9 3kl>
;■
■■
,
18de J. No.9.l2M „u
mnmtmi
<ö
CIMEMA& THEATER
■IBJUBIIKJJ
ir
w
A
*?&
■
^^•huil
wp
,a,(J|ll?^^^
N:
1
X
■^
:3»^
^ *
•Ö»^
» "V . M,
,^4-
I i •
X -
' $ ■
■
.
.
.
^
■■,
c?;
•".
■'"^"■■■•"%_«
• ;^ Si«
KB!
•;
MARIJRö /äHO
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
ME T
A.eaFer JAMSTERDAM
EM HET
eaFer
HBHHHRISDE N r HAAG VERTOOMEM BIMHEMKORT DE NIEUWSTE FILM YAH
JCAMyBEMOIT-LEVY
0Z2 Trvofyt n (DE STERVEüb^ ZWAAh) DE FILM,
WliiHPB??K^
DIE DE GRAMD PRIX DE L'EXPOSITIOM VERWIERF DE FILM, WAAROVER DE NEDERLANDSCHE PERS EN HET NEDERLANDSCHE PUBLIEK VOL ENTHOUSIASME ZULLEN SCHRIJVEN EN SPREKEN!!!
DE BRAND^, In deze kolommen wfrd al eerder — telkens zoo eens naar aanleiding van bepaalde feiten en hun zóóveel-jarige herdenking — aandacht gewijd aan de wordingsgeschiedenis der Amerikaansche natie. Zij verleidt daartoe maar al te zeer. Zij immers geeft ons ons eigen Europcesche groeiproces verkort en verhevigd te aanschouwen, Al wat ten onzent langs lijnen van geleidelijkheid is gegaan, in 200 heel veel gevallen latent en schier onmerkbaar, is in de nieuwe wereld langs explosieven weg tot stand gekomen, met de — ditmaal voor het menschenoog naspeurbare — onherroepelijkheid, waarmee 's werelds gang van zaken zich pleegt te voltrekken. En niettemin . . . hoezeer hing de loop der neerhamerende gebeurtenissen somtijds niet af van de kleinste kleinigheid! De koe van mrs. O'Leary. . . Voor hen, die geen bijzondere studie hebben gemaakt van Noord-Amerikaansche historie, heeft deze viervoeter niets te zeggen. En niettemin is dit lieve dier niet weg te denken uit de geschiedschrijving der U.S.A. Anno 1830 was Chicago een onbeduidende nederzetting van handelaren en voortrekkers, avonturiers en gelukzoekers, die gezamenlijk steun zochten achter de palissaden van een fort. Zoo ving het altoos en immer aan! Als de huifkarren de pioniers gebracht hadden, waar ze wilden zijn, kwam de vestiging achter de palissaden. En de plek was goed gekozen, de stad groeide met den dag. Maar in den nacht van acht op negen October van dat jaar brak er brand uit en heel deze houten nederzetting verging door het vuur en leverde en schade op van twee milliard, een voor die dagen ongedroomd hoog bedrag.
De ondernemingsgeest van dit volk kon blijkbaar zulk een nekslag lijden! Men begroef de dooden, men droeg zijn verlies, men velde nieuwe boomen en sleepte bouwsteenen aan. Chicago moest herrijzen en twintig jaar later was er een stad ontstaan, grooter en schooner, dan waarvan de pioniers ooit hadden durven droomen. Helaas! Anno 1854 brak het wilde vuur weer los en vernielde den ijverigen mierenhoop — niet zoo radicaal als den vorigen keer,raaar toch op catastrofale wijze. Er moet bezieling zijn geweest in deze squaters en rifle-men, deze huismoeders met haar enorme kinderscharen, deze stil-verbeten landbouwers, welbespraakte marskramers en al te bondige sheriffs. Zij sloegen de handen ineen en begonnen van voren af aan. De eeuwige wouden aan het MichiganMeer boden boomen te over. Zij wilden tot eiken prijs hun stad terug, zij stonden waarlijk voor niets, deze grim-
mige burgers van Chicago! Weer werd de opzet forscher en breeder gemaakt, weer ontstond duidelijker het perspectief van een stad, maar het was alsof dit nieuw project nog niet voldoende weidschheid toonde en het vuur voor den derden keer zijn louterend werk zou moeten doen, om uit zijn asch een wereldstad te doen herrijzen! Anno 1871 en wederom in denzelfden onheilsnacht van acht op negen October, kraaide de roode haan? En mrs. O'Leary's koe dankt hieraan haar treurige vermaardheid. Patrick O'Leary was met de tweede groote lersche volksverhuizing meegekomen en woonde in 1871 met zijn vrouw in Chicago, in de Koven Street. En mrs. O'Leary's koe schopte de stallamp om. De stad vatte ten derden male vlam. Om zich te kunnen voorstellen, wat dat dezen keer inhield, dien* men cijfers te hulp te roepen. Chicago had toen 334.000 inwoners verworven. De stad bezat vijfentwintig bankinstellingen, waar vijf en dertig millioen dollar geinvesteerd was. En deze stad, die reeds zulk een omvang en beteckenis had, was nog immer voor het grootste deel van hout. De brand ont.«lond in een volkswijk en was reeds tot een vuurzee aangegroeid, eer de burgerij in haar vollen omvang gealarmeerd was. Dit geschiedde pas toen de gasfabriek ontplofte. Daarmee bereikte de ramp haar hoogtepunt. Zij, die aan de westzijde der stad woonden, konden vluchten. De overigen zagen zich tegenover het eindelooze Michigan-meer geplaatst. Telegrafisch werd er hulp gevraagd aan de naburige steden. Deze telegrammen namen onder den druk der ontzettende omstandigheden den
toon aan van smeekbeden en waren in roerende bewoordingen gesteld. Generaal Sheridan snelde met bataljons soldaten te hulp. Zij kwamen te staan tegenover een heische paniek, een chaos van opperste vertwijfling. Wat moesten deze soldaten doen? Blusschen? De bevolking bijstaan? Hier heerschte de gruwelijkste doodsnood, de brutaalste strijd om lijfsbehoud, de bitterste rampzaligheid. Het vuur dreef honderdduizend menschen het water in! Deze hel duurde twee etmalen, toen doofde het vuur bij gebrek aan voedsel. De rust duurde één dag. Toen vatte het smeulend vuur weer vlam en nam de ellende weer een aanvang. Achttienduizend huizen werden verwoest. Hulp uit andere steden ... doctoren en verpleegsters, ordebewaarders, klepren en levensmiddelen in onbegrijpelijke hoeveelheden, moesten er worden gezonden. Vijf millioen dollar moest er terstond worden uitgegeven om in den allereersten, allerergsten nood te kunnen voorzien. En het Amerikaansche volk bezat de kracht tot deze hulpverleening. En tot den moed nogmaals te beginnen. Het bouwde met noesten ijver, met verbeten energie, met het élan van een jeugdige natie, de wilskracht van het land der onbegrensde mogelijkheden. Het bouwde een millioenenstad, wolkenkrabbers van beton en staal, een metropolis, die niet weer zal kunnen afbranden. Zulke aspecten heeft Amerika te bieden aan ons, inwoners eener zooveel oudere wereld. De geschiedenis in het kort... Dat is het wat Amerika ons in zijn jonge, maar zoo uitermate bewogen historie te zien geeft. Te zien ... oök in een ander opzicht, sinds de Amerikaansche filmpionier D. W. Griffith nu alweer lang geleden een film tot stand bracht, die hij „The birth of a nation" noemde. Die film is het uitgangspunt geweest van een cyclus, welke de Amerikaansche filmproducenten aan hun eigen land hebben gewijd en die zonder weerga is. Immers: geen ander land ter wereld heeft zoo systematisch, op zulk een enorme schaal en zoo volledig zijn historie in filmbeeld gebracht, als de U.S.A. het heeft gedaan. Er is hier sprake van niet minder dan een reconstructie, die de werkelijkheid inderdaad afspiegelt; zoo en niet anders hebben die belangwekkende episoden zich toegedragen! In dezen cyclus neemt thans de 20th CenturyFox-film „De brand van Chicago" een eereplaats in. Het werk is het meesterstuk geworden van den productieleider Darryl F. Zannu.k, evenals het de groote prestatie is van den rej>seur Henry King.
v
r* i
Grace Moore en Valentin Parera Joan Crawford en Franchot Ton4
GEEN
:ï
MEER TE HOLLYWOOD
M
isschien is het alleen een stilte voor den storm, doch hopelijk is het een
permanente verandering, maar hoe men het ook wil opvatten, het feit blijft, dat er in Hollywood in geen jaren zoo weinig sprake van echtscheidingen is geweest als tegenwoordig. Zelfs geruchten en schandaaltjes, zooals die nog niet 200 lang geleden bijna wekelijks uit ,,het filmparadijs" kwamen, ontsieren niet ianger de kolommen der dagen weekbladen. Marlene Dietrich, wier naam door de vasthoudende fluisteraars den laatsten tijd nogal eens genoemd werd in verband met het beweerde feit, dat zij en haar man voornemens zouden zijn de huwelijksbanden te verbreken, ontkende hardnekkig de waarheid van deze geruchten. ,,Rudolph Sieber en ik houden van elkaar," verklaarde zij, ,,en geruchten over een echtscheiding zijn uit de lucht gegrepen." Gelukkig getrouwde echtparen zijn in Hollywood tegenwoordig zoo talrijk, dat men hen als doodgewoon is gaan beschouwen. In vele gevallen weten de bewonderaars der sterren zelfs niet eens, dat hun lievelingen getrouwd zijn, of is er zoo weinig ruchtbaarheid aan de zaak gegeven, dat men het al lang vergeten is. Eenige van de sprekendste voorbeelden van gelukkige huwelijken zijn: Claudette Colbert en Dr. Joel Pressman; Melvyn Douglas en Helen Gahagan; Joan Crawford
leine Carroll
De regisseur Henry King.
Helen Gahagan, Melvyn Douqlas en Peter
Claudefte Colbeit
Miriam Hopkins
en Franchot Tone; Irene Dunne en Dr. Francis Griffin; Gary Cooper en Sandra Shaw; Bing Crosby en Dixie Lee; Frances Dee en Joel McCrea; Frances Farmer en Leif Erikson; Fred MacMurray en Lilian LaMont; Gladys Swarthout en Frank Chapman; Miriam Hopkins en Anatole Litvak; Made-
Irene Dunne
leine Carroll en Philip Astley; Grace Moore en Valentin Parera. En deze lijst zou nog veel langer gemaakt kunnen worden, zonder zelfs nog de mindere goden aan den sterrenhemel op te sommen. Een bewijs van de standvastigheid in de liefde tusschen Hollywoods hedendaagsche echtgenooten, is wel, dat, ondanks allé geruchten over een scheiding tusschen John Barrymore en Elaine Barrie, Lupe Velez en Johnny Weissmuller, beide echtparen nog steeds zijn getrouwd en te kennen hebben gegeven geen echtscheidingsplannen te koesteren. Een terugblik op Hollywoods geschiedenis toont aan, dat 1929 en 1932 bijzonder slechte jaren waren, waarin de rechtbanken tallooze echtscheidingsprocedures behandelden. Sinds 1933 is het aantal scheidingen voortdurend achteruitgegaan en in het afgeloopen seizoen is er eigenlijk maar één scheiding van beteekenis geweest, die van Joan Bennett en Gene Markey.
Gladys Swarthout
Fred Mac Murray
teil Erikson
Gary Cooper
Bing Crosby
Frances Dee
Frances Farmer
loei McCted
\
^^^
DE eeVANGBNB VAN H€ Warner Bros-film. ^ar'ßrad Ann Brady y
Regie: William McGa Ann
M
Sherid
j0
w'Lil
^e^ice ::::::::::::::::::;:;:;:::;:;;;;;:;;;;:;;;;;:; SlÄ „Harp Santell PAVM9r?e Holland"
011 'Tolt, Tony T' '.-«-u ..Tough Burke
Dick p Vladimir Sokoio
: - BenE.Weid, George Stofl
Gat Brady U een bekend gangster, die veel succes heeft behaa met van menschen geld los te krijgen zonder zijn toevlucht ti. geweld te nemen. Hij haalt zich de vijandschap van Red Carro op den hals, als hij weigert Reds broer te helpen, die probeert dl electrischen stoel te ontloopen, nadat hij een moord beging. Fre MacClane, Gats advocaat, weet vrijspraak te verkrijgen, door ee lid van de jury om te koopen. George Drake, officier van justiti voor wien Gat veel bewondering heeft, verliest deze zaak, ma zegt dat hij Gat achter de tralies zal krijgen. Dien avond, op een feestje» ontvangt Gat, die in gezelschap va Flo Allen en eenlge leden van zijn bende is, een telefonische mede
Ban Weiden en Mary Maguire
LG3r(?A2-£ltAND deeling van miss Marquand, die hem verzoekt zijn dochter Ann van haar meisjespensionaat weg te- halen, omdat hij té berucht is. Gat ziet zijn dochter voor het eerst na zes jaar terug. Zijn vaderliefde ontwaakt. Hij neemt haar mee naar New-York en engageert missTolliver als onderwijzeres voor de vijftienjarige Ann. Hij geeft zijn misdadigersloopbaan op en bereidt plannen voor om met hen een reis door Europa te maken. Als hij aan boord wil gaan, wordt hij gearresteerd wegens belasting-ontduiking en wordt hij gevonnist tot vijf jaar Leavenworth. Drake heeft de belasting-inspecteurs geholpen om zijn schuld te bewijzen, terwijl Red Carroll tegen hem getuigde. Als Ann en miss Tolliver uit Europa terugkeeren, probeert Red het meisje te ontvoeren, maar wordt hiervoor eveneens naar Leavenworth getransporteerd. Daar breekt Gat in een gevecht Reds arm. Hij wordt als onverbeterlijk misdadiger naar Alcatraz-eiland overgebracht. In Alcatraz zijn Gats vrienden Harp Santell, „de vliegende Hollander" en Tough Tony Burke. Ann slaagt er in Drake te spreken te krijgen. Zij weet hem over te halen zijn best voor haar vader te doen. Zonder het te merken, wordt zij verliefd op hem. Als Red hoort, dat Drake voor Gat werkt en Gat misschien op eerewoord vrijgelaten zal worden, weet Red te bewerkstelligen, dat ook hij naar Alcatraz overgeplaatst wordt, zoodat hij daar Gats reputatie voor goed gedrag kan belagen. Den dag, dat het telegram, dat Gats vrijlating inhoudt, komt. werken Gat, Red, Santell, de vliegende Hollander en Tough Tony in de schoenenfabriek der gevangenis. De „China Clipper" vliegt boven Alcatraz, de veroordeelden hollen allen naar de ramen om de vliegmachine te zien. Als de bewakers hen met dwang weer aan het werk zetten, vindt men Red stervende aan een wond, hem toegebracht door het mes van Gat. Voordat Red sterft, zweert hij, dat Gat het gedaan heeft. Flo, Ann en Drake komen de rechtzitting bijwonen. Oogenschijnlijk kan niets meer gered worden, maar voordat de jury de uitspraak „schuldig' kan doen, neemt het verhaal een even verrassende als sensationeele wending.
John Litol
Mary Maguire, lohn Litel en Gordon Oliver Vladimir Sokoloii
«•"»J
NIEUWS UIT DE
STUDIO'S Gustav Ucicky regisseert de film „Liebesballade". De belangrijkste rollen zijn in handen van Luise Ullrich en Viktor de Kowa.
Franz Doelle heeft de muziek gecomponeerd voor de Weensche film „Die unruhigen Mädchen".
Erich Engels zet „Der rote Faden" in scène. De medespelenden zijn: Harald Paulsen, Ursula Deinert, Josef Sieber, Elisabeth Wendt, Franz Weber, Ellen Bang, Reinhold Bernd en Viggo Larsen.
Ralph Benatzky, die de muziek voor de film „Verbannen" heeft gecomponeerd, is te Hollywood geëngageerd.
