Welkom bij Pallas
• gebruik/beschikbaarheid van gezondheidszorg, zoals contacten met huisarts of specialist
Geke Denissen – Junior onderzoeker Geke studeerde Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In de Master specialiseerde zij zich in Bewegingswetenschappen en daarnaast volgde zij het Management-profiel. Geke werkte daarna een klein jaar als informatiespecialist bij farmaceutisch bedrijf MSD in Oss.
Voor het verklaren van sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn volgens de literatuur materiële factoren, en dan voornamelijk arbeidsomstandigheden en de materiële/ financiële situatie, en leefstijl/gedragsfactoren het belangrijkst. Ontwikkeling diagnostisch instrument
Op basis van het literatuuronderzoek en bestaande SEGV-indicatorensets is voor het diagnostisch instrument een set indicatoren geselecteerd voor SES, de gezondheidssituatie en determinanten van SEGV die op wijkniveau relevant zijn, aangevuld met een aantal achtergrondkenmerken (zoals leeftijd, geslacht). De uiteindelijke keuze voor indicatoren werd gebaseerd op de volgende factoren: • Beïnvloedbaarheid van indicatoren: Bij voorkeur werden indicatoren opgenomen die door wijkgericht beleid beïnvloed kunnen worden. • Situatie, wensen en behoeften binnen de gemeente en wijk(en): Om deze in kaart te brengen zijn gesprekken gevoerd met o.a. gemeentemedewerkers vanuit diverse beleidsvelden en is een interactieve bijeenkomst georganiseerd voor sleutelfiguren uit de wijken. Door veel aandacht te besteden aan de procesmatige kant van dit traject werd de betrokkenheid van diverse beleidsvelden (zoals sociale zaken, economische zaken, volkshuisvesting, milieu, openbare ruimte) en ook mensen die actief zijn in de wijken gestimuleerd. • Beschikbaarheid van bruikbare gegevens: Indicatoren moeten betrouwbaar en valide te meten zijn op wijkniveau. Uitgangs-
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
punt voor het instrument was dat eenvoudig gebruikgemaakt wordt van bestaande gegevens en datasets, zoals uit de Gezondheidsmonitor, Leefbaarheidsmonitor, CBS-In uw buurt, et cetera. Bovengenoemde aspecten zijn tijdens het ontwikkeltraject van het instrument in de gemeente Tiel in kaart gebracht. Het instrument is zodanig opgebouwd dat het de gemeten indicatoren visueel weergeeft en zo een beeld vormt van SEGV gerelateerde factoren in de gekozen wijken, in vergelijking met elkaar, de hele gemeente en Nederland. Momenteel wordt het instrument in de gemeente Geldermalsen gevalideerd. Na afronding van het project kan het instrument eventueel toegepast worden in andere gemeenten in de regio Rivierenland. Hoewel binnen Rivierenland de beschikbaarheid van direct bruikbare gegevens op wijkniveau, vooral op het gebied van gezondheid, vooralsnog beperkt is, lijkt het instrument goede handvatten te verschaffen voor het ontwikkelen van integraal beleid dat is gericht op het verbeteren van de sociaaleconomische gezondheidsstatus van wijken.
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Wat biedt Pallas? Pallas biedt hoogwaardige onderzoeksondersteuning op het terrein van volksgezondheid en gezondheidszorg. Pallas heeft kennis van zaken en werkt efficiënt. De opdrachtgever blijft zichtbaar – presentatie van resultaten vindt in overleg plaats. Wanneer Pallas inschakelen? U kunt Pallas inschakelen wanneer u flexibele onderzoekscapaciteit nodig heeft. Bij een onvoorziene hoge werklast om welke reden dan ook kan Pallas u werk uit handen nemen, bijvoorbeeld in het geval van een openstaande vacature of zwangerschapsverlof van een medewerker. Onderzoeksvormen • Literatuurreviews • Epidemiologisch onderzoek • (Internationaal) vergelijkend onderzoek • Evaluatieonderzoek
Diensten van Pallas • Maken van een onderzoeksdesign • Dataverzameling en data-analyse • Expertinterviews en focusgroepen • Wetenschappelijke publicatie tot webtekst • Projectmanagement • Ondersteuning (inter)nationale subsidieaanvragen • Inhoudelijk faciliteren van projectteams en conferenties Opdrachtgevers van Pallas • GGD’en • RIVM en ECDC • Universiteiten, UMC’s • Onderzoeksscholen • Onderzoeksinstituten • Kenniscentra • Koepelorganisaties • Farmaceutische industrie • Zorgverzekeraars • Consultancybedrijven
Ook ondersteunt Pallas bij het vormgeven van onderzoeksbeleid.
