Evaluatieverslag Carrousel
Een project uitgevoerd door UW Holding BV en mede mogelijk gemaakt door een bijdrage in de kosten vanuit SBCM
Evaluatieverslag Carrousel, bijlagen
Pagina 1 van 13
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Verloop van het project
3.
Kwantitatieve resultaten
4.
o
Aantal deelnemers
o
Aantal uitvallers
o
Reden van uitval
o
Aantal opgestelde trajectplannen
o
Opbrengst van de trajectplannen
Kwalitatieve resultaten o
Opzet en inrichting van de Carrousel
Kritische succes- en faalfactoren daarbij (waaronder de voorwaarden waaraan de werkplekken dienen te voldoen)
o
Opzet en inrichting van het sport- en spelprogramma
o
o
Kritische succes- en faalfactoren daarbij
Bijdrage van het project aan de ‘mindset’ van
lang zittende WSW-ers
nieuw instromende WSW-ers
begeleidende UW-ers
Meetinstrument rond de noodzakelijke affiniteiten en basiscompetenties
5.
Conclusies en do’s and don’ts voor andere SW-bedrijven
6.
Bijlagen o
Bijlage 1: Beschreven concept van de Carrousel
o
Bijlage 2: Beschreven concept sport- en spelprogramma
o
Bijlage 3: Instrument waarmee affiniteit en basiscompetenties worden gekoppeld aan de sectoren
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 2 van 13
1
Inleiding
Op 1 juli 2008 heeft UW Holding BV bij SBCM een aanvraag ingediend voor een bijdrage in de kosten van het project Carrousel. Hierop is door het bestuur van SBCM positief gereageerd tijdens de bestuursvergadering van 1 september 2008. Na opstelling van de Samenwerkingsovereenkomst tussen beide partijen is begin 2009 gestart met de uitvoering van het project. Hoewel het project nog loopt en ook in 2010 nog zal doorlopen, is nu reeds gewerkt aan de opstelling van het evaluatieverslag. Hiermee komt UW tegemoet aan de afspraak uit de Samenwerkingsovereenkomst. Het resultaat van die inspanningen treft u hierbij. UW is het SBCM dankbaar voor de verstrekte bijdrage en hoopt met dit evaluatieverslag andere SW-bedrijven van dienst te kunnen zijn. Van dienst te zijn door hen te laten leren van de opgedane positieve ervaringen, maar zeker ook van de hobbels die tijdens de rit zijn aangetroffen.
2
Verloop van het project
Begin 2009 is begonnen met het project Carrousel. Daarbij is bewust gestart met een brede methodiek, omdat zodoende zoveel mogelijk leerervaringen konden worden opgedaan. Bovendien zorgde dat ervoor dat een snelle start mogelijk gemaakt werd. Vooraf is een tussentijds evaluatiemoment afgesproken, waarmee bijsturing en aanpassing van het project op grond van tussentijdse resultaten mogelijk werd. De eerste opzet van het project heeft twee kwartalen gelopen. Daarna is op grond van de tussentijdse evaluatie besloten tot een aanpassing van het concept. De kwalitatieve resultaten van het project bleven achter bij de oorspronkelijke doelstelling en ook de begeleiding bleek onvoldoende toegerust op de hen toebedeelde taak. Na de zomervakantie is onder de nieuwe condities (andere opzet en begeleiding) gestart met een nieuwe en relatief beperkte groep deelnemers. Deze groep is nog bezig met het project, waarmee de definitieve resultaten in de tijd naar achteren schuiven. Waar nuttig en leerzaam zal verslag worden gedaan van beide trajecten. De nadruk ligt in dit evaluatieverslag evenwel op de uiteindelijke vorm van de Carrousel. Gemakshalve maken wij in dit verslag gebruik van de namen Carrousel-0 waar het de eerste opzet betreft en Carrousel-1 waar het de definitieve opzet betreft.
3
Kwantitatieve resultaten
Aantal deelnemers Aan Carrousel-0 hebben zo’n 60 medewerkers deelgenomen. Carrousel-1 draait op dit moment met een groep van 6 deelnemers. Afgezet tegen het aantal genoemd in de samenwerkingsovereenkomst (40) is de prestatie daarmee ruimschoots behaald.