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN
„Luister, Pietersen, ik zal er nog eenige opsommen. Mitchell Leisen, een van Hollywoods succesvolste regisseurs, heeft een Zijn er ook filmsterren die buiten hun heerenmode-zaak, die tot de chicste van gage nog andere bronnen van in- Hollywood behoort. Charles Bickford is komsten hebben?" eigenaar van een autobus- en autotransport,,Zeker, Pietersen ?" lijn en van een aantal benzinestations langs ,,Wat voor soort inkomsten en wie zijn deze route, terwijl hij verder een damesdie „dubbelvcrdieners" ?" lingeriezaak in Hollywood bezit, die voor „Daar heb je ten eerste Bing Crosby. Hij dames even onweerstaanbaar luxueus is als heeft bijvoorbeeld zijn belangstelling uit- Leisens winkel voor heeren." gestrekt over een gebied, dat veel meer om„Wat zullen die heeren het druk hebben. vat dan alleen zijn werkzaamheden in den Ze hebben natuurlijk veel collega's als vaste filmstudio." klanten. Vertel verder, ik vind het reuze ,,\Vat doet hij dan?" interessant!" „Een heeleboel, hoor Pietersen. Hij is „George Barbier bezit een winstgevende eigenaar van een muziek-uitgeverij, heeft boerderij op Long Island; Charles Ruggles, aandeden in een bekende gramofoonplaten- bekend amateur-hondenfokker, heeft zelf maatschappij, is geïnteresseerd in een petro- de reeds sinds jaren bekende Cee Are-kenleummaatschappij en in een sardientjes-firma, nels in de San Fernando-vallei opgericht, maakt deel uit van een makelaarsfirma die doch de eieren en kippen van de farm die goede zaken doet in bouwland, bezit een bij de kennels behoort, brengen hem meer stal vol kostbare renpaarden en is mede- dollars op dan zijn honden; Cecil B. de eigenaar van de nieuwe renbaan in Del Mille is lid van den raad van beheer van Mar, dicht bij Hollywood." ,,Ik begrijp eigenlijk niet goed, waarom Bing met al die bij-baantjes nog filmt. Dat kan hij dan heusch wel aan anderen overlaten!" ,,De welvaart van zijn collega Gary Cooper vloeit ook niet alleen voort uit zijn Vraag vierhonderd vijf en zeventig inkomsten als filmacteur. Hij heeft nameWat is palaeontologie en wat palaeolijk veel geld in een petroleum-concern en graphie? hij drijft bovendien nog met veel succes een groote „dude ranch"." Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.50 en „Wat is een „dude ranch"?" vijf troostprijzen beschikbaar om te verdce„Een boerderij, die er speciaal op is inge- len onder hen, de vóór 29 Maart (abonsteld, de stadsmenschen in hun vacantic van ! né's uit overzeesche gewesten vóór 29 Mei) het boerenbedrijf in het „Wilde Westen" goede oplossingen zenden aan ons redactiete laten genieten." adres: Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart „Weet je er nog meer die filmster en of enveloppe gelieve men duidelijk te verzakenman zijn?" melden: Vraag 475.
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG
Jarmilla Ksirova, Wolf Al bach-Retty en Theo Lingen vervullen groote rollen in de Donau-film „Drunter und drüber", welke te Weenen wordt opgenomen.
de Bank of America, een der grootste bankconcerns in het Westen." „Dat lijkt me een lucratief baantje!" „Randolph Scott bezit groote boomgaarden en katoenplantages in het zuiden en bovendien is hij mede-eigenaar van een van Virginia's bekendste race-paardenfokkerijen; Lynne Overman heeft een grooten appelboomgaard in New York, waarvan hij jaarlijks flinke zendingen appelcider ontvangt en in Hollywood groote cider-feestcn geeft." „Weet je wat ik graag wilde weten? Of Mae West nog een bijverdienste heeft." „Inderdaad heeft ze dat! Ze heeft een belangrijk vermogen in een conservenfabriek geïnvesteerd. Ten slotte wil jk je nog vertellen, dat Frank Lloyd, in overeenstemming met 's lands traditie, bezitter is van een sinaasappel-plantage in Whittier, Santa Ana in Californië. Het kweeken van sinaasappelen is, zooals je wel weten zult, Pietersen, oorspronkelijk Californiës voornaamste middel van bestaan."
Norma Shearer speelt de hoofdrol in „Marie Antoinette". De kosten voor de kappers, die voor deze rolprent werkzaam zijn, bedragen vijfduizend gulden per dag.
Jean Barlows roman „Today Is to-night" zal door de Metro Goldwyn Mayer wgrden verfilmd. Jeans moeder zal het scenario schrijven.
Karl Lamae,
de
bekende
D« vronwelljke regisseur Dorothy Ärzner die de M.G.M.-film „The bride wore red" in scène zette
filmregisseur, beeldt thans de mannelijke hoofdrol uit in de Tsjechische film „Zijn geliefde". De regie is in handen van Miroslav Cikan.
Fritz Lang regisseert de film „You and me", waarin Sylvia Sidney de vrouwelijke hoofdrol is toegewezen.
DE OPLOSSING Vraag vierhonderd een en zeventig Jean Baptiste Bernadotte was een maarschalk van Napoleon, die in 1818 als Karel XIV den Zwpedschen troon besteeg en daarmee de stichter van het tegenwoordige Zweedsche koningshuis was.
Albert Préjean, de Fransche filmacteur, werd voor de film „De wals-koningin" geëngageerd. Deze rolprent wordt te Weenen vervaardigd.
De hoofdprijs viel ditmaal ten deel aan den heer A. H. HolVoet te Rotterdam: de troostprijzen aan den heer A. Kramer te Heemstede, den heer A. van Berkel te Rotterdam, den heer K. de Wit te Amsterdam, den heer J. Weijerman te Den Haag, mevrouw P. van der Grinten te Rhenen.
Jnergen Fehling, een regisseur van het Berlijnsche Staatstheater, heeft een contract gesloten met de Tobis. Hij zal dit seizoen verscheidene films in scène zetten.
i,
W.
Slavens McNutt,
een
Amerikaansch
scenario-schrijver, is te Hollywood overleden.
aan
griep
Erna Sack, de bekende zangeres en filmactrice, is door de Ufa geëngageerd.
William McGann ensceneert de Warner Bros-film „Little lady luck". De rolverdeeling staat nog niet vast.
Detlef Sierck, de bekende Duitsche filmregisseur, is te Rome ernstig ziek geworden. Hij zal voorloopig niet kunnen werken.
Marguerite Viby zal de hoofdrol vertolken in de Zweedsche film „Mille, Maria en ik"
Eva Leidmann, n bekende Duitsche scenario schrijfster, is te Berlijn overleden. Zij heeft onder anderen het scenario geschreven voor de volgende films: „Das Mädchen Irene", „Kreutzersonate", „Pechmarie" en „Fanny Elsler".
Sepp Rist werd voor de film „Das heilige Ziel" uitgekozen. Wolfgang Loe-Bagier regisseert.
In ons volgend nummer 0 .a.:
Het film-team CAROLE LOMBARD en FRED MacMURRAY
TWEE 20th Century fta-film. Ina Dr. Judd Lewis ZuBter Stev^ Mewouw Krüger of" Iïlerber9 ' ^"P00 >n3tan(;e S AL'"^ Mevrouw Cunningham & ^e E« varlété-nuauner W üïi* Dr Hedges
S?i
SS B Ü Miss FarreU De chauffeur 1)6
VROUWEtl
Regle'. Walter Lang. Loretta Young Warner Baxte? Virginia Bruce j^ D^^ S,dne y Blackmer Maurice Ga« •- Minna GombeU Margeret Irving ^••: Ellsha Cook Jr. De Brewster-tweellng ' Pa«» Hurst Hal. K. Dawson
'
'A
Gew e Erae
9
«t
Georges Q^ Renavent DU B Lon Chancy Jr.
Po«1" Olln Holland Het ambt van geneesheer eischt den geheelen menach op. Dat ondervindt dr. Judd Lewis, chirurg aan een der grootste New Yorksche hospitalen, wellicht' het best. En misschien beseft hij bet niet eens. Hij heeft ïlch xoo «er in riln werk verdiept, dat al het andere hem eenvoudig ontgaat Dat er nog een ander- leven zou zijn behalve dat van den ademloos harden arbeid, dat er nog genoegens zouden bestaan, waardoor het leven ook de noodzakelijke ontspannihg biedt... dr. Lewis beseft het niet. En zelfs de zoo onontbeerlijke dingen als het aanschaffen van nieuwe kleedlngstukken... er zou niets van komen, indien zuster Steve niet een oogje in het zeil hield en den dokter af en toe „met geweld der wapenen" dwong zich nu en dan bezig te houden met deze onmisbare nietigheden. Een merkwaardige figuur, die zuster Steve! Als eerste operatie-zuster is zij onvervangbaar. Zij bezit die zeldzame eigenschappen; te kunnen werken „als
j Virginia Bruce en Warner Baxter M
een man", altijd klaar te staan, altijd paraat te zijn, altijd precies te doen. wat er van haar verlangd wordt, kortom: zij is het ideaal van een assistente. Dr. Lewis zou eenvoudig niet weten wat hij zonder haar zou moeten beginnen, ook al speelt zij wel eens den baas over hem en dwingt zij hem zich een nieuw pak te laten aanmeten, als het oude tot op den draad versleten is... Maar er is meer. Er is telkens weer een tijdstip, waarop de operatie is afgeloopen, het werk gedaan, de starre concentratie voorbij. Dan is dr. Lewis uitgeput van moe» held, dan zinkt hij neer op een rustbank en mompelt nog iets voor zich uit over bijzonderheden betreffende narcose, of den hartslag van den patiënt, dan is hij bijna bewusteloos, als gevolg van de groote inspanning, welke hl] dag aan dag weer van zichzelf vergt... En ook dan is zuster Steve er en luistert naar zijn gestamelde woorden. Dan masseert zij zijn vermoeide oogen, dan valt Tudd Lewis In slaap... met zijn hoofd op haar schoot. En weet dat zelf niet eens! Hij werkt nu al drie Jaar met zuster Steve en is tevreden. Het gaat goed zoo! Hij zou het niet beter wenschen en hij vergeet zich af te vragen, of zuster Steve het ook niet beter zou wenschen.... Alle mannen zijn egoïst Dr. Lewis komt niet op het te bedenken, dat deze 'e^leegster een eigen bestaan zou hebben, eigen wenschen en verlangens, eigen droomen en Idealen. Hij denkt, dat rfj net zoo vastgebeten is in den arbeid als hij en hij vergeet dat een vrouw zoo stoer
naast een man werkt. xtj dit grootendeels terwille van hemzelf doet en pas in de tweede plaats terwille van het werk. En op een dag ontmoet deze dokter een patiënte, die al» het ware uit een ander« wereld stamt, een wereld, die hij nooit betreedt waarvan bij werkelijk niets afweet; beau monde, de zorgelooze kaste der upper tan. Hij maakt kennis met Ina St. Clair en wordt onmiddellijk verliefd. Opeens beseft hij. dat hij, d* veeragjarige, zijn halve leven heeft verzuimd, dat hij met blinde oogen langs het geluk Is gedwaald. Hij vraagt Ina tien huwelijk, trouwt haar en ia dm koning te rijk! Warnar Baxter Welk een ontgoocheling voor zuster Steve! Niet dat zij er zelf op gespeculeerd zou hebbén. mevrouw Lewis te worden. Zoover heeft zij nimmer gedacht. Maar zij kan de gedachte niet verdragen, dat zulk era dwaze modepop den zoo vereerden dokter Lewis tot man zal krijgen co zij voorspelt dat dit huwelijk gedoemd ia ten onder te gaan. Echter: ebt huwelijk gaat niet ten onder. Het kost, Ina wel heel veel, om haar man te moeten afstaan aan een zoozeer alles opeischend beroep, maar zij slaagt er in en het huwelijk vindt hier een hechte basis. En toch Steve blijft onmisbaar. Als operatie-assistente en als levenskameraad. Zij ia en blijft de vrouw, die na uren van den hardsten arbeid, het steeds herhaald gevecht met dood, den ultgeputten mg in haar armen nee tot hij inslaapt Inslaapt met; Ina's naam oj> de lippen .^« ^ ^t «Pit is een toestand, dig fkto ta| een conflict moet leideoH f JP Geen der drie in dit spel^B j betrokkenen bedoelt eenig ^^ jr^
kwaad, alle drie zijn goede, ernstige en verantwoordelijke menschen, alleen de samenloop dezer omstandigheden en da aard hunner karakters la de vruchtbodem voor het treurspel, waarop het onherroepelijk schijnt te moeten afgaan. Het ia de jonge doktersvrouw sélf die ingrijpt. Zij nodigt Steve bij zich en — zonder een zweem van vijandschap 4- brengt zij haar onder het oog. dat er een onhoudbare toestand gaat ontstaan. Steve ziet dat in. Zij neemt een besluit dat haar ontzaglijk hard valt en haar de grootste zei foverwinning kost: zU trekt zich terug, verlaat het ziekenhuis en verlaat New York zonder baar adres achter te laten. Voortaan zal dr. Lewis slechts met Ha vrouw te maken hebben, zijn echtgenoote! Maar voor den dokter Is dit een ontzettend verlies. Bekwame verpleegsters zijn er genoeg, maar geen barer heeft ooit zoo Intens met hem opgewerkt, geen barer weet zoo precies, hoe zijn chirurgische methode is, geen barer begrijpt hem zonder dat hij iets behoeft te vragen... de harmonie, die tijdens zijn werk altijd heeft geheerscht (en dl« hij altijd als vanzelfsprekend heeft geaccepteerd) Is verbroken. Weldra zien wij dan ook Judd Lewis op weg om het verblijf uit te vorsehen van zuster Steve, om haar op te zoeken en haar te overreden. weer te keeren naar het hospitaal Als zij dit doet — en zij vindt werkelijk de kracht niet tot volharden bij haar aanvankelijke weigering! — begint de onhoudbare situatie van voren af aan. Lewis heeft zijn vrouw zielslief. sou haar in geen geval willen missen, maar Steve is even onmisbaar voor hem... Wat nu? Dit is een slagboom zonder doorgang, een doolhof zonder uitkomst «en toestand, waarvan alk drie de betrokkenen en Lewis zelf niet in de laatste plaats dreigen het slachtoffer te zullen worden. Het zijn per saldo de twee vrouwen, Ina en Steve, die in deze netelige kwestie de oplossing vinden, welke wij hier achterwege zullen laten, om den toeschouwer niet bij voorbaat alles mee te deelen. Het is een situatie, sooals het leven ze zoo vaak stelt sonder zich te bekommeren om de rust der betrokkenen...
^
HOE GAIL 'oirtci:
^
*N
MEEfJAMl
m
had een stomvervelenden man op visite, die maar praatte, praatte, praatte ovei zijn heldendaden in de tropen. Tot in het oneindige ... „En toen ik mijn hut binnenkwam stond ik van aangezicht tot aangezich met een orang oetang!" vertelde d( gezellige bezoeker. „Nu, wat denkt u «lat ik deed ?" Mijn neef, geeuwend: „Den spiege imdraaien, denk ik."
<% ,
// /r>
Mevrouw (tot het nieuwe dienst meisje): „Ik hoop niet, dat je woorderi hebt gehad, met je laatste mevrouw vooil je wegging." „O, neen mevrouw, ik heb haar in dd badkamer opgesloten en ben toen stilletjes vertrokken."
® 1 Wandcltoilct van zwarte crépe met rochten, korten rok, en losse strooken. die van de schouders en van de ceintuur afhangen, en van onder aan den 200m van den rok bevestigd rijn. Zilvervossen en een elegant hoedje van twart velours met veeren van den paradijsvogel voltooien het geheel. 2. Hermelijn blijft ook in het prille voorjaar nog en vogue. Miss Patrick draagt hier een mantel van Russisch hermelijn over een gracieuze japon van beige chiffon. De mouwen, die aan de schouders zeer wijd zijn, en de simpele lijn van den mantel actentuceren den rijkdom van het bont. 3, Een mantel voor de gfoote Amerikaans« he voetbalwedstrijden, meer dan hier hoogtepunten van bet
Gail Patrick, ecu der mooiste en best geklecde vrouwen van Hollywood, die wc binnenkort weer zullen zien in de nieuwe Paramountshowfilm ,.Artists and models", toont U hier cenige van de nieuwe voorjaarstoi letten, voor haar ontworpen door den modctcckcnaar Travis Banton.
® ,,seizoen". Deze swagger van bruine nutria met mannelijk aandoende revers en ruime, opgezette zakken is Gaf] Patricks keus in sportmanfels. 4.Echt en imitatiebont zijn fn dezen mantel voor het winkelen in de stad . op ingenieuze wijze gecombineerd. De geheele rug en de mouwen van den stljlvollen man■ tel zijn van Perzisch lam. doch de voorzijde is van dun imitatie-bont, met ingezette stuk"i ken van een zwarte wollen stof, waardoor de mantel niet te warm is. en tegelijk veel vrijheid van beweging geeft. 5. Zwart velvet blijft ook in het voorjaar populair. Gaü Patrick toont met deze avondjapon dat penvoud en chic synoniem sijn.
»
Een jongeman in een zeker pensior.l was nu niet bepaald bekend om zijnl vroege opstaan. Op zekeren morgen vcr-f raste hij echter zijn hospita 's morgens, om zes uur in de keuken met een medicijnglaasje, waarin hij om wat water vroeg. Een paar minuten later verscheen hij weer met dezelfde vraag en weer enkele oogenblikken later nog eens verschrikkelijk gapende. „Wat is er mijnheer?" vroeg de hospita. „Bent u ziek?" „Neen, mijn kamer staat in brand." Een ietwat klaplooperige mijnheer bezocht een ouden vriend in een andere stad. Hij bleef echter veel langer „hangen" dan de bedoeling was van den gastheer. Deze besloot daarom een list te gebruiken. Het liep juist teger Kerstmis. „Zouden uw vrouw en kinderen hei prettig vinden, samen met u Kerstmis tt kunnen vieren?" vroeg hij. „Ja, dat is zeker waar," antwoordde de vriend. „Ik zal hun direct schrijven dat ze moeten komen." Een zeeman sprong van een schip af in een sloep juist toen de groote stoomer zich in beweging begon te zetten. De sprong had echter zoo'n uitwerking, dat de man eenige minuten verdoofó bleef liggen voordat hij overeind kwam. Het schip was toen ondertusschen al een paar honderd meter verwijderd. Ever bleef de matroos zitten kijken. Toen zette hij groote oogen op en zei: „Alle menschen, kan ik even springcnl"
.
