1. Signaalwoorden In de volgende zinnen staan onderstreepte signaalwoorden. Geef aan welk verband ermee wordt bedoeld.
Stem op Password-boekentrailer Twee groepen studenten van het Grafisch Lyceum in Utrecht hebben een boekentrailer gemaakt bij de nieuwste thriller van Mirjam Mous Password die nu in de winkel ligt. Bekijk ze allebei op facebook.com/youngadultboeken (...) Mick treft zijn beste en enige vriend Jerro bewusteloos aan op zijn slaapkamer. Hij laat een ziekenwagen komen. Van het ambulancepersoneel mag hij niet meerijden, dus haast hij zich op de fiets naar het ziekenhuis. Maar als hij bij de balie naar Jerro Prins informeert, krijgt hij te horen dat er niemand met die naam is binnengebracht. Stefan wordt na schooltijd opgewacht door een onbekende man. Hij vertrouwt het niet en gaat ervandoor, terwijl hij wanhopig probeert om de achtervolger af te schudden. De levens van de drie jongens raken onlosmakelijk met elkaar verweven. Vreemde gebeurtenissen volgen elkaar op en Jerro en Stefan lopen groot gevaar. Zal het Mick lukken om hen tijdig te redden? Bron: sevendays.nl/artikel/186899
nu
...................................................................................
dus
...................................................................................
maar
...................................................................................
als
...................................................................................
na
...................................................................................
en
...................................................................................
terwijl
...................................................................................
Uit het boek: Het ziekenhuisgebouw bestond uit grijze stenen en heel veel glas. Mick ontweek een man met krukken en haastte zich naar de informatiebalie. Er zat een vrouw achter een computerscherm. In haar rechtervoortand fonkelde een diamantje. 'Hallo,' zei ze. 'Kan ik je helpen?' 'Mijn vriend is net met de ziekenwagen hierheen gebracht.' Mick was nog buiten adem van het fietsen. 'Jerro Prins. Ik wil graag weten hoe het met hem is.' 'Hmmm.' Ze deed iets op de computer. 'Jerro Prins, zei je?' 'Ja.' Mick knikte er zijn hoofd bijna af. 'Het spijt me, maar er is niemand binnengebracht die zo heet.' Bron: bruna.nl/boeken/password-9789000302598?Alternative=d NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
1
2. Signaalwoorden. In de volgende zinnen staan onderstreepte signaalwoorden. Geef aan welk verband ermee wordt bedoeld.
Varkens gamen binnenkort ook WAGENINGEN - Een computerspelletje spelen met varkens. Binnenkort kan het misschien. Ontwerpers en onderzoekers van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) en Wageningen UR ontwikkelen de komende tijd een game die mensen samen met varkens kunnen spelen. Dat hebben de twee partijen woensdag bekendgemaakt. Voor het spelletje Pig Chase zijn een iPad en een groot beeldscherm nodig. De menselijke speler kan door middel van zijn iPad een lichtbal over het scherm laten bewegen. Hij moet daarmee de aandacht van het varken proberen te trekken, zodat het beest de bal met zijn snuit achtervolgt. De mens moet vervolgens proberen het gamende varken langs andere punten op het scherm te leiden, wat weer leidt tot een grote lichtshow. De initiatiefnemers ontwikkelen het spel niet voor de lol, maar willen ook een bijdrage leveren aan het dierenwelzijn. Varkens hebben namelijk een grote behoefte om te spelen. Als ze dat kunnen doen, nemen verveling en agressie af. Of het spel varkens ook echt afleiding biedt, is nu overigens nog niet bekend. Bron: telegraaf.nl, wo 14 dec 2011, 12:44
binnenkort
....................................................................................
en
....................................................................................
voor
....................................................................................
door middel van
....................................................................................
daarmee
....................................................................................
zodat
....................................................................................
vervolgens
....................................................................................
maar
....................................................................................
ook
....................................................................................
als
....................................................................................
nu
....................................................................................
