MET
18de Jaargang No. 26 - 9 Juli 1938
EK
cl M MyET WEEK9LAD CIMEMA* 5 HEATER*
CIMEMAs. THEATER
VERSCHIJNT WtKELIJKS - PRgS KR KWARTAAL f. I.B _ RED - J H AOH. CALGEWATIR », UIDEN. Tïl_ 7«. POSTREKENINO 411
PRISCILLA LAKE
C+S
i>
(Poto Wt,
v A
Ä
't^Ä
\
. :''~—'
*
'
r ■
ë
■
-
■r
■
■
> -.
.
4' ■
.i»
M
■■m 1
.1
\
..^
■
1
,
,
fRBAiA STANWYC
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
uu
Gladys Swarthout.
£ E NO pmWaarom worden er geen opera's verfilmd Een vraag die dikwijls gesteld wordt, nie alleen door liefhebbers van de drama tische kunst in de muziek, doch ook door vele insiders in de filmindustrie, die voortdurend op zoek zijn naar iets nieuws om de publieke belangstelling wakker te houden. Het lijdt geen twijfel, öf een werkelijk geslaagde celluloidversie van een der groote populaire opera's zou een triomfaal sue ces boeken, en misschien den weg effenen voor een nieuwe liefde voor vele van de onsterfelijke kunst werken, die thans slechts in de grootste steden, waar men zich de luxe van een opera-gezelschap kan permitteeren, genoten kunnen worden. De opera is niet dood voor de tienduizenden, die de bioscopen bezoeken. Men make het de massa slechts mogelijk de nog steeds geliefde muziek-drama's te zien en te hoeren, in perfecte uitvoering en voor weinig geld, zooals dat via de füm zou kunnen. Het succes bijvoorbeeld van de Italiaansche opera in ons land bewijst, dat er nog voldoende belangstelling voor dezen langzamerhand antiek wordenden kunstvorm is. Hoeveel grooter zou deze belangstelling nog niet zijn, wanneer men de opera kon presenteeren met al het technisch vernuft en al het kapitaal, waarover de film beschikt. Helaas is de operafilm, in den zin van een volledig verfilmde opera met alle muziek, voorloopig nog een schoone toekomstdroom. Succes-
sen als van Tibbett, Lily Pons, Grace Moore en Nino Martini... zij beteekenen nog gecn^aan wij zing voor een binnen afzienbaren tijd te verwachten slagen van de opera-film. In alle rolprenten, waarin genoemde artisten optraden, deed de film slechts een beroep op haar oudere zusterkunst, en vergenoegde zich met het inlasschen van een min of meer met de vocale mogelijkheden der hoofdrolvertolker| verband houdende handeling van korte (meest bedroevend korte) en uit hun verband gerukte fragmenten van populaire aria's. Er is echter wel degelijk in Hollywood een steeven naar beter te bespeuren. Men is in de filmstad niet blind voor het feit, dat wat er tot nu toe gepresteerd is eigenlijk een parasiteeren op de opera geweest is, en dat de opera als zoodanig èn haar componisten allerminst recht is gedaan. Het is echter eenvoudig genoeg om in te zien, dat wat er gebeurd is onjuist was, zonder dat de middelen om het beter te doen voor de hand behoeven te liggen. Het stemt in ieder geval tot voldoening, dat er meer en meer aandacht aan het muzikale element in de film wordt besteed. Niet dat men, zooals een paar jaar geleden een tijdlang een ongelukkige mode is geweest, zich beijvert om de film vol melodieën te proppen, doch men gaat er meer en meer toe over om toonkunstenaars van naam en faam te engageeren om zich met het muzikale gedeelte van de film te belasten. In
LfD?
deze functie werken thans in de Hollyschappen hebben, doch iemand die aan woodsche studio's mannen van Euroalle vier der gestelde idealen beantpcesche vermaardheid, zooals Ernst Toch, woordt, is even zeldzaam als een wilde Erich Wolfgang Korngold, Kurt Weill, orchidee in de Haarlemmermeer. de begaafde maker van de „DreigroschcnDaar komt nog bij, dat wanneer operaOper", die met Fritz Lang samen werkt films werkelijk in de mode zouden aan „You and Me". George Antheil, komen, er een zeer groot gezelschap een Amerikaansch componist van groote noodig zou zijn, omdat een zangeres, verdienste, zal de volgende Cecil B. de die Carmen kan spelen en zingen, nu Mille-film muzikaal illustreeren, en Louis eenmaal onmogelijk in een Wagner-werk Gruenberg, die de partituur voor de gebruikt zou kunnen worden. Het zou opera „Emperor Jones" op zijn naam zijn, alsof men Martha Raye een Garboheeft staan, zal met Frank Lloyd samenrol te vervullen gaf. Paramount bericht werken. Dit alles, hoewel zeer verelk jaar weer, dat men Carmen zal heugend, vormt natuurlijk geen antwoord verfilmen. Maar waar is Carmen? Waar op de vraag: waarom worden er geen is Don José? Waar zijn al de andere opera's verfilmd ? figuren? Velen zouden deze rollen kunHet antwoord op die vraag ligt opgenen zingen, en op het tooneel, waar men sloten in een feit, dat op het eerste ten slotte een zekeren afstand tot den gezicht een weinig zonderling lijkt te artist heeft, en waar de muziek in de zijn: er is niemand óm in die operaeerste, de actie in een ondergeschikte films op te treden! Het is geen geheim, plaats komt, zijn er ook velen, die in dat verscheidene studio's niets liever de bedoelde rollen goed voldoen. Doch zouden willen dan zoo spoedig mogeliik het bioscooppubliek verlangt een Carmen te beginnen: de filmrechten voor „Tosca", met het uiterlijk van een Lupe Velez, „Il Trovatore", „Carmen" en „De Hugeen er is geen enkele Carmen-zangeres, noten" liggen als fraai gezegelde condie daarop kan bogen. tracten in Calif ornische brandkasten, Een van de redenen van de schaarschte doch de uitvoering van de filmplannen aan jonge krachten met goedgeschoolde laat al jaren op zich wachten. stemmen is, dat een jonge man of een Men heeft al geruimen tijd proeven meisje met een aardige stem tegengenomen met het lanceeren van opcrawoordig dadelijk emplooi vindt als artisten op het witte doek. Dit jaar „crooner" in een dansorkest, en natuurnog is Kirsten Flagstadt, de fameuze lijk liever een salaris verdient dan jaren Metropolitan-zangeres, voor de aanbie van studie aan de scholing van de stem dingen van Hollywood bezweken; zij te besteden. maakt haar filmdebuut in de „Paramount Er blijft ten slotte natuurlijk een mogeFollies". Hoe volmaakt haar zang ook lijkheid om de moeilijkheid direct op mag zijn. Paramount noch Madame te lossen: men zou eenvoudig bekende Flagstadt zullen zich kunnen verhelen, sterren kunnen laten optreden en hen dat haar optreden in de film zich tot de stem van een ander in den mond enkele ingelaschte nummers zal hebben leggen. Zoo z^.u een voor de film gete beperken: groot als zij op de planken schikte actrice, gecombineerd met de stem van een muziektempel mag zijn, is Kirsten van een goede, doch helaas niet knappe Flagstadt gedecideerd géén vrouw met zangeres, een soort van dubbele perfilm-mogelijkheden. Hetzelfde geldt voor soonlijkheid kunnen opleveren, en de tal van andere grootere of kleinere sterresultaten zouden niet voor een directe ren, en hierin zit juist de moeilijkheid, geluidsopname onderdoen. Doch het die de oplossing van het probleem operapubliek heeft een afkeer van dergelijke film tegenhoudt. trucs; zoo gauw men zou bemerken, dat Van de vele zangers en zangeressen, een actrice „niet écht" zingt, zou de waarmee men het in den loop der jaren illusie, die er van de zingende schaduw heeft geprobeerd, zijn ten slotte slechts uitgaat, verbroken zijn. Gladys Swarthout, Lily Pons, Grace Voorloopig zal men zich dus nog Moore, Jeanette MacDonald en Nelson moeten bepalen tot het inlasschen van Eddy overgebleven als voor de camera opera-fragmenten, zooals met succes gebruikbare typen; Paramount neemt nog daan is in de nieuwe Gladys Swarthoutproeven met Florence George en Tito film „De Perzische Nachtcgaar'. ParaGuizar; Deanna Durbin is nog te jong mount heeft in deze comedie, waarin om voor een groote opera-rol in aanJohn Barrymore en John Boles de merking te komen. Het is nu eenmaal zangeres • ter zijde staan, en die zich een feit, dat aan de vier eischen: mooi in de kringen der opera-zangers van stem-materiaal, jeugd, schoonheid en Boedapest afspeelt, een groot aantal fragacteer-talent, zeer moeilijk door één permenten van bekende opera's bijeengesoon te voldoen is. Er zijn duizenden bracht, die op logische wijze in het jonge menschen, *die aan één dezer voorscenario verwerkt zijn, want de tijden waarden kunnen voldoen, honderden die waarin de held en de heldin zeer onvertwee der verlangde hoedanigheden bewachts in gezang uitbarsten zijn gezitten, tientallen die drie van deze eigenlukkig voorbij.
Lawrence Tibbett
Lupe Velei
D«annq Durbin
;
" ;jii.
Uly Pons
■
»ette Mac Dcnnlri
mZW TKÉN m €N VAM „Ik kan ook al boksen" zegt de krantenjongen tegen Rush
■nslotte is iedereen vreden
fimM ,w
f «^pn^fe
ish Conway in actie
m
Rush Conway (Wayne Morris) een cowboy, die n New York aan lager wal is geraakt, krijgt vlak voor Madison Square Garden hevige ruzie met 7 Stan Wilson (Maxie Rosenbloom), omdat deze van een krantenjongen (Dickie Jones) ' een courant heeft weggenomen zonder er voor te betalen. „Gunner" Malone (Barton MacLane), die Wilson juist in de „Garden" heeft verslagen, ziet dat Conway zich goed kan verweren en stelt hem voor bokser te worden. Den volgenden dag begeeft Conway zich naar Malones oefenlokaal en slaagt er in zijn eersten te genstander knock-out te slaan. „Gunner" die hem in gezelschapvan zijn zuster Mary (June Travis) heeft geslagen, geeft hem een contract. Conway werkt hard en met den courantenjongen als zijn onofficieele manager en vriend, wordt hij een van de beste zwaargewichten van het land Het is echter niet Conway's bedoeling om bokser te blijven. Hij doet dit slechts om het geld bijeen te krijgen om een ranch te kunnen koopen in Texas, het land waar hij geboren is. Het geld stroomt binnen en zijn eerste afbetaling op de ranch doet hij, terwijl hij op tournee door de West is. „Gunner" is de voornaamste sollicitant naar het wereldkampioenschap zwaargewicht, welke titel open is, door het zich terugtrekken van den zwaargewicht kampioen Al Roberts. „Gunner' heeft dezen titel al altijd graag willen hebben en het ziet er naar uit, ^ dat hij een uitstekende kans maakt hem te krijgen. Spoedig blijkt het, .dat Conway zijn voornaamste tegenstander is. Mary en Rush zijn evenwel van elkaar gaan houden en zij heeft hem doen beloven, dat hij niet tegen haar broer zal boksen. „Gunner" die ech ter weet, dat dit zijn eenige kans is, probeert langs verschillende omwegen Rush aan het vechten te krijgen, waarin hij eindelijk slaagt. Mary is boos en weigert met Conway te spreken; maar na de groote match, welke door „Gunner" wordt gewonnen, ziet Mary wat deze overwinning voor haar broer beteekent, en raken alle partijen spoedig verzoend.
Barton MacLane als „Gunner"
& F
!V,'
irf*^^
F ;,?;:■ 'V-I
m
V
niSELLE mm VMLO
en föicjl
VON
Mo^ity
den naam van Jenny Lundstrom, een Zweedsche barones, die werkt voor het Roode Kruis, naar Saloniki, waar zij zich in verbinding Anne Marie Lesser Dlta moet stellen met Mathesius, die daar als de koffiehuishouder SimoLuitenant Peter Carr John nis, verblijf houdt. Coudoyan, een overgeloopen Fransche spion, die Kolonel Mathesius / ook thans weer een dubbele rol speelt, en de zangeres Gaby, die Erich von Sti Simonis \ op Coudoyan, verliefd is, wonen daar eveneens. Gaby Ciaire Anne Marie maakt kennis *%iet kapitein Carr van het Luitenant Hans Hoffman Gyles Engelsche leger en al spoedig ontstaat er tusschen hen een Coudoyan Clifford goede verstandhouding, die het meisje blijkbaar niet uitsluitend zakelijk beschouwt. Anne Marie heeft een onderhoud met Coudoyan, nne Marie Lesser, medisch studen die een afspraak tusschen haar en Carr aan de Engelschen vereven gezien bij de patiënten vat raden heeft. Ze kan echter met de hulp van Gaby, die uit jaloezie ziekenhuis als bij haar profess Coudoyan gevolgd is, ontsnappen. Mademoiselle Docteur heeft Maar het meest gezien van al is zij bij 1 thans genoeg van het spionnagewerk, maar Mathesius haalt haar nant Hans Hoffman, wiens liefde zij over de plannen, die kapitein Carr in zijn bezit heeft, te copiëeren, beantwoordt. Het is dan ook niet vre terwijl hij laat doorschemeren, dat Carr een groot aandeel in Hans' dat zij Hans uit jaloezie naar Parijs \ dood gehad heeft. als deze zeer geheimzinnig doet over Barones Lundstrom geeft een groot feest ten bate van het Roode reis. Hans is echter werkzaam bij den Kruis..Ook Carr zal daar aanwezig zijn, maar voordat hij gaat, krijgt •Sehen geheimen dienst en zijn opdracht i hij een anoniemen brief, waarin staat, dat barones Lundstrom madegecopiëerde militaire plannen van moiselle Docteur is. Carr kan het niet gelooven, maar is verplicht een naar München te brengen. De contra-s onderzoek in te stellen. Hij stuurt om Coudoyan, maar deze, in de nage wordt evenwel zoo gevaarlijk meening, dat hij ontdekt is, vlucht en wordt neergeschoten. Mathesius Hans zich genoozaakt ziet de plannen gaat nu naar Gaby om haar te vertellen, dat Coudoyan dood is, Anne Marie te geven met instructies, maar dat hij een verrader was. Gaby bekent dan, dat zij den brief, er mee te handelen., die mademoiselle Docteur verraden heeft, heeft geschreven, en dit Hans. ontdekt dien zelfden avond verraad moet zij met den dood bekoopen. Franschen spion in zijn kamer en woi Onder de gasten van het bal is ook Mathesius, die Anne Marie bout portant neergeschoten. Anne Marii waarschuwt en haar vraagt met hem mee te gaan. Maar Anne Marie kans aan haar achtervolgers te ontk blijft bij kapitein Carr en Mathesius wordt gearresteerd. Voordat Carr en de papieren af te leveren aan ko echter achter de ware identiteit van barones Lundstrom kan komen, Mathesius. Ze is echter van een geli jong meisje veranderd in een verbit veroorzaakt een luchtaanval een paniek. Carr wordt ernstig gevrouw, die slechts één verlangen heeft wond, maar voor hij sterft heeft hij nog de kracht aan de eveneens gewonde barones te vragen, 'of zij werkelijk mademoiselle Docteur moordenaar van Hans op te sporen, is en na haar bekentenis verzoekt hij haar, die hij lief heeft, te thesius, onder den indruk van haar be^ vluchten. handigheid, haalt haar over om zie den geheimen dienst te voegen en sp is Anne Marie een der bekendste spia uit den wereldoorlog geworden, bij v en vijand befaamd als mademoiselle Do( Een van haar zendingen brengt haar ( Regle: Edmond T. Grèville
L. C. Barnaty
A
Slmonli ontwlkkalt da late'* dia Madamalialla Daetaur
Madamaltalla Daetaur maldt zich bl) da kaüla kulihoudar
Carr Is •rmtig gawond, hij **ra*«kt Madamolsall* Doctaur la vluehtan
VROUW ■NCLUB
Filmex-Film. Claire Alice Helene Juliette Dr. Aubry Fargeton Lucille Greta
Regie: Jacques Deval. Danielle Darrieux Else Argal Junie Astor Josette Day Valentine Tessier Eve Francis Kissa Kouprine Betty Stockfeld
Beze film speelt zich af in een moderne vrouwenclub en geeft ons een beeld van de ontelbare gevaren, waaraan jonge meisjes en vrouwen blootstaan in een wereldstad als Parijs. Deze gevaren manifesteeren zich ook in deze „Cité fémina", waar men het reglementsartikel „Mannen hebben geen toegang" zeer consequent doorvoert, doch waar men den meisjes verder alle mogelijke vrijheden laat. Als een lichtbrengend element gaat door deze film de gestalte van mevrouw dr. Aubry, de alles begrijpende, rustige en toegewijde vrouweüjke arts. Zij kent de psyche van deze jeugdige vrouwen, zij kent haar deugden en gebreken en steeds weer weet zij leiding te geven, daar, waar soms eenige déraillementen plaatsvinden. Reeds dadelijk bij den aanvang van de film zien wij twee meisjes uit twee verschillende plaatsen van de Fransche provincie, die, naar Parijs gekomen, om er werk te zoeken, met slecht willende menschen in aanraking komen en het grijpt ons in het hart, als wij uit enkele
aanduidingen de conclusie moeten trek ken, dat de onschuld van deze meisjes zielen voor bepaalde individuen blijk baar van geen belang is. Otfi aan dezi misstanden een einde te maken, laa een liefdadige dame bij haar dood eei fonds na, bestemd om een club voo jonge meisjes op te richten, waar gee. enkele man toegang zal hebben. O deze wijze meent de zeer goedhartig« doch een weinig „weltfremde" direc trice, die over dit huis wordt aange steld, hen voor alle kwaad te kunne behoeden! Een enkel lachje, een enkel gebaa van haar vriendin, de reeds genoemd 'mevrouw Aubry, toonen hier al aan, da zij het naïeve van dit pogen doorgrond Zij weet, dat deze honderdvijftig jong( meisjes geen engelen zijn, zooals directrice denkt, doch jonge vrouwei wien niets menschelijks vreemd is. Daar is het danseresje, dat zich b haar vriendin beklaagt, omdat zij haa verloofde nooit eens alléén kan zia en dat de grappigste trucs bedenkt, .01 hem in de club binnen te loodsen, he geen tweemaal mislukt, doch waari zij ten slotte slaagt, als zij hem. als meisje verkleed, aan de niets ve moedende directrice voorstelt. Het twe tal beleeft zonder twijfel angstige ooge blikken, doch wat doet men al niet, a men zoo graag zou willen trouwei doch in zijn plannen gedwarsboora wordt door „zijn" ouders, omdat „hi zijn studies nog niet heeft voltooid? De jongeman wordt gesnapt, als op zekeren nacht een onnoozel brand
Eve Francis Allce heeft phoniste veiglitigd
in het gebouw uitbreekt; maar het is mevrouw Aubry, die het brandje doet blusschen als ieder ander er hulpeloos bij staat te kijken, het is mevrouw Aubry, die het gemoed verteedert van de strenge curatrices, die de ernstige overtreding van het meisje met „op staanden voet wegjagen" willen bestraffen, en het is weer mevrouw Aubry, die in staat is zelfs de directrice te verteederen, als geconstateerd wordt, dat het bezoek van den jongeman niet zonder gevolgen is gebleven. Dan is daar de telefoniste, die een minder fraaie rol speelt, door twee meisjes een mooie betrekking in het vooruitzicht te stellen, doch ze in werkelijkheid via haar vriend Maurice (dien men in de film niet te zien krijgt) in aanraking tracht te brengen met rijke mannen. Een van deze. meisjes, een Deensche, komt daardoor zelfs in aanraking met de politie. Het is weer mevrouw Aubry, die begrijpt, zooals zij ook begrijpt, als deze jonge dame aankondigt, dat zij met een schatrijken grijsaard zal gaan trouwen. Is het de blik, waarmee mevrouw Aubry haar aanziet, als alle anderen, de directrice incluis, haar feliciteeren, die haar op het allerlaatste oogenblik doet terugschrikken en het onmogelijke huwelijk niet doet doorgaan? De film duidt hier slechts aan, zooals ze overal elders slechts aanduidt en veel te denken geeft, zonder ergens een ongeoorloofden nadruk op te leggen. Het andere meisje, waarbij de tele-
fonistc eveneens de hand in het spel gehad heeft, verlaat de club, diep ontgoocheld. Ook haar vriendin Alice, die een diepe genegenheid voor haar beschermelinge koestert, wil de club verlaten en vraagt de directrice, haax te laten gaan. Doch deze, die Alice's vader beloofd heeft „haar opvoeding te zul len voltooien", weigert haar te laten vertrekken, tégen het advies van mevrouw Aubry in, die reeds sporen ontdekt heeft van de zenuwcrisis, waaraan het meisje ten prooi is. Alice is inderdaad geheel ontredderd en zij wreekt zich op de telefoniste, in wie zij de oorzaak ziet van den smaad, haar beschermelinge aangedaan. Zij vergiftigt haar vijandin. Mevrouw Aubry overtreedt misschien de wetten des lands als zij de schuldige (een kind van 19 jaar) straft, niet door haar bij de justitie aan te geven, doch door haar als verpleegster naar een melaatschen-eiland te zenden. Overtreedt zij echter ook de wetten van het hart ?... Dit moge ieder voor zichzelf uitmaken. De film constateert slechts, zonder er antwoord op te geven. „Misschien — zegt mevr. Aubry — zal de Hemelsche Gerechtigheid mij eens ter verantwoording roepen voor wat ik thans doe, maar ik kan niet anders." Zoo eindigt dan deze film, die ons zoo ontroerende, maar toch ook vaak geestige voorstelling geeft van de hooge moraal van een vrouw als dr. Aubry, zooals er misschien slechts al te weinig zijn...
Kissa Konprine
'••*•■
worven, namelijk van hoofdstuk XII uit hat boek „Triomf over pijn en dood", dat eveneens het probleem der narcose behandelt. Welke film hiervan gemaakt zal worden Is nog niet bekend.
Anne Shirley die na het beëindigen van haai rol In „Condemned women", momenteel voor de camera optreedt In „Mother Carey's chickens", krijgt haar groote kans in de film „The Chi House", waarin zij de hoofdrol zal vervullen.
Paramount zal „Gullivers reizen" als kleurenfilm opnemen.
DELLÄ LIND.
NIEUWS UIT DE STUDIO'S
Niet om mee te doen aan de zoowel bij mannen als vrouwen heerschfnde mode om versieringen van allerlei aard in hun knoopsgat te dragen, maar wel om de geluidsfilm-techniek een belangrijken stap verder te brengen, heeft de bekende en reeds herhaaldelijk onderscheiden geluidsfilm-ingenieur Douglas Shearer een nieuwe miniatuur microfoon uitgevonden, welke achter de revers van het kostuum der spelers onzichtbaar gedragen wordt. Voor het eerst en met verrassend succes werd deze baby onder de filmapparaten gebruikt door Clark Gable, Myrna Loy en Spencer Tracy In hun film „De stuntvlieger". Ofschoon da opname In een echt vliegtuig plaats vond, en het lawaal der motoren tevens een realistischen achtergrond moest blijven vormen, stelden de knoopsgat-microfoons den geluidsmixer achter in de cabine toch In staat om het door de artisten gesproken woord volledig op te vangen, in dit geval was dus het nasynchronlseeren van zulke gecompliceerde scènes, dat aan de kwaliteit der weergave steeds afbreuk doet, niet noodig.
. , , André Berthomieux zet de Fransche film „Merci d'étre venue" in scène.
Olna Manèa mn Paul Cunbo spelen de hoofdrollen In „Frères Corses". Reglsseur Is Jean Tarlde.
Charles Beyer en Sigrid Curie zijn de hoofdrol-vertolkers In de Walter Wanger-fllm „Algiers". Regisseur is Alexander Toluboff.
