Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Wie niet sterk is, moet slim zijn Ken jij veel uitdrukkingen? Doe mee en win de quiz! Lesduur: 50 minuten
• Een rondewinnaar heeft 10 uitdrukkingen
Werkvorm: groep
goed, of is de laatste die een goed antwoord
Lesvorm: quizvragen beantwoorden
had. Een ronde kan meer dan één winnaar hebben.
Wat heb je nodig? • Een klaslokaal of speelzaal met drie vakken
• Aan het einde van de ronde mag de rondewinnaar uitleggen waar de
of honken naast elkaar, genummerd 1, 2
uitdrukkingen vandaan komen. U kunt er ook
en 3.
voor kiezen dit voor te lezen.
Of: • Voor elk kind een papier met 1, 2 en 3 erop. Gebruik jij wel eens een uitdrukking?
• De volgende ronden gaan hetzelfde als ronde 1.
Klaar? De quiz kan beginnen!
Bijvoorbeeld: ‘Wie niet sterk is, moet slim
Ronde 1
zijn’? Uitdrukkingen zijn leuk, maar soms
Uitdrukking 1 Wie het eerst komt, die het
zijn ze best lastig. Daarom is het goed om
eerst maalt.
zoveel mogelijk uitdrukkingen te kennen.
1 Wie voordringt, moet weer achter aansluiten.
We spelen een quiz over de uitdrukkingen.
2 Wie het eerste komt, is als eerste aan de
En als je een uitdrukking niet kent… ‘Je
beurt.
bent nooit te oud om te leren’!
3 Je moet vanaf de eerste hap goed kauwen.
Spelregels
Uitdrukking 2 Iemand tegen zich in het
De quiz bestaat uit verschillende rondes. Elke
harnas jagen.
ronde gaat hetzelfde.
1 Riddergevechten spelen in oude kostuums en
• U leest hardop een uitdrukking en geeft drie mogelijke betekenissen: 1, 2 of 3. • De leerlingen bedenken welke betekenis het beste past bij de uitdrukking. Ze rennen naar het honk met dat nummer of houden het
met oude wapens. 2 Jagen in beschermende kleding, zoals in de tijd van ridders en monniken. 3 Iemand zo kwaad maken dat hij of zij je vijand wordt.
goede cijfer omhoog. • Als iedereen bij een honk staat of zijn
Uitdrukking 3 Als het kalf verdronken is,
nummer omhoog houdt, vertelt u wat het
dempt men de put.
juiste nummer was. Dit is het onderstreepte
1 Je moet wachten tot de laatste klaar is.
antwoord.
2 Het water is veel te diep om in te zwemmen.
• De kinderen die het goed hadden, mogen blijven staan. De anderen gaan aan de kant
3 Mensen zorgen pas voor veiligheid als het te laat is.
of leggen hun papier omgedraaid voor zich neer. • U leest de volgende uitdrukking. Alleen de kinderen die in het goede honk stonden, mogen nu meedoen. • Dat gaat zo door tot er 10 uitdrukkingen zijn geweest, of totdat er niemand meer over is.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
Uitdrukking 4 De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. 1 Je mag niet klikken, omdat je dan een zwarte ziel krijgt. 2 Wat je een ander verwijt, doe je zelf ook. 3 Alle keukenspullen zijn vuil.
blz. 1 van 8
Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Uitdrukking 5 Nu breekt mijn klomp.
Mijn Malmberg
Waar komen de uitdrukkingen vandaan?
1 Ik heb gehold totdat ik niet meer kon. 2 Dit geloof ik helemaal niet.
Uitdrukking 1 Wie het eerst komt, die het
3 Dit had ik helemaal niet verwacht.
eerst maalt. Als je vroeger met je graan als eerste bij
Uitdrukking 6 We hebben het beste paard van
de molen was, werd jouw graan als eerste
stal vergeten.
gemalen.
