Vlnr Constance Beeker, Henriëtte Neuteboom, Aad Koster
zorg (de revalidatieklinieken), die al vanuit de Zvw wordt gefinancierd. In het najaar van 2012 moeten alle organisaties die geriatrische revalidatiezorg in 2013 willen (blijven) aanbieden productieafspraken maken met zorgverzekeraars over de DBC-producten. Voor de zomer moet de DBC-productstructuur en de tarieven dan ook helder zijn. De bekostiging van de zorgorganisaties gebeurt nog op basis van ZZP9a (inclusief transitietarief) en revalidatie-dagbehandeling (H801). Om het proces van inkoop en verkoop te faciliteren wordt een leidraad ontwikkeld.
In dit derde tabloid staan de ervaringen die er tot nu toe zijn opgedaan in de 16 proeftuinen van de geriatrische revalidatiezorg centraal. Het praktijkverhaal van Antonia in Terborg zetten we naast een echte voorloper van geriatrische revalidatiezorg in de Zorgverzekeringswet (Zvw): het Centrum voor Reuma en Revalidatie in Rotterdam. De algemene uitkomsten van de 16 proeftuinen komen aan bod en we gaan specifiek in op de rol van de specialist ouderengeneeskunde. Natuurlijk is er ook nog veel te doen in de voorbereiding naar de overheveling van de AWBZ naar de Zvw die per 1 januari 2013 zal plaatsvinden. Diagnosebehandelcombinaties (DBC’s) Om te komen tot een landelijke productstructuur voor DBC’s geriatrische revalidatiezorg, zijn vorig jaar al 50 organisaties gestart met het registreren van diagnoses, activiteiten en tijd van behandelaars en zo’n 30 organisaties met het aanleveren van kostprijzen. Op landelijk niveau wordt hard gewerkt aan de productstructuur, die vanaf 2013 gebruikt wordt bij de financiering. Naast de registratie wordt bij de ontwikkeling hiervan ook gebruik gemaakt van de behandelkaders van Verenso en de vernieuwingen bij de proeftuinen. Een belangrijke constatering is dat poliklinische behandeling en prevalidatie een plaats moeten krijgen in de productstructuur. Bij de ontwikkeling van de productstructuur wordt ook aangesloten bij de productstructuur van de medisch specialistische revalidatie-
Voorbereiding essentieel Organisaties, die geriatrische revalidatiezorg aanbieden, moeten zich goed voorbereiden op de overheveling. Maar niet alleen deze organisaties, ook de andere organisaties in de keten (zoals ziekenhuizen, revalidatieklinieken, eerstelijnszorg, thuiszorg et cetera en zorgverzekeraars zullen zich hierop moeten voorbereiden. Uit de proeftuinen blijkt namelijk dat: • Verbinding op inhoud en proces in de keten een succesfactor is; • Kennis van wat de andere partij in de keten nodig heeft om goede zorg en behandeling te kunnen geven van groot belang is; • Elkaar leren kennen op alle niveaus in de keten van belang is; • Overleg in de keten en regelmatige contacten met zorgkantoren/ zorgverzekeraars zeer relevant zijn om te komen tot goede samenwerking en uiteindelijk tot goede kwalitatieve zorg voor de cliënt; • Als de cliënt centraal staat en niet de eigen belangen, leidt dit tot een sterkere zorgketen voor de cliënt. ActiZ hoopt dat alle landelijke en regionale partijen er alles aan doen om de overheveling tot een succes te maken. Daardoor zal het aanbod van de revalidatiezorg beter zijn afgestemd op de revalidatiedoelen van de cliënt en de zorg in de keten beter op elkaar. Uiteindelijk leidt dat tot effectievere en efficiëntere zorg voor de cliënt. Belangrijk aandachtspunt hierbij is nog wel, dat bij samenwerking in de keten de verschillende financieringsstelsels geen belemmering mogen zijn. Ik wens iedereen daarbij veel inspiratie toe. Aad Koster directeur ActiZ
W.J. Ritman
Proeftuinen van vernieuwend zorgaanbod
Een tabloid over de overheveling van de geriatrische revalidatiezorg naar de Zorgverzekeringswet.
Verpleeg- en revalidatiecentrum Antonia van Azora
“Een veranderproces heeft tijd nodig” Wat is het streven van de professionals die cliënten revalideren bij Azora, Wonen, Zorg en Welzijn in de Achterhoek? Dat de cliënten zo snel mogelijk hun spullen pakken en terugverhuizen naar de eigen woning. Dat staat als een paal boven water. Azora is deelnemer van de proeftuin Geriatrische Revalidatiezorg.
Succes
Tekst Ingrid Damen
Het eerste succes van de nieuwe aanpak heeft zich al aangediend. “We hebben afgelopen halfjaar negentien cliënten gerevalideerd met electieve orthopedie”, meldt de arts trots. “Die zijn allemaal weer naar huis vertrokken.” Dit is te danken aan de samenwerking met de orthopeden van het ziekenhuis en de ontwikkeling van het zorgpad electieve orthopedie. “De orthopeden vonden revalidatie hier wel zinvol, maar moesten overtuigd worden dat wij goede kwaliteit revalidatie leveren”, legt Ratering uit. Om instroom te garanderen, reserveert het verpleeg- en revalidatiecentrum nu bedden voor deze doelgroep.
