Interview met Ko Colijn, directeur Clingendael
‘Europa moet niet genoegzaam achterover’ leunen’ Het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael bestudeert sinds de oprichting in 1983 diverse aspecten van internationale betrekkingen. Sinds mei 2011 is journalist en politicoloog Ko Colijn directeur van het kennis instituut. Een gesprek over de rol en onafhankelijkheid van Clingendael, de veiligheid van Nederland en Europa, oude en nieuwe dreigingen en het belang van CBS-cijfers. Auteur: Jaap van Sandijk Fotografie: Wim van der Spiegel
10 cbs 02/13
relaties
Ko Colijn, directeur Clingendael
‘Cijfers bepalen welke rol Nederland speelt op het wereldtoneel’
zomer 2013 11
Het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael Dit politiek-onafhankelijke en non-profit kennisinstituut bestudeert sinds 1983 diverse aspecten van de internationale betrekkingen. Tevens functioneert het als denktank op het gebied van sociaalpolitieke ontwikkelingen en fungeert het als opleidingscentrum voor (aanstaande) diplomaten. Clingendael identificeert en analyseert opkomende politieke en sociale ontwikkelingen voor de overheid en de burgers. Om deze doelstelling te bereiken doet het instituut onderzoek, publiceert het onderzoeksresultaten en organiseert het colleges en trainingen. Daarnaast geeft Clingendael advies aan parlementen en sociale organisaties. Ook organiseert het conferenties en seminars. Tevens onderhoudt het een bibliotheek en documentatiecentrum. Maandelijks publiceert het een blad, ‘Internationale Spectator’. Het instituut bestaat uit ongeveer 100 medewerkers, waarvan het merendeel onderzoekers en trainers zijn. Het budget wordt voor een groot deel gefinancierd door eigen inkomsten uit activiteiten als colleges, seminars, workshops en onderzoeksprojecten.
H
et is een van de eerste zonnige dagen van 2013 en het landgoed Clingendael, gelegen tegen de Haagse wijk Benoordenhout, lijkt te zijn voorzien van een extra glans. Een statige oprijlaan leidt naar het 17e eeuwse landhuis, centraal gelegen op het landgoed. Hier is het gelijknamige kennisinstituut gevestigd. Directeur Ko Colijn ontvangt zijn gasten in zijn werkkamer op de tweede verdieping. Begeleid door een achtergrondgeluid van gakkende ganzen vertelt hij over zijn gevarieerde en drukke bestaan. Colijn werkt drie dagen per week voor Clingendael, is gedurende een halve werkweek actief voor weekblad ‘Vrij Nederland’ en heeft daarnaast een betrekking bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Binnen zijn brede directiefunctie bij Clingendael vindt Colijn zijn publieke taak van groot belang. Meer dan zijn voorganger Jaap de Zwaan is hij dan ook te zien als deskundige in de media om commentaar te geven op ontwikkelingen op het gebied van defensie en terrorisme. ‘Clingendael moet zijn bestaansrecht bewijzen door zichtbaar aanwezig te zijn op radio, tv, in de kranten en via social media’, zegt hij. ‘Ik vind het één van de leukste kanten van dit werk.’
Maatwerkopleidingen voor diplomaten Clingendael heeft zestig medewerkers in vaste dienst en beschikt over een wereldwijd netwerk aan fellows: deskundigen die incidenteel worden ingezet. Het instituut bestaat uit de afdeling Research en een onder 12 cbs 02/13
steunende staf. Het kennisinstituut ontvangt een basis subsidie van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie. ‘Voor de aanvullende inkomsten – ongeveer zestig procent – gaan we de markt op’, legt Colijn uit. ‘Zowel in buiten- als binnenland brengen we onze Academy onder de aandacht, die maatwerkopleidingen voor diplomaten aanbiedt. We hebben er ondertussen al zo’n vijfduizend opgeleid.’ De diplomatenopleidingen zijn vooral gericht op vaardigheden en behandelen thema’s als onderhandelingstechnieken en conferentie diplomatie. ‘In de jaren negentig kwamen veel diplomaten uit het midden en oosten van Europa naar onze opleidingen. In die landen moest nieuw kader worden gevormd. Daarna volgden de Balkan en de Maghreb-landen. We hopen dat de Arabische Lente goed uitpakt en dat we ook vanuit die landen een nieuwe generatie diplomaten kunnen opleiden.’