Oabriel Pascal ensceneert de film „Nelson", waarin Diana Wynyard en Leslie Howard de belangrijkste rollen vervullen.
Moe Jerome "" J«ok Seholl componeeren de muziek voor de Warner Bros-film „Campus Cinder Ila * • %
Oermalne Dulac regisseert de ||im „Colomba", waarin Mile Redel en Paul Cambo de hoofdrollen spelen.
Paramount gaat een nieuwe versie vervaardigen van „Underworld", een van Josef von Sternbergs eerste successen. Robert Florey zal thans reglsseeren, en de karakterspeler Aklm TamlrcH zal de rol spelen, die vroeger door George Bancroft uitgebeeld werd, en die dezen acteur op slag bekend maakte. Gall Patrick krijgt de rol van Evelyn Brent, en Lloyd Nolan die van Give Brook.
Ronald Reagan, Jane Bryan, Snsaa Hayward en Varole Landls spelen de belangrijkste rollen in de Warner Bros-film „Girls on probation".
Marc JUlégret zet voor de Tobls te Parijs de film „Entree d'artistes" In scène.
Zoo lang de filmindustrie bestaat. Is zij er steeds op uit geweest, Internationaal beroemd geworden „best sellers" voor verfilming aan te kpopen. Merkwaardig Is het echter, wanneer een filmmaatschappij een wetenschappelijke studie en geen roman aankoopt. Dit nu was het geval met René Füllop-Mlller's essay over het leven van William Norton, die zooveel heeft gedaan op het gebied der narcose. En ^og curieuzer is het, dat tegelijkertijd de rechten van slechts één hoofdstuk van een ander boek van Miller werden ver-
Gaston Ravel zet de Fransche film „Les dleux ont self" In scène.
Allen Bozetz, John Murray, Jean Battlett, Norman Newman Levy en Aleen Wetsteln, allen scenario-schrijvers, zijn door R.K.O. Radio geëngageerd Om de draaiboeken van vier nieuwe films voor deze maatschappij samen te stellen. Boretz en Murray, die „Room service" als tooneelstuk geschreven hebben, zullen daar nu een filmbewerking van maken, waarin de Marx Brothers de hoofdrollen zullen vervullen; Miss Bartlett werkt aan het draaiboek van „The thinking reed"; Levy Is de scenarist van „Mr. Doodle kicks off" met Joe Penner In de hoofdrol, en Miss Wetstein bewerkt de film „The Chi House".
FREDDIE BARTHOLOMEW EN MICKEY ROONET.
Sonja Henie zal de hoofdrol uitbeelden in de Fox-film „My lucky star".
Frits van Dongen werd als tegenspeler van Hilde Krahl geëngageerd voor de Styra-film „Der Hampelmann".
Merle Oberen zal de titelrol vervullen In de London-film „Elizabeth of Austria".
Hans Albezs speelt de hoofdrol In Berry und der Zufall".
„Sergeant
Donglas Fairbanks Sr. zal de hoofdrol vertolken in „Het avontuur van Lola Montez".
Bette Davis en Anita Louise hebben de hoofdrollen gekregen in „The sisters". De verdere medespelenden zijn: Jane Bryan, Dick Foran. Alan Hale, Ian Hunter en Donald Crisp.
Olenda Farrell en Barton McLane spelen belangrijke rollen in „Torchy in trouble".
' X-
VAN LEZER TOT LEZER Op d«z* pagina kunnen on« abonné'., onder de „Ruilrubri.k", gratit een »dv.rt«ntle pUat»«n, w»«rln zij let« »»nbleden In ruil voor iets andere. Deze plaatslnc I» geheel fratlt, maximaal 10 regale per advertentie. Advertentie., waarin voorwerpen te koop worden aangeboden of gevraagd, woningen te huur worden gevraagd of te huur aangeboden, dien.ten worden aangeboden, enzoovoort. enzoovoort, worden onder de rubrieken „Te koop aangeboden", „Te koop gevraagd" en „Divereen geplaatst en berekend tegen 5 et«, per regel, minimum vijf regels.
TE KOOP AANGEBODEN Te koop aangeb. : een B.M. zeilboot compl. ƒ 40. — en een } viool m. stok ƒ8.—. Vet, Oude Karselaan 21, Amstelveen. Te koop : een Canad. roei- en zeilkano. Oeh. in g. st. en vaarklaar. Iets aparts. Te bevr. na 7 uur. Kerkstraat 293, A'dam (C). Aangeb. : IS M. kajuitzeilboot m. of z. bultenb. motor; B.M. zeilboot m. of z. buitenb. motor. Alles in pr. st. Transvaalstr. 83-111, A'dam (0.). Te koop aangeb. : een rondbreimach. merk Wilhumd. Qeh. compl. m. handleiding ƒ 15.—. v. Beuningenstr. 158 hs, A'dam (W.). Te koop: 1 p. z.a.n. bruine maatspijkersch. m. 39 en melsjeskleeding leeft. 16 j. v. d. Geest, AalameerpieinS-III,Amsterdam. Te koop aangeb. : Alb. v. Verk., Hllle, Keg, Nlem., Patria, enz. Bons en pi. Wie heeft voor mij Sickesz winkeilersstrooken ? Adr.: Glacisstr. 164, Vlissingen.
Te koop aangeb.: 3 inmaakp. 1 x gebr. inh. 40 6 50 pond. Per stuk ƒ1.—. De Groot, Amiralengr. 106 hs, A'dam. Te koop : kinderauto, 3—6 j.. ƒ3.50. Hiliealb. Z.-H., compl. ƒ1.—. Dr. Lelykade 300, Scheveningen.
DIVERSEN Oevr. eenige dames- en heerenleden voor tooneei en revue. Br. onder „Tooneel" aan J. v. Putten, Luzacstr. 10-11, A'dam (W.). Pens. aangeb. te Berg en Dal b. Nifmegen. Schitt. omg. nabij mooi Nederi. Vrije kam. m. str. w. ƒ2.— p.d.p.p. Pr. keuken. (Kind. reductie). G. Reintjes, Pens. Stoilenberg, no. 43. Berg en Dal. Tooneel ver. vraagt eenige nette dames- en beeren leden voor tooneel en revue. Brieven onder „Tooneel" aan H. Velzel v. d. Hoofstraat 9I-III, A'dam.
RUILRUBRIEK Ruilen : 260 Patria II, 1500 D.E., 60 Sunl., 200 Gr. Riv.. tegen H.O., Wennex,Niemeyer Klokz., Flno en and. Postz. insl. Heilbronstr. 48, Den Haag.
Wie ruilt mijn fototoest. merk Weita, lens f 4,5. Compursliiiter 8 momentsnelheden, ingeb. zelfontspanner, voor platen, packfilms en rolfilm, form. 9 x 12 cM., dubb. balg, drie zoekers, compl. m. tasch, cassettes en twee statieven voor een l.g.st. zijnd huisorgel. A. F. de Bruin, Konlngstr. 615, Den Haag. Wie ruilt een hand Pfaffnaalmach. voor een Singer handnaalmach. Lodenius, Preangerstr. 17 hs, A'dam.
O
1
,Dat haalt hij nooitI Houd hat wat lager."
t
Wie ruilt een box-camera,, Zels»-Ikon" 6è x il, z.g.a.n. voor iets dergelijks 6 x 9. Te bevr. Laveli, Madurastr. 119 hs, A'dam.
**
Wie ruilt mlin viool met kist voor koffergram. m. enkele platen ? A. v. Dommele, .Manningstr. I9a, R'dam (W.). Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wèl spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniel Willlnkpleln 41, A'dam. Wie ruilt: nieuwe bekl. box v. 2 oude meisjescapes v. e en 4 J. ? v. Willigen, Foreistr. 17, Scheveningen.
J%. :■•-.-
■4**::
,,Weat ja nlat, dat dat naar benedon moet als wij voorbij zijn?'
■J
'*■■
^
■
-■•.,
■•■
■
5é^ MX -^"ï-'-^
ABONNÉ'S OP DIT BLAD,
-,.-"*<••..• -yi --■'■'
welke in onze registers zijn ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f 2000.- bij levenslange invaliditeit; f 600. bij overlijden; f 400.- bij verlies van een hand, voet of oog; f 75.- bij verlies van duim of wijsvinger; f 30.-
.:
-»
.tl
HM;
bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval.
Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus enz. overkomen ongeval, waarin verzekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f 3000.- en de uitkeering bij overlijden op f 1000.-. De uitkeering dezer bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam.
Denk er om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook al meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn.
Anders vervalt het recht op uitbetaling.
k3?:= -wpws,
TT
Ni
SLANG GA A UIT ETEN ok slangen hebben wel eens nukken. Daar weten de oppassers van den Dierentuin te St. Louis (Vereenigde Staten) van mee te praten. Deze dierentuin is in het bezit van een reuzeslang, een ython, die nu reeds sedert acht jaar weigert eenig voedsel tot zich nemen. Om het dier toch in leven te kunnen houden, voedt men het dien tijd reeds kunstmatig. Dat dit lang geen eenvoudig karweitje laten de foto's, die wij hierbij reproduceeren, wel duidelijk zien. oor deze „operatie", die iedere zes weken plaats vindt, bestaat eeds een groote belangstelling van de zijde van het publiek. Geen onder, want het is een zeer eigenaardig gezicht. Verscheidene manen, die aan dit werkje gewoon zijn en er ook de noodige kracht toe ezitten, dragen den python naar de plaats waar de voedering plaats al vinden. Tusschen de kaken van het dier brengt men dan een tevigen gummi-ring aan, waardoor de bek geopend blijft en de lang niet kan bijten. Vervolgens schuift men er de vette brokken oedsel in, die dan met een dikken stok goed ver in den slokdarm T »orden geduwd. Om de slang niet te verwonden, wordt ook de stok 'an te voren goed ingevet! Wat de reden is, dat de slang tot nu toe weigert zelf voedsel tot f ich te nemen, heeft men nog steeds niet kunnen ontdekken.
\
^r-- W lbo
Eens in de zes weken wordt de python door een aantal sterke annen naar de plaats gebracht, waar hij gedwongen gevoed zal worden.
^
. In den muil van de slang wordt een stevige gummi-ring aangeiracht, waardoor dan de vette brokken voedsel naar binnen worden eschoven en met een dikken stok goed ver in haar slokdarm geduwd. Om de slang niet te verwonden, wordt de stok van te voren goed , ingevet.
PWo^w.
,. Een gemakkelijk karweitje is de kunstmatige voeding van de slang iet, gezien de ingespannen gezichten van de mannen, die er mee belast zijn!
■•■^
Na den gedwongen maaltijd wordt de bek van de slang gereinigd.
9-»nl
OTOfflSFE-ffPF VFffTALlNlQ Deri» Moore, een bekend En9clSch beeldhouwer, woonachtig In Pur«» krilat kort voor k:, naar Indo-China zal vertrekken om daar voor den keLr van
" ^rf9'":^"0^
^. h"i "°iid "een h«!'
2i n
'
,Ulie 9edra9en had 9 t0len
' "
' "-''' **W'«£*°*™
Julie begeeft zich naar Denis om zijn hulp in te roepen. Zii heeft voor de vaste waarheid gehoord, da. de baron me. de boot naaf Saigoi ?s vertrokken de^maTa'gSën'in^t'fst^n0"'5 a
U
VCrt e
trii9
^^^ '™ ™ ^
naar
dc i0n8e
L
°**'"°* ««
b
r,,ü J a" r \J iT «ldhouwer bezoek van een in Parijs studeefae«a?„/n,nam ' Mr- "W"' dic h™ ^ vriendschap van een in Mnam en d^een d^odT 'Z f" v""n'8in"' die f" k"^.ig voor haar leden opkon" en degeen doodt die baar wetten overtreedt - komt aanbieden, mits hij Julie belet om naar Annan, te gaan. Denis weigert hierop in te gaan. D.„ M.'S 'oon«li'P«l3t"'ie. Ninon, maakt in een café kennis met Nygugea.
Pu^dlÄw!;.?.
COn,raCt
"^
bii het ,hea,
,e Sai
*°°- »"• *> h- -
"
Zij moet dan aan boord van het schip, dat haar h0uden Van Deze LeT?. J n het K?"6180^ D en S Mo0re v.„ M . ' , - Ninon ""P'eert van^ Nygugen een juwcelen sp.n als amulet, die
HOOFDSTUK X. De avonturen in Colombo leidden tot twee goede dingen. Julie was werkelyk solide geworden door haar ervaring, en Ninon was naar hun kamp overgegaan. Op den avond voordat zy Singapore bereikten, kondigde Ninon haar plan op besliste wijze aan. , u feuC i-uuun 1 d n e v vinH pn nn1 h^ f f, oor dien Chinees; h« moet maar anderen vinuen om hem te helpen. nr-P^r5 enuZii leui}den over de verschansing, terwyl zi] naar het prachtig phosphonseerende water keken. Ninon legde haar hand op de zyne. „We zyn nu vrienden."
oogSSlikkem1001 ^
beter Zyn
'
alS ik alleen ga
'"
zei hy
'
na eeni é
«
Neen; ik laat
niet
De Montcalm wierp om drie uur den volgenden dag het anker had Julie getoond dat nn* nfi1, de lu?ch W ' ** het gebeurde te CoÄJ Want Z had Denis f^&TTP* ^' V «evraagd, of hy er beS? tegen had, indien zy aan wal ging. ..Natuurlijk niet," zei hy. „We moeten in Saigon toch van boord en dus kunnen we hier ook wel gaan; bovendien zullen ze Wer kolen laden zoodat het verblyf aan boord byna onmogelyk zal zjn " Ze ontmoetten elkaar op het dek toen de Montcalm het ankfer mtwierp. Julie was vol verwachtingen over hetgeen zy aan wal Jou zien maar ze merkte, dat Denis er ernstig uitzag. "Wat ker?" vroeg zy. „Je kykt zoo somber." „Werkelyk? Daar wist ik zelf niets van." H« h»Hr°g-ablikI-Vroeguh*i 2ich af' of h« haar vertellen zou van de bedreiging, (be er boven hun hoofd hing. Maar wat voor zin zou dat hebben? Voor zoover hy kon nagaan, zou het tot niets hÄ Wa"neer de1 bedreiging speciaal tegen haar was geuit, zou het een ander geval geweest zyn. Maar dit was niet zoo, en omdat hy overtuigd was dat zy een moeilyken tyd tegemoet gangen, leek het hem maar het beste. Julie van hetgeen er dreigde voorlooplg onkundig te laten. Zoodra zy in Indo-China zouden zjn gekomen z uh ? K V,^aalde voorzorgsmaatregeIen nemen, die hy nu feed" bil zichzelf had vastgesteld Onder andere aanbevelingsbrieven bezat W IJ?} eenJan ^ Chei™n den Veiligheidsdienst te Parys aan het
Aan boord kan zij direct kennis maken me< Denis. Vlak voor het vertrek ontZ" d, ' '." KrC,9b/'Cf; Wana^", f'd'Sedeeld wordt, dat hij zich nu in het web In Said :al de na k SJbo fi? zij Vhem ündt- aanraken f0" en o»en " Colombo zal in Singapore'P'" voor " den*'•* eersten keerkijken van zin bloed proeven, In Por. Said .oon. een Arabische straatgooch.laar Denis plo.sel nï een me alen spm om dan snel en spoorloos te verdwijnen. P^eimg In Colombo ziet hij tijden, het dansen de juweelen ,Pin tus.chen Ninons kleeten. baasti docl al m Je Zl",":""* r" L » "> «lk"t alles vertellen, blijkt, dat he meisje geheel te goeder trouw is. Zij wil nu niet, meer met Nygugen te maken hebben: ze denkt, dat hij wel meer van de smaragden afweet.
loó'Nta"UUrliik " alS je maar nietS d0et, waardoor Je zelf gevaar „Ik ben niet bang. Indien een vrouw iemand heeft gevonden dien zy graag mag, dan is zy reeds tevreden als zy maar by hem' mag zyn. — Morgen mag ik toch weer met je mee naar den wal?" Denis aarzelde. De Spin had gedreigd, dat hy den volgenden dac voor den eersten keer geweld zou gebruiken. Wat hemzelf betrof ^!L^ er hei? Van weerhouden aan wal te gaan en den toestand onder de oogen te zien. Maar hy moest aan Ninon denken. Hij wilde haar voor mets ter wereld ergens in betrekken, dat gevaarlijk of riskant voor haar zou kunnen zyn. «""Mi» OI
haar VOet 0P het dek
om fnlln/heem611 00genblik tegen hem aan; *oen laafdeTeiich En Denis dacht: „Ik geloof dat wanneer zy van iemand hield en ftU kwai1?. In ^oeilykheden. zy zyn lyk nog zou verdedigen ZoS
naar Saigon brengt, een heer d ' dame." die hem vergezel" het aanbod en ontvangt da* zij onder haar kleeren «o"
Saigo'nTan hidïrvem'' ^ ^ kanSen aan den sch^wburg te „Het is heel aardig van je om dat te zeggen, en ik zal heusch wel voorzichtig zyn Nygugen zal nooit weten dat ik niet K voor hem doe wat h« vraagt. Ik zal net doen alsof ik je nog bespionneer, weet je, en als iemand mij iets vraagt, zal ik eerliik 8 y vertellen wat ik allemaal heb gezien." „Hetgeen niet te veel zal zijn." „Neen, het zal niet veel zijn. Geloof je, dat het daarom beter zou zyn als ik iets verzon?" "««"um ueier „Dat zou ik niet doen," zei Denis beslist. „Dat zou cevaarliik kunnen zyn. Die tang heeft overal oogen; ze zouden ontdekJen dat je de waarhe d niet had gesproken en dan zou het er sS voor je kunnen uitzien. Zeg eens, ben je niet bang voor de tang?" „Waarom zou ik bang zyn?" * Denis dacht aan de verhalen, die hij had gehoord over hen, die in hoHrf VaxTeen tang Setre,den w«ren en daarna hun belofte geschonden WaS Z 0r dap per k,ein raeis nfet dat riatÄn ? ] eemg ■ gevaar • ^; ^ wil^ absoluïï niet, zy om zynentwil zou loopen. nm ^hgHdat Z;i fPf^emet het zyden koord om haar hals. Nadat zij on zich heen gekeken had, ten einde er zich van te overtuiaen dat niemand hen gadesloeg haalde zij het platina sieraad tusschenhaa; kleeren vandaan en legde het op haar hand. De saffieren en robijnen schitterden als kleine stukjes kleurig vuur. «uuyneu „Ik heb dit, en Nygugen heeft gezegd dat zop lang als ik dit heb niemand my eenig leed zal doen." H «"» IK im neu, Denis keek naar het teeken van de tang. „Dat kan ie den een of anderen dag uitstekend te pas komen," zei hy h0ï^etKan «"s^eWfnte pas komen." antwoordde Ninon. „Je vindt het toch goed, dat ik je help?" '
Pte
alS gaanT "^ - " ** hidll^ tme..niet f]leen «aan!?" Hy keek haar verbaasd aan. maar by zag. dat zy heel ernstig, zelfs een beetje boos was. „Als ik met met je mee mag. ga ik alleen I Ik heb jaren lang als ln tasfenl"1^ ** gewoond; ik kan dus ^st op mezelf Denis keek haar aan.... Haar heldere sprekende oogen, het kuiltie in haar kin.... ze zag er allerliefst uit; maar ze zou een kleine kat kunnen zyn, indien iemand haar te na kwam Hy keek op zyn horloge; het werd reeds laat „Morgenochtend zullen wy.er wel eens verder over spreken" zei hy. „Voor morgenmiddag gaan we toch niet aan wal/' H« sloe«8 zyn am om haar schouder. „Goedenavond, klein, vreemd meisje
^ )"'"• voor
f9 iWik heeft 8ehad' 'ulie is Betrouwd met een der Lord Tamorley. Haar man is met een icndina naar vertoefde met haar moeder aan de R.viera waar ^ een baron. Op zekeren dag worden de zeer lostbare
7iL* P I u rijkste Engelsche peer,. N.euw-Ze.land en Julie kenn,, had gemaakt met
lÄrÄinf
Va0
0
5»,in dezen
Va
de
83 8011 Hy was besloten
en
? f ^'Vti me autoriteit te hebben* en- by hem zyn licht e op onderhoud te steken over de macht van tangs in het algemeen. »«»cu over a r k
i Je
le ne kameraa 1
ei JuIie toen z
Nin
n^ meisje m pi .?r Lhoudt ^ lbeslist , t van ?je,'" Denis." l ' « on ontdekte. „Dat „We zyn goede vrienden!" oiiio!!6 Probeerde in.z«? »ogen te lezen of zy niet iets mèèr dan iiZTaJ?°ïde vrie1nden waren - maar zy kon niets ontdekken ,,lk denk. dat ik van hier maar een telegram aan Tammy zal sturen £1 v-V ve.i:tfn?n/ dat ik hem tegemoet gekomen ben. Ik zal hem vragen, my te laten weten wanneer zyn boot in Singapore aanÏTr'^T* Zal/ien 0/ficieeIe verklaring van myn doen en la?en China'ben^egaan1"81'3'661,611' maar niet 2eggen' dat ik naar Indohi;VVheerStd;eardS^JTnr?"y S
16
31 3
6
telegrafeert dat
nog niet terug heb
'
^ * ^el gauw
bl f ik in
Tk"ki T "met ^ ?teruggaan als ik ze niet ' «terughebIndo-China. Ik kann 'ln eenvoudig " iri£ ^ar-a oogenblikken. dat ook Julie zeer ernstig kon zijn. Ze keek Denis recht in de oogen en vervolgde: „Ik zou liever sterven ge'nomen.»61611 bekennen dat ik ^ s™aragden mee n^ar Cannes heb Haar woorden gaven Denis een gevoel v"an onbehagen. Hij wist dat zy meende wat zy zei en dat niets wat hy kon zeggen haar van beur besluit zou kunnen afbrengen. En toch zou eg een Sd kunnen komen, dat het risico te groot zou blyken om het te kunnen nemen* „Goed; verstuur je telegrammen dan. Ik dineer bil Raffles- als i? my noodig mocht hebben, kun je my daar vinden/' mn,es' als Je Behalve dat hy zyn revolver weer in zyn zak stak. had Denis besloten aan land te gaan zonder eenigen voorzorgsinaatregel te nemen. H« was er van overtuigd, dat hy tegenover de t^g niet beter kon doen dan zich volkomen onverschillig te toonen. Hij zou zich met trach en te verbergen; zy zouden hem kunnen vikden wanneer zy dat wilden maar het zou dan te bezien zyn. of zy hun bedreigingen ten uitvoer konden leggen! v , » w uun oearei Hy had besloten. Ninon mee aan land te nemen „Vertel me nu eens. wat je graag zou willen doen," zei hij tegen dfn^erei" ' * de beSte «eIe8enheid is om ei te
- 6 —
„Als we maar geen kerrie krijgen!" „O, neen; ik zal geen kerrie meer bestellen." „Goed. — Ik zou graag naar een paar winkels gaan om een paar inkoopen te doen en dan zullen we by Raffles gaan dineeren." Toen Ninon met haar inkoopen klaar was, reden zy naar Raffles. Ze had voorgesteld, dat zy daar zouden eten. om dan. na even gebleven te zyn om naar het dansen te kyken, weer naar de boot terug te keeren." Het was tegen Kerstmis, zoodat er een groot aantal rubberplanters met hun vrouwen in de stad waren. De planters vierden hun vacantie op de gebruikelijke wyze; in groepjes van drie of vier zaten zy om de tafeltjes en dronken net zoo veel pahits als ze konden verdragen zonder slap op de beenen te worden. Denis sloeg zyn landgenooten gade; sommigen hadden roode, ruwe gezichten en waren op weg om veel te dik te worden, anderen zagen er mager en holwangig uit'al naar de alcohol en de koorts hun invloed op hen hadden uitgeoefend. Maar het waren allemaal Britten en indien die verwenschte Annamiet hem hier iets zou willen doen, dan zou hy van alle kanten hulp kunnen krygen. Nadat zy een cocktail hadden gedronken, begaven zij zich naar het restaurant. De ober bracht hen zonder aarzelen naar het beste tafeltje in de zaal en Denis bestelde het diner. Toen zy zoowat halverwege den maaltyd waren, legde hij opeens zyn mes en vork neer. Hy leunde achterover en keek recht voor zich uit. „Wat is er?" vroeg Ninon. „Een idee, en een tamelijk goed idee ook. — Vind je het niet heel erg, als ik je een paar minuten alleen laat?" „Wat ga je doen?" „Niets byzonders; ik zal het hotel niet verlaten, en ik zal je alles vertellen als ik terugkom." Hy stond op. liep de eetzaal door en begaf zich naar het bureau van den chef de reception. Het dikke boek. waarin alle gasten hun naam schreven, lag op de tafel vóór den bediende. Denis trok het naar zich toe en begon de pagina's om te slaan. Hij ging zoover terug, tot hy de bladzijde had gevonden waarop de gasten stonden ingeschreven, die ongeveer drie weken geleden waren gekomen. De kans was gering, maar zy was er. Ten einde tyd te besparen, zocht Denis in plaats van in de kolom der namen, in die van de nationaliteiten. Wanneer hy Franschman of Frankryk zag staan, bestudeerde hij den naam zorgvuldig. Ah, daar stond het geschreven in klein, maar duidelijk handschrift : Baron de Grignon (komend van) Marseille (gaand naar) Saigon (beroep) Administrateur — Kamer nummer 53. (Aangekomen) December 11. (Vertrokken) December 12. Denis had gedacht, dat het best mogelijk was, dat de boot waarmee De Grignon had gereisd, te Singapore kolen had geladen, en dat deze besloten had, den nacht aan wal door te brengen. Hij keerde terug naar Ninon, in de eetzaal. „We vertrekken niet vóór elf uur morgenochtend. Ik blijf vannacht hier logeeren." „Hier? In dit hotel?" Hy zag baar verbazing. „Ik heb er een goede reden voor." „Kun je die reden aan niemand vertellen?" „Ja, ik zal ze jou zeggen! Ik heb zoojuist het gastenboek van het hotel doorgekeken. De Grignon, de man die naar Lady Tamorley gelooft, haar smaragden heeft gestolen, heeft drie weken geleden hier een nacht gelogeerd. Ik wil de kamer hebben, die hy gehad heeft." „Geloof je soms, dat hy de smaragden in een lade of zoo heeft achtergelaten?" Ninons oogen schitterden spottend terwyl zij dit vroeg. „Het zou heel wat moeite besparen als hy dat had gedaan, maar ik vrees dat wij daar niet op mogen hopen. Neen, "tnyn idee is, dat dezelfde bediende misschien wèèr voor de kamer zorgt, en dat ik van hem wellicht iets over den baron te weten kan komen. Het zou interessant zijn als ik wist. wat de baron heeft gedaan terwijl hij in Saißon was."
