Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Rijksuniversiteit Groningen Onderwijs- en Examenregelingen Regels en Richtlijnen Overige regelingen Studentenstatuut
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
Colofon De CD-rom met de onderwijs- en examenregelingen is gepubliceerd door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Gedrukte ex.: CD-ROM:
225 2000
Redactie:
Jannie Berg Ineke Molenkamp Kees Praagman
Opmaak en druk:
Ipskamp, Enschede
Uitgave:
Juni 2010
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
11
Paragraaf 1. Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Artikel 1.4 Artikel 1.5
Algemene bepalingen Toepasselijkheid van de regeling Begripsbepalingen. Doel van de opleidingen Rechtstreeks aansluitende masteropleidingen Vorm van de opleidingen
11 11 12 13 13 14
Paragraaf 2. Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3 Artikel 2.4 Artikel 2.5 Artikel 2.6
Opbouw van de opleidingen Indeling en examens van de opleidingen Studielast Academische vorming Minoren en Algemeen Vormende Vakken Inhoud van de opleidingen en de studie onderdelen Taal van de opleidingen
15 15 15 15 15 16 17
Paragraaf 3. Artikel 3.1 Artikel 3.2 Artikel 3.3 Artikel 3.4
18 18 19 20
Artikel 3.5 Artikel 3.6 Artikel 3.7 Artikel 3.8
De propedeutische fase van de opleidingen Propedeuse Accountancy en Controlling Propedeuse Bedrijfseconomie Propedeuse Bedrijfskunde Propedeuse Business Administration – International Business and Management Propedeuse Econometrics and Operations Research Propedeuse Economics and Business Economics Propedeuse Fiscale Economie Propedeuse Technologiemanagement
Paragraaf 4. Artikel 4.1 Artikel 4.2 Artikel 4.3 Artikel 4.4 Artikel 4.5 Artikel 4.6
De postpropedeutische fase van de opleidingen Keuzevakken Programma’s van de postpropedeutische fase van de opleidingen Pre-masterprogramma’s Verkort Bachelorprogramma ‘Honours’ traject Minor
26 26 26 26 27 27 27
Paragraaf 5. Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3 Artikel 5.4 Artikel 5.5
Tentamens en examens van de opleidingen Verplichte volgorde van tentamens Tijdvakken en frequentie tentamens Vorm van de tentamens Mondelinge tentamens Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
28 28 29 29 29 29
21 22 22 23 24
3
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
Artikel 5.6 Artikel 5.7 Artikel 5.8 Artikel 5.9 Artikel 5.10 Artikel 5.11 Artikel 5.12
Geldigheidsduur Inzagerecht Vrijstelling Examen Judicium Graad Examinator
30 30 30 31 31 32 32
Paragraaf 6. Artikel 6.1 Artikel 6.2 Artikel 6.3 Artikel 6.4 Artikel 6.5 Artikel 6.6
Vooropleiding Toelating tot de opleidingen Deficiënties Gelijkwaardige vooropleiding Universitair toelatingsexamen (colloquium doctum) Toelating tot de schakelprogramma's Toelating tot een minor
33 33 34 34 34 35 36
Paragraaf 7. Artikel 7.1 Artikel 7.2 Artikel 7.3 Artikel 7.4 Artikel 7.5 Artikel 7.6
Studiebegeleiding Studievoortgangsadministratie Studiebegeleiding Studieadvies propedeuse Persoonlijke omstandigheden Toepasselijkheid negatief studieadvies Normering studieadvies bij deeltijdstudie, tussentijdse of dubbele inschrijving Beroep
37 37 37 37 38 38
Overgangs- en slotbepalingen Overgangsregeling bachelorprogramma's van 2007-2008 en eerder Overgangsregeling pre-masterprogramma’s van 2007-2008 en eerder Wijzigingen Bekendmaking Inwerkingtreding
40 40
42 42 45 49
Bijlage 1.5 Bijlage 1.6 Bijlage 1.7 Bijlage 1.8
Doel van de opleidingen BSc Accountancy en Controlling BSc Bedrijfseconomie BSc Bedrijfskunde BSc Business Administration – profiel International Business and Management Econometrics and Operations Research BSc Economics and Business Economics BSc Fiscale Economie BSc Technologiemanagement
Bijlage 2. Bijlage 2.1 Bijlage 2.2 Bijlage 2.3
Propedeutische fase van de opleidingen Propedeuse BSc Accountancy en Controlling Propedeuse BSc Bedrijfseconomie Propedeuse BSc Bedrijfskunde
67 67 68 68
Artikel 7.7 Paragraaf 8. Artikel 8.1 Artikel 8.2 Artikel 8.3 Artikel 8.4 Artikel 8.5 Bijlage 1. Bijlage 1.1 Bijlage 1.2 Bijlage 1.3 Bijlage 1.4
4
39 39
40 40 40 41
52 55 58 61 65
Bijlage 2.4 Bijlage 2.5 Bijlage 2.6 Bijlage 2.7 Bijlage 2.8 Bijlage 3. Bijlage 3.1 Bijlage 3.2 Bijlage 3.3 Bijlage 3.4 Bijlage 3.5 Bijlage 3.6 Bijlage 3.7 Bijlage 3.8 Bijlage 3.9 Bijlage 4. Bijlage 4.1
Bijlage 5. Bijlage 5.1 Bijlage 5.2 Bijlage 5.3 Bijlage 5.4 Bijlage 5.5 Bijlage 5.6 Bijlage 5.7 Bijlage 5.8 Bijlage 5.9 Bijlage 5.10 Bijlage 5.11
Propedeuse BSc Business Administration – International Business and Management Propedeuse BSc Econometrics and Operations Research Propedeuse BSc Economics and Business Economics Propedeuse BSc Fiscale Economie Propedeuse BSc Technologiemanagement Postpropedeutische fase van de opleidingen Postpropedeuse BSc Accountancy en Controlling Postpropedeuse BSc Bedrijfseconomie Postpropedeuse BSc Bedrijfskunde Postpropedeuse BSc Business Administration – International Business and Management Postpropedeuse BSc Econometrics and Operations Research Postpropedeuse BSc Economics and Business Economics Postpropedeuse BSc Fiscale Economie Tweede fase Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) Postpropedeuse BSc Technologiemanagement
69 69 70 70 71 72 72 73 74 76 77 78 80 81 82
Verkort bachelorprogramma Eenjarig bachelorprogramma Technologiemanagement voor HBO Technische Bedrijfskunde
86
Pre-Masterprogramma’s Pre-Masterprogramma A&C, voorbereidend op MSc Accountancy en Controlling Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Business Development Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Business and ICT Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Change Management Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Finance Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Marketing Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Operations and Supply Chains Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Organizational and Management Control Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Small Business and Entrepreneurship Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Strategy and Innovation Pre-Masterprogramma Human Resource Management, voorbereidend op MSc Human Resource Management
87
86
87 87 88 88 89 89 89 90 90 91 91
5
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
Bijlage 5.12 Bijlage 5.13 Bijlage 5.14 Bijlage 5.15 Bijlage 5.16
Pre-Masterprogramma International Business & Management, voorbereidend op MSc International Business and Management Pre-master Programme International Economics & Business voorbereidend op MSc International Economics and Business Keuzevakken voor de Engelstalige Pre-Masterprogramma’s, voorbereidend op MSc BA, MSc HRM, MSc IB&M, MSc IE&B Pre-Master Programma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management (Nederlandstalig) Pre-Masterprogramma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management/TM (Engels)
92 93 93 94 95
Bijlage 6.
Minor Ondernemerschap
96
Bijlage 7.
Geaccepteerde HBO diploma’s Pre-MSc-programma’s
97
Bijlage 8. Bijlage 8.1 Bijlage 8.2 Bijlage 8.3 Bijlage 8.4
Substitutieregelingen Substitutieregelingen BSc Accountancy en Controlling Substitutieregelingen BSc Bedrijfseconomie Substitutieregelingen BSc Bedrijfskunde Substitutieregelingen BSc Business Administration – International Business & Management Substitutieregelingen BSc Econometrics & Operations Research Substitutieregelingen BSc Economics and Business Economics Substitutieregelingen BSc Fiscale Economie Substitutieregelingen BSc Technologiemanagement
Bijlage 8.5 Bijlage 8.6 Bijlage 8.7 Bijlage 8.8
98 98 99 102 102 102 103 104 105
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
107
Paragraaf 1. Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Artikel 1.4
Algemene Bepalingen Toepasselijkheid van de regeling Begripsbepalingen. Doel van de opleidingen Vorm van de opleidingen
107 107 108 109 109
Paragraaf 2. Artikel 2.1 Artikel 2.2 Artikel 2.3 Artikel 2.4 Artikel 2.5 Artikel 2.6
Opbouw van de opleidingen Studielast Trajecten en profielen Academische vorming Samenstelling van de opleidingen Onderdelen van de opleidingen Taal van de opleidingen
111 111 111 112 112 112 113
Paragraaf 3. Artikel 3.1 Artikel 3.2 Artikel 3.3 Artikel 3.4 Artikel 3.5 Artikel 3.6
Tentamens en examens van de opleidingen Verplichte volgorde van tentamens Beoordeling masterafstudeerwerkstuk Samenwerking met Uppsala Tijdvakken en frequentie tentamens Vorm van de tentamens Mondelinge tentamens
114 114 114 114 114 115 115
6
Artikel 3.7 Artikel 3.8 Artikel 3.9 Artikel 3.10 Artikel 3.11 Artikel 3.12 Artikel 3.13 Artikel 3.14 Artikel 3.15
Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag Geldigheidsduur Inzagerecht Vrijstelling Examen Judicium Graad Verzwaard programma Examinator
115 115 116 116 116 117 117 118 118
Paragraaf 4. Artikel 4.1 Artikel 4.2 Artikel 4.3 Artikel 4.4 Artikel 4.5 Artikel 4.6 Artikel 4.7 Artikel 4.8
Toelating Vooropleiding Toelating tot de Research Master Toelating tot de overige opleidingen Verplichte voorkennis uit de vooropleiding Toelatingscommissies Toelatingsonderzoek: criteria Toelatingsonderzoek: tijdstippen Voorlopige toelating van studenten van de Rijksuniversiteit Groningen
119 119 127 127 128 129 129 130
Paragraaf 5. Artikel 5.1 Artikel 5.2 Artikel 5.3
Studiebegeleiding Studievoortgangsadministratie Studiebegeleiding Studieadvies Research Master
132 132 132 132
Paragraaf 6. Artikel 6.1 Artikel 6.2 Artikel 6.3 Artikel 6.4
Overgangs- en slotbepalingen Overgangsbepalingen rond toelatings tot de masteropleidingen Wijziging Bekendmaking Inwerkingtreding
133 133 133 133 133
Bijlage 1. Bijlage 1.1 Bijlage 1.2 Bijlage 1.3 Bijlage 1.4 Bijlage 1.5 Bijlage 1.6 Bijlage 1.7 Bijlage 1.8 Bijlage 1.9 Bijlage 1.10
Doel van de opleidingen MSc Accountancy en Controlling MSc Business Administration MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies MSc Economics MSc Fiscale Economie MSc Human Resource Management MSc International Business and Management MSc International Economics and Business MSc Technology Management MSc Economics and Business
134 134 138 140 143 146 150 152 154 157 159
Bijlage 2. Bijlage 2.1 Bijlage 2.2
MSc programma’s Accountancy en Controlling MSc Accountancy en Controlling, traject Accountancy MSc Accountancy en Controlling, traject Controlling
162 162 163
130
7
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
Bijlage 3. Bijlage 3.1 Bijlage 3.2 Bijlage 3.3 Bijlage 3.4 Bijlage 3.5 Bijlage 3.6 Bijlage 3.7 Bijlage 3.8 Bijlage 3.9 Bijlage 3.10 Bijlage 4.
MSc programma’s Business Administration MSc Business Administration, traject Business & ICT MSc Business Administration, traject Business Development MSc Business Administration, traject Change Management MSc Business Administration, traject Finance MSc Business Administration, traject General Management MSc Business Administration, traject Marketing MSc Business Administration, traject Operations & Supply Chains MSc Business Administration, traject Organizational & Management Control MSc Business Administration, traject Small Business & Entrepreneurship MSc Business Administration, traject Strategy & Innovation
164 164 165 166 167 167 168 169 171 172 173
MSc programma’s Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies
174
Bijlage 5.
MSc programma Economics
176
Bijlage 6.
MSc programma Fiscale Economie
177
Bijlage 7.
MSc programma Human Resource Management
178
Bijlage 8. Bijlage 8.1 Bijlage 8.2
MSc programma’s International Business and Management MSc IB&M, traject International Business & Management MSc IB&M, traject International Financial Management
179 179 179
Bijlage 9.
MSc programma International Economics and Business
181
Bijlage 10.
MSc programma Technology Management
182
Bijlage 11. Bijlage 11.1 Bijlage 11.2
MSc programma’s Economics and Business (Research Master) MSc E&B (Research Master), traject Economics & Econometrics MSc E&B (Research Master), traject Human Resource Management and Organizational Behavior MSc E&B (Research Master), traject International Economics & Business MSc E&B (Research Master), traject Marketing MSc E&B (Research Master), traject Operations Management and Operations Research
184 184
Bijlage 11.3 Bijlage 11.4 Bijlage 11.5
Bijlage 12.
Bijlage 13 Paragraaf 1. Paragraaf 2. Paragraaf 3. Paragraaf 4.
8
184 185 185 186
MSc programma Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
188
Onderwijs- en examenregeling 2-jarige Lerarenopleiding UOCG Algemeen Examenonderdelen en beoordeling Afleggen van examenonderdelen Tentamenuitslag
189 189 192 193 193
Paragraaf 5. Paragraaf 6. Paragraaf 7.
Vrijstelling Afsluitend examen Slot- en invoeringsbepalingen
194 194 195
Bijlage 14 Paragraaf 1. Paragraaf 2. Paragraaf 3. Paragraaf 4. Paragraaf 5. Paragraaf 6. Paragraaf 7.
Onderwijs- en examenregeling 1-jarige lerarenopleiding UOCG Algemeen Examenonderdelen en beoordeling Afleggen van examenonderdelen Tentamenuitslag Vrijstelling Afsluitend examen Slot- en invoeringsbepalingen
196 196 199 199 200 201 201 202
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Artikel 1 Toepassingsgebied Artikel 2 Begripsomschrijving Artikel 3 Inschrijving voor en deelname aan tentamens Artikel 4 Inschrijving voor onderdelen Artikel 5 Procedure voor de orde tijdens schriftelijke tentamens Artikel 6 Uitslagen tentamens en nabesprekingen Artikel 7 Fraude Artikel 8 Vragen en opgaven Artikel 9 Cum laude en summa cum laude Artikel 10 Beoordeling Artikel 11 Nadere regeling goedkeuring bachelorprogramma Artikel 12 Nadere regeling goedkeuring masterprogramma Artikel 13 Getuigschrift, diplomasupplement en verklaring Artikel 14 Beroepregeling Artikel 15 Inwerkingtreding
203 203 203 204 204 204 206 207 208 209 209 209 210 210 210 211
Regeling waardering opdrachten
212
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen Paragraaf 1. Inleiding Paragraaf 2. Toelating Paragraaf 3. Aanmeldingsprocedure Paragraaf 4. Onderwerp Paragraaf 5. Vorm en vormgeving Paragraaf 6. Eindtermen Paragraaf 7. Begeleiding Paragraaf 8. Beoordelingsprocedure Paragraaf 9. Beoordelingsaspecten Paragraaf 10. Betrokkenheid externe partijen bij het onderzoek Paragraaf 11. Administratieve verwerking en archivering Paragraaf 12. Openbaarheid Paragraaf 13. Geschillen Paragraaf 14. Slotbepalingen
214 214 214 214 214 215 215 215 216 217 218 218 219 219 219
9
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011 FEB
Regeling overlappende tentamens Paragraaf 1. Inleiding Paragraaf 2. Criteria voor toekenning individuele regeling Paragraaf 3. De individuele regeling Paragraaf 4. Eerste aanspreekpunt en verdere procedure
220 220 220 221 221
Studentenstatuut
222
10
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1
Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de navolgende bacheloropleidingen: 1. Accountancy en Controlling (A&C) 2. Bedrijfseconomie (BE) 3. Bedrijfskunde (Bdk), inclusief het Engelstalige profiel Business Administration: International Business and Management1 (IB&M) 4. Econometrics and Operations Research (EOR) 5. Economics and Business Economics (E&BE) 6. Fiscale Economie (FE) 7. Technologiemanagement (TM) hierna te noemen: de opleidingen. De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. Voor de vakonderdelen die studenten van deze opleidingen volgen bij andere faculteiten of onderwijsinstellingen geldt de OER van de desbetreffende opleiding, faculteit of instelling en is de desbetreffende examencommissie bevoegd. Het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) wordt verzorgd door de faculteit in samenwerking met het Department of Economics van Fudan University in Shanghai. Voor het programma en de toekenning van de bijbehorende diploma’s zijn de faculteit en het Department of Economics van Fudan University in Shanghai gezamenlijk verantwoordelijk. Voor de vakonderdelen uit de eerste fase van dit programma die studenten volgen bij het Department of Economics van Fudan University gelden de onderwijs- en examenregelingen van die instelling. De onderdelen van de tweede fase van dit programma die studenten volgen aan de faculteit worden gespecificeerd in bijlage 3.8. Hierop zijn de Onderwijs- en Examenregelingen van de faculteit van toepassing. De faculteit biedt een minorprogramma in ondernemerschap aan voor studenten die ingeschreven staan voor opleidingen van andere faculteiten. Hierop zijn de Onderwijs- en Examenregelingen van de faculteit van toepassing.
1
In deze regeling wordt dit profiel verder aangeduid als de opleiding International Business and Management (IB&M).
11
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 1.2
Begripsbepalingen.
In deze regeling wordt verstaan onder: 1 de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW); 2 degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het 2 student: volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; 3 propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, bedoeld in artikel 7.8 van de wet; 4 postpropedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding dat volgt op de propedeutische fase; 5 onderdeel: een vak dat deel uitmaakt van het onderwijsprogramma; 6 practicum: een practische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: – het maken van een scriptie; – het maken van een werkstuk of een proefontwerp; – het uitvoeren van een onderzoekopdracht; – het deelnemen aan veldwerk of een excursie; – het doorlopen van een stage; of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; 7 tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het examen; 8 deeltentamen: een gedeelte van een tentamen dat op een afwijkende plaats en tijd wordt afgenomen. 9 examen: het afsluitend propedeutisch of bachelorexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele propedeuse c.q. de gehele bacheloropleiding is voldaan; 10 examinator: degene die bevoegd is tentamens en examens af te nemen; 11 profiel: een specifieke invulling van het programma van een opleiding. 12 specialization vak bedoeld ter voorbereiding op een traject (specialization) course: of profiel in de aansluitende masteropleiding; 13 studiejaar het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar;
2
12
In deze regeling wordt gemakshalve uitsluitend de verwijzing ‘hij’ gebruikt.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
14
semester:
deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. Een semester kan worden verdeeld in twee blokken. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3
Doel van de opleidingen
1. Het doel van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling staat vermeld in bijlage 1.1. 2. Het doel van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie staat vermeld in bijlage 1.2. 3. Het doel van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staat vermeld in bijlage 1.3. 4. Het doel van de bacheloropleiding Business Administration – profiel International Business and Management staat weergegeven in bijlage 1.4. 5. Het doel van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research staat weergegeven in bijlage 1.5. 6. Het doel van de bacheloropleiding Economics and Business Economics staat vermeld in bijlage 1.6. 7. Het doel van de bacheloropleiding Fiscale Economie staat vermeld in bijlage 1.7. 8. Het doel van de bacheloropleiding Technologiemanagement staat vermeld in bijlage 1.8.
Artikel 1.4 1
2
3
4
Rechtstreeks aansluitende masteropleidingen
Het bachelordiploma Accountancy en Controlling geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Accountancy en Controlling b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Bedrijfseconomie geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door faculteit: a) Business Administration b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Bedrijfskunde geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Business Administration b) Human Resource Management c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Business Administration – profiel International Business and Management geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit:
13
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
5
6
7
8
9
a) International Business and Management b) Business Administration c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Econometrics and Operations Research geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Economics and Business Economics – profiel Economics geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Economics b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Economics and Business Economics - profiel International Economics and Business geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) International Economics and Business b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Fiscale Economie geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleidingen aangeboden door de faculteit: a) Fiscale Economie b) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Het bachelordiploma Technologiemanagement geeft rechtstreeks toegang tot de volgende masteropleiding aangeboden door de faculteit: a) Technology Management b) Business Administration c) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
Artikel 1.5
Vorm van de opleidingen
De opleidingen worden voltijds verzorgd.
14
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen Artikel 2.1
Indeling en examens van de opleidingen
1. In de opleidingen kunnen de volgende examens worden afgelegd: a) het propedeutisch examen. b) het afsluitend bachelorexamen 2. De opleidingen zijn opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase. Artikel 2.2
Studielast
1. De opleidingen hebben een studielast van 180 studiepunten volgens het European Credit Transfer System (EC), waarbij één studiepunt, een European Credit (EC) gelijk staat aan 28 uren studie. 2. De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC. 3. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s3. Artikel 2.3
Academische vorming
De opleiding van de student dient voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: 1. het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; 2. het wetenschappelijk communiceren; 3. het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context; 4. het kunnen toepassen van wetenschappelijke kennis binnen een praktijkcontext. Artikel 2.4
Minoren en Algemeen Vormende Vakken
1. Studenten die op 1 september 2008 of later gestart zijn met hun studie zijn verplicht in het derde jaar van hun studie een minor van 30 EC te volgen. Zij dienen daartoe te kiezen voor een van de volgende minoren: a) universitaire minor b) facultaire minor c) buitenlandminor Het is niet toegestaan delen van minoren met elkaar te combineren. 2. Universitaire minoren bestaan uit een samenhangend pakket aan vakken buiten het eigen vakgebied. Voor het volgen van een universitaire minor kan een keus gemaakt worden uit het jaarlijks door het College van Decanen vast te stellen
3
Studiepunten van vakken uit de ‘doctoraalopleidingen‘ die in het kader van de overgangsregeling worden omgezet naar EC mogen echter met één decimaal achter de komma worden geregistreerd.
15
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
3.
4.
5.
6.
7.
8. 9.
aanbod aan universitaire minoren, zoals dat gepubliceerd wordt in de internetdatabase Ocasys. Minoren die worden aangeboden door de faculteit Economie en Bedrijfskunde zijn uitgesloten van deelname door studenten van de faculteit. Ook andere universitaire minoren die een substantiële overlap hebben met het eigen studieprogramma kunnen niet als minor gekozen worden. Facultaire minoren bestaan uit een door de faculteit vast te stellen samenhangend vakkenpakket dat gericht is op verdieping van de kennis van (een deel van) het eigen vakgebied. Taalcursussen zijn niet toegestaan als onderdeel van een facultaire minor. Een buitenlandminor kan worden ingevuld door het volgen van in totaal 30 EC aan vakken aan een buitenlandse universiteit. Het dient daarbij te gaan om postpropedeutische vakken die geen overlap vertonen met het eigen studieprogramma. Een buitenlandminor mag voor niet meer dan 5 EC uit een of meer taalvakken bestaan, met dien verstande dat alleen taalvakken gekozen kunnen worden die annex zijn aan de taal van het gastland. Een buitenlandminor dient vooraf te worden goedgekeurd door de Examencommissie. Studenten van de opleiding Economics and Business Economics - profiel Economics kunnen uitsluitend kiezen voor een facultaire minor of een buitenlandminor. Studenten van de opleidingen ‘Business Administration - profiel International Business & Management’ en ‘Economics and Business Economics - profiel International Economics & Business’ zijn verplicht een buitenlandminor te volgen. De verplichting als bedoeld in lid 1 geldt niet voor studenten van de bacheloropleidingen ‘Accountancy & Controlling’, ‘Econometrics and Operations Research’, ‘Fiscale Economie’ en ‘Technologiemanagement’. Studenten van de opleiding Econometrics and Operations Research kunnen echter één semester van hun opleiding vervangen door studie in het buitenland. In weerwil van het bepaalde in lid 1-4 kan de Examencommissie besluiten andere dan de voorgeschreven vakken te accepteren als onderdeel van een minor. Studenten die vóór 1 september 2008 zijn begonnen met hun studie en nog niet hebben voldaan aan de verplichting een Algemeen Vormend Vak te volgen, kunnen in plaats daarvan een postpropedeutisch 5 EC-vak volgen van een andere faculteit, voor zover goedgekeurd door de Examencommissie.
Artikel 2.5
Inhoud van de opleidingen en de studie onderdelen
In de internetdatabase Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de onderscheiden opleidingen nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst en daar waar relevant verplicht is om aan het betreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. De studiegids geeft meer algemene informatie over individuele opleidingen, verplichte onderdelen, keuzevakken en richtlijnen over studiebelasting.
16
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Artikel 2.6
Taal van de opleidingen
1. Het onderwijs, de tentamens en examens van de opleidingen Accountancy en Controlling, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde, Fiscale Economie en Technologiemanagement worden in beginsel in het Nederlands aangeboden. Afwijkingen van deze regel worden in Ocasys aangegeven. 2. In de opleidingen ‘Econometrics and Operations Research’, ‘Economics and Business Economics’ en ‘Business Administration – profiel International Business and Management’ wordt het onderwijs in het Engels gegeven en worden ook de tentamens en examens afgenomen in het Engels. 3. Studenten die aansluitend aan hun Nederlandstalige bacheloropleiding een Engelstalige masteropleiding van de FEB gaan volgen, wordt de mogelijkheid geboden tijdens de bachelorfase een keuzevak Engels van 5 EC te volgen.
17
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Paragraaf 3. De propedeutische fase van de opleidingen4 Artikel 3.1
Propedeuse Accountancy en Controlling
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling staan vermeld in bijlage 2.1. 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie. 3. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05) b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05) c) Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde ( 5 EC, EBP616A05) d) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Marketing Bedrijfskunde (5 EC, EBB639A05) en Operations Management (5 EC, EBB644A05) 4. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration - International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) International Management II (5 EC, EBP654B05) d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak International Economics and Trade (5 EC, EBB626A05) 5. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics, profielen IE&B en Economics, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05) b) Research Methods I for E&BE (6EC, EBP006B06) 6. De propedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits in het eerste postpropedeutische jaar het eerstejaars vak Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) met succes wordt afgerond.
4
18
Bij toelating tot de postpropedeutische fase van enige opleiding op grond van een propedeuse volgens het programma van 2007-2008 kunnen aanvullende eisen aan het postpropedeutisch programma gesteld worden.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Artikel 3.2
Propedeuse Bedrijfseconomie
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie staan vermeld in bijlage 2.2. 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Economie en Management geeft toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie. 3. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling. 4. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05) b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05) c) Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde ( 5 EC, EBP616A05) d) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Marketing Bedrijfskunde (5 EC, EBB639A05) en Operations Management (5 EC, EBB644A05) 5. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration - International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) International Management II (5 EC, EBP654B05) d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak International Economics and Trade (5 EC, EBB626A05) 6. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics, profielen IE&B en Economics, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05) b) Research Methods I for E&BE (6EC, EBP006B06). 7. De propedeuses van de bacheloropleidingen Bedrijfseconomie en Economie en Management geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits in het eerste postpropedeutische jaar het eerstejaars vak Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) met succes wordt afgerond.
19
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 3.3
Propedeuse Bedrijfskunde
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staan vermeld in bijlage 2.3. 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy and Controlling, met een aangepast tweedejaarsprogrammade, zoals vermeld in bijlage 3.1. 3. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de postpropedeuses van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05) b) Marketing I BE/FE/A&C (5 EC, EBP816A05) c) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05) d) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05) e) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) 4. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics, profiel International Economics and Business, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05) b) Macroeconomics I for E&BE (5 EC, EBP812A05) c) Mathematics I for E&BE (6 EC, EBP817A06) d) Microeconomics I for E&BE (5 EC, EBP819A05) 5. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) History of Management (5 EC, EBP651A05) d) International Marketing (5 EC, EBP661B05) e) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Information Systems Management (5 EC, EBB632A05) en Research Methods II for IB&M (5 EC, EBB633A05) 6. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05) c) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05) d) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05) e) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05)
20
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) 7. De propedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Wiskunde I voor TM (5 EC, WIW1TM-03) b) Algoritmiek (5 EC, INALGTBK09) c) Het inleidende vak van de te kiezen specialisatie: – Inleiding discrete technologie (5 EC, EBP608A05) of – Inleiding procestechnologie (5 EC, CHTIPT05E) of – Inleiding informatietechnologie (5 EC, EBP609A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Bedrijfsrecht (5 EC, EBB607A05). Artikel 3.4
Propedeuse Business Administration – International Business and Management
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International Business and Management staan vermeld in bijlage2.4. 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Fundamenten van Operations (5 EC, EBP611B05) b) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05) c) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04) 3. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics, profiel International Economics and Business, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05) b) Macroeconomics I for E&BE (5 EC, EBP812A05) c) Mathematics I for E&BE (6 EC, EBP817A06) d) Microeconomics I for E&BE (5 EC, EBP819A05) 4. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05) b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05) c) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05) d) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05) e) Internationale Economie I BE/A&C (5 EC, EBP811A05) f) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05)
21
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) en Engels BE (5 EC, EBB021A05) 5. De propedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International Business and Management geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Macro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP813A05) b) Financiering 1 (5 EC, EBP805A05) c) Micro-economie I BE/FE/A&C (5 EC, EBP820B05) d) Wiskunde I BE/FE/A&C (5 EC, EBP831B05) e) Inleiding Fiscale Economie (5 EC, EBP842A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC, EBB018A05) Artikel 3.5
Propedeuse Econometrics and Operations Research
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research staan vermeld in bijlage 2.5. 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Econometrics geeft toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research. Artikel 3.6
Propedeuse Economics and Business Economics
1. De onderdelen van de propedeuse van de opleiding Economics and Business Economics staan vermeld in bijlage 2.6. 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Economics geeft toegang tot de beide profielen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics 3. De propedeuse van de bacheloropleiding International Economics and Business geeft toegang tot de beide profielen van de postpropedeuse van de Bacheloropleiding Economics and Business Economics 4. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook toegang tot de postpropedeuses van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05) b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05) c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05) d) Organisatieontwerp (5 EC, EBP814B05) 5. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits
22
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05) b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05) c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Engels BE (5 EC, EBB021A05) 6. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Fundamenten van Operations (5 EC, EBP611B05) b) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05) c) Informatiesystemen (5 Ec, EBP669B05) d) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Marketing Bedrijfskunde (5 EC, EBB639A05) 7. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration - International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) History of Management (5 EC, EBP651A05) b) International Management I (5 EC, EBP670B05) c) International Management II (5 EC, EBP654B05) d) International Business Law I (5 EC, EBP656A05) 8. De propedeuses van de bacheloropleidingen ‘Economics and Business Economics’, ‘Economics’ en ‘International Economics and Business’ geven ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC, EBP001B05) b) Juridische grondslagen BE/FE/A&C (5 EC, EBP004B05) c) Operations Management BE/FE/A&C (5 EC, EBP005B05) d) Inleiding fiscale economie (5 EC, EBP842A05) Artikel 3.7
Propedeuse Fiscale Economie
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie staan vermeld in bijlage 2.7. 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling. 3. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie, mits in het
23
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
eerste postpropedeutische jaar alsnog met succes tentamen wordt afgelegd in Internationale Economie I BE/A&C (5 EC, EBP811A05) 4. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Gedrag in organisaties (5 EC, EBP607A05) b) Informatiesystemen (5 Ec, EBP669B05) c) Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde ( 5 EC, EBP616A05) d) Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde (4 EC, EBP625A04) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Marketing Bedrijfskunde (5 EC, EBB639A05) en Operations Management (5 EC, EBB644A05) 5. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) International Management II (5 EC, EBP654B05) d) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) e) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05) Daar staat vrijstelling tegenover van het vak Financial Management for IB&M (5 EC, EBB631A05). 6. De propedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie geeft ook toegang tot de postpropedeuses van de bacheloropleiding Economics and Business Economics, profielen IE&B en Economics, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English I for E&BE (6 EC, EBP837B06) of English for EOR (5 EC, EBP002B05) b) International Economics I for E&BE (5 EC, EBP810A05) c) Research Methods I for E&BE (6 EC, EBP006B06). Artikel 3.8
Propedeuse Technologiemanagement
1. De onderdelen van de propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement staan vermeld in bijlage 2.8 2. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling, met het tweedejaarsprogramma aansluitend op het propedeuseprofiel Bedrijfskunde, zoals vermeld in bijlage 3.1., mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04) b) Organisatiekunde (5 EC, EBP619B05) 3. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond:
24
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
a) Juridische grondslagen Bedrijfskunde (4 EC, EBP613A04) b) Organisatie en managementtheorie (5 EC, EBP626B05) Studenten met een propedeuse Technologiemanagement zonder het keuzevak Inleiding informatietechnologie (5 EC, EBP609A05) dienen in het eerste postpropedeutische jaar tevens met succes tentamen af te leggen in: c) Informatiesystemen (5 EC, EBP669B05) 4. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration - International Business and Management, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) English I for IB&M (5 EC, EBP665B05) b) English II for IB&M (5 EC, EBP667B05) c) History of Management (5 EC, EBP651A05) d) International Marketing (5 EC, EBP661B05) e) Introduction International Business (5 EC, EBP003A05) f) Research Methods I for IB&M (5 EC, EBP662A05) Daar staat vrijstelling tegenover van de vakken Information Systems Management (EBB632A05) en Research Methods II for IB&M (EBB633A05) 5. De propedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement geeft ook toegang tot de postpropedeuse van de bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, mits in het eerste postpropedeutische jaar de volgende vakken met succes worden afgerond: a) Fysische systemen (5 EC, NAFSYS05E) b) Wiskunde B (5 EC, WIWB5-03) / Lineaire Algebra (5 EC, WILA-08) c) Analyse van organisatiesystemen (5 EC, TBAO05E)
25
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Paragraaf 4. De postpropedeutische fase van de opleidingen
Artikel 4.1
Keuzevakken
1. Vrije keuze in de postpropedeutische studieprogramma’s zoals aangegeven in artikel 4.2 kan alleen ingevuld worden met postpropedeusevakken van een opleiding tot een Bachelor of Science, tenzij de Examencommissie op verzoek van de student anders beslist. 2. De vrije keuzeruimte mag niet worden ingevuld met vrijstellingen.5 Artikel 4.2
Programma’s van de postpropedeutische fase van de opleidingen
1. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling staan vermeld in bijlage 3.1. 2. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie staan vermeld in bijlage 3.2. 3. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Bedrijfskunde staan vermeld in bijlage 3.3. 4. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Business Administration – International Business and Management staan vermeld in bijlage 3.4. 5. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research staan vermeld in bijlage 3.5. 6. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Economics and Business Economics staan vermeld in bijlage 3.6. 7. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Fiscale Economie staan vermeld in bijlage 3.7. 8. De onderdelen van de tweede fase van het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) staan vermeld in bijlage 3.8 9. De onderdelen van de postpropedeuse van de bacheloropleiding Technologiemanagement staan vermeld in bijlage 3.9. Artikel 4.3
Pre-masterprogramma’s
1. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde biedt pre-masterprogramma's (schakelprogramma’s) aan die voorbereiden op de volgende masteropleidingen: MSc Accountancy en Controlling, MSc Business Administration, MSc Human Resource Management, MSc International Business and Management , MSc International Economics and Business en de MSc Technology Management. Een
5
26
Toelichting: wel mogen eventueel elders behaalde vakken worden opgevoerd.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
afgerond pre-masterprogramma geeft toelating tot de bijbehorende masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject. De inhoud en omvang van de diverse schakelprogramma’s staan vermeld in bijlage 5. 2. Toelatingseisen tot de schakelprogramma’s staan vermeld in artikel 6.5. Artikel 4.4
Verkort Bachelorprogramma
1. De faculteit biedt een verkort programma aan dat leidt tot het verkrijgen van een bachelordiploma Technologiemanagement. De inhoud en omvang van dit bachelorprogramma staat vermeld in bijlage 4. 2. Toelatingseisen tot het verkorte bachelorprogramma Technologiemanagement staan vermeld in artikel 6.5. Artikel 4.5
‘Honours’ traject
1. De faculteit neemt deel aan het honoursprogramma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. 2. Studenten die zijn toegelaten tot een van de bacheloropleidingen van de faculteit kunnen aan dit honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College 3. Op het honoursprogramma, waar het facultaire verdiepende deel een onderdeel van is, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. 4. In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van de honoursbul een aantekening gemaakt. Artikel 4.6
Minor
De Faculteit Economie en Bedrijfskunde biedt een universitaire minor Ondernemerschap aan. De inhoud en omvang daarvan zijn beschreven in bijlage 6.
27
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Paragraaf 5. Tentamens en examens van de opleidingen Artikel 5.1
Verplichte volgorde van tentamens
1. Het bachelorexamen of een postpropedeutisch onderdeel daarvan kan niet worden afgelegd dan nadat het propedeutisch examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd dan wel vrijstelling van het afleggen daarvan werd verkregen. 2. Studenten die voor het tweede jaar zijn ingeschreven voor de opleiding en die het propedeutisch examen nog niet hebben behaald, kunnen onder de volgende voorwaarde vakken van het eerste jaar van het postpropedeutische programma volgen: a) Men dient voor aanvang van het betreffende postpropedeutisch vak of practicum minimaal 40 EC (inclusief eventuele vrijstellingen) van het propedeutisch programma te hebben behaald. b) Bij de bepaling van dit aantal studiepunten tellen resultaten van onderdelen van tentamens (toetsen, deeltentamens en opdrachten) niet mee. 3. Studenten die langer dan twee studiejaren zijn ingeschreven voor de bacheloropleiding en het propedeutisch examen nog niet hebben behaald mogen niet deelnemen aan postpropedeutische vakken en practica. 4. Aan een onderdeel van het tweede jaar van het postpropedeutische programma mag niet worden deelgenomen voordat het propedeutisch examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd. 5. Aan het Management Game (EBB637A05) van de postpropedeuse Bedrijfskunde kan worden deelgenomen door studenten van de bacheloropleiding Bedrijfskunde nadat de propedeuse en 40 EC aan onderdelen van het eerste postpropedeutische jaar vier weken voor aanvang van het Game zijn behaald. 6. Voor begeleiding van het bachelorafstudeerwerkstuk van alle opleidingen door een docent is vereist dat de student geslaagd is voor de propedeuse en ten minste 60 EC van de postpropedeuse van de bacheloropleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie geldt als aanvullende eis dat men het vak Business Reserach Methods BE/FE/A&C met een voldoende resultaat moet hebben afgerond. 7. Voor begeleiding en beoordeling van de Research Paper for Pre-Msc in de schakelprogramma’s voor de masteropleidingen ‘Business Administration’, ‘Human Resource Management’ en ‘International Business and Management’ is vereist dat de vakken Mathematics for Pre-MSc (EBS002A05) en Business Research Methods for Pre-MSc (EBS001A10) met een voldoende, d.w.z. met het cijfer 6 of hoger, zijn afgerond. Voor begeleiding en beoordeling van de Research Paper for Pre-Msc in het schakelprogramma voor de masteropleiding International Economics and Business is vereist dat de vakken Mathematics for Pre-MSc (EBS002A05), Statistics 2 for IE&B (EBB874B05) en Research Methods for pre-MSc IE&B (EBB028A05) met een voldoende, d.w.z. met het cijfer 6 of hoger, zijn afgerond.
28
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
8. Het in de leden 1 tot en met 6 van dit artikel gestelde is analoog van toepassing op studenten die na het halen van een propedeutisch diploma willen instromen in de postpropedeuse van een andere bacheloropleiding. Artikel 5.2
Tijdvakken en frequentie tentamens
1. Tentamens kunnen ten minste tweemaal per studiejaar worden afgelegd. 2. Een tentamen in een vak dat niet meer wordt aangeboden, kan in het eerste jaar dat dit het geval is, nog ten minste tweemaal worden afgelegd. 3. De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden in de studiegids bekend gemaakt. Deeltentamens kunnen ook buiten de aangegeven periode afgenomen worden. 4. Op schriftelijk verzoek van de student kan alléén de Examencommissie te zijnen gunste afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde Artikel 5.3
Vorm van de tentamens
1. De tentamens worden afgelegd op door de examinator(en) te bepalen wijze. De aldus bepaalde vorm wordt in de interdatabase Ocasys bekend gemaakt. Formeel is de Examencommissie bevoegd over de vorm van het tentamen te beslissen. In voorkomend geval kan de Examenommissie derhalve de examinator daaromtrent aanwijzingen geven. 2. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 5.4
Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt, steeds voorzover de Examencommissie haar goedkeuring heeft verleend. Artikel 5.5
Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast en verschaft de onderwijsadministratie de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag aan de student. De termijn waarop de uitslag wordt gepubliceerd is maximaal 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. In
29
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
gevallen waarin dit redelijkerwijs niet van de examinator verlangd kan worden kan de opleidingsdirecteur vooraf een afwijkende termijn vaststellen. De deelnemers worden hiervan voor aanvang van het tentamen op de hoogte gesteld. Uitsluitend de door de onderwijsadministratie gepubliceerde tentamenuitslagen zijn rechtsgeldig. 3. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 5.7 eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Artikel 5.6
Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de Examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 5.7
Inzagerecht
1. Binnen een termijn van vier weken vanaf de dag waarop de uitslag van een schriftelijk tentamen bekend is gemaakt, krijgt de student die het tentamen heeft afgelegd op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. 2. Binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen of opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De plaats waar en het tijdstip waarop inzage of kennisneming kan plaatsvinden, worden bepaald door de examinator(en) van het desbetreffende tentamen. De Examencommissie kan hiertoe aanwijzingen geven. 4. De inzage en kennisneming kunnen collectief worden georganiseerd. Artikel 5.8
Vrijstelling
1. De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende programmadirecteur of programmacoördinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring of anderszins over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. 2. Zodra voor een vak een resultaat is behaald, vervalt zowel een reeds verkregen vrijstelling als de mogelijkheid een vrijstelling te verzoeken.
