De Voorzitter Het herfstverlof heeft zich in de lange bestaansgeschiedenis van het “Ceciliaatje” steevast aangekondigd als een drukke periode voor de samensteller ervan. Uit de talrijke foto ’s diende de definitieve selectie gemaakt en gekozen. De artikels werden in een eerste fase zo goed als mogelijk van taalonzuiverheden ontdaan, met een kritisch oog gelezen en zo nodig aan een zekere censuur onderworpen. Hadden wij niets vergeten? Of werd er soms iemand vergeten? Voor de voorbije activiteiten stelde zich het probleem in mindere mate, omdat ze in het algemeen de leidraad en de rode draad van ons lijfblad vormen. Maar belangrijker was steeds de vraag of de nodige aandacht werd besteed aan de familiale gebeurtenissen bij onze leden. Kortom: er kwam soms wel enig denkwerk aan te pas. Pas dan kon de lay-out in de eindvorm worden opgemaakt en kon de afwerking beginnen, want eind november kregen de muzikanten als eersten het kersverse exemplaar overhandigd. Met deze 25e editie neemt Jan Vandamme, omzeggens van in het prille begin zowel reporter, fotograaf, schrijver van menig artikel, redacteur, eindredacteur als samensteller van “het boekske”, afscheid. Jarenlang de grote bezieler, de stuwende kracht en de motor achter “het Ceciliaatje”, gaf Jan een paar maanden geleden te kennen dat hij met deze jubileumuitgave wilde afronden. Hoezeer je, als voorzitter, bestuur, lid van de vereniging en wellicht ook als lezer, deze beslissing betreurt en hoe graag je het anders zou willen, je kunt er enkel begrip voor opbrengen en we dienen Jans keuze hiervoor te respecteren. Voor de vele bladzijden en de vele uren leesgenot, voor de vele foto ‘s, voor de jarenlange inzet: een oprecht en gemeend “dank u wel Jan !”.
Hoe het nu verder moet staat bijlange nog niet vast. Het blijft voorlopig nog even koffiedik kijken. De harmonie blijft niet echt verweesd achter, maar toch. Wie neemt deze niet te onderschatten taak op zich? Wie, en het mogen er natuurlijk meer zijn, voelt zich geroepen om deze mooie en niet meer weg te denken traditie van het Ceciliaatje verder te zetten? Zeer waarschijnlijk in een iets andere vorm zullen wij u, beste lezer, volgend jaar toch een 26e exemplaar aanbieden. Laat deze zorg echter aan ons over. Ga lekker achterover leunen in een knusse zetel en geniet nu maar. Dat het u allen verder goed mag gaan. Wij proberen ondertussen om met z’n allen zoveel mogelijk gelijk ‘gestemd’ te zijn zodat we een ‘harmonieuze’ toekomst tegemoet kunnen zien. Voorzitter Jaak Lecluyse
2
Cecilia on-line Zoals gebruikelijk in deze tijd van het jaar is ook nu weer het moment daar om contact op te nemen met onze dierbare patrones Sint-Cecilia. Van daarboven heeft de lieve dame immers de beste supervisie over hetgeen haar muzikanten de laatste maanden zoal uitspookten in en rondom de parochie van Sint-Dyonisius. Het verleden heeft al meermaals aangewezen dat dit kan gaan van de meest voor de handliggende muzikale activiteiten via meer spectaculaire interventies tot bijwijlen hilarische toestanden. Met Geluwse musuci weet je immers nooit. In ieder geval is er elk jaar genoeg stof voorhanden om een deftige, meestal ludieke bloemlezing samen te stellen. Deze geschriften kregen, vele jaren geleden, als verzamelnaam ‘Het Ceciliaatje’. Heel schuchter werd toen begonnen aan de muzikale verhaallijn en net zoals de meeste beginnende uitgaven kreeg ons eerste boekje ook het vanzelfsprekende nummer één. Jaar na jaar volgden de straffe verhalen elkaar op en elke nieuwe editie van ons lijfblad, want zo noemden de muzikanten het ondertussen, kreeg uiteraard een volgnummer. Het ging allemaal zo ongemerkt en vanzelfsprekend dat het even schrikken was toen ik het cijfer 25 drukte naast de pentekening van onze vertrouwde vlag. Een kwarteeuw ‘Ceciliaatje’ … wie had dat durven denken ? Ondertussen is al heel wat geëvolueerd qua inhoud (maar daar hebben we het verder in dit boekje nog over), maar vooral ook wat betreft de vormgeving. Toen het eerste ‘Ceciliaatje’ in 1984 in de brievenbus van ieder muzikant (ereleden konden er pas een paar jaar later van genieten) werd gedeponeerd was er al een tijdje geen sprake meer van griffel en lei. Ook de inktpot met bijhorende kraspen was al van de meeste schrijftafels verdwenen. Net zoals met veel andere dingen was er wat ‘pen en papier’ betreft een evolutie aan de gang die nu nog nauwelijks bij te benen , laat staan te stoppen is.
3
De meeste nieuwe stappen daarin waren bewegingen in de goeie richting, maar toch had ik persoonlijk hier en daar wat moeilijkheden. Zo was er bijvoorbeeld het langzame verdwijnen van de zachtschrijvende vulpen (de ‘porte-plume’) ten voordele van de veel goedkopere maar doordeweekse ‘stylo’. Akkoord: het was gemakkelijk, en het ding mocht al een keer op de grond vallen, je kon er meestal verder mee schrijven, al was het dan soms wel in onderbroken lijnen. Toch moest je er al eentje van een bijzonder goede soort hebben om bij iedere nieuwe zin niet te starten met een vette inktplek. En de scheermesjes, die vroeger schrapend die dingen kon verwijderen, waren ook al niet meer zo vanzelfsprekend, om niet te spreken van de tijd en het geduld die zo’n ingreep vergde. (Denk maar aan de nieuwjaarsbrieven in de lagere school waarvan de eerste pennentrekken al gebeurden rond ‘Allerheiligen’ om ermee klaar te zijn tegen het jaareinde). Ondanks al die onhebbelijkheden werden de eerste ‘Ceciliaatjes’ toch nog helemaal artisanaal met de hand geschreven. Pas nadien gingen de ‘gebricoleerde’ teksten (er werd immers nogal wat geschrapt en herschreven) naar meer geanvanceerde muzikanten in het bezit van een echte typmachine. Maar ook daar was het niet allemaal O.l.i.v.e.t.t.i. wat de klok sloeg. Klachten zoals ‘vernestelde’ inktlinten tussen de letterhamertjes, of vastlopende spoelen die niet op tijd terugkeerden waren geregeld aan de orde. Gelukkig duurde die ellende niet al te lang want algauw was daar de elektrische schrijfmachine en daar was ik vlug bij. Vanaf nu dacht ik de toestand meester te zijn, er kon niks meer mislopen … helaas! Als je bij zo’n modern ding de toetsen nog maar benaderde stond er al een letter op papier en bij mij was dat drie op de vier keer de verkeerde. De verdeler van Tippex moet in die tijd gouden zaken hebben gedaan. Ook nu was de techniek gelukkig aan mijn zijde want niet veel later stond er een spiksplinternieuwe tekstverwerker op mijn bureau. Uiterlijk bijna hetzelfde als die ellendige schrijfmachine, maar nu wel voorzien van een klein smal schermpje dat een paar tekstregels kon registreren vooraleer ze op papier kwamen. Zo kon je naar hartelust
4
verbeteren en/of aanpassen. Dat betekende een regelrecht faillissement voor de Tippex-fabrikant maar een kleurrijk gat in de markt voor de verkoper van inktcartouches. Die dingen, die heel geregeld moesten vervangen worden , kostten immers bijna evenveel als de machine zelf. Wat een schrijf-ellende ! Intussen had ook het vermenigvuldigen van tekstbladen gezorgd voor de nodige kopzorgen. De dozen met carbonbladen (‘Kallekeerpapier’) waren al een tijdje aan de kant gezet want de fameuze stencil had zijn intrede gedaan. Je moest een echte kunstenaar zijn om daar mee overweg te kunnen. Ik ruik nog altijd het roze goedje waarmee je gemaakte typfouten kon repareren en de doorprikte ee’s en oo’s op het zijdepapierke kon opvullen. Voor de specialisten was er zelfs een aangepaste pen in de handel waarvan de punt vervangen was door een klein bolletje. Met dit toestel kon je, mits een grote dosis handigheid, zelfs tekeningen maken op je stencil. En dan maar draaien aan de ‘vrange’ ! Vroeger zegde de mensen: “dat is van VOOR de oorlog”, maar wat ik nu vertel is wel degelijk van NA de oorlog. Allemaal nog niet zolang geleden dus, maar toch bijna onvoorstelbaar geworden, zeker als we de mogelijkheden van vandaag bekijken. Wie nu nog geen computer heeft is een sukkelaar en ik ben zeker dat ook Cecilia ginder boven met de meest gesofisticeerde laptop op haar heilige schoot zit en dat ze er veel meer verstand van heeft dan ik zal ook wel niet te betwijfelen zijn. Laatst stuurde ik haar nog, als voorbereiding op dit nieuwe ‘Ceciliaatje’, een emailtje met de vraag of ze de bestanden van dit jaar al upgeload en upgedated had. Ze antwoordde bevestigend en wees me er terzelfdertijd op dat het wel ‘geüpload’ en ‘geüpdated’ was. Ik had van mijn leven nog nooit een Nederlandse letter ‘u ‘ gezien met puntjes op. Bovendien kreeg ik in één en dezelfde moeite nog een hele resem nuttige richtlijnen mee. “Ons muziekboekje zou er in de toekomst wel bij varen” mailde ze. Zo vertelde ze ondermeer dat ik gemakkelijk een account kon krijgen via een provider zoals de Asymmetrical Digital Subscriber Line. Dan zou ik door middel van de browser onbeperkt kunnen surfen op het internet.
5
Door te scrollen doorheen de aangeboden pagina’s, zou ik dan oneindig veel informatie kunnen downloaden. Natuurlijk opletten daarbij om niet aangevallen te worden door agressieve spyreware. Hackers zijn immers heel gevaarlijk en daarom is het aangeraden om een firewall te installeren. In dat opzicht is het ook aan te raden om elke pop-up of pop-under te negeren. Bij het maken van het boekje is het ook best om alle teksten op te slaan op bijvoorbeeld een CD-rom. Vergeet echter niet om die eerst te formatteren anders zit je met een error. Heel handig is ook om bepaalde cookies of ook grotere bestanden over te zetten op een Universal Serial Bus –stick. Daarbij nog een back-up maken van alles geeft uiteraard nog meer zekerheid. Voor het communiceren met andere muzikanten is een modem zeker aan te raden. De mailserver zorgt dan voor het zenden en ontvangen van alle gegevens. En wat je niet nodig hebt kan je nog altijd deleten. Als het ‘boekje’ dan uiteindelijk samengesteld is moet je goed in het oog houden dat de cardridge voldoende gevuld is anders krijg je niet alles gedrukt. Naast al die nuttige en vanzelfsprekende tips eindigt het ‘gewijde mailtje’ zelfs met enkele bemoedigende woorden. “Als je ‘Error’ ziet kan je op de ‘Helpdesk’ terug vallen, maar je mag ook ten allen tijde chatten naar mij…. Ik blijf alle dagen thuis want ’t is hier hemels ! Wil dan wel graag een webcam installeren, ik zie immers graag met wie ik te doen heb.” Verdwaasd bestudeer ik mijn computer en staar me blind op al die moeilijke woorden. Onhandig probeer ik met een scheermesje de meest ingewikkelde termen te verwijderen maar dat eindigt natuurlijk met krassen op het scherm. Ook een oud stukje gum brengt geen oplossing want geen enkele letter verdwijnt en bovendien komen door het gommen kleine stukjes ervan tussen de toetsen van het klavier terecht. De stencil-corrector brengt in plaats van een verbetering alleen maar roze, vettige strepen op het scherm en met Tippex is al helemaal niets aan te vangen want ’t potje plakt toe en het product zelf is helemaal verhard. Zelfs het scherm met wijwater besprenkelen verandert niets aan de zaak. Er is maar één middel: DELETE !!!
6
Als ik een wijle later de elektriciteit terug aanschakel zie ik de realiteit voor ogen en ook jullie, beste lezers, hebben het ondertussen wellicht begrepen: dit wordt mijn laatste ‘Ceciliaatje’. Ik heb de voorbije jaren geprobeerd de literaire bijdragen van muzikanten, bestuursleden, ereleden en sympathisanten te coördineren en te verzamelen in de 25 edities die er gekomen zijn. Ik heb me er ongelooflijk mee geamuseerd en nog veel meer bijgeleerd want ik werd met raad en daad bijgestaan door velen. Ik mag ook hopen, maar dat is helemaal niet zeker, dat ik bij mijn altijd goedbedoelde pogingen om ludiek uit de hoek te komen, geen mensen pijn heb gedaan. Mocht het wel zo zijn dat vraag ik daarvoor hier en nu vergiffenis aan Sinte Cecilia. Ook waren er nogal wat inhaalbewegingen nodig om de vooruitgang bij te benen, maar nu geraak ik toch meer en meer achterop. Heel zeker is de tijd daar om een aantal dingen anders aan te pakken want er zijn ongetwijfeld nog tal van mogelijkheden die door gebrek aan kennis te weinig worden aangewend. Cecilia zal er zoveel deugd van hebben dat er een nieuwe, frisse wind door haar vleugels waait. Van waar die zal komen zal de toekomst uitwijzen. Ik wil met alle plezier nog mee helpen zorgen voor een licht briesje, maar het bepalen van de richting laat ik met alle plezier aan anderen. En die zijn er bij ons in grote getale, daar bestaat geen twijfel over. Regisseren zit er dus niet meer in. Als (mede)schrijver wil ik heel graag nog, als het kan of mag, mijn (woorden)steentje bijdragen maar heel zeker als acteur (het mag zelfs een figurantenrol zijn) hoop ik nog lang te mogen meespelen in ons muzikale meesterstuk dat, wat mij betreft, geen einde hoeft te hebben. Ondertussen meldde ik mijn voornemen aan onze patrones en terzelfdertijd wilde ik haar nog een laatste plezier doen. De wens om een webcam te installeren, zodat mijn correspondent van zovele jaren eindelijk kon zien met wie ze te doen had, heb ik proberen in te willigen, maar ook dat is zoals verwacht mislukt. De aansluiting en inschakeling van het toestelletje gebeurde vlekkeloos, maar ik denk dat de juiste opstelling een probleem (ver)vormt.
7
Wat heel zeker minder verkeerd afloopt is de inhoud van dit 25ste Ceciliaatje. Uiteraard is er de terugblik op ons voorbije werkjaar. Heel even ook grasduinen we in de 24 voorbije nummers maar vooral ook kijken we vooruit naar de toekomst. En wat dat laatste betreft zitten we zeker goed, want ….
Werkten mee aan dit nummer: Jaak Lecluyse, Sien Vanlangendonck, Pol Ghekiere. Archief: Paul Vandamme. Logistiek: Han Coulembier. Fotografie: Bart Vanderhaeghe, Dries Viskens, Luc Durnez, Jan Vandamme, Jaak Lecluyse. Teksten, Lay-out, Drukwerk, Verantw.uitg.: Jan Vandamme.
