Fact sheet nummer 5 | maart 2013
Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Zij volgen een opleiding, hebben een baan of combineren een opleiding met een bijbaan. Toch zijn er ook jongeren die hun plek (nog) niet kunnen vinden op de arbeidsmarkt, 16% van de jongeren is werkloos. In deze fact sheet zijn alle jongeren op basis van de kenmerken onderwijs, werk en werkloosheid ingedeeld in zes groepen.
De afgelopen twee jaar steeg het aantal jongeren
De beroepsbevolking steeg met 6.000 jongeren
tussen de 15 en 26 jaar met bijna 6.000 van
(8%) van 71.000 in 2009 naar 77.000 jongeren in
127.000 naar 133.000 jongeren (5%). Dit komt
2011. Deze stijging komt enerzijds door een toe-
vooral doordat meer jongen van buiten de stad
name van het aantal jongeren met een baan (met
naar Amsterdam zijn gekomen om te studeren.
4.000 jongeren) en anderzijds door een stijging van het aantal werkloze jongeren (met 2.000).
Figuur 1 Aandeel werkloze jongeren in de beroepsbevolking, 2009 en 2011 (procenten) 12
jonge vrouwen 15
jonge mannen
Dit komt neer op 16% van de beroepsbevolking. Het
16
aandeel en aantal werkloze jongeren is de afgelopen
23 10
23-26 jaar
4
Amsterdammers van westerse herkomst
jaren gestegen, in 2009 was 14% van de jongeren werkloos. In Amsterdam zijn meer jongeren werkloos
10
autochtone Amsterdammers
zonder startkwalificatie
actief naar een baan maar kunnen die nu niet vinden.
22
15-22 jaar
Amsterdammers van niet-westerse herkomst
Ruim 12.000 jongeren zijn werkloos, zij zoeken wel
15
dan gemiddeld in Nederland (9%). De werkloosheid
10
12
is het hoogst onder 15-22 jarigen, Amsterdammers van niet-westerse herkomst en onder jongeren
13
25
zonder startkwalificatie. In 2010 en 2011 was de
22
26
stijging van de werkloosheid het sterkst onder jonge vrouwen, Amsterdammers van autochtone herkomst
18
en onder jongeren met een startkwalificatie (zie
met startkwalificatie
8
totaal
14
14
30
20 2009
10 2011
figuur 1). Onder jongeren zonder startkwalificatie en Amsterdammers van niet-westerse herkomst
16 0
10
20
30
daalde de werkloosheid, maar zij blijven wel vaker dan gemiddeld werkloos.
jongeren dat in Amsterdam opgroeit is de afge-
Definities
2
lopen jaren vrijwel gelijk gebleven. Jongeren die
Beroepsbevolking: iedereen tussen de 15 en 65 jaar die minimaal
zich vestigen in Amsterdam zijn relatief vaak van
12 uur per week werkt of wil werken. Bestaat uit de werkzame
autochtone of westerse allochtone herkomst.
beroepsbevolking en de werkloze beroepsbevolking.
De samenstelling van de groep Amsterdamse
Werkzame beroepsbevolking: iedereen die minimaal 12 uur per week
jongeren qua leeftijd en herkomst en de veran-
werkt.
deringen die daarin optreden door de instroom
Werkloze beroepsbevolking: mensen die actief op zoek zijn naar een
van relatief goed opgeleide jongeren die in
baan van minimaal 12 uur per week.
Amsterdam komen studeren of werken, hebben invloed op onder andere de arbeidsmarktpositie van jongeren.
Ongeveer 10% van alle Amsterdamse jongeren heeft geen baan en volgt geen opleiding. De
De beroepsbevolking is de afgelopen twee
gemeente kent en ondersteunt jongeren tot en
jaar, ondanks de huidige recessie, toegenomen.
met 22 jaar die geen startkwalificatie hebben.
