Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Opgave 1 Vraag 1 Geef ten behoeve van de jaarrekening 2009 en 2010 alle met de financial lease samenhangende posten in de balans en winst- en verliesrekening met de daarbij behorende bedragen. 2-1-2009 aankoop bottelinstallatie 2-1-2009 afsluiten leasecontract afschrijving 2009 10% 31-12-2009 leasetermijn idem rentebestanddeel 8% van 500.000 idem aflossingsbestanddeel 31-12-2009 boekwaarde resp. schuldrest
500.000
afschrijving 2010 31-12-2010 leasetermijn idem rentebestanddeel 8% van 452.993 idem aflossingsbestanddeel 31-12-2010 boekwaarde resp. schuldrest
50.000
500.000 50.000 87.007 40.000 47.007 452.993
450.000
87.007 36.239 50.768 402.225
400.000
Vraag 2 Werk ten behoeve van de jaarrekening 2009 twee methoden uit voor de presentatie van de kosten van groot onderhoud en de direct daarmee verband houdende andere jaarrekeningposten. Op het ogenblik bieden de Nederlandse verslaggevingsregels drie mogelijkheden voor de presentatie van kosten van groot onderhoud: • in één keer ten laste van het resultaat van het jaar waarin groot onderhoud heeft plaatsgevonden • jaarlijks 25.000 euro toevoegen aan een voorziening groot onderhoud • bij aanschaf van de bottelinstallatie het geraamde bedrag voor groot onderhoud ad 100.000 euro afsplitsen van de aankoopprijs en afschrijven in vier jaar. De resterende component ad 400.000 euro afschrijven in 10 jaar. Dit noemt men ook wel de componentenbenadering. Methode 1 komt niet in aanmerking omdat het één keer ten laste brengen van het resultaat niet overeenkomt met het matchingprincipe. Toepassing van methode 2 brengt in de winst- en verliesrekening 2009 een post onderhoudskosten van 25.000 euro met zich mee, en in de balans per 31 december 2009 een voorziening groot onderhoud van 25.000 euro. Methode 3 Component groot onderhoud Component bedrijfsmiddel Totaal
aanschaf 100.000 400.000 500.000
afschr 08 BW ult 08 25.000 75.000 40.000 360.000 65.000 435.000
Vraag 3 Bereken voor de begin 2009 aangeschafte bottelinstallatie de voorziening voor latente belastingen per 31 december 2009. Ga in uw berekening uit van de balansbenadering. BE 35% 2-1-2009 aanschaf
500.000
Fisc
Afwijk
VLB
500.000
1
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
2009 afschrijving 10% resp. 50% 31-12-2009 boekwaarde
50.000 450.000
250.000 250.000
200.000
50.000
2
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Vraag 4 Bereken het fiscaal belaste resultaat over 2009 alsmede de door Intervino over 2009 verschuldigde vennootschapsbelasting. Bedrijfseconomische winst 2009 Hogere fiscale afschrijving 2009 Energie-investeringsaftrek
500.000 200.000 60.000 260.000 240.000
Fiscaal belastbare winst Verschuldigde vennootschapsbelasting 25%
60.000
Vraag 5 Bereken de vennootschapsbelastinglast die wordt verantwoord in de bedrijfseconomische winst- en verliesrekening over 2009 van Intervino. Splits de belastinglast zo mogelijk in nominale druk, en over- en onderdruk. Nominale belastingdruk 25% van 500.000 Onderdruk a.g.v. investeringsaftrek 25% van 60.000 Belastinglast in winst- en verliesrekening 2009
125.000 15.000 110.000
Vraag 6 Geef de journaalpost van de verwerking van de belasting in de jaarrekening 2009 van Intervino. Belastinglast aan Voorziening voor latente belastingen aan Verschuldigde vennootschapsbelasting
110.000 50.000 60.000
Vraag 7 Bereken de bedragen waarvoor de volgende posten op de balans per 31 december 2010 en op de winst- en verliesrekening over 2010 zullen voorkomen, uitgaande van de hiervoor omschreven toepassing van actuele waarde voor de bottelinstallatie: • bottelinstallatie • herwaarderingsreserve, gesplitst in een ongerealiseerd en een gerealiseerd deel • voorziening voor latente belasting, gesplitst naar oorzaak • belastinglast