8
November 2007 Meestal is de sombere novembermaand ook een vrij sobere muzikale maand. De zomeractiviteiten zijn al een tijdje achter de rug en voor het Ceciliafeest, dat zowel het voorbije werkjaar afsluit als het nieuwe inluidt, is het nog enkele weken wachten. Deze keer is er van ‘relatieve rust’ echter geen sprake. Nog voor de jaarwende wordt immers een eindejaarsconcert gepland en daarvoor moeten nog een groot aantal puzzelstukjes gelegd en ingepast worden. Voor het eerst sinds vele jaren werd er deze keer afgeweken van het traditioneel ‘Winterconcert’ in het vroege voorjaar. De klassieke formule die een ‘droge’ aanéénschakeling van diverse harmoniestukken naar een avondvullend muzikaal programma moest leiden, leek al enkele jaren aan vernieuwing toe. Niet dat er geen kwaliteit was, verre van zelfs, doch het steeds maar slinkend aantal toehoorders was het beste bewijs dat er dringend naar alternatieven moest worden gezocht. Die zoektocht naar ‘anders en beter’’ resulteerde twee jaar geleden al in de onvergetelijke ‘Cecilia-parade’ die we , samen met de toneelvrienden van ‘Toog’, mochten presenteren. Nog datzelfde werkjaar kwam dirigent Peter met het idee om misschien eens een soort ‘Nieuwjaarsconcert’ te proberen. En waarom niet in de parochiekerk die al langer gekend is als een akoestisch ideale locatie ? Meteen werden een aantal muzikale koppen bijeen gestoken en dat indrukwekkend gebrainstorm resulteerde in wat volgende maand te gebeuren staat. De voorbereidingen zijn dus in volle gang en dat bewijst de eerste zondag van deze maand al. Vanaf 9u30 –de meeste pistolets zijn nauwelijks verteerd- zijn niet minder dan 55 muzikanten in de weer. Verdeeld volgens de instrumentengroepen worden in verschillende lokalen partiële repetities gehouden. Onze eigen dirigent wordt daarbij geholpen door een aantal bekwame collega’s. Om 11u30, na een deugddoend tasje soep, neemt hij echter zelf de volledige groep nog eens onder handen voor een gezamenlijke afsluit van de muzikale voormiddag. Deugddoend en verrijkend voor iedereen en dus … voor herhaling vatbaar !
9
Wat ontegensprekelijk ook elk jaar mag herhaald worden, is de nachtelijke Cecilia-parade ter ere van onze patrones. Twee weken later is het zover. Iedere keer zijn er wel enkele oudere ridders die nog moeilijk het paard op geraken, maar altijd opnieuw ook staan vervangers klaar. Met z’n tienen trotseren ze de koude, donkere nacht. Vorig jaar nog moesten ze zich een kletsnatte weg banen doorheen de vele regenvlagen, maar ook nu weer zitten ze, ondanks een droge vriesnacht, tussen de druppels. Het is niet aan iedereen gegeven.
Na het vroege bezoek aan onze secretaris Paul krijgt die laatste heimwee naar de vele jaren dat hij er ook bij was. Op weg naar de bakker om de verse zondag-pistolets neemt hij heimelijk zijn wapen mee en niet veel later staat hij mee te trompetteren met zijn veel jongere collega’s. Het is nog altijd fris maar nu wel zonnig als het volledig korps halfweg de voormiddag verzamelt voor de gemeentelijke rondgang.
10
Wijkagent Reggy leidt, zoals we van hem gewend zijn, het korps veilig tot in thuishaven ’t Zwijntje. Daar worden naar goeie gewoonte de feestelijkheden door de meesten verder gezet. ‘Hutsepot’ op een bedje van ‘Zang en muziek’ … de twee meest eenvoudige ingrediënten om er een aangename namiddag van te maken. De ‘anciens’ weten uit ervaring dat ze het best rustig aanpakken willen ze een eind verder komen, maar sommige ‘jonge veulens’ zijn nog op zoek naar hun grenzen. Steven bijvoorbeeld probeert zelfs enkele cymbaalslagen tijdens het eten teneinde geen tijd te verliezen, maar dat zal allicht verkeerd aflopen.
11
12
13
Eén en al amusement dus, maar helaas eisen ook deze plezante toestanden hun tol. Naar de vooravond toe krijgen we al heel andere beelden te zien. De scherpte is er een beetje af en de ongemakkelijke toestand waarin sommige feestvierders terecht komen maakt duidelijk dat het laatste liedje van de dag ongeveer uitgezongen is.
14
Voor diegenen die, in zo’n moeilijke omstandigheden, proberen twee heren te dienen, kan het ook niet anders dan verkeerd aflopen. Zo is daar bijvoorbeeld trombonist Filip die, tussen twee acts, van zijn collega-muzikanten wegglipt richting Heuvelland. Hij wil er per se, Cecilia of niet, zijn zondagse voetbalwedstrijd afhaspelen. Je raadt de afloop van het spektakel natuurlijk al. We lezen het trouwens de maandag in de krant: Hollebeke-Westouter 0-0 met als enige commentaar: de wedstrijd was maar aan DE POVERe kant. Maar muzikanten zijn een sterk ras want de volgende donderdag is er nauwelijks ravage te bemerken. Met 53 kunnen we, onder de fijne leiding van klarinettist Alain Donche, een mooie repetitie afwerken. Twee dagen later neemt ook hij het voortouw (onze vaste dirigent Peter heeft de patrones andere muzikale beloftes gedaan) tijdens de prima uitgevoerde Cecilia-misviering.
15
‘Hof Ter Heulebeke’ is, net zoals de vorige paar jaren, opnieuw de plaats waar, later op de avond, het feest en meteen ook het werkjaar op een sfeervolle manier worden afgesloten. Deze keer is er slechts één kandidaat om een muzikaal eremetaal in ontvangst te nemen, maar ’t is wel eentje dat kan tellen. André Clinckemaille is immers 75 jaar (u leest het goed: vijfenzeventig jaar !) muzikant en dat is inderdaad aan niet velen gegeven. Provincieraadslid en gedeputeerde Jan Durnez uit Ieper vindt het dan ook meer dan de moeite waard om speciaal daarvoor tot bij ons te komen. Ze hebben in het Brugse Provinciehuis lang moeten zoeken in het ‘schuifke van de specialiteiten’ om de juiste medaille te vinden. Nu prijkt ze op de fiere borst van kranige André. Uiteraard is het ook een even blije bestuursploeg, die samen met de jubilaris, poseert. De moeite om het boekje een kwartje te draaien.
16
17
Een honorering met een niet zo’n alledaags eremetaal is niet aan iedereen gegeven. Je moet er vooreerst als jongeling heel vlug mee beginnen, volhouden is ook een niet te onderschatten vereiste en zelfs al kan en wil je dat, je moet vooral ook gezond en alert blijven. André heeft dat allemaal en dat is ook de plaatselijke journalisten niet ontgaan. Een paar dagen later al mag onze man, opnieuw poseren voor de regionale krant. Er komt zelfs een heel ‘blockje’ tekst bij want fier als een gieter vertelt André zijn muzikaal verhaal.
Ik blijf muziek spelen, zolang ik het nog kan ! Tijdens het jaarlijkse SintCeciliafeest huldigde de Koninklijke Gemeentelijke Harmonie zaterdagavond muzikant Andries Clinckemaille (85 jaar). De gewezen kapper is al 75 jaar lid. “Zolang ik kan, blijf ik muziek maken”. Andries hoeft voor de wekelijkse repetitie op donderdagavond maar de straat over te steken. Het lokaal achter café ’t Zwijntje ligt pal tegenover zijn huis in de Beselarestraat. Hij speelde jarenlang trommel, maar is nu klarinetspeler. Hij is daarnaast ook lid van drie petanqueclubs.
Samen met zijn vrouw Anna Cloet baatte Andries jarenlang een kapsalon uit. Anna is acht jaar geleden overleden. “Door mijn job kon ik niet altijd naar de repetitie,
18
want we werkten tot er geen volk meer was” vertelt André, die er nu wel altijd bij is. Als kapper was hij de vierde generatie. Bijna elf jaar geleden ging hij op pensioen. Zijn grootvader en vader waren net als hij lid van SintCecilia en hielden het lang vol. De appel viel dus niet ver van de boom. “Grootvader August, die 87 jaar werd, was trommelaar en 69 jaar lid”, vertelt Andries. “Mijn vader Jozef, die 92 jaar werd, was 76 jaar lid en speelde bombardon. Ik leerde eerst zes maanden klarinet spelen en werd dan op vraag van mijn vader en net zoals mijn grootvader trommelaar. Ik speelde 42 jaar op de trommel en schakelde dan over naar klarinet. Ik maakte plaats voor jonge trommelaars”. “Al heel mijn leven lang ben ik erg graag in de harmonie. Op mijn tiende ging ik al mee op uitstap. Elke donderdag ben ik tijdens de repetitie op post. Op mijn leeftijd blijf ik nadien niet meer hangen en ik ga ook niet meer mee met het muziek de straat op”. Eénmaal ging hij met de harmonie mee naar Oostenrijk. Ondertussen is hij als muzikant zijn derde kostuum aan het verslijten. “Peter Bruneel uit Izegem is momenteel de negende dirigent die ik meemaak en Jaak Lecluyse de vijfde voorzitter” vertelt de ouderdomsdeken van SintCecilia. “Vroeger repeteerden we in café ‘Oud Jeruzalem’ (nu ‘Voeding Isabel’) en zijn dan beland in café ‘De Werkerskring’ en ‘Berkenhof’. We hebben nog in ‘ere-afdeling’ gespeeld. Nu spelen we een categorie lager in ‘uitmuntendheid’. Voor onze muziekmaatschappij met allemaal liefhebbers is dat hoog genoeg. In ‘ere-afdeling’ begonnen de stukken veel te zwaar te worden en ging dat doorwegen”. Andries speelt ook in het seniorenorkest ‘Skudn & Beevn’. “Ik ben er al van in het begin bij. We repeteren elke maandagmorgen een uur. We zijn nu nog met negen. Verscheidene leden van ons seniorenorkest zijn overleden. Gelukkig kwamen er een paar muzikanten bij”. Dagelijks speelt Andries nog op zijn klarinet. “Verspreid over heel de dag oefen ik in totaal zowat een uur. Een klarinet is een moeilijk instrument. Je moet daarvoor slappe vingers hebben. Bij de jeugd is het nog altijd een populair instrument. Bij Sint-Cecilia zijn we met twaalf klarinettisten”. Eric De Block.
19
December André, maar ook alle andere muzikanten, zullen zich de volgende weken mogen schrap zetten want er is veel werk in de muziekwinkel. Het eindejaarsconcert nadert immers heel vlug en er is dus geen sprake van om deze keer van de laatste maand een ‘uitlopertje’ te maken. De kerstsfeer is nu heel nabij bij een aantal ijverige Cecilia-discipels. Na een bezoek van de meest weerbestendige muzikanten aan de ijskoude stal van ’t Stroomke, is het koperensemble opnieuw present op de kerstviering. De dag nadien is de ploeg van de podiumbouwers op dezelfde plaats al druk in de weer om alles in gereedheid te brengen voor het komende ‘Sylvesterconcert’. De kerstman had in de voorbije weken, vrolijk toeterend op zijn klarinet, het aankomende spektakel met de nodige intonatie overal aangekondigd.
20
Op zaterdag 29 december is het dan zover. Onze Dyonisiuskerk loopt helemaal vol. “Dat zijn geen alledaagse beelden meer” moet pastoor Guido denken “daar stuur ik een foto van naar het Bisdom”.
Zeventig muzikanten, piekfijn uitgedost in wit hemd , gilet en bijhorend strikje, vullen het met veel zorg opgebouwde podium. Nog een paar laatste afspraken met de kerstman en het spektakel kan beginnen.
21
Commentatoren Karel, Patrick en Heidi zijn er klaar voor en de solisten waren dat blijkbaar al lang want niet veel later slaan ze -Astrid letterlijk, Wim, Aaron en Marijke elk op hun manier- het voltallige publiek en ook hun collega-muzikanten , met verbazing. ‘Talent van eigen bodem’ heet dat !
22
Januari Een schitterend maar wel vermoeiend jaareinde. De intense voorbije maanden vertolken zich inderdaad in een zeer magere opkomst tijdens de nieuwjaarsreceptie in het ‘Berkenhof’. Al enkele jaren wordt de eerste januari-repetitie vervangen door een gezellige ‘babbel’ met een hapje en een drankje. Maar slechts 30 muzikanten gaan er deze keer op in. Toch belet het klarinettist Stefaan niet om, als woordvoerder van de bestuursploeg, even het komende jaar onder de loep te nemen. Grote evenementen voor de nabije toekomst zijn nu, na het schitterend eindejaarsconcert, uiteraard niet aan de orde. Maar toch moet er naarstig verder gewerkt worden. Inspanning en ontspanning moeten immer elkaar aanvullen en zoals Stefaan laat blijken: ‘De kerk moet daarbij een beetje in het midden blijven’.
De volgende activiteiten zullen in elk geval met één mannetje -eigenlijk ‘vrouwtje’meer kunnen aangepakt worden. Bieke Berghman komt immers, samen met haar saxofoon, onze muzikale rangen vervoegen.
23
Februari – Maart De traditionele drukte van het voorjaar is deze keer nergens te zien, te voelen of te horen. Het voorbije concert heeft nogal wat energie opgeslorpt en er is niet direct iets concreets in zicht. Geen ideale uitgangspositie dus om er ‘eens in te vliegen’. Zelden gebeurt het dan ook dat we, bovenaan een ‘Cecilia-bladzijde’ , twee maand in ene keer kunnen afdrukken. Zelfs dan nog is het zoeken naar enig nieuws van tussen de pupiters. En wat er binnen komt zijn niet meteen de meest hoopgevende berichten. Onze ‘Skudn & Beevn’-seniorenploeg viert haar Ceciliafeest naar goeie gewoonte met een ferm etentje in ’t Oud Stadhuis’. Uiteraard een plezante bedoening, maar de bende vermindert. Die kranige mannen werden de laatste tijd al enkele keren serieus door elkaar ‘geskud’ bij het verlies van één hunner muzikale kameraden. Wat de toekomst betreft wordt dat voor hen nu wel een heel klein beetje ‘beevn’. Ook de wekelijkse repetities van de harmonie zelf branden, althans wat de opkomst betreft, op een laag pitje. Hoewel er niet direct examens in zicht zijn, zijn het vooral de jongeren die het dezer dagen laten afweten. Zelfs de paasmis, die ook nu weer door ons korps verzorgd wordt, is in het verleden al kleurrijker geweest. De 37 aanwezige muzikanten maken er alsnog iets moois van, maar waar zitten al die anderen ? De klap op de wat uitgebluste vuurpijl van deze periode moet zelfs nog komen. Op 29 maart vernemen we immers het overlijden van trompettist José Vandewalle. Dat is pas slecht, heel slecht nieuws. José was, van Menen zijnde, nauwelijks afwezig op repetities of uitstappen. Niet elke keer helemaal op tijd misschien, maar wat veel belangrijker was: altijd welgezind. Zijn legendarische ‘Goeienavond’, vergezeld van een glimlach van oor tot oor onder een gekrulde moustache…… Iedereen had hem graag. Ook de bijwijlen hevige zangstonden afgewisseld met soms ‘gepeperde’ kluchten zal niemand die hem kende vergeten. Zijn ruwe, zwarte handen verraadden de harde werker in hem. Toch had hij altijd tijd voor alles en iedereen. Zelfs nog tijdens de laatste moeilijke maanden, want ziek zijn…. dat was niks voor José.
24
April Onverwacht dus, en voor een opdracht die er voor één keer beter niet was geweest, worden onze muzikanten gemobiliseerd. Woensdag 3 april wordt José in de Sint-Janskerk te Menen ten grave gedragen. Samen met de collega’s van de Menense St.Jozefsharmonie, waarvan hij ook spelend lid was, willen we een laatste muzikale groet brengen. Met een zeventigtal vrienden-muzikanten verzorgen we de plechtigheid. Onze laatste groet aan José.