1 We hebben ergens iets heel belangrijks laten liggen. 2 We willen er niet meer aan herinnerd worden. We hebben per ongeluk iemand 3 overgeslagen.
Uitdrukking 2 Iemand tegen zich in het harnas jagen. Als je in de tijd van ridders en monniken iemand boos maakte, trok hij zijn harnas aan om met je te vechten.
Uitdrukking 7 Er is geen land met jou te
Uitdrukking 3 Als het kalf verdronken is,
bezeilen.
dempt men de put.
Je bent erg lastig voor anderen en je luistert 1
Een gevaarlijke waterput wordt pas veilig
niet. 2 Je moet geen dingen doen die onmogelijk
gemaakt als er een kalf in gevallen is en verdronken is.
zijn. 3 Je hoeft niet te oefenen, je mag meteen de zeilboot besturen.
Uitdrukking 4 De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Voordat er fornuizen waren, waren alle pannen
Uitdrukking 8 Hij heeft heel wat op zijn
en ketels zwart van het houtvuur.
kerfstok. 1 Hij heeft in veel landen wandeltochten gemaakt.
Uitdrukking 5 Nu breekt mijn klomp. Een houten klomp breekt soms onverwachts.
2 Hij kan erg mooie houten versieringen maken. Hij heeft veel slechte dingen gedaan. 3
Uitdrukking 6 We hebben het beste paard van stal vergeten. Als je een beetje suf was, kon je vroeger een
Uitdrukking 9 Voor een dubbeltje op de eerste
goed paard in de stal overslaan met voeren.
rang willen zitten. 1 Voor 10 cent snoepjes, zuurtjes en drop kopen. Weinig of niets willen betalen, maar toch het 2 beste willen.
Uitdrukking 7 Er is geen land met jou te bezeilen. Iemand aan boord van een zeilschip werkt zo tegen of is zo onhandig, dat het niet lukt om het
3 Geld betalen om vooraan te mogen zitten.
schip naar land te sturen.
Uitdrukking 10 Met de kippen op stok gaan.
Uitdrukking 8 Hij heeft heel wat op zijn
1 Kippen vastbinden.
kerfstok.
2 Vroeg gaan slapen.
Een kerfstok was een stok of latje waarop je
3 Saté van kip maken.
elke keer als er iets gebeurde, een streepje zette, zodat je kon tellen hoeveel keer het was gebeurd. Zo kon je tellen hoeveel schuld iemand had of hoeveel misdaden hij had begaan.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 2 van 8
Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Uitdrukking 9 Voor een dubbeltje op de eerste
Uitdrukking 16 Ze zijn een blok aan het been.
rang willen zitten.
Ze zijn hinderlijk, door hen kunnen we niet 1
Een dubbeltje is 10 cent, dat is niet veel. Als je daar toch veel voor wilt krijgen, ben je een hebberig persoon.
doen wat we willen. 2 Ze werken bij een slager aan het slagersblok en snijden het vlees van het been. 3 Ze hebben heel erge straf en zitten in de
Uitdrukking 10 Met de kippen op stok gaan.
gevangenis met vastgebonden benen.
Kippen gaan vroeg slapen en ze slapen meestal op een stok in het kippenhok.
Uitdrukking 17 Ze gaan de boer op. Ze gaan naar mensen toe om aan die 1 mensen spullen te verkopen.
Ronde 2
2 Ze gaan naar boeren toe om groenten en
Uitdrukking 11 Het is een kalverliefde.
3 Ze gaan bij boeren op het land werken om te
kaas te kopen in de boerderijwinkel. Eerste verliefdheid, als je nog geen ervaring 1
helpen met zaaien en oogsten.
hebt met liefde. 2 Kalfjes zijn leuke dieren waar je van kunt houden. 3 Koeien kunnen alleen maar van hun eigen kalfje houden.
