EUROPEES PARLEMENT 2004
2009
Begrotingscommissie
17.9.2008
MEDEDELING AAN DE LEDEN
Betreft:
Uitvoering van de begroting van het Europees Parlement voor 2008 Verzoek om kredietoverschrijving C 14 - Parlement
Hierbij gaat aanvullende informatie over de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen in Straatsburg en Brussel.
CM\742731NL.doc
NL
PE412.259v01-00
NL
Ref.: D(2008)51470 Nota ter attentie van de heer Harald RØMER, secretaris-generaal ___________________________________________________ Betreft :
Verzoek om kredietoverschrijving C14 Studie betreffende de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen in Straatsburg en Brussel
Ik verwijs naar mijn nota van 19 mei 2008, ref. D(2008)30330, en naar het besluit van de begrotingscommissie van 16 juli 2008 om het verzoek om kredietoverschrijving C14 met betrekking tot begrotingspost 2024 niet integraal goed te keuren. De begrotingscommissie heeft de overschrijving op post 2024 van 3 500 000 EUR goedgekeurd, maar heeft geen goedkeuring verleend aan de overschrijving van 500 000 EUR op post 2007, noch aan de resterende 1 500 000 EUR op post 2024, in afwachting van een volledigere studie over de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen. Die aanvullende informatie wordt hieronder en in de bijlagen gegeven. Het betreft de conclusies van up-to-date gebrachte haalbaarheidsstudies naar de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen, die zijn uitgevoerd door de diensten van de Eenheid Gebouwen in Straatsburg en Brussel. Straatsburg (zie volledige studie in bijlage 1) Uit de haalbaarheidsstudies komen twee opties naar voren (A en B). De installatiekosten worden geraamd op een totaal van 3 143 400 EUR (optie A) of 6 870 695 EUR (optie B) voor een jaarlijkse elektriciteitsproductie van 243 193 kWh (optie A) of 551 610 kWh (optie B), d.w.z. 0,41 EUR/kWh1. Ter vergelijking: momenteel wordt de elektriciteit geleverd aan 0,053 EUR/kWh (gemiddelde waarde 2008). Het is moeilijk te voorspellen hoe de energierekening zich in de toekomst zal ontwikkelen. Zo kostte een kWh in 2007 gemiddeld 0,056 EUR/kWh. Met de installatie van 3 115 m2 (optie A) of 6 810 m2 (optie B) fotovoltaïsche panelen zou op jaarbasis 18 ton (optie A) of 39 ton (optie B) CO2 worden bespaard en de milieurendabiliteit zou na 2,9 jaar worden bereikt.
1
Deze berekening gaat uit van zonnepanelen met een levensduur van 30 jaar.
PE412.259v01-00
NL
2/17
CM\742731NL.doc
Brussel (zie volledige studie in bijlage 2) Vanwege hun architectuur en stedelijke ligging zijn de gebouwen niet geschikt voor de installatie van grote oppervlakten fotovoltaïsche panelen. Sommige daken van het ASP zijn bijvoorbeeld wel vrij, maar liggen in de schaduw van torens E en G, waarvan de terrassen vol staan met technische installaties. Uit de haalbaarheidsstudie komt naar voren dat we 770 m2 fotovoltaïsche panelen zouden kunnen installeren, wat neerkomt op een jaarlijkse productie van 85 000 kWh. Hiervan worden de kosten geraamd op een totaal van 555 000 EUR, oftewel 0,22 EUR/kWh2. De kosten van structuurversterkingen aan de daken die op sommige plaatsen nodig zullen zijn voor de installatie, zijn in dit bedrag niet meegenomen. Ter vergelijking: momenteel wordt de elektriciteit geleverd aan 0,13 EUR/kWh (gemiddelde waarde 2008). Het is moeilijk te voorspellen hoe de energierekening zich in de toekomst zal ontwikkelen, maar een sterke stijging in de loop van de komende jaren is niet uitgesloten. Zo kostte de elektriciteit in 2007 gemiddeld 0,08 EUR/kWh. Met de installatie van 770 m2 fotovoltaïsche panelen zou over de gehele levensduur 580 ton CO2, oftewel 19,33 ton per jaar worden bespaard en de milieurendabiliteit zou na 3,21 jaar worden bereikt. ° ° ° In het licht van het voorgaande dient te worden opgemerkt dat de gebouwenconfiguratie in Straatsburg beter geschikt is voor de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen dan in Brussel. Men zou kunnen aandragen dat de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg en Brussel duurzame groene stroom gebruiken en we om die reden niet hoeven te investeren in fotovoltaïsche zonnepanelen. Dit is echter geen geldig argument. Dankzij de installatie van zonnepanelen zal het Europees Parlement de totale productie van groene energie immers doen toenemen, in plaats van elders geproduceerde groene stroom te consumeren. Hoewel de economische kosten niet geheel worden teruggewonnen, is het project vanuit milieuoogpunt na ongeveer 3 jaar rendabel.
