Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
Bio-ingenieur op de werkvloer
Open je wereld, word bio-ingenieur
Heb je interesse voor wetenschappen of ben je geboeid door vragen die verband houden met het leven (mens, dier, plant, bacterie…) en de interacties van levende wezens met de omgeving (lucht, water en bodem), dan ben je meer bio-ingenieur in spe dan je denkt, en is de opleiding bio-ingenieurswetenschappen aan K.U.Leuven iets voor jou. Leuven is trouwens een gezellige en authentieke studentenstad, waar je alle bestemmingen met de fiets kan bereiken. Je krijgt op onze groene campus te Heverlee een kwaliteitsvolle veelzijdige opleiding met een mix van wetenschappelijke vakken die aandacht schenken aan milieu, maatschappij en duurzaamheid. Maar waar kom je later als master in de bio-ingenieurswetenschapen terecht? Welke beroepsmogelijkheden heb je als bio-ingenieur? Pas afgestudeerde bio-ingenieurs vind je meestal in technische functies (zoals het ontwerpen en in stand houden van productiesystemen, kwaliteitscontrole), in het onderzoek, in logistieke en technisch commerciële functies en in het onderwijs. De vorming kadert in het systeemgericht denken over biologische processen en levert je snel ervaring om leidinggevende taken op te nemen in zeer diverse bedrijven en organisaties. Je master geeft je alle troeven in handen voor een boeiende loopbaan in, onder andere, de voedingsindustrie, plant- en dierproductie, de farmaceutische industrie, biotechnologiebedrijven, onderzoeksinstellingen, administraties en overheidsagentschappen, studiebureaus, NGO's, internationale instellingen, chemiegerelateerde beroepssectoren zoals de petrochemie, de milieutechnologie, onderwijsinstellingen, de constructie van bedrijfsgebouwen en hun klimaatregeling, het ontwerp en het testen van machines en installaties in de hele voedselketen. Om deze verschillende beroepsmogelijkheden te illustreren bieden wij jou deze brochure aan. Ze bevat 70 concrete voorbeelden van functies die worden ingevuld door bio-ingenieurs en laat je zien dat bio-ingenieurs zeer flexibel zijn en tijdens hun loopbaan verschillende jobs kunnen uitoefenen. Wij werden bij het samenstellen van deze brochure telkens blij verrast door de verhalen van onze afgestudeerde bio-ingenieurs. Laat je verbazen! Indien je nog bijkomende vragen hebt, staan we graag paraat om je hierbij te helpen.
Prof. P. Coppin Decaan Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
Contact Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Dienst Externe Relaties Kasteelpark Arenberg 37, bus 2300 Tel. +32 (0)16 32 16 29
[email protected] www.biw.kuleuven.be
Verantwoordelijke Uitgever Prof. P. Coppin Decaan Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
Bio-ingenieur op de werkvloer
Inhoudstafel Accountmanager in de ICT sector ....................................................................................................................1 Accountmanager in de ICT sector ....................................................................................................................2 Afdelingshoofd Organische Analyse in een Milieulabo...................................................................................3 Algemeen Coördinator Regionaal Landschap ..................................................................................................4 Algemeen Directeur van een Internationale Vereniging ..................................................................................5 Assistent Manager en Kwaliteitsverantwoordelijke in een Kenniscentrum voor Gevaarlijke Stoffen ..............................................................................................................................................................6 Attaché voor Ontwikkelingssamenwerking FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ......................................................................................................................7 Bedrijfsleider in de Chemie..............................................................................................................................8 Bedrijfsleider van de Facultaire Serres.............................................................................................................9 Clinical Research Associate in een Onderzoeksorganisatie Gespecialiseerd in Onderzoek naar Nieuwe Medicatie in de Oncologie ........................................................................................................10 Commercieel & Marketing Directeur van een Logistieke Dienstverlener .....................................................11 Coördinator Bosgroepen.................................................................................................................................12 Coördinator Bosgroepen.................................................................................................................................13 Development Engineer in de Brouwerijsector................................................................................................14 Diensthoofd Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking Latijns-Amerika............................................15 Diensthoofd Mycologie in het Wetenschappelijk Onderzoek voor de Fruitteelt ...........................................16 Diensthoofd van een Landschapsstichting .....................................................................................................17 Directeur van een Crisiscentrum en B-FAST.................................................................................................18 Directeur-Generaal bij een Toeleverancier aan de Land- en Tuinbouw.........................................................19 Exportmanager van een KMO in Meststoffen................................................................................................20 General Manager in de Sigarenindustrie ........................................................................................................21 Gezondheidinspecteur en Sectorhoofd van het Voedselagentschap...............................................................22 GIS-Specialist in een Programma voor Bodem- en Waterbeheer in de Andes ..............................................23 Global Reimbursement Director in de Biotechnologiesector.........................................................................24 Hoofd van een Gemeentelijke Milieudienst in Chili ......................................................................................25 Hoofddocent – Onderzoekgroepleider in een Onderzoekcentrum .................................................................26 Hoofdredacteur – Journalist van een Weekkrant en een Tweewekelijks Magazine.......................................27 Innovatieconsulent in een Voorlichtingscentrum van een Vlaamse Beroepsorganisatie voor de Agrarische Ondernemer.............................................................................................................................28 Kwaliteitsdeskundige in de Farmaceutische Sector .......................................................................................29 Leerkracht Fysica en Laboverantwoordelijke ................................................................................................30 Leerkracht Wetenschappen ............................................................................................................................31 Leerkracht Wetenschappen ............................................................................................................................32 Medewerker Gebiedsgericht Beleid van een Intercommunale .......................................................................33 Medisch Milieukundige van een Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk ...................................................34 Onderzoeker in het Wetenschappelijk Onderzoek voor de Fruitteelt.............................................................35 Ontwikkelingshulp in de Filippijnen ..............................................................................................................36 Operationeel Directeur van een Groep Plantagebedrijven .............................................................................37 Planning Manager Klinische Bevoorrading in de Farmaceutische Sector .....................................................38 Planning/Management in een Cateringbedrijf ................................................................................................39 Plant Manager in een Visbedrijf.....................................................................................................................40 Plant Support/Project Engineer in de Chemie ................................................................................................41 Policy Officer Europese Commissie Directoraat-Generaal Milieu ................................................................42 Process Improvement Officer bij een Bank....................................................................................................43 Productiecoördinator Grondstoffen van een Toeleveringsbedrijf van Antimalariageneesmiddelen ...........................................................................................................................44 Productie-Ingenieur in de Chemie..................................................................................................................45 Productmanager/Wetenschappelijk Medewerker van een Bodemkundige Dienst .........................................46 Productspecialist HPLC van een Firma Gespecialiseerd in Analytische Labo-Apparatuur...........................47 Programmacoördinator in het Domein van de Milieuwetenschappen van een Europees Onderzoeksprogramma...................................................................................................................................48 i
Bio-ingenieur op de werkvloer
Programmamedewerker-Researcher-Redacteur-Reporter-Regisseur van een TV-Programma .....................49 Projectdirecteur PRRAC Desarrollo Local in Honduras ................................................................................50 Projectingenieur van een Praktijk- en Voorlichtingscentrum voor de Melkveehouderij ...............................51 Projectleider Internationale Samenwerking in een Interfacultair Onderzoeksinstituut ..................................52 Projectleider in een Studiebureau ...................................................................................................................53 Quality, Environmental & Ethical Manager in een Bedrijf Gespecialiseerd in de Export van Exotisch Fruit .................................................................................................................................................54 R&D Trainee in de Farmaceutische Sector ....................................................................................................55 Regioverantwoordelijke van een Boerenorganisatie ......................................................................................56 Research Manager in de Bakkerijsector .........................................................................................................57 Sales Engineer bij een Firma Gespecialiseerd in Laboratoriumapparatuur....................................................58 Sales Manager in een Softwarebedrijf voor de Mengvoedersector ................................................................59 Schoolbegeleider ............................................................................................................................................60 Technisch/Commercieel Medewerker van een Groothandel Gespecialiseerd in Groenten voor de Diepvries- en Conservenindustrie .....................................................................................................61 Technology Developer in een Consortium van Laboratoria...........................................................................62 Technology Manager in de Chemie................................................................................................................63 Verantwoordelijke voor de Exploitatie van de Zuiveringsinfrastructuur in een Rivierbekken ......................64 Verkoopsdirecteur in de Chemie ....................................................................................................................65 Vice President en General Manager van een Bedrijf Gespecialiseerd in Medische Technologie ....................................................................................................................................................66 Vice President in een Toeleveringsbedrijf voor Auto-Assemblagebedrijven en Automobieltoeleveranciers.............................................................................................................................67 Wetenschappelijk Medewerker aan een Onderzoekcentrum van een Universiteit.........................................68 Zaakvoerder van een Eigen Bedrijf Gespecialiseerd in Begeleiding, Advies, Opleiding en Interim-management aan en in (Voedings)Bedrijven.....................................................................................69 Zaakvoerder van een Organisatie met als Doel te Fungeren als Europese Basis voor Internationale Wetenschappelijke Organisaties..............................................................................................70
ii
Bio-ingenieur op de werkvloer
Accountmanager in de ICT sector “Ik heb na mijn studies voor bio-ingenieur een MBA gevolgd.” In mijn functie van account manager ben ik verantwoordelijk om een omzet objectief te realiseren. Mijn klantenbestand vind je terug in de distributie en retail. Het gaat om middelgrote bedrijven, vooral in het Vlaamse landsgedeelte. Dit objectief wordt gerealiseerd door zeer frequente contacten met de klant waarbij overlegd wordt met mensen in verschillende functies, gaande van IT tot algemene directie. De bedoeling is hierbij een vertrouwensrelatie te creëren en samen met de klant IT-projecten te definiëren. Het vertrekpunt is meestal een businessprobleem. Het begrijpen van de business van de klant is dus essentieel in deze job. Eenmaal het project geïdentificeerd is, zoek ik de geschikte afdeling binnen IBM of een externe businesspartner om dit project uit te voeren en wijs het project aan hen toe. De projecten gaan van consulting, process re-engineering, over design van (soms) complexe Itinfrastructuur (tell me what to do), prestatie van diensten (help me to do it) tot outsourcing of outtasking (do it for me). Ik volg op tijdens de uitwerking van de offerte en tijdens het project en neem regelmatig feedback bij de klant en de teams. Eventuele problemen worden onderkend, opgelost door bemiddeling, bijsturing of escalatie. Klantentevredenheid wordt regelmatig gemeten door specifieke interviews. Regelmatig wordt hiervoor een extern bureau ingeschakeld. Ik krijg de resultaten van deze interviews en word hierop ook afgerekend. Na mijn studies voor bio-ingenieur heb ik een MBA gevolgd in avondonderwijs. Ik ben bij IBM begonnen als system engineer en heb ongeveer tien jaar gewerkt als proposal manager en projectmanager vooraleer ik deze functie van accountmanager opnam.
Rob Van Hees, afgestudeerd in 1979 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde
IBM Bourgetlaan 42 1130 Brussel www.ibm.com
1
Bio-ingenieur op de werkvloer
Accountmanager in de ICT sector “De grote afwisseling tussen deze verschillende functies en de variatie in projecten bij verschillende klanten zorgen ervoor dat mijn job uitdagend en prettig blijft.” Adifo N.V., met hoofdzetel te Maldegem, is al sinds 1974 actief als softwarehuis in de feed- en foodsector. Dankzij de inzet van 80 actieve en creatieve medewerkers, waaronder 15 bio-ingenieurs, hebben we meer dan 900 klanten in alle werelddelen. Adifo levert software om verschillende bedrijfsprocessen te automatiseren: diermanagement, receptuurbeheer en optimalisatie, kwaliteitsbewaking en labmanagement, administratie en logistiek. Adifo heeft dochterondernemingen in Nederland en Duitsland. Het leeuwendeel van de bio-ingenieurs werkt als projectmanager. Ikzelf zit meer in de verkoop. Mijn voornaamste verantwoordelijkheden zijn accountmanagement van bestaande klanten, business development en business consultancy. De grote afwisseling tussen deze verschillende functies en de variatie in projecten bij verschillende klanten zorgen ervoor dat mijn job uitdagend en prettig blijft. Als accountmanager van bestaande klanten vorm ik een brug tussen de klant en het bedrijf door het onderhouden van de relatie met de klant, het opvolgen van de status van de lopende projecten, het polsen naar interesse en budget voor nieuwe projecten, hen op de hoogte houden van de ontwikkelingen van het bedrijf, het oplossen van commerciële problemen zoals klachten over facturen of medewerkers, het opmaken en verdedigen van offertes voor nieuw aan te schaffen stukken software of diensten en het afsluiten van contracten. Daarnaast houd ik me ook bezig met business development; relaties leggen via overkoepelende organisaties en relaties leggen bij nieuwe bedrijven, de zogenaamde prospecten. Hierbij wordt het bedrijf en de productportfolio voorgesteld aan de prospecten en de karakteristieken van de prospecten geïnventariseerd (grootte/tonnage veevoer per diersoort, aantal werknemers, huidige bedrijfsautomatisatie en tevredenheid daaromtrent, key-contactpersonen, ...). Verder gaan we dan producten aanbieden, demonstraties organiseren, uitnodigen voor seminars, offertes opmaken, offertes verdedigen en contracten afsluiten. Ten slotte vervul ik ook gedeeltelijk de rol van business consultant. Ik ben verantwoordelijk voor de implementatie van het product BESTMIX (least cost formulation software) bij onze klanten in ZuidoostAzië. Andere taken die business consultants bij Adifo uitvoeren, zijn het organiseren van demonstraties bij de klant/prospect, het installeren van het programma, de opleiding en implementatie van het project, de projectleiding naar budgetopvolging en facturatie, het sturen van ontwikkelingen, het opmaken van werkbonnen interne ontwikkeling, het opvolgen van supportpunten, de functionele analyse van de behoeften van de klant en het vertalen ervan in de software-oplossing en de professionele business consultancy aan de klant omtrent nutritie.
Valentijn De Lille, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major dierproductie Adifo N.V. Industrielaan 11b 9990 Maldegem www.adifo.be
2
Bio-ingenieur op de werkvloer
Afdelingshoofd Organische Analyse in een Milieulabo “Mijn doctoraatsonderzoek was een extra troef omdat ik gedurende die vier jaar een ruime analytische ervaring kon opbouwen rond de analyse en karakterisatie van organische componenten.” Het Lisec (Limburgs Studiecentrum voor Ecologie en Bosbouw) werd in 1948 opgericht door de K.U.Leuven en de Provincie Limburg. Het onderzoek omvatte een zo efficiënt mogelijk gebruik van de magere Noord-Limburgse zandgronden voor bosbouw en dit voor toepassingen in de mijnindustrie, zoals het stutten van mijngangen. In 1973 werd het startsein gegeven voor het milieubureau waarin naast de actuele analytische activiteiten en luchtmetingen eveneens milieuadvies in het domein van bodem, water, ecologie, milieuconsultancy, ... een van de belangrijke peilers was. Op 1 april 2007 werden de milieuadviesactiviteiten van Lisec NV overgenomen door RSK Benelux bvba, een onderdeel van de RSK group PLC. Deze belangrijke mijlpaal laat Lisec NV thans toe om haar middelen te concentreren op de dienstverlening aan haar klanten binnen de kerncompetenties van het analytisch milieulabo en luchtmetingen. Na mijn studies startte ik een doctoraatsonderzoek aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Dit was een extra troef omdat ik gedurende die vier jaar een ruime analytische ervaring kon opbouwen rond de analyse en karakterisatie van organische componenten. Als afdelingshoofd organische analyse ben je verantwoordelijk voor de planning en coördinatie van organische analyseopdrachten; je staat in voor het op een correcte wijze uitvoeren en het respecteren van de termijnen van de door de klant gevraagde analyses. Het staalaanbod kan van week tot week, en zelfs van dag tot dag sterk variëren, dus de planning vraagt dagelijks bijsturing. Hiernaast organiseer je de opleiding van de medewerkers van het organisch labo, zowel intern als extern. Om tegemoet te komen aan de verscheidenheid van het dagdagelijks staalaanbod is goed opgeleid en flexibel inzetbaar personeel immers onmisbaar. Voor een erkend en geaccrediteerd laboratorium is het van essentieel belang dat de analyses en bijhorende handelingen strikt uitgevoerd worden volgens het ISO 17025-kwaliteitssysteem. Samen met de Quality Assurance verantwoordelijke is hier een belangrijke taak weggelegd. Door volgens dit systeem te werken, kan de klant op betrouwbare en kwaliteitsvolle analyseresultaten rekenen. Een modern analytisch laboratorium kan niet stil blijven staan en moet meegaan met en op de hoogte blijven van de tendensen en evoluties op de markt. Marktprospectie aangaande analytische apparatuur en het implementeren van nieuwe technieken op de werkvloer zijn dan ook een belangrijk onderdeel van het takenpakket. Vooraleer deze apparatuur operationeel ingezet kan worden, moet ze uitvoerig gevalideerd worden om wetenschappelijk betrouwbare resultaten te garanderen. Het formuleren van de analytische vereisten, het coördineren en opvolgen van deze validatieprojecten zijn dan ook van groot belang voor de toekomst. Marc Kwanten, afgestudeerd in 1999 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: katalytische technologie
Lisec NV Craenevenne 140, 3600 Genk www.lisec.be
3
Bio-ingenieur op de werkvloer
Algemeen Coördinator Regionaal Landschap “Het gaat om een zeer gevarieerde functie. Geen 2 werkdagen zijn hetzelfde. Maar ook de inhoud maakt de job erg boeiend.” Ik startte mijn loopbaan als wetenschappelijker onderzoeker bij VITO (Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek), maar vond al snel mijn weg naar de Regionale Landschappen. Daar begon ik als coördinator natuurprojecten bij Regionaal Landschap Haspengouw. In april 2002 werd ik algemeen coördinator bij het Regionaal Landschap Noord-Hageland vzw. Het gaat om een zeer gevarieerde functie. Geen 2 werkdagen zijn hetzelfde. Maar ook de inhoud maakt de job erg boeiend. Een Regionaal Landschap zet zich in voor natuur, landschap en cultuurhistorie in de streek. Momenteel zijn er in Vlaanderen een 10-tal regio’s als regionaal landschap erkend door de Vlaamse overheid. Regionale Landschappen zijn vzw’s waarin enerzijds de overheden (provincie en gemeenten) vertegenwoordigd zijn en anderzijds de verschillende doelgroepen. Hierbij gaat het om landbouworganisaties, natuurverenigingen, verenigingen voor toerisme en recreatie en wildbeheerseenheden. We streven ernaar om al deze ‘gebruikers’ van de open ruimte te verenigen en met hen samen te werken. Dit vraagt uiteraard een goed inzicht in hun wensen en visies op het buitengebied. Overleg is hiervoor hét sleutelinstrument. Op eigen initiatief of op vraag van partners, werken we projecten uit rond landschapszorg, natuurgerichte recreatie, kleine landschapselementen of natuur buiten de reservaten. De concrete realisatie op het terrein wordt uitbesteed aan sociaal-economische bedrijven. Als algemeen coördinator draag ik de eindverantwoordelijkheid voor het Regionaal Landschap Noord-Hageland vzw. Ik begeleid mijn medewerkers in hun projectwerking en draag het overlegmodel waar de Regionale Landschappen voor staan, uit. Ik verzorg de eindredactie van landschapskranten, brochures en folders. In overleg met de Raad van Bestuur bepaal ik de beleidslijnen van onze organisatie. Ook het financiële beheer en het zoeken naar nieuwe subsidiekanalen behoren tot mijn takenpakket.
Katty Wouters, afgestudeerd in 1996 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
Regionaal Landschap Noord-Hageland vzw Gelrodeweg 2, 3200 Aarschot www.regionalelandschappen.be
4
Bio-ingenieur op de werkvloer
Algemeen Directeur van een Internationale Vereniging “Het talenaanbod aan de K.U.Leuven is niet te versmaden in combinatie met de wetenschappelijke vorming die jij misschien zal kiezen aan de Faculteit Bioingenieurswetenschappen.” De ISHS heeft tot doel het wetenschappelijk tuinbouwkundig onderzoek te promoten. De vereniging is wereldwijd actief op alle continenten en in bijna alle landen. Om haar doel te realiseren, organiseert zij een 40-tal symposia per jaar en publiceert wetenschappelijke tijdschriften en een ledenblad. De ISHS is financieel selfsupporting en onafhankelijk en genereert haar inkomsten zowel uit ledenbijdrage als uit marketing van haar publicaties. Als algemeen directeur sta ik in voor de dagelijkse leiding van het secretariaat van de vereniging en ‘het bedrijf’ ISHS, en dit in samenspraak met de internationaal samengestelde ‘Board of Directors’, het Bureau. De directeur coördineert de ledenadministratie en andere zaken/vragen die eigen zijn aan elke organisatie gesteund op een ‘leden’-structuur. In samenspraak met onze vijfkoppige staf coördineren wij de agenda van de wetenschappelijke symposia en voeren wij de onderhandelingen tussen de organisatiecellen in de verschillende landen en de vereniging. De algemeen directeur staat tevens in voor het dagelijkse overleg met de voorzitters van een 20-tal secties en commissies (wetenschappelijke comités) en een 90-tal werkgroepen die waken over de wetenschappelijke invulling van deze agenda. De globale, voorbije en toekomstige, programmatie wordt eenmaal per jaar geëvalueerd en gecoördineerd op een vergadering met alle voorzitters van de wetenschappelijke comités. Naast de verantwoordelijkheid van het verenigingsaspect, is de directeur ook de coördinator van de productie en de commercialisering van de publicaties van de vereniging. Deze taak omvat supervisie van de editoriale taken, de onderhandelingen met de leveranciers, de prijszetting, de marketing en de algemene bedrijfsvoering zoals budgettering, auditing en rapportering voor jaarvergaderingen e.a. De externe partners van de vereniging, dus de dagdagelijkse contacten van de directeur, zijn andere wetenschappelijke en sectoriële verenigingen, internationale organisaties, nationale onderzoeksinstellingen in de verschillende landen en ministeries en universiteiten. Klanten zijn bibliotheken, groothandelaars en -de laatste jaren zeer belangrijk- de onlineklant (al dan niet lid) via internet. Het interessante aan de functie is dus de combinatie van het wetenschappelijke luik met de andere elementen zoals bedrijfsvoering, human resources en internationale aspecten. Gezien het wetenschappelijk domein waarbinnen de ISHS werkzaam is, ben ik zeer tevreden dat ik kan terugvallen op een diploma master in de bioingenieuswetenschappen: landbouwkunde met major plantproductie. Het bedrijfsmatige aspect heb ik geleerd door zelfstudie en ervaring in het buitenland. Tot slot pleit ik voor een brede talenkennis, daar dit een toegangspoort is tot de waaier van culturen waaruit mijn dagelijkse habitat bestaat. Onnodig te vermelden dat het talenaanbod aan de K.U.Leuven niet te versmaden is in combinatie met de wetenschappelijke vorming die jij misschien ook zal kiezen aan de faculteit. Je bent steeds welkom voor een ISHS-babbel!
Jozef (Jo) Van Assche, afgestudeerd in 1983 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie International Society for Horticultural Science (ISHS) Willem de Croylaan 42 room 01.21 3001 Leuven www.ishs.org 5
Bio-ingenieur op de werkvloer
Assistent Manager en Kwaliteitsverantwoordelijke in een Kenniscentrum voor Gevaarlijke Stoffen “Zodra een bestelling binnenkomt, verdeel ik het werk binnen mijn team van scheikundigen.” Het Brandweerinformatiecentrum gevaarlijke stoffen (BIG) is een kenniscentrum voor gevaarlijke stoffen. BIG staat ten dienste van brandweer en civiele bescherming en heeft goede contacten met zowel de overheidsinstellingen als met de bedrijfswereld. BIG heeft een 24 op 24 uur interventiedesk die informatie en advies geeft bij ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De BIG-databank omvat informatie over 50 000 chemicaliën met 1 miljoen bijbehorende synoniemen. De chemische bedrijven hebben meer en meer nood aan technische hulp om te kunnen voldoen aan de steeds strenger wordende wetgevingen betreffende gevaarlijke stoffen. BIG startte daarom met de opmaak van veiligheidsinformatiebladen, transportgevarenkaarten en andere wettelijk vereiste documenten in verband met gevaarlijke stoffen. Bedrijven hebben bovendien nood aan een gids doorheen de wetgeving, een onafhankelijke instantie die hen kan helpen om een klaar beeld te krijgen daar waar er twijfel heerst.BIG telt ± 35 medewerkers met diverse specialiteiten in verband met gevaarlijke stoffen zoals transport, milieustudies, toxicologie en interventie bij ongevallen. In mijn taak als Assistant Manager heb ik geregeld contact met klanten. Diverse chemische bedrijven contacteren BIG voor het opmaken van wettelijk verplichte documenten. Na een eerste evaluatie van de noden van de klant wordt een prijsofferte op maat gemaakt. Zodra een bestelling binnenkomt, verdeel ik het werk binnen mijn team van scheikundigen. Zij voeren risicobeoordelingen uit op basis van diverse literatuurbronnen en de Europese wetgevingen omtrent gevaarlijke stoffen. Zodra deze evaluaties zijn opgenomen in de BIGdatabank, kan deze informatie worden omgezet naar diverse documenten zoals veiligheidsinformatiebladen in alle Europese talen. Klanten hebben ook regelmatig vragen over etikettering en registratie van producten die men op de markt wenst te brengen. De wetgeving omtrent registratie is nog niet geharmoniseerd binnen Europa en dus moeten ook de nationale wetgevingen gevolgd worden. Met enkele collega’s hebben we ons gespecialiseerd om deze vragen te beantwoorden en registreren we gevaarlijke preparaten in diverse Europese landen. Naast mijn functie van Assistant Manager heb ik ook een interne opdracht als kwaliteitsverantwoordelijke. Na het invoeren van een kwaliteitssysteem kreeg BIG in 2004 het ISO-9001- certificaat. De continue wijzigingen van Europese richtlijnen en verordeningen moeten omgezet worden in ISO-instructies om zo steeds actuele en correcte informatie te kunnen verstrekken aan onze klanten. BIG is voortdurend op zoek naar nieuwe producten en diensten. Om kwaliteit te kunnen aanbieden moeten ook deze nieuwe processen opgenomen worden in ISOprocedures. Regelmatig breidt het personeelsbestand zich uit en krijgen de nieuwe werknemers een opleiding over het kwaliteitssysteem. Het is een zeer afwisselende en gevarieerde job. Met de intrede van het REACH-project (Registration, Evaluation and Authorisation of CHemicals) van de Europese Commissie, hetgeen de wetgeving van gevaarlijke stoffen grondig zal wijzigen, wacht BIG nog een grote uitdaging.
Ruth Stoffelen, afgestudeerd in 1994 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
Brandweerinformatiecentrum gevaarlijke stoffen Technische Schoolstraat 43A, 2440 Geel www.big.be
6
Bio-ingenieur op de werkvloer
Attaché voor Ontwikkelingssamenwerking FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking “Ik ben een bio-ingenieur met een veelzijdig tintje geworden en geniet van mijn werk en leven in Afrika.” Wie me ooit verteld zou hebben, toen ik in 1983 samen met mijn man Dirk Vuylsteke naar Nigeria vertrok, dat ik vele jaren later nog steeds op het Afrikaans continent zou vertoeven, had ik waarschijnlijk voor gek verklaard. Maar Afrika is ondertussen onze thuis geworden. Via consultatiewerk, een doctoraat (in bananen!) en een tussenstop bij BTC (Belgische Technische Coöperatie) ben ik terechtgekomen als assistent-attaché voor ontwikkelingssamenwerking en dit voor het Belgisch federaal Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (DGOS), in Kampala, Oeganda. Oeganda is één van de 18 partnerlanden voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking. In januari 2005 werd er een 3-jarige overeenkomst ondertekend voor een totaal bedrag van € 24 miljoen. De enveloppe voor ontwikkelingssamenwerking op de Belgische ambassade in Kampala wordt verdeeld over 3 verschillende medewerkers. Mijn taak bestaat in het opvolgen van de ENR-sector (Environment and Natural Resources, of milieu en natuurlijke rijkdommen). Dit brengt me in nauw contact met het Ministerie van Leefmilieu en de andere donoren die daaraan bijdragen. Het Ministerie is gevestigd in een oud gebouw in Kampala en laat veel te wensen over qua infrastructuur, maar maakt dit zeker goed door zijn grote inzet met weinig middelen. Ik heb er dan ook veel vrienden gemaakt. Op het vlak van de decentralisatiepolitiek zijn we zowel bilateraal als via algemene sectorondersteuning actief. De bilaterale projecten in Kasese en Bundibugyo in het zuidwesten van Oeganda bestaan uit een directe financiële ondersteuning van het lokale bestuur. Ik reis dan ook regelmatig naar deze gebieden, waar ik samen met de technische assistent van BTC de programma’s opvolg. Het is een fantastisch mooi gebied, bergen (Rwenzori’s), bossen en open vlakten waar ook de nationale parken liggen. Het gebied leeft voornamelijk van de landbouw, maar er wordt opnieuw kobalt ontgonnen. Verder is België de voorzitter van de ENRdonorgroep. Bij de verkiezingen in 2006 observeerden we, samen met de andere donoren, het verkiezingsproces en het daarbij horend referendum. Dit deden we door in de verschillende districten samen met andere donoren de lokale regering en bevolking te ondervragen over de correctheid van het proces en of ze onderricht werden in dit gebeuren. Mijn taken brengen me dan ook in nauw contact met de lokale bevolking, de regeringsambtenaren, zowel op lokaal als op ministerieel niveau, en de andere donoren. Via onze conflictpreventielijn kom ik vaak in contact met de oorlogssituatie in het Noorden en de schrijnende toestanden aldaar. De kinderen in het centrum, dat door België gesponsord wordt, geven hun ervaringen weer in tekeningen. Ook dit hoort bij het werk, en laat elke keer opnieuw een wrange nasmaak achter. Samenvattend kunnen we zeggen dat ik een bio-ingenieur met een veelzijdig tintje ben geworden en geniet van mijn werk en leven in Afrika.
