeren. Dit keuzevak dient een niet bedrijfskundig-economisch georiënteerd vak te zijn en mag geen overlap vertonen met andere (keuze)vakken van het programma – dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kunnen niet als substituut voor een Algemeen Vormend Vak dienen.
Bijlage 9.3 Substitutieregelingen BSc Bedrijfskunde Studenten van de bacheloropleiding Bedrijfskunde die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeuse van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2009-2010. Met ingang van september 2010 is de verplichting tot het volgen van een Algemeen Vormend Vak vervallen. Studenten die vóór september 2008 met de bacheloropleiding Bedrijfskunde zijn begonnen en nog geen Algemeen Vormend Vak gevolgd hebben, moeten als substituut voor het Algemeen Vormend Vak een keuzevak opvoeren. Dit keuzevak dient een niet bedrijfskundig-economisch georiënteerd vak te zijn en mag geen overlap vertonen met andere (keuze)vakken van het programma – dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kunnen niet als substituut voor een Algemeen Vormend Vak dienen. Studenten van de bacheloropleiding Bedrijfskunde die vóór september 2008 met de opleiding zijn begonnen en zijn overgestapt naar de minorstructuur, dienen te voldoen aan de eisen zoals die in het kader van de te volgen minor gelden.
99
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 9.4 Substitutieregelingen BSc Econometrics and Operations Research Studenten van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research die in 2007-2008 met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeusevan de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2010-2011. Studenten van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige derde jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2011-2012 3e jaar BSc Econometrics and Operations Reserach Oud programma Substitutievakken Vakcodes e (3 studiejaar 2009-2010) 2011-2012 2011-2012 AVV (5 EC) vak van FEB (voor zover goedgekeurd) (5 EC) Spec. Course Microeconometrics Spec. Course EBB880B10 (5 EC, EBB880B05) Microeconometrics (10 EC) Opmerkingen: – Elk individueel programma moet in het eerste of tweede jaar zowel een marketingvak als een macro-economisch vak bevatten. – Als het overgangsprogramma 1 of 2 EC minder bevat dan de voorgeschreven 60 ECstudiepunten, kan dit worden gecompenseerd d.m.v. uitbreiding van de bachelorscriptie. – In gevallen waarin bovenstaande geen uitsluitsel biedt, beslist de opleidingsdirecteur.
Bijlage 9.5 Substitutieregelingen BSc Economics and Business Economics Studenten van de bacheloropleiding Economics and Business Economics die in 20072008 met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeuse van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding Economics and Business Economics die in 20072008 met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding Economics and Business Economics die in 20072008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige derde jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2010-2011.
100
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Bijlage 9.6 Substitutieregelingen BSc Fiscale Economie Studenten van de bacheloropleiding Fiscale Economie die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeuse van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding Fiscale Economie die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die is opgenomen in de OER van 2010-2011. Studenten van de bacheloropleiding Fiscale Economie die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige derde jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2011-2012 3e jaar BSc Fiscale Economie Oud programma Substitutievakken (3e studiejaar 2009-2010) 2011-2012 Financiering II FE (6 EC) Financiering II BE/FE/A&C EBB928A06 (5 EC) Fiscaal Compt Verantwoording 2 Fiscaal Compt voor FE (2 EC) Verantwoording 2 (4 EC) RGAFI30202 Staats- en Administratief recht (6 Staats- en Administratief EC) recht (5 EC) EBB873A06 Bachelorafstudeerwerkstuk FE (10 Business Research Methods EC) EBB927A10 BE/FE/A&C (5 EC) én Bachelorafstudeerwerkstuk FE (10 EC)
Vakcodes 2011-2012 EBB823B05 RGAFI00104
EBB873B05
EBB018A05
EBB927B10
Opmerking: Wanneer een vak wordt vervangen door een vak met een lager aantal EC’s, dan dient het tekort aan EC’s te worden gecompenseerd door extra verkregen EC’s via andere substituties en/óf extra verkregen EC’s via extra afgeronde post-propedeutische keuzevakken.
Bijlage 9.7 Substitutieregelingen BSc International Business and Management Studenten van de bacheloropleiding International Business and Management die in 2007-2008 met de opleiding zijn begonnen en de toenmalige propedeuse van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2008-2009. Studenten van de bacheloropleiding International Business and Management die in 2007-2008 met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de
101
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten van de bacheloropleiding International Business and Management die in 2008-2009 of later met de opleiding zijn begonnen en de propedeuse van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2011-2012 1e jaar BSc International Business and Management Oud programma Substitutievakken Vakcodes (1e studiejaar 2008-2009) 2011-2012 2011-2012 International Management I Organizational Structure EBP670C05 (EBP670B05) International Management II Organizational Behaviour EBP654C05 (EBP654B05) for IB&M Statistics I for IB&M (EBP657A05) Quantitative Research EBP657B05 Methods I Economics for International International Economics for EBP660B05 Business (EBP660A05) IB&M Research Methods I for IB&M Research Methodology for EBP662B05 (EBP662A05) IB&M Bijlage 9.8 Substitutieregelingen BSc Technologiemanagement Studenten van de bacheloropleiding Technologiemanagement die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige derde jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2011-2012 3e jaar BSc Technologiemanagement Oud programma (3e studiejaar 2009-2010) Fysische systemen voor TM (NAFSYS04E) Kennisgebaseerde DSS (6EC) Ontwerppraktijk/bachelorafstud. Werkstuk TM (EBB643A10) en Ontwerpen van Bedrijfskundige systemen (EBB642A05) Ontwerpen van Bedrijfskundige Systemen (EBB642A05) Product Development
102
Substitutievakken 2011-2012 keuzevak TM
Vakcodes 2011-2012
Business Intelligence (bachelor) (5 EC) Bachelor’s Thesis TM
EBB032A05
Ontwerpen van bedrijfskundige systemen Management of Product Innovation
TBOBS-11
EBB643B15
EBB652B05
Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen en -programma’s 2011-2012
Opmerking: Extra punten die vanwege de substitutieregeling worden verkregen mogen aangewend worden ten behoeve van de beschikbare keuzeruimte in de bacheloropleiding Technologiemanagement.
103
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012 Paragraaf 1. Algemene Bepalingen Artikel 1.1
Toepasselijkheid van de regeling
1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de tentamens en de examens van de navolgende masteropleidingen: a) Accountancy en Controlling (A&C) b) Business Administration (BA) c) Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies (EORAS) d) Economics e) Fiscale Economie (FE) f) Human Resource Management (HRM) g) International Business and Management (IB&M) h) International Economics and Business (IE&B) i) Technology Management (TM) j) Economics and Business (Research Master) k) Executive Master of Accountancy (EMA) l) Executive Master of Finance and Control (EMFC) m) Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Economie en Bedrijfswetenschappen (Lerarenopleiding) n) Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs in Algemene Economie o) Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs in Management en Organisatie hierna te noemen: de opleidingen, en op alle studenten die voor een van de opleidingen staan ingeschreven. 2. De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. 3. Deze OER is ook van toepassing op studenten van andere faculteiten of onderwijsinstellingen, voor zover ze onderdelen van een van de opleidingen volgen. 4. Voor de onderdelen die studenten van deze opleidingen volgen bij andere faculteiten of onderwijsinstellingen geldt de OER van de desbetreffende opleiding, faculteit of instelling en is de desbetreffende examencommissie bevoegd. 5. De Lerarenopleidingen (artikel 1.1.m - 1.1.o) worden gezamenlijk aangeboden door de faculteit en het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De faculteit is de verantwoordelijke (penvoerder) voor de opleidingen. 6. Het traject International Financial Management van de opleiding International Business and Management wordt verzorgd door de faculteit in samenwerking met het Department of Business Studies van Uppsala University in Zweden.
104
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Artikel 1.2
Begripsbepalingen.
In deze regeling wordt verstaan onder: a) de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW); b) student:13 degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van een van de opleidingen; c) opleiding: een van de masteropleidingen genoemd in artikel 1.1 van deze regeling; d) traject een variant binnen een opleiding die leidt tot een diploma; e) profiel een variant binnen een traject van een opleiding die leidt tot een diploma; f) doorstroomde opleiding waarvoor van rechtswege toegang wordt masteropleiding verleend op grond van een daartoe aangewezen bacheloropleiding g) studiepunt: eenheid waarin de studielast van de onderwijsonderdelen wordt uitgedrukt, waarbij één studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; h) ECTS-credit internationale eenheid voor het uitdrukken van de (EC): studielast, waarbij één ECTS-credit (EC), volgens het European Credit Transfer System, gelijk staat aan één studiepunt, oftewel 28 uur studeren; i) onderdeel onderwijseenheid van de opleiding, als bedoeld in art. 7.3 van de wet; j) vak: onderwijseenheid als bedoeld in art. 7.3 van de wet k) practicum: een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: – het maken van een scriptie; – het maken van een werkstuk of een proefontwerp; – het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; – het deelnemen aan veldwerk of een excursie; – het doorlopen van een stage; of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; l) specialization onderdeel bedoeld ter voorbereiding op een traject course: (specialization) of profiel in de aansluitende masteropleiding;
13
In deze regeling wordt gemakshalve uitsluitend de verwijzing ‘hij’ gebruikt.
105
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
m)
tentamen:
onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het examen; n) deeltentamen: een gedeelte van een tentamen dat op een afwijkende plaats en tijd wordt afgenomen; o) examen: het afsluitend masterexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele masteropleiding is voldaan; p) examinator: degene die door de examencommissie is aangewezen om tentamens en examens af te nemen; q) studiejaar het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; r) semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. Een semester kan worden verdeeld in twee blokken; s) Ocasys internetdatabase (http://www.rug.nl/ocasys/feb) waarin de programma’s van de opleidingen en de inhoud van de onderdelen van de opleidingen nader worden omschreven. t) lerarenopleiding opleiding die opleidt tot een eerstegraads leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak, welke wordt verzorgd door het UOCG onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie van de faculteit; u) duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7a, lid 3 van de wet. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3
Doel van de opleidingen
1. Het doel van de masteropleiding Accountancy en Controlling staat vermeld in bijlage 1.1. 2. Het doel van de masteropleiding Business Administration staat vermeld in bijlage 1.2. 3. Het doel van de masteropleiding Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies staat vermeld in bijlage 1.3. 4. Het doel van de masteropleiding Economics staat vermeld in bijlage 1.4. 5. Het doel van de masteropleiding Fiscale Economie staat vermeld in bijlage 1.5. 6. Het doel van de masteropleiding Human Resource Management staat vermeld in bijlage 1.6. 7. Het doel van de masteropleiding International Business and Management staat vermeld in bijlage 1.7.
106
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
8. Het doel van de masteropleiding International Economics and Business staat vermeld in bijlage 1.8. 9. Het doel van de masteropleiding Technology Management staat vermeld in bijlage 1.9. 10. Het doel van de masteropleiding Economics and Business staat vermeld in bijlage 1.10. 11. Het doel van de masteropleiding Executive Master of Accountancy staat vermeld in bijlage 1.11. 12. Het doel van de masteropleiding Executive Master of Finance and Control staat vermeld in bijlage 1.12. 13. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen wordt verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 17, die een integraal onderdeel is van deze regeling. 14. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Algemene Economie en de Lerarenopleiding Management en Organisatie wordt verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 18, die een een integraal onderdeel is van deze regeling. Artikel 1.4
Vorm van de opleidingen
1. De volgende masteropleidingen worden voltijds verzorgd: a) Accountancy en Controlling (A&C) b) Business Administration (BA) c) Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies (EORAS) d) Economics e) Fiscale Economie (FE) f) Human Resource Management (HRM) g) International Business and Management (IB&M) h) International Economics and Business (IE&B) i) Technology Management (TM) j) Economics and Business (Research Master) 2. Duaal verzorgd worden: a) de Executive Master of Accountancy (EMA) b) de Executive Master of Finance and Control (EMFC). c) de Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen d) de Lerarenopleiding Algemene Economie e) de Lerarenopleiding Management en Organisatie, 3. Het traject General Management van de opleiding Business Administration wordt in deeltijd verzorgd. Artikel 1.5
Iudicium abeundi
1. In geval van ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen van een student kan het College van Bestuur in bijzondere gevallen na advies van de Examencommissie of van het faculteitsbestuur de inschrijving van een student beëindigen.
107
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
2. Het College van Bestuur neemt een beslissing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel eerst nadat de betreffende student is gehoord omtrent de voorgenomen beslissing, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat de student door zijn/haar gedragingen en/of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem/haar gevolgde studie opleidt, danwel voor de praktische voorbereiding op die beroepsopleiding. Het faculteitsbestuur, de Examencommissie en het College van Bestuur nemen daarbij het Protocol Iudicium Abeundi in acht zoals dit door de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra op 1 november 2010 is vast gesteld.
108
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen Artikel 2.1
Studielast
1. De masteropleiding Economics and Business (Research Master) en de Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen hebben een studielast 120 EC. 2. Het traject International Financial Management van de masteropleiding International Business and Management heeft een studielast van 90 EC. 3. De Executive Master of Accountancy en de Executive Master of Finance and Control hebben een studielast van 70 EC. 4. Alle andere masteropleidingen waarop deze OER van toepassing is, hebben een studielast van 60 EC. 5. Het studieprogramma van studenten die willen afstuderen in twee afzonderlijke RUG-masteropleidingen of –trajecten, mag maximaal 20 EC aan overlappende onderdelen bevatten, een eventuele gemeenschappelijke scriptie niet meegeteld. Als het dubbele masterprogramma één of twee trajecten van de master Economics and Business (Research Master) omvat, mag het maximaal 40 EC aan overlappende onderdelen bevatten, een eventuele gemeenschappelijke scriptie niet meegeteld. Een gemeenschappelijke scriptie dient te voldoen aan de eisen die beide opleidingen of trajecten daaraan stellen. 6. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s. Artikel 2.2
Trajecten en profielen
De opleidingen kennen de volgende trajecten en profielen Masteropleiding Trajecten Accountancy en Controlling Accountancy Controlling Business Administration Business and ICT Business Development Change Management Finance General Management Marketing met profielen: – Marketing Management – Marketing Research Operations and Supply Chains met profielen: – Production and Distribution – Services Organizational and Management Control
109
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies Economics Fiscale Economie Human Resource Management International Business and Management International Economics and Business Technology Management Economics and Business (Research Master)
Small Business and Entrepreneurschip Strategy and Innovation Econometrics Operations Research Actuarial Studies
International Business and Management International Financial Management
Economics and Econometrics International Economics and Business Marketing Operations Management and Operations Research Human Resource Management and Organizational Behavior
Executive Master of Accountancy Executive Master of Finance and Control Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Lerarenopleiding Algemene Economie Lerarenopleiding Management en Organisatie Artikel 2.3
Taal van de opleidingen
1. Het onderwijs, de tentamens en examens van de volgende masteropleidingen worden in beginsel in het Nederlands aangeboden: a) Accountancy en Controlling b) Fiscale Economie c) Executive Master of Accountancy (EMA) d) Executive Master of Finance and Control (EMFC) e) het door het UOCG verzorgde deel van de Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen f) Lerarenopleiding Algemene Economie g) Lerarenopleiding Management en Organisatie Afwijkingen van bovenstaande regel op het niveau van studieonderdelen worden in de studiegids en in Ocasys aangegeven. 2. In alle andere opleidingen wordt het onderwijs in het Engels gegeven en worden ook de tentamens en examens afgenomen in het Engels. 3. In Engelstalige opleidingen kan, in het kader van een afstudeerstage, op verzoek van de student, de examencommisie toestemming geven voor het schrijven van een scriptie in een andere taal dan het Engels.
110
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Paragraaf 3. Inhoud van de opleidingen Artikel 3.1
Samenstelling van de opleidingen
1. De onderdelen van de masteropleiding Accountancy en Controlling staan vermeld in bijlage 2. 2. De onderdelen van de masteropleiding Business Administration staan vermeld in bijlage 3. 3. De onderdelen van de masteropleiding Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies staan vermeld in bijlage 4. 4. De onderdelen van de masteropleiding Economics staan vermeld in bijlage 5. 5. De onderdelen van de masteropleiding Fiscale Economie staan vermeld in bijlage 6. 6. De onderdelen van de masteropleiding Human Resource Management staan vermeld in bijlage 7. 7. De onderdelen van de masteropleiding International Business and Management staan vermeld in bijlage 8. 8. De onderdelen van de masteropleiding International Economics and Business staan vermeld in bijlage 9. 9. De onderdelen van de masteropleiding Technology Management staan vermeld in bijlage 10. 10. De onderdelen van de masteropleiding Economics and Business (Research Master) staan vermeld in bijlage 11. 11. De onderdelen van de masteropleiding Executive Master of Accountancy staan vermeld in bijlage 12. 12. De onderdelen van de masteropleiding Executive Master of Finance and Control staan vermeld in bijlage 13. 13. De onderdelen van de twee-jarige masteropleiding Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen staan vermeld in bijlage 16. 14. De onderdelen van de een-jarige masteropleidingen tot leraar VHO in Algemene Economie en in Management en Organisatie staan vermeld in bijlage 18. In de internetdatabase Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de onderscheiden opleidingen nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst en daar waar relevant verplicht is om aan het betreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. Artikel 3.2
Praktische oefeningen
De onderdelen waaraan een praktische oefening is verbonden die voorwaarde is voor toelating tot het tentamen staan vermeld in bijlage 14.
111
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 4. Tentamens en examens van de opleidingen Artikel 4.1
Algemeen
Elk tentamen is zodanig ingericht dat het de student voldoende informatie biedt over de mate waarin hij de voor het onderdeel gestelde leerdoelen bereikt heeft. Artikel 4.2
Verplichte volgorde van tentamens
1. Voor de deelname aan tentamens van de Executive Master of Accountancy gelden de regels die daarover in bijlage 15 van deze OER worden gesteld. 2. Tweedejaars vakken van de opleiding Economics and Business (Research Master) mogen pas gevolgd worden als voldaan is aan de eisen die daaraan door de opleiding worden gesteld. 3. Om in aanmerking te komen voor begeleiding en beoordeling van het masterafstudeerwerkstuk van een van de opleidingen dient de student aan de volgende eisen te hebben voldaan: a) hij is definitief toegelaten tot de opleiding; b) hij heeft ten minste 20 EC aan onderdelen van zijn masterprogramma met succes afgerond; c) zijn masterprogramma is goedgekeurd door de examencommissie. Voor studenten van de opleiding Economics and Business (Research Master) geldt, in afwijking van het bepaalde in lid 3b, dat ten minste 40 EC aan onderdelen uit de opleiding moet zijn behaald, waaronder het vak Philosophy of Science & Research Methodology (EBM735A10). 4. Voordat aan de mondelinge verdediging van het afstudeerwerkstuk van de Executive Master of Finance and Control kan worden deelgenomen, dienen alle overige onderdelen met een voldoende resultaat te zijn afgerond. Artikel 4.3
Samenwerking met Uppsala
Voor het traject International Financial Management van de Masteropleiding International Business and Management kan het onderdeel Master’s thesis zowel in Groningen als in Uppsala worden afgerond. De eisen die aan dit onderdeel zijn gesteld zijn voor beide locaties gelijk. Artikel 4.4
Tijdvakken en frequentie tentamens
1. Er wordt tweemaal per studiejaar de gelegenheid geboden tot het afleggen van de tentamens. 2. Een tentamen in een vak dat niet meer wordt aangeboden, kan in het eerste jaar dat dit het geval is nog tweemaal worden afgelegd. 3. De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden in de studiegids bekend gemaakt.
112
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
4. In afwijking van het in lid 1-3 bepaalde kunnen tentamens voor onderdelen van de masteropleiding Economics and Business (Research Master) tijdens of direct na de het volgen van de cursus afgelegd worden. Als een hertentamen nodig is, wordt dit aangekondigd. Sommige delen van practica worden slechts één keer in een studiejaar gegeven en kunnen derhalve ook slechts één keer getentamineerd worden. 5. Op schriftelijk verzoek van de student kan alléén de Examencommissie te zijnen gunste afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde. Artikel 4.5
Vorm van de tentamens
1. De tentamens worden afgelegd op door de examinator(en) te bepalen wijze. De aldus bepaalde vorm wordt in de internetdatabase Ocasys bekend gemaakt. Formeel is de Examencommissie bevoegd over de vorm van het tentamen te beslissen. In voorkomend geval kan de Examencommissie derhalve de examinator daaromtrent aanwijzingen geven. 2. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 4.6
Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt, steeds voorzover de Examencommissie haar goedkeuring heeft verleend. 3. Mondelinge tentamens van de opleiding Executive Master of Accountancy kunnen worden bijgewoond door een extern gecommitteerde. Artikel 4.7
Beoordeling
1. Het oordeel over een tentamen of examen wordt uitgedrukt in gehele getallen. Alleen van deeltentamens kan de beoordeling worden uitgedrukt in tienden. 2. Het behaalde resultaat is voldoende indien ten minste het cijfer 6 is toegekend. 3. Aan de gehele getallen die de beoordeling van een tentamen of examen uitdrukken is de volgende betekenis toegekend: 1. zeer slecht 2. slecht 3. ruim onvoldoende 4. onvoldoende 5. bijna voldoende 113
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
6. voldoende 7. ruim voldoende 8. goed 9. zeer goed 10. uitmuntend 4. Een examenonderdeel waarvoor een vrijstelling is verleend, wordt geacht te zijn beoordeeld met een 6. 5. Nadere regels rond opdrachten die deel uitmaken van het tentamen zijn vastgelegd in de Regeling Waardering Opdrachten. 6. De beoordeling van een masterafstudeerwerkstuk (of afstudeerproject) geschiedt aan de hand van een algemeen beoordelingskader. Nadere regels zijn vastgelegd in het Reglement Afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen. De begeleider en een tweede beoordelaar, die als examinator zijn aangewezen door de Examencommissie, bepalen samen het cijfer. Ze horen in voorkomende gevallen de externe begeleider. In het geval van een afstudeerwerkstuk ter afsluiting van meerdere opleidingen wordt uit elk van de betrokken opleidingen een begeleider aangewezen. Zij bepalen samen met de door de Examencommissen aangewezen tweede beoordelaar het cijfer. Artikel 4.8
Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast en verschaft de onderwijsadministratie de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag aan de student. De termijn waarop de uitslag wordt gepubliceerd is maximaal 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. Uitsluitend de door de onderwijsadministratie gepubliceerde tentamenuitslagen zijn rechtsgeldig. 3. In afwijking van de termijn genoemd in lid 2 geldt voor de Executive Master of Finance and Control een termijn van 15 werkdagen, en voor de Executive Master of Accountancy een termijn van 8 weken. 4. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de Examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 5. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 4.10, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Artikel 4.9
Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 bedraagt de geldigheidsduur van de met goed gevolg afgelegde examens/tentamens van de opleidingen
114
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
– Executive Master of Accountancy, en – Executive Master of Finance and Control, zes jaar, zolang de opleiding niet in zijn geheel is afgerond, gerekend vanaf de datum vermeld op de uitslagvaststelling. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de Examencommissie voor een onderdeel waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. 4. Op grond van bijzondere omstandigheden kan een student bij de Examencommissie een verzoek indienen tot verlenging van de geldigheidsduur zoals bepaald in lid 2, voor ten hoogste zes maanden. Artikel 4.10
Inzagerecht
1. Binnen een termijn van zes weken vanaf de dag waarop de uitslag van een schriftelijk tentamen bekend is gemaakt, krijgt de student die het tentamen heeft afgelegd op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. Tevens wordt hem binnen dezelfde termijn op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Binnen de in lid 1 genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen of opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De plaats waar en het tijdstip waarop inzage of kennisneming kan plaatsvinden, worden bepaald door de examinator(en) van het desbetreffende tentamen. De Examencommissie kan hiertoe aanwijzingen geven. 4. De inzage en kennisneming kunnen collectief worden georganiseerd. Artikel 4.11
Vrijstelling
1. De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende programmadirecteur of -coördinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring of anderszins over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. 2. Zodra voor een vak een resultaat is behaald, vervalt zowel een reeds verkregen vrijstelling als de mogelijkheid een vrijstelling te verzoeken. 3. Voor het masterafstudeerwerkstuk kan geen vrijstelling worden verkregen op basis van een werkstuk dat is geschreven in het kader van het afstuderen bij een ander traject of een andere opleiding.
115
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 4.12
Examen
1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student de voor het examen benodigde tentamens heeft behaald en daarmee tevens de benodigde academische vorming heeft verworven , en reikt daartoe een getuigschrift uit. 2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de Examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. 3. Het examen van een opleiding wordt behaald indien de student voor elk tentamen een voldoende resultaat (het cijfer 6 of hoger) heeft behaald. 4. Het afsluitend examen van een opleiding kan slechts worden afgelegd na goedkeuring van het door de student gevolgde onderwijsprogramma door de Examencommissie van de opleiding. De commissie stelt voor de beoordeling van de onderwijsprogramma’s een regeling op. 5. Met de vaststelling van de uitslag van het examen draagt de Examencommissie tevens zorg voor een spoedige afhandeling van de buluitreiking. Artikel 4.13
Judicium
1. De examencommissie beoordeelt of aan het mastergetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend. 2. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima: – ‘‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 8,0; – ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 9,0. b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderdelen, exclusief de scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is – groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; – groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’. 3. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC’s meer dan de helft van het totaal aantal EC’s van de opleiding bedraagt. 4. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderdeel slechts eenmaal afgelegd mag zijn. 5. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald. 6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel. 7. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
116
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Artikel 4.14
Graad
1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt conform onderstaande tabel een graad verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Masteropleiding Accountancy en Controlling Business Administration Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies Economics Fiscale Economie Human Resource Management International Business and Management International Economics and Business Technology Management Economics and Business (Research Master) Executive Master of Accountancy Executive Master of Finance and Control Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Opleiding tot leraar VHO in Algemene Economie Opleiding tot leraar VHO in Management en Organisatie
Graad MSc in Accountancy en Controlling MSc in Business Administration MSc in Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies MSc in Economics MSc in Fiscale Economie MSc in Human Resource Management MSc in International Business and Management MSc in International Economics and Business MSc in Technology Management MSc in Economics and Business Executive Master of Accountancy Executive Master of Finance and Control MSc in Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen MSc in Lerarenopleiding Algemene Economie MSc in Lerarenopleiding Management en Organisatie
2. Wanneer een student minimaal 20 EC meer heeft behaald dan vereist is voor zijn studieprogramma, hetzij in de vorm van een verzwaarde scriptie, hetzij in de vorm van relevante mastervakken, kan de Examencommissie op verzoek van die student een vermelding op het diplomasupplement toestaan die aangeeft dat de student een verzwaard programma heeft afgerond. Artikel 4.15
Examinator
1. Elke docent is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van tentamens voor het vak (de vakken) waarin hij het onderwijs verzorgt of verzorgd heeft. 2. De beoordeling van een masterafstudeerwerkstuk vindt plaats door de begeleider en een medebeoordelaar. Ingeval de begeleider niet is gepromoveerd of over beperkte onderzoekservaring beschikt op het betreffende vakgebied, moet de medebeoordelaar een gepromoveerd docent zijn op dat vakgebied.