Costas STRATIGAKIS Bijlagen: 1. Studie voor Brussel 2
ib.
CM\742731NL.doc
3/17
PE412.259v01-00
NL
2. Studie voor Straatsburg
PE412.259v01-00
NL
4/17
CM\742731NL.doc
Fotovoltaïsche energie
Samenvatting De Eenheid Gebouwen in Brussel heeft samen met zijn studiebureau LVS onderzoek gedaan naar de installatie van fotovoltaïsche panelen op de gebouwen van het Europees Parlement in Brussel. Vanwege hun architectuur en stedelijke ligging zijn onze gebouwen niet geschikt voor de installatie van grote oppervlakten fotovoltaïsche panelen. Uit onze studies komt naar voren dat we 770 m2 van deze panelen zouden kunnen installeren, goed voor een jaarlijkse productie van 85 000 kWh. De kosten van deze installatie worden geraamd op een totaal van 555 000 EUR, oftewel 0,22 EUR/kWh3. De kosten van structuurversterkingen aan de daken die op sommige plaatsen nodig zullen zijn voor de installatie, zijn in dit bedrag niet meegenomen. Ter vergelijking: momenteel wordt de elektriciteit geleverd aan 0,13 EUR/kWh (gemiddelde waarde 2008). Het is moeilijk te voorspellen hoe de energierekening zich in de toekomst zal ontwikkelen, maar we verwachten een sterke stijging in de loop van de komende jaren. Zo kostte een kWh in 2007 gemiddeld 0,08 EUR/kWh. Met de installatie van 770 m2 fotovoltaïsche panelen zou over de gehele levensduur 580 ton CO2, oftewel 19,33 ton per jaar worden bespaard en de milieurendabiliteit zou na 3,21 jaar worden bereikt. Hoewel de economische rendabiliteit niet volledig kan worden gegarandeerd, zal de milieurendabiliteit zeer snel worden bereikt.
3
ib.
CM\742731NL.doc
5/17
PE412.259v01-00
NL
Inleiding Sinds 2007 gebruikt het Europees Parlement in Brussel 100% groene stroom, grotendeels uit waterkracht. Naarmate het EP in zijn eigen gebouw groene stroom produceert, komt voor de overige klanten van onze leverancier dus een overeenkomstige hoeveelheid groene stroom beschikbaar. We zullen aantonen dat met de huidige stand van de technologie de productie van groene energie met fotovoltaïsche panelen financieel niet rendabel is zonder subsidie. Het lokaal produceren van groene stroom zou echter wel een belangrijke geste zijn vanuit milieuoogpunt.
