Evaluatie vrijwilligerscentrale Vaals
Conceptrapport Gemeente Vaals
BMC Onderzoek Datum 16 mei 2014 Barbara Wapstra-van Damme Anouk Olsthoorn Projectnummer: 421034 Correspondentienummer: DH-1905-3864
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 6
INLEIDING
1
1.1
Context van het vrijwilligerswerk
1
1.2
Aanleiding en doel
2
1.3
Onderzoeksopzet
3
1.4
Leeswijzer
4
VRIJWILLIGERSWERK IN VAALS
5
2.1
De vrijwilligerscentrale Vaals
5
2.2
Het vrijwilligerswerk
7
BEMIDDELING EN ONDERSTEUNING
9
3.1
Bemiddeling
9
3.2
Cursusaanbod
10
3.3
Waardering
11
3.4
Ondersteuning van vrijwilligers
12
3.5
Ondersteuning van vrijwilligersorganisaties
15
SPECIFIEKE VORMEN VAN VRIJWILLIGERSWERK
17
4.1
Geleid vrijwilligerswerk
17
4.2
Maatschappelijke stage
19
PROJECTEN
22
5.1
Vaals Helpt
22
5.2
De Ontmoeting
23
5.3
Vrijwilligerswerk in een commerciële omgeving
23
5.4
Verdringing van betaald werk
24
5.5
Nieuwe doelgroepen
25
5.6
Cultuur
25
SAMENVATTING, CONCLUSIE EN KANSEN VOOR DE TOEKOMST
26
6.1
Samenvatting
26
6.2
Aansluiting vrijwilligerscentrale op Wmo-doelstelling
27
6.3
Kansen voor de toekomst
28
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt het rapport ‘Evaluatie Vrijwilligerscentrale Vaals’. In dit hoofdstuk gaan we in op de aanleiding en doelstelling van het onderzoek (paragraaf 1.2) en de onderzoeksopzet (paragraaf 1.3). Allereerst starten we met een schets van de context van het vrijwilligerswerk als onderdeel van de Wmo en de belangrijkste ontwikkelingen op dit terrein (paragraaf 1.1). 1.1
Context van het vrijwilligerswerk De vrijwillige inzet van burgers vormt een onmisbaar deel van de ‘civil society’. De civil society draait om vrijwillige inzet, die niet voortvloeit uit gezin, familie, vrienden, overheid of het bedrijfsleven. Het verwijst naar een deel van de samenleving waarin burgers, georganiseerd of ongeorganiseerd, voor elkaar klaar staan. De burger doet op deze manier zelf mee maar draagt ook bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. Vrijwillige inzet vormt zoals gezegd een onmisbaar deel in onze samenleving, de motieven om vrijwilligerswerk te doen zijn echter van diverse aard. Mensen kunnen het doen omdat het voldoening geeft, omdat het moet (scholieren in het kader van maatschappelijke stages) en vanuit eigenbelang (het opbouwen van een CV). Niettemin gaat het steeds om ‘werk dat in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving (definitie SCP, Dekker 1994)’. De Wet maatschappelijke ondersteuning leunt sterk op het idee van de civil society en probeert deze wettelijk inhoud te geven. Burgers zijn in eerste instantie zelf, samen met hun netwerk, verantwoordelijk voor het ‘meedoen’ aan de samenleving alvorens zich tot de overheid te wenden. De gemeente is geen onderdeel van deze civil society, maar de gemeente kan wel een grote rol spelen bij de opbouw en het onderhouden van de civil society. De gemeente kan de juiste voorwaarden scheppen en de partijen (individuen en organisaties) samenbrengen. Het is ook een taak van de overheid om het vrijwilligerswerk te (onder)steunen en te waarderen. Voor de Wmo is een nieuw wetsvoorstel gemaakt (Wmo 2015). Deze conceptwettekst geeft op een nieuwe manier invulling aan de maatschappelijke ondersteuning omdat deze toegesneden moet zijn op de aanstaande decentralisaties in het sociale domein. De rol van de gemeente op het gebied van vrijwilligerswerk wordt wederom expliciet als een belangrijke taak voor gemeenten beschreven. De regering probeert aan te sturen op een situatie waarin het vrijwilligerswerk wordt ondersteund en de positie van vrijwilligers wordt verstevigd, dat
130
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
vrijwilligersorganisaties worden betrokken bij de beleidsplannen rondom de nieuwe invulling van de Wmo en dat vrijwilligerswerk ondersteuning kan bieden aan mantelzorgers. Aan de andere kant kan, zoals omschreven in de memorie van toelichting, vrijwilligerswerk ook worden gezien als een middel voor kwetsbare burgers om hen een daginvulling te bieden en zodoende de ervaren kwaliteit van leven te verbeteren. Het vrijwilligerswerk is in dat opzicht tweeledig. Het dient een doel voor de maatschappij, maar het kan ook een doel dienen voor diegene die het vrijwilligerswerk uitvoert. Het vrijwilligerswerk staat onder druk. Een groot deel van de bestaande vrijwilligers wordt gevormd door 55-plussers en er is weinig aanwas van jongere vrijwilligers. Er komt steeds meer nadruk op arbeidsparticipatie waardoor er voor mensen steeds minder mogelijkheden zijn om regelmatig en langdurig vrijwilligerswerk te doen. De flexibilisering van het vrijwilligerswerk brengt veranderende eisen aan vrijwilligersorganisaties en de vrijwilliger, maar het kan juist ook kansen bieden. Daarnaast neemt, met name in de zorg en persoonlijke dienstverlening, het beroep op vrijwilligers toe om de professionele zorg betaalbaar te houden. Dit zien we ook terug in de voorstellen voor de Wmo 2015. Daarnaast krijgen gemeenten nieuwe taken op het gebied van dagbesteding en participatie om te zorgen voor een zinvolle dagbesteding van kwetsbare burgers. Vrijwilligerswerk staat dus prominent op de politieke agenda in het denken over de participatiesamenleving, waarin verwacht wordt dat burgers hun verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven en hun omgeving. De verwachtingen van vrijwilligers zijn hoog. Het is aan gemeenten om deze ontwikkelingen, alsmede de lokale situatie, in kaart te brengen, te vertalen in een visie op het vrijwilligerswerk en een gepast aanbod neer te zetten vanuit ondersteunende organisaties. Het roept ook nieuwe vraagstukken op. Binnen welke kaders kan en mag vrijwilligerswerk als doel en als middel worden ingezet? De beantwoording van dit vraagstuk is ook onderdeel van de ontwikkeling die gemeenten doormaken. Een brede benadering en positionering van het vrijwilligerswerk binnen gemeenten is een onderdeel van, maar ook een opmaat voor de opgave voor de transities binnen het sociale domein van gemeenten. 1.2
Aanleiding en doel In de gemeente Vaals is sinds enkele jaren een vrijwilligerscentrale actief. Dit steunpunt vormt een belangrijke rol binnen het Wmo-beleid in de gemeente Vaals. Naast de bemiddelingsfunctie is de vrijwilligerscentrale in de gekantelde Wmo actief via ‘Vaals Helpt’, waarbij hulp wordt geboden aan inwoners om langer zelfstandig te kunnen wonen, onder andere door vrijwilligers in een uitkeringssituatie. Ook zorgt de vrijwilligerscentrale voor de bemiddeling van maatschappelijke stages.
230
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Vooralsnog ontvangt de gemeente hiervoor subsidie van de provincie. Vanaf 1 oktober 2015 eindigt deze subsidie waarschijnlijk. Voor de gemeente is dit het moment om de meerwaarde van de vrijwilligerscentrale te evalueren. De centrale vraag is dan ook wat het belang is van de vrijwilligerscentrale voor Vaals. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zal inzichtelijk gemaakt worden wat de activiteiten zijn van de vrijwilligerscentrale, in hoeverre deze bijdragen aan de doelstellingen van het Wmo-beleid van de gemeente, wat de ervaringen zijn van de gebruikers van de vrijwilligerscentrale en welke maatschappelijke effecten teweeg worden gebracht. In de aansturing en uitvoering van de vrijwilligerscentrale is sprake van samenwerking met enkele gemeenten in de regio. In dit onderzoek richten we ons op de vrijwilligerscentrale in de gemeente Vaals. De kernvraag van het onderzoek luidt als volgt: “Wat is de meerwaarde van de vrijwilligerscentrale voor Vaals?” Deze kernvraag wordt verder uitgewerkt in de volgende subvragen: 1. Wat zijn de activiteiten van de vrijwilligerscentrale en in hoeverre dragen de activiteiten bij aan de doelstellingen van het Wmo-beleid? 2. Wat zijn de ervaringen van gebruikers van de vrijwilligerscentrale? Gemeenten zijn in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht om jaarlijks een tevredenheidsonderzoek onder vragers van maatschappelijke ondersteuning uit te voeren. Het staat gemeenten vrij om een doelgroep te kiezen, zoals burgers die vrijwillige inzet leveren. Binnen de Wmo zijn deze burgers een belangrijke doelgroep. Zij vormen het sociale kapitaal en zijn belangrijk voor zowel de samenleving als het individu. Een onderdeel van dit onderzoek is de tevredenheid van vrijwilligers over de ondersteuning door de vrijwilligerscentrale. Hiermee voldoet dit onderzoek ook aan de wettelijke verplichting om een onderzoek uit te voeren naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning (Wmo, artikel 9). 1.3
Onderzoeksopzet Bij de beantwoording van de onderzoeksvragen is gekozen voor een kwalitatieve aanpak. Door middel van interviews, het raadplegen van bestaande documenten en gesprekken met de medewerkers van de vrijwilligerscentrale is in beeld gebracht wat de activiteiten zijn van de vrijwilligerscentrale en wat de ervaringen van de betrokkenen zijn met de dienstverlening vanuit de vrijwilligerscentrale. Interviews zijn gehouden met de volgende doelgroepen: Reguliere vrijwilligers, zowel vrijwilligers die via de vrijwilligerscentrale bemiddeld zijn als vrijwilligers die dit buiten de vrijwilligerscentrale om doen. Vrijwilligers die een cursus gevolgd hebben. Vrijwilligers met een uitkering die via de sociale dienst (Pentasz) naar de vrijwilligerscentrale verwezen zijn (geleide vrijwilligers).
330
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Vrijwilligers die een vrijwilligersorganisatie of vereniging vertegenwoordigen. Professionals die beroepsmatig met de vrijwilligerscentrale te maken hebben (middelbare school, sociale dienst, ondersteuner Provinciaal Overleg Vrijwilligerswerk Limburg, beleidsmedewerker van de gemeente, zorginstelling).
