Evaluatieverslag Didactiek
Naam: Nathalie Kombolitis Klas: VD-2E1 Studentnummer: 10070478 Docent: Emine Türkeli Osiriscode: Inleverdatum:
Inhoudsopgave Evaluatie .................................................................................................................................................. 3 Feedback Carin Langbroek ...................................................................................................................... 5 Lesobservatie-formulier groep 3b ........................................................................................................... 7 Lesobservatie-formulier groep 3a ......................................................................................................... 11 Lesvoorbereidingsformulier .................................................................................................................. 16
Evaluatie Samen met Sandeep Doebar heb ik de voorlichting gegeven in groep 3b op basisschool Het Middelpunt. De voorlichting is goed gegaan, alleen het is niet opgenomen. Door een misverstand is de camera niet aangezet, waardoor het dus niet is gefilmd. De lerares van de groep heeft uitgebreid op een blaadje feedback geschreven, waarop dit verslag is gebaseerd. Evaluatie van het verloop van de les Aan het begin van de les waren de kinderen allemaal netjes stil. We begonnen de voorlichting met het voorstellen van onszelf en vervolgens hebben we door middel van een raadsel verteld waar we het over gingen hebben tijdens de voorlichting. Het programma is ook mondeling besproken. De doelstellingen zijn niet letterlijk besproken tijdens de inleiding, maar het doel van de voorlichting is wel globaal verteld. Na de inleiding begonnen we aan de kern. Dit was duidelijk te onderscheiden, aangezien de kern echt inging op het peilen van het kennisniveau, het informatie geven van tussendoortjes en het testen van de kinderen. Door middel van een groepsgesprek werd het kennisniveau van de kinderen gepeild. Vervolgens werd er door middel van een kleine presentatie de kinderen wat bijgeleerd over gezonde en ongezonde tussendoortjes. Daarna waren de kinderen heel enthousiast want toen kregen ze een kleurplaat die ze mochten inkleuren. Wel merkte ik dat de kinderen hier wat drukker van werden, doordat ze enthousiaster raakte. Na de kleurplaat werd de kennis van de kinderen over gezonde en ongezonde tussendoortjes getest door middel van een spelletje. De kinderen werden hier erg druk van, maar over het algemeen hebben ze goed meegedaan en was het heel erg gezellig. Na het spelletje was er een kleine onderbreking en kregen de kinderen wat gezonds te snacken. Dit vonden ze erg leuk en hier keken ze aan het begin van de les al naar uit toen dit verteld werd wanneer het programma werd opgenoemd. De kinderen wachtten netjes tot iedereen wat te snacken at en toen aten we gezamenlijk de snacks op. Na de onderbreking werd de kennis van de kinderen getest door middel van een quiz. Aan het begin van de les was verteld dat de kinderen goed moesten luisteren omdat ze aan het einde een quiz zouden doen. Ik merkte dat de kinderen er echt klaar voor zaten. De quiz verliep aardig soepel, alleen ik merkte wel dat de kinderen druk waren en zich moeilijk konden concentreren. Echter had iedereen alles goed, dus voor mij was de voorlichting geslaagd. De les liep over het algemeen heel soepel. Echter was er wat miscommunicatie met de medevoorlichter. Wanneer ik bijvoorbeeld zei dat ik de kleurplaten op kwam halen, gaf de medevoorlichter toestemming aan een van de kinderen om de kleurplaat meteen te houden waardoor ik iedereen de kleurplaten moest geven. Dit vond ik heel vervelend en ik heb het hier ook met de medevoorlichter over gehad. Dit kwam vaker tijdens de voorlichting voor, waardoor het af en toe een kwestie was van problemen oplossen. Echter vind ik dat het goed is gegaan voor een eerste keer voorlichten en ik vind ook dat de problemen die zich voordeden door middel van miscommunicatie goed zijn opgelost. De kinderen waren enthousiast en hebben het naar hun zin gehad. Daarnaast hebben ze er ook nog wat van geleerd. Zelfevaluatie Ik wilde letten op mijn communicatieve vaardigheden. Ik wilde deze zo veel mogelijk afstemmen op de doelgroep. Ook wilde ik letten op een actieve houding. Het laatste leerdoel wat ik had, heeft betrekking op het rustig blijven wanneer er zich problemen voordoen. Zelf vind ik dat ik mijn communicatieve vaardigheden goed heb afgestemd op de doelgroep. Ik probeerde het verhaal spannend te maken door veel te doen met de afwisseling van toonhoogtes in de stem.
