Evaluatie vernieuwend vergaderen.
Aanleiding. In de raadsvergadering van 15 december 2005 is besloten om met ingang van de nieuwe raadsperiode voortaan op een andere wijze te gaan vergaderen. Afgesproken is om begin 2007 de nieuwe vergaderwijze te evalueren en daar waar nodig bij te sturen. De nieuwe leden van de raad en burgerraadsleden hebben zich eerst elders georiënteerd en inmiddels is vanaf mei 2006 hiermede ervaring opgedaan, zijn de bevindingen in een werkbijeenkomst eind 2006 opgetekend en zijn ook de reacties van college en managementteam verzameld. In deze notitie wordt op de verschillende aspecten nader ingegaan. Allereerst wordt in een aantal steekwoorden samengevat welke zaken goed zijn gegaan, welke niet goed zijn gegaan en welke verbeteringen en alternatieven mogelijk zijn. Over diverse zaken wordt overigens verschillend gedacht. Wij hebben die niettemin alle genoteerd. Vervolgens hebben wij deze gerubriceerd naar wat dit nu betekent en vervolgens samengebracht in een aantal punten ter verbetering.
De nieuwe wijze van vergaderen beoogt een aantal doelen te dienen. Het is een van de instrumenten om tot een andere vergadercultuur te komen. De invoering van het dualisme betekent nieuwe rollen voor de raad en de leden van de raad. Door meer op hoofdlijnen te sturen en meer aan het college over te laten krijgen raadsleden de kans zich meer te bewegen in de maatschappij en de effecten van de gestelde kaders en uitvoering van beleid te toetsen. Voor de burger moet het politiek bestuur duidelijker worden. Op een aantal terreinen kan gesteld worden dat de nieuwe vergaderwijze zeker een bijdrage heeft geleverd aan het bereiken van die doelstellingen, op een aantal andere terreinen is zeker bijsturing noodzakelijk. In deze notitie brengen wij de ervaringen samen om tot die bijstelling te kunnen komen. Wij hebben getracht zo volledig mogelijk alles in beeld te brengen, maar de notitie toch beperkt te houden. Op sommige terreinen is het gewenst dat eerst meer ervaring kan worden opgedaan of dat de eventuele aanpassingen in de praktijk op hun effect kunnen worden getoetst. Daarom is de inventarisatie van de bevindingen voor deze evaluatie tot de meest direct betrokken kring beperkt gebleven. Desgewenst kan over enkele jaren dit nog breder worden uitgevoerd. De ingebruikname van een nieuw gemeentehuis is daarvoor wellicht een mooi natuurlijk moment.
Evaluatie vernieuwend vergaderen
1
Wat gaat er - naar verschillende beleving - goed? Betere verdeling werkzaamheden fractie, betere samenwerking, snellere besluitvorming, goede tijdsbewaking, vaste avond, elke donderdag is duidelijk, meer tijd om onderwerpen voor te bereiden, hogere vergaderfrequentie: je leert elkaar beter kennen, politiek café, betere/vrije discussie binnen (burger)raadsleden, er worden meer vragen vooraf gesteld, planning, geen/minder herhalingen, vooraf stellen van technische vragen, snellere informatievoorziening, niet te veel onderwerpen op een avond, vaste afsluittijd (politiek café), de tijdsplanning is strak, de begintijd ok, continuïteit (burger)raadsleden, meer stukken worden thuisgestuurd, meer informatie, meer sociale contacten (politiek café), aantal “nieuwen” geen historie, de vorm van vaste donderdagen is goed, de vorm van thema’s is goed, nieuwe vergaderstructuur een enorme verbetering ten opzichte van de oude structuur, de nieuwe opzet dwingt tot bepaalde snelheid van meningsvorming/uiting en doelgericht vergaderen, de inzet van ambtelijke ondersteuning en externen is uitermate efficiënt: wanneer welk onderwerp en hoe lang een onderwerp besproken wordt is duidelijk aangegeven. Aanzienlijke verbetering dat detailvragen en technische vragen vooraf gesteld worden (schriftelijk) en de discussie niet ‘vervuild’ wordt met vragen.