*m.
^ÄX^ W wA
.v-^.-. m« -V'/-,
v**-
l
r#Ä; .^>
r i
^
*>'
^ ♦ T
r,^»
mBBEi
Huisvrouw.- „Heb je ooit in je lever, wel eens een dag gewerkt ?" Ocroepsbedelaar: „Bedoelt u alles tranen of direct achter elkaar?"
.*■**
h0
J—
*>
H." «»■
:
f •
i!^^n#*
V'
"^M
^
■■
(ße^moiUüü^gjm uxm
OJZJA.
Ejutäamß,
.^Tf-
DE YUCCA OF PÄLMLELIE TE KOOP AAMGEBODEM Te koop : 2 petr.verg. /I.—en ƒ2.—i hangkl. ƒ3.—; eiken radio grammof.kast ƒ2.— ; antennemast, 5 M. ƒ0.50. de la Reyweg 161, Den Haag. Norm.films bil), te koop. Dolle kluchten, meest 2-acters, lengte 7 ä 800 M. Hoofdpers. Ben Turpin, BIgorno, Monty Banks e.a. Ultst. perfor. Partie, adr. Levendaal 48a, Leiden. Oeen filmbur. Tel. 797. Te koop: Nieuwe damestoertiets. weg. omstandlgh. Pr. ƒ26.—. Tasmanstraat 45-1 voor. Oase.
Op deze pagina kunnen onze abonné's, onder de „Ruilrubrlek". gratti een advertentie plaatsen, waarin zij Iets aanbieden in ruil voor iets.anders. Deze plaatsing Is geheel gratis, maximaal 10 regels per advertentie. Advertenties, waarin voorwerpen te koop worden aangeboden of gevraagd, woningen te huur worden gevraagd of te huur aangeboden, diensten worden aangeboden, enzoovoort, enzoovoort, worden onder de rubrieken „Te koop aangeboden", „Te koop gevraagd" en „Diversen" geplaatst en berekend tegen 5 cts. per regel, minimum vijf regels. Ter overname : 2 Jaarg. (1936-1937) van „Het Leven" tegen elk aann. schriftelijk bod. W. F. A. Leeseman, K. du Jardlnstr. 17, A'dam (Z.). Spotkoopje 1 Inzinkb. trapnaaimach. m. ligg. ringsp. Jac. v. Lennepk. 204 fis., A'dam. Zilvervossen, het modebont. Rechtstr. v. ü. fokkerij. Vertr. en bill. Pr. v. ƒ65.—af. WIJ leverden reeds honderden. Vr. zlchtz. Zilvervossenfarm „Silverstar", ,elg. P. K. v. d. Tuuk, Eperweg, Nunspeet. Tel.
Te koop: Markies 4) M. I., br. 1.70 M. in pr. st. De Ruijter, O.FIinckstr. 282-hs, A'dam (Z.). Te koop : Een tour-raceflets, z.g.a.n. v. ƒ25.—, 5ekost/51.—. Schaefer, . Evertsenstr. 121-111. A'dam (W.). Te koop aangeb.: Een kinderst., m. Forch en een babybox, belde in pr. st. voor ƒ3.50. Ook afzonder!, te koop. A. Welker, v. Speykstr. 103 A'dam (W.). Te koop postz. : 4 Helvetia (1882) 10 R (rose) m. postst. ; 3 U.S.A. (Roosevelt) 5 ets (11 tandjes) ongest. ; 3 W. Ill van ƒ0.25 en 3 W. Ill v. 12} et. ; Beiersche zegels v. 12 Maart 1911, 5 en 10 Pf ; Koning Ludwig III, 5, 10 en 15 Pf; W. v. Oranje (IJ, 5 en 6 et); Lustrum en Jamboree-zeg. Br. m. prijsaanb. aan K. Walsemann, Potgleterstr. ISbis, Utrecht. Aangeb. : onze gr. r|v. ƒ1,—, D.E., Haka, v. Nel Ie, ƒ0.40, Patria I, Dobbelm., Hille, Limb., 60 ct., P. Kaiser, 60 ct., Hagz.. Pette, Bussink, ƒ1.—, Patria II, 90 ct.. Droste, ƒ1.35. Alles p. 100 st. Verder Verk. alb., f;eh. compl. Postz. v. a. nsl. L. Caspari, Javastr. 65-1, A^am (O.).
DIVERSEN Te huur gevr. : Een zeilb., ged. het geh. seizoen, enkel voor de Zondagen. Prijsopg. te zenden aan R. Legel, Aalsmeerweg 18-111. A'dam (W.). Alleenst. heer te R'dam, door studie genoodz. zuinig te leven, vraagt per I April een net kamertje bill, te huur. Zonder pens. Liefst str. w. of eenig keukengebr. Eigen divanbed, tafel etc Br. onder motto : „Kamer", aan C. Bartels. Or. Lod, v. Nassaustr. 2, Hillegersberg.
Besch. Juffr. b.z.a. cm 's av. op te passen; g. ref. Br. onder no. 1898. Kiosk Roelof Hartpl., A'dam. Zomerhuisjes te Epe. Oeh. inger. landh. (electr. licht) t.h., temidden v. bosch en helde nabij landg. Tongeren. Voor 2 tot 9 pers. Huurpr. m. Paschen en Pinksteren ƒ7.— lot ƒ30.— p. w. Bulten de vac. belangr. korting. Te bevr. „Ons Zonnebad", Epe, tel. 239, of N. Blnnenw. 115, R'dam. tel. 34602.
Te koop : een in g. st. zijnde haardkachel v. ƒ7.50. Tev. een d. gr. demi, pr. stof v. ƒ2.60. 's Av, na 7 u. Huisman, v. Hogendorpstr. 201-1, A'dam. Aangeb. weg. plaatsgebrek : wit emallle bad. Spotkoopje I D. Bleyerveld, Oaffelstr. 3 lis., A'dam (O.). Wie heeft plaats voor een gr. staanden weefst., hoog ruim 2.60 M., br. 1.50 M., t.e.a.b. Br. aan letter B.B., Bloks boekh. Mosveld, A'dam (N.)
RUILRUBRIEK Te ruilen : 200 Dijkstr, 150 Delta, 350 v. Nelle, 185 de Jong, 250 Or. Rivieren, 130 B. Wereld, 56 Cilever-b., 650 Droste, 20 Oouda-b., 70 Ira, 20 v. Brakels-b. tegen H.O.. Haas en Brero, Wennex, Niem. en and. Postz. v. ant. insl. M. Koning, Heilbronstr. 48, Den Haag. Wie ruilt : 14 pi. van Verk. alb. „Zomer", voor 9 postz. v. Curasao en 43 „Veldbloempl." van O. v. d. Spek v. 15 versch, postz. v. Suriname, en 9 pi. van „Ndl. in en op het water", v. 9 postz. van Curasao. M. A. Westdijk, Braamstr. 18, Monster. Wie ruilt groote nieuwe reiskoffer voor 1000 Hllle-bons ? J. Koster, p/a. Das, O.Z. Voorburgwal 250-hs, A'dam (C). Wie ruilt in goeden staat zijnd H.D. motorrijwiel, voor üito schrijfmachine, j. Kok, Bongelijstr. 23, R'dam. Wie ruilt 9 duiven (9 J.) en Aldplein ningen.
kinderledik. en v. meisjesflets radlokast. St. 17-.B, Scheve-
„Ja, gisteren hebben ze de meubels weggehaald, zoodat we nu maar Oostersche kooplieden zijn geworden."
Wie ruilt mijn nwe accu, eikenh. kastje, 2 radlol. B. 406 en A. 426, 2 radiotransform., electron!. 220 v. en 2 Karl May-boeken v. koffergramm. J. v. Lernet, Beiiamydwarsstr. 24-11, A'dam (W.).
Wie ruilt mijn in pr. st. z. kinderw. Diepe bak, loopt op kog. en dubb. veeren v. strand-trekw. op gummi b. of heerenrijwiel. J. Bronsdijk, Schalkburgerstr. 20, Den Haag.
Wie ruilt mijn electr. grammof.motor (desgew. m. weerg. en pi.) en kilom.teller, snelh.meter v. d. fiets (op 't stuur) v. 2 pers. kano of dergel. Event, bijbet. de ia Reyweg 161, Den Haag. Gratis kunt u gangbare bonnen die u niet spaart ruilen voor wat u wél spaart en tekort komt. BIJ zending postzegel Insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkplein 41. A'dam.
Wie ruilt pr. kachel v. radlotoestel.Tholenschestr. 69, Scheveningen.
Wie ruilt mijn nieuw Queen Anne-buff, voor een nog in goeden st. z. piano ? Verhoeven, P. Langedijkstr. 2a, R'dam Spangen. Wie ruilt mijn viool, geheel compleet, en 12snarige mandoline voor studièpiano ? M. v. d. Broek, Kievltstr. 16, A'dam (N.).
Ik heb 130 postz. binnen- en bultenl. Deze zou ik gaarne voor ± 30 Droste willen inruilen. A. v. RIJnkerk, Toreol. 15, Bussum. WIJ hebben : 6 pi. Vader Haas, 10 Hille b., 6 Verk. b., 19 Paula b., D.E. p., 3 b. Mijn Land, 6 Delta b., 20 stereo b., 18 Era p., waarvoor gevraagd Sunl. b. Mej. H. Jonkers, Museumstr. 21, Dordrecht. In ruil aangeb. v. 5 led. radionpakjes (compl. m. geschenkenbon): 19 b. Verk. W.W.W., 10 b. Verk. Onze gr. riv., 9 b. Haka Jeugdbibl., 7 b. Paula. Ik wil ook graag ƒ0.50 betalen voor 20 led. Radionpakjes (compl.). Mevr. v. Oool, Bonairestr. 80 hs., Amsterdam (W.).
„Zoo, heb je je afgevraagd of Ik je salarisverhooging zou geven. Als je dat maar niet tijdens de kantooruren hebt gedaan."
- 2 ~
Mevr. Hakkenberg, Haagw. 20, Leiden heeft vele Hille b. en Verk. b. W.W.W., BI. en h. vr., enz. en geeft 2 van deze v. 1 Sunl. b. of Felix kattenbr. p. Wie ruilt eenige geestige, maar korte tooneelst. tegen enkele detect.romans, o.a. v. Edgar Wallace. C. Reus, Kelzerstr. 9, Paramaribo, N.W.-I. Ik heb 350 Hille b. Wie ruilt die voor postz. van Curasao en Surin. of Ned. kinder- en weldad. zeg.? J. H. Schekman, A 293, Brummen (Geld.). Wie heeft voor mij 2 avondjurken (of 1 av. Jurk en av.jasje) m. 38 of 40 In ruil voor mijn handnaaimach. ? Uitsl. schrlftl. Mej. Elly Hoffmann, Langebrug 28a, Lelden. Ik heb te ruilen tegen b. Leversz., 4 Verk. b. tegen 1 zeep- of Vimb. de volg. Verk. b. : 40 st. Onze gr. rivieren en 22 st. W.W.W, (alles 4—I). S.v.p. eerst sehr. Mevr. P. J. Pateer— Pauls, Rijksstr.weg 53, Breukelen.
TE KOOP GEVRAAGD Te koop gevr. : Kampeert, gr. 6 M., I. 3 M. br. Prijsopg. aan v. Kuil, Halmaheirastr. 23-11, A'dam. Wie heeft voor mil bill, ter overn. een algem. handelsadresboek. Br. m. opg. ouderd. Mare 39, Lelden. ek Te koop i 1 alpacca couv., 28-deelig voor den pr. van ƒ17.60. Adr. : mej. Lemcke. Breedstr. 16bis A, Utr. Te koop : donkerbl. er. georg. avondj., m. 40, Pr. ƒ9.—, gek. ƒ28.—. Admiralengracht 76-11, Amsterdam (W.). Ik heb ± 250 lantaarnpl., 8,3 cM. x 8.3 cM. te koop. Het zijn sprookjes, dus heel gesch. voor kinderen. A. Balfoort, Houtmankade 76, Amsterdam. Red. aanb.: 6 rozenstruiken, 3 bloemheesters, 3 dahlia's, 5 herfstasters, 3 luplnen, 3 korenbl., 2 klimrozen, 3 pioenrozen, 3 Japansche lelies, 3 anjelieren, 20 lelietjes v. dalen, 3 reeds bloelende erica's, 3 bl. coromta's.Tezamen v.sl./3.—. Uitsl. rembours. Adres : N. Trommel, Aalsmeer, O. 17. Tel. 609. Te koop : noten h. dress, m. gesl. glas, 6 st.. nwe pluche zitting, pr. spiegel, tafel en theetafel, alles notenh., v. ƒ80.—. Rond« tafel f3.—. 2pers. houten ledlk. met nwe stroomatr. en pel. ƒ10.—. Te zien dagel. v. 8—2 u. Nwe Daalstr. 13, Utrecht. Aangeb. : alle ledige en compl. alb. Verk., Hille, Tik-Tak, Dobbel., Bus.sink enz. Compl. alb. De vlinders v. Java, De Ooalpara, Het Rijk v. h. Midden. Elke soort b. of pi. of compl. serie tegen redel. pr. Postz. v. a. insl. J. Smit, thans Ie V.d. Helst str. 42 lis., A'dam. Olro 269482.
„Ik dacht, dat je 's winters je wagen niet gebruikte." -Dat doen we ook niet, maar we willen ons blijven oefenen in het In- en uitstappen."
„Een krans van groene dolken stut Het beven harer teed'rc bloesem — Gelijk d'eenzelvige omschut Schroomvallig zij haar weeken boezem." j. an de Yucca of Palmlèlie wijd ik een afzonderlijk jq| hoofdstuk, omdat ik die van alle planten het best ^y71| ken. Meer dan drie maanden heb ik niet anders gedaan dan Yucca's planten, verplanten, schoonmaken en snoeien; ik heb ze met een mes afgeschrapt en met een staaldraadschuier geborsteld. Van de meer dan honderd Yucca's in mijn tuin is stuk voor stuk meerdere malen door mijn handen gegaan, en er is er, geloof ik, geen bij, die me niet ook in mijn handen heeft gestoken. De lange dolkvormige bladeren zijn scherp als naalden. Als men een verdorden bladerkrans uittrekt, wreekt hij zich. flink, en zijn nog- groene kameraden komen hem met hunne stiletten te hulp. Mijn kennis van Yucca's is met bloed gekocht. Het is däirom, en niet om hun eigenaardigheden, dat ik ze beschrijf. Eigenaardigheden heeft iedere plant, die men op den keper bekijkt. Daar de Yucca aan den Noordkant der Alpen niet. veel voorkomt, moet ik beginnen met haar voor te stellen: De vleezige, van buiten houtachtig verhardende stam wordt bij oude planten zoo dik als een arm en wel twee meter hoog (doch groeit meestal krom). Aan den top, en dikwijls ook opzij, komen er warrige bossen dolkvormige bladen uitgroeien. Bij de Yucca filamentosa, waarvan hier sprake'is, zijn die soms wel driekwart meter lang, en stijf, scherp, spits en permanent groen. Grasgroen. Uit het midden van zoo'n bladerbos spruit zoowat om het andere jaar op onberekenbare tijden — in Februari, in Juli, of wanneer ook, — een hoogc stengel, een meter hoog ongeveer, die een sierlijke witte bloemcntros draagt. Zoo'n bloeiende haag van Yucca's speelt het klaar, van een pronkende pracht en tegelijk van een groote liefelijkheid te zijn. Boven het gewirwar van de spitspuntige bladdolken zweeft hoog het fijne klokkespel als van doorzichtig porselein. Yucca's maken in een tuin een buitengemeen effect. 2e uit zaad te kweeken gelukt hier te lande slechts bij uitzondering. In haar vaderland wordt de Yucca bevrucht door een klein mot je; het wijfje kneedt uit het stuifmeel een balletje en stopt- dat in den bloemstempel. In dit balletje legt zij een ei. Het larfje, dat uit het ei komt, voedt zich met Yuccazaad; een twintig zal het er misschien opeten. Daar de bloem meer dan tweehonderd zaden heeft, blijven er nog negentig procent voor de voortplanting over. In Europa komt deze motsoort niet voor en is de Yucca aangewezen op vermenigvuldiging door afleggers. Vertraagt zij hierin, dan helpt de tuinder mee door een stuk van den bast uit te snijden en vochtig mos op de wond vast te binden. In het mos ontwikkelen zich worteltjes, en zoo laat zich de scheut dan stekken. Zulk operatief ingrijpen is bij mijn Yucca's niet noodig. Die maken vrijwillig méér zijscheuten dan mij lief en dan het gazon dienstig is. Toen ik mijn terrein kocht, vond ik het voor een deel door een Yucca-jungle ingenomen, een nagenoeg ondoordringbare wildernis van stammen, bladen en uitgebloeide bloemstengels. Toen ik twee jaar later een aangrenzend stuk grond kocht, vond ik daar meer dan een dozijn dikke Yuccastronken, die door een luien tuinknecht over den muur waren gegooid om er van af te zijn. Deze stronken, tot een soort beenige hardheid ingedroogd, heb ik bij wijze
van proefneming geplant, en zie, in het eerstvolgende voorjaar maakten ze dikke kroppen van bladeren. Een Yucca behoeft men niet te mesten en niet te gieten; men kan zijn bijl er op probeeren — en altijd maakt ze wortels en bladen en bloemen en zijscheuten. Hare wonden neemt ze nog te baat om nieuwe scheuten te krijgen. Schoonmaken alleen, daar verzet zij zich tegen. Zindelijk is zij niet. Het best is een Yucca in haar schik, als zij zich tot aan de heupen met afgestorven bladeren, met vuil, spinnewebben, en zoo mogelijk met verdord loof van andere planten kan omkorsten. Nooit zal een Yucca vrijwillig afstand doen van een dood blad. Haar eigen bladen houdt ze zoo stijf vast, dat ze haar slechts met een tang te ontrukken zijn, en die van andere planten splijt ze met haar dolken vaneen en verbergt ze onder zich. Misschien is dat haar manier om zich compost te verschaffen; in elk geval verdedigt ze haar verzameling vergaande bladeren met scherpe messen en spitse naalden. Nóg twee maanden heb ik moeten besteden om mijn verplante Yucca's eenigszins te zuiveren van rommel en afval. En het heeft geruimen tijd geduurd, dat ik in net gezelschap mijn handen wat uit het gezicht moest houden. Een der laatste Yucca's, die ik schoonmaakte, stak me wraakzuchtig in het hoornvlies van mijn linkeroog. Gelukkig raakte ze me niet zoo diep als ze wel gewild had, maar ik moest toch naar den oogarts. Als ik niet zoo'n voorliefde had voor weerbare planten, dan had ik ten minste deze Yucca met rookend salpeterzuur begoten (wat, geloof ik, zoowat het eenige middel is om van een Yucca af te komen). Maar deze voorliefde heb ik nu eenmaal, en die strekt zich niet alleen uit over planten, maar ook over dikkoppige Sealyhams en stroeve menschen. Volgens mijn ervaring zijn zulke planten, honden en menschen de waardevolste. De biographic van Stanley, van Beethoven, van Michelangelo, van Flaubert, Kipling en vele anderen bevestigt dit. Zoetsappigheid en onderdanigheid zijn te dikwijls een teeken van minder waarde dan dat ik het er erg op voorzien zou hebben. Mannen, die me in mijn jas helpen, daar sta ik met eenig wantrouwen tegenover. Een rechtgeaarde hond heeft scherpe tanden en weet die te gebruiken, en een rechtgeaarde man staat zoo taai en stekelig in het leven als een rechtgeaarde Yucca. RICHARD KATZ.