Qua taalgebruik heb ik het zo simpel mogelijk gehouden, al betrapte ik mijzelf er op dat ik af en toe een moeilijk woord zei wat de meeste kinderen waarschijnlijk niet begrepen hebben. Zoals ik al eerder noemde hebben er zich een aantal problemen voorgedaan door miscommunicatie met de medevoorlichter. Zelf ben ik van mening dat ik hier aardig rustig onder ben gebleven, aangezien ik niet wilde laten merken aan de klas dat er een probleem was. Echter was ik van binnen af en toe zeer geïrriteerd, omdat ik vond dat deze miscommunicaties niet nodig waren. Tijdens de voorlichting heb ik geprobeerd alles zo helder mogelijk uit te leggen. Ik had me goed voorbereid, dus ik wist wat ik wilde gaan zeggen. Dit heeft me goed geholpen. Ik had een aantal belangrijke punten opgeschreven en hier om heen heb ik een verhaal verteld. Ik kreeg de indruk dat de kinderen mijn uitleg snapte, aangezien ze de opdrachten en spelletjes in een keer goed deden. Kinderen die het later nog niet snapte, staken hun vinger op en toen ben ik ze gaan helpen. Ik heb dus, waar nodig, extra uitleg gegeven. Wanneer iemand een vraag had, stak hij of zij de vinger in de lucht. Achteraf had ik hier nog duidelijkere afspraken over moeten maken. Aan het begin van de voorlichting heb ik met de kinderen de afspraak gemaakt dat als ze wat wilden vragen, dat ze dan hun vinger in de lucht moesten steken. Echter staken sommige kinderen de vinger in de lucht tijdens mijn verhaal wat ik aan het vertellen was. Ik heb hier niet altijd op gereageerd en ben hier ook niet verder op ingegaan. Dit kan volgende keer beter. Het was beter geweest om af te spreken dat de kinderen vragen konden stellen na een bepaald spelletje of na de presentatie. Ik ben van mening dat ik de lesstof beheerste en hier boven stond. Ik kon het zo uitleggen dat de kinderen er ook wat van begrepen, aangezien ze alle vragen van de quiz goed hadden die de kennis van de kinderen testte. Als ik nu naar de voorlichting kijk, denk ik dat de informatie die verteld is eigenlijk maar een van de twee opgestelde leerdoelen beantwoord. De kinderen zijn in staat vijf gezonde tussendoortjes op te noemen, dit is gemeten. Echter heb ik geen zicht op het feit of kinderen daadwerkelijk vaker gezonde tussendoortjes mee zullen nemen. Ik ben van mening dat dit duidelijker naar voren moest komen in de voorlichting. Ik wilde graag op een interactieve manier lesgeven. Tijdens het vertellen vroeg ik aan de kinderen of ze voorbeelden konden noemen van bijvoorbeeld gezonde tussendoortjes. Deze voorbeelden herhaalde ik en vulde deze zo nodig aan. Ik merkte dat de kinderen zo wel bij de les bleven. Ook probeerde ik zo spannend mogelijk te vertellen en mijn stem zo aan te passen dat het aantrekkelijk werd voor de kinderen om daar naar te luisteren. Ik wilde ook niet alleen maar over de lesstof praten met de kinderen, dus toen ze het snack-moment hadden ben ik met wat kinderen gaan praten over het EK voetbal. Ik merkte dat de kinderen dit heel gezellig vonden en het leuk vonden dat ze konden vertellen. Het contact met de groep was naar mijn mening goed. Van de leerkracht heb ik hier ook positieve feedback op gekregen. Dit heeft zij persoonlijk met mij besproken. Ze vond dat ik mijn communicatieve vaardigheden goed heb aangepast aan de groep. De materialen die we wilden gebruiken tijdens de voorlichting, waren aanwezig en werkten perfect. Helaas was door een misverstand de camera niet aangezet. De voorlichting werd gegeven door middel van een powerpoint, die afgespeeld werd op een smartboard. Dit was een handig handvat, wat de voorlichting stuurde. De powerpoint is gebruikt voor het nakijken voor de kleurplaat en van de quiz, aangezien de vragen en antwoorden op verschillende dia’s waren gezet. Er stond eigenlijk vrij weinig tekst op, wat mijzelf er van weerhield om constant op de powerpoint te kijken. De hoeveelheid tekst die op de powerpoint stond, was genoeg om ondersteuning te bieden tijdens de presentatie.
