Evaluatieverslag Project Broodnodig 2007 - 2008
Stichting Kocon Katwijk, september 2008
Colofon Auteurs:
Jacoline Stol en Thea Guijt
Contactpersonen:
Thea Guijt, e-mail :
[email protected], tel. 071-4015216 Nico van der Stel, e-mail:
[email protected]
Uitgiftemaand:
September 2008
Uitgever:
Stichting Kocon, Callaoweg 1, 2223 AS Katwijk
Bestellen:
Secretariaat Platform Kocon, Thea Guijt
[email protected]
Inhoudsopgave Inleiding........................................................................................ 2 Samenvatting Project Broodnodig ................................................ 3 1. Doel, organisatie en werkwijze ............................................... 5 1.1
Doel ................................................................................................... 5
1.2
Doelgroep .......................................................................................... 5
1.3
Organisatie ........................................................................................ 5
1.4
Werkwijze .......................................................................................... 6
1.5
Financiën ........................................................................................... 6
2. Verloop................................................................................... 7 3. Resultaten ............................................................................ 16 4. Aanbevelingen ..................................................................... 24 5. Bijlagen ................................................................................ 31 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7
Overzicht klanten Voedselbank Katwijk ................................................ 32 Werkwijze Project Broodnodig ............................................................... 36 Kenmerken ondersteuning Project Broodnodig................................... 38 Werkbezoek staatssecretaris Aboutaleb Voedselbank Katwijk .......... 39 Toelichting oorzaken van schulden ....................................................... 40 Ervaringen van twee cliënten met het Project Broodnodig................. 41 Hulp bij administratie voor ouderen door SWOK ................................. 46
Inleiding Aanleiding voor het proefproject Broodnodig vormde het toenemende aantal huishoudens dat een beroep deed op de Voedselbank Katwijk vanwege financiële problemen, het tekort aan financiële (schuld)hulpverlening in Katwijk en het onbenut laten van voorzieningen zoals kwijtschelding en bijzondere bijstand. In de rapportage ‘Alle inwoners tellen mee’ stelde Platform Kocon de gemeente Katwijk voor om een proefproject te starten onder de naam ‘Broodnodig’ met als doel om inwoners snel en praktisch te helpen bij financiële problemen. De inhoudelijke en financiële verantwoording van de beschikbaar gestelde subsidie is een verantwoordelijkheid van Stichting Kocon, de formele rechtspersoon van Platform Kocon. In dit verslag geeft Stichting Kocon een inhoudelijke verantwoording van de ontvangen subsidie voor het Project Broodnodig. De financiële verantwoording volgt op een later tijdstip in een apart document. Met behulp van de resultaten van het proefproject Broodnodig en de aanbevelingen in dit verslag hopen wij een bijdrage te leveren aan het verbeteren/ bijsturen van het armoedebeleid van de gemeente Katwijk. Een belangrijke aanbeveling n.a.v. de uitvoering en de positieve ervaringen en resultaten van het Project Broodnodig is dat het project op basis van de huidige ontwikkelde werkwijze een vervolg gaat krijgen vanuit het Algemeen Maatschappelijk Werk. In dit verband moeten we nadrukkelijk melden dat het positieve verloop mede te danken is aan de bereidheid van de Voedselbank Katwijk, de gemeente Katwijk en andere instanties om mee te werken aan oplossingen. Hierbij valt vooral de bereidwilligheid van de afdeling Sociale Zaken en de woningbouwcorporaties op. Kerken en het Noodfonds van Stichting Kocon speelden een zeer belangrijke rol, soms zelfs een cruciale rol, door de concrete (financiële) ondersteuning van huishoudens in probleemsituaties. Kocon is de gemeente Katwijk zeer erkentelijk voor de geboden kans om dit proefproject uit te voeren. Dankzij dit vertrouwen en de goede samenwerking zijn veel inwoners van Katwijk daadwerkelijk geholpen! Het trekken van conclusies met betrekking tot nut en noodzaak van in te zetten overheidsmiddelen is uiteraard een zaak van de politiek, het gemeentebestuur, maar wij hopen dat dit verslag de noodzaak van structurele ondersteuning voor de groep inwoners met financiële problemen voldoende duidelijk maakt; het gaat om hulp die broodnodig is en voorlopig ook blijft!
Pagina 2
Samenvatting Project Broodnodig Het Project Broodnodig is een tijdelijk proefproject op initiatief van Platform Kocon voor inwoners van de gemeente Katwijk in financiële nood. De cliënten zijn in eerste instantie afkomstig van de Voedselbank Katwijk, daarnaast kunnen ook andere inwoners met financiële problemen beroep doen op de hulpverlening vanuit het Project Broodnodig. Dit evaluatieverslag beschrijft de uitvoering van het Project Broodnodig in de periode 1 juni 2007 tot 1 juni 2008. Hoe verliep het project, werd het beoogde doel en de doelgroep bereikt, hoeveel mensen werden geholpen. Kortom: wat zijn de resultaten. Verloop
De vraag naar ondersteuning was groter dan vooraf ingeschat; 75 huishoudens in plaats van 50 huishoudens. De directe koppeling van Broodnodig met de klanten van de Voedselbank Katwijk als ‘vindplaats’ voor de hulp, blijkt in de praktijk een goed aanknopingspunt met positieve resultaten. Er is een goed netwerk ontwikkeld met hulpverlenende organisaties, woningbouwcorporaties en kerken. Kerken en het Noodfonds van Stichting Kocon speelden een zeer belangrijke rol, soms zelfs een cruciale rol, door de concrete (financiële) ondersteuning van huishoudens in probleemsituaties, zoals dreigende huisuitzetting.
Werkwijze
Een uitgewerkt voorbeeld of een methode was niet voorhanden. Dit gebeurde vanuit de praktijk, met vallen en opstaan. Dit leidde tot een flexibele en praktische werkwijze die goed aansluit bij de hulpvraag van de cliënten. Samen met hen wordt veelal een overzicht gemaakt van alle in- en uitgaven, waardoor de knelpunten en de mogelijkheden voor een aanvulling op het inkomen duidelijk worden. Ander belangrijk kenmerk van de aanpak is het ontbreken van wachttijden en de hulp bij de mensen thuis, zo nodig ook ‘s avonds.
Doelgroep: De beoogde doelgroepen, klanten van de Voedselbank Katwijk en andere inwoners met een zeer laag inkomen zijn goed bereikt. In totaal gaat het om 75 huishoudens met een totaal van 181 personen. De waardering van de cliënten zelf is hoog. Behaalde doelen: Het algemene doel van het project ‘armoedebestrijding’ is bereikt. De inzet vanuit het project resulteerde voor het merendeel van de betrokken mensen in een ordening van de financiële situatie en/of het oplossen of beheersbaar maken van een crisissituatie naar aanleiding van financiële problematiek. In veel situaties was naast een directe verbetering op de korte termijn ook sprake van positieve vooruitzichten op oplossingen voor de langere termijn. Het bieden van financieel overzicht, het treffen van betalingsregelingen en het verruimen van het inkomen en/of het tijdelijk gebruik van een voedselpakket gaf de betrokken mensen rust en (meer) ruimte voor de aanpak en oplossingen van eventuele problemen op andere leefgebieden. Pagina 3
Voor 90% van de betrokkenen is de financiële situatie verbeterd en/of opgelost. De overige 10% waren mensen die (zelf) voortijdig afhaakten om diverse redenen. Vooral op het gebied van belastingenteruggaven is veel ‘winst’ behaald. Het gaat hierbij om duizenden euro’s (ruim 50.000 euro totaal). Het was onthutsend om te constateren dat een meerderheid zoveel ‘geld laat liggen’. Ook andere voorzieningen om het inkomen te vergroten waren slecht bekend of de aanvraag zelf vormde zonder begeleiding een te hoge drempel. Naast het verhogen van het inkomen (een direct effect van de hulpverlening) zijn veel mensen ook anderszins geholpen op allerlei leefgebieden. - Het voorkomen van huisuitzetting (5x); - Het hervatten van werk (7x) - De bemiddeling naar Inkomensbeheer van de Stichting Financiële Dienstverlening (SFD) en het Budget Informatie Punt (BIP) zodat herhaling van financiële problemen wordt voorkomen (5x) - De toeleiding naar en start van hulpverleningstrajecten. Ongeveer de helft van de mensen is doorverwezen naar verdere hulpverlening. Het betreft o.a. hulpverlening op het terrein van psychosociale problematiek, verslaving, schuldsanering (WSNP) en andere problematiek die hulpverlening op langere termijn vraagt. Het nevendoel “Het vinden van structurele oplossingen en verbeteringen binnen de bestaande structuren en organisaties” is nog niet behaald. Inmiddels is met diverse deeloplossingen door de gemeente Katwijk een goede aanzet gemaakt: - De drempel voor inkomensbeheer is verlaagd; sinds 2008 is dit nu ook beschikbaar in Katwijk vanuit het BIP. - Een uitbreiding van de capaciteit van het BIP en een verbeterde (snellere) werkwijze van de schuldhulpverlening vanuit het BIP - De Formulierenbrigade voor alle inwoners van Katwijk. - De website voor inwoners van Katwijk: ‘Bereken je Recht’ Financiën: De toegekende subsidie op basis van de geraamde kosten ad 35.575 euro worden apart en op een later tijdstip verantwoord. Een eerste raming geeft aan dat de kosten niet overschreden zijn. In dit verband moet hierbij wel opgemerkt worden dat de werkelijke kosten van het project hoger waren, omdat de huisvestingskosten, het gebruik van materialen zoals een PC en de begeleidingskosten niet doorberekend zijn. Deze zijn voor rekening van Stichting Kocon. Conclusie:
De hulp vanuit het Project Broodnodig voorziet in een behoefte van Katwijkse inwoners met een laag inkomen die financiële problemen ondervinden. Het is een goede aanvulling op het vangnet voor kwetsbare inwoners in Katwijk. Stichting Kocon pleit voor het vervolg van het Project Broodnodig.
Pagina 4
1. Doel, organisatie en werkwijze In het Projectvoorstel Broodnodig (Platform Kocon, maart 2007) is de beoogde opzet, doel, doelgroep en het bereik uitgebreid omschreven. In dit evaluatieverslag volstaan we met een korte beschrijving.
1.1 Doel Armoedebestrijding.
1.2 Doelgroep Alleenstaanden en gezinnen in Katwijk die financieel niet rond kunnen komen en geen of onvoldoende geld kunnen besteden aan eten en kleding. 1. Klanten van de Voedselbank 2. Overige inwoners van Katwijk met financiële problemen en een zeer laag besteedbaar inkomen Het gaat bijvoorbeeld om mensen die recht hebben op bijstand en bijzondere bijstand, ouderen met een AOW-uitkering en andere inwoners met een (te) laag besteedbaar inkomen. Voorwaarde voor het krijgen van hulp is dat mensen die het betreft bereid zijn om mee te werken aan oplossingen. De omvang van de doelgroep is naar schatting 50 huishoudens.
1.3 Organisatie De projectmedewerkster wordt aangesteld op basis van een jaarcontract, waarbij de inschaling plaats vindt op basis van een HBO-opleiding, leeftijd en ervaring1. Vanwege de kennis en ervaring met deze vorm van hulpverlening krijgt één van de vrijwilligsters van de Voedselbank met een HBO-opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening de kans om het project uit te voeren. Het gaat om een betaalde functie van 32 uur per week. De uitvoerende medewerker van het Project Broodnodig is formeel en op jaarbasis in dienst van Stichting Factor Welzijn. Inhoudelijk ligt de verantwoording bij Stichting Kocon. In de praktijk is deze taak gedelegeerd naar de voorzitter en secretaris van Platform Kocon. De werkplek van de projectmedewerkster is afwisselend bij de mensen thuis, in de ruimte van de voedselbank en in de kantoorruimte van Platform Kocon in Huize Callao. De projectmedewerkster kan hierbij gebruik maken van de computer van het Platform, de internetverbinding en andere faciliteiten.
1
Stichting Kocon heeft zelf geen personeel in dienst; voor het uitvoeren van activiteiten en projecten wordt een beroep gedaan op de samenwerkingspartners in Platform Kocon.
Pagina 5
De hulp vanuit Broodnodig staat formeel los van de voedselbank, maar voor het slagen van Broodnodig is nauwe samenwerking gewenst. De uitvoering van de kerntaak van de Voedselbank, het verstrekken van voedselpakketten, blijft in handen van de voedselbank.
1.4 Werkwijze De werkwijze van het proefproject zal bij de start de werkwijze hanteren zoals deze is ontwikkeld en uitgevoerd door vrijwilligers (HBO studenten) van de Voedselbank Katwijk voor klanten van de voedselbank. Vanuit de praktijk zal deze werkwijze verder ontwikkeld worden. De deelnemers aan het project krijgen individuele hulp gericht op het vergroten en beheren van het inkomen en het opheffen en/of beheersbaar maken van schulden. Voor diegenen die het niet zonder structurele hulp redden, wordt gezocht naar andere ondersteunende mogelijkheden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om inkomensbeheer, bewindvoering, budgetbeheer en/of ondersteunende en activerende begeleiding. De klanten van de voedselbank krijgen bij de aanmelding voor een voedselpakket de mogelijkheid om zich aan te melden als deelnemer voor het Project Broodnodig.