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
2
3. Signaalwoorden. In de volgende zinnen staan onderstreepte signaalwoorden. Geef aan welk verband ermee wordt bedoeld.
Thea Beckman Geboortedatum: 23 juli 1923-5 mei 2004 Biografie Toen Thea Beckman jong was, was het vanzelfsprekend dat meisjes meehielpen in de huishouding. Studeren was er voor haar niet bij. Zelf wilde ze het liefst schrijfster worden, of ontdekkingsreiziger. Ze haalde het mulodiploma en had een aantal kantoorbaantjes. Ze trouwde in 1945 en kreeg drie kinderen. Ze begon al in 1947 met schrijven: verhalen in jeugdtijdschriften en journalistieke stukjes in kranten. In 1957 verscheen haar eerste boek, maar pas toen haar kinderen groot waren, kon ze echt tijd besteden aan het schrijven van boeken. Tussen 1970 en 2000 is er bijna elk jaar een boek van haar verschenen. Ze had toen ook tijd om te studeren. Eerst volgde ze in de avonduren een atheneumopleiding en in 1981 studeerde ze in Utrecht af in de sociale psychologie. Ook reisde ze veel. Toen
...................................................................................
of
...................................................................................
en
...................................................................................
1945
...................................................................................
al
...................................................................................
eerste
...................................................................................
maar
...................................................................................
pas toen
...................................................................................
tussen
...................................................................................
elk
...................................................................................
toen
...................................................................................
om
...................................................................................
eerst
...................................................................................
ook
...................................................................................
Meer informatie over Thea Beckman Thea Beckman is vooral bekend geworden om haar dikke historische romans, waarin ze veel informatie geeft over historische gebeurtenissen en het leven in die tijd. Deze romans spelen zich af tussen 1145 en 1723, vaak in Nederland of Frankrijk. Haar eerste historische romans beschreven mensen van eenvoudige komaf die meegesleurd worden door grote historische gebeurtenissen zoals oorlogen, kruistochten of belegeringen. Bron: kjoek.nl/schrijvers.php?schrijversid=a991b45424d277b6a67
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
3
4. Signaalwoorden. In de volgende zinnen staan onderstreepte signaalwoorden. Geef aan welk verband ermee wordt bedoeld. 1.
Het is hier heel mooi maar heel duur....................................................
2.
Iedere stad is anders en heeft zijn eigen bezienswaardigheden. ...............
3.
Wij gaan de kerk bekijken omdat het in de zon snikheet is.. ....................
4.
Wil je een chocolade ijsje of een vanille ijsje ? .......................................
5.
Let goed op de uitleg van de gids dan kan je het navertellen. ..................
6.
Je moet het daarvoor wel goed kunnen onthouden.................................
7.
Mijn zusje wil later zeker ook deze stad bezoeken.. ................................
8.
Na de lange wandeling besluiten wij uiteindelijk te stoppen voor een ijsje. ......................................................................................................
9.
Vaak kan ik goed meekomen, maar in die hitte vind ik het zwaar. ............
10.
Ik heb een fles water en ook een parasol bij me. ...................................
11.
Mijn zonnehoed ben ik verloren doordat ik onvoorzichtig was. .................
12.
Ik had hem vastgebonden door middel van een touwtje onder mijn kin. ...
13.
In vergelijking met een petje waait hij dan niet zo snel af. ......................
14.
Meestal gaat het goed, mits het niet te hard waait. ................................
15.
Blijkbaar zat het touwtje niet goed vast, want de hoed vloog ineens weg. . ......................................................................................................
16.
Terwijl ik er achteraan rende, bleef iedereen staan wachten.. ..................
17.
Neem nou mijn zus, die ging zelfs in de schaduw zitten! .........................
18.
Wij gingen gauw een café in zodra ik mij hoed terug had. .......................
19.
Wij namen allemaal eerst een glas water en daarna een frisdrank. ........... ......................................................................................................
20.
Hoewel het zo warm was, hebben wij toch genoten ................................
