Executive Training Financieel Risico Management Sessie 1: Basisbegrippen Financieel Risico Management Hoofddorp, maart 2010
Pagina - 1 -
Rechten en disclaimer Deze training bevat slides die eigendom zijn van O-2M B.V. met uitzondering van de slides die vallen onder sessie 4. Niets uit dit materiaal mag vermenigvuldigd of gebruikt worden zonder nadrukkelijke toestemming van O-2M B.V. met uitzondering van de slides die vallen onder sessie 4. De sheets van deze training bevatten een vereenvoudiging van de werkelijkheid om de basisprincipes van Financieel Risico Management uit te leggen. De training is gericht op begripsvorming en sturing rondom financiële risico’s. De werkelijkheid is complexer en gedetailleerder. O-2M B.V. Antje Breijerstraat 63 2132 ZT Hoofddorp Telefoon: 06 - 48 61 04 22 Website: www.o-2m.nl E-mail:
[email protected] Pagina - 2 -
Financieel Risico Management Sessie 1: Basisbegrippen Financieel Risico Sessie 2: Financieel Risico en Vermogensbeheer Sessie 3: Integratie
Sessie 4: Werkingswijze binnen uw organisatie
Pagina - 3 -
Sessie 1: Basisbegrippen Financieel Risico 1. 2.
3.
Beleggingsvraagstuk Risico 2.1. Risicodefinitie 2.2. Financieel risico Meetmethodieken 3.1. Balansrisico 3.2. Dekkingsgraad 3.3. Risico appetijt 3.4. Alfa en Beta 3.5. VaR 3.6. Modelnauwkeurigheid 3.7. Enkele overige gebruikte begrippen
Pagina - 4 -
1. Beleggingsvraagstuk (1) Vaak gesteld: • Kor wordt 40 jaar en heeft EUR 10k gekregen van zijn ouders. Deze wil hij opzijleggen voor zijn pensioen. Hoe moet hij dit beleggen? Deze vraag is echter fout geformuleerd! Hij dient beter geformuleerd te worden als: • Kor wil, als hij over 25 jaar met pensioen gaat, zijn huidige welvaartsniveau kunnen behouden. Wat kan hij momenteel opzij leggen en op welke wijze moet hij dan investeren om dit te kunnen bewerkstelligen? Welke kans heeft hij dan om zijn doelstelling te bereiken?
Wat betekent dit? • Kor moet weten wat de inflatie in de toekomst is om vast te stellen of hij zijn huidige welvaartsniveau kan handhaven • Kor moet weten wat de regelgever doet inzake belastingen om te kunnen bepalen hoeveel hij nodig heeft • Kor moet weten hoe lang hij nog zal leven vanaf het moment dat hij met pensioen gaat • Kor moet kunnen vaststellen hoeveel geld hij opzij wil en kan leggen nu en in de toekomst om zijn “spaarpotje” op te bouwen
Pagina - 5 -
1. Beleggingsvraagstuk (2) Kor gaat rekenen en maakt een aantal aannames: • Kor verdient EUR 100k per jaar • Hij wil zijn huidige welvaart behouden en heeft nog niets gespaard • De inflatie is de komende 25 jaar vastgesteld op 4% per jaar • De overheid heeft een lange termijn besluit genomen om de komende 50 jaar de belastingregelgeving op pensioenen als volgt in te richten: – Geen belasting op inleg op pensioenen (belastingdruk nu bedraagt 50%) – Pensioen uitkeringen zijn belast met 25% voor alles boven de EUR 20k inflatiegecorrigeerd – Overheid betaald EUR 10k aan gepensioneerden per jaar is afgesproken in het regeringsbeleid met een duur van 50 jaar inflatiegecorrigeerd
Vervolg aannames: • De levensverwachting voor een 40jarige van nu met pensionering op 65 jaar bedraagt 15 jaar • Kor kan en wil niet meer dan EUR 10k per jaar opzij leggen en hij verwacht dat zijn salaris stijgt met inflatie en niet meer dan dat Wat heeft Kor nodig om zijn welvaart te behouden? • Hij heeft nu EUR 50k netto te besteden • Hij heeft straks EUR 20k belastingvrij nodig en EUR 30k is dan belast (staat gelijk aan EUR 40k) • Totaal heeft hij dus EUR 60k nodig in huidige Euro’s om zijn welvaart vast te houden • De overheid betaalt hem hiervan EUR 10k inflatievast • Hij zal zelf moeten zorgen voor EUR 50k inflatievast
Pagina - 6 -
1. Beleggingsvraagstuk (3) Stel even dat er geen inflatie en rendement zijn: Hoeveel heeft Kor dan nodig in zijn spaarpotje om 15 jaar te kunnen leven als er geen rendement wordt gemaakt tijdens zijn pensioen? • EUR 750k = 15 jaar * EUR 50k
Hoeveel meer is EUR 50k per jaar over 25 jaar om de inflatie te corrigeren? • EUR 133k = 50k*(1,04)^25 Kor beseft dat dit bedrag verder oploopt, dus hij maakt een tabel van de toekomstig benodigde uitkering:
Hoeveel moet hij dan sparen? • EUR 30k/jaar = EUR 750k/25 jaar Dit gaat Kor te ver: hij houdt dan nog maar EUR 35k netto over per jaar. Hij zal dan zijn huis moeten verkopen en in een sociale huurwoning gaan leven. Hij besluit de berekening te verfijnen naar Euro’s van straks, rekening houdend met een inflatie van 4%, maar ook rendement op beleggigen van 8% (want dat zegt zijn pensioen adviseur met grote stelligheid).
