Fact sheet nummer 5 | juli 2007
Het sociaal kapitaal van Amsterdamse jongeren Sociaal kapitaal is een breed begrip dat vooral door het werk van de politicoloog Robert Putnam bekendheid geniet. Het begrip wordt in toenemende mate gebruikt om te beschrijven hoe groepen zijn ingebed in de samenleving en op welke wijze dat proces van inbedding verloopt.1 Een voorbeeld daarvan zijn de netwerkanalyses die worden uitgevoerd door het IMES, waarin met name naar relaties tussen (allochtone) organisaties en hun besturen wordt gekeken.2 In de sociaal kapitaal theorie wordt gesproken van bonding (of binding), de banden met de eigen groep, en bridging, de banden met (of de bruggen naar) andere groepen. Bonding en bridging leiden tot, of staan gelijk aan, vertrouwen in anderen, van de eigen groep en van andere groepen. Daarnaast is het begrip linking van belang, dat de relatie tussen de overheid en (groepen) burgers omvat, een relatie die uiteraard ook gebaat is bij vertrouwen. Sociaal kapitaal wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor integratie van allochtone jongeren. De banden tussen de eigen groep en andere groepen, en uit eindelijk de individuele relaties die jongeren daarmee opbouwen, zijn uiterst belangrijk in het verwerven van een positie in de maatschappij, sociaal, cultureel en economisch. In deze fact sheet doen we een poging om het begrip te concretiseren en toe te passen op het dagelijkse leven van Amsterdamse jongeren. We kijken daarbij naar verschillende aspecten van
op de vraag of ze zich gesteund voelen door
het leven van jongeren en beschouwen sociaal
hun omgeving. Het idee daarbij is dat om stevig
kapitaal in termen van platformen: plaatsen waar
verankerd te zijn in een maatschappij, het nodig
jongeren elkaar ontmoeten. De gedachte daarbij
is om een (onder)steunende sociale omgeving
is dat ontmoeting de eerste voorwaarde is voor
te hebben. Na deze psychologische aspecten,
het slaan van bruggen naar anderen. We gaan
gaan we in op lidmaatschappen: van welke
eerst na wat de rol is die de buurt en de stad
organisaties zijn jongeren lid en wat betekent
voor jongeren spelen: wat is het belang van die
dat lidmaatschap voor ze. In het vervolg van
omgeving en voelen ze zich er thuis? Vervolgens
deze fact sheet beschrijven we aan de hand
beschrijven we hoe jongeren naar hun sociale
van een aantal belangrijke domeinen – school,
omgeving kijken. We gaan daarbij met name in
sport, uitgaan – of er plekken zijn waar jongeren
Tabel 1 Verbondenheid van jongeren met geografische eenheden naar etnische achtergrond, 2006 (procenten)
verbonden met
Marokkaans
Turks
Surinaams
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
overige
autochtoon Amsterdammers 16-24 jaar
25+ jaar
buurt
59
60
76
68
80
stadsdeel
51
39
40
51
61
Amsterdam
60
67
84
92
86
Nederland
54
57
64
80
85
bron: Burgermonitor 2006, O+S
elkaar (kunnen) ontmoeten, anders gezegd, of er
in de buurt waar zij wonen. In tabel 1 zien we
plekken zijn die het mogelijk maken om bruggen
dat van bijvoorbeeld de Marokkaanse jongeren
te slaan: het sportveld, het schoolplein en de
in Amsterdam slechts 59% zich thuis voelt in
discotheek. We eindigen met een beschrijving
de buurt waar zij wonen, terwijl dit van de
van de geografische verdeling van jongeren over
Amsterdammers van 25 jaar en ouder 80% is. De
de stad.
buurt is dus minder belangrijk voor jongeren dan voor de meeste (oudere) Amsterdammers. Ook
We maken bij dit alles gebruik van onderzoek
tussen de groepen jongeren zijn er verschillen:
dat O+S recent heeft uitgevoerd. De kern wordt
voor Surinaamse en autochtone jongeren is de
gevormd door de Amsterdamse Burgermonitor,
buurt belangrijker dan voor andere jongeren,
maar we maken ook gebruik van de Kunst- en
hetgeen ook voor de stad en voor Nederland
Cultuurmonitor, de Sportmonitor en cijfers over
geldt.