De interviews waren kwalitatief van aard en zijn gevoerd aan de hand van een checklist. De meeste interviews zijn face-to-face gedaan en vonden plaats bij de vrijwilligerscentrale. De vrijwilligerscentrale heeft zorg gedragen voor het uitnodigen van de respondenten en een warme ontvangst met koffie en gebak. De duur van de interviews varieerde van 20 minuten tot anderhalf uur. Een klein deel van de interviews is telefonisch gedaan. Dit was met name aan de orde bij de cursisten. In tabel 1 staat een overzicht van de respondenten. Tabel 1
Respondenten
Individuele/reguliere vrijwilligers Vrijwilligers die een vrijwilligersorganisatie vertegenwoordigen Professionals Vrijwilligers via Pentasz Cursisten Totaal
Face-to-face 8 6 4 6 24
Telefonisch 1
Totaal 9
3 6 10
6 7 6 6 34
Met de verhalen van de respondenten is een goed beeld verkregen van de ervaringen met de vrijwilligerscentrale. In de interviews zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: Wat vinden ze van de ondersteuning van de vrijwilligerscentrale? Wat heeft dat voor hen betekend? Wat is de betekenis van het vrijwilligerswerk? Welke ondersteuning heeft men nodig? Hoe is de bekendheid van de vrijwilligerscentrale? Welke verbetermogelijkheden zijn er voor de vrijwilligerscentrale? 1.4
Leeswijzer In de volgende hoofdstukken is er voor gekozen om per thema te rapporteren. Per thema wordt ingegaan op de activiteiten en ervaringen. Indien aan de orde worden daarbij ook direct aanbevelingen gedaan (weergegeven in een oranje kader). In het laatste hoofdstuk worden de samenvatting en conclusie op hoofdlijnen gegeven met een doorkijk naar kansen die er voor de toekomst liggen. In de tekst is gebruikgemaakt van citaten van respondenten, deze zijn cursief weergegeven.
430
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Hoofdstuk 2 Vrijwilligerswerk in Vaals 2.1
De vrijwilligerscentrale Vaals De vrijwilligerscentrale Vaals vervult een voortrekkersrol binnen de Regionale vrijwilligerscentrale Heuvelland. Dit is een samenwerking tussen de gemeenten Vaals, Gulpen-Wittem en Valkenburg a/d Geul en voor de maatschappelijke stage Meerssen. De deelnemende gemeenten hebben een eigen frontoffice en een gezamenlijke backoffice die vanuit Vaals aangestuurd wordt. De drie gemeenten creëren via de vrijwilligerscentrale een structurele basis voor de vrijwillige inzet en geven inhoud aan het begrip 'civil society' of burgerkracht. De doelstellingen van de vrijwilligerscentrale zijn: Versterken en faciliteren van een lokale en regionale vrijwilligersstructuur. Stimuleren en activeren van burgers bij hun directe leefomgeving. Ondersteunen van burgerinitiatieven. Participatie van burgers met een afstand tot de arbeidsmarkt middels vrijwilligerswerk. Initiatieven en projecten ten behoeve van jongerenparticipatie in het vrijwilligerswerk. Leveren van een bijdrage aan de specifieke Wmo-doelen. De werkzaamheden van de vrijwilligerscentrale zijn te clusteren rond de vijf basisfuncties lokale ondersteuning vrijwilligerswerk welke als richtinggevend kader door de staatssecretaris geformuleerd zijn1, dit zijn: Vertalen Verbinden en makelen
Versterken Verbreiden
Verankeren
1
Nieuwe (en bestaande) maatschappelijke ontwikkelingen vertalen in een visie en in concreet beleid. Het maken van verbindingen tussen verschillende partijen om maatschappelijke thema’s op te pakken. Door middel van een makelaar komen partijen tot een samenwerkingsrelatie en worden (nieuwe) vrijwilligers en leerlingen in het kader van maatschappelijke stages toegeleid naar vrijwilligerswerk. Ondersteuningsstructuur voor het doelmatig ondersteunen en versterken van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Onder de aandacht brengen van het brede scala van vrijwilligerswerk. Mooie voorbeelden kunnen (nieuwe) vrijwilligers inspireren en wellicht verleiden tot het doen van vrijwilligerswerk. Ook de waardering voor vrijwilligers is van groot belang. Alle succesvolle aanpakken, goede voorbeelden, kennis en ervaring moeten worden vastgelegd zodat een goede uitvoering van het vrijwilligerswerk meer en meer geborgd is.
Op dit moment wordt bekeken of met de nieuwe Wmo bijstelling van deze basisfuncties nodig is.
530
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Voor een uitgebreide beschrijving van de activiteiten van de vrijwilligerscentrale in 2013 verwijzen we naar het jaarverslag 2013. Op de belangrijkste activiteiten wordt in de volgende paragrafen ingegaan. Nadere informatie over de vrijwilligerscentrale is ook te vinden op hun website (www.vrijwilligerswerkvaals.nl of www.regionalevrijwilligerscentraleheuvelland.nl). Ervaringen vrijwilligerscentrale De medewerkers van de vrijwilligerscentrale geven aan het belangrijk te vinden mensen in hun eigen kracht te laten en het respectvol omgaan met mensen staat hoog in het vaandel. Opvallend zijn de unaniem positieve ervaringen van de respondenten met de vrijwilligerscentrale. De medewerkers zijn open en toegankelijk. Men voelt zich vrij om binnen te lopen of contact op te nemen. Dit wordt zowel door de vrijwilligers, de organisaties als de professionals aangegeven. De vrijwilligerscentrale bevindt zich in een winkelstraat, een plek die als laagdrempelig en toegankelijk wordt ervaren. Ook is men zeer te spreken over de vriendelijkheid en deskundigheid van de medewerkers. Ze nemen de tijd voor de gesprekken en staan open voor de wensen van de mensen. Het is een plek waar mensen ook hun verhaal kwijt kunnen. Er is geen sprake van een formele relatie, zoals bij het Wmo-loket of bij Pentasz. De medewerkers zijn in staat goed naar de mensen te luisteren en hen in hun waarde te laten. Dat wordt gewaardeerd. ‘Ik had het wel nodig om mijn verhaal te kunnen doen.’ ‘Ze gaan voortvarend te werk, doen veel innovatieve projecten die aansluiten bij de praktijk en leggen verbindingen tussen mensen.’ Deze grote tevredenheid hangt nauw samen met de tijd en aandacht die de medewerkers steken in de gesprekken met mensen. Het effect van deze investering is dat duurzame relaties ontstaan en mensen betrokken blijven. De medewerkers zien dit als basis om vervolgens weer nieuwe verbindingen te kunnen leggen tussen burgers onderling en organisaties en zo een bijdrage te leveren aan een samenleving waarin iedereen mee kan doen. Bekendheid vrijwilligerscentrale De meeste respondenten geven aan dat de vrijwilligerscentrale goed bekend is in Vaals, zowel bij vrijwilligers als bij organisaties. De mensen die we gesproken hebben, waren meestal wel gericht op zoek naar vrijwilligerswerk en kwamen daardoor snel bij de vrijwilligerscentrale terecht. Men kijkt bijvoorbeeld op de vacatures op de ramen. Ook worden er vacatures geplaatst in de lokale krant. Onbekend is of de vrijwilligerscentrale ook bekend is bij degenen die geen vrijwilligerswerk doen. De indruk bestaat dat op het moment dat men iets wil doen de centrale wel gevonden wordt. De vrijwilligerscentrale adverteert wekelijks in het Vaalser weekblad. Eén van de vrijwilligers geeft aan de indruk te hebben dat ouderen niet weten dat ze voor klussen of boodschappen een vrijwilliger kunnen
630
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
vragen. Ze denken dat ze daarvoor moeten betalen en weten niet dat dit via de vrijwilligerscentrale gaat. 2.2
Het vrijwilligerswerk Wat voor soort vrijwilligerswerk zijn we tegengekomen? We zien een grote variatie in aard en omvang van het vrijwilligerswerk. Voor de één gaat het om een paar uur per week aanwezig zijn bij een activiteit, terwijl de andere vrijwilliger een dagtaak heeft aan het vervullen van zijn vrijwilligersfuncties. In onderstaand kader een verzameling van het vrijwilligerswerk dat we tegengekomen zijn in dit onderzoek. Bestuursvrijwilliger
Vrijwilliger in de zorg
Kunstmarkt Vaals
Zwemmen met ouderen
Klussendienst
KBO
Vervoer van ouderen
Archiefwerk
Computercursus voor ouderen
Fotografie bij evenementen
Boodschappendienst
De Soos
Kienmiddag
Penningmeester
Dagopvang ouderen
Kunstzinnige vorming voor
Natuur en groenbeheer bij de
Carnaval in bejaardencentrum
kinderen
stoomtreinmaatschappij (ZLSM)
Staatsbosbeheer
Museum Vaals
De Ontmoeting
Cultureel centrum
De kerk
Strijkservice
Dialectvereniging
Marktbezoek
VVV
Voedselbank
Opvallend is bovendien dat veel vrijwilligers al langdurig vrijwilliger zijn, meerdere vrijwilligersfuncties vervullen en van plan zijn vrijwilligerswerk te blijven doen zolang de gezondheid dat toelaat. Verder zien we dat het wisselt in welke mate men verantwoordelijkheid wil en kan dragen. Betekenis vrijwilligerswerk Redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen, zijn vaak het contact met anderen (gezelligheid) en het ‘iets nuttigs’ willen doen. Voor degenen die ‘iets nuttigs’ willen doen gaat het om daginvulling en/of het iets betekenen voor anderen. Bijvoorbeeld voor diegenen die nieuw in Vaals komen wonen, maar ook als men met pensioen gaat, een baan verliest of alleen komt te staan door echtscheiding of overlijden van de partner. De Vwc ziet dat gepensioneerden vaak vrijwilligerswerk zoeken voor de sociale contacten en dus bij voorkeur iets in groepsverband doen. ‘Ik wilde weer wat doen. Ik zat maar binnen. Dat is echt niet goed voor een mens.’ Opvallend is dat vrijwilligerswerk door nieuwkomers in de gemeente Vaals gezien wordt als een mooie manier om ‘in te burgeren’, betrokken te raken bij de samenleving in Vaals, mensen in Vaals te leren kennen en de Nederlandse taal te leren. Ook wordt vrijwilligerswerk gezien als manier om nieuwe ervaringen op te doen. Meestal is dit niet de reden om vrijwilligerswerk te gaan doen, maar komt men er vervolgens achter dat er meer is dan het werk dat men altijd gedaan heeft. Het zorgt voor een verbreding van zowel kennis en ervaring als de leefwereld. ‘De wereld is veel ruimer geworden.’