De opdrachten die we de kinderen hebben gegeven, zijn naar mijn idee relevant geweest voor een doelstelling. Alle opdrachten testten de kennis over tussendoortjes. Uit de resultaten van de opdrachten kan geconcludeerd worden dat de kinderen kennis hebben van tussendoortjes en verschillende gezonde, maar ook ongezonde tussendoortjes kunnen opnoemen. Zoals ik al eerder zij is de doelstelling om vaker een gezond tussendoortje mee naar school te nemen niet echt direct bereikt. Echter is wel tijdens het kringgesprek besproken wie thuis de boodschappen doet en was de conclusie van dit gesprek dat de ouders de meeste invloed hebben op de tussendoortjes die het kind meeneemt. De opdrachten waren daar niet direct op deze doelstelling gefocust. Aan het eind van de les is een brief meegegeven aan de ouders. Dit is de enige manier waarop we invloed uitgeoefend hebben op de tussendoortjes die de kinderen meekrijgen naar school. Bij alle kinderen van deze groep kopen de ouders de tussendoortjes. In de brief worden de ouders gestimuleerd om de kinderen vaker een gezond tussendoortje mee te laten nemen. Aan de leerkracht was gevraagd om feedback te geven tijdens de voorlichting, aangezien de groepsgenoten op het zelfde moment een voorlichting gaven. De algemene feedback van de leerkracht, Carin Langbroek, heb ik toegevoegd. Deze heeft ze ons per mail gestuurd. De feedback over mijn leerdoelen heeft ze mij persoonlijk verteld. Ik kan me goed vinden in de algemene feedback over de voorlichting. De puntjes waar we nog aan moeten werken zijn discussiëren, het centraal houden, systematisch werken en de kinderen de tijd gunnen om het af te ronden. Ik denk dat uit mijn reflectie naar voren komt dat merendeel van deze punten ook verbeterpunten zijn. Omdat we heel erg tijdgebonden te werk gingen, hebben we niet alle kinderen de kleurplaat laten afkleuren. Ik snap dat Carin dit als verbeterpuntje heeft opgeschreven, aangezien het wel belangrijk is om iedereen de kans te geven om zijn of haar werk af te ronden. Zeker aangezien deze voorlichting maar een keer werd gegeven en de kinderen er wel wat van moesten leren.
Feedback Carin Langbroek, docente groep 3b Hoogvliet, vrijdag 15 juni 2012. Nadat er 2 weken geleden in de groep is geobserveerd, komen Nathalie en Sandeep vandaag in de groep een les geven over tussendoortjes. Zij hadden van tevoren de camera neergezet, het digibord geïnstalleerd voor de presentatie de werkbladen en brieven voor de ouders gekopieerd. - Dan stellen zij zich eerst netjes voor en vertellen in het kort het programma voor de komende 5 kwartier. - Ook leggen zij aan de kinderen uit wat nu een tussendoortje is. -Samen introduceren ze de les d.m.v. een gebarenspel. ( het eten van een banaan). ( dit vonden ze nog moeilijk om te raden en gaven de kinderen daarom wat tips). -Dan worden de kinderen in een kring gezet en ontstaat er d.m.v. vragen, antwoord en uitleg een leuk gesprek over de soorten tussendoortjes. De nadruk leggen zij op het gezonde en ongezonde tussendoortje, suikers, vitaminen, dik worden, gezond en toch lekker. -De verwerking wordt weer op de plaats gedaan. Het kleuren van gezonde en ongezonde tussendoortjes d.m.v. rood en groen te kleuren. Dit werd ook met de kinderen nabesproken. -Toen kregen ze een lekker tussendoortje om op te eten ( ontbijtkoek of een eierkoek). Dat viel natuurlijk wel bij de kinderen in de smaak. -Een leuk spelletje met zitten of staan a.h.v. of het genoemde tussendoortje wel gezond was. -Daarna kwam er een quiz, waarbij ze aan moesten geven welk tussendoortje gezond was. Ook dit werd met de kinderen nabesproken. Ze gaven de kinderen een groot compliment, omdat iedereen het goed had gemaakt. Zo kregen de kinderen nog een tussendoortje om van te genieten. *Het was een leuke, afwisselende en leerzame les. Zij gaven het samen en konden elkaar ook aanvullen. Zij hadden zich aardig op het niveau van deze groep aangepast. Enkele moeilijk begrippen waren: * we houden het centraal * we gaan systematisch te werk * discussiëren * die kinderen kunnen het afronden Het nakijken van de quiz was voor de kinderen wat moeilijk, omdat het bord anders aangaf dan hun blaadje met balletjes. Ze moesten het goed kunnen lezen. Helaas stond de camera niet aan. Ik hoop dat d.m.v. dit verslag er toch een beeld is gevormd over hoe Nathalie en Sandeep het hebben gedaan. Carin Langbroek, leerkracht groep 3b van CBS Het Middelpunt
Lesobservatie-formulier groep 3b Docent Vak Lokaal Tijd Datum
K. Langbroek n.v.t. n.v.t. 08:30 30-05-2012
Groep Aantal leerlingen Observator Bijzonderheden
3b 18 Nathalie Kombolitis Basisschoolkinderen
Binnenkomst: Tijdstip:
ordelijk – wanordelijk / gemarkeerd – geleidelijk 08:27
Lesbegin: Tijdstip:
ordelijk – wanordelijk / gemarkeerd – geleidelijk 08:30
Planning van les:
bord – mondeling – beide met - zonder tijden
- helemaal niet
Terugkomen op het huiswerk: N.v.t. Gebeurt wel / niet Tijdstip: Controle / correctie / beide Mondeling / schriftelijk / beide Opgeven van huiswerk: N.v.t. Gebeurt wel / niet Tijdstip: Wat / hoe / beide Mondeling / schriftelijk / beide Leseinde: Tijdstip:
ordelijk – wanordelijk / gemarkeerd – geleidelijk 09:45
Lesmoment 1 Stil lezen
Tijd 08:30
Wisselmoment 1
Tijd 08:35
Lesmoment 2 In de kring
Tijd 08:37
Wisselmoment 2
Tijd 09:00
Leerinhoud (kort) Niet van toepassing. Ze verbeteren hun leesvaardigheden met het stil lezen. Wat gebeurt er Ze stoppen met lezen. De boeken worden in de la gedaan nadat de docent dit heeft aangegeven. Leerinhoud (kort) Ze leren van het Bijbelverhaal over koning Ahasveros dat vroeger mannen de baas waren en dat het tegenwoordig anders is. Ze leerden ook dat het beter was als je er als man en vrouw samen uit zou komen, dus dat ze beiden de baas zijn.