onderwijsparticipatie. Dat betekent dat het hier wordt geen aandacht besteed aan kleinschalige
Verschillen tussen jongeren in sociale steun
initiatieven en we zijn ons ervan bewust dat
De cijfers die we hiervoor presenteerden laten
niet aan alle ontwikkelingen in de stad evenveel
een consistent beeld zien, dat erop duidt dat
recht gedaan wordt. Dat geldt zowel voor
Turkse en Marokkaanse jongeren vrijwel met
ontwikkelingen die leiden tot vergroting van
alle eenheden minder binding voelen dan de
sociaal kapitaal als ontwikkelingen die dat in de
andere groepen. Het lijkt er op dat zij een meer
weg staan.
algemeen gevoel van ‘ontheemd zijn’ ervaren.
geschetste beeld een grofmazig karakter heeft: er
Jongeren voelen relatief weinig verbondenheid met de buurt
De Burgermonitor biedt de mogelijkheid om na te gaan of dit samenhangt met contacten in de directe sociale omgeving.3 In tabel 2 is met
Om je stevig te voelen in een stad is het
behulp van een viertal stellingen nagegaan hoe
belangrijk om een uitvalsbasis te hebben. Het
jongeren tegen hun sociale omgeving aankijken.
gezin waar je woont, je vrienden, de buurt waar
Allochtone jongeren blijken het vaker dan
je woont. Om met dat laatste te beginnen: uit
autochtone jongeren eens te zijn met stellingen
de Burgermonitor 2006 blijkt dat relatief veel
die op sociale isolatie duiden.
Amsterdamse jongeren zich niet thuis voelen Tabel 2 Sociale isolatie van jongeren naar etnische achtergrond en (zeer) eens met stellingen, 2006 (procenten)
verbonden met
Marokkaans
Turks
Surinaams
autochtoon
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
16
28
16
8
25
26
21
10
16
17
8
3
6
16
17
7
zelfs van je naaste familieleden kun je weinig belangstelling meer verwachten4 er zijn slechts weinig mensen met wie ik echt kan praten er is niemand die speciaal belangstelling voor je heeft vaak voel ik me in de steek gelaten
bron: Burgermonitor 2006, O+S
Als we naar de gemiddelde scores op de
zich meer dan jongeren met een Marokkaanse of
stellingen kijken valt op dat Marokkaanse,
Turkse afkomst verbonden met hun eigen groep.
Turkse en Surinaamse jongeren zich meer sociaal
Autochtone jongeren voelen zich het minst
geïsoleerd voelen dan autochtone jongeren. Bijna
verbonden met hun eigen groep. Dat is overigens
drie op de tien de Turkse jongeren geven aan dat
niet verwonderlijk. Zij vormen de meerderheid en
zij van hun naaste familie weinig te verwachten
etnische identiteit is voor hen vaak geen saillante
hebben. Voor Turkse en Marokkaanse jongeren
vergelijkingsdimensie. Voor allochtone jongeren
geldt dat een kwart van hen zegt dat er niemand
is dat (vooralsnog) veel meer het geval. Hun
is met wie zij echt kunnen praten. Van de
identiteit lijkt vaker bepaald te worden door hun
autochtone jongeren is dat één op de tien.
etnische achtergrond, terwijl de identiteit van autochtone jongeren vaker bepaald wordt door
Als we kijken naar de samenhang tussen de
andere groepslidmaatschappen.
verschillende vragen blijkt dat hoe minder binding er met de sociale omgeving is, des te
Formele verbondenheid
minder binding er met de buurt, de stad en het
Uit het voorgaande blijkt dat allochtone jongeren
land is. Er lijkt dus inderdaad sprake te zijn van
zich minder verbonden voelen met de buurt,
een meeromvattend gevoel van ontheemd zijn
meer sociale isolatie ervaren (met name jongeren
voor sommige jongeren. Het suggereert ook dat
met een Turkse en Marokkaanse achtergrond)
om stevig verankerd te zijn in je maatschappelijke
en in het algemeen een sterkere binding voelen
omgeving, er sprake moet zijn van een degelijke
met hun eigen etnische groep dan autochtone
basis, iets dat we zowel terug vinden in de sociaal
jongeren.
kapitaal theorie, als in psychologische theorieën over hechting en identiteit.