„Dat is zoo," zei Ninon. „Maar ik heb niets mee gebracht." „Jy hoeft hier ook niet te blijven. Ik breng je direct naar de boot terug en ga dan weer hierheen." „Als jy hier blyft, blijf ik ook hier. Ik wil beslist niet anders." „Nu, daar zullen we het nog wel over hebben." Denis wenkte den kellner en zei hem, den volgenden gang te brengen. „Er is niets voor je te doen, als je hier blijft," zei hij eenige oogenblikken later. „Dat weet je nog niet." „Wat kan er voor je te doen zijn? Ik blyf hier alleen een nacht logeeren om gelegenheid te hebben eens te spreken met den man. die De Grignon heeft bediend, en morgenochtend keer ik naar de boot terug." Ninon nam een banaan, en begon deze te schillen. „Luister, maar kyk niet om je heen, terwyl ik spreek. Twee tafeltjes achter je zit een man, die in zyn eentje dineert; hy heeft naar ons zitten kyken — vooral naar my — sinds wy hier in het restaurant gekomen zijn. Toen je daarnet even wegging, glimlachte hy tegen my. Ik dacht dat het een van die mannen was, die tegen zichzelf zeggen: „Dat lykt me een aardig meisje; daar zou ik wel kennis mee willen maken." Maar dat is het geval niét, althans niet alleen; er zit meer achter. Die man zal my aanspreken voordat ik het hotel verlaat en wat hy me heeft te zeggen kan zeer belangrijk zyn." „Hoe weet je dat?" Ninon boog zich over haar bord. „Doe net of wy heel gewoon ' zitten te praten. Die man weet, dat ik het symbool van de Spin draag." „Wèèt hy dat!" „Ja; toen ik geen aandacht aan hem schonk, toen hy glimlachte, bracht hy zyn hand aan zyn hals op de plaats waar ik het zijden koord heb hangen en toen keek hij me wèèr aan." „Van welke nationaliteit is hy?" „Ik geloof dat het een Indiër is, maar hij draagt Europeesche kleeren." * Na eenige oogenblikken draaide Denis zich om teneinde zelf te kyken. „Hy staat nu op om weg te gaan." zei Ninon. „Terwijl jy de rekening betaalt, ga ik naar de hal, dan heeft hij gelegenheid mij aan te spreken, als hy wil. Haast je niet; als hy nog met me spreekt als je komt, ga dan een courant zitten lezen en wacht tot ik by je kom." „Goed. Maar ga niet met hem naar buiten." Denis vroeg om zijn rekening; Ninon stond op en verliet de zaal. De ober zelf- bracht de rekening. „Wie was die Indische heer, die twee tafeltjes achter mij zat?" vroeg Denis hem. De ober keek om. „Dat is de zoon van den Radja van Lakore." Denis wist. dat de Radja van Lakore een der rijkste Indische vorsten was; hy woonde op een prachtig buiten onder Britsche bescherming, ongeveer zeventig kilomeier van Singapore. Hoe een zoon van den radja iets te maken kon hebben met de tang, begreep hy niet. CWovdi vervolgd)
OPGESLOTEN IN EEN MIJNGANG De mijn,, van welker exploitatie de Eng-eischraan Alexander Macdonald gedurende 'n groot deel van den wereldoorlog de leiEEN REEKS SPANNENDE AVONding had, was geen gewone mijn, en evenmin TUREN NAAR WAARHEID VERTELD was het er veilig — verre van dienl De aardlagen, waarin zij zich bevond, waren voortdeze naar hem toekwam. „Ik kan niet voldurend „in beweging", met het gevolg, dat doenden druk ontwikkelen om de beide pompen geen meter der lagere gangen het zou hebben op volle kracht te laten loopen. De compresuitgehouden zonder in te storten, indien zij niet sor èn de twee pompen — dat gaat niet!" ter dege gestut waren geweest. Maar omdat „Waar is Archer?" vroeg Macdonald. Hij de mijn, die zich in Australië bevond, talrijke had het antwoord vooruit kunnen weten: Arzeldzame metalen voortbracht, die dringend cher was natuurlijk beneden, op zijn post! Hij noodig waren voor oorlogsdoeleinden, was zij waakte over de mijn als een moeder over haar van tè groot belang dan dat men niet het kind! risico zou hebben genomen, haar verder te Macdonald ging naar beneden, waar de ontginnen. mannen tot aan hun middel in het water stonDe hoofdgang was gelegen onder den oever den te werken. Ze maakten zich echter absovan een breede, zandige kreek, die hoewel zij luut geen zorg, maar vertrouwden op Archers voor het grootste deel van het jaar droog lag, verzekering, dat de beide pompen het water toch gedurende het regenseizoen zóó hoog dat in de mijn drong, gemakkelijk konden met water werd gevuld, dat zij dikwijls buiten wegvoeren. Macdonald deelde Archers optihaar oevers trad. De pompen moesten dan misme echter niet, en hij beval den mannen ook dag en nacht werken om het water uit de naar boven te gaan. gangen weg te voeren, dat door de spleten in Terwijl de lift met hen omhoog suisde inde aarde drong en vandaar in de mijn, wanspecteerde Macdonald snel de bedreigde gang neer er „vocht" in de kreek stond. en ontdekte dat het water in stroomen door de Macdonald maakte zich daar dikwijls ongezoldering drong! Het leek wel, alsof er overal rust over. In een der gangen bevond zich een geysers waren aangebracht! Archer, die eerst scheur, die hoe langer hoe grooter werd. Vaak om Macdonalds vrees gelachen had, werd had hij zich afgevraagd, of het slechts een plotseling ernstig; ziin geoefende ooren hadeenvoudige plaatselijke „breuk" was, of iets den een verdacht geluid gehoord. De Duplex anders. Dit „iets anders" hield van allerlei in. werkte niet meer zooals het hoorde. Hij had vaak visioenen van onder water ge„Wel verdraaid," zei hij. „Daar heb ik dat loopen gangen, terwijl de arbeiders er nog in ding nu van onderen tot boven voor nagekewaren, omdat de kreek buiten haar oevers ken! En nu, juist nu wij haar het meest noodig was getreden... »ij ^ Z1'J het biJltie er b|ï neeTArcher, die de leiding onder den grond had, Macdonald klom op een dwarshout om de lachte echter om zijn vreesf Hij hield van de scheur in de zoldering van de gang beter te miin, en kon geen kwaad van haar hoorenl Op kunnen onderzoeken, en direct werd zijn ergieder uur van den dag en den nacht scheen hij ste vrees bewaarheid. De scheur werd, terwijl in haar nabijheid te zijn, en altijd hielp hij de hij er naar keek, zienderoogen grooter, en een mannen bij hun werkzaamheden. Het was een breede straal schuimend water spoot er met zwijgzame, maar eerlijke kerel, en het duurde groofe kracht doorheen, de gang in. met lang of Macdonald was in hem de ziel „Het water komt hooger, boss," merkte Arvan de mijn gaan zien. Degenen, die in haar cher, die bij de Duplex stond, somber op. diepten werkten, koesterden grooten eerbied „Ueze pomp lekt; ik zal naar boven gaan en voor hem, want herhaalde malen had Archer gereedschap halen om ze te maken." bewezen werkelijk een mèn te zijnF Macdonald hoorde de lift andermaal naar Ofschoon er sinds Macdonald was gekomen, boven suizen, en nauwelijks was hij alleen in hier en daar plassen water in de kreek waren de gang, of er klonk een luid gekraak, en naar ontstaan, was er toch nog niets gebeurd dat bovend ziend, waar 't vandaan kwam, ontdekte zijn vrees scheen te rechtvaardigen. Maar hij hij tot zijn grooten schrik dat de zoldering voelde, dat dit komen moest. En het kwèm! van vorm veranderde! En nog èèr hij begreep Het had den ganschen dag zachtjes gewaf er gebeurde, stortte er een gedeelte in en regend, maar tegen den avond had men in de gutste hef water door de ontstane opening verte licht gerommel gehoord, als van een naar binnen! Voordat hij tijd had gevonden naderend onweer. Kort daarop, misschien om zich te verroeren, werd hij door de kracht eenige minuten later, was de bui gekomenf van het binnendringende water van zijn dwarsMet een hevigheid, die men alleen in de tropen hout in den bruisenden en schuimenden poel kent stortte het hemelwater neer op de aarde! beneden hem geworpen. Half zwemmend, half üp korten afstand kon men zelfs de lichten wadend, gelukte het hem den uitg-ang van de van de machinekamer der mijn niet meer zien! gang te bereiken, maar tot zijn ontzetting merkte hij, dat hij net eenige seconden te ifjreek VuI<,e zich sne,' en na ko«"ten tijd irolfde het water reeds over haar oevers laat was. De uitgang bleek versperd door heen... allerlei stukken hout, die er heen gedreven Terwiil Macdonald in zijn bungalow zat en waren door het woest kolkende en woelende luisterde naar het gekletter van den regen op water. Tevergeefs trachtte hij de barricade te het zinken dak, kon hij het op een gegeven verwijderen en ten einde raad klom hij op een oogenblik niet lanirer uithouden. Een soort soort nchel in de gang, waar hij althans voorvoorgevoel waarschuwde hem, dat de mijn loopig veilig was. Zoo kalm mogelijk overzou onderloopen. Hij verspilde geen tijd, maar dacht hij zijn toestand, en kwam tot de consnelde naar buiten om de mannen, die in de clusie, dat hij ten doode was opgeschreven! mijn waren, te waarschuwen. Archer, dat wist HIJ was levend begraven, tientallen meters hii, zon beneden op zirn post blijven tot de onder den grond, in een mijngang, die zich ramp hem zou overvallen, al was hij oversnel met water vulde! Niets, niets kon hij doen tuigd, dat zij komen móést! Dat was zoo zijn om zichzelf fe redden, daar de eenige uitgang manier! absoluut afgesloten was... Bii den insreing van de schacht was geen Intusschen had Archer boven gemerkt, dat spoor van leven te bekennen, maar dieper het water in de mijn, sneller nog dan daareven, naar beneden, in de duisternis, ontdekte Machooger steeg. Het geluid van de nog werkende donald in hef licht van een slormlantaarn Lafgroote pomp had hem dit verteld. Onmiddelfertv. den machinist, die met gefronst voorlijk besefte hij het gevaar waarin Macdonald hoofd naar den wirzer van den indicateur keek. verkeerde, en zonder aarzelen stapte hij in de Behalve het geluid van de hoofdpomp, hoorde lift en beval den machinist haar te laten zakMardorald ook de hulp-Duplex. Klaarblijkelijk ken. Lafferty keek ernstig, evenals de mannen had Archer dus reeds last gegeven beide pomdie door Macdonald naar boven waren gepen in werking te stellen. stuurd, en die zich nog niet naar hun hutten Lafferty bleek waf zenuwachtig. „Ik ben niet hadden begeven. Een oude arbeider trad naar ^rg gerust," zei hij tegen Macdonald, toen voren. „Niet doen, Archer," zei hij ernstig.
OP LEVEN EN DOOD
„Dat beteekenf zelfmoord — om met de lift naar beneden te gaan. We zullen met een ladder afdalen..." Maar daar wilde Archer niet van weten, en hij beval Lafferty voor d? tweede maal de lift te laten zakken. Met strakke gezichten stonden de mannen er bij. Ze waren stuk voor stuk overtuigd, dat een mensch zijn dood tegemoet ging... Intusschen wist Macdonald natuurlijk niets af van de hopelooze poging om hem te redden, die Archer bezig was te ondernemen. Terwijl hij op zijn richel zat, sloeg hij hef water gade, dat steeds hooger en hooger steeg. Hij had een stompje kaars aangestoken, dat Archer had laten liggen, en bij het flakkerende licht er van kon hij alles zien, wat hem in deze oogenblikken nog interesseerde: den dood, die steeds hooger steeg, steeds dichter bij hem kwam... Plotseling, terwijl hij daar zat en niet anders verwachtte of binnen enkele minuten zou het water hem in letterlijken zin tot aan de lippen zijni gekomen, voelde hij hoe er iets tegen zijn beenen sloeg, die zich reeds tot aan zijn dijen onder water bevonden. Verwonderd keek hij naar beneden en... het was niet te gelooven, doch het was waèr: er kwamen twee grijpende handen uit de zwarte watermassa te voorschijn, die zich vastklemden aan den richel waarop hij zat. Toen verscheen er een hoofd. Het was Archer! Macdonald trok aan zijn boven water komende schouders, en hijgend klom Archer even later op den richel naast hem. Gedurende een paar seconden kon hij niets zeggen. Toen opende hij zijn mond. „Kom mee, boss!" zei hij, zoo kalm mog-elijk. „We moeten maken dat we hier vandaan komen. Het is de hoogste tijd! Ik heb de barricade aan den uitgang wat opgeruimd, en ik ken lederen centimeter van den weg, zelfs al is deze onder water! Haal goed diep adem — dat zal je te pas komen — en laaf de rest aan mij over!" Met deze laatste woorden greep hij den pols van Macdonalds rechterhand, en eer deze wist waf er gebeurde, voelde hij zich in het water gesleurd. Nooit had hij een dergelijk avontuur voor mogelijk gehouden! Alleen iemand, die den weg naar den uitgang bijna bij instinct kende, mocht de hoop koesteren het einde van deze doodengang onder water te vinden! Met zijn vrije hand tastte hij om zich heen, maar hij voelde niets dan water, water... Gedurende een poos die hem een eeuwigheid leek, voelde hij zich onder water door Archer voortgetrokken. Hij had een gevoel alsof zijn longen van benauwdheid zouden springen, en het bloed bonsde in zijn slapen... Plotseling stootte hij met zijn hoofd ergens tegen aan, en vaag drong het tot hem door, dat zij bij de lift gekomen waren. Hij volgde Archer, die nog steeds zijn pols vasthield, en direct daarop had hij de gewaarwording alsof hij met zijn voeten van den grond getild werd en het water over zijn hoofd wegstroomde... Toen, opeens, merkte hij, dat hij weer kon ademhalen, maar het kon hem nu niets meer schelen. Willoos liet hij zich op den bodem van de lift vallen. Later vernam hij, dat, toen de lift boven aan de schacht verscheen, Archer en hij bewusteloos op den bodem lagen. Ze kwamen echter direct weer bij, want Macdonald hoorde nog duidelijk het hoera-geroep waarmee de mannen, die in spanning hadden gewacht, hen begroetten toen zij behouden boven kwamen. Lafferty trad bleek en ontdaan naar voren. „Heb je 'het signaal „op" gegeven, Archer?" vroeg hij. „Ik dacht, dat ik den hamer zag bewegen en heb toen op hoop van zegen maar opgehaald." „Het is een wonder," bromde Archer, „want ik heb niét aan, de lijn getrokken... Ik kreeg een slag tegen mijn hoofd toen we de lift binnengingen en moet direct bewusteloos neergevallen zijn... Je hebt je verbeeld, dat de hamer bewoog... Het is een wonder... een wonder, dat we gered zijn..."
i.
s ■. "''.V
- 8 ■
■
-. » ',»
UIT HET VOLLE LEVEN
■:•'■.■■
PARIJ)
MAAKT
ZICH GEREED OM HET
ENGEÜCHE KONINGSPAAR
■
TE. 1. Z.K.H, Prins Bernhard woonde de bijeenkomst bij van de Johannieter-ridders op het kasteel Doorwerth. — De aankomst van den Prins op het kasteel. Rechts mr. W. J. baron van Lynden, conventridder, 2, Zaterdag 1.1. zijn de Deutsche lustrumfeesten begonnen met een ontvangst der reunisten op de sociëteit en een ommetocht door de stad. — Het vertrek van de sociëteit, met voorop de eerewacht te pnard, 3, Ter gelegenheid van het lustrum vond er ook een concours hippique plaats, — Kunstrijden door de Djiguiten-kozakken, 4, De demonstratieve bijeenkomst op Schiphol, tot behoud van de Amsterdamsche luchthaven, — Een deel der menschenmassa, die naar het vliegveld was opgetrokken, 5, De roeiwedstriiden van De Hoop, op de Amsterdamsche Boschbaan gehouden. — Mejuffrouw E, S, Klein van De Hoop, winnares stijlroeien overnaadsche scullingbooten. 6, Van de groote zeilwedstrijden, welke op de Bergsche Plassen werden gehouden, brengen wij deze foto: het ronden der boei door de B.M,-èrs, 7, Te Noordwijk hadden de tenniswedstrijden Nederland—België plaats. — Van Swol en mevrouw Boutmy tijdens hun double in actie.
-, 'ArfV
«• .<* Dè groote gebeurtenis in Frankrijk is het aanstaande bezoek van het Bngelsche koningspaar, dat door een sterfgeval in de koninklijke familie tot 19 Juli is uitgesteld. In de Pransche hoofdstad is men allerwegen druk bezig om den Engelschen souvereinen een waarlijk grootsche ont" vangst te bereiden, waarvan hier enkele foto's. 1. De locomotief van den trein, die de vor» sten van Boulogne naar Parijs zal brengen, wordt met de vlaggen van beide landen versierd. Op de beide zijkanten is de Union Jack geschilderd, op den voorkant de Tricolore. 2. De wagons van den koninklijken trein dragen de wapens van beide landen. 3. In de Parijsche warenhuizen heerscht een levendige handel in Engelsche vlagden. 4. Op de Seine bij de Pont Neuf is, belicht door schijnwerpers, een groot monster gebouwd, geïnspireerd op het monster van Loch Ness in Schotland, dat des avonds vlammen zal spuwen ter gelegenheid van het bezoek der koninklijke gasten.
raa
F"S -*
*!2A
ft.'
Ä3£ '■^feas^
NADRUK
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 29 JUNI
DENK GYM NAS I E K GEïLLUSTREERD KRUISWOORDRAADSEL
VOOP ELKE JËiÊAVE JJZEN
=RBODEN
V O O R
N I EUWC DPGAVEN
OPLOSSING GEÏLL. KRUISWOORDRAADSEL
HARMONICAPUZZLE
INVULRAADSEL
2
1
De hoofdprijzen konden toegekend aan:
1
Mevr. N. ten Hoonle, Amsterdam; mejuftrouw C. Groedel, Tilburg; mejuffrouw A. Hardoff, 's-Gravenhage; den heer C. Pas, Breda; den heer G. Verwol, Rotterdam.
2 ï
De troostprijzen werden verworven door: mevrouw M. Hurkmans-Vonk, Haarlem; mejuffrouw'J. Kok, Rotterdam; mejuffrouw Koek, Kampen; mejuffrouw A. Hölscher, Roelofarendsveen; mejuffrouw I. Kammlnge, Veendam; mejuffrouw D. v. Drunlck, 's-Gravenhage; mejuffrouw L. Kolb, Rotterdam; mejuffrouw M. Klapwijk, Rotterdam; mejuffrouw Langerak, Rotterdam; den heer J. Oelp, Breda; den heer J. Noort, Katwijk a/Zee; den heer v. d. Berg, Vlaardlngen; den heer W. T. M. H. Lasschult, Haarlem; den heer W. Devllee, Lelden; den heer A. L. v. Aggele, Haarlem; den heer L. v. Roon, Noordwijk; den heer J. L. Andriesse, Amsterdam; den heer J. v. Llempst, Amsterdam; den heer L. G. Herber, Utrecht; den heer M. v. Dijck, Eindhoven.
k
5 6 OPLOSSING LETTERGREEP-KRUISWOORDRAADSEL RA
TE
DEB
LEn
^1 DEP IHfl TE
SMEER
m
O GEM DE
O
or-tT
SMET
TEM
STAAH
O
TA
K0
[§ll
Tien
M&AL
DE
DE
^1
DA
^|
DE
ESI
WA
ME
DEEL
HE
MED
El
GA
7
e 9
MEH 10
PEP |^ DI?UK
KEM
DEH
O
HE
TE
&G
LUK
In ieder vakje moei de eerste letter worden ingevuld van hetgeen de feekeningetjes voorstellen. Te zaïnen vormen deze letters woorden van de volgende beteeken is:
HET VERLANGLIJSTJE .Men moot lipjriunon bij *1^ „b" links on (leraan en ilan telkens twee vakjes o\'crslaan. Dan verkriiy-t men ile woerden :
12. 14, 16. 17.
Horizontaal: de handeling van hel bieden jong schaap meisjesnaam laatst leden (afkorting) deel van een wagen bloem persoonlijk voornaamwoord bijwoord lichaamsdeel visch vierhandig zoogdier.
1. 2. 3. 4. 6. 8. 9. 11. 13. 14 15.
Verticaal: speelgoed lidwoord • muzieknoot klein sierlijk plantje rjjgsnoer verzegelt men mede vlaktcmaat meisjesnaam vlug reeds familielid.
hal boek rolschaatsen
rinpen OPLOSSING INVULRAADSEL cenkenniu eentonig nepende grobak
OPLOSSING HOE LANGER HOE KORTER
eer«wactit spruiten peuren eerste
RUK; RD
ui;
KKX GESPEKTE HKIKS
OPLOSSING ONZE FILMPUZZLE VERGELIJKINGSRAADSEL loophaan "P haan
reten en
tabak bak
yacht acht
over ver
LOHETTA YOUXO
unster ster
fles es
De hoofdprijs van de fllmpuzzle werd gewonnen door: den heer K. Dorhout, Utrecht.
n
OPLOSSING
SCHAKELWOORDRAADSEL
1
2
sB
3
i.