Kathelyne Craenen, afgestudeerd in 1982 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie Royal Belgian Embassy P.O.BOX 7043 Kampala Uganda www.dgos.be
7
Bio-ingenieur op de werkvloer
Bedrijfsleider in de Chemie “Elke dag zijn er nieuwe uitdagingen vanuit alle richtingen en alle vakgebieden. De brede achtergrondkennis van een bio-ingenieur is hier echt wel op zijn plaats.” BASF-YPC Company Ltd is een 50:50 joint venture tussen BASF en China Petroleum & Chemical Company (Sinopec). De firma is gevestigd in Nanjing, Volksrepubliek China. Nanjing is een middelgrote Chinese provinciehoofdstad met 6 miljoen inwoners. Het is ook één van de grote centra voor de petrochemische industrie in China. Ons terrein is 220 hectaren groot en ligt aan een zijarm van de Yangtze rivier. Het maakt deel uit van het Nanjing Chemical Industry Park. Onze site werd in 2005 in gebruik genomen. Ze bestaat uit een steamcracker en 9 worldscale downstream plants. Met een totaal geïnvesteerd kapitaal van 2.9 miljard USD en een productiecapaciteit van 1.7 miljoen ton per jaar was dit de grootste eenmalige investering uit de geschiedenis van BASF en één van de grootste investeringen in de geschiedenis van de chemische industrie. Ik ben bedrijfsleider van één van de grotere downstream plants, de Ethyleenoxide/Ethyleenglycol (EO/EG) plant met een capaciteit van 300 000 ton ethyleenglycolen per jaar. Dit wordt door onze klanten voornamelijk gebruikt als één van de uitgangsmaterialen voor polyestervezels. Deze vezels worden gebruikt in de textielindustrie. Als je een sportjasje “Made in China” koopt, is er een goede kans dat het polyester in dat jasje met onze producten werd gemaakt. Ik geef leiding aan ± 50 Chinese medewerkers: ingenieurs, toezichters, laboranten, ploegleiders en operatoren. Samen zorgen we ervoor dat ons bedrijf 24 uur op 24, 7 dagen per week draait zonder ongelukken, zonder milieu-incidenten, zonder emissiegrenswaarden te overschrijden, met de productkwaliteit binnen specificatie, met een minimumverbruik aan grondstoffen en energie, en natuurlijk altijd bij volle capaciteit. In een bedrijf met bijna 300 machines en apparaten, met meer dan 150 processtromen en meerdere kilometer leidingen is dit niet altijd eenvoudig. Elke dag zijn er storingen, defecten of afwijkingen waar moet bijgestuurd worden of wegen moeten worden gevonden om reparaties uit te voeren en ondertussen verder te draaien op een veilige manier. Veiligheid heeft bij dit alles de allerhoogste prioriteit. Het schrijven van procedures en het afgeven van arbeidsvergunningen wordt door de medewerkers gedaan, maar de algemene lijnen moeten van de bedrijfsleider komen. Bij de wekelijkse veiligheidsrondgang wordt op de kleinste details gelet. Een nette arbeidsomgeving is de eerste vereiste voor veilig werken! Ik ben ook begaan met middel- en langetermijnplanning: formuleren van doelstellingen, productieplanning, voorbereiden van afstellingen voor “groot onderhoud”, investeringsprojecten om de capaciteit te verhogen of productiekosten en/of milieu-impact te verlagen, personeelsplanning en opleiding. Kortom, elke dag zijn er nieuwe uitdagingen vanuit alle richtingen en alle vakgebieden. De brede achtergrondkennis van een bio-ingenieur is hier echt wel op zijn plaats. Dominic Vanoppen, afgestudeerd in 1993 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: katalytische technologie
BASF – YPC Company Ltd Luhe District, Nanjing PR China 210048 www.basf-ypc.com.cn/en/index.php
8
Bio-ingenieur op de werkvloer
Bedrijfsleider van de Facultaire Serres “Een boeiende job die voor mij de ideale mix is tussen zeer praktisch, hands-on werk en beleids- en administratieve verantwoordelijkheden.” Na mijn postgraduaat bedrijfseconomie ben ik aan de slag gegaan op de Afdeling Landbouweconomie, om te werken aan een project rond het ruimtegebruik van de glastuinbouw in Vlaanderen. Na 2 jaar was dit project afgerond en ben ik naar Floreac (een groot sierteeltbedrijf in Lochristi) gegaan, waar ik bedrijfsleider werd van een klein dochterbedrijfje (Hortibreed), dat zich bezighoudt met de veredeling van Azalea’s. Ik was verantwoordelijk voor de goede gang van zaken, de marketing, de contracten met kwekers en kopers en de kwekersrechten. Later werkte ik nog voor De Bruyne, exporteur van potplanten en gespecialiseerd in de productie en vermarkting van Azalea’s. Daar was ik verantwoordelijk voor innovatie, marketing en inkoop. In april 2006 ben ik dan gestart als bedrijfsleider van de Facultaire Serres van Faculteit Bioingenieurswetenschappen van de K.U.Leuven. Een boeiende job die voor mij de ideale mix is tussen zeer praktisch, hands-on werk en beleids- en administratieve verantwoordelijkheden. De serres hebben 30 verschillende compartimenten die elk afzonderlijk via de klimaatcomputer, gestuurd kunnen worden. In de serres staan diverse teelten gaande van sla, tomaat, dracaena, tarwe, appelbomen, rijst, banaan en aechmea. Dit kan er echter binnen 6 maanden weer helemaal anders uitzien. De serres worden beheerd als een hotellabo. Dit betekent dat onderzoekers oppervlakte in de serre kunnen reserveren voor hun proeven. Er wordt hen dan een gebruikskost aangerekend, die de aankoop van meststoffen, bestrijdingsproducten, verwarming, water en elektriciteit dekt. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat die proeven in de best mogelijke omstandigheden uitgevoerd kunnen worden, zowel wat betreft klimaat als infrastructuur. Dit houdt dus ook in dat alle kleine en minder kleine ingrepen en reparaties ofwel door mij, ofwel onder mijn toezicht gebeuren. De uiteindelijke verzorging van de planten (met uitzondering van het besproeien dat ook door mij wordt uitgevoerd) moet gebeuren door de laboratoria zelf, maar als bedrijfsleider van de serres houd ik natuurlijk een oogje in het zeil en sta ik altijd klaar om advies te geven en vragen te beantwoorden. Het is niet altijd gemakkelijk om de gebruikers ervan te overtuigen dat de serre een verlengde is van hun eigen laboratorium en dat ze de serre dus even ordelijk en proper moeten houden. Het ruimtelijke beheer (boekingen en reservaties), het financiële beheer en de aankoop van goederen vallen ook onder mijn verantwoordelijkheid. Om de reservaties en de orde verder in de hand te houden, werk ik onder meer aan een website en een nieuwsbrief, die ervoor moeten zorgen dat informatie en opmerkingen snel tot bij alle gebruikers belanden. Daarnaast heb ik mijn inbreng bij een aantal practica en masterproeven die in de serres plaatsvinden en geef ik af en toe les over onderwerpen die sterk gerelateerd zijn met de serres. Een derde belangrijk onderdeel is het onderhouden van contacten met proefstations, individuele kwekers en voorlichters, het bedrijfsleven en de rest van de faculteit. Op die manier zorg ik ervoor dat de beschikbare oppervlakte van de serre steeds maximaal benut wordt en kan ik bijleren over teelten die mij minder vertrouwd zijn.
Poi Verwilt, afgestudeerd in 1998 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
Facultaire Serres Bio-ingenieurswetenschappen Willem de Croylaan 42 bus 2427 3001 Heverlee www.biw.kuleuven.be
9
Bio-ingenieur op de werkvloer
Clinical Research Associate in een Onderzoeksorganisatie Gespecialiseerd in Onderzoek naar Nieuwe Medicatie in de Oncologie “Hoe kan ik als afgestudeerd bio-ingenieur ervaring opdoen in klinisch onderzoek? Kan ik een job met verantwoordelijkheid vinden in deze sector?” Hoe kan ik als afgestudeerd bio-ingenieur ervaring opdoen in klinisch onderzoek? Kan ik een job met verantwoordelijkheid vinden in deze sector? Een job waarin ik verwacht wordt zelfstandig te werken op verschillende projecten in verschillende landen? Een job waarin ik 2 tot 3 dagen per week moet reizen met de mogelijkheid om vele mensen te ontmoeten? Een job waarin je met overtuigingskracht en diplomatie klinische studies in goede banen moet leiden? Ik ontdekte de functie van Clinical Research Associate (CRA) binnen Theradex. Theradex is een internationale onderzoeksorganisatie gespecialiseerd in onderzoek naar nieuwe medicatie in de oncologie en sluit contracten van verschillende grootte en complexiteit af met farmaceutische bedrijven. Theradex werkt samen met enkele van ‘s werelds grootste farmaceutische bedrijven en organisaties. Dit maakt werken voor Theradex uitdagend maar ook veeleisend, aangezien strikte deadlines moeten gehaald worden met beperkte budgetten. Als CRA moet je erop toezien dat tijdens het volledige verloop van de studie voldaan wordt aan de vereisten van het protocol. Daarnaast is het de taak van de CRA om te garanderen dat de klinische studie verloopt volgens de voorschriften van Good Clinical Practice. De juistheid van de data, de integriteit en de rechten van de patiënten moeten doorheen de volledige studie verzekerd blijven. Het uiteindelijke doel van het verzamelen van de gegevens van de patiënten en de resultaten van het klinisch onderzoek, is een goed beeld te kunnen vormen van de veiligheid, de kwaliteit en de effectiviteit van een product. Zo zouden de voordelen van een medicament steeds moeten opwegen tegen de neveneffecten, afhankelijk van de aard van de ziekte. Bij het behandelen van kanker bijvoorbeeld wordt verondersteld dat het vernietigen van kankercellen zal opwegen tegen de neveneffecten als het tijdelijke verlies van haar, verandering van de bloedspiegel en de leverfuncties. Als CRA voel ik mij een kleine schakel binnen het geheel van de ontwikkeling van nieuwe behandelingen tegen kanker. Ik krijg op die manier een mooi beeld van hoe de wetenschap in de praktijk het verschil kan maken tussen dood of leven.
Remy Adriaensen, afgestudeerd in 2006 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: cel- en gentechnologie
Theradex Europe Ltd. 7 Pelham Court Broadfield, Crawley West Sussex RH11 9SH - United Kingdom www.theradex.com
10
Bio-ingenieur op de werkvloer
Commercieel & Marketing Directeur van een Logistieke Dienstverlener “Dankzij mijn opleiding als bio-ingenieur is het definiëren van de problemen en het oplossingsgericht denken sterk onderlegd. Daarnaast kan ik door de veelzijdigheid van de opleiding een aardig mondje meepraten in diverse sectoren zoals de voedingssector en de chemische sector.” Hessenatie Logistics NV is een logistieke dienstverlener die zich toelegt op het sturen en optimaliseren van logistieke processen voor hun klanten. Logistiek moet heel breed worden geïnterpreteerd. Het gaat veel verder dan de klassieke logistieke activiteiten (magazijnoperaties, transport, expeditie en douaneactiviteiten, ...). De volledige organisatie van de goederenstroom van zand tot klant (of van korrel tot borrel) wordt in onze handen gelegd, zodat onze klanten zich kunnen focussen op hun kernactiviteiten zoals onderzoek & ontwikkeling, de productie en de commercialisatie van hun producten. Zo staan wij ondermeer in voor de levering van de pralines van één van Belgiës meest gerenommeerde chocoladefabrikanten aan alle Europese en Amerikaanse luchthavens; zorgen wij dat tal van zuivelproducten in de rekken van de supermarkt gelegd worden; testen wij wagens van één van de autofabrikanten in België, beheren wij hun wagenpark en zorgen tot slot dat elke wagen op een trein, vrachtwagen of boot gezet wordt naar de eindklant. Zo halen wij ook de tijdschriften op bij een drukker en zorgen via een sorteerinstallatie dat deze terechtkomen in een krantenwinkel. Als commercieel directeur wordt van mij verwacht de strategie van het bedrijf mee uit te stippelen en vervolgens te vertalen in een dienstenpakket dat beantwoordt aan de logistieke uitdagingen van onze klanten, bedrijven in een globaliserende markt. Daarnaast stuur ik de sales managers aan. Dit komt in hoofdzaak neer op de prioriteitsbepaling en de opvolging van de commerciële acties die iedere sales manager wenst te nemen. Om succesvol te zijn in het commerciële traject in de logistieke wereld, is het essentieel creatieve oplossingen uit te werken. Hiervoor moeten door de sales managers heel wat analyses worden uitgevoerd om verschillende alternatieven af te wegen en zo tot een zeer competitieve prijszetting te komen. Aangezien ik hierin de eindverantwoordelijkheid heb, vraagt dit inzage in de oplossingen die worden uitgewerkt en de berekeningen die ertoe geleid hebben. Dankzij mijn opleiding als bio-ingenieur is het definiëren van de problemen en het oplossingsgericht denken sterk onderlegd. Daarnaast kan ik door de veelzijdigheid van de opleiding een aardig mondje meepraten in diverse sectoren zoals de voedingssector en de chemische sector. Beide aspecten komen zelfs in een commerciële functie aardig van pas.
Kurt Persoons, afgestudeerd in 1996 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer Major bodem en water Hessenatie Logistics NV Schaliënstraat 3 2000 Antwerpen www.heslog.be
11
Bio-ingenieur op de werkvloer
Coördinator Bosgroepen “Al bij al is het een geweldige job, die nooit saai is en waar ik mijn interesse voor natuur én mensen kan combineren.” Het concept “bosgroep” is niet nieuw in Vlaanderen. Ze zijn tot leven geroepen om vooral kleinere privéboseigenaars te helpen met hun bosbeheer. Een bosgroep is een vrijwillig samenwerkingsverband tussen verschillende boseigenaars (zowel openbaar als privé) binnen de grenzen van een werkingsgebied met 4 000 tot 10 000 hectaren bos. Vlaanderen werd opgedeeld in 19 van dergelijke bosgroepen Een bosgroep organiseert gezamenlijke beheerswerken en houtverkopen. Daarnaast leveren bosgroepen gratis en onafhankelijk advies en informeren ze de eigenaars over thema’s rond bosbeheer en boswetgeving. Dit gebeurt o.a. via de verspreiding van een gratis tijdschriftje, de organisatie van cursussen, … Omdat de bosgroep een neutrale positie inneemt tussen overheden, eigenaars en bosgebruikers, kan ze fungeren als overlegforum tussen verschillende boseigenaars en bosgebruikers. In heel wat projecten neemt de bosgroep het initiatief om een samenwerking op te starten of te stimuleren. In maart 2003 startte ik als coördinator bij de Bosgroep Zuid-Limburg. Mijn taak was om vanaf nul een vereniging van en voor bosbeheerders op te starten. De initiatiefnemers van dit pilootproject waren het Agentschap voor Natuur en Bos Groen en de provincie Limburg. In maart 2005 maakten we van de vereniging een vzw met 61 bosbeheerders. Vandaag telt onze vereniging meer dan 150 leden. Die vzw heeft een bestuur waar zoveel mogelijk betrokkenen (gemeenten, provincie, erkende natuurvereniging, Vlaams Gewest) een stem in krijgen, maar waar privéboseigenaars steeds een numerieke meerderheid behouden. De vzw stelt naast een coördinator ook een administratieve medewerker te werk. Mooi is dat we ook een arbeidersploeg van een sociale werkplaats kunnen inzetten voor het uitvoeren van onrendabele bosbeheerwerken met een ecologische of sociale functie. Bij de 5 Limburgse bosgroepen die goed samenwerken, kreeg ik de taakspecialisatie om het overkoepelend gratis driemaandelijks ledenblad te maken en te zorgen voor het nodige fotomateriaal. Al bij al is het een geweldige job, die nooit saai is en waar ik mijn interesse voor natuur én mensen kan combineren. Ik heb steeds een passie voor bos en bomen gehad. Naar mijn aanvoelen kan ik met mijn huidige baan in eigen land werken aan de verspreiding en toepassing van een hoop ideeën en principes, die we wel graag uitdragen in de ontwikkelingshulpsector, maar vaak te weinig zelf toepassen!
Karolien Van Diest, afgestudeerd in 2000 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer Major bodem en water
Bosgroep Zuid-Limburg vzw Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt www.bosgroep.be
12
Bio-ingenieur op de werkvloer
Coördinator Bosgroepen “Het boeiende aan deze job is de veelzijdigheid aan taken bij de uitwerking van een relatief nieuw concept in de bos- en natuurwereld.” Als coördinator bosgroepen sta ik bij het Agentschap voor Natuur en Bos in voor de coördinatie en opvolging van de bosgroepen in Vlaanderen. Dit zijn autonome verenigingen van en voor bosbeheerders, die door raad en daad de duizenden boseigenaars in Vlaanderen bijstaan bij alles wat met het beheer van hun bos(je) te maken heeft. Maar liefst 70 % van de Vlaamse bossen is immers privaat en vaak nauwelijks beheerd. De Vlaamse overheid creëerde hiervoor een wetgeving op maat, waarbij de principes van duurzaam en multifunctioneel bosbeheer de basis vormen. Concreet krijgt iedere bosgroep de nodige middelen voor de aanwerving van een bosgroepcoördinator, vaak een bio-ir, die de boseigenaars op een planmatige manier contacteert, informeert en stimuleert om hun bos op een goede manier te gaan beheren. Daarbij worden deze vele versnipperde bossen ook in een ruimere context geplaatst, zodat ook economische, ecologische en sociaal-recreatieve doelstellingen haalbaar worden. In totaal waren er eind 2007 gebiedsdekkend in Vlaanderen 19 bosgroepen opgericht, waardoor iedere boseigenaar binnenkort een eenduidig aanspreekpunt zal hebben voor al zijn vragen over bosbeheer. Door hun pragmatische aanpak op maat kunnen de bosgroepen al heel wat resultaten voorleggen, gaande van het op de markt brengen van extra hout, de openstelling van heel wat bossen, de omvorming van homogene naald- en populierenbossen naar ecologisch interessantere bossen … Mijn taak als coördinator, vanuit de cel bosbeleid van het Agentschap voor Natuur en Bos, is tweeledig. Enerzijds een eerder ondersteunende rol: het bundelen en verspreiden van informatie, ervaringen en goed praktijkvoorbeelden naar alle betrokkenen. Deze functie kan gezien worden als een soort loketfunctie waarbij ik als overkoepelend aanspreekpunt fungeer en ook mee zoek naar oplossingen voor allerlei problemen en vragen. Ook het organiseren van periodieke overlegvergaderingen tussen bosgroepcoördinatoren en de bestuurders hoort bij deze taak. Daarnaast is er ook een eerder controlerende en evaluerende rol, die erin bestaat de formele erkenning voor te bereiden, de eindbeoordeling van de subsidieaanvragen op te maken, de voorbereiding te doen van de begroting, de organisatie van intern overleg, evaluatie en bijsturing van het wetgevend kader, … Vaak komt het erop aan de lokale dynamieken zoveel mogelijk te stimuleren, te versterken en te begeleiden, zodat de doelgroep zelf, in dit geval de vele boseigenaars, in het beleid geloven er ook actief aan gaan meewerken. Het boeiende aan deze job is de veelzijdigheid aan taken bij de uitwerking van een relatief nieuw concept in de bos- en natuurwereld. Sinds ik startte in 2001 is het netwerk van bosgroepen uitgebreid van 5 naar 19. Deze groei brengt dus ook een continu wijzigende rol met zich mee: vroeger eerder ondersteunend, nu meer en meer die van procesbegeleider en projectevaluator. De positieve respons van de vele vrijwilligers zorgt daarbij zeker voor de nodige drijfveer om ook vaak ’s avonds en in het weekend deel te nemen aan allerlei vergaderingen en activiteiten. Een stereotiepe job bij de overheid heb ik dus zeker niet, maar het is een dankbare taak mee te werken aan een gedragen beleid dat ook effectief werkt. Wim De Maeyer, afgestudeerd in 2001 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land-en bosbeheer Major bos en natuur Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel www.bosgroepen.be
13
Bio-ingenieur op de werkvloer
Development Engineer in de Brouwerijsector “In mijn functie word ik voortdurend geconfronteerd met grote uitdagingen die zich zowel op technisch vlak situeren als op menselijk en bedrijfsspecifiek vlak. Dit zorgt voor een zeer afwisselende en boeiende job waarbij iedere dag nieuwe verrassingen met zich meebrengt.” Geconfronteerd met de moeilijke keuze van mijn masterproef in mijn laatste jaar, stond één zaak als een paal boven water: ik zou er alles aan doen om mijn masterproef uit te voeren binnen een bedrijf. Ik vond dit de ideale manier om de broodnodige bedrijfservaring op te doen, die veel ondernemingen toch wel appreciëren. Als student bio-ingenieur levensmiddelentechnologie en een gezonde interesse voor bier was InBev een logische keuze. InBev is ontstaan uit de fusie tussen het Belgische Interbrew en het Braziliaanse Ambev en is ‘s werelds grootste brouwer. InBev verkoopt op jaarbasis 205 miljoen hl bier en 30 miljoen hl frisdrank en opereert in meer dan 30 landen. Mede dankzij mijn masterproef ben ik direct na het afstuderen vast beginnen werken bij InBev in het departement Global Packaging, Cooling and Draught Equipment Development (PCDED). Dit departement is een drijvende kracht achter het creëren van nieuwe opportuniteiten gebaseerd op vernieuwende verpakkings- en debiettechnologieën. Enkele voorbeelden hiervan in België zijn onder meer het 33 cl Jupiler krat, de nieuwe Stellafles, de PET-fles en uiteraard PerfectDraft (= tapinstallatie voor thuis, op kot, …) Als development engineer was ik medeverantwoordelijk voor de implementatie van de PerfectDraft in de markt en de verdere ontwikkeling van het product. Het globale aspect van deze job houdt in dat de draagwijdte van de ontwikkelingen niet beperkt blijft tot bijvoorbeeld de Belgische markt. In het geval van PerfectDraft bijvoorbeeld is de supply chain grotendeels in Azië gelokaliseerd en het product is reeds in meerdere landen beschikbaar. Reizen wordt ingegeven door de vereisten van het project en is een essentieel onderdeel van mijn functie. Als development engineer kom ik in contact met al de verschillende departementen binnen InBev. Dit gaat van aankoop, commercieel, juridisch, productie, supply chain tot het hoogste managementniveau. Het verzorgen van de technische interface met het development team van Philips, de productiepartner van PerfectDraft, behoort ook tot mijn takenpakket, net zoals het aansturen van verdere ontwikkelingen. In mijn functie word ik voortdurend geconfronteerd met grote uitdagingen die zich zowel op technisch vlak situeren als op menselijk en bedrijfsspecifiek vlak. Dit zorgt voor een zeer afwisselende en boeiende job waarbij iedere dag nieuwe verrassingen met zich meebrengt.
Willem Vancraeynest, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
Inbev Brouwerijplein 1 3000 Leuven www.inbev.com
14
Bio-ingenieur op de werkvloer
Diensthoofd Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking Latijns-Amerika “De opvolgingszendingen van de ontwikkelingsprojecten in onze concentratielanden (Peru, Bolivia en Ecuador) geven me de kans om regelmatig terug mijn laarzen aan te trekken en voeling te krijgen met wat er op het terrein leeft.” Pas afgestudeerd als jong bosbouwer vertrok ik als vrijwilliger bij een ontwikkelingsproject in de hoge Andes (Andahuaylas, Peru). Toen begin jaren 80 het Lichtend Pad(*1) terreinwerk in de regio onmogelijk maakte, ben ik overgestapt als projectleider in een bilateraal ontwikkelingsproject voor de bosbouwnederzetting “Alexander Von Humboldt”, verloren in het tropische regenwoud in Peru (Pucallpa). Toen de subversieve groepering MRTA(*2) me daar weer op de hielen zat, heb ik maar gekozen om te gaan werken rond kleine rurale KMO’s in Guatemala. Twee jaar later werd ik dan benoemd tot regionaal sectorhoofd landbouw in La Paz voor de Andesregio (1992-1997), waar de contacten zowel op niveau van de lokale ministeries lag als op het niveau van de armste landelijke bevolking, de doelgroep van onze ontwikkelingssamenwerking. In de functie van regionaal sectorhoofd werd ik na twee jaar overgeplaatst naar Quito en heb ik bovendien gedurende 6 maanden de functie van sectiehoofd waargenomen. In deze hoedanigheid was ik belast met de voorbereiding en uitvoering van alle ontwikkelingsprojecten in Ecuador. In 1998 heb ik na 20 jaar Zuid-Amerika beslist om terug te keren naar België om me in de centrale administratie van de Ontwikkelingssamenwerking in Brussel nuttig te maken. Na een inloopperiode werd ik aangesteld als diensthoofd van de bilaterale samenwerking in Centraal- en Zuid-Amerika. In deze functie ben ik verantwoordelijk voor de voorbereiding en opvolging van alle bilaterale ontwikkelingsprogramma’s in Latijns-Amerika. De talrijke zendingen in het kader van de opvolging van de programma’s of voorbereiding van de gemengde commissies bieden mij de kans om de band tussen de teams op de ambassades en het team in Brussel op de administratie nauwer samen te brengen. De opvolgingszendingen van de ontwikkelingsprojecten in onze concentratielanden (Peru, Bolivia en Ecuador) geven me ook de kans om regelmatig terug mijn laarzen aan te trekken en voeling te krijgen met wat er op het terrein leeft. *1
*2
Lichtend Pad of De Communistische Partij van Peru is een maoïstische guerrillabeweging. Het doel van de organisatie is om de Peruaanse regering omver te werpen en te vervangen door een communistisch revolutionair boerenregime. De MRTA is een traditionele Marxistische en Leninistische beweging. MRTA is opgericht om Peru te bevrijden van Westerse invloeden (en dan voornamelijk van Japan en van de VS).