Aantal uitvallers Waar Carrousel-0 een hoog uitvalpercentage kende, is dit na aanpassing tot Carrousel-1 beperkt gebleven. Carrousel-1 heeft tijdens de eerste activiteit te kampen gehad met 2 uitvallers ten gevolge van langdurig ziekteverzuim. Dit staat los van de opzet van het project Carrousel. Deze twee opengevallen plaatsen zijn herbezet door twee nieuwe deelnemers en sindsdien heeft er geen uitval meer plaatsgevonden.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 3 van 13
Reden van uitval Carrousel-0 kende meerdere redenen van uitval. Zo moest er in het begin gezocht worden naar de juiste vormgeving. In de oorspronkelijke opzet werden de deelnemers geacht binnen de UW productielocatie mee te draaien met het project Carrousel. Deze opzet bleek te ambitieus. Zeker gezien het binnen de UW productielocatie reeds lopende traject. Er waren destijds binnen de UW productielocatie namelijk al twee bewegingen ingezet, een beweging naar buiten en een inzet op ontwikkelen. Medewerkers die ingedeeld waren in de Carrousel, werden tussentijds ook ingedeeld bij groepsdetacheringen, waarmee continuïteit in het Carrousel-project ontbrak. Bovendien bleek dat de werkleiding niet de juiste capaciteiten had om een bijdrage te leveren aan de Carrousel. De begeleiding vroeg meer mankracht en was intensiever dan gepland. Het uitvoeren van bepaalde onderdelen van de Carrousel op de werkplek bleek bovendien, door en overdaad aan storende prikkels, voor de deelnemers niet uitvoerbaar. Tot slot zorgden de planning en verslaggeving problemen. Beide waren te versnipperd en kwamen niet goed van de grond. Al met al voldoende gronden om tijdens het vooraf geplande evaluatiemoment tot aanpassing van het project te besluiten.
Aantal opgestelde trajectplannen Van de deelnemers aan Carrousel-0 is voor een enkeling een trajectplan opgesteld. Door verloop bij de trajectbegeleiders en daarmee beperkt beschikbare inzet, is de voorkeur gegeven aan het schrijven van trajectplannen van medewerkers die de potentie hadden om gedetacheerd te worden. Voor alle deelnemers aan Carrousel-1 zal wel een trajectplan worden opgesteld. Dit zal, gezien het feit dat deze groep nog bezig is met het project, op een later moment gebeuren.
Opbrengst van de trajectplannen In lijn met de vorige vraag is het op dit moment te vroeg daar iets over te kunnen melden. De deelnemers van Carrousel-1 hebben gedurende het project een medewerkerstevredenheidstest ingevuld. Zij zullen deze na afloop van het traject nogmaals invullen. Dan is met zekerheid een positief effect te melden. De begeleiding schat in dat de resultaten positief zullen zijn (expert opinion).
4
Kwalitatieve resultaten
Opzet en inrichting van de Carrousel; Kritische succes- en faalfactoren daarbij (waaronder de voorwaarden waaraan de werkplekken dienen te voldoen): Uit de ervaringen en de evaluatie van Carrousel-0 is gebleken dat kleinschaligheid en intensieve begeleiding bij uitstek de belangrijkste succesfactoren zijn. Daarnaast speelt een positieve groepsdynamiek een rol. Dat blijkt onder andere uit de resultaatverschillen tussen beide groepen. Had Carrousel-0 nog te kampen met veel uitval, is deze (los van ziekteverschijnselen die los staan van het project) bij Carrousel-1 uitgebleven. Alleen zo konden deelnemers zich losmaken van hun vertrouwde werkplek en vertrouwde begeleiders.
Carrousel-0 kende beperkte branchegerichte aandacht. Aangezien de trainingen plaatsvonden binnen het eigen SW-bedrijf was er sprake van een (minder) realistische, maar wel van een beschutte werkomgeving.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 4 van 13
De volgende onderdelen kwamen binnen de projectopzet aan bod: •
Computertraining
•
Mobiliteitstraining
•
Gezonde voeding
•
Bewegen
•
Stoppen met roken
•
Veiligheid
•
Werkstructurering en
•
Excursies naar andere bedrijfsonderdelen
Aangezien de trainingen binnen het eigen SW-bedrijf plaatsvonden is er vooral ‘gespeeld’ met de variabele verantwoordelijkheid. Bij de praktisch gerichte trainingen, zoals werkstructurering kregen medewerkers grote verantwoordelijkheid. Dit bleek, getuige de grote uitval, in de gegeven setting een te zware last.