5
6
EB
In elk vakje moet één letter geplaatst worden. Elk volgend woord bevat de letters van het voorafgaande met één letter er aan toegevoegd tot en met nummer zes. De volgende woorden bevatten elk de letters van het voorafgaande met telkens één letter verminderd. 1. muzieknoot 2. reeds 3. stuk stof 4. ruimte met water bedekt 5. streek van het hoofd lusschen oogen en ooren 6. plek 7. bewerkt ijzer 8. op een gevorderd tijdstip 9. hoeveelheid 10. reeds 11. medeklinker.
WOORDVIERKANT 1
5
Door in de cirkels klinkers en in de vierkanten medeklinkers te plaatsen, verkrijgt men in deze figuur zes rijen woorden, elk van vtff lellers. Verwijder nu de middelste letter van ieder dezer woorden, waardoor andere woorden van vier letters elk, zullen overblijven. De omschrijving dezer woorden vindt men hieronder gegeven. 1. dapper 2. dierenverblijf 3. te dien tijde
4. die in Denemarken woont 5. zonder bevyeging 6. grondsoort.
De verwijderde letters, d.w.z. de letters uit de horizontale rij no. 7 vormen tezamen den naam van een werktuig, dat na het wasschen wordt gebruikt.
k
1
A
2
A U y
deze
E E
O
t
5
A
u u
6
O
1
Vul in: 1—2 2—3 1—4 3—4 3—6 4—5 5—6
wat als regen neerkomt gemeente in de provincie Noord-Holland treffend naaigerei « iemand met open mond nastaren aanhanger van het dadaïsme zijn glans verliezen
In de omring ie vakjes leest men den naam van een korensoort.
ONZE FILMPUZZLE
ONZE PRIJZEN.
LETTERGREEPRAADSEL
Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van ƒ 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen.
Lit onderstaande 12 lettergrepen zijn te vormen. De beginicltcrs van eik woord naar beneden en de laatste letters van van onder naar boven gelezen vormen van een filmster-
E
E
De klinkers in dit vierkant zijn in de juistc vakjes geplaatst. Voltooi de woorden in horizontale richting door alleen nog medeklinkers in lc vullen, waardoor woorden ontstaan van de volgende beteekenis: 1. wijze van handelen — 2, spreken — 3. raadsel „ 4, slang — 5. heelal — 6. grappenmaker.
De troostprijzen vielen ten deel aan: mevrouw M. Bron, 's-Gravenhage; mevrouw M. Michels, Arnhem; mejuffrouw C. J. v, d. Blink, Rotterdam; mejuffrouw J. Feiten, 's-Gravenhage; den heer H. D. I. Willebrand, Rotterdam; den heer F. Kooyman, Rotterdam; den heer L. Blok, Amsterdam; den heer Nie. Hanse, Hilversum; den heer J. Klaver, Eindhoven; den heer R. Hovingh, Appingedam.
Lettergrepen; bes — Snsch -— stand — pas
5 woorden van boven e!k woord den naam
— Inv — tand Tras — ta — de
eb — ■ een.
Betcekenis der woorden: 1. blauwbes 2. ei van een eend 3. gemeente Zweedsch län Halland 4. middel om de landen te reinigen 5. waterstand bij ebbe. Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeden onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vnór 20 Juli aan Dr. Puzzelaar, Galgewatcr ?2, Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzle 20 Juli. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 20 Juli in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgcwater 22. Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 20 Juli
/^AGTU r\e meest geliefde planten in de huiskamer zijn thans wel de cactussen, ^.
met hun bizarre vormen een groote aantrekkingskracht op de menschen uitoefenen. Zij werken op de fantasie, die
er vaak de zonderlingste gedaanten in vermag te ontdekken. Zulke gelijkenissen als onze medewerker in deze grillige planten heeft gezien, zullen echter wel slechts weinige menschen er in gevonden hebben I
VESGELUKIMGEM
EEN DAT:.Is zij nier P«*;amount-filin. Regie: Charles Vidor J^T Ann Dvorak AldcnC^rtcr John Trent Oom Ned Harry Beresford Jeff Guinn WüKam« Mevroyw'Dou^as Eileen Pringlc Mr. Doi^glas Arthur Ho^t Po&ieagënt ......... . Paul Hearst Eerste detective Tom Jack»» Tweede detective William Royle
te halen en hen te dwingen de juweclcn af te geven. Alden snelt naar zijn kanjer, waar hij ontdekt, dat de juweclcn niet de echte zijn. Jerry belt hem op om hem te waarschuwen, dat Oom Ned en Jeff op weg zijn naar zijn huis, om hem de juweclcn, die, ; naar zij mecnen, in zijn bezit zijn, weer af te nemen. Alden bezoekt Jerry, aangezien hij denkt, dat zij s de juwcelen nog steeds in haar bezit heeft, en hij ze haar af wil nemen. Tijdens een woordenwisseling hierover worden zij verrasfc door de terugkomst van de twpe andere leden van Jerry's bende. Jeff en Ned zijn er nu van Overtuigd, dat Jerry ea Alden' hebben Samengespannen om de juweclcn voor zich te houden en er samen van door te gaan, en zij staan op het punt beiden te vermoorden, als Alden een stecnen beeld uit bet raam gooit, en zoo de aandacht van de politie trekt. Allen worden gearresteerd. Op het bureau blijkt, dat Jerry een agente is van een verzekeringsmaatschappij, die bet vertrouwen van de juweelendieven heeft weten te winnen om óp die maaier ächter faun geheimen te koenen, én dat mevrouw Douglas haar sieraden opzettelijk heeft; laten stelen om in het bezit der verzekeringsgelden te komen. Verder blijkt ten slotte, 4at Alden eveneens een detective is, die belast werd met het bewaken van den heer en mevrouw Douglas. Jerry en Alden vieren het gelukkig slot met een verloving.
J
Atóen Carter, een schatrgk joagmerisch, maakt in een deftigen bar kotmis met Jerry, een allerlkfst m«8Je*;Zij hocat, dat hij een invitatie heeft om een feest van de'Euauie Douglas, eveneens faintastisch rgkc mewscfe, bij te woneb, en als^ hij haar uitnoodigt niét hem naar, de pArtij te , • gaan^ maakt zij vah:de gelegenheid gebruik zichaelf, haar „Qtfoi Ned" en jéff id de wotjing der Douglasien ^ iot^ooeeMti^ 'Waar zij mevrouw Douglas haar kostbai-e diamanten aéiandig maken. Öp- [ r ^«euw mató ;^ ^bi^ yart Alden, nu om öngcmeirkthirthius te verlaten. Waiiöéer idj onderweg stojF^cn eö Jeff j^gn »öbiföemeß tè kennen geeft
lm-,
f
: '-
I«ry en }eU
J
' "
. ."- ^'
■ .-■'-'
■
■
Jerry staat op goeden voet met de politio-macht.
Mevrouw Douglas (Eileen Prlngle) la even bemlnll|k als
Een baal sJelletjel (Ann I Dvorak. Gulnn Williams rv Beresford)
en -gr
eo e
Het qoud der LÜTIH EN De
Karimata, een der grootste baggermolens der wereld, maalt reeds sinds eenigen tijd naar het gjoud van de Lutine, het Engelsche oorlogsschip, dat met een waarde van twaalf millioen g-ulden aan boord in 1799 bij Vlieland strandde en verging, en er is geen mensch, die precies zal weten te zeggen, de hoeveelste poging dit nu reeds is om dezen op den bodem der zee verborgen schat, waarvan men de ligging nauwkeurig kent, naar boven te brengen. Dit is echter wel zeker, dat hoe men er ook naar gedoken en geboord heeft, er van &\, het goud en zilver en de andere kostbaarheden die het schip naar Hamburg moest brengen, niet veel meer geborgen is sinds men er in 1859 in slaagde voor één millioen gulden aan gouden staven op te halen. Er is dus voor de Karimata noo- wel „iets" overgebleven, en de in het werkT gestelde pogingen kunnen, indien alle voorteekenen niet bedriegen, zeker de moeite loonen. Al gebiedt de waarheid eV bij te vertellen, dat op een enkele uitzondering na, allen die zich van den schat hebben willen meester maken, er meer
Een turkooizen slang, dl« tot ét ichattan van MonUrum» behoord», «n dl« deze aan Cortél tan g«ich«nk« gaf.
bij hebben verloren dan gewonnen. Maar dat schijnt nu eenmaal met verborgen schatten steeds het geval te zijn. Dit is het risico, het avontuur, dat er aan verbonden is, en dat misschien tot sommigen nog meer spreekt dan de schat zèlfl Het totaal bedrag der schatten, die hier en daar op de wereld verborgen zijn, zonder dat de mensch er in geslaagd is ze te vinden, kan zelfs niet bij benadering worden opgegeven, evenmin trouwens als het aantal avonturiers — en ook wel geleerden — dat er op uitgetrokken is om ze te gaan ontdekken! Zelden echter hebben dergelijke schatten zoo zeer tot de verbeelding gesproken als het geval is geweest — en nóg is — met de enorme rijkdommen, welke „ergens" in Mexico en Peru liggen te wachten op hen, die er door Fortuna heen geleid zullen worden... Er bestaat wellicht geen dorp of gehucht in deze landen, welke niet zijn legende van een of anderen verborgen schat heeft, en het feit, dat er in talrijke betrouwbare documenten over gesproken wordt, is zeker mede oorzaak, dat zij tot op den huldigen dag zijn blijven voortleven. Zelfs beweert men, dat er thans nog bewakers van deze schatten bestaan, die precies weten waar zij liggen, en die het geheim er van telkens aan een volgende generatie overleveren. Ofschoon de heerschers over het oude Mexico en Peru van de door hen overwonnen volken steeds groote sommen aan goud en edelsteenen vorderden, schenen zij op deze kostbaarheden toch niet zóó belust te zijn als de latere kolonisators van deze streken, de Spanjaarden. Zoodia de vorsten echter merken dat de zucht naar goud de voornaamste drijfveer was waarom deze vreemdelingen naar hun Innden kwamen, zorgden zij er wel voor.
■&n*Mn
ajbdeM"' dat de plaats waar zij hun schatten bewaarden, hun nimmer ter oore kon komen. Geen verborgen schat heeft stellig ooit zoozeer op de verbeelding der menschen gewerkt, als die van Montezuma, den zoo ongelukkigen keizer van Mexico. Na zijn dood werden er talrijke pogingen in het werk gesteld om dezen schat op te sporen, maar nimmer is dit gelukt, dank zij ook het feit, dat alle inheemschen als het ware schenen samen te spannen om de plaats waar hij zich bevindt, angstvallig geheim te houden. Cortes, de Spaansene aanvoerder der eerste Spanjaarden die Mexico binnenkwamen, merkte al spoedig welke enorme rijkdommen de Azteken, zooals de oudste bewoners van Mexico heeten, bezaten. Geheel bij toeval ontdekten hij en zijn volgelingen op zekeren dag een toegemetselde poort in het oude paleis van Axayacatl, waar zij op bevel van keizer Montezuma waren ondergebracht. Zij braken het metselwerk weg dat de poort verborgen hield en ontdekten een zaal, waarin staven goud en zilver en talrijke andere kostbaarheden tot aan de zoldering lagen opgestapeld. Het bleek de schat te zijn van koning Axayacatl, den vader van Montezuma, die hem daar bewaarde voor het geval er een of andere nationale ramp over het land mocht komen. Naar schatting moet hij een bedrag van ongeveer dertig millioen gulden hebben vertegenwoordigd! Deze enorme vondst inspireerde de Spanjaarden om naar nog meer te gaan zoeken, maar welke pogingen zij ook in het werk stelden, zij hadden geen succes. Zelfs niet toen men den laatsten der Azteken-koningen op de pijnbank legde en hem het geheim probeerde af te dwingen. Hij vertelde toen alleen, dat er groote hoeveelheden goud in het Texcocomeer geworpen waren. Duikers gingen te water om ze te vinden, maar kwamen met leege handen boven. Wel vond men echter in een vijver van het paleis van dezen laatsten koning een der groote gouden wielen, waarop de Azteken hun kalender graveerden, doch dit was alles... De schat van Montezuma moet nog steeds ergens verborgen zijn; verscheidene aanwijzingen leiden in de richtng der omge-
o e e
¥©©IS öiOil^iEIM
HET IS EEN ZONDERLINGE WERELD EERROOF VAN EEN HOND. - Madame Louise Francart. die er een kennel op nahoudt In de buurt van Algiers, vroeg voor de Parijsche rechtbank tienduizend francs schadevergoeding, omdat een lid van de Jury op een hondententoonstelling te Algiers het karakter van een harer bekroonde fox-terriers had beklad. TE VEEL VAN HET GOEDE. - In een familie op den Balkan werd groote consternatie gewekt toeA een der kippen eieren begon ie leggen van buitengewoon groote afmetingen. Ten einde „rampen" af te weren, gal een waarzegster den raad, met de kip naar een naburig kruispunt van den weg te gaan en haar daar te verkoopen aan den eersten den besten, die het dier hebben wilde. Van de opbrengst werd zeep gekocht, waarmee de heele familiewasch op plechtige wijze gereinigd werd ... PLANTEN OP TELEGRAAFDRADEN. - Te San Juan, Porto Rico, groeien op de telegraaf- en telefoonlijnen kleine planten, die in de lucht kunnen leven zonder voedingsbodem. Het vriest nooit in San Juan en evenmin komen er koude winden voor, zoodat de planten er welig kunnen groelenl Het is natuurlijk een zonderling gezicht, deze begroeide telegraaflijnenl
Aan boord van de Karimata, h«t mod«rn« goudzo«lt«ritchlp. Wannaar da amman bovan wal«r gatoman iljn, vlo«ll hat watar langt «an itortgoot (link« op d« foto) w««r wag; waarna da inhoud van d« «mman op d« ichatlan dar „Lutln«" wordt doortocht.
ving van Mexico-City, maar ofschoon generaties schatgravers er naar hebben gezocht, heeft men hem niet kunnen ontdekken... Ook in Peru hebben de oudste bewoners hun goud en andere schatten aan den bodem toevertrouwd, en af en toe slaagt men er in hiervan wat op te graven. Het overgroote deel rust echter nog- steeds op een of andere onbekende plaats. Misschien dat er, evenals in het geval van den schat van Montezuma, bewakers zijn, die weten waar hij verborgen ligt, maar dan weten zij het geheim toch angstvallig voor zich te houden. Er schijnen echter bewijzen voorhanden te zijn, bijvoorbeeld, het manuscript van Don Felipe de Pomares, hetwelk zich in het Britsch Museum bevindt, dat de schat ergens verborgen moet zijn onder de bedding der rivier Huatanay. Doch waar precies? Dat is de vraag, die duizenden bezighoudt...
DE MANEN VAN MARS Tot bijna aan het einde van de negentiende eeuw was men algemeen van opinie, dat Mars, in tegenstelling tot andere planeten, geen manen bezat. In 1877 ontdekte men er echter twee, hoewel zij zeer klein waren. Een van hen, Deimos geheeten, heeft slechts een middellijn van vijftienduizend meter. De andere, Phobos, Is ongeveer tweemaai zoo groot. Deze manen zijn niet alleen „opmerkelijk", omdat zij zoo klein zijn, maar ook omdat zij zoo dicht bij de planeet staan. Phobos staat slechts op zesduizend kilometer afstand van Mars, en Delmos Is slechts achttienduizend kilometer van haar verwijderd, hetgeen natuurlijk afstanden zijn, die In het heelal, waar men met Irillioenen kilometers werkt, al zeer gering genoemd mogen worden. NICOTINE EN HAAR NAAM Nicotine, het olieachtige, kieurlooze en vergiftige vocht, dat men In tabak aantreft, heeft haar naam te danken aan Jean Nicot, Heer van Villemain, die In 1560 te Lissabon tabak kocht en ze in Frankrijk voor medische doeleinden Invoerde. WE STAAN ONDER HOOGEN DRUKI Op lederen vlerkanten centimeter van ons lichaam wordt er door de ons omringende lucht een druk uitgeoefend van 1.0333 K.G. Als een gevolg hiervan drukt er op het lichaam van een volwassen mensch ongeveer een gewicht van tien- tot twaalfduizend K.G. Misschien vraagt men zich af, hoe hel komt, dat wij onder dezen kolossalen druk niet bezwijken. De reden hiervan is, dat deze uitwendige druk wordt opgeheven door een gelljkwaardigen druk van binnen uit, want onze lichamen en de weefsels waaruit deze bestaan, zijn eveneens met lucht gevuld, en deze oefent in alle richtingen denzelfden druk naar buiten uit. Indien wij plotseling in een luchtledige ruimte werden geplaatst, zouden wij uit elkaar springen door den hevigen druk, welke er binnen in ons lichaam plaats vindt. DE DUURSTE GEUR TER WERELD , e meeste menschen weten, dat amber afkomstig Is van potvisschen, maar niet algemeen Is bekend, dat deze gal- of darmsteen alleen door deze dieren wordt afgescheiden wanneer zij ziek zijn, terwijl zelfs de geleerden niet weten welke de ziekte is, waardoor deze afscheiding plaats vindt. De meeste amber wordt gevonden op de Bahama-eilanden, ofschoon het ook wel eens aangetroffen wordt op de een zame eilanden in den Stillen en Atlantischen Oceaan. Amber is een ondoorzichtige, grijze, meest geaderde stof, die al in de hand week wordt en reeds bij een hitte van zestig graden smelt. Hel bestaat uit een vette stof en aetherlsche olie, en heeft een eigenaardigen, muskusachtigen geur. Amber was vroeger een kostbaar geneesmiddel legen zenuw- en maagkwalen. Tegenwoordig gebruikt men het alleen ter bereiding van verschillende parfumerieën. Jaren geleden trof een Nederlandsch schip een hoeveelheid amber drijvend op zee aan en toen het op de open markt werd verkocht, bracht het bijna honderdduizend gulden op.
Verteganwoordiglng NadtrUnd-. Dr. K. Heynderfckx, Den Haag, HOBO 4* Oroot«trMt 17 e
MILLIOENEN VERRAST DOOR GEMODERNISEERDE TANDPASTA!
D
Liggen hier Inca-schatten ? Ruïnes nnbij Turnillo,
„UL
■aar man veronderstelt dat er nog enorme «chatten begraven liggen
DE GEVAREN VAN DEN WEG Volgens een Engelsche statistiek zijn de gevaren van den weg het grootst voor wielrijders op den leeftijd van veertien tot achttien; 'voor voetgangers op den leeftijd van drie tot zeven jaar; voor motorrijders tusschen éénentwintig en vijfentwintig jaar. Dal de v/egen in vredestijd even gevaarlijk kunnen zijn als het fronl in een oorlog, wordt wel bewezen door het feit, dat, terwijl er in Catalonië 1542 personen werden gedood en 1979 gewond gedurende 212 luchtaanvallen en zeventien bombardementen van ,uit zee in de periode van het begin van den Spaanschen burgeroorlog tot vijf Februari 1.1., er 10235 personen werden gedood en 342,389 gewond door ongevallen op den weg in Grool Britlannië gedurende dezelfde periode.
Dick Pewtll »nd Doril Walton in Th* Singing Marine A Warner Brother. Picture.
PEPSODENT is de eenige van alle tandpasta's, die IRIUM bevat. Millioenen hebben langen tijd het bezit van blanke fraai glanzende tanden moeten ontberen en krijgen dit thans terug door IRIUM. Zoodra U deze gemoderniseerde tandpasta gaat gebruiken is het uit met die doffe, verkleurde en door tandfilm gevlekte tanden, want IRIUM - een geheel nieuw scbnimend bestanddeel ■ maakt het kleverige laagje tandfilm los en doet het als bij tooverslag verdwijnen ■ het geeft een verrassende glans, zelfs aan het dofste tandglazuur.
De groote tube Is voordeellger
PEPSODENT TANDPASTA de eenige met IRIUM
Nadenkend keek Sir Howard naar de zoldering. Lady Marsh kwam hem direct te hulp. „Twintig jaar, vyf maanden en twee dagen, liefste." „Ja, ja. . . . Enfin, het was in ieder geval op den eersten dag van onze huwelijksreis...." Lady Marsh knikte. Glimlachend. Er was een innige blik in haar oogen. „We vertoefden in een klein dorpje, Bearis geheeten. Terwijl wij een wandeling in de omgeving maakten, ontmoetten wy een Zigeunervrouw, die ons per se de toekomst wilde voorspellen. Lachend lieten wij het toe en ik gaf het mensch een goudstuk, waar zij zoo dankbaar voor was, dat zij njij een zilveren ring schonk. Ze zei, dat het een wonderring was, en dat zij hem geërfd had van haar grootmoeder. Ik geloof werkelijk, dat ik net zoo'n zelfden ring in het dorp had kunnen koopen voor een shilling. Maar in ieder geval stond er iets ingekrast, dat ik met eenige moeite ontcijferen kon. Het waren twee woorden: Veel geluk!" Hy zweeg even en keek nadenkend voor zich uit. „Ik heb nooit erg aan tooverringen geloofd," vervolgde hy dan lachend. „Ja, toen ik kind was natuurlijk wèl, maar later toch niet. Daar ben ik te nuchter, te zakelijk voor.... Hetgeen ik nu ga vertellen, schrijf ik dan ook in het geheel niet toe aan den invloed van dien ring, zoodat jullie me niet hoeven uit te lachen. Ik vergat den ring zelfs heelemaal. Pas jaren later dacht ik er weer aan. In die dagen maakten de dokters zich nogal erg bezorgd over Lady Marsh. Tot mijn spijt moet ik erkennen, dat zy zelfs nu nog niet over een al te robuste gezondheid beschikt. Maar één ding is zeker: wij waren nog niet lang getrouwd, toen een der beroemdste specialisten haar niet langer meer te leven gaf dan twaalf maanden! Zy heeft zyn sombere verwachting op schitterende wyze beschaamd gemaakt — hetgeen hem niet weinig heeft verbaasd. Mijn vrouw vindt het echter heelemaal niet zoo verwonderlijk. Bygeloovig als zy nu eenmaal is" — er
tf*w T Sir Howard staarde hen aan. „Ik heb mij eenlge moeite en kosten moeten getroosten, om u bij elkaar te brengen", vervolgde hij dan. „Ik heb het echter gedaan, om gehoor te geven aan een dwingend verlangen, dat er in mij opkwam, om u allen weer om mijn tafel vereenigd te zien. Ik voelde het als een plicht, een plicht tegenover mijn gestorven vrouw, om u bekend te maken met hetgeen zij als de oorzaak beschouwde van ons ongeluk . . ."