Bezoek voor meer informatie over diensten, projecten en medewerkers onze website. Ook kunt u zich er aanmelden voor een digitale editie van de nieuwsbrief: www.pallas-healthresearch.com
health research and consultancy
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Postbus 21238 3001 AE Rotterdam T: 010 – 447 44 49 E:
[email protected]
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
health research and consultancy
NIEUWSBRIEF
voorjaar 2011
Evaluatie effecten palliatief team Palliatieve zorg is de zorg die gericht is op verbetering van de kwaliteit van leven van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een ongeneeslijke, progressieve aandoening met een beperkte levensverwachting. Om palliatieve zorg te optimaliseren, bestaan er in ziekenhuizen in toenemende mate palliatieve consultatie teams. Het Maasstad Ziekenhuis is dit jaar met een Consultatief Palliatief Team (CPT) gestart om de palliatieve zorg in het ziekenhuis voor patiënten, hun naasten en betrokken hulpverleners te verbeteren. Het CPT bestaat uit twee verpleegkundig consulenten en twee artsen die allen gespecialiseerd zijn in palliatieve zorg. Het CPT kan onder andere adviseren over complexe symptoombestrijding, psychische begeleiding en overplaatsing naar bijvoorbeeld een hospice. Twee onderzoeken
Om het huidige palliatieve zorgproces van het Maasstad Ziekenhuis inzichtelijk te maken en de effecten van het CPT op de
palliatieve zorg te evalueren, worden in samenwerking met Pallas twee onderzoeken uitgevoerd. Eerst is met een retrospectief dossieronderzoek de palliatieve zorg-
Inhoud Medische beslissingen rond het levenseinde.................................................. 3 Instrument sociaaleconomische gezondheidsverschillen.................................. 4
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
verlening voor het starten van het CPT in kaart gebracht. Hiervoor zijn onder andere gegevens verzameld over, medische (be) handelingen tijdens de laatste opname (bijv. pijnbestrijding), medisch niet noodzakelijk verblijf, plaats van voorkeur voor overlijden en de uiteindelijke plaats van overlijden. Inmiddels is het CPT van start gegaan; volgend jaar zal met een nameting worden geëvalueerd wat de effecten hiervan zijn op bovenstaande variabelen. Patiënttevredenheid
Het tweede onderzoek, dat ook bestaat uit een voor- en nameting, wordt uitgevoerd om na te gaan wat het effect van de inzet van het CPT op de patiënttevredenheid is. Patiënttevredenheid wordt gemeten via de CQ-index Palliatieve Zorg. Deze index bestaat uit een vragenlijst met 32 items in de vol-
gende domeinen: lichamelijk welbevinden, psychosociaal welbevinden, zelfstandigheid, privacy, geestelijk welbevinden, informatie en deskundigheid. Er wordt gevraagd naar zorgervaringen van de patiënten en naar het belang dat patiënten aan bepaalde aspecten van zorg (bv. lichamelijk, psychosociaal en geestelijk welbevinden) toekennen. Met de uitkomsten van de vragenlijst in de voormeting kan voor elk item een verbeterscore worden berekend, die aangeeft in hoeverre op dit aspect van de zorg verbetering te meten is. Op basis van de voormeting worden doelen gesteld voor de mate van verbetering in patiënttevredenheid, welke in de nameting worden geëvalueerd. Pallas ontwikkelde de onderzoeksopzet, voerde de analyses uit en verzorgde de rapportage van beide onderzoeken.
Op 6 en 7 april vond in De Meervaart in Amsterdam het Nederlands Congres Volksgezondheid (NCVGZ) plaats. Het NCVGZ 2011, met als thema Duurzaam Gezond, bood een groot aantal lezingen, workshops, presentaties en minisymposia over de huidige en de toekomstige gezondheid van de Nederlandse bevolking. Pallas presenteerde zich tijdens het congres via een stand op de informatiemarkt. Daarnaast konden alle deelnemers van het congres de Pallas-folder met daarin twee van de vier recent uitgebrachte factsheets in hun congrestas terugvinden. De factsheets (over internetsurveys, kwalitatief onderzoek, systematische literatuurreviews en gemeentescan volksgezondheid en zorg) kunt u binnenkort vinden op de website van Pallas.
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Medische beslissingen rond het levenseinde Sinds 1990 wordt elke vijf jaar op verzoek van het ministerie van VWS een landelijk onderzoek verricht naar de medische handelswijzen rond het levenseinde van patiënten. Een belangrijk onderdeel hiervan is het Sterfgevallenonderzoek dat wordt uitgevoerd door het Erasmus MC en het VU Medisch Centrum, in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van oudsher ontvangt het CBS voor statistische doeleinden verklaringen van de doodsoorzaak van alle overledenen in Nederland. Deze doodsoorzaakverklaringen vormen het steekproefkader voor het Sterfgevallenonderzoek. Voor het huidige onderzoek worden alle personen die van augustus t/m november 2010 overleden zijn op basis van de doodsoorzaak ingedeeld in groepen waarbij de kans dat er sprake is geweest van een medische beslissing rond het levenseinde toeneemt van onmogelijk tot waarschijnlijk. In de steekproef worden relatief meer overledenen opgenomen met aandoeningen waarbij de kans dat er sprake was van een medische beslissing rond het levenseinde groter is, zoals personen die overleden zijn aan kanker of COPD. Relatief minder mensen worden in de steekproef opgenomen die bijvoorbeeld zijn overleden aan een acute hartstilstand. Door deze zogenaamde stratificatie kan in het onderzoek voldoende informatie verzameld worden over medische handelswijzen rond het levenseinde. Aan de hand van adresgegevens op de doodsoorzaakformulieren worden de namen van de behandelend artsen van de overleden personen in de steekproef achterhaald. Dit betreft voornamelijk huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde of WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
specialisten in het ziekenhuis, waaronder internisten, neurologen en intensivisten. Het CBS stuurt een vragenlijst aan deze artsen, met daarin gedetailleerde vragen over de medische besluitvorming en handelswijzen in de laatste levensfase van de patiënt. Na ontvangst van de ingevulde vragenlijsten worden deze zo spoedig mogelijk door het CBS geanonimiseerd. Op basis van de informatie uit de vragenlijsten kan een nauwkeurig beeld geschetst worden van de beslissingen die artsen nemen rond het levenseinde van patiënten met verschillende soorten aandoeningen. Door het onderzoek elke vijf jaar zoveel mogelijk op dezelfde wijze uit te voeren, kunnen de resultaten tegen elkaar worden afgezet en veranderingen in de tijd inzichtelijk worden gemaakt. Het verzamelen van de gegevens is een gecompliceerd logistiek proces en is tijdens het huidige vijfde Sterfgevallenonderzoek door Pallas gecoördineerd, in nauwe samenwerking met het CBS. De steekproef omvat bij het huidige onderzoek ongeveer 8700 overleden personen. Momenteel wordt de dataverzameling afgerond; de resultaten zullen, na zorgvuldige analyse door de Universitair Medische centra, vermoedelijk in 2012 gepubliceerd worden.
