Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Tijdindicatie: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3
30 minuten 60 minuten 90 minuten
20 punten 30 punten 50 punten
Opgave 1 Impairment Uitgeverij Boekmij NV bezit sinds 2003 alle aandelen in de onderneming Printshop Copy BV. De bedrijfsactiviteiten van de deelneming Printshop Copy BV bestaan uit het verzorgen van het kopiëren en inbinden van studiemateriaal voor een opleidingsinstituut. Daarnaast worden reclamefolders gedrukt voor lokale ondernemers. In de directievergadering van Printshop Copy BV, gehouden op 1 november 2010, zijn de volgende zaken besproken. Contract grote afnemer In november 2010 is het contract met de opleider beëindigd. Het opleidingsinstituut heeft besloten om de uitbestede werkzaamheden zelf uit te voeren. De activiteiten voor dit opleidingsinstituut worden tot eind 2010 uitgevoerd. De activiteiten van Printshop Copy BV zullen zich na de beëindiging van de werkzaamheden voor het opleidingsinstituut toespitsen op het verzorgen van reclamedrukwerk. In 2011 wordt als gevolg van de beëindiging van het contract de aanwezige kopieer- en inbindapparatuur verkocht. Uit de toelichting bij de voorlopige jaarrekening 2010 van Printshop Copy BV blijkt het volgende. De te verkopen apparatuur is aangeschaft in 2006 en is gewaardeerd op grondslag reële waarde. Boekwaarde 31 december 2010 € 85.000. Boekwaarde op basis van verkrijgingsprijs per 31 december € 65.000. De verwachte opbrengstwaarde bedraagt volgens taxatie € 60.000. De resultaten van printshop Copy BV over 2010 zien er als volgt uit: 2010 65.000 115.000 -27.000 15% 153.000
Omzet reclamedrukwerk Omzet kopieer en inbindwerk Productiekosten Bruto winst Overige kosten en belastingen Bijzondere waardevermindering activa Netto winst
-100.000 0 53.000
N.B. In dit vraagstuk moet worden afgezien van de invloed van belastingen. Met betrekking tot de vennootschappelijke jaarrekening van Printshop Copy BV.
1
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Vraag 1 (6 punten) Bereken gemotiveerd de door te voeren waardevermindering op de machines in de jaarrekening van Printshop Copy BV en geef de journaalpost ter verwerking in de jaarrekening van Printshop Copy BV. Met betrekking tot de vennootschappelijke jaarrekening van Uitgeverij Boekmij NV. Vraag 2 (4 punten) Welke waarderingsgrondslagen zijn toegestaan voor het belang dat Uitgeverij Boekmij aanhoudt in Prinshop Copy indien Titel 9 BW2 wordt toegepast? Vraag 3 (6 punten) Bespreek de gevolgen voor de waardering van alle posten in de enkelvoudige balans van Uitgeverij Boekmij NV die samenhangen met de deelneming Printshop Copy BV indien full IFRS wordt toegepast. Een berekening wordt hier niet gevraagd! Vraag 4 (4 punten) Welke invullende informatie is benodigd om de mogelijke waardevermindering als gevolg van de gewijzigde bedrijfsactiviteiten te kunnen berekenen?