730
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Uit de interviews komt naar voren dat het vrijwilligerswerk voor de meesten een belangrijk onderdeel vormt van hun leven. Zowel qua daginvulling en sociale contacten als de eigen waarde die men hier aan ontleent. Een vrijwilliger met gezondheidsproblemen geeft aan: ‘Ik werkte 40 uur. Nu kan dat niet meer. Dat valt vies tegen. Je voelt je niet meer nodig.’ En verwoordt de betekenis van het vrijwilligerswerk als volgt: ‘Je voelt je weer mens. Al was het maar voor twee uurtjes. Ze hadden je wel nodig. Je hebt ook weer iets om naar uit te kijken.’ Deze vrijwilliger voelde zich afgeschreven en is zich door het vrijwilligerswerk weer nuttig gaan voelen. Ook de steun van andere vrijwilligers op momenten dat het wat minder gaat is belangrijk. We zien dat het vrijwilligerswerk er aan bijdraagt dat mensen (weer) een netwerk op gaan bouwen. Ook op momenten dat men zelf hulp (of aandacht) nodig heeft, is er iets om op terug te vallen.
830
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Hoofdstuk 3 Bemiddeling en ondersteuning 3.1
Bemiddeling Een belangrijke activiteit van de vrijwilligerscentrale is de bemiddeling van vrijwilligers naar een vrijwilligersvacature. De Vwc werft actief vrijwilligers en onderhoudt contacten met de vrijwilligersorganisaties. Vacatures worden in de digitale vacaturebank opgenomen en opgehangen in de etalage. Vrijwilligers die reageren op een vacature worden altijd eerst uitgenodigd voor een gesprek waarin gekeken wordt waar de interesse van mensen ligt en waar hun kwaliteiten liggen. Op basis van dat gesprek wordt gekeken wat een passende vacature is. De medewerkers van de vrijwilligerscentrale geven aan veel waarde te hechten aan een zorgvuldige bemiddeling. Ze vinden het belangrijk dat het vrijwilligerswerk betekenisvol is voor mensen. Maar ook vanuit de relatie met de organisaties hechten ze aan een zorgvuldige bemiddeling. Bij een goede relatie is het ook mogelijke een keer iemand te plaatsen die meer begeleiding nodig heeft. In de praktijk komt het (helaas) ook voor dat mensen niet bemiddelbaar zijn. In die gevallen wordt in het gesprek wel gekeken of dit opgebouwd kan worden met cursussen of dat doorverwijzing naar bijvoorbeeld zorg aan de orde is. Ook uit de interviews met vrijwilligers en organisaties komt naar voren dat de bemiddeling zorgvuldig gedaan wordt. Het wordt gewaardeerd dat gekeken wordt naar de mens, dat er persoonlijke aandacht is. Ze houden ook rekening met de belastbaarheid van de vrijwilliger. ‘Ze proberen echt met je mee te denken. Echt te kijken wie je bent en wat bij je past.’ We zien dat voor een deel vrijwilligers terechtkomen op de vacature waarop ze gereageerd hebben. Anderen hadden nog geen concrete ideeën of zijn door de Vwc aan een andere vacature gekoppeld en hebben op deze manier kennis gemaakt met vrijwilligerswerk waar ze zelf nooit aan gedacht zouden hebben. Waar nodig gaat een medewerker van de Vwc ook mee naar het kennismakingsgesprek. ‘Ik wist niet dat dat werk bestond. Ze hebben daar wel een belangrijke rol in gespeeld.’ Ook de organisaties geven aan tevreden te zijn over de bemiddelende rol van de vrijwilligerscentrale. De aanmeldingen die ze ontvangen zijn vaak passend en als het gaat om een vrijwilliger die moeilijker plaatsbaar is, dan is daar vooraf contact over en worden afspraken gemaakt over de begeleiding. Voor sommige functies, bijvoorbeeld bestuursfuncties, is het echter lastig om vrijwilligers te vinden. Ook de Vwc herkent dit. Een probleem is de vergrijzing van het vrijwilligerswerk. Er zijn initiatieven die goed lopen, maar waarvan de vrijwilligers langzaam zelf te oud
930
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
worden. Het vinden van een nieuwe vrijwilliger is dan niet altijd eenvoudig, de klik met de bestaande groep is heel belangrijk. Een van de respondenten verwacht dat dit probleem alleen maar groter wordt doordat mensen langer door moeten werken en daarnaast ook mantelzorg en opvang van kleinkinderen verzorgen. In een van de interviews wordt aangegeven dat bij de inzet van individuele vrijwilligers het goed is als de vrijwilligerscentrale ook contact onderhoudt met degene die hulp ontvangt. Deze respondent ziet in haar omgeving dat ouderen de vrijwilliger niet altijd zelf aan durven te spreken, omdat men bang is dat de vrijwilliger niet meer komt. Voor vrijwilligers verbonden aan een professionele organisatie zijn er vaak gedragsregels. Aanbeveling Bij ‘Vaals Helpt’ gedragsregels opstellen voor de vrijwilligers. Na de bemiddeling contact houden met zowel de vrijwilliger als de hulpbehoevende. Dit wordt ook al gedaan, maar het blijft belangrijk hier aandacht voor te houden vanwege de afhankelijkheidsrelatie tussen de vrijwilliger en de hulpbehoevende.
3.2
Cursusaanbod Vanuit de Vwc wordt twee keer per jaar een cursusaanbod opgesteld voor de vrijwilligers. Vrijwilligers worden per e-mail op de hoogte gebracht van het aanbod. Het cursusaanbod wisselt regelmatig. Vanuit de Vwc streven ze er naar dat het aanbod zoveel mogelijk aansluit bij de wensen van de vrijwilligers. Hiervoor worden de wensen bij de vrijwilligers zelf geïnventariseerd. Het aanbod bestaat uit een combinatie van cursussen voor praktische vaardigheden (Excel, financiën en PowerPoint) en cursussen gericht op persoonlijke ontwikkeling of iets leuks doen. Zo is er bijvoorbeeld een cursus mindfullnes, welke heel populair is. Ook cursussen zoals ‘Spreken in het openbaar’ werden door een aantal respondenten als populair aangemerkt. Met respondenten is gesproken over de cursussen. Er is vooral ingegaan op dit onderwerp in de interviews met vrijwilligers die ook daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van het cursusaanbod. Vrijwilligers hebben zich positief uitgesproken over het cursusaanbod. Het kosteloos mogen deelnemen aan een cursus wordt ervaren als een vorm van beloning. Voor een deel van de respondenten is het cursusaanbod de belangrijkste reden van betrokkenheid bij en contact met de Vwc. Voor ondersteuning bij het vrijwilligerswerk wenden zij zich bijvoorbeeld tot de organisatie waar zij het vrijwilligerswerk voor verrichten. Voor het cursusaanbod wenden zij zich tot de Vwc. Het is een moment waarbij, onafhankelijk van het type vrijwilligerswerk, er aandacht is voor de positie van de vrijwilliger. De cursussen die gericht zijn op persoonlijke ontwikkelingen leveren niet altijd een directe bijdrage aan het vrijwilligerswerk, maar worden door respondenten wel als waardevol ervaren. Zo wordt er gesproken over ‘bewustwording’, ‘persoonlijke groei’
1030
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
en ‘lekker in je vel komen te zitten’. Een aantal respondenten voegt daar aan toe dat de cursussen een bijdrage hebben geleverd, niet direct bij het vrijwilligerswerk, maar bij andere levensdomeinen, zoals de privé- of werksituatie. Een van de respondenten gaf aan dat die cursussen bovendien goed op een CV staan en dus behulpzaam zijn bij het zoeken naar een nieuwe baan. Opvallend is dat vanuit het UWV geen cursussen aangeboden werden. Ook de meer praktische cursussen, onder andere gericht op computervaardigheden en presentatietechnieken, worden ook als waardevol omschreven. Zo vertelt een vrijwilliger zich vele malen steviger te voelen wanneer hij moet spreken voor een groep mensen en dat het zijn taak als vrijwilliger van een vertegenwoordigingsorgaan ten goede is gekomen. ‘Ik moest leren om zonder dialect te spreken. Ik heb ook echt een drempel overwonnen. Daar leer je mee om te gaan in zo’n cursus. Ineens spreek je voor alle wethouders, een stuk of acht, negen. Dan sta je toch een beetje raar te kijken. Vroeger haperde ik. Nu een stuk minder.’ Respondenten is ook gevraagd naar suggesties voor cursussen waar zij behoefte aan hebben. Een aantal concrete voorbeelden die genoemd zijn, zijn cursussen gericht op communicatie, het werven van vrijwilligers, het gebruiken van ‘social media’ en bijvoorbeeld EHBO en een cursus gericht op het werven van sponsoren en/of fondsen. Dergelijke cursussen zijn echter al onderdeel van het cursusaanbod (geweest). Niet iedereen is op de hoogte van het cursusaanbod. Een van de respondenten geeft aan wel meer over de doelgroep waar ze mee werkt te willen weten. Het gaat in dat geval dus om specifieke informatie die gekoppeld is aan het soort vrijwilligerswerk. 3.3
Waardering De meeste vrijwilligers geven aan de waardering te krijgen uit het vrijwilligerswerk, de dankbaarheid van de mensen waarvoor men het doet. Men geeft aan een vrijwilligersprijs of lintje niet belangrijk te vinden, maar op het moment dat iemand deze ontvangt blijkt het toch meer te betekenen. Vrijwilligers die voor een organisatie werken, krijgen soms ook vanuit die organisatie waardering in de vorm van een attentie, vergoeding of prijs. Dit is echter niet in alle organisaties het geval. Het valt op dat wat vrijwilligers terug krijgen daardoor sterk wisselt. Met name in de zorg is er veel aandacht voor vrijwilligers, ook vrijwilligersprijzen en dergelijke gaan vaak naar zorgvrijwilligers, is het beeld van één van de respondenten. Andere vrijwilligers worden in zijn optiek dan wel eens vergeten, omdat ze minder zichtbaar zijn. Meerdere respondenten hebben aangegeven dat de vrijwilligerscentrale nog meer zou kunnen doen in het zichtbaar maken van de meerwaarde van vrijwilligers voor de samenleving. Als concreet voorbeeld worden interviews met vrijwilligers in het Vaalser weekblad genoemd. Dit wordt ook al geregeld gedaan door de vrijwilligerscentrale. Uit de reacties van de respondenten blijkt dat het belangrijk is hier mee door te gaan.
