Fact sheet nummer 5 | mei 2014
Betekenis meer zzp’ers voor Amsterdam Het aantal zzp’ers blijft toenemen, zowel in Amsterdam als in de rest van Nederland. Amsterdam telt er nu al bijna 50.000. Ze maken 12,8% uit van de werkzame beroepsbevolking en 10% van de totale werkgelegenheid. Een op de twee bedrijfsvestigingen in Amsterdam betreft een zzp’er. De relatief sterke toename in Amsterdam is het gevolg van de oververtegenwoordiging van bepaalde sectoren, creatieve industrie, ICT en advisering en onderzoek, die zich goed lenen voor zelfstandig ondernemerschap.
De opkomst van de zzp’ers is een van de dui-
Wie zijn de Amsterdamse zzp’ers?
delijkste signalen dat de arbeidsmarkt aan het veranderen is. De oorzaken die hieraan ten
Gestart wordt met een korte beschrijving van de
grondslag liggen zijn divers, ze variëren van de
kenmerken van deze groep en wordt aangegeven
recessie, beleid gericht op ondernemerschap tot
waar ze vooral te vinden zijn in Amsterdam.
de verouderende beroepsbevolking. Deze fact
Zzp’ers vormen een heterogene groep. Er is een
sheet verkent de oorzaken nader en gaat in op
deel dat vrijwillig zzp’er wordt en een deel dat hier
de betekenis van grote aantal voor de stad.
noodgedwongen toe overgaat. Op dezelfde wijze kan er een onderscheid gemaakt worden tussen zij die klein willen blijven en zij met de ambitie om te
Aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking, 2006-2013 (procenten) 14
%
groeien. Ondanks de heterogeniteit van de groep is er in de motivatie voor het zelfstandig onder-
12
nemerschap verrassend veel overeenstemming:
10
onafhankelijkheid en flexibiliteit worden het vaakst 1
8
genoemd.
6
Hoe hoger de leeftijd, hoe groter de kans dat
4
iemand aan het werk is als zzp’er. Kennis, erva-
2
ring en netwerk maken ouderen mogelijk meer
0 2006
2007
Nederland
2008
2009
2010
2011
2012
2013
geschikt voor het zelfstandig ondernemerschap dan jongeren, omdat hierdoor de verwachte
Amsterdam bron: CBS en O+S
opbrengsten van het ondernemen toenemen.
Evengoed kan de arbeidsmarktpositie van oude-
de zzp’ers een hbo-opleiding of een universitaire
ren ook een rol spelen, zeker in het huidige
opleiding afgerond.
tijdsgewricht. Voor veel 45-plussers is het erg moeilijk om een baan in loondienst te vinden. Dit maakt zelfstandig ondernemerschap voor deze
2
groep tot een aantrekkelijke optie.
2
Tegelijkertijd blijkt dat de keuze voor het zelfstandig ondernemerschap tegenwoordig vaker genomen wordt door de jongere generaties dan vroeger. Dit is vermoedelijk het gevolg van sociaalculturele ontwikkelingen of beleid (hierover straks meer).
Mannen vaker zzp’er Meer mannen kiezen voor het zzp-schap dan vrouwen: in Amsterdam is 60% van de zzp’ers van het mannelijke geslacht. De motieven die aan de keuze ten grondslag liggen zijn verschillend. Waar bij mannen de keuze voor het zelfstandig ondernemen relatief vaak uit financiële overwegingen ingegeven wordt, spelen voor vrouwen gemiddeld genomen andere factoren een rol. Zelfstandig ondernemerschap biedt meer flexibiliteit, waardoor het goed te combineren is met andere taken, waar vrouwen gemiddeld genomen meer tijd aan 3 besteden dan mannen. Vooral hoogopgeleiden Mensen met een middelbaar of hoog opleidingsniveau zijn vaker zzp’er dan mensen met een laag opleidingsniveau. In Amsterdam heeft de helft van
Zakelijke diensten, creatieve industrie en ICT favoriet Amsterdamse zzp’ers werken vooral in de zakelijke dienstverlening, creatieve industrie en ICT. Deze sectoren, die zich goed lenen voor zelfstandig ondernemerschap, zijn oververtegenwoordigd in Amsterdam. In de bouw en de zorg bevinden zich ook veel zzp’ers maar de Amsterdamse werkgelegenheid in deze sectoren blijft achter bij die van de MRA als geheel. Concentratie in West en Oost De Amsterdamse zzp’ers zijn niet gelijk verdeeld over de stad. De meeste zzp’ers (een derde deel) zijn in Centrum en Zuid te vinden, de stadsdelen waar sowieso de meeste werkgelegenheid geconcentreerd is. Wanneer ze worden afgezet tegen het de totale werkgelegenheid per buurtcombinatie, blijkt dat er vooral veel zzp’ers zijn in West en in delen van Oost. Ongeveer de helft van de zzp’ers werkt voornamelijk thuis.