1.5 Financiën Stichting Kocon heeft de gemeente Katwijk een subsidie van 35.575 euro gevraagd voor personeels- en organisatiekosten. De kosten voor huisvesting en het gebruik van materialen zoals een PC en internet zijn hierin niet doorberekend.
Pagina 6
2. Verloop De cliënten die in aanmerking kwamen voor ondersteuning vanuit Broodnodig raakten op de eerste plaats in beeld doordat verwijzers of de mensen zichzelf aanmeldden voor een voedselpakket via de Voedselbank Katwijk. De medewerkster van Broodnodig voerde de intakegesprekken voor de voedselbank uit en kreeg op die manier ook direct een overzicht van de (financiële) problematiek. Daarnaast werden cliënten aangemeld voor het project via hulpverleners, kerken en bijvoorbeeld andere cliënten. Organisatie De formele aanstelling voor de medewerker van het Project Broodnodig, Jacoline Stol, vond plaats bij Stichting Factor Welzijn. De werkbegeleiding lag in handen van de secretaris van het Platform. Een collega maatschappelijk werker bij de Stichting Kwadraad en huidig voorzitter van de Voedselbank Katwijk, Coby Breedijk, was bereid om als klankbord te fungeren en mee te denken in de ontwikkeling van de aanpak. Deze inhoudelijke ondersteuning was van grote waarde voor de ontwikkeling en het functioneren van de projectmedewerkster. Aanmeldingen Per 1 juni 2007 werden vanuit de vrijwillige hulpverlening van de voedselbank 19 cliënten overgedragen naar het Project Broodnodig. Tot en met 31 mei 2008 kwamen daar 56 nieuwe aanmeldingen bij voor het Project Broodnodig. Dit komt op een totaal van 75, waarvan 48 huishoudens via de Voedselbank Katwijk. In sommige situaties was sprake van een gecombineerde aanmelding; zowel voor een voedselpakket als voor de hulp vanuit Broodnodig. Bijlage 1 geeft een overzicht van de klanten van de voedselbank tot 1 juni 2007 en aansluitend een overzicht van de 48 huishoudens die gebruik maakten van het Project Broodnodig via de Voedselbank Katwijk. Vanwege de omvang, de complexiteit van de problematiek en de bureaucratie is er sprake van langdurige begeleidingstrajecten. Per cliënt was gemiddeld 30 uur nodig. Naast de cliënten die op regelmatige basis begeleiding kregen vanuit het Project Broodnodig waren er ook enkele cliënten die gedurende het projectjaar incidenteel een beroep deden op de medewerkster van het project. Het ging dan om ‘eenvoudige’ activiteiten, zoals het invullen van formulieren en adviezen. Bereikbaarheid In de opzet (zie Projectvoorstel) was als ambitie opgenomen dat alle cliënten van Broodnodig binnen vijf werkdagen op een afspraak konden rekenen. Deze ambitie bleek haalbaar. In de praktijk kwam duidelijk naar voren dat de eerste afspraken het beste bij mensen thuis kon plaats vinden. Dit gaf meer zekerheid over de doorgang van de afspraak en alle benodigde informatie was dan bij de hand. Ook de betrokken zelf gaven hier de voorkeur aan vanwege de eigen veilige omgeving. Ook de vervolgafspraken vonden telkens op korte termijn plaats, dat wil zeggen binnen 1 tot 1 ½ week na het maken van de voorgaande afspraak. Al snel bleek namelijk dat een vervolg op korte termijn de motivatie en een actieve opstelling van cliënten bevorderde, doordat er zo minder gelegenheid was om afspraken/ handelingen vooruit te schuiven.
Pagina 7
De projectmedewerkster was 5 dagen per week telefonisch (mobiel) en per e-mail bereikbaar. Toen duidelijk werd dat aanwezigheid op vrijdagmiddag in de voedselbank erg goed werkte en een goede contactmogelijkheid bood voor zowel de betrokken cliënten als de projectmedewerkster, is deze aanwezigheid als vast wekelijks onderdeel opgenomen. Tijdens het uitdelen van de voedselpakketten op de vrijdagmiddag is de projectmedewerkster aanwezig in de koffieruimte van de voedselbank voor korte adviezen, beantwoorden van vragen onder andere n.a.v. brieven die mensen ontvangen en het maken van afspraken. Een ander bijkomend voordeel is dat er hierdoor regelmatig contact is met de vrijwilligers van de voedselbank. De projectmedewerkster is voor uitwisseling van het verloop en afstemming ook aanwezig tijdens de werkgroepvergaderingen van de Voedselbank Katwijk (eenmaal per 6 weken). Gesprekken Inmiddels is vanuit Broodnodig een redelijk vastomlijnde werkwijze ontwikkeld. Zo vinden alle eerste gesprekken bij de mensen thuis plaats. De medewerkster maakt hierbij gebruik van een laptop van het platform. Het geïnstalleerde Excelprogramma biedt direct na invullen (ter plekke) inzicht in de financiële situatie. Met behulp van een checklist ontstaat vervolgens inzicht voor de (on)mogelijkheden voor inkomensondersteuning. Verder in het traject worden ook afspraken gemaakt in de kantoorruimte van Kocon in Huize Callao. Dit onder meer vanwege het gebruik van een internetverbinding die nodig is voor het aanvragen van een DigiD, toeslagen en het zoeken naar een vacature. Activering kan een andere reden zijn voor gesprekken buitenshuis. In Bijlage 2 en Bijlage 3 is informatie bijeen gezet over de werkwijze en kernpunten van het Project Broodnodig. Valkuilen Een valkuil in de beginfase was om ‘uitzoekwerk’ te reserveren voor een later tijdstip, buiten de gesprekken om. Hierdoor overschreed de projectmedewerkster ruimschoots de beschikbare tijd en verloor het overzicht. Deze aanpak had als grootste nadeel voor de cliënten het ontbreken van leermomenten en het bood onbedoeld de mogelijkheid om zo verantwoordelijkheden af te schuiven op de projectmedewerkster. Deze manier van werken is bijgesteld; de afspraken en het uitzoekwerk wordt nu zoveel als mogelijk ter plekke en tijdens de afspraak zelf afgehandeld. Overigens, dit is natuurlijk niet altijd mogelijk omdat organisaties en bedrijven (waaronder de schuldeisers) niet altijd bereikbaar zijn op het gewenste tijdstip. Geld ‘verdienen’ Er is door de inzet vanuit het Project Broodnodig veel geld ‘verdiend’ voor de betrokken cliënten. Variërend van 120 tot 8.000 euro per huishouden!! In totaal is er voor ruim 50.000 euro geïncasseerd aan belastingteruggaven. Uit de praktijk komt overduidelijk naar voren dat mensen niet weten dat zij (met terugwerkende kracht) belasting kunnen terug vragen. Andere onbekende en onbenutte bronnen om het inkomen te vergroten waren de bijzondere bijstand en de toeslagen op inkomen (toeslagen WAO-, WW, AOW, Ziektewetuitkeringen). Huisuitzettingen Tijdens het projectjaar kwam het 9 keer voor dat er sprake was van een dreigende huisuitzetting. Dankzij de projectmedewerkster en de bereidheid tot bemiddeling van de woningbouwcorporaties zijn 5 huisuitzettingen voorkomen. Huisuitzetting werd voorkomen door afspraken met de verhuurder over de aflossing van schulden en de Pagina 8
koppeling aan een hulpverleningstraject. In vier situaties lukte het voorkomen van huisuitzetting niet omdat er sprake was van te veel overlast en het niet nakomen van afspraken of weigering om mee te werken aan een afbetalingsregeling. Verder geldt voor vier van de dreigende huisuitzettingen dat deze voorkomen zijn dankzij de financiële ondersteuning (in de vorm van gift en/ of renteloze lening) door kerken en/of vanuit het Noodfonds van Stichting Kocon. Belangstelling Het project trok kort voor en na de start veel belangstelling, waaronder die van staatssecretaris Aboutaleb (zie Bijlage 4). Tijdens het proefjaar vonden diverse bijeenkomsten plaats om organisaties te informeren, voor uitwisseling en/of om tot werkafspraken te komen. Inwoners en verwijzers wisten zonder actieve promotie (er zijn geen folders uit gegeven of op andere wijze reclame gemaakt) het project goed te vinden. Steeds meer mensen meldden zichzelf aan, veelal via mondelinge reclame van ex-cliënten. In het begin van het project ging het vooral om huishoudens met financiële problemen die afhankelijk waren van een (bijstands)uitkering, later kwamen hier ook huishoudens bij die inkomen uit werk hadden. Aan het werk Met behulp van schuldregelingen èn het vinden van werk zijn de financiële problemen sneller op te lossen. De insteek bij het project was en is dan ook om, waar mogelijk voor wat betreft de persoonlijke of medische omstandigheden, de mensen altijd te stimuleren om (weer) aan het werk te gaan en hen hier ook daadwerkelijk bij te helpen. Deze manier heeft tot positieve resultaten geleid bij 7 cliënten. Doordat zij werk vonden, waren zij ook (beter) in staat om regelingen te treffen voor de schulden. Grote vraag naar hulp Door een onderschatting van het aantal huishoudens dat in financiële nood verkeert èn de onderschatting van de problematiek zelf, dreigden het eerste half jaar van het projectjaar zowel de projectmedewerker als de secretaris van het platform overbelast te raken. De opzet van het project, de grote vraag maar ook de vele emotionele en complexe situaties vergden veel inzet en energie. Het was onverantwoord om op deze manier door te gaan2. Als reactie hierop werd de secretaris teruggetrokken uit de organisatie van de voedselbank en het takenpakket van de projectmedewerkster werd begrensd door de registratie tot een minimum te beperken en de opdracht om eerder door te verwijzen naar andere hulpverleners zoals het maatschappelijk werk, verslavingszorg, de Stichting MEE en het inkomensbeheer door SFD en het BIP. Belangrijke kenmerken van de aanpak, zoals flexibiliteit en het ontbreken van wachttijden, konden op die manier gehandhaafd blijven. Vanwege de voortdurende vraag naar hulp, was er sprake van een intensief projectjaar. De besteding van uren is vooral ingezet voor de directe klantcontacten (ruim 85%). Werkzaamheden als verslaglegging en registratie (de indirecte uren) zijn tot een minimum beperkt.
2
Tijdens het proefjaar zelf is tussentijds, vanwege de proefstatus en de onzekere situatie voor een vervolg, afgezien van een aanvraag voor urenuitbreiding. Bij de aanvraag voor een half jaar verlenging (van juni t/m november 2008) is wel om urenuitbreiding verzocht hetgeen ook is gehonoreerd.
Pagina 9
KOT Tijdens het projectjaar volgde de projectmedewerkster twee trainingen in de Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie, kortweg de KOT-methode. Deze kennis is ingepast als onderdeel van de werkwijze binnen het Project Broodnodig. Het is een waardevolle methode die uitgaat van oplossingen die meetbaar en haalbaar zijn voor de cliënt zelf. Samen met de cliënt wordt in kaart gebracht welke idealen en wensen, stap voor stap te bereiken zijn door gebruik te maken van de oplossingen en de eigen kracht van de cliënt. Door goed te luisteren naar wat de cliënt zelf wil doen en kan, op basis van de situatie, is het mogelijk om de cliënt te motiveren om aan de situatie te werken. Schulden Veel huishoudens hadden te kampen met schuldenproblematiek. Zij waren het (financiële) overzicht kwijt waardoor zij dieper en dieper dreigden te zakken. Oplossingen waren mogelijk door gebruik van regelingen om het inkomen te verhogen, het (aan)leren om de uitgaven te beheersen in relatie tot het beschikbare budget en het vinden van werk of het verhuizen naar een goedkopere woning. De meest voorkomende schuldeisers waren: 1. NUON en Oxxio (nutsbedrijven) 2. Woningbouwcorporaties 3. Postorderbedrijven 4. Banken en organisaties die leningen/ kredieten verstrekken 5. Belastingdienst (vooral aanslagen vanwege het niet of te laat opgeven van wijzigingen) 6. Telefoon (vooral rekeningen van mobiele telefoons) De oorzaken van de schulden waren: 1. Overlevingsschulden 2. Schulden door overbesteding 2. Compensatieschulden 3. Aanpassingsschulden (plotselinge/ tijdelijke verandering in situatie) De projectmedewerkster van Broodnodig kwam in de praktijk alle genoemde soorten problematische schulden tegen, maar ook combinaties. Zie Bijlage 5 voor een korte toelichting van de verschillende categorieën schulden. Elke type schuld vraagt om een andere insteek, maar waar mensen vooral behoefte aan hadden was ordening en aansturing. Ordening was ook telkens een van de eerste stappen. Alle rekeningen kwamen op tafel en gezamenlijk werd een ordner ingericht. Dit gaf al doende in- en overzicht. Op basis van het overzicht werd vervolgens een plan van aanpak gemaakt en een taakverdeling tussen de projectmedewerkster en de cliënt. In een aantal situaties werd afgeweken van deze werkwijze en was het noodzakelijk om eerst de crisissituatie te verhelpen (bv. huisuitzetting, regelen van inkomen of overleg met deurwaarders). Schuldhulpverlening Tijdens het proefjaar werd duidelijk(er) dat medewerkers van de Stichting Financiële Dienstverlening (SFD) in Noordwijkerhout en het BIP in Katwijk tijdens de aanloop naar een minnelijk of wettelijk traject3 een beperkte taak (mogen) hebben in de 3
Het wettelijk traject is de zogeheten WSNP: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.