31-12-2009 boekwaarde 1-1-2010 waardestijging 10% 2010 afschrijving 31-12-2010 boekwaarde
VVW 450.000 45.000 - 55.000 440.000
HK 450.000 - 50.000 400.000
HwO
HwG
VLB
33.750 - 3.750 30.000
3.750 3.750
11.250 - 1.250 10.000
Bedrijfseconomische winst 2010 o.b.v. historische kosten Hogere afschrijving o.b.v. actuele waarde Bedrijfseconomische winst 2010 o.b.v. actuele waarde
500.000 5.000 495.000
Belastinglast 25%
123.750
3
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Vraag 8 Geef, uitgaande van de hiervoor omschreven toepassing van actuele waarde voor de bottelinstallatie, de journaalpost van de verwerking van de belasting in de jaarrekening 2010 van Intervino. Bedrijfseconomische winst 2010 o.b.v. historische kosten 500.000 Fiscaal hogere afschrijving 2010 dan o.b.v. historische kosten 200.000 Fiscaal belaste winst 2010 300.000 Verschuldigde vennootschapsbelasting 25% Journaalpost belasting 2010 Belastinglast Voorziening voor latente belastingen aan Voorziening voor latente belastingen aan Verschuldigde vennootschapsbelasting
75.000
123.750 1.250 50.000 75.000
Opgave 2 Vraag 1 Geef gemotiveerd aan op welke wijze Land Cap het verkregen belang in Lava Tube in haar enkelvoudige jaarrekening over 2009 heeft moeten verwerken. Behandel in uw antwoord voor elk afzonderlijk kapitaalbelang de volgende onderwerpen: classificatie (soort kapitaalbelang), balansrubricering, en grondslagen van waardering en resultaatbepaling. Classificatie Land Cap beoogt samenwerking met Lava Tube. Het belang voldoet aan drie voorwaarden: kapitaalverschaffing voor eigen rekening, duurzaam bedoeld en ten dienste van de eigen werkzaamheden. Op grond hiervan is er sprake van classificatie als deelneming. Tevens wordt hier het bestaan van een deelneming vermoed omdat de kapitaaldeelname ten minste 20% bedraagt. Omdat Land Cap de volledige zeggenschap feitelijk zal uitoefenen, is dit tevens een aanwijzing voor het bestaan van een economische eenheid en organisatorische verbondenheid. Dit duidt op de aanwezigheid van een groepsrelatie. Balansrubricering Op grond van het duurzame karakter van de samenwerking geschiedt rubricering onder de financiële vaste activa (als deelneming in groepsmaatschappij). Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Omdat hier sprake is van invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid van Lava Tube geschiedt waardering tegen nettovermogenswaarde. Er is een wettelijk vermoeden dat invloed van betekenis aanwezig is bij een bezit van ten minste 20% zeggenschap hetgeen tot uitdrukking komt in de stemrechten. In de winst- en verliesrekening komt het aandeel in het resultaat van Lava Tube, berekend op basis van de grondslagen van Land Cap. Vraag 2 Bereken de goodwill die Land Cap op 1 januari 2009 betaalt voor het belangen in Lava Tube. Aankoopprijs Zichtbaar intrinsieke waarde 1-1-2009
100.000.000 20.000.000
4
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Aanpassing naar fair value: rechten op frequenties Fair value Betaalde goodwill
50.000.000 70.000.000 30.000.000
5
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Vraag 3 Geef de journaalpost die Land Cap op 1 januari 2009 in haar administratie maakt in verband met de aankoop van de belangen in Lava Tube. Land Cap geeft op 1-1-2009 20.000 nieuwe aandelen van 1.000 euro nominaal uit tegen een beurskoers van 5.000 euro. Journaalpost Immateriële vaste activa: betaalde goodwill Financiële vaste activa: deelneming in groepsmaatschappij aan Geplaatst en gestort kapitaal: 20.000 à 1.000 aan Agio: 20.000 à (5.000-1.000)