Uitdrukking 18 Dat kan Bruintje niet trekken. 1 Dat is te duur, dat kunnen we niet betalen. 2 Dat is te goedkoop, dat is vast niet goed. 3 Dat is te zwaar, daar ga ik niet aan trekken.
Uitdrukking 12 Dat is monnikenwerk.
Uitdrukking 19 Dat is een fluitje van een cent
1 Dat is geen echt werk, dat is niet serieus.
1 Dat is de moeite niet waard.
2 Dat is iets wat je met veel geduld moet doen.
2 Dat is helemaal niets waard.
3 Dat is te moeilijk, dat lukt je nooit.
3 Dat is heel erg makkelijk.
Uitdrukking 13 De stoute schoenen
Uitdrukking 20 Dat is geen rooie cent waard.
aantrekken.
1 Dat is de moeite niet waard.
1 Iets doen waar je dapper voor moet zijn.
2 Dat is helemaal niets waard.
2 Beginnen met klieren en stout zijn.
3 Dat is heel erg makkelijk.
3 Je klaarmaken om in de regen te gaan wandelen. Waar komen de uitdrukkingen vandaan? Uitdrukking 14 Schoenmaker, blijf bij je leest. 1 Je moet niet weglopen als er werk is, je moet ook eens iets doen. 2 Je moet altijd alles hetzelfde doen en wat
Uitdrukking 11 Het is een kalverliefde. Kalveren kunnen heel lief doen, maar het is geen echte liefde.
goed gaat moet je nooit veranderen. 3 Je moet alleen doen waar je goed in bent en je niet bemoeien met andere dingen.
Uitdrukking 12 Dat is monnikenwerk. Monniken deden vaak werk waar erg veel geduld voor nodig was.
Uitdrukking 15 Iemand met twaalf ambachten en dertien ongelukken.
Uitdrukking 13 De stoute schoenen
1 Iemand die niet goed kan rekenen.
aantrekken.
2 Iemand die veel verschillende baantjes heeft,
‘Stout’ betekende vroeger ‘dapper’. Dus: doen
maar niets goed kan.
wat een dappere doet.
3 Iemand die veel pech heeft.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 3 van 8
Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Uitdrukking 14 Schoenmaker blijf bij je leest.
Mijn Malmberg
Ronde 3
Een leest is een houten of ijzeren vorm waarop een schoen wordt gemaakt of
Uitdrukking 21 Hij heeft het buskruit niet
gerepareerd. Het is gereedschap van een
uitgevonden.
schoenmaker. Als je goed kunt werken met
1 Hij is erg slim.
schoenmakersgereedschap, wil dat niet zeggen
2 Hij is erg dom.
dat je andere dingen ook goed kunt.
3 Hij is erg stout.
Uitdrukking 15 Iemand van twaalf ambachten
Uitdrukking 22 Hij is zo slim als een vos
en dertien ongelukken.
1 Hij is erg slim.
Ambacht betekende vroeger hetzelfde als ‘vak’
2 Hij is erg dom.
of ‘beroep’. Als je 12 verschillende baantjes
3 Hij is erg stout.
had en nog meer ongelukken, dan ben je geen Uitdrukking 23 Boontje komt om zijn loontje.
goede werker.
1 Hij krijgt zijn verdiende straf. Uitdrukking 16 Ze zijn een blok aan het been.
2 Hij komt zijn beloning halen.
Vroeger werden misdadigers gestraft met een
3 Hij doet alsof hij onschuldig is.
houten blok aan een been. Daar hadden ze voortdurend last van. Als je voortdurend last
Uitdrukking 24 Hij is een heilig boontje.
hebt van mensen, kun je die mensen ook een
1 Hij is onschuldig.
‘blok aan het been’ noemen.
2 Hij doet alsof hij onschuldig is. 3 Hij zit altijd te bidden.
Uitdrukking 17
Ze gaan de boer op.