Carrousel-1 is wel branchegericht. Er is gezocht naar realistische werkplekken buiten het SW-bedrijf. Daarbij is gewerkt met 5 branches. De branches Kantoor en Transport & Logistiek lenen zich, gezien het hoge niveau dat daarvoor vereist is, niet voor de groep deelnemers en zijn buiten de opzet gebleven.
Voordat de gemeenschappelijke noemers worden benoemd waaraan werkplekken dienen te voldoen, volgt eerst een overzicht van de activiteiten die binnen de verschillende branches zijn uitgevoerd:
Bouw en techniek De medewerkers zijn naar een wijkproject in Utrecht geweest. Zij hebben daar informatie gekregen en er is een rondleiding verzorg over de activiteiten in het wijk. Deze activiteiten lopen uiteen van het verhuizen van bewoners tot het opknappen van een tuin, van het schoonmaken van een huis tot het strippen van een huis en kleine technische klusjes. De medewerkers hebben een duidelijk beeld gekregen van de praktische werkzaamheden buiten het SW bedrijf.
Horeca en detailhandel De medewerkers hebben een rondleiding gehad in een grote tweedehands winkel. Zij hebben gezien hoe kleding gesorteerd wordt en op welke wijze apparatuur wordt hersteld. Daarnaast hebben zij een rondleiding gehad bij McDonalds. Een van de medewerkers gaf aan dat hij het leuk zou vinden om in de horeca tafels schoon te maken of in de spoelkeuken te werken. In een komende activiteit gaan de medewerkers vakken vullen bij een grote AH winkel. Tot slot staat er een rondleiding door het magazijn van de Hema op het programma.
Facilitair en onderhoud De medewerkers hebben gezamenlijk schoongemaakt in een verzorgingshuis. Een ieder verrichtte eenvoudige werkzaamheden die voor hem of haar op dat moment tot de mogelijkheden behoorde.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 5 van 13
Zorg, cultuur en welzijn De medewerkers zijn met een groepje bewoners uit een verzorgingshuis naar de markt geweest. Verder gaan zij nog helpen bij een activiteit in een verpleeghuis, waarbij zij ook koffie en thee zullen schenken. Een van de medewerksters heeft al aangegeven dat zij heel graag in een verzorgingshuis zou willen werken. Een andere medewerkster, die moeilijk contacten legt, had makkelijk contact met de ouderen en was voor hen heel zorgzaam. De medewerkers zijn naar het vliegmuseum in Soesterberg geweest. Bij het bekijken van de verschillende onderdelen werd aandacht besteed aan wat losmaken in hun situatie betekent. Bij het bedienen van de interactieve media kwam naar voren of de medewerkers wel of geen technisch inzicht hadden. De medewerkers zijn ook naar het geldmuseum in Utrecht geweest. Naar aanleiding daarvan gaf een zelfstandige wonende medewerkster aan voortaan in een schriftje haar uitgaven bij te gaan houden.
Groen en buiten De medewerkers hebben bladeren geharkt, geblazen en opgeruimd. Een van de medewerkers was helemaal weg van het bladblazen. Na wat training kon hij hier goed mee omgaan. De ander medewerkers waren niet echt gecharmeerd van het werken in het groen. Het enige wat hen aansprak, was de rust van de werkplek. Een nadeel van de groenvoorziening in de Carrousel is, dat het weer mee moet werken. Bij twee gelegenheden was het weer te slecht om buiten te werken. Zo moest het werken in een moestuin omgezet worden in een rondleiding en uitleg over de tuin, vanwege de slechte weersomstandigheden.