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Instrument sociaaleconomische gezondheidsverschillen In het kader van de Regionale Sociale Agenda van de provincie Gelderland en het regionale gezondheidsbeleid van Rivierenland, willen de gemeenten Tiel en Geldermalsen een diagnostisch instrument ontwikkelen dat inzicht geeft in sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) op wijkniveau en mogelijke oorzaken hiervan. Ondersteund door het instrument kan op wijkniveau een plan van aanpak worden ontwikkeld dat is gericht op het integraal verbeteren van de sociaaleconomische gezondheidsstatus. Voor een wijkgericht beleid ten aanzien van SEGV dienen gemeenten inzicht te krijgen in a. Welke wijken of buurten in een sociaaleconomische achterstandspositie verkeren; en b. Welke specifieke gezondheidsproblemen en onderliggende oorzaken zijn aan te wijzen in de betreffende wijk of buurt. Voorbereidend literatuuronderzoek
Om gezondheidsverschillen tussen groepen met verschillende sociaaleconomische status (SES) in beeld te brengen, moeten SES, gezondheidssituatie en relevante determinanten in die groepen meetbaar gemaakt worden. Determinanten van SEGV zijn factoren die invloed hebben op de gezondheid en geassocieerd zijn met SES. Voor het ontwikkelen van het diagnostisch instrument heeft Pallas via een wetenschappelijk literatuuronderzoek geïnventariseerd welke indicatoren gebruikt kunnen worden als maten voor SES (opleiding, inkomen en
beroep) en gezondheidstoestand (bijvoorbeeld het voorkomen van chronische aandoeningen). Ook beschreef Pallas de wetenschappelijk onderbouwde determinanten van SEGV en indicatoren daarvoor, namelijk: • materiële factoren, zoals woon- en arbeidsomstandigheden • leefstijl/gedragsfactoren, zoals rookgedrag, lichaamsbeweging • psychosociale factoren, zoals life events of persoonlijke eigenschappen • omstandigheden in de jeugd, zoals sociale en materiële omstandigheden tijdens de jeugd
Achtergrondkenmerken
Sociaaleconomische status (SES)
Intermediaire factoren (determinanten)
Gezondheid
Mechanismen van ontstaan SEGV
Nieuwsbrief – voorjaar 2011 WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
verlening voor het starten van het CPT in kaart gebracht. Hiervoor zijn onder andere gegevens verzameld over, medische (be) handelingen tijdens de laatste opname (bijv. pijnbestrijding), medisch niet noodzakelijk verblijf, plaats van voorkeur voor overlijden en de uiteindelijke plaats van overlijden. Inmiddels is het CPT van start gegaan; volgend jaar zal met een nameting worden geëvalueerd wat de effecten hiervan zijn op bovenstaande variabelen. Patiënttevredenheid
Het tweede onderzoek, dat ook bestaat uit een voor- en nameting, wordt uitgevoerd om na te gaan wat het effect van de inzet van het CPT op de patiënttevredenheid is. Patiënttevredenheid wordt gemeten via de CQ-index Palliatieve Zorg. Deze index bestaat uit een vragenlijst met 32 items in de vol-
gende domeinen: lichamelijk welbevinden, psychosociaal welbevinden, zelfstandigheid, privacy, geestelijk welbevinden, informatie en deskundigheid. Er wordt gevraagd naar zorgervaringen van de patiënten en naar het belang dat patiënten aan bepaalde aspecten van zorg (bv. lichamelijk, psychosociaal en geestelijk welbevinden) toekennen. Met de uitkomsten van de vragenlijst in de voormeting kan voor elk item een verbeterscore worden berekend, die aangeeft in hoeverre op dit aspect van de zorg verbetering te meten is. Op basis van de voormeting worden doelen gesteld voor de mate van verbetering in patiënttevredenheid, welke in de nameting worden geëvalueerd. Pallas ontwikkelde de onderzoeksopzet, voerde de analyses uit en verzorgde de rapportage van beide onderzoeken.