Wat verdienen ze? De afgelopen jaren is door een aantal instanties onderzocht wat een gemiddelde zzp’er verdient.
4
Verdeling zzp’ers over de stad, ten opzichte van de totale werkgelegenheid per buurtcombinatie
veel minder dan gemiddeld minder dan gemiddeld meer dan gemiddeld veel meer dan gemiddeld heel veel meer dan gemiddeld
bron: O+S
Netto inkomen van Amsterdammers die tussen de 33 en 40 uur per week werken, 2013
het verhaal dat zzp’ers een diverse groep zijn en
(procenten)
dat een deel het financieel gezien goed doet.
45
%
40
Inkomen zegt echter niet alles. Aanspraak op
35
sociale verzekeringen is een ander belangrijk
30
verschil tussen zelfstandigen en mensen die
25
in loondienst werken. Terwijl een deel onder
3
dezelfde omstandigheden werkt als werknemers
20
kunnen zelfstandigen geen aanspraak maken op
15
8 collectieve sociale voorzieningen. Zelfstandigen
10
moeten dit zelf regelen en beknibbelen daar nogal
5
eens op. Dit blijkt ook uit een eerder onderzoek
0
<1.000 zzp
1.000-1.750
1.750-3.050
>3.050
onder Amsterdamse zzp’ers.
loondienst bron: REB/O+S
Omdat er verschillende definities worden gebruikt voor zowel zzp’ers als inkomsten en er verschillende bronnen en meetmomenten zijn gebruikt, lopen de resultaten uiteen: het mediaan persoonlijk inkomen van een zzp’er ligt tussen de 21.000 5 en 28.000 (bruto) op jaarbasis. Dit ligt onder het
modale inkomen, dat tussen 2009 en 2013 rond de 32.500 schommelt.
6
Dat de groep Amsterdamse zzp’ers ongelijksoortig is, komt ook tot uitdrukking in de figuur over het inkomen. Deze figuur laat zien hoe het inkomen van Amsterdamse zzp’ers die een full time baan hebben (minimaal 33 uur per week werken), zich verhoudt tot diegenen die evenveel werken maar
9
Banen combineren Van de totale Amsterdamse beroepsbevolking heeft 9% meer dan één baan: ofwel meerdere banen in loondienst, verschillende eigen bedrijven, ofwel een combinatie van een baan in loondienst 10 en een baan als zelfstandige. Voor zzp’ers is het nog gebruikelijker om niet alleen afhankelijk te zijn van de inkomsten uit de onderneming: in 2013 is de helft hiervan afhankelijk. Andere belangrijke inkomensbronnen zijn het inkomen van een eventuele partner, pensioen, vermogen, een baan in loondienst of inkomen uit een andere onderneming. Het aantal `hybride ondernemers’, zzp’ers die ook een baan in loondienst hebben, is in de afgelopen jaren afgenomen. In 2010 combineerde 11% van de zzp’ers hun eigen bedrijf met een baan in loon11 dienst, in 2013 is dit teruggelopen naar 8%.
dan in loondienst. Van de zzp’ers is de groep die €1.000 per maand verdient iets groter dan onder de mensen die in loondienst werkt. Een klein deel van de zzp’ers met het laagste inkomen vraagt
Verklaringen voor (verdere) groei
de Dienst Werk en Inkomen (DWI) om financiële ondersteuning. In 2013 gebeurde dit bijna 2.000 keer, in 2011 1200 keer. Ongeveer zes van de tien aanvragen werden gehonoreerd.