Pagina 10
begeleiding. De filosofie waarop het BIP de werkzaamheden invult, is gebaseerd op het vertrekpunt dat cliënten zelf verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de financiële problemen en (dus) het oplossen hiervan; de cliënten moeten dan ook zelf handelen en actie ondernemen. Vanuit deze visie beschouwt een medewerker van het BIP het ordenen van financiën en/of het treffen van betalingsregelingen nadrukkelijk niet tot zijn/ haar taak. Een medewerker zal de cliënt ‘slechts’ adviseren hoe en wat hij kan doen. Voor veel mensen is deze advisering toereikend. Vanuit de praktijk van Broodnodig bleek dat er een groep mensen is die deze eigen verantwoordelijkheid weliswaar erkend, maar geen mogelijkheden meer ziet om de financiële problemen aan te pakken omdat zij geen uitweg meer zien en/ of het te moeilijk vinden. Ook medewerkers van het BIP komen deze groep mensen tegen en tijdens het projectjaar zijn in overleg met de afdeling Sociale Zaken werkafspraken gemaakt hierover. Dit resulteerde in doorverwijzingen van cliënten die meer praktische ondersteuning nodig hadden vanuit het BIP en Sociale Zaken naar het Project Broodnodig. Het oplossen/ verlichten van de financiële nood vanuit Broodnodig, bestond vooral uit: 1. Belastingteruggaven; ruim 50.000 euro totaal. 2. Het gebruik van regelingen zoals bijzondere bijstand en de gemeentelijke ziektekostenregeling. 3. Het aanmoedigen en hulp bieden bij het vinden van werk. 4. Hulp bij het verlagen van te hoge beslagleggingen op het inkomen. 5. Het aanvragen van uitkeringen en toeslagen. 6. Het regelen van redelijke betalingsbedragen en termijnen met schuldeisers. 7. Uitleg over de inhoud/ gevolgen van brieven en beschikkingen en hulp bij het indienen van klachten, bezwaren en beroep. 120 dagen Het BIP werkt volgens de gedragscode van de NVVK4. Hierin is onder meer bepaald dat mensen met schulden en schuldeisers als gelijkwaardige klanten beschouwd moeten worden. De medewerkers van het BIP spreken zelf ook over ‘schuldbemiddeling’ tussen schuldenaren en schuldeisers en niet over ‘schuldhulpverlening’. Een andere bepaling van de NVVK is dat een schuldbemiddelingstraject een maximale duur mag hebben van 120 dagen. Zowel voor de schuldenaren, de schuldeisers en de schuldregelende instelling (het BIP) is het van belang dat het schuldentraject binnen de gestelde termijn van 120 dagen blijft. Een goed imago van de schuldregelende organisatie (het BIP) verhoogt het vertrouwen van de schuldeisers en daarmee de haalbaarheid van een minnelijk traject voor de mensen die schulden hebben. Voordat een overeenkomst getekend wordt wil de schuldregelende instelling vrij zeker zijn van een positieve afloop. Dat wil zeggen: er moet eerst sprake zijn van een zogeheten stabiele (financiële) situatie. Dit betekent in de praktijk dat er na de wachttijd direct na het eerste oriënterende aanmeldingsgesprek bij het BIP eerst nog een fase volgt die bestemd is voor het inventariseren van gegevens, het activeren tot zelfwerkzaamheid èn het stabiliseren van de financiële situatie. De wachttijd voor schuldbemiddeling (minnelijk traject of WSNP) is 1 ½ jaar tot 2 jaar. 4
NVVK: Nederlandse Vereniging Voor Volkskrediet. De NVVK komt op voor de belangen van mensen met schulden èn de schuldeisers. Zie de website: www.nvvk.eu
Pagina 11
Bron: www.NVVK.nl
Verwachtingen schuldhulpverlening- BIP Er blijkt een groot verschil te bestaan in de verwachtingen van cliënten over de werkwijze van het BIP in Katwijk en de werkelijkheid. De cliënt zelf klopt veelal veel te laat aan voor hulp en verwacht dan onterecht dat hij/ zij actief ondersteund wordt door de medewerkers van het SFD of het BIP. Wanneer dit in de praktijk niet het geval blijkt te zijn5 haken veel mensen weer af, met alle gevolgen van dien. Het BIP zelf is duidelijk hierover. Zij verwijzen voor hun handelswijze consequent naar de gedragscode van de NVVK. Manco is dan echter wel dat slechts weinigen de inhoud en de consequenties van deze gedragscode ook daadwerkelijk kent. In het projectjaar waren 36 cliënten van het Project Broodnodig ook cliënt van het BIP, hiervan zijn er twintig doorverwezen via Broodnodig, waarbij de praktische ondersteuning vanuit Broodnodig werd uitgevoerd. Een aantal mensen waarbij dit werd aangeraden wilden niet naar het BIP vanwege slechte ervaringen met het BIP, vanwege schaamte (o.a. vanwege de openbare plek van de wachtruimte in het gemeentehuis) of zij wilde het eerst op eigen kracht en met hulp vanuit Broodnodig proberen. Bereikbaarheid BIP In het projectvoorstel van het Project Broodnodig (maart 2007) werd als wens naar voren gebracht om de contactmogelijkheden met het BIP uit te breiden naar 3x per week. Dit omdat voorzien werd dat het in het belang van de cliënten goed zou zijn dat er samenwerking en afstemming zou zijn met het BIP. Uit ervaring was namelijk bekend dat de bereikbaarheid en contactmogelijkheden met medewerkers van het BIP (te) beperkt was. Dit in tegenstelling tot het SFD waar al wel sprake was van overleg en samenwerking. Deze manier van werken is niet tot stand gekomen. Wel ontstond er meer uitwisseling. De projectmedewerkster maakte gebruik van de e-mail en de spreekuren van het BIP. Een aantal cliënten bleef klachten houden over de beperkte bereikbaarheid; zij werden niet teruggebeld door de medewerkers wanneer zij hierom gevraagd hadden via de voice mail. Ook de locatie in het gemeentehuis van Katwijk bleef voor mensen een drempel. 5
Voor het voorkomen van huisuitzetting, afsluiting van water, gas en licht wordt een uitzondering gemaakt en volgt wel een actieve benadering vanuit het BIP. Dit geldt ook voor het treffen van een betalingsregeling voor de gemeentelijke belastingen.
Pagina 12
Samenwerking voedselbank De samenwerking met de Voedselbank Katwijl verliep uitstekend. Tijdens het projectjaar zijn de taken vanuit het Project Broodnodig steeds meer afgebakend. Zo is nu de herintake voor klanten van de voedselbank (na een ½ jaar) gescheiden van het Project Broodnodig. Verdere afbakening van taken geldt ook voor de aanwezigheid in de Voedselbank; de projectmedewerkster is nadrukkelijk aanwezig voor de hulp aan cliënten en niet, zoals in het begin nog wel het geval was, voor assistentie bij het uitdelen van de voedselpakketten. Sociale Zaken Tussentijds zijn er verschillende notities ingebracht vanuit Kocon om de gemeente Katwijk te informeren over het verloop en de stand van zaken. Daarnaast vond er regelmatig, om de 6 a 8 weken, overleg plaats tussen het afdelingshoofd van Sociale Zaken, mw. C. Gillissen, en mw. L. van der Heijden van Sociale Zaken met als voornaamste doel om signalen uit te wisselen en vragen naar aanleiding van de praktijk mondeling kort te sluiten. De overlegbijeenkomsten verliepen constructief en in een prettige sfeer. Bureau Jeugdzorg Tijdens het projectjaar werd er in toenemende mate samengewerkt met Bureau Jeugdzorg. Dit leidde tot een goede afstemming voor de aanpak van verschillende huishoudens (op dit moment 7). De gezinscoach van Bureau Jeugdzorg bekijkt de totale situatie van de cliënten en stemt de andere hulpverlening, waaronder de financiële ondersteuning vanuit Broodnodig, daarop af. Deze coördinatie voorkwam het langs elkaar heen werken van de verschillende hulpverleners. Het bood mensen steun. Cliënten van Broodnodig hebben veel waardering voor deze vorm van hulpverlening. Kerken De steun vanuit de kerken en dan vooral ook de financiële steun was geweldig. Met een aantal medewerkers van diverse wijkgemeenten en kerkelijke samenwerkingsverbanden kwam een goed en intensief contact tot stand; zij zijn goed bereikbaar en bereid om mensen in financiële nood met materiaal en geld te helpen. Noodfonds Stichting Kocon Tijdens het projectjaar hebben zeven huishoudens, via de projectmedewerkster, een beroep gedaan op het Noodfonds van Stichting Kocon om crisissituaties te voorkomen of te verhelpen. Het ging om een totaalbedrag van 3500 euro voor: huisuitzetting (2x) afsluiten van water (2x) aanschaf van kleding en huisraad als gevolg van het uitbranden van de woning (1x) afsluiten van elektriciteit (1x) en kopen van eten (1x) Deze ondersteuning vanuit het noodfonds was, evenals de financiële ondersteuning vanuit kerken, voor deze huishoudens van zeer groot belang en speelden een cruciale rol in het herstel van betrokken gezinnen. Wat overigens opviel in dit verband was dat er niet ‘automatisch’ hulp wordt geboden in een crisissituatie. Zo bleek bij het volledig uitbranden van een woning, dat de woningbouwcorporatie wel zeer betrokken en actief was bij de noodsituatie van dit Pagina 13
gezin6 (er werd ook snel vervangende woonruimte geregeld), maar vanuit de gemeente of bijvoorbeeld het maatschappelijk werk volgde er geen contact. Maar misschien is hier sprake van de bekende uitzondering en volgt er in andere (vergelijkbare) noodsituaties wel een actie... Budgetcursus Vanuit Broodnodig zijn de Budgetcursussen van de gemeente onder de aandacht gebracht. Deze twee series van 6 bijeenkomsten waren voor een aantal cliënten lastig/ onmogelijk om deel te nemen vanwege de korte periode van aankondiging (de mensen kregen twee weken van te voren een uitnodiging en sommige een week omdat zij via de voedselbank geïnformeerd werden). De cliënten die hebben deelgenomen hebben de cursus als positief en leerzaam/ nuttig ervaren. Een aantal mensen (4) konden niet deelnemen vanwege het tijdstip van 19.00 tot 22.00 uur, dit was niet praktisch omdat er geen oppas geregeld kon worden (eenoudergezinnen). De cursussen in de toekomst houden hier rekening mee. Hoewel mensen vanuit Broodnodig aangemoedigd worden om een cursus te volgen blijkt dit moeizaam; “Ik heb geen geld, waarom zou ik dan een budgetcursus volgen?” Overigen Hieronder volgen tot slot nog enkele andere ervaringen vanuit het Project Broodnodig: - Veel mensen begrepen de brieven van instanties, zoals het CWI, de UWV en de gemeente niet omdat het taalgebruik te ingewikkeld is. Er wordt veel vaktaal gebruikt en verwezen naar allerlei wetsartikelen waarvan de tekst en/of toelichting ontbreekt. Ook de berekeningen en de uitleg voor de hoogte van uitkeringen en vergoedingen ontbreekt in de meeste gevallen, terwijl mensen dit graag willen weten en begrijpen. - Een grote groep mensen had hulp nodig bij het schrijven van een bezwaarschrift. Het niet kunnen schrijven van een bezwaarschrift had voor een aantal mensen grote (financiële) gevolgen. Bijvoorbeeld bij het stopzetten van een ziektewetuitkering bij een acute ziekenhuisopname en als gevolg hiervan het niet kunnen nakomen van de afspraken (en dus het stopzetten van de uitkering). Een ander voorbeeld is de aanslag van de belastingdienst als gevolg van het verkeerd invullen van een formulier doordat de vraag (over gezamenlijk huishouden) niet goed begrepen werd. - Tijdens het projectjaar is ervoor gepleit om de vaste lasten als huur, energie, ziektekostenverzekering en water voor mensen met een WWB-uitkering automatisch te betalen en het bedrag dat overblijft vervolgens over te maken naar de cliënt. Hiermee kan voorkomen worden dat: de cliënten (nieuwe) schulden opbouwen huurschuld opbouwen en als gevolg hiervan een (dreigende) huisuitzetting.
6
Dit gezin was cliënt bij het Project Broodnodig. Sinds 2005 was deze familie afgesloten van elektriciteit. De woning brandde uit door een waxinelichtje. Alles is verbrand. De bijdrage vanuit het Noodfonds is gebruikt voor de aanschaf van kleding en andere noodzakelijke aankopen. Via Broodnodig volgde een oproep om hulp bij de kerk en werd ook hulp geregeld vanuit de voedselbank. Gezamenlijk met vrienden kwam de familie zo aan vervangende spullen en hulp bij het inrichten van de vervangende woning.