Algehele conclusies over de activiteiten in de branches en de normen waaraan de werkplekken dienen te voldoen: •
Zorg vooral binnen de werkplekken voor diversiteit in niveau. Verschillende deelnemers worden door verschillende situaties getriggerd. Eenvormigheid ondermijnt dit inzicht;
•
Zorg dat er een opbouw in de uitdagendheid zit. Zodoende bouwen deelnemers zelfvertrouwen op, waarmee ze verder kunnen reiken. Een te hoog beginniveau (bijvoorbeeld in de vorm van meervoudige opdrachten) zorgt voor frustratie en faalangst. Het kan opgebouwd vertrouwen snel doen verdwijnen. Begin daarom met enkelvoudige handelingen/ opdrachten;
•
Als het aantal deelnemers beperkt is en de begeleiding intensief, kunnen deelnemers meer uitdagendere situaties aan;
•
Indien er projecten worden bezocht zorg dan voor een voortdurende prikkeling. Dit werkt concentratieverhogend. Als de prikkeling wegvalt, ebt de aandacht snel weg;
•
Zorg voor alternatieven bij buitenprogramma’s;
•
Werken in een reële setting levert veel informatie op over de (intrinsieke) motivatie en de capaciteiten bij deelnemers, daarnaast wordt het leereffect vergroot. Deelnemers worden assertiever en maken gemakkelijker contact met collega’s;
•
Doordat de werkplekken extern zijn, is er sprake van training on the job. Deelnemers leren direct in de praktijk en hoeven de transitie simulatie – werkplek niet meer te maken;
•
Door de activiteiten buiten SW te organiseren worden de geesten rijp gemaakt voor werk buiten SW.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 6 van 13
Opzet en inrichting van het sport- en spelprogramma; Kritische succes- en faalfactoren daarbij: Binnen Carrousel-0 was meer ruimte ingedeeld voor sport en spel dan binnen Carrousel-1. Bij Carrousel-0 is gebruik gemaakt van het WI-spel. Dit heeft als grote voordeel dat iedereen kan deelnemen, ook mensen in een rolstoel. Een deel van de trainingen is in spelvorm gegeven en men ging in kleine groepjes naar de sportschool. Bij Carrousel-1 zijn de deelnemers eveneens naar de sportschool geweest en hebben zij cardiooefeningen gedaan. Dit bleek echter niet voor iedereen toepasbaar. Een afdeling beweegt elke dag een kwartier op muziek. Er wordt nog gewerkt aan een andere sportactiviteit waarbij de voorkeur van de deelnemers uitgaat naar zwemmen.
Doel van het sport- en spelprogramma was om deelnemers positieve ervaringen te bezorgen. Ervaringen die deelnemers zouden aanzetten tot verdere ontwikkeling. Daarnaast beoogde het sporten spelprogramma deelnemers inzicht te verschaffen in hun fysieke (on)mogelijkheden. Die opzet is voor het grootste deel geslaagd. Positief was dat: •
deelnemers makkelijk met elkaar in contact kwamen;
•
deelnemers zich eerder uiten over datgene dat hun bezig hield;
•
deelnemers enig zicht op hun fysieke (on)mogelijkheden hebben gekregen;
•
deelnemers onbewust grensverleggend bezig zijn geweest.
Aandachtspunten waren: •
Het staat nog niet vast welke sportvormen verantwoord zijn;
•
De veeleisendheid van sommige onderdelen (cardio-oefeningen).
Conclusies: •
Deelnemers zijn doorgaans enthousiast over het aanbod;
•
Overeenkomstig de conclusie over de werkplekken: Zorg binnen het sport- en spelaanbod voor diversiteit in het niveau. Verschillende deelnemers worden door verschillende situaties getriggerd. Eenvormigheid ondermijnt dit inzicht;
•
Zorg dat er een opbouw in de uitdagendheid zit. Zodoende bouwen deelnemers het gewenste zelfvertrouwen op, waarmee ze verder kunnen. Een te hoog beginniveau zorgt voor frustratie en kan opgebouwd vertrouwen snel doen verdwijnen.
Bijdrage van het project aan de ‘mindset’ van lang zittende WSW-ers, nieuw instromende WSW-ers en begeleidende UW-ers Wat betreft de Carrousel-0 heeft deze zondermeer meegewerkt aan de mindset van (lang zittende) medewerkers. Vooral de mobiliteitstraining heeft een bijdrage geleverd aan de vermindering van angsten voor de beweging naar buiten. Het heeft het bewustzijn gecreëerd dat een beweging naar buiten een reële optie is. Daarnaast is er sprake een persoonlijke gedragsontwikkeling bij de deelnemers. Dit uit zich vooral in een toename van de assertiviteit.
Aangezien er dit jaar sprake is geweest van weinig nieuw instromende WSW-ers, kunnen er geen uitspraken worden gedaan over het effect van het project op de mind-set van deze groep. De meest evidente beïnvloeding van de mindset heeft echter plaatsgevonden bij de begeleidende UWers.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 7 van 13
Voor een niet onaanzienlijk deel van deze groep is duidelijk geworden dat zij andere capaciteiten hadden dan de binnen de Carrousel vereiste. Zij zijn derhalve geplaatst op posities met veelal taken sec op de aansturing van de productie gericht. De effecten bij Carrousel-1 zijn overeenkomstig de effecten van Carrousel-0.