Dit betekent samengevat dat het volgende goed gaat: 1. De mogelijkheid om burgerraadsleden de fracties te laten ondersteunen is een welkome aanvulling en functioneert goed. Binnen de fracties kunnen de werkzaamheden beter verdeeld worden. Dit pleit voor handhaving van dit instituut. 2. Een vaste avond, de donderdagavond, als vergaderavond of als avond voor andere activiteiten functioneert goed. Agenda’s in de privésfeer kunnen daar goed op worden afgestemd en het schept duidelijkheid naar buiten. De vergaderingen worden efficiënt gevoerd. De vaste begin- en eindtijden dragen bij aan efficiënt vergaderen en vormen daarnaast voor publiek en voor betrokken wethouders en ambtenaren minder belasting van de agenda’s. Hier wordt over het algemeen goed de hand aan gehouden; de deelnemers aan de vergaderingen richten zich daarnaar. 3. Het aantal onderwerpen op een avond is duidelijk bepaald. Dit zijn er niet te veel waardoor de voorbereiding beter kan geschieden. 4. De behandeling van de onderwerpen op een politieke avond gaat meer over de inhoud en leidt tot betere discussies onderling en opinievorming. De tijd dat een bijdrage alleen maar bestond uit het voorlezen van vragen is voorbij. Het stellen van technische vragen vooraf via mail werkt goed. Ook de ambtelijke organisatie werkt daar goed aan mee en dit komt de discussie ten goede, zowel qua inhoud als beleving. Herhalingen van
Evaluatie vernieuwend vergaderen
2
voorbereidende
vergaderingen
vinden
niet
meer
plaats
in
de
besluitvormende
raadsvergadering. 5. Er zijn meer mogelijkheden om adequaat op zaken te reageren, de informatievoorziening en de besluitvorming verlopen sneller. 6. Het grote aantal nieuwe leden van de raad en burgerraadsleden zijn vertrouwd met deze werkwijze en niet belast met oude structuren. 7. De vaste vergadertijden en vaste eindtijd bieden meer gelegenheid om elkaar beter te leren kennen; er is meer informeel contact. Dit heeft een positieve uitwerking op de persoonlijke
verhoudingen
en
biedt
meer
gelegenheid
tot
politieke
oriëntatie,
afstemming en samenwerking. 8. Er zijn meer stukken beschikbaar die selectief kunnen worden bestudeerd. Er is ook meer tijd om de onderwerpen voor te bereiden. 9. De indeling in vaste vergaderblokken, begin- en eindtijden is zeer efficiënt en werkt tijden kostenbesparend. 10. De discussies gaan meer inhoudelijk; het stellen van vragen is al voor een belangrijk gedeelte verschoven naar het voortraject.