Pagina 14
Het biedt ook een garantie dat mensen hun aanspraak op de aanvullende ziektekostenvergoeding behouden. Het kan bovendien tegemoet komen aan de eis van het BIP dat mensen eerst hun vaste lasten op regelmatige basis afdragen voordat zij in aanmerking komen voor schuldsanering (= stabilisatie financiële situatie). Sociale Zaken verklaarde dat dit mogelijk is, maar wel telkens op individueel niveau beoordeeld moet worden. In de praktijk kan deze manier nog meer benut worden. Bijvoorbeeld voor buitenlandse gezinnen die door de taalbarrière in problemen komen met de huur en de ziektekostenverzekering. Om problemen te voorkomen zou het een goede optie zijn als alle WWB-cliënten ervoor kunnen kiezen dat de ziektekostenverzekering automatisch betaald worden. Dit voorkomt ook problemen van de bijzondere bijstand voor ziektekosten die niet wordt uitgekeerd als de aanvullende verzekeringen zijn opgeschort. Het kan mogelijk ook als aandachtspunt bij de jaarcontrole worden ingepast. Wanneer geconstateerd wordt dat mensen schulden hebben/ achterstallige betalingen dan is een aanbod om de vaste lasten te betalen een praktische oplossing. - Sommige adviezen van medewerkers bij instanties werden niet altijd begrepen of zorgden voor onbegrip en boosheid. De indruk bestaat dat de medewerkers het effect van deze wellicht goed bedoelde of ‘grappige’ adviezen niet altijd goed in de gaten hebben. Zo is het feit dat een inwoner eenmaal en niet tweemaal de hondenbelasting vergoed krijgt nog te billijken, maar het advies om een hond weg te doen vanwege de financiële situatie is onbegrijpelijk... - Tijdens de activiteiten van het Project Broodnodig viel het op dat bij afgifte aan de balie van een aanvraag van bijzondere bijstand de mensen geen ontvangstbewijs ontvingen. Zij ontvingen evenmin een bevestiging thuis. Dit gaf onzekerheid en verwarring. Inmiddels is dit verbeterd. Er kan nu om een ontvangstbewijs gevraagd worden, echter dit formuliertje vermeldt niet wat er is ingeleverd en het wordt niet actief aangeboden. Het tijdstip van indienen is echter zo belangrijk dat dit beter geregeld zou moet worden. Tot slot Hoewel de begeleiding vanuit Broodnodig niet altijd betekende dat er directe oplossingen waren, schulden moeten immers ‘gewoon’ betaald worden, bood een voedselpakket en de daaraan gekoppelde hulp van Broodnodig veelal een laatste strohalm. Voor een deel van de mensen betekende deze hulp ook dat zij het (veel) eerder konden redden zonder een voedselpakket. Door het ordenen, het voorkomen van het oplopen van schulden èn het perspectief op een eindsituatie waarin mensen schuldenvrij zijn, bood het project veel mensen weer hoop en veerkracht om hun situatie (weer) aan te pakken en op te lossen.
Pagina 15
3. Resultaten Het algemene doel van het project ‘armoedebestrijding’ is bereikt. Voor alle cliënten geldt dat de inzet vanuit het project resulteerde in een ordening en overzicht van de financiële situatie; dit gaf de betrokken huishoudens rust en stabiliteit. In veel situaties was naast een directe verbetering op de korte termijn ook sprake van vooruitzichten op oplossingen voor de langere termijn. Het bieden van overzicht en rust betekende eveneens meer ruimte voor de aanpak en oplossingen van eventuele problemen op andere leefgebieden. Naast de adviezen voor een betere besteding, bewustmaking van de uitgaven, besparingtips en valkuilen, waren er ook directe inkomsten door het schrappen van niet noodzakelijke uitgaven (o.a. goede doelen, loterijen, dubbele en te hoge verzekeringen) waarmee het besteedbare inkomen vergroot werd. Belastingteruggaven, gebruik van toeslagen en een beroep op de regelingen van de bijzondere bijstand leverden de grootste verruiming van het besteedbare inkomen. Voor 65 van de 75 cliënten kan geconcludeerd worden dat zij financieel baat hadden bij de hulp vanuit het project. Voor 50 van de cliënten leverde het hulpverleningstraject meer financiële armslag op de korte termijn. Naast het vergroten van het besteedbare inkomen resulteerde de inzet en stimulans vanuit het project onder meer tot: Het sterker maken en motiveren van de cliënt op basis van de KOT-methode; Kortdurend oplossingsgerichte Therapie. Het controleren en oefenen van het financiële beheer van verschillende cliënten; zijn de vaste lasten betaald, zijn er nieuwe rekeningen, wat is het uitgavenpatroon per week en/ of per maand. De bemiddeling naar Inkomensbeheer van de Stichting Financiële Dienstverlening (SFD) en het Budget Informatie Punt (BIP) zodat herhaling van financiële problemen wordt voorkomen (5x) De toeleiding naar en start van hulpverleningstrajecten door bemiddeling vanuit het Project Broodnodig. Het betreft o.a. hulpverlening op het terrein van psychosociale problematiek, verslaving, schuldsanering (WSNP) en andere problematiek die hulpverlening op langere termijn vraagt. Opvallende resultaten: - Voor 5 mensen waarbij huisuitzetting dreigde is een schuldregeling getroffen waardoor huisuitzetting is voorkomen. - 7 mensen hebben met hulp vanuit het Project Broodnodig werk gevonden - Naar schatting is er voor een bedrag van ruim 50.000 euro aan directe opbrengsten ‘binnengehaald’ voor 50 cliënten van het Project Broodnodig. - De hoogste bedragen zijn afkomstig van de belasting. Ruim 50% van de huishoudens hebben door belastingteruggaven geld ontvangen. Het nevendoel “Het vinden van structurele oplossingen en verbeteringen binnen de bestaande structuren en organisaties” is nog niet behaald. Het Platform hoopte dat deze periode van een jaar lang genoeg zou zijn om structurele oplossingen en verbeteringen te Pagina 16
vinden binnen de bestaande structuren en organisaties. Dit bleek in de praktijk niet haalbaar. Inmiddels is met diverse deeloplossingen door de gemeente Katwijk een goede aanzet gemaakt: De mogelijkheid voor inkomensbeheer is sinds 2008 nu ook beschikbaar in Katwijk (in voorgaande jaren moesten inwoners van de gemeente Katwijk hiervoor naar andere gemeenten). Een uitbreiding van de capaciteit van het BIP en een verbeterde werkwijze van de schuldhulpverlening uitgevoerd door het BIP De Formulierenbrigade. De website voor inwoners van Katwijk: ‘Bereken je Recht’ Gezinscoach Wanneer er orde is in de administratie en de vaste lasten worden betaald, halen mensen opgelucht adem. Voor veel cliënten is het een enorme strijd om financiële problemen te hebben. Soms gaat dit ook gepaard met psychische problemen en een grote hoeveelheid aan hulpverleners en afspraken. Medewerkers van: het Project Broodnodig, het BIP, de GGZ, Bureau Jeugdzorg, huisarts, tandarts, de school, de gemeente, de UWV, de werkgever. Allemaal instanties waarmee één cliënt tegelijkertijd te maken kan hebben. Ook deze situatie is tijdens het projectjaar verbeterd, dankzij de mogelijkheid van een gezinscoach die bij complexe gezinssituaties de hulpverlening kan coördineren en ervoor kan zorgen dat de ‘overkill’ aan hulpverleners beperkt blijft. Aansluiten bij hulpvraag Vanuit de praktijk is een flexibele en praktische werkwijze ontwikkeld die goed aansluit bij de hulpvraag van de cliënten. Tijdens de uitvoering is een goed netwerk ontstaan met o.a. hulpverlenende organisaties, woningbouwcorporaties, en kerken. Medewerkers van onder meer Bureau Jeugdzorg, de Stichting Financiële Dienstverlening (SFD) en de Afdeling Sociale Zaken het Budget Informatie Punt (BIP) van de gemeente Katwijk verleenden volop hun medewerking. De waardering van de cliënten zelf is hoog. De begeleiding is vooral gericht op de huidige (financiële) situatie waarbij zoveel als mogelijk samen met de cliënt gewerkt wordt aan oplossingen en/ of verbeteringen. Ook als de situatie weer stabiel is en de vaste lasten worden betaald, wordt er nazorg geleverd om te checken hoe het gaat als de cliënt dat op prijs stelt. Er zit geen verplichting aan de hulpverlening afgezien van het nakomen van afspraken. Dit wordt door de mensen gewaardeerd. Zij vinden het fijn dat een maatschappelijk werker langdurig meekijkt naar de situatie en zo nodig ook actie onderneemt. Het effect hiervan is dat de mensen zelf meer actie ondernemen door zelf te bellen naar instanties en er achter aan te gaan.
Pagina 17
Bereik doelgroep: 75 huishoudens Op basis van het verloop van het klantenbestand van de voedselbank in combinatie met het beschikbare aantal uren was rekening gehouden met 50 huishoudens die een beroep zouden doen op het Project Broodnodig. Dit aantal is overschreden: in het projectjaar zijn 75 huishoudens geholpen waarvan 48 via de Voedselbank Katwijk.
FIGUUR 1
Conclusie: de beoogde doelgroepen zijn bereikt: Klanten van de Voedselbank (48 huishoudens) Alle klanten van de voedselbank waren bij de start van het project in juni 2007 volop bereid om mee te werken aan de ‘overname’ van de hulp door de projectmedewerkster (in plaats van een vrijwilliger van de Voedselbank Katwijk). Het project was ook in samenspraak met de klanten en vrijwilligers van de voedselbank voorbereid en werd mede daardoor gedragen en heel positief ontvangen. Het afnemen van de intake (controle en beoordeling) vanuit het project, gaf evenmin een drempel voor nieuwe klanten van de Voedselbank Katwijk. De mogelijkheid om de intake uit te laten voeren door een vrijwilligster van de voedselbank werd geen enkele keer gebruikt. De mensen die het betrof vonden het juist erg prettig dat zij in één keer hun verhaal konden doen. De ‘simpele’ afspraak dat alle informatie vertrouwelijk behandeld zou worden, bleek voldoende en nam als er al sprake was van wantrouwen de eventuele bedenkingen weg. Andere inwoners van Katwijk (27 huishoudens) Vooraf was nadrukkelijk afgesproken dat ook andere inwoners geholpen konden worden vanuit het Project Broodnodig. In totaal waren dit 27 huishoudens. Zij hebben zichzelf aangemeld, zijn doorverwezen door hulpverleners of kwamen via een intake voor de voedselbank in aanraking met het project. Bij de startperiode waren het vooral verwijzers daarna meldden steeds meer mensen zich aan via andere cliënten; de mond-op-mond reclame. Wanneer er tijdens de intake (de controle van in– en uitgaven) voor de Voedselbank naar voren komt dat de aanvrager niet in aanmerking komt voor een voedselpakket volgens de Pagina 18
berekening van de voedselbank dan zal een aanvraag afgewezen worden. In veel gevallen gaat het dan om mensen die net buiten die grenzen vallen. Zij hebben hogere telefoonkosten, internetkosten en andere kosten die niet meegerekend worden in de berekening van de voedselbank. Zo rekent de voedselbank een vast bedrag van 20 euro per maand voor de telefoon, terwijl in de praktijk dit bedrag veelal hoger is. Deze mensen ontvangen weliswaar geen voedselpakket, maar zij kunnen wel gebruik maken van de hulp vanuit het Project Broodnodig.
FIGUUR 2
In figuur 2 lijkt het alsof ‘alleenstaanden’ de grootste groep huishoudens vormden. Voegen we echter de twee onderscheiden typen ‘gezinnen’ samen dan blijkt dat gezinnen met kinderen (37) het meest gebruik hebben gemaakt van het Project Broodnodig. In aantal bestaat de grootste (indirecte) groep personen uit kinderen. (zie figuur 3) Dit geldt overigens ook voor de voedselbank. Een veel gehoorde uitspraak van de betrokken ouders geeft een verklaring voor het hoge aantal gezinnen: “Voor mezelf zou ik absoluut geen beroep doen op de voedselbank, ik eet nog liever zand. Je doet het voor je kinderen, zij kunnen er niets aan doen”. De schaamte voorbij.... .
Pagina 19
FIGUUR 3
De grafieken in de figuren 4 en 5 geven nadere informatie over de samenstelling van de betrokken gezinnen.
FIGUUR 4
Pagina 20
FIGUUR 5
Overzicht hulp schulden en inkomensbeheer (situatie 1 juni 2008) Aantal cliënten die met hulp vanuit Broodnodig aangemeld zijn bij het BIP
20
Aantal cliënten die met hulp vanuit Broodnodig aangemeld zijn bij de Stichting Financiële Dienstverlening (SFD) in Noordwijkerhout
7
Aantal cliënten die gebruik maken van een schuldsaneringtraject (WSNP)
5
Aantal cliënten in het project die failliet verklaard werden tijdens de WSNP omdat zij zich niet hielden aan de afspraken die gelden voor de WSNP. Aantal cliënten waarvoor vanuit Broodnodig schuldregelingen getroffen zijn (zonder aanmelding en bemiddeling door het BIP) Aantal cliënten waarvoor schuldregelingen getroffen zijn via andere hulpverlenende organisaties (zoals de SFD)
2 8 2
Aantal cliënten die op de wachtlijst staan voor de WSNP.
2
Aantal cliënten op de wachtlijst voor inkomensbeheer bij het BIP (wachttijd 3 maanden)
2
Aantal klanten met bewindvoering
1
Het afsluiten van een dossier betekent niet dat de problemen en de schulden zijn opgelost maar dat de situatie op dat moment stabiel is. Cliënten kunnen zo nodig altijd weer een beroep doen op de hulpverlening.