Het wordt er niet beter op, nu heeft hij ineens EUR 2.909k nodig!!!
Pagina - 7 -
1. Beleggingsvraagstuk (4) Hij realiseert zich dat hij natuurlijk niet meer inlegt vanaf zijn 65ste, maar hij haalt wel rendement over het potje. Hij vraagt zich vervolgens af hoe groot het potje moet zijn op zijn 65ste. Voor de uitkering in zijn 80ste levensjaar moet hij aan het begin van zijn 79ste levensjaar EUR 222k hebben en natuurlijk moet hij EUR 231k hebben voor zijn 79ste levensjaar; dit werkt hij terug naar zijn 65ste verjaardag voor alle jaarlijkse uitkeringen middels onderstaande tabel.
Kor vraagt zich af wat hij nu belegt moet hebben om over 25 jaar EUR 1.631k te hebben. Dit is EUR 238k (EUR 1.631k/1,08^25) en Kor wordt weer vrolijk. Hij vraagt zich af hoeveel hij ieder jaar moet sparen (inflatiegecorrigeerd) om die EUR 1.631k op zijn 65ste verjaardag te hebben. Hij komt uit op EUR 14,5k en dit stemt hem gelukkig omdat dit bruto is voor belasting en hem dit EUR 7,25k per jaar aan netto koopkracht kost (circa 15% van zijn netto besteedbaar inkomen) wat hij wel denkt te kunnen missen
Nog steeds rest een groot gat van EUR 1.631k en Kor blijft somber!
Pagina - 8 -
1. Beleggingsvraagstuk (5) Kor slaapt rustig en maakt een afspraak voor volgende week met zijn pensioenadviseur Dat weekend maakt hij een grove fout, hij gaat lekker zeilen en komt naderhand aan de bar een risk management adviseur tegen. Na een paar biertjes begint Kor trots te vertellen over zijn zoektocht naar een goed pensioen. De risk manager hoort het allemaal aan en begint hoe langer hoe dieper te fronzen.
Nadat Kor uitgepraat is stelt deze Kor 2 vragen: • In hoeverre zijn al je aannames correct? • Waarin ga je beleggen om die 8% rendement te halen? Na deze twee basisvragen praat de risk manager door op de subvragen onderliggend aan de twee basisvragen. Daarbij vertelt hij over onzekerheid en risico. Kor schikt van het gesprek en van de vragen die het oproept. Die nacht slaapt hij dan ook niet. “Wie moet ik nu vragen om een oplossing voor deze vragen te bedenken?”
Pagina - 9 -
Sessie 1: Basisbegrippen Financieel Risico 1. 2.
3.