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
4
5. Signaalwoorden. In de volgende zinnen staan onderstreepte signaalwoorden. Geef aan welk verband ermee wordt bedoeld. De jongens vertrokken ’s ochtends vroeg, om op tijd op hun visplek te komen. Hoewel zij geen racefietsen hadden, schoten zij goed op. Het regende en waaide niet, waardoor zij goed konden doortrappen. Toen zij uiteindelijk bij het kanaal kwamen verwachtten zij rustig te kunnen gaan vissen, zij zagen echter dat er al iemand aan het vissen was en op hun lievelingsplekje zat. Omdat zij hiervan baalden, maakten de jongens veel geluid bij het wegzetten van hun fietsen. Hierdoor zouden zij de vissen verjagen. Daarna maakten zij ook veel lawaai bij het uitpakken van hun visgerei. Maar de sufferds vergaten dat zij dus ook de vissen verjaagden die zij zelf wilden vangen! Nadat zij een poos zonder succes hadden gevist, kwamen zij tot de conclusie dat zij deze dag niets zouden vangen en dat zij dus beter hun boeltje weer in konden pakken. om
.....................................................................
hoewel
.....................................................................
waardoor
.....................................................................
toen
.....................................................................
uiteindelijk
.....................................................................
echter
.....................................................................
omdat
.....................................................................
hierdoor
.....................................................................
daarna
.....................................................................
ook
.....................................................................
maar
.....................................................................
dus
.....................................................................
ook
.....................................................................
nadat
.....................................................................
conclusie
.....................................................................
dus
.....................................................................
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
5
6. Signaalwoorden. In de volgende zinnen staan onderstreepte signaalwoorden. Geef aan welk verband ermee wordt bedoeld. Een mindmap is een tekening van wat je moet leren, bijvoorbeeld voor een proefwerk. Het is een eenvoudig middel dat jou helpt om beter te onthouden. De oorzaak hiervan is, dat je linker en rechter hersenhelft beter samenwerken als je een plaatje aan woorden verbindt dan wanneer je alleen met woorden een samenvatting maakt. Je linker hersenhelft is vooral dol op taal, rekenen, analyseren enzovoort. Die hersenhelft gebruik je vooral op school, maar dan gebruik je dus maar de helft van je hersenen. Je rechter hersenhelft is creatief, houdt van beelden, kleuren, grote verbanden, dromen enz. Wanneer je een mindmap maakt, gebruik je je linker én je rechter hersenhelft. Dat betekent dat dat veel meer oplevert. bijvoorbeeld
..........................................................................
om
..........................................................................
de oorzaak hiervan is
..........................................................................
als
..........................................................................
enzovoort
..........................................................................
maar
..........................................................................
dus
..........................................................................
wanneer
..........................................................................
dat betekent dat
..........................................................................
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
6
7. Signaalwoorden In de volgende zinnen zijn signaalwoorden weggehaald. Vul de ontbrekende signaalwoorden in.
Mobiele telefoon Een mobiele telefoon, ............................. wel mobiel(tje) genoemd, is een apparaat waarmee men draadloos kan telefoneren, met behulp van een netwerk van antennes. Mobiele telefoons maken gebruik van radiogolven en van telefooncentrales ........................ binnen een bepaalde regio communicatie tussen de gebruikers mogelijk te maken. De .................... generaties maakten gebruik van analoge modulatie, latere van digitale (GSM en UMTS). Dit kan ....................... op een openbaar als een privénetwerk. Een ............ van een privé- (ofwel gesloten) netwerk is het C2000-netwerk voor de hulpverleningsdiensten in Nederland of Astrid in België. De term mobiele telefoon omvat niet de zogenaamde draadloze telefoons die gekoppeld zijn aan een vaste telefoonaansluiting, en die alleen gebruikt kunnen worden binnen een straal van honderd meter van het basisstation. ...................radiofrequenties te gebruiken voor mobiele telefonie is in Nederland een vergunning van het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken noodzakelijk. Mobiele telefoons moeten door dit agentschap (of een vergelijkbare instantie in een ander EU-land) worden goedgekeurd. Een mobiele telefoon weegt tegenwoordig (2010) vaak minder dan 100 gram. Meer geavanceerde toestellen worden smartphones genoemd; deze wegen vaak tussen de 100 en 200 gram. In 2010 werden er 1,4 miljard mobiele telefoons verkocht.[1] In 2011 was 65% van de verkochte telefoons een smartphone.[2] Bron (bewerkt): nl.wikipedia.org/wiki/Mobiele_telefoon
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
7
8. Signaalwoorden In de volgende zinnen zijn signaalwoorden weggehaald. Vul de ontbrekende signaalwoorden in. Kun je ook het verband aangeven?
