Excursie biologische konijnenhouderij Op 25 november 2013 werd een excursie georganiseerd naar twee biologische konijnenbedrijven in de omgeving van Laval (Fr). De aanleidingen voor dit bezoek: -‐ -‐ -‐ -‐
een marktvraag naar biologische konijnen (Bio-Planet, biologische slagers, thuisverkoop, …) discussie over de gewenste productienormen voor biologische konijnen vragen naar de technische haalbaarheid van de productie van biologische konijnen interesse bij enkele konijnenhouders
Het doel van de excursie was dan ook de Franse productienormen te leren kennen. Deelnemers: Wim Moyaert, Koen Van den Noortgate, Martine Lannoye-Legrand, Arne Vastershaeghe, Wieland Fisher, Ignace Deroo, Paul Verbeke Begeleiding: Antoine Roinsard - Institut Technique de l'Agriculture Biologique (ITAB) ITAB Délégation d'Angers 9, rue André Brouard - BP 70510 49105 ANGERS CEDEX 02 Tél. : +33 (0)2 41 18 61 55 Mobile : 06 13 92 34 58 Fax : +33 (0)2 41 18 60 21
Eerste bedrijfsbezoek Marc Prel La Martinais F-53120 Brécé M: 0033 6 81 02 28 65 Marc Prel heeft vijf jaar ervaring met konijnen, eerst in hokken, later buiten. Het bedrijf is 10,5 ha groot met konijnen, haver en erwten. Op dit ogenblik zijn er 51 moederdierplaatsen. Het doel is om dit uit te breiden naar 80 moederdierplaatsen. Het bedrijf is voor de graanteelt sinds bijna twee jaar in omschakeling naar bio. Binnenkort verwacht hij het biocertificaat. Alle dieren zitten in een parkhuisvesting met uitloop op gras. Alle moederdieren zitten apart van elkaar, maar wel samen met hun jongen. Voor elk moederdier zijn er twee uitlopen met gras voorzien die wisselend worden gebruikt. Er zijn twee kleine gebouwen voor telkens voor 14 voedsters. De voedsters hebben elk een beperkte binnenruimte met een nestbak, een voederruif en een drinkgelegenheid. De uitlopen zijn gemaakt van een plastieken plaat of van kippendraad. Deze zijn telkens 25 cm ingegraven om ontsnappen via holen te voorkomen. Toch blijkt dit onvoldoende te zijn. De buitenafsluiting is
geëlektrificeerd ter bescherming tegen katten. Naast de nesten in de twee kleine gebouwen, zijn er voor de andere moederdieren ook individuele nesthuisjes verspreid rondom de uitloop. Voeder Marc voedert een gangbare konijnenkorrel en erwten en haver in omschakeling naar bio. Zodra de plantenteelt biologisch is, zal hij overschakelen op biologische korrel. Daarna zal hij ook een biocertificaat voor de konijnen kunnen krijgen. Fret Er wordt een fret gebruikt om konijnen die eventueel in een hol in de grond zitten, er weer uit te jagen. Rassen Marc gebruikt twee rassen: Fauve de Bourgogne en Papillon. Papillon heeft meer jongen, maar Marc heeft liever 8 dan 12 jongen. Volgens hem is het geen goed idee om hybride rassen te gebruiken. Ook met de Blauwe van Wenen heeft hij geen goede ervaringen. Marc let goed op inteelt. Daarom koopt hij regelmatig extern een rammelaar aan. Nu zijn er vier rammelaars actief, drie Fauve de Bourgogne en één Papillon. Kweek De moeren worden opnieuw gedekt op 1,5 maand na de geboorte. Er worden 10 à 12 voedsters per 10 à 12 dagen gedekt. Bij het spenen wordt gecontroleerd of de moer vol is. Rond het werpen wordt de moer binnen gehouden. De voedsters werpen ± 4 nesten/jaar. Marc verkoopt gemiddeld 4,5 à 5 vleeskonijnen per nest. Slacht Marc slacht de konijnen zelf en verkoopt ze hun geheel of maakt er charcuterie van gemaakt zoals paté of rillettes. Het (momenteel nog gangbare) konijn verkoopt hij aan 10 à 12 euro/kg geslacht gewicht. De verwachting is dat de prijs voor biokonijn hoger zal liggen. Een karkas weegt ongeveer 1,4 kg. De konijnen worden geslacht op ± 4 maanden. Ziekten Coccidiose is op dit bedrijf (nog?) geen groot probleem. Het drinkwater wordt wel aangezuurd met azijn om coccidiose te voorkomen of in de hand te houden. Er komen ook geen andere ziektes voor. Spenen Er wordt gespeend op 2,5 à 3 maanden ipv de gebruikelijke 1,5 à 2 maanden, omdat de konijnen dan sterker zijn. Na het spenen worden alle jongen (± 25 dieren) overgebracht in één groep voor het afmesten. Deze groepsparken zijn 100 à 150 m2. Ze worden telkens 2 à 2,5 maanden leeg gehouden. Leegstand Er is enkel een sanitaire leegstand van het hok bij het wisselen van de voedster. Het hok en de bijhorende uitloop wordt dan 15 dagen leeg gelaten. De uitloop zelf blijft wel wisselend 2 à 2,5 maand leeg (er zijn 2 uitlopen/voedster).