7
Van de mensen met een inkomen tussen de €1.001 en €3.050 is de groep zzp’ers kleiner dan de groep mensen in loondienst. Hier staat tegenover dat de groep zzp’ers met een inkomen boven de €3.050 aanzienlijk groter is dan die van de mensen in loondienst met een full time baan. Dit onderschrijft
Flexibilisering arbeidsmarkt De sterke groei van het aantal zzp’ers in Amsterdam in de afgelopen jaren is te zien als een illustratie van de veranderingen die zich voordoen op de arbeidsmarkt. Werknemers krijgen minder vaak een vast contract en het aandeel tijdelijke werknemers en zelfstandigen (met en zonder personeel) neemt toe: in Amsterdam is nu één op de vijf werkenden werkzaam als zelfstandige, een verdubbeling ten opzichte van tien jaar geleden.
Werkzame Amsterdamse beroepsbevolking naar soort baan, 2001-2013 (procenten)
leeftijd
2001
2003
2005
2007
2009
2011
2013
zelfstandig
11
13
13
14
15
18
19
in loondienst
89
88
87
86
85
82
81
100
100
100
100
100
100
100
totaal werkzaam
bron: O+S, REB
Verandering werkgelegenheid in Amsterdam, 2000-2014 10 x 1.000 8
4
6 4 2 0 –2 –4 –6
jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan 2000
2001
2002
netto groei/krimp
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013 2014*
wetswijziging
* Voorlopige cijfers.
bron: O+S
Deze ontwikkeling wordt ook wel de flexibilisering
de kans groter dat men voor zelfstandig onderne-
van de arbeidsmarkt genoemd. En omdat het
merschap kiest. Voor vrouwen is de kans om zzp’er
gebruikelijker wordt om zelfstandig te zijn, is het
te worden daarentegen vrij constant.
voor meer mensen een optie en of een welover-
Terwijl het aandeel zelfstandigen met personeel
wogen keuze.
tussen 2002 en 2012 in heel Nederland afnam van
12
5,0% naar 4,6%, nam het aandeel zelfstandigen
Nieuwe Wet op Handelsregister De toename van het aantal zzp’ers heeft voor een deel een administratieve oorzaak. Sinds 2008 is een nieuwe wet op het Handelsregister ingevoerd. Deze wet heeft ervoor gezorgd dat bedrijvigheid die voorheen niet zichtbaar was omdat deze niet geregistreerd hoefde te worden, dat nu wel is. Het gevolg was een forse toename van het aantal vestigingen in Amsterdam, waarvan verreweg de meesten klein van omvang zijn. Een deel hiervan heeft geen personeel in dienst en werkt voor verschillende opdrachtgevers, de zzp’ers. Beleid gericht op ondernemerschap De overheid probeert al jaren om meer zelfstandigen te krijgen. Hiervoor wordt fiscaal en arbeidsmarktbeleid ingezet. Dit beleid en dan vooral de zelfstandigenaftrek stimuleert het zelfstandig ondernemerschap. Ondernemers met geringe inkomsten (in Nederland gaat het om een half miljoen van deze ondernemers) betalen niet of nauwelijks belasting. In zo’n geval is het veel voordeliger om zelfstandige te zijn dan om een baan in loondienst te hebben. Voor ondernemers die meer verdienen is het fiscaal voordeel geringer. Het succes van dit beleid zou afgemeten kunnen worden aan het aandeel zzp’ers per geboortecohort. Opeenvolgende geboortecohorten laten voor mannen een stijgend aandeel zzp’ers zien: naarmate het geboortejaar later in de tijd ligt, is
zonder personeel juist toe. Het aandeel van deze groep steeg van 7,4% in 2002 tot 10,2% van de werkzame beroepsbevolking in 2012 en maakt 69% uit van de totale groep zelfstandigen.
13
De groei van het ondernemerschap is volledig toe te schrijven aan het aantal zelfstandigen zonder personeel. Ook in Amsterdam domineren de zzp’ers de totale groep zelfstandigen, met een aandeel van 71%.