30
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Artikel 5.9
Examen
1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens en de daarmee verworven academische vorming. 2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de Examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. 3. Het examen van een opleiding wordt behaald indien de student voor elk tentamen een voldoende resultaat (het cijfer 6 of hoger) heeft behaald. 4. Het afsluitend bachelorexamen van een opleiding kan slechts worden afgelegd na goedkeuring van het door de student gevolgde onderwijsprogramma door de Examencommissie van de opleiding. De commissie stelt voor de beoordeling van de onderwijsprogramma's een regeling op. 5. Studenten die voor elk tentamen van een opleiding een voldoende (het cijfer 6 of hoger) hebben behaald of voldaan hebben aan de eisen voor alle onderdelen van het programma zoals dat is goedgekeurd door de Examencommissie, zijn verplicht om binnen vier weken daarna hun bachelordiploma aan te vragen. De examendatum die vermeld wordt op het bachelordiploma is de datum waarop de student naar het oordeel van de Examencommissie voldaan heeft aan de eisen voor het examen. 6. Indien de student zijn bachelordiploma na de in artikel 5.9.5 bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de Examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de Examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. Artikel 5.10
Judicium
1. De examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend. 2. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima: – ‘‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 8,0; – ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 9,0. b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderdelen, exclusief de scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is – groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; – groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’. 3. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC’s meer dan de helft van het totaal aantal EC’s van de opleiding bedraagt. 4. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderdeel slechts eenmaal afgelegd mag zijn.
31
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
5. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald. 6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel. 7. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010. Artikel 5.11
Graad
Aan degene die het bachelorexamen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad Bachelor of Science in de betreffende opleiding verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het bachelorexamen aangetekend. Artikel 5.12
Examinator
1. Elke docent is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van tentamens voor het vak (de vakken) waarin hij het onderwijs verzorgt of verzorgd heeft. 2. De beoordeling van het bachelorafstudeerwerkstuk vindt plaats door een begeleider die beschikt over onderzoekservaring. 3. In voorkomende gevallen kan de Examencommissie andere docenten bevoegd verklaren voor het afnemen en beoordelen van tentamens voor een bepaald vak of voor het beoordelen van afstudeerwerkstukken.
32
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Paragraaf 6. Vooropleiding Artikel 6.1
Toelating tot de opleidingen
1. Behoudens het in lid 4 bepaalde worden toegelaten tot de opleidingen ‘Accountancy en Controlling’, ‘Bedrijfseconomie’, ‘Bedrijfskunde’, ‘Business Administration: profiel International Business and Management’, ‘Economics and Business Economics’, ‘Fiscale Economie’ en ‘Technologiemanagement’ studenten met een met goed gevolg afgelegd eindexamen of staatsexamen VWO met de volgende profielen: Profiel Extra eisen6 Economie en Maatschappij Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Cultuur en Maatschappij WiA of WiB (Afkortingen: Wi = Wiskunde) 2. Toegelaten tot de opleiding Econometrics and Operations Research worden studenten met een met goed gevolg afgelegd eindexamen of staatsexamen VWO met de volgende profielen: Profiel Extra eisen7 Economie en Maatschappij WiB Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Cultuur en Maatschappij WiB (Afkortingen: Wi = Wiskunde) 3. Toegelaten tot de opleidingen worden studenten met een HBO getuigschrift of een met goed gevolg afgelegd propedeuse van het HBO, die ten genoege van de Examencommissie aantonen dat er geen deficiëntie bestaat op het terrein van Wiskunde en Engels. 4. Voor de bacheloropleiding Bedrijfskunde geldt een numerus fixus. In aanvulling op het gestelde in lid 1 en lid 3 is een plaatsingsbewijs verkregen van de DUO – IB-Groep vereist. Deadline van aanmelding voor een numerus-fixusopleiding op basis van een benodigde ‘Verklaring deelname loting’ bij een geconstateerde deficiëntie is 15 april.
6
7
Voor studenten met een VWO-diploma van vóór september 2009 geldt: WiB1 in plaats van WiB, WiA12 in plaats van WiA. Voor studenten met een VWO-diploma van vóór september 2009 geldt: WiB1 in plaats van WiB.
33
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 6.2
Deficiënties
Voor de bezitter van een VWO-diploma, dat is behaald volgens de op 31 juli 1998 geldende bij of krachtens de Wet op het Voortgezet Onderwijs vastgestelde voorschriften worden deficiënties in de hierna genoemde vakken vervuld door het ten genoegen van de Examencommissie met goed gevolg afleggen van de desbetreffende tentamens op het niveau van het VWO-eindexamen voorafgaand aan de inschrijving: 1. Wiskunde B1/ WiB voor de opleiding Econometrics and Operations Research. 2. Wiskunde A12/ WiA voor de andere bacheloropleidingen van de faculteit. Artikel 6.3
Gelijkwaardige vooropleiding
1. De toelating van studenten met een ander diploma dan een Nederlands VWO diploma wordt beoordeeld door de Examencommissie. 2. Wordt de student toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma van een vooropleiding dat buiten Nederland is behaald, dan kan de Examencommissie hem - voor de inschrijving - verplichten tot het met goed gevolg afleggen van een toets Nederlands of Engels, afhankelijk van de taal van de gekozen opleiding, af te nemen door een door de Examencommissie aan te wijzen instantie. 3. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2). 4. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Engelse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van een tentamen Engels op het niveau van het VWO-eindexamen of het behalen van de TOEFL met een score van tenminste 580 (computer TOEFL 237, internet TOEFL 92) of een IELTS score van 6.5 of een Cambridge Proficiency van A,B of C. Artikel 6.4
Universitair toelatingsexamen (colloquium doctum)
Het toelatingsonderzoek, bedoeld in artikel 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: 1. Voor de opleidingen Accountancy en Controlling, Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde, Fiscale Economie en Technologiemanagement de vakken: a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: A12/WiA b) Nederlands: op VWO eindexamenniveau c) Engels: op VWO eindexamenniveau. 2. Voor de opleidingen Business Administration-profiel International Business and Management en Economics and Business Economics de vakken: a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: A12/ WiA b) Engels: op VWO eindexamenniveau. 3. Voor de opleiding Econometrics and Operations Research de vakken: a) Wiskunde: op VWO eindexamenniveau Wiskunde: B1/WiB b) Engels: op VWO eindexamenniveau.
34
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Artikel 6.5
Toelating tot de schakelprogramma's
1. Voor de toelating tot de schakelprogramma's vermeld in artikel 4.3 en het verkorte bachelorprogramma vermeld in artikel 4.4 stelt de Examencommissie uit haar midden een toelatingscommissie samen. 2. Met betrekking tot de toelating tot de schakelprogramma's MSc Business Administration, MSc Human Resource Management, MSc International Business and Management en MSc International Economics and Business geldt het volgende: a) Bezitters van een bachelordiploma van een geaccrediteerde opleiding met een omvang in studielast van 240 EC aan een Nederlandse Instelling voor Hoger Onderwijs of een BSc-diploma van een geaccrediteerde opleiding met een omvang van 180 EC aan een Nederlandse Universiteit worden rechtstreeks toegelaten tot de schakelprogramma’s voor de volgende masteropleidingen: MSc Business Administration, MSc Human Resource Management, MSc International Business and Management en MSc International Economics and Business. Tevens moet de student beschikken over voldoende kennis van het Engels zoals verwoord in lid 5. b) Deze toelating geldt voor een jaar en is eenmalig en wordt alleen dan verlengd –en wel voor de duur van maximaal één jaar- als de student gedurende het jaar van toelating minimaal 50 EC van het schakelprogramma heeft afgerond. c) In het geval dat de toelating tot het schakelprogramma niet wordt verlengd wordt de student op zijn verzoek toegelaten tot het reguliere bachelorprogramma. d) Een afgerond schakelprogramma geeft toelating tot de bijbehorende masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject. 3. Met betrekking tot de toelating tot de schakelprogramma's MSc Accountancy en Controlling en MSc Technology Management geldt het volgende: a) De diploma’s die rechtstreeks toelating geven tot deze schakelprogramma’s staan vermeld in bijlage 7. b) Een afgerond schakelprogramma geeft toelating tot de bijbehorende masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject. 4. Met betrekking tot de toelating tot het verkorte bachelorprogramma Technologiemanagement geldt het volgende: a) De diploma’s die rechtstreeks toelating geven tot dit verkorte bachelorprogramma staan vermeld in bijlage 7. b) Een afgerond verkort bachelorprogramma leidt tot een bachelor of science diploma Technologiemanagement en geeft toelating tot de bijbehorende masteropleiding c.q. het bijbehorende mastertraject. 5. Een student wordt geacht te voldoen aan de ingangseis ‘voldoende kennis van het Engels’ voor de Engelstalige masteropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, indien hij voldoet aan één van de volgende eisen: a) beheersing van het Engels als moedertaal; b) beheersing van het Engels op een niveau dat gelijkwaardig is aan één van de navolgende testscores: 35
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
een niveau van 92 op een internet-based (iBT) TOEFL-test, een niveau van 237 op een computer-based (CBT) TOEFL-test, een niveau van 580 op een paper-based (PBT) TOEFL, een niveau van 6.5 op een IELTS-test, niveau A, B, C op een Cambridge Proficiency- of Advanced-test, een B2+ (ook wel B2.2. genoemd8) niveau op de schriftelijke en mondelinge onderdelen van het toelastingsexamen Engels, c) het met succes afgerond hebben van de cursus Engels BE (EBB021A05) of English Course for Business Administration (EBB614B05) of een gelijkwaardige cursus; d) het met succes afgerond hebben van een van de Engelstalige bacheloropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. 6. Studenten met een bachelordiploma dat niet voldoet aan de eisen in lid 2 t/m 4 van dit artikel of studenten die een gelijkwaardige opleiding hebben afgerond kunnen een verzoek om toelating tot een schakelprogramma of een verkort bachelorprogramma richten tot de Examencommissie. – – – – – –
Artikel 6.6
Toelating tot een minor
Toelaatbaar tot de minor ondermemerschap zijn studenten die zijn ingeschreven voor een bacheloropleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, uitgezonderd de opleidingen aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde, mits zij de propedeuse van de betreffende opleiding hebben behaald.
8
36
Specificatie niveau B2+: Spreken: De student kan duidelijke, stelselmatig ontwikkelde beschrijvingen en presentaties geven, met de juiste nadruk op belangrijke punten en terzake doende ondersteunende details. Schrijven: De student kan een opstel of verslag schrijven waarin stelselmatig een argument wordt opgebouwd met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Hij kan verschillende ideeën of oplossingen voor een probleem verwoorden.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Paragraaf 7. Studiebegeleiding Artikel 7.1
Studievoortgangsadministratie
1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 2. Zij verschaft elke student op zijn verzoek en minimaal twee maal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. 3. In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student na afloop van het eerste blokvan het studiejaar, doch in ieder geval gedurende het eerste semester van de opleiding een studievoortgangsoverzicht, met daarin een overzicht van de gerealiseerde studielast. Artikel 7.2
Studiebegeleiding
1. De faculteit draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor één van de opleidingen zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. Mede met het oog op het uitbrengen van een studieadvies voor de propedeuse worden de voortgangsgesprekken met studenten geregistreerd. Deze registratie geschiedt met speciale aandacht voor de privacy van de student. Artikel 7.3
Studieadvies propedeuse
1. Gedurende het eerste studiejaar ontvangt de student tweemaal een schriftelijk advies over de voortzetting van zijn opleiding. 2. Het eerste advies wordt uitgebracht na afsluiting van de reguliere tentamens van het eerste semester, doch vóór 25 februari. In dit advies wordt een inschatting gemaakt van de kans dat de student vóór het einde van het eerste studiejaar het minimaal vereiste aantal studiepunten zal behalen om de studie in het tweede studiejaar te kunnen voortzetten. Indien de faculteit inschat dat in redelijkheid niet is te wachten dat de student aan de voorwaarden eis voor toelating tot het tweede studiejaar zal gaan voldoen, wordt de student uitgenodigd voor een gesprek. 3. Het tweede advies wordt uitgebracht door het Faculteitsbestuur na de hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. Het uitgebrachte studieadvies is a) positief, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; b) voorlopig positief, indien de student tenminste 40 EC aan studiepunten heeft behaald; c) negatief indien de student minder dan 40 EC aan studiepunten van het propedeutisch programma heeft behaald. 4. Studenten met een voorlopig positief studieadvies ontvangen ook in hun tweede studiejaar een schriftelijk studieadvies van het Faculteitsbestuur, en wel na de
37
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. In dit advies wordt het voorlopig positief studieadvies omgezet in a) een positief studieadvies, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; b) een negatief studieadvies, indien de student niet heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse. 5. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten worden de studiepunten die in het kader van vrijstellingen zijn toegekend meegerekend. 6. Studenten met een negatief studieadvies worden gedurende een periode van twee jaar uitgesloten van (her)inschrijving voor de opleiding(en) waarop het advies van toepassing is. 7. In individuele gevallen kan het Faculteitsbestuur besluiten een student toe te staan volgens een afwijkend tijdpad te voldoen aan de eisen voor een positief studieadvies. Dit tijdpad dient in overleg met de studieadviseur te worden vastgesteld. Artikel 7.4
Persoonlijke omstandigheden
1. Een beslissing van het Faculteitsbestuur als genoemd in artikel 7.3.7 kan alleen gebaseerd zijn op persoonlijke omstandigheden9, en wordt alleen genomen indien de student blijk heeft gegeven van verantwoord studiegedrag. Dit impliceert onder andere dat de student zich houdt aan het met een studieadviseur afgesproken studieprogramma. 2. Uitsluitend persoonlijke omstandigheden die door de student na intreden zo spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd bij de studieadviseur zijn gemeld, worden door het Faculteitsbestuur betrokken in zijn afweging. 3. Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 wordt afgezien van het uitbrengen van een studieadvies, wordt aan de student aan het einde van diens volgende studiejaar een studieadvies als bedoeld in artikel 7.3.3 uitgebracht. 4. Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds. Artikel 7.5
Toepasselijkheid negatief studieadvies
1. Een negatief studieadvies is bindend en van toepassing op alle profielen van de opleiding(en) waarvoor het is afgegeven. 2. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Accountancy en Controlling is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie b) de bacheloropleiding Fiscale Economie
9
38
Wat onder persoonlijke omstandigheden mag worden verstaan, wordt vastgesteld op basis van de Universitaire Regeling Persoonlijke Omstandigheden, zoals gepubliceerd op de website van de RUG.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
3. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Accountancy en Controlling b) de bacheloropleiding Economics and Business Economics c) de bacheloropleiding Fiscale Economie 4. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Economics and Business Economics is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie 5. Een negatief studieadvies voor de bacheloropleiding Fiscale Economie is ook van toepassing op: a) de bacheloropleiding Accountancy en Controlling b) de bacheloropleiding Bedrijfseconomie Artikel 7.6
Normering studieadvies bij deeltijdstudie, tussentijdse of dubbele inschrijving
1. Studenten van deeltijdopleidingen dienen aan het eind van het eerste studiejaar tenminste 20 EC aan studiepunten behaald te hebben om in aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het verkrijgen van een positief studieadvies dient na uiterlijk drie studiejaren aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan. 2. Studenten die zich inschrijven tussen 1 september en 1 februari dienen aan het eind van het eerste studiejaar tenminste 40 EC aan studiepunten behaald te hebben om in aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het verkrijgen van een positief studieadvies dient uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan. 3. Studenten die zich inschrijven na 1 februari dienen aan het eind van het eerste studiejaar tenminste 20 EC aan studiepunten behaald te hebben om in aanmerking te komen voor een voorlopig positief studieadvies. Voor het verkrijgen van een positief studieadvies dient uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar aan alle eisen van de propedeuse te zijn voldaan. 4. Studenten die zich inschrijven voor twee (of meer) opleidingen, ontvangen voor elk van de opleidingen waarvoor zij staan ingeschreven een studieadvies. Voor de eerste opleiding dienen zij te voldoen aan de normen zoals vastgesteld in artikel 7.3. Voor de andere opleiding(en) gelden de normen voor deeltijdopleidingen, zoals vastgesteld in artikel 7.6.1 Artikel 7.7
Beroep
1. Alvorens een negatief studieadvies wordt uitgebracht, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord door of namens het Faculteitsbestuur. 2. Tegen een negatief studieadvies kan tot 6 weken na dagtekening van het advies beroep worden worden aangetekend bij het College van Beroep voor de Bezwaarschriften.
39
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Paragraaf 8. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 8.1
Overgangsregeling bachelorprogramma's van 2007-2008 en eerder
Een student die vanaf september 2007 is ingeschreven voor een van de bacheloropleidingen van de faculteit en zijn eerste postpropedeutische jaar niet heeft afgerond kan ofwel het oude programma afmaken volgens de tabellen en regels in bijlage 8, of hij kan overstappen op het nieuwe programma dat van kracht is vanaf september 2008 en de postpropedeutische fase afronden volgens de tabellen en regels in bijlage 8. Artikel 8.2
Overgangsregeling pre-masterprogramma’s van 2007-2008 en eerder
De pre-masterprogramma’s van 2007-2008 en eerder worden per 1 september 2010 opgeheven. Studenten van de betreffende programma’s die nog niet definitief zijn toegelaten tot de master kunnen hun pre-masterprogramma’s afronden volgens de tabellen en regels in bijlage 8. Artikel 8.3
Wijzigingen
1. Wijzigingen van deze onderwijs- en examenregeling worden door het faculteitsbestuur na advies van de opleidingscommissie en na advies of, waar de WHW dit vereist, na instemming van de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze onderwijs- en examenregeling heeft betrekking op toekomstige studiejaren en is voor het lopende jaar alleen toegestaan indien de belangen van de student daardoor niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a) een toelating die krachtens artikel 3.1 - 3.8 of die krachtens artikel 6.1 – 6.6 is verleend. b) enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een individuele student. Artikel 8.4
Bekendmaking
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de Regels en Richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het onderwijsbureau van de faculteit een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen.
40
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Artikel 8.5
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010. Met instemming van de faculteitsraad, d.d. 25 juni 2010 Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 29 juni 2010.
41
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.
Doel van de opleidingen
Bijlage 1.1 BSc Accountancy en Controlling De bacheloropleiding Accountancy en Controlling is een wetenschappelijke opleiding die na de gelijknamige masteropleiding A&C toegang geeft tot twee civiel rechtelijke – en wat de accountancyrichting betreft ook wettelijk - gereguleerde beroepsopleidingen, namelijk de postinitiële opleiding Controlling en de postinitiële opleiding Accountancy. Het doel van de bacheloropleiding A&C is om studenten op te leiden die zich uiteindelijk willen kwalificeren voor één van beide beroepsprofielen. Meer specifiek heeft het bachelorprogramma als doel om studenten niet alleen gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van, inzicht in en vaardigheden op het gebied van accountancy en controlling bij te brengen, maar ook wetenschappelijke kennis en inzicht op het gebied van de bedrijfswetenschappen (bedrijfseconomie, bedrijfskunde en algemene economie) aan te reiken. Binnen de bedrijfswetenschappen ligt het accent op de gebieden organisatie en management, algemene economie, financiering en bestuurlijke informatiekunde. Voor wat betreft het domein accountancy en controlling richt de opleiding zich op de vakgebieden internal control, financial accounting, belastingrecht en recht (inzake de onderneming), auditing, management accounting en financiële administratie & boekhouden. Ook wordt in de opleiding aandacht besteed aan voor de opleiding relevante wetenschappelijke methoden en technieken. Tenslotte leren studenten over de uitkomsten van de analyse, diagnose en oplossing van accountancy- en controllingvraagstukken zowel schriftelijk als mondeling adequaat te communiceren. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A Inhoudelijke eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de domeinen van de bedrijfswetenschappen (bedrijfseconomie, bedrijfskunde en algemene economie) en accountancy en controlling en is in staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het werk of beroep mogelijk maakt. Kennis en inzicht bestaan eruit dat de afgestudeerde bachelor de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen kent en begrijpt en kan toepassen bij het analyseren van bedrijfssituaties en bij het oplossen van enigszins complexe vraagstukken. Binnen het bedrijfswetenschappelijke subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.1 Financiering A.2 Algemene Economie A.3 Organisatie en Management A.4 Bestuurlijke informatiekunde
42
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van bedrijfswetenschappelijke vraagstukken. Binnen het subdomein van de Accountancy en Controlling heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.5 Belastingrecht en Recht (inzake de onderneming) A.6 Financial Accounting A.7 Management Accounting A.8 Financiële administratie & boekhouden A.9 Internal control en Auditing De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen, voor zover dat relevant is voor accountancy- en controllingvraagstukken. In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan de domeinen bedrijfswetenschappen en accountancy en controlling, heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in: A.10 Wiskunde A.11 Statistiek A.12 ICT De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden simpele vraagstukken op te lossen. B Academische eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het (financieel) functioneren van organisaties kan beoordelen, in staat is praktijkproblemen op te lossen en kan bijdragen aan het goed (financieel) functioneren van organisaties. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de bedrijfswetenschappen en dat van accountancy en controlling. B.1
B.2
B.3
B.4
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van de bedrijfswetenschappelijke en accountancy en controlling domeinen wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat relevante gegevens te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel een oordeel te vormen, een argumentatie op te zetten, een passende oplossing te ontwerpen en/of een advies te geven. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden en technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het accountancy - en controllingvakgebied en relevante aanpalende vakgebieden.
43
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
B.5
De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op wetenschappelijke inzichten, alsmede op het (financieel) functioneren van organisaties en de maatschappij.
C Sociaal communicatieve eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (financieel) goed functioneren van organisaties. C.1
C.2 C.3
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve en planningsvaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling. De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgstudie. De afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en om een vervolgstudie te doen, waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. D.1
D.2
44
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de bacheloropleiding.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 1.2 BSc Bedrijfseconomie De bacheloropleiding Bedrijfseconomie (BE) is een wetenschappelijke opleiding die zich bezighoudt met het economisch functioneren van organisaties. Deze opleiding biedt een academische vorming tot bedrijfseconoom, waarin naast het verwerven van gedegen wetenschappelijke kennis en inzicht op het bedrijfseconomische subdomein ook aandacht wordt besteed aan basiskennis op het algemeen economisch subdomein. Binnen het bedrijfseconomische gebied ligt het accent op onderwerpen als organisatiekunde, marketing, financiering en accounting. Onderwerpen die binnen het algemeen economisch subdomein aan de orde komen zijn bijvoorbeeld micro-economie en macro-economie. Door deze combinatie van bedrijfseconomie en algemene economie, leren studenten het functioneren van organisaties zowel op een analytische, micro-economische wijze te benaderen, als in een macro en internationaal economische context te plaatsen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan recht en ICT. Om extra diepgang betreffende de oorspronkelijke bedrijfseconomische basisdisciplines te kunnen bereiken, besteedt de opleiding veel aandacht aan ondersteunende gebieden zoals wiskunde en statistiek. Tevens wordt ruim aandacht besteed aan het ontwikkelen van academische vaardigheden en een academische attitude en worden sociaalcommunicatieve vaardigheden aangeleerd. De opleiding biedt studenten daarnaast de mogelijkheid zich internationaal te oriënteren. Daartoe bevat het programma een onderdeel Engels. Tevens worden diverse vakken in het Engels verzorgd. Bij die vakken zitten ook diverse exchange studenten. Door deze aandacht voor de Engelse taal kunnen studenten ook een Engelstalige master volgen. Studenten verbreden zich via een minor in een ander domein dan het economische of kiezen een minor die bedrijfseconomische verdieping aanbrengt. De minor kan ook in het buitenland worden gedaan. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A Inhoudelijke eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in het bedrijfseconomisch subdomein en is in staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het werk weerspiegelt. Hij10 beschikt over basiskennis van en inzicht in het algemeen economisch subdomein en vakgebieden die ondersteunend zijn aan het bedrijfseconomisch subdomein. Hij is in staat de kennis en het inzicht op beide subdomeinen te gebruiken om relatief eenvoudige vraagstukken op te lossen. Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor over samenhangende basiskennis van en inzicht in een domein dat afwijkt van het bedrijfseconomisch en algemeen economisch subdomein en is in staat deze toe te passen.
10
Daar waar hij staat, dient ook zij gelezen te worden.
45
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de basisdisciplines: A.1 Organisatiekunde A.2 Marketing A.3 Financiering A.4 Accounting en boekhouden De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze basisdisciplines te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken. Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in onderdelen die: A.5 bedrijfseconomische verbreding aanbrengen A.6 bedrijfseconomische verdieping aanbrengen De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze onderdelen te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken. Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in de gebieden: A.7 Micro-economie A.8 Macro-economie De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen, voor zover dat relevant is voor bedrijfseconomische vraagstukken. In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan het bedrijfseconomisch subdomein, heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in: A.9 Wiskunde A.10 Statistiek A.11 Recht De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden relatief eenvoudige vraagstukken op te lossen en om deze te gebruiken bij het oplossen van bedrijfseconomische vraagstukken. De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in: A.12 Ict A.13 Engels De afgestudeerde is in staat zijn kennis en inzicht op deze onderwerpen daar waar nodig te gebruiken om de eindtermen van de opleiding te realiseren. A.14
46
Door het afronden van een minor heeft de bachelor samenhangende basiskennis van en inzicht in een domein dat afwijkt van het bedrijfseconomisch en algemeen economisch subdomein en kan deze toepassen.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
B Academische eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het (economisch) functioneren van organisaties kan beoordelen en kan bijdragen aan het goed (economisch) functioneren van organisaties. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van bedrijfseconomie. B.1
B.2
B.3
B.4 B.5
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het bedrijfseconomisch subdomein, wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat relevante gegevens en informatie te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel om op een professionele wijze een oordeel te vormen, een argumentatie op te zetten en/of een advies te geven. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en onderzoek met een routinematig karakter op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het bedrijfseconomisch subdomein en relevante aanpalende (sub)domeinen. De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op wetenschappelijke inzichten, alsmede op het functioneren van organisaties en de maatschappij.
C Sociaal communicatieve eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (economisch) goed functioneren van organisaties. C.1
C.2 C.3
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel voor een publiek bestaande uit specialisten als niet-specialisten. De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgstudie. De afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de
47
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. D.1
D.2
48
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de bacheloropleiding.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 1.3 BSc Bedrijfskunde De bacheloropleiding Bedrijfskunde heeft als doel studenten op te leiden die beschikken over een brede academische basisvorming inzake het functioneren van en ingrijpen in organisaties. De afgestudeerde bachelor beschikt daartoe over een wetenschappelijke grondhouding, werkt probleemoplossend en oplossingsgericht, en heeft kennis van de bedrijfswetenschappelijke disciplines en de belangrijkste functionele gebieden. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A Disciplinaire inhoudelijke eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van theorieën, modellen en methoden uit de organisatiekunde en de belangrijkste basis disciplines en functionele gebieden van de Bedrijfskunde. A.1
A.2 A.3
De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in organisaties, management, strategie, externe omgeving, klanten, organisatieverandering, financiën, mensen, processen en informatiesystemen; De afgestudeerde bachelor kan in het verlengde hiervan inzichten inzetten uit de organisatiekunde, marketing, economische wetenschappen, bedrijfsrecht, organisatiepsychologie en de technische wetenschappen; De afgestudeerde is in staat bovenstaande kennis in te zetten bij zijn/haar handelen als bedrijfskundig professional; De afgestudeerde bachelor is op de hoogte van recente ontwikkelingen in het bedrijfskundig vakgebied
B Methodologische eindtermen De afgestudeerde bachelor heeft kennis van de belangrijkste methoden voor bedrijfskundig onderzoek en kan deze ook toepassen. Hij is in staat om een op de situatie toegepast onderzoek op te zetten en uit te voeren. Hierbij kan hij/zij de verschillende stappen van de ontwerpcyclus toepassen en op basis daarvan een organisatieadvies geven. B.1
B.2
De afgestudeerde beschikt over de vaardigheden om een organisatievraagstuk te identificeren, af te bakenen, onderzoeksvragen te formuleren, gegevens te verzamelen, deze te verwerken en op basis van relevante theorieën te analyseren. In het verlengde hiervan is de afgestudeerde in staat om op basis van uitgevoerd onderzoek oplossingsrichtingen te definiëren en conclusies en aanbevelingen te formuleren. De afgestudeerde bachelor is in staat om zowel eigen onderzoek als onderzoek van anderen kritisch te beoordelen en beschikt over de vaardigheden om verantwoording af te leggen over gebruikte theorieën, modellen en methoden.
49
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
C Interdisciplinaire en integratieve eindtermen De afgestudeerde beschikt over kennis en vaardigheden om te kunnen bepalen met welke combinatie van theorieën en methoden, organisatievraagstukken beschreven, geanalyseerd en opgelost kunnen worden. C.1 De afgestudeerde Bachelor heeft aandacht voor interacties en samenhangen tussen problemen en beschikt over de vaardigheid om inzichten uit verschillende relevante kennisgebieden op een integratieve wijze te kunnen toepassen op organisatievraagstukken. C.2 De afgestudeerde bachelor is in staat om een concreet bedrijfskundig vraagstuk te analyseren en kan van hieruit bepalen welke kennis relevant is bij het beschrijven, analyseren en oplossen van organisatievraagstukken; D Academische eindtermen De afgestudeerde beschikt over een grondhouding die van een academicus verwacht mag worden. Een kritische, onderzoekende en reflecterende houding vormen hierbij de kern. De afgestudeerde kan eigen werk en dat van anderen dan ook kritisch beoordelen en is in staat om verantwoording af te leggen over gebruikte theorieën, modellen en methoden. Hij/zij kan verder logisch en analytisch nadenken en is in staat om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. De afgestudeerde staat open voor nieuwe inzichten. D.1 De afgestudeerde Bachelor is in staat om op een methodologisch verantwoorde wijze, zelfstandig onderzoek te doen. De afgestudeerde bachelor is verder is staat om te reflecteren op eigen handelen om van hieruit het eigen leerproces vorm en inhoud te geven. D.2 De afgestudeerde Bachelor beschikt over een kritische grondhouding, is in staat om op een gestructureerde wijze analyses uit te voeren, en op een juiste wijze verbanden te trekken. E Sociaal communicatieve eindtermen De afgestudeerde is in staat om effectief samen te werken en te communiceren. De afgestudeerde bachelor beschikt daartoe over een mix van academische, professionele en sociaal communicatieve vaardigheden waardoor hij/zij in staat is op een professionele wijze te participeren in organisatie(veranderings)processen. E.1
E.2
50
De afgestudeerde bachelor heeft het vermogen om effectief te communiceren en is in staat om in groepsverband te opereren om complexe organisatievraagstukken op te lossen De afgestudeerde kan in taak- en doelgerichte (project)groepen meewerken en hier ook leiding aan geven. Hij/zij kan verder effectief vergaderen en notuleren. Ook het plannen, omschrijven en toedelen van taken en het bewaken van de voortgang en uitvoering van taken behoort tot de competenties van de bachelor.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
E.3
De afgestudeerde is taalvaardig en in staat een duidelijke mondelinge presentatie te verzorgen. Argumenteren, discussiëren en duidelijk beantwoorden van vragen behoort eveneens tot zijn/haar competenties. Ook kan de afgestudeerde op een heldere wijze schriftelijk verslag doen van een bedrijfskundig onderzoek.
51
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.4
BSc Business Administration – profiel International Business and Management De bacheloropleiding Business Administration – profiel International Business and Management is een interdisciplinaire academische opleiding die met name is gericht op praktische zaken. De opleiding heeft als doel studenten op te leiden met een solide academische basis op het gebied van het functioneren van en interveniëren in organisaties in diverse landen en culturen. De afgestudeerde bachelor is in staat om algemeen bedrijfsmanagement te combineren met de internationale context van de organisatie waarin hij/zij werkzaam is. Hij/zij heeft kennis van en inzicht in algemene bedrijfskunde en management, de belangrijkste gebieden van internationale bedrijfskunde en management en onderzoeksmethodologie. Hij/zij is in staat een interdisciplinaire en geïntegreerde benadering te gebruiken bij het definiëren, analyseren en oplossen van problemen in multinationale organisaties. De afgestudeerde bachelor is bovendien in staat onderzoek uit te voeren dat voldoet aan de wetenschappelijke normen binnen het managementveld en de wetenschap. Hij/zij beschikt over brede taal- en communicatievaardigheden waarmee hij/zij in staat is in een internationale context te functioneren. De doelen van de opleiding BA – International Business and Management zijn vertaald in de volgende eindtermen of kwalificaties: A. Algemeen management en internationale bedrijfskunde A.1 De afgestudeerde bachelor heeft op halfgevorderd niveau kennis van en inzicht in theorieën, modellen en methoden op het gebied van algemeen management en is in staat deze toe te passen teneinde praktische problemen in nationale en internationale bedrijfskundige situaties te analyseren en op te lossen. A.2 De afgestudeerde bachelor heeft op halfgevorderd niveau kennis van en inzicht in theorieën, modellen en methoden op het gebied van internationale bedrijfskunde en management en is in staat deze toe te passen teneinde praktische problemen in internationale bedrijfskundige situaties te analyseren en op te lossen. B. Methodologische eindtermen B.1 De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van de algemene methoden van bedrijfskundig onderzoek en is in staat deze in een internationale context toe te passen. B.2 De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van kwantitatieve en kwalitatieve methoden en is in staat deze in een internationale context toe te passen. B.3 De afgestudeerde bachelor is in staat onder begeleiding routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren dat past in de specifieke nationale en culturele setting, daarbij van de diverse stappen in de onderzoekscyclus doorlopend, en op basis hiervan organisatorische aanbevelingen te doen.
52
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
C. Interdisciplinaire en integratieve eindtermen C.1 De afgestudeerde bachelor heeft kennis van en inzicht in de aard, variatie en ontwikkeling van de theorie en praktijk van het besturen van internationale bedrijven, met inbegrip van de managementproblemen die komen kijken bij het ontwikkelen van internationale strategieën en het beheren van de werkzaamheden van bedrijven waarvan de activiteiten zich over de landsgrenzen uitstrekken. C.2 De afgestudeerde bachelor is in staat te beslissen welke kennis relevant is voor het definiëren, diagnosticeren en oplossen van problemen in multinationals, daarbij in het bijzonder lettend op de mogelijke interacties en relaties tussen problemen. D. Eindtermen op het gebied van kritisch denken D.1 De afgestudeerde bachelor beschikt over cognitieve vaardigheden met betrekking tot kritisch denken, analyse en synthese. De afgestudeerde bachelor is in staat logisch en analytisch na te denken en een onderscheid te maken tussen essentiële en niet-essentiële zaken. D.2 De afgestudeerde bachelor beschikt over een kritische, onderzoekende en reflecterende houding. Hij/zij is in staat zich een kritisch oordeel te vormen over het eigen werk en dat van anderen en de gebruikte theorieën, modellen en methoden te verantwoorden. E. Sociaalcommunicatieve eindtermen E.1 De afgestudeerde bachelor is in staat met anderen samen te werken en effectief te communiceren in internationale en multiculturele werkomgevingen. Hij/zij is in staat in een cultureel diverse doelgerichte projectgroep te werken en effectief te vergaderen en notuleren. E.2 De afgestudeerde bachelor is in staat taken te definiëren, plannen en toe te wijzen en de voortgang en implementatie ervan te bewaken. E.3 De afgestudeerde bachelor heeft een uitstekende beheersing van het Engels en consultatiekennis van een tweede taal. Hij/zij is bovendien in staat een duidelijke mondelinge presentatie te houden en hierbij rekening te houden met cultuurverschillen. E.4 De afgestudeerde bachelor is in staat inzichtelijke argumenten te formuleren en vragen te bespreken en duidelijk te beantwoorden. E.5 De afgestudeerde bachelor is in staat een inzichtelijk verslag te schrijven. F. Studievaardigheden en carrièrebegeleiding F.1 De afgestudeerde bachelor beschikt over de benodigde leervaardigheden en ‘feeling’ om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om zich met een hogere graad van autonomie verder te ontwikkelen. F.2 De afgestudeerde bachelor is zich bewust van de kenmerken van het mogelijke toekomstige beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken met betrekking tot verdiepende dan wel verbredende vakken
53
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
tijdens de Bacheloropleiding IB&M en met betrekking tot het vervolg van zijn of haar carrière in de wetenschap of elders na het afstuderen
54
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 1.5 Econometrics and Operations Research Het doel van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research (EOR) is om studenten te leren wiskundige modellen binnen de economie en bedrijfskunde op wetenschappelijk niveau toe te passen en om economische vraagstukken met behulp van de juiste software te analyseren via een combinatie van wiskunde, economie en statistiek. Het ontwikkelen van zowel een onderzoeksgeoriënteerde instelling als kennis van de belangrijkste modellen binnen EOR, actuariaat en wiskundige economie speelt de hoofdrol, samen met het leren omzetten van verkregen modeluitkomsten in voor het vakgebied relevante resultaten. Afgestudeerden van de opleiding EOR zijn in staat wiskundige modellen toe te passen om economische en bedrijfskundige beslissingen te ondersteunen in een bedrijfs- of overheidscontext. De opleiding stelt zich verder ten doel om studenten de juiste basiskennis in de wiskunde en statistiek mee te geven en hen de communicatievaardigheden aan te leren om wiskundige of kwantitatieve resultaten over te brengen op anderen. De doelen van de bacheloropleiding EOR zijn vertaald in de volgende eindtermen of kwalificaties: A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan) De afgestudeerde bachelor Econometrics and Operations Research beschikt over wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden: A.1 actuariaat A.2 econometrie A.3 wiskundige economie A.4 operationele research op halfgevorderd niveau. De afgestudeerde bachelor kan kennis en inzicht op deze gebieden toepassen om praktische problemen in bijvoorbeeld de economie of bedrijfskunde te modelleren, analyseren en op te lossen. De afgestudeerde bachelor heeft wetenschappelijke basiskennis en inzicht op het gebied van: A.5 micro- en macro-economie A.6 marketing en financiën met name waar bruikbaar in een modellerende aanpak. De afgestudeerde bachelor kan kennis van en inzicht in deze vakgebieden toepassen om praktische problemen op te lossen. De afgestudeerde bachelor heeft grondige kennis van en inzicht in: A.7 wiskunde A.8 statistiek A.9 programmeren waar nodig voor de hoofdgebieden. De afgestudeerde bachelor kan kennis en inzicht op de vakgebieden A1-A6 gebruiken om praktische problemen op te lossen.
55
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
A.10 A.11
De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de verhoudingen tussen de bovengenoemde onderwerpen. De afgestudeerde bachelor kan de toepassing van theorieën en modellen binnen het kennisgebied kritisch beoordelen.
B Wetenschappelijke eindtermen Binnen de hoofdgebieden van de opleiding kan de afgestudeerde bachelor: B.1 wetenschappelijke informatie zoals theorieën of betogen kritisch beoordelen; B.2 een praktisch probleem vertalen naar vragen in de vorm van een wiskundig model; B.3 relevante kwantitatieve gegevens verzamelen; B.4 de uitslagen van een wiskundig model vertalen naar antwoorden met betrekking tot het oorspronkelijke praktische probleem; B.5 de toepasselijke wetenschappelijke methoden en technieken, wiskunde, economie, statistiek en software toepassen; B.6 onder begeleiding routinematig onderzoek uitvoeren; B.7 verslagen en artikelen in het Engels schrijven en presenteren; B.8 reflecteren op wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische invalshoek. B.9
De afgestudeerde bachelor heeft een onderzoekende instelling met betrekking tot de inhoud en ontwikkeling van de vakgebieden en gerelateerde kennisdomeinen.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen De afgestudeerde bachelor is in staat: C.1 in teamverband te werken. Hij/zij heeft met name de sociale vaardigheden om over zijn/haar werk te communiceren met collega’s uit de eigen en andere disciplines; C.2 de redeneerwijzen en begrippen van het centrale vakgebied logisch en helder te uiten op zowel schriftelijke als mondelinge wijze; C.3 kritisch te reflecteren op zijn/haar eigen en andermans werk, met aandacht voor zowel logische samenhang als praktische relevantie. Bovendien is hij/zij in staat aanpassingen aan te brengen en feedback te geven. D Studievaardigheden en carrièrebegeleiding D.1 De afgestudeerde bachelor heeft de benodigde leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om meer autonoom verder te studeren. D.2 De afgestudeerde bachelor heeft zelfinzicht en is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden. Hij/zij kan een goed onderbouwde keuze maken uit verdiepende of verbredende vakken uit de
56
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
bacheloropleiding en goed beslissen welke stappen na de bachelor te ondernemen.