Meetinstrument rond de noodzakelijke affiniteiten en basiscompetenties Binnen het project wordt gebruik gemaakt van een competentielijst. Deze wordt per activiteit op onderdelen ingevuld. Aan het eind van de Carrousel wordt een totaalscore opgemaakt.
5
Conclusies en do’s and don’ts voor andere SW-bedrijven
•
Scheid de groep af van de reguliere bezetting, maak deelname exclusief. Dit verhoogt de
•
Beperk de ambities, probeer niet teveel tegelijk aan te pakken. Het is beter te focussen op een
motivatie en de resultaten;
goede aanpassing dan meerdere halve aanpassingen; •
Bovenstaande maakt het lastig om projecten als Carrousel uit te voeren tijdens een reorganisatie/ cultuuromslag. Zowel de deelnemers als ook het begeleidend personeel worden op zo’n moment in beslag genomen door andere zaken;
•
Zorg voor begeleidend personeel dat op hun taak is toegerust;
•
Wees terughoudend om via een dergelijk project een cultuurverandering bij de begeleiding te realiseren. Dit middel is daarvoor slechts beperkt geschikt, terwijl de gevolgen voor het project ernstig negatief kunnen zijn;
•
Zorg voor intensieve en kwalitatief hoogwaardige begeleiding. Je vraagt wat van de deelnemers, ondersteun dat ook!;
•
Intensieve begeleiding en aandacht is, in combinatie met de opzet van het project, verantwoordelijk voor de positieve resultaten;
•
Wees terughoudend met verantwoordelijkheid. Pas als basisvoorwaarden van veilig voelen en vertrouwen geven afdoende zijn geborgd, kan hiermee worden ‘gespeeld’;
•
Hou niet vast aan een vooraf vastgesteld aantal branches/ onderdelen van de Carrousel, maar pas deze aan op de deelnemers/ doelgroep;
•
Zorg voor diversiteit in niveau bij zowel de (externe) werkplekken en het sport- en speldeel. Zorg daarbij voor een laag aanvangsniveau en bouw van daaruit op.
Algehele conclusie is dat het project Carrousel zeker zijn meerwaarde kan hebben. Er is echter een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan en die het project (kosten)intensief maakt. Zo zijn deelnemers gebaat bij kleine groepen en intensieve begeleiding en is het van belang dat er een behoorlijke diversiteit is in het werkplekkenaanbod en het aanbod van sport en spel.
6
Bijlagen
Bijlage 1:
Beschreven concept van de Carrousel
Bijlage 2:
Beschreven concept sport- en spelprogramma
Bijlage 3:
Instrument waarmee affiniteit en basiscompetenties worden gekoppeld aan de sectoren
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 8 van 13
Bijlage 1
Beschreven concept van de Carrousel
Aanleiding In de praktijk blijkt dat het bij een groot aantal werkzoekenden lastig te bepalen is welke beroepen, werksoorten, werkgevers en/ of vervolgmogelijkheden geschikt en kansrijk zijn. Er is daarom behoefte aan een praktisch diagnose-instrument, om vervolgens een passend en kansrijk vervolgtraject in te kunnen inzetten. De Carrousel is zo’n instrument.
Voor wie? Deelnemers van wie niet duidelijk is welke werksoorten, type werkgevers en/ of vervolgmogelijkheden passend en kansrijk zijn. Deelnemers van wie niet duidelijk is wat in de praktijk hun beschikbaarheid en/ of belastbaarheid is. Deelnemers moeten minimaal 16 uur per week beschikbaar en inzetbaar zijn voor werk. Zij moeten bovendien aanspreekbaar en verstaanbaar zijn in de Nederlandse taal.
Met welk doel? Opdrachtgevers en deelnemers (meer) inzicht geven in passende en kansrijke werksoorten, beroepen en type werkgevers. Opdrachtgevers een gericht advies geven op basis waarvan zij samen met hun deelnemer (verdere) acties kunnen inzetten om uitstroom naar betaald werk of een ander passend vervolgtraject te realiseren. Het willen en kunnen van de deelnemer wordt aantoonbaar in het eindadvies onderbouwd.