Beleggingsvraagstuk Risico 2.1. Risicodefinitie 2.2. Financieel risico Meetmethodieken 3.1. Balansrisico 3.2. Dekkingsgraad 3.3. Risico appetijt 3.4. Alfa en Beta 3.5. VaR 3.6. Modelnauwkeurigheid 3.7. Enkele overige gebruikte begrippen
Pagina - 10 -
2.1. Risicodefinitie (1) Vele definities van risico zijn in omloop: • The Shorter Oxford Dictionary definieerd risico als: “Hazard, danger, exposure to mischance or peril (1661)” en “The chance of hazard or commercial loss, specifically in the case of insured property or goods (1719)” • Mathematician Bernoulli (1738): “A risk is a random variable” • Andere definities: ““Risk” relates to strongly adverse outcomes of uncertain (commercial) processes” • En: “Risk is a combination of the probability of an event and its consequence – An event is the occurrence of a particular set of circumstances (e.g. market developments, acts of institutions or individuals, functioning of technical systems) – A consequence may be positive or negative and may be expressed qualitatively or quantitatively”
•
Tenslotte de Nederlandse Wikipedia: “Risico is de kans dat een gebeurtenis plaatsvindt vermenigvuldigd met het gevolg van die gebeurtenis (dit in tegenstelling tot het begrip onzekerheid waarbij de kansen niet bekend zijn). Dit gevolg kan positief dan wel negatief zijn. Meestal wordt het woord echter in de negatieve zin gebruikt. Het risico is tevens de waarschijnlijkheid van blootstelling vermenigvuldigd met het gevolg van blootstelling. Bij dit laatste gaat het voornamelijk om langdurige processen, bij de eerste definitie gaat het vaak om plotselinge gebeurtenissen.”
Hoe zou u risico definiëren?
Pagina - 11 -
2.1. Risicodefinitie (2)
Risk PEvent * Exp Event •
•
•
Dit is de definities zoals hier gebruikt zal worden als we het hebben over risico in de brede zin Gelet dient te worden op het verschil tussen – bruto risico (zonder beheersing/mitigerende maatregelen) en – netto risico (met beheersing/mitigerende maatregelen) Binnen de wereld van financial risk management wordt echter een andere definitie gehanteerd ……….
High
High Risk Moderate Risk Catastrophic Risk
Vanuit de definities blijkt dat risico een kans is op voorkomen van een gebeurtenis vermenigvuldigd met een impact of exposure ten tijde van die gebeurtenis
Probability of Occurrence
•
Low Risk
Low Low
Magnitude of Impact
Hoe zou u omgaan met de verschillende kwadranten van risico?
Pagina - 12 -
High
2.1. Risicodefinitie (3) Risico kent vele vormen maar volgende Total Risk classificatie is momenteel in omloop in de markt: • Business of Strategisch Risico • Operationeel Risico • Financieel Risico Business De drie risicotypes kunnen met elkaar interacteren. Bijvoorbeeld een operationeel risico kan leiden tot een financieel risico wat weer kan leiden tot reputatie risico. Even zo goed kan een operationeel risico opgevangen worden door een ander risico. Hierover wordt gesproken in termen van correlatie en diversificatie (zie case).
Operational
Financial
Om risico te kunnen weerstaan kunnen mitigerende maatregelen genomen worden. Er is dan sprake van bruto versus netto risico. Één van deze maatregelen op totaal niveau is een financiële buffer om verliezen op te kunnen vangen: solvabiliteit.
Solvabiliteit
Mogelijke definitie: alle verliezen die worden veroorzaakt door verschil in business volumes, marges en kosten
Mogelijke definitie: alle verliezen die worden veroorzaakt door inadequate processen, systemen en menselijk handelen aangevuld met wijzigingen in de externe omgeving van de organisatie Mogelijke definitie: alle verliezen die worden veroorzaakt door marktbewegingen op uw assets
Welke risicotypes zijn relevant voor u?
Pagina - 13 -
2.2. Financieel Risico (1) •
•
Binnen financieel risico management wordt een afwijkende maatstaf voor risico gedefinieerd als de algemeen geaccepteerde Hierbij geldt dat risico gedefinieerd is als een daling van de (markt-)waarde van de activa tegen een bepaald confidence niveau
VAR n. . T
Huidige waarde
Winst Verlies Distributie van mogelijk toekomstige waardes
104
103
Waarbij n=het aantal standaard deviaties en T=de termijn in jaren en
eX 2 e X 2
102
101
100
99
•
Deze kan absoluut (ze worden nominaal, dus in geld gerekend, minder waard) dan wel relatief (ten opzichte van een benchmark) worden weergegeven
98
97
Welke portefeuille is risicovoller volgens de algemene versus de financieel risico definitie?