IN DE WITTE WERELD
3-
■.
.
■
Het grootste deel van de menschen bezit wel een poes, zoo'n zljde-achtig gracieus gevalletje, dat afwisselend een lief poesje en een echt roofdier kan zijn, maar dat tóch steeds de lieveling van het huis is! Op Poes' roofdierenaard willen wij thans echter niet ingaan. Dien toont ze trouwens ook veelal niet In den huiselljken kring, waar zij toch meestal de lieve geciviliseerde poes is, die zich zit te koesteren i-n de zon, die speelt met alles wat binnen haar bereik komt en o zoo bekoorlijk kan bedelen om aangehaald te worden. We willen „poes" liever eens van dien kant beschouwen. Kijkt u maar eens naar foto 1. Kurrt u zich zachter, trouwhartiger snuitje voorstellen? Ben ik niet lief? lijkt ze te vragen. De raadselachtige, schitterende oogen doen echter reeds vermoeden, dat zij, wanneer zij wil, ook anders kan zijn dan ze zich hier toont Het is nog een jong poesje, want zij lijkt wel te vragen om Iemand die met haar spelen wil, of als het dan niet anders kan, iets, waar zij zich in haar eentje wat mee kan vermaken. Ook de katjes van foto 2 zijn nog jong, veel Jonger zelfs. Ze hebben zich een heerlijk kussen toegeëigend en vandaar slaan ze de hen omringende wereld met verbaasde blikken gade. Wat is het leven toch gecompliceerd! Toen Je nog maar zoo'n heel klein wezentje was, dat niet anders deed dan bijna den heelen dag slapen, had je dat nooit gedacht! Het zonderlingste wat er echter wel te zien valt, zijn de menschen. Hoe zien zij er toch kans toe om zoo rustig den heelen dag maar door op twee beenen te loopen?! Maar daar heb Je de moeder van de kleintjes! De vrouw heeft 'n grooten schotel melk op de vaste plaats neergezet, die Qroote Poet voor zich heeft ge-
reserveerd. Max kleine precieuze likjes van 't sierlijke roode tongetje leegt ze met smaak den vollen schotel (3). De zon speelt in haar zijdeachtig haar, en het lijkt wel of ze weet hoë mooi ze is en daarmee coquetteert. Maar o, wat een snoepster is zij! Want na haar schotel, waar zij alleen maar aan mag komen en dien zij desnoods met grommen en knauwen verdedigt, heeft de vrouw een portie klaargezet voor de zwervende katten in de buurt. Daar zijn ze al om hun magen te vullen, drie pootige katers! Maar de zwarte poes des huizes wil er ook haar deel van hebben en zet zich mee aan den poesendisch. En de drie katers laten haar rustig haar gang gaan. Zij schijnen er niets tegen te durven ondernemen (4). Nergens vindt men wel zooveel katten als op de boerderij. Daar hebben ze dan ook druk werk om de muizen de baas te blijven. Maar overdag kan er toch nog wel wat tijd voor een spelletje overblijven, vooral als er zich zoo'n kleine spring-in-'t-veld onder hen bevindt (5). Hier ziet men ook wel, dat de katten niet altijd zoo onverdraagzaam jegens andere diersoorten zijn als er steeds van hen beweerd wordt. Het tafereeltje, dat onze fotograaf wist te vereeuwigen, toont, dat zij hier zelfs vriendschap hebben gesloten met een paar duiven. Maar wat is dat?! (6). Terwijl jwij eens uit het venster keken naar de poesen, die er buiten aan het spelen waren,- heeft Peter zich op onze plaats gezet! Zou hij onze be'angstelling voor hem en zijn soortgenooten begrepen hebben, en zich daarom voor de schrijfmachine hebben geïnstalleerd? Nu hij zich verrast ziet, is hij heelemaal niet ontdaan. Integendeel. HIJ ziet er eerder uit als een debater, die even pauseert om zijn tegenstander met een paar treffende argumenten geestelijk knock-out te slaan. Welk een stoutrroedigen blik heeft hij en hoe trots draagt hij zijn snorren. Hij heeft zijn pooten als een triumfator op de machine geplant. Zou hij soms eens willen gaan vertellen wat hij op zijn beurt van den homo sapiens denkt? Zou het wat goeds zijn? Wie weet... Eensklaps wordt zijn zoo sterk op den mensch geconcentreerde aandacht echter door een kleinigheid afgeleid en weg springt hij, naar een ander vermaak. Zoo is poes nu eenmaal... grillig in alles, behalve in haar trouw aan wie haar verzorgt en met haar omgaat...
-,.. 'i-%|
'i
i', /
I
jk
mjL
öFAüTORisareßoff
door WJ. PASSINGHAM
VBÖTAUNS OIT HffTBVlOFLSCW
Hush Caldtr. »n Belterde. die op een kasteel In een afgeleoen Enaelsch dorole woont, heeft met jijn instrumenten een serie geluid.aolven ontdekt 8f.««Jfi! d k r bb n Z n eerd;nziel» elf noj n ^htniet n - van "" hOUdt t^""""" «kt'er "ï.rX' n,e.' alles weet en" ook omdat hil vindt.bsolu^leh.lm, d»t A,\,.*.rlk.ij\. niet rijp is voor een der8elijk wapen. Zelfs zn belde dochterl jlT«I,aSd8 weten er „iet. van. Zijn laboratorium heel, hij onder een naburij moera. oebouwd en het is .lieer lang, geheime gangen te bereiken. Zijn eenige vertrOüld' i. de dor >h b sehe Jv,', P " "<'1: ,B'n C"'". «" wien bij ..men lang, de onderaard-
MANOEUVRES VAN DE THUISVLOOT IN DE NOORDZEE. Morgenochtend wordt er een landing in Engeland geprobeerd. Morgenochtend vroeg zal een „vyandelyke" vloot probeeren een landingsleger aan wal te zetten op de kust van Essex
Terwyl- Hugh Calder het begin van dit bericht voor den zooveelsten keer las, liep het water naar beneden langs een der muren van w..fin!lefc!t,'nm0dB9 "', " e5ht"J "n W'B t"1" htt dorPi« «"«elegd worden zyn laboratorium in een hoek, waar het houweel van den arbeider UÏÓ^ "t' I1«ILw?'
"">'" »" ^ «".«d en zegt ""n "«'zilTeïIn^ wat zij moeten doen. hem Iets mocht overkomen. zyn vermoeide oogen dansten. De stand der knoppen en handels fl ft d 1 i C t l.ml 't. k" " " J ''i " " opdz-chl naar Rotterdam te gaan om er een werd herhaaldelyk gecontroleerd. Geruimen tyd werkte hy zoo op lamp te halen, waarmee Calder een definitieve proef wil nemen. B "" om " "a Na Carters vertrek, krijgt Calder bezoek van Sir George McAlister Enoeland. een byna koortsachtige wyze voort, tot hy eindelijk gereed was en n B e ^d OP 1, V, h fleluld be^p^ ekina v ^ ^ . " "^ V " - D«« "oodlgfhem'uu'opëen er mets anders overbleef te doen dan te wachten, tot de ochtend CM k,n nl m£ CZ'M.IUV ?'*" " 'T'"-. " « ""i"' doen dan toestemzou zyn aangebroken. Het was belachelijk om nu aan slapen te d 1 OV k d 10 rdsePSoo'p'. TUT "" ^ ' ^ " '» *« « »P "'"» van Te. denken, of het laboratorium om welke reden dan ook te verlaten. Sot'hl ^lltl 'iJil T ,"u«koms, »«"» ««00« kapitein Felton Slingsby en door Hy zou boven, op zijn studeerkamer, in zijn armstoel in slaap kunnen he P ,,ut0 n 1 r llt, V t 1 ™t, .I V , " " " '" " " Al. Ben Crter zich ech,er vallen, en te laat wakker worden.... Alleen de gedachte reeds, dat S hef rnd^ ^Pu"r Kt'Vi",,e be,,",, cn zo0 in d« ''"ilrotsen verdwU om üy deze laatste groote gelegenheid zou kunnen missen, deed hem met < riUm e k0 m W0 rd, hi, 9 n do0 A den "s^enf van kaol e^'p !,
-6-
4. Haarlem slaat Feijenoord met 2-1. - De keeper van Haarlem heeft het zwaar te verantwoorden, maar ziet toch nog kans den bal ie bemachtigen.
5-6. B.V.V.-P.S.V. 0-4. - Door deze overwinning van P.S.V. zag B.V.V. zich het kampioenschap ontgaan. — 5 Een moment voor het doel van B.V.V. Van der Voort heeft na een worsteling den bal stevig te pakken. — 6. De laatste goal van P.S.V. Van Maessen (P.S.V.) kogelt den bal, voordat de toerennende van der Voort In kan grijpen, het doel in. (pho(os Pol)
contra-spionnage dan dat hy tyd zou hebben verloren met het stellen er ei e Vr agen m er aS ZOO,n rstfm va nS h f geweest, ' rdat opgewondL klankln i ^ de stem van zyn chef hy zeer goed begreep, dat er ietsl
ZU HEEFT'M
e a an e 1 and Tot z n Se eSri0snL h- zyn • ? aankomst 'T651 Zlin « verrassing wachUe ' ae ssecretaris hemm by op.„Wat brengt jou zoo vroeg hier?" vroeg Felton-Slingsbv. De secretaris maakte een hopeloos gebaar met ziin handd le TPKI zeer ernstigs, geloof ik, mynheer." ^ - " ' „Maar wat is er dan aan de hand?" M'SrW hienPrte?iieS -^ de h0?8te'" zei de secretaris ontwykend.l „Maar het heeft stellig iets te maken met de thuisvloot, mijnheer Del chef zei my, u dit te geven." uujmieer. uet
EEN FRAAIE BUSTE
4
™l0n'Slln8sby *.Bnl het kleine koperen sleuteltje aan, dat de secretaris hem in de hand drukte en haastte zich naar dé wacht61 3011 had ÄV ^ Vertrekje streden aan Sir ÄÄK/ Mar ow Chaddons- werkkamer grensde, liet hij zichdaT op vlak den eenigen stoel neervallen die het kamertje bevatte, haalde den scha keiaar over boven den in den muur ingebouwden luidspreker én luisterde met gespannen aandacht. Er sprak iemand op angsügenJ ge Uid V n Sin FPl?nn Ir b\het omhoog l ? zyn ^ heni welbekende stemschoo captain Felton-Shngsby in stoel.
binnen 2 d 3 weken door de nieuwste Indische methode van Mevr. Koesmarili Wedona De methode is uitsluitend uitwendig, geheel onschadelijk en beslist doeltreffend. U behoeft geen specialen leefregel te volgen, geen oefeningen te maken. Deze methode wordt m Ned. Indië met volledig succes toegepast en is het geheim van de Balineesche danseressen. Indien Uw buste niet voldoende ontwikkeld is, vraagt dan onmiddellijk gratis inlichtingen omtrent
" te ^et.en waaruit u uw inlichtingen hebt. Sir JmSt VerteId is ewoon Onmoae S^^T " T ' 8van de ongeloofeijk! ünmogelyk! Sir Ene Grayson,^ Eerste Lord Admiraliteit sprak dit laatste woord met den grootsten nadruk uit Äaimrameu' „Het mag onmogelyk lyken, maar we leven nu eenmaal in een tlid van onmogelyke dingen," hielp Sir Marlow hem op vriendelïke w jze vaTTarWh^" inIichtingen h.^ ^.gekregen van den havenmelster n08 8een minuten ve^tigd" «eleden werden ze be1
M^WIPH*?
de bro
1
BUSTE VERSTEVIGING en BUSTE ONTWIKKELING
GRATIS AANBIEDING voor lezeressen van dit blad. Schrijft per omgaande voor volledige inlichtingen en U ontvangt een interessante brochure met foto's in blanco, gesloten enveloppe toegezonden. (Postz. voor antwoord bijvoegen) Het adres Is:
Mevrouw KOESMARILI WEDONA Postbox 47 ■ Afd.y3H DEN HAAG „Verdraaid " mompelde Alf Anderson toen, „wat zou de oorzaak zyn, dat hy buiten westen is geraakt?" Een soort intuïtie vertelde hem, dat de man op den grond ziek moest zijn — misschien wel ernstig ziek. Het brandend-heete voorhoofd, de klamme, warme handen deden Alf Anderson begrijpen, dat den man op den grond iets scheelde, waar hy geen verstand van had en waar hy ook geen remedie op wist. Hy boog zich dieper voorover en tilde het slappe lichaam met inspanning van al zijn krachten op om het op een droge plek neer te leggen. Toen zette Alf zich op de massieve tafel neer om over den toestand na te denken. Hy zag, dat het lekkende dak van het laboratorium het vertrek vochtig en kil had gemaakt. Het water kroop langzaam naar de plek, waar by Hugh Calder op den grond had neergelegd. Alf opende de deur, waardoor hy was binnengekomen en sleepte den bewusteioozen man naar buiten. Hy voelde nu zelf echter ook duidelijk de gevolgen van zyn lange nachtwake in de open lucht, en het was misschien alleen het interessante verslag dat hy aan captain FeltonMingsby zou kunnen uitbrengen, dat hem op de been hield Maar wat had by eigenlyk met Hugh Calder te maken? Er scheen maar één antwoord mogelyk op deze vraag, en Alf handelde dienovereenkomstig. Hij sleepte den bewusteloozen man naar het einde van de tunnel. Daar volgden gevaarlyke oogenblikken, toen Alf al zyn krachten moest inspannen om Calder in het kleine bootje te dragen. Het schommelde, dreigde af en toe om te slaan, maar eindelyk slaagde hy er toch in. Hy roeide naar buiten in het heldere ochtendlicht, en wilde het bootje juist vastmaken aan den ring die aan het einde van de spelonk bevestigd was, toen de slag viel' Iets zeer hards trof Alf Anderson op het hoofd en als een vormeJooze massa zonk hy boven op den bewusteloozen man in het bootje. Captain Feltpn-Slingsby werd uit een diepe sluimering wakker en greep nog half slaperig met zyn linkerhand naar den hoorn van het telefoontoestel, dat by zyil bed stond en dat onophoudelijk belde. „Hallo!" nep hy hchtelyk ontstemd. „Je spreekt met Chaddon," zei een bruuske stem. „Er is iets verduiveld onaangenaams gebeurd. Iets ongeloofelyks! Kom direct hierheen en laat u door niets weerhouden." Het was iets over halfacht en een koude ochtend toen captain frelton-Shngsby een taxi aanriep zoodra hy zyn flat had verlaten.' Hy was te geroutineerd in het internationale spel van spionnage en
hJulviVl h^e de eerste Lord. „Het zou dus waar zyn? Maar watl beteekent dit dan allemaal. Sir Marlow?" f „U hebt natuurlyk van de doodelyke geluiden gehoord — en van de schepen die om zoo te zeggen in stukken getrild zijn voor de T WaS een "an wTS?"^ ^«^ge k^nkTn hebben! de stem van sMrlrfw Sir Marlow. „Welnu, het moet weer dezelfde oorzaak Alleen is deze laatste uitzending veel heviger geweest Denkt u het zich eens in Vier eerste klas torpedobootjagers8 twee ïich'e kruisers en een eerste klas slagschip buiten gevecht gesteld, zonder dat er een enkel schot is afgevuurd! Voor zoover bekend, liggen er honderdvyftig man in de hospitalen van hun schepen teilevolge van 8evoige van ernstige zenuwschokken! En dat is nog niet alles" p0»L\eifS„CKte T? veelb?teekenend stilzwygen'en zelfs captain Felton-Shngsby zat te popelen om meer te hooren. "P^» r ïeVOnden zich tv e e vlie p;i? J L. «tuißmoederschepen by de vloot Sir nJn ViTfWaren^ZeSrma^lneS in de lucht' toen die trillingen begonnen. Vyf van de vliegtuigen zyn vernield; ze vielen naar beneden' als aangeschoten patryzen. Het andere vliegtuig bewoog zich toevalhg naar de penpherie van het gebied, waarin de verschünselen sÓonhiTotÏT- h ^ heeft myU VerZ0cht ' °m u deze ^ededeering pe " te ggen dat de eerste wcnicht dft ., i^eng!}1,1 en . f ' ^niste? niet u besoröken Lif\ Ä ""66"1/' alvorens ^ de aangelegenheid met kwbeX0bkeeknenhde worden'» eerste.Uren raa« er 2ek- -ets van deze „En dan?" „Ik weet het niet," zuchtte Sir Marlow. „Ik heb myn eigen instructies en moet deze direct ten uitvoer leggen. Goeden morgen, Sir Eric'" chlfWee minuten later stond captain Felton-Slingsby tegenover zyn „Zou ik Calder maar niet direct arresteeren?" vroeg hii Teddyr ^ O0it ^ rapporten gelezen die Je ^ gestuurd hebt, „Natuurlyk, sir." „Dan moet je weten, dat Calder iemand is, die voor geweld niet ei e n uit Ik ï ^ met « iets hem moeten krijgen Jk heb^é/L^H^ heb reeds een onderhoudrgehad Sir George MacAlister en d at hU het best iets uit Ca]der zal moet nTÏ' r kunnen kSn. Je ^.n ÄSir Ge0,i8e- mee gaan en wanneer zy een en ander besproken hebben, moet je naar binnen stappen en zeggen, dat Calder gearresteerd is. Dan zal het van zyn houding ten opz chte van de voorstenen welke Sir George hem zal doen aftangenf of h« invrt heid zal worden gesteld. Indien Calder weigert om zyA medewerking e verleenen, bezet dan het huis en houdt het onder streng Toezich! tot je nadere bevelen van my krygt. Zeg Calder dat wanneer zïn houding dit noodzakelijk maakt, het huis zal worden Sroken Er zal geen steen op den anderen blyven tot wy hebLn gevonden wat we zoeken. Dat is voor het oogenblik alles Begeef je n^et te 0 8 Dunmow^n ^my^^ .Calder - Sla ^ hoofdkJarüer in Dunmow op. ?^™ Daar zal. ik met je in verbinding stellen."