Definities Fotovoltaïsch effect Het fotovoltaïsch effect is in 1839 ontdekt door Alexandre Edmond Becquerel. Het effect treedt op wanneer de opname van fotonen in halfgeleidermateriaal een elektrische spanning opwekt. Met behulp van zonlicht produceren fotovoltaïsche cellen zo gelijkstroom die gebruikt kan worden voor de voeding van een apparaat of het opladen van een accu. Kilowatt (kW) = elektrisch vermogen Een watt (symbool: W) is het vermogen van een energiesysteem waarin gelijkmatig een energiewaarde van 1 joule per seconde stroomt. 1 W (vermogen) = 1 J (energie) / 1 s (tijd) Een kilowatt (symbool : kW) is 1 000 W, oftewel 1 000 joules per seconde. Voorbeeld: een lamp van 60 W. Kilowattuur (kWh) = energie Een kilowattuur (symbool: kWh) komt overeen met het energieverbruik van een apparaat met een vermogen van een kilowatt (1 000 watts), gedurende één uur (1 kilowatt × 1 uur). Het kilowattuur is een praktische energie-eenheid van 3,6 megajoules. Voorbeeld: een lamp van 60 W verbruikt 60 Wh als deze een uur brandt. Dezelfde lamp van 60 W verbruikt 60 kWh als deze 1 000 uur brandt. Kilowatt peak (kWp) = Vermogen in genormaliseerde omstandigheden Het piekvermogen van een fotovoltaïsch systeem komt overeen met het PE412.259v01-00
NL
6/17
CM\742731NL.doc
elektriciteitsvermogen dat dit systeem levert onder genormaliseerde omstandigheden : 1 000 W/m² zonlicht, een temperatuur van 25°C en een lichtspectrum van AM 1,5. Zonnestraling in België Om in kaart te brengen hoeveel zonne-energie een fotovoltaïsch project kan opleveren, moeten we het zonaanbod ter plekke zo nauwkeurig mogelijk bepalen. Met de gemiddelde jaarlijkse zonnestraling in België produceert een installatie van 1 kWp ongeveer 850 kWh elektriciteit per jaar, mits de panelen onder een hoek van 35° pal op het zuiden worden gericht. Voor een andere hoek of richting gebruiken we een correctiefactor.
helling ten opzichte van de horizontaal (°) oriëntatie: oost, zuidoost, zuid, zuidwest, west
Algemene economische aspecten Afmetingen Een oppervlakte van 10 m² komt overeen met een vermogen van 1,25 kWp, oftewel een jaarlijkse productie van ongeveer 1 000 kWh. De kosten van een installatie (aanpassingen aan het gebouw niet meegerekend) bedragen op dit moment bij benadering 750 euro per m² (zonder btw). Ter oriëntatie: een huishouden van drie personen verbruikt ongeveer 3 500 kWh/jaar. Er is dus een oppervlakte van 35 m² nodig om volledig te voorzien in de elektriciteitsbehoefte van dit gezin. Het Europees Parlement verbruikt bijna 60 000 MWh, het equivalent van 17 000 huishoudens. Groene certificaten (GC’s) Om producenten aan te moedigen groene stroom te produceren, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een systeem van groene certificaten ingevoerd, dat is vastgelegd in de ordonnantie van 19 juli 2001. Dit systeem is verfijnd in een besluit van 6 mei 2004 en dankzij de invoering van de berekeningscode van 12 oktober 2004. CM\742731NL.doc
7/17
PE412.259v01-00
NL
Principe Naast het elektriciteitsdistributiestelsel (producenten, beheerders van het vervoersnetwerk, beheerders van het distributienetwerk, leveranciers, consumenten), wordt een markt van groene certificaten gecreëerd, die wordt beheerd door een regelgever (Brugel voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Het idee is eenvoudig: gecertificeerde productie-installaties, die voldoen aan een milieucriterium waarvan de naleving wordt beoordeeld door Brugel, krijgen elk trimester groene certificaten. Op dit moment schrijft het criterium een CO2-besparing van 5% voor, ten opzichte van de referentie-installaties, de beste traditionele installaties voor gescheiden productie van elektriciteit, warmte en koeling. Het systeem verleent een groen certificaat voor elke 217 kg CO2-uitstoot die met een gecertificeerde installatie wordt bespaard. Met het oog op de controle van de quotumnaleving houdt Brugel via een geautomatiseerde gegevensbank de boekhouding bij van alle certificaten die worden uitgereikt of verhandeld. Fotovoltaïsche installaties Brugel verleent 7,273 groene certificaten per MWh elektriciteit die door fotovoltaïsche installaties van minder dan 20 m² gedurende de 10 jaar volgend op de eerste ingebruikname wordt geproduceerd. Het aantal groene certificaten dat per geproduceerd MWh wordt verleend, neemt geleidelijk af met de omvang van de installatie. Onderstaande grafiek laat het aantal groene certificaten zien dat per MWh wordt verleend, in functie van de geïnstalleerde oppervlakte aan panelen.