Studenten hebben namelijk vaker dan school-
Jongeren met een startkwalificatie en jongeren van
gaande jongeren een grote bijbaan en behoren
22 jaar en ouder zijn alleen bekend bij de gemeente
daardoor vaker tot de beroepsbevolking. In 2009
als zij zichzelf voor ondersteuning melden bij
behoorden 71.000 jongeren tot de beroepsbe-
het Jongerenloket of als zij als werkzoekende
volking (56% van alle jongeren), dit is in 2011
staan ingeschreven bij het Uitvoeringsinstituut
gestegen naar 77.000 (58% van alle jongeren).
Werknemersverzekeringen (UWV).
Dit is een toename van 8%. Dit komt enerzijds doordat meer jongeren een baan hebben en
Gebruikte bronnen
anderzijds doordat meer jongeren werkloos zijn. Van alle Amsterdamse jongeren waren er in 2011
Om tot de zes groepen jongeren te komen zijn verschillende gegevens
ruim 65.000 aan het werk, in 2009 waren dit er nog
bronnen gecombineerd. Er is gekeken naar bevolkingscijfers (GBA
ruim 61.000. Amsterdamse jongeren behoren veel
januari 2012), onderwijscijfers (CBS en DMO, schooljaar 2011/’12),
vaker dan gemiddeld in Nederland (48%) en de G4
inkomenscijfers (CBS 2009), werk- en werkloosheidscijfers (O+S,
(52%) tot de beroepsbevolking.
2011) en uitkeringscijfers (DWI, UWV en CBS, januari 2012). Deze fact sheet beschrijft daarmee stand cijfers op 1 januari 2012 en werk
Aantal werkloze jongeren stijgt
en werkloosheidscijfers over 2011. Naast deze fact sheet verschijnt
Ondanks de toename van de beroepsbevolking
een achtergronddocument waarin de gehanteerde methode nader is
en het aantal werkende jongeren, is er ook sprake
beschreven. In het achtergronddocument wordt op een aantal gegevens
van een stijging van de jeugdwerkloosheid. De
dieper ingegaan.
Monitor Jeugdwerkloosheid 2010 beschreef de jeugdwerkloosheid in 2009. Sindsdien is de werk-
Meer jongeren en meer werkende jongeren
loosheid opgelopen van 14% naar 16% van de jonge beroepsbevolking (respectievelijk 8% en 9% van alle Amsterdamse jongeren). In deze peri-
Er wonen 133.005 jongeren van 15 tot en met
ode daalde de jeugdwerkloosheid in Nederland
26 jaar in Amsterdam. In 2002 waren dit er nog
van 12% naar 9%. Deze landelijke daling kwam
24.000 minder. Dit komt doordat de groep
vooral door een daling van de jeugdwerkloosheid
jongeren die zich op of na hun 18e in Amsterdam
in Zuid en Oost Nederland. In het westen en in
is gaan vestigen sterk is toegenomen. Het aantal
het noorden van Nederland bleef de jeugdwerk-
Tabel 2 Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit, 2010 en 2012
2010
2012 abs.
%
abs.
%
1
in opleiding
42.955
33,7
41.737
31,5
2
in opleiding en aan het werk
23.768
18,7
25.202
18,9
3
aan het werk en niet in opleiding
37.358
29,3
40.103
30,2
4
werkloos en in opleiding
5.505
4,3
6.980
5,2
5
werkloos en niet in opleiding
4.747
3,7
5.123
3,9
12.985
10,2
13.859
10,4
127.318
100
133.005
100
6
niet in opleiding en niet werkend, overig totaal
Figuur 3 Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit, 2010 en 2012 (procenten) 2010 127.318 jongeren niet-beroepsbevolking 44%
10% 4%
2012 133.005 jongeren
4%
12.985 4.747
4%
5.505
5%
34%
42.955
13.829 5.123
32%
6.980
37.358
29%
niet-beroepsbevolking 42%
10%
41.737
40.103 23.768
30%
25.202
19%
19% beroepsbevolking 56%
beroepsbevolking 58%
in opleiding
werkloos en in opleiding
in opleiding en aan het werk
werkloos en niet in opleiding
aan het werk en niet in opleiding
niet in opleiding en niet werkend, overig
loosheid vrijwel gelijk.1 In de vier grote steden
Amsterdam loopt de (jeugd)werkloosheid op.
was gemiddeld sprake van een stijging van de
Gezien de aanhoudende economische crisis is
jeugdwerkloosheid. Sinds begin 2012 stijgt de
de verwachting dat de jeugdwerkloosheid in
jeugdwerkloosheid in heel Nederland. Ook in
Amsterdam (en in Nederland) de komende jaren nog verder zal stijgen.