Guido Schueremans, afgestudeerd in 1977 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking Brederodestraat 6, 1000 Brussel www.dgos.bewww.adifo.be
15
Bio-ingenieur op de werkvloer
Diensthoofd Mycologie in het Wetenschappelijk Onderzoek voor de Fruitteelt “Met de geïntegreerde fruitproductie en de gecontroleerde lastenboeken met wettelijke basis staat België aan de top van milieuvriendelijke en voedselveilige fruitproductie.” Het Koninklijk Opzoekingsstation van Gorsem, opgericht in 1943, maakt deel uit van het Proefcentrum voor Fruitteelt (PCF). Het uitgevoerde wetenschappelijk onderzoek dekt verschillende disciplines (mycologie, zoölogie, pomologie, ecologie) belangrijk voor de fruitteelt. Door de overkoepelende PCF-structuur is er een nauwe samenwerking met de proeftuinen voor pit- en steenfruit (Sint-Truiden) en aardbeien en houtig kleinfruit (Tongeren). Daarnaast omvat het PCF de diensten aan telers (individuele begeleiding) en de diensten aan bedrijven waarin de productontwikkeling voor de fytofarmaceutische nijverheid de belangrijkste poot is. Vanaf 2006 werden al deze diensten ondergebracht in een PCF-eenheidsstructuur. Het onderzoek wordt vooral gesubsidieerd door het IWT (Instituut voor de Promotie van Innovatie door Wetenschap en Techniek), en gebeurt in samenwerking met universiteiten. Ik ben steeds actief geweest binnen de afdeling Mycologie, waarvan ik sinds 1983 diensthoofd ben. Met de geïntegreerde fruitproductie en de gecontroleerde lastenboeken met wettelijke basis staat België aan de top van milieuvriendelijke en voedselveilige fruitproductie. Mijn hoofdtaak bestaat in het uitschrijven, begeleiden en rapporteren van onderzoeksprojecten. Deze kunnen opgedeeld worden in 3 topics: Waarschuwingssystemen: de nadruk ligt hier op automatisering van de monitoring van biotische factoren (sporentellingen, bladaangroei) door beeldanalyse software, bij bepaling van infectierisico’s. Daarnaast wordt onderzocht of op basis van weersvoorspellingen valabele bladnatperioden kunnen berekend worden om de fruittelers preventief te waarschuwen voor bepaalde schimmelziekten. Er werd ook een onderzoeksproject gestart om een beslissings-ondersteunend systeem te ontwikkelen voor een duurzame bestrijding van Stemphylium vesicarium = zwartvruchtrot in de perenteelt. Anti-resistentiestrategieën: de nieuwe fungiciden hebben een hogere selectiviteit tegen nietdoelorganismen, maar zijn hierdoor meer gevoelig voor de selectie van schimmelstammen die resistent worden. Naast resistentiemonitoring worden strategieën onderzocht om de levensduur van deze moderne fungiciden te verhogen. Alternatieve bestrijdingsmethoden op basis van Biological Control Agents (BCA’s) en geïnduceerde resistentie. Bepaalde gisten zijn zeer doeltreffend tegen vruchtrotschimmels, en vormen een alternatief voor de chemische bestrijding. Het werkingsmechanisme is gebaseerd op de snelle kolonisatie van wonden en de competitie voor voedingstoffen. De geïnduceerde resistentie is een nieuwe gewasbeschermingsmethode waarbij door toepassing van elicitoren bepaalde afweermechanismen geactiveerd worden in de plant, waardoor deze immuun wordt voor bepaalde plantpathogenen. Tevens ben ik als studiedirecteur verantwoordelijk voor GEP-proeven (Good Experimental Practice) die dienen voor de aanmaak van biologische dossiers met het oog op een registratie van een gewasbeschermingsmiddel in de fruitteelt. Piet Creemers, afgestudeerd in 1976 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
PCF-Koninklijk Opzoekingsstation van Gorsem De brede Akker 13, 3800 Sint-Truiden www.pcfruit.be
16
Bio-ingenieur op de werkvloer
Diensthoofd van een Landschapsstichting “Het is een bijzonder afwisselende baan, net zo gevarieerd als het landschap zelf.” Na de universiteit heb ik – zoals wel meer – eerst kort in de informatiesector gewerkt en daarna bij een studiebureau. Daar maakte ik kennis met de dagelijkse praktijk van leefmilieu, wetgeving en ruimtelijke ordening. De ervaring die ik er opdeed, kwam goed van pas in mijn huidige job als diensthoofd voor de vzw Kempens Landschap. Deze vzw werd – naar analogie met de British National Trust – opgericht in november 1997 op initiatief van het provinciebestuur Antwerpen en een veertigtal gemeentebesturen in de Kempen. De hoofddoelstellingen van onze landschapsstichting zijn de verwerving, de bescherming, de valorisatie en het gebeurlijke herstel van leefmilieu, landschap, natuur- en cultuurpatrimonium in de provincie Antwerpen. We leggen sterk het accent op de instandhouding, het beheer, de ontsluiting en publieksgerichte openstelling van de open monumenten die we in ons bezit hebben. In de afgelopen jaren werd alzo ca 600 ha veiliggesteld naar de toekomst. Het is een bijzonder afwisselende baan, net zo gevarieerd als het landschap zelf. Als diensthoofd houd ik me bezig met letterlijk alle facetten van het landschap. In de eerste jaren was het vooral zaak om de vzw op de juiste manier te positioneren op het gebied van landschap, cultuur en natuur. Bij ons eerste project, het behoud in gemeenschapshanden van de voormalige landloperskolonies Wortel en Merksplas, werd al direct duidelijk dat we een serieuze speler waren. De complexiteit van dat dossier maakte dat we met tal van partijen in contact kwamen, zowel particuliere als publieke. Lagen onze eerste aankopen nog in de sfeer van het park, dan kwam daarna de open ruimte: het landschap als zodanig. Daarmee kwamen we ook op het terrein van de landbouwers, een tot dan toe totaal nieuw partij aan de onderhandelingstafel. Inmiddels strekt ons aandachtsveld zich ook uit tot historisch waardevolle gebouwen in hun landschappelijke context. Het begrip landschap omvat tenslotte niet alleen de grond, maar ook alles erop en eraan, natuur en cultuur. Om mijn werk goed te kunnen doen, is kennis van het gebied natuurlijk een vereiste. Stappen in het Kempense landschap hoort er dus standaard bij. Een goed contact met de verschillende partijen is minstens zo belangrijk. Dat varieert van afspraken op het gemeentehuis over de gezamenlijke aankoop van gronden, tot besprekingen met de verschillende overheidsdiensten en partner-organisaties over inrichtings- of beheersplannen. Maar ook bijvoorbeeld onderhandelingen met bedrijfsleiders over sponsoring van onze activiteiten vallen daaronder. Juist die diversiteit spreekt me enorm aan. Al vanaf toen ik klein was, heb ik me bezig willen houden met het landschap. In deze job kan ik me daar nu ook daadwerkelijk voor inzetten en een bijdrage leveren aan het behouden en bewaren van ons Kempens landschap voor generaties na ons.
Philippe De Backer, afgestudeerd in 1998 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land-en bosbeheer
Kempens Landschap vzw Peredreef 5 2580 Beerzel-Putte www.kempenslandschap.be
17
Bio-ingenieur op de werkvloer
Directeur van een Crisiscentrum en B-FAST Ik leid het crisiscentrum van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken en ben directeur van B-FAST (Belgian First Aid and Support Team). In het crisiscentrum worden de crisisdossiers van de Belgische ambassades opgevolgd. Zij bevatten alle nuttige informatie die onontbeerlijk is voor een correct beheer van een crisis in het betrokken land als op het departement te Brussel. Verder is de dienst belast met het publiceren van reisadviezen voor een 130 landen op de website van de FOD Buitenlandse Zaken. De Belgische ambassades volgen de veiligheidssituatie in hun ambtsgebied op de voet op en stellen het reisadvies voortdurend bij indien de gebeurtenissen dit noodzakelijk maken. Bij een acute crisis in het buitenland waarbij een aanzienlijk aantal Belgen betrokken zijn, wordt het callcenter van het crisiscentrum geopend en staan alle medewerkers in voor de goede werking van dit callcenter. In geval van crisis kan het crisiscentrum rekenen op de medewerking van een 200-tal vrijwilligers van het departement om het callcenter de klok rond te bemannen met telefoonoperatoren en coördinatoren. Het crisiscentrum van de FOD Buitenlandse Zaken onderhoudt uiteraard veelvuldige contacten met andere crisiscentra in binnen- en buitenland en volgt van zeer nabij de evolutie met betrekking tot sanitaire problemen (vogelgriep en grieppandemie), natuurrampen, burgerlijke conflicten, grote ongevallen e.d. De dienst neemt ook het secretariaat waar van B-FAST en biedt alle mogelijke administratieve steun bij B-FAST-operaties in het buitenland. B-FAST is een interdepartementele snelle interventiestructuur, dat bestaat uit urgentieteams die in het geval van een door mensen of de natuur veroorzaakte ramp snel naar het getroffen gebied zouden kunnen vertrekken. Tenslotte heeft de directeur van het crisiscentrum ook de eindverantwoordelijkheid van de permanente wacht van de FOD Buitenlandse Zaken: 12 ambtenaren van het departement waarvan er elke week 2, 24u op 24 – 7 dagen op 7, buiten de kantooruren de permanente wacht verzekeren en hierbij antwoorden op vragen van de burgers.
Luc Sas, afgestudeerd in 1972 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Karmelietenstraat 15 1000 Brussel www.diplomatie.be 18
Bio-ingenieur op de werkvloer
Directeur-Generaal bij een Toeleverancier aan de Land- en Tuinbouw “Vandaag starten jonge bio-ingenieurs in een functie waarbij ze bezig zijn met de aanleg van proefvelden, contact met proefstations, landbouwfaculteiten en hogescholen, evaluatie van het aanbod van leveranciers, schrijven van artikels, geven van voordrachten, uitwerken van marketingcampagnes, … Vanuit die functie krijgen ze later de kans om door te groeien in management- en directiefuncties.” Na een specialisatiejaar Industrieel Beleid, legerdienst en een jaar in de proeftuin van Rillaar startte ik in 1979 bij de Groep Aveve. Groep Aveve is de belangrijkste toeleverancier aan de land- en tuinbouw in België, maar is ook actief in de sector van de tuincentra, de voedingsindustrie en de bedrijfsinformatica. In 2006 stelde de Groep Aveve 1 360 mensen tewerk en realiseerde een zakencijfer van circa 700 miljoen euro. Met dit zakencijfer behoort Aveve tot de 50 grootste Belgische bedrijven. De Groep Aveve zelf telt 40 bedrijven in België en in het buitenland. Ik startte er als stafmedewerker teelten. Dit is een ondersteunende functie bij de productmanagers van zaden, plantenvoeding en bescherming. Tevens was ik verantwoordelijk voor de marketing van de producten voor ruwvoeder- en akkerbouwteelten. Vandaag starten jonge bio-ingenieurs in een gelijkaardige functie waarbij ze bezig zijn met de aanleg van proefvelden, contact met proefstations, landbouwfaculteiten en hogescholen, evaluatie van het aanbod van leveranciers, schrijven van artikels, geven van voordrachten, uitwerken van marketingcampagnes, … Vanuit die functie krijgen ze later de kans om door te groeien in management- en directiefuncties. Via enkele tussenstappen werd ik in 1996 directeur en afgevaardigd bestuurder van Lebrun SA. Het was een interessante ervaring om dit familiaal Waals bedrijf met 65 werknemers en 20 regionale depots te integreren in de Groep Aveve. Op 1 januari 2002 werd ik divisiedirecteur Landbouw en januari 2003 kreeg ik als groepsdirecteur de leiding van de volledige Groep Land- en Tuinbouw. Op 1 oktober 2005 werd ik adjunct-directeur-generaal en op 1 mei 2007 volgde ik Hendrik Soete op als directeur-generaal van de Groep Aveve. Groep Aveve is de belangrijkste toeleveraar voor zaden, pootgoed, plantenbeschermings-middelen, meststoffen en machines in België. De toelevering beperkt zich niet tot de professionele gebruikers, maar is er ook voor de consument met een eigen tuintje. Voor de zaden hebben we een distributie- en productiefunctie; voor de overige producten beperken we ons tot de distributie. Aveve is de exclusieve invoerder en verdeler van de John Deere machines die gebruikt worden in landbouw, tuin, park en golf. Als belangrijkste groep op het vlak van graanontvangst participeren Aveve en Wal.Agri (de holding van Aveve in Wallonië) in Alco Bio Fuel, de eerste Belgische productieeenheid voor bio-ethanol te Gent. Voor de intensieve tuinbouw is Aveve eveneens de partner voor de uitrusting en automatisering van deze bedrijven. Hortiplan ontwikkelde het Mobiel Gotensysteem (MGS) voor de sla- en kruidenteelt op relatief grote schaal. Bij dit systeem worden goten met planten verplaatst van de opplantzijde naar het oogststation.Voor MGS hebben we ook klanten in Nederland, USA en Australië. Investeren is belangrijk en dat doen we o.a. in vijf centrale magazijnen, gelegen aan het water voor het transport van meststoffen en granen via schip, en dit naar binnen- en buitenlandse klanten. In andere magazijnen worden de plantenbeschermingsmiddelen gestockeerd voor de distributie naar de meer dan 70 regionale magazijnen. Voor bio-ingenieurs met interesse voor land- en tuinbouw is en blijft Aveve een bedrijf met een waaier van mogelijkheden.
Etienne Cosyns, afgestudeerd in 1976 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major dierproductie Groep Aveve Minderbroederstraat 8 3000 Leuven www.aveve.be
19
Bio-ingenieur op de werkvloer
Exportmanager van een KMO in Meststoffen “Het is altijd mijn wens geweest om een groot deel van de wereld te zien.” Het is altijd mijn wens geweest om een groot deel van de wereld te zien. Na mijn studies als bio-ingenieur heb ik dit doel nooit uit het oog verloren. Aanvankelijk ben ik gestart in de farmaceutische sector. Al snel ontdekte ik dat deze deskjob mij niet kon boeien. Vervolgens vond ik een job in Hawaï als onderzoeker in de biologische gewasbescherming. Maar ook labowerk gaf mij niet genoeg voldoening. Steeds weer opnieuw heb ik gezocht naar een functie met variatie en met meer internationale flair. Sinds september 2004 werk ik voor Lemagro NV te Rumst als exportverantwoordelijke. Lemagro is een familiale KMO, opgericht in 2002. Onze hoofdactiviteit is de productie van wateroplosbare meststoffen (poeders, vloeistoffen en suspensies) voor de professionele tuinbouwsector. Onze meststoffen worden toegediend via irrigatiesystemen (fertigatie) of via bladvoeding. Vooral voor drogere klimaten betekent dit een aanzienlijke besparing van water en nutriënten. De voortdurende druk op de land- en tuinbouw om zuiniger en efficiënter met water en meststoffen om te springen, biedt steeds nieuwe perspectieven voor onze producten. Momenteel produceren we in Italië, Syrië en België en exporteren we naar meer dan 25 landen in Europa, Afrika, Azië en sinds kort Latijns-Amerika. Als exportmanager ben ik verantwoordelijk voor het exportgebeuren. In de meeste landen werken we op exclusieve basis met een vaste verdeler die onze producten invoert. Zij verdelen vervolgens onze producten verder naar de professionele tuinders, dit via eigen winkels of via andere distributiekanalen. Een groot deel van mijn taak bestaat uit prospectie en het ontwikkelen van nieuwe markten, waaronder landen als Algerije, Bulgarije, Roemenië en Uzbekistan. Dit is uitermate leerrijk aangezien ik de volledige verantwoordelijkheid draag voor mijn afzetgebieden. De eerste stap is het screenen van potentiële verdelers. Vervolgens worden de nodige contacten gelegd waarbij ik onze producten voorstel en overga tot het opstellen van een businessplan (leveringsvoorwaarden, betalingsvoorwaarden, het bepalen van het productgamma, ...). Hiervoor is een persoonlijk contact erg aangewezen. Een volgende stap is de uiteindelijke verkoop met als laatste stap het opvolgen van onze producten in de markt. Een ander aspect van mijn job bestaat uit marketing en technische ondersteuning. Op gebied van marketing ga ik op zoek naar de juiste middelen om onze producten zo goed mogelijk te promoten (updaten van de website, deelname aan beurzen, opmaak van brochures en posters, ontwikkeling van verpakkingen, ...). Verder geef ik technische begeleiding aan de professionele boeren ter plaatse door o.a. voordrachten te geven tijdens informatiedagen. Gemiddeld reis ik één week per maand. De afwisseling van culturen, talen en gebruiken maken dit soort werk uitermate boeiend. Ook de afwisseling tussen bureauwerk en het reizen met hieraan gekoppeld de veldbezoeken zorgen voor een ideale balans. Koen Van Elsen, afgestudeerd in 2001 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie Lemagro NV Rumstsestraat 4 2840 Rumst www.lemagro.com
20
Bio-ingenieur op de werkvloer
General Manager in de Sigarenindustrie “Als General Manager sta ik in voor de dagelijkse leiding van het bedrijf.” Bobinas de Tabaco S.A. (Bobinas) levert dekblad-en ombladstanzen aan hoofdzakelijk de Europese sigarenindustrie. Het bedrijf is 100 % eigendom van Henri Wintermans Cigars (HWC) met hoofdzetel in Eersel (Nederland). Op wereldvlak is HWC de derde producent van sigaren (1,3 miljard stuks per jaar), maar staat het op de eerste plaats qua export. De belangrijkste markten zijn Frankrijk en Duitsland. HWC is zelf een onderdeel van de Scandinavian Tobacco Company Group (ST). ST is een multinational met hoofdzetel in Kopenhagen (Denemarken) en is actief in bijna alle deelmarkten van tabaksproducten (sigaretten, sigaren, pijptabak en snuss=pruimtabak). Het heeft wereldwijd fabrieken in Denemarken, Noorwegen, Zweden, Nederland, België, Letland, Indonesië en de Dominicaanse Republiek. Tot vóór twintig jaar werden alle sigaren volledig in Europa gemaakt. Omwille van de hoge loonkost is de sigarensector echter van locatie gewisseld en worden het dekblad (buitenste blad van een sigaar) en het omblad (tabaksblad dat het binnengoed van een sigaar vasthoudt) uitgestanst in voorbereidingsfabrieken in ontwikkelingslanden(Dominicaanse Republiek, Sri Lanka en Indonesië). HWC heeft twee bobineringsfabrieken, één in Indonesië (50 % eigendom) en één in de Dominicaanse Republiek (100 % eigendom). Bobinas is gelegen in de Free Zone van Moca, een rurale stad van 120 000 inwoners, gelegen in de vruchtbare Cibaovallei in het noordwesten van de Dominicaanse Republiek. Er zijn 660 mensen werkzaam in Bobinas, verdeeld in twee shiften (van 7 uur tot 15 uur en van 15 uur tot 24 uur; zaterdag van 7 uur tot 12.30 uur). De geproduceerde tabaksstanzen worden op bobines geplaatst en in diepvriescontainers verstuurd naar de fabrieken van de klanten, waar uiteindelijk de sigaren samengesteld worden. Als General Manager sta ik in voor de dagelijkse leiding van het bedrijf. Er is geregeld contact met de hoofdzetel in Eersel en de klanten in Nederland, België, Denemarken, UK en Canada. Daarnaast ben ik voor HWC nog verantwoordelijk voor de aankoop van ruwe tabak in Latijns- en Midden-Amerika (Ecuador, Brazilië, Cuba en de Dominicaanse Republiek). Na vijf jaar in Marokko gewerkt te hebben als Permanent Vertegenwoordiger voor VVOB, ben ik vele jaren beroepshalve actief geweest in het verre buitenland (Afrika, Azië en Latijns-Amerika). Via een job bij Vandermarliere NV, een Belgische sigarenfabrikant, heb ik dan opnieuw de overstap gemaakt naar een leven als expat. Eens gebeten door het expatvirus, geraak je er nog moeilijk van af !
Jan Craeynest, afgestudeerd in 1981 Master of Tropical Natural Resources Management Major Resource Economics and Policy Bobinas de Tabaco S.A. Moca Dominicaanse Republiek www.st.dk
21
Bio-ingenieur op de werkvloer
Gezondheidinspecteur en Sectorhoofd van het Voedselagentschap De hoofdopdrachten van het Voedselagentschap zijn: • controle, onderzoek en keuring van voedingsmiddelen en hun grondstoffen in alle stadia van de voedselketen: productie, verwerking, bewaring, vervoer, handel, in- en uitvoer van voedingsmiddelen en hun grondstoffen; • afleveren van erkenningen, vergunningen en toelatingen om activiteiten in de voedselketen te mogen uitoefenen; • uitwerking van traceer- en identificatiesystemen om de voedingsmiddelen en hun grondstoffen in alle stadia van hun productie en verwerking te volgen. • Het agentschap is ook bevoegd voor dierenwelzijn, phytosanitaire controles en sommige kwaliteitscontroles in de plantaardige sector. Binnen het bestuur Controle worden alle buitendiensten die instaan voor de controle ‘op het terrein’ tot Provinciale Controle Eenheden (PCE’s) gegroepeerd. Vroeger behoorden zij tot verschillende besturen of entiteiten (Landbouw, Instituut voor Veterinaire Keuring, Eetwareninspectie). De PCE zelf wordt geleid door het PCE-hoofd, bijgestaan door drie sectorhoofden van de sectoren: • primaire productie: primaire productie en verzamelplaatsen van primaire producten. • transformatie: fabricage en transformatie van eetwaren en dierenvoeders. • distributie: distributie, grootkeukens en horeca. Als sectorhoofd ben ik verantwoordelijk voor de organisatie van de controles binnen de Limburgse bedrijven behorende tot de ‘sector transformatie’, waarbij het gaat om zo’n 500 levensmiddelen-, meststoffen- en veevoederbedrijven. Dit omvat o.a.: • het team van de sector en de uitbestede opdrachten beheren; • het werk verdelen onder de inspecteurs, controleurs en het administratief personeel; • prioriteiten vastleggen met betrekking tot het gebruik van de beschikbaar gestelde middelen en daarbij toezien op een maximale doeltreffendheid van het gebruik van die middelen; • de verkregen resultaten analyseren; • de problemen die inspecteurs bij hun controleactiviteiten ondervinden, identificeren; • in samenspraak met het hoofd van de PCE bijsturingen uitvoeren; • toezien op de toepassing van de voor de sector geldende voorschriften en procedures; • zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden voor de inspecteurs en optreden als verbindingspersoon tussen de inspecteurs van de eigen sector en het hoofd van de PCE; • de multidisciplinaire complementariteit van de inspectieteams bevorderen; • permanent contact onderhouden met de verantwoordelijken van de andere sectoren ter bevordering van de integratie van de controles. Wim Mertens, afgestudeerd in 1986 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie Federaal agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Provinciale Controle Eenheid Limburg Kempische Steenweg 397 bus 4 3500 Hasselt 22
Bio-ingenieur op de werkvloer
GIS-Specialist in een Programma voor Bodem- en Waterbeheer in de Andes “Mijn taken beperken zich niet tot bureauwerk en ik doe vaak ‘veldwerk’, waardoor ik telkens wat meer van dit mooie land met prachtige natuur en cultuur kan verkennen.” In 2003 kwam ik voor het eerst naar Ecuador, in het kader van mijn masterproef over bodems in de hoge Andes. Zo leerde ik PROMAS (Programa para el Manejo del Agua y del Suelo) kennen, het programma voor bodem- en waterconservering van de ‘Universidad de Cuenca’. Nadat ik afstudeerde waagde ik de stap, liet familie en vrienden achter in België en ging bij PROMAS werken als GIS-specialist – assistent onderzoeker. Samen met 40 ingenieurs (burgerlijk, bio- en computeringenieurs), sociologen en economen werken we aan diverse projecten van bodem- en waterbeheer op perceel-, project- en stroombekkenniveau. De problematiek van bodem en water is in de Andes zo mogelijk nog belangrijker dan ergens anders. Ondanks de zeer complexe topografie is de streek vrij dicht bewoond en is de druk op het fragiele natuurlijke aanbod van bodem en water dus zeer groot. Water wordt gebruikt als drinkwater, voor irrigatie en voor het aandrijven van hydroelektrische centrales. De concurrentie is groot en conflicten zijn schering en inslag. PROMAS is uniek in Ecuador en vult een leemte in het Ecuadoriaanse universitaire landschap. Met mijn werkopdrachten word ik in verschillende projecten betrokken, als deel van een interdisciplinaire ploeg. Enerzijds zijn er de projecten van wetenschappelijk onderzoek over evolutie in landgebruik, bodemdegradatie, ... waar ik voornamelijk insta voor de interpretatie van satellietbeelden en luchtfotografie. Bovendien besteed ik ook wat tijd aan het begeleiden van Belgische en Ecuadoriaanse studenten die voor hun masterproef tot bij ons komen. Ook ben ik betrokken bij verschillende dienstverleningsprojecten: beheer van waterbekkens, irrigatieprojecten, studie van hydro-elektrische centrales, ... Een deel van de geografische informatie wordt door mij beheerd en ik werk mee aan milieu-impactstudies, de analyse van problemen en de formulering van projecten en beheersplannen. Ten slotte draag ik ook mijn steentje bij tot de vorming van lokale overheden en NGO’s in ‘Remote sensing’ (= verzamelen van gegevens over het aardoppervlak d.m.v. een satelliet) en geografische informatiesystemen. Het belangrijkste studiegebied van PROMAS is het waterbekken van de Pauterivier, in het centrum van Ecuador, dat deel uitmaakt van het Amazonebekken. Omdat de stuwdam die door de Pauterivier gevoed wordt heel belangrijk is voor de nationale energieproductie, besteedt PROMAS aan dit waterbekken bijzondere aandacht. De enorme sedimentproductie door ontbossing, fragmentatie van het landgebruik, geomorfologische eigenschappen van het gebied, ... bedreigt immers de werking van de stuwdam. Mijn job is heel afwisselend, dankzij de verschillende projecten en de interdisciplinaire ploeg waar ik deel van uitmaak. Bovendien beperken mijn taken zich niet tot bureauwerk en doe ik vaak ‘veldwerk’, waardoor ik telkens wat meer van dit mooie land met prachtige natuur en cultuur kan verkennen. Het gebied waarin we werken gaat van barre hoogten van 4 500 meter boven de zeespiegel tot op zeeniveau! Ondertussen is het Spaans al lang geen obstakel meer, en is Ecuador een tweede ‘thuis’ geworden.
Carolien Tote, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer
PROMAS Universidad de Cuenca Av.12 de Abril s/n Cuenca – Equador http://promas.ucuenca.edu.ec/ 23
Bio-ingenieur op de werkvloer
Global Reimbursement Director in de Biotechnologiesector “Als je een bewijs wil dat je als bio-ingenieur keuze te over hebt in termen van carrièremogelijkheden …” Als je een bewijs wil dat je als bio-ingenieur keuze te over hebt in termen van carrièremogelijkheden, kom je wellicht wel aan je trekken in mijn beroepsmatige levensloop sinds mijn afstuderen. Mijn eerste stappen zette ik als verkoper voor een middelgroot IT bedrijfje, maar al gauw kwam ik terecht bij het managament consulting bedrijf PricewaterhouseCoopers. Het idee om in een internationale omgeving mijn ervaring in de wereld van ‘e-Marketing’ toe te passen op de farmaceutische industrie, was net wat ik zocht: management advies in een wetenschappelijke wereld. Na een eerste opdracht in Princeton werd ik ‘vliegende consultant’ met opdrachten in Zwitserland, Brazilië, Engeland, Duitsland, Denemarken, Frankrijk, … Als strategieconsultant had ik de luxe om de volledige waardeketen te leren kennen: van niet-klinische ontwikkeling, over productie, distributie en logistiek, tot en met marketing en verkoop. Hier kwamen de sterke analytische en synthetische vaardigheden die ik als bio-ingenieur had opgedaan, aardig van pas. Een prijsstrategie voor een topproduct van een farmaceutische multinational legde de basis voor mijn verdere carrière. Dankzij een combinatie van systeemdynamica, oligopolietheorie en speltheorie slaagden we erin een erg complexe markt te modelleren en zowaar te voorspellen wat de optimale strategie van onze opdrachtgever diende te zijn om de nieuwe concurrentie aan te gaan. Dankzij deze ervaring & de brede vorming in de consulting wereld, werd ik gekatapulteerd tot Europees Pricing Director voor Amgen in het prachtige Luzern in Zwitserland. Amgen ligt aan de wieg van de biotechnologie met als bekendste geneesmiddel erythropoetin voor het behandelen van anemie in dialyse- en kankerpatiënten, in België beter bekend als EPO. Vandaag is Amgen wereldleider in de biotechnologie en staan we vijfde op de ranglijst van de farmaceutische bedrijven gemeten naar marktkapitalisatie. Mijn job bestond erin de Pricing functie op te bouwen van nul. In de praktijk betekende dat een drievoudige taak: het managen van de prijzen voor de producten die al op de markt zijn in Europa, het vastleggen van de prijzen voor nieuwe producten in samenwerking met het hoofdkwartier en tenslotte het implementeren van processen, systemen en het trainen van de pricing experten in de verschillende Europese landen. Ongeveer 2/3 van het jaar zat ik in een vliegtuig naar één van de Europese landen, maar vaak ook naar het hoofdkwartier in California vlakbij Malibu en Santa Monica. Mijn belangrijkste ‘klanten’ waren naast het Europese management en de marketing teams, de verschillende directeuren van onze Europese filialen, maar ook de lokale verkooporganisaties en verantwoordelijken voor de relaties met lokale prijs- en terugbetalingoverheden. Na 3 jaar Zwitserland krijg ik nu de kans om mijn Europese ervaring ten dienste te stellen van de globale product teams in California als Global Reimbursement Director oftwel werken aan innovatieve geneesmiddelen voor patiënten en surfen in het weekend: geen slechte combinatie voor een bio-ingenieur!