Captain Felton-Slingsby ontmoette Sir George MacAlister op het Ministerie van Buitenlandsche Zaken en samen met hem begaf hii zich daarna naar Hugh Calder. Een paar minute" over tienefdieï
^iff^t Ä SS'bML Ät^bleTk/^p^n SÄh^n^nl11"8^ ^ be*n' dat ™ ^ ^™* spreken/'18 ^ Vader, MiSS Calder," Zei hy- "Wii nioeten hem direct S aarde zy h m aan Het 7eEtoens ten^00g„maar ^a!.ikvader i is niet. thuis t . -" " ^«t me'" antwoordde ze
— 8 —
(Wordt vervolgd) FIPM1M RACC:
:
^:-
■
A*:
m Zuid-Californië, vtillr««||da «en Ideai 't, middelpunt
lat men zich ' afgeaneden, het treinverkeer %» een liefelijk eiM stagneerd, de luchtdienaten moesten it- r«d«n wiliren "kt wordtn jwi.tfe «elefeenverbindlns« Amerlkaanache •■•« verbroken. Alleen door middel van
Jnduatrle WM. «a door «on ware Énp tm«f«a. i'^ er hevige v gewoed, en de oorzaak van «oor figen geworden. De volgen van dé«a ramp, dia zoo ptótsi plaata g dat da bevolking ar volko door varraat ward, waren werkelijk zettend. Of hat oogenbllk, waarop wi aohrljvan, zijn ir raada maar dan tw«« derd doeden, terwijl er nog tientallen
^ÊM^m-
rl-flolfzen*»ra waa het nog mogelijk ntact metl getelaterde gebied te krijgen, Ook de fllmeti^|lallywood, het centru " deze atreek, heVH^aa mp gekregen. Er it groot rpdieldenu studio's aangericht, werkzaamheden «i- Vele fllmsi n door hat wa »t meer verlaten. Sommigen « 'n h«t «rootste gevaar va^l
y*r~- ■-
. v.. >||^I4-^— ^ —
Hollywood is nimmer wars van reclame» aonen worden vermlat De materlch dat zich aller Mndacht «p zW'n •ehadele eveneena aanzienlijk en word J" op Hollywood vestigde zal door de Mantallen mlllioénen güldene geraamd mwereld wel niet al te zeer op prijs wor (teliforni« waa gehe«! van de bu n gesteld 1
Ij rl ■^v^^--^r^%^ ^^
II ■
1
1
<^ ■^üNi j
'
1. De prachtige Hollywood Boulevard, de verbïndinasweq tusschen Los Angelos en Hollywood. Door de overstrooming werd hty in een woest'Stroomende rivier herschapen. 3. De filmster Joan Crawford en haar nichtje werden door Joan's echtgenoot Pranchot Tone vit haar geheel door 't water omgeven villa gered. 3. Joan Crawforda woning. 4. De Highland Avenue te Hollywood. De boomen zijn thans alle! door 't water ontworteld. 5 Ben deel van het gebied, waarin de filmstudio'« gelegen ziin. en dat ook ernstig van de overstrooming Ie lüden had. O. De villa van Myrna Loy In een dal van Beverly Hills gelegen, is totaal vernield. 7. Madeleine Carroll, die slechts op het laatste oogenbllk uit haar door het water Ingesloten villa gered kon worden. 8. De woning van wtylen Rudolph Valentino, een interessant plekte voor fllmenfhousiasten, en die nu ernstig beschadigd Is. i 0. Nog een kUkJe op de „hartader ven het fllmparadlfs", de Hollywood Boulevard. Het verkeer is er thans geheel onwrlcht.
iaiTTie»
>*yCrt<■_. "
T'.
::; ■■/*'■*
"S".: '
.
'*fSÊ£.
filèfc-'
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 2 MAART
DE PRIJSWINNAARS
KRUISWOORDRAADSEL
VIJFVOUDIG TOOVERKWADRAAT
F
■
E
x|
o
!M
n
A T A
F""~ R 1 E K KRO
F A.
1
M
BOM D E U n 1 TAS T ^\ T E X T 1
?r
§r
S T E Q A Al P ROE P
E
EDE - 1 O B E R
VIHHI^H
1. wapen 2. administratietroepen (afkorting) 3. lichaamsdeel 4. langwerpig hout 5. klein gedicht 6. telwoord 7. paardenkracht [afkorting) 8. jaargetijde 11. een doorschijnende steen 14. lekkernij 16. persoonlijk voornaamwoord 18. persoonlijk voornaamwoord 19. voertuig 25. min of meer loodrecht
E L A A K P A M ME, h or-1— _E
l R P" \
TEE
L ^m
£J
'^^H^^HH ■M
OPLOSSING AARDRIJKSKUNDIG KAMRAADSEL
M
^^^T^ A A
A
^M ' T E
B
M
E
E
G
^.
^^^^^ s
M
D
M
K E
L
R
e
E
i
L
G
5
W
A
K
E
E
U
M
A
n
E
n
n
_K
B
E
S
2
A
n
D
5
T
R
ÜC
V
E
R
S
T
A
F
V D
E R 1 E
A
R
i
Al
K
E
V
E
n
M
0
R
M
E
n
D
A
M M
T
M
Ï1 V
E
S
D
n
E
Ha*
V
e
u E
sAJ
a
R
OPLOSSING LADDERRAADSEL
u
L
L
[a
D
THEOLOGIK
1. «treek van het tusschcn de en de ooren 5, deel van een vert 9, het tragische 10. eerstkomende korting)
hoofd oogen cou-
(af-
K UJL|A|L|I
familielid voegwoord men (Fransch) slim gedeelte zangstem gordel jongensnaam meisjesnaam in casu (afkorting)
25. 28. 31. 32.
1. 2. 3. 4.
26. reeds 27. deel van een schip 29. voorzetsel
dierenverblijf muziekinstrument hoeveelheid klem op een tandrad
32. 33. 36. 38. 40. 41,
35. lengtemaat 36. behoudens vergissingen (afkorting) (Engelsch) 37. spil
S|C iH|B | A
Kwadraat IV. vloeibaar metaal lijkwade denkbeeld nauwe doorgang boven het strottenhoofd
1. 2. 3. 4.
Kwadraat V, geslepenheid meisjesnaam dun harde smeer waarvan kaarsen gemaakt worden
2
E
P!o|S|T
E
o |O|O|G|T
X
-
h
6
KRUISWOORDRAADSEL
7
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
gemeente in \oord-IIolland inwoner van Enkhuizen kriebelziekte deel der wiskunde de uitgesneden hals van een japon legateeren is het woord waarmede men begon
2
3
3
i,
it
3
L,
2
3
U
2 3
*.
ie 1
2
3
3r ii
1
2
2
3
t,
2
5 1 A
X
X
X
.
X
X
X
X
X
.
X
X
.
X
X
X
X
X
X
X
•
.
X
. , '
■
X
X
5
OPLOSSING ONZE FILMPUZZLE
2
2
m
. 3
E
IEMAND AAN DR KAAK STELLEN
1
i
X
L L
n
h
Onderstaande woorden moeten op zoodanige wijze onder elkaar worden geplaatst, dat er op de kruisjes, van boven naar beneden gelezen, een spreekwoord ontstaat.
K T
De hoofdprijzen konden deze week worden toegekend aan: mejuffrouw A. de Voogt, Amsterdam; mejuffrouw L. C. van Haaster, Scheveningen; den heer L. Wüsten, Rotterdam; den heer H. Peters, Millingen; den heer P. v. Geel, 's-Gravenhage;
3 U
'
ONZE FILMPUZZLE SAMENVOEGINGSRAADSEL
s 0|E |Liw| 1
L 3
INVULRAADSEL
vrucht schaapkameel plaats in Gelderland jongensnaam landbouwwerktuig nota bene (afkorting) >
VERVOLGRAADSEL
A
1. 2. 3. 4.
30.. bestelling
34. stoot
2
Kwadraat III. windstreek aan de andere zijde Hebreeuwsch muziekteeken vervoermiddel
A
A A
E
12. 13. 14. 15. 17. 19. 20. 22. 23. 24.
Horizontaal:
D
L
B
IJ
A
OPLOSSING ZIG-ZAGRAADSEL
E
OPLOSSING VERANDERRAADSEL
1
Kwadraat II. 1. slag 2. bergplaats 3. doorgang in de aardkorst 4. inboorling van Perziê
Verticaal:
n sy f" ir h
Vul in de vijf kwadraten horizontaal en verticaal woorden van de volgende beteekenis in: Kwadraat I. 1. onderpand 2. kellner 3. denkvermogen 4. soort aardewerk
39. Gode zij lof (Latijnsehe afkorting) 40. iemand van adel 42. menigte krijgsvolk 43. zekere kostbare stof afkomstig van den potvisch
OPLOSSING KRUISWOO RDRAADSEL
X
X
.
X
X
Woorden: denken — aarden — rennen — venten — beroep — mesten — tergen — gemors — vergen — rollen •— leenen.
'
Al de woorden hebben negen letters. De beteekenis er van is gegeven. Het tweede woord begint met de laatste twee letters van het eerste woord; het volgende met de twee laatste letters van het tweede woord en zoo verder tot no. 7, hetwelk weer het woord is waarmede men begon.
RIJMRAADSEL Het zyn twee kleine woorden Heel verschillend van aard. Met een v ben ik een akker Met een g ben ik wat waard. <
I steel trein kan
II dijk re neer
III. van een stad gebied het anker laten vallen pen gaan iemand met open mond nastaren re last kwaadsprekerij dier ba werk el tuig verklaring riet ru paardrijder land ei land, aan alle zijden door water omgeven in leed stad in Zuid-Holland De woorden onder I vormen tezamen met de woorden onder II door de letters om te zetten, woorden van onder III aangegeven beteekenis. De beginletters van de nieuwe woorden vormen den naam van een filmster. Wij stellen een hoofdprijs en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 23 Maart aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart asu.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzle 23 Maart. Deze püzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier. - 13 -
De troostprijzen vielen ten deel aan: mevrouw M. Michels, Arnhem; mejuffrouw M. A. Ros, 's-Gravenhage; mejuffrouw F, van Vuure, Soest; mejuffrouw M. A. Zomerhuis, Deventer; mejuffrouw H. Janssen, Nijmegen; mejuffrouw Schekkerman, Amsterdam; den heer G. Schmidt, Den Helder; den heer W. D. Büket, Amersfoort; den heer J. Kool, Loosduinen; den heer L. Kreuwels, Heer (L); den heer W. Spoel, Schiedam; den heer J. Wiegel, Amsterdam; den heer G, Keverkamp, Heerenveen; den heer P. Visser Gz., Papendrecht; den heer J. A. Franken, Scheveningen; den heer Joh. W. Bos, Bussum; den heer R. Hunnersen, Enschede; den heer J. D. Filarski, Amsterdam; den heer E. Stubenrauch, Bergen op 2foom; den heer F. J. H. Weijer, Rotterdam. De hoofdprijs van de „Filmpuzzle" werd verworven door: mejuffrouw J. Egter v. Wissekerke, 's-Gravenhage. De troostprijzen werden gewonnen door: mejuffrouw Rijnbergen, Groningen; mejuffrouw J. de Jongh, Haarlem; den heer H, P. Didden, Leiden; den heer L. Peters, Nijmegen; den heer Joh. Dirks, Groningen; den heer H. Schol, IJmuiden; den heer M. Karelse, Rotterdam; den heer G. A. van Mansom, Utrecht; den heer A. J. Vlug, 's-Gravenhage; den heer Th. van der Zwaan, Amsterdam.
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen op iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen wij een prijs van j 2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2,50 elk en 20 troostprijzen. DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men vóór 23 Maart in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Galgewater 22, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 23 Maart.
Invloedssfeer uit, zoodat in den wereldoorlog aan dit land het protectoraat werd opgedragen. Eerst In 1922 kwam daarin verandering, toen door de verstandige politiek van Macdonald aan Egypte formeeie onafhankelijkheid werd verleend. De toenmalige Sultan nam den Konlngs-tltel aan, maar Engeland handhaafde zijn militaire bezetting, zijn invloed op het Suezkanaal en regelde de rechtsverhouding usschen vreemdelingen en inwoners van het land. Voor alle financieele problemen blijven Engelsche raadslieden ingeschakeld en een Mooge Commissaris behartigt er de Engelsche belangen. Inwendige beroeringen, opstanden en onrust nopen tot nieuwe regelingen, die hun sluiUtuk vinden in het compromis van 22 December 1936, het nieuwe EngelschEgyptlsche «verdrag, waarbij Egypte volkomen onafhankelijkheid krijgt. De dreigende Middellandsche Zee-problemen en de spanningen In de Internationale politiek .zijn Egypte ten goede gekomen. Zoo zijn Engeland en Egypte twee volkomen onafhankelijke, maar vriendschap onderhoudende machten. Egypte zal een landbouw-staat blijven, welks jonge Industrie zich In hoofdzaak bezighoudt met de verwerking van een aantal agrarische producten uit het eigen land. De bodemcuituur il afhankelijk van de ter plaatse bestaande bevioeiingsmogelijkheden, waardoor geleidelijk een uitgebreid net van waterwegen is aangelegd. Alleen bij een zoo doelmatig mogelijk gebruik van het Nijlwater Is de verzorging van twee of drie oogsten per jaar mogelijk. In vroeger jaren was men voor het verkrijgen van één oogst afhankelijk van het buiten zijn oevers treden van den Nijl, terwijl thans met behulp van dammen een gelijkmatige waterverdeeling over het geheele jaar is bereikt. De oudste dezer dammen is hel werk van Kanatr el Kalrija, waardoor het water 4 meter omhoog wordt gebracht, het meest bekend *|jn de stuwen van Assoean. waar voor de droge periode circa 21/2 milliard M3 water wordt bewaard. Van de 4 mlllioen H.A. in cultuVr gebrachten bodem wordt circa 1 mlllioen H.A. benut voor de katoenproductie. Egypte neemt de eerste plaats in op de wereldlijst en de jaarproductie bedraagt ongeveer 5 mlllioen cenOUO EN NIEUW EGYPTE. Hieronder een straat In de oude stad van Cairo, en rechts «en der moderne hotel« In de nieuwe stad.