Pagina 21
Afgesloten trajecten naar het aantal cliënten/ huishoudens per maand Maand
Aantal
Juni 2007
2
Juli 2007
2
Augustus 2007
1
September 2007
3
Oktober 2007
7
November 2007
2
December 2007
3
Januari 2008
2
Februari 2008
3
Maart 2008
10
April 2008
2
Mei 2008
10
Totaal aantal afgesloten hulptrajecten
48
Tijdens het project jaar zijn 48 hulptrajecten afgesloten. Hieronder volgt een tabel met een nadere omschrijving van de geboden hulp. Afgesloten hulptrajecten (48) Inkomen op minimumniveau geregeld, adviezen bijzondere bijstand (9) Adviezen en hulp bij aanvragen bijzondere bijstand, door belastingteruggave schuldenvrij (1) Schuldenregeling en doorverwijzing naar begeleidende instantie (1) Te hoge beslaglegging op het inkomen aangepakt, waardoor de vaste lasten weer betaald kunnen worden. (1) Schulden hanteerbaar gemaakt door het treffen van betalingregelingen. Hierdoor konden de vaste lasten weer betaald worden. Doorverwezen naar verdere hulpverlening (inkomensbeheer/ schuldsanering) bij het BIP. (5) Hulpvragen beantwoord, administratie op orde gebracht, verdere begeleiding vanuit BIP. (19) Inkomen geregeld, verdere begeleiding door Stichting Financiële Dienstverlening. (2) Ziektewetuitkering (ZW) geregeld en/ of toeslagen op ZW-uitkering aangevraagd. (5) Hulp bij verhogen inkomen; de vaste lasten worden nu iedere maand betaald. (1) Voortijdig gestopt om verschillende redenen; geen begeleiding meer willen, verslavingsproblematiek, het niet nakomen van afspraken. (6) Waardering cliënten De waardering voor de geboden hulp vanuit het Project Broodnodig is groot. De cliënten geven aan dat de werkwijze aansluit bij de behoefte die zij hebben en voor een aantal heeft de hulp grote positieve gevolgen gehad. Een tevredenheidsonderzoek onder de Pagina 22
cliënten of een effectmeting is niet uitgevoerd, maar de getuigenissen van twee cliënten (zie Bijlage 5) die met toestemming zijn bijgevoegd geven een nadere indruk van de ervaringen. Een grote groep mensen heeft ervaren dat er op korte termijn concrete resultaten haalbaar zijn. De mensen die met klinkende munt werden ‘beloond’ zijn onder de indruk. Velen realiseren zich ook dat de overheid met allerlei aanvullende voorzieningen en toeslagen ook financieel voor haar burgers kan zorgen, maar dat er veel geld blijft liggen als je hier niet zelf èn actief achteraan gaat. De wirwar aan regelingen, de versnippering in uitvoerende instanties en het moeilijke taalgebruik zijn oorzaken die inmiddels goed bekend en erkend worden als oorzaken. Een andere rol spelen de begrenzingen die medewerkers van instellingen hebben; taakafbakeningen, vastgestelde caseloads, registratieopdrachten, protocollen en gedragscodes die weliswaar de bedoeling hebben om duidelijkheid te geven of inzichten te leveren over de behaalde resultaten, maar tegelijkertijd geeft dit een beperkende werking. Structurele oplossingen? Deze doelstelling is nog niet gerealiseerd. De gegevens zijn weliswaar in theorie voor handen, maar de tijd om de gegevens en ervaringen beschikbaar uit het project uit te werken zodat het geschikt is voor een uitgebreide analyse ontbrak. Bewust is voorrang gegeven aan de uitvoering van de directe hulp aan mensen zelf; de vraag hiernaar was immers erg groot. Voor alle duidelijkheid; het uitgangspunt van Kocon is dat het gemeentebestuur van Katwijk eindverantwoordelijk is voor het realiseren van structurele oplossingen ten behoeve van een effectief armoedebeleid. De beschikbare gegevens vanuit Broodnodig en de analyse die hieruit kan volgen is ‘slechts’ een onderdeel en moet beschouwd worden als één van de hulpmiddelen. Financiën De financiële verantwoording van het beschikbaar gestelde subsidiebedrag volgt op een later tijdstip in een apart document. Een eerste raming geeft aan dat de kosten van het projectjaar niet overschreden zijn. De post telefoonkosten is weliswaar veel hoger dan begroot, maar voor de totale uitgaven heeft dat waarschijnlijk geen gevolgen. In dit verband moet opgemerkt worden dat de werkelijke kosten van het project hoger waren, omdat de huisvestingskosten, het gebruik van materialen zoals een PC en de begeleidingskosten niet doorberekend zijn. Deze zijn beschikbaar gesteld/ voor rekening van de Stichting Kocon. De praktijk van het proefproject Broodnodig liet duidelijk zien dat deze vorm van hulpverlening een stimulerende werking heeft op inwoners van Katwijk die met (grote) financiële problemen kampen. De benarde financiële situatie en de wanorde in de financiële administratie, wordt met de hulp vanuit het Project Broodnodig weer inzichtelijk en beheersbaar. Ook medewerkers van organisaties zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk, het BIP en Stichting MEE zijn hierdoor in staat om sneller een hulpverleningstraject te starten of af te ronden.
Pagina 23
4. Aanbevelingen De bereidheid van de gemeente Katwijk om aan oplossingen te werken was en is groot, dit betekende niet dat er al voor alle knelpunten structurele oplossingen gevonden zijn; dat vraagt meer tijd. De toegevoegde waarde van het project Broodnodig is tweeledig: 1. Er kan heel snel gehandeld worden als het gaat om het belang van de cliënt. 2. Het project maakt duidelijk dat verschillende institutionele/bureaucratische processen mede veroorzaken dat cliënten afhankelijk worden van de Voedselbank. Hierin zal moeten worden geïnvesteerd willen we de Voedselbank deels overbodig maken. Tegen deze achtergrond moet gekeken worden naar het vervolg van het Project Broodnodig. De werkwijze voorziet in een duidelijke behoefte en de vraag is groter dan verwacht. Een vervolg van het hulpaanbod is op zijn plaats, waarvoor wij het gemeentebestuur om financiering vragen. Tegelijkertijd moeten we constateren dat dit aanbod de oorzaken van de problemen niet wegneemt. De hulp vanuit het Project Broodnodig biedt, evenals de schuldhulpverlening, vooral een oplossing aan de achterkant van het dienstverleningsproces. Stichting Kocon wil zich, in samenwerking met de gemeente Katwijk, inzetten om verbeteringen te vinden die een oplossing bieden aan de voorkant; het voorkomen van financiële problemen en het centraal stellen van de klant. Kocon pleit er dan ook voor dat er tijdens het vervolg van het Project Broodnodig een analyse plaats vindt van de achterliggende problemen (o.a. met behulp van ervaringen en inzichten vanuit het Project Broodnodig) om daarmee de oorzaken op tafel te krijgen van niet werkende processen en het onbenut laten van bestaande mogelijkheden waardoor mensen in de problemen komen. Juist op dit punt is het bestuur van de gemeente aan zet en niet de hulpverleningsorganisaties. Stichting Kocon wil meewerken aan de analyse en de leerpunten uit het project op bestuurlijk niveau bespreken. In dit hoofdstuk noemen wij een aantal aanbevelingen en verbeteringen naar aanleiding van de ervaringen vanuit het Project Broodnodig. 1. Vervolg Project Broodnodig In de afgelopen periode is duidelijk geworden dat er een grote behoefte bestaat aan de hulpverlening die wordt geboden vanuit het Project Broodnodig. In de afgelopen periode is er zonder reclame voor het bestaande aanbod voorzien in een behoefte door de koppeling en instroom vanuit de voedselbank. Deze werkwijze kan zondermeer vervolgd worden, aangevuld met de mogelijkheid voor hulp aan andere inwoners. Ondanks de hulp van 5 brigadiers voor het invullen van formulieren en een snellere toegang tot het BIP, verwachten wij niet dat dit een afname betekent voor het aantal mensen dat een beroep doet op de hulp vanuit Broodnodig. Het huidige aantal inwoners dat een beroep moet doen op de voedselbank is weliswaar afgenomen en gestabiliseerd7, maar er zijn nog steeds nieuwe aanmeldingen.
7
Bij vrijwel alle voedselbanken in Nederland is nog steeds sprake van een toename van het aantal klanten. Bron: www.voedselbank.nl
Pagina 24
Wanneer de hulp vanuit Broodnodig stopt dan zal dit vrijwel zeker een onmiddellijke stijging tot gevolg hebben en ook de periode dat mensen een beroep moeten doen op de voedselbank zal toenemen. Hoewel we de aantallen en de problematiek zelf niet helemaal juist ingeschat hebben, zijn wij blij dat inwoners van Katwijk de weg naar het Project Broodnodig wisten te vinden. Het is wat ons betreft duidelijk dat de gemeente Katwijk hiermee een vangnet heeft weten te creëren om deze mensen op te vangen. Ook mensen die geen beroep willen doen op de voedselbank kunnen op die manier toch een uitweg vinden om de financiële problemen het hoofd te bieden. De informatie over de werkwijze van het BIP is van belang, vanwege de veronderstelling dat de gemeente Katwijk al voldoende financiële hulpverlening kan bieden vanuit het BIP8. De hulp vanuit het Project Broodnodig zou dan overbodig kunnen zijn op het moment dat de wachttijden zijn weggewerkt al dan niet door structurele uitbreiding van capaciteit en een snellere activering van de mensen die aankloppen bij het BIP. Inmiddels is bekend dat de werkwijze zoals deze wordt uitgevoerd vanuit het Project Broodnodig vanwege de uitgangspunten en de leidende gedragscode van het NVVK niet ‘overgenomen’ kan worden door medewerkers van het BIP. Oplossing is dan ook een combinatie van deze twee voorzieningen waardoor hulp mogelijk blijft voor mensen die gebaat zijn bij een tijdelijke ‘overname’ van verantwoordelijkheden. Het vangnet voor mensen met financiële problemen, waarvan velen veronderstelden dat het al aanwezig was, wordt dan alsnog gerealiseerd. Bij een urenberekening gebaseerd op 36 uur per week is het reëel om uit te gaan van hulp aan gemiddeld 60 huishoudens op jaarbasis. Hierbij is rekening gehouden met de inzet van de Formulierenbrigade. 2. Bereikbaarheid BIP vergroten De bereikbaarheid van het BIP (telefonisch, e-mail, ontbreken avondspreekuur voor mensen die werken) kan verbeterd worden, onder andere om te bevorderen dat de betrokkenen gemotiveerd blijven. Op dit moment zijn de mogelijkheden voor contact met het BIP: 1x per week een spreekuur van een uur op de donderdag ochtend tussen 11.00 en 12.00 uur in het gemeentehuis Katwijk 1x per week een spreekuur van een uur op de vrijdagochtend tussen 9.00 en 10.00 uur in het gemeentehuis Rijnsburg en 1x per week een telefonisch spreekuur van 1 ½ uur tussen 13.30 en 15.00 uur. Klanten van het Project Broodnodig en klanten van de voedselbank geven duidelijke signalen af dat er te weinig contactmomenten zijn met het BIP en klagen over de slechte bereikbaarheid van het BudgetInformatiePunt. Zij spreken de voice-mail in, maar worden niet teruggebeld. Dit werkt demotiverend om verder contact op te nemen. Voor mensen met een baan is het bijna niet mogelijk om contact te leggen met het BIP omdat bereikbaarheid alleen overdag mogelijk is.
8
In dit verband is het overigens opmerkelijk dat uit eerder onderzoek (Onderzoek Voedselbank Katwijk, juni 2007 ) alle ondervraagden, waaronder gemeenteraadsleden en medewerkers van kerken, de verwachting hadden dat medewerkers van het BIP wel praktische ondersteuning bieden en dat de inwoners die hiervoor bij het BIP aankloppen als ‘de’ cliënt beschouwd wordt.
Pagina 25
3. Duidelijke informatie over de werkwijze van het BIP Voor inwoners van Katwijk die aankloppen bij het BIP, de schuldenaren, is de aanpak vanuit het BIP niet of onvoldoende duidelijk. Duidelijke(re) informatie vooraf en tijdens het traject voorkomt onjuiste verwachtingen en onbegrip. 4. Uitbreiden diensten van de Formulierenbrigade Voor een groot aantal formulieren geldt dat de projectmedewerkster van Broodnodig een afspraak kan maken voor hulp bij het invullen via het secretariaat van de Formulierenbrigade. Afgesproken is dat het verwerken van formulieren voor bijvoorbeeld de schuldhulpverlening, de teruggave van belasting en het opstellen van bezwaarschriften of klachten een taak voor de projectmedewerkster van het Project Broodnodig is en niet tot de taken van de Formulierenbrigade gerekend wordt. Het vereenvoudigen van formulieren en duidelijker taalgebruik zijn natuurlijk oplossingen die de oorzaken wegnemen, maar wellicht is het voordat het zover is mogelijk om ook (een deel van) deze diensten onder te brengen bij de Formulierenbrigade omdat een grotere groep inwoners hiermee worstelt. 5. Maatregelen voor het voorkomen van armoedeval Mensen die net boven het minimum zitten kunnen geen aanspraak maken op de bijzondere bijstand, (behalve waar draagkrachtmeting wordt gehanteerd). Hierdoor hebben zij per saldo minder te besteden dan iemand die een inkomen op bijstandniveau heeft. Dit blijkt in de praktijk vooral moeilijk voor ouderen, chronisch zieken en mensen met schoolgaande kinderen. De tabellen hierna tonen de verschillen in inkomsten, uitgaven en het besteedbare inkomen van twee eenoudergezinnen, ieder met 3 kinderen. De bedragen in de tabellen zijn gebaseerd op bestaande situaties. Gezin A heeft als inkomen een WWB uitkering, in gezin B is er inkomen vanuit arbeid. De situatie is voor beide ouders al 5 jaar hetzelfde met hetzelfde inkomen. Vergelijking inkomen per maand
INKOMSTEN
Gezin A Een moeder met 3 kinderen, met een bijstandsuitkering (WWB)
Gezin B Een werkende moeder met 3 kinderen, met een salaris op minimumniveau.