Oppervlak (m2)
PE412.259v01-00
NL
8/17
CM\742731NL.doc
Leveranciers Leveranciers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn voor groene certificaten gebonden aan een quotum. Voor een deel van de elektriciteit die zij verkopen aan hun klanten, moeten ze groene certificaten kunnen voorleggen. Indien ze zich niet houden aan het jaarlijkse quotum, worden administratieve boetes opgelegd (100 EUR/ontbrekend GC). Deze quota worden steeds hoger. Prijzen van Groene Certificaten Gezien de stijgende quota neemt de vraag naar GC’s voortdurend toe. Als het aanbod niet stijgt, zal de doorverkoopprijs van GC’s eveneens toenemen. Dit mechanisme stimuleert de marktdeelnemers dus om te investeren in groene energie. Labels van garantie van oorsprong (LGO) Dankzij de liberalisering van de elektriciteitsmarkt binnen de Europese Unie kan de eindverbruiker zelf zijn elektriciteitsleverancier kiezen. Deze keuze kan gebaseerd zijn op prijs, kwaliteit en betrouwbaarheid van de dienstverlening, maar ook op de manier van produceren. Om deze keuze mogelijk te maken, verplicht Richtlijn 2003/54/EG de leveranciers om een specificatie te geven van de brandstofmix en de milieugevolgen van de elektriciteit die aan de eindverbruikers wordt verkocht (clausule inzake de transparantie van de gebruikte energiebronnen). Er zijn vier doelstellingen verbonden aan deze verplichting voor openbare dienstverleners:
de transparantie op de markt vergroten door pertinente informatie makkelijk toegankelijk te maken; voldoen aan het recht van de klant om informatie te hebben over producten; de klant in staat stellen om een leverancier te kiezen op basis van informatie over de manier waarop de elektriciteit wordt geproduceerd; de klant opvoeden en elektriciteitsproductie stimuleren die bijdraagt aan een veilig en duurzaam elektriciteitssysteem.
Om de leverancier in staat te stellen deze verplichting na te komen, voorzien Richtlijnen 2001/77/EG en 2004/8/EG in een Europees markeringssysteem voor elektriciteit die wordt geproduceerd met duurzame energiebronnen (DEB) en/of warmtekrachtkoppeling met hoog rendement (COGEN). De ordonnantie van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 14 december 2006 met betrekking tot de bevordering van groene elektriciteit brengt dit markeringssysteem in de praktijk door de invoering van labels van garantie van oorsprong (LGO). Wanneer deze labels eenmaal zijn verleend, moeten ze ook tussen de lidstaten van de Europese Unie kunnen worden uitgewisseld, als garantie van het DEB- en/of COGENCM\742731NL.doc
9/17
PE412.259v01-00
NL
karakter van de geleverde elektriciteit voor de Europese eindverbruikers.