Zes groepen om werk en werkloosheid beter in beeld te krijgen
Deze fact sheet onderscheidt twee groepen
Om beter in beeld te krijgen wat de situatie van Amsterdamse jongeren
opleiding volgen en werkloze jongeren die geen
is qua opleiding, werk en werkloosheid zijn alle jongeren op basis van
opleiding volgen. Achtenvijftig procent van de
deze kenmerken ingedeeld in de volgende zes hoofdgroepen:
werkloze jongeren volgt een opleiding en 42% is
1.
in opleiding;
niet in opleiding. Van alle Amsterdamse jongeren
2.
in opleiding en aan het werk;
is 5,2% werkloos en in opleiding en 3,9% is werk-
3.
aan het werk en niet in opleiding;
loos en niet in opleiding (zie tabel 2). Er zijn in
4.
werkloos en in opleiding;
2011 bijna 2.000 (1.851) werkloze jongeren meer
5.
werkloos en niet in opleiding;
dan in 2009. Driekwart van deze stijging komt
6.
niet in opleiding en niet werkend, overig.
door een toename van de werkloze jongeren die
werkloze jongeren: werkloze jongeren die een
een opleiding volgen, zij doen op dit moment dus De grootste groepen jongeren zijn: in opleiding (31,5%), werkend en niet
wel iets. Een kwart van de toename van de werk-
in opleiding (30,2%) en werkend en in opleiding (18,9%). De groep niet in
loze jongeren zit in de werkloze jongeren die geen
opleiding en niet werkend (groep 6), zoekt niet actief naar een baan of is
opleiding meer volgen.
niet direct beschikbaar voor een baan en geldt daarom niet als werkloos.
Op 1 januari 2012 had 10,4% van alle jongeren
Deze fact sheet beschrijft de verschillende groepen jongeren en de groe-
geen baan en volgde geen opleiding. Deze jon-
pen vier, vijf en zes worden nader uitgesplitst.
geren waren ook niet actief op zoek naar een
Tabel 4 Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit, 2012 (aantallen en procenten)
baan en vielen daarom niet onder de definitie van de werkloze beroepsbevolking. Ten opzichte van
beroepsbev.
abs.
%
nee
41.737
31,5
1
in opleiding
2
in opleiding en aan het werk
ja
25.202
18,9
3
aan het werk en niet in opleiding
ja
40.103
30,2
4
werkloos en in opleiding
ja
6.980
5,2
5
werkloos en niet in opleiding
ja
5.123
3,9
6
niet in opleiding en niet werkend, overig
nee
13.859
10,4
135.005
100,0
totaal
2010 is de omvang van deze groep vrijwel gelijk gebleven. Later in deze fact sheet wordt nader ingegaan op deze groep.
Werkloze jongeren hebben steeds vaker een startkwalificatie Een startkwalificatie2 geldt als minimale kwalifi-
catie voor de arbeidsmarkt. Achtenvijftig procent van de Amsterdamse jongeren van 15 tot en met
3
Tabel 5 Aandeel jongeren met startkwalificatie per groep 2010 en 2012 (procenten)
4
2010
2012
1
in opleiding
47
55
2
in opleiding en aan het werk
65
63
3
aan het werk en niet in opleiding
72
61
4
werkloos en in opleiding
34
60
5
werkloos en niet in opleiding
43
52
6
niet in opleiding en niet werkend, overig
29
27
totaal
57
58
26 jaar is (al) in het bezit van een startkwalificatie.
catie zijn vaker in opleiding of werkloos. Dit is
Dit is iets meer dan in 2010 toen 57% van de jon-
een opmerkelijke ontwikkeling.