Inkomen
959
1000
Huurtoeslag
184
184
Kindertoeslag
85
85
121
193
14.25
14.25
1398.25
1511.25
Teruggave voorlopige kinderkorting Korting per maand op ziektekostenverzekering via de gemeentelijke regeling Z&Z Totaal inkomen
Pagina 26
Vergelijking uitgaven per maand UITGAVEN
Gezin A Een moeder met 3 kinderen, met een bijstandsuitkering (WWB)
Gezin B Een werkende moeder met 3 kinderen, met een salaris op minimumniveau.
Huur
425
425
Gas en licht
120
120
Ziekenfonds
120
120
Water
30
30
Sporten kinderen
0
(vergoed de gemeente
Sport voor zichzelf
0,80 (100 euro vergoed de gemeente)
10
Internetkosten
0
20
(vergoed de gemeente)
25
Telefoon
60
60
Tv
16
16
Overblijfkosten
0 (kinderen kunnen thuis eten)
50
Gemeentelijke belasting
0
(Kwijtschelding)
34
Hoogheemraadschap
0
(Kwijtschelding)
15
Totaal aan uitgaven
741
895
Vergelijking besteedbaar inkomen per maand
Inkomen na aftrek van de uitgaven/ vaste lasten (excl. verzekeringen, bibliotheek ed)
Gezin A Een moeder met 3 kinderen, met een bijstandsuitkering (WWB)
Gezin B Een werkende moeder met 3 kinderen, met een salaris op minimumniveau.
657.25
616.25
Inkomen WWB min uitgaven = 1398.25 – 741)
Inkomen loon- min uitgaven = 1511,25 – 895
De vergelijkingstabellen laten goed zien dat het huishouden met een inkomen uit arbeid per saldo minder overhoud per maand om van te leven dan het huishouden dat leeft van een inkomen van de WWB-uitkering. Bovendien heeft de persoon met een bijstandsuitkering op jaarbasis ook nog recht op een langdurigheidtoeslag van 430 euro en 277,50 aan vergoeding voor schoolgaande Pagina 27
kinderen. Als er een bril of andere noodzakelijke medische kosten nodig zijn, dan wordt dit ook door de gemeente vergoed. Door de norm voor bijzondere bijstand en kwijtscheldingen op te trekken naar 120% kan deze situatie voorkomen worden. Hierdoor kunnen mensen met werk en een minimuminkomen ook in aanmerking komen voor tegemoetkomingen. Deze 120% regeling geldt nu ook voor de gemeentelijke collectieve ziektekostenregeling voor mensen die verzekerd zijn bij Zorg en Zekerheid. 6. Voorbereiden ruimere toekenning langdurigheidstoeslag Gemeenten zijn vrij om in het kader van het gemeentelijk armoedebeleid een eigen maximale inkomensgrens te hanteren voor tegemoetkomingen en kwijtscheldingen. Door de bovengrenzen op te trekken (voor zoveel mogelijk regelingen) naar 120% van het sociaal minimum, komen ook mensen die werken voor een laag inkomen in aanmerking. Momenteel ligt bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor de langdurigheidstoeslag. Deze nieuwe langdurigheidstoeslag geeft gemeenten nadrukkelijk de mogelijkheid de toeslag ook toe te passen bij mensen die werken en een laag inkomen hebben. In het nieuwe artikel over de doelgroep staat in het wetsontwerp dat het moet gaan om een persoon die “door een gebrek aan arbeidsmarktperspectief geen uitzicht heeft op inkomensverbetering”. Dit wil zeggen dat het moet gaan om het gebrek aan perspectief om het inkomen door arbeid te vergroten. Nu is die toeslag alleen beschikbaar voor mensen met een uitkering, maar als de wet wordt aangenomen kunnen gemeenten met ingang van januari 2009 zelf de keuze maken of ook werkenden onder de langdurigheidstoeslag komen te vallen. De beoogde nieuwe wet betekent ook dat mensen met een bijstandsuitkering die gaan werken voor een minimuminkomen toch voor de langdurigheidstoeslag in aanmerking komen, waardoor werken of weer aan de slag gaan financieel aantrekkelijker wordt. Gemeenten kunnen dus straks zelf de hoogte van de toeslag bepalen. Een te laag bedrag biedt mensen die financieel niet in staat zijn om te sparen/ reserveren voor onverwachte uitgaven geen verlichting, maar een te hoog bedrag kan leiden tot het optreden van de armoedeval (zie de voorbeelden in de tabellen) doordat bij het bereiken van een hoger inkomen direct de hele toeslag verdwijnt. Een gemeente kan hieraan deels tegemoetkomen door een glijdende schaal te gebruiken, waarbij het bedrag van de toeslag bij een hoger inkomen lager wordt. De grens voor de toeslag wordt dan gekoppeld aan een maximale inkomensgrens. Bij een maximale grens van 120% van het sociaal minimum kan gekozen worden voor drie categorieën: 100%; 100-110% en 110-120%.9 Een andere mogelijkheid die het wetsvoorstel geeft, is dat gemeenten in 2009 meer mogelijkheden krijgen om kinderen uit gezinnen met een laag inkomen mee te laten doen aan maatschappelijke activiteiten, zoals sport en cultuur. 9
Bronnen: Modelverordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand. Website: www.vng.nl en Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Website: http://home.szw.nl/index.cfm?menu_item_id=13730&hoofdmenu_item_id=13825&rubriek_item=391905&rubri ek_id=391817&set_id=134&doctype_id=6&link_id=139525
Pagina 28
Wanneer de gemeente Katwijk zich nu al voorbereidt op de mogelijkheden van het wetsvoorstel “Ruimere toekenning langdurigheidstoeslag” kan de verordening direct in werking treden op 1 januari 2009. 7. Informeren over mogelijkheden toeslag op het inkomen Mensen die een uitkering van het UWV (WW, WIA, ZW, WAZO, WAO, WAJONG WAZ) ontvangen die lager is dan de bijstandsnorm kunnen een toeslag via een toeslagformulier verkrijgen via het UWV10. Uit de praktijk van Broodnodig blijkt dat mensen hiervan niet op de hoogte zijn. Op de eerste plaats is het informeren hierover natuurlijk de taak van het UWV, maar misschien is het voor de gemeente Katwijk mogelijk om hier een positieve rol in te spelen. Ter illustratie twee voorbeelden uit de praktijk van Broodnodig: 1.
Een alleenstaande man werd ziek en ontving een ziektewetuitkering van 89 euro per week. Hij was niet op de hoogte dat er een toeslag op zijn uitkering aangevraagd kon worden via het UWV die de ziektewetuitkering uitkeerde. Hierdoor raakte de man achterop met het betalen van zijn ziekenfonds en er ontstonden ook andere schulden. Met hulp van de projectmedewerkster van Broodnodig vulde hij de aanvraagformulieren in voor een toeslag op het inkomen. Voor deze man bedroeg de toeslag 385 euro per maand, waardoor zijn inkomen de wettelijke minimumhoogte bedroeg van 840 euro per maand. Hierna kon hij weer zijn rekeningen betalen.
2.
Een gezin met vier kinderen kreeg een ziektewetuitkering van ca. 740 euro per maand. Hierdoor konden zij niet meer rondkomen en moesten noodgedwongen een voedselpakket aanvragen. Dit gezin heeft een koophuis. De man vaarde, maar werd ziek en werkte een periode aan de wal en werd vervolgens opgenomen in een kliniek. De schaamte was enorm en gedurende 7 maanden leefde het gezin van hun spaargeld. Toen dat op was klopte dit gezin aan bij de Voedselbank. Tijdens de intake hoorde zij dat zij in aanmerking kwamen voor een aanvullende toeslag en natuurlijk werd dit direct geregeld. Door de toeslag werd het inkomen verhoogd naar ca. 1200 euro per maand, na anderhalve maand (de gemiddelde wachttijd voordat een regeling rond is) was de toeslag rond en konden zij weer zelfstandig eten kopen. Nu vaart de man weer en heeft het gezin een normaal inkomen.
8. Groter bereik van ouderen In eerdere notities van het Platform werd opgemerkt dat er weinig aanmeldingen waren van ouderen (3 alleenstaanden) voor hulp vanuit de voedselbank. Tijdens het projectjaar van Broodnodig zou zo mogelijk gezocht worden naar een groter bereik. Helaas ontbrak het aan tijd om hier concrete stappen op te ondernemen. Er is wel overleg geweest met bijvoorbeeld de Senioren AdviesRaad (SAR) en ook met kerken zijn ideeën hierover uitgewisseld, maar dit leidde niet tot een daadwerkelijke oplossing. Vanuit de media is weliswaar bekend dat de Stichting Welzijn Ouderen (SWOK) een speciaal hulpaanbod ontwikkelde voor ouderen die hulp wensen bij hun financiële vragen (zie Bijlage 7), maar het bereik en de resultaten hiervan is niet bekend. Bovendien wordt voor deze hulp een vergoeding gevraagd, hetgeen naar onze mening de drempel verhoogd. 10
Zie ook de website: www.uwv.nl/particulieren/algemeen/artikelen/toeslagen.aspx
Pagina 29
Het bereik van de groep ouderen heeft verdere aandacht nodig, omdat ook uit de praktijk van het project Broodnodig naar voren komt dat er weinig ouderen zijn die zelf een beroep doen op de hulpverlening of worden doorverwezen, terwijl algemeen bekend is dat deze groep veel mogelijkheden voor inkomensverruiming onbenut laat. 9. Aandacht voor jongeren en schulden Er zijn signalen dat steeds meer jongeren schulden hebben. Zo ook in Katwijk. Drie twintigers van het Project Broodnodig hebben schulden. De schulden zijn vanaf hun 18e en 20e jaar begonnen. De schulden zijn voornamelijk bij ziektekostenverzekeringen, bij telefoonbedrijven en door roodstanden op hun rekeningen. Bij twee huishoudens kwam naar voren dat de kinderen, van ca. 20 jaar, ook schulden hadden. Het is goed om in de toekomst aandacht te schenken aan de groep jongeren van vandaag om te voorkomen dat zij in de toekomst met schulden zitten. Dit kan thuis en op school. Zo heeft het Nibud een scala aan lesmaterialen ontwikkeld voor het onderwijs. Ook richt het Nibud zich op ouders en jongeren zelf en heeft het Nibud onlangs een brochure uitgebracht ‘18+ en je geld’(zie verder: www.nibud.nl). 10. Aandacht voor en sneller handelen bij een te hoog loonbeslag Voor een aantal mensen bleek de hoogte van het loonbeslag een probleem. Wanneer er geen berekeningen mogelijk zijn (doordat mensen de papieren niet goed of tijdig invullen) wordt er een hogere beslaglegging gelegd dan de ruimte die de beslagvrije voet zou geven. Op die manier worden mensen geconfronteerd met een hoger loonbeslag, bijv. 300 ipv 50 euro bij een inkomen van 840 euro voor een alleenstaande. Dit overkwam 3 cliënten van het project. Na de hulp bij het ordenen en indienen van de juiste papieren duurde het nog lang (1 tot 3 maanden) voordat de situatie was opgelost. 11. Informatie bijzondere bijstand De folders bijzondere bijstand op het gemeentehuis Katwijk zijn niet goed te vinden. De folders staan achter in het gemeentehuis en mensen moeten moeite doen om de folders te vinden. Een betere, meer opvallende plek, is wenselijk. Bijvoorbeeld daar waar mensen zitten/ staan te wachten. Ook zou er een rekje met informatie over de bijzondere bijstand en andere inkomensondersteunende regelingen bij het BIP kunnen staan. 12. Analyse effecten op langere termijn Veel hulptrajecten van het Project Broodnodig zijn positief afgerond met het vertrouwen dat de tijdelijke ‘overname’ tot de gewenste zelfredzaamheid heeft geleid. Een interessante vraag is of en in hoeverre er bij de betrokken huishoudens van het Project Broodnodig na verloop van tijd nog steeds sprake is van zelfredzaamheid. De Stichting Kocon stelt voor om, naast een analyse naar oorzaken t.b.v. verbeteringen, ook te (laten) onderzoeken wat de effecten van deze aanpak zijn op de langere termijn.