De uitloopparken zijn nu elk 10 m2. De nieuwe uitloopparken zullen 25 m2 groot zijn. Ook de stal is nu weinig overzichtelijk en is voor verbetering vatbaar. Arbeid Marc geeft de konijnen twee keer per week eten gegeven. Dagelijks controleert hij alle hokken. Dit neemt ± 1,5 uur in beslag. De meeste arbeid gaat in het verwerken van het konijnenvlees. Marc Prel hoopt een inkomen te halen met 80 voedsters. De grondprijs in de regio is 5 à 6.000 auro/ha. De huidige klanten (waaronder AMAP, de Franse Voedselteams) verwachten dat hij binnenkort omschakelt naar bio.
Tweede bedrijfsbezoek Pascal Orain La Giraudais F-53410 Launay-Villiers M: 0033 6 08 63 69 35 Het bedrijf is opgestart in 1993. Aanvankelijk combineerde Pascal het bedrijf met een voorlichtingsactiviteit buitenshuis. Ook de echtgenote werkte van meet af aan mee. In de beginperiode zochten ze naar de juiste bedrijfstak om voldoende inkomen kon genereren. Ze wilden ook rechtstreeks aan consumenten verkopen. Eerst hielden ze schapen die rechtstreeks aan consumenten werden verkocht, maar dit bood onvoldoende inkomen. Toen ze in contact kwamen met een bedrijf dat sinds 1990 konijnen houdt volgens een oud systeem in kleine kooien buiten op het erf (Mr. Moraut) waren ze geïnspireerd om ook met konijnen te beginnen. Tot 2000 hadden ze tien voedsters, acht kooien voor het afmesten en twee kooien voor de rammelaars. Dit was zinvol om de kweek in de vingers te krijgen, maar te klein om leefbaar te zijn. Vanaf 2000 startten ze op 12 ha. In 2003 begon Pascal als voltijds landbouwer kon hij het landbouwerstatuut regelen. Vanaf dan was het bedrijf volledig operationeel. Eerst wilden ze 60 voedsters houden, 50 ooien en 5 runderen. Ondertussen is het bedrijf gegroeid tot 35 ha (5 ha granen en 30 ha weide), 15 à 20 zoogkoeien, 30 ooien en 60 à 70 voedsters. Alles is biologisch gecertificeerd. Er werken 2 VTE en 0,2 loontrekkende. Het graan is een mengteelt van 2/3 triticale, 1/9 gerst, 1/9 haver en 1/9 erwten. Het wordt droog geoogst. Huisvesting De moederdieren en een deel van de vleeskonijnen worden in mobiele hokken gehouden. De kooien zijn ± 1m x 2m + 1m x 0,5m voor het nest. De andere vleeskonijnen worden in een hok in schuur gehouden en hebben toegang tot een ruime uitloop, die omspannen is met een geëlektrificeerd net. Rassen Het is aan raden om op het bedrijf met eigen kweek te werken. Eigen dieren zijn sterker tegen lokale ziekten. Rammelaars koopt Pascal aan bij collega’s, maar ze moeten wel afkomstig zijn van kweek in open lucht. Kweek