1130
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
We horen terug dat burgers soms wel willen betalen of iets willen geven aan een vrijwilliger die hen heeft geholpen. Vrijwilligers blijken hier verschillend mee om te gaan. De een neemt dat wel aan, de ander niet. ‘Het is een sociale organisatie, dat geld kun je niet zelf houden, maar beter gebruiken om materialen te kopen.’ ‘Er zijn soms mensen die wat geld willen geven. Ze worden dan boos als ik dat niet aanneem en denken dat ik zeker wel goed betaald word voor het werk. Dat steekt.’ Vrijwilligersdag De vrijwilligerscentrale organiseert regelmatig een vrijwilligersdag, voorheen jaarlijks, inmiddels eens per twee jaar. De bedoeling is een bijzondere dag te organiseren voor de vrijwilligers om hen te waarderen voor hun inzet. Bij de organisatie van deze dag probeert de vrijwilligerscentrale de kracht uit de gemeenschap te halen, bijvoorbeeld door het betrekken van ondernemers of burgers te vragen voor een muzikaal gastoptreden. Uit de interviews blijkt dat de dag zeker gewaardeerd wordt. Bovendien draagt dit bij aan het verbinden van mensen en organisaties. 3.4
Ondersteuning van vrijwilligers Naast de bemiddeling voor een passende vrijwilligersfunctie zien we dat de vrijwilligers in drie groepen te verdelen zijn qua ondersteuningsbehoefte: 1.
De zelfstandige vrijwilligers. Dit zijn de vrijwilligers die naast de bemiddeling niets nodig hebben. Zij redden zich prima zelfstandig. Deze mensen hebben meestal nog wel contact met de vrijwilligerscentrale, maar dat is meer ‘zakelijk’, dus rond een nieuwe vrijwilligersklus. Zij worden ook actief benaderd door de vrijwilligerscentrale als er ergens ‘handjes’ nodig zijn.
2.
De onzekere vrijwilligers. Dit zijn de vrijwilligers die iets meer aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat ze geen organisatie hebben waar ze op terug kunnen vallen bij vragen. Aan de andere kant zie je dat deze mensen juist ook eerder kiezen voor vrijwilligerswerk bij een organisatie. Voor deze mensen vormt de vrijwilligerscentrale een punt waar men naar toe kan met vragen, ze hebben een luisterend oor nodig of iemand die hen verder kan helpen als ze zich zorgen maken om een Vaalsenaar.
‘Ik ken veel mensen en krijg daardoor vaak vragen van mensen. Dan is het fijn om even binnen te kunnen lopen. Iedereen heeft een andere denkwijze, het is goed een meedenker te hebben.’ 3.
1230
De kwetsbare vrijwilligers. Dit zijn de vrijwilligers waar bijvoorbeeld sprake is van geleid vrijwilligerswerk. Vaak hebben deze mensen al een hoop meegemaakt in het leven en is er een samenloop van meerdere problemen (bijvoorbeeld psychisch, verstandelijk, lichamelijk, financieel en/of sociaal). Voor deze mensen is begeleiding bij het uitvoeren van het vrijwilligerswerk heel
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
belangrijk. Het gaat dan om praktische begeleiding, maar ook emotionele begeleiding (mensen weer vertrouwen geven in zichzelf en de maatschappij). Het gaat hier vaak om mensen die herhaaldelijk teleurgesteld zijn. Voortgang en ontwikkeling zijn belangrijk voor deze groep, hoe klein de stapjes ook zijn. Ook in een aantal interviews kwam dit naar voren. Het gaat soms om langdurige begeleiding. In vergelijking met de AWBZ-begeleiding gaat het om een lichte vorm van begeleiding, maar wel een cruciale begeleiding die voorkomt dat men in de toekomst zwaardere begeleiding nodig heeft. Aanbeveling We zien bij de derde groep een overlap met de lichte vormen van begeleiding die ook vanuit de Wmo/AWBZ geboden wordt. Via de vrijwilligerscentrale kan langdurig een relatief goedkope vorm van begeleiding geboden worden die een signaleringsfunctie heeft en voorkomt dat mensen terugvallen op zwaardere vormen van zorg.
Alle groepen zijn heel tevreden over de vrijwilligerscentrale. Ook voelt vrijwel iedereen zich vrij om binnen te lopen of contact op te nemen met de vrijwilligerscentrale als dat nodig is. In die zin vormen ze dus zeker een punt waar men op terug kan vallen. Een van de vrijwilligers geeft aan het fijn te vinden dat er een organisatie is waar je terechtkunt om meer vertrouwelijke zaken te bespreken die je tegenkomt in je vrijwilligerswerk. Waar nodig doet de Vwc ook iets extra voor mensen. Ze helpen bijvoorbeeld met een brief of zorgen dat mensen ook representatief op een afspraak verschijnen. Aandachtspunt Hou in de gaten dat er een groot verschil kan zitten in de ondersteuning, begeleiding, deskundigheidsbevordering en waardering die individuele vrijwilligers (stand-alonevrijwilligers) en vrijwilligers verbonden aan een professionele organisatie ontvangen. De verschillen zijn soms erg groot.
Uit de interviews blijkt niet dat er behoefte is aan andere vormen van ondersteuning. Ook is een aantal vrijwilligers gesproken die het vrijwilligerswerk geheel buiten de vrijwilligerscentrale om doen. Ook daar kwam geen aanvullende ondersteuningsbehoefte naar voren. Een interessante indeling in vormen van samenwerking tussen vrijwilligers en professionele krachten troffen we aan in een onderzoek van Van Bochove (e.a.). Zij onderscheiden het model van vrijwillige verantwoordelijkheid, gedeelde verantwoordelijkheid en professionele verantwoordelijkheid (zie kader). Deze indeling geeft aan welke vorm van ondersteuning de vrijwilligerscentrale in welke situatie kan bieden, maar is ook interessant in het maken van beleidsmatige afwegingen over de inzet van vrijwilligers.
1330
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Drie modellen van vrijwilligerswerk
2
1. Vrijwillige verantwoordelijkheid Vooral op het terrein van welzijn hopen veel beleidsmakers dat vrijwilligers in de nabije toekomst het grootste deel van de taken van betaalde krachten zullen overnemen en dus bijvoorbeeld speeltuinen, buurthuizen, zwembaden en bibliotheken gaan beheren. Vrijwilligers zouden dan alleen nog op afstand begeleid worden door professionals. Dit model van vrijwillige verantwoordelijkheid heeft veel voordelen: het geeft vrijwilligers veel voldoening en zij zetten zich vol overgave in voor ‘hun’ plek, waardoor er tegen geringe kosten veel werk verzet wordt. Voor werklozen onder hen kan vrijwilligerswerk ook een opstap naar betaald werk zijn. Een nadeel is dat vrijwilligers in hun enthousiasme anderen soms onbedoeld uitsluiten. Ze eigenen zich de speeltuin of het buurthuis toe waardoor buurtbewoners en andere vrijwilligers zich er niet welkom voelen. Voor kwetsbare vrijwilligers, die begeleiding nodig hebben, is er dan al helemaal geen plaats. Een ander nadeel is dat er weinig beleidsmatige sturing mogelijk is en beleidsmakers dus niet zonder meer kunnen verwachten dat men bijdraagt aan beleidsdoelen als integratie of sociale cohesie. Ook bestaat het risico dat conflicten tussen vrijwilligers onderling of tussen vrijwilligers en bezoekers escaleren, doordat er geen onafhankelijke professional als scheidsrechter kan optreden. Een nadeel is verder dat de situatie erg kwetsbaar is: wanneer vrijwilligers besluiten te stoppen, staat het voortbestaan van de dienstverlening meteen onder druk. Voor opvolgers is niet gezorgd en die dienen zich meestal ook niet snel aan. 2. Gedeelde verantwoordelijkheid In de sector welzijn zien we vooral het model van gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij vrijwilligers wel taken overnemen, maar er ook een professional aanwezig is met veel verantwoordelijkheid. Een voordeel van dit model van gedeelde verantwoordelijkheid is dat er ruimte is voor verschillende typen vrijwilligers. Vrijwilligers die weinig begeleiding nodig hebben, kunnen zelfstandig aan de gang gaan en de nog aanwezige professionals kunnen zich concentreren op het begeleiden van kwetsbare vrijwilligers. Een ander voordeel is dat innovatieve ideeën van vrijwilligers goed tot hun recht kunnen komen doordat professionele krachten kunnen helpen bij de verwezenlijking ervan. Een risico van gedeelde verantwoordelijkheid is dat onduidelijkheid kan ontstaan over wie waarvoor verantwoordelijk is. Dit kan ertoe leiden dat vrijwilligers afhaken. Net als bij het model van vrijwillige verantwoordelijkheid kunnen conflicten tussen verschillende gebruikersgroepen snel escaleren, doordat er niet altijd een bemiddelende professional is. Ook blijken sommige professionals zich in hun nieuwe, meer terughoudende en minder zichtbare rol nogal eens miskend te voelen door beleidsmakers en leidinggevenden, vooral wanneer politiek en beleid meetbare prestaties van hen verwachten.
2
Uit: ‘Kunnen we dat niet aan vrijwilligers overlaten?’ Marianne van Bochove , Jan Willem Duyvendak, Barbara van der Ent, Eva van Gemert, Suzanne Roggeveen, Evelien Tonkens, Monique Verhoeven, Loes Verplanke. Www.socialevraagstukken.nl, 10 maart 2014.
1430
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
3. Professionele verantwoordelijkheid Het model van professionele verantwoordelijkheid is vaak te zien in de zorg. De verantwoordelijkheid ligt voornamelijk bij professionals. Zij stellen ook de kaders. Vrijwilligers voeren daarbinnen nauw omschreven taken uit. Professionals leveren bijvoorbeeld de dagelijkse zorg en hulp, zoals douchen, aankleden en mensen naar de wc brengen en begeleiding bij spelletjes of sport. Vrijwilligers verrichten alleen aanvullende taken, zoals koffie en thee zetten, helpen bij spelletjes of wandelen met een cliënt. Een voordeel van dit model van professionele verantwoordelijkheid is dat de continuïteit van de zorg gewaarborgd is. Als een vrijwilliger afhaakt, valt wel de extra aandacht voor de cliënt weg, maar niet de kerntaken op het gebied van zorg en activiteiten. Kwetsbare vrijwilligers voelen zich in dit model goed op hun gemak, omdat hun takenpakket duidelijk en beperkt is. Zij krijgen ruimte om zelfvertrouwen op te bouwen door iets goeds te doen voor een ander zonder grote verantwoordelijkheid te hoeven dragen. Keerzijde van dit model is dat zelfstandige vrijwilligers hier niet erg op hun plaats zijn: zij kunnen weinig zelfstandig werken en krijgen beperkte ruimte om zich verder te ontwikkelen. Ook dit model is aan voorwaarden gebonden. Zo moeten er voldoende professionals beschikbaar zijn. Vrijwilligers moeten daarnaast bereid zijn om de geboden structuur te accepteren.