2
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Opgave 2 Latente belastingen en fiscale grondslagen De voorlopige balans van Drukkerij A4 BV per 31 december 2010 ziet er als volgt uit. Activa 2010 2009 Passiva 2010 2009 x € 1.000 x € 1.000 Immateriële vaste activa Eigen vermogen Goodwill 50 75 Aandelenkapitaal 100 100 Wettelijke reserves 42 0 Materiële vaste activa Winstreserves 180 160 Machines en installaties 120 110 Transportmiddelen 80 60 Voorzieningen Kantoorinventaris 35 38 Groot onderhoud 10 40 Pensioenen 120 100 Financiële vaste activa Deelneming 120 100 Schulden lang Leaseverplichtingen 80 90 Voorraden Papier 41 36 Schulden kort Overigen 4 4 Handelscrediteuren 55 58 Handelsbank 104 112 Vorderingen Omzetbelasting 24 28 Handelsvorderingen 280 290 Loonheffing 16 8 Rekening-courant directie 20 15 Vennootschapsbelasting 10 18 Latente belastingen Overige vorderingen 5 8 Overige schulden 15 22 Liquide middelen
1
0
756
736
756
Gedeeltelijke toelichting (bedragen x € 1.000) Waarderingsgrondslagen Op de waardering en presentatie zijn de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving toegepast. Waardering vindt algemeen plaats tegen historische uitgaafprijzen. Voor zover voor een balanspost een afwijkende waarderingsgrondslag toegepast is wordt dit bij de betreffende post toegelicht Personeel De gemiddelde personeelsomvang in 2009 en 2010 bedraagt 30 FTE waarvan 20 fulltime en 10 parttime. Deelneming en goodwill Op 1 januari 2008 zijn alle aandelen van Boekbinderij BV overgenomen. De goodwill wordt lineair afgeschreven in 5 jaar. Het verloop van het kapitaalbelang is als volgt: 2010 2009 Boekwaarde 1 januari 100 95 Resultaat boekjaar 55 42 Ontvangen dividend 35 37 Boekwaarde 31 december 120 100
3
736
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Machines en installaties De machines en installaties betreffen kopieer, druk, snij en inbindapparatuur. Waardering vindt plaats tegen actuele waarde. Afschrijving vindt lineair plaats in 10 jaar. De restwaarde is geschat op 10% van de aanschafwaarde. De restwaarde van de aanwezige machines en installaties wordt in 2011 voor het eerst bereikt. Op 1 januari 2010 is een nieuwe snijmachine aangeschaft. Op dat moment is voor het eerst een herwaardering van de aanwezige drukpersen doorgevoerd. Het verloop van deze post is als volgt: 2010 110 20 15 25 120
Boekwaarde 1 januari Investeringen Aanpassingen naar actuele waarde Afschrijving boekjaar Boekwaarde 31 december
2009 130 0 0 20 110
Transportmiddelen De transportmiddelen betreffen twee bedrijfsauto’s voor transport van drukwerk. Waardering geschiedt tegen actuele waarde. Afschrijving geschiedt lineair, waarbij rekening wordt gehouden met een restwaarde van 10%. Kantoorinventaris Kantoormeubelen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Afschrijving vindt plaats in 5 jaar met restwaarden wordt geen rekening gehouden. Voorraden Betreft voorraden papier, inkt en offsetbenodigdheden. Waardering geschiedt tegen verkrijgingsprijs. Overige vorderingen Onder de overige vorderingen zijn latente belastingen opgenomen als gevolg van belastbare en verrekenbare tijdelijke verschillen. De belastbare tijdelijke verschillen zijn gesaldeerd gepresenteerd met de verrekenbare verschillen. De belastinglatenties zijn in 2009 en 2010 berekend tegen het nominale belastingtarief van 20%. De specificatie van deze post is als volgt: Belastinglatentie uit hoofde van: Verrekenbare tijdelijke verschillen Pensioenverplichtingen Belastbare tijdelijke verschillen Milieu-investeringen Fiscale herinvesteringsreserve Herwaarderingen Saldo latente belastingvordering
2010
2009
10,0
6,0
-4,0 -2,0 -2,4 1,6
-3,0 3,0
Eigen vermogen In 2010 heeft een tijdelijke inkoop van aandelen plaatsgevonden als gevolg van het uittreden van een aandeelhouder. In 2011 worden deze aandelen opnieuw uitgegeven. De ingekochte aandelen zijn in mindering gebracht van de winstreserves. De wettelijke reserves zijn bepaald op grond van BW2 artikel 2:390 lid 1 en hebben betrekking op de machines en installaties.