Onafhankelijke positie De afdeling Research werkt vooral voor Buitenlandse Zaken en Defensie. ‘Maar het aantal externe opdracht gevers moet bij die ministeries wel groter worden’, stelt de directeur, wiens organisatie ook niet ontkomt aan bezuinigingen. De komende vier jaar wordt de subsidie met twintig procent verminderd. Is die subsidie eigenlijk geen sta-in-de-weg bij het handhaven van de onaf hankelijke positie van Clingendael? ‘De ministeries willen graag dat we een luis in de pels zijn’, aldus Colijn.
relaties
‘De ministeries willen graag dat we een luis in de pels zijn. Ambtenaren moedigen onze onafhankelijkheid aan’
‘Ambtenaren moedigen onze onafhankelijkheid aan. Soms zeggen we weleens dingen waar ze minder blij mee zijn, maar we zijn geen jukebox. Het eist echter wel een zekere eigenwijsheid en moed om tegen politiek correcte standpunten in te gaan.’ Clingendael stelt zijn programma jaarlijks samen. ‘Dat doen we in intensief overleg met beide ministeries. Wij doen een voorstel over de besteding van de subsidie en bepalen uiteindelijk ook zelf het programma. Daarbij komt het weleens voor dat van dat programma moet worden afgeweken. Neem de Arabische Lente. Die kwam onverwacht. Dan gaan we schuiven en stellen we een taskforce samen.’
Nederland en Europa veilig genoeg? Het woord was al gevallen: bezuinigingen. Ook Defensie en de AIVD ontkomen er niet aan. Wat zijn de effecten daarvan op onze veiligheid? Zijn Nederland en Europa veilig genoeg? Colijn: ‘De paradox is dat Europa niet bang hoeft te zijn voor onderlinge oorlogen. We hebben een soort zone gecreëerd waarin het ondenkbaar is dat we elkaar met wapens te lijf gaan. Het gevaar daarvan is dat Europa zelfgenoegzaam achterover leunt. Terwijl er problemen zijn die de hele aarde bedreigen – problemen waar Europa ook iets aan moet doen. Denk aan cyber aanvallen, jihadjongens uit Nederland die naar Syrië gaan en grensoverschrijdende groepen als Al Qaida.’ Colijn wijst erop dat Europa nu meer dan ooit een eigen verant woordelijkheid heeft. ‘De Amerikanen richten zich meer
op de Pacific – Japan, China, Korea, het Verre Oosten – en trekken zich relatief terug uit Europa. Conflicten in Europa zijn jullie zaak, zeggen ze. En omdat het Midden-Oosten de achtertuin van Europa is, verwachten ze van ons dat wij eventueel ingrijpen in landen als Syrië en Libië. Terecht, want onze energie komt daar vandaan, de vluchtelingen waaien over naar ons en we hebben handelsbanden met deze landen.’
Nieuwe en oude dreigingen Sinds 1991 heeft Defensie een golf van bijna dertig bezuinigingen over zich heen gehad. Het stoort Colijn dat Europa op het gebied van deze bezuinigingen niet samenwerkt. ‘Waarom wordt dat niet gecoördineerd aangepakt? Europa moet gezamenlijk een defensiepolitiek voeren.’ Volgens Colijn hebben we zowel te maken met nieuwe als oude dreigingen. ‘Die oude dreiging is welis waar niet zo groot meer als vroeger, maar verdwijnt niet. We weten niet of een land als Iran over tien jaar wél over raketten beschikt die Europa kunnen bereiken. En wat cybercrime betreft: bestaande diensten als de AIVD en de politie werken op dit gebied goed samen. Wat we in elk geval niet moeten doen is dergelijke diensten op één hoop vegen, zoals in de VS. Dat geeft veel organisatie problemen. Na tien jaar is daar het ministerie van Homeland Security nog steeds geen succes. Je moet coördineren tot een hogere kunst verheffen. Dat werkt vaak beter.’ zomer 2013 13