3.5
Ondersteuning van vrijwilligersorganisaties Naast de bemiddeling en het cursusaanbod verstrekt de Vwc informatie aan vrijwilligersorganisaties bijvoorbeeld rond vragen als ‘hoe promoot ik me bij’, ‘hoe vraag ik subsidie bij de provincie aan’, ‘hoe regel ik vrijwilligersverzekeringen’? Hiervoor worden ook bijeenkomsten georganiseerd, waarin vrijwilligersorganisaties ook elkaar kunnen adviseren. De organisaties die vrijwilligers inzetten variëren van volledige vrijwilligersorganisaties tot professionele organisaties die vrijwilligers inzetten voor aanvullende taken. We zien dat deze laatste minder ondersteuning nodig hebben en vooral contact onderhouden met de vrijwilligerscentrale voor de werving van vrijwilligers en de inzet van scholieren via de maatschappelijke stage. Organisaties zien dat er vaker behoefte is aan een ander soort vrijwilliger: vrijwilligers die verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen en interesse hebben in het organiseren en aansturen van mensen. Een belangrijke oorzaak hiervoor zijn bezuinigingen op de personele capaciteit, waardoor reguliere banen verdwijnen. Dergelijke vacatures blijken moeilijk op te vullen te zijn. De organisaties geven aan dat de Vwc een rol zou kunnen spelen in de professionalisering van de vrijwilligers. Hier ligt ook een relatie met het vraagstuk van verdringing (zie paragraaf 5.4). Verbinden van organisaties De Vwc heeft veel verschillende contacten in de regio en probeert waar mogelijk verbindingen te leggen tussen organisaties en personen om het verenigingsleven in stand te houden. Dit doen ze door het presenteren van de vacatures, presentaties bij verenigingen en actief de samenwerking op te zoeken. De Vwc geeft aan dat
1530
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
tussen de dorpen en de verenigingen veel historie zit en dat het belangrijk is om dat in beeld te hebben voor je ze bij elkaar kunt brengen. Er komt veel op de vrijwilligerscentrale af. Een van de respondenten heeft de indruk dat dit er toe leidt dat naast de bemiddeling veel ad hoc gedaan wordt. Deze respondent geeft als suggestie dat ze wellicht meer een coördinerende rol zouden kunnen vervullen en minder een uitvoerende rol. Anderzijds zien we in het onderzoek dat een deel van de vrijwilligers onzeker is en dat voor het voortbestaan van het project een zekere professionele ondersteuning nodig is. Ook is aangegeven dat de vrijwilligerscentrale een grotere rol zou kunnen vervullen in de positionering van het vrijwilligerswerk en vertegenwoordiging bij politiek, gemeenten, ondernemers en het verenigingsleven. Laten zien wat vrijwilligers doen en betekenen voor de lokale gemeenschap.
1630
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Hoofdstuk 4 Geleid vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage Er zijn een twee specifieke, bijzondere vormen van vrijwilligerswerk te onderscheiden: Geleid vrijwilligerswerk Maatschappelijke stage Kenmerkend voor deze vormen is dat er sprake is van enige vorm van sturing of dwang. Ook is naast de bemiddeling vrijwel altijd begeleiding bij de uitvoering van het vrijwilligerswerk nodig. 4.1
Geleid vrijwilligerswerk Bij geleid vrijwilligerswerk gaat het om de vrijwilligers met een bijstandsuitkering die door Pentasz verwezen worden naar vrijwilligerswerk. De Vwc vervult voor deze mensen de rol van jobcoach. De jobcoach begeleidt en coacht mensen zonder betaald werk naar vrijwilligerswerk of naar een maatschappelijke baan. De jobcoach vormt de schakel tussen de bijstandsgerechtigde, de Sociale Dienst (Pentasz) en het reguliere vrijwilligerswerk. Pentasz geeft aan dat het vrijwilligerswerk kan dienen om arbeidsvaardigheden aan te leren, een tijdelijke oplossing kan zijn in de huidige crisis (behoud arbeidsvaardigheden en structuur, voorkomen van een ‘gat’ in het CV), maar dat het voor een deel van de doelgroep ook het hoogst haalbare is. Het kan zijn dat het vrijwilligerswerk verplicht wordt opgelegd op straffe van een korting op de uitkering. De begeleiding en plaatsing van deze groep vrijwilligers is intensief. Er worden geen doelen per persoon opgesteld door Pentasz, het gaat in principe altijd om sociale activering. Uitzondering hierop is de strijkservice (zie paragraaf 5.1). Hiervan verwacht men dat dit gedaan wordt als tegenprestatie. Pentasz bepaalt wie hiervoor in aanmerking komen, over het algemeen zijn dit de beter bemiddelbare kandidaten. Er worden door de Vwc geen verslagen gemaakt of een formele terugkoppeling gedaan aan Pentasz. Er is wel veel informeel contact tussen Pentasz en de Vwc. De Vwc heeft ook te maken met mensen die door een GGZ-instelling of het UWV verwezen worden naar vrijwilligerswerk. Ook dan is er sprake van geleid vrijwilligerswerk. Bij mensen met psychiatrische problematiek is het vaak onderdeel van een behandel- of reïntegratietraject en komt de professionele begeleider meestal mee. Met deze partijen zijn geen formele afspraken gemaakt. Deze organisaties maken echter wel afspraken met betreffende individuen dat ze vrijwilligerswerk moeten doen. Dat komt vooral bij het UWV voor. Dan worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan het aantal uur vrijwilligerswerk en/of het hebben van een vrijwilligerscontract.
1730
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Ervaringen geleide vrijwilligers Het valt op dat niet alle Pentaszvrijwilligers die we gesproken hebben het als verplicht vrijwilligerswerk ervaren. De vrijwilligers die in dit kader zijn gesproken zijn positief over de bemiddeling en de begeleiding door de vrijwilligerscentrale. Men geeft aan dat het vrijwilligerswerk belangrijk is voor hen. De redenen verschillen in feite niet van de ‘reguliere’ vrijwilligers (zie eerder). Het nuttig kunnen zijn en sociale contacten hebben is een belangrijke factor. Opvallend is dat de meeste geleide vrijwilligers het logisch vinden om vrijwilligerswerk te doen en op die manier iets terug te doen voor de samenleving voor de uitkering die ze ontvangen. Eén van de respondenten geeft aan vanuit de omgeving niet alleen positieve reacties te hebben ontvangen. Het gaat dan in het bijzonder om mensen die nog in het arbeidsproces zitten. Zij zien vrijwilligerswerk als iets voor gepensioneerden en verklaarden de respondent voor ‘gek’ om kosteloos mensen te helpen. ‘Je gaat dat toch niet gratis doen.’ Bemiddeling en begeleiding Bij deze doelgroep is de bemiddeling en begeleiding complex. Vaak is er sprake van meervoudige problematiek (schulden, taalproblemen, gezondheidsproblemen). De ervaring van de Vwc is dat een groot deel van de mensen wel iets wil doen, maar een deel is niet gemotiveerd. Soms lukt het nog wel om mensen te motiveren, maar niet altijd. Ook komt het voor dat bemiddeling wel lukt en dat men doet wat verwacht wordt, maar niet meer dan dat. Bijvoorbeeld een dame, die al tegen de pensioenleeftijd aan zat, moest nog een half jaar vrijwilligerswerk doen. Ze wilde iets zonder contact en heeft het vrijwilligerswerk gedaan, maar is na pensionering direct gestopt. In dit geval heeft het vrijwilligerswerk voor de persoon geen meerwaarde gehad en ging het alleen om het leveren van een tegenprestatie. In de gevallen waar de mensen wel gemotiveerd zijn (of raken) ziet de Vwc dat het vrijwilligerswerk een meerwaarde heeft en betekenisvol is voor mensen. Het zorgt voor sociale contacten en groei van zelfvertrouwen en eigen waarde. Ook in de interviews met de geleide vrijwilligers horen we dit terug. Blijvende begeleiding is belangrijk. Het gaat soms om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, waarbij de ontwikkeling in kleine stapjes gaat, maar waar ook het risico bestaat op ontwikkeling van nieuwe problemen of terugval, bijvoorbeeld financiële problemen. Een van de vrijwilligers, die al enkele jaren actief is als vrijwilliger, geeft aan meer verantwoordelijkheid te willen in het vrijwilligerswerk, een nieuwe uitdaging, maar vindt het lastig om dat zelf bespreekbaar te maken. De organisaties die met geleide vrijwilligers werken, geven aan dat een deel minder gemotiveerd is en daardoor lastiger aan te sturen is. Ook is het vrijwilligerswerk vaker kortdurend. Ook geven ze aan deze mensen wel graag een kans te willen geven en hiernaast ook positieve ervaringen te hebben met deze vrijwilligers.
1830
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
De respondenten geven aan dat er naast het vrijwilligerswerk weinig contact is met Pentasz en dat er geen sprake is van andere re-integratie-activiteiten. Bij een aantal respondenten was sprake van financiële problemen, waardoor zij graag meer betaald werk zouden willen verrichten. Wat we verder zien is dat in de begeleiding van deze mensen veel taken naar de vrijwilligerscentrale gaan. Dit roept de vraag op of voor alle partijen helder is wie welke rol en verantwoordelijkheden heeft. Is die afbakening ook logisch? De vrijwilligerscentrale geeft aan dat het feitelijk gaat om het beste uit mensen naar boven te halen. Als dit betekent dat iemand op een gegeven moment regulier kan uitstromen, dan zou de Vwc ook de verdere begeleiding graag oppakken. Dit vraagt wel om uitbreiding van het aantal Jobcoachuren. Pentasz geeft aan tevreden te zijn met de huidige werkwijze en zou graag zien dat er bij de vrijwilligerscentrale meer capaciteit beschikbaar komt voor het geleide vrijwilligerswerk en het opzetten van projecten met inzet van bijstandsgerechtigden. Langdurig vrijwilligerswerk Van enkele vrijwilligers hebben we gehoord dat bij langdurig vrijwilligerswerk het karakter wel verandert. Het lijkt steeds meer op gewoon werk, ze raken meer ingebed in de organisatie en lijken een structurele rol te krijgen, waardoor het minder vrijblijvendheid wordt en het vrijwillige element verdwijnt. Een van de respondenten gaf aan ‘de gezelligheid is er af en de motivatie om er heen te gaan wordt minder’. Een vraagstuk dat naar voren komt, is wat te doen bij mensen die langdurig vrijwilligerswerk doen met behoud van een uitkering. Zou hier toch een vergoeding tegenover moeten staan van de organisaties? Je merkt dat deze mensen het financieel zwaar hebben, zeker als er geen uitzicht meer is op een betaalde baan. Als mensen zich dan inzetten voor hulp aan anderen roept dit de vraag op of hier geen sprake is van verdringing en het terecht is dat men dit langdurig kosteloos doet. Degenen die deelnemen aan de strijkservice ontvangen wel een kleine vergoeding. Een van de respondenten vraagt zich af of bepaalde toeslagen die alle minima krijgen niet vervangen kunnen worden door een kleine vergoeding voor degenen die intensief vrijwilligerswerk doen, bijvoorbeeld in de vorm van een maandelijkse tegoedbon voor de supermarkt. Aanbevelingen Zorg voor een duidelijke afbakening in rol en verantwoordelijkheden tussen de Vwc en Pentasz. Kijk hierbij ook naar de begeleiding en het contact op de lange termijn.