Verpleeg- en revalidatiecentrum Antonia van Azora is kartrekker van de proeftuin die sinds vorig jaar draait. Ze werkt samen met het Slingeland Ziekenhuis en verpleeghuis Den Ooiman in Doetinchem, en Revalidatie Medisch Centrum Groot Klimmendaal in Arnhem. De actieve rol in dit geheel geeft de organisatie energie. Locatiemanager Wilma Ratering en projectleider proeftuin Marian van Gaasbeek, die tevens specialist ouderengeneeskunde en manager behandeling en begeleiding is, voelen zich geïnspireerd. Ook al kost het ze heel veel uren. “Deze aanpak is een logische stap”, merkt de locatiemanager nuchter op, “aangezien de revalidatie van de AWBZ naar de zorgverzekeringswet gaat.” Onderdeel van de proeftuin is de DBC-registratie, net als de kostprijsberekening. Vorig jaar vatten de dames de koe direct bij de horens. Ze besloten om alle doelgroepen te bedienen. CVA-, trauma- en amputatiecliënten, electieve orthopediecliënten en de groep overige. Er is plaats voor 19 mensen met CVA en ongeveer een even groot aantal voor de overige aandoeningen. Cliënten krijgen revalidatie zolang ze vooruitgang boeken.
RRR
Welke inzichten hebben de kartrekkers gekregen? “Een veranderproces heeft tijd nodig!” De proeftuin bracht een cultuuromslag op gang binnen de organisatie. “Wellicht hebben we daar te licht over gedacht”, poneert de locatiemanager. Het duo is blij dat de proeftuin met een jaar is verlengd. De omslag van care naar cure vereist een andere manier van denken. “Sommige medewerkers houden ervan om cliënten te pamperen. Maar bij de nieuwe aanpak heeft de cliënt zelf de regie”, zegt Marian van Gaasbeek. Die weet de einddatum van zijn opname en neemt vervolgens de touwtjes zelf stevig in handen. Hij houdt zijn agenda bij en zorgt bijvoorbeeld dat hij op tijd bij de ergotherapeut zit. De zorg stimuleert en begeleidt de cliënt. Iedere handeling staat in het licht van de revalidatie: van toiletgang tot koffie drinken. Als het enigszins kan, zet de cliënt die koffie zelf. Alle trainingen zijn zo doelgericht dat ook een verzorgende aan looptraining doet. “We hebben inmiddels ook medewerkers van een hoger opleidingsniveau aangenomen”, vertelt de locatiemanager. Zij maken deel uit van het multidisciplinaire team met fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut en specialist ouderengeneeskunde, die gezamenlijk en niet te vergeten op basis van de vraag van de cliënt een traject uitstippelen. De samenwerking van de disciplines motiveert alle professionals, maar toch moet Ratering dringend iets van het hart. “Bij de DBC’s komen de verzorgenden amper in beeld. De oefentijd die zij besteden wordt niet geregistreerd. Dat is onterecht.”
RRR
Ook met de CVA-cliënten loopt het traject op rolletjes. Pakte eerder zestig procent van de cliënten de koffers om naar huis of verzorgingshuis terug te keren, dat percentage is vorig jaar gestegen tot tachtig procent. Maar traumacliënten dienen zich momenteel slechts mondjesmaat aan. Overleg met de chirurgen heeft niet meer instroom gebracht. “Wellicht kunnen de ervaringen van andere proeftuinen in het land ons daarbij helpen”, overweegt de projectleider. Ook Overige diagnosen wordt verder ontwikkeld.
Pamperen
Samen doen en leren is de belangrijkste les Jet van Esch is “alweer 15 jaar” specialist ouderengeneeskunde en consulent palliatieve zorg, “mijn hoofdtaak”, zoals ze zelf aangeeft. Zij vervult tevens een trekkersrol in de proeftuin geriatrische revalidatiezorg Antonius IJsselmonde, een van de locaties van Laurens.
Tekst Jacqueline Donga
Wat doet een specialist ouderengeneeskunde? “Een specialist ouderengeneeskunde is een arts die gespecialiseerd is in meerdimensionale, multidisciplinaire problematiek bij ouderen en daar eindverantwoordelijk voor is. Het is een cyclisch proces, vooral omdat je steeds moet monitoren of alles gaat zoals het zou moeten
gaan. Ouderengeneeskunde omvat veel vakgebieden, zoals chronische aandoeningen, psychogeriatrie en somatiek, maar ook revalidatie.”