Vroeger gingen boeren en mensen uit dorpen
Uitdrukking 25 Het gaat van een leien dakje.
niet vaak naar winkels. De mensen die iets
1 Het werk gaat niet goed.
wilden verkopen, gingen naar dorpen en
2 Het werk gaat beginnen.
boerderijen toe. Ze verkochten hun spullen bij
3 Het werk gaat heel erg goed.
de mensen aan huis. Uitdrukking 26 Een duit in het zakje doen. Uitdrukking 18 Dat kan Bruintje niet trekken.
1 Ook iets zeggen of doen.
Bruin is de naam van een paard. Als iets te
2 Winnen bij het knikkeren.
zwaar is, kan een paard het niet trekken. Als
3 Geld aan de armen geven.
iets te duur is, is je portemonnee niet dik genoeg om het te kunnen betalen.
Uitdrukking 27 Op een houtje bijten. 1 Je tanden goed verzorgen.
Uitdrukking 19 Dat is een fluitje van een cent
2 Niets te eten hebben.
Je had vroeger heel goedkope fluitjes, waarop
3 Op een stukje hout sabbelen.
ook kinderen makkelijk simpele liedjes konden spelen. De fluitjes werden gebruikt bij het
Uitdrukking 28 Dan is Leiden in last.
kinderspel. Het ging dus om iets dat
1 Dan is Leiden aan de beurt.
makkelijk was.
2 Dan zijn de problemen opgelost. 3 Dan zijn er grote problemen.
Uitdrukking 20 Dat is geen rooie cent waard. Een cent is van koper en koper is een beetje
Uitdrukking 29 Hij maakt er zich met een
rood. Een cent is weinig waard.
Jantje van Leiden van af. 1 Hij kan heel goed praten. 2 Hij doet helemaal niet zijn best. 3 Hij zegt nooit veel.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 4 van 8
Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Uitdrukking 30 Hij kan praten als Brugman.
Uitdrukking 29 Hij maakt er zich met een
1 Hij kan heel goed praten.
Jantje van Leiden van af.
2 Hij doet helemaal niet zijn best.
Jan van Leiden (of Jan Beukelszoon) was
3 Hij zegt nooit veel.
leider van de Wederdoopers en werd door zijn tegenstanders gezien als een praatjesmaker en
Waar komen de uitdrukkingen vandaan?
bedrieger.
Uitdrukking 21 Hij heeft het buskruit niet
Uitdrukking 30 Hij kan praten als Brugman.
uitgevonden.
Pater Brugman was een 15e-eeuwse franciscaan
Buskruit is een ontplofbaar poeder, gebruikt om
die beroemd was om zijn vurige preken.
kogels in geweren kanonnen af te schieten. Waar de uitdrukking vandaan komt is niet bekend.
Ronde 4
Uitdrukking 22 Hij is zo slim als een vos
Uitdrukking 31 De kastanjes uit het vuur
Vossen zijn erg slimme dieren.
halen. 1 Het vuur van de barbecue doven.
Uitdrukking 23 Boontje komt om zijn loontje.
2 Alleen de dingen eten die je lekker vindt.
Deze uitdrukking komt uit een oud sprookje,
3 Een lastige klus doen voor iemand anders.
waarin een boon de andere sprookjesfiguren zo onbedaarlijk uitlacht, dat hij openbarst.
Uitdrukking 32 Hij heeft een klap van de
Die barst is dus zijn beloning voor zijn
molen gehad.
onaangename gedrag.
1 Hij is gek. 2 Hij heeft een erge hersenschudding.
Uitdrukking 24 Hij is een heilig boontje.
3 Hij heeft het gevecht verloren.
Vroeger: ‘Heilig bontje’. Een bontje was iemand uit een weeshuis en die was meestal niet heilig
Uitdrukking 33 Dat is het paard achter de
of braaf.
wagen spannen. 1 Dat wordt een leuk uitstapje.
Uitdrukking 25 Het gaat van een leien dakje.