30.000.000 70.000.000 20.000.000 80.000.000
Vraag 4 Beredeneer of op grond van Titel 9 Boek 2 BW de door Land Cap gehanteerde afschrijvingstermijn van 20 jaar voor geactiveerde betaalde goodwill is toegestaan. Een afschrijvingstermijn van 20 jaar is wettelijk toegestaan. Voor de afschrijving van geactiveerde goodwill gaat de wet uit van de verwachte gebruiksduur. Indien de goodwill kan worden toegerekend aan een aanzienlijk langere periode mag de afschrijvingsduur langer zijn dan vijf jaar, mits met reden omkleed. Vraag 5 Noem de twee andere, op grond van Titel 9 boek 2 BW toegestane wijzen van verwerking van betaalde goodwill bij verwerving van deelnemingen. • in één keer ten laste van het resultaat brengen • in één keer ten laste van de (vrije) reserves brengen Vraag 6 Geef het verloop van de belangen in Lava Tube en River Delta over 2009 zoals op te nemen in de toelichting op de balans per 31 december 2009 van Land Cap. Lava Tube Financiële vaste activa: aankoop deelneming Aandeel in het resultaat 2009: • resultaat volgens jaarrekening 2009 12.500.000 • aanpassing a.g.v. geactiveerde rechten: hogere afschrijving 5% van 50.000.000 - 2.500.000 • hogere afschrijving installaties: 2.000.000-1.500.000 - 500.000 • activering FM-frequentie per 1-7-2009 i.p.v. tlv WV 2.000.000 • afschrijving FM-frequentie: 5% van 2.000.000 x 0,5 - 50.000 • resultaat volgens grondslagen Land Cap Gedeclareerd dividend 2009 Boekwaarde 31 december 2009 River Delta Aankoopprijs Betaalde goodwill Aandeel in fair values 1-1-2009: 25% van 8.000.000 Aandeel in het resultaat 2009: 25% van 2.000.000 Gedeclareerd dividend 2009: 25% van 600.000 Boekwaarde 31 december 2009
70.000.000
11.450.000 - 5.000.000 76.450.000
12.000.000 10.000.000 2.000.000 500.000 - 150.000 2.350.000
6
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Vraag 7 Ga met behulp van de beschikbare gegevens na of Land Cap in haar enkelvoudige balans per 31 december 2009 een wettelijke reserve moet opnemen. Bereken voor die situatie de omvang van deze wettelijke reserve. Het vormen van een wettelijke reserve ingehouden winsten deelnemingen is wettelijk verplicht indien Land Cap de uitkering van de resultaten van River Delta niet zonder beperking kan bewerkstelligen. De wettelijke reserve bedraagt per 31 december 2009: 500.000-150.000 = 350.000
Opgave 3 Vraag 1 Geef ten aanzien van de doelstelling aan op welk punt organisaties zonder winststreven (OZW) zich onderscheiden van op winst gerichte organisaties. RJ 640.101 OZW’s hebben als primaire doel het nastreven van een maatschappelijk doel of algemeen nut. Op winst gerichte organisaties oefenen hun activiteiten uit met als primaire doel daarmee winst te behalen. Vraag 2 Geef aan op welke wijze en in welk onderdeel van het jaarrapport, buiten de jaarrekening, een OZW volgens RJ 640 informatie kan verstrekken over de realisatie van de doelstelling. RJ 640.502/503 Een OZW dient volgens RJ 640 in het jaarverslag (ook wel aangeduid met bestuursverslag of activiteitenverslag) een beschrijving te geven van de doelstelling, met welk beleid de doelstelling wordt nagestreefd, en de daaruit voortvloeiende activiteiten. Om inzicht te geven in de mate waarin de doelstelling wordt gerealiseerd, wordt deze beschrijving aangevuld met een kwalitatieve uiteenzetting van de resultaten van de ondernomen activiteiten, zo nodig aangevuld met kwantitatieve informatie. Vraag 3 Geef een uiteenzetting over de toegevoegde waarde van het opnemen van de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten van het Gewestelijk Museum. RJ 640.204 De begroting is de financiële neerslag van het beleid en de daaruit voortvloeiende