Wim Souverijns, afgestudeerd in 1993 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: katalytische technologie
Amgen Inc 1 Amgen Center Drive 91362 Thousand Oaks (CA) - USA www.amgen.com 24
Bio-ingenieur op de werkvloer
Hoofd van een Gemeentelijke Milieudienst in Chili “Het nagenoeg ontbreken van een beleid terzake maakt het werk uitermate boeiend.” De Directie Milieu van de gemeente Arica in Chili, de droogste stad ter wereld, werd gecreëerd in 1998. In het noorden van Chili is milieubeheer een vrij recent begrip en wordt milieu veelal enkel geassocieerd met verontreiniging. Sinds eind 2003 werk ik er als hoofd van een gemeentelijke milieudienst. Het nagenoeg ontbreken van een beleid terzake maakt het werk uitermate boeiend. De milieudienst bestaat enkel uit ondergetekende en een secretaresse die ook terreinwerk doet, wat voor een havenstad van 180 000 inwoners natuurlijk volkomen ontoereikend is. Er zijn meestal een tweetal thesisstudenten werkzaam op de dienst. Mijn verantwoordelijkheden kunnen worden opgesplitst in drie grote blokken: 1) uitwerken van eigen projectvoorstellen en opvolging van de uitvoering daarvan door de Milieudienst; 2) deelname in de evaluatie en opvolging van projecten van derden die worden voorgelegd aan het Systeem voor Evaluatie van Milieu Effecten (SEIA); 3) voorlichting en educatie van de bevolking inzake milieu. Er wordt samengewerkt met de verschillende diensten van de regionale overheid, voornamelijk met het Regionaal Ministeriëel Secretariaat voor Gezondheidszorg, de regionale diensten van de Nationale Commissie voor Milieu en met plaatselijke organisaties. Belangrijke projecten voor 2005 van de milieudienst waren het oprichten van een gemeentelijk natuurreservaat in de monding van de Lluta-rivier, de regularisatie van de gemeentelijke stortplaats, het uitgeven van een vogelgids en de bestrijding van een vogelplaag (Phalacrocorax brasilianus). De meeste projecten die door derden worden voorgelegd aan het SEIA hebben betrekking op de mijnbouw, het vervoer en de doorvoer van mineralen en chemische stoffen. Verder werk ik ook enkele uren per week op het Nationaal Instituut Opleidingen (INACAP) als docent. Toekomstige preventie-ingenieurs worden door mij onderwezen in de vakken milieunormen en milieueffecten. Ik ben ook inspecteur en liquidateur voor een verzekeringsmaatschappij en dit voor schadegevallen op landbouwbedrijven die te wijten zijn aan weersomstandigheden.
Dirk Nelen, afgestudeerd in 1991 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer Major bodem en water Arica Ilustre Municipalidad de Arica Sotomayor 145 Arica, Chili www.municipalidaddearica.cl
25
Bio-ingenieur op de werkvloer
Hoofddocent K.U.Leuven - Onderzoeksgroepleider in een Onderzoekcentrum “Een belangrijke troef van de bio-ingenieursopleiding is de combinatie van fundamentele kennis over biologische en natuurlijke systemen met ingenieursvaardigheden” Na mijn doctoraatsonderzoek over het transport van in water opgeloste stoffen in bodems aan het toenmalige Instituut voor Land- en Waterbeheer, heb ik drie jaar als postdoc (= bio-ingenieur met doctoraat, die op basis van een tijdelijk contract zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verricht aan een universiteit) aan het Labo voor Bodem en Water gewerkt. Tijdens deze periode was ik één jaar gastwetenschapper aan het Institut für Terrestrische Ökologie aan de ETH (Eidgenössische Technische Hochschule) Zurich. Sinds begin 2001 werk ik als onderzoeksgroepleider op het Institut Agrosphäre aan het Forschungszentrum Jülich in Duitsland. Het Forschungszentrum Jülich is met 4300 medewerkers een van de grootste onderzoekscentra in Europa. Aan het onderzoekscentrum wordt fundamenteel en toegepast onderzoek uitgevoerd met betrekking tot vier kernthema’s: materie, energie, leven en milieu. Het Institut Agrosphäre onderzoekt milieurelevante processen in de bodem zoals bodemwaterhuishouding, transport, immobilistatie en reacties van organische verbindingen (pesticiden, antibiotica, PAKs, ...) en omzetting van organische koolstof. Hierbij nemen de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe technologieën en experimentele methoden een speciale plaats in. Op basis van fundamentele proceskennis worden modellen ontwikkeld waarmee milieurelevante bodemprocessen voorspeld kunnen worden, bijvoorbeeld ter ondersteuning van beleidsmaatregelen of om saneringsprojecten te evalueren. Mijn onderzoeksgroep aan het Institut Agrosphäre spitst zich toe op de ontwikkeling van modellen om waterstroming en het transport van in water opgeloste stoffen in bodems en het grondwater te voorspellen. Een belangrijk probleem hierbij is het schatten van de modelparameters. Om deze modellen beter te kunnen parameteriseren, gebruiken en ontwikkelen we niet-invasieve tomografische technieken waarmee drie dimensionale beelden van de waterstroming in de bodem worden gemaakt. Mijn aanstelling als hoofddocent op water- en stoftransport in de bodem aan de Faculteit Bioingenieurswetenschappen wil ik graag aangrijpen om mijn praktische en theoretische kennis over stroming en transport in de bodem en het grondwater over te dragen aan studenten. Daarnaast wil ik het onderzoek aan de Afdeling Bodem- en Waterbeheer ondersteunen door een samenwerking met het Institut Agrosphäre te organiseren. Deze samenwerking biedt de mogelijkheid om practica en stages aan het onderzoekscentrum te organiseren. Via gemeenschappelijke onderzoeksprojecten krijgen onderzoekers toegang tot onderzoeksinfrastuctuur aan het Institut Agrosphäre en dragen daardoor ook bij tot een verhoging van de onderzoeksoutput van deze infrastructuur. Voor het Institut Agrosphäre biedt deze samenwerking de mogelijkheid om goed opgeleide studenten en wetenschappers aan te trekken. Een belangrijke troef van de bioingenieursopleiding hierbij is de combinatie van fundamentele kennis over biologische en natuurlijke systemen met ingenieursvaardigheden om processen in deze systemen kwantitatief te beschrijven.
Jan Vanderborght, afgestudeerd in 1993 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie Instit Agrosphäre ICG – IV D- 52425 Jülich www.fz-juelich.de
26
Bio-ingenieur op de werkvloer
Hoofdredacteur – Journalist van een Weekkrant en een Tweewekelijks Magazine “Het werk zelf is erg gevarieerd. Elke week is dus anders.” Na enkele jobs met tijdelijk karakter in het onderzoek (Monsanto) en in het kwaliteitslaboratorium van een brouwerij (Alken Maes), zette ik mijn eerste journalistieke stappen bij de Landelijke Uitgeverijen. Hier was ik verantwoordelijk voor het maandblad Top-Techniek Varkens en schreef ik tevens voor het weekblad Landbouwleven. Ondertussen werk ik sinds april 1999 op de redactie van de bladen van Boerenbond, de wekelijkse krant Boer&Tuinder en het tweewekelijkse magazine Landbouw&Techniek. Sinds november 2002 ben ik tevens hoofdredacteur van Landbouw&Techniek. Met een team van een zestal journalisten coveren we zoveel mogelijk het nieuws over de landbouw en het platteland. Voor de krant is dit vooral actueel en syndicaal nieuws. Het magazine geeft eerder technische en wetenschappelijke informatie. Alle grote landbouwsectoren worden hierin gevolgd. Elke journalist is verantwoordelijk voor de opvolging van bepaalde sectoren. In mijn geval is dit voor de veehouderij de varkenssector en voor de akkerbouw de suikerbiet- en cichoreiteelt. Vermits we als een team nauw samenwerken, zullen we elkaars werk ook ondersteunen en voor elkaar invallen waar nodig. Divers nieuws en actualiteiten worden verdeeld onder de journalisten naargelang de beschikbaarheid. Het werk zelf is erg gevarieerd. Elke week is dus anders. Een gedeelte van het werk verloopt buiten kantoor, een gedeelte is bureauwerk. Enerzijds komt nieuws op ons af, bijvoorbeeld omwille van de actualiteit of door uitnodigingen (vanwege de overheid, een organisatie, een firma, uit binnen- of buitenland, …) voor persconferenties, bezoeken, beurzen of studiedagen ... Anderzijds gaan wij zelf op zoek naar nieuws bij wetenschappers, firma’s en gewoonweg naar verhalen uit de praktijk door reportages bij land- en tuinbouwers. Bij de meeste opdrachten nemen wij zelf foto’s om het artikel te illustreren. Nadien start het werk op kantoor: de verkregen informatie moet in een leesbare tekst gegoten worden. Regelmatig gebeurt dit met de nodige tijdsdruk want we werken natuurlijk met deadlines. Naast het maken van eigen teksten, moet er ook steeds redactioneel werk verricht worden. Boerenbond beschikt immers over heel wat medewerkers die vanuit hun functie teksten aan de redactie bezorgen. Daarnaast zijn er ook externen die teksten voor ons maken. Al het materiaal dat binnenkomt, wordt aan ons kritisch oog onderworpen en verwerkt tot een publiceerbare tekst. Als hoofdredacteur van het magazine Landbouw&Techniek zorg ik voor de coördinatie van dit blad. Wekelijks wordt een redactievergadering gehouden voor de planning van de inhoud van de komende nummers. In nauw overleg met de redactiecoördinator en de grafische vormgevers wordt het blad dan telkens om de twee weken samengesteld en ingevormd. Dit vergt ook samenwerking met de collega’s van de commerciële dienst die de advertenties werven. De afwerking van het blad vergt een vijftal dagen, waarna het naar de drukker vertrekt.
Anne Vandenbosch, afgestudeerd in 1991 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major dierproductie Boerenbond afdeling Communicatie Diestsevest 40 3000 Leuven www.boerenbond.be
27
Bio-ingenieur op de werkvloer
Innovatieconsulent in een Voorlichtingscentrum van een Vlaamse Beroepsorganisatie voor de Agrarische Ondernemer “Het is erg belangrijk om een erg brede algemene kennis te hebben en om zeer snel nieuwe dossiers in te kunnen studeren. Een algemene wetenschappelijke vorming is daartoe zeker een troef.” Het werk van een ‘innovatieconsulent’ bestaat uit het begeleiden van land- en tuinbouwbedrijven bij het concipiëren en realiseren van nieuwe activiteiten op hun bedrijf. Immers, land- en tuinbouwers gaan hoe langer hoe meer op zoek naar andere activiteiten die hun inkomen helpen garanderen. In principe kan men bij het Innovatiesteunpunt terecht voor alles waarvoor men in de bestaande klassieke voorlichting (nog) niet terecht kan. Dit gaat van sociale initiatieven (Groene Zorg, nieuwe tendensen in de tewerkstelling van het personeel) over commerciële en communicatieve projecten, tot nieuwe teelten, nieuwe (duurzame) technologieën, agrarisch natuurbeheer, nieuwe samenwerkingsverbanden, … Het werk bestaat er voornamelijk in om door persoonlijk contact te komen tot een aangepaste aanpak voor het geassisteerde bedrijf. Er wordt niet gewerkt met receptoplossingen maar met een unieke, individuele aanpak. Het Innovatiesteunpunt werkt veel via vormingscursussen en trainingen rond relevante thema's (commercialisatie, communicatie, website bouwen) maar ook door themadagen en demonstratatiedagen. Daarnaast gaat er nogal wat energie naar het schrijven van artikels voor de vakpers. Een belangrijke vereiste in deze job is zeker het kunnen luisteren, het uitstellen van het eigen oordeel en het empathisch vermogen om de behoeften van de begeleide bedrijven op een correcte manier in te schatten. Daarnaast is het erg belangrijk om een erg brede algemene kennis te hebben en om zeer snel nieuwe dossiers in te studeren. Een algemene wetenschappelijke vorming is daartoe zeker een troef. Wie met de boer wil meepraten, moet weten waar in de land- en tuinbouw de klepel hangt!
Bart Vleeschouwers, afgestudeerd in 1981 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer Major bodem en water Innovatiesteunpunt voor land- en tuinbouw Diestsevest 40 3000 Leuven www.innovatiesteunpunt.be
28
Bio-ingenieur op de werkvloer
Kwaliteitsdeskundige in de Farmaceutische Sector “Je omgeving verwacht vaak dat je als master in de bio-ingenieurswetenschappen biosysteemtechniek moet en zal in de landbouw tewerk gesteld worden bij een veevoederbedrijf, landbouwmachineproducent, … Niets is echter minder waar.” Je omgeving verwacht vaak dat je als master in de bio-ingenieurswetenschappen biosysteemtechniek moet en zal in de landbouw tewerk gesteld worden bij een veevoederbedrijf, landbouwmachineproducent, … Niets is echter minder waar. Ik ben in 2001 begonnen bij de kwaliteitsdienst van Janssen Pharmaceutica, één van de meest vernieuwende farmaceutische bedrijven met producten die wereldwijd belangrijke toepassingen gevonden hebben in de humane geneeskunde. Hier stond ik aanvankelijk in voor de vrijgave van binnenkomende goederen. Door het labo vastgestelde afwijkingen dienden geëvalueerd te worden met betrekking tot hun impact op de procesvoering. Het was met andere woorden een vrij scheikundige job die, gezien mijn keuze voor biosysteemtechniek, niet 100 % in lijn lag van mijn verwachtingen. Via een aantal tussentijdse projecten ben ik in 2003 in de kwalificatiewereld terechtgekomen, een meer technische job die mij vanaf de eerste dag kon boeien. Equipment, utilities en ruimtekwalificatie kan kort samengevat worden als het aantonen van de geschiktheid van een systeem voor het bedoelde gebruik aan de hand van leveranciersdocumentatie en functionele testen. Bij de aankoop van een nieuw systeem wordt een projectteam samengesteld waarin vertegenwoordigers van de verschillende afdelingen zetelen. Tijdens talrijke vergaderingen wordt het voorgestelde engineering design in detail besproken en de nodige wijzigingen doorgevoerd. De projectteamleden hebben echter allen verschillende belangen te behartigen die soms zelfs loodrecht tegenover elkaar kunnen staan. Via overleg wordt dan getracht een oplossing te vinden waarin alle partijen zich kunnen vinden. Van zodra het finale design is vastgelegd, wordt het systeem in de productieomgeving geplaatst en volledig functioneel getest. Geregeld dient tijdens de opbouw en het testen de installatie op de werf bezocht te worden om de vordering van de werken te evalueren. Waar nodig worden, in overleg met het ganse team, nog wijzigingen doorgevoerd om het systeem optimaal te kunnen inzetten voor het gewenste doel, zijnde ‘productie van een kwalitatief hoogstaand product met maximale aandacht voor operator en omgevingsveiligheid’. Het enorm boeiende aan deze job is het uitgesproken sociale karakter: ongeveer 70 % van mijn tijd wordt besteed aan projectmeetings, die per project bovendien vaak uit andere personen bestaan. Ieder nieuw systeem is bovendien uniek en stelt andere vereisten zodat deze job nooit eentonig dreigt te worden. De farmawereld stelt ook steeds strengere eisen wat het afronden van dergelijke projecten steeds uitdagender maakt. Het is een continu bewegende sector waar je automatisch verplicht wordt om vooruit te denken en steeds moet trachten om de laatste nieuwe technologieën te introduceren.
Koen Verhaert, afgestudeerd in 2001 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: biosysteemtechniek
Janssen Pharmaceutica - Geel Janssen Pharmaceuticalaan 3, 2440 Geel www.janssenpharmaceutica.be
29
Bio-ingenieur op de werkvloer
Leerkracht Fysica en Laboverantwoordelijke “De verscheidenheid aan taken en de vrijheid om je eigen stijl te ontwikkelen zijn enorm grote pluspunten. En ja, de vakanties zijn mooi meegenomen.” Voor velen lijkt het overduidelijk wat een leerkracht doet: lessen voorbereiden, lesgeven, toetsen en taken verbeteren en vakantie nemen. Toch wil ik graag mijn taken eens op een rijtje zetten; nuttig voor mezelf en wie weet leerrijk en verrassend voor anderen. Inderdaad draait alles om de eigenlijke lesopdracht. Aangezien de leerplannen regelmatig wijzigen blijven voorbereidingen toch wel een must, al gaat dit zeker vlotter met de jaren. De uren wetenschappen zijn meer dan ooit verspreid over een groot aantal klassen vermits er door de onderwijsvernieuwingen slechts maximum twee lesuren per week en per klas van een wetenschapsvak kunnen gegeven worden. Al ons protest ten spijt moeten ook de leerlingen die echt – met volle overgave! – kiezen voor wiskunde en/of wetenschappen het met veel minder uren doen. Vele scholen blijven toch zoveel mogelijk het oude pakket aanbieden in de zogenaamde vrije ruimte nl. 3-4 uren door de school in te vullen en waarbij vernieuwde onderwijsvormen aangewend moeten worden. Om al deze groepen gemotiveerd aan het werk te krijgen, is een voortdurende opvolging (al dan niet met evaluatie) via lesopdrachtjes en huistaken wel aan te raden: liefde voor het vak verkrijg je als je engagement vraagt en er zelf ook geeft. Verder zijn er nog bijkomende taken: wachturen ter vervanging van zieke collega’s, titularisschap en opvang van je leerlingen, remediëring, onderhoud van het laboratorium, stagiairs opleiden, werkgroepen omtrent leermoeilijkheden/gedragsproblemen/thuisproblemen, klassenraden, directieraden, vakvergaderingen, projectvergaderingen, vakbijscholingen, didactische bijscholingen, aangepaste trainingen (omgaan met agressie, …) internationale workshops, ... Men zegt dat het onderwijs een vlakke loopbaan geeft, maar de verscheidenheid aan taken en de vrijheid om je eigen stijl te ontwikkelen zijn enorm grote pluspunten. En ja, de vakanties zijn mooi meegenomen: dat stukje loon dat we tekortkomen in vergelijking met de privésector wordt ons in natura uitbetaald. Mag ik de bedrijven die investeren in interessante toepassingen van de basiswetenschappen of in nieuwe technologieën, oproepen om ook te investeren in de jeugd en alzo de scholen te ondersteunen met documentatiemateriaal en als het even kan met bedrijfsbezoeken!
Marie-Hélène Malbrain, afgestudeerd in 1981 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie Sancta Maria-Instituut Ch. Deberiotstraat 14 3000 Leuven www.sancta-mariainstituut.be
30
Bio-ingenieur op de werkvloer
Leerkracht Wetenschappen “Ondermeer door mijn diploma had ik de kans gekregen uiteenlopende ervaringen op te doen. Daar wou ik iets mee doen en vooral besefte ik dat ik heel graag met jongeren werk. Nu ik reeds meerdere jaren werkzaam ben in het onderwijs, besef ik dagelijks de waarde van mijn diploma.” Als pas afgestudeerde ben ik onmiddellijk, samen met mijn vrouw Ilse Desmet, naar Gabon getrokken ter vervanging van mijn legerdienst. Hier kwam ik voor de eerste maal in contact met het onderwijs en het werken met jongeren. Na twee jaren zijn we nog voor een jaartje naar China getrokken (Qishan dicht bij Xian) waar we verantwoordelijk waren voor de kwaliteitscontrole van melk en zuivelproducten van een plaatselijke melkpoederfabrikant. Bovendien moesten we ook in samenwerking met een plaatselijke school jongeren opleiden zodat ze in staat waren zelf deze controles uit te voeren. Nadien in België heb ik eerst een viertal jaren in het Labo Levensmiddelentechnologie bij Professor Jan Delcour gewerkt. Daar deed ik vooral toegepast onderzoek voor Procter and Gamble (bv. ontwikkeling van caloriearme chips, parfum waspoeders, ...). Daarna heb ik een jaar in de privé gewerkt voor Viromed Biosafety als Supervisor. Ik was medeverantwoordelijk voor het garanderen dat producten, door de industrie geleverd, in bepaalde concentraties al dan niet werkzaam waren (ontsmetten, ...). Bovendien was mijn taak het helpen op punt stellen van (nieuwe) laboproeven. Na een jaar begon ik me echter af te vragen of ik deze job wel wilde blijven uitvoeren. Ondermeer door mijn diploma had ik de kans gekregen uiteenlopende ervaringen op te doen. Daar wou ik iets mee doen en vooral besefte ik dat ik heel graag met jongeren werk. Een logische stap was dan het onderwijs. Nu ik reeds meerdere jaren werkzaam ben in het onderwijs, besef ik dagelijks de waarde van mijn diploma. Daar ik een zeer goede basis heb, ben ik graag gezien door de directie (altijd en overal onmiddellijk inzetbaar). Ik heb het geluk gehad ervaring op te doen in het buitenland, aan de universiteit en in de privé. Voortdurend steun ik op deze ervaringen. En dat weten de leerlingen enorm te appreciëren. Leerlingen voelen direct aan of je uit je nek kletst of niet. Als je hen weet te boeien is er niets toffer denk ik dan met jongeren te werken en hen voor te bereiden op het latere leven.
Hans Vandycke, afgestudeerd in 1991 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie Koninklijk Atheneum Keerbergen Vlieghavenlaan 18 3140 Keerbergen www.kakeerbergen.be
31
Bio-ingenieur op de werkvloer
Leerkracht Wetenschappen “Lesgeven is een vak apart. Als je door de microbe gebeten bent, laat die je zelden los.” Als leerkracht van de 2de en 3de graad, geef ik les aan leerlingen van 16 tot 18 jaar (en soms ouder). Ik geef alle wetenschappen aan leerlingen van heel uiteenlopende richtingen. Dat zijn de richtingen Sociale en Technische wetenschappen, Humane wetenschappen, Boekhouden/informatica, Handel en Secretariaat/talen. De tweede graad van het HHH, dat zijn 890 leerlingen en 46 klassen! Eén klas daarvan zie ik bijna elke dag. Het zijn heel open meisjes en jongens, die van 4STW, die dadelijk laten weten of ze je graag hebben als leerkracht, of het vak hen ligt, of ze er die dag zin in hebben, … Ze vragen veel energie van je tijdens het lesgebeuren, je moet er voor uitgeslapen zijn! De vakken chemie, biologie en fysica die telkens 1 uurtje werden gegeven, werden recent voor deze richting tot 1 vak ‘Natuurwetenschappen’ hervormd. Dit vroeg heel wat herschrijfwerk van de bestaande cursussen. De vakken moesten tot één geheel verwerkt worden waarin de leerinhouden zoveel mogelijk vakoverschrijdend belicht worden. Naast het vak Natuurwetenschappen geef ik aan deze leerlingen ook labo en IO. Dit laatste staat voor Integrale Opdracht. Samen met 4 andere leerkrachten krijgen de leerlingen een hele dag een pakket aangeboden waarin de vakken Natuurwetenschappen, Sociale wetenschappen, Expressie en Praktijk koken aan bod komen. Als hulptitularis begeleid ik ook de relatiedag van de klassen 4STW. We gaan samen met de leerlingen een hele dag op verplaatsing om te praten in allerlei werkvormen over zichzelf, anderen, alle soorten relaties, vruchtbaarheidsremmende middelen, SOA’s, … Hierbij is het belangrijk dat iedereen luistert naar elkaar, maar niemand wordt verplicht om iets te zeggen. Zo’n dag kan heel vermoeiend zijn, zowel voor de leerkrachten als voor de leerlingen, maar ik heb er toch ook al deugd aan gehad. Zo krijg je soms een hele andere kijk op een leerling of … De derde graad loopt over van activiteiten. Het lesgeven in de 3de graad is meer gericht op zelfstandig leren, verwerven en verwerken van informatie. Zo geef ik er naast de lessen Natuurwetenschappen ook ‘Wetenschappelijke vorming’. Dit uur wordt besteed aan projecten waarbij de leerlingen lesinhouden verder uitdiepen, presentaties geven, extra proeven doen … Er is soms ook ruimte om mee te doen aan de door Groep-T georganiseerde wedstrijd, waarbij zonne-energie gepromoot werd. Zo bouwden twee leerlingen van mijn klas Humane wetenschappen een kerstman die zijn liedje ten beste gaf d.m.v. de energie opgevangen door een zonnecel. Naast les geven en les volgen is er ook plaats voor het filmforum, een schoolkrantje, de leerlingenraad, de milieuraad, uitstappen, middagactiviteiten, een graadoverschrijdend koor met leerlingen en leerkrachten, … Er is nog zoveel meer … Lesgeven is een vak apart, je moet er in staan om te weten wat het is. Als je door de microbe gebeten bent, laat die je zelden los. Zo ervaar ik het.
Iris Engelborghs, afgestudeerd in 1993 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie Heilig-Hartinstituut Naamsesteenweg 355 3001 Heverlee www.hhh.be
32
Bio-ingenieur op de werkvloer
Medewerker Gebiedsgericht Beleid van een Intercommunale “Ik had nooit gedacht dat een job zo in het verlengde kon liggen van mijn studies. Soms waan ik me tijdens het terreinwerk op een vroegere excursie, maar nu is het ‘voor echt’!” In 2003 studeerde ik af als bio-ingenieur in land- en bosbeheer en ging ik meteen als project- manager aan de slag in een bedrijf dat GIS-software (geografische informatiesystemen) verdeelt en ontwikkelt. Maar na twee jaar lonkte de ‘groene sector’ en werd ik medewerker gebiedsgericht beleid bij IGEMO, een intercommunale die tot doel heeft de duurzame ontwikkeling van de streek rond Mechelen op zowel ecologisch, economisch als sociaal vlak te bevorderen. Ik maak deel uit van het team Milieubeheer en Gebiedsgericht Beleid, een fijn en enthousiast team dat zich onder meer bezighoudt met: de opmaak van beheerplannen voor bossen, bermen en beken; de implementatie van een energiezorgsysteem; de begeleiding bij de opmaak van deelbekken-beheerplannen; advies bij vergunningen; communicatie rond de afkoppeling van hemel- en afvalwater, ... Als medewerker gebiedsgericht beleid ben ik verantwoordelijk voor enkele projecten rond duurzaam waterbeleid. Het werk bestaat voornamelijk uit het opmaken van actie-, herstel- en beheerplannen voor de kleinere waterlopen en de grachten in beheer van de gemeente. Aan het opmaken van deze plannen gaat heel wat terreinwerk vooraf. Voor de waterlopen meten we bijvoorbeeld alle kunstwerken (bruggen, duikers, lozingspunten, ...) op. We meten de dikte van het slib en beschrijven de habitatkwaliteit aan de hand van parameters zoals meandering, beschaduwing of de aanwezigheid van dood hout. In winter en zomer doen we een vegetatieopname in en langs de beken. Al deze gegevens worden verzameld in een databank en geven een goed beeld van elke waterloop. Aan de hand van deze inventaris en opmerkingen vanuit de gemeente maak ik dan een beheerplan op, met eenvoudige en meer ambitieuze maatregelen die moeten leiden tot een betere kwaliteit van de waterlopen. Zo stel ik bijvoorbeeld voor om een duiker te vervangen door een brugje, het maaibeheer van de oever wat aan te passen of met kleine ingrepen de beek opnieuw te laten meanderen. Naast deze waterprojecten schrijf ik als themadeskundige mobiliteit, in samenwerking met de gemeenten, het jaarlijks voortgangsrapport van de gemeentelijke mobiliteitsplannen en ben ik bezig met de opmaak van een bedrijfsvervoerplan voor het personeel van één van onze gemeenten. Dit bedrijfsvervoerplan zal maatregelen bevatten om het personeel aan te zetten tot duurzamere woon-, werk- en dienstverplaatsingen. De ene dag sta ik dus met mijn waadpak in de beek, de andere dag zit ik te schrijven aan mijn bureau of overleg ik met ambtenaren of schepenen. Door de combinatie van veld- en bureauwerk en de afwisseling in thema’s en projecten is deze job bijzonder aangenaam. Ik had ook nooit gedacht dat een job zo in het verlengde kon liggen van mijn studies. Soms waan ik me tijdens het terreinwerk op een vroegere excursie, maar nu is het ‘voor echt’!