4
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Voorzieningen De voorziening groot onderhoud betreffen de kosten voor het uit te voeren groot onderhoud van de drukpersen. Dit bedrag komt overeen met de fiscale kostenegalisatiereserve. De voorziening pensioenverplichtingen betreft het directiepensioen. Waardering vindt plaats op actuariële grondslag. Leaseverplichtingen Voor de aanschaf van de drukpersen zijn financiële leasecontracten aangegaan. De verplichting voor het komende jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Vennootschapsbelasting Betreft de schuld uit de voorlopige jaarrekening 2010. De directie onderzoekt de mogelijkheid om een meer praktische set van verslaggevingstandaarden toe te passen. Enerzijds neigt men naar toepassing van IFRS vanwege de professionele uitstraling naar de vreemd vermogen verschaffers. Anderzijds denkt men aan toepassing van fiscale grondslagen uit oogpunt van eenvoud. Vraag 1 ( 3 punten) Is het voorgeschreven om de passieve belastinglatentie uit hoofde van de herwaardering te salderen met de actieve latentie in verband met de voorziening pensioenverplichtingen, en wel op grond van: a. de RJ Richtlijnen? b. de IFRS? Motiveer uw antwoord! Vraag 2 (3 punten) Is de rubricering van de latente belasting in de jaarrekening 2010 juist op basis de IFRS? Vraag 3 (3 punten) Bereken de fiscale boekwaarde van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2009. Vraag 4 (4 punten) Geef een controleberekening van de passieve belastinglatente per 31 december 2010 uit hoofde van de herwaardering machines en installaties.
De directie van Drukkerij A4 BV wenst de mogelijkheid tot het toepassen van fiscale grondslagen in de jaarrekening te onderzoeken. Vraag 5 (3 punten) Kan de directie voor het opstellen van de jaarrekening over 2010 op grond van Titel 9 Boek 2 BW overgaan tot het toepassen van fiscale grondslagen? Bespreek in uw antwoord alle wettelijke consequenties.
Fiscaal wordt de deelneming gewaardeerd op verkrijgingsprijs. Vraag 6 (4 punten) Bereken de verkrijgingsprijs van de deelneming en geef de journaalpost van de door te voeren stelselwijziging op de post deelneming in de balans per 1 januari 2010.
5
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Vraag 7 (3 punten) Beredeneer of de herinvesteringsreserve in de jaarrekening 2010 op basis van fiscale grondslagen als verplichting kan/moet worden beschouwd. Vraag 8 (7 punten) Specificeer het eigen vermogen per 1 januari 2010 na het doorvoeren van de stelselwijziging.
6
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Opgave 3 Jaarrapport 2009 van Hydratec Industries NV Hydratec Industries NV (hierna: Hydratec) is de houdstermaatschappij van een aantal industriële ondernemingen die als activiteit hebben de ontwikkeling, het ontwerp en de productie van elektronische bedieningspanelen en van kunststof onderdelen en verpakkingsmaterialen. Aan de jaarrekening 2009 van Hydratec zijn de volgende passages ontleend. Niet alle gegevens zijn nodig voor de beantwoording van de vragen over deze jaarrekening. Zij zijn alleen vermeld om de onderlinge samenhang te bewaren en voor de beeldvorming over Hydratec.
7
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
8
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Hydratec hanteert bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening de volgende grondslagen waaronder de grondslagen van waardering en resultaatbepaling:
9
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Hydratec vermeldt in haar grondslagen bij 1.8 Materiële vaste activa het volgende: Wanneer een actief uit meerdere componenten met een uiteenlopende levensduur bestaat dan worden de componenten separaat verantwoord.
10
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Vraag 1 (4 punten) Geef een uiteenzetting over de wijze waarop de door Hydratec omschreven methode van activeren werkt. Betrek hierin aspecten van zowel waardering als resultaatbepaling.