Wat gaat er - naar verschillende beleving - niet goed (verbeterpunten)? Geen meerwaarde voor publiek, veel informatie komt binnen om 23:55 uur, raadsvergaderingen beginnen laat, gebrek aan onderwerpen (agenda), veelvoud aan onderwerpen (bundel), verdeling onderwerpen in de tijd, elke donderdag is een grote belasting, antwoorden komen te laat, nog te veel technische vragen (in vergadering), voorzitters soms te betrokken en mengen zich soms in de discussie, geen rondvraag, te veel mailverkeer, indeling agenda voor kleine fracties, aantal burgerraadsleden evenredig aan raadsleden, kleine fracties juist meer burgerraadsleden, spreektijd fracties is niet evenredig aan aantal raadsleden, nog te weinig discipline om detailvragen vooraf te stellen, achterban: stukken, verspreiding, kosten, de door één persoon voorbereide onderwerpen kunnen tegelijkertijd behandeld worden, te weinig discussie in de raad, bundel onoverzichtelijk, minimale vertegenwoordiging fractie per onderwerp PA, te weinig tijd tussen bundel – achterban – PA, aandacht publiek en minder publiek, parallelle sessies; publiek en raadsleden moeten keuzes maken, te veel hamerstukken in de raadsvergadering, te veel werk voor de burgerraadsleden, verlies achterbanleden, minder contact met de burger, overhaaste besluiten, te weinig tijd voor evaluatie, werkdruk is hoog, in PA geen mogelijkheid tot stellen van technische vragen, parallelle sessies en agendaplanning gelijksoortige onderwerpen: keuzes maken, verslag is te summier/kort, afstemming
Evaluatie vernieuwend vergaderen
3
fractie/achterban: hoge frequentie, de inhoud van agendapunten is soms mager, weinig voorbereidingstijd bij aanlevering bundel naar de fractie toe, geen relatie onderwerpen bundel en wanneer dit behandeld wordt, hogere frequentie: burger komt niet of minder, devaluatie inhoud raadsvergadering, discussie (te veel vragen, te weinig tijd) speelt meer tijdens de PA, onbalans vertegenwoordiging tijdens PA, structuur van de vergadering niet eensluidend (voorzitter), snelheid versus kwaliteit van besluitvorming, stukken voor de achterban zijn ontoereikend, communicatie naar de burger: hoe wordt de PA aantrekkelijk, publiek maakt nog te weinig gebruik van spreekrecht, de vergaderruimten zijn slecht te regelen qua temperatuur, meer vasthouden aan vooraf vastgesteld rooster. Behoefte dat aan het eind van de discussie duidelijk samengevat wordt wat de kaderstellende en richtinggevende conclusies zijn, het verbeteren van de snelheid van besluitvormingstrajecten wordt nog onvoldoende behaald door het werken met blokken.
Dit betekent samengevat dat het volgende niet goed gaat. 1. Het stellen van technische vragen is zoveel mogelijk “verbannen” naar de voorbereiding om in de vergadering zelf tot een discussie te komen. Dit komt de snelheid ten goede en alle deelnemers aan de vergadering beschikken over de informatie die men wenst en over gelijke informatie. De vooraf via mail aan de griffie gestelde technische vragen en antwoorden worden ook aan alle raadsleden en burgerraadsleden gezonden. De ambtelijke organisatie speelt hier goed op in. De beleving is wel verschillend. Er zijn er die vinden dat er nog te veel van dit soort vragen worden gesteld, anderen vinden dat daar nog steeds de mogelijkheid toe moet bestaan. Voordeel van alsnog kunnen stellen van vragen is dat de stukken nog op het laatste moment kunnen worden voorbereid, nadeel is dat dit de vergadering ophoudt voor degenen die de stukken degelijk hebben voorbereid en dat de vergadering daardoor in tijdnood komt. 2. Er is te veel mailverkeer en vragen worden soms erg laat of te laat beantwoord. Hierover moeten nadere afspraken worden gemaakt. Met name het moment waarop men geacht wordt nog kennis te nemen van een e-mailbericht moet duidelijk zijn. Het enkele uren van te voren zenden van een mailbericht doet informatie-ongelijkheid ontstaan 3. De relatie tussen de bundel en de agenda’s is niet altijd even duidelijk. De bundel bevat voldoende stukken, maar is te veel een vergaarbak waaruit later de agenda’s worden samengesteld. Een betere samenhang daartussen geeft meer overzicht. Dat maakt de planning en verdere taakverdeling tussen de woordvoerders duidelijker en biedt inzicht in de nog beschikbare voorbereidingstijd voor de verschillende thema’s. 4. De indeling in blokken en de daarbij behorende bundels beperken de snelheid van de doorloop van stukken.