Lieve Derveaux, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer
Igemo Schoutetstraat 2 2800 Mechelen www.igemo.be
33
Bio-ingenieur op de werkvloer
Medisch Milieukundige van een Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk “(Risico)communicatie en inlevingsvermogen zijn een belangrijk aspect van de job. Iedere dag is anders en de grote mate van vrijheid in het dagelijkse werk laat toe om flexibel in te spelen op vragen en noden.” Elke dag opnieuw horen we via kranten en media dat de milieuverontreiniging onze gezondheid verder aantast. De ozonproblematiek, de gezondheidseffecten van fijn stof en de studie over longkankers ten gevolge van cadmiumvervuiling in de Kempen en Limburg. Het zijn maar enkele voorbeelden uit het dagdagelijkse nieuws. Het was deze stijgende ongerustheid in de jaren ’90 die ervoor gezorgd heeft, dat na het economische en het ecologische aspect, het gezondheidsaspect van de milieuproblematiek eindelijk meer aandacht kreeg. Het Vlaams medisch milieukundig netwerk werd opgericht in 2003 en bestaat uit 3 “lijnen”. De eerste lijn met 14 medisch milieukundigen (MMK’s) vormt daarbij de draaischijf van het netwerk. Bijna de helft daarvan zijn trouwens bio-ingenieurs. Het steunpunt Milieu&Gezondheid (derde lijn netwerk) is o.a. bezig met een Vlaams onderzoek naar de invloed van het milieu (Biomonitoring) bij pasgeborenen, pubers en ouderen. Na ongeveer 8 jaar in de milieuconsultancy (bodemonderzoek en –sanering) en 2 jaar als coördinator van de milieuopleidingen aan Lucina (opleidingsinstituut K.U.Leuven), was het een uitdaging om dit nieuwe concept en Vlaamse netwerk mee vorm te geven. De kennis en de informatie van het vroegere milieuverleden kreeg door het gezondheidsaspect een heel andere kleur. De medische milieukunde is een relatief jonge discipline binnen de openbare preventieve gezondheidszorg. MMK’s werken rond gezondheidsproblemen ten gevolge van milieuverontreiniging. Dit betekent o.a. het informeren van partnerorganisaties en de bevolking van mogelijke gezondheidsrisico’s van milieuverontreiniging, maar ook over mogelijke preventieve acties. Preventieve maatregelen om de blootstelling aan vervuilende stoffen te vermijden of te beperken, zijn vaak relatief eenvoudig. Het is meestal een kwestie van inzicht te verkrijgen in de manier waarop die blootstelling plaatsvindt. Het is daarbij steeds de bedoeling om een onafhankelijk advies uit te brengen. Om deze onafhankelijkheid te bewaren werden de MMK’s geen ambtenaar, maar werden ze in een aparte vzw gehuisvest: OCL vzw. Deze vzw heeft omtrent de MMK werking een rechtstreekse convenant met het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. In de praktijk wordt er regelmatig samengewerkt met Toezicht Volksgezondheid (vroeger gezondheidsinspectie), die deel uitmaakt van de 2de lijn in het medisch milieukundig netwerk. De ondersteuning en de adviezen die de MMK aan intermediairen en burgers geeft, zijn geheel vrijblijvend. (Risico)communicatie en inlevingsvermogen zijn een belangrijk aspect van de job. Door de lokale werking is een goede netwerking prioritair. Iedere dag is anders en de grote mate van vrijheid in het dagelijkse werk laat toe om flexibel in te spelen op vragen en noden. Daarnaast wordt er ook meer en meer projectmatig gewerkt om zo via uitgewerkte draaiboeken, opleidingen, etc., ondersteuning te bieden aan lokale (preventieve) projecten.
Koen Miseur, afgestudeerd in 1994 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer Major bodem en water OCL vzw Lostraat 10 bus 1 3212 Pellenberg www.mmk.be
34
Bio-ingenieur op de werkvloer
Onderzoeker in het Wetenschappelijk Onderzoek voor de Fruitteelt “De Vlaamse fruitteelt is zonder twijfel één van de speerpunten van de Belgische tuinbouw.” Na een korte stage op de fruitboomkwekerijen R. Nicolai in Alken was ik gedurende een half jaar steenfruitonderzoeker in de Tuinbouwstichting Hageland-Zuiderkempen in Rillaar. Vervolgens werkte ik gedurende drie jaar aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van K.U.Leuven en onderzocht ik de forcerie van asperges buiten het normale oogstseizoen. Sinds 1981 ben ik onderzoeker op het Opzoekingsstation van Gorsem, vandaag een onderdeel van het Proefcentrum voor de fruitteelt (PCF) in St. Truiden, waartoe ook de proeftuinen van Velm en Tongeren behoren. De fruitteelt is een belangrijke economische activiteit binnen de Vlaamse tuinbouwsector en bij het PCF lopen er verschillende IWT-onderzoeksprojecten, gefinancierd door de Vlaamse overheid. Binnen de provincie Limburg is de fruitteelt een kernactiviteit en ook vanuit die hoek wordt het PCF ondersteund. De Vlaamse fruitteelt is zonder twijfel één van de speerpunten van de Belgische tuinbouw. In het verleden lag de nadruk bij appel op kleurmutanten van Jonagold met een verbeterde rode vruchtschil. Vandaag worden vanuit een Belgisch kruisingsprogramma twee nieuwe appelrassen gelanceerd, namelijk een nieuwe groene appel, ‘Greenstar’, en een nieuwe rode, ‘Kanzi’. Bij de peren is de Conference uitgegroeid tot één van de belangrijkste troeven van de Belgische fruitteelt. Binnen het PCF heb ik de leiding over de afdeling teeltonderzoek. Er worden proeven uitgevoerd rond vruchtzetting en vruchtdunning bij appel en peer, rond het gebruik van groeiregulatoren en rond de voeding van de fruitbomen. In feite kan mijn job het best omschreven worden als die van de huisarts van de fruitbomen. Op mijn bureautafel komt een grote variatie van fruitteeltproblemen terecht: vorstproblemen op de bloemen en/of de bomen, fruittelen onder sterk variabele klimaatsomstandigheden bij ons of onder tropische klimaatsomstandigheden met onvoldoende winterrust, verschillende onderstam-/tussenstamcombinaties in verband met groeibeheersing, meerjarige snoeiredeneringen in verschillende plantsystemen gekoppeld aan het opbrengstniveau en aan de regelmaat van opbrengst, bacteriële infecties zoals bacterievuur bij appel en peer, … Er is een goede wisselwerking tussen het PCF en de Vlaamse overheid (IWT-projecten). Maar er wordt ook samengewerkt met de fytofarmaceutische industrie in de zoektocht naar milieuvriendelijke producten voor de fruitteelt. Er worden biologische dossiers aangemaakt die gebruikt worden bij de erkenning van nieuwe moleculen voor de Belgische fruitteelt. Er wordt in dit verband samengewerkt met een twintigtal industriële partners uit de hele wereld. Een uitgebreide talenkennis bij deze internationale contacten is hierbij een groot voordeel. Binnen de International Society for Horticultural Science (ISHS) ben ik actief geweest als voorzitter van de ‘International Working Group on Fire Blight’ en als voorzitter van de ‘International Pear Working Group’. Beide functies hebben me de mogelijkheid gegeven om de eigen onderzoeksresultaten te positioneren in een bredere internationale context. Netwerking is hierbij zeer belangrijk.
Tom Deckers, afgestudeerd in 1976 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
Proefcentrum voor de fruitteelt De Brede Akker 13, 3800 Sint-Truiden www.pcfruit.be
35
Bio-ingenieur op de werkvloer
Ontwikkelingshulp in de Filippijnen “Tijdens het maken van mijn masterproef maakte ik kennis met het wetenschappelijk onderzoek rond bananen en zo ook met ontwikkelingssamenwerking.” Tijdens het maken van mijn masterproef maakte ik kennis met het wetenschappelijk onderzoek rond bananen en zo ook met ontwikkelingssamenwerking. Dankzij die ervaring ben ik dan ook professioneel in die sector beland; eerst in Noord-Vietnam en sinds 2002 in de Filippijnen. Ik maak deel uit van een project dat een duurzaam productiesysteem voor bananen uitbouwt, waarbij we ons baseren op het gebruik van milieuvriendelijke teeltmethoden en ziekteresistente variëteiten. Dit project is het resultaat van een samenwerking tussen VVOB (Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelinssamenwerking en Technische Bijstand) en INIBAP (International Network for the Improvement of Banana and Plantain). VVOB is een vzw met als kerntaak technische bijstand verlenen in projecten en programma's die in Afrika, Azië en Latijns-Amerika in medebeheer uitgevoerd worden met fondsen van de federale en Vlaamse overheid. De missie van INIBAP is de levenssituatie van kleinschalige bananenboeren te verbeteren. In de Filippijnen werk ik in het regionale kantoor van INIBAP voor Azië en de Pacific. Ik ben onder meer medeverantwoordelijk voor de opvolging van het ‘International Musa Testing Program’, een programma waarin verbeterde bananenvariëteiten worden uitgetest in het veld en dit op verschillende locaties in de regio. Veelbelovende nieuwe variëteiten worden verdeeld onder de boeren en we verzamelen gegevens over hoe de variëteiten aanvaard worden door de boeren en de consumenten. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de ontwikkeling van geïntegreerde bestrijdingsmethoden voor de duurzame en milieuvriendelijke productie van bananen. Ik ontwikkel lesmateriaal en leer wetenschappers en kleine boeren uit de regio deze technologieën aan. Naast het puur wetenschappelijk werk maken het schrijven van projectvoorstellen, het opstellen van werkplannen, het opvolgen en evalueren van het verloop van een project en het rapporteren deel uit van mijn dagelijkse activiteiten. Het organiseren van meetings, workshops en cursussen, alsook het begeleiden van jonge wetenschappers, vormen eveneens een onderdeel van mijn opdracht. Tijdens de voorbije jaren ben ik ondergedompeld in de lokale cultuur en samenleving van Vietnam en de Filippijnen en heb ik leren samenwerken met de lokale bevolking, en dit onder de plaatselijke omstandigheden. In functie van mijn opdracht reis ik geregeld naar andere landen in de regio. Netwerken vormt de basis van de activiteiten van INIBAP en samen met mijn vier Filippijnse collega’s onderhouden we regelmatige contacten met wetenschappers in alle delen van de wereld.
Inge Van den Bergh, afgestudeerd in 1997 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
Inibap en VVOB http://bananas.bioversityinternational.org www.vvob.be 36
Bio-ingenieur op de werkvloer
Operationeel Directeur van een Groep Plantagebedrijven “Ik spendeer de helft van mijn tijd op het hoofdbureau in Brussel en de andere helft op de dochterondernemingen in Afrika.” Siat is een Belgisch bedrijf met dochterondernemingen in Afrika, namelijk in Ghana, Nigeria en Gabon. Dit zijn plantagebedrijven voor de productie van palmolie en rubber. In totaal gaat het om een beteelde oppervlakte van 50 000 ha. Siat tracht zoveel mogelijk toegevoegde waarde te creëren door verticale integratie. Zo produceert zij specialiteitsoliën en –vetten en margarine voor de voedingsindustrie. In Gabon heeft Siat een rundveeranch van om en bij de 100 000 ha met productiepotentieel voor 20 000 runderen. De Siatgroep geeft werk aan grosso modo 10 000 mensen. Als Group Director of Operations spendeer ik de helft van mijn tijd op het hoofdbureau in Brussel en de andere helft op de dochterondernemingen in Afrika. Onder mijn verantwoordelijkheden vallen: 1. Hoofd van het bureau in Brussel Het bureau in Brussel heeft twee belangrijke departementen, namelijk een financieel-administratief en een logistiek departement (aankoop van goederen voor de dochterondernemingen in Afrika). Ik onderhoud tevens de relaties met bankiers en vertegenwoordig het bedrijf op officiële gelegenheden. 2. Het personeelsbeleid van de expats/consultants van de groep Dit gaat van rekrutering en aanwerving tot het beheer van de contracten en verzekeringsdossiers alsook tot het implementeren (en vastleggen) van regels i.v.m. bijvoorbeeld reizen en onkosten. Ik ben ook verantwoordelijk voor het financiële beheer van de rekeningen courant van de expats/consultants. Ik regel tevens de interventies van externe experts op onze dochterondernemingen in Afrika en onderhoud de contacten met hun instellingen (bijvoorbeeld CIRAD uit Montpellier). 3. Publicaties van de Siat-Groep Huismagazines, websites, huisstijlen, logo’s, advertenties, productetiketten, en dergelijke. 4. Zakenplannen Ik werk mee aan het opstellen van de zakenplannen op lange termijn voor de dochter-ondernemingen en voor de geconsolideerde Siatgroep. 5. Grote beleidslijnen van de groep Ik ben verantwoordelijk voor het harmoniseren van de grote beleidslijnen van de bedrijven van de groep.
Helena Vandebeeck, afgestudeerd in 1999 Master of Tropical Natural Resources Management Major Resource Economics and Policy Siat NV Schilderachtige dreef 81 1180 Brussel www.siat.be
37
Bio-ingenieur op de werkvloer
Planning Manager Klinische Bevoorrading in de Farmaceutische Sector “Wat mij in deze snel veranderde complexe omgeving vooral van pas komt uit de opleiding tot bio-ingenieur, is naast de wetenschappelijke achtergrond ook de manier van redeneren en het leren aanpakken van bepaalde zaken. Ook de multiculturele sfeer van de opleiding is een troef in deze zeer internationale omgeving. En, last but not least, tijdens de studies bioingenieur zijn er talrijke mogelijkheden om sociale en managementervaringen op te doen.” Janssen Pharmaceutica, gevestigd in België, werd in 1953 opgericht door een jonge dokter, Dr. Paul Janssen. Anders dan bij de meeste farmaceutische bedrijven werd dit bedrijf niet opgericht als een filiaal van een chemische fabriek, maar enkel met de bedoeling om farmacologisch onderzoek te verrichten en door de voortdurende ontwikkeling van betere geneesmiddelen de levenskwaliteit te verbeteren. In 1961 sloot Janssen Pharmaceutica zich aan bij de Johnson & Johnson-groep van bedrijven. Met meer dan 80 geneesmiddelen op zijn naam is Janssen één van de meest vernieuwende farmaceutische bedrijven ter wereld en haar producten hebben belangrijke toepassingen gevonden in de humane geneeskunde. Alleen al in België heeft het bedrijf meer dan 4 000 medewerkers. Ik werk in de afdeling klinische bevoorrading, een globale service-organisatie van Johnson & Johnson waar de testmedicatie voor het klinisch onderzoek verpakt en verdeeld wordt. Als Planning Manager Klinische Bevoorrading ben ik verantwoordelijk voor de capaciteitsplanning van drie sites in België, Zwitserland en de VS in samenwerking met de detailplanners van deze sites. Ook bepaal ik of we bepaalde producties buiten onze drie eigen sites alloceren en volg ik deze op in samenwerking met een team van twee Belgen en twee Amerikanen. Daarnaast volg ik de ‘on time delivery’ op en ga ik de accuraatheid van onze planning na. Naast dit operationele werk ben ik ook betrokken bij een aantal projecten. Wat mij in deze snel veranderde complexe omgeving vooral van pas komt uit de opleiding tot bio-ingenieur, is naast de wetenschappelijke achtergrond ook de manier van redeneren en het leren aanpakken van bepaalde zaken. Ook de multiculturele sfeer van de opleiding is een troef in deze zeer internationale omgeving. En, last but not least, tijdens de studies bio-ingenieur zijn er talrijke mogelijkheden om sociale en managementervaringen op te doen.
Thomas De Vis , afgestudeerd in 1999 Master in de milieutechnologie en de milieuwetenschappen
Janssen Pharmaceutica Turnhoutseweg 30, 2340 Beerse www.janssenpharmaceutica.be
38
Bio-ingenieur op de werkvloer
Planning/Management in een Cateringbedrijf “Ik ben aanspreekpunt voor de technische problemen op de werkvloer. Ook de opvolging van de hygiëne- en milieuwetgeving en de implementatie ervan op de werkvloer is mijn verantwoordelijkheid.” Ik sta in voor planning en management bij het cateringbedrijf Carpe Diem. Wij organiseren feesten en evenementen van allerlei aard en staan garant voor gastronomie op niveau bij bedrijfsfeesten, seminaries, evenementen, recepties en particuliere feesten. Zo verzorgde Carpe Diem ondermeer de recepties op het Filmfestival van Vlaanderen te Gent, het Circuit van Zolder, Paleis Schone Kunsten Brussel, … Ook zijn wij actief in de businessseats van RSC Anderlecht en zijn we regelmatig terug te vinden in de Brabanthallen, de Faculty Club te Leuven, Concert Noble in Brussel, Wijnkasteel Genoelselderen, ... Wat startte als een kleinschalig familiebedrijf bij de oprichting in 1980, is geleidelijk uitgegroeid tot een bedrijf met 35 vaste medewerkers, met opdrachten in binnen- en buitenland. In 2002 werd een volledig nieuw bedrijfsgebouw in gebruik genomen dat beschikt over een moderne, professioneel uitgeruste keuken die voldoet aan de strenge HACCP-normen. Tevens zijn er 2 feestzalen voorzien voor familiale feesten en zakendiners. Het bedrijf kan opgesplitst worden in twee entiteiten, de productie enerzijds en de logistiek anderzijds. Een deel van de werkactiviteit speelt zich af op de bedrijfslocatie zelf maar gezien het feit dat de meeste feesten elders doorgaan, dient er ook gewerkt te worden op vele externe locaties. Er wordt dan een ploeg van koks en kelners uitgestuurd om het feest ter plekke te voltooien. Mijn verantwoordelijkheid bestaat erin de organisatie en de planning van cateringevenementen op punt te stellen, zowel wat betreft de logistiek (transport, materiaalvoorziening, treffen van de nodige infrastructurele voorziening) als het nodige personeel (doorgeven van informatie, inplannen van eigen personeel en uitzendkrachten). Hiervoor ontwerp ik wekelijks een planning, maar die is zelden definitief en dient dagelijks bijgestuurd te worden in overleg met de zaakvoerder en het hoofd van de productie. Daarnaast bestaat mijn takenpakket uit o.m. het onderhouden van contacten met klanten, het behandelen van personeelsproblemen, het maken en opvolgen van offertes. Tevens ben ik aanspreekpunt voor de technische problemen op de werkvloer. Ook de opvolging van de hygiëne- en milieuwetgeving en de implementatie ervan op de werkvloer is mijn verantwoordelijkheid. Tenslotte beheer ik de cash flow en beleg ik regelmatig evaluatievergaderingen met de boekhouder.
Jan Wirix, afgestudeerd in 1994 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer Major bodem en water Carpe Diem NV Rietmusweg 87 3700 Tongeren www.carpediemnv.be
39
Bio-ingenieur op de werkvloer
Plant Manager in een Visbedrijf “Mijn job bestaat erin om op een kostenbewuste manier een maximale efficiëntie en een maximaal rendement te realiseren binnen processing teneinde het financiële resultaat veilig te stellen.” Na een aantal productiefuncties binnen de voedingsindustrie (zoals Ter Beke, Crops) ben ik in 1997 gestart bij het toenmalige Pieters Visbedrijf, nu Marine Harvest Pieters, gevestigd op het industrieterrein Blauwe Toren in Brugge. Het visbedrijf is gespecialiseerd in de secundaire (verdere) verwerking van vis en visproducten met hoge toegevoegde waarde en gebruiksgemak voor de Belgische markt maar ook voor buitenlandse foodservice en retailmarkten. Ik begon in 1997 als productieverantwoordelijke voor de afdeling ‘verse-visproductie’. Na deze ervaring werd ik productieverantwoordelijke voor de volledige productie, dus zowel vers, diepvries, gerookt, MAP (modified atmosphere packaging) en coated. Eind 2003 kreeg ik de opdracht om de algemene leiding van het bedrijf in Brugge voor mijn rekening te nemen voor wat betreft aankoop, financiën, productie, kwaliteit, IT, techniek, logistiek en personeelsbeleid. In mijn functie word ik bijgestaan door een team van managers die wekelijks samenkomen om de operationele zaken in het bedrijf te bediscussiëren en beslissingen te nemen. Dit team vormt samen met de productieleiding, mijn rechtstreekse reports. Aangezien Marine Harvest Pieters de nummer één in België is op gebied van visverwerking en innovatie, ben ik tevens ook voorzitter van de Groepering van de Belgische visnijverheid, een overkoepelend overlegorgaan bestaande uit verschillende visverwerkende firma’s. Marine Harvest Pieters maakt deel uit van Marine Harvest, een beursgenoteerd Noors bedrijf, gespecialiseerd in de kweek, de productie en de verkoop van voornamelijk zalm. Zalm maakt in de Belgische afdeling een belangrijk deel uit van onze producten, naast witvis en platvis. Mijn job bestaat erin om op een kostenbewuste manier een maximale efficiëntie en een maximaal rendement te realiseren binnen processing teneinde het financiële resultaat veilig te stellen. Naast het sturen van het productieproces, bepaal ik, samen met het managementteam, strategische doelstellingen inzake kwaliteitsnormen en investeringen. Naast de eindverantwoordelijkheid inzake personeelsbeleid, zetel ik in de Ondernemingsraad en het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk en vervul ik ook een PR-functie, zowel binnen als buiten de firma.
Guy Vandenbroucke, afgestudeerd in 1991 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
Marine Harvest VAP Kolvestraat 4 8000 Brugge www.marineharvest.com
40
Bio-ingenieur op de werkvloer
Plant Support/Project Engineer in de Chemie “Alle takken van de wetenschap komen erin aan bod, van electriciteit tot informatica, van mechanische bouwkunde tot pure minerale scheikunde. Het is tevens daarom dat een bio-ingenieur hier zeker op zijn plaats is.” Ik werk bij Tessenderlo Chemie als Plant Support/Project Engineer voor de afdeling Fosfaten. Hier maken we uit zoutzuur en ruw fosfaaterts calciumfosfaatpoeder en –korrel, wat als additief wordt gebruikt in veevoeder gaande van likblokken voor koeien over meel voor legkippen tot hondenbrokken voor je trouwe viervoeter. Ik ben verantwoordelijk voor het technologische aspect van de productie-installatie. Mijn taak bestaat er in continu op zoek te gaan naar procesverbeteringen, enerzijds door alle procesparameters zo op elkaar af te stemmen dat het rendement verhoogt, anderzijds door echte installatiewijzigingen te ontwikkelen en deze via projecten te implementeren (bv. automatiseringen, ...). Zo ben ik geregeld bezig met het opzetten en uitvoeren van industriële testen om zo het proces beter te doorgronden. De bekomen informatie steken we in verschillende procesmodellen die ons toelaten ofwel de productie op te drijven of de installaties veiliger, milieuvriendelijker en/of kostengunstiger te laten draaien. Het is een erg uitdagende en drijvende job omdat je dagelijks erg constructief bezig bent en je achteraf ook kan genieten van je realisaties. Dagelijks stellen er zich nieuwe problemen waar je je in kan vastbijten. Bovendien is het erg afwisselend en zeer multidisciplinair. Alle takken van de wetenschap komen erin aan bod, van elektriciteit tot informatica, van mechanische bouwkunde tot pure minerale scheikunde. Het is tevens daarom dat een bio-ingenieur hier zeker op zijn plaats is. Daarnaast ondersteun ik onze productiechef bij het dagdagelijks beheer van het bedrijf en spring bij indien er acute problemen optreden in de productie-installatie, die onmiddellijke aandacht vergen om snel verder te kunnen produceren. Als kaderlid van de onderneming draag je uiteraard ook heel wat verantwoordelijkheid en help je mee het dagelijks beleid uitstippelen.
Bart Verjans, afgestudeerd in 1999 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: katalytische technologie Tessenderlo Chemie Afdeling Fosfaten Bergstraat 32 3945 Ham www.tessenderlochemie.com
41
Bio-ingenieur op de werkvloer
Policy Officer Europese Commissie Directoraat-Generaal Milieu “Het boeiende aan de job is de multiculturele werkomgeving met veel contacten met mensen in binnen- en buitenland met totaal verschillende achtergronden, zowel op cultureel als professioneel vlak.” De Europese Commissie is één van de Europese instellingen die deelneemt aan het besluitvormingsproces in de Europese Unie. De Commissie is zowat de motor van de EU-wetgeving. Zij stelt de wetgeving voor waarover het Parlement en de Raad een besluit nemen. Daarnaast behartigt ze het algemene belang van de Unie en ziet ze toe op een correcte implementatie van de Europese regelgeving in alle lidstaten. De Commissie is ook verantwoordelijk voor de uitvoering van het gemeenschappelijke beleid (zoals het gemeenschappelijke landbouwbeleid); ze verdeelt de begrotingsmiddelen en beheert de programma's van de Unie. De Commissie is – in tegenstelling tot het beeld dat bij velen bestaat – een relatief kleine administratie waar ongeveer evenveel mensen werken als bij de Vlaamse overheid. Het gamma van activiteiten daarentegen is zeer uitgebreid en strekt zich uit over alle lidstaten, waardoor je nagenoeg van bij het begin van je loopbaan taken krijgt die gekenmerkt worden door een hoge graad van verantwoordelijkheid, welke functie je ook uitoefent. Zelf werk ik als policy officer binnen het Directoraat-Generaal Milieu, meer bepaald op de nitraatrichtlijn. Deze richtlijn heeft als doel het beschermen van grond- en oppervlaktewater tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. Mijn voornaamste taak is het toezien op een correcte implementatie van deze richtlijn in de lidstaten. Dit betekent concreet evalueren of de lidstaten op een correcte wijze kwetsbare gebieden voor nitraatvervuiling hebben afgebakend en evalueren of de actieprogramma’s om nitraatvervuiling in grond- en oppervlaktewater te voorkomen of terug te dringen in overeenstemming zijn met de nitraatrichtlijn (voor Vlaanderen is dit het welbekende mestactieplan MAP). Indien een lidstaat in belangrijke mate de nitraatrichtlijn niet correct heeft geïmplementeerd, leiden we in nauwe samenwerking met juristen en advocaten van de Commissie een ingebrekestellingsprocedure in, wat uiteindelijk kan leiden tot een rechtszaak bij het Europese Hof van Justitie. Daarnaast ben ik nauw betrokken bij het algemene waterbeleid van de Unie, de uitwerking van een bodemstrategie en het gemeenschappelijke landbouwbeleid voor wat betreft de implementatie van agromilieumaatregelen. Een belangrijk deel van mijn tijd besteed ik aan het technisch evalueren van documenten, intern/extern overleg en het voeren van onderhandelingen met de verschillende lidstaten. Daarnaast zijn er ook de contacten met de andere Europese instellingen, het formuleren van antwoorden op parlementaire vragen en het verlenen van technische ondersteuning in dossiers voor de Europese Commissaris verantwoordelijk voor het milieubeleid. De job brengt ook met zich mee dat ik regelmatig moet reizen om projecten en regio’s te bezoeken, deel te nemen aan studiedagen en contacten te onderhouden met de verschillende lidstaten. Het boeiende aan de job is de multiculturele werkomgeving met veel contacten met mensen in binnen- en buitenland met totaal verschillende achtergronden, zowel op cultureel als professioneel vlak. Daarnaast is er ook de interessante jobinhoud, die zich situeert op het raakvlak milieu-landbouw, waar we proberen om een gezond leefmilieu te verzoenen met een leefbare landbouw en dit in Europese context.
Jeroen Casaer, afgestudeerd in 1996 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land-en bosbeheer Major bodem en water
Europese Commissie Directoraat-Generaal Milieu Office: BU – 9 01/11 1049 Brussel www.europa.eu.int/comm/environment/index_nl.htm
42
Bio-ingenieur op de werkvloer
Process Improvement Officer bij een Bank “We komen met heel veel verschillende mensen in contact.” Als Process Improvement Officer werk ik in een heel dynamische en internationale projectomgeving binnen Fortis. Het uitgangspunt van onze werkwijze is de Lean filosofie, zoals deze door Toyota ontwikkeld werd. We worden dagelijks uitgedaagd om deze filosofie en methodologie te vertalen van een productieomgeving, waarbinnen ze ontstaan is, naar een service-omgeving, waar Fortis zich situeert. Wij faciliteren de analyse en de optimalisatie van de processen binnen Fortis. ‘Processen’ slaat hierbij niet op de IT-systemen, maar wat de medewerkers juist doen wanneer zij reageren op de vraag van een klant. Welke taken moeten uitgevoerd worden, hoe moeten ze uitgevoerd worden en waarom? En hoe kunnen we alles organiseren opdat het werk zo ‘vloeiend’ mogelijk gebeurd? Dat zijn de vragen die centraal staan binnen de projecten. Er lopen projecten in verschillende departementen binnen Fortis, zowel in commerciële diensten als in supportdiensten. Dat geeft ons, als medewerkers van Process Improvement, het grote voordeel dat we verschillende departementen van de organisatie leren kennen. We komen met heel veel verschillende mensen in contact en leren daarenboven hoe de organisatie juist werkt. En daarbuiten werken we ook nog af en toe samen met externe consultants die het werk met hun jarenlange ervaring een extra dimensie kunnen geven. Binnen een project werken er verschillende officers samen onder leiding van een Process Improvement Manager. Na 1,5 jaar ervaring in de banksector als management trainee, ben ik dus als officer begonnen. De echte onderhandelingen met het departement dat beroep doet op Process Improvement gaan dus aan mij voorbij. Ik ben verantwoordelijk voor de voorbereiding van de verschillende workshops om de methodologie uit te leggen aan de medewerkers, voor de uitwerking van de communicatie en voor alle praktische zaken tijdens het project. Voor de rest is mijn taak vooral om zelf veel bij te leren, aangezien ik nog maar net begonnen ben in het departement. Dus alles is ook voor mij vrij nieuw. Tijdens het project ben ik een aanspreekpunt voor de medewerkers. En binnen enkele maanden, met wat extra ervaring, hoop ik ook zelf bepaalde delen van de projecten te kunnen faciliteren.