Milieuaspecten De organisatie Hespul heeft met de steun van het Franse Agentschap voor milieu en energiebeheersing (Ademe) een milieustudie uitgevoerd voor de lidstaten van de OESO, die wordt gesteund door onderstaande Europese organen: IEA-PVPS Task 10 European Photovoltaic Technology Platform European Photovoltaic Industry Association In deze studie is de energieterugbetalingstijd berekend, d.w.z. het aantal jaren dat een fotovoltaïsch systeem nodig heeft om zijn oorspronkelijke energie-inhoud ‘terug te verdienen’. Ook is de energieterugbetalingsfactor berekend, d.w.z. het aantal keer dat een fotovoltaïsch systeem zijn energie-inhoud tijdens de levensduur terugverdient. De belangrijkste resultaten:
De energieterugbetalingstijd van een volledig fotovoltaïsch systeem (niet alleen de modules, maar ook de kabels, de frames en de elektronische instrumenten) is – afhankelijk van de zonnestraling – tussen 19 en 40 maanden voor een daksysteem en tussen 32 en 56 maanden voor een vertikaal gevelsysteem. Als we ons baseren op de algemeen aangenomen levensduur van 30 jaar, is de energieterugbetalingsfactor tussen 8 en 18 voor een daksysteem en tussen 5,4 en 10 voor gevelsystemen. Afhankelijk van de brandstofmix per land, kan met een installatie van 1 kWp aan fotovoltaïsche panelen (ongeveer 10 m²) over de gehele exploitatieperiode tot 40 ton CO2-uitstoot worden bespaard met een dakinstallatie en tot 23,5 ton met een gevelinstallatie.
In België: Voor België is de energieterugbetalingstijd berekend op 3,21 jaar voor een daksysteem en op 4,68 jaar voor een gevelsysteem. De energieterugbetalingsfactor is 8,4 voor een daksysteem en 5,4 voor een gevelsysteem. Een fotovoltaïsche installatie van 1 kWp kan over de gehele levensduur tot 5,8 ton CO2uitstoot besparen (4 ton met een gevelinstallatie).
Specifieke studies voor de installatie van fotovoltaïsche panelen in Brussel
PE412.259v01-00
NL
10/17
CM\742731NL.doc
De Eenheid Gebouwen in Brussel heeft samen met zijn studiebureau LVS onderzoek gedaan naar de installatie van fotovoltaïsche panelen op de gebouwen van het Europees Parlement in Brussel. Studiebureau LVS heeft allereerst een studie (zie bijlage 1) uitgevoerd voor een productie-eenheid van 240 m2, om de eenheidsprijs van een dergelijke installatie vast te stellen (720 EUR/m2) en de te verwachten productie per eenheid te bepalen (112,5 kWh/m²). Vervolgens is ter plekke onderzoek gedaan om in kaart te brengen welke oppervlakten van de gebouwen bedekt kunnen worden met fotovoltaïsche panelen. Dit onderzoek was gebaseerd op 3 belangrijke factoren die bepalend zijn voor de productie van fotovoltaïsche energie:
de beschikbare oppervlakten; hun ligging; de afwezigheid van schaduw van andere gebouwen.