Wat zijn de ontwikkelingen die jij op je ziet afkomen in de geriatrische revalidatiezorg? “Een belangrijke ontwikkeling is dat je op pad moet, op bezoek gaan bij de ‘leveranciers’ van de zorg: ziekenhuizen en huisartsen, want je
moet laten zien wat je te bieden hebt, zowel als specialist en als disciplinair team. Laurens heeft bijvoorbeeld een jarenlange expertise opgebouwd met neuro-revalidatie. Ziekenhuizen weten: dat is bij Laurens goed georganiseerd. Dat bevordert de samenwerking en in die brede samenwerking bepaal je wat jouw meerwaarde kan zijn en hoe je dat voor die specifieke patiënt kunt inzetten. Iets anders is dat je om indicaties te kunnen doen een goede basisondergrond van revalidatiegeneeskunde in de breedste zin van het woord nodig hebt. Daar is al een 2-jarige kaderopleiding voor.”
Dat de functie ‘externer’ wordt, wat betekent dat voor de organisatie en de specialist? “Op organisatieniveau zou ik zeggen: er wordt meer van je gevraagd. Je moet kunnen zeggen:
‘Wij zijn de besten’. Dat betekent dat het behandelteam door de directie goed gepositioneerd moet worden en dat de expertise op orde is. Geriatrische revalidatiezorg is echt een ‘vak’ apart. Niet iedere specialist ouderengeneeskunde wil dat en kan dat. Een goed behandelteam en een goede locatie opbouwen kost heel veel tijd, energie en geld. Voor een organisatie betekent dat dus investeren, in kennis en kunde, in commitment en in voldoende personeel. Het ‘even erbij doen’ kan dus echt niet, want de impact is erg groot.”
Wat is dan die impact op de specialist, op de verpleegkundigen en op de cliënt? “In het team is ieders rol aan het veranderen. Voor mij als arts wordt, naast het behandelen van de handicaps, het preventiedeel belangrijk, dus hoe voorkom je dat iemand bijvoorbeeld
Tips uit de 16 proeftuinen Woningaanpassing De revalidatie is maatwerk. “Een cliënt die thuis nooit kookt, geven we geen training in de keuken, zoals vroeger wel gebeurde. Als diegene wel graag in de tuin werkt, kijken we hoe we dat werk gericht kunnen oefenen.” Niet alleen de eigen organisatie, maar ook de buitenwereld dient mee te gaan. Zoals de gemeente. De locatiemanager: “Die moet actie ondernemen voor een woningaanpassing. Denk aan een traplift. Daarvoor mag men acht weken de tijd nemen. Erg lang.” Een ander inzicht van het proeftuinteam, is dat trainen in groepsverband winst oplevert. In dezelfde tijd bereikt een therapeut meer mensen tegelijk. De groepen blijken bovendien heel goed dwars door de afdelingen te kunnen lopen. “CVA-revalidatie was eerder een op zichzelf staand gremium. Maar er is duidelijk samenhang met activiteiten op de andere revalidatieafdeling en ook met de dagbehandeling.” In een vergaderzaaltje gaat juist de agendatraining beginnen. Langzaam schuiven mensen aan: van de CVA-afdeling, van Overige en een meneer die zelfstandig woont. De pittige activiteitenbegeleidster wijdt hen in in de geheimen van de afspraken. Ook cognitieve training, rolstoeltraining en vaardigheid vinden sinds kort in wisselende samenstellingen plaats. “De groepsgenoten leren van elkaar en houden elkaar ook in de gaten.
Om groepstraining te faciliteren gaat Antonia verbouwen. Diverse grijze kantoorruimtes en het mortuarium wijken voor nieuwe dagbehandelings- en oefenruimtes met grote ramen, waardoor revalidanten in contact blijven met de buitenwereld. De vertrekken komen gebroederlijk naast elkaar te liggen op de begane grond. Verder heeft het verpleeg- en revalidatiecentrum een flexibele afdeling geopend. Daar komen cliënten die bijvoorbeeld nog niet sterk genoeg zijn om te beginnen aan revalidatie, of die klaar zijn maar nog niet naar huis kunnen. “We willen de revalidatieafdelingen schoon houden”, legt de locatiemanager uit. “Zo veel mogelijk cliënten de mogelijkheid bieden om te werken aan herstel.”
Onderzoeksgroep SINGER onderzoekt op dit moment de effecten van de revalidatie op cliëntniveau. De resultaten zijn nog niet bekend. Maar de locatiemanager en de projectleider zijn blij dat ze ook 2012 tot hun beschikking hebben voor het proeftuinproject. “Het kost tijd en moeite, maar brengt ook resultaten”, zegt Ratering. De revalidatiezorg in de keten was voorheen traag en log, maar nu niet meer. “Iedereen heeft zijn handtekening ook onder het innovatieproject gezet.” “We behalen winst ten aanzien van doorstroom en uitstroom”, aldus Van Gaasbeek. Nu dient er nog een oplossing te komen voor de financiering van de dagbehandeling en de nazorg van revalidatiecliënten. “De inhoudsdeskundigen zijn overtuigd van het nut ervan, maar de zorgverzekeraar is nog terughoudend.”