P
eter Wendsor had besloten zich dien ochtend op een extra uur in bed te tracteeren. Hij was den vorigen avond laat thuisgekomen van een tuinfeest, waar van een „feest" al zeer weinig sprake was geweest en waar hy zich dan ook afschuwelijk had verveeld. Als gefortuneerd vrijgezel kreeg hy de ecne uitnoodiging na de andere voor dat soort dingen, en het was niet voor den eersten keer dat hij bij zichzelf moest vaststellen, dat het gehoor geven er aan eigenlyk een even saaie als vermoeiende , bezigheid was. Johnson, zün butler, had hein het ochtendblad gebracht, en het eerste waar zyn oog op viel nu hij het, lui achterover liggend inkeek, was een bericht, dat Mrs. Slaters invitaties had rondgestuurd voor een liefdadigheidsbal,'dat>zij zich voorstelde in haar villa by New York te geven. Peter Wendsor zuchtte en sloeg de pagina met een nijdigen ruk om; natuurlijk zou de post ook voor hèmT reeds een uitnoodiging hebben bezorgd, en hy zag geen kans er zich van af te maken.. . . Hy zocht de sportpagina op. Daar las hy, dat er een belangryke internationale cricketmatch op til was. Het interesseerde hem niets. Eigenlyk interesseerde niets hem meer. Vroeger Ja, vroeger.... Hij gooide de courant op den grond, bleef met gesloten oogen achterover liggen. Plotseling fronste hy zyn voorhoofd, en na eenige oogenblikken stak hij zijn hand uit naar de bel, die boven zijn hoofd hing. Hij had zich opeens zijn afspraak met Mr. Atkee herinnerd voor een party golf dien ochtend. Johnson trad binnen. „Bel Mr. Atkee op," zei Peter Wendsor, „en vertel hem, dat ik vanmorgen verhinderd ben om te komen golfen. Verzin maar een excuus. Het kan me niet schelen wat ie zegt...." „Heel goed, mynheer." „En breng me dan mijn ontbijt." „Ja, mijnheer." „En de post." „Zeker, mijnheer." Even later at hij met trage tanden een stukje geroosterd brood, dik met marmelade besmeerd. Onderwijl bekeek hy de brieven, die er voor hem gekomen waren. Een invitatie, nog een invitatie.... natuurlijk van Mrs. Slaters! —, brieven van verschillende vereenigingen, prijscouranten, een brief van zijn bank, en dan een lange smalle envelop uit Londen, waar met een klein, maar duidelijk handschrift zijn adres op gecalligrafeerd leek. Een tikje nieuwsgierig maakte hy den brief open en las: „Geachte heer Wendsor, — Het zou my aangenaam zyn, indien ik alle menschen, die op een Woensdagavond bijna drie jaar geleden op Falkon Road bij mij hebben gedineerd, weer eens om mi) heen mocht zien. De anderen hebben allemaal reeds beloofd te zullen komen. Het diner vindt plaats op Zondagavond 10 Juli a.s., in mijn tegen-
woordige woning Somerstreet 14. De „Harling" iertrekt Zondagavond 3 Juli van New York. Mag ik ook op u rekenen? Hoogachtend Howard Marsh." Wendsor las den brief voor den tweeden keer en langzaam nam zyn gezicht een minder norsche uitdrukking aan. „Howard Marsh," prevelde hy peizend. Toen sprong hy opeens resoluut uit bed, nam een bad en kleedde zich voor zyn doen vlug aan. Onmiddellijk begaf hy zich naar de bibliotheek, ontsloot een lade van zijn boekenkast en haalde er een envelop uit, waarin een opgevouwen dameszakdoekje bleek te zitten. Hy hield het op de palm van zijn hand, terwijl hy er nadenkend naar keek. Het was nog precies, zooals hy het gevonden, of beter: weggenomen had. In een der hoeken was een „M" geborduurd. Het parfum verspreidde geen geur meer, of bijna niet meer. Maar toch kwam er een schittering in Wendsors oogen Hij belde den butler. „Stuur een telegram naar Sir Howard Marsh, Somerstreet.... eh.... wacht eens even.... nummer 14, Londen." „Ja, mynheer." „Aanvaard de uitnoodiging gaarne. Kom met „Harling", vertrek 3 dezer. Wendsor." „Ja, mynheer. Anders niets, mijnheer?" „Ja. Zeg alle afspraken af, die ik gemaakt mocht hebben en zorg dat mijn koffers morgenochtend gepakt staan." „Uitstekend, mijnheer." Toen de butler vertrokken was, zette Wendsor zich in een gemakkelyken stoel en dacht aan de dingen, die nu bijna drie jaar geleden gebeurd waren.... Hy had Sir Howard Marsh op een toevallige wyze, tijdens een cricketmatch, leeren kennen, en de conversatie was direct zoo uitstekend gevlot, dat zij, na afloop van het spel, nog lang niet uitgepraat bleken. Beiden voelden, dat zy elkander nog heel veel te vertellen hadden. Het was alsof twee verwante zielen elkaar op totaal onverwachte wijze gevonden hadden. En zoo was het gekomen, dat Sir Howard hem verzocht had, dien avond by hem te komen dineeren, en dat Wendsor het voorstel als het ware met beide handen had aanvaard. „Prachtig.... zeer verheugd...." had Sir Howard gezegd. „Om halfacht eten wy.... Falkon Road, twee en twintig. ." Om de tafel, die schitterde van kristal en zilver, had Wendsor acht personen geteld. Lady Marsh zat onder de Van Dijck, die boven den schoorsteenmantel hing. Rechts van haar zat kapitein Edginton, een knappe, jonge man wiens bruid van een week, een teere, blanke verschijning, aan Wendsors' linkerzijde zat. Sir Howard sprak heel veel met haar, doch zonder den gast aan zyn rechterkand, Hugh Favo, te verwaarloozen. Mrs. Favo, een statige brunette, zat aan Wendsors rechterhand, en recht tegenover hem een jong meisje van nauwelijks twintig jaar.
Hy was op officieele wyze aan haar voorgesteld. Ze heette Miss Jones, en zooals hij wist op te maken uit Lady Marsh' opmerkingen, was zy een aankomend actrice. Er was iets Oostersch aan haar voorkomen, aan de matte, bruinige tint van haar huid, en het glinsterende zwart van heur haar, maar toch was zy, naar hem later bleek, van zuiver Engelsche afkomst. Haar groote, donkere oogen hadden een vochtigen glans, en Wendsor kon zich aan de bekoring die er van haar rüstigen, vriendelijken blik uitging, niet onttrekken. Hy was dikwijls in het gezelschap van aantrekkelijke of knappe vrouwen geweest, maar nooit hadden zy veel invloed op hem kunnen uitoefenen. Met Miss Jones was dit echter anders; hy betrapte er zich telkens op, dat hy probeerde een blik van haar op te vangen. Af en toe schenen hun oogen elkander ongemerkt te zoeken, en een paar keer spraken zy een paar woorden tegen elkaar, woorden die, naar Wendsor meende, vol beloften en wederzydsche belangstelling waren. „Ik zou myn leven voor haar willen geven," dacht hy heel kalm bij zichzelf, en toen was hy plotseling verbaasd te merken, hoe wanhopig veel hy van haar hield en hoe ongeloofelyk snel alles in zyn werk was gegaan. Mrs. Favo nam hem voortdurend in beslag door hem allerlei vragen over New York te stellen, zoodat alles wat Wendsor over Miss Jones vernemen kon, bestond in hetgeen hij met een half oor kon afluisteren van het gesprek, dat Hugh Favo en Lady Marsh samen voerden. Het bleek, dat het haar eerste bezoek by Lady en Sir Marsh was, en dat haar gastvrouw hoopte, dat zy haar vaak mocht terugzien. Zy zou, zooals Wendsor hoorde, direct na het diner den trein naar Cornwall nemen — hy vernam het met een pijnlijken schok — waar zy zich by haar moeder zou voegen. Maar zy verzekerde Lady Marsh, dat zij Vrijdags in de Imperial zou zijn, en hoopte er, zooals zij glimlachend zei, „een heelen tyd te blijven". Daar Sir Howard en zyn vrouw' des Zaterdagsochtend uit Londen zouden vertrekken, vroeg zy hun, haar daar Vrijdags te komen bezoeken. En Wendsor hoorde, dat deze uitnoodiging positief werd aangenomen. „Maar jullie Amerikanen," vervolgde Mrs. Favo naast Wendsor, „zijn niet alleen zoo origineel, maar ook zoo ontzaglijk rijk. Ik veronderstel, dat u geen uitzondering vormt. Mr. Wendsor?" Hy lachte. „Ik verheug mij in het gelukkige bezit van eenige dollars en cents," zei hy. „Geluk in geldzaken, is het beste geluk, dat men zich kan wenschen," merkte kapitein Edginton op. „Daar ben ik niet zoo zeker van!" Het was Sir Howard, die dit zei. Er was een eigenaardige schittering in zijn oogen. „Met geld bijvoorbeeld kun je geen gezondheid koopen. Geluk is een nietszeggende term voor zegeningen die over ons komen — wie weet precies vanwaar? Als u het goedvindt, wil ik u graag een geschiedenis over het zoogenaamde „geluk" vertellen. Mijn goed geluk. Het is de geschiedenis van een zilveren ring!" Plotseling was iedereen stil, en luisterde. „Twintig jaar geleden, om nauwkeurig te zijn, twintig jaar en. . .. nu, eens kyken...." ..
kwam een twinkeling in zijn pittige, bruine oogen — „schryft zy de verbetering van haar gezondheidstoestand toe aan den zilveren ring...." Lady Marsh wilde protesteeren, maar hij beduidde haar lachend te zwijgen. „Ontken het maar niet," zei hy. „Je komt uit een streek waar de menschen erg bijgeloovig zijn, en.... wel, eerlyk gezegd ben ik blij dat je in de toovermacht van dien ring geloofde, want vertrouwen is een eerste vereischte om beter te worden als men een of andere kwaal heeft, en die ring schijnt jou dat vertrouwen gegeven te hebben.... Bovendien moet ik zeggen, dat we inderdaad sinds die ring in ons bezit is gekomen, veel geluk hebben gehad. Ik schrijf bet niet aan dien ring toe. . . . maar een feit is het, dat ik mij in de laatste twintig jaar een aanzienlijk fortuin heb verworven en dat ik mij nog altijd in het bijzijn van mijn vrouw mag verheugen." Hy wierp een eigenaardigen blik op kapitein Edginton. „Nu, mijnheer," lachte hy, „kunt u beweren dat geld mijn vrouw in hel leven zou hebben kunnen houden?" De kapitein wenschte zijn oordeel op te schorten. Na een oogenblik stilte, vroeg Mrs. Edginton: „Mogen wy dien wonderring eens zien?" „Natuurlijk!" Sir Marsh glimlachte vriendelijk tegen zyn vrouw, „Zou je hem even voor ons willen halen, liefste?" Ze stond direct op en verliet de kamer. Even later kwam zy terug, den ring aan den duim van haar rechterhand. Nieuwsgierig werd hy door iedereen bekeken. Een groote, platte zilveren ring, heelemaal glad, en de woorden „Veel geluk" er in gekrast. „Mogen we een wensch doen, terwijl we hem vasthouden?" vroeg Mrs. Favo lachend. Ook Sir Marsh lachte. „U zoudt het licht kunnen probeeren," zei hij. Mrs. Favo scheen het ernstig gemeend te hebben. Ze sloot haar oogen en deed stilzwijgend een wensch. Daarna nam Wendsor
den ring in zijn hand, keek opzettelijk naar Miss Jones en had de voldoening, dat er een blos op haar wangen verscheen. Men maakte er een grap van om een wensch te dofn: Mrs. Edginton sprak hem eveneens in stilte uit, maar Hugh Favo zei iets over de Beurs, Miss Jones wenschte iets over een rol, en kapitein Edginton zei hardop, dat hij graag naar Indië zou gaan.... De ring werd aan Lady Marsh teruggegeven, die probeerde hem aan haar vinger te steken. „Veel te wijd om hem te dragen," zei ze toen. „Hij wak zelfs mij te wijd," lachte Sir Marsh. „Maar ik heb een kleine hand. We hoehlen hem niet te dragen," zei hy kninTOIoogend. „Alleen het bezit bleek reeds .v( d'oende.... Nietwaar, vrouw?' Later, boven in den salon, was Wendsor slechts door één gedachte bezield: nader kennis te maken met Miss Jones. Terwijl hij verstrooid luisterde naar kapitein Edginton, die hem van zyn aspiraties en verwachtingen met betrekking tot een Indische carrière vertelde, vroeg hij zich af, of hij nog een geschikte manier zou kunnen vinden om Miss Jones te vragen haar naar den trein voor Cornwall te mogen brengen. Ze had reeds goedendag gezegd en stond op het punt te vertrekken. Gedurende één oogenblik keek hij om. Ze kwam uit een kamer aan den linkerkant en e'en taschje openend van gouden netwerk, haalde zij er een zakdoekje uit. Ze deed het zakdoekje er weer in, legde hét taschje op de tafel en haastte zich de kamer uit. Klaarblijkelijk had zij iets vergeten, zoodat Wendsor weer naar kapitein Edginton begon te luisteren, hopend dat zij terug zou komen. Toen, tot zijn groote verbazing, zag hij haar in de hal, waar zij afscheid nam van Lady Marsh. Zich bij Edginton verontschuldigend, sprong Wendsor op, greep het gouden taschje en snelde haar na. Hy botste echter bijna tegen Mrs. Favo op, die in den salon terugkeerde, week opzy en toen hij even daarna de trap was afgedaald en in de hal kwam, zag hij hoe de butler juist de
Kon geen 5 minuten achtereen loopen Thans van haar rheumatische pijnen verlost „Byna twee jaar lang leed ik aan hevige rheumatische pijnen in myn schouder. Als ik 4 minuten achtereen had geloopen, kon ik niet verder door de pyn. Nu, na slechts een paar weken Kruschcn Salts te hebben gebruikt, kan ik weer geregeld doorloopen en voel mij veel en veel beter. Ik blyf er dan ook mee doorgaan en zal het iedereen aanbevelen." Mej. J. Th. W. te A. Rheumatische pynen ontstaan meestal, indien Uw lichaam verontreinigd wordt door schadelijke afvalstoffen, als o.a. het gevreesde urinezuur. Wanneer U hiertegen geen maatregelen neemt, gaat het niet Uw rheumatiek van kwaad tot erger. Maak daarom gebruik van de ondervinding van duizenden anderen. Neem lederen morgen de kleine dagelyksche dosis Kruschen Salts en Uw rheumatische pynen zullen na korten tyd totaal zijn verdwenen. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar by apothekers en erkende drogisten. voordeur sloot. Miss Jones, verklaarde de bediende, was net weggereden. Gevolg gevend aan een plotseling opkomend plan, stak Wendsor het taschje in zijn zak. Omstreeks tien uur dienzelfden avond zat hy in den schryfsalon van het Imperial Hotel. Het gouden taschje deed hy in een groote envelop en adresseerde die aan Miss Jones, per adres Imperial Hotel, „wordt afgehaald". De verleiding was hem echter te sterk geweest en daarom had hy het zakdoekje er uitgehaald en in zijn borstzak gestoken. Daarna schreef hy haar een briefje: in de hoop, dat ik u weer zal zien voordat .ik Zaterdag a.s. naar New York vertrek. Misschien wilt u zoo vriendelijk zijn, om Vrydag met my te lunchen. Peter Wendsor." Hy deelde den administrateur mede, dat hy gehoord had, dat Miss Jones Vrydags haar intrek in het hotel zou nemen, waar zy gasten verwachtte. Wilde hy haar direct wanneer zy kwam de envelop en den brief geven? — De administrateur beloofde, het zonder mankeeren te zullen doen. Vrydagsochtends, toen hy het Imperial opbelde, deelde men hem mede, dat Miss Jones nog niet gekomen was. Zelfs des Zaterdagsnamiddags was zy nog niet gearriveerd, en in zyn wanhoop belde Wendsor Sir Howard op, alleen om te vernemen dat deze met zyn vrouw reeds uit Londen vertrokken waren. Hij zelf had nog juist den tijd om den trein naar Liverpool te halen. Miss Jones en haar moeder waren zeer waarschijnlijk in Cornwall opgehouden, maar Wendsor vertrouwde er stellig op, dat zy vroeg of laat in het Imperial Hotel zou arriveeren waar zy, zooals hy haar aan Lady Marsh had hooren vertellen, voornemens was geruimen tyd te blijven en waar zij dan zijn brief zou vinden....
De machtigste avonturenfilm ooit vertoond
DE INVLIEGER CLARK GABLE - MYRNA LOY SPENCER TRACY Een Metro Goldwyn-Mayer Film
Van Liverpool stuurde hy een telegram. Hy schreef drie keer uit New York, en de laatste brief werd hem teruggestuurd met de bemerking „onbekend aan dit adres". Hy schreef toen aan Sir Howard, maar kreeg ook op dien brief geen antwoord. Telkens zag hy Miss Jones in den geest terug, en steeds vond hy haar liever, charmanter. Hy kón haar niet vergeten. Maar langzamerhand, naarmate de tyd voortschreed, begon haar beeltenis te verflauwen. Eindelyk moest hy ze op kunstmatige wyze in zyn herinnering terugroepen door het zakdoekje op de palm van zyn hand te leggen en er lang en intens naar te staren II. Het regende, toen Windsor met de Harling in Londen aankwam, en toen hy zyn hotel verliet om naar Sir Howard te gaan, hing er een dikke mist die het onmogelijk maakte verder dan een paar meter vooruit te zien. Hy nam een taxi en liet zich naar het opgegeven adres brengen. Somerstreet bleek een smalle straat te zyn, en nummer veertien een klein, burgerlijk huisje. Dat verbaasde Wendsor, want hy had gedacht, dat Sir Howard-een grootere en mooiere woning zou hebben. Hy belde en een mager dienstmeisje met piekerig haar deed de deur voor hem open. Wendsor dacht een oogenblik, dat hy verkeerd was, maar op zijn vraag, of Sir Howard Marsh hier woonde, knikte het meisje bevestigend. Hij betrad een kleine, sombere hal, waarin een flauw, electrisch lichtje brandde. Op een stoel en over de leuning van de smalle trap ontdekte hy een verscheidenheid van damessjaals, heerenoverjassen en hooge hoeden, die zonderling contrasteerden mol de omgeving. „Mr. Wendsor, geloof ik?" Een kleine, magere man trad uit de duisternis naar voren. Zijn haar was grijs, de uitdrukking van zijn gezicht treurig en zijn blikken doolden gejaagd rond. Eerst herkende Wendsor hem niet. Toen drong het opeens tot hem door, dat het Sir Howard moest zyn. Hij herkende hem eigenlijk aan het gebaar, waarmee by met zijn hand langs zijn voorhoofd streek. „Bly u weer te zien. Sir Howard," zei Wendsof. Er was een oprechte klank in zijn stem. Hy stak zyn hand uit, maar ze werd niet aangenomen.... „Goed dat u gekomen is. Mr. Wendsor! Het was een heele reis voor u. Nu wachten we alleen nog op Miss Jones. Ik heb haar in drie jaar niet gezien. Ik heb niemand van u in die drie jaar gezien. Kom mee. Mr. Wendsor, u zult eenige van uw oude vrienden ontmoeten." In een klein vertrek zaten vier menschen te wachten. Ze schenen er totaal misplaatst in het kamertje met het verschoten behang en de wankele stoelen. De uitdrukking op hun gezichten was er mee in overeenstemming. Het was duidelijk, dat zij zich over de ontvangst verbaasden. Met gedempte stem begroette Wendsor de aanwezigen, schudde Hugh Favo en Edginton de hand. De laatste droeg niet langer uniform; klaarblijkelijk was hy niet overgeplaatst naar Indic en had hy ontslag uit
den dienst genomen. Zyn vrouw was veel dikker geworden en had een rood gezicht gekregen. Mrs. Favo was er alleen maar ouder gaan uitzien. „Ik moet myn excuus maken omdat er geen cocktails zijn," zei Sir Howard. „Ik kan deze luxe echter niet meer betalen. Maar ik beloof dat ik een glaasje wyn by het diner zal schenken." Hy wreef iti zijn handen, alsof hy probeerde ze te verwarmen. Wendsor zei: „Ik hoop dat Lady Marsh " Hy zweeg abrupt, toen hij zag dat Hugh Favo waarschuwend een vinger op zyn lippen legde. „Het spyt me, u te moeten zeggen, dat Lady Marsh niet aanwezig zal zyn." De woorden schenen langzaam weg te sterven, en het laatste woord was nauwelijks verstaanbaar. Toen, heel onverwachts, vervolgde Sir Howard: „U moet weten dat zij gestorven is, kort na ons diner in Falkon Road " Ontdaan probeerde Wendsor uiting te geven aan zyn medegevoel. Hy had Sir Howard geschreven, maar geen antwoord gekregen. „Ja," knikte de oude man, „jullie allemaal waren vriendelijk genoeg om naar myn vrouw te informeeren. En ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om diegenen te bedanken, die een krans of bloemen hebben gestuurd. De begrafenis was strikt privé. Lady Marsh' overlijden was een vreeselyke slag voor my. Indien jullie myn herhaalde weigering om iemand te ontvangen vreemd vinden, schryf dit dan toe aan het feit, dat de dood van myn vrouw mij zoo geschokt had, dat ik niemand kon ontvangen." Hy staarde hen onzeker aan. Een bel weerklonk door het huis. „Ah," zei hy, weer zyn handen wrijvend, „laten we hopen, dat dit Miss Jones is, de jongedame die heel Londen enthousiast gemaakt heeft door haar verschijning op het tooneel." Hy liep naar de deur en maakte een korte buiging. „Ik ben hier myn eigen butler," zei hy met een treurigen klank in zyn stem. Hugh Favo wendde zich tot Wendsor. „Wat denk jij hiervan, ouwe jongen?" Wendsor zei, dat hy niet wist, wat hij er van denken moest. „Het lijkt my," zei Edginton, veelbeteekenend tegen zyn voorhoofd tikkend, „dat hy niet meer heelemaal normaal is." „John!" riep zyn vrouw, „hoe kun je zóóiets zeggen. Edginton keerde zich tot haar. „De dood van zijn vrouw moet hem uit zijn geestelijk evenwicht hebben geslagen." Op dat oogenblik verscheen Miss Jones in de deuropening. W'endsor voelde hoe hy van zijn hoofd tot zijn voeten begon te beven. Ze was nog even mooi en charmant als drie jaar geleden. Aan haar houding was duidelijk te zien, dat zy minstens even verbaasd was als hy en de andere gasten. Ze beantwoordde zyn buiging met een gelukkige glimlach en een vriendelijk hoofdknikken. „Eileen!" Mrs. Favo trad op haar toe, gaf haar een kus. „Het is te mooi voor woorden! Ik verheug me er zoo in! Wat een succes!" Eileen! Wendsor begreep er niets van.