117
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
3. In voorkomende gevallen kan de Examencommissie andere docenten bevoegd verklaren voor het afnemen en beoordelen van tentamens voor een bepaald vak of voor het beoordelen van afstudeerwerkstukken. Artikel 4.16
Toetsplan
Er is een door het faculteitsbestuur vastgesteld toetsplan. Dit toetsplan bevat de volgende onderwerpen: a) de eindtermen van de opleiding; b) de curriculumonderdelen en leerdoelen van ieder curriculumonderdeel; c) de relatie tussen de curriculumonderdelen en eindtermen; d) de toegepaste toetsvorm en de toetsmomenten per onderdeel; e) de gehanteerde opstellingsprocedures, beoordelingsprocedures, beoordelingscriteria en de cesuurbepaling; f) de verantwoordelijken voor de uitvoering van de verschillende onderdelen van het toetsbeleid; g) de wijze van periodieke evaluatie.
118
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Paragraaf 5. Toelating tot de opleidingen en programma’s Artikel 5.1
Vooropleiding
1. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de diploma’s waarvan de bezitters verondersteld worden, op grond daarvan, voldoende kennis en vaardigheden te hebben om toegelaten te worden tot een van de masterprogramma’s van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. De derde kolom bevat eventuele aanvullende eisen. masterprogramma van de faculteit MSc Accountancy en Controlling
MSc Business Administration
diploma BSc Accountancy en Controlling van de RuG Een HBO-diploma Accountancy of Bedrijfseconomie of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland BSc Bedrijfskunde of BSc Bedrijfskunde, profiel IB&M, beide van de RuG BSc Economie en Management of BSc Bedrijfseconomie, beide van de RuG andere BSc-diploma’s van de faculteit
aanvullende toelatingseisen en -voorwaarden
afgerond schakelprogramma voor de master A&C en Overall-toets voldoende kennis van het Engels voldoende kennis van het Engels voldoende kennis van het Engels en voorkennis op het terrein van de specialisatie. NB Het behaald hebben van de relevante Specialization Course wordt dringend aangeraden. Bij de specialisaties Finance en O&MC worden studenten die de relevante Spec. Course niet hebben afgerond, alleen toegelaten indien zij een toelatingstest met goed gevolg hebben afgelegd.
119
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
masterprogramma van de faculteit
diploma een HBO-diploma, een BScdiploma of MSc-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland
MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies MSc Economics
MSc Fiscale Economie
14
120
een BSc-diploma van FHWT Vechta (Duitsland) 14 BSc Econometrics of BSc Econometrics and Operations Research, beide van de RuG BSc Economics of BSc Economics and Business Economics, profiel Economics, beide van de RuG BSc Fiscale Economie van de RuG
aanvullende toelatingseisen en -voorwaarden afgerond schakelprogramma voor de master Business Administration en voldoende kennis van het Engels NB Studenten die het traject General Management van de MSc BA willen volgen, moeten, in afwijking van het bovenstaande, het schakelprogramma voor GM hebben afgerond en dienen daarnaast te beschikken over voldoende relevante werkervaring en voldoende kennis van het Engels. voldoende kennis van het Engels voldoende kennis van het Engels voldoende kennis van het Engels
Deze speciale regeling is vastgelegd in een officiële overeenkomst met de betrokken organisatie.
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
masterprogramma van de faculteit MSc Human Resource Management15
diploma
aanvullende toelatingseisen en -voorwaarden BSc Bedrijfskunde van de RuG voldoende kennis van het Engels BSc Bedrijfskunde, profiel voldoende kennis van het International Business & Engels Management van de RuG en afronding van het vak Human Resource Management of International HRM BSc Economie en Management voldoende kennis van het of BSc Bedrijfseconomie, Engels beide van de RuG en afronding van het vak Human Resource Management BSc Sociologie of voldoende kennis van het BSc Psychologie van de Faculteit Engels der Gedrags- en Maatschappijen wetenschappen van de RuG afronding van het vak Human Resource Management BSc-diploma van de Faculteit voldoende kennis van het der Rechtsgeleerdheid van de Engels RuG en afronding van de volgende vakken: Gedrag in Organisaties, Management en Organisatietheorie, Human Resource Management Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSC-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland.
15
afgerond schakelprogramma voor de master HRM
Per september 2011 vervalt de Specialization Course als ingangseis voor de MSc Human Resource Management en wordt het vak onderdeel van de MSc Human Resource Management (5 EC).
121
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
masterprogramma van de faculteit MSc International Business and Management
MSc International Business and Management specialization International Financial Management
MSc International Economics and Business
MSc Technology Management
122
diploma BSc Bedrijfskunde, profiel International Business and Management van de RuG een HBO-diploma, een BScdiploma of MSC-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland. BSc Bedrijfskunde, profiel International Business and Management van de RuG Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSC-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland. BSc International Economics and Business of BSc Economics and Business Economics, profiel IE&B, beide van de RuG Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSc-diploma uit een ander domen, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland. BSc Technologiemanagement van de RuG BSc Technische Bedrijfskunde van de RuG Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSc-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland.
aanvullende toelatingseisen en -voorwaarden
afgerond schakelprogramma voor de master IB&M en voldoende kennis van het Engels
afgerond schakelprogramma voor de master IB&M en voldoende kennis van het Engels
afgerond schakelprogramma voor de master IE&MB en voldoende kennis van het Engels voldoende kennis van het Engels voldoende kennis van het Engels afgerond schakelprogramma voor de master TM en voldoende kennis van het Engels
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
masterprogramma van de faculteit MSc Economics and Business (Research Master)
diploma
Executive Master of Accountancy Executive Master Of Finance and Control
MSc A&C van de RuG
een BSc-diploma van de faculteit of een BSc-diploma Sociologie of Psychologie van de Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de RuG of een BSc- of MSc-diploma, behaald in Nederland of het een buitenland, dat aantoont dat de student beschikt over kennis en vaardigheden die overeenkomen met het niveau van bovengenoemde diploma’s, zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie
MSC A&C of MSC BA, traject O&MC of Doctorale opleiding Economie, afstudeerrichting A&C of Doctorale opleiding Bedrijfskunde, afstudeerrichting Accountancy, alle van de RuG Register Accountant
aanvullende toelatingseisen en -voorwaarden Er vindt een selectie plaats door de toelatingscommissie op grond van de volgende eisen: voldoende kennis van de Engelse taal, blijkend uit een internationaal erkende test of anderszins. en een hoog kennisniveau van de voor de opleiding relevante wetenschappen, zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie en een geschikte attitude, motivatie en talent voor het volgen van de opleiding, zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie.
minimaal twee jaar werkzaam in een financieel-administratieve functie en/of als consultant op het terrein van de opleiding
minimaal twee jaar werkzaam in een financieel-administratieve functie en/of als consultant op het terrein van de opleiding
123
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
masterprogramma van de faculteit MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Algemene Economie.
124
diploma BSc Economie en Management of BSc Bedrijfseconomie of BSc Economics of BSc Economics and Business Economics of BSc Fiscale Economie of BSc International Economics and Business of BSc Econometrics of BSc Econometrics and Operations Research, alle van de RuG BSc Accountancy en Controlling of BSc Bedrijfskunde, of BSc Bedrijfskunde, profiel International Business and Management of BSc Technologiemanagement, alle van de RuG
MSc Economics of MSc Fiscale Economie of MSc International Economics and Business of MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies, alle van de RuG
aanvullende toelatingseisen en -voorwaarden De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen.
Afronding van vakken op het terrein van Algemene Economie met een studielast van 10 EC, met het oog op het verkrijgen van bevoegdheid voor het vak Economie. De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen. De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen.
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
masterprogramma van de faculteit
MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie
diploma MSc Accountancy en Controlling of MSc Business Administration of MSc Technology Management, alle van de RuG
aanvullende toelatingseisen en -voorwaarden Afronding van vakken op het terrein van Algemene Economie met een studielast van 10 EC, met het oog op het verkrijgen van bevoegdheid voor het vak Economie.
MSc Economics of MSc Fiscale Economie of MSc International Economics and Business of MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies, alle van de RuG
De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen. De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen. Afronding van vakken op het terrein van Algemene Economie met een studielast van 10 EC, met het oog op het verkrijgen van bevoegdheid voor het vak Economie.
MSc Accountancy en Controlling of MSc Business Administration of MSc Technology Management, alle van de RuG
De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen
125
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
2. Een student wordt geacht te voldoen aan de ingangseis ‘voldoende kennis van het Engels’ voor de Engelstalige masteropleidingen van Faculteit Economie en Bedrijfskunde, indien hij voldoet aan één van de volgende eisen: a) beheersing van het Engels als moedertaal; b) beheersing van het Engels op een niveau dat gelijkwaardig is aan één van de navolgende testscores: – een niveau van 92 op een internet-based (iBT) TOEFL-test, – een niveau van 237 op een computer-based (CBT) TOEFL-test, – een niveau van 580 op een paper-based (PBT) TOEFL, – een niveau van 6.5 op een IELTS-test, – niveau A, B, C op een Cambridge Proficiency- of Advanced-test, – een B2+ (ook wel B2.2 genoemd16) niveau op de schriftelijke en mondelinge onderdelen van het toelatingsexamen Engels, of – een niveau, gelijkwaardig aan een van bovengenoemde tests, zulks ter beoordeling aan de toelatingscommissie. c) het met succes afgerond hebben ronden van de English Course (EBB021A05 of EBB614B05) of een gelijkwaardige cursus; d) het met succes afgerond hebben van een van de Engelstalige bacheloropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Artikel 5.2
Toelating tot de opleidingen
1. De bezitter van een diploma genoemd in artkel 5.1 wordt toegelaten tot de desbetreffende opleiding mits hij voldoet aan de daaraan verbonden eisen, dit ter beoordeling van de toelatingscommissie. 2. De toelatingscommissie kan bezitters van een Nederlands of buitenlands bachelor- of masterdiploma van gelijkwaardig niveau en doelstellingen als de bachelorprogramma’s genoemd in artikel 5.1 toelaten tot de masteropleidingen. Als de toelatingscommissie, als gevolg van haar onderzoek van de kwalificaties van een student die in het bezit is van een bachelor- of masterdiploma, deficiënties constateert in de kennis en vaardigheden van de kandidaat, kan de Toelatingscommissie aanvullende eisen stellen aan de kandidaat om deze deficiënties op te heffen. 3. Toelating in de betekenis van lid 2 geeft de student het recht om zich in te schrijven voor het masterprogramma.
16
126
Specificatie B2+ : Spreken: De student kan duidelijke, stelselmatig ontwikkelde beschrijvingen en presentaties geven, met de juiste nadruk op belangrijke punten en terzake doende ondersteunende details. Schrijven: De student kan een opstel of verslag schrijven waarin stelselmatig een argument wordt opgebouwd met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Hij kan verschillende ideeën of oplossingen voor een probleem verwoorden.
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Artikel 5.3
Verplichte voorkennis uit de vooropleiding
1. Deelname aan vakken en tentamens van de opleidingen staat alleen open voor studenten die bij de aanvang van het onderwijs in dat onderdeel zijn toegelaten tot het masterprogramma. 2. In aanvulling op het bepaalde in artikel 5.1 kan de toegang tot individuele onderdelen van de programma’s gebonden worden aan extra eisen. Een overzicht van de betreffende onderdelen en de bijbehorende ingangseisen is opgenomen in bijlage 15. Artikel 5.4
Toelatingscommissies
De toelating tot de opleidingen is opgedragen aan de Toelatingscommissie van de opleidingen. De Toelatingscommissie voor de opleidingen wordt gevormd uit leden van de Examencommissie voor de opleidingen. Artikel 5.5
Toelatingsonderzoek: criteria
1. Met het oog op de toelating tot een van de opleidingen stelt de Toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde vooropleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding Economics and Business (Research Master) stelt de Toelatingscommissie tevens een onderzoek in naar de attitude, motivatie en het talent van de kandidaat. 3. Met het oog op de toelating tot een traject van een opleiding onderzoekt de Toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor gestelde voorwaarden. De commissie betrekt bij haar onderzoek de motivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. het desbetreffende programma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. 4. Wordt de student toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma van een vooropleiding buiten Nederland, dan kan de Examencommissie hem - voor de inschrijving in een Nederlandstalige masteropleiding - verplichten tot het met goed gevolg afleggen van een toets Nederlands, af te nemen door een door de Examencommissie aan te wijzen instantie. 5. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2).
127
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 5.6
Toelatingsonderzoek: tijdstippen
1. De opleidingen starten eenmaal per jaar, aan het begin van het eerste semester. Instroom na dit tijdstip is mogelijk, maar geeft geen garantie op voltooiing van het programma binnen een academisch jaar. 2. Het toelatingsonderzoek vindt eenmaal per jaar plaats. 3. Studenten die zich op basis van een buitenlands diploma via het online application system aanmelden voor een opleiding of een traject van een opleiding, dienen vóór 1 mei een verzoek om te worden toegelaten tot de opleiding of het traject in te dienen bij de Toelatingscommissie. 4. Overige studenten die zich op basis van een Nederlands geaccrediteerd diploma aanmelden voor een opleiding of een traject van een opleiding, dienen vóór 1 juni een verzoek om te worden toegelaten tot de opleiding of het traject in te dienen bij de Toelatingscommissie. 5. In afwijking van het bepaalde in lid 3 en lid 4 dienen studenten die toelating wensen tot de masteropleiding Economics and Business (Research Master) vóór 15 april een verzoek daartoe in te dienen bij de Toelatingscommissie. 6. In bijzondere gevallen kan de Toelatingscommissie besluiten een verzoek in behandeling te nemen dat na de deadline is ingediend. 7. De Toelatingscommissie beslist over de toelating na ontvangst van het volledige aanmeldingspakket en binnen vier weken na de deadline voor aanmelding. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding blijkens door hem aangeleverde getuigschriften zal voldoen aan de gestelde eisen. Op de schriftelijke verklaring omtrent toelating wordt de student gewezen op de mogelijkheid tot beroep bij het College van Beroep voor de Examens. 8. In afwijking van het bepaalde in lid 7 beslist de Toelatingscommissie voor de masteropleiding Economics and Business (Research Master) vóór 1 juli over de toelating. 9. Alle aanmeldingen voor de Executive Master of Finance and Control worden voorgelegd aan de toelatingscommissie die over de toelating beslist. In een speciale vergadering, die minimaal twee maal per jaar plaatsvindt, zal de Toelatingscommissie alle kandidaten bespreken. De aanmelding dient voorzien te zijn van een curriculum vitae, kopieën van de behaalde diploma's en de bijbehorende vakkenpakketten en een bevestiging van de huidige werkgever dat de betreffende cursist in een controllingfunctie werkzaam is of binnenkort zal zijn. Artikel 5.7
Voorlopige toelating van studenten van de Rijksuniversiteit Groningen
1. De Toelatingscommissie kan een student die zich voorbereidt op het bachelorexamen van een van de in artikel 5.1 genoemde bacheloropleidingen van de RuG, voorlopig toelaten tot een aansluitende masteropleiding, mits hij:
128
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
–
2.
3. 4.
5.
6. 7.
8.
van het minimaal vereiste programma van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 15 EC moet afronden; – de bachelorscriptie met succes heeft afgerond; – voldoet aan de eisen voor het Engels. Een voorlopige toelating is geldig vanaf de eerste dag van de collegeperiode volgende op die waarin de student heeft voldaan aan de toelatingseisen zoals vermeld in lid 1 van dit artikel. In afwijking van het bepaalde in lid 1 is voorlopige toelating tot de masteropleiding Economics and Business (Research Master) niet mogelijk. De Toelatingscommissie kan een student die bezig is met de afronding van één van de schakelprogramma’s die toelating geven tot de masteropleidingen Accountancy en Controlling, Business Administration, Human Resource Management, International Economics and Business, International Business and Management of Technology Management voorlopig toelaten tot de aansluitende masteropleiding mits hij – van het schakelprogramma nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast ten hoogste 10 EC moet afronden; – het afstudeerwerkstuk of de Research Paper for pre-MSc en eventuele trajectspecifieke vakken met een voldoende resultaat heeft afgerond – voldoet aan de eisen voor het Engels Een voorlopige toelating als bedoeld in lid 1-4 dient binnen zes maanden te worden vervangen door een beslissing over toelating krachtens artikel 5.1. De voorlopige toelating geldt uiterlijk tot 1 september 2012; daarna is geen voorlopige toelating meer mogelijk. In afwijking van het bepaalde in lid 5, kan een voorlopige toelating eenmaal worden verlengd met zes maanden, doch uiterlijk tot 1 september 2012. Studenten die bezig zijn met de afronding van de masteropleiding Accountancy en Controlling worden voorlopig toegelaten tot de opleiding Executive Master of Accountancy indien zij op 1 september: – ten hoogste één onderdeel nog niet hebben afgerond en – in het bezit zijn van een bachelordiploma Accountancy en Controlling van de RuG. De voorlopige toelating is geldig tot uiterlijk 1 december. Studenten van de opleiding Executive Master of Accountancy die op 1 december nog niet alle onderdelen van de masteropleiding Accountancy en Controlling hebben afgerond, worden uit de opleiding EMA verwijderd. Studenten die bezig zijn met de afronding van het schakelprogramma Accountancy en Controlling worden voorlopig toegelaten tot de opleiding Executive Master of Accountancy indien zij op 1 september: – ten hoogste één onderdeel nog niet hebben afgerond en – in het bezit zijn van een bachelordiploma Accountancy en Controlling van de RuG. De voorlopige toelating is geldig tot uiterlijk 1 december. Studenten van de opleiding Executive Master of Accountancy die op 1 december nog niet alle
129
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
onderdelen van het schakelprogramma Accountancy en Controlling hebben afgerond, worden uit de opleiding EMA verwijderd
130
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Paragraaf 6. Studiebegeleiding Artikel 6.1
Studievoortgangsadministratie
1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 2. De faculteit verschaft elke student op zijn verzoek en minimaal twee maal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. 3. Voor het traject International Financial Management van de masteropleiding International Business and Management is het de verantwoordelijkheid van de faculteiten in zowel Groningen als Uppsala om resultaten behaald bij de ene faculteit uit te wisselen met de andere faculteit. Artikel 6.2
Studiebegeleiding
De faculteit draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding, en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen in het belang van de aansluiting van het gekozen programma op een eventuele onderzoekersopleiding of de beroepsuitoefening buiten de universiteit. Voor de opleiding Economics and Business (Research Master) is deze verantwoordelijkheid gedelegeerd naar de onderzoeksschool SOM. Artikel 6.3
Studieadvies Research Master
Elke zes maanden evalueert de Examencommissie de behaalde studieresultaten van studenten van de opleiding Economics and Business (Research Master). Bij ontoereikende resultaten kan de student geadviseerd worden één van de andere masteropleidingen van de faculteit Economie en Bedrijfskunde te volgen.
131
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Paragraaf 7. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 7.1
Overgangsbepalingen rond toelating tot de masteropleidingen
Studenten die vóór 1 september 2009 toegelaten zijn tot een masteropleiding, behouden deze status, ook als ze niet aan de eisen in artikelen 5.1 – 5.5 voldoen. Artikel 7.2
Wijziging
1. Wijzigingen van deze onderwijs- en examenregeling worden door het faculteitsbestuur na advies van de opleidingscommissie en na advies of, waar de WHW dit vereist, na instemming van de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft betrekking op toekomstige studiejaren en is voor het lopende jaar alleen toegestaan indien de belangen van de student daardoor niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a) een goedkeuring die krachtens artikel 4.12.4 is verleend; b) enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 7.3
Bekendmaking
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze Onderwijs-en Examenregeling, van de Regels en Richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het onderwijsbureau van de faculteit een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 7.4
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2011. Met instemming van de faculteitsraad d.d. 25 juni 2011. Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 30 augustus 2011.
132
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 1.
Doel van de opleidingen
Bijlage 1.1 MSc Accountancy en Controlling De masteropleiding Accountancy en Controlling heeft als doel om studenten gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van, inzicht in en vaardigheden op het gebied van accountancy en controlling bij te brengen en voor te bereiden op de postinitiële opleidingen Accountancy respectievelijk Controlling. Het accent in de masteropleiding ligt op een verdieping in de gebieden accountancy en controlling. De masteropleiding Accountancy en Controlling richt zich op de betrouwbaarheid van informatie voor de besturing van organisaties en voor het afleggen van verantwoording over het beleid en de uitvoering daarvan aan interne en externe stakeholders van organisaties. Betrouwbaarheid van bestuurlijke informatie betreft de juistheid en volledigheid van deze informatie en de tijdigheid van het beschikbaar stellen ervan. In de masteropleiding worden twee trajecten onderscheiden: de specialisatie Accountancy en de specialisatie Controlling. De specialisatie Accountancy richt zich op de externe stakeholders van organisaties en is onderhevig aan nationale en internationale regelgeving omtrent de verslaggeving aan deze stakeholders. Deze specialisatie bereidt studenten voor op de postinitiële vervolgopleiding Accountancy, waarmee studenten zich kunnen kwalificeren voor het accountantsberoep op het hoogste niveau, te weten register accountant (RA). De specialisatie Controlling richt zich op de interne stakeholders van organisaties, met als belangrijkste stakeholder het management van organisaties. Deze specialisatie bereidt studenten voor op de postinitiële opleiding Controlling, waarmee studenten zich kunnen kwalificeren voor het controllersberoep op het hoogste niveau, te weten register controller (RC). Meer specifiek heeft de masteropleiding Accountancy en Controlling als doel om studenten diepgaande, gespecialiseerde kennis op het gebied van accountancy of controlling bij te brengen, in het bijzonder voor wat betreft de specialisatie Accountancy op de gebieden auditing, internal control, corporate governance en financial accounting, en voor wat betreft de specialisatie Controlling op de gebieden management accounting, internal control en financiering. Beide specialisaties verdiepen zich in strategische vraagstukken van organisaties. Daarnaast leren studenten om individueel en in groepsverband complexe praktijkproblemen te analyseren en te diagnosticeren en oplossingen aan te dragen en te implementeren. Ook leren studenten om complexe praktijkproblemen integratief te benaderen en veranderingsprocessen te begeleiden. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het handelen vanuit een onafhankelijke en onpartijdige opstelling. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen.
133
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
A
Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de vakgebieden accountancy en controlling en is in staat deze toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden en is in staat een originele bijdrage te leveren aan vernieuwing van die kennis in een professionele omgeving. Kennis en inzicht bestaat eruit dat de afgestudeerde master de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen begrijpt en kan toepassen en dat hij zelf ook nieuwe kennis en inzichten kan genereren en gebruiken bij het analyseren van complexe (financiële) bedrijfssituaties en bij het oplossen van complexe (financiële) praktijkproblemen. Binnen het Accountancy subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.1 Auditing A.2 Internal Control A.3 Corporate Governance A.4 Financial Accounting De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen. Binnen het Controlling subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.5 Management Accounting A.6 Internal Control A.7 Financiering De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen. A.8
A.9 A.10
B
De afgestudeerde heeft diepgaande, gespecialiseerde kennis van en inzicht in het vakgebied strategie en organisatie en is in staat deze te gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen. De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in veranderingsprocessen in organisaties en kan deze gebruiken bij het begeleiden van veranderingen. De afgestudeerde kent systemen en technieken in de accountancy en controlling en is in staat om deze te implementeren in organisaties. Academische eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het (financieel) functioneren van organisaties in de beroepspraktijk kan beoordelen, in staat is complexe praktijkproblemen binnen organisaties integratief te benaderen en op te lossen en veranderingsprocessen te begeleiden. De afgestudeerde master is in staat om op basis van onvolledige of beperkte informatie oordelen te vormen waarbij hij ook rekening houdt met sociaal maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden. De afgestudeerde master heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines, die vanuit hun specifieke invalshoek accenten
134
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van accountancy en controlling, en is zich er van bewust dat een onafhankelijke en onpartijdige opstelling noodzakelijk is. B.1
B.2
B.3
B.4
B.5
B.6
B.7
C
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het accountancy of controlling domein wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden en relevante gegevens te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel om met betrekking tot een praktijkprobleem zich een oordeel te vormen, een argumentatie / redenering op te zetten, een passende oplossing te ontwerpen, een advies te geven en/of een veranderingsproces te begeleiden. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde is in staat om de (wetenschappelijke) ontwikkelingen in het accountancy en controlling vakgebied en in relevante aanpalende vakgebieden te onderkennen en naar waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat om specifieke accountancy- of controllingvraagstukken te plaatsen in de organisatiecontext en de beroepspraktijk. Ook zijn afgestudeerden in staat om financiële informatie te begrijpen in relatie tot het brede ondernemingsbeleid en te vertalen naar vraagstukken op bedrijfswetenschappelijke vakgebieden. De afgestudeerde is in staat om strategische vraagstukken m.b.t. de informatievoorziening voor de besturing van organisaties en het afleggen van verantwoording van organisaties, te analyseren, te diagnosticeren, oplossingen aan te dragen en te implementeren. De afgestudeerde is zich bewust van de noodzaak van een onafhankelijke en onpartijdige opstelling en hij kan vanuit een maatschappelijke en ethische invalshoek reflecteren op wetenschappelijke inzichten, op het (financieel) functioneren van organisaties en op mogelijke oplossingen voor vraagstukken op het gebied van de accountancy of controlling. Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (financieel) goed functioneren van organisaties. De afgestudeerde master is in staat een team te begeleiden bij de implementatie van oplossingen of veranderingsprocessen in een organisatie. C.1
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel met beroepsgenoten als met niet-deskundigen.