“Jos had de laatste plank gelegd en veegde alles schoon. Toen toonde hij vol trots het nieuwe grasveld en de tuin. Zelfs als hij haast niet meer het bed uit kon praatte hij over… werk. Jos was de sterkste thuis, een harde werker, de man die alles durfde, zowat alles kon, altijd klaar stond om een handje toe te steken. Met achteraf een goeie pint, een sigaretje en een aangebrande mop of twee, drie, vier, vijf… Jos was de leukste thuis en onder vrienden, de loltapper, de gangmaker, de stormwind die alles op zijn plaats liet vallen. De grote mond, met veel noten op zijn zang, ook letterlijk. Met een grote liefde voor zijn muziek en voor zijn sport. En voor al zijn vrienden en bekenden. Jos was de liefste thuis. Omringd, gekoesterd en berispt (als hij iets doms ging plannen). Voorwerp van dagelijkse bezorgdheid die angst werd, die dreigend nader kwam, en nader en nader. Die hoop werd en wanhoop en weer hoop. Jos was graag gezien zoals dat onder mensen niet zoveel meer gebeurt. Jos was een ruwe bolster met binnenin een hart van goud. Dat weet Nadia, dat weten de kinderen, dat weten we allemaal. Want we hebben in zijn liefde mogen delen. En we zullen hem zo erg missen.”
25
Het sombere weer van begin deze maand zet de droeve toon van de laatste dagen verder. In deze omstandigheden wordt onze harmonie verwacht te Bellegem ter gelegenheid van de doortocht van ‘De Ronde van Vlaanderen’. Het is echt ‘Flandriën’-koersweer want er wordt koude, hagel en zelfs smeltende sneeuw voorspeld. Voorzitter Jaak, die bijzonder ontgoocheld was door de voorziene schaarse opkomst (de deelnamelijst was nauwelijks half gevuld) en zo te kennen gaf om er dan ook maar niet bij te zijn, is één van de eerste aanwezigen bij de vroege start om 8u45. Zelfs in moeilijke omstandigheden laat hij het korps niet in de steek. Het siert de man. De laatste oproep van vorige donderdag, samen met wat telefoons en huisbezoeken hebben toch enige vrucht afgeworpen. Met 38 muzikanten kunnen we beginnen aan de ijskoude dag. “Jammer dat het altijd zoveel moeite moet kosten.” weet secretaris Paul te vertellen aan twee van de meereizende bestuursleden. Onverwacht wordt het toch nog een vrij zonnige voormiddag. Met eigen wagens gaat het naar Kortrijk, van daar met de bus naar het autovrije Bellegem en dan de grote volkstoeloop tegemoet. Veel te beleven is er niet. Wachten, veel wachten en af en toe een deuntje muziek al marcherend. Johan en Patrick proberen, plichtsbewust als ze zijn, een beetje vrolijkheid te brengen bij hun muzikanten, maar dat lukt maar matig.
26
Tijdens de doortocht van de renners wordt, samen met de vele andere aanwezige korpsen, de ‘Hymne aan de Ronde’ gespeeld. Wie gedacht had één of andere coureur te ontwaren is er aan voor de moeite, zelfs de armzwaaiende dirigent is nauwelijks te herkennen. Ondertussen wordt er geprofiteerd van de grote volkstoeloop om een beetje reclame te maken voor onze harmonie. “Volgende week zijn we te zien in ParijsRoubaix” laat Johan, aan iedereen die het horen wil, weten.
‘Na een minder geslaagde uitstap dan maar rap naar huis’ zou je denken, maar ook dat zal voor een andere keer zijn. De bussen die dat moeten bewerkstelligen komen nooit doorheen de drukte. Een beetje kalmte, afgewisseld met enkele vloeken, resulteert een paar uur later alsnog in een behouden thuiskomst…. Net binnen de tijd om de aankomst op televisie mee te pikken.
27
Toch zijn er nog muzikanten die er niet genoeg van krijgen want een week later zitten sommigen zo als gezegd alweer in de koers. De ‘harde kern’ heet dat en dat is wel nodig om de kasseien van Parijs-Roubaix muzikaal te verteren. Natuurlijk dat zo’n stukje folklore de maandagkrant haalt.
28
Mei Een nieuwe lente…een nieuw geluid. Zo ook bij ons, en het heeft een mooie klank. We berichtten al op het einde van het vorige ‘Ceciliaatje’ dat onze toenmalige ondervoorzitter Jef Vanraes zijn zitje aan de bestuurstafel vacant had verklaard. Met heel veel blijheid en vertrouwen kunnen we melden dat vanaf heden Johan Goemaere die niet onbelangrijke functie zal waarnemen. De meest uitbundige maand brengt ook onze jeugd opnieuw tot bloei. De voorbije winter al hadden ze de bevallige koppen bij elkaar gestoken. Hun dirigent kreeg al rap in de gaten dat de twee nieuwkomers toen al stonden te popelen om een keer hun prille klarinetteklanken te presenteren aan het grote publiek. De bijdehandse werkgroep pikte daar uiteraard graag op in en dat resulteert nu, op 10 mei, in een prima voorbereid lenteconcert. Het wordt een ‘strip’-nummer eerste klas.
29
Juni De bloeimaand sloten we vorige week af met een redelijk verwelkte uitstap. Op zondagnamiddag 25 mei werden we namelijk uitgenodigd door de nazaten van de ‘Derde Lansiers’ om bij het monument in de Dadizelestraat een korte plechtigheid te verzorgen. Er waren meer bonnetjes dan muzikanten en die konden dan nog niet verzilverd worden want ’t was overal gesloten. Vlug naar de volgende maand dus ! En het grote nieuws komt ook nu nog altijd niet van eigen activiteiten want die blijven voorlopig heel schaars. Toch zijn er van de onzen die zich duidelijk profileren in de wereld van de muziek en reken maar dat we daar fier op zijn. Eentje daarvan is Astrid Lecluyse, dochter van….iemand die we ook zeer goed kennen. De jonge meid ontpopt zich als een bezige muzikale bij in de regio en ver daar buiten en dat is ook onze reporter van de plaatselijke krant niet ontgaan. Zijn bevindingen heeft hij weeral samengePERSt in een nieuw BLOCKje. We lezen mee met Erik.
“Het moet vooruitgaan !” Muziek loopt als een rode draad door het leven van Astrid Lecluyse uit de Menenstraat . De 26-jarige is dirigente van de Koninklijke harmonie De Verenigde Vrienden Moorslede en de jeugdharmonie Athalo Menen. Vader Jaak is voorzitter van de koninklijke harmonie Sint-Cecilia Geluwe. Astrid speelt mee in deze harmonie en geeft ook muziekles. Astrid volgde de lagere school in Geluwe en trok dan naar het SintAloysiuscollege te Menen. Na haar humaniora studeerde ze aan het conservatorium te Antwerpen vijf jaar slagwerk. “Als keuzevak koos ik voor ‘hafabra’ (harmonie,fanfare,brassband). Nadien volgde ik in Gentbrugge nog een opleiding voor dirigent. Normaal duurt dat drie jaar. Omwille van mijn opleiding aan het conservatorium was het voor mij een jaar minder. Sedert ongeveer vier jaar ben ik dirigent in Moorslede. Ze zochten daar een nieuwe dirigent
30
en ik solliciteerde. Er volgde een gesprek met het bestuur en met de verschillende kandidaten organiseerde men een proefrepetitie”. Astrid is een jonge dirigent in voornamelijk een mannenwereld. “Ik heb er geen pasklaar antwoord voor waarom de meeste dirigenten mannen zijn” zegt Astrid. “Ik vermoed dat veel vrouwen denken het niet te kunnen. De jongste jaren is er evenwel verandering in dat circuit en is het enorm aan het evolueren”. Een dirigent is best vergelijkbaar met een leerkracht voor de klas. “Men moet eerst en vooral de kennis hebben en dat overbrengen op een goede manier” overloopt Astrid de vereisten voor een goede dirigent. “Men moet sociaal zijn. Mijn pedagogische opleiding komt wel goed van pas. Het is als dirigent belangrijk van iedere muzikant te weten wat hij of zij kan. Ik weet wat mijn muzikanten kunnen en probeer er het maximum uit te halen”. Iedere dirigent is natuurlijk anders. En Astrid? “Ik kan er niet tegen als er tijdens de repetitie overdreven veel gebabbeld wordt” zegt ze. “Ik kies voor een snel werktempo. Ik wil dat het goed vooruit gaat. Bij de jeugdharmonie van Sint-Jozef Menen pak ik het anders aan. Hoewel ik voor groot en klein dezelfde principes hanteer. Bij kinderen of jongeren is het evenwel anders dan bij volwassenen. In Moorslede repeteren we twee uren op zaterdagavond. Dat is daar een gewoonte. Voor de muzikanten is naar het ‘muziek’ gaan hun weekend. Dat leeft daar”. Astrid geeft ook slagwerk aan de muziekacademies van Menen, Poperinge, en Diksmuide. “Dat komt neer op een voltijdse job” vertelt ze. Ik speel ook met het slagwerkkwartet ‘Ritmyxx’ dat bestaat uit twee dames en twee heren”. Vader Jaak speelt slagwerk in de harmonie St.-Cecilia en dus valt de appel niet ver van de boom. “Als kind ben ik geboeid geweest door de verschillende instrumenten van het slagwerk”, vertelt Astrid. “Een echte voorkeur heb ik niet. Ik speelde hier met de jeugdharmonie en ben nu nog in de harmonie voor het plezier”. Astrid is dirigent geweest van de Geluwse jeugdharmonie. “Ik ben daarmee gestart terwijl ik nog studeerde aan het conservatorium” blikt ze terug. “Als jonge snaak was dat een ideale start. Het waren allemaal jonge gasten die ik kende en ik heb daaraan zeer goede herinneringen.
31
Ik ben na ongeveer vijf jaar bij de jeugdharmonie gestopt op een hoogtepunt”. Astrid straalt ambitie uit. “Ik wil met beide harmonieën vooruit” klinkt het overtuigend. “Met de harmonie van Moorslede werden we in oktober vorig jaar provinciaal kampioen eerste afdeling en eindigden nadien op de tweede plaats in Leuven. Ik beschouw dit als één van de hoogtepunten. Ik wil beide harmonieën naar een hoger niveau stuwen en wie weet waar ik ooit nog uit kom?”. Astrid zetelt ook nog in de artistieke commissie voor drum, percussie, showkorpsen en piper van Vlamo (Vlaamse Amateurmuziekorganisatie). “Mijn week is redelijk goed gevuld” zegt ze. “Ik ben veel met muziek bezig voor harmonie en ga veel naar concerten om nieuwe dingen te ontdekken.”. Erik De Block
32
Juli Het voorbije concert tijdens onze eigen zomerkermis op het einde van vorige maand kreeg, buiten onze wil, een beetje herfst-allures mee. Het was niet overdreven warm en de hevige wind blies alle zachte passages, inclusief deze van de solisten, de Beselarestraat uit. Ook de partituren hadden de meeste moeite om op de pupiters te blijven staan. Echt dankbaar was het niet en nu we een paar weken verder zijn en dus middenin de zomer ziet het er, wat het weer betreft dan toch, niet veel beter uit. Toch komt er dezer dagen een deugddoende wind aangewaaid in de persoon van Filip Vandendriessche die we, op de repetitie van 10 juli, mogen verwelkomen als nieuwe klarinettist. Menenaar zijnde vond de man de laatste jaren niet echt zijn muzikale draai tussen de mogelijkheden aldaar. Hij besloot dan maar, net zoals meerdere stadsgenoten voor hem al deden, bij ons te komen musiceren. Welkom Filip.
Twee dagen later kunnen we dan toch eindelijk profiteren van een klein streepje zon tijdens de traditionele rondgang op de ‘Gapersfeesten’. Er is geen ‘congé’ voorzien voor onze muzikanten want , ook al zal Peter enkele weken afwezig zijn, Astrid zal heel even de muzikale fakkel overnemen. De vrij goed bijgewoonde repetities tijdens deze periode bewijzen dat dit een goed idee was. Ook de mannen van ‘Skudn & Beevn’ denken niet aan rusten en laten de vakantiereptities rustig verder lopen. Meer nog: Daniël Flament is voor het eerst aanwezig. Hij heeft zijn bastuba evenwel nog thuisgelaten maar belooft toch om eindelijk toe te treden tot de groep der ‘gepensioneerden’.
33
Daniël stond noodgedwongen, ook in de harmonie, een aantal maanden aan de muzikale zijlijn maar nu is hij helemaal terug en we zijn daar blij om. Dat regelmatig oefenen van levensbelang is voor een muzikant ondervindt hij nu maar al te goed want door heel even uit circulatie te zijn is het nu een beetje zoekwerk voor de man om opnieuw de juiste lipstand te vinden aan dat immense mondstuk. Er zijn zelfs muzikanten die, gedurende hun tijdelijke vakantieafwezigheid, geen enkel risico lopen om op een mogelijke leerachterstand te geraken. Zo krijgen we in die dagen een foto binnen van één onzer leden tijdens een oefenstonde, vermoedelijk ergens op een kampeerterrein alwaar hij momenteel verblijft. De man, nederig als hij is, wordt liever niet ‘gespot’ tijdens deze extra-sessies, zodat we ons moesten ‘verdekt’ opstellen om dit schattig beeldje te maken. Vandaar het gebrek aan scherpte.
34
En er is nog meer reden tot blijheid want een weekje later komt trombonist Bart fier als een gieter het lokaal binnengestormd. “Viktor is geboren !”. We zullen nog moeten een tijdje wachten om mama Bieke te kunnen feliciteren, maar Oma Lutje en Pépé Ivan zijn vanzelfsprekend ter plekke. Het wordt uiteraard een gezellige avond.
Augustus Het is een hele periode bijzonder kalm geweest en je zal het nooit anders zien … plots is het bijna van het goede teveel. Zondag 17 augustus, het jaarlijks terugkerend concert te Wervik, was al een tijdje aangestipt op de kalender maar nu komt daar nog een uitnodiging uit Heestert bovenop, uitgerekend op dezelfde dag. Uitstap-arm zoals we momenteel zijn kunnen we dit aanbod dus moeilijk aan de kant schuiven. Via de dirigent van onze jeugdharmonie hebben we enige band met de fanfare aldaar want zijn vader is er de muzikale leider. Die mannen vieren er dezer dagen hun 145-jarig bestaan, gekoppeld aan een 30 jaar lange verbroedering met de ‘Moselland-Kapelle’ uit het Duitse Wincheringen. Daar willen we wel eens bij zijn. Twee opdrachten op één dag dus. Het vergt wel een beetje organisatorisch puzzelwerk en weg-en-weergetelefoneer van onze voorzitter en secretaris om voldoende volk aan de startlijn te krijgen, maar ’t ziet er naar uit dat het zal lukken. Zelfs de allerjongsten, zoals Jonas, zien het best zitten.
35
Om 9u vertrekt de bus richting Heestert. Ginder neemt onze tamboer-majoor Guido onmiddellijk contact op met de plaatselijke wijkagent teneinde niet te verdwalen in de voor ons onbekende gemeente.
Dergelijke opdrachten houden onvermijdelijk ook in dat er af en toe moet gewacht worden op de orders van de plaatselijke organisatoren. Niet iedereen ziet het even goed zitten, maar Peter ‘Bas’ probeert er het vuur in te krijgen. Bij schepen Hendrik, die vandaag als gelegenheidsvlaggendrager fungeert moet het enthousiasme niet aangewakkerd worden. Met heel veel fierheid laat hij het symbool van zijn en onze harmonie door de Heesterse lucht wapperen. Het is een mooi korps dat rond 11u optrekt richting kerk. Ook onze meegekomen jonge supporters genieten er van.