geren een startkwalificatie had. Een deel van de
De werkloze jongeren die geen opleiding meer
jongeren zonder startkwalificatie heeft, doordat
volgen hebben in 2012 (52%) veel vaker dan
zij nog op school zitten, nog zicht op het behalen
in 2010 (43%) een startkwalificatie. Sinds 2010
van een startkwalificatie. Jongeren die werken
daalde de werkloosheid licht onder jongeren
en geen opleiding meer volgen behalen meestal
zonder startkwalificatie en steeg onder jongeren
geen startkwalificatie meer. Van deze jongeren
met startkwalificatie. Ook goedopgeleide
heeft 61% op dit moment een startkwalificatie. Dit
jongeren komen de laatste jaren dus steeds
is minder dan in 2010 (72%). Ook absoluut gezien
moeilijker aan een baan, vooral mbo’ers kunnen
zijn er nu minder werkzame jongeren met een
momenteel moeilijk een baan vinden.
startkwalificatie. Jongeren met een startkwalifi
3
Figuur 6 Geregistreerde werkloze jongeren in totale populatie, 1 januari 2010 en 2012
Geregistreerde werkloosheid daalt
(procenten)
Naast de werkloze beroepsbevolking is er ook nog een andere maat om te kijken naar (jeugd)-
2,1
3,2
15-22 jaar
werkloosheid, namelijk het aantal jongeren dat 5,4
6,9
23-26 jaar
Amsterdammers van niet-westerse herkomst
Inkomen (DWI). In januari 2012 stonden 4.719
3,3
4,5
jonge vrouwen
of bij het Jongerenloket van de Dienst Werk en
3,9
5,1
jonge mannen
jongeren geregistreerd bij het UWV, bij DWI of bij
Amsterdammers van westerse herkomst autochtone Amsterdammers
1,7
met startkwalificatie
1,8
Amsterdamse jongeren. De afgelopen jaren is bij
1,7
2,4
DWI de instroom van jongeren in een uitkering aanzienlijk gedaald. De belangrijkste oorzaken
1,7
hiervoor zijn de invoering van de verplichte zoek3,1
periode van vier weken voor jongeren per 1 januari 2012 en de afschaffing van de stagevergoeding in
4,4
8,6
totaal 8
6
2010
2011.
3,5
4,8
10
beide instanties. Dit komt neer op 3,5% van alle
6,2
8,5
zonder startkwalificatie
geregistreerd staat als werkzoekende bij het UWV
4
2
0
2
4
6
8
10
2012
Ruim 2% van de jongeren is arbeidsongeschikt Jongeren die op jonge leeftijd een langdurige
Figuur 7 Amsterdamse jongeren met een Wajong-uitkering (oud en nieuw) naar leeftijd
ziekte of handicap hebben gekregen, kunnen aan-
en geslacht, 1 januari 2010 en 2012 (procenten)
spraak maken op een Wajong-uitkering. Er zijn op 1 januari 2012 2.885 jongeren (tot 27 jaar) met een
15-22 jaar
1,8
23-26 jaar
1,8
jonge vrouwen
2,0
gen (1,8%). Er zijn in 2012 1.501 jongeren onder
2 2010
de 23 jaar met een Wajong-uitkering (2,0%) en
2,6 1,8
3
toen 2.244 jongeren een Wajong-uitkering ontvin-
1,8
2,1
totaal
Amsterdamse jongeren. Dit is meer dan in 2010
2,4 1,5
jonge mannen
Wajong-uitkering, dit komt neer op 2,2% van alle
1 2012
1.384 jongeren van 23 tot en met 26 jaar met een
2,2 0
1
2
Wajong-uitkering (2,4%). 3
Tabel 8 Overzicht werkloze en niet actieve jongeren naar specifieke groepen, 2012
4 5a 5b
abs.