ü ZULT IN HAAR OOGEN LEZEN.... dellifkS U^-f^Äi« hebbeu 8ewon°en'dank zij de nieuwe waterdichte ARCANCIL. Onmiddellijk zult U kunnen bespeuren hoezeer de diepte en uitdrukking Uwer ooeen ziin toe«.norm.n Bovendien kunt u met een gerust hart tot tranentoe lachen zonler gevaar da" dfkleur van Uw wimpers over Uw wangen loopt. ARCANCIL veroorzaakt geen prikïeS want het bè^t^n
A&ANCn^J^^l
dat de O0gharen doet
afkappen. Probefrt het vanaf morgen ;
h^i^J^rfin 9 bek°?rllike nua.nc« en in een speciale kwaliteit: „ARCANCIL-SANCOLÖR" bestemd voor de vrouwen, die haar wimpers wenschen te verlengen en rond te buigen zonder ze te
me"Sïïeg^ernet"t;itr//r A8p^e 3V ,^^ V™1 ™^&™ " alÄÄmod 1 ,1, g/ r 30* Vergeet het niet: VOOR ARCANrn ' /TJ. ^'v, u Afd. A i J Fï: 5, ;Amsterdam. AKCANCIL. w.f Importeur Schenker Succes verzekerd.uw WIMPERS .. . - 22 —
Op den zakdoek, dien hy als een kostbaar reliquie had bewaard, die zelfs nu in zijn borstzak zat, was een „M" geborduurd! Misschien was Eileen haar tooneelnaam! „Dank u wel, Mrs. Favo!" Er was een vermoeide klank in de stem van de actrice. „Ik heb jaren lang zóó hard gewerkt, dat het nu.... een beetje eentonig is geworden!" Sir Howard zei peinzend: Lady Marsh en ik hadden de eer Miss Jones bij haar eerste optreden te zien...." Ze wendde zich tot hem. „Niet bij myn èèrste optreden," zei ze glimlachend. „Maar in myn eerste belangrijke rol. Dat is nu drie jaar geleden. Ja, dat zal ik nooit vergeten. Het was zoo vriendelijk van u en Lady Marsh om op de première te komen." „Sinds dien tyd," vervolgde hy, „heb ik niet meer het genoegen gehad u te zien." Haar blik was vol genegenheid en medelijden, en Wendsor las de vraag die op haar lippen trilde, in haar oogen. Ze wilde weten, waarom hy zyn deur sinds dien tyd voor hen allemaal gesloten had gehouden. Maar ze zei niets. „John heeft plaatsen genomen voor morgenavond," vertelde Mrs. Edginton. „We hebben uw carrière gevolgd en hoopten telkens, dat u naar Leeds zou komen. Maar ik denk, dat ze u in Londen niet wilden laten gaan. U hebt zeer veel geluk, gehad, nietwaar? Want dat heb je noodig op het tooneel, is het niet?" „Ja." „Alles schynt u meegeloopen te zijn, nadat u drie jaar geleden die kleine rol hadt gespeeld. Zoo plotseling, hè? Den volgenden dag merkte u, dat u een ster van de eerste grootte was. Én daarna was het één opeenvolging van triomfen. Ik benyd u werkelijk." „En zullen we nu," stelde Sir Howard voor, „aan tafel gaan? Mr. Wendsor," zei hij op zyn karakteristieke en hoffelijke manier, „wilt u Mrs. Favo den arm geven? Kapitein Edginton, wilt u Miss Jones aan tafel geleiden. De tafel was langwerpig. Wendsor en Miss Jones, die het verst bij hun gastheer vandaan zaten, waren recht tegenover elkander geplaatst. Mr. en Mrs. Edginton en de Favo's waren op dezelfde manier gezet. Sir Marsh zat tegenover een leegen stoel aan het verste einde van de tafel. Het magere meisje met het piekerige haar, dat hen had opengedaan, diende nu een diner op, waarover Sir Howard zich telkens verontschuldigde. „Het is in ieder geval echter van goede kwaliteit," zei hij lachend. „Maar er is geen fazant vanavond, geen champagne en geen dessert." „Ik vind het zeer smakelijk," zei Mrs. Favo. „Ja. We zyn al die bijzondere kostjes een beetje beu," zei Hugh Favo wat al te luidruchtig. „Een eenvoudige, doch goede maaltijd is veel beter! Vind je ook niet, Wendsor?" „Wat?" Wendsor had niet geluisterd. „O
ia, natuurlijk 1"
„Mr. Wendsor is erg rijk," zei Mrs. Favo. „Hy is met de Harling overgekomen, alleen om hier tegenwoordig te kunnen zyn.1' Eileen Jones wendde haar hoofd in zijn1 'ichting en keek hem nieuwsgierig aan. „En wy," beweerde Edginton, „zijn heeicmaal van Leeds gekomen." „En we hebben zóó vaak geprobeerd Sir Howard eens te spreken te krijgen," zei Mrs. Favo. „Ik weet zeker, dat Hugh wel honderd keer geschreven heeft." Howard glimlachte treurig, maar zei niets. Op dat oogenblik klonk er in de keuken het geluid van een flesch, die ontkurkt wordt, en even later verscheen het dienstmeisje met een flesch wyn, die in een servet gerold was. Sir Howard nam de flesch van haar over. „Heel gewone Medoc," zei hij verontschuldigend. „Maar toch vraag ik u allemaal Rocd te vinden, dat Joan uw glazen vult. Ik
Joan slaagde er in slechts een paar droppels by ieder glas dat zy inschonk, te verspillen. Toen zy de tafel was rondgegaan, verzocht Sir Howard haar, de kamer te willen verlaten. Een oogenblik daarna stond hij op, een felle blos op zyn wangen. Langzaam gingen zyn blikken van den een naar den ander, hen aandachtig opnemend. Stil en zwijgend sloegen zij hem gade. „U bent allemaal te goed opgevoed om openlyk te vragen, hoe het komt, dat ik in deze omstandigheden ben komen te verkeeren," zoo begon hij, terwijl zyn stem een weinig beefde. „En tóch moet u het graag willen weten. U vraagt u natuurlijk ook af, waarom ik u heb verzocht hier te willen komen. Ik zal het u vertellen." Hy glimlachte zonderling en keek toen opeens zeer ernstig. „Vanavond drie jaar geleden hebben wy elkaar allemaal in Falkon Road ontmoet," zei hy met eenige stemverheffing. „Toen zat Lady Marsh aan het hoofd van myn tafel. Vyf maanden later stierf zy, zooals u weet.' „Ja, dat klopt inderdaad," merkte Hugh Favo, die het nagerekend had, op. „Het is vanavond precies drie jaar geleden." Sir Howard staarde hem aan. „Ik heb mij eenige moeiten en kosten moeten getroosten om u by elkaar te brengen," vervolgde hij dan. „Ik heb het echter gedaan, om gehoor te geven aan een dwingend verlangen dat er in my opkwam om u allen weer om myn tafel vereenigd te zien. Ik voelde het als een plicht, een plicht tegenover myn gestorven vrouw, om u bekend te maken met hetgeen zy als de oorzaak beschouwde van ons ongeluk " Hy aarzelde even. „Vanavond drie jaar geleden vertelde ik u de geschiedenis van een zilveren ring, die toen in myn bezit was. Lady Marsh liet hem u zien. Later deed zij hem in haar taschje van gouden netwerk, waar zy hem altyd bewaarde." Plotseling gespannen, keek Wendsor naar Eileen Jones. Indien zy verwachtte wat Sir Howard zou gaan zeggen, dan liet zij er in geen geval toch iets van blyken. De uitdrukking in haar oogen was kalm en sympathiek, en haar blikken rustten onafgebroken op haar gastheer. „Ik vind het zeer onaangenaam, wat ik u moet gaan zeggen. Maar ik móét het doen, of de bedoeling van deze bijeenkomst heeft voor u geen zin meer. Voordat u, drie jaar geleden, ons huis verliet, heeft een uwer met opzet Lady Marsh' gouden taschje gestolen — en den zilveren ring, die er in zat." Zich oprichtend, keek hij hen doordringend aan. „Eén van u," herhaalde hy, „of méér van u." Wendsor hield zyn oogen niet van Miss Jones af. Edginton was vuurood geworden. Mrs. Favo slaakte een zenuwachtigen kreet, en haar man waarschuwde haar zich niet zoo dwaas aan te stellen. „Ik hoop. Sir Howard, dat u niet de bedoeling heeft om mij te beschuldigen?" Het was Hugh Favo, die dit zei. „Het is niet mijn bedoeling één van n persoonlijk te beschuldigen. Ik beschuldig u slechts als geheel — als het gezelschap, dat drie jaar geleden aan myn tafel zat! De wereld zou het nauwelijks als een groote misdaad beschouwen." Er was nu een koele klank in zyn stem gekomen. „Het taschje van myn vrouw was niet zooveel waard. Ik geloof, dat er slechts een paar shilling in zat — en een paar kleinigheden. Scotland Yard zou zich om dezen diefstal zeker niet uitermate druk gemaakt hebben. De ring zelf was misschien niet meer dan een shilling aan zilver waard, maar...." hij aarzelde andermaal even, en vervolgde toen: „rnaar ik heb u gezegd, dat myn vrouw zoo'n groot vertrouwen had in zyn zoogenaamde toovermacht, dat zy er door op de been, ja in het leven gehouden werd. Dat wist u, en wie den ring gestolen heeft — misschien in het kinderlijke geloof, dat het inderdaad een wonderring was! — heeft willens en wetens myn vrouw haar vertrouwen ontstolen. Hij nf /ii is daardoor ifii Qoc2stakäJiaa ^"-^ daad
moet 11 zürv. En dat kunt U! Verzorg slechts Uw gelaatshuid op de juiste wijze. Neem Lux Toilet Zeep, die speciaal wordt bereid voor de verzorging van het gelaat en afdoende beschermt tegen het gevaar van een ,,vermoeide huid". Ieder, die Lux Toilet Zeep heeft Ieren kennen, is verrukt over de heerlijke geur, de lelieblanke kleur en het overvloedige, zachte schuim, zo zacht als de fijnste huidcrême. .Maar bovenal wordt Lux Toilet Zeep gewaardeerd om de verfraaiende en heilzame werking op de huid. Daarom is ieder, die Lux Toilet Zeep gebruikt, zo verbaasd, dat zulk een fijne luxe zeep zo weinig kost.
LUX
TOILET ZEEP Tegen vermoeide huid 12/2CT.PER TABLET ITZ-IAS0215*
want toen zij ontdekte, dat de ring gestolen was, begon zy te kwijnen. Ze vreesde, dat haar leven nu aan een einde moest komen. Haar kwaal, die zy jarenlang door haar vertrouwen in den ring met succes had kunnen bestrijden, kreeg de overhand en.... vijf maanden later is zij gestorven....' Het was een vreeselijke slag voor mij — zoo vreeselyk, dat ook mijn eigen leven totaal geen waarde meer voor my had. Ik had nergens meer lust in, beheerde mijn zaken niet meer zooals het behoorde en.... wel, ge ziet wat er van mij geworden is...." Hij zweeg even, als in pijnlijke herinnering, en vervolgde toen: „Ge moet niet"denken, dat ik persoonlijk ook maar eenige geheimzinnige macht aan dien ring toeschreef. Zoo kinderlijk ben ik niet; ik heb u dat trouwens drie jaar geleden reeds gezegd, maar voor mijn vrouw was hy een soort talisman en degene, die hem stal, heeft willens en wetens haar geneesmiddel gestolen en haar in den dood
JLJ JU #j JU ILvJU to» k3Jj Jt m SCHOONHEIDSWENKEN VOOR HET ZONNEBAD F //oxaer.... Vacantiedagen.... Dat is de tyd om zich eens heerlyk door de zon -^ te laten bestralen, iets waaraan men zoo'n behoefte kan hebben en waartoe men anders zoo weinig de gelegenheid heeft. Maar er zyn ook nadeelen aan verbonden. Wie kent van anderen of zichzelve niet een leelijken "zonnebrand, waardoor verscheidene van de vaak zoo luttele vacantiedagen vergald kunnen worden! In het kort willen wy hier nog even memoreeren hoe men zulke nadeelige gevolgen van het zonnebad zooveel mogelyk kan beperken. Wanneer men met de zonnebaden begint, moet men dß huid, die gedurende de rest van het jaar niet of slechts weinig aan de zon is blootgesteld, telkens slechts kort door de zon laten bestralen, zoodat zy langzaam gehard wordt, terwijl men haar van te voren telkens met een of ander vette substantie heeft ingewreven. Langzamerhand kan men dan de zonnebaden wat gaan verlengen. Bemerkt men aan het prikken van de huid dat men toch reeds een zonnebrand te pakken heeft — wat vooral voor menschen met een lichte huid eigenlyk niet te vermyden is — dan moet men zich onmiddellijk in de schaduw begeven. Men zal dan eventueel toch nog last genoeg van zyn huid hebben, maar bleef men dan nóg langer in de zon, dan kon men er zelfs wel eens ernstige gevolgen van ondervinden. Is de huid verbrand, dan doet men het beste er wat talkpoeder op te doen. Dit werkt heel verzachtend. Na een paar dagen vervelt men dan, en kunnen de meeste menschen er verder wel tegen. Hoe weldoend een zonnebad ook is, toch constateeren velen vaak, dat hun huid er ondanks het gezonde zomertintje toch niet mooier op wordt. Dit komt doordat zij uitdroogt. Dit euvel is dus heel eenvoudig te vermyden, door de huid regelmatig met een goede crème in te smeren. Ook het haar droogt uit en wordt meestal stug. By menschen met donker haar komt er vaak zelfs een gryze gloed over te liggen. Hier is ook weer de remedie: er telkens wat vettigheid in smeren. Dan is er nog een euvel, waarover vooral menschen met een lichte huid zich beklagen: de sproeten. Men kan deze echter voor een groot gedeelte verhinderen te verschynen, wanneer men zich nooit in de zon op laat drogen. Daar krygt men namelijk dadelyk sproeten van. Het is trouwens voor de huid ih het algemeen veel beter, wanneer men zich direct na een zeebad goed afdroogt, zoo mogelyk na eerst een zoetwaterdouche genomen te hebben, en een droog badpak aantrekt. Ook voor hen, die gevoelig zijn op het punt van kouvatten, verdient dit zeker aanbeveling! Heeft men ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch sproeten gekregen, dan is een middel om ze te doen verbleeken, ze in te wryven met een oplossing van tien gram borax in 150 gram rozenwater. Zoo, beste lezeressen, we hopen, dat u, gewapend met deze wenken, naar hartelust van uw vacantie aan zee zult kunnen genieten en met een beeldig bruin tintje naar huis terugkeert!
Sir Howard zweeg en er heerschte even zich over de wijze waarop zij zich wist te een drukkende stilte in het armoedige ver- héheerschen. Zij was natuurlijk de schuldige! trek. Iedereen hield de oogen neergeslagen. Daar viel niets op af te dingen. Natuurlijk Eindelijk schraapte Hugh Favo zyn keel. wist hy wel, dat zij haar succes niet aan den „Hebt u indertijd een serieus onderzoek in- zilveren ring te danken had; dergelijken onzin kón hij niet gelooven, maar. .. blijkbaar gesteld?" „Ja! Ik heb zelfs een privé-dectective in had zy zoowel den ring als het taschje geden arm genomen, in de hoop, dat een van houden ! Sir Howard had weer het woord genomijn bedienden, en niet een van mijn gasten men. „Ik weet natuurlijk wel, dat mijn vrouw de dader was geweest." „Maar luistert u eens " Het was Edgin- niet uitsluitend gestorven is omdat de ring niet langer in haar bezit was. Ze was zoo ton die sprak. „Het lijkt me toch wel wat teer en broos als een bloem, maar het vervoorbarig om zonder eenige zekerheid één lies heeft haar in ieder geval zóó geschokt, van ons te beschuldigen...." dat zij begon te kwijnen. Ze was overtuigd „Misschien, mynheer," zoo viel Sir Howard hem in de rede, „wilt u mij even ver- dat het verlies van den ring een teeken was, der laten gaan. Indien de schoen u past, dat ons geluk ons zou gaan verlaten. Het klinkt absurd, maar ik zei u reeds dat mijn moogt u hem in stilte aantrekken. Ik heb geen enkele aanwijzing om mij te helpen, den vrouw uit een bijgeloovige omgeving kwam. Ik heb geprobeerd het haar uit het hoofd te werkelijken dief te ontdekken. Het kan me " Hij hief ook niet schelen wie het is. Het is nu toch praten, doch het baatte mij niet te laat. Maar ik achtte het alleen goed en ge- . zijn wijnglas op, keek er eenige oogenblikwenscht, u te confronteeren met het gevolg ken aandachtig naar en zei toen: „In ieder van de daad — en ik heb daarvoor den der- geval is het feit, dat de ring gestolen is, de oorzaak geworden van haar dood en van het den verjaardag gekozen van den avond, waarop u met mij dineerde en.... mij be- 'verlies van mijn fortuin. Dat, dames en beeren, is alles wat ik u te zeggen had. Spaar stal." Wendsor, die zijn oogen nog steeds met mij uw protesten! Ik wensch ze niet te hooren." Zijn hand trilde. „Ik heb het meisje van Miss Jones af kon houden, verbaasde
gevraagd, uw glazen te willen vullen. Dat heeft ze gedaan. Maar nu u weet, waarom ik u verzocht heb hier te komen, veronderstel ik, dat u er de voorkeur aan zult geven dat de toast op mijn overleden vrouw door mij alléén gedronken zal worden.,.." De wenk werd gerespecteerd. Terwijl zij roerloos in hun stoel zaten, zagen zij hoe Sir Howard een lichte buiging maakte naar den leegen stoel aan den anderen kant van de tafel, en sloegen zy hem zwygend gade terwijl hij het glas aan zijn lippen bracht Er heerschte een diepe, pijnlijke stilte. Plotseling werd het Mrs. Favo te machtig. Ze schoof haar stoel achteruit en zei:'„Ik geloof, Hugh, dat het beter is " „Ja," zei haar man, en hij wendde zich tot de nu zielig ineengedoken gedaante van zijn gastheer, die weer was gaan zitten, „Het spijt mij verschrikkelijk, wat er gebeurd is, Sir Howard, maar ik geef u de verzekering, dat het mij te pijnlijk is nog langer hier te blijven, . , ," „Ik begrijp het," zei Sir Howard bijna fluisterend. „Eenigen van u treft natuurlijk absoluut geen schuld...," „Hoort u eens," zei Edginton, „is er iels wat ik kan doen?" „Neen, dank u. Absoluut niets. Behalve. . . ,
Dikke vriendinnen benijden haar-nam in 15 weken 50 pond af Ni«uw«, gemakkelijk», prattig« vermag«ringtkuur in vloaibaran vorm V«ilig «n gezond
VOOR DE VACANTIE Ibis. Voor den fietstocht. Een kort manteltje van geruit flanel met schuin ingekniptc zakjes en doorgestikte revers. Het geheel geplisseerde rok}c is van linnen. I. Voor het broertje van dit meisje heeft moeder een bijpassend blazertje gemaakt met een paar flinke opgestikte rakken. De korte broek is eveneens van linnen. 3bi3. Een plus four van tweed, waarop een katoenen Sporthemd wordt gedragen met twee opgestikte zakken. 2bis. Vacantiejurkje van beige linnen, gegarneerd met een bruin geruiten kraag en manchetten en bruine ceintuur. Op het lijfje is het monogram van de draagster in bruin aangebracht. 4. Vacantiejapon van wit piqué. De rok heeft van voren een plooi. Het lijfje sluit met knoopen, die overtrokken zijn met wit piqué. Ook de ceintuur is van deze stof. 5. Strandjapon van wit linnen, afgewerkt met kleurige banden. De japon sluit van voren over de geheele lengte met knoopen, die met de garncerstof zijn overtrokken. Van deze modellen zijn bij de administratie van dit blad patronen verkrijgbaar tegen den prijs van f 0,60 per stuk, (Voor de kindermodellcn lengte en leeftijd aangeven).
De dikke vriendinnen van Mevr. B. waren Jaloersch toen zü zagen hoe gemakkelijk zt) haar ) pond overtollige dikte verloor. Daarom namen zü óók BonKora. Mevr. B. Bchröft: ,.Ik gebruikte BonKora en nam in 16 weken 50 pond af. Ik draag nu 6 maten kleinere japonnen, en ben vol levenslust. Mijn vriendinnen heb ik ook BonKora aanbevolen en zij hebben nu prachtige resultaten," Mevr. B. BonKora, de veilige, prettige vermageringskuur neemt af volgens de nieuwe .,3-graden"-methode. Drievoudige werking, drievoudige snelheid. Neem dagelijks een weinig BonKora, EET FLINK van alle spijzen, die U smaken, vermeld op de BonKora-verpakking. Geen schadelijke bestanddeelen. Deze kuur bouwt gezondheid, terwijl Uw dikte op de snelste manier verdwijnt. Velen verklaren, dat zij nu jonger lijken. Koop vandaag nog een flesch BonKora ä f. 2.25, alom verkrijgbaar bij apothekers en erkende drogisten, of inlichtingen bö he. BonKora-Depot, Singel 115, A'dam-C
lOO
VfUUloen.
R-364-H
DOE ALS ZIJ
VERZEKERD KAPITAAL
Bevrijd U van Overdadige Transpiratie. Men zal U niet meer ontloopen.
HAV BANK SCHIEDAM
Ubent niet de eenige, onder de armen lijdt. 85 in hetzelfde geval. Het ongeluk wil: U merkt niet, wel dien van anderen,
Hoofddir. G. W. von Sergen Woiraven Uw Maatschappij voor Levens-,/Studie- of Lijfrenteverzekering. Vraagt
brochure
„Puzzle Nieuws"
Zetpillen tegen Aambeien werken pijnstillend en genezen in korten lijd de ontstoken dijmvliczen.
Hypertrophi* (vrwijding van de Iranspiratitklhnn) is in da meeste gevallen de oorzaak van overdadige (rompirofie
maakt het inbrengen zeer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apotheker* en Drog.a f 1.50 per doosje van 12 stuks Odorex brengt de klieren ftrugtot natuurlijk» functie. De overdadige franspirafie houd' op, ze wordt normaal.
./Icli^er/eerciers Wanneer u ons zegt, welke kringen u wensch» te bereiken, zullen wij u, vrijblijvend uwerzijds, mededeelen, in hoeverre de lezerskring van dit blad aan uw verlangen kan voldoen
—
den reuk van eigen transpiratie maar anderen merken dien van U,
Odorex van Prof Dr. Polland onderdrukt de transpiratie NIET, Dat zou gevaarlijk zijn voor Uw gezondheid. Odorex maakt de transpiratie normaal, onzichtbaar en onmerkbaar, en verzekert de natuurlijke functie van de transpiratie-klieren.
Dr. H. NANNINO's
Abonneert U op „Puzzle Nieuws", periodiek voor puzzelaars, met wekelijks een prijs van f. 5.—, een van f. 2.50 en vijf prijzen van f, I,—. Abonnementsprijs by vooruitbetaling voor Nederland f. 4 — per jaar, f. 2.25 per halfjaar, f. T.15 per kwartaal. Redactie en Administratie Curapaostraat 115, Amsterdam, gem. giro M 3088, postgiro 230660.
die aan overdadige tranpiratie Van de 100 dames verkceren er
Reeds na de eerste toepassing voelt U een aangename verfrissching en verlichting. U behoeft niet meer ongerust te zijn, dat Uw transpiratie Uw omgeving hindert, want de reuk verdwijnt direct. Koop nog heden Odorex bij Uwen Apotheker, Drogist of Parfumeur. De flacon van 94 cent is voldoende voor vele maanden. Odorex bevat medicinalen akohol van de juiste sterkte om bacteriën te dooden.
CSgArXW&Y tegen overdadige V^ViWI ^
■r
err
Wr
a
)
JLJJLJ JU
"■«
"jo
dit keer sterk! Toen hy dichter by het ravyn kwam, was het een waar geraas, dat hij hoorde. Het pad, dat John volgde, leidde recht naar de spoorbrug toe, waarover ook John het ravyn moest passeeren. De rivier maakte nu een werkelijk oorverdoovend lawaai. Ze scheen door de geweldige regens van den laatsten tijd wel enorm gezwollen te zyn. Het water, dat anders heelemaal in de diepte stroomde, zou nu wel haast tot aan de brug komen, dacht John. Nu kwam hy uit het bosch en had het ravyn bereikt. Maar.... wat was dat! Wat was er met de brug gebeurd?! En die rivier! Tot aan den rand van het anders zoo diepe ravijn reikte ze! De woest schuimende golven sloegen af en toe zelfs over de rotsige oevers. En de kracht van het kolkende water scheen zoo groot geweest te zyn, dat de brug er door was weggeslagen! Niets dan wat verbogen stangen en balken waren er aan beide oevers nog te zien. Het was verschrikkelyk! Er was geen sprake van, dat John nu het ravyn over kon steken. Wat moest hy beginnen! Voor zoover hy wist, was er nergens stroomop- of stroomafwaarts een plek, waar men de rivier over kon komen. En.... Neen, dat was verschrikkelyk, wat hem daar te binnen schoot. Zou de machinist weten, dat de brug was weggeslagen? Zou hy gewaarschuwd zyn. Er kwam byna nooit iemand op deze eenzame plek. John wist op welke dagen er een trein passeerde en dat was juist vandaag! Als hy het zich goed herinnerde, moest de trein tegen den nacht bij het ravijn zijn. Wat moest hy doen? Als men nergens van wist, zou de trein in volle vaart naar de weggeslagen brug snellen. „Ik moet ze tegemoet gaan," dacht John. „En een eindje verder op de spoorlyn een vuur aanleggen." Dan zou de machinist wel stoppen. Lucifers had John wel, maar zou hy droog hout vinden, nu alles doordrenkt was van de regens der laatste dagen? Speurend liep John de spoorbaan langs, maar waar hy ook zocht, nergens vond hij
■%
-1 'S
8*
W'V»
«6 1'
M
TT et was nog donker toen hij de hut verjL.'L ^'et' niaar gelukkig kende hij het pad op zijn duimpje, zoodat hij niet bang voor verdwalen hoefde te zijn. Behalve een vry sterke wind, die in de toppen van de boomen huilde, was het weer vrij goed. Alleen was het pad een beetje glibberig door de hevige regens van de laatste dagen, die gepaard waren gegaan met een heftigen storm. John stapte flink door en toen de zon eindelijk opkwam, had hjj al heel wat kilometertjes achter den rug. Tegen den middag bereikte hy de hut van Ouden Sam, waar hij een paar uur uitrustte en zich het middagmaal, dat hy met den ouden trapper mocht deelen, terdege liet smaken. Toen hij weer flink wat krachten had vergaard, begaf hij zich andermaal op weg. Het was een enorme afstand, dien hy had af te leggen, maar een iongen, die in het Canadeesche woud is geboren, is goed getraind. Toen de zon na den korten winterdag Weer begon te dalen, had John er dan ook al heel wat kilometers opzitten. Hy begon nu de plek te naderen, waar hy het ravyn over moest steken. Over de diepe kloof voerde een spoorbrug, waarover de treinen passeerden, die van het eene einde van Canada naar het andere rijden. Het was nu geheel donker geworden. John moest nu weldrq het ravyn bereikt hebben. Hy spitste zijn ooren om te probeeren of hy net bruisen van de snelstroomende rivier nog niet kon hooren. Maar hij vernam eerst nog niets anders dan het gehuil van den wind in de kruinen der boomen. De wind was langzamerhand in sterkte toegenomen en had nu weer de kracht van een storm ^gekregen. Nu het zoo geheel donker was geworden, vond John het met dit slechte weer allesbehalve plezierig in het woud maar hij bedwong zijn gevoelens van vrees en stapte rustig verder. Hoorde hij daar niet reeds de rivier in het ravijn? Ja, dat was het bruisen van het water, dat boven het gieren van den storm uitklonk. Maar wat was het geluid TT
'"'
■ *
27 W3 « *
A
5».