36
37
38
Ook ons afgeleverde aperitiefconcert even later in zaal ‘Malpertus’ mag er best zijn. Eerste opdracht van de dag naar behoren vervuld dus. Na een heerlijk buffet vertrekken we met een volle maag en een halflege bus (nogal wat muzikanten zijn, ondanks de hoge ‘nafte’prijs, toch met eigen wagen gekomen) naar Wervik. Daar zorgt de macht der gewoonte voor een minder enthousiast onthaal. Op de plaats en uur van afspraak staan we voor een gesloten deur. Het wachten van deze morgen kan herbeginnen. Een kwartiertje later kunnen we dan toch aan het tweede muzikale luik beginnen. Dezelfde stoelen van elk jaar staan er zo te zien allemaal opnieuw, daar op de St.Maartenplaats, en er zit warempel zelfs een beetje volk op deze keer. Onder een draailicht van alle soorten kleuren en schakeringen leidt Peter ons redelijk feilloos doorheen het voorziene programma. En deze keer hadden we zelfs een heel jonge toehoorder. Viktor wist een maand geleden nog van de wereld niet en nu mag de jongeman al meegenieten van de muzikale capriolen van papa en diens collega’s.
39
Hopelijk slaapt de kleine van Bieke en Bart de volgende dagen goed, want als hij er volgende week wil bij zijn tijdens de “Dag van ’t muziek” zal hij goed uitgerust moeten zijn. En dat zijn de muzikanten blijkbaar ook want veel handen hebben ondertussen alweer de speelplaats van de ‘Graankorrel’ in de Beslarestraat omgetoverd in een ‘Place-to-be’ voor al wie een klein beetje muziekliefhebber is. Er worden flessen ontkurkt, frieten voorgebakken, alle helpers hun plaats aangewezen en een laatste secreatris-hand gelegd aan alle voorbereidselen. Zelfs splinternieuwe muzikant Filip, die nauwelijks tijd heeft gehad om het rietje van zijn klarinet juist te richten, wordt al ingeschakeld in het productie-proces van vandaag.
40
Ook afdelingshoofd Jos is, zoals telkenjare op die speciale dag, in de wolken. Sinds zijn aanstelling in deze functie streeft de man er naar om van zijn ‘campus Beselarestraat’ één grote feestruimte te maken waar immer vrolijkheid heerst. Voorlopig lukt dat nog maar matig tijdens de week. Dan maar de zondag, en liefst in de vakantie. Zoals vandaag bijvoorbeeld. Zelfs het weer doet er alles aan om er iets moois van te maken. De vooruitzichten waren allerminst hoopgevend, maar voorlopig valt het vrij goed mee. Alles kan voorlopig nog in open lucht doorgaan, alhoewel de wind af en toe zorgt voor spelbreker. De jeugdharmonie St.-Jozef uit Menen opent, onder leiding van onze eigen Astrid, op een heel mooie wijze de muzikale dag. Ze hebben trouwens nogal wat supporters meegebracht en die zorgen al vlug voor een goedgevulde speelplaats. Terwijl de picon rijkelijk vloeit staat de jonge dame een uurtje later nog altijd breed armzwaaiend op het podium, maar nu met haar ‘Verenigde Vrienden’ uit Moorslede voor zich. Ook zij doen het meer dan voortreffelijk en het piekfijne trommelkorps aan hun zijde is ontegensprekelijk een meerwaarde. De namiddag heeft een ‘specialleke’ in petto want voor deze gelegenheid werd het alombekende ‘Banjo-orkest’ van onder het college-stof gehaald. Alhoewel, veel stof is er niet meer te ontwaren want die mannen zijn de laatste tijd al enkele keren opnieuw muzikaal bezig geweest. De meesten zijn, 40 jaar en voor velen ettelijke kilo’s later, nog vrij goed te herkennen. En dat is nog meer het geval voor de muziek van toen die ze bij elkaar tokkelen. Ook de bezieler en muzikale leider, die in 1958 het ensemble stichtte, is er vandaag bij. We moeten even met de ogen knipperen, net zoals hij dat pleegt te doen, maar er is geen twijfel: dat is E.H. Alfons Bouckaert (‘Krieke’ voor de college-vrienden). Een hele brok nostalgie dus voor dezen die er, zo lang geleden ook al bij waren.
41
Heel even heerst er verwarring op het feestterrein als, bij een klein organisatorisch mankementje, gezocht wordt naar onze voorzitter. Zoals gebruikelijk wordt de man dan aangezocht om orde op zaken te stellen, maar vindt maar een keer iemand in al die drukte. Uiteindelijk wordt Jaak Lecluyse dan toch gesignaleerd, en wel op het podium … met een banjo in zijn hand. Dat moet een vergissing zijn. Even later komt de rechtzetting: onze eigen Jaak heeft zijn voltallige familie bijeen geroepen om te melden dat hij, als eindverantwoordelijke van deze ‘muziekdag’, vanavond wellicht iets later thuis zal zijn.
Maar het is bijlange nog geen avond want nu zijn de ‘besnaarde’ muzikanten van daarnet al vervangen door een nieuwe lichting musici uit Hooglede. En met alle respect voor alles wat al voorafging, maar het muzikale hoogtepunt krijgen we in de vooravond met de ‘Brassband Leieland’.
42
Die halen werkelijk het onderste uit de kan en wees gerust … het is een boordevolle kan die ze ons presenteren. Gewoonweg schitterend ! Het geluk was heel lang aan onze zijde, maar het blijft helaas niet duren. De laatste ‘Leie-klanken’ zijn nog maar de schoolkoer uit of het begint te regenen. De afsluitende groep ‘Not Bad’ is zeker niet slecht … er wordt zelfs nog gedanst, maar het miezerige einde en de lange dag maakt iedereen wel een beetje moe. Toch zijn het allemaal stralende gezichten die, ‘druppel’gewijs de ‘Graankorrel’ verlaten. En de huisgenoten van onze voorzitter kunnen gerust zijn: hij komt er ook aan …. straks !!! Zo’n “Dag van ’t Muziek” is maar helemaal afgesloten als alles terug achtergelaten wordt zoals het vooraf gepresenteerd werd. Een dagje werk dus nog om van ‘De Graankorrel’ opnieuw een ‘school’ te maken. Dat lukt allemaal vrij goed en in een aangename, zonnige sfeer met vrij veel helpers, alhoewel… Waar blijft het jonge volkje dat gisterenavond nog zo fris was ? Alles staat terug op zijn plaats. schooljaar beginnen.
Wat dat betreft kan het nieuwe
Onze jeugdharmonie heeft het echter zo niet begrepen. Straffer zelfs: van hun traditioneel ‘weekend’ in deze periode, willen ze er deze keer een ‘vierdaagse’ van maken. Zelfs al is er vooraf geweten welk vlees zoal in de kuip zit, zo’n meerdaagse uitstap is altijd een sprong in het onbekende.
43
De werkgroep, die instaat voor deze schitterende activiteit, heeft in de loop der jaren al heel wat ervaring opgedaan in deze sector en ook vele kampplaatsen in het Vlaamse land zijn hen daarom niet vreemd. Er zijn bijgevolg regio’s die zo goed meevallen dat z’er best wel eens willen terugkeren. En dat is dit jaar het geval want de mini-trip gaat naar Leisele, heel diep in de Westhoek, waar ze heel lang geleden al te gast waren. Sien Vanlangendonck kruipt voor ons in de pen en vertelt, voor zover ze er klaar in ziet, een beetje meer over hun lotgevallen.
Weekend Jeugdharmonie Leisele 28-31 augustus 2008 Hallo, Het weekend van de jeugdharmonie is weeral voorbij gevlogen. We vertrokken vol goede moed uit Geluwe met de fiets. Filip reed voorop. We hadden al ons vertrouwen gegeven in Filip, maar toen Astrid niet meer zichtbaar was met de auto geraakte Filip er geen wijs meer uit en reden we verkeerd. Ja, want zonder GPS geraakt hij niet verder dan het huis van Jaak. Maar na even sukkelen geraakten we weer op de goede weg.
44
Toen we aankwamen stond de kookploeg al klaar met spijs en drank. Daarna verdeelden we de kamers en pakten we onze valies uit. De ontdekking van het ‘mooie openluchtzwembadje’ zorgde meteen voor heel veel ambiance, wanneer er een paar gek genoeg waren om een frisse duik te nemen, was de pret niet meer te stoppen. Het duurde niet lang of de zwemmers hadden het te koud, en namen we een lekkere warme douche. Na het avondeten waren we allemaal kapot van de verre fietstocht en waren we stiekem blij toen we hoorden dat de avondactiviteit gezelschapsspelen waren. De volgende ochtend werd er vroeg verzameling geblazen want de werkgroep stond al klaar met een opdracht. We moesten voor iedereen een armbandje maken, een vlag van de jeugdharmonie schilderen, en een liedje schrijven over de werkgroep terwijl de klok tikte. Binnen die tijd waren er ook talrijke opdrachten die we moesten vervullen om de 3 gouden sterren binnen te halen. Nadat we de 3 sterren hadden binnengehaald konden we aan tafel. Door de schitterende kookploeg aten we ons buikje vol en konden we aan de slag voor de nieuwe activiteit veldspelen. Daarna werden we in groepen verdeeld en met een doorschuifsysteem kwamen alle onderdelen van verschillende soorten sporten aan bod. Het werd een leuke avond en zonder veel ongelukken (nietwaar Flore?) kwam iedereen er heelhuids van af. Als iedereen dacht van na zo’n zware inspanningen zullen ze wel slapen als roosjes, dan hadden ze het weeral eens mis. Onze vlag die we zelf hadden gemaakt moest toch ingezegend worden, dacht Kasper. Het werd weer een korte nacht en dit was nog meer te zien op de volgende ochtend. Maar geen nood met wat schmink en kostuums hadden we niet de minste moeite om een mooie groep clowns te maken. We fietsten naar ‘Plopsaland’ en daar waren we de attractie van de dag. Vele kinderen hadden nog nooit zo’n toffe muzikale bende gezien,
45
echter één clown was zo dom om zijn wapen te vergeten en zo hadden we ook een schitterende tamboer majoor. (Hé Pol) Na een uurtje spelen mochten we zelf door het pretpark en hadden we de meeste fun. Jammer dat het al onze laatste avond was, want zoals vele jaren was dit een spetterend moment waar we lang op hebben gewacht. Het was er lekker gezellig en warm rond het kampvuur. De volgende ochtend kwamen onze ouders ons halen en was het weekend weeral voorbij. Het was super leuk en we bedanken alle mensen die mee geholpen hebben met de organisatie; de werkgroep, de kookploeg en Astrid. We bedanken ook onze schitterende voorzitter die met spijt in het hart zijn plaats overlaat aan Pol en die ons een schitterend weekend heeft bezorgd. Bedankt Bart voor alles wat je voor de jeugdharmonie gedaan hebt, en we hopen dat je fijne herinneringen aan ons hebt overgehouden. Sien Vanlangendonck_____________________ Dit verblijf in de Westhoek was inderdaad een schitterende afsluiter voor Bart Durnez die nu zijn taak als verantwoordelijke van onze jeugdwerking, na vele jaren inzet, graag overlaat aan iemand anders. Er is nu wel een stevige werkgroep gevormd, maar alle ideeën en verzuchtingen moeten uiteraard gecoördineerd worden. Je moet wel een beetje clown zijn om zo’n kleurrijke bende bij elkaar te houden en dus lag de opvolging bijna voor de hand. Pol Driessens, die in een vorige leven al zoveel betekende voor onze jeugdharmonie en die eigenlijk altijd in de nabijheid bleef van die jonge gasten, wil graag voor een tijdje de fakkel terug opnemen. Ze zijn opnieuw in goede handen.
46
47
48
September, Oktober Het is goed dat al dat ‘gekleurd geweld’, na een wellicht hele mooie en veel te korte vakantie, terug een beetje kort gehouden wordt op de schoolbanken. Waar het nieuwe schooljaar begint en het muzikale werkjaar stilletjes aan op zijn einde loopt verwachten we meestal nog een aantal foto’s van blije, jonge muzikantengezichtjes. Maar deze keer is het helemaal nog niet duidelijk welk vers bloed we aan de pupiters krijgen. Veel zullen het er in elk geval niet zijn, maar toch blijken er enkelen in aantocht, zowel als beginneling bij de jeugdharmonie als nieuweling bij de grote harmonie. Hopelijk blijven ze niet te lang op zich wachten want er is veel werk aan de notenwinkel. Slagwerker Stijn Krock heeft alvast al de juiste weg naar het repetitielokaal gevonden en ook Aaron, die zopas is aangesteld als nieuwe dirigent van de jeugdharmonie, probeert zelfs al de meest jonge elementen klaar te stomen voor een mogelijks muzikale carrière.
49
Er komt bovendien al een uitgebreide zondagmorgenrepetitie als voorbereiding op het komend ‘eindejaarsconcert’. Vier gastdirigenten worden aangesproken om de afzonderlijke pupiters te begeleiden. …
Zowel Frederik Leroy voor het ‘zware werk’, Geert Acke bij de klarinetten, Norbert Verhalle voor het ‘klein koper’ en Thomas Van Gelder tussen de saxofoons en fluiten, leveren schitterend werk.
50
Wie weet zullen we in de nabije toekomst nog van één hunner diensten kunnen gebruik maken. Tijdens de gezamenlijke repetitie die het partiële gedeelte opvolgt, vernemen we immers van onze eigen Peter, die ondertussen de leiding heeft overgenomen, dat het komende concert van eind december, voor hem meteen het laatste zal zijn bij ons, hier in Geluwe. De man heeft het beroepshalve bijzonder druk bij de firma Maene en kan zodus zijn muzikale ‘bezigheden’ niet allemaal meer combineren zoals het hoort. We kunnen hem best geloven, want in de korte tijd dat hij bij ons was, hebben we hem leren kennen als een punctueel dirigent, die altijd probeerde het onderste uit de muzikale kan te halen. Het siert hem dat hij durft toe te geven dat dit hier momenteel niet meer zo goed lukt. Laten we hopen dat we, samen met Peter, nog een paar vruchtbare maanden kennen die ons moeten leiden naar een waardig en mooi afscheidsconcert. We wensen hem nu al heel veel succes toe in zijn verdere muzikale carrière.
Er wachten dus weer spannende momenten voor onze harmonie. Dat mag best, want dat is een teken dat we ‘leven’. En dat we dat ook gedaan hebben de voorbije 25 jaar bewijzen de allerlaatste bladzijden van een ‘Kwarteeuw Ceciliaatje’.
51
Een kwarteeuw ‘Ceciliaatje’. Misschien had ik er beter iets vroeger aan gedacht om een klein overzicht te maken van het ‘zilveren jubileum’ van ons lijfblad. Ook al heb je met al die letters, woorden en zinnen zelf de meeste verhalen aan elkaar geschreven, het blijft ongelooflijk boeiend om erin te grasduinen. Net zoals bij het opkuisen van een zolder blijf je overal ‘haperen’ en in vele gevallen ‘herbeleven’. Het is niet te geloven wat een vereniging zoals de onze zoal meemaakt gedurende 25 jaar. Een kort overzicht helpt ons een beetje klaar te zien in de muzikale capriolen van de ‘Koninklijke Gemeentelijke Harmonie Sint-Cecilia Geluwe’.