Pagina - 14 -
2.2. Financieel Risico (2) Financieel risico bestaat uit een aantal elementen voor een pensioenfonds: • ALM risk: The risk that future pension payments cannot be financed from the operational cash flow combined with the resulting returns of the assets • Liquidity Risk: Liquidity risk is the potential risk that an organisation will be unable to meet its obligations as they come due because it cannot liquidate assets or obtain adequate funding ("funding liquidity risk") or easily unwind or offset specific exposures without significantly lowering market prices because of inadequate market depth or market disruptions ("market liquidity risk"). • Credit Risk: The risk that one party to a financial instrument will cause a financial loss for the other party by failing to discharge an obligation • Market risk: The risk that the value or future cash flows of a (financial) instrument will fluctuate because of changes in market prices
Financieel Risico ALM
Liquiditeit
Krediet
Markt
Aandelen Rente Valuta Commodity
Welke risico is het hoogst voor een pensioenfonds?
Pagina - 15 -
2.2. Financieel Risico (3) Financieel Risico wordt veroorzaakt door het aanhouden van posities in bezittingen en verplichtingen (asset en liabilities) Alle analyses ten behoeve van financieel risico management richten zich uiteindelijk op twee basistechnieken: • Prijsvariatie • Netto Contante Waarde Omdat financieel risico management intensief gebruik maakt van modellen om risico’s te kwantificeren, dient speciale zorg besteed te worden aan model risico Tools om modelrisico te beheersen zijn het ontwikkeltraject zelf, backtesting, model validatie en een significant change procedure (deze worden later besproken)
Voorbeelden van financieel risico: • LTCM: $3.5 billion bail-out loss due to lack of stress testing/parameter risk (1998) • UBS: $412-million loss from derivatives due to model error (1997) • Bank of Tokyo-Mitsubishi: $83 million lost due to incorrect pricing (1997) • Nat West: £50-million hole in derivative trading due to incorrect pricing (1997) Financieel risico gecombineerd met andere risico types, zoals operationeel risico, geven een ontvlambare mix: • Baring: £700 million loss due to unauthorised trading resulting from failing controls and supervision (1995) • Société Générale: € 4.9 billion loss out of market risk positions exceeding internal limits by far (50 billion vs 125 million desk limit) due to a failure of the internal control system including management supervision (2008) Welke risico types hebben UBS parten gespeeld in 2007/8 – zie bijlage?
Pagina - 16 -
Sessie 1: Basisbegrippen Financieel Risico 1. 2.
3.
Beleggingsvraagstuk Risico 2.1. Risicodefinitie 2.2. Financieel risico Meetmethodieken 3.1. Balansrisico 3.2. Dekkingsgraad 3.3. Risico appetijt 3.4. Alfa en Beta 3.5. VaR 3.6. Modelnauwkeurigheid 3.7. Enkele overige gebruikte begrippen
Pagina - 17 -
3.1. Balansrisico (1) - Liabilities •
•
•
•
Analoog aan het beleggingsvraagstuk uit hoofdstuk 1.1. behandelt balansrisico het vraagstuk rondom de hoeveel geld is er benodigd om in de toekomst te kunnen genieten van een goed pensioen Hier betreft het echter een mix van personen die deels een pensioen krijgen en die deels nog inleggen voor een pensioen later De verplichtingen kunnen in kaart worden gebracht middels analyses van de te verwachten cashflows in de toekomst Dit is van oorsprong het terrein van actuarissen
•
“Jong” pensioenfonds
•
“Oud” pensioenfonds
Welke aannames zijn gemaakt? Wat is de toekomstverwachting sector? Welke stuurmechanismes zijn er?
Pagina - 18 -
3.1. Balansrisico (2) - Assets •
•
•
Assets zijn de ontvangen tegoed die belegd zijn in diverse producten om rendement te genereren Vanuit de assets en hun rendementen worden de toekomstige pensioenuitkeringen verricht Het rendement of return van de assets (zonder inleggen, onttrekkingen, etc) worden weergegeven volgens volgende, simpele formules:
NAVt 1 NAVt R NAVt
•
•
De theorie geeft aan dat spreiding van risico’s een optimaal resultaat kan genereren Rendement
Risico
•
Risico’s kunnen absoluut gemeten worden en relatief ten opzichte van een benchmark:
NAVt 1 R 1 NAVt
–
Iedere investering kent zijn eigen risicoprofiel; denk hierbij aan het verschil tussen aandelen en een spaarrekening
–
Absoluut risico = het risico dat het rendement afwijkt van het verwachtte rendement Relatief risico = het risico dat het rendement afwijkt van de benchmark
Op welk punt op de curve zou je opereren? Hoe veranderd de formule voor return bij een grote instroom van nieuwe fondsen?