Evaluatie vernieuwend vergaderen
4
5. Er wordt verschillend gedacht over het aantal burgerraadsleden. Sommigen zijn van oordeel dat dit evenredig moet zijn aan het aantal raadsleden, anderen zijn van mening dat dit juist omgekeerd evenredig moet zijn aan het aantal raadsleden, omdat met name de kleinere fracties meer behoefte hebben aan ondersteuning. Kleine fracties blijven moeite hebben met een goede verdeling over de parallelle sessies. Daar komt bij dat vrijwel alle geledingen ook een voorzitter leveren. Daarnaast bestaat de indruk dat de burgerraadsleden te veel werk moeten verzetten. Ook zou de mogelijkheid moeten bestaan om minder ervaren (burger-)raadsleden tijdens een politieke avond ter vergadering bijstand te verlenen. 6. De structuur van de vergaderingen is niet eenduidig, omdat de voorzitters soms te betrokken zijn en daar ook ieder een andere invulling aan geven. Het technisch leiden van de vergadering moet voorop staan en eenduidig gebeuren. 7. Raadsleden en publiek moeten een keuze maken bij parallelle sessies. Men kan niet alles bijwonen. Hoewel dit voorheen ook niet gebeurde is deze behoefte er nu wel. Vervolgens is de afstemming met de fractiewoordvoerder niet altijd goed mogelijk. Hierover moeten binnen de fracties werk- en mandaatafspraken gemaakt worden. Er is nog te weinig tijd bij de voorbereiding door de fracties en afstemming met de achterban. 8. De vele donderdagen lijken in frequentie te hoog, te veel werkdruk voor de woordvoerders, de burger komt niet naar alle vergaderingen en ook achterbanleden haken af. Enerzijds wordt gepleit voor zo weinig mogelijk parallelle sessies om beter keuzes te kunnen maken wat men wil bijwonen, anderzijds wil men zoveel mogelijk onderwerpen op een avond behandelen. Dit kan betekenen dat minder onderwerpen moeten worden uitgediept en bij de agendering meer moet worden gelet op de te verwachten belangstelling (afwijkende thema’s) op dezelfde avond. Dat geldt ook voor de inschatting van de benodigde tijd. 9. Er vindt in de raad te weinig discussie plaats, de besluiten lijken soms overhaast genomen te moeten worden en de inhoud van een raadsvergadering lijkt gedevalueerd en de vergaderingen beginnen te laat. De snelheid en de kwaliteit van de besluitvorming werken soms tegengesteld. Ook wordt een rondvraag gemist. 10. De Politieke Avond moet voor de burger aantrekkelijker worden, de burger moet zich er meer bij betrokken voelen. Dit dient beter te worden gecommuniceerd. 11. De papieren stukken voor de achterban zijn ontoereikend, de kosten te hoog en het verslag van de avonden is te summier.
Evaluatie vernieuwend vergaderen
5
Aangedragen alternatieven en verbeteringen. Antwoorden bundelen bij agenda, bundel indelen op thema (RZ, IZ, AZM), agenda bundelen op thema, opleiding voorzitters, tijdslimiet aan beantwoording van vragen, omgekeerd evenredig aantal burgerraadsleden met raadsleden, vergadering sluiten met een vragenronde, een periode indelen als volgt: week 1: informatief, week 2: vrije avond, week 3: PA en week 4: raadsvergadering, terug naar de commissies, stukken eerder en agenda voor 1 maand verstrekken, meer delegeren aan het college, hamerstukken één raadsvergadering verder doorleiden, verlengen PA bij grote inhoudelijke onderwerpen, meer discussiemogelijkheden, vervolgafspraken onderwerp PA maken; elkaar snel opvolgen, relatie tussen stukken die je krijgt en de planning, clustering onderwerpen per bundel, transparant systeem (jaarlijks rooster á la commissievergaderingen) per clustering onderwerpen, 1 x per maand raad en 1 x per maand vrij, meer PR door gemeente, bij het openen van de vergadering het doel van de vergadering aan te geven: opiniërend, besluitvormend, etc.