Pagina 30
5. Bijlagen
Pagina 31
Bijlage 1
Overzicht klanten Voedselbank Katwijk
Het Project Broodnodig is voor de hulp en ondersteuning van inwoners van Katwijk direct gekoppeld aan de Voedselbank. De Voedselbank Katwijk startte op 1 juni 2006. Op de volgende pagina’s staan de jaaroverzichten van de huishoudens uit Katwijk die via de Voedselbank Katwijk van 1 juni 2006 tot 1 juni 2008 een voedselpakket ontvingen. In totaal ging het om 86 huishoudens (tot juli 2008: 95). Het gemiddelde aantal pakketten dat per week wordt uitgedeeld ligt tussen de 25 en de 30 pakketten. Dankzij de hulpverlening die er eerst vrijwillig vanuit de voedselbank werd gegeven en nu via het Project Broodnodig krijgen klanten gemiddeld 3 tot 6 maanden een pakket. Niet bekend is wat de gemiddelde tijdsduur bij andere voedselbanken is, maar wij vermoeden dat dit (veel) langer is, wanneer er geen sprake is van actie om de financiële problemen op te lossen. Tot 1 juni 2007 zijn de klanten van de voedselbank op financieel gebied geholpen door vrijwilligers (HBO-MWD studenten van de Hogeschool Leiden) van de voedselbank. Daarna is deze hulp en ondersteuning uitgevoerd door de projectmedewerkster van het Project Broodnodig. Bestaande klanten zijn ‘overgenomen’ van de vrijwilligers. Deze overgang kon soepel verlopen omdat de projectmedewerkster als vrijwilligster bij de voedselbank betrokken was en bekend was met de klanten en hun problematiek. In de overzichten zijn de huishoudens die geen voedselpakket ontvingen, omdat zij (net) boven de grens vielen, niet opgenomen. Er zijn echter meer huishoudens die aankloppen voor hulp bij de Voedselbank omdat zij het financieel niet of nauwelijks redden. In de periode juni 2006 tot juli 2008 ging het om 33 huishoudens die na de intake/ controle NIET in aanmerking kwamen voor een aangevraagd voedselpakket. De inkomsten en uitgaven die gecontroleerd en berekend worden om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor een voedselpakket zijn: Inkomsten: Loon/ uitkering Huurtoeslag Zorgtoeslag Kinderkorting Alimentatie Kostgeld kinderen Uitgaven: Volledige huur Energiekosten en water Verzekeringen (alleen WA, Inboedel en begrafenis) Telefoonkosten (maximaal 20 euro) Schuldenlasten Eventuele terugkomende vaste lasten zoals gemeentelijke belastingen en eigen bijdrage thuiszorg
Pagina 32
Overzicht klanten Voedselbank Katwijk periode 2006-2007
1
Gezin met 4 kinderen
Start/ aanmelding voedselpakket 02-06-2006
2
Alleenstaande vrouw
02-06-2006
9 maanden
3
Gezin met 3 kinderen
02-06-2006
Nog niet beëindigd
4
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
02-06-2006
7 maanden
5
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
02-06-2006
6 maanden
6
Gezin met 3 kinderen
13-06-2006
Nog niet beëindigd
7
Alleenstaande vrouw 2 kinderen
16-06-2006
16 maanden
8
Twee persoonshuishouden
01-07-2006
15 maanden
9
Alleenstaande man
11-07-2006
19 maanden
10
Alleenstaande vrouw
15-08-2006
4 maanden
11
Gezin met 1 kind
12-09-2006
5 maanden
12
Alleenstaande man
14-09-2006
2 maanden
13
Gezin met 2 kinderen
14-09-2006
3 maanden
14
Alleenstaande man
10-10-2006
Nog niet beëindigd
15
Gezin met 2 kinderen
13-10-2006
2 maanden
16
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
10-11-2006
4 maanden
17
Alleenstaande
24-11-2006
13 maanden
18
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
07-12-2006
16 maanden
19
Eenoudergezin; vrouw met 4 kinderen
22-12-2006
6 maanden
20
Alleenstaande vrouw
05-01-2007
Nog niet beëindigd
21
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
12-01-2007
14 maanden
22
Eenoudergezin; vrouw met 1 kind
26-01-2007
4 maanden
23
Alleenstaande man
02-02-2007
1 maand
24
Twee persoonshuishouden
15-02-2007
7 maanden
25
Alleenstaande man
16-02-2007
1 maand
26
Twee persoonshuishouden
26-02-2007
6 maanden
27
Alleenstaande man
08-03-2007
13 maanden
28
Alleenstaande vrouw
12-03-2007
6 maanden
29
Alleenstaande man
14-03-2007
6 maanden
30
Twee persoonshuishouden
15-03-2007
3 maanden
31
Gezin met 1 kind
22-03-2007
4 maanden
32
Alleenstaande vrouw
29-03-2007
7 maanden
33
Alleenstaande vrouw
04-04-2007
10 maanden
34
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
13-04-2007
6 maanden
35
Alleenstaande man
13-04-2007
2 weken
36
Alleenstaande man
13-04-2007
1 maand
37
Gezin met 2 kinderen
11-05-2007
4 maanden
38
Alleenstaande man
24-05-2007
Nog niet beëindigd
Omschrijving huishouden
Pagina 33
Periode ontvangen voedselpakket Nog niet beëindigd
Overzicht klanten Voedselbank Katwijk periode 2007-2008 Omschrijving huishouden
Start/ aanmelding voedselpakket 13-06-2007
Periode ontvangen voedselpakket 4 maanden
1
Tweepersoonshuishouden
2
Eenoudergezin; man met 3 kinderen
13-06-2007
2 maanden
3
Twee persoonshuishouden
15-06-2007
6 maanden
4
Eenoudergezin; vrouw met 1 kind
15-06-2007
5 maanden
5
Tweepersoonshuishouden
28-06-2007
4 maanden
6
Alleenstaande man
06-06-2007
11 maanden
7
Gezin met 6 kinderen
07-07-2007
Nog niet beëindigd
8
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
09-07-2007
13 maanden
9
Alleenstaande vrouw
10-07-2007
Nog niet beëindigd
10
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
13-07-2007
5 maanden
11
Alleenstaande man
14-08-2007
Nog niet beëindigd
12
Eenoudergezin; vrouw 5 kinderen
14-09-2007
7 maanden
13
Eenoudergezin; vrouw 3 kinderen
14-09-2007
5 maanden
14
Gezin met 2 kinderen
14-09-2007
Nog niet beëindigd
15
Alleenstaande vrouw
30-07-2007
Nog niet beëindigd
16
Alleenstaande vrouw
04-10-2007
Nog niet beëindigd
17
Alleenstaande vrouw
04-10-2007
6 weken
18
Alleenstaande man
04-10-2007
6 maanden
19
Eenoudergezin; vrouw met 1 kind
30-10-2007
4 maanden
20
Twee persoonshuishouden
02-11-2007
9 maanden
21
Alleenstaande man
11-11-2007
5 maanden
22
Alleenstaande man
27-11-2007
1 maand
23
Alleenstaande man
07-12-2007
Nog niet beëindigd
24
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
17-12-2007
2 maanden
25
Eenoudergezin; vrouw met 1 kind
21-12-2007
3 maanden
26
Alleenstaande vrouw
24-12-2007
4 maanden
27
Alleenstaande man
04-01-2008
1 maand
28
Alleenstaande man
07-01-2008
Nog niet beëindigd
29
Alleenstaande vrouw
11-01-2008
3 weken
30
Eenoudergezin; vrouw met 3 kinderen
18-01-2008
2maanden
31
Alleenstaande man
08-02-2008
3 weken
32
Gezin met 4 kinderen
15-02-2008
6 weken
33
Gezin met 2 kinderen
15-02-2008
6 maanden
34
Alleenstaande vrouw
29-02-2008
2 maanden
35
Alleenstaande vrouw
29-02-2008
2 maanden
36
Alleenstaande vrouw
29-02-2008
Nog niet beëindigd
37
Gezin 2 kinderen
07-03-2008
2 weken
Pagina 34
Vervolg overzicht klanten Voedselbank Katwijk periode 2007-2008 Omschrijving huishouden 38
Gezin met 3kinderen
Datum aanmelding 14-03-2008
Periode ontvangen voedselpakket 2 maanden
39
Gezin met 3 kinderen
21-03-2008
Nog niet beëindigd
40
Gezin met 1 kind
21-03-2008
Nog niet beëindigd
41
Eenoudergezin; vrouw met 3 kinderen
21-03-2008
Nog niet beëindigd
42
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
25-03-2008
3 maanden
43
Alleenstaande vrouw
04-04-2008
Nog niet beëindigd
44
4 persoonshuishouding (4 volwassenen)
11-04-2008
1 maand
45
Eenoudergezin; vrouw met 2 kinderen
11-04-2008
2 maanden
46
Gezin met 2 kinderen
21-04-2008
Nog niet beëindigd
47
Eenoudergezin; man 4 kinderen
08-05-2008
1 maand
48
Alleenstaande man
13-05-2008
Nog niet beëindigd
Opmerking: In de periode 1 juni tot 1 augustus 2008 zijn er 8 huishoudens bijgekomen.
De Voedselbank Katwijk Op 28 maart 2008 maakten 35 huishoudens uit Katwijk gebruik van een voedselpakket. In onderstaand schema informatie over de bron van inkomsten.
35 huishoudens Voedselbank, ingedeeld naar bron van inkomen: 8 6 4 4 2 2 2 2 2 1 1 1
Huishoudens met een WWB-uitkering Huishoudens met werk Huishoudens met een WAO-uitkering Huishoudens met een WW-uitkering Huishoudens met werk en een WWB-uitkering Huishoudens met een Ziektewetuitkering Huishoudens met een WAO-uitkering en een WWB Huishoudens met ziektegeld van werkgever Nog niet bekend; intake moet nog plaats vinden (tijdelijk voedselpakket). Huishouden zonder inkomen in afwachting van generaal pardon (in woning die de gemeente betaald) Huishouden zonder inkomen Huishouden met werk en (partner met) een zwangerschapsuitkering
Pagina 35
Bijlage 2
Werkwijze Project Broodnodig
De positieve effecten vanuit het Project Broodnodig zijn verkregen door de werkwijze die in het afgelopen proefjaar zijn ontwikkeld en het bereik van de doelgroep, dat wil zeggen de directe koppeling aan de voedselbank. Hier zijn immers de mensen te vinden die grote financiële problemen hebben. Om het positieve effect van het Project Broodnodig te behouden is het van groot belang om de aanpak te borgen en de kans te geven zich nog verder te ontwikkelen. Tegelijkertijd is/ blijft het natuurlijk van belang om aandacht te schenken aan andere oplossingen, de afstemming van taken van hulpverlenende instanties en een preventieve aanpak. De uitgebreide kennis, de ontwikkelde werkwijze en het netwerk van de huidige functionaris, Jacoline Stol, geeft aanleiding om er nadrukkelijk voor te pleiten dat het dienstverband wordt verlengd, hetgeen zij ook zelf erg graag wil. Uitgangspunt is dan een vergelijkbare inschaling (CAO Welzijn 8.3) met een 36-urige werkweek. Hieronder volgen zaken die naar onze mening van groot belang zijn om het succes van Broodnodig voort te kunnen zetten, we noemen hier: Flexibele werktijden en werkplek De projectmedewerkster maakt zelf de afspraken met de mensen. Hierbij kan rekening worden gehouden met de omstandigheden, zoals kinderen en werk van de cliënten. De afspraken vinden ook ’s avonds plaats. Flexibele werkplekken Het eerste gesprek vindt altijd bij de mensen thuis plaats, daarna (vanwege het invullen van formulieren via internet) ook in de kantoorruimte van Platform Kocon in Callao. Dit is een multifunctioneel gebouw en vandaar ook laagdrempelig. Afspraken in bijvoorbeeld het Kwadrant is ook mogelijk. In het geval van complexe problematiek of ‘drempelvrees’ gaat de projectmedewerkster samen met de cliënt naar het aanmeldings/ intakegesprek van bijvoorbeeld het BIP, het CWI, MEE en de St. Financiële Dienstverlening. Hiervoor geldt een reiskostenvergoeding. Flexibele werkwijze De hulpverlening vindt plaats zonder uitgebreide analyse van problemen maar steekt in op de actuele financiële problemen, waaronder schulden. Dit wordt op een praktische manier aangepakt: ordenen van de papieren en het samen invullen van formulieren en het benaderen van bv. incassobureaus. Insteek voor de hulpverlening is de financiële problematiek zoals schulden en/ of een te laag inkomen. Door een beroep te doen op regelingen en toeslagen van overheden en hulp bij schulden is verbetering mogelijk. De hulp start altijd met het ordenen van de financiële administratie; in de meeste situaties zijn cliënten het overzicht hierin kwijt. Emotionele en psychisch problemen zoals rouwverwerking, opvoedproblemen en relationele problemen (scheiding) worden doorverwezen naar maatschappelijk werk, GGZ, Bureau Jeugdzorg en dergelijke. Mensen met verslavingsproblemen en/ of andere specifieke problemen worden eveneens doorverwezen. De hulp op financieel gebied blijft tegelijkertijd doorgaan. In vrijwel alle situaties vindt afstemming/ overdracht plaats
Pagina 36
met de hulpverlener van andere zorg- en dienstinstellingen. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de hulpverlening vanuit het BIP. Caseload is vooraf niet vastgesteld op aantal De projectmedewerkster heeft geen maximaal aantal cliënten. Het aantal is afhankelijk van de beschikbare tijd èn van de omvang van de te regelen zaken. Door de komst van de Formulierenbrigade (waarmee wordt samengewerkt) is de verwachting dat er een verschuiving gaat optreden waardoor de tijd voor cliënten met ‘zwaardere en/ of meervoudige’ financiële problemen kan toenemen. Uitvoeren alle intakes voedselbank De functionaris van Broodnodig neemt de intakes af van alle klanten die een beroep doen op de Voedselbank Katwijk, mits de potentiële klant nadrukkelijk aangeeft hier geen prijs op te stellen (een vrijwilliger van de voedselbank neemt dan de intake af). Hierdoor wordt direct een koppeling gemaakt met de hulp vanuit het Project Broodnodig. Dit gebeurt bij de mensen thuis en m.b.v. het aanmeldingsformulier van de voedselbank. Tegelijkertijd wordt m.b.v. een checklist beoordeeld of en van welke financiële regelingen mensen nog gebruik kunnen maken (belastingtoeslagen, bijzondere bijstand, kwijtschelding etc.) Aanwezig iedere vrijdagmiddag in de voedselbank De functionaris is iedere vrijdagmiddag aanwezig op de voedselbank in de magazijnruimte van het Kwadrant. Op deze middag vindt het uitdelen van de voedselpakketten plaats. Op deze manier kunnen de klanten van de voedselbank de functionaris aanspreken voor hulp. Beschikbaar voor iedere cliënt: ordner, perforator en tabbladen Vanwege de praktische manier van werken ontvangt iedere cliënt een ordner, perforator en tabbladen die gebruikt worden voor het ordenen van de financiële administratie. Hieronder nog enkele voorkeuren en wensen: Behoud van naamgeving ‘Broodnodig’ Het verdient de voorkeur om het hulpaanbod onder dezelfde noemer voort te zetten en niet onder de noemer ‘maatschappelijk werk’. Dit i.v.m. de drempelverhoging bij het gebruik van het begrip maatschappelijk werk en vanwege het opgebouwde netwerk van de projectmedewerkster. Daarnaast geeft de naamgeving ‘project’ mensen houvast; er zit een begin en een eind aan. Behoud telefoonnummer Vanwege opgebouwde klantcontacten en contacten met medewerkers van de diverse instanties bij voorkeur behoud van hetzelfde mobiele telefoonnummer. Het betreft een abonnement ad 60 euro per maand. Laptop Vanwege de proef is geen nieuwe laptop aangeschaft maar werd gebruik gemaakt van de tweedehands laptop van het Platform die nog beschikbaar was van het onderzoek De Alcohol Meetkeet (in 2004)
Pagina 37
Bijlage 3
Kenmerken ondersteuning Project Broodnodig
Kenmerken cliëntondersteuning Project Broodnodig
Selectie
Maatwerk
Ondersteunend en praktisch
Gericht op zelfredzaamheid
KOT en gebruik van netwerk
De selectie van cliënten/ huishoudens vindt plaats op basis van de financiële armslag; het gaat om Katwijkers met (grote) financiële problemen.