Werkvorm en groepsvorm Individueel
Media en / of hulpmiddelen Leesboekje
Hoe gebeurt dat Ordelijk. De kinderen blijven heel stil en leggen netjes hun boeken in de la.
Hulpmiddelen N.v.t.
Werkvorm en groepsvorm In de kring
Media en / of hulpmiddelen N.v.t.
Wat gebeurt er Kinderen gaan terug naar de plek.
Hoe gebeurt dat Ordelijk, er was een licht geroezemoes. Ze werden in rijen teruggewezen naar hun plek.
Hulpmiddelen N.v.t.
Activiteit docent Het begeleiden van de kinderen die moeite hebben met lezen. Activiteit docent Leiding geven en orde houden.
Activiteit leerlingen Het oefenen met lezen en wanneer nodig vragen stellen.
Activiteit docent Eerst bad de docent met de kinderen. Daarna zongen ze gezamenlijk een liedje om de dag te beginnen. Daarna wees de docent wat kinderen aan die wat wilden vertellen. Vervolgens vertelde de docent het Bijbelverhaal en als laatste zongen ze gezamenlijk nog een christelijk lied. Activiteit docent Leiding geven kinderen naar hun plek terugwijzen. Orde houden.
Activiteit leerlingen De leerlingen luisterden, vertelden wanneer ze mochten praten en zongen mee.
Activiteit leerlingen De leerlingen leggen hun boeken in de la.
Activiteit leerlingen De leerlingen gingen rij voor rij terug naar hun plek.
Lesmoment 3 Klassikaal lezen
Wisselmoment 3
Tijd 09:02
Tijd 09:15
Leerinhoud (kort) N.v.t. De kinderen verbeteren hun leesvaardigheid en taalvaardigheid door klassikaal lezen.
Wat gebeurt er De kinderen van de gang komen terug. Iedereen moet weer naar zijn of haar plek en het leesboekje in het laatje leggen. Vervolgens moesten ze hun werkboek pakken.
Werkvorm en groepsvorm Niveaugroepen
Hoe gebeurt dat Licht rumoerig. Doordat er kinderen van de gang naar binnen moesten komen werd er nog wel wat gepraat. Echter was dit gauw afgelopen
Media en / of hulpmiddelen Leesboekje
Hulpmiddelen N.v.t.
Activiteit docent De docent stuurde de kinderen die goed konden lezen naar de gang. Zij mochten zelf aan de slag gaan. De kinderen die wat minder goed konden lezen moesten in de klas blijven. De docent gaf alle leerlingen een beurt en tussendoor las ze de stukjes zelf nog een keer voor om te laten horen hoe het moest. Activiteit docent Orde houden, leiding geven.
Activiteit leerlingen Het hardop lezen van het boekje.
Activiteit leerlingen De kinderen gaan zitten, leggen hun leesboekje in hun laatje en pakken hun werkboek.
Lesmoment 4 Biologie
Tijd 09:17
Leerinhoud (kort) De kinderen leerden over de ontwikkeling van de vlinder en over de ontwikkeling van een eend. Heel globaal van eitje naar volwassenheid.
Werkvorm en groepsvorm Niveaugroepen, een deel van de groep klassikaal en het andere deel van de groep individueel.
Media en / of hulpmiddelen Smartboard, biologie boek.
Wisselmoment 4
Tijd 09:45
Wat gebeurt er Schriften ophalen
Hulpmiddelen N.v.t.
Lesmoment 5 Pauze
Tijd 10:45
Leerinhoud (kort) N.v.t.
Hoe gebeurt dat Dit werd gedaan door hulpjes (2 leerlingen) die aan het begin van de les waren aangewezen. Werkvorm en groepsvorm N.v.t.
Wisselmoment 5
Tijd 10:05
Wat gebeurt er De kinderen komen binnen, pakken hun eten en drinken. De juf zet een liedje op over fruit, want het was vandaag fruitdag.
Hoe gebeurt dat Rumoerig, de kinderen praten veel maar omdat het pauze is, is dit toegestaan.
Hulpmiddelen Smartboard, Youtube (voor het liedje).
Media en / of hulpmiddelen N.v.t.