57
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.6 BSc Economics and Business Economics De bacheloropleiding Economics and Business Economics heeft als doel het bieden van een internationaal georiënteerde, solide academische opleiding. Hierbij worden inzichten uit de (internationale) economie en (internationale) bedrijfskunde gecombineerd, wordt gewerkt vanuit een multiculturele basis en wordt een gevorderde Engelse taalbeheersing bereikt. Het wetenschappelijke domein van de bacheloropleiding bestaat uit zowel (internationale) economische theorie en beleid als de verwante theorieën van (internationale) instellingen en multinational enterprise (MNE). Tijdens hun bacheloropleiding kiezen studenten een specialisatie: Economie of International Economics & Business. Bovendien vergaren studenten voldoende kennis van en inzicht in de relevante onderzoeksmethoden en leren zij de resultaten, analyses en diagnoses over te brengen door middel van presentaties en verslagen. Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke eindtermen gedefinieerd. A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan) De afgestudeerde bachelor (beide specialisaties) beschikt over halfgevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden: A.1 A.2 A.3
Micro-economie, Industriële Organisatie Internationale Economie Ondernemingsfinanciering, Financiële Markten, Instellingen en Diensten
Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor met de specialisatie Economics over gevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden: A.4 Macro-economie, Micro-economie, Monetaire Economie A.5 Economie van de Publieke Sector, Politieke Economie De afgestudeerde bachelor E&BE is ook in staat zijn/haar verkregen kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen bij het analyseren en oplossen van praktische economische problemen. De afgestudeerde bachelor met de specialisatie International Economics & Business beschikt over gevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste modellen, methoden, technieken en theorieën die op dit moment worden gebruikt binnen de belangrijkste vakgebieden: A.6 Internationale Bedrijfskunde, (Internationale) Bedrijfskundige Strategie A.7 Internationale Economie, Internationale Economische Ontwikkeling De afgestudeerde bachelor E&BE is ook in staat zijn/haar verkregen kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen bij het analyseren en oplossen van praktische problemen met betrekking tot internationale economie en bedrijfskunde.
58
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
De afgestudeerde bachelor (beide specialisaties) heeft wetenschappelijke basiskennis en -inzicht op het gebied van: A.8 de kernvakken uit de andere specialisatie; A.9 Bedrijfskunde, Marketing en Financiële Accounting. De afgestudeerde bachelor heeft de benodigde kennis en inzicht op het gebied van: A.10 Kwantitatieve methoden (Wiskunde, Statistiek, Econometrie); A.11 Onderzoeksmethoden. A.12 A.13
A.14
De afgestudeerde bachelor heeft inzicht in de verhoudingen tussen de bovengenoemde onderwerpen. Door een minor te volgen heeft de afgestudeerde bachelor E&BE samenhangende kennis en inzicht verkregen binnen een vakgebied dat verschilt van E&BE maar tegelijk het inzicht hierin vergroot. De afgestudeerde bachelor E&BE heeft een goede beheersing van het Engels (zowel mondeling als schriftelijk) en is in staat deze vaardigheid in te zetten binnen een academische vervolgstudie of in een (internationale) werkomgeving, bijvoorbeeld in een internationaal opererende commerciële organisatie (MNE) of in een (non-) gouvernementele organisatie.
B Wetenschappelijke eindtermen Binnen het vakgebied van Economics and Business kan de afgestudeerde master: B.1 de toepassing van theorieën en onderzoeksmethoden binnen de vakgebieden van E&BE kritisch beoordelen; B.2 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen, deze gegevens analyseren, interpreteren en synthetiseren en onder begeleiding routinematig onderzoek uitvoeren met als doel het vormen van een mening, het presenteren van een theoretisch correct betoog, het komen tot een oplossing of het geven van advies; B.3 met gebruik van wiskunde, economie, statistiek en toegepaste informatica wetenschappelijke methoden en technieken met het oog op de context op de juiste manier toepassen en onder begeleiding routinematig onderzoek uitvoeren; B.4 verslagen en artikelen in het Engels schrijven en presenteren; B.5 reflecteren op nieuwe en opkomende wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische invalshoek; B.6 een onderzoekende attitude vertonen met betrekking tot de inhoud en ontwikkeling van E&BE en gerelateerde kennisdomeinen. C Sociaalcommunicatieve eindtermen C.1 De afgestudeerde bachelor E&BE beschikt over sociaalcommunicatieve vaardigheden om zelf de redeneerwijzen en begrippen van de centrale discipline zowel schriftelijk als mondeling logisch en helder te verwoorden.
59
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
C.2 C.3
C.4
C.5
De afgestudeerde bachelor kan zowel onafhankelijk als binnen een team op een gerichte en systematisch manier naar een oplossing toewerken. De afgestudeerde bachelor kan kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie, en is in staat waar nodig feedback en correcties te geven en te ontvangen. Met betrekking tot de specialisatie IE&B heeft de afgestudeerde bachelor E&BE de benodigde analytische en sociale vaardigheden om te kunnen functioneren in een internationaal en multidisciplinair team, om zijn/haar specifieke kennis te combineren met die van anderen en om deze kennis te gebruiken om problemen op te lossen. Met betrekking tot de specialisatie IE&B is de afgestudeerde bachelor E&EB in staat om in een multiculturele omgeving te kunnen samenwerken en daarbij rekening te houden met verschillen in tradities, gewoonten en attitudes bij het functioneren van een organisatie alsmede in de relatie tussen de organisatie en haar omgeving.
D Studievaardigheden en carrièrebegeleiding D.1 De afgestudeerde bachelor E&BE beschikt over de benodigde leervaardigheden en ‘feeling’ om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en om zich met een hogere graad van autonomie verder te ontwikkelen. D.2 De afgestudeerde bachelor is zich bewust van de kenmerken van het mogelijke toekomstige beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken met betrekking tot verdiepende dan wel verbredende vakken tijdens de bacheloropleiding E&EB en met betrekking tot het vervolg van zijn of haar carrière in de wetenschap of elders na het afstuderen.
60
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 1.7 BSc Fiscale Economie Fiscaal economen houden zich bezig met de invloed van belastingheffing op het handelen van natuurlijke personen en rechtspersonen, zowel vanuit het perspectief van die personen als van dat van de overheid. De bacheloropleiding Fiscale Economie (BSc FE) richt zich op het doen verwerven van gedegen wetenschappelijke kennis, niet alleen op het gebied van de belastingheffing, maar ook op dat van de algemene economie (met nadruk op de welvaartstheoretische aspecten en de openbare financiën) en bedrijfseconomie (met nadruk op fiscaal comptabele verantwoording, accounting en financiering). Ter ondersteuning worden daarnaast wiskunde, statistiek, financiële rekenkunde, vermogensrecht, bestuursrecht, ondernemingsrecht en erfrecht gegeven. Doel is studenten te leren hoe belastingheffing het gedrag van natuurlijke personen en organisaties beïnvloedt, alsmede op welke wijze een efficiënte en effectieve belastingwetgeving kan worden vormgegeven. Door globalisering en europeanisering wordt de belastingwetgeving in toenemende mate beïnvloed door internationale en Europese regelgeving. Hier wordt in de opleiding dan ook nadrukkelijk aandacht aan besteed. De bacheloropleiding Fiscale Economie is een beroepsgerichte opleiding en van de fiscaal econoom (afgestudeerde bachelor) wordt verwacht dat hij in staat is praktijkproblemen van fiscale aard op te lossen. Daarbij is ruim aandacht voor de problematiek van organisaties, in de bachelorfase met name die in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Voor het aankweken van een wetenschappelijke attitude is daarnaast volop aandacht voor wetssystematiek en wijze van rechtsvinding en methoden van economisch onderzoek. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A Inhoudelijke eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de domeinen van het belastingrecht, de algemene economie en de bedrijfseconomie en is in staat deze op een zodanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het werk of beroep weerspiegelt. Kennis en inzicht bestaat eruit dat de afgestudeerde bachelor de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen begrijpt en kan toepassen bij het analyseren van bedrijfssituaties en wetgeving. Tevens kan de afgestudeerde bachelor enigszins complexe fiscale vraagstukken oplossen betreffende natuurlijke personen en middenen kleinbedrijf. Bovendien beschikt de afgestudeerde bachelor over samenhangende basiskennis van en inzicht in de subdomeinen die het fiscaal economische subdomein ondersteunen en is hij of zij in staat deze toe te passen. Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.1 Organisatiekunde
61
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
A.2 Marketing A.3 Financiering A.4 Accounting en Boekhouden De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van fiscale vraagstukken. Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.5 Micro-economie A.6 Macro-economie De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van fiscale vraagstukken. Binnen het subdomein van het belastingrecht heeft de afgestudeerde gedegen wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.7 Nationaal belastingrecht A.8 Internationaal belastingrecht A.9 Europees belastingrecht A.10 Fiscaal Comptabele verantwoording De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden toe te passen, bij het oplossen van fiscale vraagstukken. In de vakgebieden die ondersteunend zijn aan het fiscale domein, heeft de afgestudeerde basiskennis van en inzicht in: A.11 Wiskunde A.12 Statistiek A.13 Financiële rekenkunde A.14 Recht (ondernemingsrecht en vermogensrecht) De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken om op de desbetreffende ondersteunende vakgebieden relatief eenvoudige vraagstukken op te lossen en om deze te gebruiken bij het oplossen van fiscale vraagstukken. B Academische eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde fiscale regelgeving en het fiscaal functioneren van organisaties in met name het midden- en kleinbedrijf en van natuurlijke personen kan beoordelen, in staat is praktijkproblemen op te lossen en kan bijdragen aan het goed fiscaal functioneren van dit type organisaties en personen. De afgestudeerde bachelor heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de fiscale economie.
62
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
B.1
B.2
B.3
B.4 B.5
De afgestudeerde is in staat binnen de kaders van het fiscaal economische domein wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat relevante gegevens en informatie te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel een oordeel te vormen, een argumentatie op te zetten en/of een passende oplossing te ontwerpen. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en routinematig onderzoek op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde toont een onderzoekende attitude en interesse in het fiscaal economisch vakgebied en relevante aanpalende vakgebieden. De afgestudeerde is in staat vanuit een ethische invalshoek te reflecteren op wetenschappelijke inzichten, regelgeving, alsmede op het fiscaal economisch functioneren van organisaties, in het bijzonder in het midden- en kleinbedrijf.
C Sociaal communicatieve eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het uitvoeren van onderzoek en het oplossen van fiscale problemen ten behoeve van het fiscaal goed laten functioneren van organisaties, met name in het MKB. C.1
C.2 C.3
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve en planningsvaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling. De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie De afgestudeerde bachelor bezit de vaardigheden om te leren en te studeren (leren leren) en de vaardigheden om te kiezen (leren kiezen) die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om gefundeerde keuzes te maken voor verdieping, verbreding en vervolgactiviteiten na de bachelorstudie. De afgestudeerde bachelor beschikt tevens over leervaardigheden die nodig zijn om de bacheloropleiding binnen een redelijke termijn af te ronden en die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie te doen, waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd. D.1
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om een vervolgstudie te doen waarin een hoger niveau van autonomie wordt gevraagd.
63
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
D.2
64
De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een beargumenteerde keuze te maken voor verdiepende of verbredende vakken in zijn bacheloropleiding en voor vervolgstappen na de bacheloropleiding.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 1.8 BSc Technologiemanagement Het doel van de bacheloropleiding Technologiemanagement is om studenten op te leiden die in staat zijn een complex bedrijfsprobleem waar techniek een belangrijke rol speelt te analyseren, in teamverband op te lossen en oplossingen te ontwikkelen. Hiervoor dient de student te beschikken over wetenschappelijke kennis en vaardigheden op het gebied van bedrijfskunde en technologie, en over een academische attitude. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A. Onderzoeksmethodologie & basiswetenschappen De afgestudeerde is in staat ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek te verrichten en beschikt over de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden vanuit de basiswetenschappen. A.1
A.2
De afgestudeerde heeft kennis en vaardigheden op het gebied van basiswetenschappen als Wiskunde, Operations Research, Programmeren en Statistiek. De afgestudeerde is in staat ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek te verrichten.
B. Bedrijfswetenschappen De afgestudeerde heeft kennis en inzicht in de bedrijfskundige disciplines en beschikt over vaardigheid om de rol van technologie en organisatie rondom het primaire proces te herontwerpen. Context: De afgestudeerde heeft kennis en inzicht in bedrijfskundige disciplines die een belangrijke contextrol kunnen spelen in de beroepspraktijk van de technologiemanager. Deze disciplines betreffen: B.1 organizational behaviour B.2 marketing B.3 organisatiekunde (incl. systeemleer) B.4 bedrijfseconomie B.5 bedrijfsrecht Kern: De afgestudeerde heeft kennis, inzicht en vaardigheid in de bedrijfskundige disciplines die zich richten op het primaire proces. Deze disciplines betreffen: B.6 inrichting, besturing en verbetering van voortbrengingsprocessen, zowel binnen bedrijven (operations) als over bedrijven heen (supply chains) B.7 organisatie van daaraan gerelateerde financiële processen B.8 arbeidsorganisatie B.9 innovatiemanagement B.10 informatiemanagement
65
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
B.11
Integratie: De afgestudeerde beschikt over vaardigheid om de rol van technologie en organisatie in het primaire proces te herontwerpen.
C. Technische wetenschappen De afgestudeerde is vertrouwd met door ingenieurs gebruikte technische denkkaders en ontwerpprincipes. C.1
De afgestudeerde is op inleidend niveau geïnformeerd over het begrippenkader en de methoden die ingenieurs gebruiken op technologisch gebied.
De afgestudeerde is vertrouwd met ontwerpprincipes in één van de volgende technische gebieden: C.2 discrete technologie C.3 informatietechnologie C.4 procestechnologie D. Communicatieve/managementvaardigheden De afgestudeerde beschikt over communicatieve en managementvaardigheden en kan samenwerken in teamverband. D.1
D.2
De afgestudeerde beschikt over essentiële communicatieve managementvaardigheden, zoals effectieve mondelinge en schriftelijke communicatie, effectief plannen, ethisch handelen, kunnen luisteren, onderhandelen en overtuigen. De afgestudeerde is geoefend in het samenwerken in teamverband en kan bijdragen aan teamvorming.
E. Academische attitude De afgestudeerde beschikt over een voor een academische beroepsuitoefening benodigde grondhouding. E.1 E.2 E.3
66
De afgestudeerde heeft de attitude om te blijven leren. De afgestudeerde heeft een open, maar tegelijk kritische houding ten opzichte van nieuwe ideeën en ontwikkelingen. De afgestudeerde heeft de attitude om mensen positief te benaderen.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 2.
Propedeutische fase van de opleidingen
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 2.1 Propedeuse BSc Accountancy en Controlling De propedeutische fase van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
vaknaam Micro-economie I BE/FE/A&C Organisatieontwerp Wiskunde I BE/FE/A&C Macro-economie I BE/FE/A&C Marketing I BE/FE/A&C Statistiek I BE/FE/A&C Financial Accounting I BE/FE/A&C Juridische grondslagen BE/FE/A&C Operations Management BE/FE/A&C Boekhouden BE/FE/A&C Financiering I BE/FE/A&C Internationale Economie I BE/A&C
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2
BSc Accountancy & Controlling/A&C 1 basisprogramma BSc A&C vakcode EBP820B05 EBP814B05 EBP831B05 EBP813A05 EBP816A05 EBP824B05 EBP803A05 EBP004B05 EBP005B05 EBP001B05 EBP805A05 EBP811A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 2 5
V/K V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BSc Accountancy & Controlling/A&C 1 via propedeuse Bedrijfskunde
vaknaam Fundamenten van Operations Gedrag in organisaties Introductie in de Bedrijfskunde Bedrijfseconomie Organisatiekunde Statistiek Bedrijfskunde Informatiesystemen Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde Organisatie en managementtheorie Boekhouden Bedrijfskunde Economische grondslagen
vakcode EBP611B05 EBP607A05 EBP620B05 EBP602A05 EBP619B05 EBP624A05 EBP669B05 EBP616A05 EBP626B05 EBP668B02 EBP614A05
67
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
2.2 2.2
Juridische grondslagen Bedrijfskunde Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde
EBP613A04 EBP625A04
4 4
V V
NL NL
Bijlage 2.2 Propedeuse BSc Bedrijfseconomie De propedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
BSc Bedrijfseconomie/BE 1 basisprogramma BSc BE
vaknaam Micro-economie I BE/FE/A&C Organisatieontwerp Wiskunde I BE/FE/A&C Macro-economie I BE/FE/A&C Marketing I BE/FE/A&C Statistiek I BE/FE/A&C Financial Accounting I BE/FE/A&C Juridische grondslagen BE/FE/A&C Operations Management BE/FE/A&C Boekhouden BE/FE/A&C Financiering I BE/FE/A&C Internationale Economie I BE/A&C
vakcode EBP820B05 EBP814B05 EBP831B05 EBP813A05 EBP816A05 EBP824B05 EBP803A05 EBP004B05 EBP005B05 EBP001B05 EBP805A05 EBP811A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Bijlage 2.3 Propedeuse BSc Bedrijfskunde De propedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfskunde omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 68
BSc Bedrijfskunde/Bdk 1 basisprogramma BSc Bdk
vaknaam Fundamenten van Operations Gedrag in organisaties Introductie in de Bedrijfskunde Bedrijfseconomie Organisatiekunde Statistiek Bedrijfskunde Informatiesystemen Onderzoeksmethoden I Bedrijfskunde Organisatie en managementtheorie Boekhouden Bedrijfskunde
vakcode EBP611B05 EBP607A05 EBP620B05 EBP602A05 EBP619B05 EBP624A05 EBP669B05 EBP616A05 EBP626B05 EBP668B02
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 2
V/K V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
2.2 2.2 2.2
Economische grondslagen Juridische grondslagen Bedrijfskunde Onderzoeksmethoden II Bedrijfskunde
EBP614A05 EBP613A04 EBP625A04
5 4 4
V V V
NL NL NL
Bijlage 2.4
Propedeuse BSc Business Administration – International Business and Management De propedeutische fase van de bacheloropleiding Business Administration – International Business and Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
BSc BA - International Business & Management/IB&M 1
vaknaam English I for IB&M Introduction International Business History of Management International Management I Financial Accounting for E&BE/IB&M International Management II English II for IB&M International Business Law I International Marketing Statistics I for IB&M Economics for International Business Research Methods I for IB&M
vakcode EBP665B05 EBP003A05 EBP651A05 EBP670B05 EBP802A05 EBP654B05 EBP667B05 EBP656A05 EBP661B05 EBP657A05 EBP660A05 EBP662A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 2.5 Propedeuse BSc Econometrics and Operations Research De propedeutische fase van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1 2.1
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 1 basisprogramma BSc EOR
vaknaam English for EOR OR Modelling Mathematics I for EOR Microeconomics I for EOR Mathematics II for EOR Probability Theory Marketing for EOR Multivariate Analysis
vakcode EBP002B05 EBP821B05 EBP011B05 EBP841A05 EBP012B05 EBP014A05 EBP010B05 EBP013A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN EN 69
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
2.1 2.2 2.2 2.2
Sampling and Estimation Finance I for E&BE/EOR Hypothesis Testing Statistical Modelling
EBP015A05 EBP801A05 EBP016A05 EBP008A05
5 5 5 5
V V V V
EN EN EN EN
Bijlage 2.6 Propedeuse BSc Economics and Business Economics De propedeutische fase van de bacheloropleiding Economics and Business Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 + 2.1 2.1-2 2.1 2.2 2.2
BSc Economics and Business Economics/E&BE 1 basisprogramma BSc E&BE
vaknaam English for E&BE
vakcode EBP837B06
EC 6
V/K taal V EN
Mathematics I for E&BE International Business I Microeconomics I for E&BE Financial Accounting for E&BE/IB&M Macroeconomics I for E&BE Statistics I for E&BE
EBP817A06 EBP808B05 EBP819A05 EBP802A05 EBP812A05 EBP822A07
6 5 5 5 5 7
V V V V V V
EN EN EN EN EN EN
Research Methods I for E&BE International Marketing Finance I for E&BE/EOR International Economics I for E&BE
EBP006B06 EBP661B05 EBP801A05 EBP810A05
6 5 5 5
V V V V
EN EN EN EN
Bijlage 2.7 Propedeuse BSc Fiscale Economie De propedeutische fase van de bacheloropleiding Fiscale Economie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 70
BSc Fiscale Economie 1
vaknaam Micro-economie I BE/FE/A&C Organisatieontwerp Wiskunde I BE/FE/A&C Macro-economie I BE/FE/A&C Marketing I BE/FE/A&C Statistiek I BE/FE/A&C Financial Accounting I BE/FE/A&C Juridische grondslagen BE/FE/A&C
vakcode EBP820B05 EBP814B05 EBP831B05 EBP813A05 EBP816A05 EBP824B05 EBP803A05 EBP004B05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
2.1 2.2 2.2 2.2
Operations Management BE/FE/A&C Boekhouden BE/FE/A&C Financiering I BE/FE/A&C Inleiding Fiscale Economie
EBP005B05 EBP001B05 EBP805A05 EBP842A05
5 5 5 5
V V V V
NL NL NL NL
Bijlage 2.8 Propedeuse BSc Technologiemanagement De propedeutische fase van de bacheloropleiding Technologiemanagement omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 2.2
BSc Technologiemanagement/TM 1 basisprogramma BSc TM
vaknaam Fundamenten van Operations Gedrag in organisaties Introductie in de Bedrijfskunde Bedrijfseconomie en boekhouden TM/TBK Organisatie en technologie I Statistiek en stochastiek TM/TBK Algoritmiek Inleiding discrete technologie Wiskunde 1 voor TM Economische grondslagen Methoden en technieken ontwerpger.onderz Inleiding informatietechnologie of Inleiding procestechnologie
vakcode EBP611B05 EBP607A05 EBP620B05 EBP630A05 EBP618A05 EBP009A05 INALGTBK09 EBP608A05 WIW1TM-03 EBP614A05 EBP606B05 EBP609A05 CHTIPT05E
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V KG KG
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
71
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 3.
Postpropedeutische fase van de opleidingen
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 3.1 Postpropedeuse BSc Accountancy en Controlling De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Accountancy en Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
vaknaam Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc Belastingrecht 2 Gedrag in organisaties A&C/AVV Statistiek II A&C Business Research Methods BE/FE/A&C Management Accounting BE/FE/A&C Bedrijfsk. org.diagn. en vaardigh. Financiering II BE/FE/A&C IT-toepassingen A&C Human Resource Management of Micro-economie II of Organisatieverandering Boekhouden II A&C Financiële en Actuariële Rekenkunde Strategic Management
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2
72
BSc Accountancy & Controlling/A&C 2 BSc A&C aansluitend op propedeuse A&C (=E&M/BE) vakcode RGAFI30103 RGMFI00406 EBB738B05 EBB875B03 EBB018A05 EBB846B05 EBB606A05 EBB823B05 EBB025A03 EBB617A05 EBB853A05 EBB711A05 EBB017A05 EBB822A05 EBB649B05
EC 3 6 5 3 5 5 5 5 3 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V KG KG KG V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL EN
EC 3 6 5 5 3 5 5 5
V/K V V V V V V KG KG
taal NL NL NL NL NL NL NL NL
BSc Accountancy & Controlling/A&C 2 BSc A&C na propedeuse Bedrijfskunde
vaknaam Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc Belastingrecht 2 Financieel beleid A&C Omgevingsanalyse Statistiek II A&C Marketing A&C Management Accounting BE/FE/A&C of Operations Management
vakcode RGAFI30103 RGMFI00406 EBB675A05 EBB641A05 EBB875B03 EBB640A05 EBB846B05 EBB644A05
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Bedrijfsk. org.diagn. en vaardigh. Boekhouden Ib A&C Financiering II BE/FE/A&C Boekhouden II A&C Financiële en Actuariële Rekenkunde Strategic Management
Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1
EBB606A05 EBB016A03 EBB823B05 EBB017A05 EBB822A05 EBB649B05
5 3 5 5 5 5
V V V V V V
NL NL NL NL NL EN
EC 10 10 5 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL EN NL NL
BSc Accountancy & Controlling/A&C 3
vaknaam Financial Accounting II BE/A&C Internal Control: Grondslagen Ondernemingsrecht A&C/FE Voortgezet boekhouden Bachelorafstudeerwerkstuk A&C Spec. Course OMC: Management Acc. Business & ICT A&C Theoretische inleid. Auditing & Control
vakcode EBB915A10 EBB918A10 EBB901B05 EBB807A05 EBB924A10 EBB884A10 EBB801A05 EBB943A05
Bijlage 3.2 Postpropedeuse BSc Bedrijfseconomie De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfseconomie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
BSc Bedrijfseconomie/BE 2 basisprogramma BSc BE
vaknaam Openbare Financiën Statistiek II BE Strategisch Management Business Research Methods BE/FE/A&C Management Accounting BE/FE/A&C Wiskunde II BE Engels BE IT-toepassingen BE Financiering II BE/FE/A&C Micro-economie II Business & ICT BE Marketing II BE
vakcode EBB856A05 EBB875B05 EBB843B05 EBB018A05 EBB846B05 EBB890B05 EBB021A05 EBB026A05 EBB823B05 EBB853A05 EBB808B05 EBB849A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL EN NL NL NL NL NL
73
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
BSc Bedrijfseconomie/BE 3 basisprogramma BSc BE
vaknaam facultaire minor of buitenlandminor of universitaire minor
2.1-2 2.1-2
of
2.1-2
Bachelorafstudeerwerkstuk BE
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
EC 30 30 30
V/K taal KG KG EN KG
20 20
KG KG
NL
EBB926B10
10
V
NL
vakcode EBB915A10 EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB915A10 EBB661A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10
EC 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K K K K K K K K K K K K K
taal NL EN EN EN EN EN NL EN EN EN EN EN
vakcode
keuzevakken BSc BE (20 EC zie lijst) vrije keuze post-proped. vakken
BSc Bedrijfseconomie/BE 3 keuzevakken BSc BE
vaknaam Financial Accounting II BE/A&C Spec. Course Business & ICT Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Financial Accounting II BE/A&C Spec. Course Business & ICT Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains
Bijlage 3.3 Postpropedeuse BSc Bedrijfskunde De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Bedrijfskunde omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2
74
BSc Bedrijfskunde/Bdk 2 basisprogramma BSc Bdk
vaknaam Financieel beleid Bedrijfskunde Marketing Bedrijfskunde Omgevingsanalyse Informatiemanagement
vakcode EBB615A05 EBB639A05 EBB641A05 EBB727B05
EC 5 5 5 5
V/K V V V V
taal NL NL NL NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Operations Management Practicum I Bedrijfskunde Human Resource Management Organisatieverandering Practicum II Bedrijfskunde Management Accounting and Control Practicum III Bedrijfskunde Strategic Management
EBB644A05 EBB725A05 EBB617A05 EBB711A05 EBB726A05 EBB636A05 EBB729A05 EBB649B05
5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V V
vakcode
EC 30 30 30
V/K taal KG KG EN KG
10
V
EN
EBB731A10 EBB613A05 EBB637A05
10 5 5
V V V
NL NL NL
vaknaam Ontwikkeling competenties
vakcode EBB896A05
EC 5
V/K taal K NL
English Course for Business Admin. Informaticarecht voor niet-juristen Spec. Course Business & ICT Spec. Course Business Development Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Healthcare Management International Economics and Trade Managementvaardigheden Projectmanagement Purchasing Management
EBB614B05 RGARI70107 EBB661A10 EBB662A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB732A05 EBB626A05 EBB697A05 EBB667A05 EBB742A05
5 7 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K K
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
BSc Bedrijfskunde/Bdk 3 basisprogramma BSc Bdk
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam facultaire minor of buitenlandminor of universitaire minor
2.1-2
specialization course (zie lijst)
2.1-2 2.2 2.2
Bachelorafstudeerwerkstuk Bedrijfskunde Economisch recht Bedrijfskunde Management Game
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1
NL NL NL NL NL NL NL EN
BSc Bedrijfskunde/Bdk 3 keuzevakken BSc Bdk
EN NL EN EN EN EN EN EN EN EN EN NL EN EN
75
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 2.2
E-Business Knowledge Management English Course for Business Admin. Spec. Course Business & ICT Spec. Course Business Development Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Spec. Course Strategy & Innovation Business & Supply Chain Marketing Dynamics of Industrial Capitalism Kennismanagement en innovatie Ontwerpen van bedrijfskundige systemen Quality Management Work Organization and Job Design Business Ethics & Corporate Social Resp. Emerging Markets International HRM Sports Economics
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
5 5 5 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN NL NL EN EN EN EN EN EN
vakcode EBB661A10 EBB662A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB658A10
EC 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN
BSc Bedrijfskunde/Bdk 3 specialization courses BSc Bdk
vaknaam Spec. Course Business & ICT Spec. Course Business Development Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Spec. Course Strategy & Innovation
Bijlage 3.4
EBB666A05 EBB724B05 EBB614B05 EBB661A10 EBB662A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB658A10 EBB609A05 EBB612A05 EBB723A05 EBB642A05 EBB669A05 EBB601B05 EBB608A05 EBB717A05 EBB741A05 EBB920A05
Postpropedeuse BSc Business Administration – International Business and Management De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Business Administration– International Business and Management- omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
76
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Opleiding: Studiejaar: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2 2.2 2.1 2.2 2.2 2.2
BSc BA – International Business & Management/IB&M 2
vaknaam Financial Management for IB&M Information Systems Management International Economics and Trade International Business Law II Organizational Change for IB&M Statistics II for IB&M Comparative Country Studies French for IE&B/IB&M of Spanish for IE&B/IB&M Research Methods II for IB&M Management Accounting & Inf. Management Strategic Management Dynamics of Industrial Capitalism of Bus. Ethics & Corporate Social Resp. of Emerging Markets of International HRM
Opleiding: Studiejaar:
vakcode EBB631A05 EBB632A05 EBB626A05 EBB635A05 EBB634A05 EBB682A05 EBB686A05 EBB941B05 EBB894B05 EBB633A05 EBB845B05 EBB649B05 EBB612A05 EBB608A05 EBB717A05 EBB741A05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V KG KG V V V KG KG KG KG
taal EN EN EN EN EN EN EN FR SP EN EN EN EN EN EN EN
BSc BA - International Business & Management/IB&M 3
sem 1.1-2
vaknaam buitenlandminor
vakcode
EC 30
V/K taal V EN
2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
Bachelor’s Thesis IB&M Managing Int. Business Organizations International Strategic Management International Financial Management
EBB737A10 EBB638A10 EBB628A05 EBB627A05
10 10 5 5
V V V V
EN EN EN EN
Bijlage 3.5 Postpropedeuse BSc Econometrics and Operations Research De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Econometrics and Operations Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 2 basisprogramma BSc EOR
vaknaam Linear Algebra and Convexity Programming I for EOR Statistics IIa for EOR Difference- & Differential Equations
vakcode EBB851B05 EBB859A05 EBB876A05 EBB812A05
EC 5 5 5 5
V/K V V V V
taal EN EN EN EN 77
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Introduction to Operations Research Macroeconomics I for EOR Finance Theory and Modelling Introduction to Mathematical Economics Statistics IIb for EOR Introduction to Actuarial Science Introduction to Econometrics Programming II for EOR
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
vaknaam Game Theory Quantitative Finance Stochastic Models Dynamic Econometrics Risk Insurance Bachelor’s Thesis EOR keuzevak BSc EOR
2.1-2
vakken FEB (voor zover goedgekeurd)
sem 2.1-2 2.1-2 2.1
5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
EC 5 5 6 7 7 10 5
V/K V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN
15
V
EN
V/K K K K
taal EN EN EN
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 3 basisprogramma BSc EOR
sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB829A05 EBB027A05 EBB825A05 EBB830A05 EBB877A05 EBB827A05 EBB828A05 EBB860A05
vakcode EBB872A05 EBB839A05 EBB878A06 EBB813A07 EBB863A07 EBB925A10
BSc Econometrics and Operations Research/EOR 3 keuzevakken BSc EOR
vaknaam Spec. Course Applied Operations Research Spec. Course Microeconometrics Spec. Course Generalized Linear Models
vakcode EBB888A10 EBB880B10 EBB883A05
EC 10 10 5
Bijlage 3.6 Postpropedeuse BSc Economics and Business Economics De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Economics and Businesss Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1
78
BSc Economics and Business Economics/E&BE 2 Economics
vaknaam Macroeconomics II Mathematics IIa for Economics
vakcode EBB841A05 EBB932A05
EC 5 5
V/K taal V EN V EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Public Finance Growth, Institutions and Business International Industrial Economics Mathematics IIb for Economics Econometrics for Economics Finance II for E&BE International Economics IIa for E&BE Applied Public Finance & Economic Policy Empirical Research Paper International Economics IIb for E&BE
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V V V V V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
V/K V V V V V V KG KG V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN FR SP EN EN EN EN EN
BSc Economics and Business Economics/E&BE 2 IE&B
vaknaam Global Development Studies Mathematics II for IE&B Statistics II for IE&B Growth, Institutions and Business International Business Strategy International Industrial Economics French for IE&B/IB&M of Spanish for IE&B/IB&M Research Methods II for IE&B Finance II for E&BE International Economics IIa for E&BE Economics of Strategy International Economics IIb for E&BE
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB861A05 EBB022A05 EBB836A05 EBB933A05 EBB814A05 EBB818A05 EBB003B05 EBB015A05 EBB020A05 EBB834B05
vakcode EBB921B05 EBB897B05 EBB874B05 EBB022A05 EBB023A05 EBB836A05 EBB941B05 EBB894B05 EBB028A05 EBB818A05 EBB003B05 EBB019A05 EBB834B05
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
BSc Economics and Business Economics/E&BE 3 Economics
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam facultaire minor E&BE-Economics of buitenlandminor
vakcode
EC 30 30
V/K taal KG EN KG EN
2.1-2 2.1-2
Bachelor’s Thesis Economics keuzevak(ken) FEB
EBB908A10
10 10
V V
EN EN
2.1 2.1
Macroeconomics III Microeconomics III
EBB842A05 EBB852A05
5 5
V V
EN EN
79
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 1.2 1.2
BSc Economics and Business Economics/E&BE 3 facultaire minor E&BE-Economics
vaknaam Spec. Course Finance Spec. Course Political Economics History of Economic Thought Environmental Economics of Labour Economics of Spatial Economics BSc
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
vakcode EBB881A10 EBB886A10 EBB934A05 EBB898A05 EBB840A05 EBB871A05
EC 10 10 5 5 5 5
V/K V V V KG KG KG
taal EN EN EN EN EN EN
BSc Economics and Business Economics/E&BE 3 IE&B
sem 1.1-2
vaknaam buitenlandminor
vakcode
2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
Bachelor’s Thesis IE&B EBB879A10 Spec. Course IE&B EBB029A10 3e-jaars vak(ken) Economics of Development Economics EBB811A10 of andere Spec. Course dan de SC IE&B
EC 30
V/K taal V EN
10 10 10 10 10
V V KG KG KG
EN EN EN EN EN
Bijlage 3.7 Postpropedeuse BSc Fiscale Economie De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Fiscale Economie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar:
BSc Fiscale Economie 2
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Belastingrecht 1 voor Fisc Ec&Acc Formeel Belastingrecht 1 vrije keuzeruimte 5 EC
vakcode EC RGAFI30103 3 RGBFI00106 6 5
V/K V V V
taal NL NL NL
1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1
Ondernemingsrecht A&C/FE Vermogensrecht Management Accounting BE/FE/A&C Inkomstenbelasting Winst Financiering II BE/FE/A&C Fiscaal Comptabele Verantwoording 1
EBB901B05 5 EBB889A05 5 EBB846B05 5 RGBFI00108 8 RGBFI00207 7 EBB823B05 5 RGBFI00504 4
V V V V V V V
NL NL NL NL NL NL NL
80
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
2.2 2.2
Financiële en Actuariële Rekenkunde Successiewet voor Fiscalisten
Opleiding: Studiejaar:
EBB822A05 5 RGBFI00304 4
V V
NL NL
V/K taal V NL V NL
BSc Fiscale Economie 3
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Omzet- en Overdrachtsbelasting vrije keuzeruimte 5 EC
vakcode RGBFI00407
EC 7 5
1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1
Openbare Financiën Staats- en Administratief recht Business Research Methods BE/FE/A&C Intro. to Internat. and European Tax Law Bachelorafstudeerwerkstuk FE Vennootschapsbelasting Fiscaal Comptabele Verantwoording 2 Loonbelasting
EBB856A05 5 EBB873A05 5 EBB018A05 5 RGBFI50203 3 EBB927B10 10 RGBFI00110 10 RGBFI00104 4 RGBFI00204 4
V V V V V V V V
NL NL NL EN NL NL NL NL
Bijlage 3.8
Tweede fase Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) De tweede fase van het Fudan-Groningen Double Degree Joint Programme in International Economics and Business (IE&B) omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
Double Degree Programmes 1 Fudan-Groningen DD Joint Programme in International Economics & Business
vaknaam English for E&BE
code EBP837B06
EC 6
C/E taal C EN
Global Development Studies Mathematics II for IE&B Statistics II for IE&B Growth, Institutions and Business International Business Strategy International Industrial Economics Research Methods II for IE&B Finance II for E&BE International Economics IIa for E&BE Economics of Strategy International Economics IIb for E&BE
EBB921B05 EBB897B05 EBB874B05 EBB022A05 EBB023A05 EBB836A05 EBB028A05 EBB818A05 EBB003B05 EBB019A05 EBB834B05
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
C C C C C C C C C C C
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
81
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
Double Degree Programmes 2 Fudan-Groningen DD Joint Programme in International Economics & Business
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam keuzevakken (i.o.m. prog.coord) of studie in het buitenland 30 EC**
code
EC 30 30
C/E taal EG EN EG EN
2.1-2 2.1-2
Bachelor’s Thesis IE&B** keuzevakken (i.o.m. prog.coord)
EBB879A10
10 10
C C
EN EN
2.1-2
Spec. Course IE&B
EBB029A10
10
C
EN
Bijlage 3.9 Postpropedeuse BSc Technologiemanagement De postpropedeutische fase van de bacheloropleiding Technologiemanagement omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
BSc Technologiemanagement/TM 2 Discrete Technologie
sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2
vaknaam Kern van discrete technologie Marketing Bedrijfskunde Wiskunde 2 voor TM Mechanica voor TBK/TM Operations Research 1 Organisatie en technologie II keuzevakken BSc TM (zie lijst)
vakcode TBDT05E EBB639A05 WIW2TM-03 NAMECH05E EBB857A05 EBB646A05
EC 5 5 5 5 5 5 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL
2.1 2.1 2.2 2.2
Production Organization and Control Work Organization and Job Design Financial Management for TM Management Accounting and Control
EBB650B05 EBB601B05 EBB751B05 EBB636A05
5 5 5 5
V V V V
EN EN EN NL
V/K V V V V
taal NL NL NL EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2
82
BSc Technologiemanagement/TM 2 Informatietechnologie
vaknaam Business Modelling Marketing Bedrijfskunde Wiskunde 2 voor TM Databases TM/TBK
vakcode EBB656B06 EBB639A05 WIW2TM-03 EBB610B05
EC 6 5 5 5
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
Operations Research 1 Organisatie en technologie II Object-georienteerd ontwerpen Production Organization and Control Work Organization and Job Design Financial Management for TM Informatievisualisatie in organisaties Management Accounting and Control
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2
sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2
5 5 6 5 5 5 4 5
V V V V V V V V
NL NL NL EN EN EN NL NL
EC 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL EN NL EN EN NL NL
EC 5 5 5 5 5 5 15 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL EN NL NL EN NL EN
BSc Technologiemanagement/TM 2 Procestechnologie
vaknaam Kern van procestechnologie Marketing Bedrijfskunde Wiskunde 2 voor TM Eenfase reactoren (A) Operations Research 1 Organisatie en technologie II Production Organization and Control Producttechnologie Work Organization and Job Design Financial Management for TM Fysische transportverschijnselen 1 Management Accounting and Control
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBB857A05 EBB646A05 EBB676A06 EBB650B05 EBB601B05 EBB751B05 EBB696A04 EBB636A05
vakcode TBPT05E EBB639A05 WIW2TM-03 CHEFR-08 EBB857A05 EBB646A05 EBB650B05 CHTPT05E EBB601B05 EBB751B05 CHTFTV105E EBB636A05
BSc Technologiemanagement/TM 3 Discrete Technologie
vaknaam Bedrijfsrecht Materiaalkunde en Ontwerpen (C) Productieplanning en -beheersing Applied Manufacturing Management Information Management TM Organisatie, technologie en verandering Bachelor’s Thesis TM Business & Supply Chain Marketing Ontwerpen en construeren voor TBK/TM Management of Product Innovation
vakcode EBB607A05 NAMATK-09 EBB651A05 TBAMM05E EBB620A05 EBB647B05 EBB643B15 EBB609A05 TBOC05E EBB652B05
83
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
BSc Technologiemanagement/TM 3 Informatietechnologie
sem 1.1-2
vaknaam keuzevakken BSc TM (zie lijst)
vakcode
EC 10
V/K taal V NL
1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2
Bedrijfsrecht Productieplanning en -beheersing Architectuur en infrastructuur Organisatie, technologie en verandering Bachelor’s Thesis TM Business & Supply Chain Marketing Business Intelligence (bachelor) Management of Product Innovation
EBB607A05 EBB651A05 EBB665A05 EBB647B05 EBB643B15 EBB609A05 EBB032A05 EBB652B05
5 5 5 5 15 5 5 5
V V V V V V V V
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
NL NL NL NL NL EN EN EN
BSc Technologiemanagement/TM 3 Procestechnologie
sem 1.1-2
vaknaam keuzevak BSc TM (zie lijst)
vakcode
EC 5
V/K taal V NL
1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2
Bedrijfsrecht General Process Equipment (C) Productieplanning en -beheersing Information Management TM Organisatie, technologie en verandering Bachelor’s Thesis TM keuzevak BSc TM (zie lijst)
EBB607A05 CHTGPE05E EBB651A05 EBB620A05 EBB647B05 EBB643B15
5 5 5 5 5 15 5
V V V V V V V
NL NL NL EN NL NL NL
2.1 2.2
Business & Supply Chain Marketing Management of Product Innovation
EBB609A05 EBB652B05
5 5
V V
EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2
84
BSc Technologiemanagement/TM 3 keuzevakken BSc TM
vaknaam Ontwikkeling competenties
vakcode EBB896A05
EC 5
V/K taal K NL
English Course for Business Admin. Informaticarecht voor niet-juristen Spec. Course Business & ICT Spec. Course Business Development Spec. Course Finance
EBB614B05 RGARI70107 EBB661A10 EBB662A10 EBB881A10
5 7 10 10 10
K K K K K
EN NL EN EN EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 2.2
Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Healthcare Management International Economics and Trade Managementvaardigheden Projectmanagement Purchasing Management E-Business Knowledge Management Spec. Course Business & ICT Spec. Course Business Development Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Spec. Course Strategy & Innovation Dynamics of Industrial Capitalism Kennismanagement en innovatie Quality Management Business Ethics & Corporate Social Resp. Emerging Markets International HRM Sports Economics
EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB732A05 EBB626A05 EBB697A05 EBB667A05 EBB742A05 EBB666A05 EBB724B05 EBB661A10 EBB662A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB658A10 EBB612A05 EBB723A05 EBB669A05 EBB608A05 EBB717A05 EBB741A05 EBB920A05
10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K
EN EN EN EN EN EN NL EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN NL EN EN EN EN EN
85
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 4.