Oppervlakten die bedekt kunnen worden met een fotovoltaïsche installatie De volgende oppervlakten zijn geschikt bevonden voor de installatie van fotovoltaïsche panelen (zie afbeeldingen in bijlage 2):
Gebouw PHS (oppervlak SA1)
295 m²
Gebouw ASP 590 m² in 3 delen (oppervlakken SG3 en SG4) 195 m² (oppervlakken SE1, SE2 et SE3) 195 m² (oppervlak SF1) 200 m²
Gebouw ATR (oppervlak SK1)
295 m²
Gebouw MOY (oppervlak ST1)
125 m²
Gebouw WAY (oppervlak SW1)
235 m²
De totale beschikbare oppervlakte is dus 1 540 m², of ongeveer 770 m² fotovoltaïsche zonnepanelen. Dit is een zwak resultaat, maar de architectuur en stedelijke ligging van onze gebouwen zijn ongunstige factoren. Bij wijze van voorbeeld: sommige daken van het ASP-gebouw zijn wel vrij, maar liggen in de schaduw van torens E en G. Energieproductie Uitgaande van een oppervlakte van 770 m² panelen, of 100 kWp, kan naar verwachting 85 000 kWh/jaar worden geproduceerd. Dit is 0,15 % van het jaarlijkse verbruik van het CM\742731NL.doc
11/17
PE412.259v01-00
NL
Parlement in Brussel, het equivalent van het verbruik van 25 huishoudens in een jaar. Kosten In de presentatie die volgt wordt ervan uitgegaan dat het Europees Parlement geen gebruik maakt van de verschillende subsidiestelsels voor duurzame energiebronnen op nationaal en regionaal niveau, die zijn ingevoerd in het kader van Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt. De kosten van een installatie van 770 m2 fotovoltaïsche panelen wordt geschat op minstens 555 000 EUR, wat bij een levensduur van 30 jaar neerkomt op 0,22 EUR/kWh. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de bijkomende kosten van dakversterkingen. De meeste beschikbare oppervlakken zijn immers niet berekend op zware gewichten. Op het dak van de Wayenberg-crèche is bijvoorbeeld plaats voor 117 m2 panelen, maar hiervoor zou de dakstructuur wel ingrijpend moeten worden versterkt. Ter vergelijking: momenteel wordt de elektriciteit geleverd aan 0,13 EUR/kWh (gemiddelde waarde 2008). Het is moeilijk te voorspellen hoe de energierekening zich in de toekomst zal ontwikkelen, maar we verwachten in de loop van de komende jaren een sterke stijging. Zo kostte een kWh in 2007 gemiddeld 0,08 EUR/kWh. Het is niet onwaarschijnlijk dat binnen 3 tot 5 jaar de gemiddelde kostprijs voor elektriciteitsproductie met fotovoltaïsche panelen gelijk is aan die van de marktleveranciers, of hier zelfs onder ligt. CO2-voetafdruk Met de installatie van 770 m2 fotovoltaïsche panelen zou over de gehele levensduur 580 ton CO2, oftewel 19,33 ton per jaar worden bespaard en de milieurendabiliteit zou na 3,21 jaar worden bereikt.
Conclusies Vanwege hun architectuur en stedelijke ligging zijn onze gebouwen niet geschikt voor de installatie van grote oppervlakten fotovoltaïsche panelen. Uit onze studies komt naar voren dat we 770 m2 fotovoltaïsche panelen zouden kunnen installeren, wat neerkomt op een jaarlijkse productie van 85 000 kWh. De kosten van een dergelijke installatie wordt geschat op een totaal van 555 000 EUR, of 0,22 EUR/kWh. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de dakversterkingen die op sommige plaatsen voor de installatie nodig zullen zijn. PE412.259v01-00
NL
12/17
CM\742731NL.doc
Ter vergelijking: momenteel wordt de elektriciteit geleverd aan 0,13 EUR/kWh. Het is moeilijk te voorspellen hoe de energierekening zich in de toekomst zal ontwikkelen, maar we verwachten in de loop van de komende jaren een sterke stijging. Met de installatie van 770 m2 fotovoltaïsche panelen zou over de gehele levensduur 580 ton CO2, oftewel 19,33 ton per jaar worden bespaard en de milieurendabiliteit zou na 3,21 jaar worden bereikt.
CM\742731NL.doc
13/17
PE412.259v01-00
NL
PE412.259v01-00
NL
14/17
CM\742731NL.doc
CM\742731NL.doc
15/17
PE412.259v01-00
NL
PE412.259v01-00
NL
16/17
CM\742731NL.doc
CM\742731NL.doc
17/17
PE412.259v01-00
NL