Als we sociaal kapitaal definiëren als het hebben van netwerken en relaties, dan is het interessant
Jongeren verschillen in de verbondenheid met hun etnische groep
om te kijken naar meer formele lidmaatschappen. Uiteraard zijn die er (nog) niet zo veel voor deze jonge groep. In de Burgermonitor wordt
In de literatuur wordt aan de eigen etnische
gevraagd of men verbonden is aan organisaties
groep een belangrijke rol toegekend in de
en in tabel 4 is dat voor een aantal organisaties
vorming van sociaal kapitaal5: gemeenschappen
aangegeven voor de verschillende groepen.
waarvan de leden veel sociaal vertrouwen hebben, beschikken daarmee over (de basis voor)
Het blijkt dat jongeren die zich verbonden voelen
sociaal kapitaal. Om die reden gingen we na in
met een religieuze organisatie, ook vaker een
hoeverre jongeren zich verbonden voelen met
groter sociaal isolement ervaren dan jongeren
hun eigen etnische groep. In tabel 3 staan de
die zich hier niet mee verbonden voelen. Zo is
percentages jongeren waar dat voor geldt.
bijvoorbeeld een kwart (25%) van de jongeren die verbonden zijn met een kerkelijke organisatie
Jongeren met een Surinaamse afkomst voelen
het er mee eens dat er slechts weinig mensen
Tabel 3 Verbondenheid van jongeren met inwoners uit de eigen groep naar etnische achtergrond, 2006 (procenten)
verbonden met eigen etnische groep
Marokkaans
Turks
Surinaams
autochtoon
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
58
57
73
45
bron: Burgermonitor 2006, O+S
Tabel 4 Verbondenheid van jongeren met organisaties naar etnische achtergrond, 2006 (procenten)
Marokkaans
Turks
Surinaams
autochtoon
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
activiteiten op school of opleiding
14
13
15
25
kerkelijke organisatie, moskee
15
14
12
10
allochtonenorganisatie
12
13
3
0
verbonden met
bron: Burgermonitor 2006, O+S
zijn met wie ze echt kunnen praten, tegen 13%
sociaal kapitaal. Vervolgens zullen we kijken
van de jongeren die niet verbonden zijn met een
naar de platforms voor contact: waar ontmoeten
kerkelijke organisatie. Dat geldt niet alleen voor
jongeren elkaar?
allochtone jongeren, maar ook voor autochtone
jongeren. Ook blijkt dat Marokkaanse jongeren
Discriminatie
die lid zijn van een allochtonenorganisatie, zich
De mate waarin bonding en bridging plaats
vaker gediscrimineerd voelen dan Marokkaanse
vinden zou kunnen afhangen van gevoelens
jongeren die daar geen lid van zijn (respectievelijk
van discriminatie. Een gemeenschappelijke
86% en 58%). Het is onduidelijk hoe deze
bedreiging als discriminatie kan leiden tot
relatie verloopt. Voelen de jongeren zich
bonding, doordat het groepsgevoel versterkt
gediscrimineerd en worden zij daarom lid van een
wordt. Aan de andere kant leiden gevoelens van
dergelijke organisatie, hangt het lidmaatschap
discriminatie waarschijnlijk tot minder bridging.
samen met een sterke identiteit en een grotere
In hoeverre voelen Amsterdamse jongeren zich in
alertheid op discriminerende situaties of, als
het algemeen gediscrimineerd?
laatste, interpreteren deze jongeren situaties eerder als discriminerend? In ieder geval
Allochtone jongeren voelen zich meer gediscrimi
suggereert dit gegeven dat bonding, in de zin
neerd dan autochtone jongeren, maar ook meer
van het hebben van sterke banden binnen de
dan allochtone volwassenen. Van de allochtone
eigen groep, niet per se leidt tot bridging.