Verkort bachelorprogramma
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 4.1
Eenjarig bachelorprogramma Technologiemanagement voor HBO Technische Bedrijfskunde Het Nederlandstalige éénjarige bachelorprogramma Technologiemanagement voor HBO Technische Bedrijfskunde, leidend tot een Bachelordiploma Technologiemanagement omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
86
HBO-schakelprogramma s (Nederlandstalig) 1 TM voor Technisch Bedrijfskundigen
vaknaam Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C Productieplanning en -beheersing Wiskunde 2 voor TM Organisatie, technologie en verandering Organisatie en technologie II Statistiek en stochastiek TM/TBK Bachelor’s Thesis TM Business & Supply Chain Marketing Production Organization and Control Management of Product Innovation Methoden en technieken ontwerpger.onderz
vakcode EBB693A03 EBB651A05 WIW2TM-03 EBB647B05 EBB646A05 EBP009A05 EBB643B15 EBB609A05 EBB650B05 EBB652B05 EBP606B05
EC 3 5 5 5 5 5 15 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL EN EN EN NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 5.
Pre-Masterprogramma’s
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 5.1
Pre-Masterprogramma A&C, voorbereidend op MSc Accountancy en Controlling Het Nederlandstalige Pre-masterprogramma Accountancy, voorbereidend op de Masteropleiding Accountancy en Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
HBO-schakelprogramma’s (Nederlandstalig) 1 A&C voor HBO-BE
vaknaam Belastingrecht 2 Financial Accounting II BE/A&C Internal Control: Grondslagen Ondernemingsrecht A&C/FE Statistiek Bedrijfskunde Voortgezet boekhouden Bachelorafstudeerwerkstuk A&C Spec. Course OMC: Management Acc. Business & ICT A&C Financiële en Actuariële Rekenkunde
vakcode RGMFI00406 EBB915A10 EBB918A10 EBB901B05 EBP624A05 EBB807A05 EBB924A10 EBB884A10 EBB801A05 EBB822A05
EC 6 10 10 5 5 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL EN NL NL
Bijlage 5.2
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Business Development Het Engelstalige Pre-masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Business Development omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
Pre-Master-programma (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Business Development
sem 1.1-2
vaknaam keuzevak Pre-MSc 5 EC
vakcode
EC 5
V/K taal V EN
1.1 1.1 1.1 1.2
Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Projectmanagement Business Research Methods for Pre-MSc
EBS002A05 EBS003A05 EBB667A05 EBS001A10
5 5 5 10
V V V V
EN EN EN EN
87
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
2.1-2
keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC
2.1-2 2.1-2
Research Paper for Pre-MSc BA BD Spec. Course Business Development
EBS005A10 EBB662A10
10
V
EN
10 10
V V
EN EN
Bijlage 5.3
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Business and ICT Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Business and ICT omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Business & ICT
sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2
vaknaam Spec. Course Business & ICT Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc keuzevakken Pre-MSc 20 EC
vakcode EBB661A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10
EC 10 5 5 10 20
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
2.1-2
Research Paper for Pre-MSc BA B&ICT
EBS004A10
10
V
EN
Bijlage 5.4
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Change Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Change Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Change Management
sem 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2
vaknaam Information Systems Management Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Projectmanagement Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M keuzevak Pre-MSc 5 EC
vakcode EBB632A05 EBS002A05 EBS003A05 EBB667A05 EBS001A10 EBB634A05
EC 5 5 5 5 10 5 5
V/K V V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN EN
2.1-2 2.1 2.2
Research Paper for Pre-MSc BA CM Introduction to HRM Strategic Management
EBS006A10 EBB740A05 EBB649B05
10 5 5
V V V
EN EN EN
88
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 5.5
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Finance Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Finance omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Finance
sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2
vaknaam Spec. Course Finance Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc keuzevakken Pre-MSc 20 EC
vakcode EBB881A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10
EC 10 5 5 10 20
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
2.1-2
Research Paper for Pre-MSc BA Finance
EBS007A10
10
V
EN
Bijlage 5.6
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Marketing Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Marketing omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Marketing
vaknaam Spec. Course Marketing Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Research Paper for Pre-MSc BA Marketing 1.1-2 + keuzevakken Pre-MSc 20 EC 2.1-2
vakcode EBB937A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBS008A10
EC 10 5 5 10 10 20
V/K V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN
Bijlage 5.7
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Operations and Supply Chains Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Operations and Supply Chains omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
89
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Operations & Supply Chains
sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2
vaknaam Spec. Course Operations & Supply Chains Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Research Paper for Pre-MSc BA O&SC 1.1-2 + keuzevakken Pre-MSc 20 EC 2.1-2
vakcode EBB660A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBS010A10
EC 10 5 5 10 10 20
V/K V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN
Bijlage 5.8
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Organizational and Management Control Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Organizational and Management Control omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.2 2.1-2 2.1 2.1-2 2.1-2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Organizational & Management Control
vaknaam Spec. Course OMC: Management Acc. Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Research Paper for Pre-MSc BA O&MC Strategic Management Spec. Course Finance of Finance II for E&BE keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC of keuzevak Pre-MSc 5 EC
Bijlage 5.9
vakcode EBB884A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBS009A10 EBB649B05 EBB881A10 EBB818A05
EC 10 5 5 10 10 5 10 5 10 5
V/K V V V V V V KG KG KG KG
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Small Business and Entrepreneurship Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Small Business and Entrepreneurship omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
90
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Small Business & Entrepreneurship
vaknaam keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC
vakcode
EC 10
V/K taal V EN
Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M Research Paper for Pre-MSc BA SB&E Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Strategic Management
EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBB634A05 EBS012A10 EBB887A10 EBB649B05
5 5 10 5 10 10 5
V V V V V V V
EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 5.10
Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Strategy and Innovation Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Business Administration, voorbereidend op MSc BA - Strategy and Innovation omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc BA Strategy & Innovation
sem 1.1-2
vaknaam keuzevak(ken) Pre-MSc 10 EC
vakcode
EC 10
V/K taal V EN
1.1 1.1 1.2 2.1-2
Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc keuzevak Pre-MSc 5 EC
EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10
5 5 10 5
V V V V
EN EN EN EN
2.1-2 2.1-2 2.2
Research Paper for Pre-MSc BA S&I Spec. Course Strategy & Innovation Strategic Management
EBS011A10 EBB658A10 EBB649B05
10 10 5
V V V
EN EN EN
Bijlage 5.11
Pre-Masterprogramma Human Resource Management, voorbereidend op MSc Human Resource Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Human Resource Management, voorbereidend op MSc Human Resource Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
91
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc Human Resource Management
vaknaam keuzevakken Pre-MSc 20 EC
vakcode
EC 20
V/K taal V EN
Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Organizational Change for IB&M Research Paper for Pre-MSc HRM Introduction to HRM
EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBB634A05 EBS013A10 EBB740A05
5 5 10 5 10 5
V V V V V V
EN EN EN EN EN EN
Bijlage 5.12
Pre-Masterprogramma International Business & Management, voorbereidend op MSc International Business and Management Het Engelstalige Pre-Masterprogramma International Business & Mamagement, voorbereidend op MSc International Business & Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.1 2.2 2.2 2.2
92
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc International Business & Management/IB&M
vaknaam Managing Int. Business Organizations Mathematics for Pre-MSc Organization Theory & Design for Pre-MSc Business Research Methods for Pre-MSc Research Paper for Pre-MSc IB&M International Marketing International Strategic Management International Financial Management Dynamics of Industrial Capitalism of Bus. Ethics & Corporate Social Resp. of Emerging Markets of International HRM
vakcode EBB638A10 EBS002A05 EBS003A05 EBS001A10 EBS014A10 EBP661B05 EBB628A05 EBB627A05 EBB612A05 EBB608A05 EBB717A05 EBB741A05
EC 10 5 5 10 10 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V KG KG KG KG
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 5.13
Pre-master Programme International Economics & Business voorbereidend op MSc International Economics and Business Het Engelstalige Pre-Masterprogramma International Economics and Business voorbereidend op MSc International Economics and Business omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2 2.2
vaknaam Mathematics for Pre-MSc Microeconomics I for E&BE Statistics II for IE&B Business Research Meth. for Pre-MSc IE&B International Business Strategy International Industrial Economics Research Paper for Pre-MSc IE&B Spec. Course IE&B International Economics IIa for E&BE Economics of Strategy of International Economics IIb for E&BE
Bijlage 5.14
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1
Pre-Master-programma’ s (Engelstalig) 1 Pre-MSc International Economics & Business/IE&B vakcode EBS002A05 EBP819A05 EBB874B05 EBS001A05 EBB023A05 EBB836A05 EBS015A10 EBB029A10 EBB003B05 EBB019A05 EBB834B05
EC 5 5 5 5 5 5 10 10 5 5 5
V/K V V V V V V V V V KG KG
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Keuzevakken voor de Engelstalige Pre-Masterprogramma’s, voorbereidend op MSc BA, MSc HRM, MSc IB&M, MSc IE&B Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc-lijst van keuzevakken
vaknaam Financial Accounting II BE/A&C Spec. Course Business & ICT Spec. Course Business Development Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Healthcare Management Information Systems Management International Economics and Trade Projectmanagement Purchasing Management
vakcode EBB915A10 EBB661A10 EBB662A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB732A05 EBB632A05 EBB626A05 EBB667A05 EBB742A05
EC 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5
V/K K K K K K K K K K K K K K
taal NL EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
93
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2 2.2 2.2 2.2 2.2 2.2
E-Business Organizational Change for IB&M Financial Accounting II BE/A&C Spec. Course Business & ICT Spec. Course Business Development Spec. Course Finance Spec. Course Marketing Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Spec. Course Strategy & Innovation Dynamics of Industrial Capitalism Finance II for E&BE Quality Management Business Ethics & Corporate Social Resp. Emerging Markets International Financial Management International HRM Management Accounting & Inf. Management Sports Economics Strategic Management
EBB666A05 EBB634A05 EBB915A10 EBB661A10 EBB662A10 EBB881A10 EBB937A10 EBB884A10 EBB660A10 EBB887A10 EBB658A10 EBB612A05 EBB818A05 EBB669A05 EBB608A05 EBB717A05 EBB627A05 EBB741A05 EBB845B05 EBB920A05 EBB649B05
5 5 10 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K
EN EN NL EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Bijlage 5.15
Pre-Master Programma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management (Nederlandstalig) Het Nederlandstalige Pre-Masterprogramma Technologiemanagement van 78 EC, voorbereidend op MSc Technology Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.2
94
HBO-schakelprogramma s (Nederlandstalig) 1 TM voor Technisch HBO
vaknaam Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C Organization Theory & Design for Pre-MSc Productieplanning en -beheersing Wiskunde 2 voor TM Bedrijfseconomie en boekhouden TM/TBK Organisatie, technologie en verandering Statistiek en stochastiek TM/TBK Business & Supply Chain Marketing Production Organization and Control Management Accounting and Control
vakcode EBB693A03 EBS003A05 EBB651A05 WIW2TM-03 EBP630A05 EBB647B05 EBP009A05 EBB609A05 EBB650B05 EBB636A05
EC 3 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V V V V V V V
taal NL EN NL NL NL NL NL EN EN NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
2.2 2.2
Management of Product Innovation EBB652B05 Methoden en technieken ontwerpger.onderz EBP606B05
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.2
5 5
V V
EN NL
EC 15 5
V/K taal V NL V NL
HBO-schakelprogramma s (Nederlandstalig) 2 TM voor Technisch HBO
vaknaam Bachelor’s Thesis TM Organisatie en technologie II
vakcode EBB643B15 EBB646A05
Bijlage 5.16
Pre-Masterprogramma Technologiemanagement, voorbereidend op MSc Technology Management/TM (Engels) Het Engelstalige Pre-Masterprogramma Technologiemanagement van 65 EC, voorbereidend op MSc Technology Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1 2.2
Pre-Master-programma s (Engelstalig) 1 Pre-MSc Technology Management/TM
vaknaam Spec. Course OMC: Management Acc. Spec. Course Operations & Supply Chains International Business I Organization Theory & Design for Pre-MSc General Process Equipment (C) of Purchasing Management Statistics II for IB&M Applied Manufacturing Management of E-Business Production Organization and Control Research Methods II for IB&M Financial Management for TM
vakcode EBB884A10 EBB660A10 EBP808B05 EBS003A05 CHTGPE05E EBB742A05 EBB682A05 TBAMM05E EBB666A05 EBB650B05 EBB633A05 EBB751B05
EC 10 10 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
V/K V V V V KG KG V KG KG V V V
taal EN EN EN EN NL EN EN NL EN EN EN EN
95
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 6.
Minor Ondernemerschap
De minor Ondernemerschap wordt in het Nederlands gegeven en omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
96
Minor Ondernemerschap 3
vaknaam Intern ondernemerschap Introductie ondernemerschap Zelf ondernemen
vakcode EBB002A10 EBB004A10 EBB011A10
EC 10 10 10
V/K V V V
taal NL NL NL
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Bijlage 7.
Geaccepteerde HBO diploma’s Pre-MSc-programma’s
Schakelprogramma MSc Accountancy & Controlling – Accountancy – Bedrijfseconomie Pre-Masterprogramma’s Msc BA Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma MSc HRM Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma MSc IB&M Alle HBO-diploma’s Pre-Masterprogramma Msc IE&B Alle HBO-diploma’s 1-jarig verkort bachelorprogramma Technologiemanagement – Bedrijfskunde Agribusiness (Van Hall Instituut) – Vervoersacademie (Logistiek Management) – Industrieel Management – (Hogere) Technische Bedrijfskunde 78-EC Nederlangstalige Pre-Master programma’s Technologiemanagement – Autotechniek – Bedrijfskundige Informatica – Bouwkunde – Chemische Technologie – Civiele Techniek – Commerciële Chemie – Hogere Informatica – Human Technology – Electrotechniek – Lucht- en ruimtevaart – Werktuigbouwkunde Ook studenten van andere technische HBO-programma’s kunnen toegelaten worden tot het 78-EC schakelprogramma. In alle gevallen kunnen er, afhankelijk van de genoten vooropleiding, kleine bijstellingen in het programma in bijlage 5.15 noodzakelijk zijn, dit in overleg met de coördinator Technologiemanagement. 1-jarig Engelstalig Pre-Masterprogramma MSc Technology Management Afgeronde technisch academische bachelor- of masteropleiding
97
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 8.
Substitutieregelingen
Algemene opmerkingen, geldend voor alle substitutieregelingen: – Een bachelor programma omvat tenminste 180 EC – Indien na substitutie het propedeutisch programma minder dan 60 EC bevat wordt de propedeusebul uitgereikt zodra na het behalen van een (of meer) tweedejaarsvakken de 60 EC-grens is gepasseerd. – Een eventueel overschot aan behaalde EC’s tijdens de propedeuse kan gebruikt worden om de vrije keuzeruimte in te vullen. Bijlage 8.1 Substitutieregelingen BSc Accountancy en Controlling Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de propedeuse Accountancy & Controlling nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Accountancy & Controlling, aansluitend op propedeuse A&C/E&M Oud programma Substitutievakken Vakcodes (2e studiejaar 2008-2009) 2010-2011 2010-2011 Grondslagen Financiële Boekhouden BE/FE/A&C EBP001B05 Administratie I (3 EC) (5 EC) Grondslagen Financiële Boekhouden II A&C (5 EC) EBB017A05 Administratie II (3 EC) Computerboekhouden (3 EC) Boekhouden BE/FE/A&C EBP001B05 (5 EC) Operations Management (5 EC) Operationsmanagement EBB644A05 (5 EC) Financiering II E&M/A&C (6 EC) Financiering II BE/FE/A&C EBB823B05 (5 EC) Management Accounting 1 Management Accounting EBB846B05 E&M/A&C (3 EC) BE/FE/A&C (5 EC) Bedrijfskundige org. diagn. en Bedrijfskundige org. diagn. EBB606A05 vaardigh. (6 EC) en vaardigh. (5 EC) Financiële en Actuariële Financiële en Actuariële EBB822A05 Rekenkunde (6 EC) Rekenkunde (5 EC) Juridische Grondslagen Juridische Grondslagen EBP004B05 Bedrijfskunde (4 EC) BE/FE/A&C (5 EC) Opmerkingen: – In de substitutieregeling zijn alleen de vakken opgenomen waarvan het aantal EC-studiepunten met ingang van 1 september 2009 is veranderd. Voor een
98
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
–
overzicht van het gehele nieuwe 2e jaar van de BSc Accountancy & Controlling wordt verwezen naar bijlage 2.1 . NB Het hele bachelorprogramma dient tenminste 180 EC te omvatten.
Substitutieregelingen BSc Accountancy & Controlling voor studenten die zijn ingestroomd via de propedeuse Bedrijfskunde Studenten A&C die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de propedeuse Bedrijfskunde nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de studiegids van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Accountancy & Controlling, aansluitend op propedeuse Bedrijfskunde Oud programma Substitutievakken Vakcodes (2e studiejaar 2008-2009) 2010-2011 2010-2011 Grondslagen Financiële Boekhouden Ib A&C (3 EC) EBB016A03 Administratie I (3 EC) Grondslagen Financiële Boekhouden II A&C (5 EC) EBB017A05 Administratie II (3 EC) Computerboekhouden (3 EC) Boekhouden Ib A&C (3 EC) EBB016A03 Financial Accounting A&C (2 EC) Geen substitutievak Financiering II E&M/A&C (6 EC) Financiering II BE/FE/A&C EBB823B05 (5 EC) Bedrijfskundige org. diagn. en Bedrijfskundige org. diagn. EBB606A05 vaardigh.(6 EC) en vaardigh. (5 EC) Financiële en Actuariële Financiële en Actuariële EBB822A05 Rekenkunde (6 EC) Rekenkunde (5 EC) Opmerkingen: – In de substitutieregeling zijn alleen de vakken opgenomen waarvan het aantal EC-studiepunten met ingang van 1 september 2009 is veranderd. Voor een overzicht van het gehele nieuwe 2e jaar van de BSc Accountancy & Controlling wordt verwezen naar bijlage 2.1. – NB Het hele bachelorprogramma dient tenminste 180 EC te omvatten. Bijlage 8.2 Substitutieregelingen BSc Bedrijfseconomie Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de propedeuse Bedrijfseconomie (Economie en Management) nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010.
99
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Bedrijfseconomie (Economie en Management) zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Bedrijfseconomie Oud programma Substitutievakken Vakcodes (2e studiejaar 2008-2009) 2010-2011 2010-2011 Management II: Strategisch Strategisch Management (5 EBB843B05 Management (6 EC) EC) EWB043A06 Openbare Financiën (6 EC) Openbare Financiën (5 EC) EBB856A05 EWB056A06 Statistiek II E&M/A&C (3 EC) Statistiek II BE (5 EC) EBB875B05 EWB075A03 Boekhouden 1 E&M/FE (3 EC) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EBP001B05 EWB004A03 én/óf EC) Computerboekhouden E&M (3 EC) EWB010A03 Micro-economie II (6 EC) Micro-economie II (5 EC) EBB853A05 EWB053A06 Wiskunde IIa E&M (3 EC) Wiskunde II BE (5 EC) EBB890B05 EWB090A03, én/óf Wiskunde IIb E&M (3 EC) EWB091A03 Financiering II E&M/A&C (6 EC) Financiering II BE/FE/A&C EBB823B05 EWB023A06 (5 EC) ICT II voor economen (3 EC) IT-toepassingen BE (5 EC) EBB026A05 EWB026A03 Management Accounting I Management Accounting EBB846B05 E&M/A&C (3 EC) BE/FE/A&C (5 EC) EWB046A03 Business & ICT I E&M (6 EC) Business & ICT BE (5 EC) EBB808B05 EWB008A06 Marketing II E&M (6 EC) Marketing II BE (5 EC) EBB849A05 EWB049A06 Recht voor economen (3 EC) Juridische grondslagen EBP004B05 EWB062A03 BE/FE/A&C (5 EC) Opmerkingen: – Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC. – Wanneer een vak wordt vervangen door een vak met een lager aantal ECstudiepunten, dan dient het tekort aan EC-studiepunten te worden gecompenseerd door extra verkregen punten via andere substituties, en/óf extra verkregen punten via extra afgeronde post-propedeutische keuzevakken.
100
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
– – – –
Wiskunde IIa (3 EC) en Wiskunde IIb (3 EC) zijn gezamenlijk vervangen door Wiskunde II (5 EC). Boekhouden 1 (3 EC) en Computerboekhouden (3 EC) zijn gezamenlijk vervangen door Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC). ICT II (3 EC) en ICT I (3 EC) zijn gezamenlijk vervangen door IT-toepassingen (5 EC). Statistiek II E&M/A&C (3 EC) en Statistiek Ic (3 EC) zijn gezamenlijk vervangen door Statistiek II BE (5 EC).
Voor studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Bedrijfseconomie (Economie en Management) zijn begonnen en het derde jaar van de opleiding aan het eind van het studiejaar 2009-2010 nog niet hebben afgerond, geldt het volgende: – Gedurende het studiejaar 2010-2011 is er nog twee maal de gelegenheid om het vak Management Accounting II (EBB919A05) middels een hertentamen af te ronden. Voorts hebben studenten die het scriptiedeel van het Bachelorafstudeerwerkstuk BE “oude stijl” (EBB926A10) met een voldoende resultaat hebben afgerond, maar het Business Research Methods (BRM) deel daarvan nog niet hebben gehaald nog twee maal de gelegenheid om dat BRMdeel middels een hertentamen af te ronden. – Studenten kunnen ook gebruik maken van de volgende substitutieregeling:. Substitutieregeling 2010-2011 3e jaar BSc Bedrijfseconomie Oud programma (3e studiejaar 2009-2010) Management Accounting II (5 EC) EBB919A05 Bachelorafstudeerwerkstuk BE “oude stijl” (10 EC) EBB926A10
Substitutievakken 2010-2011 Spec. Course OMC (10 EC)
Vakcodes 2010-2011 EBB884A10
Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC) én Bachelorafstudeerwerkstuk BE (10 EC)
EBB018A05
EBB926B10
Opmerking: Met ingang van september 2010 vervalt de verplichting tot het volgen van een Algemeen Vormend Vak. Studenten die vóór september 2008 met de bacheloropleiding Bedrijfseconomie zijn begonnen en nog geen Algemeen Vormend Vak gevolgd hebben, moeten als substituut voor het Algemeen Vormend Vak een keuzevak opvoeren. Dit keuzevak dient een niet bedrijfskundig-economisch georiënteerd vak te zijn en mag geen overlap vertonen met andere (keuze)vakken van het programma – dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kunnen niet als substituut voor een Algemeen Vormend Vak dienen.
101
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 8.3 Substitutieregelingen BSc Bedrijfskunde Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de propedeuse Bedrijfskunde nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Met ingang van september 2010 vervalt de verplichting tot het volgen van een Algemeen Vormend Vak. Studenten die vóór september 2008 met de bacheloropleiding Bedrijfskunde zijn begonnen en nog geen Algemeen Vormend Vak gevolgd hebben, moeten als substituut voor het Algemeen Vormend Vak een keuzevak opvoeren. Dit keuzevak dient een niet bedrijfskundig-economisch georiënteerd vak te zijn en mag geen overlap vertonen met andere (keuze)vakken van het programma – dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken aangeboden door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kunnen niet als substituut voor een Algemeen Vormend Vak dienen. Bijlage 8.4
Substitutieregelingen BSc Business Administration – International Business & Management Studenten die in 2007-2008 met de BSc Business Administration - International Business & Management zijn begonnen en de propedeuse nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2008-2009. Studenten die in 2007-2008 met de BSc Business Administration - International Business & Management zijn begonnen en het tweede jaar nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Bijlage 8.5 Substitutieregelingen BSc Econometrics & Operations Research Studenten die in 2007-2008 met de BSc Econometrics zijn begonnen en de propedeuse nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 of eerder met de BSc Econometrics zijn begonnen en het tweede jaar nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling BSc Econometrics and Operations Reserach 2010-2011 (2e jaar) Oud programma Substitutievakken Vakcodes e (2 studiejaar 2008-2009) 2010-2011 2010-2011 Matrices, Graphs, Convexity Linear Algebra and EBB851B05 (4 EC, EWB051A04) Convexity (5 EC) Marketing I for Econometrics Macroeconomics I for EOR EBB027A05 (6 EC, EWB048A06) (5 EC)
102
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Finance Theory and Modelling (6 EC, EWB025A06) Statistics IIb for Econometrics (4 EC, EWB077A04)
Finance Theory and Modelling (5 EC) Statistics IIb for Econometrics (5 EC)
EBB825A05 EBB877A05
Studenten die in 2007-2008 of eerder met de BSc Econometrics zijn begonnen en het derde jaar nog niet hebben afgerond, hebben in academisch jaar 2010-2011 twee mogelijkheden om vervallen vakken uit het jaar 2009-2010 te voltooien. Bovendien kunnen zij gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling BSc Econometrics and Operations Reserach 2010-2011 (3e jaar) Oud programma Substitutievakken Vakcodes e (3 jaar 2009-2010) 2010-2011 2010-2011 AVV (5 EC) suitable course(s) FEB (s.t. approval) (5 EC) Spec. Course Microeconometrics Spec. Course EBB880B10 (5 EC, EBB880B05) Microeconometrics (10 EC) Opmerkingen: – Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC-studiepunten. – Elk individueel programma moet in het eerste of tweede jaar zowel een marketingvak als een macro-economisch vak bevatten. – Als het overgangsprogramma 1 of 2 EC minder bevat dan de voorgeschreven 60 EC-studiepunten, kan dit worden gecompenseerd d.m.v. uitbreiding van de bachelorscriptie. – In gevallen waarin bovenstaande geen uitsluitsel biedt, beslist de opleidingsdirecteur. Bijlage 8.6 Substitutieregelingen BSc Economics and Business Economics Studenten die in 2007-2008 met de BSc Economics and Business Economics zijn begonnen en de propedeuse nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 met de BSc Economics and Business Economics zijn begonnen en het tweede jaar nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 of eerder met de BSc Economics and Business Economics zijn begonnen en het derde jaar nog niet hebben afgerond, hebben in academisch jaar 2010-2011 twee mogelijkheden om vervallen vakken uit het jaar 2009-2010 te voltooien. Bovendien kunnen zij gebruik maken van de volgende substitutieregeling:
103
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Substitutieregeling BSc Economics and Business Economics 2010-2011 (3e jaar) Oud programma Substitutievakken Vakcodes (3e jaar 2008-2009 of 2009-2010) 2010-2011 2010-2011 International Economics III for International Economics IIa EBB003B05 Economics (5 EC) EBB835A05 for E&BE (5 EC) Economic History (bachelor) Growth, Institutions and EBB022A05 (5 EC) EBB815A05 Business (5 EC) Bijlage 8.7 Substitutieregelingen BSc Fiscale Economie Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de propedeuse Fiscale Economie nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 of eerder met de bacheloropleiding Fiscale Economie zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2010-2011 2e jaar BSc Fiscale Economie Oud programma (2e studiejaar 2008-2009) Ondernemingsrecht FE (6 EC) EWB055A06 Vermogensrecht (9 EC) EWB089A09
Substitutievakken 2010-2011 Ondernemingsrecht FE (5 EC) Vermogensrecht (5 EC) én Juridische Grondslagen BE/FE/A&C (5 EC) Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC)
Vakcodes 2010-2011 EBB855A05 EBB889A05 EBP004B05
Accounting Informatiesystemen FE EBP001B05 (3 EC) EWB116A03 én/óf Boekhouden I E&M/FE (3 EC) EWB004A03 Financiële Rekenkunde (3 EC) Financiële en Actuariële EBB822A05 EWB022A03 Rekenkunde (5 EC) Opmerkingen: – Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC. – Wanneer een vak wordt vervangen door een vak met een lager aantal ECstudiepunten, dan dient het tekort aan EC-studiepunten te worden gecompenseerd door: extra verkregen punten via andere substituties, en/óf extra verkregen punten via extra afgeronde post-propedeutische keuzevakken. – Boekhouden I en Accounting Informatiesystemen FE zijn gezamenlijk vervangen door Boekhouden BE/FE/A&C (5 EC).
104
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FEB
Voor studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Fiscale Economie zijn begonnen en het derde jaar van de opleiding aan het eind van het studiejaar 20092010 nog niet hebben afgerond, geldt het volgende: – Gedurende het studiejaar 2010-2011 is er nog twee maal de gelegenheid om de vakken Financiering II FE (EBB928A06), Fiscaal Compt Verantwoording 2 voor FE (RGAFI30202) en Staats- en Administratief recht (EBB873A06) middels een hertentamen af te ronden. Voorts hebben studenten die het scriptiedeel van het Bachelorafstudeerwerkstuk FE “oude stijl” (EBB927A10) met een voldoende resultaat hebben afgerond, maar het Business Research Methods (BRM) deel daarvan nog niet hebben gehaald nog twee maal de gelegenheid om dat BRMdeel middels een hertentamen af te ronden. – Studenten kunnen ook gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2010-2011 3e jaar BSc Fiscale Economie Oud programma (3e studiejaar 2009-2010) Financiering II FE (6 EC) EBB928A06 Fiscaal Compt Verantwoording 2 voor FE (2 EC) RGAFI30202 Staats- en Administratief recht (6 EC) EBB873A06 Bachelorafstudeerwerkstuk FE (10 EC) EBB927A10
Substitutievakken 2010-2011 Financiering II BE/FE/A&C (5 EC) Fiscaal Compt Verantwoording 2 (4 EC)
Vakcodes 2010-2011 EBB823B05
Staats- en Administratief recht (5 EC)
EBB873B05
Business Research Methods BE/FE/A&C (5 EC) én Bachelorafstudeerwerkstuk FE (10 EC)
EBB018A05
RGAFI00104
EBB927B10
Opmerkingen: – Een bachelorprogramma omvat minimaal 180 EC. – Wanneer een vak wordt vervangen door een vak met een lager aantal studiepunten, dan dient het tekort aan studiepunten te worden gecompenseerd door extra verkregen punten via andere substituties en/óf extra verkregen punten via extra afgeronde post-propedeutische keuzevakken. Bijlage 8.8 Substitutieregelingen BSc Technologiemanagement Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding zijn begonnen en de propedeuse Technologiemanagement nog niet hebben afgerond, moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Technologiemanagement zijn begonnen en het toenmalige tweede jaar van de opleiding nog niet hebben afgerond,
105
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
moeten gebruik maken van de substitutieregeling zoals die vermeld staat in de OER van 2009-2010. Studenten die in 2007-2008 of eerder met de opleiding Technologiemanagement zijn begonnen en het derde jaar van de opleiding aan het eind van het studiejaar 20092010 nog niet hebben afgerond, hebben gedurende het studiejaar 2010-2011 nog twee maal de mogelijkheid om vervallen vakken van het studiejaar 2009-2010 middels een hertentamen af te ronden. Studenten kunnen ook gebruik maken van de volgende substitutieregeling: Substitutieregeling 2010-2011 3e jaar BSc Technologiemanagement Oud programma (3e studiejaar 2009-2010) Product Development Kennisgebaseerde DSS (6EC)
Substitutievakken 2010-2011 Management of Product Innovation Business Intelligence (bachelor) (5 EC) Bachelor’s Thesis TM
Vakcodes 2010-2011 EBB652B05 EBB032A05
Ontwerppraktijk/bachelorafst. EBB643B15 Werkstuk TM (EBB643A10) en Ontwerpen van Bedrijfskundige systemen (EBB642A05) Ontwerpen van Bedrijfskundige Ontwerpen van EBB642A05 Systemen (EBB642A05) Bedrijfskundige Systemen Opmerkingen: Extra punten die vanwege de substitutieregeling worden verkregen mogen aangewend worden ten behoeve van de beschikbare keuzeruimte in de bachelor opleiding Technologiemanagement.
106
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB Paragraaf 1. Algemene Bepalingen Artikel 1.1
Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de navolgende masteropleidingen: 1. Accountancy en Controlling (A&C) 2. Business Administration (BA) 3. Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies (EORAS) 4. Economics 5. Fiscale Economie 6. Human Resource Management (HRM) 7. International Business and Management (IB&M) 8. International Economics and Business (IE&B) 9. Technology Management (TM) 10. Economics and Business (Research Master) 11. Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Economie en Bedrijfswetenschappen (Lerarenopleiding) 12. Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs in Algemene Economie 13. Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs in Management en Organisatie hierna te noemen: de opleidingen. De opleidingen worden verzorgd binnen de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit. De Lerarenopleidingen (Artikel 1.1.11 t/m 1.1.13) worden gezamenlijk aangeboden door de faculteit en het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De faculteit is de verantwoordelijke (penvoerder) voor de opleidingen. Voor de programma-onderdelen die aangeboden worden door het UOCG zijn de Onderwijs- en Examenregelingen van het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG) van toepassing. (zie bijlage 13 en 14) Het traject International Financial Management van de opleiding International Business and Management wordt verzorgd door de faculteit in samenwerking met het Department of Business Studies van Uppsala University in Zweden. Voor de vakonderdelen die studenten International Financial Management volgen bij het Department of Business Studies van Uppsala University gelden de onderwijs- en examenregelingen van die opleiding. Nadere bijzonderheden hierover kunnen verkregen worden bij het Student Office van het Department of Business Studies in Uppsala.
107
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Voor de vakonderdelen die studenten Fiscale Economie volgen bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid geldt de OER van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Voor programma-onderdelen die studenten van de masteropleidingen volgen bij andere faculteiten of instellingen voor hoger onderwijs geldt de OER van die opleiding, faculteit of instelling. Artikel 1.2
Begripsbepalingen.
In deze regeling wordt verstaan onder: 1 de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW); 11 degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het 2 student: volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; 3 onderdeel: een vak dat deel uitmaakt van het onderwijsprogramma; 4 traject een variant binnen een opleiding die leidt tot een diploma; 5 profiel een variant binnen een traject van een opleiding die leidt tot een diploma; 6 practicum: een practische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: – het maken van een scriptie; – het maken van een werkstuk of een proefontwerp; – het uitvoeren van een onderzoekopdracht; – het deelnemen aan veldwerk of een excursie; – het doorlopen van een stage; of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden; 7 tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het examen; 8 examen: het masterexamen van de opleiding; 9 examinator: degene die bevoegd is tentamens en examens af te nemen; 10 specialization bachelorvak bedoeld ter voorbereiding op een traject of course: profiel in de aansluitende masteropleiding; 11 semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur (CvB) te bepalen datum omstreeks 31 januari, dan wel beginnend op vorenbedoelde door het CvB te bepalen datum en eindigend op 31 augustus. Een semester kan worden verdeeld in twee blokken;
11
108
In deze regeling wordt gemakshalve uitsluitend de verwijzing ‘hij’ gebruikt.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
12
lerarenopleiding:
opleiding die opleidt tot een eerstegraads leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak, welke wordt verzorgd door het UOCG onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie van de faculteit; 13 duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7a, lid 3 van de wet. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent. Artikel 1.3
Doel van de opleidingen
1. Het doel van de opleiding MSc Accountancy en Controlling staat vermeld in bijlage 1.1. 2. Het doel van de opleiding MSc Business Administration staat vermeld in bijlage 1.2. 3. Het doel van de opleiding MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies staat vermeld in bijlage 1.3. 4. Het doel van de opleiding MSc Economics staat vermeld in bijlage 1.4. 5. Het doel van de opleiding MSc Fiscale Economie staat vermeld in bijlage 1.5. 6. Het doel van de opleiding MSC Human Resource Management staat vermeld in bijlage 1.6. 7. Het doel van de opleiding MSc International Business and Management staat vermeld in bijlage 1.7. 8. Het doel van de opleiding MSc International Economics and Business staat vermeld in bijlage 1.8. 9. Het doel van de opleiding MSc Technology Management staat vermeld in bijlage 1.9. 10. Het doel van de opleiding MSc Economics and Business staat vermeld in bijlage 1.10. 11. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen wordt verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 13, dat een een integraal onderdeel is van deze regeling. 12. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Algemene Economie wordt verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 14, dat een een integraal onderdeel is van deze regeling. 13. Voor de eindtermen van de Lerarenopleiding Management en Organisatie wordt verwezen naar artikel 1.3 van bijlage 14, dat een een integraal onderdeel is van deze regeling. Artikel 1.4
Vorm van de opleidingen
1. De opleidingen 1 t/m 10 genoemd in artikel 1.1 worden voltijds verzorgd. 2. De Lerarenopleidingen Economie en Bedrijfswetenschappen, Algemene Economie en Management en Organisatie genoemd in artikel 1.1 worden duaal verzorgd.
109
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
3. Het traject General Management van de opleiding Business Administration wordt in deeltijd verzorgd.
110
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Paragraaf 2. Opbouw van de opleidingen Artikel 2.1
Studielast
1. De masteropleiding Economics and Business (Research Master) en de Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen hebben een studielast van 120 punten volgens het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één studiepunt, een European Credit (EC) gelijk staat aan 28 uren studie. 2. Het traject International Financial Management van de masteropleiding International Business and Management heeft een studielast van 90 punten volgens het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één EC gelijk staat aan 28 uren studie. 3. De overige masteropleidingen genoemd in artikel 1.1 hebben een studielast van 60 punten volgens het European Credit Transfer System (ECTS), waarbij één EC gelijk staat aan 28 uren studie. 4. De studielast wordt uitgedrukt in hele EC’s. Artikel 2.2
Trajecten en profielen
De opleidingen kennen de volgende trajecten en profielen Masteropleiding Trajecten Accountancy en Controlling Accountancy Controlling Business Administration Business and ICT Business Development Change Management Finance General Management Marketing met profielen: – Marketing Management – Marketing Research Operations and Supply Chains met profielen: – Production and Distribution – Services Organizational and Management Control Small Business and Entrepreneurschip Strategy and Innovation Econometrics, Operations Econometrics Research and Actuarial Operations Research Studies Actuarial Studies Economics
111
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Fiscale Economie Human Resource Management International Business and International Business and Management Management International Financial Management International Economics and Business Technology Management Economics and Business Economics and Econometrics (Research Master) International Economics and Business Marketing Operations Management and Operations Research Human Resource Management and Organizational Behavior Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Lerarenopleiding Algemene Economie Lerarenopleiding Management en Organisatie Studenten die willen afstuderen in twee afzonderlijke RUG-masters of RUGmastertrajecten moeten voor beide een afzonderlijk afstudeerwerkstuk schrijven en mogen maximaal voor 20 EC overlappende modules volgen. Als één van beide masterprogramma’s of beide een programma zijn van de Research Master mogen deze maximaal 40 EC overlappende onderdelen bevatten. Artikel 2.3
Academische vorming
De opleiding van de student dient voldoende elementen te bevatten ten dienste van de academische vorming van de student, in het bijzonder met betrekking tot: 1. het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; 2. het wetenschappelijk communiceren; 3. het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context; 4. het kunnen toepassen van wetenschappelijke kennis binnen een praktijkcontext. Artikel 2.4
Samenstelling van de opleidingen
In de internetdatabase Ocasys worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de onderscheiden opleidingen nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst en daar waar relevant verplicht is om aan het betreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. De studiegids geeft meer algemene informatie over individuele opleidingen, verplichte onderdelen, keuzevakken en richtlijnen over studiebelasting. Artikel 2.5
Onderdelen van de opleidingen
1. De onderdelen van de masteropleiding Accountancy en Controlling staan vermeld in bijlage 2 van deze OER.
112
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
2. De onderdelen van de masteropleiding Business Administration staan vermeld in bijlage 3 van deze OER. 3. De onderdelen van de masteropleiding Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies staan vermeld in bijlage 4 van deze OER. 4. De onderdelen van de masteropleiding Economics staan vermeld in bijlage 5 van deze OER. 5. De onderdelen van de masteropleiding Fiscale Economie staan vermeld in bijlage 6 van deze OER. 6. De onderdelen van de masteropleiding Human Resource Management staan vermeld in bijlage 7 van deze OER. 7. De onderdelen van de masteropleiding International Business and Management staan vermeld in bijlage 8 van deze OER. 8. De onderdelen van de masteropleiding International Economics and Business staan vermeld in bijlage 9 van deze OER. 9. De onderdelen van de masteropleiding Technology Management staan vermeld in bijlage 10 van deze OER. 10. De onderdelen van de masteropleiding Economics and Business (Research Master) staan vermeld in bijlage 11 van deze OER. 11. De onderdelen van de twee-jarige masteropleiding Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen staan vermeld in bijlage 12 van deze OER. 12. De onderdelen van de een-jarige masteropleiding tot leraar VHO in Algemene Economie en in Management en Organisatie staan vermeld in bijlage 14 van deze OER Artikel 2.6
Taal van de opleidingen
1. Het onderwijs, de tentamens en examens van de volgende opleidingen worden in beginsel in het Nederlands aangeboden. Afwijkingen van deze regel op het niveau van studieonderdelen worden in de studiegids en in de internet vakkendatabase Ocasys aangegeven. a) MSc Accountancy en Controlling b) MSc Fiscale Economie c) Het door het UOCG verzorgde deel van de MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen d) MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Algemene Economie e) MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie 2. In de andere opleidingen wordt het onderwijs in het Engels gegeven en worden ook de tentamens en examens afgenomen in het Engels. 3. In Engelstalige opleidingen kan, in het kader van een afstudeerstage, op verzoek van de student, de examencommisie toestemming geven voor het schrijven van een scriptie in een andere taal dan het Engels.