Els De Schepper, afgestudeerd in 2005 Master of Tropical Natural Resources Management Major Resources Economics and Policy Fortis Warandeberg 3 1000 Brussel www.fortis.be
43
Bio-ingenieur op de werkvloer
Productiecoördinator Grondstoffen van een Toeleveringsbedrijf van Antimalariageneesmiddelen “Na 10 jaar in de ontwikkelingssamenwerking in Tanzania en vervolgens 4 jaar als landgoedbeheerder op een grote koffieboerderij in Arusha (Tanzania), was het tijd voor een nieuwe uitdaging.” Advanced Bio-Extracts Limited met zijn dochterondernemingen East African Botanicals (Kenia en Oeganda) en African Artemisia (Tanzania) produceert artemisinine en derivaten uit de plant Artemisia annua. Deze worden gebruikt voor de aanmaak van Artemisinin-based Combination Therapies (ACT), antimalariageneesmiddelen, zoals Coartem van Novartis. De oprichters van het bedrijf experimenteerden reeds 10 jaar met het cultiveren en extraheren. Toenemende resistentie tegen de klassieke antimalariamiddelen noodde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ertoe, ACT-drugs als eerstelijnsbehandeling tegen malaria te verklaren. Dat deed de vraag naar artemisinine enorm toenemen en bracht het bedrijf in een stroomversnelling. Uit historisch landbouwkundig oogpunt gezien, is dit een opwindende periode. Waar Artemisia annua voorheen in het wild geoogst werd in China en Vietnam, wordt het nu dus ‘gedomesticeerd’, en dit niet alleen in Afrika. Heel wat onderzoek moet nog gebeuren of is aan de gang. Zo is men op zoek naar betere variëteiten, optimalisatie van de teelt, oogst- en verwerkingstechnieken. Met een productie-eenheid in Oeganda en één in Kenia is de toelevering van de ruwe grondstof (gedroogde artemisia-bladeren) vanuit Oeganda en NW Tanzania één van mijn taken. Na 10 jaar in de ontwikkelingssamenwerking in Tanzania en vervolgens 4 jaar als Estate Manager op een grote koffieboerderij in Arusha (Tanzania), was het tijd voor een nieuwe uitdaging. Mijn taak is het coördineren en assisteren van de grote boeren in de productie van artemisia, het beschikbaar maken en doen toepassen van de nieuwste ontwikkelingen in het landbouwonderzoek en het organiseren van de logistiek en kwaliteitscontrole voor de oogst en het vervoer naar de verwerkingseenheid.
Harald Peeters, afgestudeerd in 1988 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer
Advanced Bio-Extracts/East African Botanicals Uganda Ltd P.O. Box 90 Arusha, Tanzania www.abextracts.com 44
Bio-ingenieur op de werkvloer
Productie-Ingenieur in de Chemie “Dat heel je studietraject nog niet vanaf het begin vastligt maar je door de jaren heen je weg kan vinden in het ruime aanbod, vond ik bovendien een belangrijke troef.” Van kindsbeen af was ik al geïntrigeerd door alles wat zich afspeelde in mijn directe omgeving en de natuur in zijn algemene vorm. Op de schoolbanken werden al die onverklaarbare zaken stap voor stap een beetje duidelijker en logischer, andere dan toch weer niet. De interesse die me in taal ontbrak, werd ruimschoots gecompenseerd door de wetenschappelijke vakken. Bio-ingenieur was dan ook een evidente studiekeuze voor mij. Dat heel je studietraject nog niet vanaf het begin vastligt maar je door de jaren heen je weg kan vinden in het ruime aanbod, vond ik bovendien een belangrijke troef. Mijn keuze voor scheikunde, meer bepaald katalytische technologie, lag in de lijn van mijn interesses en de affiniteit met reacties en hoe deze kunnen gestuurd worden. Als minor koos ik voor economie, dit kon later altijd nog van pas komen in het bedrijfsleven. Bij de start van mijn loopbaan had ik voor mezelf al uitgemaakt in een productieomgeving in de chemische sector te willen starten, en zo ben ik terechtgekomen bij de Tessenderlo Group als productie-ingenieur. De activiteiten van de internationale chemiegroep Tessenderlo Chemie zijn onderverdeeld in drie hoofdtakken, nl. Chemie, Specialties en Kunststofverwerking. PB Gelatins valt onder de divisie Specialties en heeft vestigingen in Vilvoorde, Treforest (UK), Nienburg (Duitsland), Santa Fé (Argentinië) en Davenport (USA). Samen zijn deze goed voor 37 000 ton gelatine op jaarbasis (3e grootste wereldwijd). Tessenderlo Group biedt met zijn diverse activiteiten in 21 verschillende landen heel wat carrièremogelijkheden. Gelatine is een proteïne en wordt vervaardigd uit collageenrijke grondstoffen, namelijk beenderen en huiden van varkens en runderen. Gelatine bevat 18 aminozuren waarvan 9 van de 10 essentiële die niet door ons lichaam aangemaakt worden. Het kent heel wat toepassingen in de voeding (bereidingen, chocomousse, snoep, energiebars, …), farmacie (capsules, plasma expander, …) en de foto-industrie (filmrolletjes, fotopapier, …). Mijn taak bestaat uit het opvolgen van de productielijn en het bijsturen waar nodig. Daarnaast plan ik het preventieve en curatieve onderhoudswerk van onze afdeling en sta ik in voor het implementeren van veiligheidsaspecten, wetgeving en kwaliteit op de werkvloer door middel van specifieke opleidingen. We streven naar het optimaliseren van de productie zijnde effectiviteit, gebruiksvriendelijkheid, veiligheid, … Dit in de vorm van verschillende projecten, maar nu vooral naar energie-efficiëntie. Met de Kyotonormen en de hoge brandstofprijzen in het achterhoofd wordt het altijd maar belangrijker energie te besparen waar mogelijk. Mijn job is zeker niet louter passief, regelmatig moet ik zelf eens de handen uit de mouwen steken. Ook het sociale aspect, het in team naar oplossingen zoeken, komt ruimschoots aan bod in deze functie.
Carl-Philippe Delbeke, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: katalytische technologie Tessenderlo Chemie PB Gelatins M. Duchéstraat 260 1800 Vilvoorde www.tessenderlo.com
45
Bio-ingenieur op de werkvloer
Productmanager/Wetenschappelijk Medewerker van een Bodemkundige Dienst “Als productmanager ben ik verantwoordelijk voor de promotie van de activiteiten van de groep, prospectie in binnen- en buitenland, verwerving van onderzoeks- en studieopdrachten en kwaliteitsopvolging van de eindproducten.” De Bodemkundige Dienst van België is één van de oudste spin-off bedrijven van de K.U.Leuven en is gevestigd te Heverlee. De Dienst werd in 1946 opgericht met de steun van de overheid en kreeg als opdracht een bemestingsadviessysteem uit te werken voor de Belgische land- en tuinbouwers, gebaseerd op bodemontleding in combinatie met proefveldwerking. Sinds het begin van de jaren tachtig kenden de activiteiten een sterke uitbreiding en werd bovendien een diversificatie opgestart richting milieu. Inmiddels is de Bodemkundige Dienst uitgegroeid tot een zelfstandig en zelfbedruipend diensten- en onderzoeksinstituut met meer dan 100 permanente medewerkers. Het bedrijf beschikt over een sterk uitgebouwd laboratorium voor de ontleding van grond, water, ruwvoeders, plantmateriaal en afvalstoffen en heeft activiteiten in Vlaanderen, Wallonië, het Brussels gewest en Frankrijk. Binnen de Bodemkundige Dienst verzorgt de afdeling ‘Onderzoek en Studies’ de uitvoering van diverse onderzoeks- en studieopdrachten met betrekking tot landbouw en milieu voor bedrijven, de overheid en internationale instellingen. Daarnaast staat de afdeling in voor de ontwikkeling van nieuwe producten (zoals nieuwe adviessystemen) en voor de permanente evaluatie en bijsturing van bestaande diensten. Binnen deze groep, die een vijftiental medewerkers telt en vanuit het bijkantoor in Tienen opereert, ben ik als productmanager verantwoordelijk voor de promotie van de activiteiten van de groep, prospectie in binnen- en buitenland, verwerving van onderzoeks- en studieopdrachten (hoofdzakelijk uitschrijven van projecten) en kwaliteitsopvolging van de eindproducten. Daarnaast sta ik samen met mijn collega’s productverantwoordelijken van de andere afdelingen in voor de uitwerking en implementatie van de algemene commerciële strategie. Als wetenschappelijk medewerker lever ik bijdragen aan de uitwerking van opdrachten in die deeldomeinen waar ik in de afgelopen dertig jaar binnenlandse en buitenlandse ervaring heb kunnen opbouwen (14 jaar in Centraal en Oost-Afrika), met name bodemkunde, bodemvruchtbaarheid, bodemwaterhuishouding en algemene relaties tussen landbouw en milieu, of ik treed op als coördinator van dergelijke projecten. Deze laatste nemen diverse vormen aan: milieueffectrapportering, beleidsondersteunend onderzoek voor de federale, Vlaamse en lokale overheden en voor internationale instellingen zoals de EU, veldonderzoek, deskstudies, staalname- en meetcampagnes en internationale samenwerking, hoofdzakelijk in Oost-Europa. Een welkome afwisseling zijn de kleinere opdrachten zoals drainage-onderzoeken, punctuele adviesverlening of expertisen al dan niet in het kader van gerechtelijk onderzoek.
Erik Bomans, afgestudeerd in 1976 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landen bosbeheer Major bodem en water Bodemkundige Dienst van België W. De Croylaan 48 3001 Heverlee www.bdb.be
46
Bio-ingenieur op de werkvloer
Productspecialist HPLC van een Firma Gespecialiseerd in Analytische Labo-Apparatuur “Het is niet altijd even gemakkelijk in de commerciële wereld en klanten kunnen soms veeleisend zijn, maar door mijn opleiding als bio-ingenieur kan ik mijn mannetje wel staan.” Shimadzu is een Japans bedrijf dat opgericht werd in 1875. Van in het begin specialiseert Shimadzu zich in het produceren en verkopen van hoogtechnologisch materiaal. Zo maakt Shimadzu o.a. toestellen voor medische beeldvorming (X-ray systemen, CT scans, …), vliegtuigonderdelen, LCD-schermen, biotechapparatuur (o.a. MALDITOF), analytische apparatuur, … Het voorlopige hoogtepunt van de firma was het winnen van de Nobelprijs Scheikunde in 2002 door Koichi Tanaka, één van de grote Shimadzu R&D-medewerkers. Shimadzu Benelux focust zich enkel op de analytische labo-apparatuur. Wij vertegenwoordigen technieken als GC, GC-MS, FTIR, AAS, UV-VIS, TOC, en HPLC. HPLC ofwel hogedrukvloeistofchromatografie is een scheidingstechniek voor het scheiden van mengsels, opgelost in een vloeistof. Toepassingen hiervan zijn bvb. het scheiden van pesticiden, het bepalen van de concentratie aan actieve bestanddelen in medicijnen, chemische afvalstoffen opsporen in drinkwater, ... HPLC wordt gebruikt voor onderzoeksdoeleinden aan universiteiten of in andere laboratoria. Zo doet men onderzoek naar nieuwe medicijnen, nieuwe peptiden of nieuwe chemische processen. Daarnaast wordt deze techniek ook gebruikt voor kwaliteitscontrole. De grootste gebruikers van deze techniek zijn de farmaceutische labo’s, de voedingsindustrie en de chemische nijverheid. Bijna onmiddellijk nadat ik afgestudeerd was, ben ik begonnen bij Shimadzu. Mijn job als productspecialist HPLC kan je beter plaatsen onder de algemene noemer: commercieeltechnisch. Mijn eerste taak bestaat uit de verkoop van HPLC-toestellen. Dit wil zeggen dat ik dagelijks klanten bezoek in heel België en Luxemburg die in hun labo deze techniek gebruiken of willen gaan gebruiken. Het is niet alleen maar zuivere verkoop maar ook probleemoplossend denken samen met de klant. Vaak wil de klant een kant-en-klare oplossing en niet enkel het toestel. Daarbij komt ook nog het opvolgen en eventueel het begeleiden of trainen van klanten. Ik kom in contact met zeer uiteenlopende industrieën en mensen. Dit maakt de job boeiend en afwisselend. Het is niet altijd even gemakkelijk in de commerciële wereld en klanten kunnen soms veeleisend zijn, maar door mijn opleiding als bio-ingenieur kan ik mijn mannetje wel staan.
Tom Vanderstukken, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
Shimadzu Benelux Jan Welterslaan 13, 2300 Deurne www.shimadzu.be
47
Bio-ingenieur op de werkvloer
Programmacoördinator in het Domein van de Milieuwetenschappen van een Europees Onderzoeksprogramma “Een boeiende job in een internationale werkomgeving gericht op Europa!” Na mijn studies voor bio-ingenieur en een navorsingsverblijf aan de Italiaanse Università degli Studi di Milano met een beurs van de Vlaamse Gemeenschap, startte ik een doctoraatsonderzoek bij de Onderzoeksgroep Geomatica aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Na het behalen van mijn doctoraat en een postdoctoraal jaar ging ik in mei 2006 aan de slag als EUROCORES Programma Coordinator in het domein van de milieuwetenschappen in de European Science Foundation (ESF) in Straatsburg met een zeer gevarieerd takenpakket en diverse verantwoordelijkheden. Ik sta in voor het opstarten van nieuwe Europese onderzoeksprogramma’s. Dit houdt in dat ik de contacten opbouw met de indieners van nieuwe onderzoeksthema’s en de financierende nationale instellingen in Europa. Ik organiseer de voorbereidende workshops en help met de wetenschappelijke opstelling en lancering van de oproep voor projectvoorstellen. Als Science Programma Manager volg en coördineer ik momenteel vier EUROCORES programma’s in het domein van de milieuwetenschappen. Mijn taken gaan van de internationale peer review(*) selectie van de projecten tot de onderhandeling van de financiering van het programma met de nationale financierende instellingen (bvb. FWO voor België). Gezien het aanzienlijke budget per programma (5 à 10 mio Euro) is dit een aanzienlijke verantwoordelijkheid in de ESF portefeuille. Als coördinator organiseer ik samen met het wetenschappelijke comité netwerkactiviteiten voor de verschillende projecten en/of programma’s. Ik heb hierbij een proactieve rol in het detecteren en organiseren van wetenschappelijke evenementen en voorzie in een netwerk tussen verschillende interdisciplinaire Europese projecten en over de verschillende programma's. De activiteiten gaan van programmaworkshops, thematische conferenties, Summerschools, trainingscursussen en kortetermijnbezoektoelagen voor jonge wetenschappers. Tenslotte heeft mijn job ook een luik wetenschapsbeleid. Ik sta in voor het ontwikkelen van synergieën in Europa (en waar mogelijk eveneens buiten Europa) met betrekking tot verwante onderzoeksprogramma’s op nationaal, internationaal and globaal niveau in het onderzoeksdomein van de milieuwetenschappen. Kortom, een boeiende job in een internationale werkomgeving gericht op Europa! (*) Peer review of collegiale toetsing is een methode om de kwaliteit van werk te verbeteren door het werk te onderwerpen aan de kritische blik van een aantal gelijken van de auteur(s) van het werk.
Inge Jonckheere, afgestudeerd in 2000 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer European Science Foundation (ESF) quai Lezay-Marnésia 67080 Strasbourg Cedex France www.esf.org 48
Bio-ingenieur op de werkvloer
Programmamedewerker-Researcher-RedacteurReporter-Regisseur van een TV-Programma “De opleiding als bio-ingenieur helpt enorm om mijn ‘geloofwaardigheid’ te vergroten, en voor een grondige voorbereiding en gesprek.” Ik ben verantwoordelijk voor vele fasen van de realisatie van wetenschappelijke documentaires binnen de reeks 'Over leven' (Canvas). Het begint met de keuze van het onderwerp. Ik zoek via allerlei bronnen naar intrigerende, realiseerbare & inhoudelijk sterke, verhaalbare wetenschappelijke onderwerpen. Hiervoor moet je alert zijn en een kritische en creatieve geest hebben om ongewone invalshoeken en onderwerpen te kunnen herkennen. De research omvat de bepaling van de inhoud & het concept en het opzoeken van personages in de wetenschappelijke wereld die gerenommeerd, charismatisch en communicatief zijn. De opleiding als bioingenieur helpt enorm om mijn ‘geloofwaardigheid’ te vergroten, en voor een grondige voorbereiding en gesprek. Via mijn job kom ik in contact met wetenschappers uit de meest uiteenlopende domeinen. Heel interessant! Een ander aspect is het vinden van vlotte en interessante getuigen of niet-wetenschappers waarmee de kijker kan meeleven/zich kan identificeren. Hierbij is een goed doseringsvermogen en veel inzicht nodig: de balans mag noch doorslaan naar human interest, noch naar hardcore wetenschap. Daarna schrijf ik een scenario dat de kijker van begin tot einde moet boeien. Een producer zorgt voor een financiële raming. Ik regel de planning van de draaidagen (8 tot 9 per documentaire). Dit omvat prospectie ter plaatse, het samenstellen van de filmploeg, agenda's naast elkaar leggen, de reis en accommodatie regelen, etc. Ik verzorg ook de regie. Samen met de cameraploeg bepaal ik de vormgeving, sfeer en stijl. Tijdens de opnames neem ik de interviews af van wetenschappers en andere personages. Ook regel ik alle praktische dingen. Je moet dus praktisch inzicht hebben, goed weten wat je wil en de ploeg kunnen sturen en leiden. Daarna begint de montagevoorbereiding. Dit omvat: het bekijken of ‘loggen’ van alle gedraaide tapes (16 uur per documentaire van 35 min). Tijdens het loggen duid ik de interessantste scènes aan. Hieruit wordt dan een keuze gemaakt voor de montage (‘knippen en plakken’). Een monteurtechnicus zorgt voor de montage van de beelden op basis van mijn montageschema en -ideeën. Voor de afwerking schrijf ik de perstekst en de commentaartekst voor de inleesstem. Ik coach de inleesstem en check de ondertiteling. Ook ben ik begaan met de sonorisatie en kies ik de muziek. Na de uitzending verstuur ik de kopies, handel ik de kostennota’s af, regel ik de auteursrechten en antwoord op reacties/vragen van kijkers.
Jasmine De Bruycker, afgestudeerd in 2001 Master in de milieutechnologie en de milieuwetenschappen
VRT – CANVAS Auguste Reyerslaan 52, 1043 Brussel www.canvas.be/overleven 49
Bio-ingenieur op de werkvloer
Projectdirecteur van een ontwikkelingsproject in Honduras “Het boeiende in mijn job is de uitdaging om telkens opnieuw in een ander land, met een andere cultuur en andere gewoontes, complexe projecten tot een goed einde te brengen.” Sinds 1980 heb ik vnl. in de ontwikkelingssamenwerking gewerkt, in Latijns-Amerika, de Caraïben, Afrika en Azië, voor o.a. FAO, ABOS, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en nu voor de EU. Als directeur van het PRRAC Desarrollo Local project in Honduras ben ik verantwoordelijk voor de financiële en technische planning, de supervisie van de verschillende componenten en de coördinatie met ministeries, gemeentebesturen, NGO’s, bilaterale en multilaterale agentschappen. Het project maakt deel uit van het Regionaal Reconstructieprogramma voor Centraal Amerika en is opgezet en gefinancierd door de EU, in de nasleep van de orkaan Mitch die in 1998 bijna 20 000 doden en vermisten naliet. In de hoofdstad Tegucigalpa werken we met 19, onder wie 10 experts. Het grootste deel van ons budget (± € 24 miljoen) gaat naar 8 satellietprojecten uitgevoerd door ministeries, parastatalen en NGO's, waarvoor in totaal 170 mensen werken, en als directeur stop ik veel tijd in hun opvolging. PRRAC Desarrollo Local is een 4 jaar durend multisectoraal project en heeft als doelstellingen: • Integrale steun aan 25 gemeenten (275 000 inwoners) die zwaar getroffen werden door de orkaan Mitch, m.b.t. (1) het ondersteunen van de gemeentelijke overheden op het vlak van financiële administratie, milieubeheer, ruimtelijke ordening en kadaster, gewestplanning, rampenpreventie en burgerbescherming, (2) het versterken van het basis- en beroepsonderwijs in 550 scholen, (3) de beroepsvorming voor werkloze jongeren en volwassenen, (4) de financiële en technische ondersteuning van KMO’s en boerencoöperaties, (5) natuurbeschermings-campagnes en (6) de bouw van 1 500 sociale woningen voor gezinnen met een inkomen onder 70 euro per maand. • Het ontwerpen van een nieuw pedagogisch model, inclusief nieuwe tekstboeken, voor het lager technisch onderwijs in overeenstemming met het nieuwe nationaal basis vurriculum. • Het versterken van de milieu-educatie (bijscholing van leraren, nieuwe interactieve leermethodes) en dit alles in het kader van een samenwerkingsakkoord met het Ministerie van Onderwijs. • Het opzetten van een nationale milieusensibiliseringscampagne via radio, TV, internet en geschreven pers, in samenwerking met het Ministerie van Milieubeheer. • Het organiseren van een Centraal-Amerikaans netwerk gericht op burgerbescherming en impactreductie van natuurrampen (aardbevingen, overstromingen, vulkaanuitbarstingen, grondverschuivingen en tropische stormen). Gedurende die hele periode van ontwikkelingssamenwerking heb ik een heel scala van activiteiten uitgevoerd zoals onderzoek, projectontwikkeling & management, meten & evalueren, bodemconservering & waterscheiding, veeteelt, koffieteelt, wegen- en bruggenbouw, drinkwater en irrigatie, scholenbouw, milieubeheer, tot zelfs logistiek manager & bemiddelaar tijdens de observatiemissies van de EU en het Europarlement bij verkiezingen ...
Het boeiende in mijn job is de uitdaging om telkens opnieuw in een ander land, met een andere cultuur en andere gewoontes, soms complexe projecten tot een goed einde te brengen. Leo Cardinaels, afgestudeerd in 1979 Master of Tropical Natural Resources Management Major Plant Biodiversity
PRRAC Desarollo Local Calle Paris 4034,Tegucigalpa, MDC, Honduras, CA www.delnic.cec.eu.int/en/eu_and_country/cooperation_desc/ cooperation_desc_hon.htm
50
Bio-ingenieur op de werkvloer
Projectingenieur van een Praktijk- en Voorlichtingscentrum voor de Melkveehouderij “Als diensthoofd van het provinciebedrijf ‘de Hooibeekhoeve’ draag je verantwoordelijkheid voor het technisch en financieel management van het bedrijf. Als projectingenieur zorg je ook voor de contacten met het beleid.” De Hooibeekhoeve is het praktijk- en voorlichtingscentrum voor de melkveehouderij in de provincie Antwerpen. Het bedrijf verricht praktijkonderzoek, werkt aan demonstratieprojecten en geeft voorlichting over melkveehouderij en de teelt van voedergewassen. De Hooibeekhoeve voert het plattelandsontwikkelingsbeleid van de provincie mee uit en ondersteunt het landbouwonderwijs. Als diensthoofd van het provinciebedrijf ‘de Hooibeekhoeve’ draag je verantwoordelijkheid voor het technisch en financieel management van het bedrijf. Dit houdt onder andere in: begroting en jaarverslag opmaken, personeelsbeheer, eindverantwoordelijkheid over de werking van het melkveebedrijf, de nodige verantwoording afleggen aan de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen, prospectie naar nieuwe projecten, … Aan de werking van de Hooibeekhoeve zijn ook twee vzw’s verbonden. De vzw Landbouwcentrum voor Voedergewassen staat in voor de coördinatie van het praktijkonderzoek en – voorlichting inzake voedergewassen voor gans Vlaanderen. De praktische uitbouw van de vzw behoorde toen tot één van mijn opdrachten als projectingenieur, dit in samenspraak met de raad van bestuur. Dit bestond vooral uit de opmaak van jaarprogramma’s in samenwerking met een 30-tal verschillende instellingen in Vlaanderen (hogescholen, universiteiten, landbouwscholen, …), maar ook uit de financiële afrekening van deze projecten. Binnen deze vzw wordt er nauw samengewerkt met het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, ABKL Afdeling voorlichting. De vzw Plattelandsactie Kempen +, ook verbonden aan de Hooibeekhoeve, is een samenwerking tussen de provincie Antwerpen en de Landelijke Gilden. Deze vzw geeft invulling aan het Europees programma Leader+ in de Kempen. Er wordt actief samengewerkt met lokale actoren zoals gemeentebesturen, Vlaamse Landmaatschappij, Toerisme Provincie Antwerpen. Als provincie zijn wij ook actief betrokken bij een aantal projecten die lopen binnen de werking van deze vzw. De Hooibeekhoeve ondersteunt al sinds jaar en dag het agrarisch middelbaar en hoger onderwijs. Op de Hooibeekhoeve leer je omgaan met praktijksituaties en zie je hoe je bedrijfseigen gegevens moet gebruiken. Een belangrijke troef van de Hooibeekhoeve is het zopas gebouwde ultramoderne melkveebedrijf met een melkrobot, waarvan de bouwwerken ook tot de opdracht behoorde. Er worden nieuwe producten getest die het dierenwelzijn, de bedrijfshygiëne, het milieu en het energieaspect in de praktijk ten goede komen. Er worden ook demonstraties aan de landbouwsector gegeven, bijvoorbeel over stalmatrassen, kleinschalige waterzuivering, de inzaai van grasklaver, de teelt van koolzaad, … Als projectingenieur zorg je ook voor de contacten met het beleid (Vlaams, provinciaal, gemeentelijk) en de pers. Voor de promotie van onze werking nemen wij ook deel aan beurzen zoals Agribex, Agriflanders en de Werktuigendagen.
Marleen Beke, afgestudeerd in 1985 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie Hooibeekhoeve Hooibeeksedijk 1 2440 Geel www.provant.be/hooibeek
51
Bio-ingenieur op de werkvloer
Projectleider Internationale Samenwerking in een Interfacultair Onderzoeksinstituut “De lokroep van mijn eerste Afrika-ervaring via mijn eindwerk in Nigeria was te sterk …” De lokroep van mijn eerste Afrika-ervaring via mijn eindwerk in Nigeria was te sterk om lang als technisch en economisch consulent voor de gespecialiseerde melkveehouderij in België te blijven werken. Na een jaar belandde ik dan ook als projectleider in West-Afrika waar K.U.Leuven samen met een Ivoriaans landbouwkundig onderzoekscentrum (IDESSA) een project opzette om samen met de lokale onderzoekers toegepast landbouwkundig onderzoek te doen bij de lokale boeren. Via participatieve onderzoeksmethodes, formele enquêtes, interviews, observaties en veldproeven bij de boeren werden de diverse aspecten van de landbouwsystemen in het noorden van Ivoorkust bestudeerd en nieuwe technologieën getest. Na vier jaar veldwerk valoriseerde ik de opgedane kennis in een doctoraat aan K.U.Leuven waar ik al die tijd als assistent onderzoeksprojecten in Afrika begeleidde. De opgedane ervaring was geknipt om als projectleider internationale samenwerking te starten aan het Hoger Instituut voor de Arbeid. Beleidsvoorbereidend en beleidsrelevant onderzoek is de hoofdbezigheid van het HIVA, dat tevens deel uitmaakt van K.U.Leuven. Samen met een interdisciplinair team van 7 onderzoekers (sociologen, econoom, politoloog, bio-ingenieur landbouwkunde) voer je als projectleider internationale samenwerking onderzoeken en evaluatieonderzoeken met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking uit. Als projectleider ben je belast met het aantrekken, uitvoeren en opvolgen van studies. Hierbij gaat het over thema’s die betrekking hebben op de sociale economie, de gezondheidszorg, de organisatiekunde, de voedselzekerheid, de vermarkting en de landbouw. Verder evalueren we programma’s en projecten voor niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en andere ontwikkelingsorganisaties. Daarnaast worden ook de coöperaties, de implementatie en de gevolgen van internationale akkoorden onder de loep genomen. Opdrachtgevers zijn naast universitaire onderzoeksfondsen ook NGO’s, Belgische en Vlaamse overheden, stichtingen en internationale organisaties zoals FAO (Food and Agriculture Organisation), ILO (International Labour Organisation), OESO (Organisation for Economic Co-operation and Development), … Er wordt vaak samengewerkt met faculteiten (sociale wetenschappen, bioingenieurswetenschappen, economie en bedrijfswetenschappen, rechtsgeleerdheid), andere onderzoeksinstellingen en consultancy bureaus.