14
Verouderende beroepsbevolking De kans om zzp’er te worden neemt toe met de leeftijd. Voor een man van 50 is de kans 10 procentpunt hoger dat hij zzp’er is dan dat hij werkzaam is als werknemer, zelfstandige met personeel of meewerkend zelfstandige. Voor een 40-jarige man ligt de kans 5 procentpunt hoger. Bij vrouwen is het effect iets minder sterk. Hier gaat het respectievelijk om 7,5 en 4 procentpunt meer, 15 ten opzichte van de controlegroep. In Nederland is het zzp-schap tussen 2002 en 2012 vooral toegenomen onder de groep mannen tussen de 40 en 65 jaar. Ook in andere Europese landen met een sterk groeiende groep zzp’ers was het juist deze groep waar de toename het grootst was. Vooral vakspecialisten zijn een groeiende groep. Dit zijn bijvoorbeeld onderzoekers, docenten, specialisten in de gezondheidszorg, ICT of op 16 juridisch gebied. Vaak zijn ze hoog opgeleid.
Amsterdamse vestigingen en zzp’ers naar sectie
vestigingen
zzp (abs.)
zzp (%)
werkzame personen per vestiging
24.409
15.311
63
3,4
advisering en onderzoek handel
12.545
1.330
11
4,5
cultuur, sport en recreatie
12.124
9.749
80
1,9 3,7
informatie en communicatie
8.458
5.214
62
gezondheids- en welzijnszorg
7.457
3.804
51
8,9
bouwnijverheid
4.702
3.439
73
2,7
overige zakelijke dienstverlening
4.337
2.171
50
5,9
overige dienstverlening
3.978
2.500
63
2,6
onderwijs
3.734
2.535
68
8,8
financiële instellingen
3.186
131
4
13,0
transport en logistiek
2.780
1.626
58
7,0
industrie
2.121
1.123
53
5,7
handel, verhuur onroerend goed
1.264
314
25
4,9
overig
4.736
48
1
totaal
95.831
49.295
51
5 bron: O+S, REB
De groei van het aandeel zzp’ers is dus voor een
Na de derde periode van economische neergang,
deel toe te schrijven aan de samenstelling van
in 2011, begon de werkloosheid op te lopen,
de beroepsbevolking en dan met name aan de
ook in Amsterdam. Het aantal Amsterdammers
toegenomen participatiegraad van ouderen op
met een WW-uitkering neemt sindsdien ook toe.
de arbeidsmarkt en het ontbreken van een goed
De mensen die instromen in de WW, waren in
arbeidsmarktperspectief voor deze groep in
hun vorige baan vaak werkzaam in de zakelijke
loondienst.
en financiële dienstverlening en in zorg, welzijn en cultuur. Na enige tijd stromen ze uit naar de
Invloed recessie De recessie heeft vermoedelijk ook een bijdrage geleverd aan de verdere toename van het aantal zzp’ers, al is er geen keihard bewijs te leveren. In theorie zijn de omstandigheden voor zzp’ers vooral gunstig tijdens een periode van hoogconjunctuur, dan is de vraag hoger. Dit kan leiden tot meer zzp’ers. Maar tijdens een periode van laagconjunctuur kan het aantal zzp’ers ook toenemen, omdat het dan moeilijker is een baan in loondienst te vinden. Diensten als UWV en DWI stimuleren mensen in een uitkeringssituatie om een onder neming te beginnen.
bijstand, tenzij ze erin slagen een andere baan te vinden. Dit is echter niet eenvoudig, zeker niet voor de groep die 45 jaar of ouder is. Een deel probeert vanuit een uitkering een bedrijf op te starten, meestal zonder personeel. Vooral in de creatieve industrie, de ICT en zakelijke dienstverlening kwamen er veel zzp‘ers bij. Met name van reclamebureaus, architectenbureaus en ingenieursbureaus is bekend dat ze zware jaren achter de rug hebben. Dit uitte zich in omzetdalingen, personele inkrimping en relatief hoge aantallen faillissementen.