Activiteit docent Er waren wat kinderen in de klas die zelfstandig mochten werken. De kinderen die begeleiding nodig hadden werden begeleid door de docent. Zij deed ook oefeningen voor op het bord. Activiteit docent Het aansturen van de hulpjes, orde houden.
Activiteit leerlingen Luisteren, oefeningen maken.
Activiteit docent De docenten die op het plein liepen hielden de boel in de gaten en waar nodig grepen zij in. Activiteit docent Liedje zingen met de kinderen.
Activiteit leerlingen Bewegen.
Activiteit leerlingen Overige spullen opruimen en luisteren.
Activiteit leerlingen Meezingen, eten en drinken opeten.
Lesobservatie-formulier groep 3a Docent Vak Lokaal Tijd Datum
S. van Etten Gym Gymzaal 10:30 30-05-2012
Groep Aantal leerlingen Observator Bijzonderheden
3a 17 Nathalie Kombolitis Basisschoolkinderen
Binnenkomst: Tijdstip:
ordelijk – wanordelijk / gemarkeerd – geleidelijk 10:30-10:35
Lesbegin: Tijdstip:
ordelijk – wanordelijk / gemarkeerd – geleidelijk 10:35
Planning van les:
bord – mondeling – beide met - zonder tijden
- helemaal niet
Terugkomen op het huiswerk: N.v.t. Gebeurt wel / niet Tijdstip: Controle / correctie / beide Mondeling / schriftelijk / beide Opgeven van huiswerk: N.v.t. Gebeurt wel / niet Tijdstip: Wat / hoe / beide Mondeling / schriftelijk / beide Leseinde: Tijdstip:
ordelijk – wanordelijk / gemarkeerd – geleidelijk 11:45
Lesmoment 1
Tijd
Rondjes rennen
10:35
Wisselmoment 1
Tijd
Leerinhoud (kort)
Werkvorm en groepsvorm
Media en / of hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
De docent gaf met de twee blokjes het ritme aan. Hoe sneller hij klapte met de blokjes, hoe harder de kinderen moesten lopen.
De leerlingen moeten opletten op het ritme en het ritme volgen qua tempo van het lopen.
Als groep rondjes rennen
Twee blokjes
Wat gebeurt er
Hoe gebeurt dat
Hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
10:40
De kinderen moeten op de bank gaan zitten. Vervolgens wordt er twee teamleiders aangewezen die teams mogen kiezen.
Ordelijk
N.v.t.
De leraar klapt in zijn handen, zodat de kinderen stil werden en op de bank gingen zitten. Hij stuurde het hele proces.
De leerlingen moeten luisteren en teams vormen.
Lesmoment 2
Tijd
Leerinhoud (kort)
Werkvorm en groepsvorm
Media en / of hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
Balspel
10:42
Samenwerken, leren werpen en vangen.
Twee teams
Twee kasten, zes pylonen, drie ballen.
De docent legt het spel uit en begeleid het spel. Ook coacht hij.
De leerlingen moeten de drie pylonen omgooien met de ballen die bij elkaar op de kast staan.
Wisselmoment 2
Tijd
Wat gebeurt er
Hoe gebeurt dat
Hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
10:45
De docent stopt het spel om de eerste helft te evalueren.
De docent klapt in zijn handen en de kinderen gaan zitten en zijn stil.
N.v.t.
Het laten zitten van de kinderen door in zijn handen te klappen, het evalueren samen met de kinderen. Uitleg en tips geven voor de volgende helft.
De leerlingen moeten luisteren en aanwijzingen opnemen.
Lesmoment 3
Tijd
Leerinhoud (kort)
Werkvorm en groepsvorm
Media en / of hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
Hervatten balspel
10:46
Samenwerken, goed leren werpen en vangen.
Twee teams
Twee kasten, 6 pylonen en 3 ballen
De docent begeleid en coacht.
De leerlingen moeten de pylonen omgooien met de ballen die bij elkaar op de kast staan.
. Wisselmoment 3
Tijd
Wat gebeurt er
Hoe gebeurt dat
Hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
10:52
De docent legt het spel even stil omdat het niet zo snel gaat. Het is nodig om wat tips te geven.
De docent klapt in zijn handen om de kinderen stil te krijgen en te laten zitten.
N.v.t.
Het stil krijgen en laten zitten van de kinderen, het geven van tips om het spel slimmer te spelen.
De leerlingen moeten luisteren en de tips uitvoeren wanneer het spel hervat wordt.
Lesmoment 4
Tijd
Leerinhoud (kort)
Werkvorm en groepsvorm
Media en / of hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
Hervatten van het spel
10.55
Samenwerken, goed leren werpen en vangen.
De docent begeleidt en coacht het spel.
De leerlingen moeten de drie pylonen omgooien met de ballen die bij elkaar op de kast staan.
Twee teams
Twee kasten, drie ballen en zes pylonen.