Johan Stessens, afgestudeerd in 1993 Master of Tropical Natural Resources Management Major Resource Economics and Policy Hoger instituut voor de arbeid Parkstraat 37 3000 Leuven www.hiva.com
52
Bio-ingenieur op de werkvloer
Projectleider in een Studiebureau “Ecologisch onderzoek houdt heel wat meer in dan met een netje achter vlinders hollen. Een ingenieur-ecoloog beschikt over een hele set aan verwerkingsmethoden, die gaan van eenvoudige statistieken tot behoorlijk complexe modellen die dynamisch over een hele regio de grond- en oppervlaktewaterstanden en natuurwaarden voorspellen.” Na mijn afstuderen deed ik de academisch lerarenopleiding en studeerde ik daarbij nog talen en ruimtelijke ordening. Uiteindelijk ging ik aan de slag bij Haskoning. We doen er onderzoek naar bodemverontreiniging en –sanering, voeren waterbouwkundige studies en ecologische onderzoeken uit en maken bosbeheerplannen en infrastructuurontwerp. Binnen een studiebureau werk je meestal als team aan meerdere studies tegelijk waarbij ieder zijn specialisatie heeft. Ik heb me toegelegd op de technische en analytische studies, berekeningen en modelleringen. Ecologisch onderzoek houdt heel wat meer in dan met een netje achter vlinders hollen. Gegevens moeten niet alleen verzameld, maar ook opgeslagen worden, dus kan je best thuis zijn in het gebruik en ontwerp van databanken. Nadien moeten diezelfde gegevens ook verwerkt en geanalyseerd worden. Beleidsmakers en milieuorganisaties willen weten waarom soorten verdwijnen: is het verdroging, verzuring of versnippering? Daarom meten we ook heel wat andere variabelen, zoals grondwaterstanden, debieten van waterlopen, neerslag en waterkwaliteit. Met al die gegevens proberen we dan verklaringen te geven, voorspellen we welke natuurwaarden we kunnen ontwikkelen en gaan we na wat de invloed van bijvoorbeeld wegenaanleg of verstedelijking kan zijn. Een ingenieur-ecoloog beschikt over een hele set aan verwerkingsmethoden, die gaan van eenvoudige statistieken tot behoorlijk complexe modellen die dynamisch over een hele regio de grond- en oppervlaktewaterstanden en natuurwaarden voorspellen. De opdrachtgevers waar we mee samenwerken zijn divers: de Vlaamse, provinciale en gemeentelijke overheden vragen beheerplannen, beleidsstudies en inrichtingsvoorstellen. Waterleidingsmaatschappijen willen de ecologische effecten van hun winningen kennen. Bouwondernemingen die grote infrastructuurprojecten voorbereiden, vragen milieueffectenrapportages waarin de gevolgen voor grond- en oppervlaktewater, landschap, bodem, fauna en flora en omgevingslawaai tegen elkaar worden afgewogen. Onze bodemkundigen - vaak ook bio-ingenieurs - werken vaak voor private ondernemingen die een bodemverontreiniging willen beheren of saneren. Veel studies zijn multidisciplinair: bodemkundigen schatten de omvang van een verontreiniging in, hydrologen modelleren de verspreiding naar het grondwater en ecologen schatten de milieueffecten in.
Jan Stuckens, afgestudeerd in 1998 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer
Haskoning Belgium NV Hanswijkdries 80 2800 Mechelen www.royalhaskoning.com
53
Bio-ingenieur op de werkvloer
Quality, Environmental & Ethical Manager in een Bedrijf Gespecialiseerd in de Export van Exotisch Fruit “Het maken van ‘werkjes’ tijdens mijn opleiding komt mij hier dikwijls van pas. Ik geloof niet in liefde op het eerste gezicht, maar sinds een cursus ‘Tropische Plantenteelt’ heb ik daar stilaan mijn twijfels over …” Leon Van Parys is een dochterbedrijf van de Ecuadoriaanse firma Exportadora Bananera Noboa, gespecialiseerd in de export van exotisch fruit. Wereldwijd is onze firma de 4e grootste exporteur van de dessertbanaan onder de merknaam ‘Bonita’. Daarnaast importeren we in Europa ook ananas, mango, yuca en een aantal minder gekende bananenvariëteiten zoals de babybanaan, de bakbanaan en de rode banaan. In Europa is het hoofdkantoor gevestigd in Antwerpen, een logische keuze aangezien hier de grootste haven van fruit en groenten is gehuisvest. Van hieruit vertrekt het fruit naar klanten, gaande van Finland tot Spanje. Als Quality Manager Northern Europe spreekt het voor zich dat mijn hoofddoel erin bestaat onze klanten een kwalitatief hoogstaand product te leveren. Bij de wekelijkse aankomsten wordt er telkens een strenge kwaliteitscontrole uitgevoerd, die ik superviseer en analyseer. Het maken van ‘werkjes’ tijdens mijn opleiding komt mij hier dikwijls van pas, aangezien ik naar ons team in Ecuador rapporteer met het doel de nodige aanpassingen te doen. Dit deel van mijn job gaat ook gepaard met dagelijkse ‘problem solving’, zowel aan de haven als bij de klanten. Dat laatste gaat dan voornamelijk over het behandelen van klachten. Mijn functie houdt verder ook het analyseren en opvolgen van experimenten in, wat kan gaan van een nieuw soort design tot staalname voor residu-analyse. Verder draag ik het laatste jaar steeds meer de hoed van ‘Environmental and Ethical Manager’. Door de groeiende vraag van de consument naar sociaal en ethisch verantwoorde producten, wordt er in ons bedrijf ook steeds meer aandacht aan besteed. Zo zijn er diverse projecten rond GAP (Good Agricultural Practices) en minimaal gebruik van pesticiden, is onze firma in Ecuador actief in het BSF (Banana Social Forum) dat ijvert voor het verbannen van kinderarbeid en hebben verschillende van onze leveranciers het certificaat EurepGAP behaald. Noem mij maar gerust een bananenfreak. Hoewel mijn collectie bananenattributen beperkt blijft, ben ik er ook zo eentje die opstaat en gaat slapen met een banaan (een ananas en een mango) in het achterhoofd. Ik geloof niet in liefde op het eerste gezicht, maar sinds een cursus ‘Tropische Plantenteelt’ heb ik daar stilaan mijn twijfels over …
Kristien De Waele, afgestudeerd in 2000 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land-en bosbeheer Major bos en natuur Bonita Europe Zeevaartstraat 2 2000 Antwerpen www.bonita.com
54
Bio-ingenieur op de werkvloer
R&D Trainee in de Farmaceutische Sector “Werken in een internationaal vaccinproducerend bedrijf geeft je de mogelijkheid om wereldwijd mee te werken aan het sparen van vele kinderlevens door grootschalige vaccinatieprogramma’s in ontwikkelingslanden en jouw bijdrage te leveren in de strijd tegen nieuwe en bestaande dreigingen zoals HIV, SARS en vogelpest.” Op zoek naar een eerste uitdaging na mijn studies heb ik de kans gekregen een traineeship te volgen bij GlaxoSmithKline (GSK) Biologicals, één van de grootste humane vaccinproducenten, gevestigd in Rixensart, België. Gezien de enorme uitbreiding van het bedrijf heeft men op korte termijn nood aan gemotiveerde en goed opgeleide krachten, bereid om in de nabije toekomst actief mee te werken aan de wereldwijde expansie. Als trainee word je gedurende twee jaar ondergedompeld in het boeiende bad van de vaccinontwikkeling en productie. In vier verschillende departementen krijg je buiten een persoonlijke begeleider alle middelen en de tijd om je in alle aspecten van dat departement op te leiden. Buiten het vergaren van kennis en ervaring, krijg je ook de ruimte om in ieder departement een eigen onderzoeksproject te plannen en te coördineren en dat samen met een team van technici en arbeiders te verwezenlijken. Beginnend bij ‘Research & Development’ word je vertrouwd gemaakt met het onderzoekswerk op industrieel niveau. Dat is een beetje te vergelijken met het maken van een thesis, maar dan gesteund door een uitgebreid team en beschikkend over alle denkbare middelen. Vervolgens leer je in je stage in ‘Industrialization’ hoe men van de ontwikkeling van een vaccin tot de grootschalige vaccinproductie komt; een complex maar boeiend proces waarbij je elke dag samen met een team van ingenieurs, technici en arbeiders voor nieuwe uitdagingen komt te staan. Tijdens je stage in ‘Production’ leer je al snel dat de productie van een vaccin allesbehalve saai bandwerk is. Een goede samenwerking tussen arbeiders, technici en supervisors is vereist om iedere dag creatief om te gaan met onverwachte problemen. Iedereen heeft wel al eens gehoord van kwaliteitsnormen, maar pas wanneer je met beide voeten in de productie staat, weet je waarom Quality Control (QC) en Quality Assurance (QA) welgekomen zijn. Tijdens je stage in ‘QC/QA’ krijg je meer inzicht in de complexiteit van de richtlijnen waaraan een productieproces moet voldoen vooraleer het vaccin in een bepaald land verkocht mag worden. Als intern controle-orgaan sta je naast de productie om ze te helpen voldoen aan de verplichte normen, het voorzien van de nodige documentatie en het verzorgen van de vereiste testen. Grondig opgeleid en met twee jaar relevante werkervaring krijg je na je stage de kans om je verantwoordelijkheden op te nemen in een baan binnen het departement dat het beste aansluit bij jouw achtergrond, persoonlijkheid en interesse. Werken in een dergelijke hoogtechnologische omgeving, is iedere dag opnieuw de uitdaging aangaan om in teamverband creatief oplossingen te zoeken. Werken in een internationaal vaccinproducerend bedrijf geeft je de mogelijkheid om wereldwijd mee te werken aan het sparen van vele kinderlevens door grootschalige vaccinatieprogramma’s in ontwikkelingslanden en jouw bijdrage te leveren in de strijd tegen nieuwe en bestaande dreigingen zoals HIV, SARS en vogelpest.
Sam Delye, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: cel- en gentechnologie
GlaxoSmithKline Biologicals Rue de l'Institut 89, 1330 Rixensart www.gsk-bio.com 55
Bio-ingenieur op de werkvloer
Regioverantwoordelijke van een Boerenorganisatie “Het is een zeer gevarieerde, sociale en boeiende job en land- en tuinbouwers komen naar ons toe met de meest uiteenlopende vragen.” Het Vlaams Agrarisch Centrum of kortweg het VAC is een echte boerenorganisatie voor de landbouwer en de tuinder. Het VAC heeft een syndicale werking, een dienstencentrum en is tevens een erkend vormingscentrum. Het VAC is onafhankelijk van elke commerciële of politieke belangengroep. Via mijn job kom ik dagelijks in contact met landen tuinbouwers. Mijn regio situeert zich gedeeltelijk in Oost-Vlaanderen en gedeeltelijk in Vlaams- Brabant en in die regio ben ik het aanspreekpunt voor de landen tuinbouwers. Land- en tuinbouwers kunnen bij ons terecht voor een volledige bedrijfsbegeleiding. Mijn taak bestaat erin allerhande advies te verlenen: meestal gaat dit over zaken die te maken hebben met de mestbank, de pachtwet, premies, voedselveiligheid, landbouwaangiftes en andere regelgevingen. Tevens verzorgen wij de boekhouding, BTW- en belastingsaangiftes van de land- en tuinbouwbedrijven. Voor deze zaken werk ik samen met een fiscalist. Mijn activiteiten liggen grotendeels in het dienstencentrum, maar de zaken lopen ook wel door elkaar. Op bezoek bij de land- en tuinbouwers komen de syndicale vraagstukken uiteraard vaak ter sprake en les geven doe ik ook wel regelmatig; computercursussen tot lessen over het opmaken van een zelfcontroleplan in het kader van de voedselveiligheid. Het is een zeer gevarieerde, sociale en boeiende job en land- en tuinbouwers komen naar ons toe met de meest uiteenlopende vragen. Elke dag leer ik zelf nog bij. Natuurlijk kunnen wij niet op alles een passend antwoord hebben, maar daarvoor werken we nauw samen met specialisten terzake waarnaar we kunnen doorverwijzen. Ik kan mijn werk zelfstandig plannen wat maakt dat ik - samen met het feit dat ik 3/5 werk – deze baan goed kan combineren met een gezin met drie kinderen. Ik ben vaak op de baan om onze klanten te bezoeken en kan zo meegenieten van het agrarische leven in Vlaanderen. Zelf ben ik niet opgegroeid op een landbouwbedrijf, maar de liefde voor het landbouwvak heb ik leren kennen door vier jaar gewerkt te hebben in een landbouwproject in Oeganda. Werkzaam voor een NGO hebben we ter plaatse een bedrijf opgestart dat zaaigoed produceert; verbeterde variëteiten vermeerderen om ze tot bij de plaatselijke bevolking te brengen. Momenteel is dit bedrijf – Naseco – nog steeds actief in Oeganda.
Hilde Langie, afgestudeerd in 1994 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer Major bodem en water Vlaams Agrarisch Centrum (VAC) Ambachtsweg 20 9820 Merelbeke www.vacvzw.be
56
Bio-ingenieur op de werkvloer
Research Manager in de Bakkerijsector “Als bio-ingenieur in de levensmiddelentechnologie zag ik een carrière bij een van de wereldwijde leiders in de voedingsindustrie direct zitten.” Als bio-ingenieur in de levensmiddelentechnologie zag ik een carrière bij een van de wereldwijde leiders in de voedingsindustrie direct zitten. Puratos voorziet in innoverende ingrediënten en op maat gemaakte oplossingen voor de bakkerij-, banketbakkerij- en chocoladesector. Wij verkopen dus niet alleen, maar geven ook advies, demonstraties door professionele “reizende” bakkers, … en dit op een confidentiële manier. Puratos wil een betrouwbare partner zijn voor haar klanten en hen helpen hun onderneming verder uit te bouwen door innovatie.
Hoewel Puratos zich ook bezighoudt met chocolade en patisserie, beperkt mijn functie zich veelal tot verbeteraars en mixen voor de bakkerij. Een verbeteraar is een mengsel van additieven, meestal in poedervorm, die in een laag percentage (0,5-4 %) aan de bloem wordt toegevoegd. Dit laat de bakker toe betere eindproducten te bekomen: meer volume, een betere zachtheid of een betere deegverwerking op de lijn voor de industrie. Mijn functie bestaat vooral uit het onderhouden en monitoren van de ontwikkeling van bakkerijverbeteraars, mixen en concepten. Daarnaast geef ik technische steun aan de regio Afrika, Midden-Oosten, de Baltische landen en Scandinavië. Ik leid en ondersteun projecten die te maken hebben met product ontwikkeling, de aanpassing van producten en de implementatie van marketingstrategieën. Dit gebeurt zowel ter plaatse als vanuit Brussel. In overleg met de lokale verkoopsafdelingen werk ik mee aan de “business development” binnen mijn regio. Tenslotte hou ik me daar ook bezig met het coachen en trainen van lokale Research & Development Managers. Omdat het in deze sector belangrijk is om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen train ik ook mezelf, door kennis te blijven opdoen en vakseminaries te volgen.
Floris Combes, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechologie
Puratos NV Industrialaan 25, 1702 Groot-Bijgaarden www.puratos.be 57
Bio-ingenieur op de werkvloer
Sales Engineer bij een Firma Gespecialiseerd in Laboratoriumapparatuur “Het simplistische etiket ‘verkoper’ plakken op mijn baan is zeer onrecht. Uiteindelijk is mijn hoofddoel wel het verkopen van laboratoriumapparatuur, maar alles wat erbij komt kijken maakt de job stukken boeiender. Het is een heel dynamische job waarbij je voortdurend bijleert.” Na mijn opleiding als bio-ingenieur heb ik nog een jaar informatica gestudeerd in Luik. Dit bleek toch niet mijn ding te zijn en ik ben dan beginnen solliciteren, volledig als bio-ingenieur. In de tussentijd heb ik hier en daar interimjobs gedaan die buiten mijn diploma lagen. In december 2004 kon ik dan aan de slag als laborant in een voedingsbedrijf, ook op interimbasis. Deze job was ontzettend saai. Net op tijd oogstte ik succes met mijn sollicitatie bij Analis. Het simplistische etiket ‘verkoper’ plakken op mijn baan is zeer onrecht. Uiteindelijk is mijn hoofddoel wel het verkopen van laboratoriumapparatuur, maar alles wat erbij komt kijken maakt de job stukken boeiender. Een laboratorium belt, mailt of faxt naar ons met een probleemstelling. Voor mij is dat meestal van chemische aard. Ze willen een staal analyseren op een bepaald element of willen dit synthetiseren in bepaalde volumes. Samen met de klant zoek ik dan naar mogelijke oplossingen. Meestal bezoek ik hen dan om hun toepassingen van naderbij te kunnen zien en omdat dat gemakkelijker praat. Vervolgens worden al de mogelijkheden afgewogen en als alles goed verloopt, kunnen wij de klant een toestel aanbieden met een geschikte configuratie. Dikwijls wil die dan nog eerst een demo zien om te weten hoe het precies wordt gebruikt. Ook dat is mijn job. Eens een labo bij ons een bestelling heeft geplaatst is de kous nog niet af. Van de grotere toestellen doe ik zelf de installatie en geef ik een opleiding aan de gebruikers. Eens de laboranten goed begonnen zijn, kunnen ze steeds bij mij terecht als er problemen opduiken (ja, zelfs met onze toestellen kunnen er zich problemen voordoen). Dikwijls kloppen labo’s die reeds een toestel bij ons gekocht hebben aan de deur omdat ze een nieuwe toepassing willen starten met dat toestel. Wat moeten we daarvoor bijkopen? Wat zijn de technische beperkingen? Wat zijn beperkingen als gevolg van de scheikunde? Voor elk van voorgaande stappen hebben we als productspecialisten nauw contact met de leveranciers, de producenten van de toestellen. Zo vormen we een spreekbuis tussen de gebruikers en de ontwerpers van de toestellen. Het leuke aan de job is de variatie en de nieuwe dingen die je constant tegenkomt. Elk bedrijf dat ik bezoek is anders. Elke laborant, elk labohoofd, elke aankoper en elke zaakvoerder is anders. Ook elk probleem dat aangekaart wordt is weer een uitdaging. En om de zoveel tijd komen de producenten op de proppen met een nieuwe evolutie in hun productengamma. Je krijgt geen tijd om in de routine te geraken. Het is een heel dynamische job waarbij je voortdurend bijleert. De sociale ervaringen die je opdoet zijn daarenboven een surplus dat je overal verder helpt.
Bert Gheeraert, afgestudeerd in 2003 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
Analis Leeuwerikstraat 28 9000 Gent www.analis.be
58
Bio-ingenieur op de werkvloer
Sales Manager in een Softwarebedrijf voor de Mengvoedersector “Het studentenleven heeft de nodige sociale vaardigheden opgeleverd om enerzijds met resultaat te bemiddelen met de klant maar ook anderzijds de behoeften te vertalen naar een taal die voor de ontwikkelaar verstaanbaar is en hem hierin ook te motiveren.” De hoofdactiviteit van softwarebedrijf Radar Automatisation bestaat uit de ontwikkeling van verticale automatiseringsoplossingen voor de mengvoedersector. Ons cliënteel bestaat voor 95 % uit veevoederproducerende bedrijven. De overige 5 % is terug te vinden in andere agro industrieën, de voedingsindustrie alsook in de energiesector. De titel “sales manager” dekt niet helemaal mijn beroepsactiviteiten. Ik hou me immers bezig met de volgende activiteiten waarvan het merendeel buiten het kantoor plaats vindt: • commerciële activiteiten: bezoeken van bestaande klanten en prospecten, bespreken van de behoeften en aanbieden van mogelijke oplossingen, demonstratie van aangeboden software, bezoek met potentiële klanten aan bestaande realisaties • projecten begeleiden van analyse tot opstart • installaties uitvoeren • opleidingen verzorgen • support geven, telefonisch en via modem/internet • R&D: wensen van klanten vertalen naar ontwikkelingsprojecten • marketing: verzorgen van publiciteit en beurzen, organiseren van studiedagen Dit alles resulteert in een zeer afwisselende en boeiende bezigheid die nooit ééntonig wordt en steeds een grote creativiteit en flexibiliteit vraagt. Bovendien vraagt het realiseren van automatiseringsprojecten een zeer goede samenwerking met je collega’s. Ons bedrijf telt 25 à 30 medewerkers en er heerst een zeer grote collegialiteit. We vormen als het ware één grote familie en vormen aldus de basis tot het welslagen van onze projecten. Een bedrijf automatiseren verplicht je door te dringen tot in de kern van dat bedrijf. Je hoort enerzijds de filosofie, de cultuur van het bedrijf te kennen en anderzijds moet je technisch voldoende bagage hebben om adviserend te kunnen optreden en als een goede consultant bij te dragen tot het meest geschikte ontwerp voor dit bedrijf. Mensenkennis en communicatieve vaardigheden zijn daarbij onmisbaar. In het begin van mijn loopbaan heb ik een tiental jaren gewerkt als bedrijfsleider op enkele veevoederbedrijven. De kennis die ik daar heb opgedaan, komt me nu zeer goed van pas. Als bio-ingenieur landbouwkunde binnen een softwarebedrijf heb ik de geschikte opleiding gekregen om een degelijke en grondige analyse van de behoeften van onze klanten op te stellen en vervolgens de ideale oplossing samen te stellen. Het studentenleven heeft vervolgens de nodige sociale vaardigheden opgeleverd om enerzijds met resultaat te bemiddelen met de klant maar ook anderzijds de behoeften te vertalen naar een taal die voor de ontwikkelaar verstaanbaar is en hem hierin ook te motiveren.
Patrick Vanhollebeke, afgestudeerd in 1982 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major dierproductie Radar Automation NV Leernsesteenweg 128D 9800 Deinze www.radaraut.com
59
Bio-ingenieur op de werkvloer
Schoolbegeleider “Een leven lang leren én nog steeds boeiend.” Ik werk in deze functie sinds december 2000. Mijn loopbaan is begonnen in een tijd van grotere werkloosheid (en dus veel nepstatuten) en is gegaan via de privé, het ministerie van landbouw (tijdelijke opdracht), 12 jaar leerkracht in een land- en tuinbouwschool, 6 jaar tijdelijke directie in deze school en 2 jaar adjunct-directie in een ASO-school. Om maar te zeggen: een leven lang leren én nog steeds boeiend. Mijn opdracht omschrijven is niet eenvoudig omdat ze heel veelzijdig is en regelmatig bijgestuurd wordt. Ik werk voor de begeleidingsdienst binnen het katholiek secundair onderwijs, met als regio Oost-Vlaanderen (bisdom Gent). In mijn huidige functie werk ik met groepen van scholen, vooral directies (de scholengemeenschappen) en hun schoolbesturen. Scholengemeenschappen zijn een relatief nieuw gegeven en om deze groepen te ondersteunen en het leren samenwerken te stimuleren, krijgen zij van het departement onderwijs externe begeleiders. De job houdt twee zaken in: kennis van de onderwijswereld en de wetgeving én kennis van mensen. Intussen is daar een groot stuk weg afgelegd en is mijn taak nog een klein stukje beleidsmatig en voor een groter deel pedagogisch (steeds met groepen mensen). Enkele concrete voorbeelden: een school wil werk maken van anders leren en anders evalueren. Al dan niet samen met vakcollegae proberen wij scholen te ondersteunen. Veranderingen doorvoeren is immers niet zo evident en zij vragen tijd. Een ander concreet voorbeeld: in een scholengemeenschap wil men de samenwerking van basis- en secundair onderwijs opstarten en men vraagt onze hulp (één persoon uit de begeleiding). Wat die hulp dan inhoudt, hangt af van wat de scholen zelf kunnen en willen. Onze ondersteuning kan dus van heel minimaal gaan tot heel betrokken, kan van korte of lange duur zijn. Het is wel voortdurend schipperen met tijd en het kunnen en durven stellen van prioriteiten. We brengen ook mensen samen met min of meer dezelfde taak die een vorming krijgen (op hun vraag). Als dienst werken wij samen met hogescholen, CLB-centra, nascholingsdiensten, departement onderwijs, …
Lieve Fivez, afgestudeerd in 1978 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
Vlaams Verbond voor Katholiek Secundair Onderwijs Marialand 31, 9000 Gent www.vvkso.be 60
Bio-ingenieur op de werkvloer
Technisch/Commercieel Medewerker van een Groothandel Gespecialiseerd in Groenten voor de Diepvries- en Conservenindustrie “Mocht ik herbeginnen dan denk ik opnieuw de richting bio-ingenieur te kiezen want met dit diploma heb je toch een waaier van mogelijkheden door de brede basis van de opleiding. Als student koos ik voor plantproductie en werken met planten doe ik elke dag, met plezier!” Sinds 1982 ben ik technisch/commercieel medewerker van groothandel Dobbels-Pollet, gespecialiseerd in groenten voor de diepvries- en conservenindustrie. Onze klanten zijn vooral gelegen in West-Vlaanderen. Het bedrijf is een familiezaak en telt in het hoogseizoen ongeveer twintig medewerkers. Onze belangrijkste teelten zijn spinazie, erwten, bonen, wortelen, bloemkolen, prei en uien. De teeltgebieden liggen in Westen Oost- Vlaanderen, Noord-Frankrijk, Nederland en Duitsland maar ook voor een klein deel in Polen. Mijn taak is enorm gevarieerd en seizoensgebonden. In de winter bespreek ik met de telers de contracten voor het nieuwe seizoen, koop ik de zaaizaden aan en stel de zaaischema’s van de verschillende groenten op. Ik woon vergaderingen bij rond voedselveiligheid en volg symposia van fytofarmaceutische bedrijven. Van januari tot maart ben ik dan ook verantwoordelijk voor de aanvoer en de kwaliteitscontrole van de uien die door ons bedrijf gesorteerd en geschild worden en als halffabricaat afgeleverd worden aan diepvriesbedrijven. Ook de onkruid- en ziektebestrijding ten velde staan onder mijn bevoegdheid. In de zomer en de herfst bestaat mijn taak vooral uit het bepalen van de optimale oogsttijdstippen van de diverse groenten, het uitvoeren van de kwaliteitscontroles en het coördineren van de samenwerking tussen de fabrieken, de loonwerkers en de telers. Mocht ik herbeginnen dan denk ik opnieuw de richting bio-ingenieur te kiezen want met dit diploma heb je toch een waaier van mogelijkheden door de brede basis van de opleiding. Als student koos ik voor plantproductie en werken met planten doe ik elke dag, met plezier!
Benedict Vandierendonck, afgestudeerd in 1981 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major plantproductie
Dobbels-Pollet NV Oostendesteenweg 148 8480 Ichtegem
61
Bio-ingenieur op de werkvloer
Technology Developer in een Consortium van Laboratoria “De veelzijdige opleiding die ik aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen heb gekregen is altijd goed van pas gekomen om in verschillende industriële sectoren actief te kunnen zijn.” Ik heb steeds willen werken aan onderzoek met mogelijke industriële applicaties. Onmiddellijk na mijn studies ben ik daarom gestart met een onderzoeksopdracht, die door Solvay Duphar aan het Laboratorium voor Fysiologie, Immunologie en Genetica der Huisdieren van de professoren Decuypere en Goddeeris werd toevertrouwd. Het objectief van dit onderzoek, waarop ik in 1994 een doctoraat behaalde, was de ontwikkeling van een autovaccin tegen somatostatine bij pluimvee (natuurlijk hormoon dat de werking van het natuurlijke groeihormoon somatotropine en een aantal andere hormonen als insuline, glucagon en schildklierhormonen remt). Om de kijk vanuit de industrie op de waarde van wetenschappelijk onderzoek te leren kennen ben ik overgestapt naar INVE (veevoederbedrijf) in Dendermonde. In dit Belgisch bedrijf met internationale activiteiten was ik gedurende 12 jaar verantwoordelijk voor de uitbouw en organisatie van de wetenschappelijk-technische ondersteuning van de verkoopsteams in de verschillende lokale bedrijven. Naast onderzoek naar de optimalisatie van de voedersamenstelling besteedden we ook aandacht aan de impact van de veevoeding op de nutritionele waarde van de afgeleverde voedingsproducten. Dit laatste leidde onder andere tot de ontwikkeling van Eggies; eieren aangerijkt met poly-onverzadigde omega 3 vetzuren. Sinds augustus 2007 ben ik verbonden aan de Universiteit van Gent waar ik verantwoordelijk werd voor de oprichting van een consortium van 9 laboratoria, verdeeld over de faculteiten Diergeneeskunde, Geneeskunde, Farmacie en Bioingenieurswetenschappen. Dit consortium werd opgericht in het kader van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF). Het IOF is een initiatief van de Vlaamse Regering ter bevordering van de transfer van knowhow en expertise vanuit de universiteiten naar praktische toepassingen met toegevoegde waarde voor industrie en samenleving. Binnen ons consortium, dat ondertussen onder de naam PROVAXS (Center for Strategic Prophylaxis and Vaccine Development) opereert, ligt de nadruk op de ontwikkeling van vaccins, therapeutica en diagnostica voor zowel humane als veterinaire toepassingen. Om deze kennisoverdracht te begeleiden is zowel kennis van het onderzoek als van de doelmarkt (farma ceutische en biotechnologische industrie) vereist. Als universiteit en industrie elkaar vinden in een vroeg stadium van het onderzoeks- en ontwikkelingsproces, kan dit leiden tot onderzoeksprojecten die samen worden opgezet. Anderzijds zoek ik in overleg met de onderzoekers naar eigen projecten en onderzoeksresultaten met een hoog potentieel tot valorisatie in industriële applicaties. Als dit potentieel aanwezig is en wanneer het onderzoek voldoende innovatief is, gaan we over tot bescherming van de resultaten via patenten om zo Intellectuele Eigendom (IE) op te bouwen. Opbouw van IE is immers vrijwel de enige manier voor een universiteit om haar knowhow te valoriseren via verlening van licenties op de IE of via het aantrekken van investeerders voor spin-off activiteiten. Het uiteindelijke objectief is te komen tot een win-win samenwerking tussen de universiteit en de industriële partner. Voor de industrie die de knowhow overneemt betekent dit een verkorting van hun ontwikkelingstraject naar een marktklaar product. Voor de onderzoekseenheid brengt de licentie extra middelen op die voor een nieuwe injectie in het fundamenteel onderzoek kunnen zorgen. De veelzijdige opleiding die ik aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen heb gekregen is altijd goed van pas gekomen om in verschillende industriële sectoren actief te kunnen zijn.