1. ‘Muziek onder woorden’ …. Dit is de titel van het startartikel in het allereerste ‘Cerciliaatje’ van december 1984. De doelstelling die erin beschreven wordt, is even nobel als eenvoudig, namelijk de band tussen muzikanten zo mogelijk nog dichter aanhalen. Ook het bestuur kan er gebruik van maken om de leden te informeren en te motiveren. De huidige bewindsploeg bestaat, onder het voorzitterschap van Hugo Dejonghe, verder uit ondervoorzitter Jef Vanraes, secrataris Daniël Valcke, penningmeester Louis Bostyn, fourier Achiel Dierynck, afgevaardigde van de gemeente Leo Cardoen en de leden Pol Driessens, Jaak Lecluyse, Pascal Poot, Guido Timperman, Willy Vanneste, Willem Vanryckeghem, Willy Verhelle en Gerard De Deygere. Kleermaker Albert Vandamme zorgt voor de kostuums en
52
Jozef Eeckhout voor de partituren. Pastoor Godfried Billiet moet in dat bonte gezelschap de kerk in het midden proberen te houden en fungeert dus als proost. Dirigent van dienst is Werner Vandamme. De eerste uitgave van ons ‘muziekboekje’ heeft nog niet echt een structuur. Een aantal korte ‘faits divers’ en wetenswaardigheden, afgewisseld met merkwaardige uitspraken en anekdotes. Eén opvallende bijdrage is er wel over een geanimeerde discussie die zowat het hele huidige werkjaar als rode draad doorheen de muzikale rangen wentelt. Een zekere Daniël Flament is de grote animator van het panel en het onderwerp is niet anders dan een klein onnozel beestje waarvan niemand de juiste naam blijkt te kennen. Een marter die zowel een wezel of hermelijn kon zijn als het al geen bunzing was. Wie weet was het zelfs geen ‘fret’ of fiesjouw’ ? De oplossing is er nu nog niet. Geregeld komt het fameuze verhaal nog boven. Pol Ghekiere beleeft het zelfs opnieuw, nu 25 jaar later. Hij vertelt zijn wedervaren van één dezer dagen:
Een beestig verhaal… En… Daniël, wat is het nu? Dat er na de repetities zomaar wat afgezwansd wordt is niet waar. Onderwerpen en problemen uit het dagelijks leven worden er met wetenschappelijke nauwkeurigheid uitgevlooid. Het lopende onderzoek naar “marterachtigen in hun biotoop en volksgeloof”, een onderzoek waarvan melding in Ceciliaatje 1 wordt steeds met verder onderzoeksmateriaal aangevuld. Promotor is de onderlegde Daniël Flament. Hier volgen nieuwe feiten: zomer 2008 in de Schendekouterstraat. “En is je hondje niet gekwetst?” vroeg een gepensioneerde regelmatige bezoeker. Met de top van zijn voet draaide hij het diertje op de zijkant, floot even tussen de tanden en verwoordde zijn deskundige observatie met een nadenkende ”Jeja, jeja”. Met zijn andere voet beroerde hij de kop en zei:”Oh, ik heb er zoveel gepakt. Maar euh, je hebt geen chance..” “Hoezo, geen chance?” vroeg ik. “Nee “ knikte hij spijtig “Augustus hé, slecht sezoen”. Vragend keek ik hem aan. “Voor ’t vel vaneigens, ‘t vel hé. Ge gaat er niet veel voor krijgen. Vlak voor de winter moet je ze hebben, dan gaan ze geld. maar nu, smijt die maar 53
weg, geen ene merchang die dat wilt”. “Misschien kan ik die laten opzetten” dacht ik luidop (en na de repetities de discussies aanschouwelijk maken). Met een fijn lachje keek hij me aan:” Als ge per force een stinkend stofnest in huis wilt, moet je het voor mij niet laten. Maar als je dat dan toch wilt doen, pak dan liever een in zijn wintervel. Kijk eens naar die staart”. Hij wees die aan met een opgeraapte tak. Met die tak streek hij de staartharen tegendraads omhoog. “Zie je dat?, die gekleurde bruine ringen? En dat mag je niet hebben. En die kletse plekskes? De marchangs willen dat niet. Nee vent, in de zomer moet je ze niet hebben. In de winter zijn ze donker, zijn langer in haar en dat wit van de kop komt beter uit.” Hij spuwde een straal tabakssap zijwaarts en vervolgde:”De wijfjes zijn het duurst. Ze zijn wat bleker van kleur. Dat hier is geen wijfje. Ik zie dat direct.” Ons hondje was nieuwsgierig rond zijn excreties van zijn pruimtabak aan het snuffelen, wat blijkbaar de waardering van de gepensioneerde opwekte. “ Maar je hondje is nen goeien pakker. Hij bijt ze profijtig zonder het vel te scheuren”. “Want dat willen de merchangs niet” voegde ik er volleerd aan toe. Hij knikte instemmend. “En ben je als iets gepakt geweest? ‘k Zie dat je daar leggoed en eenden hebt rondlopen. “ Drie leghennen en een eend met vijftien kuikens ben ik kwijt. Ik heb enkel wat pluimen gevonden” antwoordde ik. “’t Zijn verdomske smeerlappen hoor! Ze jagen ’s nachts. En let maar op, ge kunt er nog kwijt geraken ! Wie zegt er dat er hier geen jongen zitten?” Hij genoot er blijkbaar van om de situatie wat te dramatiseren. Met zijn opgeraapte tak wees hij naar de loslopende kippen en adviseerde: ”Als ik jou was, zou ik ze direct kort steken. En een trape zetten. Een goe trape! Maar ze maken dat niet meer. Ge kunt dat niet meer vinden. Ik heb er nog één in mijn spende hangen. Als je wilt zal ik ze komen zetten. Ik wil nog niet dat ge uw vingers kwijt zijt. Maar ik ga wachten tot voor de winter om ze te zetten. Voor ’t vel hé!” Hij raapte nog een paar afgevallen appeltjes op, stak die in zijn fietstas, keek nog eens om en zei: “ Jeja. Jeja, fiesjouws ik heb der vele gepakt…” “Hoe zeg je? Fiesjouw? Is dat gene fret?” vroeg ik. “ Wuk zout! Ne fiesjouw en nieten anders!” “ Of een wezel? Een hermelijn? Een bunzing?” probeerde ik nog even. “Maar battendoet, je moet het mij niet leren. FIESJOUW. Dadde es’t!”. Nog tegen zichzelf discussiërend fietste hij de baan op.
54
Ik voelde wel dat een verder gesprek geen opheldering zou brengen, en consulteerde nog even het Ceciliaatje anno 1984. Het onderwerp kan wellicht na een repetitie even hernomen worden. Hoor ik daar “alstublieft niet! Ge gaat toch weer niet beginnen! Pol Ghekiere Opvallend in ditzelfde ‘Ceciliaatje’ is ook een bijdrage van Hendrik Masschelein over het ontstaan van ‘De Nacht van Geluwe’ die nu ondertussen al aan de 15de editie toe is. De eerste oplage eindigt met een streepje muziek in de vorm van ‘Het Cecilia-lied’ gemaakt door de stichter van onze harmonie Francis Soete. Dit zou een vast item worden om de volgende ‘Ceciliaatjes’ af te sluiten.
2. Een jaar later is er nog altijd geen vaste vorm gevonden maar het ziet er naar uit dat een interview met één of ander illuster specimen best aantrekkelijk zou kunnen zijn. Pastoor Godried Billiet mag de spits afbijten en hij laat zich gelden als een heel boeiende en aangename gesprekspartner. Zo’n bezoekjes zullen zeker hun vervolg kennen. Had de arme man geweten dat hij, niet veel later, zijn splinternieuwe hoed zou kwijt geraken aan één onzer muzikanten, dan waren we wellicht niet zo welkom geweest. Er verschijnt ook een artikel over een incident met een gebroken vaas die, vooraleer ze kapot was, toebehoorde aan lokaalhoudster Lieve Beyts (‘Lieve van tzwientje’ voor de intimi) en er is zelfs nog een meer pedagogische inbreng van saxofonist Jozef Eeckhout in verband met de blaastechniek bij een aantal instrumenten. Het gaat van tutututu over todikodo in de richting van tirelirelire en turelurela.. Meer dan de moeite waard om dat nog eens op te zoeken.Het slotlied klinkt als ‘De klok van Arnemuiden’, een meezinger eersteklas.
55
3. Het derde nummer heeft voor het eerst iets weg van een soort dagboek, of eerder maandboek. Per periode wordt bekeken en beschreven wat er op dat moment reilt en zeilt bij onze Cecilia-discipels. En wie kan dat het best weten dan Jozef Eeckhout en Albert Vandamme, onze twee oudste muzikanten. Een bezoek aan hen levert schitterende muzikale verhalen op. Verder vinden we ondermeer nog het winterconcert in de jongensschool met een dansende harlekijn in de nok van de turnzaal, de deelname aan het tornooi voor ‘ereafdeling’ (met een bevestiging in die categorie als positief resultaat) en een verslag van het grootse muziekfestival t.g.v. ons 150-jarig bestaan. Een hoogtepunt is overigens de tentoonstelling en de uitgave van een fotoboek ter gelegenheid van dit jubileumjaar. Secretaris Paul Vandamme is er een paar jaar zoet mee geweest. De muzikale rangen worden versterkt met Bart Vanhaute, Claus Masschelein, Pol Van Iseghem, Mieke Hochepied en Katrien Haecke. Helaas moet er ook afscheid genomen worden van bestuurslid Kamiel Flament. Tussen de verschillende artikels is deze keer zelfs een ‘vacature’ te vinden. Proost Godfried zal immers Geluwe verlaten en er wordt dringend gezocht naar een bekwame opvolger met volgend profiel: “Getuigschrift van filosofische en theologische studies in erkend seminarie. Kennisniveau: exacte kennis van de lokalen der verschillende verenigingen (St;Cecilia, St.Barbara …). De marcheerrichting kunnen aanduiden van een opgesteld korps. Tweetalig: Nederlands en lokaal dialect. Beschikbaar op ongewone tijdstippen. Sociale vaardigheden: lachen met moppen van uiteenlopende aard, bondige toespraken kunnen houden, feest vieren en vlot wijn kunnen doorgeven. Fysieke kwaliteiten: marcheren en poseren voor een groepsfoto. Wonen in België (geen ex-kolonies) Dynamisch initiatief nemen vooral in hoger vermelde lokalen (kan onder het ritueel van uitdelen van spelkaarten aan binnenkomende muzikanten). Enkel persoonlijk aanbieden met C.V. op donderdag na 22u.”.
56
En om te tonen waar de nieuwe pastoor zal terechtkomen wordt het jaarboekje 3 afgesloten met “Het lied van ’t Geboortedorp” (“Wij zijn Geluwnaren” van onze eigen Remi Ghesquière).
4. Dit nummer stelt als opener de vraag “Wat krijgen menu ?”. En dat komen we algauw te weten. Pol Van Iseghem is ondertussen voorzitter geworden en er wordt een bezoek gebracht aan drie oud-muzikanten die nu op hun beurt kinderen in de harmonie hebben. Annie Catry (zoon Franky en dochter Evelien zijn in het trommelkorps), Jean-Marie Vanderhaeghe heeft zijn trompet doorgegeven aan zoon Bart en Hervé Durnez doet hetzelfde door zijn klarinet in de handen van dochter Catherine te steken. Gespreksstof genoeg dus. Minstens even boeiend is de babbel met de twee vorige voorzitters Notaris Ferdinand Maertens en Hugo Dejonghe en de huidige Pol Van Iseghem in de rubriek: ‘De VOORzitters ACHTERna. Ook is er nog een hele vertelling over het wedervaren, overal te lande, van ons vermaarde tyroler-ensemble ‘Die Alpenkapelle’. Vanaf nu houden ze op te bestaan, maar een groep ‘Muzikale Clowns’ neemt de plezante activiteiten over. Nieuwe muzikanten zijn dit jaar: Heidi Vandeputte en haar man Alain Donche, Erik Vandenbossche en José Vandewalle. Voor het eerst wordt er een volledige lijst van alle muzikanten gepubliceerd. Niet minder dan 105 leden staan er op vermeld. (Vandaag zijn er daar nog 22 van aktief - nvdr.). Ondertussen hebben we met André Flipts een nieuwe pastoor die perfect beantwoordt aan de vooropgestelde proost-eigenschappen. Het slotlied “Singin’ in the rain” verwijst naar het forfait (vanwege een onschuldige regenvlaag) van de Wervikse Harmonie ‘Onder Ons’ tijdens ons kermisconcert afgelopen zomer. 5. Het nieuwe jaar opent voorzitter Pol Van Iseghem met een zorgelijke blik naar het dak van ons repetitielokaal. Het moet dringend hersteld worden dus er zal geld, veel geld in het muzieklaatje moeten komen.
57
Pastoor Flipts, in een vorige leven werkzaam in Zaïre, vertelt over zijn contact aldaar met de ‘muzikale zwartjes’. De ‘interviewer-van-dienst’ staat op het ‘scherp van de snee’ want hij gaat op bezoek bij coiffeur André Clinckemaille die veel te vertellen heeft over zijn eigen muzikanten-leven maar nog meer over dat van zijn vader Jozef. Maar er is ook aandacht voor de allerjongsten. De jeugdharmonie draait weliswaar op volle toeren, maar Pascal Poot is er van overtuigd dat zelfs de leerlingen die slechts één jaar instrument gevolgd hebben ook al iets in hun ‘mars’ hebben. Het mini-jeugd orkest geeft in de zomer een eerste optreden. Met zeven zijn ze: Fabrice Dobbels, Bob Vandamme, Tom Durnez, Cynthia Claeys, Tom Demyttenaere, Ben Vandamme en Wim Baelen. Meester Valcke, die ook nog maar in het tweede studiejaar zit, helpt hen een beetje. De rode draad doorheen dit jaar is de muzikale krachtmeting in ‘Heist op de Berg’. De enen grote voorstander, de anderen liever niet …. Het blijft een eeuwige discussie. Met ‘Resurgam’ het niet al te vrolijke opgelegde werk aldaar , sluit Cecilia het werkjaar af.
6. Het begint met goed nieuws, want op veler aanvraag wordt het lettertype iets groter. Een klein detail maar toch een ‘opvallertje’ is de afdruk van een ticketje van de weegbrug aan de Leiestraat. Bij een bezoek aldaar werd de volledige harmonie gewogen bij het binnengaan en nadien bij het buitenkomen. Resultaat: respectievelijk 4270 en 4340 kilogram. Achiel Dierynck (‘Sile… the man with the golden trompet’) wordt bezocht en vertelt honderduit (eigenlijk ‘duizenduit’) over zijn ongelooflijk boeiende muzikale carrière. Onderpastoor Guido Marchand die, veelal op feestelijke gelegenheden zoals de jaarlijkse barbecue, menig mooi ‘stuk’ heeft meegespeeld met onze harmonie verlaat onze parochie. Wat het aantal muzikanten betreft zitten we niet bepaald in een topjaar en een duidelijke afknapper is wel de uitstap naar Herseaux met welgeteld 19 aanwezigen. De bestuursploeg wordt aan een grondige ‘Check-up’ onderworpen en iedereen krijgt een specifieke taak. Naast voorzitter Pol Van Iseghem
58
en ondervoorzitter Jaak Lecluyse is Pol Driessens verantwoordelijk voor de jeugd, Achiel Dierynck voor de kostuums, Daniël Valcke voor het secretariaat, Gerard De Deygere en Willy Verhelle voor de uitstappen, Louis Bostyn voor de centen, Lieve Deltour en Charline Bostyn voor de ‘personalia’, Pascal Poot voor de instrumenten en partituren, erevoorzitter Hugo Dejonghe voor het lokaal, Charline en Willem Vanryckeghem voor de festiviteiten en Willy Vanneste tenslotte voor de communicatie met de gemeente. En de voorzitter is duidelijk bezig aan een productief jaar want in één adem organiseert hij nog een verrassingsreis langs de boorden van de Leie in de mooie streek van Deurle en St.Martens-Latem “K Zing geren een liedeke” waarmee dit jaar wordt afgesloten is ter ere van de nieuwe muzikanten Tom Durnez, Hans en Stijn Boeve, Tom Vanraes, Damiaan Beele, Veronique Waignein, Frederik Isenbaert en Marieke Goemaere. (Dat zijn er bijna evenveel als op de uitstap naar Herseaux).