135
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
C.2
C.3
D
De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken en hij is in staat om in de beroepspraktijk leiding te geven aan een team. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven. Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om te reflecteren op eigen kennis en vaardigheden en hij is in staat om zijn denken en werken bij te sturen. De afgestudeerde master beschikt over leervaardigheden die nodig zijn om de vervolgopleiding Accountancy of Controlling binnen een redelijke termijn af te ronden. D.1
D.2
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om dit proces bij te sturen. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een gemotiveerde keuze te maken voor de vervolgopleiding Accountancy of Controlling en voor een loopbaan.
Bijlage 1.2 MSc Business Administration De masteroropleiding Business Administration heeft als doel studenten de kennis, het inzicht en de vaardigheden mee te geven die ze nodig hebben om te kunnen omgaan met complexe managementkwesties op het gebied van Business Administration. Om dit doel te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van generieke en specifieke eindtermen. A.
Kennis van het vakgebied
De afgestudeerde master heeft vergevorderde en conceptuele wetenschappelijke kennis van het vakgebied. A.1 A.2 A.3 A.4
136
De student begrijpt de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen het vakgebied. De afgestudeerde master kan deze theorieën, modellen en kaders toepassen om complexe managementsituaties te analyseren. De afgestudeerde master kan kritisch reflecteren op het gebruik van theorieën om de managementpraktijk te begrijpen. De afgestudeerde master kan wetenschappelijke publicaties binnen het vakgebied bespreken en beoordelen.
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
B.
Onderzoek binnen het vakgebied
De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die hem of haar in staat stellen zelfstandig onderzoek te verrichten binnen het vakgebied. De afgestudeerde master is in staat: B.1 problemen binnen het vakgebied te herkennen en analyseren; B.2 te zoeken naar literatuur over een bepaald thema binnen het vakgebied; B.3 een onderzoeksopzet te maken over een complex probleem binnen het vakgebied; B.4 gegevens te analyseren en/of een oplossing te ontwerpen binnen het vakgebied; B.5 conclusies te trekken, aanbevelingen te doen, bevindingen te generaliseren en de beperkingen van een onderzoek binnen het vakgebied te identificeren; B.6 op systematische wijze en in duidelijk en nauwkeurig Engels een (onderzoeks-)verslag te schrijven. C.
Academische vaardigheden
De afgestudeerde master heeft de vaardigheden om de kennis van het vakgebied in complexe situaties op een professioneel niveau toe te passen. De afgestudeerde master is in staat: C.1 een plan op te stellen om een complex managementprobleem binnen het vakgebied op te lossen; C.2 technologieën (zoals informatica) toe te passen binnen het vakgebied; C.3 onderzoeksresultaten mondeling te presenteren in duidelijk Engels en met effectief gebruik van visuele hulpmiddelen; C.4 op passende wijze vragen te beantwoorden en het eigen werk te verdedigen. D.
Beroepsvaardigheden en attitude
De afgestudeerde master heeft de vaardigheden en instelling waarmee hij of zij in een professionele omgeving aan het werk kan. D.1 D.2 D.3 D.4 D.5 D.6
De afgestudeerde master kan prioriteiten stellen, plannen en zijn/haar tijd en werk effectief indelen. De afgestudeerde master kan een groot werkproject plannen. De afgestudeerde master haalt deadlines en kan onder druk werken. De afgestudeerde master kan reflecteren op zijn of haar prestaties, inclusief sterke en zwakke punten. De afgestudeerde master kan ethische dilemma’s binnen het vakgebied herkennen en hierop reflecteren. De afgestudeerde master kan werken binnen een multidisciplinair en internationaal team.
137
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 1.3 MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies Het doel van de masteropleiding Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies (EORAS) is om studenten te leren wiskundige modellen binnen de economie en bedrijfskunde op wetenschappelijk niveau toe te passen en om economische vraagstukken met behulp van de juiste software te analyseren via een combinatie van wiskunde, economie en statistiek. Het ontwikkelen van een onderzoekgeoriënteerde instelling en kennis van de belangrijkste modellen speelt de hoofdrol, samen met het leren omzetten van verkregen modeluitkomsten in voor het vakgebied relevante resultaten. Afgestudeerden van de opleiding EORAS ontwikkelen wiskundige modellen voor gecompliceerde praktijksituaties. In plaats van het praktische probleem eenvoudiger te maken dan het is of het aan te passen voor het gebruik van bekende hulpmiddelen, modellen of theorieën (bachelorniveau), passen afgestudeerde masters daarom moderne methoden en technieken toe en ontwikkelen zij waar nodig wiskundige of statistische hulpmiddelen. De specialisatie Econometrics houdt zich vooral bezig met de interpretatie van geobserveerde (economische) gegevens op basis van econometrische analyse. Een dataset wordt gemodelleerd om verbanden te vinden of te verifiëren, ofwel voor simulatie of voorspellingen, of voor beleidsbeslissingen. Moderne econometrie wordt toegepast op zowel macro- als micro-economie, maar ook in andere vakgebieden zoals financiële economie of marketing. De specialisatie Operations Research houdt zich vooral bezig met besluitvormingsproblemen, bijvoorbeeld op het gebied van logistiek en financiën. Er worden zowel deterministische als stochastische modellen gebruikt. De specialisatie Actuarial Studies houdt zich voornamelijk bezig met onderwerpen die te maken hebben met verzekeringen: levensverzekering, risicoverzekering en herverzekering. Verzekering is nauw verbonden met investeringsstrategieën, sociale zekerheid, onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers over pensioenen, enzovoort. De doelen van de masteropleiding EORAS zijn vertaald in de volgende eindtermen of kwalificaties: A
Eindtermen met betrekking tot inhoudelijke kennis en inzicht
De afgestudeerde master in EORAS: A.1 heeft grondige wetenschappelijke kennis van en inzicht in recente theorieën, methoden, modellen en technieken uit ten minste twee van de subgebieden uit de specialisatie; A.2 kan de actuele internationale literatuur van het vakgebied lezen, kennis en inzicht toepassen bij het analyseren van niet-routinematige praktische
138
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
A.3 A.4
A.5
A.6
A.7
A.8
B
problemen en kan bijdragen aan de opbouw van kennis binnen het vakgebied; kan de actuele internationale literatuur van ten minste één ander subgebied binnen de gekozen specialisatie of een andere specialisatie lezen; voldoet aan dezelfde normen binnen ten minste één ander subgebied uit de wiskunde, economie of bedrijfskunde, inclusief de specialisaties van de opleiding; kan ten minste één programmeeromgeving gebruiken en heeft kennis van de voor zijn/haar vakgebied relevante computerprogramma’s. Hij/zij kan met deze programma's in een professionele omgeving functioneren; kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan verbanden leggen tussen de resultaten met betrekking tot de kennisgebieden die worden gevonden in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde publicaties en relevante sociale ontwikkelingen; heeft inzicht in de theorieën en concepten van de vakgebieden economie en/of bedrijfskunde, met name waar bruikbaar bij een modellerende aanpak binnen zijn/haar vakgebied. Hij/zij kan zich een mening vormen over de praktische relevantie van de gebruikte wiskundige modellen en is in staat de toepassing van theorieën en modellen kritisch te beoordelen; heeft grondige kennis van bepaalde aspecten van de wiskunde en statistiek, vooral de aspecten die belangrijk zijn voor een modellerende aanpak binnen het vakgebied. Het niveau is hoog genoeg voor een creatief gebruik van wiskundige en statistische onderzoeksmethoden. Wetenschappelijke eindtermen
Binnen zijn/haar vakgebied kan de afgestudeerde master: B.1 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeks- en analysemethoden toepassen en onderzoek plannen en verrichten; B.2 een praktisch probleem vertalen naar vragen in de vorm van een wiskundig model, relevante kwantitatieve gegevens verzamelen en de uitslagen van een wiskundig model vertalen naar antwoorden met betrekking tot het oorspronkelijke praktische probleem; B.3 wetenschappelijke methoden en technieken in de wiskunde, economie, statistiek en software binnen de juiste context toepassen; B.4 zowel mondeling als schriftelijk communiceren in het Engels op een voor de wetenschap acceptabel niveau; B.5 zijn/haar studie op een gevorderd niveau vervolgen; B.6 reflecteren op wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische invalshoek; B.7 onafhankelijk onderzoek verrichten naar niet-routinematige praktijkvraagstukken; B.8 De afgestudeerde master heeft een onderzoekende en kritische houding met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen van wetenschappelijke
139
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
B.9
inhoud en de ontwikkeling van het kennisdomein en kan hierover tijdens een debat een standpunt innemen; De afgestudeerde master is bekend met de belangrijkste bronnen van literatuur binnen zijn/haar vakgebied.
C
Sociaalcommunicatieve eindtermen
C.1
De afgestudeerde master heeft sociale communicatievaardigheden waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen binnen de hoofdspecialisatie zowel schriftelijk als mondeling in het Engels kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als collega’s uit hetzelfde vak of uit andere vakgebieden (zoals managers, economen, wiskundigen, wetenschappers en technici); De afgestudeerde master kan kritisch reflecteren op eigen werk en het werk van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als praktische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven.
C.2
D
Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
D.1
De afgestudeerde master heeft de benodigde leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en professionele vaardigheden en houding en kan waar nodig actie ondernemen; De afgestudeerde master heeft zelfinzicht en is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen.
D.2
Bijlage 1.4 MSc Economics De masteropleiding Economics heeft als doel studenten op te leiden die in staat zijn geavanceerde economische theorieën toe te passen om economische situaties te analyseren die van toepassing zijn op de samenleving in het algemeen. Studenten verwerven kennis van economische theorie op een hoog analytisch niveau. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar actuele economische theorieën in de kerngebieden van de economie. Bovendien worden studenten vertrouwd gemaakt met het toepassen van theorie en onderzoeksmethoden op de economische praktijk en economisch beleid. Een dergelijke combinatie van zorgvuldig wetenschappelijk denken en praktijkervaring is essentieel voor elk beroep op het gebied van economisch beleid of onderzoek. Tot slot moeten afgestudeerden in staat zijn economisch onderzoek uit te voeren. Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke beoogde leerdoelen gedefinieerd. A
Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
Voor het classificeren van economische literatuur gebruikt het Journal of Economic Literature het JEL Classification System (www.AEAweb.org, JEL-classificatiecodegids). Aangezien dit
140
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
systeem algemeen geaccepteerd wordt binnen het economische vakgebied, zal het worden gebruikt om de kennisgebieden van de opleiding hieronder te definiëren. De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de volgende twee vakgebieden: A.1 Micro-economie, Industriële Organisatie (JEL-codes D, L) A.2 Macro-economie, Monetaire Economie (JEL-code E) en daarnaast wetenschappelijke kennis van en inzicht in twee van de volgende gebieden op een hoger niveau dan dat van een afgestudeerde bachelor Economics: A.3.1 Economie van de Publieke Sector, Rechten en Economie (JEL-codes H en K) A.3.2 Economische Geschiedenis en Economische Ontwikkeling, Technologische Veranderingen en Groei (JEL-codes N en O) A.3.3 Stedelijke, Plattelands- en Regionale Economie (JEL-code R) A.3.4 Wiskundige en Kwantitatieve Methoden (JEL-code C) A.3.5 Econometrie, Operationele Research, Actuariaat, Financiën of International Economics and Business (JEL-code C, F en G) De afgestudeerde master begrijpt actuele internationale literatuur over de bovengenoemde vakgebieden, kan wetenschappelijke kennis en economische modelleringstechnieken toepassen bij het analyseren van nieuwe of nietgedefinieerde economische situaties en kan originele bijdragen leveren binnen zowel een wetenschappelijke omgeving als een beroepsomgeving. De afgestudeerde master: A.4 kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan verbanden leggen tussen de resultaten van de kennisgebieden die worden gevonden in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde publicaties en relevante nationale en internationale ontwikkelingen; A.5 kan de belangrijkste theoretische inzichten van het vakgebied toepassen bij de analyse van concrete maar complexe economische vraagstukken en kan daarmee de eerste stappen nemen tot niet-routinematig onderzoek. B
Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken)
Binnen het vakgebied van de economie is de afgestudeerde master in staat om: B.1 tot een kritisch oordeel te komen omtrent de relaties tussen theoretische concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale wetenschappelijke publicaties; B.2 onafhankelijk een probleemstelling te formuleren, specifieke onderzoeks- en analysemethoden toe te passen en onderzoek te plannen en te verrichten; B.3 kwantitatieve en kwalitatieve gegevens te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, een betoog op te bouwen, een oplossing te ontwikkelen, problemen op te lossen en/of op basis van theorie en bewijs advies te geven;
141
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
B.4 B.5
wetenschappelijke methoden en technieken binnen de economie, wiskunde, statistiek en toegepaste informatica binnen de juiste context toe te passen; onafhankelijk een bijdrage te leveren aan de toegepaste kennis binnen het vakgebied economie.
De afgestudeerde master: B.6 heeft bovendien een onderzoeksgerichte en kritische houding met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen van het economische vakgebied en de wetenschap in het algemeen bij het behandelen van sociale vraagstukken en ontwikkelingen en is in staat een mening te vormen vanuit een ethische invalshoek; B.7 kent de belangrijkste internationale literatuurbronnen, blijft op de hoogte van relevante internationale (wetenschappelijke) uitgaven binnen het vakgebied en houdt zijn/haar kennis op een acceptabel niveau. C
Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master: C.1 heeft sociale communicatievaardigheden en Engelse taalvaardigheden (lezen, schrijven, presenteren en discussiëren) waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten (zoals managers, economen, wiskundigen en wetenschappers); C.2 heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en nauwkeurig werken. Verder kan hij/zij het initiatief nemen, luisteren, discussiëren en plannen binnen een beroepsomgeving; C.3 kan kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en opbouwende feedback of verbeteringen geven. D
Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde master: D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling; D.2 heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen; D.3 heeft een actieve houding met betrekking tot een leven lang leren. Bijlage 1.5 MSc Fiscale Economie Het doel van de masteropleiding Fiscale Economie is het bereiken van een specialistisch, wetenschappelijk niveau op het domein van de fiscale economie. In de masteropleiding komt daarom meer gespecialiseerde kennis op het gebied van belastingrecht aan de orde. Tevens biedt de opleiding een verdieping op de gebieden financiering en openbare financiën en wordt naast de nationale wet- en regelgeving
142
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
nadrukkelijk aandacht besteed aan internationaal en europees belastingrecht. In de masteropleiding vindt bovendien integratie plaats van fiscale vakken en wordt op geïntegreerde wijze diepgaande en specialistische kennis van de vakgebieden aangeboden. Er is daarbij ruime aandacht voor de fiscale problematiek waarmee multinationals en samenwerkingsverbanden in het MKB, alsmede hun aandeelhouders/eigenaren en werknemers worden geconfronteerd. Van studenten wordt gevraagd kritisch naar oplossingen te zoeken op deze complexe fiscaal economische vraagstukken. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A
Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in het fiscaal economische domein, is in staat deze toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden en is in staat een originele bijdrage te leveren aan vernieuwing van die kennis en beleidsontwikkeling in een professionele omgeving. Kennis en inzicht bestaat eruit dat de afgestudeerde master de belangrijkste theorieën, methoden en technieken binnen het domein van de fiscale economie begrijpt en kan toepassen en dat hij zelf ook nieuwe kennis en inzichten kan genereren en gebruiken bij het analyseren van complexe fiscaal economische situaties en bij het oplossen van complexe fiscaal economische praktijkproblemen. De afgestudeerde master kan de sturende effecten van fiscale regelgeving bedenken en beleid op dit gebied implementeren. De afgestudeerde Master FE: A.1 heeft een diepgaande kennis van en inzicht in het Nederlandse fiscale systeem, mede in Europees en internationaal perspectief, alsmede in het belang van de fiscaliteit voor het beleid op ondernemingsniveau en op overheidsniveau. A.2 heeft een diepgaande kennis van en inzicht in de normatieve invloeden op de fiscale rechtsvorming en –handhaving. Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.3 Financiering A.4 Accounting en Boekhouden De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden integratief te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en het formuleren van adviezen en beleid. Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in het gebied: A.5 Micro-/macro-economie
143
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op dit gebied integratief te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en het formuleren van fiscaal beleid. Binnen het subdomein van het belastingrecht heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.6 Nationaal belastingrecht A.7 Internationaal belastingrecht A.8 Europees belastingrecht De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden integratief te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en het formuleren van fiscaal beleid. B
Academische eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over diepgaande kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het bedrijfseconomisch en fiscaal functioneren van complexe organisaties in de beroepspraktijk kan beoordelen en in staat is complexe praktijkproblemen binnen die organisaties integratief te benaderen en op te lossen. De afgestudeerde master is in staat om in situaties van onvolledige of beperkte informatie te beoordelen welke extra informatie nodig is en of en waar deze verkregen kan worden en - in die situaties waarin additionele informatie niet verkrijgbaar is - op basis van onvolledige of beperkte informatie oordelen te vormen waarbij hij ook rekening houdt met sociaal maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden. De afgestudeerde master heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de fiscale economie en is zich er van bewust dat een integere opstelling noodzakelijk is. B.1
B.2
B.3
B.4
144
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het bedrijfseconomische en fiscale domein (inter)nationale wetenschappelijke informatie zoals theoretische concepten, wetenschappelijke theorieën, methoden en technieken of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten en op geïntegreerde wijze toe te passen. De afgestudeerde is in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden en de kern van een probleem te onderkennen om vervolgens zelfstandig relevante gegevens en informatie te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel om met betrekking tot een praktijkprobleem zich een oordeel/mening te vormen, een argumentatie/redenering op te zetten, een passende oplossing te ontwerpen en/of een beleidsvoorstel te formuleren. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde houdt bij wat de ontwikkelingen zijn in het fiscaal economisch vakgebied en in relevante aanpalende vakgebieden en is in staat
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
B.5 B.6
B.7
C
zelfstandig een bijdrage te leveren aan de kennisvoorraad van ten minste één specialisatiegebied. De afgestudeerde kan verbanden leggen tussen de in de nationale en internationale wetenschappelijke en vakpublicaties gevonden uitkomsten en relevante maatschappelijke ontwikkelingen binnen het fiscaal economische domein. De afgestudeerde is in staat om specifieke fiscaal economische vraagstukken te plaatsen in de organisatiecontext en de beroepspraktijk. De afgestudeerde is in staat strategische vraagstukken van regelgeving en organisaties te analyseren, te diagnosticeren, oplossingen aan te dragen en te implementeren. De afgestudeerde is in staat te handelen vanuit een integere opstelling en hij kan vanuit een maatschappelijke en ethische invalshoek reflecteren op wetenschappelijke inzichten, op het fiscaal economisch functioneren van organisaties en op mogelijke oplossingen voor fiscaal economische vraagstukken. Sociaal communicatieve eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het fiscaal economisch goed functioneren van complexe organisaties. De afgestudeerde master toont een professionele houding waarbij relevante vaardigheden zoals planmatig werken, accuraatheid, zelfstandig werken, initiatief nemen en overtuigen adequaat worden toegepast. C.1
C.2
C.3
D
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel voor een publiek van beroepsgenoten als voor niet-deskundigen. De afgestudeerde is in staat zelfstandig en in teamverband, accuraat, oplossingsgericht en planmatig te werken en hij is initiatiefrijk in het oplossen van vraagstukken en het aanpakken van werkzaamheden. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven. Studievaardigheden en beroepenoriëntatie
De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om te reflecteren op eigen kennis en vaardigheden en hij is in staat om zijn denken en werken bij te sturen. D.1
D.2
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om dit proces bij te sturen. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding binnen het fiscaal economisch domein.
145
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
D.3
De afgestudeerde is bereid en in staat om gedurende zijn carrière zijn kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te houden.
Bijlage 1.6 MSc Human Resource Management De masteropleiding Human Resource Management (HRM) heeft als doel studenten op te leiden die in staat zijn complexe problemen met betrekking tot het management van werkzaamheden en werkgelegenheid in organisaties te definiëren, analyseren en evalueren. Studenten verwerven een zorgvuldige, wetenschappelijke denkwijze en wetenschappelijke vaardigheden aan de hand waarvan ze kunnen overdenken en ontdekken hoe HRM-beleid en -praktijken kunnen worden ontwikkeld en toegepast teneinde de beschikbaarheid, inzetbaarheid, toewijding en vitaliteit van werknemers te waarborgen die nodig zijn om de doelen van de organisatie te bereiken. Om deze doelen te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van generieke en specifieke eindtermen. A
Eindtermen met betrekking tot wetenschappelijke kennis van en inzicht in HRM
De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste theorieën, modellen en methoden op de volgende gebieden: A.1 A.2 A.3 A.4 A.5
Strategisch Human Resources Management; Ontwerp van werkprocessen en teamprocessen; Instrumenten van personeelsbeleid (werving, selectie, opleiding, prestatiemanagement, werknemersontwikkeling, vergoeding); verandermanagement; arbeidsrecht
B
Eindtermen met betrekking tot het toepassen van kennis en inzicht
De afgestudeerde master is in staat zijn/haar wetenschappelijke kennis van en inzicht in HRM toe te passen. Hij/zij is in het bijzonder in staat: B.1
B.2
B.3
146
theoretische inzichten op een relatief vergevorderd niveau toe te passen bij het stellen, analyseren en evalueren van specifieke vragen betreffende een van de bovengenoemde vakgebieden; de verworven kennis en het verworven inzicht toe te passen teneinde complexe problemen en kwesties op het snijvlak van een aantal of alle bovengenoemde gebieden te definiëren, analyseren en evalueren; een onderzoeksgerichte houding ten aanzien van HRM aan te nemen om HRM-beleid en -praktijken te baseren op het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs.
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
C
Eindtermen met betrekking tot onderzoek
De afgestudeerde master beschikt over de benodigde wetenschappelijke vaardigheden om zelfstandig onderzoek uit te voeren op het gebied van HRM. Hij/zij is in het bijzonder in staat: C.1 C.2
C.3
D
theorieën, modellen en methodes te selecteren en synthetiseren om HRMgerelateerde onderzoeksvragen te definiëren en conceptualiseren; gegevens te verzamelen, analyseren en interpreteren om op basis van onderzoek conclusies te trekken en verdedigbare aanbevelingen te doen op het gebied van HRM-kwesties; een wetenschappelijk onderzoeksrapport te schrijven, presenteren, verdedigen en bespreken. Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master beschikt over de benodigde vaardigheden en houding om effectief (samen) te werken in een professionele, multidisciplinaire omgeving. Hij/zij beschikt in het bijzonder over: D.1
D.2
D.3
de benodigde analytische en sociale vaardigheden om effectief te kunnen samenwerken in een multidisciplinair team dat is opgezet om uitgebreide organisatievraagstukken en kwesties met een HRM-component te behandelen; de benodigde communicatieve vaardigheden om op logische, duidelijke en overtuigende wijze zijn/haar eigen veronderstellingen, analyses, conclusies, besluiten, meningen en activiteiten mondeling en schriftelijk te uiten; de benodigde leerhouding om kritisch op zijn/haar eigen en andermans kennis, vaardigheden en capaciteiten te reflecteren en reageren.
Bijlage 1.7 MSc International Business and Management De masteropleiding International Business and Management richt zich op de bedrijfskundige en managementaspecten van multinationale bedrijven. De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in leiderschapskwesties binnen multinationals, internationaal financieel management, geavanceerde internationale bedrijfskunde en vergelijkende institutionele benaderingen. Bovendien beschikt hij/zij over de specifieke onderzoeksvaardigheden die managers nodig hebben om nieuwe omgevingen en de bijbehorende ontwikkelingen te analyseren en over de benodigde sociale en communicatieve vaardigheden om in een internationale context te kunnen functioneren. De doelen van de masteropleiding IB&M zijn vertaald in de volgende eindtermen: A
Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de volgende vakgebieden:
147
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
A.1 Vergelijkende internationale instellingen en bedrijfssystemen A.2 Internationale bedrijfskunde A.3 Internationaal management A.4 Internationaal financieel management Bovendien is de afgestudeerde master in staat zijn/haar kennis van en inzicht in deze vakgebieden toe te passen bij het analyseren van nieuwe, complexe kwesties in een internationale bedrijfskundige en managementcontext. B
Wetenschappelijke eindtermen
Binnen het vakgebied van International Business and Management kan de afgestudeerde: B.1 tot een kritisch oordeel komen omtrent de relaties tussen theoretische concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale wetenschappelijke publicaties; B.2 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeks- en analysemethoden toepassen en onderzoek plannen en uitvoeren; B.3 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen, deze gegevens analyseren, interpreteren en synthetiseren met als doel het vormen van een mening, het opbouwen van een betoog, het ontwerpen van een oplossing en het oplossen van problemen en/of het geven van advies; B.4 wetenschappelijke methoden en technieken op het gebied van International Business and Management correct toepassen. C
Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master: C.1 beschikt over professionele communicatievaardigheden en Engelse taalvaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, presenteren en discussiëren) waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten; C.2 heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en methodologisch nauwkeurig functioneren in een professionele omgeving; C.3 kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven; C.4 kan deze kennis en vaardigheden toepassen binnen de context van een internationale en multidisciplinaire werkomgeving, kan werken in een interculturele context en zich professioneel gedragen, daarbij rekening houdend met verschillen in tradities, normen en gewoontes met betrekking tot het functioneren binnen een internationaal bedrijf. D
Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde master: D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling;
148
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
D.2
D.3
heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen; is gemotiveerd om op een zelfgestuurde of autonome manier door te leren.