17
Dit beeld wordt voor
Amsterdam bevestigd in de Monitor creatieve 18
De recessie laat haar sporen na:
De eerste jaren van de recessie reageerde de
industrie 2012.
arbeidsmarkt nog niet zo sterk op de veranderin-
flexibilisering voert de toon, digitalisering doet
gen in de economische groei. Bedrijven deden
zich overal voor en leidt tot veranderingen in het
aan labour hoarding: ze hielden hun werknemers
productieproces. In de reclamewereld groeien
vast. Er waren ook bedrijven die vanwege reor-
vooral de digitale bureaus. Dit schept mogelijk
ganisaties hun werkgelegenheid in Amsterdam
heden voor kleinere bedrijfjes, waaronder zzp’ers.
concentreerden. Per saldo bleef de Amsterdamse werkgelegenheid groeien tot 2013, maar de
De toenemende stroom zzp’ers heeft ertoe
laatste jaren wel op een lager peil dan gebruikelijk.
geleid dat de gemiddelde omvang van een
Alleen in 2013 daalde de werkgelegenheid.
Amsterdamse vestiging gedaald is van gemiddeld 6,5 werkzame persoon per vestiging in 2009 tot
5
Grootste groep last van aanhoudende recessie De groep zelfstandigen zonder personeel groeide in een periode dat omzet geen gegeven was. Uit twee peilingen onder deze groep blijkt dat zzp’ers het zwaarder hebben gekregen, naarmate de recessie langer aanhield.
6
Eind 2013 gaf een grotere groep zzp’ers in de bouw, creatieve industrie en advisering en onderzoek aan dat het belangrijkste gevolg van de recessie een omzetdaling was dan in 2010. In 2010 leek de economie zich weer te herstellen van de enorme dip in 2009. Het was toen nog niet duidelijk dat de economie in 2011 en 2013 opnieuw zou krimpen. Overigens is een omzetdaling niet het enige waar zzp’ers mee kampen. Andere belangrijke gevolgen van de recessie die genoemd werden zijn minder klanten, verlaging van de tarieven en meer concurrentie. En het is niet zo dat de recessie uitsluitend deze drie groepen zzp’ers raakt, ook de rest heeft last van de recessie. Net als ondernemers, die wel personeel hebben. Zij noemen ongeveer dezelfde gevolgen van de recessie.
19
Belangrijkste gevolg van de recessie, zzp’ers naar branche
creatieve industrie (n=172)
advisering en onderzoek (n=132)
2010
2013
2010
2013
2010
2013*
minder omzet
28
45
9
40
31
67
minder klanten
23
16
15
8
24
7
meer concurrentie
8
3
4
5
10
0
meer bezuinigen
5
5
6
2
1
0
meer omzet
1
3
6
6
0
0
minder investeringen
2
2
2
2
3
0
verslechtering solvabiliteit
2
2
2
1
2
0
meer moeite met kredietverwerving
0
0
2
0
3
0
verlaging tarieven
–
7
–
9
–
7
weet ik niet/ geen antwoord
6
1
4
4
7
7
16
13
41
17
12
13
sector
geen effect
bouw (n=15)
bron: O+S
5 werkzame personen in 2013. In de sectoren waar de meeste zzp’ers actief zijn, cultuur (gemiddeld 1,9 werkzame personen per vestiging), bouw (2,7), advisering en onderzoek (3,4), overige dienstverlening (2,6) en ICT (3,7) ligt het gemiddelde aantal werkzame personen onder de Amsterdamse gemiddelde.