4.2
Maatschappelijke stage Voor de invulling van de maatschappelijke stage is er sprake van een regionale samenwerking tussen de scholen en de vrijwilligerscentrale. De Vwc ondersteunt de scholen bij de bemiddeling en is intermediair tussen de scholen en de gemeenten3. In de regio zijn twee middelbare scholen, het Stella Maris College en het 3
Het gaat om de gemeenten Vaals, Valkenburg a/d Geul, Gulpen-Wittem en Meerssen.
1930
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Sophianum. Beide scholen geven op verschillende wijze invulling aan de maatschappelijke stage. Bij het Stella Maris College kunnen leerlingen in Havo/Vwo 4 en Vmbo 3 zelf kiezen op welke wijze ze de 30 uur maatschappelijke stage invullen. De Vwc zorgt voor het contact met de stage-aanbieders en stimuleert hen vacatures voor de leerlingen te plaatsen op de website (vacaturebank). De school zorgt voor de stage-overeenkomst en begeleiding van de leerlingen. Aan het begin van het schooljaar zorgt de Vwc samen met de school voor een informatiebijeenkomst. Gedurende het schooljaar is iemand van de Vwc wekelijks aanwezig op school als vraagbaak voor de leerlingen die een maatschappelijke stage zoeken. Bij het Sophianum organiseert de school projectweken, maar kunnen leerlingen ook deels een individuele maatschappelijke stage verrichten. Ook hiervoor wordt gebruikgemaakt van de digitale vacaturebank. Voor de projectweken is een ander soort vacatures nodig, ook deze wordt door de vrijwilligerscentrale geregeld. Door deze werkwijze komen er bij het Sophianum minder vragen van leerlingen, maar gaat de aandacht meer naar het regelen van de juiste vacatures voor in de projectweken. Voor beide scholen wordt gebruikgemaakt van de website (www.masheuvelland.nl), waarvan het onderhoud en beheer bij de vrijwilligerscentrale ligt. Door het vervallen van de verplichting voor scholen om vanaf schooljaar 2014/2015 maatschappelijke stages aan te bieden als onderdeel van het lesprogramma is de vraag hoe hiermee verder te gaan. Ook de middelen die de gemeenten hiervoor ontvangen, zullen vervallen. Het Stella Maris College wil graag doorgaan met de maatschappelijke stage. Dit vanuit de visie van de school, maar ook aansluitend op de participatiemaatschappij, waarin vrijwilligerswerk een centrale rol vervult. De school zou graag op de huidige manier verder willen gaan. Er is veel geïnvesteerd de afgelopen jaren, inmiddels loopt het naar tevredenheid. De school zou graag de vacaturebank en huidige werkwijze behouden. De school is ook tevreden over het feit dat op deze manier samengewerkt wordt in de diverse gemeenten. Voorheen moest de school zelf met alle regiogemeenten contact onderhouden. De school zou graag zien dat dit ook de komende jaren regionaal opgepakt wordt, de leerlingen komen immers uit diverse gemeenten. Zonder de bijdrage vanuit de Vwc verwacht de school dat het moeilijk wordt om invulling te geven aan de maatschappelijke stage, doordat zij geen contact hebben met de aanbieders van de stageplekken. Als de scholen niet verder gaan met de maatschappelijke stage zullen ze voor die 30 uur een ander lesprogramma moeten opstellen. De school is tevreden over de samenwerking en de wijze waarop de maatschappelijke stage nu uitgevoerd wordt. Door een van de organisaties die plaatsen aanbiedt voor de maatschappelijke stage zijn ook een aantal kanttekeningen bij de maatschappelijke stage geplaatst. Een deel van de leerlingen is niet gemotiveerd, met name degenen die niet heel bewust voor deze organisatie kiezen. Daarnaast gaat het om maar 30 uur, de directe opbrengst is daarmee heel gering. Het is vooral een kennismaking met vrijwilligerswerk. Het kost daardoor echter wel moeite om binnen de organisatie draagvlak te behouden voor de maatschappelijke stage. De begeleiding kost veel tijd en het levert weinig op.
2030
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
‘Collega’s merken wel eens op: dat je daar je tijd in steekt.’ Aanbeveling Evalueer de maatschappelijke stage en formuleer de doelstelling en ambitie voor de toekomst. Voor de maatschappelijke stage is het cruciaal in de regio dezelfde keuze te maken aangezien leerlingen vanuit de diverse gemeenten naar dezelfde school gaan.
2130
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Hoofdstuk 5 Specifieke thema’s In dit hoofdstuk gaan we in op een aantal specifieke thema’s met betrekking tot het vrijwilligerswerk in Vaals: Vaals Helpt, De Ontmoeting, vrijwilligerswerk in een commerciële omgeving, verdringing van betaald werk, nieuwe doelgroepen en cultuur. Het gaat hier om thema’s die nauw aansluiten op de ontwikkelingen in het sociale domein. 5.1
Vaals Helpt Vaals Helpt is de kapstok die gebruikt wordt om individuele hulpvragen van kwetsbare burgers te koppelen aan vrijwilligers. Hiermee wordt voorkomen dat een beroep gedaan wordt op (duurdere) individuele voorzieningen. Het is een groeiend project waar de afgelopen jaren steeds meer diensten bij ondergebracht zijn. Op dit moment vallen de volgende diensten onder ‘Vaals Helpt’: Boodschappenhulp Strijkhulp Hulpdienst voor het uitvoeren van kleine klussen in en rond het huis Marktbezoek Scootmobiel- en rolstoelhulp Voor Vaals Helpt komt de doorverwijzing vaak via het Wmo-loket, van een sociaal verpleegkundige uit de GGZ of een wijkverpleegkundige. Het project is bedoeld voor mensen die niet kunnen terugvallen op hun sociale netwerk. De rol van de vrijwilligerscentrale varieert per onderdeel. Het idee is dat de organisatie van de diensten zoveel mogelijk door de vrijwilligers zelf gedaan wordt. Bij het marktbezoek en bij de hulpdienst is dit ook het geval. Bij de boodschappendienst zorgt de Vwc op dit moment (nog) voor de bemiddeling tussen vrijwilliger en hulpvrager. De strijkhulp is net als de boodschappenhulp ontstaan doordat het strijken niet langer als individuele voorziening via de hulp bij het huishouden verstrekt wordt. De gemeente heeft ervoor gekozen deze werkzaamheden door bijstandsgerechtigden te laten doen als tegenprestatie. De Vwc zorgt voor de koppeling van de vrijwilligers aan de hulpvragers en de begeleiding van de vrijwilligers. Van de diverse hulpdiensten zijn vrijwilligers gesproken. Ze doen dit met plezier. Ze geven aan dat de dankbaarheid van de mensen groot is. Een vrijwilliger van de klussendienst geeft aan dat het vaak gaat om klussen van ongeveer maximaal twee uur werk. De vragen zijn niet onredelijk: onkruid wieden, lamp vervangen, computerverbinding maken, schoonmaken, douchestoel ophangen. De vrijwilliger geeft aan dat het wel jammer is dat het werk zich met name concentreert in de zomer en herfst. Een dilemma dat zich hier voordoet, is dat ook beter bemiddelde burgers een beroep kunnen doen op de hulpdienst. Bovendien botst het in dat geval met persoonlijke motieven om vrijwilligerswerk te doen: het helpen van kwetsbare mensen helpen. De vraag die hieruit naar voren kan komen is of de hulp bij de juiste mensen terechtkomt. Ondanks inkomen of vermogen kan een burger echter nog steeds hulpbehoevend zijn vanwege een sociaal isolement. Op de
2230
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
particuliere markt is het vaak niet eenvoudig om voor kleine klussen als een lamp vervangen iemand te vinden. De vrijwilligerscentrale geeft aan hier zeker alert op te zijn en misbruik te willen voorkomen. Richting de vrijwilligers kan het raadzaam zijn duidelijk te maken dat het niet alleen om financieel kwetsbare burgers gaat. 5.2
De Ontmoeting Een bijzonder project is ‘De Ontmoeting’. Ontmoet het leven is het doel van dit project, dat zich richt op eenzame en kwetsbare burgers. Mensen uit een sociaal isolement halen. Met deze dag willen ze informatie geven over het sociale leven en de verenigingen in de gemeenten. Het idee is dat door een leuke dag te organiseren en mensen in contact te brengen met anderen er een eerste stap gezet kan worden om uit het sociale isolement te komen. Zo’n dag kan er voor zorgen dat mensen een gezellige dag hebben en inzien dat de hele dag thuis zitten ook niet alles is. Op deze dag kunnen ze contact leggen voor een vervolg. Om maatschappelijke participatie extra te stimuleren wordt naast grote incidentele activiteiten ook ingezet op het ontwikkelen van structurele activiteiten onder de noemer “samen eten” en “samen wandelen”. Voor dit project is subsidie van de provincie beschikbaar. Bij ‘De Ontmoeting’ eind 2013 waren inclusief de vrijwilligers ongeveer 500 mensen aanwezig. Op het Drielandenpunt waren tal van activiteiten georganiseerd, zoals een boerenbruiloft en een demonstratie van een schaapsherder.