activiteiten voor dat jaar. De begroting vervult doorgaans de rol van stuurinstrument voor de beheersing van die activiteiten. Door het plaatsen van de begrotingscijfers naast de uitkomsten over 2009, aangevuld met een analyse van verschillen in de toelichting, verkrijgt de gebruiker van de jaarrekening van het Gewestelijk Museum aanvullende informatie over effectiviteit en efficiency van de ondernomen activiteiten. (Intern heeft de begroting een autorisatiefunctie). Vraag 4 Het Gewestelijk Museum activeert de kunstcollectie niet (zie de ‘Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling’). Noem hiervoor een argument voor en een argument tegen. Argument voor
7
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Onder de Grondslagen voor de waardering van activa en passiva is vermeld dat de kunstcollectie eigendom is van de Staat der Nederlanden. Argument tegen Het Gewestelijk Museum heeft de kunstcollectie in gebruik, en geniet daaruit de voordelen in de vorm van entreegelden en de nadelen in de vorm van onderhoud en conservering. Daarmee lijkt het Gewestelijk Museum het economische eigendom van de kunstcollectie te hebben.
8
Externe Verslaggeving 2 proeftentamen nieuwe stijl - uitwerking
Vraag 5 Geef een verklaring voor de gekozen wijze van verwerking in de jaarrekening. RJ 640.407, 408 en 410 Het Gewestelijk Museum moet op grond van de RJ alle baten en lasten verantwoorden in de exploitatierekening tenzij het toegelaten rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen betreft. In het verlengde daarvan geldt ook het volgende: Het Gewestelijk Museum dient op grond van de RJ baten met een bijzondere bestemming, in casu de ontvangen bijdragen inzake kunstaankopen ad 13.211.000 euro, afzonderlijk in de exploitatierekening op te nemen. Dit geldt eveneens voor de bestedingen hiervan, te weten de kunstaankopen ad 14.259.000 euro. Tevens dient uit de jaarrekening te blijken in hoeverre deze geoormerkte bijdragen nog niet zijn aangewend voor het doel. Daartoe worden zowel de ontvangsten als de uitgaven in de jaarrekening van het Gewestelijk Museum via het Bestemmingsfonds kunstaankopen geleid. Het saldo van het fonds geeft aan welk bedrag nog kan worden besteed voor het vastgelegde doel. Vraag 6 Geef een kritische beschouwing over de rubricering van de post Bestemmingsfonds kunstaankopen ad 39.000 euro in de geconsolideerde balans per 31 december 2009 van het Gewestelijk Museum. RJ 640.308 Blijkens deze richtlijn maakt het Bestemmingsfonds deel uit van het eigen vermogen. In de geconsolideerde balans per 31 december 2009 is het Bestemmingsfonds kunstaankopen opgenomen ná het Groepsvermogen (waarvan het eigen vermogen deel uitmaakt). Conclusie: het Bestemmingsfonds kunstaankopen is ten onrechte afzonderlijk in de geconsolideerde balans per 31 december 2009 opgenomen. Volgens de RJ zou het fonds deel moeten uitmaken van het eigen vermogen, en dus van de post Groepsvermogen. Vraag 7 Geef volgens de RJ een kenmerkende overeenkomst en een kenmerkend verschil tussen het bestemmingsfonds en de bestemmingsreserve. RJ 640.308 en 309 Overeenkomst Beide posten maken deel uit van het eigen vermogen. Beide posten hebben een beperktere bestedingsmogelijkheid dan gegeven de doelstelling van de organisatie is toegestaan. Verschil Bij het bestemmingsfonds is de beperking in de besteding aangebracht door derden. Daardoor maakt het bestemmingsfonds deel uit van het vastgelegd vermogen. Bij de bestemmingsreserve is de beperking aangebracht door het bestuur van de organisatie. Omdat het bestuur de beperking ook weer kan opheffen, draagt de bestemmingsreserve het karakter van vrij besteedbaar vermogen.
9