OP DEN NIJL. Egyptt heeft n oppervlakte van ruim 1 mlllioen vierkant« K.M.,. waarvan de Nijldelta en hat Nijldal ongeveer het twee«ndertig$le gedeelte In beslag nemen. In deze langgerekte Nijloase leeft circa 98 procent van de totale bevolking, welk« op 17 mlllioen zielen «geschat kan worden. Slechts 2 procent der inwoners leeft In d.e uitgestrekte woestijn2!1JT„ '" h,t Noord«n grenzend aan de Middellandsche zee, In het Oosten afgesloten door de Roode Zee en in het Westen door de zandmassa's der Lyblsehe woestijn bestaat het Zuidelijk gedeelte uit moerassen en steppen en de- moeilijk toegankelijke gebergten van Nublë. Het warm« «n drog« klimaat «n het onveranderlijke karakter van het Nijlgebied beheerschen het land. Inderdaad, de Nijl regeert Egypte. Deze 6.500 K.M. lange waterweg op één na de langste rivier welke beft ov r B CA« 't ^•• * ••" •'«»•nd van ongeveer 5.500 K.M. geen zijarmen. De benedenloop, tot ten Zuiden van Cairo, Is van geheel ander karakter dan de delta, met de vele kanalen, aan de kust der Middellandsche zee gelegen. Zoo kon Egypte een landbouwcentrum worden, met belangrijke steden In het Nijldal. De bijna 6.200 jaren oude geschiedenis van het land is uit den aard der zaak vol afwisseling. Dertig koningsdynastieën, een periode van vreemde overheerschlngen In de Griek-
sehe, Romeinsche en Byzantljnsche tijdvakken en de verovering door d« Arabieren In d« zevende ««uw onzer jaartelling zijn slechts «nk«l« «plsod.s uit een ver verleden. Eens w«r«n Th«b« en Memphis de wer«ldb«roemJj* e«ntr«. d'» het land beheersehten. T«n tijd« van Alexander de Groot« werd 't groot« knooppunt aan de Middellandsche Zee als het war« voor hel ««rst verlegd naar Egypt«, «n Al«xandrl» was voor korten tijd het centrum van een wereldrijk. Daarna nam deze stad sn«l In beteekenls af, In het bijzonder toen de Arabieren, uit veiligheidsoverwegingen, hun nieuwe Kallfen-stad 200 K.M. zuidwaarts aan den Nijl deden verrijzen, het tegenwoordige di Li?' J * P•^loc'• '« "og »eel belangwekkends terug te vinden In de tegenwoordige hoofdstad van het koninkrijk. N« de Arabieren-overheersching en gedurende een periode van circa drie eeuwen, tusschen 1517 en 1817, zakte Egypte af en was het land een vergeten Afrikaansche provincie. Het was Napoleon, die In het begin der 19de eeuw Egypte als het ware weer ontdekt« en in de belangstelling van Europa terugbracht. Via vele oorlogen komt de huidige dynastie aan het bewind. Parijs en Londen namen er aanvankelijk een belangrijke positie in met betrekking tot het wei en wee van dit land. Geleidelijk aan breidde Engeland er zijn
tenaar. De graanbouw voorziet in eigen behoefte en niettegenstaande de blnnenlandsche consumptie van rijst sterk is gestegen, werd van dit product in 1936 circa 140.000 ton uitgevoerd. De suikerrletcultuur neemt ook een zeer belangrijke plaats In. Het suikermonopolie en de hooge invoerrechten maakten het mogelijk de jaarproductie tot 132.000 ton op te voeren. In den Soedan, Syrië en Palestina werden nieuwe afzetgebieden gevonden. Niet minder dan 27.000 arbeiders vinden er arbeidsgelegenheid, terwijl alles in het werk wordt gesteld om in Afrika nieuwe consumptlegebieden te zoeken. De eertijds zoo belangrijke cultuur van uien is in beteekenis achteruitgegaan door exportmoeilijkheden, in het bijzonder naar de Vereenigde Staten van Amerika. De teelt van groenten is onvoldoende om in eigen behoefte te voorzien, zoodat groote hoeveelheden ingevoerd moeten worden. Toch zijn de vooruitzichten van het land als agrarisch centrum gustig en verwacht men een groot gedeelte der oude glorie te herwinnen. Op Industrieel gebied Is de beteekenis van Egypte in de achter ons liggende zeven jaren sterk toegenomen. Zoowel Engelsche, Fransche, Belgische, Grieksche als Itallaansche kapitalen zijn geïnvesteerd, terwijl de eigen kapitaal-deelneming hoe langer hoe grooter wordt. In totaal zijn ongeveer 1 mlllioen arbeiders in de industrie te werk gesteld, het geïnvesteerde kapitaal wordt op 20 mlllioen pond geschat. De belangrijkste industrie wordt gevormd door de weverijen en spinnerijen in Mehalla el Kobra, die een oppervlakte van 50 H.A. beslaan, 15000 arbeiders en 300 ambtenaren te werk hebben gesteld en uiterst modern zijn ingericht. Daarnaast neemt ook de Egyptische sigarettenindustrie een belangrijke plaats In. Turksche, Grieksche, Japansche en Chineesche tabaksoorten worden in hoofdzaak verwerkt. Het invoerrecht op tabak, hetwelk per jaar circa 6,5 millioen pond opbrengt, verzekert Egypte bijna 16 procent van het totale budget en 40 procent van het bedrag, hetwelk het land aan Invoerrechten heft. De meeste fabrieken zijn modern geoutilleerd. Alleen de luxe-sigaretten worden in handarbeid gefabriceerd. Ongeveer 10.000 arbeiders vinden in deze industrie een bestaan. Het land zelf brengt geen tabak voort. De watervoorziening der sleden is volkomen gemoderniseerd. In Cairo slaat meer dan 50 millioen M3 water ter beschikking voor men-
scheiijk gebruik, hetwelk met behulp van lange pijpleidingen wordt getransporteerd. De beroemde tuinsteden, buiten de centra gelegen, zijn zeer bekend. Heliopolis, eigendom van Baron Empain, met een oppervlakte van 8000 H.A., heeft voor aanleg 2,5 millioen pond gekost. Daar wonen 50.000 menschen in 2000 moderne gebouwen. Er zijn een 36-tal scholen en 18 kerken, markthallen, een modern hotel, bioscopen, goede electrische tramverbindingen, enzoovoort. Niet minder ideaal is Meadi, met een oppervlakte van 600 H.A., terwijl 't meest koele verblijf Guizeh-Rodah is. Egypte heeft voorts de beschikking over 6000 K.M. spoorwegen en 5000 K.M. geasphalteerde straten. Caïro telt circa 1.100.000 inwoners; de electrische trams vervoeren dagelijks ongeveer % millioen passagiers, 14 autobuslijnen hebben de beschikking over 180 moderne bussen. Het totale jaar-transport bedraagt circa 130 millioen personen. Onder de havensteden neemt Alexandrië "met 600.000 Inwoners de belangrijkste plaats in. Sedert 1861 is hier de meest bekende beurs. Het scheepvaartverkeer rangschikt Alexandrië onder de wereldhavens. Het Suezkanaal geeft Egyple een belangrijke plaats in het internationale verkeer. Jaarlijks passeeren ongeveer 5.500 schepen dezen verkeersader, waarvan circa de helft onder Engelsche vlag. De doorvaart over een afstand van 171 K.M. neemt 15 tot 18 uren in beslag. Suez en Port Saïd zijn er de belangrijkste stations. - In den buitenlandschen handel van Egypte neemt Engeland de eerste plaats in, zoowel als leverancier als afnemer. De waarde van den Egyptischen uitvoer bedroeg In 1936 ongeveer 33 millioen pond, tegen 31,5 millioen pond als waarde van den invoer. De handelsbalans is dus actief met 1,5 millioen pond. De belangrijkste invoerartikelen zijn: zijde, jute, minerale oliën, petroleum, benzine, chemische en pharmaceutische artikelen, kunstmest, cosmetische artikelen, metalen, machines, automobielen, hout, levensmiddelen, conserven en De stuwdam van Assoean, waardoor het mogetijk is geworden Egypte regelmatig van water te voorzien.
koloniale waren. Onder de exportartikelen worden de eerste plaatsen ingenomen door: katoen, rijst, phosphaat, huiden, vruchten, groenten en sigaretten. Ongekende mogelijkheden staan nog open voor de uitbreiding van den buitenlandschen handel, waarbij de bijzondere ligging van dit koninkrijk van niet te onderschatten beteekenis is. Jhr. Dr. J. C. MOLLERUS Bijna vierduizend jaar oude resten van de cultuur van het antieke Egypte. De zuilengaanderij van den grooten tempel te Karnak.
Heidi, Shirley vaar Heldi naar het huis van den rijken heer Sesemann gebracht Jean I-wordt. Deie is op,reis, maar zijn dochtertje, de arme, zieke Klara, Haar grootvader, Je is er, en voorts de strenge gouvernante juffrouw Rottenmeier, die Andrews, de huisknecht, Arthur Tr altijd verbiedt en die nooit iets goedvindt. En verder is er de defBlinde Anna, Helen Vtige huisknecht Andrews, die erg grappig is. Maar Klara en Heidi Elsa, Paulin wordeA dikke vriendinnen, ofschoon de laatste aldoor blijft terugThoma verlangen naar haar grootvader in zijn hut op de bergen Dominee Schultz, Juffrouw Rottenmeier, Marj Ja, Klara is erg ziek en ongelukkig. Zij moet altijd in een De heer Sesemann, Sidney Bi wagentje rondrijden en kan niet loopen en juffrouw Rottenmeier Dete, Mary Ch zegt, dat ze vreeselijk moet oppassen voor vermoeienis. En tóch De kapitein der politie, Sig. R voelt Klara zich veel gezonder en prettiger als zij druk met Heidi Klara Sesemann, Marcia Mae speelt, dan wanneer de gouvernante voor haar zorgt en haar Peter, Delmar verbiedt. Dit leventje gaat een poosje zoo voort en de twee kinderen Herbergier, Egon De bakker, Christi< beleven allerlei avonturen. En onderwijl zoekt de oude Adolph De orgelman. George H Kramer wanhopig naar zijn plotseling verdwenen kleinkind; hij Een zigeunerin. Juditha heeft er geen idee van, waar Heidi kan gebleven zijn en trekt 20th CENTURY-FOXFILh van her naar der. Kerstmis breekt aan. Mijnheer Sesemann keert terug van zijn Regie: Allan Dwan. reis en zorgt voor Kerstverrassingen. Maar de allergrootste verrassing .. . daarvoor heeft Heidi gezorgd! Voortdurend Klara aaninds zulk een langen tij moedigend, haar telkens oefenend, helpend en steunend, heeft zij niemand de jaren heeft het zoover weten te brengen, dat het verlamde meisje weer kan leefde de8 oude, eenzame; eenzame ->--■— - - f , .. . - . » i u- u t ' in een Alpenhut h< looPen en heur vader gel.ooft 'T e,9*n 009en..n,et. als h,J J6* ziet. Diep ontroerd biedt hij Heidi aan haar als zijn eigen dochter d« bergen. Een opmerkelijke verschijnin rijn Witt* haren en zijn ruigen baard, e 9root te brengen- Maar H^' koestert slechts een wensch| merkelijk karakter óók: norsch en zwij< haar grootvader te mogen teruggaan. En die wensch zou stellig verhoord zijn, indien jiinn een soort kluizenaar, die iedereen uit d Rolténmeier niet had ingegrepen. Deze booze vrouvf. I«ad m^l gaai Dut bemoeien de menschen, d neden in het dorp wonen, zich ook ni leede oogen aangezien, dat Heidi zooveel goe^fcerelkt had bij Klara. Zij was het kind hartgrondig gaan' haten en beden ouden man en vergeet men hem Maar op een goeden dag gebeurt ( sloot haar uit het huis van mijnheer Sesemann weg te bijzonders. Er komt iemand een lief brengen, ver weg, zoodat niemand haar meer zo« meisje naar den ouden kluizenaar br kunnen terugvinden . .. Maar gelukkig kwam zij met haar booze voorhet is zijn kleindochter en zij zal vo bij haar grootvader inwonen. En na1 nemen niet zoo ver als zij dacht Heidi's grootvragen wij ons af, of het haar wel go vader was intusschen op zijn zwerftocht te gaan daar In de eenzaamheid, bij dien > Frankfort aangekomen en na een reeks van den grijsaard. Maar het blijkt, dat hij hi avonturen vond hij zijn kleinkind terug, toen zoo kwaad meent, en zeker niet met de eindigde alles" nog heel goed en feestelijk, Adelheid, of „Heldi", zooals zij zichzelf r zoodat de slotbeelden van deze film een Na enkele dagen is het reeds te merke voor iedereen blijstemmend eind* toonen. het, ongelijke tweetal het wonderwel m kaar kan vinden. Heidi vindt allerlei nut doen in de berghut; zij ~ heeft schik een zingt als een leeuwerik. familie-omstandig Mefh'i' meld. zijn duister en vei Ze heeft daar zelf natuurlijk geen flauv« van, doch de gevolgen ondervindt zij o pijnlijk verrassende wijze. De vrouw, ( „Dete" noemt en die haar naar grootvader gebracht heeft, komt haf half jaar later plotseling weer weg Op een oogenblik, dal de oud« _ niet thuis is, dringt zij de hut I en neemt Heldi tegen ha« mee. De reis gaat naar Fr ai
1. Arthur Treacher«n$UlfI*yT*mpl«. 2. Mady Christtan», Atthot Treacher en Shirley Tempi«. 3. Shirley Tarnple. 4. Jean Her «holt en Shlzley Temple. 5. Shirley Tempi«, Sidney Blackmer an MazeU Mae Jone«. 6. Chrietian Rub en Shizlwy Temple. Z. Shirley Tempi« 'y enHelen Weatley. .
'VH''
uK.
John Farredons ontvluchtinj Eeini compleet verhatal De trein was meer dan vol, maar John Farredon had plaats genoeg. Hij en nog twee andere mannen hadden een geheelen coupé voor zich alleen. Die twee andere mannen waren zijn bewakers, want John Farredon was op weg naar de gevangenis. Peinzend keek hij naar buiten, naar het voorbijschietende landschap, zooais een man doet, die vaarwel moet zeggen aan zijn vrijheid. Het zou verscheidene jaren duren, dacht hij bij zichzelf, eer hij de velden en weiden zou terugzien, die nu langs hem heen gleden en zich verloren in wazige verten, want de misdaad waarvoor hij was gearresteerd, inbraak met geweldpleging, werd zwaar gestraft. .. Gretig volgde hij met zijn blikken een pad of stroompje, dat zich naar den horizon slingerde, of sloeg benijdend een vlucht vogels gade, die zich tegen de blauwe lucht afteekenden. Hij zuchtte. Zonderling, dat hij al die dingen nu opmerkte - dingen, die hij vroeger ternauwernood een blik waard gekeurd zou hebben. Hij beet op zijn lip, en fronste zijn voorhoofd. Een heftig verlangen naar vrijheid kwam over hem - zoo hevig als hij het nog niet ondervonden had. Het was alsof de natuur met haar vrije ongebondenheid hem kwelde; alsof het landschap, dat hij zoo goed kende, hem bespotte terwijl hij er naar keek .. . In het begin, toen hij pas gearresteerd was, had de hoop zijn vrijheid nog terug te kunnen winnen, hem geen oogenblik verlaten. Er waren immers altijd nog de mogelijkheden, plotseling de vlucht te kunnen nemen, of een redding op het laatste moment door zijn vrienden. Maar die hoop was nu verdwenen; zijn bewakers verloren hem geen oogenblik uit het oog, en zijn vrienden schenen zijn bestaan vergeten te hebben. Hij dacht aan het geval van langen Dick Offers - Gelukkige Dick, zooais zij hem altijd hadden genoemd. Samen met hem had hij eens dat „karweitje" in het Noorden van het land opgeknapt. Gelukkige Dick was toen óók gearresteerd, maar hij had op een gegeven oogenblik, toen de trein, die hem naar Loijden voerde, een brug passeerde kans gezien uit het raampje te springen en er vandoor te gaan. John Farredon kon een glimlach nauwelijks onderdrukken toen hij zich het gezicht voorstelde, dat c)e bewakers gezet zouden hebben ... Hij keek op zijn horloge. Over twee uur zoowat zou hij voor jaren achter de tralies zitten I Grimmig bedacht hij wat dit beteekende, terwijl de trein over de rails denderde, en hem met iedere wielwenteling dichter bij zijn straf, zijn onafwendbaar lot-voor-jaren bracht. Een gevoel van opstand tegen wat er vóór hem lag, kwam over hem. Kon hij er niets - niets aan doen? Er moest toch een of andere mogelijkheid zijn .. . Maar er was Iets onverbiddelijks in het voortijlen van den trein, iets, dat een gevoel van wanhoop en hulpeloosheid In hem deed opkomen. Hij keek weer uit het raampje. Een blik op hef landschap, dat onder de gulden voorjaarszon een wereld van beloften scheen in te houden, deed hem zijn besluit nemen. Hij zou, hij moest zijn vrijheid terug krijgen; hij zou ontvluchten - als moest zijn poging hem ook het leven kosten. Een oogenblik had hij de dwaze gedacht? zich uit den trein te gooien, voordat zijn bewakers er op verdacht zouden zijn. Maar zijn verstand verzette zich tegen een dergelijke wanhoopsdaad; er moest een ander middel zijn; hij moest een gunstige gelegenheid afwachten en dan alles rlskeeren. Maar met de snelheid die zij nu hadden, zou iedere poging fataal zijn. Hij leunde achterover en sloot zijn oogen. Hij moest probeeren zijn bewakers zand in de oogen te strooien; door te doen alsof hij sliep moest h!j hen suagereeren. dat zij niet zoo op hun hoede behoefden te zijn. Onder de hand kon hij dan oen plan bedenken, dat kans op succes bood. Koorlsachtig-opgewonden dacht hij na, terwijl de w.elcn van den voortratelenden trein onophou-
delijk een bres in zijn denken schenen te schieten met hun tergenden kreet: „Vrijheid . . . Vrijheid . . ." Plan na plan kwam er in hem op, maar lederen keer 'moest hij bij zichzelf vaststellen, dat het onmogelijk ten uitvoer te brengen was. Wanhopig ging hij bij zichzeH de route na, die de trein volgde, en plotseling herinnerde hij zich iets, wat zijn vermoeide hersens 'n nieuwe spankracht gaf. De trein naderde een tunnel, waarna er een helling kwam, waar de snelheid zou moeten worden verminderd. Dier lag zijn kans. Indien hij in het halfduister van de tunnel de kruk van het portier kon openmaken en uit den trein springen terwijl deze vaart verminderde, dan had hij een kans zijn vrijheid terug te winnen - vooral omdat hij de omgeving in de buurt van de tunnel goed kende. Het was één kans op de duizend, dat zijn plan zou lukken, maar als een drenkeling hield hij zich aan een stroohalm vast. In de eerste plaats — zouden zijn bewakers het niet merken wanneer hij zou probeeren het portier te openen? Zouden zij, juist omdat het halfdonker was in de tunnel, hun waakzaamheid niet verdubbelen? Hij knarste op zijn tanden... Die mogelijkheid was er, natuurlijk, maar door bij verrassing op te treden zou hij misschien een boel kunnen bereiken. In ieder geval was het initiatief aan zijn kant, en dat moist een voordeel zijn. Zijn hoofd viel voorover op zijn borst... Hij sliep.. . Het rhythme van de wielen was niet veranderd; nog steeds schenen zij onafgebroken het woord „Vrijheid... Vrijheid..." te herhalen. Het fluiten van de locomotief klonk als een klaroengeschal in zijn ooren. De tunnel moest nu direct komen, en indien de omstandigheden hem ook maar eenigszins gunstig waren, zou hij zijn vrijheid kunnen heroveren ... En toen, zóó onverwachts, dat hij er van schrok, stortte de trein zich In de tunnel. John Farredon greep naar de kruk van het portier, en slaagde er In het ongemerkt open te krijgen. Een zucht van verlichting ontsnapte hem en toen de trein de tunnel verliet en weer in het volle daglicht voortreed, nam hij zijn kans waar. De bewaker, die tegenover hem zat, werd door een hevigen stomp tijdelijk buiten gevecht gesteld en eer de ander hem kon grijpen, had John Farredon zijn tevoren berekenden sprong genomen. Met een zwaren plof kwam hij in het zand naast de spoorbaan terecht. Een oogenblik hield hij zijn oogen dicht, terwijl de wielen van den trein vlak langs hem heen ratelden; toen kwam hij met een ruk overeind en rende naar een greppel, waarin hij, gebukt loopand, voortsnelde.