Veronderstel dat bepaalde materiële vaste activa van Hydratec onderhevig zijn aan groot onderhoud. Op grond van IAS 16 dient Hydratec de uitgaven voor groot onderhoud eveneens volgens de zogenoemde componentenmethode in haar geconsolideerde jaarrekening te verwerken. Eén van de twee voorwaarden voor toepassing van deze methode is dat de uitgaven voor groot onderhoud op betrouwbare wijze kunnen worden vastgesteld. Vraag 2 (4 punten) Noem de andere voorwaarde voor toepassing van de componentenmethode bij de verwerking van uitgaven voor groot onderhoud in de geconsolideerde jaarrekening.
Veronderstel dat bij de aanschaf van bepaalde materiële vaste activa de toekomstige uitgaven voor groot onderhoud niet op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Vraag 3 (6 punten) Geef een uiteenzetting over de wijze waarop Hydratec in die situatie de uitgaven voor groot onderhoud in haar geconsolideerde jaarrekening zal verwerken. Ga ervan uit dat Hydratec het matchingbeginsel zo zuiver mogelijk toepast. Ga in op de initiële waardering en op de vervolgwaardering.
11
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
In 2009 heeft Hydratec een acquisitie gedaan die hierna wordt uiteengezet:
De onder de Immateriële vaste activa opgenomen post goodwill heeft volledig betrekking op de acquisitie van D-Switch. In de toelichting op deze post is de volgende informatie opgenomen:
12
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Vraag 4 (6 punten) Geef voor de volgende van D-Switch overgenomen activa en passiva mogelijke vormen van reële waarde waarvoor Hydratec kan hebben gekozen bij de allocatie van de koopprijs naar de post Goodwill: • Materiële vaste activa • Vorderingen • Voorzieningen.
In verband met een lagere gerealiseerde dan geprognosticeerde omzet van D-Switch over 2009 is de koopprijs aangepast met € 234.098. Vraag 5 (6 punten) Geef gemotiveerd de journaalpost waarmee Hydratec de aanpassing van de koopprijs DSwitch in haar geconsolideerde jaarrekening 2009 heeft verwerkt. Vraag 6 (5 punten) Beschrijf een mogelijke situatie waarin Hydratec een aanpassing van de koopprijs volgens IFRS als resultaat had moeten verantwoorden. Hydratec heeft in de Toelichting bij de vennootschappelijke jaarrekening de volgende informatie opgenomen:
13
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Vraag 7 (5 punten) Geef een verklaring voor de mutatie “Herstructurering binnen de groep - € 845.132” in het verloopoverzicht financiële vaste activa ondanks dat het belang Danielson UK Ltd binnen de Hydratec-groep blijft.
Hydratec heeft in 2010, nog voor het opmaken van de (geconsolideerde) jaarrekening, 75%belangen verworven in Timmerije en Euro. De vennootschap maakt van deze transacties melding in de toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening, onderdeel 1.46 Gebeurtenissen na balansdatum.
14
Externe Verslaggeving 3 proeftentamen 2 - opgaven
Vraag 8 (6 punten) Geef op basis van IFRS 3 uw oordeel over de keuze van 1 januari 2010 als ingangsdatum waarop de financiële gegevens van Euro en Timmerije in de consolidatie van Hydratec worden betrokken.
Veronderstel dat in de loop van 2010 de definitieve cijfers van Euro en Timmerije beschikbaar zijn gekomen. De reële waarde van de netto activa en passiva blijkt dan per saldo € 860.000 hoger te zijn dan de voorlopig vastgestelde reële waarde. Vraag 9 (4 punten) Geef aan, op basis van IFRS, op welke wijze deze afwijking van de reële waarde de vennootschappelijke jaarrekening 2010 van Hydratec zal beïnvloeden. Vraag 10 (4 punten) Geef aan, op basis van IFRS, op welke wijze deze afwijking van de reële waarde de geconsolideerde jaarrekening 2010 van Hydratec zal beïnvloeden.
15