W.J. Ritman
weer een beroerte krijgt. Daarnaast leg je een grote verantwoordelijkheid bij de patiënt zelf neer. Revalideren is hard werken en die inspanning verlangen wij dan ook van de patiënt. Voor verpleegkundigen is de verandering groot, want zij moeten hun werk nu doen ‘met de handen op de rug’. En dat betekent: vooral observeren wat er gebeurt en dit vertalen in specifieke revalidatie die iemand dan nodig heeft. Daarnaast is Laurens gestart met het therapeutisch klimaat. Wij gaan nu ’s morgen direct langs de bedden om alle ins en outs door te nemen. Dat is enorm effectief gebleken, zowel in de beleving van de patiënt als voor de inzet van de behandeling. De therapeuten starten de dag al op de afdeling en zijn dus ook voor de verpleegkundigen direct aanspreekbaar. De lijnen zijn zo een stuk korter en dat komt de behandeling en dus de patiënt ten goede.”
2. Zorg dat de planning op orde is, zodat de cliënt tijdig kan doorstromen van het ziekenhuis naar het verpleeghuis voor revalidatiezorg en weer terug naar huis. 3. Check de overdracht; begrijpt de ontvangende partij de informatie? Geef als ontvangende partij ook feedback. 4. B etrek de mensen van de werkvloer. Zij kennen de lijnen, zien de knelpunten en de verbeterpunten en bieden oplossingen. 5. Wees alert op de logistieke processen; neem nogmaals je procedures door en kijk waar verbetering mogelijk is.
Resultaten
“Het sociale aspect draagt bij aan het revalidatieproces.”
Zo draagt het sociale aspect bij aan het revalidatieproces.” Dagbehandeling of nazorg kan ook na ontslag deel uitmaken van de revalidatie. Een knelpunt bij de dagbehandeling is wel de bekostiging. Op dit moment is niet duidelijk wat er wel en wat er niet onder de DBC valt.
1. Begin op tijd! Het ontwikkelen van een visie op geriatrische revalidatiezorg, maar ook overleg met ketenpartners en verandering in gang zetten, vraagt om een investering in menskracht en middelen.
Wat zijn jouw lessons learned tot nu toe? “In de artsengroep is de les vooral dat je echt heel consequent allemaal hetzelfde verhaal hebt. Een voorbeeld: toen we met proeftuinen startten, ontstond er een discussie over de ontslagdatum van de patiënt: moeten we dat nu wel of niet direct meedelen. Dat resulteerde in verschillende verhalen per afdeling en soms zelfs per arts. Heel verwarrend voor het
enzovoort. Met elkaar de schouders eronder blijkt ook een belangrijke voorwaarde.”
Soms denken we: “wat moeten we nog veel”, en soms: “wat hebben we al een hoop gedaan!” behandelteam en de patiënt. Nu er is één verhaal: dit is uw traject, dit is uw zorgplan, dit is uw voorlopige ontslagdatum. Iets anders is dat de ambitie heel hoog kan zijn, maar dit moet dan organisatiebreed worden ondersteund, ook secretarieel, qua ict-voorziening
6. Realiseer je dat eigen regie en verantwoordelijkheid bij de cliënt een cultuuromslag betekent voor de professional; dit vraagt om een andere inzet en werkhouding van de professional. Via www.proeftuinengrz.nl is informatie beschikbaar, zoals rapportages en producten (instrumenten) uit de proeftuinen (o.a. triageinstrumenten en zorgpaden). Hier vindt u ook een beknopte versie van de lessons learned tot nu toe, op basis van de procesmonitor.