2 Dat is zinloos en helemaal verkeerd.
Als iets op een leien dak begint te glijden gaat
3 Dat wordt hard werken.
dat snel, omdat leien glad zijn en er geen obstakels zijn.
Uitdrukking 34 Ze liggen voor Pampus. 1 Ze gaan hard werken.
Uitdrukking 26 Een duit in het zakje doen.
2 Ze gaan een spelletje doen.
Een duit was een muntje. Als er geld wordt
3 Ze zijn heel erg moe.
opgehaald en je doet een muntje in het zakje, dan doe je ook mee.
Uitdrukking 35 We moeten hem links laten liggen.
Uitdrukking 27 Op een houtje bijten.
1 We moeten veel met hem omgaan.
Als je niets te eten hebt, kun je op een stukje
2 We moeten af en toe met hem omgaan.
hout bijten om tenminste nog iets te kauwen te
3 We moeten nooit met hem omgaan.
hebben. Uitdrukking 28 Dan is Leiden in last. Dit herinnert aan het beleg van Leiden, toen Leiden werd bezet door de Spanjaarden.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 5 van 8
Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Uitdrukking 36 Iemand in zijn sop gaar laten
Uitdrukking 33 Dat is het paard achter de
koken.
wagen spannen.
Iemand niet helpen omdat hij vervelend en 1
Een paard áchter de wagen kan niet trekken en
eigenwijs is.
is dus nutteloos.
2 Iemand af en toe helpen omdat hij vervelend en eigenwijs is. 3 Iemand altijd helpen omdat hij vervelend en eigenwijs is.
Uitdrukking 34 Ze liggen voor Pampus. Pampus is een eiland voor de haven van Amsterdam waar schepen vroeger zo lang moesten wachten, dat alle matrozen in slaap
Uitdrukking 37 Het wiel opnieuw uitvinden.
vielen.
1 Knutselen. 2 Dubbel werk doen.
Uitdrukking 35 We moeten hem links laten
3 Goochelen.
liggen. De linkerkant werd vroeger gezien als slecht.
Uitdrukking 38 De wind van voren krijgen.
Wat links lag, wilde je liever vermijden.
1 E en stevig standje krijgen van iemand die boos op je is. 2 Je zeilboot zo sturen dat de wind van voren komt. 3 Zo hard fietsen dat je de wind van voren
Uitdrukking 36 Iemand in zijn sop gaar laten koken. ‘Sop’ betekent hier ‘kookvocht’ of ‘soep’. Soms moet je iets gewoon rustig laten sudderen.
voelt. Uitdrukking 37 Het wiel opnieuw uitvinden. Uitdrukking 39 Met iemand in zee gaan.
Het wiel bestaat al, het is een beetje dom als je
1 Een ongeluk veroorzaken.
het opnieuw probeert uit te vinden.
2 Met iemand iets samen gaan doen. 3 Met iemand strandvakantie houden.
Uitdrukking 38 De wind van voren krijgen. Als je op een zeilboot onverwacht de wind van
Uitdrukking 40 Zij is recht door zee.
voren of tegenwind krijgt, is dat erg onprettig.
1 Zij is eerlijk. 2 Zij is oneerlijk.
Uitdrukking 39 Met iemand in zee gaan.
3 Zij is snel.
Je gaat alleen met iemand op zee varen, als je die leuk vindt en vertrouwt.
Waar komen de uitdrukkingen vandaan? Uitdrukking 40 Zij is recht door zee. Uitdrukking 31 De kastanjes uit het vuur
Als je recht door zee gaat, dan kan iedereen
halen.
zien waar je naar toe gaat, dan ben je niet
Als kastanjes gepoft worden, is het moeilijk
stiekem.
om ze uit het vuur te halen. Dat laat je liever iemand anders doen. Uitdrukking 32 Hij heeft een klap van de molen gehad. Als je bij een windmolen niet oppast, krijg je een ronddraaiende wiek tegen je hoofd en de klap is dan zo hard, dat je je verstand verliest.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 6 van 8
Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Ronde 5
Mijn Malmberg
Uitdrukking 47 Hij strijkt met zijn hand over zijn hart.