Op 6 en 7 april vond in De Meervaart in Amsterdam het Nederlands Congres Volksgezondheid (NCVGZ) plaats. Het NCVGZ 2011, met als thema Duurzaam Gezond, bood een groot aantal lezingen, workshops, presentaties en minisymposia over de huidige en de toekomstige gezondheid van de Nederlandse bevolking. Pallas presenteerde zich tijdens het congres via een stand op de informatiemarkt. Daarnaast konden alle deelnemers van het congres de Pallas-folder met daarin twee van de vier recent uitgebrachte factsheets in hun congrestas terugvinden. De factsheets (over internetsurveys, kwalitatief onderzoek, systematische literatuurreviews en gemeentescan volksgezondheid en zorg) kunt u binnenkort vinden op de website van Pallas.
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Medische beslissingen rond het levenseinde Sinds 1990 wordt elke vijf jaar op verzoek van het ministerie van VWS een landelijk onderzoek verricht naar de medische handelswijzen rond het levenseinde van patiënten. Een belangrijk onderdeel hiervan is het Sterfgevallenonderzoek dat wordt uitgevoerd door het Erasmus MC en het VU Medisch Centrum, in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van oudsher ontvangt het CBS voor statistische doeleinden verklaringen van de doodsoorzaak van alle overledenen in Nederland. Deze doodsoorzaakverklaringen vormen het steekproefkader voor het Sterfgevallenonderzoek. Voor het huidige onderzoek worden alle personen die van augustus t/m november 2010 overleden zijn op basis van de doodsoorzaak ingedeeld in groepen waarbij de kans dat er sprake is geweest van een medische beslissing rond het levenseinde toeneemt van onmogelijk tot waarschijnlijk. In de steekproef worden relatief meer overledenen opgenomen met aandoeningen waarbij de kans dat er sprake was van een medische beslissing rond het levenseinde groter is, zoals personen die overleden zijn aan kanker of COPD. Relatief minder mensen worden in de steekproef opgenomen die bijvoorbeeld zijn overleden aan een acute hartstilstand. Door deze zogenaamde stratificatie kan in het onderzoek voldoende informatie verzameld worden over medische handelswijzen rond het levenseinde. Aan de hand van adresgegevens op de doodsoorzaakformulieren worden de namen van de behandelend artsen van de overleden personen in de steekproef achterhaald. Dit betreft voornamelijk huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde of WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
specialisten in het ziekenhuis, waaronder internisten, neurologen en intensivisten. Het CBS stuurt een vragenlijst aan deze artsen, met daarin gedetailleerde vragen over de medische besluitvorming en handelswijzen in de laatste levensfase van de patiënt. Na ontvangst van de ingevulde vragenlijsten worden deze zo spoedig mogelijk door het CBS geanonimiseerd. Op basis van de informatie uit de vragenlijsten kan een nauwkeurig beeld geschetst worden van de beslissingen die artsen nemen rond het levenseinde van patiënten met verschillende soorten aandoeningen. Door het onderzoek elke vijf jaar zoveel mogelijk op dezelfde wijze uit te voeren, kunnen de resultaten tegen elkaar worden afgezet en veranderingen in de tijd inzichtelijk worden gemaakt. Het verzamelen van de gegevens is een gecompliceerd logistiek proces en is tijdens het huidige vijfde Sterfgevallenonderzoek door Pallas gecoördineerd, in nauwe samenwerking met het CBS. De steekproef omvat bij het huidige onderzoek ongeveer 8700 overleden personen. Momenteel wordt de dataverzameling afgerond; de resultaten zullen, na zorgvuldige analyse door de Universitair Medische centra, vermoedelijk in 2012 gepubliceerd worden.
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Instrument sociaaleconomische gezondheidsverschillen In het kader van de Regionale Sociale Agenda van de provincie Gelderland en het regionale gezondheidsbeleid van Rivierenland, willen de gemeenten Tiel en Geldermalsen een diagnostisch instrument ontwikkelen dat inzicht geeft in sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) op wijkniveau en mogelijke oorzaken hiervan. Ondersteund door het instrument kan op wijkniveau een plan van aanpak worden ontwikkeld dat is gericht op het integraal verbeteren van de sociaaleconomische gezondheidsstatus. Voor een wijkgericht beleid ten aanzien van SEGV dienen gemeenten inzicht te krijgen in a. Welke wijken of buurten in een sociaaleconomische achterstandspositie verkeren; en b. Welke specifieke gezondheidsproblemen en onderliggende oorzaken zijn aan te wijzen in de betreffende wijk of buurt. Voorbereidend literatuuronderzoek
Om gezondheidsverschillen tussen groepen met verschillende sociaaleconomische status (SES) in beeld te brengen, moeten SES, gezondheidssituatie en relevante determinanten in die groepen meetbaar gemaakt worden. Determinanten van SEGV zijn factoren die invloed hebben op de gezondheid en geassocieerd zijn met SES. Voor het ontwikkelen van het diagnostisch instrument heeft Pallas via een wetenschappelijk literatuuronderzoek geïnventariseerd welke indicatoren gebruikt kunnen worden als maten voor SES (opleiding, inkomen en
beroep) en gezondheidstoestand (bijvoorbeeld het voorkomen van chronische aandoeningen). Ook beschreef Pallas de wetenschappelijk onderbouwde determinanten van SEGV en indicatoren daarvoor, namelijk: • materiële factoren, zoals woon- en arbeidsomstandigheden • leefstijl/gedragsfactoren, zoals rookgedrag, lichaamsbeweging • psychosociale factoren, zoals life events of persoonlijke eigenschappen • omstandigheden in de jeugd, zoals sociale en materiële omstandigheden tijdens de jeugd