Pagina - 19 -
3.1. Balansrisico (3) - Assets Absoluut risico: • Ex post absoluut risico wordt bepaalt aan de hand van de ex post volatiliteit uit het verleden • Ex ante absoluut risico wordt over het algemeen gemeten via het concept van Value at Risk (VaR), met als input de ex post berekende volatiliteit • VaR is gedefinieerd als het maximum verlies binnen een bepaald confidence niveau en tijdsspanne waarbij aangenomen wordt dat markten zich “normaal” gedragen • Het begrip VaR wordt later verder toegelicht
Relatief risico: • Voor iedere asset class kan een benchmark gedefinieerd worden om zo te bepalen of een portefeuille de verwachtte rendementen haalt • De tracking error is een meetmethode om te bepalen hoe nauwkeurig een asset de benchmark volgt • Ex post relatief risico wordt gemeten middels de ex post tracking error:
TE E p b •
2
Ex ante relatief risico wordt gemeten middels de ex ante tracking error:
TE E p b E p b 2
2
In het voorbeeld van de benchmarks, wie geeft welke argumenten om een specifieke benchmark te kiezen?
Pagina - 20 -
2.1. Balansrisico (4) – Assets en Liabilities • •
Het definiëren van deze benchmark is geen sinecure! Stel voor een normale asset manager, niet pensioen gerelateerd: –
–
–
•
•
Een portefeuille manager belegd in aandelen in kleine bedrijven in de wereld Er zijn twee benchmarks beschikbaar: MSCI Global Shares Large Caps en FTSE European Shares Small Caps De eerste heeft een historische performance van 5% terwijl de tweede een historische performance heeft van 7%
Bij actief vermogensbeheer probeert de asset manager door bewust van de benchmark af te wijken en dus een risico te nemen, de rendementen hoger te laten uitvallen (hoge TE) Bij passief vermogensbeheer probeert de asset manager de benchmark zo nauwkeurig te volgen (lage TE)
•
•
•
Pensioenfondsen zijn met name geïnteresseerd in relatief risico; dit is het zogenaamde balansrisico Balansrisico meet in hoeverre de assets de liabilities volgen – of te wel, de liabilities vormen de benchmark Vaak wordt naast balansrisico nog een actief risico gelopen, dit actieve risico vormt, mits goed gemeten, onderdeel van het totale balansrisico
In het voorbeeld van de benchmarks, wie geeft welke argumenten om een specifieke benchmark te kiezen?
Pagina - 21 -
3.2. Dekkingsgraad (1) •
•
•
De dekkingsgraad is een (globale) indicator voor de vermogenspositie van een pensioenfonds: hierbij wordt de contante waarde van de beleggingen gedeeld door de contante waarde van de verplichtingen. Bij een dekkingsgraad van 100% heeft een pensioenfonds net genoeg vermogen om de verplichtingen na te komen, boven de 100% beschikt het fonds over buffers. Bij een lager percentage dan 100% is er sprake van onderdekking. Als voorbeeld het volgende: – – – – –
•
•
•
•
Niet alleen de huidige dekkingsgraad is van belang, maar met name de verwachtte wijze waarop deze zich zal ontwikkelen over de tijd Het balansrisico geeft aan welke onzekerheid er gaat ontstaan inzake de dekkingsgraad; een hoog Balansrisico geeft onzekerheid maar mogelijk met hogere rendementen, terwijl een laag Balansrisico relatieve zekerheid geeft maar met lage rendementen Het effect van het balansrisico is weergegeven in onderstaande figuur:
Beleid is 50% aandelen, 50% rente Huidige waarde aandelen = 53 Netto Contante Waarde rente = 54 Netto Contante Waarde liabilities = 100 Dekkingsgraad = 107/100 = 107%
Zie ook bijlage inzake verhandeling dekkingsgraad volgens Wikipedia
Geeft dit instrument een goed beeld van de daadwerkelijke situatie? Welke aannames zijn gemaakt?
Pagina - 22 -
3.2. Dekkingsgraad (2) •
• •
Voorgaande geeft interessante vragen inzake het management van een pensioenfonds Er zijn diverse strategieën mogelijk uitgaande van diverse variabelen Deze variabelen zijn onder andere: – –
– –
Ouderdom van het pensioenfonds Verwachtte nieuwe instroom en ontwikkelingen achterban waaronder levensverwachting Druk op indexatie en kosten Huidige uitgangspositie van de dekkingsgraad
Bedenk enkele uitgangspunten voor een pensioenfonds en definieer de strategie! Wat betekent het effect van risico?