Dit project wordt grotendeels uitgevoerd door vrijwilligers en scholieren vanuit de maatschappelijke stage. De vrijwilligerscentrale heeft in dit project een relatief grote rol doordat zij de aanvrager van de subsidie is. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de vrijwilligerscentrale. Ook in de uitvoering heeft de vrijwilligerscentrale een grote rol. 5.3
Vrijwilligerswerk in een commerciële omgeving Diverse respondenten hebben hun zorg geuit over het feit dat soms ook vrijwilligers ingezet worden in een min of meer commerciële omgeving met bemiddeling door de vrijwilligerscentrale. Men vindt dit oneerlijke concurrentie voor andere ondernemers. Aan de andere kant gaf een van de vrijwilligers aan hierdoor wel veel geleerd te hebben en nieuwe ervaringen opgedaan te hebben die bij het zoeken naar een baan waardevol zijn. Ook een vertegenwoordiger van deze organisatie is gesproken. Deze gaf aan voor de bezetting afhankelijk te zijn van vrijwilligers, aangezien de activiteiten commercieel niet levensvatbaar zijn. Uit de interviews kregen we de indruk dat er weinig begeleiding is van de vrijwilligers en ze ingezet worden als reguliere werknemers.
2330
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Aanbevelingen De scheidslijn tussen een commerciële en niet commerciële organisatie is in de praktijk niet altijd duidelijk. Daarnaast kan ook dit vrijwilligerswerk betekenis hebben voor burgers, met name voor werkzoekenden in het opdoen van werkervaring. Bij twijfel adviseren we om in ieder geval intensiever contact te onderhouden met de betreffende organisatie en de vrijwilligers. Vervolgens is een mogelijkheid om onderscheid te maken tussen het klassieke vrijwilligerswerk, dat mensen doen vanuit hun eigen interesse/betrokkenheid en vrijwilligerswerk dat gezien kan worden als stage en opstap naar werk (werkervaring). In dit laatste geval gaat het bijvoorbeeld om het aanleren van nieuwe vaardigheden. Bemiddeling naar dit type vrijwilligerswerk zou onder andere voorwaarden gedaan kunnen worden, bijvoorbeeld door afbakening in tijd en periode en afspraken over begeleiding en beoordeling. De vraag is bovendien aan de orde of deze bemiddeling bij de vrijwilligerscentrale dient te liggen of elders. Een andere overweging is om bij twijfel te kijken naar de soort werkzaamheden in plaats van naar de organisatie. Gaat het om commerciële activiteiten of zijn het additionele werkzaamheden? Een derde mogelijkheid is om als gemeente subsidie te verstrekken aan organisaties die commercieel niet levensvatbaar zijn, maar maatschappelijk een belangrijke betekenis hebben voor Vaals. Nadeel hiervan zijn de hogere kosten. Voordeel is dat ook subsidievoorwaarden gesteld kunnen worden om die maatschappelijke betekenis te borgen. Bijvoorbeeld over de inzet van uitkeringsgerechtigden en kwetsbare vrijwilligers, maar ook zaken als toegankelijkheid. Hiermee wordt willekeur en oneerlijke concurrentie voorkomen.
5.4
Verdringing van betaald werk De scheidslijn tussen betaald werk en (additioneel) vrijwilligerswerk wordt steeds verder verschoven. Bezuinigingen en de economische crises spelen hierin een belangrijke rol. Bezuinigingen maken het vaker nodig om vrijwilligers in te zetten om het gewenste niveau van dienstverlening te kunnen bieden en taken op te vangen die vanuit Rijk of gemeente niet langer gefinancierd worden. De economische crises zorgt er vervolgens voor dat door een toegenomen werkloosheid het potentieel aan vrijwilligers gestegen is. Uit de interviews komt naar voren dat de grenzen hierdoor verschuiven. Met name bij het geleide vrijwilligerswerk speelt dit vraagstuk. Het gevolg is dat voor een deel van de mensen met een uitkering het vrijwilligerswerk structureel wordt en dat men jarenlang in die situatie verblijft. De verschuiving van betaald werk naar vrijwilligerswerk leidt ook tot andere eisen en verwachtingen aan vrijwilligers. Er ontstaat behoefte aan vrijwilligers die meer verantwoordelijkheden kunnen en willen nemen. Aanbeveling Geef de vrijwilligerscentrale een rol in het bewaken van de grens tussen betaald werk en vrijwilligerswerk. Zij kunnen signaleren en de discussie aangaan.
2430
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
5.5
Nieuwe doelgroepen Met de invoering van de Participatiewet en de Wmo 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de dagbesteding van een aantal nieuwe doelgroepen. Het gaat dan om mensen met verstandelijke, psychische of lichamelijke problemen die (nog) geen betaald werk kunnen verrichten, maar ook om ouderen (vaak dementerenden) en jongeren die niet zelfstandig kunnen zorgen voor een (zinvolle) dagbesteding. Door twee organisaties is aangegeven dat ze binnen hun organisatie zeker mogelijkheden zien om via vrijwilligerswerk mensen uit de nieuwe doelgroepen een zinvolle dagbesteding te geven: mensen nuttig bezig laten zijn en behouden van eigenwaarde. Ze geven daarbij wel aan dat deze groep een intensieve begeleiding nodig heeft. Deze kunnen ze zelf niet bieden binnen de bestaande organisaties. Hiervoor zouden aanvullende financiële middelen nodig zijn of externe begeleiding, bijvoorbeeld via de vrijwilligerscentrale.
5.6
Cultuur In de gesprekken is herhaaldelijk naar voren gekomen dat de cultuur in de kern Vaals en de kleinere dorpen verschillend is. Men geeft aan dat de sociale samenhang in Vaals duidelijk minder is. Als oorzaak hiervoor wordt het grote aantal Duitsers genoemd dat alleen in Vaals woont en daar weinig sociale binding heeft doordat werk en familiecontacten hier niet plaatsvinden. Het risico zit bij deze groep in de vergrijzing. Naarmate men ouder en minder mobiel wordt, blijkt het netwerk in Vaals beperkt te zijn, waardoor er een groot risico is op vereenzaming en een beroep op professionele ondersteuning. We merken daarnaast dat er onder de vrijwilligers juist ook een groot aantal Duitsers is die om deze reden bewust gekozen hebben voor vrijwilligerswerk. Een van de respondenten geeft aan dat Vaals niet meer zo gezellig is: ‘er staan veel winkels leeg, je kunt moeilijk parkeren en er is minder te doen, de mensen zijn individualistischer. Ook is er een grote tegenstelling tussen arm en rijk, een deel van de mensen heeft weinig geld om iets te kopen’. Deze respondent mist een soort buurtcafé en heeft wel een mooi voorstel: Vaals zou een buurtcafé, ontmoetingsplek moeten hebben waar je goedkoop koffie kunt drinken en een broodje kunt eten. Daar zouden bovendien een aantal andere activiteiten aan gekoppeld kunnen worden, zoals een tweedehandswinkel en de strijkservice. Deze respondent geeft aan dat de mensen van de strijkservice dan niet zo geïsoleerd werken en het meer op een werkomgeving lijkt. Anderzijds zijn er ook juist mensen die het prettig vinden alleen te werken.
2530
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusie en kansen voor de toekomst 6.1
Samenvatting Deze evaluatie heeft zich gericht op de betekenis van de vrijwilligerscentrale voor Vaals. Duidelijk is dat deze organisatie rond vrijwilligerswerk een herkenbare partij is en volgens de geïnterviewde een meerwaarde heeft. We zien een actieve vrijwilligerscentrale, waar door alle respondenten positief over gesproken wordt. De medewerkers zijn vriendelijk, open en deskundig. Samen met de locatie in het centrum van Vaals leidt dat tot een laagdrempelige vrijwilligerscentrale, waar vrijwilligers makkelijk binnen lopen. De bemiddeling wordt zorgvuldig gedaan, waardoor het vrijwilligerswerk betekenisvol is voor de meeste vrijwilligers. Deze grote tevredenheid hangt nauw samen met de tijd en aandacht die de medewerkers steken in de gesprekken met mensen. Het effect van deze investering is dat duurzame relaties ontstaan en mensen betrokken blijven. Vanuit die basis worden nieuwe verbindingen gelegd tussen burgers onderling en organisaties en wordt een bijdrage geleverd aan een samenleving waarin iedereen mee kan doen. De diversiteit in het vrijwilligerswerk is groot. De betekenis van het vrijwilligerswerk is voor de meeste vrijwilligers groot; het zorgt voor een zinvolle dagbesteding, sociale contacten en geeft veel voldoening. De vrijwilligerscentrale heeft door de makelaarsrol, jobcoach en de maatschappelijke stages veel contacten met verenigingen en vrijwilligersorganisaties. Tijdens het onderzoek is duidelijk geworden dat de vrijwilligerscentrale in meerdere opzichten voorsorteert op verschillende opgaven van de gemeente aangaande de transitie in het sociale domein. De brede benadering zorgt voor kansen en ook aandachtspunten. Aandachtspunten op het gebied van vrijwilligerswerk die naar voren gekomen zijn: Taakafbakening. De Vwc pakt haar rol breed op. Dit leidt er toe dat ze soms ook zaken oppakken waarvan de vraag is of dat bij de vrijwilligerscentrale thuis hoort (onder andere in de rol van jobcoach). Ook is de vraag hoe de verhouding moet zijn tussen coördinerende en uitvoerende werkzaamheden en bij welke werkzaamheden liggen de prioriteiten? Eveneens wordt door de brede taakopvatting ook een hoge werkdruk ervaren. Begeleiding en professionalisering: veranderingen in zowel vraag als aanbod van vrijwilligers maakt dat begeleiding en professionalisering steeds belangrijker worden. Vrijwilligerswerk in een commerciële omgeving. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie en verdringing. De grenzen zijn echter niet altijd helder, doordat ook een stichting commerciële activiteiten kan ontplooien. Bovendien kan het voor individuen ook waardevol zijn doordat het een mogelijkheid is om werkervaring op te doen.
2630
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
6.2
Verdringing van betaald werk. Met name door bezuinigingen op professionele medewerkers komt er meer werk terecht bij vrijwilligers. De grenzen tussen betaald werk en (additioneel) vrijwilligerswerk zijn helaas niet altijd scherp, maar het leidt er wel toe dat een deel van de inwoners jarenlang (structureel) vrijwilligerswerk doet met behoud van een uitkering. De vrijwilligerscentrale kan een belangrijke rol vervullen in het bewaken van deze grenzen. Promoten. Ondanks dat de Vwc al veel op dit terrein doet, blijkt uit de interviews dat dit heel belangrijk gevonden wordt. Het laten zien wat vrijwilligers betekenen voor de samenleving is een belangrijke vorm van waardering en erkenning. Belangrijk hierbij is om aandacht te hebben/ houden voor alle soorten vrijwilligers. Voortzetting maatschappelijke stage. De wettelijke verplichting voor de maatschappelijke stage gaat vervallen, daarmee ook de financiering. De gemeente(n) en scholen zullen een keuze moeten maken op welke wijze ze hiermee verder gaan en welke ondersteuning wel en niet geboden kan worden vanuit de vrijwilligerscentrale.