Conclusie: de groei verklaard In feite is er met de zzp’ers een nieuwe groep op de arbeidsmarkt ontstaan, die zich tussen de ondernemers en werknemers in heeft genesteld. De arbeidsmarkt is hiermee veranderd, het aanbod is diverser geworden en vooral flexibeler. Dit is vooral voordelig voor de vraagkant: werkgevers kunnen kiezen of ze iemand in dienst nemen of slechts een klus geven. De groei van het aantal en aandeel zzp’ers kan voor een deel gezien worden als uiting van de
Maar niet iedereen
flexibilisering van de arbeidsmarkt en is bovenal
De groep zzp’ers is groot en behoorlijk heterogeen. Het is dan ook
het gevolg van overheidsbeleid ten gunste van
weinig verbazingwekkend dat niet elke zzp’er last had van de reces-
zzp’ers en een verouderende beroepsbevolking.
sie. In november 2013 gaf een op de vijf zzp’ers aan er niets van te
De digitalisering van de samenleving heeft de
merken. Het grootste deel hiervan was al meer dan 10 jaar actief als
groei mede mogelijk gemaakt: in de meeste geval-
zzp’er, dus al ruim voordat de recessie uitbrak. Een klein deel (4%)
len is een computer voldoende om voor jezelf te
spon zelfs garen bij de recessie: zij kregen meer klanten, genereerden
beginnen. De recessie heeft er nog een schepje
meer omzet en hadden minder last van concurrentie.
19
bovenop gedaan: een deel van de mensen die voorheen in loondienst werkten zijn voor zichzelf begonnen. Niet altijd vrijwillig.
Betekenis zoveel zzp’ers
recht komen. Als minpunt kan aangevoerd worden dat tijdelijke werknemers vaak minder goed af zijn
Minder behoefte aan bedrijfshuisvesting De groei van het aantal kleine ondernemers zorgt in theorie voor een toename in de vraag naar kleinschalige werkruimte, maar het groeiende aandeel zzp’ers doet die vraag juist dalen. Met de opkomst van zzp’ers wordt er meer thuis gewerkt – al dan niet in combinatie met buitenshuis werken bij klanten en opdrachtgevers of op openbare locaties – waardoor er minder behoefte is aan 20 externe bedrijfshuisvesting. Gunstig voor de economie? Het debat is nog gaande of de trend van flexibilisering gunstig is voor de economie. Wat wel al duidelijk is dat een flexibele arbeidsmarkt een pre is als het gaat om snel kunnen inspelen op veranderde omstandigheden, zoals veranderingen in de vraag. Een flexibele arbeidsmarkt biedt starters de ruimte en vergroot de kans dat mensen daar werken waar ze het beste tot hun
Definitie zzp door O+S
dan mensen in vaste dienst. Er wordt minder of niet in ze geïnvesteerd en uiteindelijk zijn werk gevers hier ook de dupe van. Die zijn ook gebaat bij meer langdurige arbeidsmarktrelaties.
21
Verder is lang niet iedere zzp’er is geschikt voor het ondernemerschap.
Geen echte ondernemers, baten op ander vlak De meeste zzp’ers zijn geen `echte’ ondernemers, in de zin dat ze voornemens zijn om te groeien in omzet en personeel en te innoveren. De wens van ondernemers om te groeien hangt positief samen met hun bereidheid om risico te nemen. Dit geldt zowel voor zzp’ers als voor ondernemers met personeel. Echter, de risicobereidheid van zzp’ers is duidelijk lager dan die van andere ondernemers: 16% van de zzp’ers geeft aan de ambitie te hebben om personeel aan te nemen, tegenover 62% 22 van de ondernemers die al personeel hebben. Omdat lang niet alle zelfstandigen de kenmerken hebben van ondernemers die voor groei en innovatie zorgen zou het aandeel zelfstandigen een 23 slechte maatstaf zijn voor ondernemerschap.
Er is geen registratie van zelfstandigen. Wel van vestigingen. Bij
De baten van zelfstandigen liggen op een ander
gebrek aan een registratie en aan een eenduidige definitie bena-
vlak, zeker in een land waar zo’n groot aandeel
dert O+S zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) als volgt: alle
nog in loondienst werkt. Tijdens een recessie zijn
1- persoonsvestigingen die bij de KvK ingeschreven staan met de
zzp’ers een zegen: zij zorgen voor flexibiliteit en
rechtsvorm eenmanszaak, waar de zzp’er minimaal 12 uur per week
vangen de klappen op.
24
werkt, met uitzondering van de horeca en detailhandel. In sommige bronnen wordt een onderscheid gemaakt tussen klassieke zzp’ers en nieuwe zzp’ers. De benadering van O+S sluit aan bij de nieuwe zzp’ers.