Het instrument De Carrousel is een intensief, uitdagend, praktisch en enthousiasmerend programma van maximaal vier weken. Hierin krijgt de deelnemer een aantal verschillende activiteiten aangeboden, zoals individuele onderzoeken en testen, sportactiviteiten, trainingen, praktische oriëntatie op werk(soorten), kennismaking met werkgevers en praktijkdagen binnen specifieke beroepsrichtingen. Het programma wordt afgestemd op de individuele vraag en mogelijkheden van de deelnemer en/ of opdrachtgever.
Persoonlijke begeleiding In de begeleiding die wij de deelnemer bieden vervult de consulent van de Carrousel twee functies: •
Coach: in deze rol benadert hij de deelnemer als de centrale (f)actor in het traject. Zelfredzaamheid, zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke uitgangspunten. Als coach stimuleert, motiveert, activeert en spiegelt hij de deelnemer wat betreft de voortgang van de activiteiten die in zijn programma zijn vastgelegd.
•
Makelaar: hij legt en onderhoudt contacten met de uitvoerders van de verschillende programmaonderdelen.
Vanuit beide rollen heeft de consulent zoveel mogelijk dagelijks contact met de deelnemer en de bij de uitvoering betrokken andere medewerkers en stemt hij af met de opdrachtgever.
Evaluatieverslag Carrousel, bijlagen
Pagina 9 van 13
Inhoud Carrousel Instroomgesprek Het instroomgesprek bestaat uit drie onderdelen: 1.
Een dossiergesprek tussen de opdrachtgever en de consulent van de Carrousel;
2.
Een warme overdracht van de deelnemer aan de consulent door de opdrachtgever;
3.
Een één-op-ééngesprek tussen de deelnemer en de consulent van de Carrousel, waarbij o.a. de volgende onderwerpen worden besproken en doorgenomen: •
Wensen, mogelijkheden, belemmeringen en beperkingen
•
Randvoorwaarden voor een succesvol traject
•
Commitment door het tekenen van een trajectovereenkomst met een plan van aanpak voor de nadere invulling van de Carrousel (= maatwerk)
•
Privacy- en klachtenregeling.
Het programma van de Carrousel De start van de Carrousel is op de eerste maandag na acceptatie en ondertekening door de deelnemer, bij een minimale bezetting van vijf deelnemers. De intensiteit wordt bepaald door de beschikbaarheid van de deelnemer; deze kan variëren van 16 tot 32 uur per week.
Standaardonderdelen van het programma zijn: 1.
Introductie
2.
Groepstraining rond het thema ‘Werken’ Karakteristieke kenmerken van de gehanteerde methodiek:
3.
•
Eigen rol en verantwoordelijkheid van de deelnemer
•
Motiveren, activeren
•
Ombuigen van weerstanden en bezwaren: ‘van hangmat naar trampoline’.
Groepstraining ‘Arbeidsmarkt’ Met als inhoud: •
Hoe kijkt de deelnemer als werkzoekende aan tegen de arbeidsmarkt;
•
Hoe kijken werkgevers aan tegen werkloze werkzoekenden;
•
Wat is de betekenis hiervan voor jou als deelnemer om effectief de arbeidsmarkt te kunnen betreden;
•
Arbeidsmarktoriëntatie;
•
Presentatievaardigheden;
•
Uitgangspunt voor de training zijn de ervaringen van de deelnemers.
4.
Sporten in groepsverband, onder leiding van de praktijkinstructeur
5.
Oriëntatie op - en praktijkstage in één of meer beroepsrichtingen Door - gezamenlijk - bedrijven te bezoeken kan de deelnemer zich oriënteren en een keuze maken voor praktijkstage(s) in een bij hem passende en kansrijke beroepsrichting.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 10 van 13
De werksoorten waaruit de klanten kunnen kiezen zijn: •
Bouw en techniek;
•
Horeca en detail;
•
Zorg en welzijn;
•
Kantoorwerk;
•
Groen en buitenwerk;
•
Toezicht, facilitair en onderhoud;
•
Transport en logistiek.
Doel: •
Ontdekken en vaststellen van eigen (on)mogelijkheden en aanwezige affiniteiten;
•
Vaststellen van de basiscompetenties als werknemer;
•
Bepalen van (on)mogelijke werkzaamheden in het kader van een vervolgstap;
•
Vaststellen van ontwikkelingspunten in relatie tot werk.