EEN DAPPERE JONGEN IN HET 2} CANADEESCHE WOUD.
9
.45 •»■lOS
» 8i
«
Q) #:.
1.1*
Natuurlijk wil je frraafr weten, wat deze zonderlinKe teekeningr voorstelt. Je kunt het Kemakkelijk uitvinden als je rechte lijnen trekt van 1 naar 2, van 2 naar S van 3 naar 4 enzoovoort.
droog hout. Nu had John nog wel een sterke zaklantaarn, die Vader eens uit de stad had meegebracht en die hy nu ook had meegenomen, maar, zoo vroeg hy zich af, zou de machinist dit toch betrekkelijk kleine licht wel zien? Hy moest het toch maar probeeren; het was de eenige mogelykheid. Op een plek, waar hy wist, dat h^ een byna onafzienbaar recht stuk van de spoorlyn voor zich had, posteerde hy zich. Zoodra hy in de verte de lichten van den trein zou zien, zou hy met zyn' lantaarn beginnen te zwaaien. John bleef op deze plek maar heen en weer loopen, doch de trein kwam maar niet. John werd ten slotte zoo moe, dat hij zyn voeten byna niet meer op kon tillen. Hij liep nog slechts machinaal heen en weer. Heen en weer, heen en weer, ging hy maar. O, wat was hy moe! Hy zou wel even willen gaan zitten, maar neen, dat mocht hij niet, dan zou hy in slaap vallen, en hy moest de menschen in den trein waarschuwen. Hun lot was in zyn handen. Ten slotte begon het ook weer te regenen. John was weldra ondanks zyn stevige kleeren doorweekt. Behalve doodmoe was hy ook door en door koud. Heen en weer, heen en weer, liep hij maar, terwijl hy met al de kracht waarover hy nog beschikte, dacht: De trein, de trein: ik moet de trein waarschuwen. Heen en weer, maar altyd heen en weer....
ik zou graag, als u het goed vindt, nu alleen willen zyn " De Favo's en de Edgintons vertrokken zondere verdere plichtpleging, en hun stemmen klonken protesteerend terwyl zy beneden hun jassen en mantels aantrokken. De voordeur sloeg dicht.... Miss Jones was naar Sir Howard gegaan en smeekte hem met tranen in de oogen te willen gelooven, dat zij volkomen begreep hoe by zich moest voelen. Ze bekende echter haar aandeel in den diefstal niet, en terwyl zy daar zoo bij den ouden man stond, voelde Wendsor plotseling iets als afschuw voor haar in zich opkomen. Ah hy had met haar willen trouwen! HU wist dat zy schuldig was; daar was geen twyfel aan. En, hoewel zonder het te willen, had hy haar geholpen door het taschje aan haar hotel te bezorgen! Natuurlijk had ztf het ontvangen en het gehouden! Ze moest hebben geweten, dat het niet vain haar, docb van Lady Marsh was! Had zy den zilveren ring dien avond tydens het diner niet in haar hand gehouden? Ze bad natuurlyk geloof gehecht aan het sprookje van de toovermacht van den ring Zoo waren sommige vrouwen.... Ze was nu beroemd.... Wendsor zou er om hebben kunnen lachen, als de zaak niet zoo bitter-tragisch was geweest! HU begreep nu ook waarom zij geen antwoord op zyn brieven had gegeven. Het was afscbuwelyk, en toch.... toch.... terwyl hy naar haar keek, had hy nog een gering gevoel van medelyden met haar! HU had zichzelf echter wel in zyn gezicht willen slaan daarom Sir Howard duwde haar vriendelUk van zich af. En toen stond zy plotseling op en verliet snikkend, zonder een woord, de kamer Wendsor handelde snel. „Mag ik u over een uur nog even spreken?" vroeg hy Sir Howard. „Ik geloof, dat ik u dan iets belangryks heb te zeggen." De rechterhand van Sir Howard was bedekt door zyn servet. Ze bewoog verdacht, en plotseling ontdekte Wendsor den loop van een revolver. „Lieve hemel!" riep hU. „Dat méént u toch niet? Geef mU dat wapen. Direct...." „Ik heb niets meer om voor te leven...." snikte de oude man. Wendsor nam de revolver en stak haar in zyn zak. „U hebt nog heel veel om voor te leven! Zooiets mag u niet doen. Dat weet u net zoo goed als ik. En en ik zal u helpen den ring terug te vinden." Er verscheen een treurige glimlach om de dunne lippen van Sir Howard. „Dé ring kan me niets meer schelen — nu. Ik geloof niet aan zUn zoogenaamde toovermacht.... En mUn leven beteekent niets meer voor my, nu mUn vrouw dood is...." „Luister!" Wendsor legde een hand op Sir Howards schouder. „Ik hen gedeeltelyk schuldig, dat die ring gestolen is. Wilt u my een uur geven om alles te onderzoeken? Dan kom ik terug en zal u alles verklaren ...." „Heb jy den ring gestolen?" Wendsor aarzelde. „Ja," zei hy. „Waarom?" „Dat zal ik u zeggen als ik straks terugkom", zei hU wanhopig. „Dan zal ik den ring meebrengen. Wilt u beloven op my te -vachten? Ik zal alles uitleggen.... en.. .. ■n. . .. zooveel mogelUk alles goed maken." Sir Howards stem klonk toonloos toen hy antwoordde: „Goed, ik zal op u wachten." III. Wendsor snelde het huis uit en rende de straat op. De mist was opgetrokken en op ilen hoek ontdekte hU haar. Ze wenkte een taxi. „Ik wil u spreken," zei hU bruusk. „Mag ik u naar huis brengen?" ^Zeker." De'taxi kwam, en ze gaf hem haar adres, dat hy den chauffeur mededeelde. Hy zette zich naast haar neer en wist in liet eerst niet hoe lui moest beginnen. Plot-
seling dacht hy aan den zakdoek, in zyn borstzak. „Op dien bewusten avond, Miss Jones, heb ik uw zakdoek opgeraapt," zei hU. „MUn zakdoek?" „Misschien vindt u het dwaas, maar.... maar ik heb hem als een kostbaar souvenir bewaard!" HU overhandigde haar het doekje. Ze nam het aan, bekeek het. „Ik ben bly, dat u zich mU nog herinnerde," zei ze, nog steeds met tranen in haar oogen, doch toen, begon ze plotseling te glimlachen. „Het is echter niet van mU- Er staat trouwens een M op. MUn naam begin met een E." „Ja," erkende hy koel. „Vanavond begreep ik, dat ik al die jaren Lady Marsh' zakdoek had bewaard. Ze heette, geloof ik, Mary?" „Ja." „Denk eens terug aan dien avond, drie jaar geleden. Herinnert u zich, dat u bU vergissing een taschje van gouden netwerk hebt opgenomen?" Eileen Jones keek hem verbaasd aan. „Ja, dat herinner ik me?" riep ze uit. „Ik dacht dat het van mU was. Maar ik vergiste me. Ik keerde terug naar de kleedkamer om mUn taschje te zoeken. Het myne zag er precies zoo uit." „Juist." Er was een kille klank in Wendsors stem. „Wel wat herinnert u zich nog meer?" Ze keek hem aan. „Alleen dat ik mUn taschje vond en wegging. Ik herinner me, dat ik haast had om naar het station te gaan." „Hebt u nooit een envelop gekregen, die ik voor u in het Imperial Hotel heb achtergelaten?" „Een envelop?" Miss Jones was werkehjk uitermate verbaasd. „Ik begrijp u niet!" „Hebt u nooit een brief van mU ontvangen? Of myn telegram uit Liverpool? De brieven die ik u van uit New York heb geschreven?" „Neen." „Ik heb ze toch allemaal naar het Imperial Hotel geadresseerd." Ze keek hem nog verbaasder aan. „Ik ben nooit in het Imperial Hotel geweest! Ik woon bU mUn moeder.... Daar woon ik altUd wanneer ik in Londen was." „Maar ik hoorde u dien avond tegen Lady Marsh zeggen, dat u naar Cornwall zoudt vertrekken, en dat u Vrydags in het Imperial zoudt zyn, waar u hoopte dat zU en haar man u zouden komen bezoeken. U hoopte langen tyd te zullen blyven." „Natuurlyk," erkende zU, „maar ik bedoelde het Imperial Theater. Daar zou ik myn eerste belangrUke rol spelen, en ik hoopte, dat het stuk langen tyd zou gaan. Sir Howard en zUn vrouw zyn dien avond inderdaad geweest.... den avond van de première." Toen de enormiteit van zyn blunder Wendsor duidelyk werd, kreeg hy een kleur als vuur. „U bedoelt " stamelde hU, en zweeg toen plotseling. „In dat geval," vervolgde hU dan, „liggen de envelop en mijn brieven waarschynlyk nog in het Imperial Hote1 -" .. , . , Verbaasd, nog niet alles begrypend, keek zy hem aan. „Ik weet het niet. In ieder geval kan ik u verzekeren, dat ik nooit iets van u heb gehoord sinds dien avond." „Hemel," riep hU uit. „Wat een vervloekte idioot ben ik geweest!" „Was dat taschje, dat ilt bU vergissing opnam, van Lady Marsh?" vroeg zU. „Ja," kreunde Wendsor. „Zat de zilveren ring er in?" „Dat moet wel...." „Wilt u mU alstublief vertellen, wat u ermee gedaan hebt?" Hy verklaarde haar hoe hy, in alle onschuld, door zUn daad van drie jaar geleden de oorzaak was van alle ellende, die er over Sir Marsh gekomen was. TerwUl hy sprak, verried zUn stem hoezeer hy onder dit - 27 -
besef leed. Ze spraken niet voordat de taxi voor de deur van haar woning stilhield. „Ik hoop, dat ik die envelop en die brieven nog kan krygen" zei ze toen. „Ik zal er morgenochtend direct werk van maken. Misschien zUn ze er nog." Ze stonden voor de deur van haar huis. „Laat mU vanavond nog probeeren ze terug te krygen, en laat ik ze u dan persoonlUk morgenochtend mogen komen brefigen. Ik heb Sir Marsh invitatie alleen aangenomen in de hoop u terug te zien. Ik kon niet begrijpen," voegde hy er wanhopig aan toe, „waarom u nooit op myn brieven antwoordde!" „Als ik ze gekregen had, zou ik er op geantwoord hebben," zei ze eenvoudig, en ze stond hem toe haar hand iets langer vast te houden dan noodig was, en ze aan zijn lippen te brengen.... IV. Een uur later zoowat was Wendsor terug in de Somerstreet, het gouden taschje in zyn zak. „Door mUn ongeloofelyke domheid," verklaarde hU, zich ellendig voelend, „ben ik de schuld van alles. Ik kan Lady Marsh niet aan u teruggeven — ik wou by den hemel, dat het mogelUk was — maar ik kan in ieder geval iets goed maken, en Ik hoop, dat u door mU er toe in de gelegenheid te stellen, wilt bewyzen dat u my vergeven hebt. Wilt u deze kleine cheque aannemen. ..." Sir Marsh zat er verslagen by. HU wierp een blik op de cheque, die Wendsor hem In de hand had geduwd. ,Maar het is een onzinnig bedrag," stamelde hy toen. „MUn behoeften zyn slechts zeer gering. Ik hegrijp volkomen, hoe alles is gebeurd. U wilde als jongeman den galanten ridder spelen tegenover Miss Jones...." Wendsor knikte. „Ik zou graag willen, dat u die cheque aanvaardde. Het zal mU althans eenigszins verlichten...." De oude man schudde het hoofd. „Het was geen wonderring.... Dat weet u net zoo goed als ik. Maar Lady Marsh geloofde er aan op kinderlyk-naïeve wyze. Én omdat u den ring niet opzettelyk gesto,... eh.... weggenomen hebt, kan ik dat bedrag niet aanvaarden. Het blUkt nu immers maar al te duidelUk, dat het geen wonderring was .... dat hU ons ten slotte geen geluk heeft gebracht.... Dat bedrag is veel te hoog.. .. U is mU niets schuldig. ..." Wendsor voelde zich wanhopig. Hy wilde den ouden man helpen. Ten slotte was het toch zyn schuld, dat hy zyn zaken niet meer beheerd had, er geen lust meer in had gevonden. . .. „Neem die chèqu^ alsjeblieft aan," riep hy plotseling uit. „Ik verzoek het dringend. . .. Ik zal dan het gevoel hebben dat ik althans iets heb goedgemaakt van hetgeen ik heb misdreven. Het zal me eenigszins myn gemoedsrust teruggeven. ... En dat heb ik noodig, want ik moet morgenochtend een ernstige zaak behandelen. ..." „Wat voor ernstige zaken kunt u hebben, Mr. Wendsor? U hebt alles wat u hart begeert. ..." „Het UJkt er niet op," riep Wendsor. „Het lykt er niet op. . . . Ik heb iets noodig, wat men met geen geld ter wereld kan koopen." „En wat is dat dan?" Sir Marsh begon iets te begrijpen. Er was een zwakke glans in zyn oogen gekomen. „Morgenochtend," zei Wendsor byna fluisterend, „ga ik Miss Jones ten huwelUk vragen. ... Ik ik zal het niet goed kunnen doen als als die last nog op my drukt Laat ik daarom iets goedmaken. .. . zooveel als mogelyk is.... Neem die cheque aan U moet my begrijpen...." Sir Marsh knikte. Zwygend borg hy het stukje papier in zyn zak....
EEO OUD
tfoAOOm EER ß(J OGN
Nu het weer zomer is jfeworden en de hemel schittert van een diep strakblauw, waarlangs de witte wolkjes zeilen, terwijl het water overal liefelijk kabbelt, nu hebben de zeilers hun bootjes en booten weer tevoorschijn gehaald om er op uit te trekken naar meren en plassen, vaarten en rivieren. Vóór echter de blanke zeilen zoo lustig konden bollen in den wind, is er eerst heel wat moeten gebeuren! Vele uren arbeid heeft de zeilmaker er aan moeten besteden, eer de zetler ze hijschen kon. Hij heeft ze, volgens zeer nauwkeurige berekeningen, eerst moeten knippen en daarna moeten naaien. Een werk, dat niet meevalt! De zeilmakerij is een heel oud, zeer speciaal handwerk. Vele jaren heeft het vak een kwijnend bestaan geleid door de steeds voortschrijdende motoriseering van de scheepvaart, doch nu de laatste jaren de zeilsport steeds meer aanhangers wint, is ook het zeilmakershandwerk weer in eere hersteld. In de watersportgebieden begint men zelfs de „familie-bedrijven" weer aan te treffen, waarbij het handwerk van vader op zoon overgaat. Een goede zeilmaker wordt men trouwens niet zoo spoedig. Er is een zeer groote vakkennis voor vereischt en een groote ervaring, benevens liefde voor het zeilen zelf. Een „landrot", die de kunst van het zeilen niet tot in de perfectie beheerscht, zal nooit een goede zeilmaker kunnen zijn! Onze fotograaf heeft eens een bezoek aan zoo'n schilderachtige zeilmakerswerkplaats gebracht, waar overal in het rond de balen zeilstoffen opgetast liggen, afge-
wisseld met touwen, katrollen, geteerde §arens, lange kettingen van „kousen" — e metalen ringen, waar de touwen doorloopen — en de honderd en één andere zaken, die bij de zeilen hooren en die de zeilmaker bij zijn werk noodig heeft. Het merkwaardigste instrument is wel de „vingerhoed' van den zeilmaker, die echter niet zijn vinger, doch zijn handpalm beschut Het is namelijk dit deel van de hand, dat bij het verwerken van de zware stof met de kolossale naald en het geteerde garen, hoofdzakelijk wordt gebruikt. 1. Voordat de wind de blanke zeilen doet bollen, is er heel wat moeten gebeuren, zoonis men op deze pagina's kan zien. 2. De bouwer van het jacht geeft in groote trekken den vorm en grootte der zeilen aan, doch de zeilmaker knipt ze volgens uiterst nauwkeurige berekeningen, die hij eerst heeft moeten maken, een zeer precies werkje, dat groote vakkennis en veel handigheid vereischt. 3. Stilleven In de zeilmakerij. 4. De zeilmaker naait de zeilen. 5. De „vingerhoed" van den
zeilmaker.
6. De „kousen" worden ingezet. 7. Oude zeilen moeten ook wel eens veranderd worden. Hiervoor moeten echter ook vooraf nauwkeurige metingen worden verricht. 8. De vrouw van den zeilmaker naait het klassenummer op de nieuwe zeilen.
DE AMATEVR.DETECTIVE
G. de K. te A. - U zult wel gezien hebben, dat ik uw vraag Inmiddels in een der vorige nummers heb beantwoord. U hebt eventjes moeten wachten, omdat er andere vragenstellers eerder aan de beurt waren Dat kan wel eens voorkomen. - Ik ben het met u eens, dat u uw vorige vragen waarschijnlijk niet aan mij hebt gezonden en ik ze dus met In handen heb gekregen.
pe^VVtREN STCIé DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER EN DOTvervoig
,ri
3*cy
B. G. *• R- - Ik ben bezig informaties voor u In te winnen en hoop p ze u spoedig te doen toekomen. Zn''U_hPamela, Wy"ne 's hel pseudoniem van deze bekende schrijfster. W AU e9' Il g^Uwd en hnh drie zoons- Haar ware "aam Is Mrs. Wyndham Scott. Zij woont in Engeland, doch haar nader adres is mij nelaas onbekend. G. R. te A. - Een paardestaart moet u op de volgende wijze prepareeren: Den staart eerst opensnijden en dan losvillen, zoodat het been met het vleesch da er aanzit, verwijderd wordt. Daarna moet u de huid goed schoonmaken, waarbij u alle vleeschresten er afsnijdt, en dan insmeren met een mengsel van zout en aluin (1 deel zout op twee deelen aluin). Dan is u klaar met de bewerking en hoeft den staart dan ilZ w^erTchtmaten6"
dr09en
- ^ '^
IS
""
0Peni
™^*]
ku J
"
ri£' H. ^i-^'- " J moO0t flerust oplossingen uit verschillende afleveringen tegelijk inzenden, doch u moet er dan wel op letten, dat u den juisten Inzendingsdatum niet overschrijdt. Voorts gelieve u ook buiten op de envelop te vermelden, wat zij bevat. h«MeVr' L/.4le ALr Nadat, U ^ lijsten van de olieverfschilderijen hebt verwijderd, wascht u ze af met lauw water, waarna U er gedurende tien minuten een dik zeepschuim op In laat werken. Dit wordt dan weer weggenomen met een zacht penseel en schoon lauw water. Dan laat u ze drogen. Vervolgens neemt u wat linnen lappen, doopt deze In kunstmatige amandelolle en wrijft hier de schilderijen zoolang mee tot de dotken schoon blijven. Ten slotte moet u de schilderijen met zuivere olij o ie bestrijken, laten drogen en nadat ze volkomen droog zijn ze met lichte was Insmeren. Vervolgens doopt u een stuk flanel In schoon water, knijpt het uit en doopt het dan In fijn wit krijt. Hiermede wrijft u de schilderijen in. nVkfl X5 L" no*raah voorzichtig af en droogt ze met een schoonen, zachten doek. - Aan weervlekken is helaas niets te doen.
**?*
om overda
a kauwgum te kauwen.
Wellicht helpt dit. Heeft u daar echter ook geen succes mee, dan zou ik u raden even naar den dokter te gaan. Die kan u dan wel iets geven dat zeker helpt. L. K. - Om een dergelijke zaak op te richten heeft u in de eerste plaats vakkennis noodig. Uit uw schrijven meen ik op te mogen maken, dat u die met bezit. Ik voel mij daarom verplicht u uw plan ernstig af te raden. Opgeven wat u noodig heeft kan ik tot mijn spijt niet. Een vergunning heeft u op het oogenblik nog niet noodig. Wanneer u er toch toe over ,wl t gaan uw voornemen uit te voeren, dan moet u zich m verbinding stellen met de Kamer, van Koophandel te 's-Gravenhage. Want al is een vergunning niet verplicht, er zit toch nog van alles aan vast, waarvoor u dit lichaam noodig hebt. Mej. M. v d. P te D. L. - Het dieet van uw hood was heel goed. Alleen zou het wel aanbeveling verdienen hem 's morgens bij het brood ook hondencake te geven (eveneens in melk geweekt) en hem als avondmaaltijd ook hondencakes te laten eten. Wasschen moet u het dier heel weinig. Eens In het jaar is zeker voldoende. U moet geen lysol door het water doen. Wilt u er iets door doen, dan moet u gezuiverde creoline nemen. Dit jaarlijksche bad moet dan natuurlijk liefst m den zomer plaats vinden. Wat echter zeer aan te bevelen is, is den hond lederen dag te borstelen en te kammen.
3, Daar hadden ze niet veel san en voor Peter haar nog meer kon vragen, barstte ze in tranen uit. ,Jk heb zoo'n honger,' snikte ze. Wat konden de kleine luchtreizigers daar aan doen? Ze hadden in het geheel geen eetwaar meer in „De Zilveren Ster*. Toen kreeg Peter een goed idee.
4. Ze zouden het meisje meenemen naar het dorp en daar wat eetbaars voor haar koopen. Ze waren nog maar nauwelijks op weg, of Dot ontdekte in het bosch een klein huisje, goed verborgen in het groen. „Laten we er maar eens heengaan, misschien hebben ze hier iets te eten.'
5. Ze liepen met zijn drietjes op het huisje toe en Peter wilde juist kloppen toen de deur al werd geopend door een oude vrouw. „Kom maar binnen,' zei ze vriendelijk, toen Peter haar om wat eten vroeg. Maar toen slaakte ze opeens een kreet van verbazing.Ze had het kleine meisje ontdekt.
6. „Ze willen vast probeeren grootmoeder Moreau's kleinkind te ontvoeren," mompelde ze. „Nou, dat zullen we wel eens zien." Ze haalde een sleutel uit haar schortzak en liep rustig naar de deur. De kinderen merkten niets, want ze hadden het veel te druk met het lekkere eten.