Bijlage 1.8 MSc International Economics and Business De masteropleiding International Economics & Business (IE&B) traint studenten in het maken van (strategische) beslissingen bij nationale of internationale bedrijven en overheidsorganisaties, zoals financiële instellingen, multinationals, adviesbureaus en overheden. In dit verband staat bij de masteropleiding IE&B één integratief onderwerp centraal, te weten Multinational Enterprise in verhouding tot de wereldeconomie. Studenten verwerven kennis over de internationale handel, economische geografie, innovatietheorie, internationale bedrijfsstrategie, het bouwen op de (gegeneraliseerde) transactiekostentheorie en internationale economie, de theorie van bedrijfssystemen en vergelijkende institutionele theorie. Bovendien kan de afgestudeerde master deze kennis onder verschillende omstandigheden toepassen en de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren. Door (toegepaste) onderzoeksvragen in het vakgebied van de internationale economie, vergelijkende institutionele analyse en internationale bedrijfsstrategie te analyseren, nemen studenten de eerste stappen in de richting van het verrichten van onderzoek en analyses van relatief complexe problemen in de praktijk. Om deze doelen te bereiken, is de masteropleiding vormgegeven aan de hand van specifieke eindtermen of kwalificaties. A
Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de volgende vakgebieden: A.1 A.2 A.3 A.4
Internationale economische handel en beleid Internationale monetaire en financiële economie Internationale bedrijfsstrategie Vergelijkende internationale instellingen en bedrijfssystemen en economische ontwikkeling.
Daarnaast is de wetenschappelijke kennis en inzicht in het volgende gebied van een hoger niveau dan dat van een afgestudeerde bachelorstudent IE&B: A.5 Kwantitatieve bedrijfskundige onderzoeksmethoden en econometrie. De afgestudeerde kan ook de actuele internationale literatuur over de bovengenoemde vakgebieden lezen, kennis en inzicht toepassen bij het analyseren van nieuwe of complexe problemen in de context van internationale economie en bedrijfskunde en een grondige bijdrage leveren aan de opbouw van kennis binnen een relevante beroepsomgeving.
149
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
De afgestudeerde master: A.6 kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan verbanden leggen tussen de bevindingen in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde publicaties en relevante internationale ontwikkelingen; A.7 kan de belangrijkste theoretische inzichten van het vakgebied toepassen bij de analyse van specifieke vragen op het gebied van de internationale economie, vergelijkende institutionele analyse en internationale bedrijfsstrategie en zodoende de eerste stappen zetten in de richting van wetenschappelijk onderzoek op redelijk vergevorderd niveau. B
Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken)
Binnen het vakgebied van International Economics and Business kan de afgestudeerde master: B.1 tot een kritisch oordeel komen omtrent de relaties tussen theoretische concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale wetenschappelijke publicaties; B.2 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeksmethoden toepassen en onderzoek plannen en uitvoeren; B.3 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen en deze gegevens analyseren, interpreteren en synthetiseren met als doel het vormen van een mening, het opbouwen van een betoog, het ontwerpen van een oplossing en het oplossen van problemen en/of het geven van advies; B.4 wetenschappelijke methoden en technieken in de vakgebieden van de internationale economie, internationale bedrijfsstrategie, vergelijkende institutionele analyse, economische ontwikkeling en groei, statistiek en toegepaste informatica op het juiste moment en binnen de juiste context toepassen; B.5 de eerste stappen nemen in de richting van het onafhankelijk bijdragen aan de opgebouwde kennis binnen het domein van International Economics and Business. De afgestudeerde master: B.6 heeft verder een onderzoeksgerichte en kritische houding met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen van de wetenschap bij het behandelen van sociale vraagstukken en ontwikkelingen en is in staat zich een mening te vormen vanuit een ethische invalshoek; B.7 kent de belangrijkste internationale literatuurbronnen, blijft op de hoogte van relevante internationale (wetenschappelijke) uitgaven binnen het vakgebied en houdt zijn/haar kennis op een acceptabel niveau. C
Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde master: C.1 beschikt over professionele communicatievaardigheden en Engelse taalvaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, presenteren en discussiëren) waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten,
150
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
C.2 C.3
C.4
D
veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten; heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en methodologisch nauwkeurig functioneren in een professionele omgeving; kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven; kan deze kennis en vaardigheden toepassen binnen de context van een internationale en multidisciplinaire werkomgeving, kan werken in een interculturele context en zich professioneel gedragen, daarbij rekening houdend met verschillen in tradities, normen en gewoontes met betrekking tot het functioneren binnen een internationaal bedrijf. Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde master: D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling; D.2 heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen; D.3 kan het onbekende aanpakken (wat hoort bij een internationale omgeving) en kan leren van eigen ervaringen en leeractiviteiten; D.4 is gemotiveerd om op een zelfgestuurde of autonome manier door te leren. Bijlage 1.9 MSc Technology Management De masteropleiding Technology Management heeft als doel studenten de kennis, middelen en vaardigheden mee te geven om de technologische innovaties van producten, diensten en processen te beheren, technologische innovaties te beoordelen in termen van bedrijfseconomie en van de mogelijke gevolgen voor het sociotechnische systeem van een bedrijf en een geïntegreerd beeld van technologische innovaties te ontwikkelen en toe te passen. Om deze doelen te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van generieke en specifieke eindtermen. A.
Functionele gebieden van technologiemanagement
De afgestudeerde master heeft gevorderde kennis van de functionele gebieden binnen technologiemanagement zodat hij of zij technologische innovaties in producten, diensten en processen kan beschrijven, analyseren en beheren. De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis van en inzicht in innovaties in: A.1 de ontwikkeling van producten en diensten. A.2 processen en bedrijfsvoering. A.3 De afgestudeerde master beschikt over voldoende kennis van en inzicht in de rol en bijdrage van informatietechnologie in technologische innovaties.
151
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
A.4
A.5
B.
De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis en vaardigheden om technologische innovaties vanuit een economisch perspectief te kunnen beoordelen. De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis en vaardigheden om de sociale en organisatorische invloed van technologische innovaties te kunnen beoordelen. Onderzoek op het gebied van technologiemanagement
De afgestudeerde master is in staat integratief, toegepast wetenschappelijk onderzoek te verrichten op het gebied van technologiemanagement. B.1 B.2
B.3 B.4
C.
De afgestudeerde master begrijpt het integratieve karakter van technologische innovaties. De afgestudeerde master is in staat theorieën toe te passen, modellen te bouwen en methoden te ontwikkelen voor het ontwikkelen van oplossingen voor problemen op het gebied van technologiemanagement. De afgestudeerde master beschikt over de nodige onderzoeksvaardigheden om zelfstandig onderzoek uit te voeren. De afgestudeerde master is in staat zijn of haar kennis van bepaalde gebieden binnen het technologiemanagement verder te verbreden en verdiepen. Communicatieve en leidinggevende vaardigheden
De afgestudeerde master beschikt over communicatieve en leidinggevende vaardigheden en kan werken binnen een team. De afgestudeerde master is in staat: C.1 een wetenschappelijk onderzoeksrapport te schrijven; C.2 een voorstel te presenteren en verdedigen; C.3 een project te plannen; C.4 ethisch te handelen; C.5 te reflecteren op zijn/haar eigen prestaties; C.6 in een team te werken en bij te dragen aan de samenwerking. D.
Wetenschappelijke instelling
De afgestudeerde heeft een wetenschappelijke instelling waarmee hij of zij in een professionele academische omgeving kan werken. D.1 D.2 D.3
152
De afgestudeerde master staat positief tegenover het concept van een leven lang leren. De afgestudeerde master heeft een open, kritische instelling ten opzichte van nieuwe ideeën en ontwikkelingen. De afgestudeerde master behandelt anderen met respect.
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 1.10 MSc Economics and Business De Research Masteropleiding Economics and Business heeft als algemene doelstelling studenten klaar te stomen voor het doen van onderzoek door middel van diepgaande training in geavanceerde theorieën en methodes gericht op zowel kennis als vaardigheden. De opleiding bestaat uit vijf profielen (specialisaties): (1) Economics & Econometrics, (2) International Economics & Business, (3) Marketing, (4) Operations Management & Operations Research, en (5) Human Resource Management & Organizational Behaviour. Deze profielen sluiten aan op de vijf onderzoeksprogramma’s van SOM. De Research Masteropleiding beoogt excellente, jonge studenten op te leiden en te trainen om in de toekomst deel uit te maken van de academische gemeenschap, als promovendi of als onderzoekers bij een nationaal of internationaal publiek of privaat onderzoeksinstituut. Na afronding van het programma ontvangen studenten een masterdiploma (MSc). Het programma wordt gegeven in het Engels en heeft als doel een internationale studentenpopulatie aan te trekken. Slechts een kleine groep enthousiaste en zeer gemotiveerde studenten met een uitzonderlijk talent voor wetenschap en onderzoek wordt toegelaten tot deze opleiding. Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke beoogde leerdoelen gedefinieerd. A
Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan)
De afgestudeerde beschikt over A.1 een ruim inzicht in belangrijke hedendaagse economische en bedrijfskundige vraagstukken, alsook een grondige kennis van belangrijke vraagstukken op het gebied van zijn specialisatie; A.2 gevorderde kennis van en inzicht in theoretische economische en bedrijfskundige modellen, met name op het gebied van zijn specialisatie; A.3 gevorderde kennis van en inzicht in de onderzoeksmethodologie en methodes op het gebied van de economie en de bedrijfskunde; A.4 gevorderde kennis van en inzicht in geschikte en uitvoerbare onderzoeksontwerpen en methodes voor gegevensverzameling in verschillende soorten onderzoek, alsook de expertise en ervaring wat betreft de adequaatheid, de toepasbaarheid en de feitelijke toepassing van dergelijke onderzoeksontwerpen en methodes voor gegevensverzameling; A.5 het vermogen om onderzoeksvragen te koppelen aan economische en bedrijfskundige theorieën; A.6 het vermogen om op originele wijze theorieën en onderzoeksresultaten op beleidsvraagstukken en wetenschappelijke onderzoeksvraagstukken toe te passen; A.7 het vermogen om relevante wetenschappelijke literatuur te selecteren, doorgronden en integreren, en om deze literatuur te beoordelen op basis van de beschikbare informatie;
153
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
A.8
A.9
A.10
B
de expertise en ervaring om een onderzoeksproject uit te werken, dat wil zeggen, om een duidelijke onderzoeksvraag te formuleren die innovatief is en voortbouwt op de huidige stand van zaken in het onderzoek op het desbetreffende economische of bedrijfskundige gebied, en die wordt ondersteund door de relevante literatuur op het desbetreffende vakgebied; expertise in en ervaring met het integreren van theorie en empirisch onderzoek, alsmede ervaring met het volledige onderzoeksproces, waartoe ook het verantwoorden van de onderzoeksresultaten behoort; het vermogen om theorie en kwantitatief empirisch onderzoek (‘op theorie gebaseerd empirisch onderzoek’) te integreren in een wetenschappelijk verslag dat qua niveau vergelijkbaar is met een publiceerbaar onderzoeksverslag. Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken)
De afgestudeerde beschikt over B.1 het vermogen om de juiste onderzoeksmethodologieën, -methodes en statistische technieken te kiezen en toe te passen, alsook de onderzoeksresultaten kritisch te beoordelen; B.2 het vermogen om te reflecteren op de sociale en ethische verantwoordelijkheden die de toepassing van kennis en beoordelingen met zich meebrengt, alsook op de sociale en ethische implicaties van onderzoeksresultaten voor beleidsvorming en verder onderzoek. C
Sociaalcommunicatieve eindtermen
De afgestudeerde beschikt over C.1 het vermogen om conclusies, en de kennis en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, zowel schriftelijk als mondeling te communiceren naar een publiek van specialisten (bijv. wetenschappers) en niet-specialisten (bijv. bestuurders, beleidsmakers of journalisten); C.2 het vermogen om beleidsimplicaties van wetenschappelijk onderzoek te communiceren, rekening houdend met de beperkingen van de informatie en het wetenschappelijk inzicht waarop de praktische aanbevelingen zijn gebaseerd. D
Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding
De afgestudeerde beschikt over D.1 het vermogen om te reflecteren op de implicaties van zijn onderzoek voor het ontwikkelen van economische en bedrijfskundige theorieën; D.2 het vermogen om informatie te zoeken en om gegevens volgens algemene wetenschappelijke standaarden op te vragen, te documenteren en te archiveren; D.3 een kritische en reflecterende houding alsook de analyse- en onderzoeksvaardigheden die nodig zijn om na het afstuderen een promotietraject af te leggen of om op professioneel niveau te functioneren
154
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
D.4
binnen een onderzoeks- of beleidsafdeling van een gouvernementele/nongouvernementele organisatie of onderneming; de benodigde werkhouding om deel uit te maken van een internationaal onderzoeksteam, waarin hij bijdraagt aan het collectieve goed en timemanagement, en deelneemt aan een onderzoeksnetwerk in zijn eigen onderzoeksdomein.
Bijlage 1.11
Executive Master of Accountancy
Overkoepelende eindtermen Afgestudeerden van de Eecutive Master of Accountancy dienen te beschikken over de capaciteit om: – specifieke vraagstukken uit de beroepspraktijk op te lossen vanuit een theoretisch conceptueel kader; – de verworven kennis en vaardigheden toe te passen op (complexe) bedrijfssituaties; – nieuwe ontwikkelingen in het eigen vakgebied te onderkennen en naar waarde te schatten; – zowel zelfstandig als in teams te kunnen samenwerken en leiding te geven in de beroepspraktijk; – de verworven kennis en inzichten op het vakgebied en relationele vaardigheden te gebruiken; – in de beroepsuitoefening en zowel in woord als in geschrift op adequate wijze te communiceren met beroepsgenoten en niet-deskundigen. Beroepsethiek Accountants vervullen een belangrijke maatschappelijke functie en dat geldt in het bijzonder voor de assurancefunctie die centraal staat in de beschrijving van deze eindtermen. Kenmerkend onderscheid van het accountantsberoep is de verantwoordelijkheid te handelen in het algemeen belang; de verantwoordelijkheid van accountants beperkt zich niet tot het behartigen van het belang van een individuele cliënt. Om aan deze verantwoordelijkheid invulling te kunnen geven dienen afgestudeerden: – grondige kennis en inzicht te hebben in de fundamentele beginselen van de beroepsethiek alsmede in de toepassing daarvan in concrete situaties; – in de (toekomstige) beroepsuitoefening op een integere wijze te kunnen functioneren, zich te kunnen verantwoorden en in situaties, waarin sprake kan zijn van tegenstrijdige belangen en inzichten, te komen tot een eigen afweging, oordeelsvorming en professioneel handelen; – met een professioneel-kritische instelling controlewerkzaamheden uit te kunnen voeren; – inzicht te hebben in de eigen begrenzingen en het vermogen om in specifieke situaties/bedrijfsethische kwesties te kunnen reflecteren op eigen en andermans denken en handelen.
155
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Voor een meer uitgebreide beschrijving van de eindtermen van de Executive Master of Accountancy wordt verwezen naar het rapport van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA). Bijlage 1.12 Executive Master of Finance and Control De EMFC is een deeltijdopleiding voor financieel georiënteerde bedrijfseconomen en bedrijfskundigen met minimaal twee jaar relevante praktijkervaring. Kenmerkend voor de Groningse opleiding EMFC is de nauwe samenwerking tussen de vakgebieden bedrijfskunde en economie, die zowel voor het onderzoek als voor het onderwijs vruchtbaar is gebleken. Controllers die in Groningen zijn opgeleid, zijn bij uitstek in staat financieel-economische problemen in een bredere bedrijfskundige context te plaatsen met als gevolg dat hun bijdrage aan bestuur of management een regelmatig geprezen meerwaarde geeft. De opleiding onderscheidt zich daarnaast door ruime aandacht voor professionele normen en waarden en het omgaan met ethische dilemma‟s, door het academische karakter van de opleiding en door de kleinschaligheid, persoonlijke aandacht en individueel maatwerk. De EMFC voldoet aan de inhoudelijke eisen van de Vereniging van Registercontrollers (VRC). Na het behalen van het universitaire EMFC-diploma kan bij de VRC de aanvraag worden ingediend voor het verkrijgen van het dienstmerk RC. Om het voeren van het dienstmerk te behouden, moet onder meer aan de PEverplichtingen worden voldaan. De opleiding faciliteert eveneens mogelijkheden om aan deze PE-verplichting te voldoen. De beroepseisen van de VRC en de academische eisen voor de EMFC zijn dan ook in één opleiding verenigd. De EMFC leidt controllers op die snel en doeltreffend weten te opereren in zware financieel-economische functies. De controller is aan het eind van de studie in staat de eindverantwoordelijkheid te dragen voor de interne en externe economische berichtgeving van organisaties en voor de economische rationaliteit van de beslissingen die in de organisatie worden genomen. Hiertoe beschikt de controller over „state of the art‟ inhoudelijke kennis, inzicht in en overzicht over de bedrijfs- en informatieprocessen en de relatie met hun omgeving en de vaardigheden om leemtes in het functioneren van de organisatie op een goede manier op te sporen. De controller is integer, objectief en oplossingsgericht. In het overleg binnen het managementteam objectiveert de controller de discussie door de standpunten te staven met objectieve gegevens/informatie. Om deze doelen te bereiken, heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van onderstaande specifieke eindtermen. A
Inhoudelijke eindtermen
De afgestudeerde heeft diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de volgende vier inhoudsgebieden: A1. financieel-economisch; A2. informatiekundig; A3. organisatiekundig; A4. juridisch.
156
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
De afgestudeerde is tevens in staat kennis en inzicht in deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en bedrijfsproblemen. B
Academische eindtermen
Vanuit „taakdenken‟ kan de afgestudeerde de verantwoordelijkheid nemen en zorg dragen voor: B1. de financieel-economische kant van de besluitvormingsprocessen in de organisatie; B2. de financieel-economische berichtgeving; B3. de bestuurlijke informatieverzorging; B4. fiscale en verzekeringszaken; B5. financiering en treasury management en logistieke systemen; B6. (een bijdrage aan) strategische processen en besturing van de organisatie. Verder is de afgestudeerde in staat: B7. toepassingsgericht wetenschappelijk onderzoek uit te voeren op het terrein van controllervraagstukken; B8. om organisaties als geheel en als deel van een complexe externe omgeving te analyseren en daarbij relaties te leggen tussen het vakgebied en andere beleidsaspecten; B9. op zelfstandige en objectieve wijze te kunnen oordelen over te nemen of over reeds genomen financieel-economische beslissingen binnen een organisatie; B.10 om besturingsprocessen van de organisatie te herkennen, zowel vanuit nationaal, internationaal als multicultureel perspectief; B.11 de afgestudeerde is zich bewust van de noodzaak van een onafhankelijke en onpartijdige opstelling, kan vanuit een maatschappelijke en ethische invalshoek reflecteren op vraagstukken en kent de gedragscode die door de VRC voor registercontrollers is opgesteld. C
Sociaal communicatieve eindtermen
C1.
de afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden waarmee hij/zij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel voor het management als voor anderen in een organisatie; de afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken en hij/zij is in staat om in de beroepspraktijk leiding te geven en te sturen.
C2.
D
Studievaardigheden en beroepsoriëntatie
D1.
de afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces en de eigen loopbaan en om deze te kunnen bijsturen.
157
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 2.
Programma’s MSc Accountancy en Controlling
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 2.1 MSc Accountancy en Controlling, traject Accountancy De masteropleiding Accountancy en Controlling, traject Accountancy omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1
vaknaam Auditing I Strategie en organisatie in de praktijk Financial Accounting Theory Internal Control: Risk Management Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Accountancy Auditing II
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1
158
MSc Accountancy en Controlling/A&C 1 Accountancy vakcode EBM821A10 EBM636A05 EBM863A05 EBM883A05 EBM807A10 EBM869A20 EBM898A05
EC 10 5 5 5 10 20 5
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL
EC 7 5 5 3 5 5 10 20 5
V/K V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MSc Accountancy en Controlling/A&C 1 Accountancy voor HBO-AC
vaknaam Strategie en organisatie in de praktijk Financial Accounting II HBO Accountancy Financial Accounting Theory Intr. bdk. methodologie voor HBO A&C Internal Control: Risk Management Statistiek A&C Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Accountancy Auditing II
vakcode EBM636A07 EBM862A05 EBM863A05 EBB693B03 EBM883A05 EBP019A05 EBM807A10 EBM869A20 EBM898A05
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 2.2 MSc Accountancy en Controlling, traject Controlling De masteropleiding Accountancy en Controlling, traject Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2
vaknaam Field Course O&MC Financiering III A&C/FE Strategie en organisatie in de praktijk Ontwerp managementaccounting verand. Internal Control: Risk Management Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Controlling
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2
MSc Accountancy en Controlling/A&C 1 Controlling vakcode EBM648B10 EBM864B05 EBM636A05 EBM711A05 EBM883A05 EBM807A10 EBM870A20
EC 10 5 5 5 5 10 20
V/K V V V V V V V
taal EN NL NL NL NL NL NL
EC 10 5 7 5 3 5 5 5 10 20
V/K V V V V V V V V V V
taal EN NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MSc Accountancy en Controlling/A&C 1 Controlling voor HBO-AC
vaknaam Field Course O&MC Financiering III A&C/FE Strategie en organisatie in de praktijk Financial Accounting II HBO Accountancy Intr. bdk. methodologie voor HBO A&C Ontwerp managementaccounting verand. Internal Control: Risk Management Statistiek A&C Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Controlling
vakcode EBM648B10 EBM864B05 EBM636A07 EBM862A05 EBB693B03 EBM711A05 EBM883A05 EBP019A05 EBM807A10 EBM870A20
159
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 3.
