LSE-Hooglandsekerk: 9 maart 2014 Voorganger: Christiane Berkvens-Stevelinck Serie: De paarse gedachte Thema: Een paarse God
INTROÏTUS Introïtustekst: Een paarse God komt tot inkeer:
De Eeuwige zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. [Genesis 6: 5-7]
Van spijt heeft God vaker last. Voor heel verschillende dingen. Dus op herhaling maar nu andersom: Jeremia zei: ‘Op uw verzoek heb ik tot de Eeuwige gebeden. Dit zegt de Eeuwige, de God van Israël: Als jullie in dit land blijven, zal ik jullie opbouwen en niet afbreken, zal ik jullie planten en niet uitrukken, want ik heb spijt van het onheil waarmee ik jullie getroffen heb. [Jeremia 42: 9-10] Lezing: Matteüs 4,12-25 Begin van Jezus’ verkondiging
12 Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week hij uit naar Galilea. 13 Hij liet Nazaret achter zich en ging wonen in Kafarnaüm, aan het Meer van Galilea, in het gebied van Zebulon en Naftali. 14 Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja: 15 ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan de weg naar zee en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: 16 Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.’ 17 Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,’ zei hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ 18 Toen hij langs het meer liep, zag hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. 19 Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van 1
mensen maken.’ 20 Ze lieten meteen hun netten achter en volgden hem. 21 Even verderop zag hij twee andere broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader in hun boot bezig met het herstellen van de netten. Hij riep hen 22 en meteen lieten ze de boot en hun vader Zebedeüs achter en volgden hem. 23 Hij trok rond in heel Galilea; hij gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het goede nieuws van het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. 24 Het nieuws over hem verspreidde zich in heel Syrië. Allen die ergens aan leden en die gekweld werden door een ziekte of door pijn, en ook bezetenen en maanzieken en verlamden werden bij hem gebracht, en hij genas hen. 25 En grote groepen mensen volgden hem, uit Galilea en Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan. Meditatie Inleiding
U ziet het: pimpelpaars! Een bloem, een stola, pimpelpaars. O ja, en een donkerblauw hemd met boordje… Het lijkt wel carnaval! Maar die is zojuist afgelopen… Wat is hier aan de hand? Laten we met het boordje beginnen. Vijf en twintig jaar geleden, toen ik bij de LSE kwam, werd mij duidelijk gemaakt dat een toga hier absoluut niet paste. Alles wat naar kerkelijkheid verwees was zo goed als verboden. Ik heb me toen laten overhalen, op één punt na. Bij doop, huwelijk of uitvaart, zou ik wél een toga dragen. Dat kon. Op het nippertje, maar dat kon. Intussen zijn wij een kwart eeuw verder en de kerk wordt steeds meer naar de marge teruggedrongen. Het bureau motivaction heeft een onderzoek gedaan naar de bekendheid van mijn geloofsgemeenschap, de remonstranten, onder het Nederlandse volk. Resultaat 0,9 procent van de Nederlanders heeft ooit van ons gehoord. 99 procent dus niet. Redenen? Wij zijn ONZICHTBAAR! Bij de bijeenkomst van de Wereldraad van Kerken in Busan vorig jaar, waren wij, mijn collega en ik, evenzeer onzichtbaar. Dat zette mij aan het denken. Waarom loop ik met een rood aids-lusje rond en laat ik niemand weten waar ik als pastor voor sta? Ik ging op onderzoek uit en kwam tot de conclusie dat in het buitenland heel gewoon is voor pastores om herkenbaar rond te lopen. Zo kunnen ze op straat aangesproken worden. Belgische predikanten lopen in lichtblauw rond, Scandinavische collega’s mogen alle kleuren van de regenboog dragen en Engelse predikanten en priesters, man en vrouw, dragen evenzeer een wit boordje op de meest kleurrijke hemden. Incluis een fel oranje! Dus ik dacht: tijd voor een coming-out! Het is wennen, ik weet het, en zeker 2
voor een gemeenschap zoals de LSE die uit de basis-beweging afkomstig is, maar het is wel effectief. Zonder facebook-pagina, meteen aanspreekbaar in het echte leven. Maar nu dat paarse. Een van de zes liturgische keuren. Het wordt gedragen bij Advent, de 40dagen tijd en bij uitvaarten, als symbool van inkeer, vergeving en rouw. Ook dat paarse is een coming out. Je laat zien in welke gemoedstoestand je verkeert. Je komt ermee naar buiten: dit is de tijd om na te denken over de wijze waarin ik in het leven sta. Dat mag iedereen weten. Coming out. Een paarse God