1. Zorggroep Charim 2. Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede 3. Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal, Ede 4. Coöperatie fysiotherapeuten Veenendaal 5. Charim thuiszorg 6. Agis Zorgkantoor 7. Agis Zorgverzekeraar
CVA Electieve orthopedie Fracturen
CVA Electieve orthopedie Fracturen
1. Verpleeghuis Rivas Zorggroep 2. Beatrix ziekenhuis (Rivas) 3. Rivas thuiszorg 4. Uvit (Trias) Zorgkantoor 5. Uvit (Trias) Zorgverzekeraar 1. Evean Zorg 2. Zaans Medisch Centrum (ziekenhuis) 3. Evean fysio 4. Fysiocentrum Zaanland PM 5. Achmea Zorgkantoor 6. Achmea Zorgverzekeraar NB. Ook stappen ondernemen om gemeente als partij te betrekken i.v.m. verstrekkingen vanuit WMO, zoals vervoer en huishoudelijke zorg 1. Verpleeg- en revalidatiecentrum Antonia (Azora VVT) 2. Slingeland Ziekenhuis, Doetinchem 3. Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal, Arnhem 4. Verpleeghuis den Ooiman (Sensire) 5. Menzis Zorgkantoor 6. Menzis Zorgverzekeraar 1. Verpleeghuis Meriant 2. Ziekenhuis de Tjongerschans 3. De Friesland Zorgverzekeraar 4. Friesland Zorgkantoor 1. Verpleeghuis ZuidOostZorg, locatie De Marrewyk 2. ZorgThuis, ZuidOostZorg 3. Nij Smellinghe (ziekenhuis) 4. Friesland Zorgkantoor 5. De Friesland Zorgverzekeraar
CVA Electieve orthopedie Amputatie Fracturen
Electieve orthopedie CVA Overig
CVA Overig - Parkinson
1. Zorggroep Noorderbreedte 2. Medisch Centrum Leeuwarden 3. Noorderbreedte thuiszorg 4. Noorderbreedte Bornia Herne 5. Noorderbreedte De Batting (Harlingen) 6. Noorderbreedte Expertisecentrum 7. De Friesland Zorgverzekeraar 8. Friesland Zorgkantoor
Electieve orthopedie Fracturen
11 Gorinchem 12 Zaanstreek
CVA
13 Terborg
CVA Overig
15 Drachten 14 Heerenveen
Electieve orthopedie CVA Overig
W.J. Ritman
Electieve orthopedie Overig
1. Laurens Antonius Binnenweg 2. Laurens Antonius IJsselmonde 3. Ikazia Ziekenhuis 4. IJsselland Ziekenhuis 5. Erasmus Medisch Centrum 6. Maasstad Ziekenhuis 7. St. Franciscus Gasthuis 8. Achmea Zorgkantoor 9. Achmea Zorgverzekeraar
Electieve orthopedie Trauma CVA
Electieve orthopedie Fracturen Overig
CVA Fracturen Electieve orthopedie Amputatie Overig
Electieve orthopedie
CVA Fracturen Amputatie Electieve orthopedie Overigen
RRR
1. Zorggroep Apeldoorn locatie Randenrode 2. Gelre Ziekenhuizen, locatie Doetinchem 3. Agis Zorgkantoor 4. Agis Zorgverzekeraar
CVA
9 Nijmegen
Doelgroepen
Doelgroepen
1. Verpleeghuis ZZG Zorggroep (VVT) 2. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis 3. St. Maartenskliniek 4. Universitair Medisch Centrum St. Radboud 5. ZZG zorggroep thuiszorg 6. Uvit Zorgkantoor 7. Uvit Zorgverzekeraar
10 Rotterdam
Partners 1. Verpleeghuizen Cordaan 2. Universitair Medisch Centrum, Amsterdam 3. Revalidatiecentrum Reade 4. Cordaan thuiszorg 5. GAZO (samenwerkende huisartsen) 6. Agis Zorgkantoor 7. Agis Zorgverzekeraar 1. Verpleeghuis Naarderheem, Vivium Zorggroep 2. Ter Gooi ziekenhuizen, Blaricum 3. Revalidatiecentrum De Trappenberg 4. Vivium thuiszorg 6. Agis Zorgkantoor 7. Agis Zorgverzekeraar 1. Verpleeghuis Topaz, schakelunit Zuydtwijk 2. Universitair Medisch Centrum, Leiden 3. Rijnlands Revalidatiecentrum 4. Zorg en zekerheid Zorgkantoor 5. Zorg en Zekerheid Zorgverzekeraar 1. Verpleeghuis De Wever 2. Elisabeth ziekenhuis 3. Tweesteden ziekenhuis 4. Revalidatiecentrum Leijpark 5. Midden Brabant VGZ Zorgkantoor 6. Uvit Zorgverzekeraar 1. Regionale Stichting Zorgcentra De Kempen 2. RSZK thuiszorg 3. RSZK Kempen Vitaal 4. Revalidatie Centrum voor Senioren RSZK 5. Maxima Medisch Centrum 6. Zuidoost-Brabant Menzis Zorgkantoor 7. CZ Zorgverzekeraar 1. Stichting Groenhuysen 2. Franciscus Ziekenhuis 3. CZ Zorgkantoor 4. Uvit Zorgverzekeraar
Partners
16 Leeuwarden
8 Veenendaal
7 Apeldoorn 6 Roosendaal
5 Bladel
4 Tilburg
3 Leiden
2 Naarden
1 Amsterdam
Overzicht proeftuinen
Proces- en effectmonitor proeftuinen 2011
Leerzaam jaar in de proeftuinen loopt nu ruim een jaar; tijd voor een tussenrapportage met Antoinette Bolscher en Ineke Zekveld. Wat is de stand van zaken er zijn er al ‘lessons learned’.
Tekst Jacqueline Donga
Analyses en effecten voor de cliënt Ineke: “SINGER heeft vragenlijsten uitgezet in verpleeghuizen onder verzorgenden, specialisten ouderengeneeskunde en fysiotherapeuten. Een voorbeeld van wat we meten en willen weten is: als cliënten een intensievere behandeling hebben gehad, wat zijn dan de effecten voor de cliënt? Heeft dit invloed op de behandelduur en/of het functioneren van de cliënt? Welke innovatieve interventies werken nu echt en waaruit blijkt dit? Vier weken na zijn ontslag wordt ook de cliënt en zijn mantelzorger bevraagd. Zo verkrijgen we inzicht in het effect van nieuwe interventies die in de proeftuinen plaatsvinden. Op dit moment is het nog te vroeg om uitspraken te doen. Er zijn nu in 2 periodes vragenlijsten uitgezet, maar nog niet alle gegevens zijn binnen en geanalyseerd. Wel is er voorzichtig een trend te signaleren, bijvoorbeeld een afname van de opnameduur. Echter, de gegevens moeten nog verder geanalyseerd en gekoppeld worden aan onder andere gegevens uit de procesmonitor. Pas na de derde meting kan volledige analyse plaatsvinden.”
