EUROPEES PARLEMENT
2009 - 2014
Commissie verzoekschriften
8.10.2010
MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: 1.
Verzoekschrift 0656/2007, ingediend door Tim Gerber (Duitse nationaliteit), over de overeenkomst met Rusland betreffende de versoepeling van de afgifte van visa
Samenvatting van het verzoekschrift
Indiener beklaagt zich erover dat de vertegenwoordiger van de Europese Commissie in Moskou een informatienota heeft uitgegeven over de overeenkomst tussen de EG en de Russische Federatie, die op 1 juni 2007 van kracht werd, betreffende de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Russische Federatie en de Europese Unie (PB L129 van 17 mei 2007), en dit heeft de zaak eerder ingewikkelder dan eenvoudiger gemaakt. Krachtens deze overeenkomst hebben zijn schoonouders voor een bezoek aan zijn gezin in Duitsland alleen nog maar een informele uitnodigingsbrief nodig; nu vraagt het consulaat-generaal in Novosibirsk echter, op basis van de informatienota, tevens bewijzen van verblijf en verwantschap van de uitnodigende partij. Voorts is in de overeenkomst bepaald dat geen nader bewijs van het doel van de reis mag worden verlangd. De informatienota daarentegen stelt dat de aanvrager persoonlijk moet verschijnen voor het indienen van de aanvraag, en later nogmaals voor een gesprek. Bovendien maakt de verplichting om telefonisch een afspraak te maken de visumverstrekking moeilijker en duurder, en de wachttijd langer. 2.
Ontvankelijkheid
Ontvankelijk verklaard op 26 november 2007. De Commissie is om inlichtingen verzocht (artikel 202, lid 6, van het Reglement). 3.
Antwoord van de Commissie, ontvangen op 8 oktober 2010.
Indiener, een Duits staatsburger wiens echtgenote een Russische staatsburger is, is van mening dat de overeenkomst tussen de EU en Rusland inzake de versoepeling van de afgifte van visa op onbevredigende wijze door Duitsland (en andere niet genoemde lidstaten) wordt CM\834500NL.doc
NL
PE450.757v01-00 In verscheidenheid verenigd
NL
uitgevoerd. Indiener wijst er met name op dat: a) In de overeenkomst is bepaald dat voor bepaalde categorieën visumaanvragers alle soorten visa worden verstrekt volgens de vereenvoudigde procedure en dat geen andere door de wetgeving van de overeenkomstsluitende partijen voorgeschreven vormen van motivering, uitnodiging of validering betreffende het doel van de reis nodig zijn. Het Duitse consulaat in Novosibirsk eist echter dat naaste familieleden, behalve het schriftelijke verzoek van de gastheer of -vrouw zoals in de overeenkomst bepaald, aanvullende documenten overleggen waaruit blijkt dat de gastheer of -vrouw naaste familie is, evenals documenten waaruit blijkt dat de gastheer of -vrouw legaal in Duitsland verblijft. Daarnaast vereist het Duitse consulaat dat aanvragers persoonlijk bij het consulaat verschijnen. b) Volgens de overeenkomst zijn de kosten voor het verwerken van visumaanvragen niet hoger dan 35 euro. Doordat een aantal lidstaten eist dat voor het indienen van een aanvraag een afspraak wordt gemaakt via een speciaal telefoonnummer met een hoger tarief, worden er echter extra kosten gemaakt. c) Krachtens de overeenkomst duurt de verwerkingstijd voor ingediende visumaanvragen niet langer dan tien kalenderdagen, maar deze versoepeling wordt ondermijnd door de termijn die lidstaten opleggen om een afspraak te krijgen voor het indienen van een visumaanvraag (bij de Duitse ambassade in Moskou zou dit minstens zes weken duren). d) De overeenkomst voorziet in een versoepeling voor personen die naaste familieleden bezoeken, maar dit geldt alleen voor Russische burgers die andere Russische burgers in de EU bezoeken (of EU-burgers die andere EU-burgers bezoeken die in Rusland verblijven), en niet voor Russische burgers die EU-burgers bezoeken die in de EU verblijven, of EU-burgers die Russische burgers bezoeken die in Rusland verblijven. Ten aanzien van bovenstaande punten a), c) en d) merkt indiener op dat lidstaten hun werkwijze baseren op een informatienota over de overeenkomst, die door de vertegenwoordiger van de Europese Commissie in Moskou is uitgegeven. Er dient te worden vermeld dat indiener verschillende malen contact heeft opgenomen met de Commissie over de hierboven genoemde zaken. Bovendien gaat de Commissie in haar beoordeling van de visumversoepelingsovereenkomsten van de EU met derde landen die in oktober 2009 is gepresenteerd1, uitvoerig in op de zaken die door indiener naar voren zijn gebracht. In deze mededeling wordt rekening gehouden met de laatste ontwikkelingen van het EU-acquis over visa sinds de oorspronkelijke klacht van indiener. De overeenkomst tussen de EU en Rusland inzake de versoepeling van de afgifte van visa2, die sinds 1 juni 2007 van kracht is, versoepelt de afgifte van visa voor kort verblijf (voor een verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen) aan alle burgers van de EU en Rusland op basis van wederkerigheid. A) In artikel 4, lid 1 van de overeenkomst is bepaald dat voor bepaalde categorieën 1