7. ‘Lieve van ’t Zwijntje’ verlaat het (ons) café. Het lokaal dat ze, samen met haar man (wijlen Pol Louage) uitbaatte, zal nooit meer zijn zoals het was. De bazin was één van ons geworden en dus staat ze bovenaan de lijst van de voorziene huisbezoeken. Er volgt een gesprek dat, via de studentenclub Eureka, de verschillende jeugdbewegingen en uiteraard ‘Het Muziek’ geheel actief Geluwe omvat. Plezier en treurnis gaan hand in hand, zoals zovele keren. De ‘Muzikale Clowns’ genieten een weekendje van hun zuurverdiende ‘braderiecenten’ ergens in de streek van Herbeumont, maar ondertussen vernemen we het overlijden van muzikant Albert Dewijngaert. Er is ook nog een optreden dat voor een paar van onze muzikanten, fervente zwemmers zijnde, heel pijnlijk is. Zwembad ‘Ter Linde’ is namelijk al een tijdje buiten gebruik. Meer nog, het complex werd getransformeerd naar een polyvalente ruimte die nu met veel ‘harmonie’klank wordt ingehuldigd. De ‘Park-Party’, al een paar jaar de voorbode van de ‘ Nacht van Geluwe’ is een succes. Ook de ‘Gapersfeesten’ mogen er best zijn alhoewel de muzikanten zich niet meer thuisvoelen in hun ‘Zwijntje’. Christa en
59
Lucien, de nieuwe uitbaters, zijn niet hun beste maten, de hond likt aan de pinten en de jukebox staat in de weg. De jeugdharmonie gaat, tijdens de overgang van vakantie naar schooljaar op weekend naar ‘De Warande’ in Heule. En in het najaar is er voor de harmonie nog een daguitstap gepland naar de Antwerpse Zoo. Klaarzittend voor een kioskconcert aldaar blijft onze dirigent Werner, die eerder in de morgen een afspraak had met de bisschop, lange weg. Gelukkig was daar de muzikale leider van de Nederlandse concertband uit, jawel, ‘Langeweg’. De brave man helpt ons op weg, onze eigen dirigent pakt later over. De treinrit terug naar Geluwe verloopt ook niet vlekkeloos, want drie van onze ‘schoolmeesters’ eindigen in het station van Roeselare in plaats van Menen. De eind-song is deze keer een ode aan ons lokaal dat, na de overname, in geen al te beste handen is. “Het zwien is het schoonste der beesten…”.
8.Pastoor André zorgt tijdens zijn nieuwjaarstoespraak voor de aanzet van een discussie die bij onze muzikanten gemakkelijk een paar maanden aanhoudt. Het nieuwe jaar 1991 is de start van een nieuw decennium volgens de brave man. “Niets van” zegt de voorzitter, dat was vorig jaar. Met andere woorden: heeft het jaar nul bestaan en zo ja, wanneer was dat dan? Lutje en Ivan zijn druk in de weer met de restauratie van het ‘Zwijntje’ dat ze weer ‘kopziend’ willen maken. Onze ‘Driekoningen’ zijn nog altijd met zes en trekken er weer op uit. Ondertussen repeteert de jeugdharmonie voor een nieuwjaarsconcert dat ze in januari brengen. Het traditionele winterconcert kent meestal geen uitschieters, maar deze keer is daar plots, halfweg het programma, de verschijning van de ‘chef van Langeweg’ die even het dirigeerstokje overneemt.. Dirigent Werner Vandamme briest van kwaadheid achter de coulissen terwijl een paar snoodaards op de scène bijzonder veel moeite hebben om zich serieus te houden. Werner is ondertussen al een tijdje niet meer bij ons, maar die andere twee …. Het blijft opletten want de ene is nu (2008) voorzitter, en dat al sinds vele jaren, en de andere is momenteel dit artikel aan het schrijven.
60
Een lading clowns wordt voor een paar dagen afgezet in het Duitse Monschau en als ze terug zijn verzorgt de harmonie nog een aantal optredens. Vooral bij de straat-parades is de ‘vaandrig’ één der belangrijke pionnen. Robert Crepel doet dit al jaren en we laten er hem uitgebreid over vertellen. ‘Ieder zijn vlagje’ dus. De jeugd trekt er nog even op uit naar het landelijke Leisele en het jaar wordt afgesloten met de toepasselijke song van Dimitri van Toren ‘De dierentuin’.
9. 1992 is een kanteljaar op vele vlakken. Voorzitter Pol wordt opgevolgd door Jaak Lecluyse. Meteen krijgt ons uniform ook een ander kleurtje namelijk grijs en bordeaux en er wordt een muzikaal stapje achteruitgezet. We blijven weliswaar ‘uitmuntend’, maar ‘ere-afdeling’ was blijkbaar een trapje te hoog. Ook de ‘Nacht van Geluwe’ heeft na 22 jaar het tentzeil definitief opgeplooid. “Is er dan nog iets gebleven?” vraagt de nieuwe voorzitter zich terecht af in zijn eerste voorwoordje. Natuurlijk wel, namelijk: het oersterke vertrouwen dat muziek altijd de mensen dichter tot elkaar brengt. Henk Millecamps gaat voor het eerst mee met de ‘Cecilia-nachtridders’ en collega Jef Vanraes is bekommerd om de man. Hij wil voortdurend weten of hij zich wel ‘jeunt’. Het provinciaal tornooi in Tielt is dus, zoals gezegd, geen overdonderend succes. Maar de pers is met een “Moedig Geluwe niet langer in ere-afdeling” vrij mild. De komst van nieuwe uniformen is al langer aangekondigd, maar het mankeren van een nieuwe ‘Nacht van Geluwe’ zou wel eens kunnen zorgen voor een ferm gat in de clubkas. De ‘Dag van ’t Muziek’ eind augustus moet dat probleem oplosssen. Een week later zit de jeugd in het ‘Eksternest’ te Westouter. Dirirgent Werner zal er dus volgend jaar niet meer bij zijn. Zestien jaar heeft de man het beste van zichzelf gegeven voor onze harmonie en het moet gezegd: dat was nogal wat. Guido Timperman, die zelf al 37 jaar muzikant is, vertelt zijn wedervaren met deze en nog veel andere dirigenten. Je herleest het in “Guido….de nederig stille Timperman’. Uitzonderlijk eindigt dit nummer niet met een lied, maar
61
met een terugblik naar 60 jaar vroeger waar tijdens een algemene vergadering in café Jeruzalem (8 mei 1930) bleek dat het er toen ook redelijk onrustig aan toe ging. Het werd gevolgd door een bloeiende periode. Er is dus hoop.
10. We zijn al aan een jubileum toe want nummer 10 is in de maak. Gestart met een nieuwe lei een ‘tabula rasa’ zoals de voorzitter het noemt, waarop alle muzikale en bestuurlijke spinsels kunnen gekrast worden. De ‘Driekoningen’ vinden, na jaren zoeken eindelijk het echte kerstekindje. In de maternitiet te Menen bezoeken ze met veel pracht en praal de pas geboren Evelien, dochter van saxofonist Henk Millecamp. (Het kerstekind is ondertussen een hele dame geworden en ze heeft de plaats van haar vader aan de saxofoonpupiter ingenomen). Hans Lesage heeft als interim-dirigent het winterconcert in goede banen geleid maar nu moet een ‘dirigentencarrousel’ leiden tot de enige echte opvolger van Werner. Het wordt Willy Vanfraechem uit Koksijde. Pascal Poot is ook niet vies van dirigeren, dat heeft hij al genoeg bewezen, en dat doet hij nu nog maar een keer. Hij roept alle collega-gepensioneerden bij zich en maakt er een zelfstandig muziekske van. ‘Skudn & Beevn’ is een feit. Heel even is er paniek als Lutje en Ivan aankondigen dat ze café ‘StBarbara’ gekocht hebben. Onze thuisbasis ’t Zwijntje, die onder hun kundige leiding, stilletjes aan weer de gezellige sfeer van weleer benadert, dreigt opnieuw in ‘decandantie’ te vallen.. Dat kunnen we niet zomaar laten gebeuren en er wordt onmiddellijk ingegrepen. Will Tura’s meezinger ‘Vergeet Barbara’ trekt hen uiteindelijk over de streep. Ze blijven bij ons. Tijdens de grote vakantie wordt door de gebroeders Vandamme het lokaal volledig herschilderd. We lezen:”Hopelijk inspireert het nieuwe kleurtje vele muzikanten om massaal naar de volgende repetities te komen”. De opbrengst van de ‘Muziekdag’ wordt volledig gespendeerd aan nieuwe instrumenten. Eentje ervan is voor nieuwkomer Steven Dierynck. Geld moet altijd geteld worden vooraleer het wordt uitgegeven. Dat doet schatbewaarder Louis Bostyn al jaren feilloos.
62
We willen weten hoe hij het telkens klaarspeelt. In het verhaal ‘De Bostientjes…een ras apart’ wordt het helemaal duidelijk. We zien een autospiegel doorheen de Beselarestraat vliegen… de jeugdharmonie is vertrokken naar Velzeke voor hun weekend. Een zekere Rita zat achter het stuur. Steven Dierynck was de voorbode van een grote groep nieuwelingen. We noteren Steve Penet, Astrid Lecluyse, Ilse Rosé, Koen Leplae, Mieke Logie, Bart en Dries Viskens, Anja Gryson en Riet Vanraes. Nieuwe verhalen voor het volgende boekje dat deze keer niet wordt aangekondigd met een melodietje maar wel met een foto van de voorzitter, vergezeld van een aankondiging in de populaire taal van het moment:
“Het spijt ons vriendelijk, geachte dames en heren, dat wij met dat formidabel fotobeeld van een overvol gelukkige voorzitter, die wederom een van stralen voorziene glimlach op zijn gezicht wist te toveren, moeten afscheid komen te nemen van Uwentwege. Maar daar tegenover maken we van onzentwege de belofte warm om wederom de pen in te kruipen als er, in het komende jaar, dat waarschijnlijk op dit zal volgen, zich van muziek voorziene gelegenheden zouden komen aan te melden. Formidabel, beste mensen, zo kunnen we U met een aan waarschijnlijk grenzende zekerheid melden dat Ceciliaatje 11 nog komt te volgen op dit nummer, waarvan wij durven te verhopen dat U het met veel intensief genot doorbladerd hebt alsook eveneens ter uwe lezing hebt genomen. Tot genoegdoening! 11. Als je zo kan eindigen ben je dus zeker dat er nog iets achter komt. En dat hebben we geweten want twaalf maanden later lezen we gewoon verder:
“De belofte die wij pleegden te doen, vorig jaar op het moment welke we nu ongeveer aangekomen zijn, namelijk het Sint-Cecilia-gebeuren, willen we u niet komen te weerhouden. Er hebben zich inderdaad in het voorbije jaar dat zich nu achter onze rug bevindt, heelwat van muziek voorziene gelegenheden voorgedaan. Het is dan ook niet anders dan formidabel, beste vrienden, dat wij van al die van spanning voorziene vertelsels bericht kunnen laten geworden naar uwentwege. Ook de man van de fotobeelden heeft deze keer zijn best tot het uiterste gedreven om te mikken vanuit alle hoeken en kanten die hij tegenkwam op de door hem bewandelde 63
weg. Toch willen we u op een beleefde wijze bevragen alvorens u het boekje ter uwe lezing neemt, even stil te staan bij de bewoordingen die onze voorzitter wist uit zijn van inkt voorziene pen te sprokkelen. Het eerste nieuws van dit jaar is niet zo goed want dirigent Willy Vanfraechem kijkt nog één keer op zijn horloge en weet hoe laat het is. Na een korte tussenstop alhier, trekt de matroos terug zeewaarts.. Opnieuw is het Hans Lesage die ons uit de muzikale puree helpt. De dirigentenzoektocht waarin onze harmonie een beetje verzeild is geraakt kan het enthousiasme van onze senioren niet temperen. Zij verzorgen met hun ‘pensioen-band’ optredens aan de lopende band. De geestelijke vader van de groep, Pascal Poot heeft alweer met succes een prachtig initiatief uit de grond gestampt. De moeite waard om even op huisbezoek te gaan bij de man met de mozaïeken tuba op de voorgevel. De titel van het verhaal is ook niet mis: “PASCAL…. De muzikale duizendPOOT”. Jeanine en Daniël van ‘De Leiestraat’ verlaten hun café en ‘kind aan huis’ Willem Vanryckeghem neemt enkele van zijn muzikanten mee voor een afscheidsserenade. Een beetje later herkennen we, hoewel zeer goed vermomd als een soort Turk, pastoor André tussen ons driekoningengezelschap. En die mannen gaan mee met de tijd want ze zijn warempel op weg naar de stal met een mobilhome. Een intern onderzoek wil polsen naar de beweegredenen van nietGeluwse muzikanten om hier bij ons te musiceren. We gaan op vragenronde bij Daniël Valcke (Gullegem), Guido Timperman (Vlamertinge), Etienne Leleu (Menen), Frans Cottyn (Wevelgem), Jaak Lecluyse (Langemark), Freddy Lesage (Wervik), Pol Ghekiere (Dadizele), José Vandewalle, Steven Dierynck, Ilse Rosé en Hannelore Withouck (Menen). Allen hebben hun eigen verhaal, maar over één ding zijn ze het roerend eens: ’t is goed bij ons ! In de zomer zijn er ‘Europese verkiezingen’. Het fameuze ‘muzikale stembureau’ is opnieuw op de afspraak. Jaak Lecluyse, Stefaan Volckaert (vervanger van Christian Claeys), Paul en Jan Vandamme, Pol Driessens en Jef Vanraes. Een uitgelezen gezelschap bij wie de ingediende identiteitskaarten van de stemplichtigen niet altijd even veilig zijn. De jeugd trekt op mini-kamp naar Ruiselede en levert nadien
64
zes nieuwe krachten af aan de grote harmonie. Wim Leplae, Tine Vanderlinde, Hannelore Witdouck, Hannelore Lernout en Joke Waignein. Helaas moeten we, naast al die frisse, jonge gezichten ook onverwacht afscheid nemen van Noë Catry. We zullen zijn onnavolgbare lach missen.