Programma’s MSc Business Administration
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 3.1 MSc Business Administration, traject Business & ICT De masteropleiding Business Administration, traject Business & ICT omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Business & ICT 1 basisprogramma Business & ICT
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Bus. & ICT: Strategy & ICT keuzevak(ken) Business & ICT
vakcode EC EBM650A10 10 10
V/K taal V EN V EN
1.1-2 1.1-2 2.1 2.1-2
Business Processes & ICT en/of ICT: Human & Organizational Issues en/of ICT Systems Master’s Thesis BA Business & ICT
EBM646A10 EBM653A10 EBM652A10 EBM865A20
10 10 10 20
KG KG KG V
EN EN EN EN
vakcode EBM819A10 EBM658A05 EBM679A10 EBM607A05 EBM607B05 TBBI05E
EC 10 5 10 5 5 5
V/K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1
160
MSc BA - Business & ICT 1 keuzevakken Business & ICT
vaknaam Field Course Marketing Inf. Systems for Operations & Supply Ch. Strategy & Innovation Field Course Business Development Ia Field Course Business Development Ib Business Intelligence
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 3.2 MSc Business Administration, traject Business Development De masteropleiding Business Administration, traject Business Development omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Business Development 1 basisprogramma Business Development
sem 1.1 1.1 1.1
vaknaam Business Development Management Field Course Business Development Ia keuzevak Business Development
vakcode EC EBM628A05 5 EBM607A05 5 5
V/K V V V
taal EN EN EN
1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1
Field Course Business Development Ib Organizing Innovation Service Innovation Master’s Thesis BA BD Development Research Design BD
EBM607B05 EBM622B05 EBM736B05 EBM721A25 EBM654A05
5 5 5 25 5
V V V V V
EN EN EN EN EN
EC 10 5 5 5 10 5 5 5
V/K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1
MSc BA - Business Development 1 keuzevakken Business Development
vaknaam Field Course Marketing Strategic HRM Theories of Organizational Change Capturing Value from Innovation Consumer Behaviour Advanced Quality Management Business Marketing Management Consulting
vakcode EBM819A10 EBM011A05 EBM013A05 EBM738A05 EBM809A10 EBM632A05 EBM808A05 EBM706A05
161
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 3.3 MSc Business Administration, traject Change Management De masteropleiding Business Administration, traject Change Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Change Management 1 basisprogramma Change Management
sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Skills Training & Thesis Prep. MSc BA CM
vakcode EC EBM626A05 5
V/K taal V EN
Field Course Change Management keuzevak(ken) Change Management
EBM625A10 10 10
V V
EN EN
1.1 1.2 2.1-2 2.1
Theories of Organizational Change Work Design and Team Processes Master’s Thesis BA Change Management Management Consulting
EBM013A05 EBM012A05 EBM724A20 EBM706A05
5 5 20 5
V V V V
EN EN EN EN
EC 10 10 10 10 5 5 5 5 5
V/K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 1.2 2.1 2.1
162
MSc BA - Change Management 1 keuzevakken Change Management
vaknaam Business Processes & ICT Field Course O&MC ICT: Human & Organizational Issues Strategy & Innovation Innovation & Entrepreneurship Organizing Innovation Personnel Economics Advanced Quality Management Conflict Man. & Industrial Relations
vakcode EBM646A10 EBM648B10 EBM653A10 EBM679A10 EBM621A05 EBM622B05 EBM678A05 EBM632A05 EBM673A05
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 3.4 MSc Business Administration, traject Finance De masteropleiding Business Administration, traject Finance omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Finance 1 basisprogramma Finance
sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1 2.2 2.1-2
vaknaam Field Course Finance Risk and Derivatives en/of Corporate Valuation en/of Portfolio Management en/of Corporate Finance en/of Corporate Governance keuzevak(ken) Finance**
vakcode EBM647A10 EBM848A10 EBM007B05 EBM015A05 EBM008A05 EBM811B05
2.1-2
Master’s Thesis BA Finance**
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.2 2.2
EC 10 10 5 5 5 5 10
V/K V KG KG KG KG KG V
taal EN EN EN EN EN EN EN
EBM866A20 20
V
EN
vakcode EBM860A05 EBM806B05 EBM837A10 EBM645A05 EBM857B05 EBM822A05
V/K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN
MSc BA - Finance 1 keuzevakken Finance
vaknaam Credit Risk Analysis Behavioural Finance & Personal Investing Money and Banking Working Capital Management Advanced Corporate Finance Institutional Investment Management
EC 5 5 10 5 5 5
Bijlage 3.5 MSc Business Administration, traject General Management De masteropleiding Business Administration, traject General Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar:
MSc BA - General Management 1
vaknaam Field Course BD and Marketing voor GM Field Course O&MC voor GM Field Course Oper. and S. Chains voor GM Master’s Thesis BA General Management Strategy & Innovation voor GM
vakcode EBM607C10 EBM648C10 EBM610B10 EBM727A20 EBM679B10
EC 10 10 10 20 10
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
163
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 3.6 MSc Business Administration, traject Marketing De masteropleiding Business Administration, traject Marketing omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Marketing 1 basisprogramma Marketing Management
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Marketing keuzevak(ken) Marketing Management A**
2.1-2
keuzevak(ken) Marketing Management B**
2.1-2
Master’s Thesis BA Marketing**
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
vakcode EC EBM819A10 10 20 10
V
EN
EBM867A20 20
V
EN
V/K V V V V
taal EN EN EN EN
V V
EN EN
V/K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN
MSc BA - Marketing 1 basisprogramma Marketing Research
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2
vaknaam Advanced Market Research Field Course Marketing Marketing Model Building keuzevak Marketing Research
vakcode EBM803A10 EBM819A10 EBM831A10
2.1-2 2.1-2
Market Research: Practice** Master’s Thesis BA Marketing**
EBM881A05 5 EBM867A20 20
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1
164
V/K taal V EN V EN
EC 10 10 10 5
MSc BA - Marketing 1 keuzevakken Marketing Management A
vaknaam Brand Management and Communication Services Marketing Retail Marketing Consumer Behaviour Business Marketing Marketing Leadership
vakcode EBM834A10 EBM882A05 EBM880A05 EBM809A10 EBM808A05 EBM899A05
EC 10 5 5 10 5 5
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 2.1-2 2.1-2
vaknaam Advanced Financial Management Advanced Market Research Marketing Model Building Strategy & Innovation Theories of Organizational Change Market Research: Practice** niet gekozen keuzevak(ken) van MM A
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1
MSc BA - Marketing 1 keuzevakken Marketing Management B vakcode EBM608B10 EBM803A10 EBM831A10 EBM679A10 EBM013A05 EBM881A05
EC 10 10 10 10 5 5 10
V/K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN
EC 10 10 5 5 5 10 5 5 5
V/K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
MSc BA - Marketing 1 keuzevakken Marketing Research
vaknaam Advanced Financial Management Brand Management and Communication Experimentele designs Services Marketing Retail Marketing Consumer Behaviour Business Marketing Experimentele Vaardigheden, Voortgezet Marketing Leadership
vakcode EBM608B10 EBM834A10 PSMM-4 EBM882A05 EBM880A05 EBM809A10 EBM808A05 PSMHV-1 EBM899A05
Bijlage 3.7 MSc Business Administration, traject Operations & Supply Chains De masteropleiding Business Administration, traject Operations & Supply Chains omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC 1 Production & Distribution
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Oper. and Supply Chains Inf. Systems for Operations & Supply Ch. keuzevakken O&SC
vakcode EC EBM610A10 10 EBM658A05 5 15
V/K V V V
taal EN EN EN
2.1-2 2.1
Master’s Thesis BA Oper. & Supply Ch.** Global Operations & Supply Chains
EBM720A25 25 EBM614A05 5
V V
EN EN
165
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC 1 Services
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Oper. and Supply Chains keuzevakken O&SC
vakcode EC EBM610A10 10 15
V/K taal V EN V EN
1.1-2 2.1-2 2.1
Service Operations Master’s Thesis BA Oper. & Supply Ch.** Advanced Quality Management
EBM634A05 5 EBM720A25 25 EBM632A05 5
V V V
EN EN EN
V/K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1
166
MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC 1 keuzevakken O&SC
vaknaam Business Processes & ICT Simulation of business processes Spec. Course Business & ICT** Spec. Course OMC: Management Acc.** Advanced Purchasing & Supply Man. Theories of Organizational Change Operations Management Process Industries Organizing Innovation Process Innovation & Oper. Excellence Work Design and Team Processes Business Marketing Supply Chain Analysis
vakcode EBM646A10 TBSBP05E EBB661A10 EBB884A10 EBM716A05 EBM013A05 EBM725B05 EBM622B05 EBM762A05 EBM012A05 EBM808A05 EBM884A05
EC 10 5 10 10 5 5 5 5 5 5 5 5
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 3.8
MSc Business Administration, traject Organizational & Management Control De masteropleiding Business Administration, traject Organizational & Management Control omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Organizational & Management Control/O&MC 1 basisprogramma O&MC
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Advanced Financial Management Field Course O&MC keuzevak(ken) O&MC**
2.1-2
keuzevak(ken) O&MC**
2.1-2
Master’s Thesis BA O&MC
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
vakcode EBM608B10 EBM648B10
EC 10 10 10
V/K V V V
taal EN EN EN
10
V
EN
EBM859A20 20
V
EN
MSc BA - Organizational & Management Control/O&MC 1 keuzevakken O&MC
vaknaam Advanced International Business** Brand Management and Communication Financial Accounting II BE/A&C** ICT: Human & Organizational Issues Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Operations & Supply Chains** Spec. Course Small Bus.&Entrepreneursh.** Strategy & Innovation Business Development Management Corporate Valuation Credit Risk Analysis Financial Accounting Theory HRM & Nederlands arbeidsrecht Ontwerp managementaccounting verand. Behavioural Finance & Personal Investing Organizing Innovation Personnel Economics Portfolio Management Financial Accounting II BE/A&C** Spec. Course Business & ICT** Spec. Course Operations & Supply Chains**
vakcode EBM856A10 EBM834A10 EBB915A10 EBM653A10 EBB661A10 EBB660A10 EBB887A10 EBM679A10 EBM628A05 EBM007B05 EBM860A05 EBM863A05 EBM016A05 EBM711A05 EBM806B05 EBM622B05 EBM678A05 EBM015A05 EBB915A10 EBB661A10 EBB660A10
EC 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 10 10 10
V/K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN NL EN EN EN EN EN EN EN EN NL NL NL EN EN EN EN NL EN EN
167
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.1 2.2
Spec. Course Small Bus.&Entrepreneursh.** Advanced Quality Management Conflict Man. & Industrial Relations Corporate Finance Working Capital Management Corporate Governance
EBB887A10 EBM632A05 EBM673A05 EBM008A05 EBM645A05 EBM811B05
10 5 5 5 5 5
K K K K K K
EN EN EN EN EN EN
Bijlage 3.9
MSc Business Administration, traject Small Business & Entrepreneurship De masteropleiding Business Administration, traject Small Business & Entrepreneurship omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Small Business & Entrepreneurship/SB&E 1 basisprogramma SB&E
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Small Business Management keuzevak(ken) SB&E
vakcode EC EBM611A10 10 10
V/K taal V EN V NL
1.1-2 2.1-2 2.1
Small Business Economics Master’s Thesis BA SB&E New Ventures & Entrepreneurship
EBM851A10 10 EBM712A20 20 EBM838A10 10
V V V
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1
168
EN EN EN
MSc BA - Small Business & Entrepreneurship/SB&E 1 keuzevakken SB&E
vaknaam Entrepreneurial Skills II ICT: Human & Organizational Issues Spec. Course OMC: Management Acc.** Business Development Management Entrepreneurial Skills I** Services Marketing Strategic HRM Capturing Value from Innovation Spec. Course Strategy & Innovation Man.** Advanced Quality Management Business Marketing Management Consulting
vakcode EBM816A08 EBM653A10 EBB884A10 EBM628A05 EBM606A02 EBM882A05 EBM011A05 EBM738A05 EBB658B10 EBM632A05 EBM808A05 EBM706A05
EC 8 10 10 5 2 5 5 5 10 5 5 5
V/K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 3.10 MSc Business Administration, traject Strategy & Innovation De masteropleiding Business Administration, traject Strategy & Innovation omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Strategy & Innovation/S&I 1 basisprogramma S&I
sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2
vaknaam Field Course Strategy & Innovation Strategy & Innovation Innovation & Entrepreneurship Capturing Value from Innovation keuzevak S&I
vakcode EBM609A10 EBM679A10 EBM621A05 EBM738A05
2.1-2
Master’s Thesis BA Strategy & Innovation
EBM723A25 25
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1
EC 10 10 5 5 5
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
V
EN
V/K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN
MSc BA - Strategy & Innovation/S&I 1 keuzevakken S&I
vaknaam Business Development Management Strategic HRM Theories of Organizational Change E-commerce Organizing Innovation Advanced Quality Management Business Marketing Management Consulting
vakcode EBM628A05 EBM011A05 EBM013A05 EBM813A05 EBM622B05 EBM632A05 EBM808A05 EBM706A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5
169
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 4.
Programma’s MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Econometrics, Operations Research & Actuatial Studies omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1
vaknaam keuzevak(ken) MSc EORAS andere kwantitatieve vakken of keuzevak(ken) MSc EORAS Econometric Theory and Methods Econometric Inference Master’s Thesis Econometrics Applied Econometrics (EORAS)
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1
170
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 Econometrics vakcode
EC 10 10 10 EBM835B05 5 EBM021A05 5 EBM872A20 20 EBM847B10 10
V/K V KG KG V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 Operations Research
vaknaam keuzevak(ken) MSc EORAS Stochastic Programming andere kwantitatieve vakken of keuzevak(ken) MSc EORAS Master’s Thesis Operations Research Quantitative Logistics
vakcode
EC 10 EBM853A10 10 10 10 EBM873A20 20 EBM843A10 10
V/K V V KG KG V V
taal EN EN EN EN EN EN
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1
vaknaam keuzevak(ken) MSc EORAS Risk Models andere kwantitatieve vakken of keuzevak(ken) MSc EORAS Master’s Thesis Actuarial Studies Life Insurance
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1 2.1 2.1
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 Actuarial Studies vakcode
EC 10 EBM849A10 10 10 10 EBM871A20 20 EBM827A10 10
V/K V V KG KG V V
taal EN EN EN EN EN EN
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 keuzevakken EORAS
vaknaam Advanced Industrial Organization Applied Statistics for Econometrics Financial Econometrics Risk Models Stochastic Programming Econometric Theory and Methods Econometric Inference Applied Econometrics (EORAS) Life Insurance Quantitative Logistics
vakcode EBM826A10 EBM805A10 EBM820A10 EBM849A10 EBM853A10 EBM835B05 EBM021A05 EBM847B10 EBM827A10 EBM843A10
EC 10 10 10 10 10 5 5 10 10 10
V/K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
171
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 5.
Programma MSc Economics
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc Economics 1 basisprogramma MSc Economics
sem 1.1-2
vaknaam keuzevakken MSc Economics
vakcode
1.1-2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
Markets and Competition Advanced Macroeconomics Master’s Thesis Economics keuzevak(ken) MSc Economics of vak(ken) Msc BA Finance of vak(ken) MSc EORAS of vak(ken) MSc IE&B
EBM832A10 10 EBM836B05 5 EBM877A20 20 10 10 10 10
V V V KG KG KG KG
EN EN EN EN EN EN EN
vakcode EBM815A10 EBM852E05 EBM837A10 EBM804B10 EBM841A10 EBM852B05
V/K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 2.1-2 2.1 2.1 2.1
172
EC 15
V/K taal V EN
MSc Economics 1 keuzevakken MSc Economics
vaknaam Economic History (master) Spatial Econometrics for MSc Economics Money and Banking Empirical Micro Economics Public Choice & Law and Economics Spatial Economics for MSc Economics
EC 10 5 10 10 10 5
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 6.
Programma MSc Fiscale Economie
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Fiscale Economie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 2.1-2 2.1 2.1
MSc Fiscale Economie 1
vaknaam Financiering III A&C/FE Onderneming en Belastingheffing C.S. Particulieren en Belastingheffing c.s. Tax Accounting Masterafstudeerwerkstuk Fiscale Economie Internationaal & Europees Belastingrecht Public Choice & Law and Economics
vakcode EBM864B05 RGMFI00107 RGMFI00106 EBM861B06 EBM875A20 RGMFI00306 EBM841A10
EC 5 7 6 6 20 6 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL EN
173
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 7.
Programma MSc Human Resource Management
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Human Resource Management omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.2 en 2.1 2.1-2
vaknaam keuzevakken MSc HRM
vakcode
EC 10
V/K taal V EN
Strategic HRM Theories of Organizational Change HRM & Nederlands arbeidsrecht of HRM & International Labour Law Personnel Instruments Work Design and Team Processes Research and Professional Skills
EBM011A05 EBM013A05 EBM016A05 EBM733A05 EBM014A05 EBM012A05 EBM009A05
5 5 5 5 5 5 5
V V KG KG V V V
EN EN NL EN EN EN EN
Master’s Thesis HRM
EBM722B20
20
V
EN
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2
174
MSc Human Resource Management/HRM 1 basisprogramma MSc HRM
MSc Human Resource Management/HRM 1 keuzevakken MSc HRM
vaknaam Service Operations Innovation & Entrepreneurship Services Marketing HRM & International Labour Law Personnel Economics Advanced Quality Management Conflict Man. & Industrial Relations Management Consulting Behavioural Perspectives on Corp. Gov.
vakcode EBM634A05 EBM621A05 EBM882A05 EBM733A05 EBM678A05 EBM632A05 EBM673A05 EBM706A05 EBM023A05
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 8.
Programma’s MSc International Business and Management
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 8.1 MSc IB&M, traject International Business & Management De masteropleiding International Business and Mangement, traject International Business & Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1
MSc International Business & Management/IB&M 1 MSc IB&M
vaknaam Advanced IE&B** Advanced International Business** Advanced International Management Advanced International Fin. Management** Master’s Thesis IB&M** Research Methodology for MSc IB&M**
vakcode EBM802A10 EBM856A10 EBM715A05 EBM714A05 EBM719A25 EBM718A05
EC 10 10 5 5 25 5
V/K V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN
Bijlage 8.2 MSc IB&M, traject International Financial Management De masteropleiding International Business and Mangement, traject International Financial Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC. De totale omvang van het programma is 90 EC. Daarvan bestaat 30 EC uit vakonderdelen aangeboden in Groningen, 30 EC uit vakonderdelen aangeboden in Uppsala en 30 EC uit de Master’s Thesis en het onderdeel Research Methodology. Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.2 2.1-2
MSc International Business & Management/IB&M 1 MSc IFM
vaknaam Advanced Financial Management Advanced International Business** International Man. Accounting & Control Advanced International Fin. Management** studie in Uppsala
vakcode EBM608B10 EBM856A10 EBM662A05 EBM714A05
EC 10 10 5 5 30
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
175
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1
176
MSc International Business & Management/IB&M 2 MSc IFM
vaknaam Master’s Thesis IFM
vakcode EC EBM022A25 25
V/K taal V EN
Research Methodology for MSc IFM
EBM010A05 5
V
EN
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 9.
Programma MSc International Economics and Business
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding International Economics and Business omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2
MSc International Economics & Business/IE&B 1
vaknaam Advanced IE&B** Advanced International Business** Advanced International Economics Master’s Thesis IE&B Research Methodology for MSc IE&B
vakcode EBM802A10 EBM856A10 EBM801A10 EBM868A25 EBM846A05
EC 10 10 10 25 5
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
177
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 10.
Programma MSc Technology Management
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Technology Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc Technology Management/TM 1 basisprogramma MSc TM
sem 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2
vaknaam Advanced Product & Service Development Management Acc. for Techn. Innovation Process Innovation & Oper. Excellence Social System Analysis of Techn. Innov. Technology Business Plan** keuzevak(ken) MSc TM
vakcode EBM760A05 EBM761A05 EBM762A05 EBM763A05 EBM765A05
2.1-2 2.1
Master’s Thesis Technology Management Strategic Management of Technology**
EBM766A20 20 EBM764A05 5
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2
178
EC 5 5 5 5 5 10
V/K V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN
V V
EN EN
V/K K K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
MSc Technology Management/TM 1 keuzevakken MSc TM
vaknaam Business Processes & ICT Entrepreneurial Skills II Field Course Finance ICT: Human & Organizational Issues Inf. Systems for Operations & Supply Ch. Simulation of business processes Advanced Purchasing & Supply Man. Credit Risk Analysis Entrepreneurial Skills I** Flexible manufacturing automation Innovation & Entrepreneurship Applied Capital Budgeting & Finance Information handling & system design Operations Management Process Industries
vakcode EBM646A10 EBM816A08 EBM647A10 EBM653A10 EBM658A05 TBSBP05E EBM716A05 EBM860A05 EBM606A02 TBFMA06E EBM621A05 EBM661A05 TBIDH05E EBM725B05
EC 10 8 10 10 5 5 5 5 2 5 5 5 5 5
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Retail Marketing Work Design and Team Processes Consumer Behaviour Advanced Quality Management Business Intelligence Conflict Man. & Industrial Relations Global Operations & Supply Chains Management Consulting Systems engineering Advanced product engineering ICT-management en -consultancy Sustainable and Integrated Inf. Systems
EBM880A05 EBM012A05 EBM809A10 EBM632A05 TBBI05E EBM673A05 EBM614A05 EBM706A05 TBSE05E CHTAPE05E TBIMC05E EBM630B05
5 5 10 5 5 5 5 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
179
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 11.
Programma’s MSc Economics and Business (Research Master)
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 11.1 MSc E&B (Research Master), traject Economics & Econometrics De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Economics & Econometrics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.2 2.1 2.2 2.1-2 2.2
Research Master in Economics and Business 1 Profile Economics & Econometrics
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Macroeconomics & Monetary Economics Microeconomics & Industrial Organization Advanced Political Economics of Advanced Econometrics** of Corporate Finance en Advanced Corporate Finance Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM885A10 EBM886A10 EBM903A10 EBM888A10 EBM008A05 EBM857B05 EBM735A10 EBM879B01
V V KG KG KG KG V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 11.2
EC 10
10 10 10 10 5 5 10 1
V/K taal V EN
MSc E&B (Research Master), traject Human Resource Management and Organizational Behaviour De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Human Resource Management and Organizational Behavior omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
180
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1 2.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.2
Research Master in Economics and Business 1 Profile Human Resource Management & Organizational Behaviour
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
International Business for ReMa of Advances in Org. Change Th. Build. en Applying theories Advances in Personnel Psychology Advances in Team Research Organizational Behaviour for ReMa Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM891B10 EBM002A05 GMMSGE10 EBM003A05 EBM004A05 EBM769B10 EBM735A10 EBM879B01
KG KG KG V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
10 5 5 5 5 10 10 1
V/K taal V EN
Bijlage 11.3 MSc E&B (Research Master), traject Innovation & Organization De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Innovation & Organization omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 1.1 1.1 2.1-2 2.1 2.1 2.2
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
International Business for ReMa of Microeconomics & Industrial Organ. of Advances in Org. Change. Th. Build. en Advances in Team Research of Integration of Product & Proc. Des. of Organizational Behaviour for ReMa Organization Theory for ReMa Organizing Innovation & Change for ReMa Philosophy of Science&Research Meth. Inter-Firm Cooperation for Innovation Managing Inf. & Control for Innovation English Writing
EBM891B10 EBM886A10 EBM002A05 EBM004A05 EBM768B10 EBM769B10 EBM017A05 EBM018A05 EBM735A10 EBM020A05 EBM019A05 EBM879B01
KG KG KG KG KG KG V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
10 10 5 5 10 10 5 5 10 5 5 1
V/K taal V EN
181
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 11.4
MSc E&B (Research Master), traject International Economics & Business De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject International Economics & Business omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.2
Research Master in Economics and Business 1 Profile International Economics & Business
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Macroeconomics & Monetary Econ. of Microeconomics & Industrial Org. of Internat. Trade and Location Theory of Organizational Behaviour for ReMa Economic Growth and Development International Business for ReMa Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM885A10 EBM886A10 EBM892A10 EBM769B10 EBM890B10 EBM891B10 EBM735A10 EBM879B01
KG KG KG KG V V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
10 10 10 10 10 10 10 1
V/K taal V EN
Bijlage 11.5 MSc E&B (Research Master), traject Marketing De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Marketing omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.2
182
Research Master in Economics and Business 1 Profile Marketing
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Microeconomics & Industrial Org. of Multivariate Data Analysis of Advanced Econometrics** Marketing Theory Advanced Marketing Models Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM886A10 EBM895A10 EBM888A10 EBM894A10 EBM893A10 EBM735A10 EBM879B01
KG KG KG V V V V
EN EN EN EN EN EN EN
10 10 10 10 10 10 1
V/K taal V EN
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 11.6
MSc E&B (Research Master), traject Operations Management and Operations Research De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Operations Management and Operations Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Advanced Models in Operations Operations: Analysis, Planning & Design Philosophy of Science&Research Meth. Integration of Product & Proc. Des. of Organizational Behaviour for ReMa of Quantitative Logistics English Writing
EBM001A10 EBM770B10 EBM735A10 EBM768B10 EBM769B10 EBM843A10 EBM879B01
10 10 10 10 10 10 1
V V V KG KG KG V
EN EN EN EN EN EN EN
EC 30
V/K taal V EN
Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 + 2.1-2 2.1-2
Research Master in Economics and Business 1 Profile Operations Management & Operations Research EC 10
V/K taal V EN
Research Master in Economics and Business 2
vaknaam profiel-/specialisatievakken
vakcode
Master’s Thesis RM E&B
EBM897A30 30
V
EN
183
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 12.
Programma Executive Master of Accountancy
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Executive Master of Accountancy omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 Opleiding: Studiejaar:
Executive Master of Accountancy 1 vaknaam Auditing III** Internal Control EMA: Toepassingen Externe verslaggeving** Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Auditing II
–
–
184
EC 15 5 10 10 5
V/K V V V V V
taal NL NL NL NL NL
EC 5 10 10
V/K V V V
taal NL NL NL
Executive Master of Accountancy 2
sem vaknaam 1.1-2 Auditing IV 1.1 Externe verslaggeving** 1.2 + 2.1 Afronding Accountancy Opmerkingen: –
vakcode EBE808A15 EBE801A05 EBE803A20 EBM807A10 EBM898A05
vakcode EBE809A05 EBE803A20 EBE807A10
Voorwaarde voor deelname aan het tentamen IC: OBIS is het vak IC: Grondslagen met een voldoende te hebben afgerond. Het vak Internal Control: Toepassingen bestaat uit een schriftelijk examen, en een mondeling examen. Beide dienen met voldoende resultaat te worden afgelegd. a) Het schriftelijk examen bestaat uit twee examenonderdelen (vraagstuk 1 en vraagstuk 2). De vraagstukken bestrijken verschillende onderdelen van de stof en voor het examen zal bekend gemaakt worden op welk tijdstip, welk onderdeel zal worden geëxamineerd. De maximale geldigheidsduur van deze afzonderlijke examenonderdelen bedraagt 24 maanden. Binnen deze periode moet voor de twee onderdelen tezamen tenminste 11 punten zijn behaald, waarbij voor een afzonderlijk onderdeel minimaal een 5 moet worden behaald. De afzonderlijke onderdelen worden uitsluitend met gehele cijfers gehonoreerd. b) Het mondeling eindexamen wordt door twee docenten afgenomen. Studenten die BIV-2.3 (oud) succesvol hebben afgerond kunnen hiervoor een vrijstelling aanvragen. Het vak Externe Verslaggeving is met goed gevolg afgelegd indien voor beide hieronder genoemde onderdelen een voldoende is behaald: a) de tijdens de collegeperiode ingeleverde (groeps)opdrachten; b) het schriftelijke tentamen.
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
– – –
–
–
– –
–
–
Het cijfer voor de ingeleverde (groeps)opdrachten weegt voor 30% en het cijfer voor het schriftelijke tentamen weegt voor 70% mee in het eindcijfer voor Externe Verslaggeving. Tot de colleges van het vak Auditing IV wordt de cursist toegelaten indien het tentamen van het vak Internal Control: Toepassingen tenminste eenmaal rechtsgeldig is afgelegd. Tot het landelijk schriftelijk tentamen van het vak Auditing IV wordt de cursist toegelaten indien de tentamens van Auditing I, II en III zijn behaald ofwel aan de reguliere tentamens en/of de herhalingstentamens is deelgenomen. Tot het mondeling deeltentamen van het onderdeel Auditing IV wordt de cursist toegelaten indien het landelijk schriftelijk tentamen van het vak Auditing IV tenminste één keer is afgelegd. Het vak Auditing III en IV is met goed gevolg afgelegd indien voor elk van de tentamens een voldoende is behaald: a) Auditing III; schriftelijk tentamen; b) Auditing IV; bestaande uit drie landelijke vraagstukken Financial Auditing, minimum vereiste: twee zessen en één vijf, waarbij het laagste cijfer nooit lager dan een vijf mag zijn, en een mondeling tentamen. Het eindcijfer wordt bepaald door het (op een geheel cijfer afgeronde rekenkundig gemiddelde van alle cijfers. Cursisten die aan de cursus Auditing III en IV hebben deelgenomen en de examens regulier hebben afgelegd worden toegelaten tot de cursus Afronding Accountancy. De cursist wordt na deelname aan het onderdeel Afronding Accountancy toegelaten tot het afsluitende mondelinge accountantsexamen, indien alle overige vakken van de opleiding met goed gevolg zijn afgelegd. Voor de vakken IC: OBIS en Auditing II wordt standaard een vrijstelling verleend indien deze vakken of daarmee gelijk te stellen vakken, gevolgd zijn in een recent afgeronde masteropleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor de overige vakken geldt de algemene regeling rond vrijstelling, zoals geformuleerd in artikel 4.11 van deze OER.
185
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 13.
Programma Executive Master of Finance and Control
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Executive Master of Finance and Control omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
vaknaam Corporate Finance EMFC Management Accounting en Control I EMFC Ondernemingsrecht I EMFC Ondernemingsrecht II EMFC Strategisch Management EMFC Beslissingscalculaties EMFC Financial Accounting EMFC Financieel Management EMFC Fiscaal Recht EMFC Interact.Vaardigh.& Competentieontw EMFC Treasury Management EMFC
Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
186
Executive Master of Finance and Control/EMFC 1 vakcode EBE007A03 EBE008A03 EBE009A02 EBE010A02 EBE011A03 EBE001A01 EBE002A03 EBE003A02 EBE004A03 EBE005A03
EC 3 3 2 2 3 1 3 2 3 3
V/K V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EBE006A03
3
V
NL
V/K V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Executive Master of Finance and Control/EMFC 2
vaknaam Bestuurlijke Informatievoorz. II EMFC Internal Control EMFC: Toepassingen Management Accounting & Control II EMFC Management of Change EMFC ICT-management EMFC Internal Control EMFC: Ontw. Best.Inf.st Logistiek & Operations Control EMFC Management Control Auditing EMFC Management Controller-related Proc. EMFC Multicultureel Management EMFC
vakcode EBE018A03 EBE019A03 EBE020A03 EBE021A03 EBE012A02 EBE013A03 EBE014A03 EBE015A02 EBE016A03 EBE017A02
EC 3 3 3 3 2 3 3 2 3 2
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Opleiding: Studiejaar: sem 2.1-2
Executive Master of Finance and Control/EMFC 3
vaknaam Afstudeeropdracht EMFC (incl oz.meth.)
vakcode EBE022A12
EC 12
V/K taal V NL
187
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 14.