Het gaat om: - een selectieve en gerichte persoonlijke aanpak; - verschillende leefgebieden waarbij de financiën bij de start het voornaamste aandachtsgebied is en ook blijft; - een kortdurend traject waar mogelijk en langdurig waar nodig; - hulp op eigen niveau en op basis van eigen kunnen.
Het project biedt ondersteuning op de rechten en plichten van mensen en gaat daar praktisch mee om. Dit betekent dat drempels letterlijk verlaagd worden. De ondersteuning is flexibel en gericht op praten èn doen. Samen worden zaken aangepakt zoals het ordenen van de financiële administratie. Daarnaast gaat de projectmedewerker mee naar afspraken. Bijvoorbeeld naar de schuldhulpverlening (het Budget Informatie Punt in Katwijk of de Stichting Financiële Dienstverlening in Noordwijkerhout).
De inspanningen zijn gericht op de zelfredzaamheid van de mensen, bijvoorbeeld het stimuleren en toeleiden naar werk. Dat wat mensen zelf kunnen, pakken zij ook zelf aan. Moeilijke ‘klussen’ worden samen aangepakt met het vertrekpunt dat dit een oefensituatie is met een motiverende werking voor zelfredzaamheid. Waar dit niet mogelijk is of verbeteringen (tijdelijk) uitblijven wordt gezocht naar oplossingen in samenspraak met de betrokkene, bijvoorbeeld door het toeleiden naar inkomensbeheer of voor mensen met een beperking bijvoorbeeld de inschakeling van Stichting MEE, BIP/ SFD, Philadelphia, gezinscoach (Bureau Jeugdzorg), gespecialiseerde thuiszorg (Valent) psychiatrische thuiszorg (GGZ), Maatschappelijke Werk, Kerken, Sociale Zaken, Brijder en de Brug (verslavingszorg).
Hoewel de financiële situatie de eerste prioriteit heeft, betekent de werkwijze ook dat er aandacht is voor de andere leefgebieden. Hierbij komen vaak psychosociale problemen naar voren. De methode die hierbij wordt toegepast is veelal de KOT: Kortdurende Oplossingsgerichte Therapie. Deze methode gaat uit van de kracht van de cliënt en de benadering kijkt naar de oplossingen en niet naar het probleem. Dit betekent dat er zonder uitgebreide analyse van het probleem direct hulp geboden kan worden wat tijd bespaard. De mensen zelf ervaren dat deze praktische hulp vooral overzicht geeft en daarmee rust en perspectief. Wanneer hier aanleiding toe is wordt doorverwezen naar specifieke hulp zoals verslavingszorg, maatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg.
Pagina 38
Bijlage 4
Werkbezoek staatssecretaris Aboutaleb Voedselbank Katwijk
Voedselbank Katwijk 30 november 2007 De voedselbank is in juni 2006 gestart. Wekelijks worden 25 tot 30 huishoudens met een voedselpakket geholpen. De gemeente Katwijk subsidieert het project Broodnodig dat wordt uitgevoerd door Platform Kocon. Met de klanten van de Voedselbank wordt gezocht naar een oplossing voor hun problemen waardoor ze niet meer afhankelijk zijn van de voedselbank. Ook maken veel klanten ten onrechte geen gebruik van één of meer voorzieningen waar ze recht op hebben. 90 procent van de mensen heeft schulden.
Het duurt vaak lang voordat mensen via schuldhulpverlening kunnen worden geholpen. Aboutaleb verbaast zich hierover. Waarom kan de stroperige bureaucratie niet worden doorbroken? Is het niet mogelijk om directe afspraken te maken met de gemeente? Hij stelt deze vraag ook aan de wethouders van Katwijk. Is er geen onorthodoxe aanpak mogelijk om mensen snel te helpen? Het aanstellen van een fomulierenbrigade is een oplossing maar het werkt sneller om veel eenvoudiger formulieren te gebruiken. Volgend jaar krijgen de gemeenten extra gelden voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening. Daarmee kan direct hulp worden geboden. Aboutaleb spreekt ook met een aantal klanten van de voedselbank. Hij hoopt dat gemeente en voedselbank afspraken kunnen maken om de samenwerking met de gemeentelijke hulpverleners op de locatie van de voedselbank te realiseren. (meer informatie over de voedselbank Katwijk : informatie over het project Broodnodig ) Bron: http://home.szw.nl/index.cfm?menu_item_id=14147&hoofdmenu_item_id=13827&rubriek_item=392068& rubriek_id=391819&link_id=135268
Pagina 39
Bijlage 5
Toelichting oorzaken van schulden
De oorzaken van de schulden kunnen onderscheiden worden in: 1. Overlevingsschulden 2. Schulden door overbesteding 3. Compensatieschulden 4. Aanpassingsschulden (plotselinge/ tijdelijke verandering in situatie) Ad 1. Overlevingsschulden Het gaat om de groep mensen die te weinig inkomsten heeft in verhouding tot de vaste lasten. Het gaat vooral om mensen die rond moeten komen van het sociaal minimum. Door een opeenhoping van schulden van maandelijkse lasten, ontstaat de neiging om het ene gat met het andere te stoppen. Doordat er niet tijdig een oplossing wordt gevonden zakken deze huishoudens steeds verder weg in hun schuldensituatie. Soms is een onvoorziene rekening de aanleiding voor problemen (bijvoorbeeld een naheffing van de energienota of de belasting). Ad 2. Schulden door overbesteding Het gaat vooral om de groep mensen die meer besteden of lenen dan op basis van het inkomen mogelijk is. Zij laten zich verleiden tot aankopen/ leningen en raken door het afsluiten van kredieten in financiële problemen. Het lukt niet meer om de financiën te beheren. Ad 3. Compensatieschulden Deze schulden ontstaan door psychologische oorzaken, verstandelijke beperkingen en verslaving of een combinatie daarvan. Simpel en kort samengevat gaat het om een groep mensen die het gevoel van deprivatie en sociale uitsluiting compenseert. Zij zien kopen als een beloning die het onbehagelijk gevoel (tijdelijk) kan wegnemen. Ad 4. Aanpassingsschulden Dit betreft vooral mensen die een uitkering moeten aanvragen als gevolg van bijvoorbeeld ontslag, echtscheiding, overlijden van een partner of arbeidsongeschiktheid. Veel mensen kennen de weg niet en een aanvraag bij instanties duurt enkele weken tot maanden. Deze mensen hebben veelal geen/ onvoldoende buffer om het gebrek aan inkomen op te vangen. Uitkerende instanties hebben tijd nodig om de betaling te regelen. Een aantal mensen weet bovendien niet waar zij terecht kunnen of weten geheel niet dat zij recht hebben op een uitkering en andere inkomensmaatregelen.
Pagina 40
Bijlage 6
Ervaringen van twee cliënten met het Project Broodnodig
Om de privacy van de betrokken 2 cliënten te beschermen zijn de namen verwijderd. De brieven zelf zijn met toestemming geplaatst. Brief van cliënt 1, pagina 1 van 4
Pagina 41
Vervolg van de brief van cliënt 1, pagina 2 van 4
Pagina 42
Vervolg van de brief van cliënt 1, pagina 3 van 4
Pagina 43
Vervolg van de brief van cliënt 1, pagina 4 van 4
Pagina 44
Brief van cliënt 2 over de ervaringen met het project.
Pagina 45
Bijlage 7
Hulp bij administratie voor ouderen door SWOK
9 november 2007 Stichting Welzijn Ouderen KRV start met ‘Hulp bij Administratie’ Een nieuwe dienst voor ouderen die moeite hebben met het ordenen en bijhouden van post en papierwerk. Stichting Welzijn Ouderen KRV gaat vanaf december 2007 beginnen met een nieuwe welzijnsdienst voor 55-plussers; Hulp bij Administratie. Deze dienst houdt in dat ouderen een beroep kunnen doen op de ouderenadviseurs voor hulp bij het ordenen en bijhouden van post en administratie. De ouderenadviseur komt bij u thuis om het administratiesysteem bij u in te voeren. Dit systeem maakt het mogelijk om alle administratie logisch en helder te ordenen in een speciaal daartoe bestemde map. Daarna worden er afspraken gemaakt over het bijhouden van de post en de frequentie waarmee de ouderenadviseur bij u thuis komt om uw post te bekijken, rekeningen te betalen ofwel aanvragen in te vullen. De ouderenadviseur kan met u ook bekijken of er betalingen per automatische incasso kunnen worden gedaan en neemt zo nodig contact op met organisaties om financiële zaken voor u te regelen. De ouderenadviseurs hebben geconstateerd dat er een groeiende behoefte is aan deze dienst. Zij komen vaak bij ouderen thuis die vanwege gebreken of beperkingen niet meer in staat zijn om dergelijke zaken te regelen. De samenleving is complexer geworden en het geheel aan financiële regelingen en toeslagen maakt het voor deze groep ouderen moeilijk om het overzicht te bewaren. Indien u van deze dienst gebruik wilt maken, kunt u contact opnemen met Stichting Welzijn Ouderen KRV. Er wordt dan een afspraak met u gemaakt voor een intakegesprek met de ouderenadviseur. Zij bepaalt of u in aanmerking komt voor deze dienst. Samen met u wordt gekeken naar wat de ouderenadviseur voor u kan betekenen en wat er moet gebeuren. U bepaalt zelf wanneer en hoe vaak zij bij u langskomt. Deze dienst is niet gratis. U betaalt eenmalig €15,- voor het administratiesysteem. Daarna betaalt u €7,50 per maand voor het abonnement op deze dienst. De ouderenadviseur vult geen belastingformulieren in en bij ernstige financiële problemen verwijst zij, indien nodig, door. Wilt u graag gebruik maken van deze dienst, dan kunt vanaf 1 december contact opnemen met Stichting Welzijn Ouderen KRV, Schimmelpenninckstraat 10, telefoonnummer (071)4016347 Bron: http://www.swok.nl/persberichten.html
Pagina 46
Verdere informatie: Op de website www.kocon.nl zijn diverse andere documenten te vinden die te maken hebben met het Project Broodnodig, waaronder: Notitie 'Alle inwoners tellen mee' Hfst. 1.3.5 Ondersteuning vanuit de Voedselbank Katwijk Hfst. 1.3.6 Voorstel tijdelijk project financiële hulpverlening Februari 2007 Voorstel Project Broodnodig Maart 2007 Onderzoeksrapport Voedselbank Katwijk Juni 2007 Verslag Voortgang Project Broodnodig Oktober 2007 Voorstel verlenging Project Broodnodig 2008 Mei 2008
Callaoweg 1 2223 AS Katwijk
Contactpersoon Kocon: Thea Guijt Telefoon 071- 401 52 16 E-mail :
[email protected] Contactpersoon Project Broodnodig: Jacoline Stol Telefoon: 06- 13919857 E-mail:
[email protected]