% van alle jongeren
6.980
5,2
3.707
2,8
1.416
1,1
1.213
9,1*
3.303
2.5
380
0,3
3 vsv tot 23 jaar zonder zorgtraject
2.387
1,8
4 Wajong-uitkering
2.885
2,2
overig
4.904
3,7
13.859
10,4
25.962
19,5
werkloos en in opleiding werkloos, niet geregistreerd als werkloze werkloos en geregistreerd als werkloze
totaal 4+5 werkloze beroepsbevolking 6a
overige jongeren, geregistreerd
1 geregistreerd bij DWI/UWV 2 vsv tot 23 jaar met zorgtraject (geen DWI/UWV)
6b totaal 6
overige jongeren, niet-geregistreerd niet in opleiding en niet-werkend
totaal werkloos en niet-actief * Dit is 16% van de beroepsbevolking.
Op 1 januari 2010 is de nieuwe Wajong in werking
• 4. werkloos en in opleiding;
getreden. Sindsdien staat in de Wajong het vinden
• 5a. werkloos, niet geregistreerd werkloos
en behouden van werk en de ondersteuning daarbij centraal en niet de uitkering. Jongeren die voor 1 januari 2010 in de Wajong zijn gekomen mogen kiezen onder welke regeling zij willen vallen. In januari 2012 vielen 2.036 jongeren onder de oude regeling en 849 onder de nieuwe.
Nadere uitsplitsing werkloze en overige jongeren
(niet in opleiding); • 5b. werkloos, geregistreerd werkloos (niet in opleiding); • 6a. overige jongeren, geregistreerd (bij DWI, UWV, VSV met zorgtraject of VSV zonder zorgtraject, Wajong-uitkering); • 6b. overige jongeren, niet geregistreerd. Van de 13.859 jongeren die tot de groep ‘niet in
In de Monitor jeugdwerkloosheid 2010 is de
opleiding en niet werkend, overig’ behoren staan
jeugdwerkloosheid in Amsterdam voor het eerst
er 3.303 geregistreerd bij DWI of UWV (2,5%),
in beeld gebracht aan de hand van de eerder
380 zijn voortijdig schoolverlater in een zorgtraject
beschreven zes groepen. De groep jongeren
anders dan DWI of UWV (0,3%) en 2.387 jongeren
behorend tot de groep ‘niet in opleiding en niet
zijn voortijdig schoolverlaters in behandeling bij
werkend, overig’ bleek toen, net als nu, vrij groot
DMO zonder zorgtraject (1,8%). Daarnaast zijn er
(10% van alle jongeren). Daarom is deze groep
in januari 2012 2.885 jongeren die een Wajong-
nu uitgesplitst op basis van de kenmerken:
uitkering ontvangen (2,2% van alle Amsterdamse
‘geregistreerd als werkloze bij DWI of UWV’,
jongeren).
4
‘geregistreerd als voortijdig schoolverlater (VSV)’ en ‘het ontvangen van een arbeidsonge-
Er blijven dan nog 4.904 jongeren over waarvan
schiktheidsuitkering’. Gegevens over voortijdig
niet bekend is wat zij doen, 3,7% van alle jonge-
schoolverlaten zijn dit jaar voor het eerst meege-
ren. Dit zijn 2.800 jongeren onder de 23 met een
nomen in de analyse. Omdat de geregistreerde
startkwalificatie en 2.104 23-26 jarigen met of
werkloosheid deels overlapt met de werkloze
zonder startkwalificatie. Het zijn vaker meisjes dan
beroepsbevolking wordt hieronder naar zowel de
jongens. Deze groep is niet per definitie proble-
werkloze beroepsbevolking als naar de overige
matisch, het kunnen jongeren zijn die binnenkort
jongeren gekeken.
met een opleiding beginnen, jongeren die op reis zijn (of gaan) of jongeren met bijvoorbeeld zorg
De groepen werkloze onderwijsvolgende jongeren,
taken voor familieleden of kinderen.
werkloze niet-onderwijsvolgende jongeren en niet
Maar het kunnen ook jongeren zijn die zich bij-
in opleiding en niet werkend zijn opgedeeld in
voorbeeld bezighouden met criminaliteit of die
nog eens vijf subgroepen:
het zoeken naar een baan hebben opgegeven.