zijn vrijheid tegemoet. . . Achter hem hoorde kreten. De trein stopte. De achtervolging v. misschien reeds begonnen. Aan het eind van de greppel bevond z een heg, waar hij zich slechts met de groots moeite doorheen vermocht te werken. Een klei open veld scheidde hem nu van een bosch, d de eerste étape van zijn vrijheid voor hem b teekende, omdat hij er zich voorloopig schuil z( kunnen houden. Hijgend holde hij er heen, bar ieder oogenblik een kreet van zijn achtervolge te zullen hooren, wanneer zij hem op de opi vlakte zouden ontdekken. Maar klaarblijkeli hadden zij hem niet opgemerkt, want zonder d hij iets hoorde, bereikte hij de eerste boome Speurend zocht hij zijn weg langs de smal slingerpaden, tot hij eindelijk van moeheid ni meer kon. Op eenigen afstand ontdekte hij e< kuil, en in het volgende oogenblik was hij er m een sprong in verdwenen. Hier wilde hij zich voorloopig verborgen ho den. Hij was doodop, maar hij merkte het bijr niet eens door het gevoel van triomf, zijn vrijhe te hebben herkregen, het onmogelijke tot star te hebben gebracht. Hij lachte, terwijl hij dac aan de teleurstelling van zijn bewakers, .aan c consternatie die hij onder de reizigers van de stampvollen trein zou hebben veroorzaakt, aa de kool, die hij de maatschappij en de justiti had gestoofd ... Hij voelde dat hij honger had, en zich herir narend, dat hij een stuk chocolade in zijn za had, at hij dit met smaak op. Met zijn rug tege den wand van den kuil, maakte hij het zich zo gemakkelijk mogelijk. Hij herinnerde zich, dat t in de omgeving een villa stond, waarvan de be woners afwezig waren. Nu hij er toch in de buui was, zou hij meteen dien avond zijn slag kunne slaan. Met een beetje geluk zou hij dan, na zie een poosje schuil te hebben gehouden, mei de buit naar het buitenland kunnen uitwijken ... Hij was moe, erg moe, en het kostte hem d grootste Inspanning wakker te blijven, terwijl h doezelig nadacht over de manier waarop hij me zijn buit van den inbraak, dien hij in den zin hac zou kunnen verdwijnen ... Maar eindelijk was di staat van uitputting, waarin hij verkeerde, te vee voor hem. en hij sliep in... Een zware hand, die op zijn schouder wen gelegd, deed hem wakker schrikken. Hij spron< op, een verwensching slakend omdat hij niet mee op zijn hoede was geweest. „Kom mee, Farredon, we zijn er," zei er eer stem. - De stem van een zijner bewakers... Verward keek hij pm zich heen. De trein hai| zijn bestemming bereikt...
U
EfTl
€>
DP
Jong echtenoot: „Heb je bij den melkboer geklaagd, dat er heelemaal geen room op de melk zal, liefste?" Zijn gade: „Ja, maar het zit zoo : hij zei, dat hij de f lesch altijd zoo vol doet, dat er bovenin geen plaats meer is voor room.' De strenge huisvrouw liet de badkamer verven. Zo luisterde eens aan de trap of de schilder wel werkte, maar ze hoorde niets. ' „Schilder," riep ze, „ben je aan het werk?" „Ja, mevrouw." „Maar Ik hoor niets." „Ik kan moeilijk d« verf met een hamer op den muur smeren," gaf de man ten antwoord.
POLYGOON
REINIG
maakt ook panorama-foto's van scholieren en vereenigingen
VEILIG MET
▼ I l¥l
Vraagt inlichtingen bij:
N.V. Foto-persbureau
POLYGOON DAMRAK 53 - AMSTERDAM
DE DUBBELSTER
WILLIAM POWELL EN MYRNA LO.Y viert binnenkort:
De Dubbele Bruiloft .Jan nltuw SUCCM d«r M«tP0 -Boldwyn-Maytr' '
FRED ASTAIRE
GINGER ROGERS In hun elegantst« tn rijkste dansprestatl«
SHALL WE DANCE Een RKO Rêdiofilm van dij«nc
OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN
De gast .vargat" om bij zijn vertrek den huisknecht «en fooi te geven. Deze, die zeer attent was geweest, kwam bij den auto en zei: .Mijnheer, als u soms uw port«monnai« verliest, dan is het niet gebeurd, toen u hier vandaan ging!"
De klant had verschrikkelijk« haast. „U z«gt, dat dit haargroeimiddel snel «n onfeilbaar Is?" vroeg hij aan den zanlkenden kapper. „Het is werkelijk wonderbaarlijk, mijnheer." „Mooi. Geef m« dan een hoofd vol haar, knip het van achter en opzij flink kort, wasch het en scheld het aan den rechterkant. Maar vlug wat, want Ik moet een trein halen."
VOOR SLECHTS % CENT VAN
uw HAARGROEI
18
ebtf
SM Wrigley's zorgt er voor, dat U behoorlijk kauwt. Het versterkt hel tandvleesch en helpt U de tanden schoon en gezond te houden, verfrischt de adem en ■ door de grootere speekselafscheiding bevordert het bovendien de spijsvertering. Wrigley's P.K. kalmeert de zenuwen en houdt U monter en frisch. Koopt nog heden een pakje.
5 CENT PER PAKJE
WRIGLEY
Vermeldt uw naam en adres op de achterzijde der enveloppe en r -f adresseert aan : Op het strand te Zandveort is men druk bezig voorwerpen, die vorigen zomer verloren zijn, uit het zand op te delven.
/KAUWEN
KAUW REGELMATIG
noodle om deze annonce uitgeknipt In open enveloppe als drukwerk aan ons op te zenden, ontvangt U uitvoerige brochures over het
HERSTEL
KAUW!
Dr. H. NANNING's Pharm. Fabriek N.V., DEN HAAG - 19 -
verhaal Äx^ ^
E„
an de,
„.P J
VlCOMTE
De zestiende eeuw liep ten einde. experiment, dat hij van plan was te nemen. mannen, in eigen gedachten verdiept, ieder Hendrik IV, de latere heerscher over Eindelijk wierp de jongere speler den Frankryk, was nog slechts koning beker, waarin zich de dobbelsteenen bevon- voor een der vensters naar buiten stond te staren. Het voorhoofd van den vicomte vervan Navarre, den met bosschen en heuvels den, met een onderdrukten vloek neer. toonde diepe rimpels, terwyl de ander zich bedekten zuidwesthoek van het groote, „Voor den duivel Je hebt van avond het air van onverschilligheid had weten te machtige land. alle geluk.... Ik doe niets dan verliezen. geven. Plotseling werd de stilte in de kamer De tyd was heftig-bewogen en fel in al — Hoeveel is het nu al?" verbroken door het gemompel van stemzyn uitingen. Twisten op ieder gebied verDe ander keek op, maar zyn gezicht veroorzaakten onrust en tweedracht, en in de ried geen enkele emotie. „Tweeduizend men en het gekletter van wapens buiten in dagen waarin ons verhaal speelt, was zelfs francs," zei hij met effen stem. „Wil je liever de straten — een teeken, dat de wacht zyn ronde door de stad deed. Ergens in de verte ieder afgelegen, oud kasteel tusschen de niet verderspelen?" sloeg een klok; één uur. Daarna werd alles Garonne en de Pyreneeën een twistappel „Neen.... ' De jongeman keek strak voor Af en toe wierp de oudste der tusschen den jongen koning en de koningin- zich op de tafel, en terwyl de ander zyn weer stil beide mannen een heimelyken blik naar moeder Catharina de Medicis. blikken onafgebroken op hem hield gericht, En dan, opeens, draaide In La Réole, een machtige, grimmige ves- vervolgde hy, plotseling opkykend: „Ik wou zyn metgezel ting aan de groene oevers van de Garonne, voor ik weet niet wat, dat ik nooit met je deze laatste zich om, terwijl hy schor, geforceerd begon te lachen. heerschte echter een vroolyk, opgewekt gespeeld had ",Opgewonden kwam hy De ander volgde hem met zijn blikken leven, zoodat een bezoeker, wanneer hy het overeind, duwde zyn stoel achteruit en liep terwyl hy naar den stoel liep en de uniformuiterlyk der stad even niet liet meespreken, naar een der hooge ramen. jas en wapens greep, die er op lagen. wel denken kon in Parys zelf te vertoeven. De oudere man bleef zitten, en zweeg, ter„De val was uitstekend gesteld,' monsieur De oorzaak van deze verandering welke het wyl hy heimelyk naar den ander keek. Maar schilderachtige stadje had ondergaan, was dan stond ook hy plotseling op en terwyl Ie capitaine," zei de jongeman, en er was van groote beteekenis: Hendrik IV en hy zachtjes naar den jongen man by het een byna joviale klank in zyn stem. „Maar Catharina de Medicis hadden het namelyk raam liep, legde hy zyn hand op diens ik ben nog nuchter genoeg om op myzelf te passen en op — Lusigny! Ik wensch u goegekozen als plaats van bijeenkomst om er schouder. dennacht! Maak u niet bezorgd: u zult uw hun geschillen te bespreken, en de konin„Neem me niet kwalyk, vicomte," zei hy geld hebben!" gin-moeder had een stoet van hofdames en zachtjes, „maar ik wilde u iets vragen.... De capitaine begaf zich naar de deur om andere edelvrouwen meegenomen, waarin Ben ik ver mis, wanneer ik veronderstel, dat zy misschien ter bereiking van haar doel uw verlies van vanavond u eenige moeilijk- deze voor zyn gast open te maken. „Toch ben ik bang, dat het u vèèl zal evenveel vertrouwen stelde als in haar heden zal bezorgen?" kosten, myn waarde," zei hy onderwijl. Hy diplomatieke talenten, welke laatste overi„Duizend duivels!" riep de vicomte uit, gens niet weinige waren. Maar hoewel in zich kwaad omkeerend. „Zou er iemand zyn, had zyn hand reeds op den grendel gelegd, de dagen der conferentie uit ieder huis in voor wien het verlies van tweeduizend toen hem plotseling iets te binnen scheen te La Réole muziek en gezang weerklonk, was francs geen moeilijkheden met zich bracht? schieten. „Luister eens," zei hy. „Ik wil u een voorstel doen. Ik zet de tweeduizend dit alles toch slechts schijn. Het leven onder Wat my betreft....'.' francs die u verloren hebt benevens nog al dit uiterlyk vertoon was nog even be„Wat u betreft beteekent het mis" dachtzaam en gespannen als gewoonlijk, en schien wel zooiets als een financieele duizend andere francs tegen uw stad Hy trok den jongeman met een ruk naar in werkelijkheid hield ieder der beide par- debacle...." vulde de ander aan. zich toe ,Dwaas, niemand kan ons hier tyen zich gereed om op het minste geringste De vicomte keek hem even doordringend Indien je wint, dan ben je je bevel van zyn aanvoerders naar de wapens aan, een woedend antwoord gereed. Hy be- hooren te grypen en voordeel te trekken van een heerschte zich echter, doch richtte zich schuld kwyt, en heb je nog duizend francs verzuim of nalatigheid van den tegen- hoog op, terwyl hy antwoordde: „Al zou dit over. Indien je verliest, stel je my in een der eerstkomende nachten In het bezit van stander. het geval zyn, dan behoeft u zich daar nog Op een avond kort voor het einde der geen zorgen over te maken! U kunt er op Lusigny. Hoe denk je daar over? Eén enkele conferentie zaten er twee mannen aan een rekenen, dat ge tot de laatste centime be- worp om te beslissen...." Er kwam een felle blos op het bleeke gespeeltafeltje in een kamer, waarvan de taald zult worden. Wees daar maar niet zicht van den. jongeman. Hy draaide zich hooge vensters uitzicht gaven op de snel bang voor!" besluiteloos om, en zyn blikken zochten voortstroomende rivier. Het was reeds laat, „Kalm, kalm, vriend," antwoordde de en de stad leek wel uitgestorven. Buiten winner, terwyl zyn geduld in schril con- aarzelend den beker met dobbelsteenen, die viel het maanlicht zilverigglanzend op de trast scheen te staan tot de opwinding van nog op de tafel lag. De verleiding kwam slapende velden en langs ryen statige popu- zyn metgezel. „U kunt me gelooven, als ik u op een ongelukkig oogenblik, juist toen de lieren. In de kamer verspreidde een kristal- zeg, dat ik absoluut niet de bedoeling had opwinding veroorzaakt door het spel, plaats len kaarsenkroon, die aan de zoldering was u te beleedigen! Zy, die spelen met den gemaakt had voor een gevoel van neerslachopgehangen, een gedempt licht over de tafel, vicomte de Lanthenon, zullen niet licht aan tigheid, en hy zag behalve de tafel en de maar het het overige van het vertrek in zyn eer twijfelen. Ik sprak dan ook uitslui- dobbelsteenen met de groote kans, niets duisternis gehuld. Aan de wanden hingen tend in uw eigen belang. — Het kwam zoo- anders voor zich dan een totale financieele verkleurde gobelins, en op een bed in een juist by me op, dat de heele zaak misschien ruïne.... Langzaam keerde hy terug naar der hoeken van de kamer lag een uniform- met weinig moeilijkheden voor u geregeld het midden van het vertrek. „Loop naar de maan, jy," riep hy opgewonden. „Ik jas, een zwaard en een dier lompe pistolen, zou kunnen worden." eh het lykt wel alsof je de duivel in zooals men ze in die dagen gebruikte. Een „Hoe?" was het korte antwoord. eigen persoon bent, capitaine!" eindje verderop, op een stoel, lag een De ander dacht even na. Het was hem aan „Praat geen onzin," zei de ander effen, andere uniform-jas en een zwaard, en op te zien, dat het hem niet gemakkelijk viel een der banken by de vensters kon men vaag hetgeen hy wilde voorstellen, onder woor- zyn slachtoffer naar de tafel volgend. „Indien je op myn aanbod niet wilt ingaan, een paar zadeltasschen ontdekken. den te brengen. Eindelijk zei hy: „Mag ik Terwijl de beide mannen zich over de vryuit spreken?" De vicomte haalde de moet je het niet aannemen...." Maar de vingers van den jongeman haddobbelsteenen bogen, waren hun gezichten schouders op, en de ander, die dit gebaar in de schaduw gehuld. De een, een tengere, voor een toestemming nam, vervolgde: „U, den zich opgewonden om den beker met de donkere man van middelmatige lengte, met vicomte, bent gouverneur van Lusigny voor dobbelsteenen gesloten. Twee-, driemaal liet een eenigszins terugwijkende kin en dunne den koning van Navarre; ik van Créance, hy ze op de tafel vallen, terwyl er een lippen — bleek naar de uitroepen die hij af voor den koning van Frankrijk. Slechts een koortsachtige gloed in zyn oogen schitterde. en toe slaakte, aan de verliezende hand te afstand van drie myl scheidt onze steden. „Indien ik win?" zei hy aarzelend. „Dan ga je met duizend francs naar zyn. Toch vertoonde de ander,, een veel Indien ik door een of ander toeval, laten forschere man, die in al zyn trekken den we zeggen gedurende een van deze mooie huis!" zei de capitaine rustig. „Indien je echten soldaat verried, geen enkel uiter- nachten, heer en meester worden kan van verliest, neem je op je een der poorten van lyk teeken van triomf of overmoed. Integen- Lusigny, dan zou me dit meer waard zyn Lusigny voor my open te zetten voorda de deel: hy bewaarde een voortdurend stil- dan de tweeduizend francs, die u my schul- maan weer vol is geworden. Dat is alles...." „En wat als ik verlies, en den prys niét zwijgen, slechts afgewisseld door een paar dig zijt. Begrijpt u my?" betaal?" vroeg de vicomte, terwyl er een formeele woorden, terwijl er een blik van „Neen," antwoordde de jongeman, „ik be- flauwe glimlach om zyn lippen speelde. angst en onderdrukte opwinding in zyn grijp u niet...." „Ik vertrouw op je woord van eer," zei de oogen schitterde. Af en toe keek hy den jon„Denk dan eens na over hetgeen ik heb capitaine. En hy wist, dat hij daar gerust geman tegenover zich eens aan, alsof hy gezegd," raadde de ander. op mocht zyn, hoe zonderling dit ook klinkt. zich afvroeg wat er in hem zou omgaan, en Gedurende geruimen tyd heerschte er een of de tyd al ryp zou zyn voor een of ander diepe stilte in het vertrek, terwyl de beide Een jonge edelman uit dien tyd mocht zyn meester en diens zaak verraden, zyn schuld. 20 —