Praktische oefeningen
De volgende onderdelen bevatten een praktische oefening die voorwaarde is voor toelating tot het tentamen: vaknaam Advanced Financial Management Advanced Product & Service Development Organizing Innovation Social System Analysis of Techn. Innov. Technology Business Plan
188
vakcode EBM608B10 EBM760A05 EBM622B05 EBM763A05 EBM765A05
praktische oefening computerpracticum groepsopdrachten vijf opdrachten final report final report
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 15.
Verplichte voorkennis
Voor onderstaande onderdelen gelden de volgende aanvullende ingangseisen: Vaknaam
code
toelatingseisen
code
MSc Business Administration Advanced Corporate Finance
EBM857B05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Behavioural Finance & Personal Investing
EBM806B05
Spec .Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Finance
EBM008A05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Governance
EBM811B05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Valuation
EBM007B05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Portfolio Management
EBM015A05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Credit Risk Analysis
EBM860A05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Entrepreneurial Skills I
EBM606A02
Spec. Course SB&E: Fundamentals of SB&E
EWB087A10
Entrepreneurial Skills II
EBM816A08
Spec. Course SB&E: Fundamentals of SB&E
EWB087A10
Field Course Finance
EBM647A10
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Field Course O&MC
EBM648B10
Spec. Course O&MC: Man. Acc. of test
EWB084A10/EBB884A10
Institutional Investment Man.
EBM822A05
Spec .Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Risk & Derivatives
EBM848A10
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
MSc Accountancy en Controlling Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst.
EBM807A10
Internal Control: Grondslagen
EWB118A10/ EBB918A10
Field Course O&MC
EBM648B10
Spec. Course OMC: Man. Acc. of test
EWB084A10/EBB884A10
MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies Quantitative Logistics
EBM843A10
Spec. Course Applied Operations Research
EWB088A10/ EBB888A10
189
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 16.
Programma MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
Verklaring van de gebruikte afkortingen in onderstaande programmaoverzichten: V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar:
MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 1
sem 1.1-2
vaknaam vakken uit masterprogramma FEB
vakcode
EC 30
V/K taal V NL
2.1-2 2.1-2 2.1-2
Basiscursus Master Lerarenopleiding Masterstage 1 Leraar (schoolvak) vakken uit masterprogramma FEB
UOCM1005AL UOCM1105
5 5 20
V V V
Opleiding: Studiejaar:
NL NL NL
MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 2
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Masterstage 2 Leraar (schoolvak) vak(ken) uit masterprogramma FEB
vakcode UOCM1215..
EC V/K taal 15 V NL 10 V NL
1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2
Vakdidactiek 1 (schoolvak) Onderwijskunde VO** Vakdidactiek 2 (schoolvak) Masterstage 3 Leraar (schoolvak) Onderzoek Master Lerarenopleiding
UOCM1305.. UOCM1505 UOCM1405.. UOCM1610.. UOCM1710AL
5 5 5 10 10
190
V V V V V
NL NL NL NL NL
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Bijlage 17.
OER 2-jarige Lerarenopleiding UOCG
Paragraaf 1
Algemene Bepalingen
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en het examen van het lerarenopleidingstraject van de Educatieve Masteropleidingen van de faculteiten GMW, FEB, Letteren, Economie en Bedrijfskunde, Ruimtelijke Wetenschappen en Wijsbegeerte, en van de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG (hierna te noemen het lerarenopleidingstraject), en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven. Het lerarenopleidingstraject wordt verzorgd door het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De genoemde opleidingen leiden tot een eerstegraads bevoegdheid voor: a) aardrijkskunde (CROHO 60204) b) economie en bedrijfswetenschappen (CROHO 60651) c) biologie (CROHO 60614) d) Duits (CROHO 60631) e) Engels (CROHO 60632) f) filosofie (CROHO 60238) g) Frans (CROHO 60633) h) Fries (CROHO 60634) i) geschiedenis (CROHO 60635) j) Grieks en Latijnse Taal en Cultuur (CROHO 60636) k) informatica (CROHO 60614) l) maatschappijleer (CROHO 60243) m) natuurkunde (CROHO 60614) n) Nederlands (CROHO 60637) o) scheikunde (CROHO 60614) p) Spaans (CROHO 60320) q) wiskunde (CROHO 60614) verder te noemen: de universitaire lerarenopleiding. Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a) De wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b) Student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; c) Opleiding: de masteropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden; de opleiding valt uiteen in 60 ects lerarenopleidingstraject, verzorgd door het UOCG, en 60 ects vakinhoud, verzorgd door de Faculteit. d) Lerarenopleidingstraject: dat deel van 60 ects van de opleiding dat voorbereidt op het behalen van een eerstegraads leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak. Zie paragraaf 2 voor het programma. e) Facultaire examencommissies: de examencommissies van de educatieve masteropleidingen, o.a. belast met de het vaststellen van het resultaat en de uitslag van het afsluitend examen van de opleiding. f) Facultaire toelatingscommissies: de toelatingscommissies van de educatieve masteropleidingen, belast met de toelating tot de in 1.1. genoemde opleidingen. g) Examencommissie van het UOCG: de examencommissie van de masteropleiding Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs, en het lerarenopleidingstraject als onderdeel van de educatieve masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG. Fungeert als subcommissie van de Facultaire examencommissies. h) De school: de school voor voortgezet onderwijs welke fungeert als stageverlenende instelling voor de student. i) Tutor: een docent van het UOCG die verantwoordelijk is voor de bewaking en ondersteuning van de studievoortgang van de student en die eindverantwoordelijk is voor de beoordelingen van Masterstage 2 leraar [schoolvak] en Masterstage 3 leraar [schoolvak] van studenten die stage lopen op een school met een schoolopleider. j) Vakdidacticus: een docent van het UOCG die verantwoordelijk is voor de vakinhoudelijke en vakdidactische ondersteuning van de student, en die o.a. belast is met de beoordeling van Vakdidactiek 1 [schoolvak], Vakdidactiek 2 [schoolvak] en Onderzoek Master Lerarenopleiding. In situaties waarin de
191
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
school niet beschikt over een schoolopleider is de vakdidacticus eindverantwoordelijk voor de beoordeling van Masterstage 2 leraar [schoolvak] , Masterstage 3 leraar [schoolvak]. k) Schoolopleider: een docent van de school die de student begeleidt bij zijn professionele ontwikkeling. l) Mentor: Een docent van het UOCG die de student begeleidt bij zijn professionele ontwikkeling in situaties waarin de school niet beschikt over een schoolopleider. m) JoMiTE: netwerk van Europese universiteiten die afspraken hebben gemaakt die het mogelijk maken voor studenten van lerarenopleidingen om een deel van hun lerarenopleidingstraject in het buitenland te vervullen. n) Doorstroommaster-opleiding: de opleiding waarvoor van rechtswege toegang wordt verleend op grond van een daartoe aangewezen bacheloropleiding; o) Studiepunt: eenheid uitgedrukt in ECTS, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; p) Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; q) Examen: het master-examen van de opleiding; r) Studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; s) Semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. t) Tentamen: Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Tentamen omvat zowel schriftelijke als mondelinge toetsen als practica. u) Toets: tentamen als bedoeld in artikel 7.10 van de wet; v) Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: – het maken van een scriptie, – het maken van een werkstuk of een proefontwerp, – het uitvoeren van een (onderzoek)opdracht, – het deelnemen aan veldwerk of een excursie, – het doorlopen van een stage, – het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden, zoals het bijhouden van een bekwaamheidsdossier; De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Doel van het opleidingstraject Met het lerarenopleidingstraject wordt beoogd: voor te bereiden op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak. De eerstegraads leraar wordt primair opgeleid voor het 'eerstegraads gebied': de bovenbouw van havo en vwo. De eerstegraads bevoegdheid is echter inclusief: dit betekent dat eerstegraads leraren bevoegd zijn les te geven in het schoolvak waarvoor ze zijn opgeleid in zowel het vmbo, als in de onderbouw (basisvorming), alsook in de bovenbouw (Tweede Fase) van het voortgezet onderwijs. In de universitaire lerarenopleidingstraject wordt het accent gelegd op de bekwaamheid van beginnende leraren in de bovenbouw (VHO) zoals geformuleerd en de Wet BiO. In het lerarenopleidingstraject wordt bekwaamheid (competentie) nagestreefd op een zevental samenhangende terreinen die daar van belang zijn en de daaraan verbonden beroepsvereisten. In de studiegids wordt deze algemene doelstelling nader geconcretiseerd. Het lerarenopleidingstraject heeft daarbij als taak eerstegraads leraren op te leiden die hun academische instelling kunnen integreren in hun bekwaamheden als leraar. Zij doen dit op een planmatige, professionele wijze. Hun academische achtergrond komt hierbij tot uiting in de wijze waarop ze disciplinaire kennis weten te vertalen in vakdidactisch verantwoord handelen in de praktijk en in de manier waarop ze die praktijk onderzoeksmatig weten te analyseren, bij te stellen en te dissemineren. Artikel 1.4 Vorm van het lerarenopleidingstraject Het lerarenopleidingstraject wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd.
Paragraaf 2.
Opbouw van het lerarenopleidingstraject
Artikel 2.1 Studielast Het lerarenopleidingstraject heeft een studielast van 60 EC. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s.
192
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Artikel 2.2 Programma’s Het lerarenopleidingstraject kent de volgende programma’s: a) Het programma A dat voorbereidt op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak. Ten behoeve van de overzichtelijkheid wordt in de beschrijving van de programma’s geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende schoolvakken. b) Het programma B dat studenten met een afgeronde Educatieve Minor en bachelor voorbereidt op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak. c) Het programma C dat Nederlandse studenten uit het JoMiTE-project voorbereidt op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak en waarin studenten een deel van hun lerarenopleidingstraject in het buitenland vervullen. Erkenning alternatieve onderdelen Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG aantoont dat hij/zij gedurende het lerarenopleidingstraject op een andere wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden kan verkrijgen waarmee hij aan de eisen van een examenonderdeel kan voldoen, kan de examencommissie van het UOCG besluiten alternatieve invullingen van dat examenonderdeel te erkennen in het perspectief van de examinering. In 2.3. wordt aangegeven welke vakken binnen de programma’s gevolgd kunnen worden. In 2.4 wordt aangegeven welke vakken buitenlandse studenten die in het kader van JoMiTE een deel van hun lerarenopleiding aan de RUG vervullen, kunnen volgen, en wat de mogelijkheden zijn binnen het vak Vrije Ruimte in programma B. Artikel 2.3 Samenstelling programma’s De programma’s omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Programma A 1. Basiscursus Master Lerarenopleiding 2. Masterstage 1 leraar [schoolvak] 3. Masterstage 2 leraar [schoolvak] 4. Vakdidactiek 1 [schoolvak] 5. Vakdidactiek 2 [schoolvak] 6. Onderwijskunde VO 7. Masterstage 3 leraar [schoolvak] 8. Onderzoek Master Lerarenopleiding
UOCM1005 UOCM1105 UOCM1215 UOCM1305 UOCM1405 UOCM1505 UOCM1610 UOCM1710
( 5 EC) ( 5 EC) (15 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) (10 EC) (10 EC)
Programma B 1. Vrije Ruimte 2. Masterstage 2 leraar [schoolvak] 3. Vakdidactiek 1 [schoolvak] 4. Vakdidactiek 2 [schoolvak] 5. Onderwijskunde VO 6. Masterstage 3 leraar [schoolvak] 7. Onderzoek Master Lerarenopleiding
UOCM1810 UOCM1215 UOCM1305 UOCM1405 UOCM1505 UOCM1610 UOCM1710
(10 EC) (15 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) (10 EC) (10 EC)
Programma C 1. Basiscursus Master Lerarenopleiding UOCM1005 2. Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 3. Masterstage 2 leraar JoMiTE [schoolvak] UOCM1910 4. Vakdidactiek 1 [schoolvak] UOCM1305 5. Vakdidactiek 2 [schoolvak] UOCM1405 6. Buitenlandprogramma volgens Jomite-framework
( 5 EC) ( 5 EC) (10 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) (30 EC)
Artikel 2.4 Keuzeonderdelen Het onderdeel ‘Vrije Ruimte’ binnen programma B kan op verschillende manieren worden ingevuld. Een student mag er altijd voor kiezen om een mastervak te volgen bij de masteropleiding die toegang geeft tot de Educatieve Master of de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG die hij of zij volgt. Kiest een student voor een andere invulling, dan dient deze ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de examencommissie van het UOCG. De buitenlandse student die in het kader van JoMiTE een deel van zijn lerarenopleiding aan de RUG vervult maakt onder goedkeuring van de examencommissie een keuze uit een of meer van de volgende onderdelen:
193
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Dutch Educational Practice 1 Dutch Educational Practice 2 Educational Science Subject Methodology 1 Subject Methodology 2 Research Teacher Education 1 Research Teacher Education 2
UOCM2005 UOCM2105 UOCM2205 UOCM2305 UOCM2405 UOCM2505 UOCM2605
( ( ( ( ( ( (
5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC)
Artikel 2.5 Practica De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2.3 betreffen een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 Vorm: – Stage op vo-school. – Minimaal 10 uren observeren. – Minimaal 20 (deel)uren lesgeven, waarvan minimaal 10 in de bovenbouw, en 1 serie van minimaal 6 aaneengesloten lessen zelfstandig in één klas. Omvang: gemiddeld 2 dagdelen per week Masterstage 2 leraar [schoolvak] UOCM1215 Vorm: – Stage op school voor voortgezet onderwijs waarbij zelfstandig wordt lesgegeven aan eigen klassen. – Samen met Masterstage 3 leraar [schoolvak] zelfstandig minimaal 60 lesuren verzorgen in de bovenbouw, in totaal zelfstandig minimaal 120 lesuren. Richtlijn maximaal 6 uren per lesweek. – Minimaal 10 lessen observeren. – Volgen van intervisiebijeenkomsten onder leiding van schoolopleider of mentor op het instituut. – Deelnemen aan sectie- of teamvergaderingen. – Overleg met coach. – Contact met ouders. – Deelnemen aan rapportvergaderingen. Omvang: gemiddeld 6 dagdelen per week op de dinsdag, woensdag en donderdag. Masterstage 3 leraar [schoolvak] UOCM1610 Vorm: – Stage op school voor voortgezet onderwijs waarbij zelfstandig wordt lesgegeven aan eigen klassen. – Samen met Masterstage 3 leraar [schoolvak] zelfstandig minimaal 60 lesuren verzorgen in de bovenbouw, in totaal zelfstandig minimaal 120 lesuren. Richtlijn maximaal 6 uren per lesweek. – Volgen van intervisiebijeenkomsten onder leiding van schoolopleider of mentor op het instituut. – Deelnemen aan sectie- of teamvergaderingen. – Overleg met coach. – Contact met ouders. – Deelnemen aan rapportvergaderingen. Omvang: gemiddeld 6 dagdelen per week op de dinsdag, woensdag en donderdag.
Paragraaf 3
Tentamens en examen van het lerarenopleidingstraject
Artikel 3.1 Algemeen 1. Een tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij de gestelde leerdoelen heeft bereikt. 2. De beoordeling van de tentamens vindt plaats met hele cijfers groter of gelijk aan 1 en kleiner of gelijk aan 10. Men is geslaagd voor een tentamen indien het cijfer 6 of hoger is behaald. 3. Beoordeling van de examenonderdelen vindt plaats conform de regels en richtlijnen vastgesteld door de examencommissie van het UOCG, zoals deze zijn omschreven in de studiegids van het UOCG. Artikel 3.2 Verplichte volgorde 1. Aan het tentamen van de volgende onderdelen: – Masterstage 2 leraar [schoolvak] – Vakdidactiek 1 [schoolvak] – Vakdidactiek 2 [schoolvak]
194
UOCM1215 UOCM1305 UOCM1405
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
2.
3.
– Onderwijskunde VO UOCM1505 – Masterstage 3 leraar [schoolvak] UOCM1610 – Onderzoek Master Lerarenopleiding UOCM1710 kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen van onderstaande onderdelen met goed gevolg is deelgenomen: – Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 – Basiscursus Master Lerarenopleiding. UOCM1005 – door de Faculteit als voorwaardelijk aangemerkte onderdelen Aan het tentamen van: – Masterstage 3 leraar [schoolvak] UOCM1610 kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen van onderstaande onderdelen met goed gevolg is deelgenomen: – Masterstage 2 leraar [schoolvak] UOCM1215 Aan het tentamen van: – Onderzoek Master Lerarenopleiding UOCM1710 kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen van onderstaande onderdelen met goed gevolg is deelgenomen: – Vakdidactiek 1 [schoolvak] UOCM1305 – Vakdidactiek 2 [schoolvak] UOCM1405
Artikel 3.3 Beoordeling stage 1. Voor de beoordeling van de stages zijn de vakdidacticus of de tutor als examinatoren aangewezen door de examencommissie. 2. Het practicum wordt beoordeeld aan de hand van lesobservaties en –evaluaties, stage-evaluatie, bekwaamheidsdossier en een beoordelingsgesprek onder leiding van tutor of vakdidacticus. Artikel 3.4 Tijdvakken en frequentie tentamens Tot het afleggen van de tentamens van de in artikel 2.3 genoemde onderdelen wordt in elk semester tenminste eenmaal de gelegenheid gegeven. Artikel 3.5 Vorm van de tentamens 1. De tentamens van de onderdelen, genoemd in artikel 2.3 en die niet het practicum betreffen, worden in de vorm van schriftelijke toetsen, werkstukken of opdrachten afgelegd. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 3.6 Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Artikel 3.7 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd. 2. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie van het UOCG tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 3. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Artikel 3.8 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt.
195
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
Artikel 3.9 Inzagerecht 1. Gedurende tenminste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De examencommissie van het UOCG kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. 4. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn. Artikel 3.10 Vrijstelling De examencommissie van het UOCG kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. Artikel 3.11 Examen Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar art. 4.12 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 3.12 Judicium Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar art. 4.13 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 3.13 Graad Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar art. 4.14 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt.
Paragraaf 4
Toelating
Artikel 4.1 Vooropleiding Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.1.1 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 4.2 Toelating tot de programma’s Voor de onderscheidene programma’s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 4.1 bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden: programma (B): – een afgeronde, aan het schoolvak verwante bacheloropleiding, – een afgeronde Educatieve Minor in het schoolvak. programma (C): – een afgeronde Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105, – een afgeronde Basiscursus Master Lerarenopleiding UOCM1005, – aanvang van Masterstage 2 leraar [schoolvak] UOCM1215 aan het begin van het eerste semester. Artikel 4.3 Toelatingscommissie 1. De toelating tot de universitaire lerarenopleiding is opgedragen aan de Toelatingscommissie van de opleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. 2. De toelating tot programma’s van het lerarenopleidingstraject is opgedragen aan de examencommissie van het UOCG.
196
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
3. 4. 5.
Alle vakdidactici en onderwijskundigen van het UOCG zijn lid van de examencommissie van het UOCG. Alle leden van de examencommissie van het UOCG zijn aangewezen als examinatoren. De examencommissie van het UOCG wijst uit haar midden een commissie aan van ten minste drie leden die belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie.
Artikel 4.4 Toelatingsonderzoek: criteria Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.5 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 4.5 Toelatingsonderzoek: tijdstippen Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.6 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 4.6 Voorlopige toelating Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.7 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt.
Paragraaf 5
Studiebegeleiding
Voor de inhoud van deze paragraaf wordt verwezen naar de relevante delen van art. 6.1 en 6.2 van de Onderwijsen Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt.
Paragraaf 6
Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.1 Wijziging 1. Wijzigingen van de OER-tekst betreffende het lerarenopleidingstraject worden door de directeur van het UOCG, gehoord de opleidingscommissie van het UOCG, vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a) een goedkeuring die krachtens art. 2.3 is verleend; b) enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 6.2 Overgangsbepaling De Basiscursus lerarenopleiding (10 EC) UOCM0110 uit voorgaande Onderwijs- en examenreglementen wordt gelijk gesteld met Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 (5 EC) en Basiscursus Master Lerarenopleiding UOCM1005 (5 EC) tezamen. Artikel 6.3 Bekendmaking 1. De directeur van het UOCG, draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie van het UOCG zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het bureau van het UOCG een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 6.4 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2011 Aldus vastgesteld door de directeur van het UOCG, op 18 december 2010 Prof. dr. C.G.M. Sterks, directeur a.i. UOCG
197
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Bijlage 18.
OER 1-jarige lerarenopleiding UOCG
Paragraaf 1
Algemene Bepalingen
Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en het examen van het lerarenopleidingstraject van de Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs van de faculteiten GMW, FEB, Letteren, Economie en Bedrijfskunde, Ruimtelijke Wetenschappen, Wijsbegeerte en Wis- en Natuurwetenschappen van de RUG (hierna te noemen: de opleiding), en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven. De Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs wordt verzorgd door het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De genoemde opleiding leidt tot een eerstegraads bevoegdheid voor: a) aardrijkskunde (CROHO 68500) b) algemene economie (CROHO 68501) c) biologie (CROHO 68502) d) Duits (CROHO 68503) e) Engels (CROHO 68504) f) Frans (CROHO 68517) g) Fries (CROHO 68527) h) Geschiedenis en staatsinrichting (CROHO 68506) i) Grieks, Latijn en Klassieke en Culturele Vorming (CROHO 68519) j) maatschappijleer (CROHO 68509) k) management en organisatie (CROHO 68518) l) natuurkunde (CROHO 68511) m) Nederlands (CROHO 68512) n) scheikunde (CROHO 68513) o) wiskunde (CROHO 68516) Artikel 1.2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a) De wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b) Student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en het examen van de opleiding; c) Opleiding: de masteropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling, die voorbereidt op het behalen van een eerstegraads leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak, bestaande uit een samenhangend geheel van 60 EC onderwijseenheden en wordt verzorgd door het UOCG. d) Facultaire examencommissies: de examencommissies van de Faculteiten. e) Facultaire toelatingscommissies: de toelatingscommissies van de Faculteiten, belast met de toelating tot de in 1.1. genoemde opleidingen. f) Examencommissie van het UOCG: de examencommissie van de masteropleiding Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs, en het lerarenopleidingstraject als onderdeel van de educatieve masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG. Fungeert als subcommissie van de Facultaire examencommissies. g) De school: de school voor voortgezet onderwijs die fungeert als stageverlenende instelling voor de student. h) Tutor: een docent van het UOCG die verantwoordelijk is voor de bewaking en ondersteuning van de studievoortgang van de student en die eindverantwoordelijk is voor de beoordelingen van Masterstage 2 leraar [schoolvak] en Masterstage 3 leraar [schoolvak] van studenten die stage lopen op een school met een schoolopleider. i) Vakdidacticus: een docent van het UOCG die verantwoordelijk is voor de vakinhoudelijke en vakdidactische ondersteuning van de student, en die o.a. belast is met de beoordeling van Vakdidactiek 1 [schoolvak], Vakdidactiek 2 [schoolvak] en Onderzoek Master Lerarenopleiding. In situaties waarin de school niet beschikt over een schoolopleider is de vakdidacticus eindverantwoordelijk voor de beoordeling van Masterstage 2 leraar [schoolvak] , Masterstage 3 leraar [schoolvak]. j) Schoolopleider: een docent van de school die de student begeleidt bij zijn professionele ontwikkeling. k) Mentor: Een docent van het UOCG die de student begeleidt bij zijn professionele ontwikkeling in situaties waarin de school niet beschikt over een schoolopleider. l) JoMiTE: netwerk van Europese universiteiten die afspraken hebben gemaakt die het mogelijk maken voor studenten van lerarenopleidingen om een deel van hun lerarenopleidingstraject in het buitenland te vervullen.
198
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
m) Doorstroommaster-opleiding: de opleiding waarvoor van rechtswege toegang wordt verleend op grond van een daartoe aangewezen bacheloropleiding; n) Studiepunt: eenheid uitgedrukt in ECTS, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; o) Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; p) Examen: het master-examen van de opleiding; q) Studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; r) Semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. s) Tentamen: Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Tentamen omvat zowel schriftelijke als mondelinge toetsen als practica. t) Toets: tentamen als bedoeld in artikel 7.10 van de wet; u) Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: – het maken van een scriptie, – het maken van een werkstuk of een proefontwerp, – het uitvoeren van een (onderzoek)opdracht, – het deelnemen aan veldwerk of een excursie, – het doorlopen van een stage, – het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden, zoals het bijhouden van een bekwaamheidsdossier; De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd: voor te bereiden op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak. De eerstegraads leraar wordt primair opgeleid voor het 'eerstegraads gebied': de bovenbouw van havo en vwo. De eerstegraads bevoegdheid is echter inclusief: dit betekent dat eerstegraads leraren bevoegd zijn les te geven in het schoolvak waarvoor ze zijn opgeleid in zowel het vmbo, als in de onderbouw (basisvorming), alsook in de bovenbouw (Tweede Fase) van het voortgezet onderwijs. In de opleiding wordt het accent gelegd op de bekwaamheid van beginnende leraren in de bovenbouw (VHO) zoals geformuleerd en de Wet BiO. In het lerarenopleidingstraject wordt bekwaamheid (competentie) nagestreefd op een zevental samenhangende terreinen die daar van belang zijn en de daaraan verbonden beroepsvereisten. In de studiegids wordt deze algemene doelstelling nader geconcretiseerd. Het lerarenopleidingstraject heeft daarbij als taak eerstegraads leraren op te leiden die hun academische instelling kunnen integreren in hun bekwaamheden als leraar. Zij doen dit op een planmatige, professionele wijze. Hun academische achtergrond komt hierbij tot uiting in de wijze waarop ze disciplinaire kennis weten te vertalen in vakdidactisch verantwoord handelen in de praktijk en in de manier waarop ze die praktijk onderzoeksmatig weten te analyseren, bij te stellen en te dissemineren. Artikel 1.4 Vorm van de opleiding Het lerarenopleidingstraject wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd.