jongeren (16-24 jaar) voelde 44% zich in 2006 gediscrimineerd, tegen 31% van de allochtone
Sociaal kapitaal en het gevoel ‘er bij te horen’
25-plussers en 14% van de autochtone jongeren (zie tabel 5). Opvallend is het grote percentage
We zijn ingegaan op verschillende vormen
Marokkaanse jongeren dat zich gediscrimineerd
van verbondenheid die jongeren al dan niet
voelt (61%).
ervaren: met hun buurt, stad en land, met hun eigen etnische groep, en de meer formele
Gevoelens van discriminatie blijken samen te
verbondenheid met organisaties. Daarnaast
hangen met het gevoel van etnische identiteit.
hebben we gekeken naar de verbondenheid met
Van de allochtone Amsterdammers die zich
de meest directe sociale omgeving: in welke mate
meer Nederlands voelen dan “niet-Nederlands”
voelen jongeren zich sociaal gesteund of juist
(Surinaams, Marokkaans, Turks) voelt bijvoorbeeld
geïsoleerd? Volgens de sociaal kapitaal theorie
ruim de helft (54%) zich nooit gediscrimineerd,
kunnen al deze vormen van verbondenheid
tegen 22% van de allochtone Amsterdammers
leiden tot, of staan ze gelijk aan, vertrouwen:
die zich meer verbonden voelen met het land
vertrouwen in de directe omgeving en in de leden
van herkomst. Daarnaast is er een klein effect van
van de eigen groep (bonding), vertrouwen in
opleidingsniveau: hoe hoger men is opgeleid,
de leden van andere groepen (bridging) en ten
hoe minder vaak men zich gediscrimineerd
slotte vertrouwen in de overheid (linking). We
voelt. Dit soort verbanden tussen identiteit en
zouden kunnen zeggen dat dit vertrouwen in de
opleidingsniveau enerzijds, en gevoelens van
medemens gelijk staat aan het gevoel ‘er bij te
discriminatie anderzijds kunnen verklaard worden
horen’ en deel uit te maken van een groter geheel.
doordat bepaalde groepen daadwerkelijk meer gediscrimineerd worden. Het kan echter ook zo
Uit voorgaande analyse blijkt dat het sociaal
zijn dat de gevoelens van discriminatie afnemen
kapitaal en dus het vertrouwen van jongeren
doordat de perceptie van gebeurtenissen
verschilt. Een belangrijke vraag is vervolgens
verandert. Hoe het ook zij, gevoelens van
waar dit door komt en hoe het vergroot kan
discriminatie zijn een belangrijke indicator van
worden. Eerst zullen we kort ingaan op gevoelens
de mate waarin bepaalde groepen zich ingebed
van discriminatie en het mogelijke verband met
voelen in de maatschappij.
Tabel 5 Voelt zich soms/vaak gediscrimineerd op grond van etnische achtergrond, 2006 (procenten)
jaar 2006
Marokkaans
Turks
Surinaams
autochtoon
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
16-24 jaar
61
33
46
14
bron: Burgermonitor 2006, O+S
Figuur 1 Niet-westerse allochtone 4-12 jarigen en leerlingen per wijk en school, schooljaar 2006/’07 (procenten)
Niet-westerse leerlingen per school schooljaar 2006/’07 (peildatum 1 oktober 2006) >= 75%
Niet-westerse basisgeneratie (4 t/m 12 jaar)
(91)
>= 75%
50% tot 75% (32)
50% tot 75%
25% tot 50% (55)
25% tot 50%
< 25%
< 25%
(36)
bron: O+S
Onderwijs
Uiteraard maakt deze segregatie de kans dat
Hiervoor beschreven we min of meer abstracte
allochtone en autochtone kinderen met elkaar in
en psychologische vormen van verbondenheid:
contact komen op de basisschool klein.
de buurt, de sociale omgeving en de etnische groep waar men deel van uitmaakt. Nu gaan we
Voortgezet onderwijs
in op enkele domeinen die in het leven van veel
De basisschooladviezen voor het voortgezet
jongeren een belangrijke rol spelen, platforms
onderwijs in Amsterdam verschillen tussen
waar ze elkaar ontmoeten, namelijk school, sport
groepen.6 Van de autochtone en westerse
en uitgaan. We kijken daarbij ook naar jongere
allochtone leerlingen krijgen zeven van de tien
kinderen.