Dit betekent samengevat dat ondermeer de volgende alternatieven zijn aangereikt. 1. De indeling van de bundels op thema te laten plaatsvinden, de agenda’s daarop te laten aansluiten en de antwoorden bij de agenda’s meenemen en een transparant systeem voor de thema’s over het jaar heen ontwikkelen. De stukken eerder en de agenda’s voor een maand vooruit toezenden. 2. Op de politieke avonden meer tijd inruimen en eventueel een latere eindtijd vaststellen voor grotere onderwerpen. Bij de behandeling van de thema’s meer tijd inruimen en nemen voor discussie. 3. Op de politieke avond zelf concrete afspraak maken voor vervolg, waarbij sneller de tweede discussie volgt. 4. Bij de voorbereiding een tijdslimiet stellen aan de beantwoording van vragen. 5. Het aantal burgerraadsleden omgekeerd evenredig laten zijn aan het aantal raadsleden. 6. De vergaderingen afsluiten met een vragenronde. 7. Een andere vergadercyclus waarbij een maand een vrije avond omvat, twee politieke avonden en een raadsvergadering. 8. De hamerstukken een avond verder doorgeleiden. 9. Meer delegeren aan het college. 10. Opleiding voor de voorzitters en duidelijker aangeven wat de bedoeling van de avond is. 11. Meer public relations door de gemeente.
Evaluatie vernieuwend vergaderen
6
Hoe nu verder? Door verschillende geledingen zijn waardevolle opmerkingen gemaakt en suggesties gedaan om tot een verdere verbetering van de vergaderstructuur te komen. Op onderdelen lopen de meningen uiteen. Wij brengen deze bijeen op de verschillende onderdelen, voorzien deze van commentaar en doen suggesties tot de gewenste aanpassingen die op redelijk korte termijn kunnen worden doorgevoerd. Wij realiseren ons daarbij dat keuzes gemaakt moeten worden en dat ook deze bijstellingen zich nog in de praktijk moeten waarmaken.
1. De raadsvergadering moet weer meer body krijgen. Het uiteenrafelen van de verschillende vergaderingen heeft duidelijk bijgedragen aan een betere vergaderwijze. In de voorbereidingsfase worden vragen gesteld, op de politieke avonden wordt gediscussieerd en worden meningen gevormd. Die bleken dan vaak niet (langer) uiteen te lopen. De raadsvergadering heeft zich duidelijk gemanifesteerd als een besluitvormende vergadering. Het “succes” van de politieke avonden heeft echter de raadsvergadering te ver uitgekleed. In de beleving van raadsleden, college en publiek zou die vergadering toch echt het hoogtepunt moeten vormen. Dit kan door de vergadering niet meer te laten voorafgaan door een politieke avond. Hierdoor wordt deze vergadering weer meer gemarkeerd, is de duidelijkheid ook voor het publiek groter en kan eerder worden begonnen. Ook zou een soort vragenuurtje kunnen worden ingevoerd waardoor maandelijks actuele zaken en rapportages kunnen worden besproken. De politieke avonden zijn daarvoor niet geschikt.
2. Politieke avonden te beperken. Het hanteren van de donderdag als vaste vergaderavond is goed bevallen. Dat schept duidelijkheid en maakt een goede planning en taakverdeling mogelijk. Het aantal avonden schept wel een grote werkdruk voor zowel raadsleden als burgerraadsleden en achterban. Door op dagen dat raadsvergaderingen worden gehouden geen politieke avond te houden wordt hieraan slechts gedeeltelijk tegemoet gekomen. Een extra vrije avond wordt bepleit. Die kan dan ook benut worden voor overleg met de achterban, waardoor elders meer ruimte in de agenda’s ontstaat.