Sven Arnouts, afgestudeerd in 1990 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: landbouwkunde Major dierproductie Provaxs Salisburylaan 133 9820 Merelbeke www.provaxs.be
62
Bio-ingenieur op de werkvloer
Technology Manager in de Chemie “Mijn eerste project was de ontwikkeling van een proces voor de aërobe waterzuivering en dat zou me nooit gelukt zijn zonder de brede en tegelijk diepgaande opleiding aan onze faculteit! Bij contacten met zoveel verschillende onderzoekers en in verschillende landen merk ik toch telkens dat we aan onze faculteit een opleiding van hoog niveau hebben gekregen!” Na enkele maanden als tijdelijk assistent aan de Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen, ging ik werken voor Citrique Belge en ben ik er reeds actief geweest in R&D, in productie en in internationale projecten (o.a. ontwikkeling en bouw van onze citroenzuurfabriek in China). Mijn eerste project was de ontwikkeling van een proces voor de aërobe waterzuivering en dat zou me nooit gelukt zijn zonder de brede en tegelijk diepgaande opleiding aan onze faculteit! Citrique Belge N.V., gevestigd te Tienen, produceert meer dan 100 000 ton citroenzuur en citraten per jaar en maakt deel uit van de Nederlandse groep DSM. Deze heeft zich in het laatste decennium ontwikkeld tot een vooraanstaande groep actief in chemische ‘specialties’ en is onderverdeeld in vier business groepen: ‘Life Sciences Products’ (farma, fine chemicals, antibiotica en food specialties); ‘Performance Materials’ (engineering plastics, elastomeren, coating- en composite resins); ‘Industrial Chemicals’ (melamine, fibre intermediates, agro en energy) en last but not least, ‘DMS Nutritional Products’ (vitamines, carotenoïden, ... en citroenzuur): www.dsmnutritionalproducts.com. Als Technology Manager ben ik verantwoordelijk voor een portfolio van projecten van technologische veranderingen of vernieuwingen van het productieproces. Om die projecten tot een goed einde te brengen doe ik beroep op de verschillende R&D groepen van DSM, onze eigen ontwikkelgroep en indien nodig externe onderzoeksinstituten of universiteiten. Dit houdt dus in dat ik me goed op de hoogte houd van de activiteiten en competenties van al die groepen, de nodige contacten leg en tijdens de uitvoering van een project de timing en het budgetbeheer controleer. Bij contacten met zoveel verschillende onderzoekers en in verschillende landen merk ik toch telkens dat we aan onze faculteit een opleiding van hoog niveau hebben gekregen! In Tienen is de afdeling Technologie Management tevens verantwoordelijk voor de stamverbetering en opgroei van de productieschimmel Aspergillus niger. Deze stam is zeer specifiek voor ons proces en we slagen erin door klassieke mutaties deze stam te verbeteren en aan te passen aan de wisselende productieomstandigheden of grondstof. Binnen DSM is er trouwens heel veel kennis over deze schimmel waarvan we gebruik maken om ons productieproces te verbeteren. Eens een goede productiestam gevonden is, produceren we de sporen op grote schaal om in te zetten in de industriële fermentatiekamers. Op economisch vlak volg ik tevens de ontwikkelingen op in verband met citroenzuurproductie en –gebruik, onze concurrentiepositie (vooral op technologisch vlak en qua productiekosten) en vertegenwoordig ik Citrique Belge binnen diverse federaties.
Hugo Bauweleers, afgestudeerd in 1986 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
DSM Nutritional Products - Citrique Belge NV Pastorijstraat 249, 3300 Tienen www.dsm.com 63
Bio-ingenieur op de werkvloer
Verantwoordelijke voor de Exploitatie van de Zuiveringsinfrastructuur in een Rivierbekken “Ikzelf draag de eindverantwoordelijkheid over de vooropgestelde kwaliteitsdoelstellingen, de budgetopvolging en de veiligheid binnen het Demerbekken.” Ondanks het feit dat ik afgestudeerd ben met een diploma in levensmiddelentechnologie, ben ik steeds werkzaam geweest in de afvalwaterzuiveringsector, eerst bij de Vlaamse Milieumaatschappij, later bij Aquafin. Bij Aquafin ben ik verantwoordelijk voor de exploitatie van de zuiveringinfrastructuur in het rivierbekken van de Demer. Voor de dagdagelijkse exploitatie zorgen de technisch medewerkers. Zij doen de analyses, bijsturingen, lossen technische problemen op, ... Zij werken in een team dat geleid wordt door een teamcoördinator en zorgen zo voor een achttal zuiveringsinstallaties met de bijhorende pompstations en collectoren. Het Demerbekken telt vier van deze teams. Ikzelf draag de eindverantwoordelijkheid over de vooropgestelde kwaliteitsdoelstellingen, de budgetopvolging en de veiligheid binnen het Demerbekken. In overleg met de teamcoördinatoren en de technisch medewerkers zorg ik voor een zo efficiënt mogelijke bedrijfsvoering van enerzijds de zuiveringsinfrastructuur om zo de opgelegde kwaliteitsnormen voor het gezuiverde water te halen en anderzijds de slibverwerkingsinstallaties voor de verwerking van slib volgens de interne behoeftes. Ik begeleid hen bij het oplossen van technische of procesmatige problemen en verbeteringen. Hierbij is niet alleen de kwaliteitsborging van belang maar ook de budgetopvolging. Door het bijsturen van uitgaven en inkomsten en door het zo efficiënt mogelijk inzetten van de beschikbare middelen wordt er gestreefd naar een kostenoptimalisatie. Uit dit alles worden regelmatig projecten geïnitieerd. Deze worden uitgevoerd in samenwerking met de dienst onderzoek en ontwikkeling of projectingenieurs. Voor grote infrastructuurwerken is er een nauwe samenwerking met onze collegae bekkenverantwoordelijke infrastructuur. Samen met hen worden nodige optimalisaties en renovaties besproken en geïnitieerd. Regelmatig overleg met verschillende overheidsdiensten wordt afhankelijk van de problematiek onder elkaar verdeeld. Een belangrijke deel van mijn job bestaat uit personeelsmanagement. Gezien er in teamverband nauw wordt samengewerkt, is een goede teamgeest en een goed samengestelde groep van gemotiveerde en gekwalificeerde technische medewerkers de basis om tot goede resultaten te komen. Zo zorg ik voor het coachen van de teamcoördinatoren, begeleid ik hen in het organiseren van hun team, het motiveren van hun teamleden, het opstellen van een opleidingsplan, …Ook zorg ik voor de noodzakelijke aanpassingen van de personeelsstructuur of van de organisatie tussen verschillende teams, door aanwerving, mutaties, … Vanuit onze dagdagelijkse expertise zorg ik samen met mijn collega’s voor een ondersteuning bij het beleid van de directieoperaties. Bekkenoverschrijdende problemen, strategieën en ervaringen worden uitgewisseld en leiden tot het uitwerken van verdere verbeteringen. Griet Cumps, afgestudeerd in 1986 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
Aquafin Dijkstraat 8 2630 Aartselaar www.aquafin.be
64
Bio-ingenieur op de werkvloer
Verkoopsdirecteur in de Chemie “De wijde achtergrond die de studie voor bio-ingenieur met zich meebrengt, opent vele mogelijkheden binnen de industrie.” De wijde achtergrond die de studie voor bio-ingenieur met zich meebrengt, opent vele mogelijkheden binnen de industrie. Zo begon ik bij UCB als technisch adviseur voor een synthetisch vitamine voor de veevoederindustrie en kwam ik via productontwikkeling terecht in productmanagement voor fytotechnische producten, gevolgd door een gelijkaardige functie in verfgrondstoffen. In 2001 verhuisden we met ons gezin naar Atlanta in de Verenigde Staten waar een marketingfunctie voor hoogwaardige verfgrondstoffen was vrijgekomen. Na vier jaar in de VS en een geweldige ervaring kwamen we terug naar België, waar ik de huidige Sales Director positie kreeg in de industrietak kleefstoffen. De Amerikaanse firma Cytec kocht in 2005 de chemietak van het Belgische UCB. Dit maakt Cytec vandaag een chemisch bedrijf van ongeveer 3 miljard dollar omzet en 7 000 mensen. Als Global Sales Director voor één van onze Business Units ben ik verantwoordelijk voor het commerciële team, de technische klantendiensten en de kortetermijnontwikkelingen (‘Technical Service and Development’), in totaal een 40-tal mensen, vooral scheikundigen, verspreid over de drie continenten. Samen met de drie andere leden van ons Business Team, de Marketing, Research en Operations Directors, bepalen we onze langetermijnstrategie in elk van onze marktsegmenten en voeren we die uit via jaarlijkse Business Plans en Talent Resource Planning. Met het ene stellen we onze financiële doelstellingen en definiëren we hoe we die gaan bereiken, terwijl het laatste proces ervoor zorgt dat we de juiste mensen op de juiste plaats hebben, nu en in de toekomst. De Pressure Sensitive Adhesives business produceert en commercialiseert kleefstoffen die onder lichte druk blijven kleven. Typische toepassingen zijn: etiketten voor flessen, plastic verpakkingen en elektrische toestellen; tapes voor de auto- en bouwnijverheid; grafische toepassingen zoals reclame op etalageramen, autobussen en vrachtwagens en medische toepassingen zoals pleisters, chirurgische doeken en ‘transdermale medicijnen’ (medicijnen toegediend door de huid via een pleister). De voornoemde toepassingen zijn allemaal zeer technisch met nood aan continue nieuwe ontwikkelingen. Het werk in onze twee onderzoekslaboratoria (VS, België) en vier ontwikkelingscentra (VS, Brazilië, België en China) wordt gestuurd door een Project Steering Committee, waarin wij maandelijks vergaderen met vertegenwoordigers van de verschillende departementen en regio’s en de prioriteiten vastleggen. Onze fabrieken bevinden zich in België, de Verenigde Staten en Thailand en een deel van de functie houdt dus continue communicatie in met deze eenheden, alsook met de laboratoria in dezelfde regio’s, die ik meerdere keren per jaar tracht te bezoeken. Mijn dagdagelijkse contacten vinden vooral plaats met de Sales Managers en hun verkopers, de marketinggroep en de globale en regionale technische diensten. Regelmatige bezoeken aan de grootste klanten in heel de wereld helpen een beeld te vormen van de huidige en toekomstige noden in de industrie en hoe we onze eigen doelstellingen en die van onze klanten kunnen bereiken. Hierbij komt de verantwoordelijkheid voor prijszetting en contractonderhandeling, alsook het sturen van onze ontwikkelingsprojecten, productiecapaciteiten en investeringen.
Wim Vanderghinste, afgestudeerd in 1992 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
Cytec Surface Chemicals Square Marie-Curie 11 1070 Anderlecht www.cytec.com 65
Bio-ingenieur op de werkvloer
Vice President en General Manager van een Bedrijf Gespecialiseerd in Medische Technologie “Mijn technische opleiding heeft mij hierbij uitstekend geholpen.” Na mijn studie deed ik onderzoek aan het Rega-instituut (K.U.Leuven) en gaf practica microbiologie aan studenten farmaceutische wetenschappen en tandheelkunde. In 1981 ben ik overgestapt naar Becton Dickinson (BD), een Amerikaanse multinational (25 000 medewerkers, $ 5.7 Miljard omzet) uit de gezondheidssector. De producten omvatten medische toestellen (injectie- en infusietherapie), diagnostica (bloedafnamesystemen, microbiologische testsystemen) en biomedische onderzoeksproducten (flow cytometers, beeldanalysesystemen, ...). In Europa werken 5 000 personen, waarvan 500 in België met een verkoopkantoor in Erembodegem en een Europees distributiecentrum in Temse. Ik begon als Europees Product Manager voor Monoclonal Antibodies. Dit zijn hoogspecifieke en zuivere antilichamen die gebruikt worden om o.a. de verschillende cellen van het immuunsysteem te differentiëren. Deze zijn enkel van elkaar te onderscheiden via specifieke oppervlakte- antigenen die m.b.v. gemerkte monoklonale antilichamen aangetoond kunnen worden. We zijn nu in staat een zeer gedetailleerd inzicht te verkrijgen in het afweersysteem. Als Product Manager was ik verantwoordelijk voor het algemene management van de productgroep in Europa – van selectie en training van distributeurs over productlanceringen, opstellen van catalogi en prijslijsten, … Mijn technische opleiding heeft mij hierbij uitstekend geholpen. Na enkele jaren werd ik verantwoordelijk voor de Benelux voor een breder gamma producten. Een verdere stap in mijn loopbaan was mijn overstap naar de regio Oost- Europa, Midden-Oosten en Afrika. Daar was ik eerst verantwoordelijk voor de bloedafnamesystemen en later als General Manager voor het ganse gamma. In 2000 werd ik dan Country General Manager in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Eind 2004 ben ik dan teruggekomen naar België in een dubbele functie, Business Director Biosciences voor Oost-Europa, Midden-Oosten en Afrika en General Manager HIV/AIDS. Als Business Director ben ik verantwoordelijk voor omzet en nettoresultaat in de voornoemde regio voor de Bioscience producten. De hoofdtaken zijn budgettering, forecasting, personeelsbeleid, verkoop en marketing, management van de distributeurs, ... Als General Manager voor HIV/AIDS coördineer ik de relevante activiteiten. BD heeft namelijk een breed gamma aan producten die gebruikt worden in de preventie van HIV/AIDS (veiligheidsnaalden en dergelijke) of in de diagnostiek en therapiemonitoring van HIV/AIDS patiënten. De hoofdactiviteiten bestaan uit contacten met donor – en aankooporganisaties (UNICEF, …), sales en marketing (catalogi, speciale prijsstructuren voor NGO, ...) en vele interne meetings i.v.m. nieuwe productontwikkelingen. Ik breng 80 % van mijn tijd in het buitenland door. In 2006 werd ik Vice President en General Manager BD Biosciences Europe met volledige verantwoordelijkheid voor de zaken in Europa, Afrika en het Midden Oosten.
Jan Stragier, afgestudeerd in 1978 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
BD Biosciences European Headquarters Dorp 86, 9320 Erembodegem www.bd.com
66
Bio-ingenieur op de werkvloer
Vice President in een Toeleveringsbedrijf voor AutoAssemblagebedrijven en Automobieltoeleveranciers “Eén van de meest boeiende aspecten in mijn job is het omgaan met mensen uit zeer verschillende culturen over heel de wereld.” Ik begon bij Henkel in 1988 als Sales Engineer voor de Ford-klanten in België en Duitsland. In 1993 werd ik benoemd tot Sales Manager voor de Staal & Coilcoating industrie in de Benelux, waarna ik in 1996 naar Frankrijk verhuisde. In Frankrijk was ik General Manager van een klein filiaal met 35 personen en een omzet van € 20 miljoen. In 1999 ben ik dan naar het moederbedrijf van Henkel in Düsseldorf gekomen en daar heb ik gedurende 5 jaar het Key Account Management in de autodivisie geleid. Op 1 januari 2005 maakte ik dan de stap naar mijn huidige functie. Als Vice President van de Automotive Divisie EMEA binnen Henkel Technologies ben ik verantwoordelijk voor een omzet van € 450 miljoen en ongeveer 800 personen. Henkel Technologies is één van de twee grote bedrijfstakken van Henkel, naast de Consumer Divisie, die opgesplitst is in drie takken: wasmiddelen, cosmetica en lijmen. Producten van deze Consumer divisie zijn zeker niet onbekend: Pritt, Pattex, Fa, Persil, Dixan, Rubson, Loctite, Diadermine, Poly, ... De afdeling Technologies heeft dan weer als doelgroep de industrie, zoals de verpakkings-, tabaks- en houtverwerkingsindustrie, alsook de metaalverwerkende industrie in al zijn segmenten. Mijn afdelingsklanten zijn de Europese auto-assemblagebedrijven en de automobieltoeleveranciers, en dit wereldwijd. Het productgamma is zeer breed, gaande van industriële reinigers, koelsmeerstoffen, multimetaal oppervlaktebehandelingsproducten, waterbehandelingsproducten, adhesives en sealers, maar ook akoestische- en structuurschuimen. Voor mijn job moet ik zeer veel reizen. In het dagdagelijkse leven ben ik vooral bezig met het bepalen van de juiste strategische beslissingen op middellange termijn, alsook met het opvolgen van de cijfers, zodat tijdig de juiste maatregelen kunnen geïnitieerd worden om de businessobjectieven te halen. Mijn team bestaat uit Key Account Managers, die verantwoordelijk zijn voor één klant (bv. BMW, DaimlerChrysler, Renault-Nissan, ...) en daarnaast uit technische specialisten in zeer verschillende domeinen. Eén van de meest boeiende aspecten in mijn job is het omgaan met mensen uit zeer verschillende culturen over heel de wereld. Switchen van Duits naar Frans en Engels is voor mij dagelijkse kost.
Joris Merckx, afgestudeerd in 1987 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: biosysteemtechniek
Henkel Technologies Henkelstraße 67 D-40191 Düsseldorf www.henkeltechnologies.com 67
Bio-ingenieur op de werkvloer
Wetenschappelijk Medewerker aan een Onderzoekcentrum van een Universiteit “Mijn taak is veelzijdig en uitdagend en er zijn niet twee dagen die op elkaar gelijken. Elke dag leer je bij.” De oorsprong van de Universiteit van Hohenheim dateert van het jaar 1818. Koning William I van Württemberg stichtte in dat jaar een landbouwinstituut dat een antwoord moest bieden op de hongersnood die toen heerste in zijn koninkrijk. Tijdens het overgrote deel van de 19e eeuw studeerden er ongeveer 30 % buitenlandse studenten en dit droeg bij tot de internationale reputatie van Hohenheim. In 1847 werd het instituut een “Academy of Agriculture and Forestry”, en in 1904 kreeg het de naam van “Agricultural College”. In 1918 kreeg het ook het recht om doctor en “Habilitation” titels uit te reiken en zo kon het uitgroeien tot een volwaardige universiteit. Nieuwe onderwijsrichtingen en onderzoeksdomeinen in de natuur- en socio-economische wetenschappen parallel met de oorspronkelijke landbouwkundige oriëntatie, leidden na de tweede wereldoorlog tot een wetenschappelijke en academische instelling eigen in zijn aard. Aan deze universiteit, studeren momenteel 5 500 studenten. De universiteit heeft vijf onderzoekscentra en één daarvan is het Centrum voor Landbouw in de Tropen en Subtropen, beter gekend onder de naam “Tropenzentrum”. Dit centrum is een transdisciplinaire onderzoeksgroep en richt haar aandacht op de ontwikkeling van het Zuiden wat betreft milieu, landbouw, veeteelt en levensmiddelentechnologie. Het centrum telt verschillende onderzoekseenheden met meer dan 100 leden van de drie faculteiten van de universiteit. Ik ben wetenschappelijk medewerker en behoor tot het Instituut voor Plantenteelt en Agroecologie in de Tropen en Subtropen onder leiding van professor Georg Cadisch. Dit instituut heeft als grote doelstelling de trade-offs tussen optimale landbouwproductiemethodes en milieu beter te begrijpen. Mijn taak is veelzijdig en uitdagend en er zijn niet twee dagen die op elkaar gelijken. Onderzoek, onderwijs en dienstverlening zijn de drie hoofdtaken. Ik ben ook vaak op buitenlandse missie in tropische en subtropische streken, waar onze medewerkers onderzoek verrichten. Onze voertaal is Engels, de tweede taal is Spaans en dan komt waarschijnlijk het Thai. Zo hebben we op dit moment projecten lopen in Azië (Thailand, Vietnam, Indonesië), Afrika (Zimbabwe, Kenia) en Latijns-Amerika (Venezuela). In Vietnam kijken we bijvoorbeeld naar het effect van erosie in de hogere steile velden op de kwaliteit en opbrengst van de lager gelegen rijstvelden. In Sumatra proberen we dan weer de impact van de Tsunami 2004 op de groene infrastructuur beter te begrijpen en in Zimbabwe onderzoeken we de gevolgen van de landhervorming op bodemkwaliteit. Dit gebeurt steeds in nauwe samenwerking met nationale en internationale onderzoeksinstellingen. Ook wordt er fundamenteel werk verricht op de bodem-waterplant interacties. We gebruiken ook veelzijdige analyse- en onderzoekstechnieken. Elke dag leer je bij. En met de “climate change in action” wachten ons waarschijnlijk nog heel wat nieuwe uitdagingen. “Meeting future Challenges” is dan ook de lijfspreuk van onze onderzoeksgroep.
Gerd Dercon, afgestudeerd in 1993 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: land- en bosbeheer
Universität Hohenheim Instituut voor Plantenteelt en Agroecologie in de Tropen en Subtropen Garbenstrasse 13, 70599 Stuttgart – Duitsland www.troz.uni-hohenheim.de
68
Bio-ingenieur op de werkvloer
Zaakvoerder van een Eigen Bedrijf Gespecialiseerd in Begeleiding, Advies, Opleiding en Interim-management aan en in (Voedings)Bedrijven Na bijna 20 jaar professionele activiteit in loondienst binnen de voedingssector, heb ik sinds 1998 mijn eigen bedrijf voor industriële dienstverlening: Management Services in TEchnology, Research and INformation Gathering. Ik ben de enige werknemer, maar werk wel af en toe samen met partners uit mijn zeer breed vertakt netwerk. Mijn activiteiten steunen op wat men een ‘driepikkel’ noemt. Immers een driepikkel staat altijd stabiel, op om het even welke ondergrond, op voorwaarde dat de poten onderling niet àl te veel in lengte verschillen. Bij MASTERING is het net zo. Ongeveer een derde van mijn tijd besteed ik in gans Vlaanderen aan begeleiding en advies van KMO’s die een innovatief traject willen opstarten of doorlopen bij proces- of productontwikkeling. Ik help hen bij algemeen projectmanagement, subsidieverwerving, octrooi- en merkenpolitiek, aanwervingen, ... Het gaat meestal om opdrachten met beperkte doorlooptijd. Mijn klanten kunnen zowel voedingsbedrijven zijn als machinebouwers als kunststofverwerkers als ... Ik begeleid het ‘hoe’ (het proces). Het ‘wat’ (de inhoud) moet grotendeels ingebracht worden door de klant zelf. Deze poot van de driepikkel is erg verstelbaar: opdrachten komen met zeer wisselende intensiteit en frequentie. Via dit segment van mijn activiteiten kom ik veel in contact met de Vlaamse Overheid (o.a. IWT) en ververs ik continu mijn netwerk van bedrijfscontacten. Dit is mentaal sterk stimulerend en voldoeninggevend. Een vierde van mijn tijd gaat naar structurele samenwerking op langere termijn met kennisinstellingen, opleidingsinstituten, onderzoekscentra. Sinds 2006 werk ik nu ook op structurele basis samen met een Nederlands technisch opleidingsinstituut om hun aanbod in Vlaanderen beter uit te bouwen en te helpen valoriseren. Binnen dit kader zijn marktverkenning en strategiebepaling dikwijls aan de orde. Als ingenieur moet je ook hiermee ‘ingenieus’ kunnen omgaan. Dit segment van mijn activiteiten noem ik ‘het vlot waarop ik drijf’ (of beter: vaar). Het verschaft een continue geldstroom die nodig is om alle stress in dit verband te luwen. Het laatste stuk van de activiteiten betreft interim-management in (voedings)bedrijven. Hier wordt mijn technische kerncompetentie ingebracht. Vanuit mijn beroepsverleden als werknemer ben ik zeer bekend met onderzoek en ontwikkeling, procesoptimalisatie, technologietransfer en productontwikkeling binnen de voedingssector, meer bepaald bij productie, verwerking en toepassing van eetbare oliën en vetten, ook buiten de voedingssector (oleochemie). Zo implementeerde ik een zuiveringsproces voor dierlijk vet afkomstig van slachtafval, startte ik een productielijn voor margarine op, coördineerde en implementeerde ik de aanpassing en uitbreiding van een proefbrouwerij en een project voor de bouw en het opstarten van een fabriek voor verpakte vetten en margarines in Afrika. Waar mijn actieradius zich voor de eerste twee activiteitssegmenten meestal beperkt tot Vlaanderen, geldt dit voor het laatste segment geenszins, integendeel zelfs. Dit derde luik van mijn activiteiten moet continu gevoed worden om up-to-date te blijven met de stand der techniek. Immers, wie in technische domeinen stilstaat komt straks niet meer aan de startlijn, laat staan dat hij de meet zou bereiken.
Pieter J.A. Maes, afgestudeerd in 1979 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: levensmiddelentechnologie
Mastering Comm.V. Albrecht Rodenbachlaan 3, 8530 Harelbeke www.mastering.be
69
Bio-ingenieur op de werkvloer
Zaakvoerder van een Organisatie met als Doel te Fungeren als Europese Basis voor Internationale Wetenschappelijke Organisaties “Dit alles vereist een ruim begrip van wat de wetenschappers en industrieën in de verschillende vakgebieden bezighoudt en van wat de mogelijke trends in hun domein zullen zijn. Zoiets is natuurlijk een kolfje naar de hand van een breed opgeleide bio-ingenieur!” CERCHEM CVBA werd in 1990 door vier afgestudeerden van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen opgericht met als doel te fungeren als Europese basis voor een aantal internationale wetenschappelijke organisaties. AACC International en zijn Europese afdeling Cereals&Europe groeperen wereldwijd onderzoekers en professionelen uit het onderzoek & de technologie van de granen. Beide verenigingen zijn bijgevolg heel erg actief in de voedingsindustrie. APS, American Phytopathological Society, met leden over de hele wereld, houdt zich bezig met plantenziektekunde en telt vooral onderzoekers en extensiewerkers onder zijn leden. CRS, de Controlled Release Society, eveneens wereldwijd actief, heeft intense links met de farmaceutische wereld. IS-MPMI, International Society of Molecular Plant Microbe Interactions is een vereniging voor onderzoekers die actief zijn in het gevarieerde gebied van de moleculaire biologie. ASBC, American Society of Brewing Chemists en MBAA, Master Brewers Association of the Americas, ondersteunen de wetenschap van het bierbrouwen en zijn eveneens allebei actief in alle werelddelen. Mijn werk als zaakvoerder bestaat erin de activiteiten van deze verenigingen in Europa te coördineren, te ondersteunen en verder uit te bouwen. Dat doen we o.a. door het verzorgen van leden-, en abonnementenadministratie en het stockeren en verdelen boeken die door de verenigingen gepubliceerd worden en die via bibliotheken, agentschappen en on-line verkoop aan de man gebracht worden. We wonen congressen en vakshows bij, bv. door het verzorgen van een stand. We vertegenwoordigen de verenigingen bij relevante bijeenkomsten en bij Europese onderzoeksconsortia. We helpen bij het leggen van nieuwe contacten en het ondersteunen van bestaande netwerken. We nemen de planning, de praktische en inhoudelijke organisatie van congressen, symposia en workshops op ons. Bovendien verzorgen we alle andere diensten die door de verschillende verenigingen worden aangeboden i.v.m. ringtesten, plaatsingsdiensten, ... Dit alles vereist een ruim begrip van wat de wetenschappers en industrieën in de verschillende vakgebieden bezighoudt en van wat de mogelijke trends in hun domein zullen zijn. Zoiets is natuurlijk een kolfje naar de hand van een breed opgeleide bio-ingenieur! Voeg daar nog kennis van ICT, multimediatechnieken en talen aan toe, meng met een flinke brok organisatievermogen en de kunst van het dagelijks werken in internationaal teamverband, zorg dat je ervaring opdoet in alle aspecten van bedrijfsvoering en je hebt de ideale cocktail voor het runnen van je eigen bedrijf met, in mijn geval, een zeer afwisselende en interessante jobinhoud !
Hilde Keunen, afgestudeerd in 1979 Master in de bio-ingenieurswetenschappen: biosysteemtechniek
Cerchem CVBA S. de Rijcklaan 60/22 3001 Heverlee www.cerealsandeurope.net
70
NOTA’S
Meer info op www.biw.kuleuven.be
Meer info op www.biw.kuleuven.be
NOTA’S
Meer info op www.biw.kuleuven.be
Meer info op www.biw.kuleuven.be
NOTA’S
Meer info op www.biw.kuleuven.be
Meer info op www.biw.kuleuven.be