113
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Paragraaf 3. Tentamens en examens van de opleidingen Artikel 3.1
Verplichte volgorde van tentamens
1. Voor begeleiding van het masterafstudeerwerkstuk van de Research Master is vereist dat ten minste 40 EC aan vakken uit de masteropleiding is behaald en dat het vak Philosophy of Science & Research Methology is afgerond. Tweedejaars mastervakken van deze opleiding mogen pas gevolgd worden als voldaan is aan de eisen die daaraan door de opleiding worden gesteld. 2. Voor begeleiding van het masterafstudeerwerkstuk van de overige opleidingen is vereist: a) dat het bachelorexamen dat toelating geeft tot de betrokken masteropleiding met goed gevolg is afgelegd; en b) dat ten minste 20 EC aan vakken uit de masteropleiding zijn behaald. Artikel 3.2
Beoordeling masterafstudeerwerkstuk
De beoordeling van een masterafstudeerwerkstuk (of afstudeerproject) geschiedt aan de hand van een algemeen beoordelingskader. Nadere regels zijn vastgelegd in het Reglement Afstudeerwerkstukken. De begeleider en een tweede beoordelaar, die als examinator zijn aangewezen door de Examencommissie, bepalen samen het cijfer. Ze horen in voorkomende gevallen de externe begeleider. Artikel 3.3
Samenwerking met Uppsala
Voor het traject International Financial Management van de Masteropleiding International Business and Management kan het onderdeel Master’s thesis zowel in Groningen als in Uppsala worden afgerond. De eisen die aan dit onderdeel zijn gesteld zijn voor beide locaties gelijk. Artikel 3.4
Tijdvakken en frequentie tentamens
1. Tentamens kunnen tweemaal per studiejaar worden afgelegd. 2. Nadere regels rond opdrachten, die deel uitmaken van het tentamen zijn vastgelegd in de Regeling Waardering Opdrachten. 3. Een tentamen in een vak dat niet meer wordt aangeboden, kan in het eerste jaar dat dit het geval is, nog tweemaal worden afgelegd. 4. De tijdvakken waarin de gelegenheid tot het afleggen van de onderscheiden tentamens wordt geboden, worden in de studiegids bekend gemaakt. 5. De practica van de Research Master (zie bijlage 11) hebben een afwijkende regeling. Tentamens kunnen tijdens of direct na de het volgen van de cursus afgelegd worden. Als een hertentamen nodig is, wordt dit aangekondigd. Sommige delen van de practica worden slechts een keer in een studiejaar gegeven en kunnen derhalve ook slechts een keer getentamineerd worden.
114
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
6. Op schriftelijk verzoek van de student kan alléén de Examencommissie te zijnen gunste afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde. Artikel 3.5
Vorm van de tentamens
1. De tentamens worden afgelegd op door de examinator(en) te bepalen wijze. De aldus bepaalde vorm wordt in de internetdatabase Ocasys bekend gemaakt. Formeel is de Examencommissie bevoegd over de vorm van het tentamen te beslissen. In voorkomend geval kan de Examencommissie derhalve de examinator daaromtrent aanwijzingen geven. 2. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 3.6
Mondelinge tentamens
1. Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt, steeds voorzover de Examencommissie haar goedkeuring heeft verleend. Artikel 3.7
Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag
1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast en verschaft de onderwijsadministratie de nodige gegevens ten behoeve van de bekendmaking van de uitslag aan de student. De termijn waarop de uitslag wordt gepubliceerd is maximaal 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. Uitsluitend de door de onderwijsadministratie gepubliceerde tentamenuitslagen zijn rechtsgeldig. 3. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. Artikel 3.8
Geldigheidsduur
1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een
115
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 3.9
Inzagerecht
1. Binnen een termijn van vier weken vanaf de dag waarop de uitslag van een schriftelijk tentamen bekend is gemaakt, krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeelde werk. 2. Binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen of opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De plaats waar en het tijdstip waarop inzage of kennisneming kan plaatsvinden, worden bepaald door de examinator(en) van het desbetreffende tentamen. De Examencommissie kan hiertoe aanwijzingen geven. 4. De inzage en kennisneming kunnen collectief worden georganiseerd. Artikel 3.10
Vrijstelling
1. De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende programmadirecteur of -coördinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a) hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding heeft voltooid; b) hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring of anderszins over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel. 2. Zodra voor een vak een resultaat is behaald, vervalt zowel een reeds verkregen vrijstelling als de mogelijkheid een vrijstelling te verzoeken. 3. Voor het masterafstudeerwerkstuk kan geen vrijstelling worden verkregen op basis van een werkstuk dat is geschreven in het kader van het afstuderen bij een ander traject of een andere opleiding. Artikel 3.11
Examen
1. De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van door hem behaalde tentamens en de daarmee verworven academische vorming. 2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de Examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. 3. Het masterexamen van een opleiding wordt behaald indien de student voor elk tentamen een voldoende resultaat (het cijfer 6 of hoger) heeft behaald. 4. Het masterexamen van een opleiding kan slechts worden afgelegd na goedkeuring van het door de student gevolgde onderwijsprogramma door de Examencommissie van de opleiding. De commissie stelt voor de beoordeling van de onderwijsprogramma’s een regeling op. 116
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
5. Studenten die voor elk tentamen van een opleiding een voldoende (het cijfer 6 of hoger) hebben behaald of voldaan hebben aan de eisen voor alle onderdelen van het programma zoals dat is goedgekeurd door de Examencommissie, zijn verplicht om binnen vier weken daarna hun masterdiploma aan te vragen. De examendatum die vermeld wordt op het masterdiploma is de datum waarop de student naar het oordeel van de Examencommissie voldaan heeft aan de eisen voor het examen. 6. Indien de student zijn masterdiploma na de in Artikel 3.11.5 bedoelde termijn aanvraagt, wordt op het getuigschrift als examendatum vermeld de datum waarop de Examencommissie besluit dat de student geslaagd is, ook al ligt de datum waarop de Examencommissie een dergelijk besluit neemt in een volgend studiejaar en dient de student voor dat studiejaar dan te zijn ingeschreven. Artikel 3.12
Judicium
1. De examencommissie beoordeelt of aan het mastergetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend. 2. Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima: – ‘‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 8,0; – ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is ten minste 9,0. b) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderdelen, exclusief de scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is – groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; – groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’. 3. Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC’s meer dan de helft van het totaal aantal EC’s van de opleiding bedraagt. 4. Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderdeel slechts eenmaal afgelegd mag zijn. 5. Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald. 6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden twee tot en met vijf van dit artikel. 7. Voor studenten die vóór 1 september 2010 de opleiding hebben aangevangen blijft de judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010. Artikel 3.13
Graad
Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt conform onderstaande tabel een graad verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.
117
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Masteropleiding Accountancy en Controlling Business Administration Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies Economics Fiscale Economie Human Resource Management International Business and Management International Economics and Business Technology Management Economics and Business (Research Master) Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen Opleiding tot leraar VHO in Algemene Economie Opleiding tot leraar VHO in Management en Organisatie Artikel 3.14
Graad MSc in Accountancy en Controlling MSc in Business Administration MSc in Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies MSc in Economics MSc in Fiscale Economie MSc in Human Resource Management MSc in International Business and Management MSc in International Economics and Business MSc in Technology Management MSc in Economics and Business MSc in Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen MSc in Lerarenopleiding Algemene Economie MSc in Lerarenopleiding Management en Organisatie
Verzwaard programma
Wanneer een student minimaal 20 EC meer heeft behaald dan vereist is voor zijn studieprogramma zoals dat vermeld is in de bijlagen, hetzij in de vorm van een verzwaarde scriptie, hetzij in de vorm van relevante mastervakken, kan de Examencommissie op verzoek van die student een vermelding op het diplomasupplement toestaan die aangeeft dat de student een verzwaard programma heeft afgerond. Artikel 3.15
Examinator
1. Elke docent is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van tentamens voor het vak (de vakken) waarin hij het onderwijs verzorgt of verzorgd heeft. 2. De beoordeling van een masterafstudeerwerkstuk vindt plaats door de begeleider en een medebeoordelaar. Ingeval de begeleider niet is gepromoveerd of over beperkte onderzoekservaring beschikt op het betreffende vakgebied, moet de medebeoordelaar een gepromoveerd docent zijn op dat vakgebied. 3. In voorkomende gevallen kan de Examencommissie andere docenten bevoegd verklaren voor het afnemen en beoordelen van tentamens voor een bepaald vak of voor het beoordelen van afstudeerwerkstukken.
118
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Paragraaf 4. Toelating Artikel 4.1
Vooropleiding
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de diploma’s waarvan de bezitters verondersteld worden, op grond daarvan, voldoende kennis en vaardigheden te hebben om toegelaten te worden tot een van de masterprogramma’s van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. De derde kolom bevat eventuele aanvullende eisen. Een student wordt geacht te voldoen aan de ingangseis ‘voldoende kennis van het Engels’ voor de Engelstalige masteropleidingen van Faculteit Economie en Bedrijfskunde, indien hij voldoet aan één van de volgende eisen: 1. beheersing van het Engels als moedertaal; 2. beheersing van het Engels op een niveau dat gelijkwaardig is aan één van de navolgende testscores: a) een niveau van 92 op een internet-based (iBT) TOEFL-test, b) een niveau van 237 op een computer-based (CBT) TOEFL-test, c) een niveau van 580 op een paper-based (PBT) TOEFL, d) een niveau van 6.5 op een IELTS-test, e) niveau A, B, C op een Cambridge Proficiency- of Advanced-test, f) een B2+ (ook wel B2.2 genoemd12) niveau op de schriftelijke en mondelinge onderdelen van het toelatingsexamen Engels, of g) een niveau, gelijkwaardig aan een van bovengenoemde tests, zulks ter beoordeling aan de toelatingscommissie. 3. het met succes afgerond hebben ronden van de English Course (EBB021A05 of EBB614B05) of een gelijkwaardige cursus; 4. het met succes afgerond hebben van een van de Engelstalige bacheloropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
12
Specificatie B2+ : Spreken: De student kan duidelijke, stelselmatig ontwikkelde beschrijvingen en presentaties geven, met de juiste nadruk opbelangrijke punten en terzake doende ondersteunende details. Schrijven: De student kan een opstel of verslag schrijven waarin stelselmatig een argument wordt opgebouwd met de juiste benadrukking van belangrijke punten en relevante ondersteunende details. Hij kan verschillende ideeën of oplossingen voor een probleem verwoorden.
119
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
RUG MSc programma MSc Accountancy en Controlling
MSc Business Administration
diploma BSc Accountancy en Controlling van de RuG Een HBO-diploma of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland plus het afgeronde schakelprogramma voor de master A&C. BSc Bedrijfskunde, inclusief International Business and Management van de RuG BSc Economie en Management of BSc Bedrijfseconomie van de RuG Andere BSc diploma’s van de faculteit
Toelatingseisen en – voorwaarden
Voldoende kennis van het Engels Voldoende kennis van het Engels Voldoende kennis van het Engels Voorkennis op het terrein van de specialisatie wordt verwacht. Het behaald hebben van de relevante Specialization Course wordt dringend aangeraden. Bij de specialisaties Finance en O&MC worden studenten die de relevante Specialization Course niet hebben afgerond, alleen toegelaten indien zij een toelatingstest met goed gevolg hebben afgelegd.
120
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
RUG MSc programma
MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies MSc Economics
MSc Fiscale Economie
13
diploma HBO-certificaat van de Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Drenthe, Christelijke Hogeschool Nederland, Saxion Hogeschool of de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden inclusief een afgerond 30 EC studieprogramma, georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de faculteit. Bachelor studenten van FHWT Vechta (Duitsland) 13 Nederlandse HBO-studenten met voldoende relevante werkervaring die het MSc BA traject General Management of Business and ICT willen volgen Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSc-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland plus het afgeronde Engelstalig schakelprogramma voor de master BA. BSc Econometrics of BSc Econometrics and Operations Research van de RuG BSc Economics of BSc Economics and Business Economics, profiel Economics van de RuG BSc Fiscale Economie van de RuG
Toelatingseisen en – voorwaarden HBO Accountancy; BE; CE; Bedrijfskundige Informatica; Technische Bedrijfskunde; Economie en Logistiek; Financial Services Management; Voldoende kennis van het Engels
Voldoende kennis van het Engels Voldoende kennis van het Engels
Voldoende kennis van het Engels
Voldoende kennis van het Engels Voldoende kennis van het Engels
Deze speciale regeling is vastgelegd in een officiële overeenkomst met de betrokken organisatie.
121
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
RUG MSc programma MSc Human Resource Management14
diploma BSc Bedrijfskunde van de RuG
BSc Bedrijfskunde - profiel International Business & Management van de RUG
BSc Economie en Management of BSc Bedrijfseconomie van de RuG
BSc Sociologie of Psychologie van de Faculteit der Gedragsen Maatschappijwetenschappen van de RuG
14
122
Toelatingseisen en – voorwaarden Voldoende kennis van het Engels Afronding van het vak Specialization Course Human Resource Management Voldoende kennis van het Engels Afronding van het vak International HRM en de Specialization Course Human Resource Management Voldoende kennis van het Engels Afronding van het vak Human Resource Management en de Specialization Course Human Resource Management Voldoende kennis van het Engels Afronding van het vak Human Resource Management en het vak Specialization Course Human Resource Management
Per september 2011 vervalt de Specialization Course als ingangseis voor de MSc Human Resource Management en wordt het vak onderdeel van de MSc Human Resource Management (5 EC).
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
RUG MSc programma
diploma BSc-diploma van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de RuG
MSc International Business and Management
HBO-certificaat van de Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Drenthe, Christelijke Hogeschool Nederland, Saxion Hogeschool of de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden inclusief een afgerond 30 EC studieprogramma, georganiseerd onder verantwoordelijkheid van de faculteit. Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSC-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland plus het afgeronde Engelstalig schakelprogramma voor de master HRM. BSc Business Administration: International Business and Management van de RuG
Toelatingseisen en – voorwaarden Voldoende kennis van het Engels Afronding van de vakken: Gedrag in Organisaties, Management en Organisatietheorie, Human Resource Management en de Specialization Course en Human Resource Management Alleen voor HBO Personeel & Arbeid en MER (richting Personeel, Management en Organisatie – Hanzehogeschool)
123
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
RUG MSc programma
MSc International Business and Management specialization International Financial Management
MSc International Economics and Business
MSc Technology Management
124
diploma Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSC-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland plus het afgeronde Engelstalig schakelprogramma voor de master IB&M. BSc Business Administration: International Business and Management van de RuG Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSC-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland plus het afgeronde Engelstalig schakelprogramma voor de master IB&M. BSc International Economics and Business, of Economics and Business Economics profiel IE&B van de RuG Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSc-diploma uit een ander domen, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland plus het afgeronde Engelstalig schakelprogramma voor de master IE&B. BSc Technologiemanagement van de RuG BSc Technische Bedrijfskunde van de RuG
Toelatingseisen en – voorwaarden
Voldoende kennis van het Engels Voldoende kennis van het Engels
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
RUG MSc programma
MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
diploma Een HBO-diploma, een BScdiploma of MSc-diploma uit een ander domein, of een diploma van een Hoger Onderwijsinstelling behaald in het buitenland plus een afgerond schakelprogramma voor de master TM. BSc Economie en Management of BSc Bedrijfseconomie, BSc Economics of BSc Economics and Business Economics, BSc Fiscale Economie, BSc International Economics and Business, BSc Econometrics of BSc Econometrics and Operations Research, alle van de RuG BSc Accountancy en Controlling, BSc Bedrijfskunde, BSc Bedrijfskunde – profiel International Business and Management BSc Technologiemanagement, alle van de RuG
Toelatingseisen en – voorwaarden
De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen.
Afronding van vakken op het terrein van Algemene Economie met een studielast van 10 EC, met het oog op het verkrijgen van bevoegdheid voor het vakEconomie. De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen.
125
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
RUG MSc programma MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Algemene Economie.
diploma MSc Economics, MSc Fiscale Economie, MSc International Economics and Business, MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies, alle van de RuG MSc Accountancy en Controlling, MSc Business Administration, MSc Technology Management, alle van de RuG
MSc Opleiding tot leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie
126
MSc Economics, MSc Fiscale Economie, MSc International Economics and Business, MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies, alle van de RuG
Toelatingseisen en – voorwaarden De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen. Afronding van vakken op het terrein van Algemene Economie met een studielast van 10 EC, met het oog op het verkrijgen van bevoegdheid voor het vak Economie. De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen. De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
RUG MSc programma
diploma MSc Accountancy en Controlling; MSc Business Administration, MSc Technology Management, alle van de RuG
Toelatingseisen en – voorwaarden Afronding van vakken op het terrein van Algemene Economie met een studielast van 10 EC, met het oog op het verkrijgen van bevoegdheid voor het vak Economie. De student wordt aangeraden om tijdens de bacheloropleiding de keuzevakken Ontwikkeling competenties (5 EC) en Economie & bedrijf, communicatie & educatie (5 EC) te volgen
Artikel 4.2
Toelating tot de Research Master
1. Studenten kunnen in aanmerking komen voor toelating tot de Research master als zij in het bezit zijn van: a) een diploma van een bacheloropleiding van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen, of b) een diploma van een bacheloropleiding Sociologie of Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen, of c) een Nederlands of een buitenlands bachelor- of masterdiploma, dat aantoont dat zij beschikken over kennis en vaardigheden die overeenkomen met het niveau van de betreffende bacheloropleidingen als vermeld in lid a en b, zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie. 2. Er vindt een selectie plaats door de toelatingscommissie op grond van de volgende eisen: a) voldoende kennis van de Engelse taal, blijkend uit een internationaal erkende test of anderszins. b) een hoog kennisniveau van de voor de opleiding relevante wetenschappen, zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie c) een geschikte attitude, motivatie en talent voor het volgen van de opleiding, zulks ter beoordeling van de toelatingscommissie. Artikel 4.3
Toelating tot de overige opleidingen
1. De toelatingscommissie kan bezitters van een Nederlands of buitenlands bachelor- of masterdiploma van gelijkwaardig niveau en doelstellingen als de
127
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
bachelorprogramma’s genoemd in artikel 4.1 toelaten tot de masteropleidingen. Als de toelatingscommissie, als gevolg van haar onderzoek van de kwalificaties van een student die in het bezit is van een bachelor- of masterdiploma, deficiënties constateert in de kennis en vaardigheden van de kandidaat, kan de Toelatingscommissie aanvullende eisen stellen aan de kandidaat om deze deficiënties op te heffen. 2. Toelating in de betekenis van lid 1 geeft de student het recht om zich in te schrijven voor het masterprogramma. Artikel 4.4
Verplichte voorkennis uit de vooropleiding
1. Deelname aan vakken en tentamens van de onderdelen van de masterprogramma’s staat alleen open voor studenten die bij de aanvang van het onderwijs in dat onderdeel zijn toegelaten tot het masterprogramma. 2. In aanvulling op het in artikel 4.1 bepaalde, gelden de volgende ingangseisen voor individuele cursussen in de programma’s: Vaknaam
code
toelatingseisen
code
MSc Business Administration Advanced Corporate Finance
EBM857B05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Behavioral Finance
EBM806A05
Spec .Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Finance
EBM008A05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Governance
EBM811B05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Corporate Valuation & Portfolo Management
EBM007A10
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Credit Risk Analysis
EBM860A05
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Entrepreneurial Skills (I & II)
EBM606A02 / EBM816A08
Spec. Course SB&E: Fundamentals of SB&E
EWB087A10
Field Course Finance
EBM647A10
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Field Course O&MC
EBM648B10
Spec. Course O&MC: Management Accounting of test
EWB084A10/EBB884A10
Institutional Investment Management
EBM822A05
Spec .Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
Risk & Derivatives
EBM848A10
Spec. Course Finance of test
EWB081A10/EBB881A10
128
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
MSc Accountancy en Controlling Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst.
EBM807A10
Internal Control: Grondslagen
EWB118A10/ EBB918A10
Field Course O&MC I
EBM648B10
Spec. Course OMC: Man. Acc. of test
EWB084A10/EBB884A10
MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies Quantitative Logistics
Artikel 4.5
EBM843A10
Spec. Course Applied Operations Research
EWB088A10/ EBB888A10
Toelatingscommissies
De toelating tot de opleidingen zoals bedoeld in artikel 1.1 onder 1 tot en met 13 is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleidingen. De toelatingscommissie voor de opleidingen wordt gevormd uit leden van de Examencommissie voor de opleidingen. Artikel 4.6
Toelatingsonderzoek: criteria
1. Met het oog op de toelating tot de Research Master als bedoeld in artikel 4.2 stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de attitude, motivatie en het talent van de kandidaat. 2. Met het oog op de toelating tot de opleiding, als bedoeld in artikel 4.3 stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 3. Met het oog op de toelating tot een traject van de opleiding onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor in artikel 4.4 en 4.5 gestelde voorwaarden. De commissie betrekt bij haar onderzoek de motivatie en ambitie van de kandidaat m.b.t. het desbetreffende programma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. 4. Wordt de student toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma van een vooropleiding die buiten Nederland is behaald, dan kan de Examencommissie hem - voor de inschrijving in een Nederlandstalige masteropleiding - verplichten tot het met goed gevolg afleggen van een toets Nederlands, af te nemen door een door de Examencommissie aan te wijzen instantie. 5. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2).
129
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 4.7
Toelatingsonderzoek: tijdstippen
1. De masteropleidingen starten eenmaal per jaar, in het eerste semester. Instroom na dit tijdstip is mogelijk, maar geeft geen garantie op voltooiing van het programma binnen een academisch jaar. 2. Het toelatingsonderzoek vindt eenmaal per jaar plaats. 3. Studenten die zich op basis van een buitenlands diploma via het online application system aanmelden dienen vóór 1 mei een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding en een bepaald traject in te dienen bij de toelatingscommissie. 4. Overige studenten die zich op basis van een Nederlands geaccrediteerd diploma aanmelden dienen vóór 1 juni een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding en een bepaald traject in te dienen bij de toelatingscommissie. 5. In afwijking van het bepaalde in lid 3 en lid 4 dienen studenten die toelating vragen tot de Research Master voor 15 april een verzoek in om te worden toegelaten. 6. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie een na de in het derde , vierde en vijfde lid genoemde sluitingsdata ingediend verzoek in behandeling nemen. 7. De toelatingscommissie beslist na ontvangst van het volledige aanmeldingspakket en binnen vier weken na de deadline voor aanmelding. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in artikel 4.5 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. Op de schriftelijke verklaring omtrent toelating wordt de student gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. 8. In afwijking van het bepaalde in lid 7 beslist de toelatingscommissie voor de Research Master voor 1 juli over de toelating. Artikel 4.8
Voorlopige toelating van studenten van de Rijksuniversiteit Groningen
1. De toelatingscommissie kan een student, die zich voorbereidt op het bachelorexamen van een van de in artikel 4.1 genoemde bacheloropleidingen van de RuG, voorlopig toelaten tot een aansluitende masteropleiding, mits hij van het minimaal vereiste programma van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 15 EC moet behalen en voldoet aan de eisen voor het Engels. Voor studenten die per september 2008 of later zijn begonnen met hun studie geldt bovendien dat de bachelorscriptie succesvol moet zijn afgerond. 2. Voorlopige toelating is geldig vanaf de eerste dag van de collegeperiode volgende op die waarin de student heeft voldaan aan de toelatingseisen zoals vermeld in dit artikel. 3. In afwijking van het in lid 1 bepaalde is voorlopige toelating tot de Research Master niet mogelijk.
130
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
4. De toelatingscommissie kan een student voorlopig toelaten als deze bezig is met de afronding van één van de schakelprogramma’s die toelating geven tot de MSc A&C of de MSc TM, onder voorwaarde dat de niet afgeronde vakken in dat schakelprogramma totaal niet meer dan een studiebelasting mogen hebben van 15 EC. 5. De toelatingscommissie kan een student voorlopig toelaten als deze bezig is met de afronding van één van de schakelprogramma’s die toelating geven tot de MSc BA, MSc HRM, MSc IE&B of de MSc IB&M, onder voorwaarde dat de niet afgeronde vakken in dat schakelprogramma totaal niet meer dan een studiebelasting mogen hebben van 10 EC. De Research paper for pre-MSc en eventuele traject-specifieke vakken mogen geen onderdeel uitmaken van die niet afgeronde vakken en dienen derhalve met een voldoende resultaat te zijn voltooid. 6. Een voorlopige toelating dient binnen zes15 maanden te worden vervangen door een beslissing over toelating krachtens artikel 4.1. 7. In afwijking van het bepaalde in lid 6, kan een voorlopige toelating eenmaal worden verlengd met zes maanden.16
Voor studenten die voor september 2008 voor het eerst waren ingeschreven voor een bachelorprogramma bedraagt deze periode 12 maanden. 16 Dit geldt niet voor studenten die voor september 2008 voor het eerst waren ingeschreven voor een bachelorprogramma 15
131
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Paragraaf 5. Studiebegeleiding Artikel 5.1
Studievoortgangsadministratie
1. De faculteit registreert de individuele studieresultaten van de studenten. 2. Zij verschaft elke student op zijn verzoek en minimaal twee maal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten. 3. Voor het traject International Financial Management van de masteropleiding International Business and Management is het de verantwoordelijkheid van de faculteiten in zowel Groningen als Uppsala om resultaten behaald bij de ene faculteit uit te wisselen met de andere faculteit. Artikel 5.2
Studiebegeleiding
De faculteit draagt zorg voor voldoende begeleiding van de student tijdens zijn opleiding, en schenkt daarbij in het bijzonder aandacht aan mogelijke aanpassingen in het belang van de aansluiting van het gekozen programma op een eventuele onderzoekersopleiding of de beroepsuitoefening buiten de universiteit. Voor de Research Master is deze verantwoordelijkheid gedelegeerd naar de onderzoeksschool SOM. Artikel 5.3
Studieadvies Research Master
Elke zes maanden evalueert de Examencommissie de behaalde studieresultaten van studenten in de Research Master. Bij ontoereikende resultaten kan de student geadviseerd worden één van de eenjarige masteropleidingen van de faculteit Economie en Bedrijfskunde te volgen.
132
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Paragraaf 6. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 6.1
Overgangsbepalingen rond toelatings tot de masteropleidingen
1. Studenten die voor 1 september 2009 toegelaten zijn tot een masteropleiding, behouden deze status, ook als ze niet aan de eisen in artikelen 4.1 – 4.6 voldoen. 2. Studenten die voor 1 september 2007 door de Examencommissie definitief of voorlopig toegelaten zijn tot een Nederlandstalige master die per 1 september 2007 Engelstalig geworden is, kunnen tentamenuitwerkingen en de master’s thesis desgewenst in het Nederlands schrijven. Artikel 6.2
Wijziging
1. Wijzigingen van deze onderwijs- en examenregeling worden door het faculteitsbestuur na advies van de opleidingscommissie en na advies of, waar de WHW dit vereist, na instemming van de faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft betrekking op toekomstige studiejaren en is voor het lopende jaar alleen toegestaan indien de belangen van de student daardoor niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op: a) een goedkeuring die krachtens artikel 3.11.4 is verleend; b) enige andere beslissing, die krachtens deze regeling is genomen ten aanzien van een student. Artikel 6.3
Bekendmaking
1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze onderwijs-en examenregeling, van de Regels en Richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het onderwijsbureau van de faculteit een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 6.4
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2010. Met instemming van de faculteitsraad d.d. 25 juni 2010. Aldus vastgesteld door het faculteitsbestuur op 29 juni 2010.
133
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.
Doel van de opleidingen
Bijlage 1.1 MSc Accountancy en Controlling De masteropleiding Accountancy en Controlling heeft als doel om studenten gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van, inzicht in en vaardigheden op het gebied van accountancy en controlling bij te brengen en voor te bereiden op de postinitiële opleidingen Accountancy respectievelijk Controlling. Het accent in de masteropleiding ligt op een verdieping in de gebieden accountancy en controlling. De masteropleiding Accountancy & Controlling richt zich op de betrouwbaarheid van informatie voor de besturing van organisaties en voor het afleggen van verantwoording over het beleid en de uitvoering daarvan aan interne en externe stakeholders van organisaties. Betrouwbaarheid van bestuurlijke informatie betreft de juistheid en volledigheid van deze informatie en de tijdigheid van het beschikbaar stellen ervan. In de masteropleiding worden twee trajecten onderscheiden: de specialisatie Accountancy en de specialisatie Controlling. De specialisatie Accountancy richt zich op de externe stakeholders van organisaties en is onderhevig aan nationale en internationale regelgeving omtrent de verslaggeving aan deze stakeholders. Deze specialisatie bereidt studenten voor op de postinitiële vervolgopleiding Accountancy, waarmee studenten zich kunnen kwalificeren voor het accountantsberoep op het hoogste niveau, te weten register accountant (RA). De specialisatie Controlling richt zich op de interne stakeholders van organisaties, met als belangrijkste stakeholder het management van organisaties. Deze specialisatie bereidt studenten voor op de postinitiële opleiding Controlling, waarmee studenten zich kunnen kwalificeren voor het controllersberoep op het hoogste niveau, te weten register controller (RC). Meer specifiek heeft de masteropleiding Accountancy & Controlling als doel om studenten diepgaande, gespecialiseerde kennis op het gebied van accountancy of controlling bij te brengen, in het bijzonder voor wat betreft de specialisatie Accountancy op de gebieden auditing, internal control, corporate governance en financial accounting, en voor wat betreft de specialisatie Controlling op de gebieden management accounting, internal control en financiering. Beide specialisaties verdiepen zich in strategische vraagstukken van organisaties. Daarnaast leren studenten om individueel en in groepsverband complexe praktijkproblemen te analyseren en te diagnosticeren en oplossingen aan te dragen en te implementeren. Ook leren studenten om complexe praktijkproblemen integratief te benaderen en veranderingsprocessen te begeleiden. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het handelen vanuit een onafhankelijke en onpartijdige opstelling. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen.
134
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
A Inhoudelijke eindtermen De afgestudeerde master beschikt over diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de vakgebieden accountancy en controlling en is in staat deze toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden en is in staat een originele bijdrage te leveren aan vernieuwing van die kennis in een professionele omgeving. Kennis en inzicht bestaat eruit dat de afgestudeerde master de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen de domeinen begrijpt en kan toepassen en dat hij zelf ook nieuwe kennis en inzichten kan genereren en gebruiken bij het analyseren van complexe (financiële) bedrijfssituaties en bij het oplossen van complexe (financiële) praktijkproblemen. Binnen het Accountancy subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.1 Auditing A.2 Internal Control A.3 Corporate Governance A.4 Financial Accounting De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen. Binnen het Controlling subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande, gespecialiseerde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.5 Management Accounting A.6 Internal Control A.7 Financiering De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden te gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen. A.8
A.9 A.10
De afgestudeerde heeft diepgaande, gespecialiseerde kennis van en inzicht in het vakgebied strategie en organisatie en is in staat deze te gebruiken voor het oplossen van complexe vraagstukken en praktijkproblemen. De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in veranderingsprocessen in organisaties en kan deze gebruiken bij het begeleiden van veranderingen. De afgestudeerde kent systemen en technieken in de accountancy en controlling en is in staat om deze te implementeren in organisaties.
B Academische eindtermen De afgestudeerde master beschikt over diepgaande kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het (financieel) functioneren van organisaties in de beroepspraktijk kan beoordelen, in staat is complexe praktijkproblemen binnen organisaties integratief te benaderen en op te lossen en veranderingsprocessen te begeleiden. De afgestudeerde master is in staat om op basis van onvolledige of beperkte informatie oordelen te vormen waarbij hij ook rekening houdt met sociaal maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden. De afgestudeerde master heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines, die vanuit hun specifieke invalshoek accenten
135
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van accountancy en controlling, en is zich er van bewust dat een onafhankelijke en onpartijdige opstelling noodzakelijk is. B.1
B.2
B.3
B.4
B.5
B.6
B.7
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het accountancy of controlling domein wetenschappelijke informatie zoals wetenschappelijke theorieën of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden en relevante gegevens te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel om met betrekking tot een praktijkprobleem zich een oordeel te vormen, een argumentatie / redenering op te zetten, een passende oplossing te ontwerpen, een advies te geven en/of een veranderingsproces te begeleiden. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde is in staat om de (wetenschappelijke) ontwikkelingen in het accountancy en controlling vakgebied en in relevante aanpalende vakgebieden te onderkennen en naar waarde te schatten. De afgestudeerde is in staat om specifieke accountancy- of controllingvraagstukken te plaatsen in de organisatiecontext en de beroepspraktijk. Ook zijn afgestudeerden in staat om financiële informatie te begrijpen in relatie tot het brede ondernemingsbeleid en te vertalen naar vraagstukken op bedrijfswetenschappelijke vakgebieden. De afgestudeerde is in staat om strategische vraagstukken m.b.t. de informatievoorziening voor de besturing van organisaties en het afleggen van verantwoording van organisaties, te analyseren, te diagnosticeren, oplossingen aan te dragen en te implementeren. De afgestudeerde is zich bewust van de noodzaak van een onafhankelijke en onpartijdige opstelling en hij kan vanuit een maatschappelijke en ethische invalshoek reflecteren op wetenschappelijke inzichten, op het (financieel) functioneren van organisaties en op mogelijke oplossingen voor vraagstukken op het gebied van de accountancy of controlling.
C Sociaal communicatieve eindtermen De afgestudeerde master beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het (financieel) goed functioneren van organisaties. De afgestudeerde master is in staat een team te begeleiden bij de implementatie van oplossingen of veranderingsprocessen in een organisatie. C.1
136
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel met beroepsgenoten als met niet-deskundigen.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
C.2
C.3
De afgestudeerde is in staat zelfstandig, maar ook in teamverband, oplossingsgericht en planmatig te werken en hij is in staat om in de beroepspraktijk leiding te geven aan een team. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om te reflecteren op eigen kennis en vaardigheden en hij is in staat om zijn denken en werken bij te sturen. De afgestudeerde master beschikt over leervaardigheden die nodig zijn om de vervolgopleiding Accountancy of Controlling binnen een redelijke termijn af te ronden. D.1
D.2
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om dit proces bij te sturen. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding en is daardoor in staat een gemotiveerde keuze te maken voor de vervolgopleiding Accountancy of Controlling en voor een loopbaan.
137
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.2 MSc Business Administration De masteroropleiding Business Administration heeft als doel studenten de kennis, het inzicht en de vaardigheden mee te geven die ze nodig hebben om te kunnen omgaan met complexe managementkwesties op het gebied van Business Administration. Om dit doel te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van generieke en specifieke eindtermen. A. Kennis van het vakgebied De afgestudeerde master heeft vergevorderde en conceptuele wetenschappelijke kennis van het vakgebied. A.1 A.2 A.3 A.4
De student begrijpt de belangrijkste theorieën, modellen en kaders binnen het vakgebied. De afgestudeerde master kan deze theorieën, modellen en kaders toepassen om complexe managementsituaties te analyseren. De afgestudeerde master kan kritisch reflecteren op het gebruik van theorieën om de managementpraktijk te begrijpen. De afgestudeerde master kan wetenschappelijke publicaties binnen het vakgebied bespreken en beoordelen.
B. Onderzoek binnen het vakgebied De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die hem of haar in staat stellen zelfstandig onderzoek te verrichten binnen het vakgebied. De afgestudeerde master is in staat: B.1 problemen binnen het vakgebied te herkennen en analyseren; B.2 te zoeken naar literatuur over een bepaald thema binnen het vakgebied; B.3 een onderzoeksopzet te maken over een complex probleem binnen het vakgebied; B.4 gegevens te analyseren en/of een oplossing te ontwerpen binnen het vakgebied; B.5 conclusies te trekken, aanbevelingen te doen, bevindingen te generaliseren en de beperkingen van een onderzoek binnen het vakgebied te identificeren; B.6 op systematische wijze en in duidelijk en nauwkeurig Engels een (onderzoeks-)verslag te schrijven. C. Academische vaardigheden De afgestudeerde master heeft de vaardigheden om de kennis van het vakgebied in complexe situaties op een professioneel niveau toe te passen.
138
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
De afgestudeerde master is in staat: C.1 een plan op te stellen om een complex managementprobleem binnen het vakgebied op te lossen; C.2 technologieën (zoals informatica) toe te passen binnen het vakgebied; C.3 onderzoeksresultaten mondeling te presenteren in duidelijk Engels en met effectief gebruik van visuele hulpmiddelen; C.4 op passende wijze vragen te beantwoorden en het eigen werk te verdedigen. D. Beroepsvaardigheden en attitude De afgestudeerde master heeft de vaardigheden en instelling waarmee hij of zij in een professionele omgeving aan het werk kan. D.1 D.2 D.3 D.4 D.5 D.6
De afgestudeerde master kan prioriteiten stellen, plannen en zijn/haar tijd en werk effectief indelen. De afgestudeerde master kan een groot werkproject plannen. De afgestudeerde master haalt deadlines en kan onder druk werken. De afgestudeerde master kan reflecteren op zijn of haar prestaties, inclusief sterke en zwakke punten. De afgestudeerde master kan ethische dilemma’s binnen het vakgebied herkennen en hierop reflecteren. De afgestudeerde master kan werken binnen een multidisciplinair en internationaal team.
139
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.3 MSc Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies Het doel van de masteropleiding Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies (EORAS) is om studenten te leren wiskundige modellen binnen de economie en bedrijfskunde op wetenschappelijk niveau toe te passen en om economische vraagstukken met behulp van de juiste software te analyseren via een combinatie van wiskunde, economie en statistiek. Het ontwikkelen van een onderzoekgeoriënteerde instelling en kennis van de belangrijkste modellen speelt de hoofdrol, samen met het leren omzetten van verkregen modeluitkomsten in voor het vakgebied relevante resultaten. Afgestudeerden van de opleiding EORAS ontwikkelen wiskundige modellen voor gecompliceerde praktijksituaties. In plaats van het praktische probleem eenvoudiger te maken dan het is of het aan te passen voor het gebruik van bekende hulpmiddelen, modellen of theorieën (bachelorniveau), passen afgestudeerde masters daarom moderne methoden en technieken toe en ontwikkelen zij waar nodig wiskundige of statistische hulpmiddelen. De specialisatie Econometrics houdt zich vooral bezig met de interpretatie van geobserveerde (economische) gegevens op basis van econometrische analyse. Een dataset wordt gemodelleerd om verbanden te vinden of te verifiëren, ofwel voor simulatie of voorspellingen, of voor beleidsbeslissingen. Moderne econometrie wordt toegepast op zowel macro- als micro-economie, maar ook in andere vakgebieden zoals financiële economie of marketing. De specialisatie Operations Research houdt zich vooral bezig met besluitvormingsproblemen, bijvoorbeeld op het gebied van logistiek en financiën. Er worden zowel deterministische als stochastische modellen gebruikt. De specialisatie Actuarial Studies houdt zich voornamelijk bezig met onderwerpen die te maken hebben met verzekeringen: levensverzekering, risicoverzekering en herverzekering. Verzekering is nauw verbonden met investeringsstrategieën, sociale zekerheid, onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers over pensioenen, enzovoort. De doelen van de masteropleiding EORAS zijn vertaald in de volgende eindtermen of kwalificaties: A Eindtermen met betrekking tot inhoudelijke kennis en inzicht De afgestudeerde master in EORAS: A.1 heeft grondige wetenschappelijke kennis van en inzicht in recente theorieën, methoden, modellen en technieken uit ten minste twee van de subgebieden uit de specialisatie; A.2 kan de actuele internationale literatuur van het vakgebied lezen, kennis en inzicht toepassen bij het analyseren van niet-routinematige praktische problemen en kan bijdragen aan de opbouw van kennis binnen het vakgebied;
140
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
A.3 A.4
A.5
A.6
A.7
A.8
kan de actuele internationale literatuur van ten minste één ander subgebied binnen de gekozen specialisatie of een andere specialisatie lezen; voldoet aan dezelfde normen binnen ten minste één ander subgebied uit de wiskunde, economie of bedrijfskunde, inclusief de specialisaties van de opleiding; kan ten minste één programmeeromgeving gebruiken en heeft kennis van de voor zijn/haar vakgebied relevante computerprogramma’s. Hij/zij kan met deze programma's in een professionele omgeving functioneren; kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan verbanden leggen tussen de resultaten met betrekking tot de kennisgebieden die worden gevonden in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde publicaties en relevante sociale ontwikkelingen; heeft inzicht in de theorieën en concepten van de vakgebieden economie en/of bedrijfskunde, met name waar bruikbaar bij een modellerende aanpak binnen zijn/haar vakgebied. Hij/zij kan zich een mening vormen over de praktische relevantie van de gebruikte wiskundige modellen en is in staat de toepassing van theorieën en modellen kritisch te beoordelen; heeft grondige kennis van bepaalde aspecten van de wiskunde en statistiek, vooral de aspecten die belangrijk zijn voor een modellerende aanpak binnen het vakgebied. Het niveau is hoog genoeg voor een creatief gebruik van wiskundige en statistische onderzoeksmethoden.