Wisselmoment 4
Tijd
Wat gebeurt er
Hoe gebeurt dat
Hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
10:57
Het spel is afgelopen, leerlingen moeten terug naar de bank om te zitten.
Rustig, de leraar klapte in zijn handen en de leerlingen gingen zitten.
N.v.t.
Het laten zitten van de kinderen en het complimenteren van de winnaar en ook het verliezende team.
De kinderen moeten luisteren.
Lesmoment 5
Tijd
Leerinhoud (kort)
Werkvorm en groepsvorm
Media en / of hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
Bevrijdingstikkertje
11:00
Inzicht krijgen of je iemand op tijd kunt bevrijden.
Spel met twee tikkers.
Lintjes
De docent legt het spel uit en begeleidt en coacht daarna het spel.
De leerlingen luisteren naar de uitleg en beginnen vervolgens aan het spel. Het is de bedoeling dat de twee tikkers mensen tikken. Deze kunnen vrijkomen als iemand door hun poortje kruipt.
Wisselmoment 5
Tijd
Wat gebeurt er
Hoe gebeurt dat
Hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
11:00
De leraar beëindigt het spel en de kinderen moeten gaan zitten.
De leraar klapt in zijn handen en zegt dat ze moeten zitten.
N.v.t.
Het beëindigen van het spel en het stil laten worden van de kinderen.
De kinderen moeten stoppen met spelen en op hun plek gaan zitten.
Lesmoment 6
Tijd
Leerinhoud (kort)
Werkvorm en groepsvorm
Media en / of hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
Politiespel
11:05
Het waarnemen van het knipogen.
De docent legt het spel uit en begeleidt het spel door een politie, bewaker en dief aan te wijzen.
De leerlingen luisteren naar de uitleg en de politie moet vervolgens tijdens het spel raden wie de boef is.
Einde spel
Wisselmoment 6 Einde spel
1 politieagent, 1 bewaker, 1 boef.
N.v.t.
Tijd
Wat gebeurt er
Hoe gebeurt dat
Hulpmiddelen
Activiteit docent
Activiteit leerlingen
11:10
De kinderen moeten het spel beëindigen en zich gaan omkleden
De leraar klapt in zijn handen en de kinderen mogen naar de kleedkamers
N.v.t.
Het beëindigen van het spel en het sturen van de kinderen naar de kleedkamer.
Het beëindigen van het spel en zachtjes naar de kleedkamer lopen.
Lesvoorbereidingsformulier Naam student: Nathalie Kombolitis Studiejaar: 2 Doelgroep les: Groep 3 Groepsgrootte: 18 kinderen Onderwerp: Tussendoortjes Datum: 15-06-2012 Lesuur: 10:30 – 12:00
1. DOELEN: Leerdoelen: beschrijf de voor deze les relevante doelstellingen (waarneembare einddoelen bij de leerling). Nummer je leerdoelen. 1. Na de voorlichting nemen de kinderen van groep drie van basisschool Het Middelpunt minimaal twee keer in de week een gezond tussendoortje mee. Een daarvan is fruit, op woensdag (fruitdag).’Dit is door middel van een check list te achterhalen. 2. Na de voorlichting kunnen de kinderen van groep drie van basisschool Het Middelpunt minimaal vijf gezonde en vijf ongezonde tussendoortjes benoemen. Persoonlijke (oefen)doelen: vermeld observeerbare leerkrachtvaardigheden die je wilt oefenen. 1. Tijdens de voorlichting pas ik mijn talgebruik aan de doelgroep aan. 2. Tijdens de voorlichting heb ik een actieve houding voor de klas. 3. Tijdens de voorlichting blijf ik rustig wanneer er een zich een onverwachte gebeurtenis voordoet. 2. BEGINSITUATIE Beschrijf de relevante aspecten van de beginsituatie. Denk aan de beginsituatie van de leerling, de groep, de situationele gegevens en van de docent (jezelf). De groep waarin de voorlichting wordt gegeven is groep drie. De ene groep drie bestaat uit zeventien leerlingen, de andere groep drie uit achttien leerlingen. De leerlingen zijn allemaal rond de zeven jaar. Vanuit de observatie is geconcludeerd dat de leerlingen zich ongeveer een kwartier achter elkaar kunnen concentreren. De leerlingen zijn in groep drie begonnen met lezen en schrijven, dus dit is nog in ontwikkeling. De beginsituatie van de docent is dat geen van de groepsleden eerder een voorlichting heeft gegeven aan groep drie. De groepsleden hebben wel allemaal kennis van voeding en weten dus waar ze het over hebben. Het plan is door de groepsleden zelf ontwikkeld, dus zij weten waar zij voor staan.