Paragraaf 2
Opbouw van de opleiding
Paragraaf 2.1 Studielast Het lerarenopleidingstraject heeft een studielast van 60 EC. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s. Paragraaf 2.2 Programma’s Het lerarenopleidingstraject kent de volgende programma’s: a) Het programma A dat voorbereidt op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak. Ten behoeve van de overzichtelijkheid wordt in de beschrijving van de programma’s geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende schoolvakken. b) Het programma B dat studenten met een afgeronde Educatieve Minor en bachelor voorbereidt op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak.
199
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
c)
Het programma C dat Nederlandse studenten uit het JoMiTE-project voorbereidt op de beroepsuitoefening als leraar met een eerstegraads bevoegdheid voor een bepaald schoolvak en waarin studenten een deel van hun lerarenopleidingstraject in het buitenland vervullen.
Erkenning alternatieve onderdelen Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG aantoont dat hij/zij gedurende het lerarenopleidingstraject op een andere wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden kan verkrijgen waarmee hij aan de eisen van een examenonderdeel kan voldoen, kan de examencommissie van het UOCG besluiten alternatieve invullingen van dat examenonderdeel te erkennen in het perspectief van de examinering. In 2.3. wordt aangegeven welke vakken binnen de programma’s gevolgd kunnen worden. In 2.4 wordt aangegeven welke vakken buitenlandse studenten die in het kader van JoMiTE een deel van hun lerarenopleiding aan de RUG vervullen, kunnen volgen, en wat de mogelijkheden zijn binnen het vak Vrije Ruimte in programma B. Artikel 2.3 Samenstelling programma’s De programma’s omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Programma A 1. Basiscursus Master Lerarenopleiding 2. Masterstage 1 leraar [schoolvak] 3. Masterstage 2 leraar [schoolvak] 4. Vakdidactiek 1 [schoolvak] 5. Vakdidactiek 2 [schoolvak] 6. Onderwijskunde VO 7. Masterstage 3 leraar [schoolvak] 8. Onderzoek Master Lerarenopleiding
UOCM1005 UOCM1105 UOCM1215 UOCM1305 UOCM1405 UOCM1505 UOCM1610 UOCM1710
( 5 EC) ( 5 EC) (15 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) (10 EC) (10 EC)
Programma B 1. Vrije Ruimte 2. Masterstage 2 leraar [schoolvak] 3. Vakdidactiek 1 [schoolvak] 4. Vakdidactiek 2 [schoolvak] 5. Onderwijskunde VO 6. Masterstage 3 leraar [schoolvak] 7. Onderzoek Master Lerarenopleiding
UOCM1810 UOCM1215 UOCM1305 UOCM1405 UOCM1505 UOCM1610 UOCM1710
(10 EC) (15 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) (10 EC) (10 EC)
Programma C 1. Basiscursus Master Lerarenopleiding UOCM1005 2. Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 3. Masterstage 2 leraar JoMiTE [schoolvak] UOCM1910 4. Vakdidactiek 1 [schoolvak] UOCM1305 5. Vakdidactiek 2 [schoolvak] UOCM1405 6. Buitenlandprogramma volgens Jomite-framework
( 5 EC) ( 5 EC) (10 EC) ( 5 EC) ( 5 EC) (30 EC)
Artikel 2.4 Keuzeonderdelen Het onderdeel ‘Vrije Ruimte’ binnen programma B kan op verschillende manieren worden ingevuld. Een student mag er altijd voor kiezen om een mastervak te volgen bij de masteropleiding die toegang geeft tot de Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs die hij of zij volgt. Kiest een student voor een andere invulling, dan dient deze ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de examencommissie van het UOCG. De buitenlandse student die in het kader van JoMiTE een deel van zijn lerarenopleiding aan de RUG vervult maakt onder goedkeuring van de examencommissie een keuze uit een of meer van de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
200
Dutch Educational Practice 1 Dutch Educational Practice 2 Educational Science Subject Methodology 1 Subject Methodology 2 Research Teacher Education 1 Research Teacher Education 2
UOCM2005 UOCM2105 UOCM2205 UOCM2305 UOCM2405 UOCM2505 UOCM2605
( ( ( ( ( ( (
5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC) 5 EC)
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
Artikel 2.5 Practica De volgende onderdelen, als genoemd in art. 2.3 betreffen een practicum in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 Vorm: – Stage op vo-school. – Minimaal 10 uren observeren. – Minimaal 20 (deel)uren lesgeven, waarvan minimaal 10 in de bovenbouw, en 1 serie van minimaal 6 aaneengesloten lessen zelfstandig in één klas. Omvang: gemiddeld 2 dagdelen per week Masterstage 2 leraar [schoolvak] UOCM1215 Vorm: – Stage op school voor voortgezet onderwijs waarbij zelfstandig wordt lesgegeven aan eigen klassen. – Samen met Masterstage 3 leraar [schoolvak] zelfstandig minimaal 60 lesuren verzorgen in de bovenbouw, in totaal zelfstandig minimaal 120 lesuren. Richtlijn maximaal 6 uren per lesweek. – Minimaal 10 lessen observeren. – Volgen van intervisiebijeenkomsten onder leiding van schoolopleider of mentor op het instituut. – Deelnemen aan sectie- of teamvergaderingen. – Overleg met coach. – Contact met ouders. – Deelnemen aan rapportvergaderingen. Omvang: gemiddeld 6 dagdelen per week op de dinsdag, woensdag en donderdag. Masterstage 3 leraar [schoolvak] UOCM1610 Vorm: – Stage op school voor voortgezet onderwijs waarbij zelfstandig wordt lesgegeven aan eigen klassen. – Samen met Masterstage 3 leraar [schoolvak] zelfstandig minimaal 60 lesuren verzorgen in de bovenbouw, in totaal zelfstandig minimaal 120 lesuren. Richtlijn maximaal 6 uren per lesweek. – Volgen van intervisiebijeenkomsten onder leiding van schoolopleider of mentor op het instituut. – Deelnemen aan sectie- of teamvergaderingen. – Overleg met coach. – Contact met ouders. – Deelnemen aan rapportvergaderingen. Omvang: gemiddeld 6 dagdelen per week op de dinsdag, woensdag en donderdag.
Paragraaf 3
Tentamens en examen van het lerarenopleidingstraject
Artikel 3.1 Algemeen 1. Een tentamen geeft de student zowel tussentijds als bij afsluiting van het onderdeel de nodige informatie of hij de gestelde leerdoelen heeft bereikt. 2. De beoordeling van de tentamens vindt plaats met hele cijfers groter of gelijk aan 1 en kleiner of gelijk aan 10. Men is geslaagd voor een tentamen indien het cijfer 6 of hoger is behaald. 3. Beoordeling van de examenonderdelen vindt plaats conform de regels en richtlijnen vastgesteld door de examencommissie van het UOCG, zoals deze zijn omschreven in de studiegids van het UOCG. Artikel 3.2 Verplichte volgorde 1. Aan het tentamen van de volgende onderdelen: – Masterstage 2 leraar [schoolvak] UOCM1215 – Vakdidactiek 2 [schoolvak] UOCM1405 – Onderwijskunde VO UOCM1505 – Masterstage 3 leraar [schoolvak] UOCM1610 – Onderzoek Master Lerarenopleiding UOCM1710 kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen van onderstaande onderdelen met goed gevolg is deelgenomen: – Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 – Basiscursus Master Lerarenopleiding. UOCM1005 2. Aan het tentamen van: – Masterstage 3 leraar [schoolvak] UOCM1610
201
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
3.
kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen van onderstaande onderdelen met goed gevolg is deelgenomen: – Masterstage 2 leraar [schoolvak] UOCM1215 Aan het tentamen van: a) Onderzoek Master Lerarenopleiding UOCM1710 kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat aan het tentamen van onderstaande onderdelen met goed gevolg is deelgenomen: – Vakdidactiek 1 [schoolvak] UOCM1305 – Vakdidactiek 2 [schoolvak] UOCM1405
Artikel 3.3 Beoordeling stage 1. Voor de beoordeling van de stages zijn de vakdidacticus of de tutor als examinatoren aangewezen door de examencommissie. 2. Het practicum (de stage) wordt beoordeeld aan de hand van lesobservaties en -evaluaties, stage-evaluatie, bekwaamheidsdossier en een beoordelingsgesprek onder leiding van tutor of vakdidacticus. Artikel 3.4 Tijdvakken en frequentie tentamens Tot het afleggen van de tentamens van de in artikel 2.3 genoemde onderdelen wordt in elk semester tenminste eenmaal de gelegenheid gegeven. Artikel 3.5 Vorm van de tentamens 1. De tentamens van de onderdelen, genoemd in artikel 2.3 en die niet het practicum betreffen, worden in de vorm van schriftelijke toetsen, werkstukken of opdrachten afgelegd. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 3.6 Mondelinge tentamens 1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. Artikel 3.7 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop het is afgelegd. 2. Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie van het UOCG tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 3. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Artikel 3.8 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 3.9 Inzagerecht 1. Gedurende tenminste zes weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
202
Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen 2011-2012
3. 4.
De examencommissie van het UOCG kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
Artikel 3.10 Vrijstelling De examencommissie van het UOCG kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. Artikel 3.11 Examen Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar art. 4.12 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 3.12 Judicium Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar art. 4.13 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 3.13 Graad Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar art. 4.14 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt.
Paragraaf 4
Toelating
Artikel 4.1 Vooropleiding Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.1.1 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 4.2 Toelating tot de programma’s Voor de onderscheidene programma’s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 4.1 bepaalde, de volgende toelatingsvoorwaarden: programma (B): – een afgeronde, aan het schoolvak verwante bacheloropleiding, – een afgeronde Educatieve Minor in het schoolvak. programma (C): – een afgeronde Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105, – een afgeronde Basiscursus Master Lerarenopleiding UOCM1005, – aanvang van Masterstage 2 leraar [schoolvak] UOCM1215 aan het begin van het eerste semester. Artikel 4.3 Toelatingscommissie 1. De toelating tot de opleiding is opgedragen aan de Toelatingscommissie van de opleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. 2. De toelating tot programma’s van de opleiding is opgedragen aan de examencommissie van het UOCG. 3. Alle vakdidactici en onderwijskundigen van het UOCG zijn lid van de examencommissie van het UOCG. 4. Alle leden van de examencommissie van het UOCG zijn aangewezen als examinatoren. 5. De examencommissie van het UOCG wijst uit haar midden een commissie aan van ten minste drie leden die belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. Artikel 4.4 Toelatingsonderzoek: criteria Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.5 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt. Artikel 4.5 Toelatingsonderzoek: tijdstippen. Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.6 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt.
203
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 4.6 Voorlopige toelating Voor de inhoud van dit artikel wordt verwezen naar de relevante delen van art. 5.7 van de Onderwijs- en Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt.
Paragraaf 5
Studiebegeleiding
Voor de inhoud van deze paragraaf wordt verwezen naar de relevante delen van art. 6.1 en 6.2 van de Onderwijsen Examenregeling waar deze bijlage deel van uitmaakt.
Paragraaf 6
Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6.1 Wijziging 1. Wijzigingen van de OER-tekst betreffende de opleiding worden door de directeur van het UOCG, gehoord de opleidingscommissie van het UOCG, vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: – een goedkeuring die krachtens art. 2.3 is verleend;
–
enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student.
Artikel 6.2 Overgangsbepaling De Basiscursus lerarenopleiding (10 EC) UOCM0110 uit voorgaande Onderwijs- en examenreglementen wordt gelijk gesteld met Masterstage 1 leraar [schoolvak] UOCM1105 (5 EC) en Basiscursus Master Lerarenopleiding UOCM1005 (5 EC) tezamen. Artikel 6.3 Bekendmaking 1. De directeur van het UOCG, draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie van het UOCG zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het bureau van het UOCG een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 6.4 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2011 Aldus vastgesteld door de directeur van het UOCG, op 18 december 2010 Prof. dr. C.G.M. Sterks, directeur a.i. UOCG
204
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde De Examencommissie voor de bachelor- en masteropleidingen aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen, gelet op artikel 7.12b, lid 1 en 3 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) BESLUIT de navolgende regels en richtlijnen vast te stellen voor de bachelor- en masteropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB): Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze regels en richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens en examens van de opleidingen die door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde worden aangeboden. Artikel 2
Begripsomschrijving
In deze regels en richtlijnen wordt verstaan onder: OER: de Onderwijs- en Examenregelingen voor de in artikel 1 genoemde opleiding(en), laatstelijk vastgesteld op 30 augustus 2011; examinandus: degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen; tentamen: de beoordeling van de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het examen; deeltentamen: een gedeelte van een tentamen dat op een afwijkende plaats en tijd wordt afgenomen; student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; examinator: degene die op grond van artikel 7.12 van de WHW door de Examencommissie als zodanig is aangewezen; (Elke examinator is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van tentamens voor het vak (de vakken) waarin hij/zij het onderwijs verzorgt of korter dan vijf jaar geleden verzorgd heeft.) onderdeel: zoals bedoeld in de Onderwijs- en Examenregeling.
205
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 3
Dagelijkse gang van zaken Examencommissie
1. De Examencommissie kan uit haar midden een commissie van ten minste 3 leden aanwijzen die belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. 2. Tot de dagelijkse gang van zaken worden onder meer gerekend: a) beslissingen omtrent de goedkeuring van onderwijseenheden, zoals bedoeld in art. 7.3d WHW; b) beslissingen omtrent regelingen die in afwijking van de geldende bepalingen op verzoek van de student kunnen worden getroffen; c) beslissingen omtrent vrijstellingen; d) voorbereiding van de vaststelling van de uitslag van examens; e) het treffen van maatregelen bij inbreuk op de orde tijdens een tentamen, bedoeld in artikel 11 en bij fraude, bedoeld in artikel 12. 3. Deze commissie is verantwoording verschuldigd aan de examencommissie. Artikel 4
Het afnemen van tentamens
1. De Examencommissie wijst voor het afnemen van elk tentamen één of meer examinatoren aan. 2. Elk tentamen omvat het door de examinator te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. In geval één en hetzelfde tentamen al dan niet tezelfder tijd door meer dan één examinator wordt afgenomen en de uitkomst daarvan wordt beoordeeld, ziet de examencommissie erop toe, dat dit examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen. Daartoe worden de betreffende normen door de betrokken examinatoren tevoren schriftelijk vastgelegd. Zo nodig wijst de examencommissie een voor het tentamineren eerstverantwoordelijke examinator aan. 4. De examinator stelt vast of is voldaan aan de voorwaarden voor toelating tot het tentamen. Artikel 5
Mondeling tentamen
Met de instemming van de te examineren personen kan een examinator besluiten, dat een bepaald tentamen door hen tesamen mondeling zal worden afgelegd. Artikel 6
Vaststelling uitslag tentamen
1. De Examencommissie stelt de uitslag van het tentamen vast bij gewone meerderheid van stemmen. 2. Staken de stemmen, dan is de examinandus afgewezen.
206
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 7
Inschrijving voor onderdelen
1. Voor deelname aan onderdelen dient men zich in te schrijven. 2. Inschrijving voor onderdelen geschiedt via internet (Progress.www). De deadlines voor het inschrijven voor onderdelen worden vermeld in de studiegids. Artikel 8
Inschrijving voor en deelname aan tentamens
1. Voor deelname aan schriftelijke tentamens dient men zich in te schrijven. 2. Inschrijving voor schriftelijke tentamens geschiedt via internet (Progress.www). Studenten kunnen zich inschrijven in de periode aanvangend vier weken voor de tentamenperiode en eindigend een week voor de start van de tentamenperiode. De deadlines voor het inschrijven voor tentamens worden vermeld in de studiegids. Studenten worden geacht als bewijs van inschrijving een print van de inschrijving te maken. Studenten die zich niet in genoemde periode hebben ingeschreven, kunnen zich na het betalen van een administratieve heffing van € 15 per tentamen tot 2 volledige werkdagen voor het tentamen in kwestie alsnog inschrijven. De dag van het tentamen telt hierbij niet mee. De na-inschrijving is mogelijk bij de Student Support Desk, elke werkdag tussen 10.00 en 16.00 uur door middel van het inleveren van een volledig ingevuld na-intekenverzoek. De administratieve heffing kan uitsluitend worden betaald per pin. Tegen deze betaling wordt het intekenverzoek gestempeld en voorzien van een paraaf en geldt dan als na-intekenbewijs. Studenten die zich niet hebben ingeschreven voor een tentamen én zich niet hebben gemeld voor de na-inschrijving zijn uitgesloten van deelname aan dat tentamen. 3. Tijdens het tentamen dient de student op verzoek van de examinator een bewijs van inschrijving voor het tentamen te kunnen tonen. 4. Inschrijving voor deelname aan niet-schriftelijke tentamens kan door de examinator verplicht worden gesteld. 5. Wie niet voldoet aan de hiervoor beschreven inschrijvingsprocedure voor tentamens wordt geacht niet aan het tentamen te hebben deelgenomen, tenzij de examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist. Artikel 9
De orde tijdens een schriftelijk tentamen
1. In de tentamenzaal is gedurende de gehele tentamenzitting tenminste één examinator aanwezig. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. De examinator geeft leiding aan de aanwezige surveillanten. 2. In beginsel kunnen uitsluitend studenten die zich op de voorgeschreven wijze voor een tentamen hebben ingeschreven (zie artikel 8) aan een schriftelijk tentamen deelnemen.
207
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
3. Indien bij controle achteraf blijkt dat een student niet gerechtigd was aan het tentamen deel te nemen, wordt het tentamen ongeldig verklaard, tenzij de examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist. 4. Studenten dienen op tijd in de tentamenzaal aanwezig te zijn. Binnen dertig (30) minuten na aanvang van enig tentamen mag geen van de deelnemende studenten de zaal verlaten. Gedurende deze periode kunnen eventueel te laat verschijnende studenten alsnog tot het tentamen worden toegelaten. Zodra enige deelnemer de tentamenzaal heeft verlaten, kunnen geen studenten meer tot het tentamen worden toegelaten. 5. De examinandus is verplicht de aanwijzingen van de examencommissie c.q. de examinator die voor de aanvang van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het examen of tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, op te volgen. 6. Volgt de examinandus een of meer aanwijzingen als bedoeld in het vijfde lid niet op, dan kan hij door de examencommissie c.q. de examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het betreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld van dat tentamen. Voordat de examencommissie c.q. de examinator een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. 7. Tijdens het tentamen moeten alle vraag- en antwoordformulieren alsmede alle kladpapier binnen de tentamenzaal blijven en na afloop van het tentamen worden ingeleverd, tenzij de examinator anders beslist. Het is niet toegestaan tijdens het tentamen de vraag- en antwoordformulieren of het kladpapier over te schrijven. 8. Op de tafel in de tentamenzaal mogen geen andere zaken aanwezig zijn dan: een inschrijfbewijs, een studentenkaart, het tentamen, een antwoordformulier c.q. een scoreformulier, eventueel verstrekt kladpapier, schrijfgerei, een rekenmachine (zie ook lid 9) en, indien dit van tevoren is toegestaan, wetteksten c.q. naslagmateriaal. Bij open-boek tentamens is het toegestaan de door de examinator aangewezen literatuur te raadplegen. 9. Tijdens tentamens mogen uitsluitend rekenmachines van het door de examencommissie voorgeschreven type worden gebruikt, tenzij de examinator blijkens het voorblad van het tentamen anders heeft bepaald. Gebruik van een niet-voorgeschreven type rekenmachine wordt beschouwd als fraude en zal als zodanig worden gesanctioneerd. 10. Surveillanten zijn bevoegd aanwezige rekenmachines en dergelijke te controleren. 11. Mobiele telefoons en soortgelijke elektronische communicatiemiddelen, alsmede elke soort informatiedrager die spiekmateriaal bevat of kan bevatten, mogen niet in de tentamenzaal worden meegenomen. Indien bezit van bedoelde middelen wordt geconstateerd, leidt dit tot uitsluiting van het tentamen en zal dit als fraude worden gesanctioneerd. 12. Contact met medestudenten is verboden. 13. Examinatoren en surveillanten zijn bevoegd en verplicht om de identiteit van de in de tentamenzaal aanwezige personen vast te stellen, in beginsel aan de hand
208
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
van de studentenkaart. Zij dienen erop toe te zien dat de identiteit correspondeert met de naam op het inschrijfbewijs en op het tentamenformulier. Indien de student zich ook niet door middel van een geldig identiteitsbewijs17 kan identificeren, wordt het tentamen ongeldig verklaard tenzij de examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist. 14. Toiletbezoek is niet toegestaan, tenzij de student kan aantonen dat dit in zijn geval onwenselijk is. In dat geval is toiletbezoek uitsluitend toegestaan na toestemming van de examinator/surveillant. Artikel 10
Fraude
1. Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een examinandus dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 2. De examencommissie treft maatregelen om frauduleuze handelingen te voorkomen. Zoals: – duidelijke communicatie over de strafmaat bij fraude – het organiseren van tentamens en toetsen op een dusdanige wijze dat frauduleuze handelingen zoveel mogelijk worden bemoeilijkt 3. In geval van fraude door een student kan de examencommissie aan die student, gedurende een termijn van ten hoogste één jaar, het recht ontnemen één of meer daarbij aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. Vervangende, elders gedurende de schorsingsperiode met succes afgelegde tentamens zullen niet worden erkend. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de examencommissie de inschrijving voor de opleiding definitief beëindigen. 4. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examinator de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan dat tentamen. 5. Een uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag voor het betrokken tentamen wordt vastgesteld. 6. Van de beslissing tot uitsluiting wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Dit verslag wordt door de examinator zo spoedig mogelijk gezonden aan de examencommissie van de betrokken opleiding, en in afschrift verstrekt aan de examinandus. 7. De examencommissie neemt kennis van het verslag en beslist naar aanleiding van het verslag of nadere sancties moeten worden overwogen. 8. Voordat de examencommissie een beslissing neemt tot het opleggen van nadere sancties als bedoeld in lid 7, stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord.
17
Geldig paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of bromfietsbewijs.
209
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
9. Plagiaat is het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding18. De maximale strafmaat voor het plegen van plagiaat zoals bedoeld in dit artikel en aanverwant ongeoorloofd gebruik van teksten is ontneming van het recht gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste één jaar om één of meer door de examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. a) Indien een werkstuk in groepsverband is geschreven zijn alle leden van de groep in geval van plagiaat aansprakelijk, totdat het tegendeel is bewezen. b) Indien een student het plegen van plagiaat door medestudenten faciliteert, is hij op gelijke wijze aansprakelijk voor het plegen van plagiaat als zijn medestudenten, tenzij de Examencommissie anders oordeelt. c) Indien plagiaat wordt ontdekt nadat het (eind)cijfer is vastgesteld is de Examencommissie bevoegd dit (eind)cijfer te vernietigen. Deze bevoegdheid verjaart één jaar na ontdekking, maar uiterlijk bij de uitreiking van het diploma. Artikel 11
Vragen en antwoorden
1. De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen (schriftelijke of elektronische bronnen of mondelinge informatie die tijdens de colleges is overgedragen) waaraan de examenstof is ontleend, niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt bekend gemaakt. Bij aanvang van de cursus wordt de stof voor het tentamen bekend gemaakt. 2. Een examinator moet resultaten van een gedeelte van een tentamen schriftelijk vastleggen. 3. De examencommissie zorgt ervoor dat tentamenopgaven ten minste vijf jaar en individuele uitwerkingen alsmede werkstukken en referaten ten minste één jaar worden bewaard. 4. Het tentamen dient representatief te zijn voor de inhoud van het onderdeel. Artikel 12
Cum laude en summa cum laude
1. Voor de regels voor toekenning van de judicia ‘cum laude’ en ‘summa cum laude’ wordt verwezen naar art. 7.12 van de OER voor de bacheloropleidingen en art. 4.13 van de OER voor de masteropleidingen van FEB. 2. Voor studenten die voor 1 september 2010 met de studie zijn begonnen, gelden de regels die zijn vastgelegd in de Regels & Richtlijnen 2009-2010.
18
210
Voorbeelden van plagiaat en aanverwant ongeoorloofd gebruik van teksten zijn: het gebruik maken van andermans teksten, het overnemen van andermans structuur van een tekst en het overnemen van andermans ideeën zonder vermelding van de bron; het uitsluitend of overvloedig gebruik maken van andermans teksten; het niet duidelijk aangeven in de tkst dat letterlijke of bijna letterlijke citaten zijn overgenomen; het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor verschillende opdrachten.