Achtergrondkenmerken
Sociaaleconomische status (SES)
Intermediaire factoren (determinanten)
Gezondheid
Mechanismen van ontstaan SEGV
Nieuwsbrief – voorjaar 2011 WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
verlening voor het starten van het CPT in kaart gebracht. Hiervoor zijn onder andere gegevens verzameld over, medische (be) handelingen tijdens de laatste opname (bijv. pijnbestrijding), medisch niet noodzakelijk verblijf, plaats van voorkeur voor overlijden en de uiteindelijke plaats van overlijden. Inmiddels is het CPT van start gegaan; volgend jaar zal met een nameting worden geëvalueerd wat de effecten hiervan zijn op bovenstaande variabelen. Patiënttevredenheid
Het tweede onderzoek, dat ook bestaat uit een voor- en nameting, wordt uitgevoerd om na te gaan wat het effect van de inzet van het CPT op de patiënttevredenheid is. Patiënttevredenheid wordt gemeten via de CQ-index Palliatieve Zorg. Deze index bestaat uit een vragenlijst met 32 items in de vol-
gende domeinen: lichamelijk welbevinden, psychosociaal welbevinden, zelfstandigheid, privacy, geestelijk welbevinden, informatie en deskundigheid. Er wordt gevraagd naar zorgervaringen van de patiënten en naar het belang dat patiënten aan bepaalde aspecten van zorg (bv. lichamelijk, psychosociaal en geestelijk welbevinden) toekennen. Met de uitkomsten van de vragenlijst in de voormeting kan voor elk item een verbeterscore worden berekend, die aangeeft in hoeverre op dit aspect van de zorg verbetering te meten is. Op basis van de voormeting worden doelen gesteld voor de mate van verbetering in patiënttevredenheid, welke in de nameting worden geëvalueerd. Pallas ontwikkelde de onderzoeksopzet, voerde de analyses uit en verzorgde de rapportage van beide onderzoeken.
Op 6 en 7 april vond in De Meervaart in Amsterdam het Nederlands Congres Volksgezondheid (NCVGZ) plaats. Het NCVGZ 2011, met als thema Duurzaam Gezond, bood een groot aantal lezingen, workshops, presentaties en minisymposia over de huidige en de toekomstige gezondheid van de Nederlandse bevolking. Pallas presenteerde zich tijdens het congres via een stand op de informatiemarkt. Daarnaast konden alle deelnemers van het congres de Pallas-folder met daarin twee van de vier recent uitgebrachte factsheets in hun congrestas terugvinden. De factsheets (over internetsurveys, kwalitatief onderzoek, systematische literatuurreviews en gemeentescan volksgezondheid en zorg) kunt u binnenkort vinden op de website van Pallas.
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Medische beslissingen rond het levenseinde Sinds 1990 wordt elke vijf jaar op verzoek van het ministerie van VWS een landelijk onderzoek verricht naar de medische handelswijzen rond het levenseinde van patiënten. Een belangrijk onderdeel hiervan is het Sterfgevallenonderzoek dat wordt uitgevoerd door het Erasmus MC en het VU Medisch Centrum, in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Van oudsher ontvangt het CBS voor statistische doeleinden verklaringen van de doodsoorzaak van alle overledenen in Nederland. Deze doodsoorzaakverklaringen vormen het steekproefkader voor het Sterfgevallenonderzoek. Voor het huidige onderzoek worden alle personen die van augustus t/m november 2010 overleden zijn op basis van de doodsoorzaak ingedeeld in groepen waarbij de kans dat er sprake is geweest van een medische beslissing rond het levenseinde toeneemt van onmogelijk tot waarschijnlijk. In de steekproef worden relatief meer overledenen opgenomen met aandoeningen waarbij de kans dat er sprake was van een medische beslissing rond het levenseinde groter is, zoals personen die overleden zijn aan kanker of COPD. Relatief minder mensen worden in de steekproef opgenomen die bijvoorbeeld zijn overleden aan een acute hartstilstand. Door deze zogenaamde stratificatie kan in het onderzoek voldoende informatie verzameld worden over medische handelswijzen rond het levenseinde. Aan de hand van adresgegevens op de doodsoorzaakformulieren worden de namen van de behandelend artsen van de overleden personen in de steekproef achterhaald. Dit betreft voornamelijk huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde of WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
specialisten in het ziekenhuis, waaronder internisten, neurologen en intensivisten. Het CBS stuurt een vragenlijst aan deze artsen, met daarin gedetailleerde vragen over de medische besluitvorming en handelswijzen in de laatste levensfase van de patiënt. Na ontvangst van de ingevulde vragenlijsten worden deze zo spoedig mogelijk door het CBS geanonimiseerd. Op basis van de informatie uit de vragenlijsten kan een nauwkeurig beeld geschetst worden van de beslissingen die artsen nemen rond het levenseinde van patiënten met verschillende soorten aandoeningen. Door het onderzoek elke vijf jaar zoveel mogelijk op dezelfde wijze uit te voeren, kunnen de resultaten tegen elkaar worden afgezet en veranderingen in de tijd inzichtelijk worden gemaakt. Het verzamelen van de gegevens is een gecompliceerd logistiek proces en is tijdens het huidige vijfde Sterfgevallenonderzoek door Pallas gecoördineerd, in nauwe samenwerking met het CBS. De steekproef omvat bij het huidige onderzoek ongeveer 8700 overleden personen. Momenteel wordt de dataverzameling afgerond; de resultaten zullen, na zorgvuldige analyse door de Universitair Medische centra, vermoedelijk in 2012 gepubliceerd worden.