Uitdrukking 41 Iemand om zeep brengen/
1 Hij is ziek.
iemand om zeep helpen.
2 Hij is streng.
1 Iemand laten douchen.
3 Hij is niet streng.
2 Iemand vermoorden. 3 Iemand helpen met boodschappen.
Uitdrukking 48 Dat is een kolfje naar zijn hand.
Uitdrukking 42 Een oogje in het zeil houden.
1 Dat doet hij graag en goed.
1 Zeilen in een zeilwedstrijd.
2 Dat doet hij niet graag en slecht.
2 Vanaf de wal naar schepen kijken.
3 Dat is speciaal voor hem gemaakt.
3 Goed op iemand of iets letten. Uitdrukking 49 Iemand de oren van het hoofd Uitdrukking 43 Iemand in de boot nemen.
vragen.
1 Voorzichtig zijn met iemand.
1 Weinig vragen.
2 Iemand voor de gek houden.
2 Veel vragen.
3 Iemand vertrouwen.
3 Op luide toon vragen.
Uitdrukking 44 We zien wel waar het schip
Uitdrukking 50 Zij zijn water en vuur.
strandt.
1 Ze hebben steeds ruzie.
We laten het gebeuren, we nemen nu geen 1
2 Ze zijn goede vrienden.
maatregelen.
3 Ze kennen elkaar niet.
2 Je kunt de problemen zien aankomen, we moeten nu iets doen.
Waar komen de uitdrukkingen vandaan?
3 We hebben gedaan wat we konden, nu is er niets maar aan te doen.
Uitdrukking 41 Iemand om zeep brengen/ iemand om zeep helpen.
Uitdrukking 45 De beste stuurlui staan aan
Vroeger moest zeep van ver gehaald worden, de
wal.
reis duurde lang en was gevaarlijk. De mensen
1 Het is makkelijker om een auto te besturen
die zeep gingen halen, waren lang weg en
dan een boot.
kwamen vaak niet terug.
2 Mensen die er niets mee te maken hebben, denken dat het altijd beter weten. 3 Je moet rekening houden met wat iedereen zegt.
Uitdrukking 42 Een oogje in het zeil houden. Een goede zeiler let altijd goed op zijn zeilen, daardoor zorgt de zeiler dat het goed gaat.
Uitdrukking 46 Je bent nooit te oud om te
Uitdrukking 43 Iemand in de boot nemen.
leren.
Er is geen duidelijke verklaring van deze
Ook oudere mensen weten niet alles en 1
uitdrukking.
kunnen nog nieuwe dingen leren. 2 Je hoeft nu niet te leren, dat kan je ook doen als je oud bent. 3 Je moet altijd leren, je hele leven lang.
Uitdrukking 44 We zien wel waar het schip strandt. We laten het schip gewoon varen totdat het vastloopt.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 7 van 8
Bij de tijd | Lessuggestie | groep 8 |
Mijn Malmberg
Uitdrukking 46 Je bent nooit te oud om te leren. Oude mensen weten of kunnen niet alles. Uitdrukking 47 Hij strijkt met zijn hand over zijn hart. Als je met je hand over je hand strijkt, laat je zien dat je van iemand houdt. Uitdrukking 48 Dat is een kolfje naar zijn hand. Kolfje is een kolfstok waar vroeger het kolfspel mee werd gespeeld: als de kolfstok goed in je hand past, is dat prettig. Uitdrukking 49 Iemand de oren van het hoofd vragen. Zoveel vragen, dat iemand niet meer kan luisteren. Uitdrukking 50 Zij zijn water en vuur. Water en vuur passen niet bij elkaar, waar water is, kan geen vuur zijn. Waar vuur is, kan geen water zijn.
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
blz. 8 van 8