B Wetenschappelijke eindtermen Binnen zijn/haar vakgebied kan de afgestudeerde master: B.1 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeks- en analysemethoden toepassen en onderzoek plannen en verrichten; B.2 een praktisch probleem vertalen naar vragen in de vorm van een wiskundig model, relevante kwantitatieve gegevens verzamelen en de uitslagen van een wiskundig model vertalen naar antwoorden met betrekking tot het oorspronkelijke praktische probleem; B.3 wetenschappelijke methoden en technieken in de wiskunde, economie, statistiek en software binnen de juiste context toepassen; B.4 zowel mondeling als schriftelijk communiceren in het Engels op een voor de wetenschap acceptabel niveau; B.5 zijn/haar studie op een gevorderd niveau vervolgen; B.6 reflecteren op wetenschappelijke theorieën, economische of maatschappelijke verschijnselen en op het functioneren van organisaties vanuit een ethische invalshoek; B.7 onafhankelijk onderzoek verrichten naar niet-routinematige praktijkvraagstukken; B.8 De afgestudeerde master heeft een onderzoekende en kritische houding met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen van wetenschappelijke inhoud en de ontwikkeling van het kennisdomein en kan hierover tijdens een debat een standpunt innemen;
141
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
B.9
De afgestudeerde master is bekend met de belangrijkste bronnen van literatuur binnen zijn/haar vakgebied.
C Sociaalcommunicatieve eindtermen C.1 De afgestudeerde master heeft sociale communicatievaardigheden waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen binnen de hoofdspecialisatie zowel schriftelijk als mondeling in het Engels kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als collega’s uit hetzelfde vak of uit andere vakgebieden (zoals managers, economen, wiskundigen, wetenschappers en technici); C.2 De afgestudeerde master kan kritisch reflecteren op eigen werk en het werk van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als praktische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven. D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding D.1 De afgestudeerde master heeft de benodigde leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn/haar eigen leerproces en professionele vaardigheden en houding en kan waar nodig actie ondernemen; D.2 De afgestudeerde master heeft zelfinzicht en is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen.
142
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 1.4 MSc Economics De masteropleiding Economics heeft als doel studenten op te leiden die in staat zijn geavanceerde economische theorieën toe te passen om economische situaties te analyseren die van toepassing zijn op de samenleving in het algemeen. Studenten verwerven kennis van economische theorie op een hoog analytisch niveau. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar actuele economische theorieën in de kerngebieden van de economie. Bovendien worden studenten vertrouwd gemaakt met het toepassen van theorie en onderzoeksmethoden op de economische praktijk en economisch beleid. Een dergelijke combinatie van zorgvuldig wetenschappelijk denken en praktijkervaring is essentieel voor elk beroep op het gebied van economisch beleid of onderzoek. Tot slot moeten afgestudeerden in staat zijn economisch onderzoek uit te voeren. Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke beoogde leerdoelen gedefinieerd. A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan) Voor het classificeren van economische literatuur gebruikt het Journal of Economic Literature het JEL Classification System (www.AEAweb.org, JEL-classificatiecodegids). Aangezien dit systeem algemeen geaccepteerd wordt binnen het economische vakgebied, zal het worden gebruikt om de kennisgebieden van de opleiding hieronder te definiëren. De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de volgende twee vakgebieden: A.1 Micro-economie, Industriële Organisatie (JEL-codes D, L) A.2 Macro-economie, Monetaire Economie (JEL-code E) en daarnaast wetenschappelijke kennis van en inzicht in twee van de volgende gebieden op een hoger niveau dan dat van een afgestudeerde bachelor Economics: A.3.1 Economie van de Publieke Sector, Rechten en Economie (JEL-codes H en K) A.3.2 Economische Geschiedenis en Economische Ontwikkeling, Technologische Veranderingen en Groei (JEL-codes N en O) A.3.3 Stedelijke, Plattelands- en Regionale Economie (JEL-code R) A.3.4 Wiskundige en Kwantitatieve Methoden (JEL-code C) A.3.5 Econometrie, Operationele Research, Actuariaat, Financiën of International Economics and Business (JEL-code C, F en G) De afgestudeerde master begrijpt actuele internationale literatuur over de bovengenoemde vakgebieden, kan wetenschappelijke kennis en economische modelleringstechnieken toepassen bij het analyseren van nieuwe of nietgedefinieerde economische situaties en kan originele bijdragen leveren binnen zowel een wetenschappelijke omgeving als een beroepsomgeving.
143
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
De afgestudeerde master: A.4 kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan verbanden leggen tussen de resultaten van de kennisgebieden die worden gevonden in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde publicaties en relevante nationale en internationale ontwikkelingen; A.5 kan de belangrijkste theoretische inzichten van het vakgebied toepassen bij de analyse van concrete maar complexe economische vraagstukken en kan daarmee de eerste stappen nemen tot niet-routinematig onderzoek. B Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken) Binnen het vakgebied van de economie is de afgestudeerde master in staat om: B.1 tot een kritisch oordeel te komen omtrent de relaties tussen theoretische concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale wetenschappelijke publicaties; B.2 onafhankelijk een probleemstelling te formuleren, specifieke onderzoeks- en analysemethoden toe te passen en onderzoek te plannen en te verrichten; B.3 kwantitatieve en kwalitatieve gegevens te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, een betoog op te bouwen, een oplossing te ontwikkelen, problemen op te lossen en/of op basis van theorie en bewijs advies te geven; B.4 wetenschappelijke methoden en technieken binnen de economie, wiskunde, statistiek en toegepaste informatica binnen de juiste context toe te passen; B.5 onafhankelijk een bijdrage te leveren aan de toegepaste kennis binnen het vakgebied economie. De afgestudeerde master: B.6 heeft bovendien een onderzoeksgerichte en kritische houding met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen van het economische vakgebied en de wetenschap in het algemeen bij het behandelen van sociale vraagstukken en ontwikkelingen en is in staat een mening te vormen vanuit een ethische invalshoek; B.7 kent de belangrijkste internationale literatuurbronnen, blijft op de hoogte van relevante internationale (wetenschappelijke) uitgaven binnen het vakgebied en houdt zijn/haar kennis op een acceptabel niveau. C Sociaalcommunicatieve eindtermen De afgestudeerde master: C.1 heeft sociale communicatievaardigheden en Engelse taalvaardigheden (lezen, schrijven, presenteren en discussiëren) waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten (zoals managers, economen, wiskundigen en wetenschappers);
144
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
C.2
C.3
heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en nauwkeurig werken. Verder kan hij/zij het initiatief nemen, luisteren, discussiëren en plannen binnen een beroepsomgeving; kan kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en opbouwende feedback of verbeteringen geven.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding De afgestudeerde master: D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling; D.2 heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen; D.3 heeft een actieve houding met betrekking tot een leven lang leren.
145
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.5 MSc Fiscale Economie Het doel van de masteropleiding Fiscale Economie is het bereiken van een specialistisch, wetenschappelijk niveau op het domein van de fiscale economie. In de masteropleiding komt daarom meer gespecialiseerde kennis op het gebied van belastingrecht aan de orde. Tevens biedt de opleiding een verdieping op de gebieden financiering en openbare financiën en wordt naast de nationale wet- en regelgeving nadrukkelijk aandacht besteed aan internationaal en europees belastingrecht. In de masteropleiding vindt bovendien integratie plaats van fiscale vakken en wordt op geïntegreerde wijze diepgaande en specialistische kennis van de vakgebieden aangeboden. Er is daarbij ruime aandacht voor de fiscale problematiek waarmee multinationals en samenwerkingsverbanden in het MKB, alsmede hun aandeelhouders/eigenaren en werknemers worden geconfronteerd. Van studenten wordt gevraagd kritisch naar oplossingen te zoeken op deze complexe fiscaal economische vraagstukken. Om deze doelen te bereiken heeft de opleiding het onderwijs vormgegeven aan de hand van generieke eindtermen die nader zijn uitgewerkt in meer specifieke eindtermen. A Inhoudelijke eindtermen De afgestudeerde master beschikt over diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in het fiscaal economische domein, is in staat deze toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden en is in staat een originele bijdrage te leveren aan vernieuwing van die kennis en beleidsontwikkeling in een professionele omgeving. Kennis en inzicht bestaat eruit dat de afgestudeerde master de belangrijkste theorieën, methoden en technieken binnen het domein van de fiscale economie begrijpt en kan toepassen en dat hij zelf ook nieuwe kennis en inzichten kan genereren en gebruiken bij het analyseren van complexe fiscaal economische situaties en bij het oplossen van complexe fiscaal economische praktijkproblemen. De afgestudeerde master kan de sturende effecten van fiscale regelgeving bedenken en beleid op dit gebied implementeren. De afgestudeerde Master FE: A.1 heeft een diepgaande kennis van en inzicht in het Nederlandse fiscale systeem, mede in Europees en internationaal perspectief, alsmede in het belang van de fiscaliteit voor het beleid op ondernemingsniveau en op overheidsniveau. A.2 heeft een diepgaande kennis van en inzicht in de normatieve invloeden op de fiscale rechtsvorming en –handhaving. Binnen het bedrijfseconomisch subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.3 Financiering A.4 Accounting en Boekhouden
146
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden integratief te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en het formuleren van adviezen en beleid. Binnen het algemeen economisch subdomein heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in het gebied: A.5 Micro-/macro-economie De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op dit gebied integratief te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en het formuleren van fiscaal beleid. Binnen het subdomein van het belastingrecht heeft de afgestudeerde diepgaande wetenschappelijke kennis van en inzicht in de gebieden: A.6 Nationaal belastingrecht A.7 Internationaal belastingrecht A.8 Europees belastingrecht De afgestudeerde is tevens in staat zijn kennis en inzicht op deze gebieden integratief te gebruiken voor het oplossen van bedrijfseconomische en fiscale vraagstukken en het formuleren van fiscaal beleid. B Academische eindtermen De afgestudeerde master beschikt over diepgaande kennis van en inzicht in wetenschappelijke methoden en technieken en over academische vaardigheden en een academische attitude, zodanig dat de afgestudeerde het bedrijfseconomisch en fiscaal functioneren van complexe organisaties in de beroepspraktijk kan beoordelen en in staat is complexe praktijkproblemen binnen die organisaties integratief te benaderen en op te lossen. De afgestudeerde master is in staat om in situaties van onvolledige of beperkte informatie te beoordelen welke extra informatie nodig is en of en waar deze verkregen kan worden en - in die situaties waarin additionele informatie niet verkrijgbaar is - op basis van onvolledige of beperkte informatie oordelen te vormen waarbij hij ook rekening houdt met sociaal maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden. De afgestudeerde master heeft een open houding ten aanzien van verschillende wetenschappelijke disciplines die vanuit hun specifieke invalshoek accenten leggen in de benadering van vraagstukken binnen het domein van de fiscale economie en is zich er van bewust dat een integere opstelling noodzakelijk is. B.1
B.2
De afgestudeerde is in staat, binnen de kaders van het bedrijfseconomische en fiscale domein (inter)nationale wetenschappelijke informatie zoals theoretische concepten, wetenschappelijke theorieën, methoden en technieken of een wetenschappelijk betoog kritisch op waarde te schatten en op geïntegreerde wijze toe te passen. De afgestudeerde is in staat hoofd- en bijzaken te onderscheiden en de kern van een probleem te onderkennen om vervolgens zelfstandig relevante gegevens en informatie te verzamelen, te analyseren, te interpreteren en te synthetiseren, met als doel om met betrekking tot een praktijkprobleem zich
147
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
B.3
B.4
B.5 B.6
B.7
een oordeel/mening te vormen, een argumentatie/redenering op te zetten, een passende oplossing te ontwerpen en/of een beleidsvoorstel te formuleren. De afgestudeerde is in staat om wetenschappelijke methoden & technieken, informatie- en analysetechnieken op het juiste moment en in de juiste context toe te passen en zelfstandig wetenschappelijk onderzoek op te zetten en uit te voeren. De afgestudeerde houdt bij wat de ontwikkelingen zijn in het fiscaal economisch vakgebied en in relevante aanpalende vakgebieden en is in staat zelfstandig een bijdrage te leveren aan de kennisvoorraad van ten minste één specialisatiegebied. De afgestudeerde kan verbanden leggen tussen de in de nationale en internationale wetenschappelijke en vakpublicaties gevonden uitkomsten en relevante maatschappelijke ontwikkelingen binnen het fiscaal economische domein. De afgestudeerde is in staat om specifieke fiscaal economische vraagstukken te plaatsen in de organisatiecontext en de beroepspraktijk. De afgestudeerde is in staat strategische vraagstukken van regelgeving en organisaties te analyseren, te diagnosticeren, oplossingen aan te dragen en te implementeren. De afgestudeerde is in staat te handelen vanuit een integere opstelling en hij kan vanuit een maatschappelijke en ethische invalshoek reflecteren op wetenschappelijke inzichten, op het fiscaal economisch functioneren van organisaties en op mogelijke oplossingen voor fiscaal economische vraagstukken.
C Sociaal communicatieve eindtermen De afgestudeerde master beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig en in teamverband te kunnen bijdragen aan het fiscaal economisch goed functioneren van complexe organisaties. De afgestudeerde master toont een professionele houding waarbij relevante vaardigheden zoals planmatig werken, accuraatheid, zelfstandig werken, initiatief nemen en overtuigen adequaat worden toegepast. C.1
C.2
C.3
De afgestudeerde beschikt over sociaal communicatieve vaardigheden waarmee hij in staat is om relevante informatie op een logische, overtuigende en heldere manier te verwoorden, zowel in schrift als mondeling en zowel voor een publiek van beroepsgenoten als voor niet-deskundigen. De afgestudeerde is in staat zelfstandig en in teamverband, accuraat, oplossingsgericht en planmatig te werken en hij is initiatiefrijk in het oplossen van vraagstukken en het aanpakken van werkzaamheden. De afgestudeerde kan kritisch reflecteren op eigen en andermans werk om daar waar nodig is bij te sturen en feedback te geven.
D Studievaardigheden en beroepenoriëntatie De afgestudeerde master beschikt over vaardigheden die noodzakelijk zijn om het eigen leerproces te sturen en om te reflecteren op eigen kennis en vaardigheden en hij is in staat om zijn denken en werken bij te sturen.
148
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
D.1
D.2
D.3
De afgestudeerde beschikt over de noodzakelijke leer- en studievaardigheden om te kunnen reflecteren op het eigen leerproces (denken en werken) en om dit proces bij te sturen. De afgestudeerde beschikt over zelfinzicht, inzicht in het beroepsperspectief en inzicht in de mogelijkheden tot verdieping en/of verbreding binnen het fiscaal economisch domein. De afgestudeerde is bereid en in staat om gedurende zijn carrière zijn kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te houden.
149
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.6 MSc Human Resource Management De masteropleiding Human Resource Management (HRM) heeft als doel studenten op te leiden die in staat zijn complexe problemen met betrekking tot het management van werkzaamheden en werkgelegenheid in organisaties te definiëren, analyseren en evalueren. Studenten verwerven een zorgvuldige, wetenschappelijke denkwijze en wetenschappelijke vaardigheden aan de hand waarvan ze kunnen overdenken en ontdekken hoe HRM-beleid en -praktijken kunnen worden ontwikkeld en toegepast teneinde de beschikbaarheid, inzetbaarheid, toewijding en vitaliteit van werknemers te waarborgen die nodig zijn om de doelen van de organisatie te bereiken. Om deze doelen te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van generieke en specifieke eindtermen. A Eindtermen met betrekking tot wetenschappelijke kennis van en inzicht in HRM De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de belangrijkste theorieën, modellen en methoden op de volgende gebieden: A.1 A.2 A.3 A.4
Strategisch Human Resources Management; Ontwerp van werkprocessen en teamprocessen; Instrumenten van personeelsbeleid (werving, selectie, opleiding, prestatiemanagement, werknemersontwikkeling, vergoeding); verandermanagement.
B Eindtermen met betrekking tot het toepassen van kennis en inzicht De afgestudeerde master is in staat zijn/haar wetenschappelijke kennis van en inzicht in HRM toe te passen. Hij/zij is in het bijzonder in staat: B.1
B.2
B.3
theoretische inzichten op een relatief vergevorderd niveau toe te passen bij het analyseren en evalueren van specifieke vragen betreffende een van de bovengenoemde vakgebieden; de verworven kennis en het verworven inzicht toe te passen teneinde complexe problemen en kwesties op het snijvlak van een aantal of alle bovengenoemde gebieden te definiëren, analyseren en evalueren; een onderzoeksgerichte houding ten aanzien van HRM aan te nemen om HRM-beleid en -praktijken te baseren op het beste beschikbare wetenschappelijke bewijs.
C Eindtermen met betrekking tot onderzoek De afgestudeerde master beschikt over de benodigde wetenschappelijke vaardigheden om zelfstandig onderzoek uit te voeren op het gebied van HRM. Hij/zij is in het bijzonder in staat: C.1
150
theorieën, modellen en methodes te selecteren en synthetiseren om HRMgerelateerde onderzoeksvragen te definiëren en conceptualiseren;
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
C.2
C.3
gegevens te verzamelen, analyseren en interpreteren om op basis van onderzoek conclusies te trekken en verdedigbare aanbevelingen te doen op het gebied van HRM-kwesties; een wetenschappelijk onderzoeksrapport te schrijven, presenteren, verdedigen en bespreken.
D Sociaalcommunicatieve eindtermen De afgestudeerde master beschikt over de benodigde vaardigheden en houding om effectief (samen) te werken in een professionele, multidisciplinaire omgeving. Hij/zij beschikt in het bijzonder over: D.1
D.2
D.3
de benodigde analytische en sociale vaardigheden om effectief te kunnen samenwerken in een multidisciplinair team dat is opgezet om uitgebreide organisatievraagstukken en kwesties met een HRM-component te behandelen; de benodigde communicatieve vaardigheden om op logische, duidelijke en overtuigende wijze zijn/haar eigen veronderstellingen, analyses, conclusies, besluiten, meningen en activiteiten mondeling en schriftelijk te uiten; de benodigde leerhouding om kritisch op zijn/haar eigen en andermans kennis, vaardigheden en capaciteiten te reflecteren en reageren.
151
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.7 MSc International Business and Management De masteropleiding International Business and Management richt zich op de bedrijfskundige en managementaspecten van multinationale bedrijven. De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in leiderschapskwesties binnen multinationals, internationaal financieel management, geavanceerde internationale bedrijfskunde en vergelijkende institutionele benaderingen. Bovendien beschikt hij/zij over de specifieke onderzoeksvaardigheden die managers nodig hebben om nieuwe omgevingen en de bijbehorende ontwikkelingen te analyseren en over de benodigde sociale en communicatieve vaardigheden om in een internationale context te kunnen functioneren. De doelen van de masteropleiding IB&M zijn vertaald in de volgende eindtermen: A Inhoudelijke eindtermen De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de volgende vakgebieden: A.1 Vergelijkende internationale instellingen en bedrijfssystemen A.2 Internationale bedrijfskunde A.3 Internationaal management A.4 Internationaal financieel management Bovendien is de afgestudeerde master in staat zijn/haar kennis van en inzicht in deze vakgebieden toe te passen bij het analyseren van nieuwe, complexe kwesties in een internationale bedrijfskundige en managementcontext. B Wetenschappelijke eindtermen Binnen het vakgebied van International Business and Management kan de afgestudeerde: B.1 tot een kritisch oordeel komen omtrent de relaties tussen theoretische concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale wetenschappelijke publicaties; B.2 zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeks- en analysemethoden toepassen en onderzoek plannen en uitvoeren; B.3 relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen, deze gegevens analyseren, interpreteren en synthetiseren met als doel het vormen van een mening, het opbouwen van een betoog, het ontwerpen van een oplossing en het oplossen van problemen en/of het geven van advies; B.4 wetenschappelijke methoden en technieken op het gebied van International Business and Management correct toepassen. C Sociaalcommunicatieve eindtermen De afgestudeerde master: C.1 beschikt over professionele communicatievaardigheden en Engelse taalvaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, presenteren en discussiëren) waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten,
152
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
C.2 C.3
C.4
veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten; heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en methodologisch nauwkeurig functioneren in een professionele omgeving; kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven; kan deze kennis en vaardigheden toepassen binnen de context van een internationale en multidisciplinaire werkomgeving, kan werken in een interculturele context en zich professioneel gedragen, daarbij rekening houdend met verschillen in tradities, normen en gewoontes met betrekking tot het functioneren binnen een internationaal bedrijf.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding De afgestudeerde master: D.1 heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling; D.2 heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen; D.3 is gemotiveerd om op een zelfgestuurde of autonome manier door te leren.
153
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 1.8 MSc International Economics and Business De masteropleiding International Economics & Business (IE&B) traint studenten in het maken van (strategische) beslissingen bij nationale of internationale bedrijven en overheidsorganisaties, zoals financiële instellingen, multinationals, adviesbureaus en overheden. In dit verband staat bij de masteropleiding IE&B één integratief onderwerp centraal, te weten Multinational Enterprise in verhouding tot de wereldeconomie. Studenten verwerven kennis over de internationale handel, economische geografie, innovatietheorie, internationale bedrijfsstrategie, het bouwen op de (gegeneraliseerde) transactiekostentheorie en internationale economie, de theorie van bedrijfssystemen en vergelijkende institutionele theorie. Bovendien kan de afgestudeerde master deze kennis onder verschillende omstandigheden toepassen en de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren. Door (toegepaste) onderzoeksvragen in het vakgebied van de internationale economie, vergelijkende institutionele analyse en internationale bedrijfsstrategie te analyseren, nemen studenten de eerste stappen in de richting van het verrichten van onderzoek en analyses van relatief complexe problemen in de praktijk. Om deze doelen te bereiken, is de masteropleiding vormgegeven aan de hand van specifieke eindtermen of kwalificaties. A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan) De afgestudeerde master heeft vergevorderde wetenschappelijke kennis van en inzicht in de volgende vakgebieden: A.1 A.2 A.3 A.4
Internationale economische handel en beleid Internationale monetaire en financiële economie Internationale bedrijfsstrategie Vergelijkende internationale instellingen en bedrijfssystemen en economische ontwikkeling.
Daarnaast is de wetenschappelijke kennis en inzicht in het volgende gebied van een hoger niveau dan dat van een afgestudeerde bachelorstudent IE&B: A.5 Kwantitatieve bedrijfskundige onderzoeksmethoden en econometrie. De afgestudeerde kan ook de actuele internationale literatuur over de bovengenoemde vakgebieden lezen, kennis en inzicht toepassen bij het analyseren van nieuwe of complexe problemen in de context van internationale economie en bedrijfskunde en een grondige bijdrage leveren aan de opbouw van kennis binnen een relevante beroepsomgeving. De afgestudeerde master: A.6 kan de verhoudingen tussen de kennisgebieden interpreteren en kan verbanden leggen tussen de bevindingen in internationale wetenschappelijke en vakgerelateerde publicaties en relevante internationale ontwikkelingen;
154
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
A.7
kan de belangrijkste theoretische inzichten van het vakgebied toepassen bij de analyse van specifieke vragen op het gebied van de internationale economie, vergelijkende institutionele analyse en internationale bedrijfsstrategie en zodoende de eerste stappen zetten in de richting van wetenschappelijk onderzoek op redelijk vergevorderd niveau.
B Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken) Binnen het vakgebied van International Economics and Business kan de afgestudeerde master: B.1
B.2 B.3
B.4
B.5
tot een kritisch oordeel komen omtrent de relaties tussen theoretische concepten, onderzoeksmethoden en empirische bevindingen in internationale wetenschappelijke publicaties; zelfstandig een probleemstelling formuleren, specifieke onderzoeksmethoden toepassen en onderzoek plannen en uitvoeren; relevante kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzamelen en deze gegevens analyseren, interpreteren en synthetiseren met als doel het vormen van een mening, het opbouwen van een betoog, het ontwerpen van een oplossing en het oplossen van problemen en/of het geven van advies; wetenschappelijke methoden en technieken in de vakgebieden van de internationale economie, internationale bedrijfsstrategie, vergelijkende institutionele analyse, economische ontwikkeling en groei, statistiek en toegepaste informatica op het juiste moment en binnen de juiste context toepassen; de eerste stappen nemen in de richting van het onafhankelijk bijdragen aan de opgebouwde kennis binnen het domein van International Economics and Business.
De afgestudeerde master: B.6 heeft verder een onderzoeksgerichte en kritische houding met betrekking tot de mogelijkheden en beperkingen van de wetenschap bij het behandelen van sociale vraagstukken en ontwikkelingen en is in staat zich een mening te vormen vanuit een ethische invalshoek; B.7 kent de belangrijkste internationale literatuurbronnen, blijft op de hoogte van relevante internationale (wetenschappelijke) uitgaven binnen het vakgebied en houdt zijn/haar kennis op een acceptabel niveau. C Sociaalcommunicatieve eindtermen De afgestudeerde master: C.1
beschikt over professionele communicatievaardigheden en Engelse taalvaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, presenteren en discussiëren) waarmee logisch, duidelijk en overtuigend de eigen activiteiten, veronderstellingen, meningen, oplossingen en beslissingen kunnen worden uitgelegd aan zowel leken als vakgenoten;
155
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
C.2 C.3
C.4
heeft een professionele instelling en kan oplossingsgericht, systematisch en methodologisch nauwkeurig functioneren in een professionele omgeving; kan kritisch reflecteren op zijn/haar eigen werk en dat van anderen, waarbij gelet wordt op zowel logische samenhang als economische relevantie. Indien nodig kan hij/zij het werk aanpassen en feedback of verbeteringen geven; kan deze kennis en vaardigheden toepassen binnen de context van een internationale en multidisciplinaire werkomgeving, kan werken in een interculturele context en zich professioneel gedragen, daarbij rekening houdend met verschillen in tradities, normen en gewoontes met betrekking tot het functioneren binnen een internationaal bedrijf.
D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding De afgestudeerde master: D.1 D.2
D.3 D.4
156
heeft de benodigde vaardigheden om te kunnen reflecteren op zijn of haar eigen leerproces, professionele vaardigheden en instelling; heeft zelfinzicht, is zich bewust van de kenmerken van het beroep en de carrièremogelijkheden en kan een juiste keuze maken voor het vervolg van zijn of haar carrière na het afstuderen; kan het onbekende aanpakken (wat hoort bij een internationale omgeving) en kan leren van eigen ervaringen en leeractiviteiten; is gemotiveerd om op een zelfgestuurde of autonome manier door te leren.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 1.9 MSc Technology Management De masteropleiding Technology Management heeft als doel studenten de kennis, middelen en vaardigheden mee te geven om de technologische innovaties van producten, diensten en processen te beheren, technologische innovaties te beoordelen in termen van bedrijfseconomie en van de mogelijke gevolgen voor het sociotechnische systeem van een bedrijf en een geïntegreerd beeld van technologische innovaties te ontwikkelen en toe te passen. Om deze doelen te bereiken, is de opleiding vormgegeven aan de hand van generieke en specifieke eindtermen. A. Functionele gebieden van technologiemanagement De afgestudeerde master heeft gevorderde kennis van de functionele gebieden binnen technologiemanagement zodat hij of zij technologische innovaties in producten, diensten en processen kan beschrijven, analyseren en beheren. De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis van en inzicht in innovaties in: A.1 de ontwikkeling van producten en diensten. A.2 processen en bedrijfsvoering. A.3 De afgestudeerde master beschikt over voldoende kennis van en inzicht in de rol en bijdrage van informatietechnologie in technologische innovaties. A.4 De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis en vaardigheden om technologische innovaties vanuit een economisch perspectief te kunnen beoordelen. A.5 De afgestudeerde master heeft vergevorderde kennis en vaardigheden om de sociale en organisatorische invloed van technologische innovaties te kunnen beoordelen. B. Onderzoek op het gebied van technologiemanagement De afgestudeerde master is in staat integratief, toegepast wetenschappelijk onderzoek te verrichten op het gebied van technologiemanagement. B.1 B.2
B.3 B.4
De afgestudeerde master begrijpt het integratieve karakter van technologische innovaties. De afgestudeerde master is in staat theorieën toe te passen, modellen te bouwen en methoden te ontwikkelen voor het ontwikkelen van oplossingen voor problemen op het gebied van technologiemanagement. De afgestudeerde master beschikt over de nodige onderzoeksvaardigheden om zelfstandig onderzoek uit te voeren. De afgestudeerde master is in staat zijn of haar kennis van bepaalde gebieden binnen het technologiemanagement verder te verbreden en verdiepen.
C. Communicatieve en leidinggevende vaardigheden De afgestudeerde master beschikt over communicatieve en leidinggevende vaardigheden en kan werken binnen een team.
157
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
De afgestudeerde master is in staat: C.1 een wetenschappelijk onderzoeksrapport te schrijven; C.2 een voorstel te presenteren en verdedigen; C.3 een project te plannen; C.4 ethisch te handelen; C.5 te reflecteren op zijn/haar eigen prestaties; C.6 in een team te werken en bij te dragen aan de samenwerking. D. Wetenschappelijke instelling De afgestudeerde heeft een wetenschappelijke instelling waarmee hij of zij in een professionele academische omgeving kan werken. D.1 D.2 D.3
158
De afgestudeerde master staat positief tegenover het concept van een leven lang leren. De afgestudeerde master heeft een open, kritische instelling ten opzichte van nieuwe ideeën en ontwikkelingen. De afgestudeerde master behandelt anderen met respect.
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 1.10 MSc Economics and Business De Research Masteropleiding Economics and Business heeft als algemene doelstelling studenten klaar te stomen voor het doen van onderzoek door middel van diepgaande training in geavanceerde theorieën en methodes gericht op zowel kennis als vaardigheden. De opleiding bestaat uit vijf profielen (specialisaties): (1) Economics & Econometrics, (2) International Economics & Business, (3) Marketing, (4) Operations Management & Operations Research, en (5) Human Resource Management & Organizational Behaviour. Deze profielen sluiten aan op de vijf onderzoeksprogramma’s van SOM. De Research Masteropleiding beoogt excellente, jonge studenten op te leiden en te trainen om in de toekomst deel uit te maken van de academische gemeenschap, als promovendi of als onderzoekers bij een nationaal of internationaal publiek of privaat onderzoeksinstituut. Na afronding van het programma ontvangen studenten een masterdiploma (MSc). Het programma wordt gegeven in het Engels en heeft als doel een internationale studentenpopulatie aan te trekken. Slechts een kleine groep enthousiaste en zeer gemotiveerde studenten met een uitzonderlijk talent voor wetenschap en onderzoek wordt toegelaten tot deze opleiding. Om deze doelen te bereiken, worden voor studenten specifieke beoogde leerdoelen gedefinieerd. A Inhoudelijke eindtermen (kennis, inzicht en de toepassing hiervan) De afgestudeerde beschikt over A.1 een ruim inzicht in belangrijke hedendaagse economische en bedrijfskundige vraagstukken, alsook een grondige kennis van belangrijke vraagstukken op het gebied van zijn specialisatie; A.2 gevorderde kennis van en inzicht in theoretische economische en bedrijfskundige modellen, met name op het gebied van zijn specialisatie; A.3 gevorderde kennis van en inzicht in de onderzoeksmethodologie en methodes op het gebied van de economie en de bedrijfskunde; A.4 gevorderde kennis van en inzicht in geschikte en uitvoerbare onderzoeksontwerpen en methodes voor gegevensverzameling in verschillende soorten onderzoek, alsook de expertise en ervaring wat betreft de adequaatheid, de toepasbaarheid en de feitelijke toepassing van dergelijke onderzoeksontwerpen en methodes voor gegevensverzameling; A.5 het vermogen om onderzoeksvragen te koppelen aan economische en bedrijfskundige theorieën; A.6 het vermogen om op originele wijze theorieën en onderzoeksresultaten op beleidsvraagstukken en wetenschappelijke onderzoeksvraagstukken toe te passen; A.7 het vermogen om relevante wetenschappelijke literatuur te selecteren, doorgronden en integreren, en om deze literatuur te beoordelen op basis van de beschikbare informatie;
159
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
A.8
A.9
A.10
de expertise en ervaring om een onderzoeksproject uit te werken, dat wil zeggen, om een duidelijke onderzoeksvraag te formuleren die innovatief is en voortbouwt op de huidige stand van zaken in het onderzoek op het desbetreffende economische of bedrijfskundige gebied, en die wordt ondersteund door de relevante literatuur op het desbetreffende vakgebied; expertise in en ervaring met het integreren van theorie en empirisch onderzoek, alsmede ervaring met het volledige onderzoeksproces, waartoe ook het verantwoorden van de onderzoeksresultaten behoort; het vermogen om theorie en kwantitatief empirisch onderzoek (‘op theorie gebaseerd empirisch onderzoek’) te integreren in een wetenschappelijk verslag dat qua niveau vergelijkbaar is met een publiceerbaar onderzoeksverslag.
B Wetenschappelijke eindtermen (beoordelingen maken) De afgestudeerde beschikt over B.1 het vermogen om de juiste onderzoeksmethodologieën, -methodes en statistische technieken te kiezen en toe te passen, alsook de onderzoeksresultaten kritisch te beoordelen; B.2 het vermogen om te reflecteren op de sociale en ethische verantwoordelijkheden die de toepassing van kennis en beoordelingen met zich meebrengt, alsook op de sociale en ethische implicaties van onderzoeksresultaten voor beleidsvorming en verder onderzoek. C Sociaalcommunicatieve eindtermen De afgestudeerde beschikt over C.1 het vermogen om conclusies, en de kennis en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, zowel schriftelijk als mondeling te communiceren naar een publiek van specialisten (bijv. wetenschappers) en niet-specialisten (bijv. bestuurders, beleidsmakers of journalisten); C.2 het vermogen om beleidsimplicaties van wetenschappelijk onderzoek te communiceren, rekening houdend met de beperkingen van de informatie en het wetenschappelijk inzicht waarop de praktische aanbevelingen zijn gebaseerd. D Leer- en studievaardigheden en carrièrebegeleiding De afgestudeerde beschikt over D.1 het vermogen om te reflecteren op de implicaties van zijn onderzoek voor het ontwikkelen van economische en bedrijfskundige theorieën; D.2 het vermogen om informatie te zoeken en om gegevens volgens algemene wetenschappelijke standaarden op te vragen, te documenteren en te archiveren; D.3 een kritische en reflecterende houding alsook de analyse- en onderzoeksvaardigheden die nodig zijn om na het afstuderen een promotietraject af te leggen of om op professioneel niveau te functioneren
160
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
D.4
binnen een onderzoeks- of beleidsafdeling van een gouvernementele/nongouvernementele organisatie of onderneming; de benodigde werkhouding om deel uit te maken van een internationaal onderzoeksteam, waarin hij bijdraagt aan het collectieve goed en timemanagement, en deelneemt aan een onderzoeksnetwerk in zijn eigen onderzoeksdomein.
161
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 2.
MSc programma’s Accountancy en Controlling
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 2.1 MSc Accountancy en Controlling, traject Accountancy De masteropleiding Accountancy en Controlling, traject Accountancy omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1
vaknaam Auditing I Strategie en organisatie in de praktijk Financial Accounting Theory Internal Control: Risk Management Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Accountancy Auditing II
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1
162
MSc Accountancy & Controlling/A&C 1 Accountancy vakcode EBM821A10 EBM636A05 EBM863A05 EBM883A05 EBM807A10 EBM869A20 EBM898A05
EC 10 5 5 5 10 20 5
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL
EC 7 5 5 3 5 5 10 20 5
V/K V V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MSc Accountancy & Controlling/A&C 1 Accountancy voor HBO-AC
vaknaam Strategie en organisatie in de praktijk Financial Accounting II HBO Accountancy Financial Accounting Theory Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C Internal Control: Risk Management Statistiek Bedrijfskunde Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Accountancy Auditing II
vakcode EBM636A07 EBM862A05 EBM863A05 EBB693A03 EBM883A05 EBP624A05 EBM807A10 EBM869A20 EBM898A05
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 2.2 MSc Accountancy en Controlling, traject Controlling De masteropleiding Accountancy en Controlling, traject Controlling omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2
vaknaam Field Course O&MC Financiering III A&C/FE Strategie en organisatie in de praktijk Ontwerp managementacc. verandering Internal Control: Risk Management Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Controlling
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2
MSc Accountancy & Controlling/A&C 1 Controlling vakcode EBM648B10 EBM864B05 EBM636A05 EBM711A05 EBM883A05 EBM807A10 EBM870A20
EC 10 5 5 5 5 10 20
V/K V V V V V V V
taal EN NL NL NL NL NL NL
EC 10 5 7 5 3 5 5 5 10 20
V/K V V V V V V V V V V
taal EN NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MSc Accountancy & Controlling/A&C 1 Controlling voor HBO-AC
vaknaam Field Course O&MC Financiering III A&C/FE Strategie en organisatie in de praktijk Financial Accounting II HBO Accountancy Intr. bdk. methodologie voor HBO TM/A&C Ontwerp managementacc. verandering Internal Control: Risk Management Statistiek Bedrijfskunde Internal Control: Ontw. Best. Inf.syst. Masterafstudeerwerkstuk Controlling
vakcode EBM648B10 EBM864B05 EBM636A07 EBM862A05 EBB693A03 EBM711A05 EBM883A05 EBP624A05 EBM807A10 EBM870A20
163
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 3.