Ice Pilots Yellowknife in Noord-Canada is de toegangspoort tot een afgelegen deel van de wereld en ................... moet de luchthaven onder alle weersomstandigheden open blijven. Voor een groot deel van het jaar kampt de regio ...................... met enorme sneeuwval en temperaturen tot 60 graden onder nul. Onder deze extreme omstandigheden doen Buffalo Joe McBryan ............ zijn piloten hun werk. Ze maken het zichzelf niet makkelijk door met toestellen te vliegen die andere maatschappijen allang zouden hebben afgeschreven; de meeste vliegtuigen van Buffalo Airways dateren nog uit de Tweede Wereldoorlog. In ‘Ice Pilots’ volgen we hoe deze moedige piloten het koude weer trotseren ....................... afgelegen gemeenschappen in Canada te bevoorraden. Kijk mee hoe het team enkele Canadair-blusvliegtuigen gaat afleveren bij nieuwe eigenaars in Turkije. Er is ......................... een probleem. De toestellen zijn niet geschikt om in de winter over grote watervlaktes te vliegen. Kunnen ze in een ijzige winter de tocht over de Atlantische Oceaan volbrengen? Bron: yourdiscovery.com/nl/web/Ice-Pilots/
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
8
Antwoorden Oefening 1 Stem op Password-boekentrailer nu volgorde in tijd .............................................................. dus conclusie ...................................................................... maar tegenstelling ................................................................. als volgorde in tijd (wanneer) ............................................... na volgorde in tijd .............................................................. en opsomming ................................................................... terwijl volgorde in tijd (tegelijkertijd!) ........................................ Antwoorden Oefening 2 Een computerspelletje spelen met varkens binnenkort volgorde in tijd .............................................................. en opsomming ................................................................... voor doel-middel ................................................................... door middel van doel-middel ................................................................... daarmee doel-middel ................................................................... zodat oorzaak-gevolg .............................................................. vervolgens volgorde in tijd .............................................................. maar tegenstelling ................................................................. ook opsomming ................................................................... als voorwaarde ................................................................... nu volgorde in tijd .............................................................. Antwoorden Oefening 3 Thea Beckman Toen volgorde in tijd .............................................................. of keuze ........................................................................... en opsomming ................................................................... 1945 volgorde in tijd .............................................................. al volgorde in tijd .............................................................. eerste opsomming ................................................................... maar tegenstelling ................................................................. pas toen volgorde in tijd .............................................................. tussen volgorde in tijd, tussen 2 jaartallen .................................. elk opsomming ................................................................... toen volgorde in tijd .............................................................. om doel-middel ................................................................... eerst opsomming, volgorde in tijd ............................................ ook opsomming ...................................................................
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
9
Antwoorden Oefening 4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Het is hier heel mooi maar heel duur ***tegenstelling. ................................... Iedere stad is anders en heeft zijn ***opsomming......................................... Wij gaan de kerk bekijken omdat het in de zon snikheet is ***oorzaak-gevolg.. . Wil je een chocolade ijsje of een vanille ijsje ? ***keuze ................................ Let goed op de uitleg van de gids dan kan je het navertellen, ***Reden-uitleg ... je moet het daarvoor wel goed kunnen onthouden ***doel-middel. ................. Mijn zusje wil later zeker ook deze stad bezoeken***volgorde tijd.. .................. Na de lange wandeling besluiten wij uiteindelijk t***volgorde tijd ..................... Vaak kan ik goed meekomen, maar in die ***tegenstelling .............................. Ik heb een fles water en ook een parasol bij me ***opsomming ....................... Mijn zonnehoed ben ik verloren doordat ik onvoorzichtig ***gevolg-oorzaak. .... Ik had hem vastgebonden door middel van ***doel(resultaat)-middel. ............. In vergelijking met een petje waait hij dan ***vergelijking .............................. Meestal gaat het goed, mits het niet te hard waait. ***voorwaarde .................. Blijkbaar zat het touwtje niet goed vast, want de ***oorzaak-gevolg. ............... Terwijl ik er achteraan rende, bleef iedereen *** volgorde tijd (gelijktijdig) ....... Neem nou mijn zus, die ging zelfs in de schaduw zitten! ***voorbeeld .............. Wij gingen gauw een café in zodra ik mij hoed terug had. ***volgorde tijd ........ Wij namen allemaal eerst een glas water en daarna een frisdrank. ***volgorde tijd/opsomming; ***volgorde tijd................................................................. Hoewel het zo warm was, hebben wij ***afzwakking ......................................