Er zijn 3 à 4 worpen per jaar. Er wordt 75 dagen gespeend, ongeveer 6 konijnen per moeder. Dekken gebeurt 1,5 à 2 maanden na het werpen. Jaarlijks worden ± 1200 slachtkonijnen grootgebracht op ± 60 voedsters. De vleeskonijnen worden geslacht op 4 maanden. Voor het afmesten worden 30 à 40 dieren in een park van ± 600m2 gehouden. Economie Het bedrijfsinkomen komt voor 40% van de konijnenhouderij, 40% van de rundveetak en voor 20% van overige activiteiten (appelsap, cider, appeljenever, ooien, …). Voor de konijnen is er geen subsidie. Wel voor het teeltareaal waar o.a. ook de konijnen uitloop hebben. Er wordt 1 ton graan en 0,5 ton korrels per maand gebruikt. Verkoop Tot voor kort verkochten ze hoofdzakelijk via de korte keten, maar sinds kort ook aan een biowinkelketen in Bretagne (BioCoop). Op dit ogenblik wordt 60% rechtstreeks verkocht en 40% aan de biowinkels. Deze laatste worden niet thuis geslacht, maar in een slachteenheid. De productie is niet volledig afgestemd op de vraag omwille van de seizoensgebondenheid. Er zijn vooral veel geboortes in het voorjaar met slachtrijpe konijnen in de zomer. Maar dan is de vraag eerder beperkt. In de herfst is er wel voldoende vraag. In het voorjaar is er dan weer onvoldoende productie. Er is weinig afzet via de catering, wegens te duur. Algemeen is het de bedoeling om de afzetketen zoveel mogelijk in eigen hand te houden. Ziekten Om ziekten te voorkomen worden de konijnen zoveel mogelijk omgeweid. De hokken worden dagelijks verplaatst. De konijnen komen slechts twee keer per jaar op dezelfde plaats. Op die manier wordt infectie in grote mate voorkomen. Daarnaast wordt ciderazijn toegediend in een dosis van 6 à 10% in water. Dit voorkomt in belangrijke mate problemen met coccidiën. Er wordt ook een lookextract in olie gebruikt. Jonge dieren van 12 tot 45 blijken het meest gevoelig te zijn voor coccidiën. De voedsters besmetten de jongen. Sinds enkele jaren wordt niet meer gevaccineerd. Volgens Pascal is gezondheid een kwestie van evenwicht tussen diverse factoren. Hij gebruikt vaak allopatische geneesmiddelen. Twee keer was er myxomatose op het bedrijf, maar zonder al te grote schade. Er worden wel maatregelen genomen om zoveel als mogelijk muggen weg te houden van de stallen. Immuniteit tegen myxomatose door vaccineren blijkt slechts 6 maanden actief te blijven. De meeste verliezen gebeuren bij de hergroei van het gras (maart en april; oktober), wanneer er teveel N is in het gras. Bij het voeren moet opgelet worden dat er niet teveel graan in één keer wordt opgegeten. Bij verstopping treedt dikke buiken op en kan sterfte volgen. Bionormen Er zijn geen EU-normen voor het houden van biologische konijnen. De Franse bionormen zijn een kopie van de gangbare konijnenhouderij in open lucht.
In Frankrijk waren er begin 2000 slechts enkele biologische konijnenhouders. Het precieze aantal op vandaag is niet gekend. Er zijn naar schatting een 20-tal biologische konijnenhouders met een respectabele productie. In 2004 werd gestart met bijeenkomsten tussen konijnenhouders (2 x per jaar, 1 à 2 dagen). Tegenwoordig is er een groep van ± 25 deelnemers aan de bijeenkomsten. Tien deelnemers hiervan zijn boeren, 15 deelnemers zijn in omschakeling of in opstart. Voor de starters en omschakelaars worden aparte bijeenkomsten georganiseerd. Samenwerken tussen telers is belangrijk, zowel in de productie maar ook in de afzet.