De voorlichting zal op vrijdag 14 juni worden gegeven, aan het eind van de ochtend. De leerlingen hebben maar tot twaalf uur les die dag, dus de voorlichting zal het laatste zijn wat zij krijgen voordat het weekend begint. De kinderen kunnen wat drukker zijn. Ook het feit dat het bijna vakantie is kan er voor zorgen dat de kinderen wat drukker of sneller afgeleid zijn. Met welke aspecten uit de beginsituatie die belangrijk zijn om aandacht aan te besteden ga je in de les expliciet aan de slag? Waarom kies je juist voor die aspecten? De aspecten uit de beginsituatie van de kinderen waar aandacht aan zal worden besteed is het feit dat de leerlingen zich hooguit een kwartier kunnen concentreren. Dit is belangrijk om te weten voor de voorlichting, aangezien er veel afwisseling moet zijn om de leerlingen zo veel mogelijk bij de les te houden. Ook is het belangrijk om aandacht te besteden aan het niveau van lezen en schrijven en ook zeker het niveau van taal. Het taalgebruik moet afgestemd zijn op de kinderen en tijdens de spelletjes is het niet de bedoeling dat de leerlingen dingen moeten opschrijven of opdrachten moeten lezen. Voor de docenten, de groepsleden zelf, is het belangrijk dat er aandacht wordt besteedt aan het geven van de voorlichting. Aangezien nog niemand van de groep een voorlichting heeft gegeven, zal het voor allen van de groep de eerste keer zijn. Een goede voorbereiding is dus belangrijk hierbij. Wanneer er gekeken wordt naar de situationele gegevens, moet er rekening worden gehouden met het feit dat de voorlichting het laatste van de hele schoolweek is waar de kinderen naar moeten luisteren. Het is dus aan de voorlichters om het zo pakkend mogelijk te maken, zodat deze omstandigheden de voorlichting zo min mogelijk beïnvloeden en de leerlingen zo veel mogelijk bij de les blijven. 3. DOCENT- EN LEERLINGACTIVITEITEN Beschrijf de didactische werkvormen waarvoor je kiest. Aan het begin van de voorlichting zijn de voorlichters aan het woord, om de kinderen te vertellen wat er gaat gebeuren en wie zij zelf zijn. Dit valt onder doceren. De voorlichter vertelt de kinderen wat er gaat gebeuren en maakt ze enthousiast voor de voorlichting. Vervolgens vindt er een kringgesprek plaats, wat onder onderwijsleergesprek valt. Er zal geïnventariseerd worden hoe het met de kennis van de kinderen zit over gezonde voeding, zodat er later in de voorlichting op kan worden ingespeeld. Het peilen van de kennis zal gebeuren door middel van een discussie. Na het kringgesprek zal er een korte presentatie worden gehouden, waarin wordt uitgelegd wat gezonde en wat ongezonde tussendoortjes zijn. Dit is een aanbiedende vorm. De docent vertelt en de kinderen luisteren. Na de korte presentatie laten we de kinderen een kleurplaat tekenen. De didactische werkvorm die hierbij hoort is een zelfwerkzaamheidvorm. De kinderen gaan aan de slag met een opdracht, in dit geval de kleurplaat, die door de voorlichters is gegeven. Na het maken van de kleurplaat gaan de kinderen een spelletje spelen. Dit wordt begeleid door de voorlichters. Ook dit valt onder een zelfwerkzaamheidvorm, aangezien de kinderen de theorie die zij hebben geleerd moeten toepassen tijdens het spelletje. Echter leidt de voorlichter het spel wel, dus het valt ook een beetje onder de aanbiedende vorm. Dit zijn de didactische werkvormen tijdens de voorlichting
Motiveer per werkvorm de leerling- en docentactiviteiten. Zie 3 a. 4. KWETSBARE ONDERWIJSLEERSITUATIES Wat zijn kwetsbare lesmomenten waardoor de les anders kan verlopen dan je hebt voorbereid? Het niveau van de kinderen is toch lager of hoger dan ingeschat, waardoor de voorlichting niet aansluit op de kennis. Er gebeurt iets in de klas waardoor de kinderen van slag zijn. Dit kan er voor zorgen dat de tijd van voorlichten korter is. Er kan gebrek aan tijd zijn, doordat de klas rumoerig is en de voorlichting niet wil lopen. Er kan overschot aan tijd zijn, doordat alles soepel liep of doordat de kinderen niet goed deelnamen. Welke alternatieven heb je achter de hand? Waarom kies je voor deze alternatieven? Er is rekening gehouden met tijdnoot. Er zijn extra spelletjes bedacht, die eventueel een spel kunnen vervangen die in de voorlichting zit of die op het einde extra gedaan kunnen worden. Wanneer blijkt dat er te weinig tijd is, kan er gekozen worden voor een kort spelletje. Wanneer blijkt dat er teveel tijd is, kan er nog een extra spelletje worden gedaan. De problemen qua tijd zijn hiermee dus verholpen. Als blijkt dat het niveau van de voorlichting niet aansluit op de kinderen is het enige alternatief om op zo’n moment minder diep of juist dieper op de stof in te gaan. De voorlichting wordt gegeven aan groep drie, dus er zullen meer praktische werkvormen worden gebruikt. Deze zijn zo opgesteld dat het zo moeilijk of zo makkelijk mogelijk kan worden gemaakt. 5. EVALUATIE Beschrijf op welke wijze je evalueert of de leerlingen de lesdoelstellingen hebben behaald. De evaluatie van de lesdoelstellingen zal door middel van checklisten worden gedaan. Tijdens de spelletjes over gezonde tussendoortjes zal er worden gekeken hoeveel goede antwoorden de kinderen hebben gegeven. Wanneer de kinderen vijf of meer goede antwoorden hebben gegeven, kunnen wij er vanuit gaan dat de volgende doelstelling is bereikt: Na de voorlichting kunnen de kinderen van groep drie van basisschool Het Middelpunt minimaal vijf gezonde en vijf ongezonde tussendoortjes benoemen. Aan het einde van de les zal er een checklist meegegeven worden aan de leerkracht. Dit is de checklist om te kijken of de andere doelstelling is bereikt: Na de voorlichting nemen de kinderen van groep drie van basisschool Het Middelpunt minimaal twee keer in de week een gezond tussendoortje mee. Een daarvan is fruit, op woensdag (fruitdag).’Dit is door middel van een check list te achterhalen.