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Instrument sociaaleconomische gezondheidsverschillen In het kader van de Regionale Sociale Agenda van de provincie Gelderland en het regionale gezondheidsbeleid van Rivierenland, willen de gemeenten Tiel en Geldermalsen een diagnostisch instrument ontwikkelen dat inzicht geeft in sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV) op wijkniveau en mogelijke oorzaken hiervan. Ondersteund door het instrument kan op wijkniveau een plan van aanpak worden ontwikkeld dat is gericht op het integraal verbeteren van de sociaaleconomische gezondheidsstatus. Voor een wijkgericht beleid ten aanzien van SEGV dienen gemeenten inzicht te krijgen in a. Welke wijken of buurten in een sociaaleconomische achterstandspositie verkeren; en b. Welke specifieke gezondheidsproblemen en onderliggende oorzaken zijn aan te wijzen in de betreffende wijk of buurt. Voorbereidend literatuuronderzoek
Om gezondheidsverschillen tussen groepen met verschillende sociaaleconomische status (SES) in beeld te brengen, moeten SES, gezondheidssituatie en relevante determinanten in die groepen meetbaar gemaakt worden. Determinanten van SEGV zijn factoren die invloed hebben op de gezondheid en geassocieerd zijn met SES. Voor het ontwikkelen van het diagnostisch instrument heeft Pallas via een wetenschappelijk literatuuronderzoek geïnventariseerd welke indicatoren gebruikt kunnen worden als maten voor SES (opleiding, inkomen en
beroep) en gezondheidstoestand (bijvoorbeeld het voorkomen van chronische aandoeningen). Ook beschreef Pallas de wetenschappelijk onderbouwde determinanten van SEGV en indicatoren daarvoor, namelijk: • materiële factoren, zoals woon- en arbeidsomstandigheden • leefstijl/gedragsfactoren, zoals rookgedrag, lichaamsbeweging • psychosociale factoren, zoals life events of persoonlijke eigenschappen • omstandigheden in de jeugd, zoals sociale en materiële omstandigheden tijdens de jeugd
Achtergrondkenmerken
Sociaaleconomische status (SES)
Intermediaire factoren (determinanten)
Gezondheid
Mechanismen van ontstaan SEGV
Nieuwsbrief – voorjaar 2011 WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Welkom bij Pallas
• gebruik/beschikbaarheid van gezondheidszorg, zoals contacten met huisarts of specialist
Geke Denissen – Junior onderzoeker Geke studeerde Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In de Master specialiseerde zij zich in Bewegingswetenschappen en daarnaast volgde zij het Management-profiel. Geke werkte daarna een klein jaar als informatiespecialist bij farmaceutisch bedrijf MSD in Oss.
Voor het verklaren van sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn volgens de literatuur materiële factoren, en dan voornamelijk arbeidsomstandigheden en de materiële/ financiële situatie, en leefstijl/gedragsfactoren het belangrijkst. Ontwikkeling diagnostisch instrument
Op basis van het literatuuronderzoek en bestaande SEGV-indicatorensets is voor het diagnostisch instrument een set indicatoren geselecteerd voor SES, de gezondheidssituatie en determinanten van SEGV die op wijkniveau relevant zijn, aangevuld met een aantal achtergrondkenmerken (zoals leeftijd, geslacht). De uiteindelijke keuze voor indicatoren werd gebaseerd op de volgende factoren: • Beïnvloedbaarheid van indicatoren: Bij voorkeur werden indicatoren opgenomen die door wijkgericht beleid beïnvloed kunnen worden. • Situatie, wensen en behoeften binnen de gemeente en wijk(en): Om deze in kaart te brengen zijn gesprekken gevoerd met o.a. gemeentemedewerkers vanuit diverse beleidsvelden en is een interactieve bijeenkomst georganiseerd voor sleutelfiguren uit de wijken. Door veel aandacht te besteden aan de procesmatige kant van dit traject werd de betrokkenheid van diverse beleidsvelden (zoals sociale zaken, economische zaken, volkshuisvesting, milieu, openbare ruimte) en ook mensen die actief zijn in de wijken gestimuleerd. • Beschikbaarheid van bruikbare gegevens: Indicatoren moeten betrouwbaar en valide te meten zijn op wijkniveau. Uitgangs-
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
punt voor het instrument was dat eenvoudig gebruikgemaakt wordt van bestaande gegevens en datasets, zoals uit de Gezondheidsmonitor, Leefbaarheidsmonitor, CBS-In uw buurt, et cetera. Bovengenoemde aspecten zijn tijdens het ontwikkeltraject van het instrument in de gemeente Tiel in kaart gebracht. Het instrument is zodanig opgebouwd dat het de gemeten indicatoren visueel weergeeft en zo een beeld vormt van SEGV gerelateerde factoren in de gekozen wijken, in vergelijking met elkaar, de hele gemeente en Nederland. Momenteel wordt het instrument in de gemeente Geldermalsen gevalideerd. Na afronding van het project kan het instrument eventueel toegepast worden in andere gemeenten in de regio Rivierenland. Hoewel binnen Rivierenland de beschikbaarheid van direct bruikbare gegevens op wijkniveau, vooral op het gebied van gezondheid, vooralsnog beperkt is, lijkt het instrument goede handvatten te verschaffen voor het ontwikkelen van integraal beleid dat is gericht op het verbeteren van de sociaaleconomische gezondheidsstatus van wijken.