MSc programma’s Business Administration
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 3.1 MSc Business Administration, traject Business & ICT De masteropleiding Business Administration, traject Business & ICT omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Business & ICT 1 basisprogramma Business & ICT
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Bus. & ICT: Strategy & ICT keuzevak(ken) Business & ICT
vakcode EC EBM650A10 10 10
V/K taal V EN V EN
2.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1
Master’s Thesis BA Business & ICT Business Processes & ICT en/of ICT: Human & Organizational Issues en/of ICT Systems
EBM865A20 EBM646A10 EBM653A10 EBM652A10
20 10 10 10
V KG KG KG
EN EN EN EN
vakcode EBM819A10 EBM658A05 EBM679A10 EBM607A05 EBM813A05 EBM607B05 TBBI05E
EC 10 5 10 5 5 5 5
V/K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 1.2 2.1
164
MSc BA - Business & ICT 1 keuzevakken Business & ICT
vaknaam Field Course Marketing Inf. Systems for Operations & Supply Ch. Strategy & Innovation Field Course Business Development Ia E-commerce Field Course Business Development Ib Business Intelligence
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 3.2 MSc Business Administration, traject Business Development De masteropleiding Business Administration, traject Business Development omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Business Development 1 basisprogramma Business Development
sem 1.1 1.1 1.1
vaknaam Business Development Management Field Course Business Development Ia keuzevak Business Development
vakcode EC EBM628A05 5 EBM607A05 5 5
V/K V V V
taal EN EN EN
1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1
Field Course Business Development Ib Organizing Innovation Service Innovation Master’s Thesis BA BD Development Research Design BD
EBM607B05 EBM622B05 EBM736B05 EBM721A25 EBM654A05
5 5 5 25 5
V V V V V
EN EN EN EN EN
EC 10 5 5 5 5 5 10 5 5 5
V/K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1
MSc BA - Business Development 1 keuzevakken Business Development
vaknaam Field Course Marketing Innovation & Entrepreneurship Strategic HRM Theories of Organizational Change Capturing Value from Innovation E-commerce Consumer Behavior Advanced Quality Management Business Marketing Management Consulting
vakcode EBM819A10 EBM621A05 EBM011A05 EBM013A05 EBM738A05 EBM813A05 EBM809A10 EBM632A05 EBM808A05 EBM706A05
165
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 3.3 MSc Business Administration, traject Change Management De masteropleiding Business Administration, traject Change Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Change Management 1 basisprogramma Change Management
sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Skills Training & Thesis Prep. MSc BA CM
vakcode EC EBM626A05 5
V/K taal V EN
Field Course Change Management keuzevak(ken) Change Management
EBM625A10 10 10
V V
EN EN
1.1 1.2 2.1-2 2.1
Theories of Organizational Change Work Design and Team Processes Master’s Thesis BA Change Management Management Consulting
EBM013A05 EBM012A05 EBM724A20 EBM706A05
5 5 20 5
V V V V
EN EN EN EN
EC 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5
V/K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1
166
MSc BA - Change Management 1 keuzevakken Change Management
vaknaam Business Processes & ICT Field Course O&MC ICT: Human & Organizational Issues Strategy & Innovation Corporate Governance & Stakeholder Man. Innovation & Entrepreneurship E-commerce Organizing Innovation Personnel Economics Advanced Quality Management Conflict Man. & Industrial Relations
vakcode EBM646A10 EBM648B10 EBM653A10 EBM679A10 EBM671A05 EBM621A05 EBM813A05 EBM622B05 EBM678A05 EBM632A05 EBM673A05
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 3.4 MSc Business Administration, traject Finance De masteropleiding Business Administration, traject Finance omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Finance 1 basisprogramma Finance
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2
vaknaam Field Course Finance Corporate Valuation & Portfolio Man. of Risk and Derivatives keuzevak(ken) Finance
vakcode EBM647A10 EBM007A10 EBM848A10
EC 10 10 10 10
V/K V KG KG V
taal EN EN EN EN
2.1-2 2.1 2.2 2.2
Master’s Thesis BA Finance Corporate Finance en/of Advanced Corporate Finance en/of Corporate Governance
EBM866A20 EBM008A05 EBM857B05 EBM811B05
20 5 5 5
V KG KG KG
EN EN EN EN
vakcode EBM860A05 EBM806B05 EBM837A10 EBM008A05 EBM645A05 EBM857B05 EBM822A05
EC 5 5 10 5 5 5 5
V/K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.2 2.2
MSc BA - Finance 1 keuzevakken Finance
vaknaam Credit Risk Analysis Behavioral Finance & Personal Investing Money and Banking Corporate Finance Working Capital Management Advanced Corporate Finance Institutional Investment Management
Bijlage 3.5 MSc Business Administration, traject General Management De masteropleiding Business Administration, traject General Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar:
MSc BA - General Management 1
vaknaam Field Course Bus. Development voor GM Field Course O&MC voor GM Field Course Oper. and S. Chains voor GM
vakcode EBM607B10 EBM648C10 EBM610B10
EC 10 10 10
V/K V V V
taal EN EN EN
167
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Master’s Thesis BA General Management Strategy & Innovation voor GM
EBM727A20 EBM679B10
20 10
V V
EN EN
Bijlage 3.6 MSc Business Administration, traject Marketing De masteropleiding Business Administration, traject Marketing omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Marketing 1 basisprogramma Marketing Management
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Marketing keuzevak(ken) Marketing Management A
vakcode EC EBM819A10 10 20
V/K taal V EN V EN
2.1-2 2.1-2
Master’s Thesis BA Marketing keuzevak(ken) Marketing Management B
EBM867A20 20 10
V V
EN EN
V/K V V V V
taal EN EN EN EN
V V
EN EN
V/K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Marketing 1 basisprogramma Marketing Research
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2
vaknaam Advanced Market Research Field Course Marketing Marketing Model Building keuzevak Marketing Research
vakcode EBM803A10 EBM819A10 EBM831A10
2.1-2 2.1-2
Market Research: Practice Master’s Thesis BA Marketing
EBM881A05 5 EBM867A20 20
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1
168
EC 10 10 10 5
MSc BA - Marketing 1 keuzevakken Marketing Management A
vaknaam Brand Management and Communication Services Marketing E-commerce Retail Marketing Consumer Behavior Business Marketing Marketing Leadership
vakcode EBM834A10 EBM882A05 EBM813A05 EBM880A05 EBM809A10 EBM808A05 EBM899A05
EC 10 5 5 5 10 5 5
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 2.1-2 2.1-2
vaknaam Advanced Financial Management Advanced Market Research Marketing Model Building Strategy & Innovation Theories of Organizational Change Market Research: Practice niet gekozen keuzevak(ken) van MM A
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1
MSc BA - Marketing 1 keuzevakken Marketing Management B vakcode EBM608B10 EBM803A10 EBM831A10 EBM679A10 EBM013A05 EBM881A05
EC 10 10 10 10 5 5 10
V/K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN
EC 10 10 10 5 5 5 5 10 5 5 5
V/K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN NL EN
MSc BA - Marketing 1 keuzevakken Marketing Research
vaknaam Advanced Financial Management Brand Management and Communication Econometric Theory and Methods Experimentele designs en Variantie analy Services Marketing E-commerce Retail Marketing Consumer Behavior Business Marketing Experimentele Vaardigheden, Voortgezet Marketing Leadership
vakcode EBM608B10 EBM834A10 EBM835B10 PSMM-4 EBM882A05 EBM813A05 EBM880A05 EBM809A10 EBM808A05 PSMHV-1 EBM899A05
Bijlage 3.7 MSc Business Administration, traject Operations & Supply Chains De masteropleiding Business Administration, traject Operations & Supply Chains omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC 1 Production & Distribution
vaknaam Field Course Oper. and Supply Chains Inf. Systems for Operations & Supply Ch. keuzevakken O&SC
vakcode EC EBM610A10 10 EBM658A05 5 15
V/K V V V
taal EN EN EN
169
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
2.1-2 2.1
Master’s Thesis BA Oper. & Supply Chains Global Operations & Supply Chains
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EBM720A25 25 EBM614A05 5
V V
EN EN
MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC 1 Services
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Oper. and Supply Chains Service Operations keuzevakken O&SC
vakcode EC EBM610A10 10 EBM634A05 5 15
V/K V V V
taal EN EN EN
2.1-2 2.1
Master’s Thesis BA Oper. & Supply Chains Advanced Quality Management
EBM720A25 25 EBM632A05 5
V V
EN EN
V/K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 1.2 2.1 2.1
170
MSc BA - Operations & Supply Chains/O&SC 1 keuzevakken O&SC
vaknaam Business Processes & ICT Simulation of Business Processes Spec. Course Business & ICT Spec. Course OMC: Management Acc. Advanced Purchasing & Supply Man. Theories of Organizational Change Operations Management Process Industries Organizing Innovation Process Innovation & Oper. Excellence Work Design and Team Processes Business Marketing Supply Chain Analysis
vakcode EBM646A10 TBSBP05E EBB661A10 EBB884A10 EBM716A05 EBM013A05 EBM725B05 EBM622B05 EBM762A05 EBM012A05 EBM808A05 EBM884A05
EC 10 5 10 10 5 5 5 5 5 5 5 5
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 3.8
MSc Business Administration, traject Organizational & Management Control De masteropleiding Business Administration, traject Organizational & Management Control omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Organizational & Management Control/O&MC 1 basisprogramma O&MC
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Advanced Financial Management Field Course O&MC keuzevak(ken) O&MC
vakcode EBM608B10 EBM648B10
2.1-2 2.1-2
Master’s Thesis BA O&MC keuzevak(ken) O&MC
EBM859A20 20 10
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
EC 10 10 10
V/K V V V
taal EN EN EN
V V
EN EN
MSc BA - Organizational & Management Control/O&MC 1 keuzevakken O&MC
vaknaam Advanced International Business Brand Management and Communication Corporate Valuation & Portfolio Man. Financial Accounting II BE/A&C ICT: Human & Organizational Issues Spec. Course Business & ICT Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship Strategy & Innovation Business Development Management Corporate Governance & Stakeholder Man. Credit Risk Analysis Financial Accounting Theory Ontwerp managementacc. verandering Behavioral Finance & Personal Investing Organizing Innovation Personnel Economics Financial Accounting II BE/A&C Spec. Course Business & ICT Spec. Course Operations & Supply Chains Spec. Course Small Bus.&Entrepreneurship
vakcode EBM856A10 EBM834A10 EBM007A10 EBB915A10 EBM653A10 EBB661A10 EBB660A10 EBB887A10 EBM679A10 EBM628A05 EBM671A05 EBM860A05 EBM863A05 EBM711A05 EBM806B05 EBM622B05 EBM678A05 EBB915A10 EBB661A10 EBB660A10 EBB887A10
EC 10 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5 5 5 5 10 10 10 10
V/K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN NL EN EN EN EN EN EN EN EN NL NL EN EN EN NL EN EN EN
171
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
2.1 2.1 2.1 2.1 2.2
Advanced Quality Management Conflict Man. & Industrial Relations Corporate Finance Working Capital Management Corporate Governance
EBM632A05 EBM673A05 EBM008A05 EBM645A05 EBM811B05
5 5 5 5 5
K K K K K
EN EN EN EN EN
Bijlage 3.9
MSc Business Administration, traject Small Business & Entrepreneurship De masteropleiding Business Administration, traject Small Business & Entrepreneurship omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Small Business & Entrepreneurship/SB&E 1 basisprogramma SB&E
sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2
vaknaam Field Course Small Business Management Small Business Economics keuzevak(ken) SB&E
vakcode EC EBM611A10 10 EBM851A10 10 10
V/K V V V
taal EN EN NL
2.1-2 2.1
Master’s Thesis BA SB&E New Ventures & Entrepreneurship
EBM712A20 20 EBM838A10 10
V V
EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1
172
MSc BA - Small Business & Entrepreneurship/SB&E 1 keuzevakken SB&E
vaknaam Entrepreneurial Skills II ICT: Human & Organizational Issues Spec. Course OMC: Management Acc. Business Development Management Entrepreneurial Skills I Services Marketing Strategic HRM Capturing Value from Innovation Spec. Course Strategy & Innovation Advanced Quality Management Business Marketing Management Consulting
vakcode EBM816A08 EBM653A10 EBB884A10 EBM628A05 EBM606A02 EBM882A05 EBM011A05 EBM738A05 EBB658A10 EBM632A05 EBM808A05 EBM706A05
EC 8 10 10 5 2 5 5 5 10 5 5 5
V/K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 3.10 MSc Business Administration, traject Strategy & Innovation De masteropleiding Business Administration, traject Strategy & Innovation omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc BA - Strategy & Innovation/S&I 1 basisprogramma S&I
sem 1.1-2 1.1-2 1.1 1.2 2.1-2
vaknaam Field Course Strategy & Innovation Strategy & Innovation Innovation & Entrepreneurship Capturing Value from Innovation keuzevak S&I
vakcode EBM609A10 EBM679A10 EBM621A05 EBM738A05
2.1-2
Master’s Thesis BA Strategy & Innovation
EBM723A25 25
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1 1.1 1.2 1.2 2.1 2.1
EC 10 10 5 5 5
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
V
EN
V/K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN
MSc BA - Strategy & Innovation/S&I 1 keuzevakken S&I
vaknaam Business Development Management Corporate Governance & Stakeholder Man. E-commerce Organizing Innovation Advanced Quality Management Management Consulting
vakcode EBM628A05 EBM671A05 EBM813A05 EBM622B05 EBM632A05 EBM706A05
EC 5 5 5 5 5 5
173
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 4.
MSc programma’s Econometrics, Operations Research and Actuarial Studies
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Econometrics, Operations Research & Actuatial Studies omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 Econometrics
sem 1.1-2 1.1-2
vaknaam Econometric Theory and Methods keuzevak(ken) MSc EORAS
vakcode EBM835B10
2.1-2 2.1 1.1-2 1.1-2
Master’s Thesis Econometrics Applied Econometrics (EORAS) andere kwantitatieve vakken of keuzevak(ken) MSc EORAS
EBM872A20 20 EBM847B10 10 10 10
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
EC 10 10
V V KG KG
EN EN EN EN
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 Operations Research
sem 1.1-2
vaknaam keuzevak(ken) MSc EORAS
vakcode
1.1-2 2.1-2 2.1 1.1-2 1.1-2
Stochastic Programming Master’s Thesis Operations Research Quantitative Logistics andere kwantitatieve vakken of keuzevak(ken) MSc EORAS
EBM853A10 10 EBM873A20 20 EBM843A10 10 10 10
174
V/K taal V EN V EN
EC 10
V/K taal V EN V V V KG KG
EN EN EN EN EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 Actuarial Studies
sem 1.1-2
vaknaam keuzevak(ken) MSc EORAS
vakcode
1.1-2 2.1-2 2.1 1.1-2 1.1-2
Risk Models Master’s Thesis Actuarial Studies Life Insurance andere kwantitatieve vakken of keuzevak(ken) MSc EORAS
EBM849A10 10 EBM871A20 20 EBM827A10 10 10 10
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1 2.1 2.1
EC 10
V/K taal V EN V V V KG KG
EN EN EN EN EN
MSc Econometrics, Operations Research & Actuarial Studies/EORAS 1 keuzevakken EORAS
vaknaam Advanced Industrial Organization Applied Statistics for Econometrics Econometric Theory and Methods Financial Econometrics Risk Models Stochastic Programming Applied Econometrics (EORAS) Life Insurance Quantitative Logistics
vakcode EBM826A10 EBM805A10 EBM835B10 EBM820A10 EBM849A10 EBM853A10 EBM847B10 EBM827A10 EBM843A10
EC 10 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN
175
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 5.
MSc programma Economics
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Economics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc Economics 1 basisprogramma MSc Economics
sem 1.1-2
vaknaam keuzevak(ken) MSc Economics
vakcode
EC 10
V/K taal V EN
1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2
Markets and Competition Advanced Monetary Economics Advanced Macroeconomics Master’s Thesis Economics keuzevak(ken) MSc Economics of vak(ken) Msc BA Finance of vak(ken) MSc EORAS of vak(ken) MSc IE&B
EBM832A10 EBM006A05 EBM836B05 EBM877A20
10 5 5 20 10 10 10 10
V V V V KG KG KG KG
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.2 + 2.1 2.1-2 2.1 2.1
176
EN EN EN EN EN EN EN EN
MSc Economics 1 keuzevakken MSc Economics
vaknaam Economic History (master) Spatial Economics & Econometrics
vakcode EC EBM815A10 10 EBM852D10 10
V/K taal K EN K EN
Money and Banking Empirical Micro Economics Public Choice & Law and Economics
EBM837A10 10 EBM804B10 10 EBM841A10 10
K K K
EN EN EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 6.
MSc programma Fiscale Economie
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Fiscale Economie omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 2.1-2 2.1 2.1
MSc Fiscale Economie 1
vaknaam Financiering III A&C/FE Onderneming en Belastingheffing C.S. Particulieren en Belastingheffing c.s. Financial Accounting II FE Masterafstudeerwerkstuk Fiscale Economie Internationaal & Europees Belastingrecht Public Choice & Law and Economics
vakcode EBM864B05 RGMFI00107 RGMFI00106 EBM861A06 EBM875A20 RGMFI00306 EBM841A10
EC 5 7 6 6 20 6 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL EN
177
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 7.
MSc programma Human Resource Management
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Human Resource Management omvatten de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 + 2.1 2.1-2
vaknaam keuzevakken MSc HRM
vakcode
EC 15
V/K taal V EN
Strategic HRM Theories of Organizational Change Personnel Instruments Work Design and Team Processes Research and Professional Skills Master’s Thesis HRM
EBM011A05 EBM013A05 EBM014A05 EBM012A05 EBM009A05 EBM722B20
5 5 5 5 5 20
V V V V V V
EN EN EN EN EN EN
EC 5 5 5 5 5 5 5
V/K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1 1.2 1.2 2.1 2.1 2.1
178
MSc Human Resource Management/HRM 1 basisprogramma MSc HRM
MSc Human Resource Management/HRM 1 keuzevakken MSc HRM
vaknaam Service Operations Corporate Governance & Stakeholder Man. HRM & International Labour Law Personnel Economics Advanced Quality Management Conflict Man. & Industrial Relations Management Consulting
vakcode EBM634A05 EBM671A05 EBM733A05 EBM678A05 EBM632A05 EBM673A05 EBM706A05
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 8.
MSc programma’s International Business and Management
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 8.1 MSc IB&M, traject International Business & Management De masteropleiding International Business and Mangement, traject International Business & Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.2
MSc International Business & Management/IB&M 1 MSc IB&M
vaknaam Advanced IE&B Advanced International Business Master’s Thesis IB&M Advanced International Management Research Methodology for MSc IB&M Advanced International Fin. Management
vakcode EBM802A10 EBM856A10 EBM719A25 EBM715A05 EBM718A05 EBM714A05
EC 10 10 25 5 5 5
V/K V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN
Bijlage 8.2 MSc IB&M, traject International Financial Management De masteropleiding International Business and Mangement, traject International Financial Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC. De totale omvang van het programma is 90 EC. Daarvan bestaat 30 EC uit vakonderdelen aangeboden in Groningen, 30 EC uit vakonderdelen aangeboden in Uppsala en 30 EC uit de Master’s Thesis en het onderdeel Research Methodology. Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.2 2.1-2
MSc International Business & Management/IB&M 1 MSc IFM
vaknaam Advanced Financial Management Advanced International Business International Man. Accounting & Control Advanced International Fin. Management studie in Uppsala
vakcode EBM608B10 EBM856A10 EBM662A05 EBM714A05
EC 10 10 5 5 30
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
179
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1
180
MSc International Business & Management/IB&M 2 MSc IFM
vaknaam Master’s Thesis IB&M Research Methodology for MSc IFM
vakcode EC EBM719A25 25 EBM010A05 5
V/K taal V EN V EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 9.
MSc programma International Economics and Business
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding International Economics and Business omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2
MSc International Economics & Business/IE&B 1
vaknaam Advanced IE&B Advanced International Business Advanced International Economics Master’s Thesis IE&B Research Methodology for MSc IE&B
vakcode EBM802A10 EBM856A10 EBM801A10 EBM868A25 EBM846A05
EC 10 10 10 25 5
V/K V V V V V
taal EN EN EN EN EN
181
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 10.
MSc programma Technology Management
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De masteropleiding Technology Management omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel:
MSc Technology Management/TM 1 basisprogramma MSc TM
sem 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2 2.1-2
vaknaam Advanced Product & Service Development Management Acc. for Techn. Innovation Process Innovation & Oper. Excellence Social System Analysis of Techn. Innov. Technology Business Plan keuzevak(ken) MSc TM
vakcode EBM760A05 EBM761A05 EBM762A05 EBM763A05 EBM765A05
2.1-2 2.1
Master’s Thesis Technology Management Strategic Management of Technology
EBM766A20 20 EBM764A05 5
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1 1.1 1.1 1.1 1.1 1.2 1.2 1.2
182
EC 5 5 5 5 5 10
V/K V V V V V V
taal EN EN EN EN EN EN
V V
EN EN
V/K K K K K K K K K K K K K K K K
taal EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN
MSc Technology Management/TM 1 keuzevakken MSc TM
vaknaam Business Processes & ICT Entrepreneurial Skills II Field Course Finance ICT: Human & Organizational Issues Inf. Systems for Operations & Supply Ch. Simulation of Business Processes Spec. Course OMC: Management Acc. Advanced Purchasing & Supply Man. Credit Risk Analysis Entrepreneurial Skills I Flexible Manufacturing Automation Innovation & Entrepreneurship Applied Capital Budgeting & Finance E-commerce Information Handling & System Design
vakcode EBM646A10 EBM816A08 EBM647A10 EBM653A10 EBM658A05 TBSBP05E EBB884A10 EBM716A05 EBM860A05 EBM606A02 TBFMA06E EBM621A05 EBM661A05 EBM813A05 TBIDH05E
EC 10 8 10 10 5 5 10 5 5 2 6 5 5 5 5
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
1.2 1.2 1.2 1.2 2.1-2 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.1 2.2 2.2
Operations Management Process Industries Retail Marketing Sustainable and Integrated Inf. Systems Work Design and Team Processes Consumer Behavior Advanced Quality Management Business Intelligence Conflict Man. & Industrial Relations Global Operations & Supply Chains Management Consulting Systems Engineering Advanced product engineering ICT-management en -consultancy
EBM725B05 EBM880A05 EBM630B05 EBM012A05 EBM809A10 EBM632A05 TBBI05E EBM673A05 EBM614A05 EBM706A05 TBSE05E CHTAPE05E TBIMC05E
5 5 5 5 10 5 5 5 5 5 5 5 5
K K K K K K K K K K K K K
EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN EN NL
183
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 11.
MSc programma’s Economics and Business (Research Master)
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. Bijlage 11.1 MSc E&B (Research Master), traject Economics & Econometrics De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Economics & Econometrics omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.2 2.1-2 2.1 2.2 2.1-2 2.2
Research Master in Economics and Business 1 Profile Economics & Econometrics
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Macroeconomics & Monetary Economics Microeconomics & Industrial Organization Advanced Econometrics of Advanced Political Economics of Corporate Finance en Advanced Corporate Finance Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM885A10 EBM886A10 EBM888A10 EBM903A10 EBM008A05 EBM857B05 EBM735A10 EBM879B01
V V KG KG KG KG V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
10 10 10 10 5 5 10 1
V/K taal V EN
Bijlage 11.2
MSc E&B (Research Master), traject Human Resource Management and Organizational Behavior De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Human Resource Management and Organizational Behavior omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
Opleiding: Studiejaar: Profiel:
sem 1.1-2 + 2.1-2
184
Research Master in Economics and Business 1 Profile Human Resource Management & Organizational Behavior
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
V/K taal V EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
1.1-2 + 2.1-2 1.2 1.2 1.1-2 1.1 2.2 2.1-2 2.1-2 2.2
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Advances in Personnel Psychology Advances in Team Research Org. Theory & Comp.Bus.Systems of Adv. in Org. Change Theory Building en Applying theories Organizational Behaviour Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM003A05 EBM004A05 EBM891A10 EBM002A05 GMMSGE10 EBM769B10 EBM735A10 EBM879B01
V V KG KG KG V V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
5 5 10 5 5 10 10 1
Bijlage 11.3
MSc E&B (Research Master), traject International Economics & Business De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject International Economics & Business omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.2
Research Master in Economics and Business 1 Profile International Economics & Business
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Economic Growth and Development Organization Theory & Comp.Bus.Systems Macroeconomics & Monetary Econ. of Microeconomics & Industrial Org. of International Trade and Loc. Theory of Organizational Behaviour Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM890B10 EBM891A10 EBM885A10 EBM886A10 EBM892A10 EBM769B10 EBM735A10 EBM879B01
V V KG KG KG KG V V
EN EN EN EN EN EN EN EN
10 10 10 10 10 10 10 1
V/K taal V EN
Bijlage 11.4 MSc E&B (Research Master), traject Marketing De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Marketing omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC:
185
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 1.2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.2
Research Master in Economics and Business 1 Profile Marketing
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Microeconomics & Industrial Org. of Multivariate Data Analysis of Advanced Econometrics Advanced Marketing Models Marketing Theory Philosophy of Science&Research Meth. English Writing
EBM886A10 EBM895A10 EBM888A10 EBM893A10 EBM894A10 EBM735A10 EBM879B01
KG KG KG V V V V
EN EN EN EN EN EN EN
10 10 10 10 10 10 1
V/K taal V EN
Bijlage 11.5
MSc E&B (Research Master), traject Operations Management and Operations Research De masteropleiding Economics and Business (Research Master), traject Operations Management and Operations Research omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar: Profiel: sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 1.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1-2 2.1 2.2
186
Research Master in Economics and Business 1 Profile Operations Management & Operations Research
vaknaam keuzevak(ken) Empirical Research Methods
vakcode
EC 10
Learning and Practising Research
EBM878A09 9
V
EN
Advanced Models in Operations Operations: Analysis, Planning & Design Philosophy of Science&Research Meth. Integration of Prod. & Process Design of Organizational Behaviour of Quantitative Logistics English Writing
EBM001A10 EBM770B10 EBM735A10 EBM768B10 EBM769B10 EBM843A10 EBM879B01
V V V KG KG KG V
EN EN EN EN EN EN EN
10 10 10 10 10 10 1
V/K taal V EN
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Opleiding: Studiejaar: sem 1.1-2 + 2.1-2 2.1-2
Research Master in Economics and Business 2
vaknaam profiel-/specialisatievakken
vakcode
EC 30
Master’s Thesis RM E&B
EBM897A30 30
V/K taal V EN V
EN
187
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 12.
MSc programma Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen
V = Verplicht; K = Keuze; KG = Keuzegroep. ** = Vak kan ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden; raadpleeg de vakbeschrijving in Ocasys. De MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast in EC: Opleiding: Studiejaar:
MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 1
sem 1.1-2
vaknaam vakken uit masterprogramma FEB
vakcode
2.1-2 2.1-2 2.1-2
Ervaringsleren Kennisoverdracht vakken uit masterprogramma FEB
EBM817A05 5 EBM825A05 5 20
Opleiding: Studiejaar:
V/K taal V NL V V V
NL NL NL
MSc Lerarenopleiding Economie en Bedrijfswetenschappen 2
vaknaam Reflectie op professionele ontwikkeling
vakcode UOCM0302
EC 2
V/K taal V NL
Werken op school
UOCM0225
25
V
NL
10
V
NL
6 2 3 9 3
V V V V V
NL NL NL NL NL
sem 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2 + 2.1-2 1.1-2
vak(ken) uit masterprogramma FEB
1.1-2 1.1 1.2 2.1-2 2.1-2
Schoolvak I Classroom management Leerprocessen Probleemgericht Onderwijs Ontwerp Schoolvak II
188
EC 30
UOCM0506 UOCM0902 UOCM0703 UOCM0409 UOCM0603
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Bijlage 13
Onderwijs- en examenregeling 2-jarige Lerarenopleiding UOCG
Paragraaf 1. Algemeen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van het lerarenopleidingstraject van de tweejarige educatieve masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG, verzorgd door en onder verantwoordelijkheid van het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De genoemde opleidingen leiden tot een eerstegraads bevoegdheid (Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs) voor de schoolvakken: 1. aardrijkskunde 2. algemene economie 3. biologie 4. Duits 5. Engels 6. filosofie 7. Frans 8. Fries 9. geschiedenis en staatsinrichting 10. Grieks, Latijn en klassieke culturele vorming 11. informatica 12. maatschappijleer 13. management en organisatie 14. natuurkunde 15. Nederlands 16. scheikunde 17. Spaans 18. wiskunde verder te noemen: de universitaire lerarenopleiding. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. De wet: de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 2. De lerarenopleiding: de opleiding welke opleidt tot een eerstegraads leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak. 3. De school: de school voor voortgezet onderwijs welke fungeert als stageverlenende instelling voor de student. 4. Duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7 van de wet.
189
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
5. De educatieve masteropleidingen: de tweejarige educatieve masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. 6. De facultaire examencommissies: de examencommissies van de educatieve masteropleidingen. 7. De examencommissie van het UOCG: de examencommissie van de eenjarige masteropleiding, het lerarenopleidingstraject als onderdeel van de educatieve masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG. 8. Student: hij/zij die is ingeschreven voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. 9. Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet. 10. Professionaliseringstaak: opdracht tot het vervaardigen van een product waarmee de student kan aantonen te beschikken over voor het leraarsberoep relevante startbekwaamheden. De gehele opleiding is opgebouwd uit professionaliseringstaken. 11. Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet in de volgende vorm: – het doorlopen van een stage. 12. Tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus zoals deze tot uiting komen in het eindproduct van een professionaliseringstaak, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek, als bedoeld in art. 7.10 van de wet. Artikel 3 Doel van de opleiding De eerstegraads leraar wordt primair opgeleid voor het 'eerstegraads gebied': de bovenbouw van havo en vwo. De eerstegraads bevoegdheid is echter inclusief. Dit betekent dat eerstegraads leraren werkzaam zijn in zowel het vmbo, als in de onderbouw (basisvorming), alsook in de bovenbouw (Tweede Fase) van het voortgezet onderwijs. In de universitaire lerarenopleiding wordt het accent gelegd op de bekwaamheid van beginnende leraren in de bovenbouw (VHO) zoals geformuleerd en de Wet BiO. In de opleiding wordt bekwaamheid (competentie) nagestreefd op een zevental samenhangende terreinen die daar van belang zijn en de daaraan verbonden beroepsvereisten. De eerstegraads leraar die de lerarenopleiding van het UOCG met goed gevolg heeft doorlopen is: 1. Interpersoonlijk competent a) onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid b) is zich bewust van eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op leerlingen en c) heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot stand te brengen. 2. Pedagogisch competent a) onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid
190
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
b) heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon en c) realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen. 3. Vakdidactisch competent a) onderschrijft zijn vakdidactische verantwoordelijkheid b) heeft voldoende vakdidactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak(gebied) eigen kunnen maken en c) kan een dergelijke leeromgeving in de praktijk realiseren voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen. 4. Organisatorisch competent a) onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid b) heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Hij doet dit overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. Hij is in alle opzichten voor zichzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen helder. 5. Competent in het samenwerken met collega’s a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s en b) heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6. Competent in het samenwerken met de omgeving a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school en b) heeft voldoende kennis en vaardigheid om samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de opleiding en vorming van en de zorg voor de leerlingen en bij de school. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling en onderzoek ten dienste van de eigen professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het schoolvak, het beroep en de school a) onderschrijft de verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling b) onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap, zijn bekwaamheid als leraar en de onderwijspraktijk. De universitaire lerarenopleiding heeft daarbij als taak eerstegraads leraren op te leiden die hun academische instelling kunnen integreren in hun bekwaamheden als leraar. Zij doen dit op een planmatige, professionele wijze. Hun academische achtergrond komt hierbij tot uiting in de wijze waarop ze disciplinaire kennis weten te vertalen in vakdidactisch verantwoord handelen in de praktijk en in de manier waarop ze die praktijk onderzoeksmatig weten te analyseren, bij te stellen en te dissemineren.
191
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 4 Voltijds/deeltijds De universitaire lerarenopleiding wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd en kent zowel duale als niet- duale trajecten. Artikel 5 De examens van de universitaire opleiding In de universitaire lerarenopleiding kan het volgende examen worden afgelegd: – het afsluitend examen
Paragraaf 2. Examenonderdelen en beoordeling Artikel 6 De examenonderdelen: 1. Het examen omvat voor alle schoolvakken de volgende examenonderdelen: UOCM0110 Basiscursus lerarenopleiding (10 EC) UOCM0225 Werken op school (25 ETCS) UOCM0302 Reflectie op professionele ontwikkeling (2 EC) UOCM0409 Probleemgericht Onderwijs Ontwerpen (9 EC) UOCM0902 Theorie en praktijk van classroom management (2 EC) UOCM0506 Schoolvak I (6 EC) UOCM0603 Schoolvak II (3 EC) UOCM0703 Leerprocessen (3 EC) Het practicum (de stage) maakt onderdeel uit van de professionaliseringstaken UOCM0110 en UOCM0225. Artikel 7 Volgtijdelijkheid van de examenonderdelen Met de in artikel 6 genoemde onderdelen UOCM0225 tot en met UOCM0703 van de universitaire lerarenopleiding kan niet eerder worden aangevangen dan nadat het examenonderdeel UOCM0110 met goed gevolg is afgelegd. Artikel 8 De beoordeling 1. De beoordeling vindt plaats met hele cijfers groter of gelijk aan 1 en kleiner of gelijk aan 10. Men is geslaagd voor een tentamen indien het cijfer 6 of hoger is behaald. 2. Beoordeling van de examenonderdelen vindt plaats conform de regels en richtlijnen vastgesteld door de examencommissie van het UOCG zoals deze zijn omschreven in de studiegids van het UOCG.
192
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Paragraaf 3. Afleggen van examenonderdelen Artikel 9 Het aantal keren per studiejaar dat de examenonderdelen kunnen worden afgelegd De student wordt minimaal twee maal per jaar de gelegenheid gegeven aan de eisen van de betreffende professionaliseringstaak te voldoen. Artikel 10 Vorm van het afleggen van de examenonderdelen 1. Tentamens worden mondeling dan wel schriftelijk afgelegd op een door de examencommissie van het UCG vast te stellen wijze. 2. Het practicum wordt afgelegd aan de hand van lesobservaties en evaluaties en verslagen van gegeven lessen en van het functioneren in de school. 3. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie van het UOCG wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
Paragraaf 4. Tentamenuitslag Artikel 11 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag. 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen tien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en deelt deze mede aan de student. 3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen onderdeel bepaalt de examencommissie van het UOCG tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 4. In de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Artikel 12 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2. In afwijking hiervan kan de examencommissie van het UOCG m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
193
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 13 Inzagerecht Gedurende ten minste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. De examencommissie van het UOCG kan bepalen, dat de inzage of de kennisgeving op een vaste plaats en tenminste twee vaste tijdstippen plaats vindt.
Paragraaf 5. Vrijstelling Artikel 14 Vrijstelling van tentamens en erkenning alternatieve onderdelen 1. Vrijstelling tentamens Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG aantoont dat hij/zij voorafgaand aan de opleiding reeds op een andere wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden heeft verkregen kan de examencommissie van het UOCG hem/haar gehele of gedeeltelijke vrijstelling van één of meer onderdelen van het examen verlenen. 2. Erkenning alternatieve onderdelen Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG aantoont dat hij/zij gedurende de universitaire lerarenopleiding op een andere wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden kan verkrijgen kan de examencommissie van het UOCG besluiten alternatieve onderdelen te erkennen in het perspectief van de examinering.
Paragraaf 6. Afsluitend examen Artikel 15 Tijdvakken en frequentie afleggen examen Tot het afleggen van een examen wordt de gelegenheid geboden, zodra de student voldoende bewijzen van de door hem of haar met goed gevolg gerealiseerde professionaliseringstaken van de universitaire lerarenopleiding overlegt. Artikel 16 Uitslag examen 1. Men is voor het examen geslaagd indien alle professionaliseringstaken met voldoende gevolg zijn afgelegd. De examencommissie van het UOCGstelt de uitslag van het examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem/haar gerealiseerde examenonderdelen zoals in artikel 2 genoemd. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de Eeamencommissie van het UOCG, alvorens de uitslag van het afsluitend examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen van de universitaire lerarenopleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.
194
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
3. Van degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd, rapporteert de examencommissie van het UOCG ten bewijze daarvan de resultaten aan de betreffende facultaire examencommissie.
Paragraaf 7. Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 17 Wijzigingen Wijzigingen van deze regeling worden door de directeur van het UOCG bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Eventuele wijzigingen die betrekking hebben op het lopende studiejaar vinden alleen plaats indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 18 Bekendmaking 1. De directeur van het UOCG draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling alsmede van de wijzigingen van deze regeling. 2. Elke belangstellende kan bij het bureau van het UOCG een exemplaar van deze regeling verkrijgen. Artikel 19 Inwerkingtreding Deze regeling geldt met ingang van het studiejaar 2010-2011. Aldus vastgesteld te Groningen op 15 december 2009. Prof. Dr. B.P.M. Creemers, directeur UOCG. Namens deze, Prof. Dr. W.J.C.M. van de Grift
195
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Bijlage 14
Onderwijs- en examenregeling 1-jarige lerarenopleiding UOCG
Paragraaf 1. Algemeen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de eenjarige educatieve masteropleidingen van de RUG, verzorgd door en onder verantwoordelijkheid van het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG). De genoemde opleidingen leiden tot een eerstegraads bevoegdheid (Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs) voor de schoolvakken: 1. aardrijkskunde (CROHO 68500) 2. algemene economie (CROHO 68501) 3. biologie (CROHO 68502) 4. Duits (CROHO 68503) 5. Engels (CROHO 68504) 6. Frans (CROHO 68517) 7. Fries (CROHO 68527) 8. geschiedenis en Staatinrichting (CROHO 68506) 9. Grieks, Latijn en Klassieke Culturele Vorming (CROHO 68519) 10. maatschappijleer (CROHO 68509) 11. management en Organisatie (CROHO 68518) 12. natuurkunde (CROHO 68511) 13. Nederlands (CROHO 68512) 14. scheikunde (CROHO 68513) 15. wiskunde (CROHO 68516) verder te noemen: de universitaire lerarenopleiding. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. De wet: de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 2. De lerarenopleiding: de opleiding welke opleidt tot een eerstegraads leraarbevoegdheid voor een bepaald schoolvak. 3. De school: de school voor voortgezet onderwijs welke fungeert als stageverlenende instelling voor de student. 4. Duale opleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.7 van de wet. 5. De educatieve masteropleidingen: de tweejarige educatieve masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. 6. De facultaire examencommissies: de examencommissies van de educatieve masteropleidingen.
196
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
7. De examencommissie van het UOCG: de examencommissie van de eenjarige masteropleiding, het lerarenopleidingstraject als onderdeel van de educatieve masteropleidingen en de masteropleiding Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen van de RUG. 8. Student: hij/zij die is ingeschreven voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. 9. Onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet. 10. Professionaliseringstaak: opdracht tot het vervaardigen van een product waarmee de student kan aantonen te beschikken over voor het leraarsberoep relevante startbekwaamheden. De gehele opleiding is opgebouwd uit professionaliseringstaken. 11. Practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet in de volgende vorm: 12. het doorlopen van een stage. 13. Tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus zoals deze tot uiting komen in het eindproduct van een professionaliseringstaak, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek, als bedoeld in art. 7.10 van de wet. Artikel 3 Doel van de opleiding De eerstegraads leraar wordt primair opgeleid voor het 'eerstegraads gebied': de bovenbouw van havo en vwo. De eerstegraads bevoegdheid is echter inclusief: dit betekent dat eerstegraads leraren werkzaam zijn in zowel het vmbo, als in de onderbouw (basisvorming), alsook in de bovenbouw (Tweede Fase) van het voortgezet onderwijs. In de universitaire lerarenopleiding wordt het accent gelegd op de bekwaamheid van beginnende leraren in de bovenbouw (VHO) zoals geformuleerd en de Wet BiO. In de opleiding wordt bekwaamheid (competentie) nagestreefd op een zevental samenhangende terreinen die daar van belang zijn en de daaraan verbonden beroepsvereisten. De eerstegraads leraar die de lerarenopleiding van het UOCG met goed gevolg heeft doorlopen is: 1. Interpersoonlijk competent a) onderschrijft zijn interpersoonlijke verantwoordelijkheid b) is zich bewust van eigen houding en gedrag en de invloed daarvan op leerlingen en c) heeft voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van groepsprocessen en communicatie om een goede samenwerking met en van de leerlingen tot stand te brengen. 2. Pedagogisch competent a) onderschrijft zijn pedagogische verantwoordelijkheid b) heeft voldoende pedagogische kennis en vaardigheid om een veilige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon en c) realiseert zo'n veilige leeromgeving voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen.
197
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
3. Vakdidactisch competent a) onderschrijft zijn vakdidactische verantwoordelijkheid b) heeft voldoende vakdidactische kennis en vaardigheid om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin leerlingen zich op een goede manier de leerinhouden van een bepaald vak(gebied) eigen kunnen maken en c) kan een dergelijke leeromgeving in de praktijk realiseren voor de groep(en) waarmee hij werkt, maar ook voor individuele leerlingen. 4. Organisatorisch competent a) onderschrijft zijn organisatorische verantwoordelijkheid b) heeft voldoende organisatorische kennis en vaardigheid om in zijn groepen en zijn andere contacten met leerlingen een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen. Hij doet dit overzichtelijk, ordelijk en taakgericht. Hij is in alle opzichten voor zichzelf, zijn collega’s en vooral voor de leerlingen helder. 5. Competent in het samenwerken met collega’s a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met collega’s en b) heeft voldoende kennis en vaardigheden om een professionele bijdrage te leveren aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat van zijn school, aan goede werkverhoudingen en een goede schoolorganisatie. 6. Competent in het samenwerken met de omgeving a) onderschrijft zijn verantwoordelijkheid in het samenwerken met de omgeving van de school en b) heeft voldoende kennis en vaardigheid om samen te werken met mensen en instellingen die betrokken zijn bij de opleiding en vorming van en de zorg voor de leerlingen en bij de school. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling en onderzoek ten dienste van de eigen professionele ontwikkeling en de ontwikkeling van het schoolvak, het beroep en de school a) onderschrijft de verantwoordelijkheid voor zijn eigen professionele ontwikkeling b) onderzoekt, expliciteert en ontwikkelt zijn opvattingen over het leraarschap, zijn bekwaamheid als leraar en de onderwijspraktijk. De universitaire lerarenopleiding heeft daarbij als taak eerstegraads leraren op te leiden die hun academische instelling kunnen integreren in hun bekwaamheden als leraar. Zij doen dit op een planmatige, professionele wijze. Hun academische achtergrond komt hierbij tot uiting in de wijze waarop ze disciplinaire kennis weten te vertalen in vakdidactisch verantwoord handelen in de praktijk en in de manier waarop ze die praktijk onderzoeksmatig weten te analyseren, bij te stellen en te dissemineren. Artikel 4 Voltijds/deeltijds De universitaire lerarenopleiding wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd en kent zowel duale als niet- duale trajecten.
198
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Artikel 5 De examens van de universitaire lerarenopleiding In de universitaire lerarenopleiding kan het volgende examen worden afgelegd: – het afsluitend examen
Paragraaf 2. Examenonderdelen en beoordeling
Artikel 6 De examenonderdelen: 1. Het examen omvat voor alle schoolvakken de volgende examenonderdelen: UOCM0110 Basiscursus lerarenopleiding (10 EC) UOCM0225 Werken op school (25 ETCS) UOCM0302 Reflectie op professionele ontwikkeling (2 EC) UOCM0409 Probleemgericht Onderwijs Ontwerpen (9 EC) UOCM0902 Theorie en praktijk van classroom management (2 EC) UOCM0506 Schoolvak I (6 EC) UOCM0603 Schoolvak II (3 EC) UOCM0703 Leerprocessen (3 EC) Het practicum (de stage) maakt onderdeel uit van de professionaliseringstaken UOCM0110 en UOCM0225. Artikel 7 Volgtijdelijkheid van de examenonderdelen De in artikel 6 genoemde onderdelen UOCM0225 tot en met UOCM0703 van de universitaire lerarenopleiding kunnen niet eerder getentamineerd worden dan nadat het examenonderdeel UOCM0110 met goed gevolg is afgelegd. Artikel 8 De beoordeling van de examenonderdelen 1. De beoordeling vindt plaats met hele cijfers groter of gelijk aan 1 en kleiner of gelijk aan 10. Men is geslaagd voor een tentamen indien het cijfer 6 of hoger is behaald. 2. Beoordeling van de examenonderdelen vindt plaats conform de regels en richtlijnen vastgesteld door de Eeamencommissie van het UOCG zoals deze zijn omschreven in de studiegids van het UOCG.
Paragraaf 3. Afleggen van examenonderdelen Artikel 9 Het aantal keren per studiejaar dat de examenonderdelen kunnen worden afgelegd De student wordt minimaal twee maal per jaar de gelegenheid gegeven aan de eisen van de betreffende professionaliseringstaak te voldoen.
199
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 10 Vorm van het afleggen van de examenonderdelen 1. Tentamens worden mondeling dan wel schriftelijk afgelegd op een door de examencommissie vast te stellen wijze. 2. Het practicum wordt afgelegd aan de hand van lesobservaties en evaluaties en verslagen van gegeven lessen en van het functioneren in de school. 3. Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen.
Paragraaf 4. Tentamenuitslag Artikel 11 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen tien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en deelt deze mede aan de student. 3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen onderdeel bepaalt de examencommissie van het UOCG tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 4. In de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het College van Beroep voor de Examens. Artikel 12 Geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. 2. In afwijking hiervan kan de examencommissie van het UOCG m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 13 Inzagerecht Gedurende ten minste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. De examencommissie van het UOCG kan bepalen, dat de inzage of de kennisgeving op een vaste plaats en tenminste twee vaste tijdstippen plaats vindt.
200
Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen FEB
Paragraaf 5. Vrijstelling Artikel 14 Vrijstelling van tentamens en erkenning alternatieve onderdelen 1. Vrijstelling tentamens Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG aantoont dat hij/zij voorafgaand aan de opleiding reeds op een andere wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden heeft verkregen kan de examencommissie van het UOCG hem/haar gehele of gedeeltelijke vrijstelling van één of meer onderdelen van het examen verlenen. 2. Erkenning alternatieve onderdelen Indien de student ten genoegen van de examencommissie van het UOCG aantoont dat hij/zij gedurende de universitaire lerarenopleiding op een andere wijze binnen of buiten een universiteit voldoende kennis, inzicht en vaardigheden kan verkrijgen kan de examencommissie van het UOCG besluiten alternatieve onderdelen te erkennen in het perspectief van de examinering.