Cijfers zijn vaak ontnuchterend Clingendael beschikt over experts op diverse gebieden, van arabisten en amerikanisten tot sinologen en veilig heidsdeskundigen. Feiten in hun rapporten moeten kloppen tot achter de komma. Hoe belangrijk is in dit verband de informatie van het CBS voor het kennis instituut? ‘CBS-cijfers zijn zeer fundamenteel voor ons’, zegt Colijn. ‘Zonder het CBS zouden wij veel onderdelen van ons werk niet kunnen uitvoeren. Ja, we zouden kunnen uitwijken naar buitenlandse bronnen als het CIA Factbook, maar dat zou niet helpen: die informatie berust ook op CBS-cijfers.’ Welke CBS-statistieken zijn voor Clingendael onmisbaar? ‘Alle cijfers op het gebied van de handel zijn voor ons van groot belang. Die belichten de mate van Nederlandse afhankelijkheid van het buitenland. Hoe afhankelijk is Nederland van energie uit het MiddenOosten? En hoe afhankelijk zijn we van de handel met Duitsland? Cijfers zijn vaak heel ontnuchterend. Kijk bij voorbeeld naar de handelscijfers van Nederland met Baden-Württemberg: dan zie je dat onze handel met deze Duitse deelstaat groter is dan de handel met China 14 cbs 02/13
en Indonesië samen.’ Colijn wijst erop dat het bij veiligheid niet alleen gaat om defensie. ‘Er bestaat ook zoiets als food security. Wat zijn schaarse grondstoffen en uit welke landen komen die? In dat verband zijn voor ons de importen exportcijfers van het CBS heel belangrijk. Er is een run op natuurlijke grondstoffen en Buitenlandse Zaken maakt zich zorgen over de enorme competitie op dat gebied.’ CBS-cijfers bepalen ook welke rol Nederland speelt op het wereldtoneel, vervolgt de Clingendael-directeur. ‘Er wordt altijd gezegd dat Nederland mag meepraten met de G20, bijvoorbeeld omdat we een belangrijke voedsel exporteur zijn. Dat kun je niet zomaar even roepen, daar heb je CBS-cijfers voor nodig. Gisteren sprak ik met een wijze uit het oosten, Kishore Mahbubani, die furore maakt met zijn analyses van de wereldpolitiek en de verschuivende machtsverhoudingen daarin. Hij wil een hervorming van de Veiligheidsraad en de VN en pleit voor een verdeling in zeven permanente leden, zeven middenlanden en zeven restlanden. Ik wees hem erop dat Nederland in die subtop hoort. Toch stond ons land niet in zijn lijstje, in tegenstelling tot Polen en Spanje.
relaties Curriculum Vitae van Ko Colijn Ko Colijn (1951) studeerde in 1975 af in de politieke wetenschappen (met als specialisatie internationale betrekkingen) aan de Universiteit Leiden. In 1989 promoveerde hij aan deze universiteit op het proef schrift ‘Het Nederlandse Wapenexportbeleid’. Colijn is sinds 1978 verbonden aan het weekblad ‘Vrij Nederland’, waarin hij vaak schrijft over buitenlandse politiek en internationale betrekkingen. Hij is eveneens docent bestuursk unde aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds 1 juni 2006 is hij aan deze universiteit bijzonder hoogleraar internationale betrekkingen, in het bijzonder mondiale veiligheidsv raagstukken. Deze leerstoel is ingesteld door het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken (NGIZ). Sinds 1 mei 2011 is Colijn directeur van Clingendael.
Dan blijken de CBS-cijfers over het bruto nationaal product cruciaal. Het zijn dit soort cijfers die bepalen in welk rijtje je als land terecht komt en of je kans maakt op een zetel in een belangrijk orgaan.’ Ook CBS-cijfers over demografie en mobiliteit zijn voor Clingendael belang rijke bronnen van informatie. ‘Bij demografie vinden we met name de cijfers over de samenstelling van onze bevolking interessant. In ons buitenlands beleid wordt steeds meer rekening gehouden met het diaspora-effect. Als er een miljoen moslims in Nederland wonen, heeft dat invloed op de manier waarop Nederland omgaat met het Midden-Oosten en met onze kijk op interventies.’ De CBS-cijfers vormen een vertrekpunt voor nader onder zoek. ‘Dan kijken we naar zaken als: om welke groepen gaat het? Zullen ze zich radicaliseren?’ Wat mobiliteit betreft noemt Colijn de Rotterdamse haven als voorbeeld. ‘In politieke analyses wordt vaak gewezen op de door voerfunctie en de logistieke knooppuntfunctie van Nederland om aan te geven hoe belangrijk ons land is. Maar nooit kijkt iemand àchter die beweringen. Dankzij het CBS kunnen die uitspraken worden gestaafd.’
‘De paradox is dat Europa niet bang hoeft te zijn voor onderlinge oorlogen. Het is ondenkbaar dat we elkaar met wapens te lijf gaan’
zomer 2013 15