3. Een nieuwe vergadercyclus. Door zowel een avond vrij te roosteren als een raadsvergadering niet meer vooraf te laten gaan door een politieke avond wordt het aantal politieke avonden ongeveer gehalveerd. Dit betekent wel dat er meer druk op de agenda’s zal komen staan en aan het houden van parallelle sessies niet valt te ontkomen. Daarbij is het ook noodzakelijk om in principe een
Evaluatie vernieuwend vergaderen
7
uur langere vergadertijd als maximum te nemen. Dit betekent dat meer onderwerpen kunnen worden geagendeerd en de bespreektijd niet te krap bemeten hoeft te zijn. Daar staat ook tegenover dat er dan meer ruimte is om zaken voor te bespreken en terug te koppelen tussen de tweede politieke avond en de raadsvergadering. Wij staan de variant voor waarin de eerste donderdag van de maand een vrije avond is (en dus eventueel voor vooroverleg
beschikbaar voor
fracties
en
achterban) en
de
laatste
donderdag
de
raadsvergadering wordt gehouden. De tussenliggende donderdagen zijn dan beschikbaar voor politieke avonden. Deze volgorde geeft een helder beeld en maakt het ook mogelijk de thema’s zo goed mogelijk te verdelen over de voorbereidende vergaderingen en zo weinig mogelijk snelheid in de besluitvorming te verliezen. Wij hebben dit uitgewerkt in een nieuw schema dat u bijgaand aantreft.
4. Bundeling van stukken. De vergaderstukken dienen meer gebundeld en op thema gerangschikt te worden aangeboden en vervolgens te worden geagendeerd. Het is mogelijk dit voor een totale maand tegelijk aan te bieden. Dit gaat ten koste van de snelheid in de adhoc besluitvorming maar door de indeling in blokken kwam deze toch niet geheel uit de verf. Wij staan voor om de bundel aan te bieden compleet met agenda’s voor de politieke avonden en conceptagenda voor de raad. Bij de indeling dient rekening gehouden te worden met de vergadervolgorde danwel de relatie tussen de verschillende thema’s.
5. Aanbieding van vergaderstukken. De wens is geuit om over meer vergaderstukken te kunnen beschikken. Het is mogelijk om daar in beperkte mate aan tegemoet te komen. Als dit ten goede komt van de betrokkenheid van de achterban kan dit zeker ruimhartig worden bezien, maar wel binnen reële grenzen. Het toezenden van de stukken een week voor de eerste vrije donderdag is goed mogelijk. Hierdoor wordt ook tijdwinst geboekt ten opzichte van het huidige systeem. De verslagen blijken voldoende adequaat voor overleg en als vastlegging van hetgeen is gezegd. Omdat in de raadsvergadering daar niet meer op terug gekomen behoeft te worden voor nog openstaande vragen, anders is het onderwerp niet besluitrijp, hebben deze immers een andere functie gekregen.
6. Stellen van vragen vooraf. De fracties kunnen in de eerste week dat men over de stukken beschikt de stukken bestuderen en daar via mail voorbereidende vragen over stellen. Op de fractievergadering kunnen nog nadere afspraken worden gemaakt danwel nieuwe vragen worden geformuleerd
Evaluatie vernieuwend vergaderen
8
die eveneens in het voorbereidende circuit kunnen worden gezet. Deze methode is goed bevallen en kan worden gehandhaafd of zelfs verbeterd met de afspraak dat de vragen ook beantwoord dienen te worden uiterlijk dinsdag voor de desbetreffende politieke avond. Woensdag en donderdag stuurt de griffie geen antwoorden meer door. Daarmede weet men wanneer men uiterlijk over de aanvullende informatie kan beschikken. Het stellen van voorbereidende, technische en informatieve vragen tijdens de vergaderingen gaat ten koste van kostbare vergadertijd die daarvoor ook niet bedoeld is en doet geen recht aan degenen die de stukken tijdig hebben voorbereid.