6. LESSCHEMA Tijd
Inhoud
Leerinhoud (leerdoelen)
Docentactiviteiten
Activiteit(en) leerlingen
Onderwijs en leermiddelen
10:30
Inleiding * Voorstellen
N.v.t.
Luisteren
N.v.t.
* Uitleg van
Inzicht krijgen in de voorlichting die wordt gegeven.
Uitleggen wie ze zijn. Uitleg geven over de voorlichting.
Luisteren
N.v.t.
Het opschudden van de leerlingen
Het begeleiden van het bananenraadsel
Deelnemen aan het raadsel
N.v.t.
De kinderen moeten raden wat de voorlichters uitbeelden, in dit geval een banaan.
Het discussiëren over tussendoortjes door middel van het stellen van vragen aan de kinderen.
de voorlichting en het programma * Bananen raadsel
10:40
Kern(en)
10:35
* Kringgesprek
Inzicht krijgen van de kennis van de kinderen.
Vragen stellen en kinderen de beurt geven.
Luisteren en wanneer ze de beurt krijgen antwoord geven.
N.v.t.
10:47
* Presentatie
Kennis krijgen van gezonde en ongezonde tussendoortjes met bijbehorende voorbeelden.
Luisteren en wanneer zij een vraag hebben mogen zij hun vinger opsteken.
Powerpoint, smartboard
11:00
* Kleurplaat
Het toepassen van de theorie: wat zijn gezonde en wat zijn ongezonde tussendoortjes.
De kinderen uitleggen wat gezonde en ongezonde tussendoortjes zijn en hierbij voorbeelden geven. Uitleg geven over de kleurplaat en waar nodig kinderen helpen.
Luisteren en daarna zelfstandig werken.
Kleurplaat
11:15
* Spelletje: Gezond of ongezond?
Het toepassen van de theorie: wat zijn gezonde en wat zijn ongezonde tussendoortjes.
Het leiden van het spelletje door de tussendoortjes te noemen.
Luisteren en gaan zitten op de stoel of naast de stoel gaan staan wanneer er een tussendoortje wordt genoemd.
Powerpoint, antwoordvellen
Opmerkingen
De kleurplaat heeft afbeeldingen van gezonde en ongezonde tussendoortjes. De kinderen moeten de gezonde tussendoortjes groen kleuren en de ongezonde rood. De voorlichter noemt een tussendoortje op. Wanneer dit gezond is moeten de kinderen gaan staan, wanneer dit ongezond is moeten de kinderen gaan zitten.
11:25
* Uitdelen van gezonde snacks
11:30
* Quiz
11:40
* Nakijken van de quiz
11:45
Afsluiting
Opdoen van nieuwe ervaringen met betrekking tot voeding Het toepassen van de theorie: wat zijn gezonde en wat zijn ongezonde tussendoortjes. Bekijken hoeveel antwoorden ze goed of fout hebben.
Het uitdelen van de snacks en uitleggen wat het is.
Het proeven van de snacks
Snacks
Het leiden van de quiz, uitleg geven, vragen stellen.
Luisteren en tegelijkertijd de antwoorden noteren op het antwoordvel
Powerpoint, antwoordvellen
Het opnoemen van de antwoorden en nagaan hoeveel fouten de kinderen hebben gemaakt.
Powerpoint, antwoordvellen
N.v.t.
Vertellen hoe de voorlichting is bevallen en evalueren of de kinderen het allemaal leuk vonden.
Het nakijken van de antwoorden, zo stil mogelijk. Wanneer er wordt gevraagd hoeveel fout ze hebben, moeten de kinderen hun vinger opsteken. Luisteren en wanneer er wat wordt gevraagd moeten zij de vinger in de lucht steken.
De snacks die worden uitgedeeld zijn stukjes ontbijtkoek en stukjes eierkoek.