Paragraaf 6. Afsluitend examen Artikel 15 Tijdvakken en frequentie afleggen afsluitend examen Tot het afleggen van een examen wordt de gelegenheid geboden, zodra de student voldoende bewijzen van de door hem of haar met goed gevolg gerealiseerde examenonderdelen van de opleiding overlegt Artikel 16 Uitslag afsluitend examen 1. De student is voor het afsluitend examen geslaagd indien alle examenonderdelen met voldoende gevolg zijn afgelegd. 2. De examencommissie van het UOCG stelt de uitslag van het afsluitend examen vast, zodra de student voldoende bewijzen overlegt van de door hem/haar gerealiseerde examenonderdelen, zoals in artikel 2 genoemd. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie van het UOCG, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen van de universitaire lerarenopleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. 4. Van degene die het afsluitend examen met goed gevolg heeft afgelegd, rapporteert de examencommissie van het UOCG ten bewijze daarvan de resultaten aan de betreffende facultaire examencommissie.
201
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Paragraaf 7. Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 17 Wijzigingen Wijzigingen van deze regeling worden door de directeur van het UOCG bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Eventuele wijzigingen die betrekking hebben op het lopende studiejaar vinden alleen plaats indien de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 18 Bekendmaking 1. De directeur van het UOCG draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling alsmede van de wijzigingen van deze regeling. 2. Elke belangstellende kan bij het bureau van het UOCG een exemplaar van deze regeling verkrijgen. Artikel 19 Inwerkingtreding Deze regeling geldt met ingang van het studiejaar 2010-2011. Aldus vastgesteld te Groningen op 15 december 2009. Prof. Dr. B.P.M. Creemers, directeur UOCG. Namens deze, Prof. Dr. W.J.C.M. van de Grift
202
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze regels en richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens/examens van: de opleidingen die door de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) worden aangeboden. Artikel 2
Begripsomschrijving
In deze regels en richtlijnen wordt verstaan onder: examenregeling: de Onderwijs- en Examenregelingen voor de in artikel 1 genoemde opleiding(en), laatstelijk vastgesteld in juni 2010; examinandus: degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen; tentamen: onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek met betrekking tot een onderdeel van het examen; deeltentamen: een gedeelte van een tentamen dat op een afwijkende plaats en tijd wordt afgenomen; student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; examinator: degene die op grond van artikel 7.12 van de WHW door de Examencommissie als zodanig is aangewezen; (Elke examinator is bevoegd tot het afnemen en beoordelen van tentamens voor het vak (de vakken) waarin hij/zij het onderwijs verzorgt of korter dan vijf jaar geleden verzorgd heeft.) onderdeel: zoals bedoeld in de Onderwijs- en Examenregeling.
203
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 3 1 2
3 4 5
Voor deelname aan schriftelijke tentamens dient men zich in te schrijven. Inschrijving voor schriftelijke tentamens geschiedt via internet (ProgRESS.WWW). Studenten kunnen zich inschrijven in de periode aanvangend vier weken voor de tentamenperiode en eindigend een week voor de start van de tentamenperiode. Studenten worden geacht als bewijs van inschrijving een print van de inschrijving te maken. Studenten die zich niet in genoemde periode hebben ingeschreven, kunnen zich na het betalen van een administratieve heffing van € 15,- per tentamen tot 2 volledige werkdagen voor het tentamen in kwestie alsnog inschrijven. De dag van het tentamen telt hierbij niet mee. De nainschrijving is mogelijk bij de Student Support Desk, elke werkdag tussen 10.00 en 16.00 uur door middel van het inleveren van een volledig ingevuld naintekenverzoek. De administratieve heffing kan uitsluitend worden betaald per pin. Tegen deze betaling wordt het intekenverzoek gestempeld en voorzien van een paraaf en geldt dan als na-intekenbewijs. Studenten die zich niet hebben ingeschreven voor een tentamen én zich niet hebben gemeld voor de nainschrijving zijn uitgesloten van deelname aan dat tentamen. Tijdens het tentamen dient de student op verzoek van de examinator een bewijs van inschrijving voor het tentamen te kunnen tonen. Inschrijving voor deelname aan niet-schriftelijke tentamens kan door de examinator verplicht worden gesteld. Wie niet voldoet aan de hiervoor beschreven inschrijvingsprocedure voor tentamens wordt geacht niet aan het tentamen te hebben deelgenomen, tenzij de Examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist.
Artikel 4 1 2
3
2
3
204
Inschrijving voor onderdelen
Voor deelname aan onderdelen dient men zich in te schrijven. Inschrijving voor onderdelen geschiedt via internet (ProgRESS WWW). De deadlines voor het inschrijven voor onderdelen worden vermeld in de studiegids. Tijdige inschrijving is noodzakelijk om verzekerd te zijn van deelname aan de onderdelen.
Artikel 5 1
Inschrijving voor en deelname aan tentamens
Procedure voor de orde tijdens schriftelijke tentamens
In de tentamenzaal is gedurende de gehele tentamenzitting tenminste één examinator aanwezig. Deze geeft tevens leiding aan de aanwezige surveillanten. In beginsel kunnen uitsluitend studenten die zich op de voorgeschreven wijze voor een tentamen hebben ingeschreven (zie artikel 3) aan een schriftelijk tentamen deelnemen. Indien bij controle achteraf blijkt dat een student niet gerechtigd was aan het tentamen deel te nemen, wordt het tentamen ongeldig verklaard, tenzij de Examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist.
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
4
5
6
7
8 9
10 11
12
17
Studenten dienen op tijd in de tentamenzaal aanwezig te zijn. Binnen dertig (30) minuten na aanvang van enig tentamen mag geen van de deelnemende studenten de zaal verlaten. Gedurende deze periode kunnen eventueel te laat verschijnende studenten alsnog tot het tentamen worden toegelaten. Zodra enige deelnemer de tentamenzaal heeft verlaten, kunnen geen studenten meer tot het tentamen worden toegelaten. Tijdens het tentamen moeten alle vraag- en antwoordformulieren alsmede alle kladpapier binnen de tentamenzaal blijven en na afloop van het tentamen worden ingeleverd, tenzij de examinator anders beslist. Het is niet toegestaan tijdens het tentamen de vraag- en antwoordformulieren of het kladpapier over te schrijven. Op de tafel in de tentamenzaal mogen geen andere zaken aanwezig zijn dan: een inschrijfbewijs, een collegekaart, het tentamen, een antwoordformulier c.q. een scoreformulier, eventueel verstrekt kladpapier, schrijfgerei, een rekenmachine (zie ook lid 7) en, indien dit van tevoren is toegestaan, wetteksten c.q. naslagmateriaal. Bij open-boek tentamens is het toegestaan de door de examinator aangewezen literatuur te raadplegen. Tijdens tentamens mogen uitsluitend rekenmachines van het door de Examencommissie voorgeschreven type worden gebruikt, tenzij de examinator blijkens het voorblad van het tentamen anders heeft bepaald. Gebruik van een niet-voorgeschreven type rekenmachine wordt beschouwd als fraude en zal als zodanig worden gesanctioneerd. Surveillanten zijn bevoegd aanwezige rekenmachines en dergelijke te controleren. Mobiele telefoons en soortgelijke electronische communicatiemiddelen mogen niet in de tentamenzaal worden meegenomen. Indien bezit van bedoelde middelen wordt geconstateerd, leidt dit tot uitsluiting van het tentamen. Contact met medestudenten is verboden. Examinatoren en surveillanten zijn bevoegd en verplicht om de identiteit van de in de tentamenzaal aanwezige personen vast te stellen, in beginsel aan de hand van de collegekaart. Zij dienen er op toe te zien dat de identiteit correspondeert met de naam op het inschrijfbewijs en op het tentamenformulier. Indien een student zich ook niet door middel van een geldig identiteitsbewijs17 kan identificeren, wordt het tentamen ongeldig verklaard tenzij de Examencommissie op schriftelijk verzoek van de student anders beslist. Toiletbezoek is alleen in uitzonderlijke gevallen toegestaan en uitsluitend na toestemming van de examinator/surveillant.
geldig paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of bromfietsbewijs
205
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
13
14
Indien een student de hier geformuleerde regels overtreedt, of op andere wijze de orde tijdens het tentamen verstoort, kan hij door de aanwezige examinator van verdere deelname aan het tentamen worden uitgesloten. Het door haar/hem ingeleverde tentamenwerk wordt niet nagekeken, tenzij de Examencommissie anders beslist. De examinator kan de Examencommissie verzoeken over eventueel verder te nemen sancties te beslissen. De examinator meldt de uitsluiting direct na het tentamen aan de Examencommissie. Tegen beslissingen van de examinator c.q. de Examencommissie staat binnen vier weken nadat de beslissing is bekend geworden beroep open bij het College van Beroep voor de Examens van onze Universiteit.
Artikel 6
Uitslagen tentamens en nabesprekingen
Aanvullend op hetgeen in de Onderwijs- en Examenregelingen omtrent tentaminering is vermeld, geldt: 1 De termijn waarop de schriftelijke uitslag wordt gepubliceerd is maximaal 10 werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. De examinator zorgt voor aanlevering van de tentamenuitslag voor 10 uur ’s ochtends op de 10e werkdag na het tentamen aan de onderwijsadministratie die vervolgens op dezelfde dag zorgt voor verwerking en publicatie van de uitslag. 2 Voor zover van tevoren kan worden voorzien dat de termijn van 10 werkdagen voor examinatoren door bijzondere omstandigheden niet haalbaar is, wordt dit vermeld op het tentamenformulier. Tevens wordt vermeld wanneer de uitslag dan wel kan worden verwacht. Hiervoor wordt vóór het afnemen van het tentamen toestemming gevraagd aan de opleidingsdirecteur. 3 Het toegekende cijfer is vier weken na de tentamendatum definitief vastgesteld, behoudens in het geval zich nieuwe feiten of omstandigheden voordoen. 4 De plaats en tijd van de inzage moeten door de examinator na de publicatie van de tentamenresultaten (door het bureau onderwijs en examens) op Nestor worden vermeld. De student heeft desgewenst recht op een mondelinge toelichting van de gegeven beoordeling. 5 Bij herhaling van een tentamen geldt het hoogstbehaalde cijfer. 6 Zodra de student op het tentamen verschijnt, is hij of zij gehouden het antwoordformulier in te leveren en zal de faculteit een cijfer registreren. Een verzoek van de student om het ingeleverde werk niet te beoordelen, wordt derhalve niet gehonoreerd.
206
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
7
Op schriftelijk verzoek van een student kan de Examencommissie besluiten dat na het voltooien van het afstudeerwerkstuk het laatste tentamen ter afsluiting van de opleiding buiten de reguliere tentamendata kan worden afgelegd. Dit verzoek zal niet worden toegewezen indien voor het betreffende vak in de twee eerstvolgende tentamenblokken een regulier tentamen wordt aangeboden, tenzij de Examencommissie anders beslist. Een verzoek wordt evenmin toegewezen indien dit ingediend wordt tijdens een tentamenblok waarin een regulier tentamen wordt aangeboden, dan wel indien in het blok voorafgaand aan het verzoek een reguliertentamen werd aangeboden, en verzoeker van deze tentamenmogelijkheid geen gebruik maakt of heeft gemaakt. Een dergelijk verzoek zal alleen in behandeling worden genomen indien het vergezeld gaat van een goedgekeurd vakkenpakket. Indien dit laatste tentamen niet met goed gevolg wordt afgelegd, kan de Examencommissie beslissen dat een eenmalig hertentamen plaatsvindt binnen een termijn van drie tot zes weken gerekend vanaf het tijdstip van de publicatie van de uitslag daarvan. Een buitenreguliere tentamenmogelijkheid staat niet open met betrekking tot een vak dat reeds eerder met een voldoende is afgerond.
Artikel 7 1
2 3 4
5 6
Fraude
In geval van fraude door een student kan de Examencommissie aan die student, gedurende een termijn van ten hoogste één jaar, het recht ontnemen één of meer daarbij aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. Vervangende, elders gedurende de schorsingsperiode met succes afgelegde tentamens zullen niet worden erkend. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examinator de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan dat tentamen. Een uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag voor het betrokken tentamen wordt vastgesteld. Van de beslissing tot uitsluiting wordt een schriftelijk verslag opgesteld. Dit verslag wordt door de examinator zo spoedig mogelijk gezonden aan de Examencommissie van de betrokken opleiding en in afschrift verstrekt aan de examinandus. De Examencommissie neemt kennis van het verslag en beslist naar aanleiding van het verslag of verdere uitsluiting moet worden overwogen. Overweegt de Examencommissie dat verdere uitsluiting geboden lijkt, dan worden examinator en examinandus opgeroepen voor een nader onderzoek.
207
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
7
Plagiaat is het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding.18 De maximale strafmaat voor het plegen van plagiaat zoals bedoeld in artikel 7.7.a en aanverwant ongeoorloofd gebruik van teksten is ontneming van het recht gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste één jaar om één of meer door de examencommisssie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen. a. Indien een werkstuk in groepsverband is geschreven zijn alle leden van de groep in geval van plagiaat aansprakelijk, totdat het tegendeel is bewezen. b. Indien plagiaat wordt ontdekt nadat het (eind)cijfer is vastgesteld is de Examencommissie bevoegd dit (eind)cijfer te vernietigen. Deze bevoegdheid verjaart één jaar na ontdekking, maar uiterlijk bij de uitreiking van het diploma.
Artikel 8 1
2 3
4
18
208
Vragen en opgaven
De vragen en opgaven van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen (schriftelijke of elektronische bronnen of mondelinge informatie die tijdens de colleges is overgedragen) waaraan de examenstof is ontleend niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs dat op het tentamen voorbereidt bekend gemaakt. Bij aanvang van de cursus wordt de stof voor het tentamen bekend gemaakt. Een examinator moet resultaten van een gedeelte van een tentamen schriftelijk vastleggen. De Examencommissie zorgt er voor dat tentamenopgaven ten minste vijf jaar en individuele uitwerkingen alsmede werkstukken en referaten ten minste één jaar worden bewaard. Het tentamen dient representatief te zijn voor de inhoud van het onderdeel.
Voorbeelden van plagiaat en aanverwant ongeoorloofd gebruik van teksten zijn: het gebruik maken van andermans teksten, het overnemen van andermans structuur van een tekst en het overnemen van andermans ideeën zonder vermelding van de bron; het uitsluitend of overvloedig gebruik maken van andermans teksten; het niet duidelijk aangeven in de tekst dat letterlijke of bijna letterlijke citaten zijn overgenomen; het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor verschillende opdrachten. Zie ook de notitie Voorkomen en tegengaan van Plagiaat. (Studiegids)
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Artikel 9 1
2.
Voor de regels voor toekenning van de judicia ‘cum laude’ en ‘summa cum laude’ wordt verwezen naar artikel 5.10 van de OER voor de bacheloropleidingen en artikel 3.12 van de OER voor de masteropleidingen van de FEB. Voor studenten die voor 1 september 2010 met de studie zijn begonnen, geldt de regels die zijn vastgelegd in de Regels & Richtlijnen 2009-2010.
Artikel 10 1 2 3 4
5 6
2
Beoordeling
Men is voor het bachelorexamen geslaagd, indien voor alle examenonderdelen ten minste het cijfer 6 is behaald. Men is voor het masterexamen geslaagd, indien voor alle examenonderdelen ten minste het cijfer 6 is behaald. De beoordeling en verwerking van schriftelijke tentamens geschiedt binnen een termijn van 10 werkdagen. De beoordeling van de examenonderdelen wordt weergegeven in hele getallen. Alleen van deeltentamens kan de beoordeling worden gegeven in tienden. Aan de hele getallen is de volgende betekenis toegekend: 1. zeer slecht 2. slecht 3. ruim onvoldoende 4. onvoldoende 5. bijna voldoende 6. voldoende 7. ruim voldoende 8. goed 9. zeer goed 10. uitmuntend Een examenonderdeel waarvoor een vrijstelling is verleend, wordt geacht te zijn beoordeeld met een 6. Vrijstellingen moeten worden aangevraagd bij de Examencommissie. De Examencommissie beslist over het verlenen van vrijstellingen.
Artikel 11 1
Cum laude en summa cum laude
Nadere regeling goedkeuring bachelorprogramma
Een verzoek tot goedkeuring van het onderwijsprogramma voor de bacheloropleiding wordt door de examinandus ingediend bij de Examencommissie minimaal vier maanden voordat het bachelorexamen wordt afgelegd. De Examencommissie beslist binnen drie weken na ontvangst van het verzoek omtrent de bacheloropleiding. De student wordt binnen twee weken na de beslissing van de Examencommissie hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
209
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Artikel 12 1
2
Een verzoek tot goedkeuring van het onderwijsprogramma voor de masteropleiding wordt door de examinandus ingediend bij de Examencommissie minimaal twee maanden voor aanvang van de afstudeeropdracht. De Examencommissie beslist binnen drie weken na ontvangst van het verzoek omtrent de masteropleiding. De student wordt binnen twee weken na de beslissing van de Examencommissie hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Artikel 13 1
2 3
4 5
2
3
4
210
Getuigschrift, diplomasupplement en verklaring
Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt door de voorzitter en secretaris van de Examencommissie ondertekend. De uitreiking geschiedt in het openbaar, tenzij de desbetreffende Examencommissie anders heeft bepaald. Op het getuigschrift wordt vermeld, welke onderdelen het examen omvat. Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd examen wordt uitgereikt, ontvangt desgevraagd een verklaring waarin de tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd. Aan de geëxamineerde van een bacheloropleiding wordt een bachelorgetuigschrift uitgereikt, vergezeld van een diplomasupplement. Aan de geëxamineerde van een masteropleiding wordt een mastergetuigschrift uitgereikt, vergezeld van een diplomasupplement.
Artikel 14 1
Nadere regeling goedkeuring masterprogramma
Beroepregeling
Tegen een beslissing van een examinator of van een Examencommissie kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor de Examens van de universiteit. Wordt beroep ingesteld tegen een beslissing van een examinator, dan dient degene die in beroep gaat (de appellant) een met redenen omkleed beroepsschrift binnen vier weken na de beslissing te zenden aan het College van Beroep voor de Examens van de universiteit en aan de betrokken Examencommissie. De Examencommissie functioneert als bemiddelingscommissie tussen examinator en appellant. Wordt beroep ingesteld tegen een beslissing van de Examencommissie, dan dient degene die in beroep gaat (de appellant) een met redenen omkleed beroepsschrift binnen vier weken na de beslissing te zenden aan het College van Beroep voor de Examens van de universiteit en aan het faculteitsbestuur. Het faculteitsbestuur stelt een bemiddelingscommissie in, die nagaat of een minnelijke schikking mogelijk is. De Examencommissie als bedoeld in lid 2 c.q. de bemiddelingscommissie als bedoeld in lid 3 delen binnen vier weken aan het College van Beroep voor de Examens van de universiteit mede tot welke uitkomst het beraad heeft geleid.
Regels & Richtlijnen Faculteit Economie en Bedrijfskunde
5
In zaken waarin het belang van de appellant een onverwijlde voorziening bij voorraad vordert, kan bij met redenen omkleed verzoekschrift een voorlopige voorziening aan de voorzitter van het College van Beroep voor de Examens van de universiteit worden gevraagd.
Toelichting bij de beroepregeling: Nadere informatie over de beroepregeling kan men krijgen bij de University Student Desk, Broerstraat 5, 1e verdieping, gebouw 1112. Hier is ook de brochure ‘Bezwaar en Beroep’ af te halen. Artikel 15
Inwerkingtreding
Deze regels en richtlijnen treden in werking op 1 september 2010. Vastgesteld door de Examencommissies: april 2010.
211
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Regeling waardering opdrachten Algemene regels voor alle typen opdrachten: 1. In het kader van enig vak aangeboden binnen een van de opleidingen aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde kan gebruik worden gemaakt van (groeps)opdrachten, presentaties, huiswerkopgaven, cases en soortgelijke activiteiten. Tevens kan in het kader van deze vakken een oordeel worden gegeven over de studieprestaties (individueel zowel als groepsgewijs) van deelnemers aan (werk)colleges en practica. Deze activiteiten en prestaties worden hieronder aangeduid als ‘opdrachten’. 2. De criteria voor het beoordelen van de opdrachten, de wijze waarop de beoordeling meeweegt in het eindcijfer van het vak alsmede de herhalingsmogelijkheden, moeten uiterlijk bij aanvang van het vak schriftelijk of electronisch bij de studenten bekend gemaakt zijn. 3. Indien in een vak verschillende opdrachten worden gegeven die elk met een cijfer worden beoordeeld, dan wordt uiteindelijk één gezamenlijk cijfer, afgerond op één decimaal, voor deze opdrachten berekend. Dit is het opdrachtcijfer. 4. Voor het tentamen wordt eveneens één cijfer vastgesteld, afgerond op één decimaal. Dit is het tentamencijfer. 5. Docenten worden geacht eisen te stellen aan het minimaal te behalen resultaat van het practicum- en het tentamencijfer. 6. De wegingcoëfficiënten worden bepaald door de docenten. 7. Het eindcijfer wordt berekend als het gewogen gemiddelde van het practicumen het tentamencijfer en uitgedrukt als een geheel getal. 8. Alleen dit eindcijfer wordt door de verantwoordelijke contactdocent doorgegeven aan de onderwijsadministratie van de faculteit. 9. De contactdocent van het betreffende vak is verantwoordelijk voor de archivering van het practicum- en het tentamencijfer . 10. Het practicum- en het tentamencijfer blijven geldig zolang het betreffende onderdeel (tentamen/opdracht) in dezelfde vorm, inclusief de wegingsfactor wordt aangeboden, tenzij docent van tevoren anders heeft aangekondigd overeenkomstig de regels van artikel 8 R&R. Aanvullende regels die alleen van toepassing zijn indien de opdrachten voor meer dan 25% meetellen bij het bepalen van het eindcijfer: 1. Indien opdrachten voor meer dan 25 % meetellen bij het bepalen van het eindcijfer moet het tentamencijfer minimaal een 5.0 bedragen. 2. Wanneer het opdrachtcijfer onvoldoende is, wordt éénmaal een reparatieopdracht verstrekt waarbij de student alsnog in staat wordt gesteld om een onvoldoende cijfer voor de opdracht om te zetten in een hoger cijfer. 3. Wanneer het niet lukt met een reparatie-opdracht een voldoende hoog cijfer voor de opdracht te halen om een voldoende eindcijfer voor het vak te scoren, moet worden deelgenomen aan de reguliere opdrachten op het moment dat het vak
212
Regeling waardering opdrachten
opnieuw wordt aangeboden of alsnog een voldoende hoog cijfer voor het tentamen worden gehaald. Aanvullende regel die alleen van toepassing is indien de opdrachten voor maximaal 25% meetellen bij het bepalen van het eindcijfer: 1. Wanneer het gewicht van de opdracht maximaal 25% van het eindcijfer uitmaakt, hoeft in het betrokken collegejaar geen herhalingsmogelijkheid te worden aangeboden, tenzij er minimale eisen gesteld zijn aan het cijfer van de opdracht.
213
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen Paragraaf 1. Inleiding Dit reglement bevat algemene regels die gelden voor alle afstudeerwerkstukken voor de bachelor- en masteropleidingen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB)19. Dit reglement wordt nader uitgewerkt en aangevuld in een Handleiding afstudeerwerkstukken en een Beoordelingsformulier afstudeerwerkstukken. Deze documenten kunnen per opleiding verschillen. De handleiding bevat in ieder geval nadere informatie over de eisen aan de toelating, de aanmeldingsprocedure, het onderwerp, de vorm en vormgeving en de eindtermen van het afstudeerwerkstuk alsmede informatie over de begeleiding en de beoordelingsprocedure. Het beoordelingsformulier is een lijst met beoordelingsaspecten die expliciet worden gehanteerd bij de vaststelling van het eindcijfer (zie artikel 9). Beide documenten worden voor de aanvang van het collegejaar vastgesteld en beschikbaar gesteld via het onderwijsbureau.
Paragraaf 2. Toelating Opleidingen kunnen voor afstudeerwerkstukken ingangseisen20 formuleren in termen van studiefase en/of vakken of onderdelen van het vaardigheidstraject. Opleidingen kunnen vaste momenten voor aanvang en afronding vaststellen.
Paragraaf 3. Aanmeldingsprocedure Aanmelden voor een afstudeerwerkstuk kan op ProgRESS WWW
Paragraaf 4. Onderwerp Het onderwerp van een masterafstudeerwerkstuk wordt in beginsel door de student zelf aangedragen. Dit onderwerp sluit aan bij de opleiding en het daarbinnen gekozen traject (profiel). Bij twijfel hierover beslist de betrokken onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur.
19
20
214
De term afstudeerwerkstuk staat voor een verzameling van stukken die afhankelijk van opleiding en inhoud ook wel worden aangeduid als afstudeeropdracht, scriptie of afstudeerproject. De ingangseisen moeten worden vermeld in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
Het bachelorafstudeerwerkstuk bestaat in beginsel uit een gerichte opdracht, al dan niet in combinatie met een voorbereidingstraject.
Paragraaf 5. Vorm en vormgeving Het afstudeerwerkstuk kan de vorm hebben van een theoretisch onderzoek (waaronder bijvoorbeeld een literatuuronderzoek), een empirisch onderzoek of een onderzoek naar een aan een organisatie gerelateerd probleem (afstudeerproject). Opleidingen (trajecten) kunnen één van deze vormen voorschrijven en/of nadere eisen stellen aan deze vormen. Opleidingen kunnen deze vormen desgewenst nader specificeren. Opleidingen kunnen specifieke eisen stellen aan de vormgeving van het afstudeerwerkstuk (titelblad, stijl, taal, typografische verzorging, samenvatting, maximum/minimum aantal pagina’s, enz.). Bij het ontbreken van dergelijke richtlijnen dienen hierover van tevoren afspraken te worden gemaakt tussen student en begeleider.
Paragraaf 6. Eindtermen De eindtermen van het afstudeerwerkstuk sluiten aan bij de eindtermen van de betreffende opleiding. De zwaarte van het werkstuk in EC is afhankelijk van de opleiding en is vastgelegd in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling. Voor zover een opleiding verschillen in zwaarte toelaat, wordt deze van tevoren schriftelijk vastgelegd. Het schrijven van een afstudeerwerkstuk is een individuele prestatie. Zowel bij het managen van het afstudeerproject als bij de relationele, de methodologische en de inhoudelijke aspecten laat de student zien zelfstandig en professioneel te kunnen optreden en zich aan afspraken te houden. Afstudeerwerkstukken door twee of meer studenten zijn slechts toegestaan indien de individuele bijdragen objectief kunnen worden vastgesteld.
Paragraaf 7. Begeleiding De opleiding is verantwoordelijk voor het begeleiden en beoordelen van afstudeerwerkstukken. Zij bepaalt welke docenten21 deze taken mogen vervullen en zorgt ervoor dat of de begeleider of de medebeoordelaar docent is bij de betreffende opleiding. De begeleidend docent geeft binnen 10 werkdagen feedback op volgens afspraak ingeleverde stukken.Voor de geplande start van een afstudeerwerkstuk dienen zwaarte (uitgedrukt in EC) en omvang (maximum/minimum aantal bladzijden) te zijn vastgesteld en een begeleider te zijn toegewezen. Opleidingen
21
De eisen die aan een begeleider/beoordelaar worden gesteld, staan vermeld in de betreffende Onderwijs- en Examenregeling.
215
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
kunnen nadere eisen stellen aan de te volgen procedure voor het toegewezen krijgen van een begeleider. Studenten krijgen op hun verzoek binnen 20 werkdagen een begeleider toegewezen. De begeleiding van het masterafstudeerwerkstuk bestaat ten minste uit een intakegesprek, een bespreking van de probleemstelling annex onderzoeksopzet, een becommentariëring van een of meer tussenrapportages en van het eindconcept. Bij een masterafstudeerwerkstuk is er altijd een medebeoordelaar. Deze wordt toegewezen in samenspraak met de begeleider en de onderwijscoördinator, opleidingsdirecteur of scriptiecommissie.
Paragraaf 8. Beoordelingsprocedure Artikel 8.1
Het bachelorafstudeerwerkstuk
Het bachelorafstudeerwerkstuk kan worden ingebed in een vaardighedentraject of seminar. De beoordeling vindt plaats door de begeleider22. Artikel 8.2
Het masterafstudeerwerkstuk
De beoordeling vindt plaats door de begeleider4 en een medebeoordelaar. De medebeoordelaar komt pas in beeld zodra hij/zij kan beschikken over een volledig door de begeleider goedgekeurd concept van het werkstuk. De beoordeling vindt plaats na een afstudeergesprek (mondelinge verdediging). Dit gesprek kan pas worden afgesproken na een positief oordeel van de medebeoordelaar. Bij een negatief oordeel, beslist een onafhankelijke derde docent die daartoe wordt benaderd door de onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur van het traject. Wanneer deze wel kan instemmen, neemt hij/zij de verdere taken van de medebeoordelaar over. De medebeoordelaar toetst op de onder punt 9 genoemde beoordelingsaspecten en kan nadere aanpassingen eisen alvorens het afstudeergesprek plaatsvindt. De afspraak voor het afstudeergesprek, dan wel het verzoek tot nadere aanpassingen, volgt binnen 15 werkdagen na het volgens afspraak aanleveren van het volledige concept, tenzij van tevoren om dringende redenen anders is afgesproken. Begeleider en medebeoordelaar zijn beiden bij het afstudeergesprek aanwezig. De aanwezigheid van een eventuele externe stage- of projectbegeleider kan gewenst zijn, maar deze heeft slechts een adviserende stem. Na afloop van het gesprek bepalen begeleider en beoordelaar samen het cijfer. Bij onenigheid beslist een onafhankelijke derde docent binnen 10 werkdagen. De uitslag wordt terstond aan de betrokken student medegedeeld.
22
216
Het aanstellen van twee begeleiders behoort tot de mogelijkheden. Indien een afstudeerwerkstuk wordt begeleid door twee begeleiders, dan treedt één van beide op als medebeoordelaar.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
Paragraaf 9. Beoordelingsaspecten Artikel 9.1
Bachelorafstudeerwerkstuk
Bij de beoordeling van het bachelorafstudeerwerkstuk wordt in ieder geval expliciet aandacht besteed aan: – de probleemstelling (originaliteit, wetenschappelijke en praktische relevantie); – de onderzoeksopzet; – de gehanteerde theoretische concepten en onderzoeksmethoden; – de argumentatie (juistheid, objectiviteit); – de opbouw (functionaliteit, structuur); – de presentatie (formulering, taal, vormgeving); – de mate van zelfstandigheid waarmee het werkstuk tot stand is gekomen. Deze aspecten dienen op evenwichtige wijze in het eindcijfer tot uitdrukking te worden gebracht. Afzonderlijke opleidingen kunnen deze beoordelingsaspecten nader accentueren en verfijnen en desgewenst wegingsfactoren toevoegen. Een mondelinge verdediging en/of presentatie kan onderdeel uitmaken van de beoordeling, maar mag het eindcijfer slechts marginaal beïnvloeden. Artikel 9.2
Masterafstudeerwerkstuk
Bij de beoordeling van het masterafstudeerwerkstuk wordt in ieder geval expliciet aandacht besteed aan: – de probleemstelling (originaliteit, wetenschappelijke en praktische relevantie); – de onderzoeksopzet; – de gehanteerde theoretische concepten en onderzoeksmethoden; – de argumentatie (juistheid, objectiviteit); – de opbouw (functionaliteit, structuur); – de presentatie (formulering, taal, vormgeving); – de mate van zelfstandigheid waarmee het werkstuk tot stand is gekomen; – de kwaliteit en toegankelijkheid van het gebruikte datamateriaal; – de reproduceerbaarheid; – de originaliteit; – de wetenschappelijke en praktische relevantie van de conclusies en aanbevelingen, Deze aspecten dienen op evenwichtige wijze in het eindcijfer tot uitdrukking te worden gebracht. Een mondelinge verdediging maakt vast onderdeel uit van de beoordeling, maar mag het eindcijfer slechts marginaal beïnvloeden. Afzonderlijke opleidingen kunnen deze beoordelingsaspecten nader accentueren en verfijnen en desgewenst wegingsfactoren toevoegen. Bij afstudeerwerkstukken in de vorm van een afstudeerproject kan, naast de inhoud, het proces van de uitvoering van het onderzoek in de praktijk een expliciet beoordelingsaspect vormen. Indien de student extern een afstudeerproject doet, kan de begeleider vanuit de universiteit de
217
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
begeleider in het bedrijf/de organisatie advies vragen over het aspect “proces van de praktische uitvoering van het onderzoek”.
Paragraaf 10. Betrokkenheid externe partijen bij het onderzoek Voor het onderzoek kan betrokkenheid van externe partijen nodig of wenselijk zijn. Deze betrokkenheid kan zich uitstrekken van het verschaffen van toegang tot informatie tot het formuleren van de opdracht voor het onderzoek. In geval een externe partij condities wil stellen aan het gebruik van gegevens of resultaten van het onderzoek, dient de student er zorg voor te dragen dat deze condities het mogelijk blijven maken om op de vereiste wijze aan zijn/haar afstudeerverplichtingen te voldoen. Afspraken zoals bijvoorbeeld ten aanzien van openbaarheid, dienen binnen de regels van dit reglement te blijven (zie punt 12). Concept-contracten met externe organisaties moeten vooraf ter instemming aan de faculteit worden voorgelegd23. De faculteit is uitsluitend verantwoordelijk voor de begeleiding van de student. Zij begeleidt het onderzoek als leerproces en beoordeelt het proces van totstandkoming van het onderzoek en de resultaten volgens de geldende wetenschappelijke normen. De student is verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek en de relatie met externe partijen. De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) heeft haar aansprakelijkheid in de hoedanigheid van de universiteit door middel van een aansprakelijkheidsverzekering afgedekt24 alsmede de aansprakelijkheid van studenten van de RuG tijdens stageactiviteiten, met uitzondering van stageactiviteiten in de Verenigde Staten en Canada. Er geldt een eigen risico van € 2.500 per aanspraak voor zaakschade en € 25.000 per aanspraak voor schade aan personen.
Paragraaf 11. Administratieve verwerking en archivering De student levert drie schriftelijke exemplaren van het afstudeerwerkstuk in bij het secretariaat van de opleiding: één voor de begeleider, één voor de medebeoordelaar, één voor het opleidingsarchief. De bibliotheek ontvangt een digitaal exemplaar van de schriftelijke versie. Deze wordt uitsluitend via de interne catalogus toegankelijk gesteld. De afstudeerwerkstukken in het opleidingsarchief blijven 5 jaar bewaard in verband met visitatie en accreditatie.
23
24
218
Bij elk masterafstudeerwerkstuk waarbij derden zijn betrokken, is een contract met de betreffende organisatie verplicht. Dit betreft een schadeverzekering voor schade die door de student is toegebracht. Overige verzekeringen moeten door de student zelf worden geregeld.
Reglement afstudeerwerkstukken Bachelor- en Masteropleidingen
Paragraaf 12. Openbaarheid Het te boordelen afstudeerwerkstuk is openbaar omdat onderzoek en beoordeling verifieerbaar moeten zijn. Het werkstuk dient derhalve geen vertrouwelijke gegevens te bevatten. In voorkomende gevallen mag gebruik worden gemaakt van een of meer vertrouwelijke bijlagen met aanvullende gegevens die aan beide beoordelaars ter beschikking worden gesteld. Het afstudeerwerkstuk dient echter zelfstandig leesbaar te zijn en moet ook zonder vertrouwelijke bijlagen als een volwaardig werkstuk kunnen worden beschouwd. Slechts indien daar zwaarwegende argumenten voor zijn, zulks ter beoordeling van de Examencommissie, kan de vertrouwelijkheid van een afstudeerwerkstuk zonder aanvullende eisen worden geaccepteerd. Dergelijke werkstukken zijn alleen vertrouwelijk ter inzage beschikbaar voor de begeleider, de medebeoordelaar, de opleidingsdirecteur en zonodig de Examen- en Accreditatiecommissie. De beoordeling van de Examencommissie omtrent de vertrouwelijkheid moet vooraf plaatsvinden op basis van het onderzoeksvoorstel.
Paragraaf 13. Geschillen Bij geschillen tussen student en begeleider bemiddelt de betrokken onderwijscoördinator of opleidingsdirecteur. Bij uitblijven van een oplossing beslist de Examencommissie.
Paragraaf 14. Slotbepalingen In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de Examencommissie.
219
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Regeling overlappende tentamens Paragraaf 1. Inleiding Met behulp van het roosterprogramma Syllabus+ wordt (langs opleidingslijnen) nagestreefd tentamens zoveel mogelijk conflictvrij te roosteren. Daarnaast worden de volgende extra ‘restricties’ gehanteerd: – Binnen één opleiding worden tentamens van propedeuse en tweedejaars vakken conflictvrij geroosterd. – Tentamens van tweedejaars en verplichte derdejaars vakken worden binnen één opleiding conflictvrij geroosterd. – Tentamens van verplichte derdejaars vakken en trajectvakken binnen één opleiding worden nooit op hetzelfde tijdstip geroosterd (dit geldt niet voor trajectvakken onderling). – Hertentamens worden zoveel mogelijk in de eerste helft en reguliere tentamens in de tweede helft van elk tentamenblok geroosterd. – Tentamenroosters worden – per semester – gelijktijdig met vakroosters bekend gemaakt en nadat ze zijn vastgesteld in principe niet meer gewijzigd. Met roostering volgens bovenstaande uitgangspunten worden overlappende tentamens zoveel mogelijk voorkomen. Omdat alle tentamendata ruim vóór de deadline van de vakaanmelding bekend zijn (punt 5) kunnen studenten zelf tijdig signaleren of twee tentamens op hetzelfde tijdstip vallen en een andere keuze maken. Als er ondanks bovenstaande maatregelen toch sprake is van twee tentamens op hetzelfde tijdstip en student beide wil of moet doen, kan student onder bepaalde voorwaarden in staat gesteld worden beide tentamens aansluitend te doen.
Paragraaf 2. Criteria voor toekenning individuele regeling 1. Alleen ingeval het verzoek tijdig wordt ingediend, kan de student aan onderstaande regeling rechten ontlenen. De student die een beroep wil doen op de regeling moet het formulier ‘Verzoek tot regeling in verband met overlappende tentamens’ uiterlijk op de laatste werkdag voor de start van de tentamenintekening volledig ingevuld bij de Student Support Desk inleveren. De student moet zich vervolgens tijdens de reguliere intekenperiode via ProgRESS WWW intekenen voor beide tentamens. Bij niet tijdig ingediende verzoeken beslist de Examencommissie of de student voor een regeling in aanmerking komt 2. Indien het gaat om (her)tentamens van verplichte vakken (waarbij voor de bacheloropleiding Bedrijfseconomie inbegrepen de ‘keuzevakken BSc BE) heeft de student altijd recht op een individuele regeling die hem/haar in staat stelt beide tentamens in het betreffende blok af te leggen. De baliemedewerker controleert de juistheid van de door student ingevulde gegevens (tentamentijden, etc.) en informeert de student over de verdere procedure.
220
Regeling overlappende tentamens
3. Indien één of beide vakken niet-gebonden keuzevakken zijn, moet een afspraak met de studieadviseur gemaakt worden om te (laten) beoordelen of het afleggen van beide, overlappend geroosterde tentamens noodzakelijk is om grote studievoortgangproblemen te voorkomen. De studieadviseur brengt vervolgens een gemotiveerd advies uit aan de Examencommissie. Laatstgenoemde neemt de uiteindelijke beslissing of een individuele regeling wordt aangeboden of niet. De studieadviseur brengt de student en eventueel de docent op de hoogte van de beslissing en levert het ingevulde formulier in bij de Onderwijsadministratie, die het verder afhandelt.
Paragraaf 3. De individuele regeling De individuele regeling houdt in principe in dat de student de gelegenheid krijgt beide tentamens aansluitend te doen: één op de reguliere tijd en de andere direct ervoor of direct erna, met maximaal een half uur pauze tussen beide. Het niet-reguliere tentamen kan worden afgelegd in een apart kamertje, bijvoorbeeld in de buurt van een secretariaat. De betreffende student wordt opgehaald uit (of gebracht naar) de ruimte waar het andere tentamen werd/wordt afgelegd, dit om uitwisseling van informatie met derden te voorkomen. Desgewenst wordt onderweg koffie of een lunch opgehaald. Tijdens het niet-reguliere tentamen dient een vakdocent steeds telefonisch oproepbaar te zijn. Als het een grotere groep studenten betreft, geldt hetzelfde, maar dan zou een surveillant uit de bekende pool kunnen worden ingehuurd die zowel mee luncht/koffie drinkt als surveilleert tijdens het tentamen dat op het niet-reguliere tijdstip wordt gehouden. Ook in dit geval moet uiteraard een vakdocent steeds telefonisch oproepbaar te zijn.
Paragraaf 4. Eerste aanspreekpunt en verdere procedure De Student Support Desk is het eerste aanspreekpunt. De baliemedewerker kan aan de hand van de studiegidsen bepalen of de student volgens de criteria voor toekenning (zie paragraaf 2) recht heeft op een individuele regeling. Als de student daar niet aan voldoet, dan dient de student te worden verwezen naar de studieadviseur waarmee hij/zij een afspraak moet maken (zie paragraaf 3). Als een verzoek wordt ingewilligd, dan regelt iemand van de Onderwijsadministratie, uiteraard in goede afstemming met de secretaresse van de contactdocent van het te tentamineren vak, een ruimte (zie bovenstaand), een exemplaar van het tentamen plus bijbehoren, etc.
221
Onderwijs- en Examenregelingen 2010-2011
Studentenstatuut Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het centrale deel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie. Het decentrale deel beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding. Deze verschillen per opleiding en faculteit. Het volledige studentenstatuut vindt u op www.rug.nl/studenten/regelingen/studentenstatuut
222