Pagina - 23 -
3.3. Risk appetijt Case 1
Case 2
U kunt kiezen tussen a en b a. U krijgt EUR 100 b. U heeft een kans van 50% dat u EUR 200 krijgt en een kans van 50% dat u EUR 0 krijgt
U kunt kiezen tussen a en b a. U verliest EUR 100 b. U heeft een kans van 50% dat u EUR 200 verliest en een kans van 50% dat u EUR 0 verliest
Wat is uw voorkeur bij case 1 en 2? Wat is de psychologie achter deze cases? Wat is de link met beleggingen?
Pagina - 24 -
3.4. Alfa en Beta • •
•
In vermogensbeheer wordt vaak genoemd de Alfa en de Beta Alfa is de return die wordt gehaald door actieve risico’s te nemen in afwijking op de benchmark Wiskundig laat zich dit als volgt schrijven:
E R B .E R P •
•
De Beta is de relatie tussen de totale portfolio return en de benchmark return Wiskundig laat deze zich schrijven als:
R n
i 1
p
i
•
•
Op zich zijn de Alfa en de Beta geen risico maatstaven, maar eerder verklaringen waardoor return op een portefeuille wordt gemaakt Een hoge Alfa betekent in feite dat een asset manager een flink hogere return haalt dan de benchmark, wat deze alleen kan bereiken door meer risico te nemen in de vorm van afwijking van de benchmark
E R p Rib E R b
R
2
n
i 1
i
p
E R
p
Is een hoge Alfa gewenst en in welke omstandigheden?
Pagina - 25 -
3.5. Value at Risk •
•
•
•
•
VaR is het maximale verlies gegeven een bepaald confidence niveau binnen een bepaalde tijdsspanne met als aanname normale marktomstandigheden Methodologieën in gebruik: – Historisch – Stress testing – Var/Covar – Monte Carlo Historische VAR: Gebruik historische marktdata om het percentage hoogste verliezen te bepalen (dit percentage is de VaR) Stress testing: Simuleer een aantal extreme scenario's en onderzoek de impact op de portefeuille Var/Covar: Bereken de volatiliteit van de portefeuille door de volatiliteit van iedere asset te nemen en te combineren met de correlatie tussen iedere asset
•
Monte Carlo: The third market model assumes that the logarithm of the return, or, log-return, of any risk factor follows a normal distribution. Collectively, the log-returns of the risk factors are multivariate normal. Monte Carlo simulation generates random market scenarios drawn from that multivariate normal distribution. For each scenario, the P&L of the portfolio is computed. This collection of P&Ls provides a sampling of the P&L distribution from which one can compute the risk measures of choice.
Welke methodologie is het beste?
Pagina - 26 -
3.6. Modelnauwkeurigheid
•
0,6
0,4
0,2
P&L
0
96
91
86
81
76
71
66
61
56
51
46
41
36
31
26
21
Var
16
•
Indien het model goed ontwikkeld is zal niet vaker dan aangegeven in het confidence niveau een verlies worden geleden dat uitkomt boven het verwachtte verlies onder normale marktomstandigheden
6
•
•
11
•
Door alle databewerkingen en wiskundige bewerkingen is het lastig te bepalen of een model nauwkeurig werkt Dit wordt verder versterkt door de onderliggende aannames die gemaakt zijn Een algemeen gebruikte methode is back testing Hierbij wordt achteraf gekeken in hoeverre de voorspelkracht van het model overeenkomt met de praktijk Voor VaR binnen een bank wordt gekeken hoe vaak de W&V van die periode (meestal een dag) een overschrijding laat zien in negatieve zin van de berekende VaR
1
•
-0,2
-0,4
-0,6
•
Gegeven de gevoeligheid van financieel risico modellen is een significant change procedure sterk aan te raden
Wat is de tekortkoming van back testing? Wat is de waarde van de VaR in deze?
Pagina - 27 -
3.7. Enkele overige gebruikte begrippen Risico indicatoren zoals: • Volatiliteit • Correlatie • BPV versus convexiteit • Fat tails en events • Skew • Curtosis • Confidence levels
Risk adjusted return measures zoals Information Ratio (IR) en Sharpe Ratio (SR):
IR
SR
R
R Rf
Business drivers zoals: • Liquide versus illiquide • Simpel versus complex • Solvabiliteit versus liquiditeit Verzekeringstechnische risico drivers zoals: • Langleven risico Operationele risico drivers zoals: • Intern versus extern management
Welke termen wilt u volgende keer bespreken?
Pagina - 28 -