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 13
Beoordeling
1. Voor de regels voor de beoordeling van examens en tentamens wordt verwezen naar art. 7.6 van de OER voor de bacheloropleidingen en art. 4.7 van de OER voor de masteropleidingen van FEB. 2. Voor de regels voor verlening van vrijstelling wordt verwezen naar art. 7.10 van de OER voor de bacheloropleidingen en art. 4.11 van de OER voor de masteropleidingen van FEB. 3. Voor de regels voor de nakijktermijn van schriftelijke tentamens wordt verwezen naar art. 7.7.2 van de OER voor de bacheloropleidingen en art. 4.8.2 en 4.8.3 van de OER voor de masteropleidingen van FEB. Artikel 14
Uitslagen tentamens en nabesprekingen
Aanvullend op hetgeen in de Onderwijs- en Examenregelingen omtrent tentaminering is vermeld, geldt: 1. De examinator zorgt vóór 10 uur ’s ochtends van de dag waarop de termijn voor het bekendmaken van de tentamenuitslag afloopt, voor aanlevering van de tentamenuitslag aan de onderwijsadministratie, die vervolgens op dezelfde dag zorgt voor de verwerking en publicatie van de uitslag. 2. Voor zover van tevoren kan worden voorzien dat de vastgestelde nakijktermijn voor examinatoren door bijzondere omstandigheden niet haalbaar is, wordt dit vermeld op het tentamenformulier. Tevens wordt vermeld wanneer de uitslag dan wel kan worden verwacht. Hiervoor wordt vóór het afnemen van het tentamen toestemming gevraagd aan de opleidingsdirecteur. 3. Het toegekende cijfer is vier weken na de tentamendatum definitief vastgesteld, behouden in het geval zich nieuwe feiten en omstandigheden voordoen. 4. De plaats en tijd van de inzage moeten door de examinator na publicatie van de tentamenresultaten (door het bureau onderwijs en examens) op Nestor worden vermeld. De student heeft desgewenst recht op een mondelinge toelichting van de gegeven beoordeling. 5. Bij herhaling van een tentamen geldt het hoogstbehaalde cijfer. 6. Zodra de student op het tentamen verschijnt, is hij of zij gehouden het antwoordformulier in te leveren en zal de faculteit een cijfer registreren. Een verzoek van een student om het ingeleverde werk niet te beoordelen, wordt derhalve niet gehonoreerd. Artikel 15
Nadere regeling goedkeuring bachelorprogramma
1. Een verzoek tot goedkeuring van het onderwijsprogramma voor de bacheloropleiding wordt door de examinandus ingediend bij de Examencommissie minimaal zes weken voor de aanvang van de afstudeeropdracht. 2. De Examencommissie beslist binnen vier weken na ontvangst van het verzoek omtrent de bacheloropleiding. De student wordt binnen twee weken na de 211
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
beslissing van de examencommissie hiervan via Progress.www op de hoogte gesteld. Artikel 16
Nadere regeling goedkeuring masterprogramma
1. Een verzoek tot goedkeuring van het onderwijsprogramma voor de masteropleiding wordt door de examinandus ingediend bij de Examencommissie minimaal zes weken voor de aanvang van de afstudeeropdracht. 2. De Examencommissie beslist binnen vier weken na ontvangst van het verzoek omtrent de masteropleiding. De student wordt binnen twee weken na de beslissing van de examencommissie hiervan via Progress.www op de hoogte gesteld. Artikel 17
Getuigschrift, diplomasupplement en verklaring
1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift met diplomasupplement uitgereikt. Het getuigschrift en diplomasupplement worden door de voorzitter en secretaris van de examencommissie ondertekend. De uitreiking geschiedt in het openbaar, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. 2. Op het diplomasupplement wordt vermeld, welke onderdelen het examen omvat. 3. Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd examen wordt uitgereikt, ontvangt desgevraagd een verklaring waarin de tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd. 4. Aan de geëxamineerde van een bacheloropleiding wordt een bachelorgetuigschrift uitgereikt, vergezeld van het diplomasupplement. 5. Aan de geëxamineerde van een masteropleiding wordt een mastergetuigschrift uitgereikt, vergezeld van het diplomasupplement. Artikel 18
Wijziging regels en richtlijnen
Geen wijzigingen vinden plaats, die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 19
Beroepregeling
1. Tegen een beslissing van een examinator of van een examencommissie kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor de Examens van de RUG (via www.rug.nl/studenten/clrs) 2. Wordt beroep ingesteld tegen een beslissing van een examinator, dan dient degene die in beroep gaat (de appellant) een met redenen omkleed beroepschrift binnen zes weken na de beslissing te zenden aan het Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS) van de RUG en aan de betrokken
212
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
examencommissie. De Examencommissie functioneert als bemiddelingscommissie tussen examinator en appellant. 3. Wordt beroep ingesteld tegen een beslissing van de Examencommissie, dan dient degene die in beroep gaat (de appellant) een met reden omkleed beroepschrift binnen zes weken na de beslissing te zenden aan het Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS) van de RUG. 4. In zaken waarin het belang van de appellant een onverwijlde voorziening bij voorraad vordert, kan bij met redenen omkleed verzoekschrift een voorlopige voorziening aan de voorzitter van het College van Beroep voor de Examens van de RUG worden gevraagd (via www.rug.nl.studenten/clrs) Artikel 20
Inwerkingtreding
Deze regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2011.
213
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Regeling waardering opdrachten Algemene regels voor alle typen opdrachten: 1. In het kader van enig vak aangeboden binnen een van de opleidingen aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kan gebruik worden gemaakt van (groeps)opdrachten, presentaties, huiswerkopgaven, cases en soortgelijke activiteiten. Tevens kan in het kader van deze vakken een oordeel worden gegeven over de studieprestaties (individueel zowel als groepsgewijs) van deelnemers aan (werk)colleges en practica. Deze activiteiten en prestaties worden hieronder aangeduid als ‘opdrachten’. 2. De criteria voor het beoordelen van de opdrachten, de wijze waarop de beoordeling meeweegt in het eindcijfer van het vak alsmede de herhalingsmogelijkheden, moeten uiterlijk bij aanvang van het vak schriftelijk of electronisch bij de studenten bekend gemaakt zijn. 3. Indien in een vak verschillende opdrachten worden gegeven die elk met een cijfer worden beoordeeld, dan wordt uiteindelijk één gezamenlijk cijfer, afgerond op één decimaal, voor deze opdrachten berekend. Dit is het opdrachtcijfer. 4. Voor het tentamen wordt eveneens één cijfer vastgesteld, afgerond op één decimaal. Dit is het tentamencijfer. 5. Docenten worden geacht eisen te stellen aan het minimaal te behalen resultaat van het practicum- en het tentamencijfer. 6. De wegingcoëfficiënten worden bepaald door de docenten. 7. Het eindcijfer wordt berekend als het gewogen gemiddelde van het practicumen het tentamencijfer en uitgedrukt als een geheel getal. 8. Alleen dit eindcijfer wordt door de verantwoordelijke contactdocent doorgegeven aan de onderwijsadministratie van de faculteit. 9. De contactdocent van het betreffende vak is verantwoordelijk voor de archivering van het practicum- en het tentamencijfer . 10. Het practicum- en het tentamencijfer blijven geldig zolang het betreffende onderdeel (tentamen/opdracht) in dezelfde vorm, inclusief de wegingsfactor wordt aangeboden, tenzij docent van tevoren anders heeft aangekondigd overeenkomstig de regels van artikel 8 R&R. Aanvullende regels die alleen van toepassing zijn indien de opdrachten voor meer dan 25% meetellen bij het bepalen van het eindcijfer: 1. Indien opdrachten voor meer dan 25 % meetellen bij het bepalen van het eindcijfer moet het tentamencijfer minimaal een 5.0 bedragen. 2. Wanneer het opdrachtcijfer onvoldoende is, wordt éénmaal een reparatieopdracht verstrekt waarbij de student alsnog in staat wordt gesteld om een onvoldoende cijfer voor de opdracht om te zetten in een hoger cijfer. 3. Wanneer het niet lukt met een reparatie-opdracht een voldoende hoog cijfer voor de opdracht te halen om een voldoende eindcijfer voor het vak te scoren, moet worden deelgenomen aan de reguliere opdrachten op het moment dat het vak
214
Regeling waardering opdrachten
opnieuw wordt aangeboden of alsnog een voldoende hoog cijfer voor het tentamen worden gehaald. Aanvullende regel die alleen van toepassing is indien de opdrachten voor maximaal 25% meetellen bij het bepalen van het eindcijfer: 1. Wanneer het gewicht van de opdracht maximaal 25% van het eindcijfer uitmaakt, hoeft in het betrokken collegejaar geen herhalingsmogelijkheid te worden aangeboden, tenzij er minimale eisen gesteld zijn aan het cijfer van de opdracht.
215
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen Paragraaf 1. Inleiding Dit reglement bevat algemene regels die gelden voor alle afstudeerwerkstukken voor de bachelor- en masteropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)19. Dit reglement wordt nader uitgewerkt en aangevuld in een Handleiding afstudeerwerkstukken en een Beoordelingsformulier afstudeerwerkstukken. Deze documenten kunnen per opleiding verschillen. De handleiding bevat in ieder geval nadere informatie over de eisen aan de toelating, de aanmeldingsprocedure, het onderwerp, de vorm en vormgeving en de eindtermen van het afstudeerwerkstuk alsmede informatie over de begeleiding en de beoordelingsprocedure. Het beoordelingsformulier is een lijst met beoordelingsaspecten die expliciet worden gehanteerd bij de vaststelling van het eindcijfer (zie artikel 9). Beide documenten worden voor de aanvang van het collegejaar vastgesteld en beschikbaar gesteld via het onderwijsbureau.
Paragraaf 2. Toelating Opleidingen kunnen voor afstudeerwerkstukken ingangseisen20 formuleren in termen van studiefase en/of vakken of onderdelen van het vaardigheidstraject. Opleidingen kunnen vaste momenten voor aanvang en afronding vaststellen.
Paragraaf 3. Aanmeldingsprocedure Aanmelden voor een afstudeerwerkstuk kan op ProgRESS WWW
Paragraaf 4. Onderwerp Het onderwerp van een masterafstudeerwerkstuk wordt in beginsel door de student zelf aangedragen. Dit onderwerp sluit aan bij de opleiding en het daarbinnen gekozen traject (profiel). Bij twijfel hierover beslist de betrokken onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur.
19
20
216
De term afstudeerwerkstuk staat voor een verzameling van stukken die afhankelijk van opleiding en inhoud ook wel worden aangeduid als afstudeeropdracht, scriptie of afstudeerproject. De ingangseisen moeten worden vermeld in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
Het bachelorafstudeerwerkstuk bestaat in beginsel uit een gerichte opdracht, al dan niet in combinatie met een voorbereidingstraject.
Paragraaf 5. Vorm en vormgeving Het afstudeerwerkstuk kan de vorm hebben van een theoretisch onderzoek (waaronder bijvoorbeeld een literatuuronderzoek), een empirisch onderzoek of een onderzoek naar een aan een organisatie gerelateerd probleem (afstudeerproject). Opleidingen (trajecten) kunnen één van deze vormen voorschrijven en/of nadere eisen stellen aan deze vormen. Opleidingen kunnen deze vormen desgewenst nader specificeren. Opleidingen kunnen specifieke eisen stellen aan de vormgeving van het afstudeerwerkstuk (titelblad, stijl, taal, typografische verzorging, samenvatting, maximum/minimum aantal pagina’s, enz.). Bij het ontbreken van dergelijke richtlijnen dienen hierover van tevoren afspraken te worden gemaakt tussen student en begeleider.
Paragraaf 6. Eindtermen De eindtermen van het afstudeerwerkstuk sluiten aan bij de eindtermen van de betreffende opleiding. De zwaarte van het werkstuk in EC is afhankelijk van de opleiding en is vastgelegd in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling. Voor zover een opleiding verschillen in zwaarte toelaat, wordt deze van tevoren schriftelijk vastgelegd. Het schrijven van een afstudeerwerkstuk is een individuele prestatie. Zowel bij het managen van het afstudeerproject als bij de relationele, de methodologische en de inhoudelijke aspecten laat de student zien zelfstandig en professioneel te kunnen optreden en zich aan afspraken te houden. Afstudeerwerkstukken door twee of meer studenten zijn slechts toegestaan indien de individuele bijdragen objectief kunnen worden vastgesteld.
Paragraaf 7. Begeleiding De opleiding is verantwoordelijk voor het begeleiden en beoordelen van afstudeerwerkstukken. Zij bepaalt welke docenten21 deze taken mogen vervullen en zorgt ervoor dat of de begeleider of de medebeoordelaar docent is bij de betreffende opleiding. De begeleidend docent geeft binnen 10 werkdagen feedback op volgens afspraak ingeleverde stukken.Voor de geplande start van een afstudeerwerkstuk dienen zwaarte (uitgedrukt in EC) en omvang (maximum/minimum aantal bladzijden) te zijn vastgesteld en een begeleider te zijn toegewezen. Opleidingen
21
De eisen die aan een begeleider/beoordelaar worden gesteld, staan vermeld in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling.
217
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
kunnen nadere eisen stellen aan de te volgen procedure voor het toegewezen krijgen van een begeleider. Studenten krijgen op hun verzoek binnen 20 werkdagen een begeleider toegewezen. De begeleiding van het masterafstudeerwerkstuk bestaat ten minste uit een intakegesprek, een bespreking van de probleemstelling annex onderzoeksopzet, een becommentariëring van een of meer tussenrapportages en van het eindconcept. Bij een masterafstudeerwerkstuk is er altijd een medebeoordelaar. Deze wordt toegewezen in samenspraak met de begeleider en de onderwijscoördinator, opleidingsdirecteur of scriptiecommissie.
Paragraaf 8. Beoordelingsprocedure Artikel 8.1
Het bachelorafstudeerwerkstuk
Het bachelorafstudeerwerkstuk kan worden ingebed in een vaardighedentraject of seminar. De beoordeling vindt plaats door de begeleider22. Artikel 8.2
Het masterafstudeerwerkstuk
De beoordeling vindt plaats door de begeleider4 en een medebeoordelaar. De medebeoordelaar komt pas in beeld zodra hij/zij kan beschikken over een volledig door de begeleider goedgekeurd concept van het werkstuk. De beoordeling vindt plaats na een afstudeergesprek (mondelinge verdediging). Dit gesprek kan pas worden afgesproken na een positief oordeel van de medebeoordelaar. Bij een negatief oordeel, beslist een onafhankelijke derde docent die daartoe wordt benaderd door de onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur van het traject. Wanneer deze wel kan instemmen, neemt hij/zij de verdere taken van de medebeoordelaar over. De medebeoordelaar toetst op de onder punt 9 genoemde beoordelingsaspecten en kan nadere aanpassingen eisen alvorens het afstudeergesprek plaatsvindt. De afspraak voor het afstudeergesprek, dan wel het verzoek tot nadere aanpassingen, volgt binnen 15 werkdagen na het volgens afspraak aanleveren van het volledige concept, tenzij van tevoren om dringende redenen anders is afgesproken. Begeleider en medebeoordelaar zijn beiden bij het afstudeergesprek aanwezig. De aanwezigheid van een eventuele externe stage- of projectbegeleider kan gewenst zijn, maar deze heeft slechts een adviserende stem. Na afloop van het gesprek bepalen begeleider en beoordelaar samen het cijfer. Bij onenigheid beslist een onafhankelijke derde docent binnen 10 werkdagen. De uitslag wordt terstond aan de betrokken student medegedeeld.
22
218
Het aanstellen van twee begeleiders behoort tot de mogelijkheden. Indien een afstudeerwerkstuk wordt begeleid door twee begeleiders, dan treedt één van beide op als medebeoordelaar.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
Paragraaf 9. Beoordelingsaspecten Artikel 9.1
Bachelorafstudeerwerkstuk
Bij de beoordeling van het bachelorafstudeerwerkstuk wordt in ieder geval expliciet aandacht besteed aan: – de probleemstelling (originaliteit, wetenschappelijke en praktische relevantie); – de onderzoeksopzet; – de gehanteerde theoretische concepten en onderzoeksmethoden; – de argumentatie (juistheid, objectiviteit); – de opbouw (functionaliteit, structuur); – de presentatie (formulering, taal, vormgeving); – de mate van zelfstandigheid waarmee het werkstuk tot stand is gekomen. Deze aspecten dienen op evenwichtige wijze in het eindcijfer tot uitdrukking te worden gebracht. Afzonderlijke opleidingen kunnen deze beoordelingsaspecten nader accentueren en verfijnen en desgewenst wegingsfactoren toevoegen. Een mondelinge verdediging en/of presentatie kan onderdeel uitmaken van de beoordeling, maar mag het eindcijfer slechts marginaal beïnvloeden. Artikel 9.2
Masterafstudeerwerkstuk
Bij de beoordeling van het masterafstudeerwerkstuk wordt in ieder geval expliciet aandacht besteed aan: – de probleemstelling (originaliteit, wetenschappelijke en praktische relevantie); – de onderzoeksopzet; – de gehanteerde theoretische concepten en onderzoeksmethoden; – de argumentatie (juistheid, objectiviteit); – de opbouw (functionaliteit, structuur); – de presentatie (formulering, taal, vormgeving); – de mate van zelfstandigheid waarmee het werkstuk tot stand is gekomen; – de kwaliteit en toegankelijkheid van het gebruikte datamateriaal; – de reproduceerbaarheid; – de originaliteit; – de wetenschappelijke en praktische relevantie van de conclusies en aanbevelingen, Deze aspecten dienen op evenwichtige wijze in het eindcijfer tot uitdrukking te worden gebracht. Een mondelinge verdediging maakt vast onderdeel uit van de beoordeling, maar mag het eindcijfer slechts marginaal beïnvloeden. Afzonderlijke opleidingen kunnen deze beoordelingsaspecten nader accentueren en verfijnen en desgewenst wegingsfactoren toevoegen. Bij afstudeerwerkstukken in de vorm van een afstudeerproject kan, naast de inhoud, het proces van de uitvoering van het onderzoek in de praktijk een expliciet beoordelingsaspect vormen. Indien de student extern een afstudeerproject doet, kan de begeleider vanuit de universiteit de
219
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
begeleider in het bedrijf/de organisatie advies vragen over het aspect “proces van de praktische uitvoering van het onderzoek”.
Paragraaf 10. Betrokkenheid externe partijen bij het onderzoek Voor het onderzoek kan betrokkenheid van externe partijen nodig of wenselijk zijn. Deze betrokkenheid kan zich uitstrekken van het verschaffen van toegang tot informatie tot het formuleren van de opdracht voor het onderzoek. In geval een externe partij condities wil stellen aan het gebruik van gegevens of resultaten van het onderzoek, dient de student er zorg voor te dragen dat deze condities het mogelijk blijven maken om op de vereiste wijze aan zijn/haar afstudeerverplichtingen te voldoen. Afspraken zoals bijvoorbeeld ten aanzien van openbaarheid, dienen binnen de regels van dit reglement te blijven (zie punt 12). Concept-contracten met externe organisaties moeten vooraf ter instemming aan de faculteit worden voorgelegd23. De faculteit is uitsluitend verantwoordelijk voor de begeleiding van de student. Zij begeleidt het onderzoek als leerproces en beoordeelt het proces van totstandkoming van het onderzoek en de resultaten volgens de geldende wetenschappelijke normen. De student is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek en de relatie met externe partijen. De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) heeft haar aansprakelijkheid in de hoedanigheid van de universiteit door middel van een aansprakelijkheidsverzekering afgedekt24 alsmede de aansprakelijkheid van studenten van de RuG tijdens stageactiviteiten, met uitzondering van stageactiviteiten in de Verenigde Staten en Canada. Er geldt een eigen risico van € 2.500 per aanspraak voor zaakschade en € 25.000 per aanspraak voor schade aan personen.
Paragraaf 11. Administratieve verwerking en archivering De student levert drie schriftelijke exemplaren van het afstudeerwerkstuk in bij het secretariaat van de opleiding: één voor de begeleider, één voor de medebeoordelaar, één voor het opleidingsarchief. De bibliotheek ontvangt een digitaal exemplaar van de schriftelijke versie. Deze wordt uitsluitend via de interne catalogus toegankelijk gesteld. De afstudeerwerkstukken in het opleidingsarchief blijven 5 jaar bewaard in verband met visitatie en accreditatie.
23
24
220
Bij elk masterafstudeerwerkstuk waarbij derden zijn betrokken, is een contract met de betreffende organisatie verplicht. Dit betreft een schadeverzekering voor schade die door de student is toegebracht. Overige verzekeringen moeten door de student zelf worden geregeld.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
Paragraaf 12. Openbaarheid Het te boordelen afstudeerwerkstuk is openbaar omdat onderzoek en beoordeling verifieerbaar moeten zijn. Het werkstuk dient derhalve geen vertrouwelijke gegevens te bevatten. In voorkomende gevallen mag gebruik worden gemaakt van een of meer vertrouwelijke bijlagen met aanvullende gegevens die aan beide beoordelaars ter beschikking worden gesteld. Het afstudeerwerkstuk dient echter zelfstandig leesbaar te zijn en moet ook zonder vertrouwelijke bijlagen als een volwaardig werkstuk kunnen worden beschouwd. Slechts indien daar zwaarwegende argumenten voor zijn, zulks ter beoordeling van de Examencommissie, kan de vertrouwelijkheid van een afstudeerwerkstuk zonder aanvullende eisen worden geaccepteerd. Dergelijke werkstukken zijn alleen vertrouwelijk ter inzage beschikbaar voor de begeleider, de medebeoordelaar, de opleidingsdirecteur en zonodig de Examen- en Accreditatiecommissie. De beoordeling van de Examencommissie omtrent de vertrouwelijkheid moet vooraf plaatsvinden op basis van het onderzoeksvoorstel.
Paragraaf 13. Geschillen Bij geschillen tussen student en begeleider bemiddelt de betrokken onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur. Bij uitblijven van een oplossing beslist de Examencommissie.
Paragraaf 14. Slotbepalingen In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de Examencommissie.
221
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Regeling overlappende tentamens Paragraaf 1. Inleiding Met behulp van het roosterprogramma Syllabus+ wordt (langs opleidingslijnen) nagestreefd tentamens zoveel mogelijk conflictvrij te roosteren. Daarnaast worden de volgende extra ‘restricties’ gehanteerd: – Binnen één opleiding worden tentamens van propedeuse en tweedejaars vakken conflictvrij geroosterd. – Tentamens van tweedejaars en verplichte derdejaars vakken worden binnen één opleiding conflictvrij geroosterd. – Tentamens van verplichte derdejaars vakken en trajectvakken binnen één opleiding worden nooit op hetzelfde tijdstip geroosterd (dit geldt niet voor trajectvakken onderling). – Hertentamens worden zoveel mogelijk in de eerste helft en reguliere tentamens in de tweede helft van elk tentamenblok geroosterd. – Tentamenroosters worden – per semester – gelijktijdig met vakroosters bekend gemaakt en nadat ze zijn vastgesteld in principe niet meer gewijzigd. Met roostering volgens bovenstaande uitgangspunten worden overlappende tentamens zoveel mogelijk voorkomen. Omdat alle tentamendata ruim vóór de deadline van de vakaanmelding bekend zijn (punt 5) kunnen studenten zelf tijdig signaleren of twee tentamens op hetzelfde tijdstip vallen en een andere keuze maken. Als er ondanks bovenstaande maatregelen toch sprake is van twee tentamens op hetzelfde tijdstip en student beide wil of moet doen, kan student onder bepaalde voorwaarden in staat gesteld worden beide tentamens aansluitend te doen.
Paragraaf 2. Criteria voor toekenning individuele regeling 1. Alleen ingeval het verzoek tijdig wordt ingediend, kan de student aan onderstaande regeling rechten ontlenen. De student die een beroep wil doen op de regeling moet het formulier ‘Verzoek tot regeling in verband met overlappende tentamens’ uiterlijk op de laatste werkdag voor de start van de tentamenintekening volledig ingevuld bij de Student Support Desk inleveren. De student moet zich vervolgens tijdens de reguliere intekenperiode via ProgRESS WWW intekenen voor beide tentamens. Bij niet tijdig ingediende verzoeken beslist de Examencommissie of de student voor een regeling in aanmerking komt 2. Indien het gaat om (her)tentamens van verplichte vakken (waarbij voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie inbegrepen de ‘keuzevakken BSc BE) heeft de student altijd recht op een individuele regeling die hem/haar in staat stelt beide tentamens in het betreffende blok af te leggen. De baliemedewerker controleert de juistheid van de door student ingevulde gegevens (tentamentijden, etc.) en informeert de student over de verdere procedure.
222
Regeling overlappende tentamens
3. Indien één of beide vakken niet-gebonden keuzevakken zijn, moet een afspraak met de studieadviseur gemaakt worden om te (laten) beoordelen of het afleggen van beide, overlappend geroosterde tentamens noodzakelijk is om grote studievoortgangproblemen te voorkomen. De studieadviseur brengt vervolgens een gemotiveerd advies uit aan de Examencommissie. Laatstgenoemde neemt de uiteindelijke beslissing of een individuele regeling wordt aangeboden of niet. De studieadviseur brengt de student en eventueel de docent op de hoogte van de beslissing en levert het ingevulde formulier in bij de Onderwijsadministratie, die het verder afhandelt.
Paragraaf 3. De individuele regeling De individuele regeling houdt in principe in dat de student de gelegenheid krijgt beide tentamens aansluitend te doen: één op de reguliere tijd en de andere direct ervoor of direct erna, met maximaal een half uur pauze tussen beide. Het niet-reguliere tentamen kan worden afgelegd in een apart kamertje, bijvoorbeeld in de buurt van een secretariaat. De betreffende student wordt opgehaald uit (of gebracht naar) de ruimte waar het andere tentamen werd/wordt afgelegd, dit om uitwisseling van informatie met derden te voorkomen. Desgewenst wordt onderweg koffie of een lunch opgehaald. Tijdens het niet-reguliere tentamen dient een vakdocent steeds telefonisch oproepbaar te zijn. Als het een grotere groep studenten betreft, geldt hetzelfde, maar dan zou een surveillant uit de bekende pool kunnen worden ingehuurd die zowel mee luncht/koffie drinkt als surveilleert tijdens het tentamen dat op het niet-reguliere tijdstip wordt gehouden. Ook in dit geval moet uiteraard een vakdocent steeds telefonisch oproepbaar te zijn.
Paragraaf 4. Eerste aanspreekpunt en verdere procedure De Student Support Desk is het eerste aanspreekpunt. De baliemedewerker kan aan de hand van de studiegidsen bepalen of de student volgens de criteria voor toekenning (zie paragraaf 2) recht heeft op een individuele regeling. Als de student daar niet aan voldoet, dan dient de student te worden verwezen naar de studieadviseur waarmee hij/zij een afspraak moet maken (zie paragraaf 3). Als een verzoek wordt ingewilligd, dan regelt iemand van de Onderwijsadministratie, uiteraard in goede afstemming met de secretaresse van de contactdocent van het te tentamineren vak, een ruimte (zie bovenstaand), een exemplaar van het tentamen plus bijbehoren, etc.
223
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Studentenstatuut Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het centrale deel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie. Het decentrale deel beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding. Deze verschillen per opleiding en faculteit. Het volledige studentenstatuut vindt u op www.rug.nl/studenten/regelingen/studentenstatuut
224