Aansluiting vrijwilligerscentrale op Wmo-doelstelling Doel van de Wmo in Vaals is dat burgers mee kunnen doen, ongeacht eventuele beperkingen. In het beleidsplan Wmo 2012 – 2015 zijn vijf uitgangspunten benoemd. We zien dat de werkwijze en activiteiten van de vrijwilligerscentrale hier goed op aansluiten. Schuiven op de verantwoordelijkheidsladder: resultaat en participatie staan centraal. Door de vrijwilligerscentrale wordt vrijwilligerswerk ingezet als middel om te participeren. Dit zien we duidelijk terug bij degenen met een bijstandsuitkering, maar ook bij de andere vrijwilligers. Kanteling van de Wmo. Via Vaals Helpt zorgt de vrijwilligerscentrale dat bij individuele hulpvragen vraag en aanbod bij elkaar gebracht worden, waarmee aanspraak op individuele voorzieningen niet nodig is. Nieuwe rollen en verhoudingen, de professional heeft een adviserende en verbindende rol bij het stimuleren van eigen initiatief van burgers. De vrijwilligerscentrale is sterk gericht op het verbinden van mensen. In de praktijk blijkt het echter niet altijd mogelijk om de verantwoordelijkheden bij burgers neer te leggen. Waar dat niet mogelijk is, heeft de vrijwilligerscentrale een meer ondersteunende rol. Toekomstbestendig, hiermee wordt gedoeld op financieel toekomstbestendig. De vrijwilligerscentrale is hierin een belangrijke speler doordat ze zorgt voor de koppeling van vrijwilligers aan kwetsbare burgers (Vaals Helpt) en middels het vrijwilligerswerk burgers uit een isolement haalt, waarmee een beroep op duurdere vormen van zorg uitgesteld of vermeden kunnen worden. Samenwerking in de regio. De vrijwilligerscentrale is een mooi voorbeeld van regionale samenwerking. Door de regionaal werkende partijen wordt dit gewaardeerd.
2730
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
In het uitvoeringsprogramma Wmo 2013 is aangegeven wat de gemeente wil bereiken met de vrijwilligerscentrale en welke activiteiten ondernomen worden. Wat de gemeente wil bereiken, is algemeen geformuleerd: De vrijwilligerscentrale zal zich ontwikkelen tot een volwaardige vrijwilligerscentrale die aan alle basisfuncties vrijwilligerswerk invulling geeft.
De vrijwilligerscentrale geeft aan alle basisfuncties invulling. Duidelijk is dat de vrijwilligerscentrale werkt in het gedachtengoed van de Wmo: versterken van eigen kracht, stimuleren in plaats van overnemen en bevorderen maatschappelijke participatie van alle burgers, ook de kwetsbare. 6.3
Kansen voor de toekomst De gemeente Vaals staat in deze veranderende tijden voor de opgave om vorm en inhoud te geven aan een bloeiende ‘civil society’. Het Rijk ziet hierbij een grote rol weggelegd voor vrijwilligers en mantelzorgers als actief onderdeel van een gemeenschap waarin burgers voor elkaar klaar staan. We zien dat in de werkwijze van de vrijwilligerscentrale diverse kansen liggen voor verdere uitbouw en verbreding van werkzaamheden die nauw aansluiten op deze uitdagingen en de participatiemaatschappij. Ook kan hiermee de rol van de vrijwilligerscentrale in het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid in Vaals vergroot worden. Als gekozen wordt voor uitbouw/verbreding van taken zal ook personele uitbreiding nodig zijn. Ook prioritering en afbakening van de taken is essentieel. Een ander aandachtspunt is de regionale samenwerking. Op dit moment gaat het immers om een regionale vrijwilligerscentrale. Afstemming met de andere gemeenten over het voortbestaan en de doorontwikkeling is dan ook noodzakelijk. Door de geringe omvang van de gemeenten en het feit dat veel organisaties (scholen, zorginstellingen, sportverenigingen) regionaal werken, heeft een regionale aanpak duidelijk meerwaarde. Hieronder noemen we een aantal kansen voor de vrijwilligerscentrale in de toekomst die passend zijn bij de huidige werkwijze. Deze kansen sluiten bovendien ook op elkaar aan en maken de vrijwilligerscentrale tot een spin in het web als het gaat om het Vaalser sociale leven. Er zit wel een samenhang tussen de genoemde kansen, de taken/rol van de vrijwilligerscentrale wordt telkens een stapje verder uitgebreid. Vrijwilligerswerk als vorm van dagbesteding Met de invoering van de Participatiewet en de Wmo 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de dagbesteding van een aantal nieuwe doelgroepen. Voor een deel van deze doelgroepen kan vrijwilligerswerk een mogelijkheid zijn. Voor deze groep geldt dat begeleiding een belangrijke voorwaarde is. Deze begeleiding is nodig bij de bemiddeling, maar vervolgens ook structureel bij de uitvoering van het vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld voor het bieden van structuur. De intensiteit van de begeleiding zal per persoon variëren. Bovendien kan deze relatief lichte vorm van
2830
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
begeleiding er voor zorgen dat duurdere ondersteuning niet nodig is of in ieder geval tijdig gesignaleerd wordt. Welke rol krijgt de vrijwilligerscentrale? Vormen zij het eerste contact met de burger? Vanuit hun rol hebben ze goed zicht op de verenigingen en activiteiten die er zijn binnen de gemeente. Bovendien hebben ze goed zicht op de (on)mogelijkheden die die organisaties kunnen bieden met betrekking tot de begeleiding. De begeleiding kan georganiseerd worden vanuit de betreffende organisatie of vanuit de vrijwilligerscentrale. Ook kan dit per situatie bekeken worden. In de praktijk zullen veel organisaties hier niet de financiële middelen voor (over) hebben. Het gaat immers om een intensieve vorm van begeleiding en de ‘meerwaarde’ van de vrijwilliger zal beperkt zijn. Het zal vaak gaan om additionele werkzaamheden. Voordeel om de begeleiding vanuit de vrijwilligerscentrale te organiseren is dat de begeleiding persoonsvolgend is, dus bij een andere vrijwilligersbaan is er geen breuk in de begeleiding. Daarnaast zullen met name organisaties die grotendeels bestaan uit vrijwilligers moeite hebben om de professionele begeleiding te kunnen bieden die deze doelgroep nodig heeft. Verbinden van organisaties De maatschappelijke ontwikkelingen vragen dat de gemeente in het sociale domein een verschuiving voor ogen heeft van het verstrekken van individuele voorzieningen naar preventie en het zorgen dat mensen elkaar helpen. Een sterk verenigingsleven stelt burgers in staat om een netwerk op te bouwen. Cruciaal hierbij is de verbinding tussen formele en informele netwerken en tussen organisaties, zowel commerciële als vrijwilligersorganisaties. De vrijwilligerscentrale kan hier een rol in spelen. Bijvoorbeeld door het informeren, verbinden en ondersteunen van verenigingen, zodat ook zij hun rol breder op kunnen pakken. Hierdoor wordt samenwerking tussen verenigingen gestimuleerd, bijvoorbeeld door het delen van faciliteiten of vrijwilligers (bijvoorbeeld een gezamenlijke penningmeester), maar ook voor het afstemmen van activiteiten. De vrijwilligerscentrale kan in dit geheel een verbindende schakel zijn. Ook belangrijk in dit kader is de verbinding tussen vrijwilligersorganisaties, zorgorganisaties en ondernemers (maatschappelijk betrokken ondernemen). Het beeld is dat aan de activiteiten van de vrijwilligerscentrale op dit terrein meer aandacht en prioriteit gegeven kan worden dan op dit moment het geval is. Met de komst van de begeleiding vanuit de AWBZ naar de gemeente heb je als gemeente ook een verantwoordelijkheid in de dagbesteding/zinvolle daginvulling van kwetsbare burgers. Een goed functionerend verenigingsleven kan hier een belangrijke rol in vervullen en duurdere vormen van dagopvang voorkomen of uitstellen. Vanuit die taak kan heeft de gemeente dus een groot belang en kan ze kiezen voor een actievere rol van de Vwc.
2930
EVALUATIE VRIJWILLIGERSCENTRALE VAALS
Makelaar in ontmoeten De vrijwilligerscentrale kan een grotere rol gegeven worden in het faciliteren van ‘ruimte om elkaar te ontmoeten’ in de gemeente Vaals. Hierbij wordt niet gedacht aan het organiseren van ontmoetingsactiviteiten, maar eerder aan een rol als ‘makelaar in het ontmoeten’. Vanuit de huidige taken en contacten hebben ze goed zicht op wat er allemaal gebeurt in Vaals, de Vaalser sociale kaart voor het sociale leven. Door de Vwc is aangegeven ook nu een rol te willen spelen in het stimuleren van het ontmoeten tussen mensen. Deze rol sluit ook goed aan op de verbindende rol tussen organisaties, die hiervoor genoemd is. De vrijwilligerscentrale groeit uit tot een ‘centrum voor ontmoeten en vrijwilligerswerk’. De naam Vwc is dan wellicht niet meer passend. Samenwerking en afstemming met het welzijnswerk is van belang. Bij verbreden naar ‘makelaar in ontmoeten’ zullen de grenzen wel afgebakend dienen te worden. Wat doe je met mensen die zelf niet actief een netwerk opbouwen. Heeft de vrijwilligerscentrale een rol in het opsporen en activeren van deze mensen of ligt dat bij de Wmo-consulent en wijkverpleegkundige en verwijzen ze door naar de vrijwilligerscentrale als blijkt dat vrijwilligerswerk of deelname aan een vereniging hiervoor een middel kan zijn? Mantelzorg Een andere verbreding die gemaakt kan worden in de vrijwilligerscentrale is de koppeling met de mantelzorgondersteuning. Op dit moment zijn er contacten tussen het Steunpunt Mantelzorg en de vrijwilligerscentrale. In de Wmo 2015 krijgt ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers een prominente plaats. Deze verbreding kan los of aanvullend op bovengenoemde punten plaatsvinden. Een koppeling ligt voor de hand aangezien de wijze van ondersteunen (promoten, waarderen, verbinden) en het netwerk een grote overlap hebben. Ook zullen steeds meer vrijwilligers hun werkzaamheden combineren met mantelzorgtaken. In dat geval is een aanspreekpunt logischer. Een deel van de mantelzorgondersteuning is veel specifieker en vraagt specialistischere kennis van ziektebeelden (bijvoorbeeld dementie). Hiervoor zou op structurele basis samenwerking gezocht kunnen worden met een mantelzorgconsulent.
3030