een HAVO- of VWO-advies. Zeven van de tien Surinaamse, Turkse en Marokkaanse leerlingen
Basisonderwijs
krijgen daarentegen een VMBO-advies. De
School is wellicht de belangrijkste
deelname aan VMBO versus HAVO en VWO laten
ontmoetingsplek voor jongeren. We bekijken
eenzelfde beeld zien: 74% van de autochtone
hoe groot de kans is dat jongeren met
en westerse allochtone leerlingen in de klassen
verschillende etnische achtergronden op school
drie tot en met zes volgden in het schooljaar
elkaar ontmoeten. De volgende afbeelding laat
2005/’06 HAVO of VWO, tegen respectievelijk
het percentage niet-westerse allochtone 4-12
33%, 35% en 38% van de Marokkanen, Turken en
jarigen per wijk en het percentage niet-westerse
Surinamers.7
allochtone leerlingen per school zien. Hieruit blijkt dat een meerderheid van de Amsterdamse
Op overwegend ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen in het
kinderen naar een overwegend witte of naar een
voortgezet onderwijs blijken vooral leerlingen in
overwegend zwarte school gaat (127 van de 204
te stromen van respectievelijk ‘witte’ en ‘zwarte’
scholen). De grootste groep wordt gevormd door
basisscholen.8 Op de 12 middelbare scholen
scholen waarvan meer dan 75% van de leerlingen
in Amsterdam met 75% of meer instroom van
een niet-westerse allochtone afkomst heeft (91
autochtone en westerse allochtone leerlingen,
scholen). De leerling-populatie van een school is
komt het merendeel van de leerlingen in het
over het algemeen een goede afspiegeling van
eerste jaar (67%) van ‘witte’ basisscholen.
de buurt waarin de school staat.
Aan de andere kant komt op de 14 Amsterdamse
9
Figuur 2 Niet-westerse allochtone en autochtone studenten wetenschappelijk onderwijs landelijk als percentage van de 19-24 jarigen, 1995/’96-2006/’07 (indexcijfers, 1995/’96=100)
-AROKKAANS
4URKS
3URINAAMS
AUTOCHTOON
* Voorlopige cijfers.
bron: CBS, bewerking O+S
middelbare scholen met 90% of meer instroom
meer van segregatie. Hoewel we wel zien
van niet-westerse allochtone leerlingen 67%
dat allochtone jongeren vaker voor bepaalde
van de leerlingen in het eerste jaar van
studierichtingen kiezen (rechten, bestuurskunde,
10
‘zwarte’ basisscholen.
De segregatie in het
economie), is dit wel een plek waar jongeren
basisonderwijs zet zich dus in directe lijn voort
elkaar ontmoeten en met elkaar in contact
in het voortgezet onderwijs.
komen.
Ook weten we uit onderzoek naar schoolkeuze
Sport
motieven dat het aandeel allochtone leerlingen
Hoe groot is de kans dat jongeren met
een rol speelt bij de keuze voor een school,
verschillende etnische achtergronden elkaar
met name bij autochtone ouders.11 In het
treffen in hun vrije tijd, bijvoorbeeld op de
VMBO onderwijs vinden we kortom veel
sportclub? Voor alle jongeren zijn sportclubs
overwegend zwarte scholen, terwijl we op VWO
belangrijk als het gaat om het opbouwen van
en gymnasiumscholen veel vaker autochtone
relaties met anderen. Autochtonen die sporten
leerlingen tegenkomen. Ook in het voortgezet
met allochtonen blijken bijvoorbeeld vaker
onderwijs is de kans dat jongeren in contact
een allochtone kennis te hebben en hebben
komen met jongeren met een andere etnische
meer vertrouwen in allochtonen, ook als er
achtergrond dus relatief klein (waarbij op zwarte
gecorrigeerd wordt voor andere factoren die
scholen het aantal etnische groepen uiteraard
hier mee samenhangen.12 Opvallend hierbij
meer divers is dan op witte scholen).