Bevindingen in het proces Antoinette: “De ontwikkeling van de vernieuwing in de geriatrische revalidatiezorg in het verpleeghuis kost veel tijd. Soms denken organisaties de zaken al aardig op orde te hebben, maar blijkt het proces in de keten (ziekenhuis-verpleeghuis-thuis) nog veel beter te kunnen. Gebrek aan inzicht in dit proces of gebrek aan kennis van elkaars processen ligt hier vaak aan ten grondslag. Een voorbeeld is de overdracht. Voor de ontvangende partij is deze informatie niet altijd zo duidelijk als de afzender denkt. Stem op elkaar af wat je van elkaar nodig hebt en betrek hier mensen van de werkvloer bij. Zij kunnen goed aangeven welke informatie relevant is (inhoud) en hoe je dit zo praktisch mogelijk maakt (vorm).”
Andere zorg Antoinette: “Waar organisaties zich vaak ook in vergissen is dat revalidatiezorg echt iets anders is dan verpleeghuiszorg. Het doel van revalidatiezorg is de cliënt zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren. Het hele klimaat op de afdeling moet daarop gericht zijn. De cliënt oefent zoveel mogelijk, de professional ondersteunt met de ‘handen op de rug’. Dit vraagt om een andere houding en een bepaalde assertiviteit van de professional. Dat is er niet ‘zomaar’, daarin behoeft de professional ondersteuning of opleiding. In de proeftuinen blijkt dat het proces in veel situaties korter en efficiënter kan. Een voorbeeld: een cliënt is uitbehandeld en op dat moment wordt het traject ‘naar huis’ ingezet. Echter, als bij opname direct een voorlopige ontslagdatum wordt vastgelegd en dan ook samen met de cliënt wordt gekeken wat er daarna nodig is in de thuissituatie (denk aan aanpassingen, huishoudelijke hulp en dergelijke), dan levert dat tijdswinst op als je op dat moment dat proces ook in gang zet.”
Mooie ontwikkelingen Beiden: “De intensivering van de behandeling en andere vormen van behandeling zijn goede ontwikkelingen. Intensivering betekent meer uren revalidatie, ook in de weekenden revalideren en vaker revalideren dan op één vast moment op de dag. Andere vormen van behandeling zijn bijvoorbeeld in groepsverband trainen, interdisciplinair werken (met meerdere therapeuten tegelijkertijd) en gebruik maken van bijvoorbeeld computergames en -simulaties. Cliënten worden zo veel meer gestimuleerd, ook door elkaar, leren van elkaar en dat lijkt veel op te leveren. Belangrijk is ook dat de revalidatiedoelen worden opgesteld samen met de cliënt. Dat de cliënt actief wordt betrokken
ervaart hij als het terugkrijgen van eigen regie, na een periode waarin hij vaak erg afhankelijk was van anderen.”
Samenwerking in de keten Duidelijk wordt dat elkaar ‘kennen’, vertrouwen, en elkaar iets gunnen vanuit het belang van de cliënt, cruciaal is. Wat bieden de diverse ketenpartners en wat kan men van elkaar leren? Waarom is bijvoorbeeld bij de ene organisatie de ligduur langer dan bij de andere organisatie? “Op werkbezoek gaan bij elkaar is zinvol, zodat inzicht ontstaat in elkaars werkwijze en processen. Het doorverwijstraject van verpleeghuis naar huis verdient nog extra aandacht; dit moet tijdig ingezet worden. De ontwikkeling van of doorverwijzing naar poliklinische behandeling, dagbehandeling of eerstelijns zorg kan nog beter geregeld worden”, aldus Antoinette. Zij vervolgt: “Dit eerste jaar van het project van de geriatrische revalidatiezorg is de nadruk vooral gelegd op het eerste deel van de keten, namelijk de doorstroming van ziekenhuis naar verpleeghuis. Dit heeft ondermeer te maken met de bekostiging van de geriatrische revalidatiezorg en de organisatie van het proces. De bevindingen over dit eerste jaar zijn uiteraard besproken in de landelijke stuurgroep. Onduidelijk is bijvoorbeeld nog hoe de poliklinische revalidatie van de cliënt bekostigd kan worden. De stuurgroep gaat dit nader onderzoeken.”