Test en onderzoek (optioneel) In voorkomende gevallen wordt het hierboven beschreven standaardaanbod uitgebreid met test en onderzoek. Afhankelijk van de inhoud van de geaccordeerde trajectovereenkomst kunnen de volgende testen en onderzoeken worden aangeboden (één of in combinatie): •
Beroepskeuzeonderzoek;
•
Onderzoek naar capaciteiten (niveaubepaling, leerbaarheid);
•
Onderzoek naar persoonlijkheidskenmerken;
•
Onderzoek naar taal- en communicatieniveau;
•
Onderzoek naar computer- en administratieve vaardigheden;
•
Praktische vaardigheden (onderzoek naar handvaardigheid);
•
Medische en/of arbeidsdeskundige onderzoeken.
Kenmerkend voor het afnemen van testen en onderzoeken: •
Deze zijn uitsluitend gerelateerd aan reële werkzaamheden op de locale of regionale arbeidsmarkt;
•
Worden alleen ingezet als die voor de mogelijk uit te voeren stagewerkzaamheden van de deelnemer relevant zijn of op verzoek van de opdrachtgever;
•
Een aantal kan ook op een laag taalniveau (NT1+) worden aangeboden.
Eindresultaat Opdrachtgevers en deelnemers hebben (meer) inzicht in passende en kansrijke werksoorten, beroepen type werkgevers en/ of vervolgmogelijkheden. Opdrachtgevers hebben een gericht advies op basis waarvan zij samen met hun deelnemer (verdere) acties kunnen inzetten om uitstroom naar betaald werk of een ander passend vervolgtraject te realiseren. Het willen en kunnen van de deelnemer wordt aantoonbaar in het eindadvies onderbouwd.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 11 van 13
Bijlage 2
Beschreven concept sport- en spelprogramma
Als genoemd in het evaluatierapport is er op dit moment nog geen sprake van een uitgebalanceerd en uitgeschreven sport- en spelprogramma. Er zijn voorwaarden genoemd waaraan een sport- en spelprogramma moet voldoen (meerdere uitdagingniveaus en daarin oplopend). In de huidige opzet en uitvoering is niet vast komen te staan dat de toevoeging van en sport- en spelprogramma een essentiële voorwaarde is voor het slagen van het project. Toch is de verwachting nog steeds dat, mits deze aan de juiste eisen voldoet, er een meerwaarde is. De gedachte is dat het sport- en spelprogramma zich in het verdere verloop verder zal uitkristalliseren. Zodra dit is gerealiseerd en er een beschreven concept is, zal dit worden nagezonden.
Vooralsnog bestaat de sport- en spelactiviteiten uit de volgende onderdelen: Sport activiteiten Bewegen op de werkvloer. Op een afdeling wordt 1 x per dag bewegingsactiviteit van ongeveer 20 min. uitgevoerd.
Gebruik Wifit Er is in februari 2009 een Nintendo Wifit spelcomputer met bijpassende spellen aangeschaft. Er is gekozen voor de aanschaf van deze apparatuur, omdat het een laagdrempelige vorm van bewegen is. Bovendien heeft het als voordeel, dat iedereen dit spel kan spelen, zelfs medewerkers in een rolstoel. In eerste instantie is het spelen met de Wifit ingezet als een beloning voor de werknemer. Per afdeling werden medewerkers geselecteerd die zich in de voorafgaande week onderscheiden hadden. Dit kon te maken hebben met inzet of gedrag. De volgende spelen waren mogelijk: tennis, bowlen en boksen. Het spel wordt gespeeld in een groepjes van 2 tot en met 4 medewerkers onder begeleiding van een werkcoach.
Sportschool Hierbij gaat een groepje van 4 medewerkers met een werkcoach naar een nabijgelegen sportschool. UW heeft een aantal abonnementen op de sportschool genomen. Tijdens het sporten kan men beroep doen op de een instructeur van de sportschool.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 12 van 13
Bijlage 3
Instrument waarmee affiniteit en basiscompetenties worden gekoppeld aan de sectoren
Voor wat betreft de basiscompetenties zou de competentielijst geplaatst kunnen worden. De affiniteiten van de deelnemers zijn getoetst door na elke activiteit een evaluatiemoment in te bouwen tussen deelnemers en begeleiders. Hiermee wordt voor beide partijen de affiniteit zichtbaar. Als eventuele bonus kan hier ook de medewerkerstevredenheidstest worden geplaatst. Ook dit instrument is wellicht praktisch voor andere SW-bedrijven die de invoering van een project als Carrousel overwegen.
Evaluatieverslag Carrousel
UW Holding BV augustus 2010
Pagina 13 van 13