12. Voor de realisatie van dit nummer wordt de oude, versleten typmachine vervangen door een iets handiger tekstverwerker. Maar het blijven de muzikanten zelf die zorgen dat er één en ander moet of mag ‘verwerkt’ worden. Op uitnodiging van ‘A Lieta Vita’ is er een volle bus Oekraïners in Geluwe beland. Enkele van die kerels mogen meegenieten van het aan gang zijnde Cecilia-feest. Het kerstverhaal ‘Scrooge’ wordt opgevoerd door ‘TOOG’ en tuba-spelers Pascal Poot, Frans Cottyn, Wim Leplae en voor de gelegenheid Jan Vandamme, verzorgen er een paar muzikale acts. Louis Bostyn zet de voorhamer in het oude, vuile kotje naast de repetitiezaal. Daar moet, in verloop van tijd, iets beters komen. Samen met dirigent Hans Lesage, die deze keer beloofd heeft het maatstokje te blijven hanteren, is bezige bij Daniël Valcke druk in de weer om de jongeman, partituur-gewijs bij te staan waar het kan. ‘Meester’ kent het klappen van de muzikale zweep want hij is al sinds jaar en dag secretaris van onze club. “Daniel Valcke… een rijk gevulde notenbal(c)k(e)” vertelt over het kleine ventje dat zo groot is in de muziekwereld. Winst en verlies in één maand tijd. Hoorniste Lies Depuydt is van Gullegem naar hier verhuisd en vervoegt onze rangen. Hugo Dejonghe, die als ondervoorzitter en later voorzitter een heel stukje van onze geschiedenis hielp schrijven is, na een kortstondige ziekte, overleden. Ook nieuwe gezichten zijn er nu weer met Lore Waignein, Tille Verstraete, Bert Leplae, Ellen Dierynck en Katrien Maesen. Samen met de ingeweken nieuwe ‘Geluwnaren’ Christian Claeys en Robrecht Buseyne helpen ze aan de voortdurende groei. Terwijl de jeugd voor even in Tiegem vertoeft draait postmeester Guido Timperman met succes aan het ‘Rad van Fortuin’. Hij wint er de
65
helft van het VTM-meubilair en enkele van zijn collega-muzikanten verwelkomen hem uiteraard met een serenade.
13. Is deze keer geen ongeluksgetal want de rode draad doorheen het jaar is de viering van het 160-jarig bestaan. Nochtans komen de eerste pennentrekken niet zonder moeite op papier. “De nieuwe speling is immers een fijt en dat skept tog enige tweifel. Gelukkig is er nog een paar maand spelling want pas op 1 september ’97 komt ze offisiëel in voege”. Ook het Ceciliafeest verloopt niet rimpelloos, zeker niet voor de voorzitter die door een kwalijke misstap (of was het een mistrap?) thuiskomt met een zwaar gehavend achterwerk. De dag nadien wordt hij op de toneelvoorstelling van ‘Toog’ extra in de watten gelegd met een superzachte zitplaats. Er hangt precies een donkere wolk boven het jubileumjaar en tijdens het winterconcert is dat zelfs een letterlijke. Tijdens een drumsolo van Astrid gaat plots het licht uit. Maar ook in de duisternis trekt de jonge deerne haar probleemloos uit de ‘slag’ (meer dan één zelfs). Het blijft nog even donker als we de mededeling horen dat Gerard De Deygere, die jarenlang een opmerkelijk bestuurslid was, na een slepende ziekte en een lang gevecht er tegen, overleden is. Voor de nodige opklaringen zorgt Christel Rozé die haar schouders heeft gezet onder het project om van de ‘Dag van het Muziek’ een weekend te maken. Je wordt immers niet alle dagen 160. Het zijn superdagen met een schitterende tentoonstelling die een ‘werk als een paard was’ voor secretaris Paul en het bezoek van twee buitenlandse muziekkorpsen. Met de Oostenrijkers uit St. Mariënkirchen waren er al banden via het ‘A Lieta Vita’ –koor en JeanPierre Buyck gebruikte zijn connecties om de ‘Portugalse’ muzikanten uit Beja tot bij ons te krijgen. Schitterende dagen waren het met o.a. een taptoe op het voetbalveld die alle kanten opkon. Na de festiviteiten bezoeken we onze contactman in Portugal. JeanPierre Buyck is getrouwd met de Portugese Maria Gonçalves. Hij woonde vele jaren aldaar en heeft dus wel iets te vertellen.
66
De jeugd eindigt het werkjaar in Nieuwpoort terwijl Joke Ghekiere en Klaas Catry, samen met ‘terug-van-weggeweest’ Edwig Demey hun donderdagavond-(r)entrée maken. Het was een speciaal en mooi jaar dat weliswaar moeilijk startte en helaas ook ongemakkelijk eindigt. Net voor zijn 55ste verjaardag verliest Hendrik Masschelein de strijd tegen zijn ziekte. Hendrik heeft meer dan zijn sporen nagelaten bij de muzikale levensloop van onze harmonie. Ook zijn vrouw Cecilia Louage was daarbij immer aan zijn zijde. Ze vertelt er ons over in “Cecilia… een naam die klinkt als muziek in de oren”.
14. De nieuwe jaargang begint verrassend. Na een deelname van ons korps aan een ‘Wittekerke’-opname van vorig jaar, is daar plots een acteur van toen die, samen met onze plaatselijke ‘Max’ de donderdagrepetitie onderbreekt en zelf de leiding eventjes overneemt. Het eerste echte ‘nieuwbericht’ komt van de jeugdharmonie die met ‘Nieuws’ als thema een prachtig nieuwjaarsconcert verzorgt. Veel liever zouden we elk jaar ‘Ceciliaatjes’ schrijven zonder overlijdensberichten, maar helaas zal dat ook nu weer niet het geval zijn. Kristian Claeys, die al een tijdje onze trombone-pupiter noodgedwongen verlaten had, verliest op zijn beurt de strijd tegen een aanslepende ziekte. Dirigent Hans geeft te kennen dat hij zijn iets langer oponthoud als muzikale leider nu toch wel graag zou beëindigen. Tijdens de zoektocht naar een nieuwe dirigent dient zich een oude bekende aan, maar dan wel als muzikant. Bijna 40 jaar geleden speelde Roland Eggermont al een korte tijd in de harmonie. Via een serieuze omweg is hij er nu terug. Een babbel waard natuurlijk. En plots is hij daar…: Chris Denys wordt, na de gebruikelijk selectieprocedure, de nieuwe dirigent. Terzelfdertijd nemen we afscheid van ook een bijzonder iemand. Onze kleurrijke pastoor Flipts zal de parochie verlaten. Met het vertrek van Hans moet ook de jeugdharmonie op zoek naar iemand anders. En dat lukt vrij vlot want Donovan Devriendt, zo heet
67
de jongeman, mag al mee op weekend naar Nieuwkerke. Katrien Ghekiere en Ismien Claeys vervoegen de ‘grotemensenharmonie’.
15. Al vele jaren probeert voorzitter Jaak, slagwerker zijnde, een aantal jonge trommelaars klaar te stomen om de straat-optredens te begeleiden. Door het steeds maar wisselend publiek is dat niet eenvoudig. Misschien komt er daar nu een ruggengraat in met de komst van twee volwassen ‘trommelstokken’, namelijk Johan Vanlangendonck en Rik Wyffels. Wervik heeft twee muziekkorpsen maar zelfs dat is nog niet genoeg voor Gerard Mobouck en Joseph Dewitte. Ze willen bij ons komen spelen. De laatste brengt zelfs zoon Peter en dochter Marie mee. Het is al een tijdje dat de samenwerking met de plaatselijke afdeling van de ‘muziekschool’ niet optimaal verloopt. Pol Ghekiere schrijft er een –wat dacht je- ludiek stukje over. Op het einde van de jaarlijkse ‘Muziekdag’ stroomt het water met bakken over de schoolkoer maar dat kan de pret niet bederven… ’t is weeral goed geweest. Donovan trekt met zijn jonge muzikantjes naar Merelbeke en Frederik Van Keirsbilck komt vanuit Menen de slagwerkpupiter aanvullen. Op het einde van het vrij kalme werkjaar is er toch nog even ‘alle hens aan dek’ met een Fedekam-tornooi in Vichte. Na lange afwezigheid willen we ons weer ‘bevestigd’ zien en dat doen we met veel bravoure door West-Vlaams kampioen in 1ste afdeling te worden. Er was nogal wat zenuwachtigheid de dagen voordien en dat vertolkt zich in een verwarde impressie van toen. De schrijver was blijkbaar het noorden kwijt en wist een momentje niet meer van welke parochie hij was. Het is niet altijd goed om in herhaling te vallen, maar voor deze keer maken we toch graag een uitzondering. Oordeel zelf bij het schitterend artikel van toen:
‘Zondag LANDEN we in VICHTE… we gaan er voor KNOKKE dat het er niet DEERLIJK wordt’. Ondanks deze LEUZE van onze chef is niet iedereen gerust in de zaak. Vooral de bestuursleden krijgen regelmatig visioenen over wat er zoal kan gebeuren of mislopen op zo’n dag. Ze zien in gedachten de hoge, DIKKE BUS, die ons moet KOMEN HALEN, VOORDE deur van ’t zwijntje passeren. Zal de chauffeur zich op tijd MELDEN om ons naar ons 68
DOEL te VOEREN? Zal WANNE daar zijn met zijn auto, want er wacht nog BERGEN werk. Zeker met z’n TIENEN moeten we zijn om het slagwerk te laden. Er zijn wel NAMEN genoteerd, maar wie weet zal er niemand van onder MUIZEN? ’t Is genoeg dat er iemand onverwacht ’t FLEURUS krijgt, of door het LINT gaat, of zijn dorst gaat LESSEN en er zijn REET aan veegt. Diegenen die dan overblijven zijn natuurlijk de PEER en zouden het wel eens op d’ EUPEN kunnen krijgen. Je HAREN zouden voor minder ten berge rijzen. En er is nog MEER. Blijkbaar is er bij ‘Fedekam’ geen al te grote WEELDE, want ALLE eigen pupiters moeten mee. Gelukkig moeten diegenen die ze zullen openplooien niet betaald worden PERVYSE. Ook de dirigent wordt, al kan hij het voorlopig goed weg BERGEN, zenuwachtig. De laatste zondagrepetitie bijvoorbeeld is maar een LAUWE bedoening. De beide WERKEN worden nog eens doorgenomen, maar ’t lukt niet zo goed en de chef gaat op zoek naar de valsspeler. Je hoort hem luidop denken: “WACHTEBEKE…VINKEM, die kerel met zijn VREMDE klanken, dan GOOIK hem buiten en mag hij voor mijn part in DE PANNE gebraden worden”. Dan meen je hem plots te horen: “KEIEM”, maar dat is niet waar, want dat is het muziekkorps met de rode vesten dat juist voor ons zal spelen volgende zondag. Chris beweert trouwens dat hij nog altijd goed slaapt, maar we geloven hem niet. We kunnen ons best fragmenten uit zijn dromen van deze week voorstellen. Ze KOMEN wellicht allemaal op hetzelfde neer: “Hoe zullen mijn muzikanten het er zondag vanaf brengen?”. DAMME goed voorbereid zijn staat als een PAAL boven water. We gaan inderdaad niet over één nacht ijs, maar er kunnen altijd WAKKEN zijn… wat kan er zoal mislopen? LEEST iedereen goed zijn partituren? KOMEN er geen MALLE muzikanten op het podium die niet willen wachten op de BELLE van de jury om te beginnen? Zullen de kopers het orgelpunt op het einde van ‘Twins’ lang genoeg aanhouden, ook al wordt er goed op voorhand ‘REKKEM’ geroepen? Zegt er plots niemand, bij een moeilijk fragment ‘KANNE k’ik da nie!’? Zullen de ongetwijfeld talrijke toehoorders na afloop niet BOE ZINGE? En als het eerste LUIK dan toch goed is, MENEN de muzikanten misschien wel dat de rest vanzelf zal KOMEN. Tenslotte, als de jury al LANKLAAR is en HOTTON blijkt dat we kampioen zijn… dan gaat er uiteindelijk wel een NIEUWPOORT open, maar misschien is het maar een KORTRIJK. 69
Daartegenover mag positief dromen ook. Bij een eventuele overwinning gaan we er zeker één op drinken. ’t Mag WIEZE, HAACHT, HOEGAARDEN, WESTMALLE, ORVAL, TONGERLO, Christal ALKEN of zelfs sas BOEZINGE zijn, smaken zal het ! Uiteraard zal er dan een BOOM opgezet worden in café ’t Zwijntje dat in de namiddag best zou kunnen veranderen in een BIERBEEK en een BLAASVELD. We horen Lutje al roepen naar Ivan: “m’EINE gene drank meer”. Maar die HARINGE zal zeker niet braden want we weten nu al dat de patron zijn stem zal HEFFE en antwoorden: “AALTER dan, maar ik moet nu naar de voetbal want GELUWE speelt thuis!”. En waar eindigt de brave muzikant dan na zo’n weekje vol stress en spanning met een dergelijk feestje als orgelpunt?...... hij LICHTERVELDE !!! Als we de ‘nieuwe lichting’ muzikanten van dit jaar bekijken zien we, met Tom Galloo, Frederik Flament, Heleen Leleu, Tine Vandevelde, Fien Cottyn en Elien Vangheluwe, dat de meisjes in de meerderheid zijn. Dat is een trend die zich al enkele jaren doorzet. Het is ooit anders geweest. We moeten heel ver terug gaan om de eerste vrouwelijke muzikante terug te vinden. En we moeten ook ver rijden om Mieke Driessens te vinden want ze woont nu in Zichem. Maar het is de lange rit waard, want met haar ‘Splinters uit een Ceciliaans verleden’ weet ze menig lezer te boeien.
16. Het volgende jaar staat in het teken van de ‘verbouwingen’. Café ’t Zwijntje wordt grondig gerenoveerd en van de vele grondwerken die er aan te pas komen maken we gebruik om ook onze repetitiezaal eens deftig aan te pakken. De ‘stielmannen’ onder ons doen schitterend werk. In die periode wijken we noodgedwongen zelfs even uit naar de bovenzaal van de ‘Werkerskring’. Nu pas beseffen we, hoe ‘rijk’ we zijn met onze eigen repetitieruimte. ‘Odette van den Anker’ zal haar café op de ‘platze’ niet meer renoveren… ze stopt er mee. Muzikanten waren daar altijd meer dan welkom. De immer welgezinde dame heeft een afscheidsserenade verdiend.
70
De ‘Provinciale titel’ van vorig jaar heeft nog naweeën want nu moeten we onze gouw vertegenwoordigen in het nationaal kampioenschap in Leuven.. Voor één keer zorgt een te groot aantal muzikanten voor moeilijkheden want de overvolle bus geraakt de glibberige helling naar het Lemmensinstituut niet op. Afstappen dus. De uitslag mocht er best zijn. We werden net geen kampioen. Alleen het enige andere korps in onze categorie (Wuustwezel) eindgt voor ons. Voor de jeugdharmonie is het een topjaar want de traditionele weekend-uitstap wordt uitgebreid tot een 10-daagse reis naar de Tarn in Zuid-Frankrijk. Frederik Van Keirsbilck vertelt er (ongeveer) alles over. Maar ook de ‘grote jongens’ hebben de buitenlandse lucht gesnoven want een maand later vertrekt de harmonie op tegenbezoek naar het Oostenrijkse St-Marienkirchen. Het is niet gemakkelijk dit jaar om alle verhalen in één boekje te krijgen. Alleen de nieuwe muzikantjes: Sofie Pinoy, Nelle Dierynck, Saartje Delaere, Helder Maertens, Nel Deschildere, Nele Lernou, Jolien Nayaert en Nele Maesen kunnen er nog net bij.