SEC(2009) 1401 definitief van 15.10.2009. Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie, PB L 129 van 17.5.2007, blz. 27. 2
PE450.757v01-00
NL
2/5
CM\834500NL.doc
visumaanvragers sprake is van een versoepeling van de eisen voor aanvullende documenten als rechtvaardiging van het doel van de reis. Voor naaste familieleden1 die op bezoek gaan bij burgers van de Europese Unie of van de Russische Federatie die legaal in de Russische Federatie respectievelijk de lidstaten verblijven, is "een schriftelijke uitnodiging van de gastheer of -vrouw" vereist (artikel 4, lid 1, onder j)). Overeenkomstig artikel 4, lid 3 van de overeenkomst zijn geen andere vormen van motivering, uitnodiging of validering van het doel van de reis nodig. De algemene eis om persoonlijk te verschijnen voor het indienen van een visumaanvraag en aanvullende bewijsstukken te overleggen wordt echter niet gewijzigd door artikel 4, lid 3 van de overeenkomst, en is ook opgenomen in de gemeenschappelijke richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst, die op 12 maart 2009 tijdens de vijfde bijeenkomst door het Gemengd Comité van de EU en Rusland – belast met het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst – zijn aangenomen. Overeenkomstig artikel 2, lid 2 van de overeenkomst is op kwesties die niet onder de bepalingen van deze overeenkomst vallen, de nationale wetgeving van de Russische Federatie, de nationale wetgeving van de lidstaten of het Gemeenschapsrecht van toepassing. Ten tijde van de klacht van indiener was de algemene voorwaarde voor de persoonlijke verschijning van de visumaanvrager door het Gemeenschapsrecht geregeld in deel II, punt 4 van de gemeenschappelijke visuminstructies2. Deze algemene voorwaarde is door artikel 10, lid 1 van de visumcode3, die op 5 april 2010 in de plaats is gekomen van de gemeenschappelijke visuminstructies, gehandhaafd in de huidige Gemeenschapswetgeving. Met betrekking tot de tenuitvoerlegging van artikel 4, lid 1, onder j) van de overeenkomst is in de bovengenoemde gemeenschappelijke richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst vastgelegd dat het voor naaste familieleden "ook verplicht is aan te tonen dat de gastheer of –vrouw legaal in het land verblijft en dat hij of zij ook echt familie is, bijvoorbeeld door bij het schriftelijke verzoek van de gastheer of -vrouw kopieën van documenten te voegen die zijn of haar status aantonen, zoals een kopie van de verblijfsvergunning en een bevestiging van de familiebanden". Bovendien geldt voor alle categorieën aanvragers: "indien in individuele gevallen twijfel blijft bestaan ten aanzien van het doel van de reis, dan wordt de visumaanvrager verzocht naar het consulaat te komen voor een aanvullend diepte-interview. In dergelijke gevallen kunnen aanvullende documenten door de visumaanvrager worden ingediend of bij uitzondering door de consulaire vertegenwoordiger worden verzocht". De overeenkomst laat artikel 21, lid 8 van de visumcode dus onverlet, waarin is bepaald dat bij het onderzoeken van een aanvraag de consulaten de aanvrager in gerechtvaardigde gevallen voor een interview kunnen oproepen en om aanvullende documenten kunnen verzoeken. B) Artikel 6, lid 1 van de overeenkomst voorziet in een gereduceerd visumtarief van 35 euro voor alle aanvragers, in vergelijking met het gebruikelijke Schengen-visumtarief van 60 euro. Bovendien worden in artikel 6, lid 4 van de overeenkomst bepaalde categorieën personen volledig vrijgesteld van visumtarieven. Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bood het communautaire acquis inzake visa 1
Echtgenoten, kinderen (inclusief adoptiekinderen), ouders (inclusief voogden), grootouders en kleinkinderen. Gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten, PB C 326 van 22.12.2005, blz. 1. 3 Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode, PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1. 2
CM\834500NL.doc
3/5
PE450.757v01-00
NL