Maar wel hoorden ze, dat de deur werd dichtgedaan en toen ze door het raam keken, zagen ze de oude vrouw wegloopen. „Hé," zei Peter, „waar zou die naar toe gaan?" Maar verder dachten ze er niet over na, an t de kamer was gezellig en het eten smaakte heerlijk.
8. Toen het tijd was, om weer weg te gaan, was de oude vrouw nog steeds niet teruggekomen. Peter legde wat geld op tafel voor het eten en hij zei tegen Dot: „Kom, we moeten opschieten, haar grootmoeder zal wel ongerust zijn. We zijn al veel te lang hier gebleven."
9. Dot liep naar de deur, maar ze kon haar met geen mogelijkheid openkrijgen. „Die oude vrouw heeft 'm op slot gedaan," zei Peter, terwijl hij probeerde het raam open te schuiven. Maar dat lukte ook niet. Daar zaten ze nu opgeslotenI Wordt vervolgd.
Wij zullen weer een prijs van f 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle Inzenders van goede oplossngen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen U gelieve Uw antwoord In te zenden vóór 20 Juli aan Mr. Detective, balgewater 22, Lelden. H-MI-.I Op briefkaart of enveÉWfeif : .^^^. Mj^ÜülÉW loppe duidelijk vermelden: ^^^^ Amateur-Detective, 20 Juli. OPLOSSING VAN „WAT DOET DIT MEISJE?" Het antwoord op onze vraag zal Iedereen duidelijk zijn bij het bezien van deze fotol De hoofdprijs van f2.50 werd deze week toegekend aan:
P. A. y. d. K. te 's-G. - Ik zou u'gaarne helpen, doch u schrijft heelemaal met naar wat voor soort zeevaartschool u wilt. Wilt u stuurman, machinist, of stuurmans- of machinistsleerling worden, of nog iets anders. Wilt u mij dat nog even mededeelen en wilt u dan zoo mogelijk ook nog opgeven wat voor vooropleiding u hebt? U
2.'Peter besloot dadelijk weer terug te keeren en hij bracht het vliegtuig tot vlakbij de plaats, waar ze waren opgestegen. Ze probeerden te weten te konten, waar het kleine meisje thuis hoorde, om haar weg te kunnen brengen. Maar het kind wist alleen, dat ze bij haar grootmoeder woonde.
Wie van onze speurders kan ons zeggen, wat er aan deze afbeelding als verkeerd opvalt? "
Mevr. wed. v. K. te A. - Dat Is niet zoo mooi, motten in de pianol Inspecteert u de piano van binnen eens en wanneer het vilt aangetast is moet er zoo spoedig mogelijk een vakman bijkomen. Wanneer u in hef bezit Is van een stofzuiger, zou ik u raden, het ;,istrument eens heel goed uit te zuigen en er dan opnieuw een of ander motten verjagend middel in te strooien, nog meer naphthaline dan u reeds gedaan heeft of bijvoorbeeld Jodoform, wat ook een goed middel is. Het laagje, dat er op in zout ingemaakte groente ontstaat en dat kim" o kaam wordt genoemd. Is niets anders dan schimmels - microscopisch kle ne plantjes - die In den pekel groeien. Was de groente niet ingemaak| dan zouden deze schimmels zich sterk vermenigvuldigen terwijl er nog andere rottingsbacteriën in op zouden treden, waardoor de groente spoedig zou bederven. De pekel verhindert dit bederf echter Zooals u weet, moet dit laagje kim af en toe verwijderd worden; men heeft er dan verder niets geen last van in de Ingemaakte groente.
W^rt^y". j..PJP!L0be'Jrt
1.,,Peter, ik heb een verstekeling gevondenl" ,,De Zilveren Ster" had zich juist in de lucht verheven, toen Dot haar broertje dit toeriep. Peter draaide zich verbaasd om en staarde zijn zusje aan. En werkelijk, daar zat Dot lachend met een aardig klein meisje op haar schoot.
den
heer
G. J. Abbenhuys, Utrecht.
De troostprijzen ten deel aan:
vielen
mejuffrouw A. Teuben, Sappemeer; den heer N. Kolyn, 's-Gravenhage.
stu^rT"'^; t ^■f■ tielR' T UT oPlo«in0en 'Ün heel duidelijk Ingestuurd. Het hndert niet, wat u bij een veranderraadsel voor woorden
n hTl' IA
maar best an
f ^
wo< rden zi n
?
J - -
Vo r
«> «over mij bekend
is is bedoeld examen geheel kosteloos. Stelt u zich voor alle zekerheid echter nog even in verbinding met den directeur der school. - Wat uw andere vragen betreft, ben ik bezig informaties In te winnen. Ik hoop u spoedig nader bericht te kunnen zenden. „JLu ' DU** N' Tc Shir.ley 7el?,p,e speelt weer ,n e«n "'euvve film, getiteld „Rebecca of Sunnybrook Farm", die In October In ons land vertoond zal worden. Zij speelt hierin de rol van een klein meisje, dat voor de radio optreedt. - Nick Foran is geen broer van Dlek Foran. B. te K. - Ik heb uw vraag doorgezonden naar onzen juridischen medewerker en hoop u spoedig zijn advies te kunnen mededeelen. '
GEWONE ADVERTENTIES: TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMHOOGTE 120
KOLOMHOOGTE
120
REGELS
REGELS
KORTINGEN
-
-
KOLOMBREEDTE 5 cM.
KOLOMBREEDTE
VOLGENS
De Secretaresse van de VOOR U-CLUB, Galgewater 22, Leiden 30 -
— 31
6.7
cM.
TARIEF
-
REGELPRIJS 25 ets. BRUTO REGELPRUS
50
ets.
BRUTO
EEM M1EUWE MEDERLAMDSCHE FILM
^
Sx
Wij begonnen er langzamerhand aan te wanhopen of er nog wel eens een Nederlandsehe film zou worden vervaardigd. Na het werkelijk groote succes van „Merijntje Gijzens Jeugd" en „Pygmalion" werd er -een nieuwe filmmaatschappij „Necrlandia" opgericht, die onder leiding van Dr. Ludwig Berger „De principes van mijnheer" zou verfilmen, maar om verschillende technische redenen heeft men dit plan niet uitgevoerd. Nu, een jaar later, kondigt „Neerlandia" een nieuwe rolprent aan. De Oostenrijksche regisseur Friedrich Zelnik, de echtgenoot van de bekende filmster Lya Mara, zal Jean Websters boek „Vadertje Langbeen" i* scène zetten. Het draaiboek wordt vervaardigd door Rudolf Bernauer, een tooneel- en filmschrijver van groote beteekenis. Voor de vrouwelijke hoofdrol heeft men Lily Bouwmeester geëngageerd, een actrice die met haar creatie in „Pygmalion" bewezen heeft, een filmspeelster van formaat te zijn. Men hoopt „Vadertje Langbeen" October as. in roulatie te brengen.
-Waar is de noodrem, mijnheer? Ik wil de boot laten stoppen. Mijn hoed is afgewaaid 1'
i J^
„Ja, het spaart geld. We duwen er één geldstuk in en deelen het gewicht door twee".
Het feestdiner van de Club der Domino spelers
Dokter (gewichtig): .Mijn waarde heer, het is heel goed, dat u besloten hebt, bij mij te komen.' Patiént: „Hoe roo? Zit u aan lager wal?"
Iji
dam« .„ ll.«„ U kr.Tlez J* '
;0mr0eP•",, U
!irrOi0'
„Vader, herinnert u zich nog, hoe u mij vertelde, dat u »choo1, 8,«tuurd bent?" "£h • • • J«J ..Nou, de geschiedenis heeft zich herhaald."
van
U m0r8en0chtend ,n de
.|k een verstekeling? - Onrinl Ik be. gehuurd om deze plaats te bewaren voo een dame van het B-dek "
Friedrich Zelnik (iW< Mtrkelbtch)
- / /'
fi^
& m.
-V ^
^faCy*t 0 > 'y£ VEILIGHEID VOOR ALLES.
„Houdt oom van wespen, tante?" ,,Hoe zoo?" „Er is er net een in zijn mond gekropen."
-o>
w
Ufa-füm.
Waltor Werner als Dr. Sltthard. {_
O
Cornelia heeft aan Ulrich haar levensgeschiedenis verteld.
Albert verklaart Cor nelia xijn liefde.
ON REimRE
Regie: Hans Heinrich erg aanstaat. Zij verlaat heimelijk het feest en ontmoet in de garderobe Albert von Möller, die eveneens op het punt staat te verdwijnen. Gezamenlijk gaan zij weg. Van nu af aan ontmoeten zij elkaar dagelijks en langzamerhand ontstaat er een innige liefde tusschen hen beiden. Ulrich maakt ook kennis met Cornelia en wordt hals over kop op haar verliefd. Eerst later hoort hij, dat zijn vader Cornelia ook kent en liefheeft. Geslagen zit hij voor zijn vader, die een moeilijk besluit nemen moet. Cornelia wil met hem naar ZuidAmerika gaan, doch zijn eergevoel en soldatenbloed trekken hem naar zijn beroep. Cornelia vertelt aan Ulrich haar levensgeschiedenia. A Ibert von Möller is in hart en nieren soldaat. Haar eerste man zit in de gevangenis en dat is ^j[ 2^n 200n Ulrich daarentegen een kunstenaar, de reden, waarom zij Albert als officier in zijn die zijn leven wil wijden aan zijn grootste vaderland niet kan huwen. ideaal, de muziek. Doch niettegenstaande hun verHij heeft haar Vroeger gedwongen in films van schillende levensopvattingen zijn vader en zoon dikke twijfelachtig allooi op te treden en zoon oude film is vrienden. door den bankier Henckelberg gevonden, die haar Op zekeren dag komt er in hun verblijfplaats in een gezelschap vertoont. Möller is eveneens tegeneen alleenstaande dame wonen, Cornelia Cqntarini. woordig. Wanneer de plaatjes op het doek ver (Zij zoekt de rust en de stilte, na een leven vol schijnen, springt hij op en geeft den bankier een teleurstelling en ontgoocheling. Hier kent niemand oorvijg. Het gevolg is een duel. Albert wordt doohaar, uitgezonderd Dr. Sitthard. Deze voelt echter delijk gewond. Stervend vraagt hij zijn zoon, Cor niets voor de eenzaamheid en noodigt haar uit voor nelia niets van het gebeurde te vertellen, maar haar een bal, waarin zij ongaarne toestemt. Op het bal alleen mede te deelen, dat hij besloten had in het maakt zij kennis met den bankier Henckelberg en leger te blijven, en de jongen tot man gerijpt, wilden hofleverancier Meier, waarvan de eerste haar niet ligt dezen laatsten wensch van zijn vader in. Cornelia Contarini . . ' Lil Dagover Albert v. Möller, kapitein in 't leger. Paul Hartmann Ulrich v. Möller, zijn zoon .... Rolf Moebius Monika Schramm Helga Marold Dr. Sitthard, ,• • • • Walter Werner Henckelberg, bankier Karl Günthe Anton, vroegere oppasser van v. Möller.Franz Webe Tina Zerberh, Cornelia's huishoudster. Lili Schoenbom Friedrich Wilhelm Meier, hofleverancier. Otto Matthies Julius Schramm, huiseigenaar .... Werner Pledath Mevrouw Schramm Maria Seidler
LU Dagover al* Cornelia Contarini.
O
Monika is verontwaafaitjd, Henckelborg vinöt 't nogal
grWplg.y
Ulrich moet een otlei brengen.
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN
I
s het waar. dat de groote filmmaatschappijen in Amerika op hun studio) J -i*- terreinen scholen hebben, die door de kinder-fümsterretjes moeten worden bezocht?" ,,Dat is waar, Pieter'sén. Alle medewerkenden aan een film, die den leeftijd van zeventien jaar nog niet hebben bereikt, zijn gedwongen vier uren per dag op deze studio-scholen door te brengen. Meestal echter, Pietersen, zyn de filmkinderen nog geen zeventien, wanneer er aan hun filmcarrière al een einde komt, en voltooien zij hun studies op een normale school," „Heeft er op zoo'n studio-school wel eens iemand eind-examen gedaan?" ,.Ja, een dezer dagen heeft een „ster" voor de eerste maal haar diploma op een dergelijke school behaald." „Wie was het?" „Olympe Bradna. Zij was door de Paramount geëngageerd voor zij den ^aanvalligen leeftijd van zeventien lentes had bereikt en zoo moest zij naar school of zij wilde of niet. Eenige dagen na haar verjaardag deed zij haar eindexamen, dat door den wethouder van onderwijs van Los Angelos als „bijzitter" werd bijgewoond. Hij overhandigde de jonge actrice na afloop een keurig diploma, dat speciaal voor die gelegenheid was gedrukt." „Leuk voor Olympe! Maar nu iets anders, weet je wat mij opgevallen is?" „Nou?" „Dat je tegenwoordig nooit meer foto's van filmregisseurs ziet met megaphoons. Vroeger zag je ze altijd met zoo'n reuze-toeter in de hand." „Die dingen vindt men tegenwoordig niet meer in de film-studio's. Sedert de geluidsfilm haar intrede heeft gedaan, is het in de filmateliers veel rustiger geworden. Nu kan de regisseur niet meer zoo veel lawaai maken en dat is wel een der voordeelen van de geluidsfilm!"
FILM-ENTHOUSIASTEN W. H. de B. te Roermond. Hierbij de gevraagde verjaardagen. In 't vervolg s.v.p. niet meer dan drie vragen per week. Hans Adalbert von Schlettow 11 Juni. Ralph Morgan 6 Juli. Anna Nagel 15 September. David Manners 30 April. Paul Muni 22 September. E, T. T. B. te Rotterdam. Hierbij de namen van eenige Duitsche regisseurs. Fritz Kirchhof, Herbert Maisch, Georg Jacoby, Kurt Götz, E. W. Emo, Karl Ritter, Hans Deppe, Carl Boese, Carl Froelich, Wolfgang Liebeneiner, Gustav Ucicky en Fritz Peter Buch.
ET LEVEN.
H. v. A. te Groningen. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Allan Jeayes 19 Januari. Henry Kendall 29 Mei. Tom Mix 6 Januari. Wij hebben u de twee gevraagde foto's gezonden. T. v. d. H. te Tilburg, Adolphe Menjou filmt veel. Hij is aan geen enkele maatschappij vast verbonden. De eerste sprekendefilm, waarin hij optrad, was „Fashions in love". Hij is den i8den Februari jarig. Menjou is getrouwd. H. R. M. te Rotterdam. Qusü Huber viert haar verjaardag den 37sten Juli. Vivien Fay kunt 'u schrijven p.a. MetroGoldwyn-Maver-Studio's, Culver-City, Califomië. Het kan circa zes .maanden duren voordat u antwoord ontvangt.
JOHN ftflffyMpftf
?«W?L€y TBflPl^ N/€ywSte fILM
FILMNI€UWS MST JOAN CÄAWfORp
POftOTffV LAMOi^'S fiAAf?
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag vierhonderd twee an negentig Wat is blokzejlen? Wij stellen een hoofdprijs van /3.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeelen onder hen, die vóór 16 Juli (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 16 Augustus) goede oplossingen zenden aan ons redactie-adres: Galgewater 23, Leiden. Op enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: Vvaag 4g3.
G. R. N. T. te 's-Gravenhage. Erna Sack woont 'Heubnerstrasse Q te Dresden. Zij zal met onzen landgenoot Johan Heesters in een film optreden. Heinz Ruehmann is getrouwd.
Vraag vierhonderd acht en tachtig
W. G. N. te Amsterdam. Friedrich Zelnik is Oostenrijker. Lily Bouwmeester is getrouwd. Zij woont te Rotterdam. Victor McLaglen was vroeger bokser. Hij is den 11 den December te Londen geboren. Een antwoordcoupon is aan ieder postkantoor verkrijgbaar.
Jacob van Maerlant is de belangrijkste Nederlandsche dichter der dertiende eeuw. Hij werd in 1335 in de omgeving van Brugge geboren. Op later leeftijd vestigde hij zich te Maerlant, in de buurt van Brielle, aan welk plaatsje hy zijn naam ontleende. Later trok hjj weer naar zijn geboorteplaats terug, waar hy omstreeks 1300 stierf.
M. N. te Amsterdam. Hierbij de gevraagde adressen. Nelson Eddy, MetroGoldwyn Mayer-Studio's, Culver-City, Californië. Joe E. Brown, Warner BrosStudio's, Burbank, Californië. Sabine Peters, Pariser Strasse 30, Berlijn. Voor foto drie antwoordcoupons insluiten.
De hoofdprijs viel ten deel aan den heer G. J. Sneeboer te Amsterdam; de troostprijzen aan den heer H. Scheltens te Appingedam; den heer F. Pézarro te Den Haag; mejuffrouw G. van Drooge te Harlingen; mevrouw H. C. Fundter de Beauchene te Nijmegen; mejuffrouw M. Akkerman te Den Haag.
DE OPLOSSING
WOORDEN VAN GERARD J DE MUNN1K
ii
MUZIEK VAN ADRIAAN NUGTEREN
^
fy H E Het Het
Ie - ven Ie - ven
Q^^J F
(jLp.
is mooi. is mooi.
en en
het het
Ie - ven is Ie - ven is
goed, goed.
Wan - neer je het Ie Wan - neer je maar il
-
ven tijd
bebe-
mu fTl/^h^ I, ^Tf|,|T|jf^g had een man bij zich, die vreeselijk za op te scheppen over de moeilijkhedej waarm hij verkeerde. „Wat zou jij dcjpn als je in mijn schoe nen stond?" vroeg hij op een gegevei oogenblik met een dramaüsch gebaar. „Ze poetsen," antwoordde mijn neef
leeft zoo het moet seft wat je doet
5E
Directeur: „En heb je het geld los kun nen krijgen?" Bediende: „Neen, mijnheer." Directeur: „Wat zei bij, toen je pro beerde hem te dwingen?" Bediende: „Als u eerst uw secretaresse even weg wilt sturen, zal ik het u vertel len, mijnheer!"
En niét slechts je - reif En niet im - mer schouwt
als het mid-del-punt ziet, naar wat bo - ven je staat
Want dan wordt het In 't den - ken, dat
^uTfl^flJ f T^ftTT^-lT^^ffïffe^ i V
^
bron van ver - dneC rol - let - jes gaat.
Want hecht je al - leen Want vaak is dit al
maar les
aan geld en aan macht maar ui - ter - lijke schijn..
Dan
En
B „M.r|/^Nr|-^rTHTr^
Vacantie-overpeinzing. Een toerist is iemand, die een zoo groot mogelijken afstand aflegt om zich te laten fotografeeren.
*?t
Er kwam een man een klok beleenen bij een pandjeshuis. „Loopt die klok een week of veertien dagen?" vroeg de eigenaar van het pandjeshuis. „Dat weet ik niet," antwoordde de man. „Ik heb hem nog nooit langer dan vier dagen in huis 1 gehad."
wor - den om in
je het
f
vaak Ie
Jan: „Waarom komt Piet vandaag niet ?" Willem: „Hij heeft een ongeluk gehad toen hij trouwde."
Jan: „?"
Willem: „Wel, zijn maats badden met hun pikhouweelen een eerepoort gevormd voor het stadhuis, en net toen hij er onder door ging, begon er ergens een sirene te loeien, en lieten zij ze vallen." „Waar denk je zoo ernstig over na?' vroeg Marie aan Klaas. „Ik vroeg me af of vader in mijn plaats de koeien zou willen melken," antwoorddt de boerenzoon, „wanneer wij op onze huwe lijksreis zijn, verondersteld, dat je „ja" zei als ik je ten huwelijk vroeg." „De klant, die daarnet is weggegaan beklaagde zich, dat u haar geen beleefd beid hebt getoond," zei de chef tegen de verkoopster. „Dat is dan wel het eenige in de heele zaak, wat ik haar niét heb getoond," antwoordde de tot wanhoop gebrachte verkoopster. „Schaam je je niet ?" berispte de rechter den recidivist. „Kun je je dan geen week achter elkaar behoorlijk gedragen ? Je bent nu al veroordeeld wegens dronkenschap chèque-vervalsching, inbraak, diefstal, en nu word je er weer van beschuldigd dat je je vrouw mishandelt. Wat heb je daarop te zeggen?" „Dat niemand volmaakt is, Edelachtbare."
wen - sehen ver - vutd zit, wat men heeft
W
É*iÜ «
En vaak geef je Maar 't goe - de dat
' '
Het leven is mooi en het leven is goed Deez' waarheid, ze sluimert in ieders gemoed, Wie 't eigenbelang' op den voorgrond laat staan Die vindt dikwijls doornen en wondt zich er aan. Want al wat je zaait, hetzij goed. 'hetzij slecht. De vruchten er van komen bij je terecht! En oogst je een vrucht die zelfs walgelijk smaakt, Bedenk dat je 't zélf't meest hebt mooglijk gemaakt!!
' ^
dan
nog ie
in
■
' <
V
aan an - d ren de der men - schen-hart
"
Het leven is mooi en het leven is goed Al zijn er soms dagen die zwart zijn als roet, Want: „wonden" die lederen mensch zijn bedeeld. Ze- worden toch steeds door het leven geheeld? Ai sluiten de'wolken zich dreigend aaneen. Zoodat er geen lichtschijnsel glinstert doorheen. Eens komt er weer zon die de dreiging verdrijft. Zoodat maar alleen de herinnering blijft.
1 .fll
se Irfld. leeft!
é-i—-
3^
m
Het leven is mooi en het leven is goed. Voor lederen mensch die in.'t diepst van 't gemoed Tevreden leert zijn met wat 't leven hem bracht En niet altijd, altijd het mooiste verwacht. Want geld, kennis, macht, alle drie, stuk voor stuk. Ze schenken een mensch nog geen „Levensgeluk', Dit laatst wordt geboren wanneer je waardeert. De lessen, die 't leven je zelf heeft geleerd.
yiiciiH) venscAenen Q2rama/iA.o/ie/itaten rf..
f/etterland
u trJe
//at ftamilers Duns tiJrAest: Jtaepie Cfyasc «n Jrcrsay, y^onsei/ J3io On/tie an tSleen'' -/ Wyiltteheaven en ZfmfeelinyafllMcn Zij XoitOXOO mooi de tcvccäc \stejn • •'(Oträochter tiandtnfS'éroea/tt .Srftyeor) (/Je Zing ende milis (juceatnammonf.) Sfjftna.
•2 ' /Succes nummers : STn miincAtn steAt em. JfjfófauAaua yÄc teddy 6aari/iicnïc ffbn £^) jSAatl me clarica ? Poiftourrts ■jSwissyfiify £itiy 'e/ifl ■YtcUcy fixnamaMbrcA 'SCfidn J3*t Hór- mein Cied VtolaOS
Cnorme keuze Cframop/iones. Jffoderneen/rlassieJie GrezmoMoncPicA.un.i'ersürAvv wacßcaailt laca/itott*,* Qrqmon/ionG nlat&n. (Sonstrueae WerAniaaZren Voer Upn amCfS'tudiO (Di.iMtydtft /Orina. O/inamen van af ^.-J J7.V. Willemefprenoer* ^ramo/zA,o/zc
en
/^aetu>//a/tt/el
Passage V6 Jcl //Jf/e J}<m/jaaq F\Uaai JCV moordere VóJ.
MMMMMMMBBa
de Jaargang 27.16 Juli 1938
INEMAs. ■■■■■iMBi^BBBMBHBHBBHBBBHBIBHB
\NCISKA GAAL, BEKENDE HONAARSCHE FILMSTER, IS GOEDE MAATJES MET POPEYE (Foto Paramount)
P,
kW 'S x
ü
»III lü
Wh ftfïii
fy
Uli
CIMEMAJS,
THEATER
ORIGINELL IS MOEILIJK TE LEZEN
VEMCHMNT WEKELIJKS - PMJS KR KWARTAAL ft lts - RED EN ADM. ÜALOEWATER 21, LEIDEN. TEL. TM. POSTREKENINC 4ltM '::'■.:- I ■ ';1.;-■■:-,:,":
'«■
ORIGINAL IS DIFFICULT TO READ