Triage Een ander punt van aandacht en zorg is nog de ‘triage’: komt de cliënt op de juiste plek en krijgt hij de juiste behandeling. Verenso heeft de opdracht gekregen hiervoor een instrument te ontwikkelen. Dit zal rond de zomer 2012 gereed zijn. Ineke: “In het SINGER-onderzoek wordt ook aan de arts en aan de cliënt gevraagd of dit proces goed verloopt. Belangrijk is: welk type zorg heeft iemand nodig en wat moet daarvoor ingezet worden. Door de overheveling van de geriatrische revalidatiezorg zal de professional indiceren in plaats van het CIZ. Dat is een wezenlijke verandering.”
RRR
Het project ‘overheveling geriatrische revalidatiezorg’
“Een goed aanbod en beschikbaarheid van geriatrische revalidatiezorg vereist van alle partijen een actieve participatie en inzet.”
SINGER ontwikkelt ook een leidraad, bedoelt voor zorginkopers en zorgaanbieders. Ineke: “Voor zorginkopers (zorgverzekeraars vanaf 2013) omdat zij deze vorm van zorg nog niet kennen. Voor zorgaanbieders is het een leidraad hoe goede geriatrische revalidatiezorg op te zetten. Deze leidraad wordt gebaseerd op expertinterviews en uitkomsten van de monitor en bevatten onder andere ‘goede voorbeelden’. De leidraad is een groeidocument en zal te zijner tijd ook evidenced based zijn.”
Antoinette Bolscher is, samen met Hannie Fonk, procesbegeleider van de 16 proeftuinen die meedoen in het project van de overheveling van de geriatrische revalidatiezorg. Zij begeleiden de proeftuinen al vanaf de opstartfase in 2010, zorgen voor onderlinge kennisdeling en
De rol van de zorgverzekeraars Antoinette: “De zorgverzekeraars zijn een belangrijke partner. Zij participeren in de proeftuinen, echter niet allemaal even actief, sommigen zijn meer op afstand. Dat is een belangrijk aandachtspunt, want zij kopen deze vorm van zorg straks wel in. Hiervoor is het noodzakelijk dat zorgaanbieders en zorgverzekeraar nu al met elkaar in gesprek gaan: wat willen zorgorganisaties bieden, wat willen zorgverzekeraars contracteren? Wat verwacht en vraag je van elkaar? Belangrijke vragen in de voorbereiding naar beschikbaarheid en een goed aanbod van geriatrische revalidatiezorg voor cliënten.
monitoren het proces. Het doel van de begeleiding is leerervaringen delen en inzicht verkrijgen in de innovatie in de geriatrische revalidatie, de samenwerking tussen zorgaanbieders onderling en met zorgkantoren en zorgverzekeraars.
Ineke Zekveld is de coördinator van Singer, (samenwerking en innovatie in geriatrische revalidatie) bestaande uit VUmc, MUMC en LUMC. Onder leiding van prof. dr. Wilco Achterberg evalueert Singer het proces en het effect van de innovaties in de proeftuinen op cliëntniveau.
Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam (RRR)
Intensieve behandeling resulteert in terugkeer in de maatschappij Het eerste centrum in Nederland dat volledig gericht is op ouderenrevalidatie bevindt zich in Hillegersberg, in Rotterdam. Sinds 2009 heeft het centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam (RRR) de officiële revalidatie-erkenning.
de terugkeer naar huis duurzaam is. Het maatschappelijk belang daarvan, de kostenontwikkeling van de zorg en de schaarste op de arbeidsmarkt is groot.”
Specialistische revalidatiezorg voor ouderen op deze wijze is uniek in Nederland. Het RRR bestaat uit drie bedrijven onder één dak: klinische revalidatie, poliklinische revalidatie en het verpleeghuis.
Tekst Irene van Dijck
Van verpleeghuis naar revalidatiecentrum In september 2012 is het 50 jaar geleden dat mevrouw Brouwer haar droom verwezenlijkt zag voor een plaats waar mensen met een reumatische aandoening de zorg krijgen die zij nodig hebben, maar ook nog een zelfstandig leven kunnen leiden: het Reumaverpleeghuis. Het Reumaverpleeghuis verbreedde haar aandacht naar die ouderen die ook baat hebben bij intensieve medische en paramedische zorg, bijvoorbeeld mensen die getroffen worden door een beroerte. Wim van Deventer, directeur RRR: “We hebben eigenlijk goed naar onze cliënten geluisterd. Zij gaven aan er alles voor over te hebben om weer naar huis te kunnen. Met elkaar deelden we de ambitie om de cliënten een goed thuis te bieden, maar sommigen wilden meer. Wij zijn ons gaan afvragen hoe we dat konden realiseren. Zo zijn de stappen gezet naar een multidisciplinaire medisch specialistische behandeling.” Deze behandeling was zo succesvol dat in 2009 de naam veranderd is in centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam (RRR) en officieel erkend is als revalidatiecentrum.