ZZP is breder dan freelancer De term zzp’er bestaat nog niet zo lang. Voorheen was het begrip freelancer gangbaar. Met freelancers worden meestal professionals in de zakelijke dienstverlening bedoeld terwijl het begrip zzp'er meer soorten (en mengvormen van) ondernemers omvat dan de term freelancer, bijvoorbeeld in sectoren als de bouw, transport en zorg.
Arbeidsmarkt flexibeler in plaats van ondernemender Het besef dat een belangrijk deel van de zelfstandige ondernemers zonder personeel in feite flexibele mensen in loondienst zijn die hun eigen arbeidsvoorwaarden moeten regelen, zorgt voor een heel ander perspectief. Het lijkt erop alsof er veel veranderd is op de Amsterdamse arbeidsmarkt, maar in feite is deze vooral flexibeler geworden, niet per se ondernemender.
7
Noten 1 De Vries, N., A. Bruins en P. Vroonhof, Ambities en vermogensopbouw van zzp’ers, Panteia, mei 2013 2 Bosch, N. G. Roelofs, D. van Vuuren en M. Wilkens, De
15 Bosch, N.G. Roelofs, D. van Vuuren en M. Wilkens, De
huidige en toekomstige groei van het huidige aandeel
huidige en toekomstige groei van het huidige aandeel
zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking, CPB, 2012
8
3 Bosch, N. G. Roelofs, D. van Vuuren en M. Wilkens, De huidige en toekomstige groei van het huidige aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking, CPB, 2012
18 Van Oosteren, C. en M. Teirlick, Monitor creatieve
juni 2013 7 DWI 8 De Vries, N. en N. Braams, Inkomen, vermogen
kleinschalige werkruimte in Amsterdam, O+S, 2012 22 Dit blijkt uit een onderzoek dat door Amsterdam Center
11 De Jong, I. en C. van Oosteren, Zzp’ers in Amsterdam, O+S, 2010 en Meting economisch klimaat, O+S, november 2013 12 Bosch, N.G. Roelofs, D. van Vuuren en M. Wilkens, De huidige en toekomstige groei van het huidige aandeel zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking, CPB, 2012
Carine van Oosteren
november 2013 20 De Ruijter S. en C. van Oosteren, Vraag en aanbod van
EIM en CBS, december 2012
10 Bron: REB, O+S, 2013
Auteur
O+S, 2010 en Meting economisch klimaat, O+S,
21 SCP, De sociale staat van Nederland, 2013
O+S, 2010
www.os.amsterdam.nl
industrie 2012, O+S, 2013 19 De Jong, I. en C. van Oosteren, Zzp’ers in Amsterdam,
en dynamiek van zelfstandigen zonder personeel, 9 De Jong, I. en C. van Oosteren, Zzp’ers in Amsterdam,
[email protected]
2014
5 Heuts, L., H. Witteman-van Leenen, en J. Mevissen,
6 Deze cijfers zijn op basis van de CPB Korte termijnraming
Telefoon 020 251 0333
Europeees perspectief, ESB jaargang 99 (4683), 18 april 17 CBS, Monitor zakelijke diensten vierde kwartaal 2013
Inzending Nederlandse Arbeidsmarktdag 2013
1012 GL Amsterdam
zzp’ers in de werkzame beroepsbevolking, CPB, 2012 16 Kosters, L. en M. Souren, De toename van zzp’ers in
4 CBS (2012), EIM (2012), Regioplan (2013) en O+S (2010) Zzp’ers tussen overvloed en onbehagen, Regioplan,
Oudezijds Voorburgwal 300
13 SCP, De sociale staat van Nederland, 2013 14 Bron: REB, O+S, 2013
for Entrepreneurship (ACE) en Bureau Onderzoek en Statistiek is uitgevoerd onder 905 ondernemers uit het ondernemerspanel van O+S. 23 Van Praag, M., Onwijs zelfstandigenbeleid, ESB jaargang 98 (4666), 16 augustus 2013 24 Van Praag, M., Onwijs zelfstandigenbeleid, ESB jaargang 98 (4666), 16 augustus 2013