geen wettelijk kader voor samenwerking met externe dienstverleners in de visumprocedure (bijvoorbeeld particuliere telefooncentrales die afspraken reserveren, koeriersdiensten, etc.) en voor het in rekening brengen van aanvullende servicekosten. De aanvullende servicekosten die door externe dienstverleners worden geheven, werden door de Russische Federatie onverenigbaar geacht met de overeenkomst, die gericht is op het reduceren of vrijstellen van visumtarieven. Op 23 april 2009 is door het Europees Parlement en de Raad een wettelijk kader1 voor samenwerking met externe dienstverleners aangenomen, waarin is vastgesteld dat servicekosten niet hoger mogen zijn dan de helft van het bedrag van het algemene visumtarief, dat nu is vastgesteld op 60 euro (de servicekosten mogen dus niet hoger zijn dan 30 euro). Bovendien moeten lidstaten die samenwerken met externe dienstverleners visumaanvragers de mogelijkheid blijven bieden om rechtstreeks aanvragen in te dienen bij het consulaat. Dit wettelijke kader wordt gehandhaafd door artikel 17 van de visumcode, die sinds 5 april 2010 van kracht is. Teneinde rechtszekerheid te bieden over de vraag of aanvullende servicekosten verenigbaar zijn met de overeenkomst inzake de versoepeling van de visumregeling, stelt de Commissie binnenkort voor opnieuw te onderhandelen over de overeenkomst, zodat deze wordt aangepast aan het nieuwe EU-acquis over samenwerking met externe dienstverleners en aanvullende servicekosten. De EU heeft er belang bij deze zaak in een bilaterale overeenkomst met Rusland te regelen, ook omdat Rusland op analoge wijze is gaan samenwerken met externe dienstverleners. C) In artikel 7 van de overeenkomst is vastgesteld dat consulaten binnen tien kalenderdagen een besluit moeten nemen over een visumaanvraag. De periode van tien dagen begint vanaf de dag dat de complete visumaanvraag met alle nodige aanvullende documenten is ontvangen. Zoals door indiener is vastgesteld – en is bevestigd door de diensten van de Commissie in hun behoordeling van de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten inzake de versoepeling van de visumregeling – doen visumaanvragers er vaak veel langer over om een afspraak te krijgen om hun aanvraag in te dienen, hoewel over ingediende visumaanvragen binnen tien dagen een besluit wordt genomen. Alhoewel dit niet in de overeenkomst is geregeld, omvat artikel 9, lid 2 van de nieuwe visumcode, die sinds 5 april 2010 van kracht is, een bepaling op basis waarvan een afspraak doorgaans plaatsvindt binnen een periode van twee weken vanaf de datum waarop om de afspraak is verzocht. Om de gelijke behandeling van EU-burgers te waarborgen die een visum voor Rusland aanvragen, zal de Commissie binnenkort voorstellen opnieuw te onderhandelen over artikel 7 van de overeenkomst. D) Artikel 4, lid 1, onder j), artikel 5, lid 1, onder b) en artikel 6, lid 3, onder a) van de overeenkomst voorzien respectievelijk in een vereenvoudiging van de eisen voor aanvullende bewijsstukken, de uitgifte van meervoudige visa voor hoogstens vijf jaar2, en vrijstellingen van tarieven voor naaste familieleden "bezoekende burgers van de Europese Unie of de Russische Federatie die legaal in de Russische Federatie respectievelijk de lidstaten 1
Verordening (EG) nr. 390/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten in verband met de invoering van biometrische identificatiemiddelen, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en behandeling van visumaanvragen, PB L 131 van 28.5.2009, blz.1. 2 Alleen voor echtgenoten en kinderen.
PE450.757v01-00
NL
4/5
CM\834500NL.doc
verblijven". Deze bepalingen verwijzen enerzijds naar EU-burgers die echtgenoten of ouders bezoeken die EU-burger zijn en legaal in Rusland verblijven, en anderzijds naar Russische burgers die echtgenoten of ouders bezoeken die Russisch burger zijn en legaal in een EU-lidstaat verblijven. Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst stond het iedere deelnemende partij vrij om de afgifte van visa aan familieleden van de eigen burgers te vergemakkelijken, onafhankelijk van de werkwijze van de andere partij. De Russische autoriteiten zijn dus vrij om de afgifte van visa aan EU-burgers die naaste familieleden zijn van Russische burgers die in Rusland verblijven te vergemakkelijken, maar volgens de overeenkomst zijn ze niet verplicht dit te doen. In het licht van dit verzoekschrift, en vergelijkbare verzoeken ontvangen van EU-burgers die naaste familie zijn van Russische burgers, heeft de Europese Commissie de Russische autoriteiten echter wel van dit probleem op de hoogte gesteld in het gemengd comité dat toezicht houdt op de overeenkomst, en de Commissie zal binnenkort een voorstel doen om opnieuw te onderhandelen over de bovengenoemde bepalingen.
CM\834500NL.doc
5/5
PE450.757v01-00
NL