Antwoorden oefening 5 om hoewel waardoor toen uiteindelijk echter omdat hierdoor daarna ook maar dus ook nadat conclusie dus antwoorden oefening 6 bijvoorbeeld om de oorzaak hiervan is als enzovoort maar dus wanneer dat betekent dat
oorzaak-gevolg (verklaring-reden) ...................... afzwakking ...................................................... oorzaak-gevolg ................................................. volgorde in tijd ................................................. volgorde in tijd ................................................. tegenstelling .................................................... oorzaak-gevolg (reden-gevolg) ........................... oorzaak-gevolg ................................................. volgorde in tijd ................................................. opsomming ...................................................... tegenstelling .................................................... conclusie ......................................................... opsomming ...................................................... volgorde in tijd ................................................. conclusie ......................................................... conclusie ......................................................... voorbeeld ................................................................... doel middel ................................................................ oorzaak-gevolg ........................................................... voorwaarde ................................................................ opsomming ................................................................ tegenstelling ............................................................... conclusie .................................................................... volgorde in tijd, voorwaarde ......................................... conclusie ....................................................................
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
10
Antwoorden oefening 7
Mobiele telefoon Een mobiele telefoon, ook wel mobiel(tje) genoemd, is een apparaat waarmee men draadloos kan telefoneren, met behulp van een netwerk antennes. Mobiele telefoons maken gebruik van radiogolven en van telefooncentrales om binnen een bepaalde regio communicatie tussen de gebruikers mogelijk te maken. De eerste generaties maakten gebruik van analoge modulatie, latere van digitale (GSM en UMTS). Dit kan zowel op een openbaar als een privénetwerk. Een voorbeeld van een privé- (ofwel gesloten) netwerk is het C2000-netwerk voor de hulpverleningsdiensten in Nederland of Astrid in België. De term mobiele telefoon omvat niet de zogenaamde draadloze telefoons die gekoppeld zijn aan een vaste telefoonaansluiting, en die alleen gebruikt kunnen worden binnen een straal van honderd meter van het basisstation. Om radiofrequenties te gebruiken voor mobiele telefonie is in Nederland een vergunning van het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken noodzakelijk. Mobiele telefoons moeten door dit agentschap (of een vergelijkbare instantie in een ander EU-land) worden goedgekeurd. Een mobiele telefoon weegt tegenwoordig (2010) vaak minder dan 100 gram. Meer geavanceerde toestellen worden smartphones genoemd; deze wegen vaak tussen de 100 en 200 gram. In 2010 werden er 1,4 miljard mobiele telefoons verkocht.[1] In 2011 was 65% van de verkochte telefoons een smartphone.[2] Bron (bewerkt): nl.wikipedia.org/wiki/Mobiele_telefoon
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
11
Antwoorden oefening 8
Ice Pilots Yellowknife in Noord-Canada is de toegangspoort tot een afgelegen deel van de wereld en daarom moet de luchthaven onder alle weersomstandigheden open blijven. Voor een groot deel van het jaar kampt de regio echter met enorme sneeuwval en temperaturen tot 60 graden onder nul.
Onder deze extreme omstandigheden doen Buffalo Joe McBryan en zijn piloten hun werk. En ze maken het zichzelf niet makkelijk door met toestellen te vliegen die andere maatschappijen allang zouden hebben afgeschreven; de meeste vliegtuigen van Buffalo Airways dateren nog uit de Tweede Wereldoorlog. In ‘Ice Pilots’ volgen we hoe deze moedige piloten het koude weer trotseren om afgelegen gemeenschappen in Canada te bevoorraden. Kijk mee hoe het team enkele Canadair-blusvliegtuigen gaat afleveren bij nieuwe eigenaars in Turkije. Er is echter een probleem. De toestellen zijn niet geschikt om in de winter over grote watervlaktes te vliegen. Kunnen ze in een ijzige winter de tocht over de Atlantische Oceaan volbrengen?
NL_BL_Signaalwoorden_oefV2012_1.doc www.harnmeijer.nl
12