17. “Het jaar 2000 is in die zin speciaal dat het drie nullen telt, dat het bovendien een schrikkeljaar is en dat het tevens het laatste is van de 20ste eeuw”. Zo leidt onze voorzitter de nieuwe jaargang in. Het ‘Ceciliaatje’ zelf trekt zich daar niks van aan en levert gewoon een nieuwe editie af, na nummer 16 en voor nummer 18, maar ‘t mag er opnieuw best zijn. Onze senioren kennen een topjaar. Met z’n dertienen zijn ze nu en ze hollen, onder hun strooien zomerhoedjes, van het ene optreden naar het andere. De mooie foto-reportage is een blikvanger. Overal ook zijn andere kleine groepjes muzikanten druk in de weer. Niet minder dan 10 jeugdmuzikanten trekken naar Brugge voor de jaarlijkse Play-In. Een beetje later zien we een delegatie van die jonge gasten door de straten van Watou marcheren t.g.v. ‘De 5 werken van het Jeugdmuziek’, een verrassingsreis georganiseerd door Pol Driessens, Bart Durnez, Steven Dierynck en Bart Vanderhaeghe. En in het idyllische ‘Congobos’ zorgen de koperblazers voor zomerse klanken tijdens de ‘Molenhoekfeesten’. De harmonie is op zoek naar een nieuwe vaandrig. Piet Catry is een ernstig kandidaat, maar aangezien het gaat om een vaste betrekking
71
volgen een aantal strenge selectieproeven. Hij slaagt met ‘vlag en wimpel’. Stokken vliegen in het rond op de speelplaats van de jongensschool en een ingewikkelde constructie komt tot stand. Jef en Jan (elk jaar laten die twee zich minstens nog één keer opmerken als komisch ereleden-duo) hebben warempel twee tentjes in elkaar geflanst voor de Dag van ’t Muziek. Er zijn niet minder dan 8 foto’s nodig om hun ingewikkelde werkwijze te illustreren. Een goed glas ‘picon’ kan de pijn verzachten, maar hij smaakt deze keer, volgens Klaas Catry althans, niet zo goed. En er zijn nog opmerkelijke figuren die best eens een schijnwerper verdienen. Deze keer wordt bestuurslid Willem Vanryckeghem ten huize bezocht voor een fijne babbel. Na Zuid-Frankrijk doet de jeugd het iets soberder. Ze trekken opnieuw naar Nieuwpoort. Veel vroeger, in de beginjaren van het ‘Jeugdmuziek’, trokken ze er ook al op uit voor een meerdaagse trip. Jean-Marie Vanderhaeghe, die toen mede-organisator was, vertelt over de tweedaagse uitstap naar het Franse Arras op 19 en 20 juli 1969. Tom Dewitte , Hanne Dierynck en Yussel Hauspie vervoegen onze rangen, zodat het jaar met een gerust gemoed kan afgesloten worden.
18. De harmonie bestaat 165 jaar en dat zal iedereen geweten hebben. Onze jongerengroep kende de laatste jaren een klein muzikaal ‘dipje’ maar nu zijn ze er weer helemaal boven op met een prima nieuwjaarconcert als bewijs. ‘Amerika’ is het thema. Ook terug van weggeweest is het geheimzinnig zomerfeestje, opgezet door een paar mysterieuze muzikanten. De vroegere ‘Barbecue-toestanden’ liggen nog vers in het geheugen en de nieuwe zoektocht leidt ons deze keer naar de hofstede van Ignace Dobbels. Het ene feestje na het andere dus, maar dan is het plots gedaan met vrolijk te zijn …. Op het einde van de zomervakantie verongelukt onze Tine Vanderlinde. Haar jonge collega’s trekken zich verweest terug op hun voorziene weekendplaats ‘Het Rokken’ te Roeselare, maar er is alleen verdriet en machteloosheid. Een weekje later vergezellen we met z’n allen Tine naar haar laatste rustplaats. Het zijn heel droeve klanken die uit de instrumenten komen. Op hetzelfde moment wordt André Flipts, onze vroegere proost, in
72
Roeselare ten grave gedragen. Ondanks zijn bescheiden functie bij ons was hij een graag gezien gezelschap. Muzikanten zijn doorgaans sterke figuren, maar een dag zoals die 8ste september is er voor iedereen teveel aan. De jeugdharmonie is door elkaar geschud maar toch moeten ze verder. Er zijn zelfs een paar wisselingen in de maak. Bart Durnez zal voortaan het leiderschap van de werkgroep overnemen van Pol Driessens en Astrid Lecluyse neemt het muzikale gedeelte voor haar rekening. Onze voorzitter broedt al lang op een idee voor een groots spektakel en dat zit er nu aan te komen. ‘Music’ zal het heten, en het wordt een muzikaal geheel met drie koren uit Halluin, Villeneuve d’Ascq en ons eigen ‘A Lieta Vita’ die samen onze harmonie zullen omringen tijdens onze 165ste verjaardag. We hebben al veel mensen met een bezoekje vereerd, maar nu wordt het wel meer dan tijd om eens te luisteren naar het verhaal van voorzitter Jaak vooraleer het jaar af te sluiten.
19. ‘MUSIC’, het internationaal project dat al een première kende in Halluin, is uiteraard het hoogtepunt van dit jubileumjaar. Een schitterend moment dat, voor wie het mocht meemaken, niet meer te vergeten is. Ondertussen laat de nieuwe dirigente van de jeugdharmonie duidelijk een frisse wind doorheen de jonge muzikale rangen waaien. Een heel gesmaakt lenteconcert o.l.v. Astrid is het beste bewijs daarvan. De helft van Geluwe werd al bezocht om een ‘klapke’ te doen over onze harmonie, maar de dichtste buren nog niet. Dat moet nu maar eens gebeuren. Julliette en Georges uit de Beselarestraat nummer 27, net naast het ‘Zwijntje’ zijn bovenstebeste mensen die ons ‘muziek’ heel graag zien en horen. De jeugd zoekt nog maar een keer de westhoek op en trekt deze keer richting Houtem bij Veurne. Vijf nieuwe muzikanten helpen de toekomst verzekeren: Saartje Delaere, Nele Maesen, Bart Durnez junior, Nele Lernou en Jolien Nayaert. 20. De 20ste jaargang al en uiteraard opnieuw de vaste rubrieken, maar toch heeft elk jaar zijn extraatjes, genoeg om er weer iets spannends van te maken. En spannend wordt
73
het zeker want we gaan, na vele jaren discussies tussen ‘voor’ en ‘tegen’, opnieuw naar het ‘Provinciaal Tornooi’. Dat gebeurt deze keer vlak bij de deur, namelijk te Menen. We worden er opgenomen, zij het met de hakken over de sloot, in de afdeling ‘uitmuntendheid’. Iedereen is tevreden, vooral dat het voorbij is. Lang wordt er niet gefeest want de dag nadien verliezen we een boegbeeld van onze harmonie. Pascal Poot heeft ons, na een lange ziekteperiode, verlaten. De man komt nagenoeg in elk ‘Ceciliaatje’ aan bod met één of ander muzikaal project. En alles wat hij aanpakte lukte. Zo maken z’er niet veel meer. Al een tijdje heeft ‘en skoon koppel musiciens’ zijn intrede gedaan bij onze harmonie. Wervikanen Gerard Mobouck en Joseph Dewitte willen blijkbaar de drie Wervikse muzieken proberen vooraleer een definitieve keuze te maken. Daar willen we het fijne van weten. Bert Vanderlinde, Lowie Vaneeckhout en Tine Volckaert hebben al beslist en blijven bij ons. Ze mogen ook mee op het 5-daagse jeugdkamp naar De Pinte.
21. Bij het begin van dit jaar telt onze voorzitter niet minder dan 113 leden in zijn vereniging, netjes verdeeld in 4 compartimenten: Harmonie+trommelkorps, Jeugdharmonie, Skudn & Beevn en Bestuur. We staan dus, kwantitatief in elk geval, vrij sterk. En we beleven al vrij vlug een uniek moment want tijdens de jaarlijkse Cecilia-viering ontwaren we bij de ‘gedecoreerden’ voor het eerst twee vrouwelijke muzikanten. We hadden het er al over dat de harmonie vroeger voornamelijk een mannen-aangelegenheid was. Maar die tijd is al lang voorbij want nu toeven er niet minder dan 39 ‘meisjes’ in het korps. Twee daarvan, namelijk Christine Vanryckeghem en Lieve Deltour, zelfs al 25 jaar lang. Ook een tijdje geleden was het dat niet-muzikanten deel uitmaakten van het bestuur. Daar komt nu verandering in want Johan Goemaere en Patrick Rozé hebben aanvaard om de beleidsploeg te verstevigen. We hebben met beide heren een interessante babbel. Pol Ghekiere, die geregeld zorgt voor een merkwaardige bijdrage, heeft het deze keer over het nog niet helemaal verteerde muziektornooi van verleden jaar te Menen. De jeugd opent tijdelijk
74
een reisbureau tijdens hun lenteconcert, de ‘muzikale clowns’ halen nog eens hun stofferige partituren boven als de plaatselijke Gezinsbond de ‘Internationale dag van het gezin’ viert. Een paar pientere geesten openen tijdens de verkiezingen in juni met succes een heus STEMmig café in ‘Ter Linde’ en de komkommertijd van de vakantieperiode zorgt nog voor meer stemming tijdens een heus ‘komkommerfeest’ op hoeve ‘De Witte Poorte’. Ook de traditionele ‘Dag van ’t Muziek’ wordt deze keer een ‘specialleke’ want Christel Rozé en Lieve Deltour hebben alles in het werk gesteld om de Oostenrijkse vrienden uit St. Marienkirchen hier naartoe te krijgen en het lukt hen nog wel ook zeker. Dat het plezant toeven is bij ons bewijzen de grote groep nieuwe gezichten: Bieke Berghman, Iris Vancompernolle, Sien Vanlangendonck, Cynthia Ghekiere, Kasper Vaneeckhout, Desiré Koopman, Sam Lernou, Hanne Degrande, Mathieu en Thibault Degrande, Nele Scheirlynck en Lies Lecluyse.
22. Het ‘Ceciliaatje’ betracht altijd een leuke bijdrage te zijn die zorgt voor een paar uur amusement bij de lezer. Voor het samenstellen van deze 22ste editie ligt het echter heel wat moeilijker om ‘de plezante uit te hangen’. Het voorbije jaar hebben we immers afscheid moeten nemen van vijf mensen die heel dicht bij ons waren . Een harde realiteit die met geen enkel muziekstuk te verzachten is. Lomme Desmet, Remi Driessens, Vital Poot, Louis Bostyn en Willem Vanryckeghem nemen allemaal een droevig plaatsje in, in ons dagboek van dit jaar. Maar het muzikale leven gaat verder en het begint met ‘nachtleven’. Jan Vandamme zal dit jaar voor de 35ste keer proberen de ‘Cecilianacht’ te trotseren. Sedert enkele jaren heeft hij de niet onbelangrijke functie van ‘opper-nachtuilder’ overgenomen van Pascal Poot en in die hoedanigheid probeert hij de deelnemers aan de jaarlijkse overlevingstocht bij mekaar te houden. Als ‘Rechtvaardige rechters’ slagen de jeugdmuzikanten er in om het voorjaar op te vrolijken en de zomer die volgt doet ons altijd terugdenken aan de fameuze ‘Barbecue-festijnen’ van weleer. Alhoewel er altijd een zweem van geheimzinnigheid hing rond de organisatoren is
75
algemeen bekend dat Willy Vanneste de bezieler was van het gebeuren. Hij was trouwens de ‘motor’ achter heel veel activiteiten. Meer dan de moeite waard om de man eens op te zoeken. “Kajotter, kleermaker, schutter, biljarter, tuinliefhebber, ACW’er, kok, duivenmelker, politieker, pijpenroker, bestuurslid hier en daar…..overal gaf hij van zichzelf het beste : wie anders dan Willy Vanneste !”. Een lange titel voor een lang maar boeiend verhaal.. De jeugd sluit het werkjaar af in Tiegem en wij hier terplaatse.
23. Als je vijf jaar geleden een 165ste verjaardag viert kan je niet anders dan nu de 170 in de kijker te zetten. En dat gebeurt ook met een ongeëvenaarde ‘Ceciliaparade’, een productie in nauwe samenwerking met toneelgilde ‘TOOG’. Maar het nieuwe feestjaar begint met een valse noot. De relatie met dirigent Chris Denys is enigszins gekoeld en via de gebruikelijke zoektocht en een tussentijdse depannage van Astrid, verwelkomen we Peter Bruneel als nieuwe dirigent. De twintigste al, zo blijkt uit een grasduinen in het archief van secretaris Paul. Een andere Pol, onze occasionele rubriekschrijver, droomt van zijn pensioen en de toetrede tot ons seniorenorkest. “Als ik een gepensioneerde vlieg was ….”. Enkele rare ‘Quick-stepsujetten’ worden gesignaleerd op Noord-Franse binnenwegen. Het zijn van de onzen die een muzikale bijdrage leveren op de kasseien van Parijs-Roubaix. Over de 170 jaar die voorbij zijn heeft Jozef Eeckhout die, samen met zijn kompaan Albert Vandamme, lid werd in 1930 nogal wat te vertellen. Achtenzeventig jaar muzikaliteit, vervat in 10 bladzijden. 24. Verjaardagen zijn er om ‘gevierd’ of ‘herdacht’ te worden. Deze keer is het de 90ste verjaardag van het einde van ‘Den Grooten Oorlog’. Voor onze harmonie is het hoogtepunt dan ook de hereniging met mensen uit Gooik, waar toendertijd vele Geluwnaren hun toevlucht vonden. Ook het tegenbezoek naar het Oostenrijkse St.Marienkirchen is uiteraard een topper.
76
‘Geluwe leeft!’, dat is ook duidelijk tijdens het dorpsfeest in het najaar. Ons unieke muzikale verhaal stopt voorlopig bij dit 25ste ‘Ceciliaatje’ dat je zojuist ter lezing hebt genomen. Al meermaals drukten we de wens uit dat aan deze verhaallijn nooit een einde zou geschreven worden en die hoop blijven we uiteraard koesteren. Wellicht rolt er volgend jaar gewoon een nieuw exemplaar uit de copiemachine met misschien een andere aanpak, gegarandeerd gestoffeerd met nieuwe ideeën en heel zeker met meer geavanceerde technieken. Eén ervan is zelfs nu al in de maak, want Bart Vanderhaeghe meldt ons dat er, kort na de geboorte van zijn zoontje Viktor, ook een nieuwe website van de harmonie in het leven is geroepen luisterend naar de naam: harmonie.geluwe.be Misschien wordt dit wel de opvolger van de reeks ‘Ceciliaatjes’, want je kan er nu al terecht voor informatie i.v.m. voorbije maar ook toekomstige activiteiten. Er is een kalender, je kan er verzuchtingen kwijt (
[email protected]) en er komen ook foto’s in de meest mooie kleuren. Ook voor de laatste ‘weetjes’ ben je er op de juiste plaats. Eentje daarvan is zelfs nog warm als we dit hier schrijven, namelijk: het aanstellen van onze Astrid Lecluyse tot voorzitter van ‘Jeugd & Muziek’ afdeling Menen. Ook vernemen we, langs deze weg dat saxofonist Koen Leplae op 9 november in het huwelijk treedt met Hoorniste Lies Breyne. En een klein beetje later, namelijk op 27 december e.k., zal Aaron Eggermont, die sinds een maand onze jeugdharmonie probeert in goede muzikale banen te leiden, ook de jongeren van Aalbeke overnemen van ‘oude bekende’ Werner Vandamme. Er is bovendien nog meer talent in zicht want Anton Lesage heeft een feilloze toelatingsproef aan het Gentse conservatorium bijeen getrompetterd. We wensen hem alle succes toe. Als dat allemaal geen mooie afsluiters zijn !
77
Onze vereniging blijft dus ‘in beeld’ op de één of andere manier, dat kunnen en willen we nu al garanderen. Onder welke vorm het ook zal zijn, we zullen de knoop ontwarren en zorgen dat iedereen op de hoogte blijft van onze muzikale capriolen.
Bij het typen van de laatste regels constateer ik dat de fameuze ‘webcam’ min of meer op de juiste plek is komen te staan, maar t’is helaas te laat, Sint-Cecilia heeft de verbinding al onderbroken. Het gaat jullie goed ! Jan Vandamme _____________________________________
78