7. Rechten en aantal burgerraadsleden. De burgerraadsleden ondersteunen de raadsleden op een welkome wijze. Het valt op dat juist in de voorbereidingsfase deze veel werk verrichten. Zij worden dan ook op dezelfde wijze behandeld c.q. benaderd als de leden van de raad. Op vragen en standpunten die door hen naar voren worden gebracht wordt en dient op gelijke wijze te worden gereageerd. Dit moet verder worden geformaliseerd zodat ook zij namens de fractie kunnen stellen. Zij hebben immers mandaat van de fractie en zijn ook door de raad benoemd. Dit geldt niet voor de formele vragen (ex artikel 37 Reglement van orde) welke vaak een politieke lading hebben. Over het aantal aan te wijzen burgerraadsleden wordt verschillend gedacht. Wij willen de verdere ervaringen nog eens afwachten nu het aantal politieke avonden wordt beperkt.
8. Vergaderwijze. Door de voorzitters wordt niet altijd op een zelfde wijze voorgezeten. Hierover zullen werkafspraken worden gemaakt en zal geïnvesteerd worden in training en begeleiding. Een punt blijft dat de voorzitters zelf niet het woord kunnen voeren over de materie waarin zij zelf meestal het best zijn ingevoerd. Ook hier geldt dat door beperking van het aantal politieke avonden er wellicht verbeteringen op dat punt merkbaar zullen zijn. Vooralsnog willen wij voorstellen hier twee extra (technische) voorzitters te benoemen voor het leiden van de politieke avonden. Dezen zijn geen lid van het Presidium.
9. De burger. De burger lijkt minder bereikt te worden, maar dit is een scheef beeld. De politieke avonden en raadsvergaderingen worden bezocht door een kleine kring van geïnteresseerden. Die is overigens groter dan in het verleden omdat in de wandelgangen een goede gelegenheid bestaat elkaar onderling maar ook in relatie tot de burger te ontmoeten. Deze ontwikkeling
Evaluatie vernieuwend vergaderen
9
moet de tijd hebben om te kunnen groeien. Het is meer afhankelijk van het onderwerp of men de moeite neemt de vergaderingen bij te wonen.
10. De publiciteit. De gelijkmatige verdeling van de politieke avonden heeft meer mogelijkheden geboden daar publiciteit aan te geven. Door de lokale omroep is daar goed op ingesprongen en dit verdient en vervolg en een nadere uitwerking. Ook de schrijvende pers heeft meer interesse getoond voor de vergaderingen en wat zich daar omheen beweegt. Maar ook zou de raad zelf het initiatief kunnen nemen om publiciteit vooraf en achteraf te verzorgen. Dit gebeurt nu nog te beperkt. Er zijn al meerdere gemeenten waar dit invulling heeft gekregen door op de griffie daarvoor iemand te positioneren. Daardoor is men minder afhankelijk van uitsluitend de pers en kan gericht datgene gemeld worden wat dienstig voor de burger is om te weten en hem te interesseren voor een politieke avond. Onbekendheid met de materie doet de afstand immers vergroten. Daar zou nog een slag gemaakt kunnen worden. Dit komt niet alleen de belangstelling voor het politieke werk in het algemeen ten goede maar kan ook de betrokkenheid van de burger in een eerder stadium vergroten en meer draagvlak opleveren. Wij geven in overweging dit bij de prioriteitstelling voor het komende jaar mee te nemen.
Tenslotte. Het is van belang dat de gemeenteraad zich uitspreekt over de bijstellingen. Dan kan ook definitief alles in reglementen worden neergelegd en zullen nog bestaande onduidelijkheden zoveel mogelijk kunnen worden weggenomen. Wij zijn van mening dat de nieuwe vergaderwijze positief heeft bijgedragen aan verbetering van onze vergadercultuur en dat met de nu voorgestelde aanpassingen een verdere verbetering kan worden bewerkstelligd. Ingeval de besluitvorming nog in maart 2007 kan worden afgerond is het mogelijk om per medio mei 2007 op de gewenste wijze te gaan werken.
Boxmeer, 15 februari 2007.
Het Presidium.
Evaluatie vernieuwend vergaderen
10