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Wat biedt Pallas? Pallas biedt hoogwaardige onderzoeksondersteuning op het terrein van volksgezondheid en gezondheidszorg. Pallas heeft kennis van zaken en werkt efficiënt. De opdrachtgever blijft zichtbaar – presentatie van resultaten vindt in overleg plaats. Wanneer Pallas inschakelen? U kunt Pallas inschakelen wanneer u flexibele onderzoekscapaciteit nodig heeft. Bij een onvoorziene hoge werklast om welke reden dan ook kan Pallas u werk uit handen nemen, bijvoorbeeld in het geval van een openstaande vacature of zwangerschapsverlof van een medewerker. Onderzoeksvormen • Literatuurreviews • Epidemiologisch onderzoek • (Internationaal) vergelijkend onderzoek • Evaluatieonderzoek
Diensten van Pallas • Maken van een onderzoeksdesign • Dataverzameling en data-analyse • Expertinterviews en focusgroepen • Wetenschappelijke publicatie tot webtekst • Projectmanagement • Ondersteuning (inter)nationale subsidieaanvragen • Inhoudelijk faciliteren van projectteams en conferenties Opdrachtgevers van Pallas • GGD’en • RIVM en ECDC • Universiteiten, UMC’s • Onderzoeksscholen • Onderzoeksinstituten • Kenniscentra • Koepelorganisaties • Farmaceutische industrie • Zorgverzekeraars • Consultancybedrijven
Ook ondersteunt Pallas bij het vormgeven van onderzoeksbeleid.
Bezoek voor meer informatie over diensten, projecten en medewerkers onze website. Ook kunt u zich er aanmelden voor een digitale editie van de nieuwsbrief: www.pallas-healthresearch.com
health research and consultancy
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Postbus 21238 3001 AE Rotterdam T: 010 – 447 44 49 E:
[email protected]
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
health research and consultancy
NIEUWSBRIEF
voorjaar 2011
Evaluatie effecten palliatief team Palliatieve zorg is de zorg die gericht is op verbetering van de kwaliteit van leven van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een ongeneeslijke, progressieve aandoening met een beperkte levensverwachting. Om palliatieve zorg te optimaliseren, bestaan er in ziekenhuizen in toenemende mate palliatieve consultatie teams. Het Maasstad Ziekenhuis is dit jaar met een Consultatief Palliatief Team (CPT) gestart om de palliatieve zorg in het ziekenhuis voor patiënten, hun naasten en betrokken hulpverleners te verbeteren. Het CPT bestaat uit twee verpleegkundig consulenten en twee artsen die allen gespecialiseerd zijn in palliatieve zorg. Het CPT kan onder andere adviseren over complexe symptoombestrijding, psychische begeleiding en overplaatsing naar bijvoorbeeld een hospice. Twee onderzoeken
Om het huidige palliatieve zorgproces van het Maasstad Ziekenhuis inzichtelijk te maken en de effecten van het CPT op de
palliatieve zorg te evalueren, worden in samenwerking met Pallas twee onderzoeken uitgevoerd. Eerst is met een retrospectief dossieronderzoek de palliatieve zorg-
Inhoud Medische beslissingen rond het levenseinde.................................................. 3 Instrument sociaaleconomische gezondheidsverschillen.................................. 4
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Welkom bij Pallas
• gebruik/beschikbaarheid van gezondheidszorg, zoals contacten met huisarts of specialist
Geke Denissen – Junior onderzoeker Geke studeerde Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In de Master specialiseerde zij zich in Bewegingswetenschappen en daarnaast volgde zij het Management-profiel. Geke werkte daarna een klein jaar als informatiespecialist bij farmaceutisch bedrijf MSD in Oss.