Misschien heeft de introïtus teksten u verbaasd: God heeft twee keer spijt? Komt twee keer tot inkeer, en dan nog voor twee tegenstrijdige dingen? Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want ik heb er spijt van dat ik ze heb gemaakt. Dit besluit van God heeft hem een slechte naam bezorgd. Alle besluiten waarin God de mensen straft kunnen eigenlijk rekenen op afgrijzen. Zo een niets ontziende en straffende God, die vaak door de mond van onheilsprofeten spreekt, hoeven we niet. Bij sommigen onder ons hier mondt dat uit in een afkeer van het Oude Testament. Abraham Yoshua Heschel, de auteur van De profeten, legt geduldig uit dat als er één persoon is die zonder ophouden lijdt aan dat straffen, dan is dat God zelf. Waarom wordt God in het Oude Testament dan zo opgevoerd? Omdat Hij, de Schepper, de mens uit liefde maakte en helaas tot de conclusie moet komen dat dat liefdeskind een gewelddadig, onrecht strooiend en egoïstisch wezen is geworden, die de rest van de Schepping bedreigt. Aan dat onrecht, aan dat geweld, lijkt geen einde te komen. De mensen doen het keer op keer. Oorlog voeren, mensen vervolgen, machtelozen overmeesteren. En daar staat God dan, opgescheept met een liefdeskind dat maar niet wil deugen. Wat nu? Stel je voor dat een pottenbakker ziet dat de pot die hij draait gegarandeerd zal breken, dan breekt hij die zelf toch af en pakt een nieuw stuk klei? Dat doet God ook. Ik heb spijt dat ik ze heb gemaakt. Spijt. God tooit zich met paars en komt daar ruiterlijk voor uit. Dat zal hem nog vaker overkomen. Vandaar al die gewelddadige scènes in het Oude Testament. 3
God komt tot inkeer: dat liefdeskind van mij, de mens, loopt in zeven sloten tegelijk. De mens is onuitstaanbaar. Onuit- staanbaar. Kan niet blijven bestaan. Moet verdwijnen. Dat besluit kan God niet handhaven. En dat gebeurt keer op keer, in een eindeloze stoet van gebeurtenissen. Jeremia laat de wanhoop van God zien. De wanhoop van een liefhebbende ouder die geen mogelijkheid meer ziet om zijn liefdeskind te beschermen voor het kwade. Waarschuwen heeft geen zin, een voorbeeld stellen heeft geen zin, straffen dan? Ook straffen heeft geen zin. Want daar krijgt God weer spijt van. Daarom tooit Hij zich weer met paars, lazen we, maar nu anders. ik heb spijt van het onheil waarmee ik jullie getroffen heb. Het inkeermotief waar paars het symbool van is, begint dus met God. Die keert zijn hart om, die komt tot inkeer. Steeds weer. Met pijn in het hart en hoop in de ziel. Kom tot inkeer, zegt Jezus
En dat blijft zo in het Nieuwe testament. Als Jezus zegt: Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij! Zegt hij niets anders dan wat de profeten vóór hem honderd keer zeiden, doet hij niets anders dan de mensen te herinneren aan de paarse gedachten van God. De situatie waar Jezus en zijn tijdgenoten in leefden was een herhaling van de situatie waar Jeremia in leefde, was een schoolvoorbeeld van wat er gebeurt als dat liefdeskind van God, de mens, wederom verkiest om onrecht en geweld te gebruiken om de eigen macht te vestigen. Een bezetting, buitenlandse troepen, beperkingen van vrijheden, dreigende oorlog, moreel verval. Help! Kom tot inkeer! Zo ‘verleden tijd’ lijkt mij dat niet! Paarse tijden, daar leefde Jezus in. Maar intussen was er wel iets veranderd. Eeuwen daarvoor had God al tegen Jeremia zijn spijt betuigd voor het straffen van de gewelddadige mensheid. Vervolgens begon men de bevrijding van het kwade een nieuwe vorm te geven. Men bedacht een droom in plaats van een nachtmerrie. De droom van een tijd waar er een einde aan de ellende zou komen en een Koninkrijk van vrede gevestigd zou worden. Alleen de aanstichters van dood en verderf zouden er geen deel aan hebben. Het was dus zaak om zoveel mensen mogelijk te overtuigen om elk vorm van onrecht achter zich te laten, elk vorm van kwade te vermijden. Dat is de betekenis van: Kom tot inkeer, want het Koninkrijk van de hemel is nabij! Het is geen aankondiging van een straf of een apocalytische dreiging, het is een 4
uitnodiging! Vanuit de paarse gedachte: er is van alles scheef in de wereld, laten we dat ronduit erkennen, maar we worden uitgenodigd om het recht te trekken. En Jezus stuurt zijn leerlingen als postboden, met op zak die uitnodiging. Ze zijn vissers, dus hij spreekt hen aan in hun vaktaal. Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken. En wat doet Jezus zélf? Hij ‘doet’ het Koninkrijk Gods al vóór: hij onderricht, hij brengt de ‘goede boodschap’, hij geneest, hij bevrijdt. Hij komt uit voor wat hij voor staat. De coming out van Jezus is wat hij concreet DOET. Mensen helpen inzien dat het kwade niet onvermijdelijk is maar omgekeerd, overwonnen kan worden. Paars heeft niet het laatste woord, maar WIT, de vrolijke liturgische kleur van Pasen. Eigen inzicht
De ommezwaai van inkeer tot vreugde kan niet plotsklap gebeuren. Er is tijd en reflectie nodig om vast te stellen wat het voor ons persoonlijk betekent. Daar dienen de veertigdagentijd voor. Het is niet toevallig denk ik dat steeds meer mensen een vastenperiode in deze 40dagentijd in acht willen nemen. Bewust als wij zijn van de ecologische consequenties van onze manier van leven, ligt het voor de hand. Zelf zet ik elke ochtend op de facebookpagina van remonstrantenrotterdam, korte fragmenten van het laatste boek van Frits de Lange Licht en zwaar. Voor zwevers en andere spirituelen (2014), een prachtig boekje waarin hij het denken van de Franse filosofe en mystica Simone Weil uitlegt. En stuur ik elke morgen een tweet met een filosofisch citaat ter overdenking. In de paarse tijden worden we uitgenodigd om even de tijd te nemen om rustig na te denken over wat ons te doen staat. Heeft dat oude beeld van een toornige, straffende God voor goed afgedaan? Ik weet het zo zeker nog niet. Een van de Oekraïnische artsen die in de kathedraal van Kiev gewonden verzorgde die niet in de staatsziekenhuizen durfden gaan, zei: hier, in kerken en kloosters, is iedereen veilig. God is de enige autoriteit die nog wordt gevreesd. Was dat maar waar! Amen
5