is dat het niet uitmaakt hoe lang geleden en voor hoe lang iemand lid is geweest van een
Hoger onderwijs
sportvereniging, enkel het feit of er ooit gesport
Ook het hoger onderwijs kan een plek zijn waar
is met allochtonen.
jongeren met verschillende achtergronden elkaar treffen. Allochtone jongeren gaan steeds vaker
In de Sportmonitor13 is in het bijzonder gekeken
naar het HBO of het wetenschappelijk onderwijs,
naar wat jongere kinderen doen. Hieronder is
al blijft deze groep het hoger onderwijs minder
voor de groep van 6-17 jarige kinderen gekeken
bezoeken dan autochtone leerlingen. Een groot
naar hun lidmaatschap van een sportclub.
deel van de (vooral) autochtone jongeren in
Jongens zijn vaker lid dan meisjes, ongeacht
het hoger onderwijs komt overigens niet uit
van welke etnische groep zij zijn. De meeste
Amsterdam, maar van buiten de stad om hier te
leden vinden we onder autochtone jongens, van
gaan studeren.
hen is ruim 80% lid. De minste leden vinden we onder Marokkaanse meisjes, slechts iets meer
In het hoger onderwijs is er, anders dan in het
dan één op de tien van hen is lid. Voor Turkse en
basis- en voortgezet onderwijs, geen sprake
Marokkaanse vrouwen geldt dat zij aanmerkelijk
Figuur 3 Lidmaatschap sportverenigingen van 6-17 jarigen naar etnische achtergrond en geslacht, 2006 (procenten)
-AROKKAANS
JONGENS
4URKS
3URINAAMS EN !NTILIAANS
MEISJES
OVERIG NIET WESTERS ALLOCHTOON
AUTOCHTOON EN WESTERS ALLOCHTOON bron: Sportmonitor 2006, O+S
vaker dan mannen aangeven dat zij niet
Sportparticipatie en lidmaatschap van een
gescheiden mogen sporten. Voor meisjes tot
sportvereniging blijken samen te hangen met de
17 jaar gaat het ongeveer om 15% en voor
mate waarin jongeren zich met de Nederlandse
vrouwen tussen 35 en 55 jaar om 40%.
cultuur identificeren: jongeren die sporten en jongeren die lid zijn van een sportvereniging, voelen zich wat vaker verbonden met de
Figuur 4 Bioscoopbezoek jongeren van 16-28 jaar naar etnische achtergrond, 2006
Nederlandse cultuur, terwijl jongeren die niet
(procenten, n=364)
participeren op dit gebied zich vaker vooral met de eigen cultuur verbonden voelen.
Pathé als bruggenbouwer?
Sporten lijkt nog niet echt de ideale
bruggenbouwer zoals we hiervoor hebben gezien. De vraag is of een andere belangrijke
vrijetijdsbesteding, cultuur, een beter podium
biedt om elkaar te ontmoeten. Recent voerde
O+S de Kunst- en Cultuurmonitor14 uit. Eén van de plekken waar Amsterdamse jongeren elkaar
-AROKKAANS
4URKS
AUTOCHTOON
3URINAAMS EN !NTILIAANS
treffen is de bioscoop, zoals figuur 4 laat zien. In deze figuur is gekeken naar jongeren van 16-28
bron: Kunst- en Cultuurmonitor 2006, O+S
jaar en we zien dat van alle etnische groepen het overgrote deel de bioscoop bezoekt.
Figuur 5 Welke bioscoop bezoeken jongeren van 16-28 jaar, 2006 0ATHÏ DE -UNT
En de kans dat dat in dezelfde bioscoop is, is
0ATHÏ !REN!
aanzienlijk. Over alle groepen jongeren heen
#ITY
blijkt de absolute top vier te worden gevormd
4USCHINSKI
door de drie Pathé’s en City op het Leidseplein.
4HE -OVIES
We zien wel wat verschillen naar etnische
+RITERION
achtergrond: Tuschinski is populairder onder
"ELLEVUE #INERAMA #ALYPSO
autochtone jongeren dan onder allochtone
2IALTO &ILMHUIS