Nieuwe manier van werken Voor de medewerkers betekende de omslag naar een revalidatiecentrum een nieuwe manier van werken. Ewout Kattevilder, fysiotherapeut: “Voor ons als behandelaars was dat een enorme omschakeling. We moeten nu vooruit denken, anticiperen en inschatten wat te doen om de cliënt verder te helpen. Daarnaast wordt niet alleen gerevalideerd in de oefenzaal, maar ook op de afdelingen wordt doorgetraind.” Alle behandelingen en afspraken worden centraal ingepland, zelfs in de avond en in het weekend. ”Je moet er op vertouwen dat je collega’s de behandelingen goed plannen, je hebt dat zelf niet meer in de hand. Dat is soms heel lastig”, aldus Kattevilder.
Focus naar huis Ouderen hebben vaak te maken met meerdere lichamelijke problemen tegelijk. Vooral een CVA kan veel schade berokkenen en terugkeer naar huis bemoeilijken. Om die reden werkt het RRR vanuit de doelstelling dat de revalidant zelf weer naar huis moet willen. Fuad el Jammal, revalidatiearts, licht toe: “Wij hebben de ambitie om de cliënt te motiveren, zodat hij tot op hoge leeftijd de topprestatie kan leveren van revalidatie. Daarnaast is het van groot belang dat
Veel cliënten die in de kliniek revalideren, gaan na een paar weken naar huis, eventueel gecombineerd met poliklinische revalidatie. De doelstelling ‘duurzaam terug naar huis’ wordt door 80% gehaald. Uit onderzoek, dat in het kader van de HKZ certificering is uitgevoerd, blijkt dat ex-patiënten zeer tevreden zijn. Zij geven het RRR gemiddeld een 8,4 en 95% beveelt het RRR aan bij familie en vrienden.
Behandeling van multiproblematiek Revalidatie in het RRR is mogelijk voor cliënten met bijvoorbeeld een CVA, niet aangeboren hersenletsels, orthopedische aandoeningen, hartaandoeningen, ademhalingsaandoeningen (waaronder COPD), amputaties, reumatische aandoeningen, wonden/decubitus, multitrauma en conditie- en/of functionaliteitsverlies na operatie en ziekenhuisopname. De expertise van het RRR ligt voornamelijk op een combinatie van het bovenstaande, de medische multiproblematiek. El Jammal: “In de kliniek én de polikliniek vindt revalidatie plaats op basis van modules. Iedere module kent individuele en groepsgewijze behandeling. Afhankelijk van hoeveel belasting de cliënt aan kan, stel ik het aantal revalidatieuren vast. De behandeling is multidisciplinair en bestaat uit een combinatie van fysiek trainen, oefenen van vaardigheden en colleges.” Het behandelteam bestaat uit onder andere een revalidatiearts en een specialist ouderengeneeskunde, een unieke en zeer functionele combinatie bij de revalidatie van ouderen.
Daarnaast zijn (neuro)psychologen, verpleegkundigen en verzorgenden, fysio- en ergotherapeuten, logopedisten, bewegingsagogen, diëtisten, maatschappelijk werkers, voedingsassistenten, creatief therapeuten en een humanistisch geestelijk verzorger betrokken bij het revalidatietraject. Kattevilder: “Wij trainen in een zeer modern ingerichte fitnesszaal, waar ouderen zich thuis voelen. De behandelingen worden ingepland door een centrale planning. Vervoerders zorgen ervoor dat elke cliënt op het juiste moment bij de juiste behandelaar is, zodat er zeer efficiënt ingepland en gewerkt kan worden.”
Samenwerking Klinische revalidatie in het RRR vindt plaats onder de noemer van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Van Deventer: “Doordat het RRR een officiële erkenning heeft als revalidatiecentrum, hebben wij afspraken kunnen maken en contracten kunnen afsluiten met de zorgverzekeraars. Hierdoor is het mogelijk om elke cliënt te revalideren voor het aantal uur dat de revalidatiearts nodig acht.” Het aantal uur revalidatie per week hangt af van de belastbaarheid van de cliënt. Indien de revalidatiearts vindt dat de cliënt 12 uur revalidatie aankan en dat dit wenselijk is, dan wordt dat in het behandelprogramma ingepast. Van Deventer: “We hebben een intensieve samenwerking met de verschillende ziekenhuizen in de omgeving, maar ook met ziekenhuizen die verder weg liggen, zoals Den Haag, Delft, Zoetermeer en Capelle a/d IJssel. Daarvoor is het sinds kort mogelijk om cliënten elke dag op te nemen, dus ook op zaterdag en zondag. Hierdoor starten patiënten sneller met revalideren, op de juiste plek en met de juiste behandelaren. Een goede basis om de zorg te leveren die wij zo belangrijk vinden.”
Het RRR heeft een bijzondere revalidatietuin, ontworpen door Piet Oudolf, een wereldberoemde architect van stadsparken. Het RRR wordt de komende jaren uitgebreid met onder andere een therapeutisch zwembad.
ActiZ, organisatie van zorgondernemers Oudlaan 4 3515 GA Utrecht Postbus 8258 3503 RG Utrecht
publicatienummer 12.003
Telefoon (030) 273 93 93
[email protected] www.actiz.nl