Voor het verklaren van sociaaleconomische gezondheidsverschillen zijn volgens de literatuur materiële factoren, en dan voornamelijk arbeidsomstandigheden en de materiële/ financiële situatie, en leefstijl/gedragsfactoren het belangrijkst. Ontwikkeling diagnostisch instrument
Op basis van het literatuuronderzoek en bestaande SEGV-indicatorensets is voor het diagnostisch instrument een set indicatoren geselecteerd voor SES, de gezondheidssituatie en determinanten van SEGV die op wijkniveau relevant zijn, aangevuld met een aantal achtergrondkenmerken (zoals leeftijd, geslacht). De uiteindelijke keuze voor indicatoren werd gebaseerd op de volgende factoren: • Beïnvloedbaarheid van indicatoren: Bij voorkeur werden indicatoren opgenomen die door wijkgericht beleid beïnvloed kunnen worden. • Situatie, wensen en behoeften binnen de gemeente en wijk(en): Om deze in kaart te brengen zijn gesprekken gevoerd met o.a. gemeentemedewerkers vanuit diverse beleidsvelden en is een interactieve bijeenkomst georganiseerd voor sleutelfiguren uit de wijken. Door veel aandacht te besteden aan de procesmatige kant van dit traject werd de betrokkenheid van diverse beleidsvelden (zoals sociale zaken, economische zaken, volkshuisvesting, milieu, openbare ruimte) en ook mensen die actief zijn in de wijken gestimuleerd. • Beschikbaarheid van bruikbare gegevens: Indicatoren moeten betrouwbaar en valide te meten zijn op wijkniveau. Uitgangs-
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
punt voor het instrument was dat eenvoudig gebruikgemaakt wordt van bestaande gegevens en datasets, zoals uit de Gezondheidsmonitor, Leefbaarheidsmonitor, CBS-In uw buurt, et cetera. Bovengenoemde aspecten zijn tijdens het ontwikkeltraject van het instrument in de gemeente Tiel in kaart gebracht. Het instrument is zodanig opgebouwd dat het de gemeten indicatoren visueel weergeeft en zo een beeld vormt van SEGV gerelateerde factoren in de gekozen wijken, in vergelijking met elkaar, de hele gemeente en Nederland. Momenteel wordt het instrument in de gemeente Geldermalsen gevalideerd. Na afronding van het project kan het instrument eventueel toegepast worden in andere gemeenten in de regio Rivierenland. Hoewel binnen Rivierenland de beschikbaarheid van direct bruikbare gegevens op wijkniveau, vooral op het gebied van gezondheid, vooralsnog beperkt is, lijkt het instrument goede handvatten te verschaffen voor het ontwikkelen van integraal beleid dat is gericht op het verbeteren van de sociaaleconomische gezondheidsstatus van wijken.
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
Wat biedt Pallas? Pallas biedt hoogwaardige onderzoeksondersteuning op het terrein van volksgezondheid en gezondheidszorg. Pallas heeft kennis van zaken en werkt efficiënt. De opdrachtgever blijft zichtbaar – presentatie van resultaten vindt in overleg plaats. Wanneer Pallas inschakelen? U kunt Pallas inschakelen wanneer u flexibele onderzoekscapaciteit nodig heeft. Bij een onvoorziene hoge werklast om welke reden dan ook kan Pallas u werk uit handen nemen, bijvoorbeeld in het geval van een openstaande vacature of zwangerschapsverlof van een medewerker. Onderzoeksvormen • Literatuurreviews • Epidemiologisch onderzoek • (Internationaal) vergelijkend onderzoek • Evaluatieonderzoek
Diensten van Pallas • Maken van een onderzoeksdesign • Dataverzameling en data-analyse • Expertinterviews en focusgroepen • Wetenschappelijke publicatie tot webtekst • Projectmanagement • Ondersteuning (inter)nationale subsidieaanvragen • Inhoudelijk faciliteren van projectteams en conferenties Opdrachtgevers van Pallas • GGD’en • RIVM en ECDC • Universiteiten, UMC’s • Onderzoeksscholen • Onderzoeksinstituten • Kenniscentra • Koepelorganisaties • Farmaceutische industrie • Zorgverzekeraars • Consultancybedrijven
Ook ondersteunt Pallas bij het vormgeven van onderzoeksbeleid.
Bezoek voor meer informatie over diensten, projecten en medewerkers onze website. Ook kunt u zich er aanmelden voor een digitale editie van de nieuwsbrief: www.pallas-healthresearch.com
health research and consultancy
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM
Postbus 21238 3001 AE Rotterdam T: 010 – 447 44 49 E:
[email protected]
Nieuwsbrief – voorjaar 2011
health research and consultancy
NIEUWSBRIEF
voorjaar 2011
Evaluatie effecten palliatief team Palliatieve zorg is de zorg die gericht is op verbetering van de kwaliteit van leven van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een ongeneeslijke, progressieve aandoening met een beperkte levensverwachting. Om palliatieve zorg te optimaliseren, bestaan er in ziekenhuizen in toenemende mate palliatieve consultatie teams. Het Maasstad Ziekenhuis is dit jaar met een Consultatief Palliatief Team (CPT) gestart om de palliatieve zorg in het ziekenhuis voor patiënten, hun naasten en betrokken hulpverleners te verbeteren. Het CPT bestaat uit twee verpleegkundig consulenten en twee artsen die allen gespecialiseerd zijn in palliatieve zorg. Het CPT kan onder andere adviseren over complexe symptoombestrijding, psychische begeleiding en overplaatsing naar bijvoorbeeld een hospice. Twee onderzoeken
Om het huidige palliatieve zorgproces van het Maasstad Ziekenhuis inzichtelijk te maken en de effecten van het CPT op de
palliatieve zorg te evalueren, worden in samenwerking met Pallas twee onderzoeken uitgevoerd. Eerst is met een retrospectief dossieronderzoek de palliatieve zorg-
Inhoud Medische beslissingen rond het levenseinde.................................................. 3 Instrument sociaaleconomische gezondheidsverschillen.................................. 4
WWW.PALLAS-HEALTHRESEARCH.COM