5
Twee definities van werkloosheid Er zijn grofweg twee gangbare definities van (jeugd)werkloosheid. Ten eerste is er de werkloze beroepsbevolking en ten tweede is er de registratie van niet-werkende werkzoekenden. Dit zijn deels gescheiden en deels overlappende groepen. Beide definities zijn jaren lang voor verschillende
6
doeleinden gebruikt, er is niet een allesomvattende maat. Op dit moment is de werkloze beroepsbevolking de meest gehanteerde maat.
Werkloze beroepsbevolking Onder de werkloze beroepsbevolking wordt verstaan: mensen zonder werk in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar die actief zoeken naar een baan van minimaal 12 uur per week. De werkloze beroepsbevolking wordt standaard gepresenteerd als percentage van de beroepsbevolking, en dus niet als percentage van de gehele bevolking. De beroepsbevolking bestaat uit de werkende bevolking en de werkloze beroepsbevolking samen. In Amsterdam behoren begin 2012 12.103 jongeren tot de werkloze beroepsbevolking (blauw in de figuur). Geregistreerde werkloosheid De geregistreerde werkloosheid bestaat in deze fact sheet uit de mensen die op zoek zijn naar een (andere) baan en zich hebben geregistreerd bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de mensen die een WWB-uitkering ontvangen via DWI. Januari 2012 staan er 4.719 jongeren geregistreerd (grijs in de figuur). Deze definitie wijkt af van de landelijke definitie, daarin worden alleen niet werkende werkzoekenden geregistreerd bij het UWV gebruikt. Afgelopen jaar is gebleken dat de registratie van niet-werkenden werkzoekenden niet optimaal is om de werkloosheid in beeld te brengen. Deze cijfers worden door O+S bijna niet meer gebruikt. In dit onderzoek worden ze toch gebruikt in verband met de vergelijkbaarheid met de voorgaande monitor en omdat de problemen met de registratie minder gelden voor jongeren (die stonden toch al weinig geregistreerd). Verschillen tussen definities Er zijn meer jongeren die tot de werkloze beroepsbevolking behoren dan dat er jongeren zijn die ingeschreven staan als werkzoekende. Dit komt doordat veel werkloze jongeren geen recht hebben op een uitkering en zich daarom niet inschrijven als werkzoekende. In Amsterdam bestaat de werkloze beroeps bevolking uit 12.103 jongeren. Op 1 januari 2012 stonden er 4.719 jongeren geregistreerd bij het UWV of bij DWI. Er zijn 1.416 jongeren die tot beide groepen behoren (zie figuur 9).
Oudezijds Voorburgwal 300 1012 GL Amsterdam Telefoon 020 251 0333
[email protected] www.os.amsterdam.nl Opdrachtgevers Dienst Werk en Inkomen en Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Auteur drs. Idske de Jong
Figuur 9 Relatie tussen de werkloze beroepsbevolking enerzijds en de geregistreerde werkloosheid anderzijds, 2012
Werkloze beroepsbevolking 12.103 jongeren (9,1% van alle jongeren)
Werklozen die niet geregistreerd staan
Overlap 1,416 (1,1%)
Werklozen die wel geregistreerd staan
Geregistreerde werkloosheid 4.179 jongeren (3,5% van alle jongeren)
Geregistreerde werklozen die niet tot de beroepsbevolking behoren
Noten 1 CBS, ‘Hoogste werkloosheid in Groningen’. Webmagazine 27 februari 2012. 2 Een diploma op minimaal mbo-2, havo- of vwo-niveau. Een vmbo-diploma is geen startkwalificatie. 3 Weel, B. ter, ‘Loonongelijkheid in Nederland stijgt’. CPB December 2012.
4 Jongeren met een Wajong-uitkering worden in dit onderzoek gezien als een aparte groep. In werkelijkheid overlapt deze groep met andere groepen. Deze jongeren kunnen immers ook werkzaam zijn. Verder staan jongeren onder de 22 met een Wajong-uitkering die geen startkwalificatie hebben ook bij DMO geregistreerd als voortijdig schoolverlater.