die hy met spelen had gemaakt, zou hij onder alle omstandigheden als een eereschuld beschouwen en.... betalen. „Goed," zei de vicomte langzaam. „Ik stem toe. — Wie moet er het eerst gooien?" „Het blijft mij gelyk," antwoordde de capitaine, onder een masker van onverschilligheid een gevoel van opwinding verbergend, dat zyn wangen donker kleurde en zyn polsen heftiger deed kloppen. „Gooit u dan maar het eerst," zei de vicomte. „Met uw verlof...." En de dobbelsteenen in den beker doend, schudde de capitaine dien en liet de steenen toen kletterend op de tafel vallen. Hy gooide een vier en een drie.... De vicomte nam den beker en terwyl hij er de beide steenen in liet vallen, keek hy naar het raam. Het maanlicht, dat er nu schuins doorheen viel, trok in een hoek van het vertrek een breede zilveren baan op den grond. Mét het licht scheen er ook iets van de rust en de koelheid van den nacht naar binnen te komen en even aarzelde hij, maakte hij zelfs een gebaar alsof hy den beker weer op de tafel wilde neerleggen. Maar de goede impuls was snel verdwenen. Het was te laat nu, meende hy, en terwyl hy een paar woorden mompelde, die weigerden verstaanbaar over zyn droge lippen te komen, wierp hy de dobbelsteenen. Zeven.... Een vier en een drie.... Geen der beide mannen sprak een woord, maar de capitaine ratelde alweer met de steenen in den beker, en wèèr wierp hy ze op de tafel — ook dit keer met het air van iemand, wien de uitslag volkomen onverschillig is. De steenen rolden even over elkaar, bleven toen stil liggen. Wèèr zeven.... Er parelden kleine zweetdroppels op het voorhoofd van den vicomte, en zijn gezicht zag aschgrauw, Hy forceerde een glimlach, die meer op een grijns leek, en nam met bevende hand den beker en de steenen op. Met korte rukken schudde hy ze hpen en weer, liet ze op de tafel rollen, waar ze byna onmiddellijk stillagen. \ Zes De capitaine knikte ernstig. „Het geluk is nog steeds met me," zei hij, zijn oogen strak op de tafel gericht houdend opdat de ander de schittering van triomf er in niet zou ontdekken. „Wanneer keert u terug naar uw commando, vicomte?" De ongelukkige jongeman stond als een steenen beeld bij de tafel, starend naar de beide steenen die hem zijn ondergang hadden gebracht. „Overmorgen," mompelde hy, moeite doend zich te beheerschen. „Zullen wy dan afspreken den avond daarop?" vroeg de capitaine. „Goed." „We begrijpen elkaar," vervolgde de ander, zyn metgezel onderzoekend aankijkend, en nu met meer nadruk spre„WEL, WEL! DAAR IS 'KEES! KOM BINNEN, OUWE JONOEN !'•
kend. „Ik neem aan, dat ik volkomen op u eens kon terughalen, ze nog eens kon doorleven. Wat zou hij dan alles anders doen.... vertrouwen kan, vicomte?" Moe en hygend trad hy zijn woning bin„De Lanthenons hebben hun woord nog nooit gebroken," antwoordde de jongeman, hen, en besteeg, nadat hy de deur achter een klank van gekwetste ijdelheid in zijn zich gesloten had, de steenen trap welke stem. „Indien ik dien avond nog leef, mon haar zijn kamer leidde. De aandrang, capitaine, dan zal ik Lusigny in uw handen iemand deelgenoot te maken van den ongespelen. — Later zal ik myn best doen de lukkigen toestand waarin hij zich bevond, stad weer terug te winnen — op een andere was zoo sterk, dat hy blij was een donkere gedaante te zien, die half onderuitgezakt manier." „Ik zal dan geheel en al tot uw dienst in een stoel, voor het bijna uitgedoofde vuur zijn," antwoordde de capitaine met een lich- -in den haard zat. In die dagen was de te buiging. Het volgehde oogenblik was hij natuurlijke vertrouweling van een man zyn alleen — alleen met zyn triomf, zyn'hoop, bediende; zijn bediende, die op zyn landgoed was geboren, die op een matras aan zyn verwachtingen voor de toekomst.... Alleen met zijn grootheid, waartoe de ver- het voeteinde van zyn bed lag, die zyn overing van Lusigny de eerste stap zou zyn, billets doux bezorgde, die naast hem reed en waarvan hy niet weinig genieten zou in het gevecht en hem verzorgde als hy ziek ofschoon de fortuin hem tot dan toe meer was, die hem niet zelden van raad diende tegenslagen dan voordeden had bereid en bij de keuze eener vrouw, en die zijn oogen hy, hoewel reeds veertig jaar en met een sloot als hij sneuvelde in den strijd. De jonge vicomte wierp zijn mantel over langen staat van ruwen dienst achter den rug, nog slechts gouverneur van een eenvoudig, onbeteekenend landelijk stadje waS.... II. •Ondertusschen begaf de vicomte zich door de donkere straten in een toestand van wanhoop, die moeilijk te beschrijven valt, naar zijn woning. Huiverig, niet langer verhit door den drank, zag hy terug op hetgeen er was gebeurd, en hy begreep dat hy zyn financieelen ondergang alleen had voorkomen door zyn trouw als krijgsman op te offeren. Terwyl hy door de modderige straten liep, balde hij zijn vuisten. O, als hy de drie laatste uren
■'•V^v»!f'r..-
BOERINNETJES OP DE ONTBIJTTAFEL VrooHjke gehaakte eierwarmertjes. Voor het hierboven afgebeelde alleraardigste eierwannertje heeft men een heel klein popje no.odig — zonder beentjes — wat restjes wol en zes heel kleine knoopjes. Men begint met eerst den eigenlijken eierwarmer te haken, waarvoor men 22 lossen opzet. Hierop haakt men dan een toer stokjes. De twee volgende toeren bestaan ook uit 22 stokjes. In den vierden toer wordt er lot
18 steken geminderd en in den vyfden tot 16 stokjes. Dit lapje wordt dichtgehaakt, en dan is de eigenlijke eierwarmer klaar. Over den eierwarmer wordt het rokje van het boerinnetje gehaakt van zwarte en roode wol. Men gebruikt hiervoor wat dikkere wol en werkt in vaste steken, alleen de roode rand bestaat uit stokjes. Men meerdert flink, zoodat er een wyd, klokkend rokje ontstaat. Het schortje is van witte wol, een losse, een vaste gehaakt. Men zet tien steken op en meerdert in iederen toer een steek totdal men er ten slotte twintig heeft. Met een randje vaste steken wordt het schortje afgewerkt. Het lijfje wordt door zwarte vaste steken gevormd, terwijl men voortdurend oj) het poppenlijfje past. Het is afgewerkt met een wit randje en wordt met een zwarten draad, die over de zes knoopjes
— 72-
loopt, dichtgeregen over een vestje van roode stokjes. De mouwtjes zyn ten slotte weer van witte wol. Is het boerinnekostuum heelemaal klaar, dan trekt men het 't popje aan en geeft haar dan ook nog een kapje op van roode zijde en eenzelfde halsdoek. Ecnige van -deze vroolyke boerinnetjes in hun frissche pakjes zullen de ontbijttafel een heel fleurig aanzien geven en er het hare toe bijdragen, dat men den komenden dag met een opgewekt gemoed begint.
EEN „MOOIER TEINT verkrijgt U door een goede huidverzorging. Doe daartoe wat Radox in Uw waichwaterf Bij apothekers en erkende drogisten ä f 0.90 per pak ea f 0.15 per klein pakje.
RADOX
en stoel. „Sta op, idioot!" riep h« ongeluldig. „Schurk, hond 1" vervolgde hy, net steeds toenemende woede. „Om daar te itten slapen, alsof je meester niet geruïleerd was door dien schurk van een capiaine Bah V' voegde hy er bitter aan oe, op zijn volgeling neerziend. „Jy behoort ot het canaille, en je hebt noch eer, noch leid te verspelen...." De slapende man bewoog zich in zyn stoel pn draaide zich half'om. De vicomte, wiens reduld was uitgeput, trok de muts van zyn loofd en wierp ze op den grond. „Wil je uisteren?" riep hy. „Of ga heen en zoek een inderen meester als je dat liever doet. Ik )en geruïneerd! Hoor je me? Geruïneerd, jil ! Ik heb alles verloren — geld, land, Lusigny zelfs met dobbelen!' De man stond eindelijk op uit zyn stoel, bukte zich, raapte zyn muts op van den grond, en sloeg het stof er af. Geeuwend richtte hü zich op, „Ik vrees, vicomte," zei hy, terwijl zyn stem, hoe kalm ook, als een donderslag in de ooren van den jongeman klonk, „ik vrees, dat wanneer ie Lusigny hebt verloren, je iets hebt verloren wat niet van jou was." Terwijl hy sprak, gaf hy een schop tegen den haard, waardoor de half opgebrande houtblokken in elkaar zakten en de gloed van het plotseling oplaaiende vuur zijn gezicht verlichtte. Met een gevoel van onuitsprekelijke verwarring en teleurstelling zag de vicomte dat de man, dien hy voor zyn bediende had gehouden. Gil niet was, maar de laatste persoon in de heele wereld tegenover wien hij zich graag geuit zou hebben. Met een kreet van afschuw deed hy een paar stappen achteruit. „Sire!" riep hy, en toen zag ny geen kans meer nog een woord te zeggen. Zwijgend, bleek tot op zyn lippen, zyn hoofd op zijn borst, bleef hy onbeweeglijk staan. De man, tegenover wien hy zyn vergrijp had bekend, was de meester tegen wien hy had samengespannen om hem te verraden. „Ik had iets dergelijks verwacht," zei Hendrik van Navarre na eenige oogenblikken, terwijl er een sarcastische klank in zyn stem was. „Rosny vertelde my, dat de oude vos, de capitaine van Créance, aanhoudend je gezelschap zocht, vicomte, en ik merk dat zijn vermoedens zooals gewoonlijk uitstekend gefundeerd zyn! — Schande, vicomte! _. Hebt gij niets voor uzelf te zeggen? besloot hy, met waardigheid plaatsnemend. De jongernan bleef met gebogen hoofd sprakeloos staan. Dit beteekende zyn ondergang, zijn onontkoombaren ondergang. „Sire," zei hy eindelijk, „Uwe Majesteit heeft recht op myn leven, niet op myn eer." „Uw èèr!" herhaalde Hendrik IV, met een bytende ironie. De jongeman schrok op, en even vlamden zijn wangen onder het wei-verdiende verwijt, maar hij herstelde zich. „Ik ben bereid," zei hy, „mijn schuld aan Uwe Majesteit te betalen." „Omdat je toch op de een of de andere wijze betalen moet," zei Hendrik IV zachtjes. „Maar ik sta er óók op, mijn schuld aan den capitaine van Créance te betalen." „O," antwoordde de koning. „Dus je wilt, dat ik je waardeloos leven neem, en dat jij Lusigny kunt overgeven. Bedoel je dat?" „Ja. — Ik stel myn leven in uw handen, Sire." „Onzin, mynheer," zei Hendrik IV kwaad. „Je praat als een kind. Een dergelijk aanbod is dwaasheid, monsieur de Lanthenon, en dat weet je. Luister! Het is een geluk voor je, dat ik vanavond hier gekomen ben, om een onderzoek in te stellen. Je dwaasheid is alleen aan my bekend, en ik ben bereid ze door de vingers te zien. Hoor je mij? Wees dus flink, en gedraag je als een man. Je bent nog jong, en ik verceef je. Dit zal alleen tusschen jou en mij blijven." De oogen van den koning kregen een zachtere uitdrukking, terwijl ae vicomte zyn hoofd op zyn borst liet zakken. „Je hoeft aan het heele voorval niet meer terug te denken ■—
niet eer dan op den dag, dat ik het je zal Vroegere atkleet bijna hulpeloos zeggen. Nu, monsieu^ de Lanthenon, voor Frankrijk en voor Hendrik " door rheumatische pijnen De koning stond op terwijl hy deze laatste woorden zei en stak" zijn hand uit. De vicomte viel op een knie, greep de hem Nu weer soo lenig als een kat toegestoken hand en kuste haar eerbiedig, Hy schryft ons o.a.: „Myn knieën waren maar sprong toen weer op. „Sire," zei hy, hoog opgericht voor zyn meester staand, door een rheumatische aandoening zoo styf, en terwijl zyn oogen schitterden, „sire, u dat ik slechts met veel pyn en moeite uit een bent veel te edelmoedig tegenover my. Er stoel kon opstaan. In myn jonge jaren had is nu slechts één manier waarop ik myn ik nog wel in twee elftallen gevoetbald en dankbaarheid kan toonen, en dat is door hield ik het schoolrecord op de 100 en 200 u te bevryden van een dienaar, die zyn meter. Nadat ik zonder resultaat verschillenvijanden nooit meer in de oogen kan de wryfmiddelen had geprobeerd, nam ik een proef met Kruschen Salts en om kort kyken." „Wat voor een nieuwe dwaasheid is dat te gaan, ik ben nu weer zoo lenig als een W. S. F. nu weer?" ïei Hendrik IV ernstig. „Begrijp kaA Kruschen Salts spoort Uw afvoerorganen je niet, dat ik je vergeven heb?' „Jawel, Sire, maar ik kan nu Lusigny niet aan tot actieve geregelde werking, waardoor meer overgeven aan den capitaine van Uw lichaam gezuiverd wordt van alle schaCréance, en dus moet ik mij van de schuld deiyke stoffen, o.a. het gevaarlyk urinezuur, die ik tegenover hem heb bevrijden op de wat in de meeste gevallen de oorzaak is eenige manier, die mij nog slechts mogelyk van Uw rheumatische pyrien. Geleidelyk is," antwoordde de jongeman standvastig. maar zeker zullen de pijnen ophouden en U „De dood is niet zoo hard, dan dat ik niet zult zich zoo goed voelen als in de beste liever tweemaal sterven zou dan mijn eer dagen Uwer jeugd. Kruschen Salts is verkrygbaar by alle apothekers en erkende te verliezen." „Dat is krankzinnigheid," nep de koning drogisten k ƒ0.40, ƒ0.75 en ƒ1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, verontwaardigd. „Mogelyk," antwoordde de vicomte, zoowel als op de buitenverpakking, de naam „maar Uwe majesteit zou het in mijn plaats Rowntree Handels My., A'dam, voorkomt. niet anders voelen. Ik heb mijn woord tegenover den capitaine vart Créance gegeven, en ik ben van plan het te houden — IN DIT BLAD HEEFT of te sterven!" De koning scheen het standpunt van den MEN ZELFS MET EEN jongeman te begrijpen en met een blik van KLEINE ANNONCE heimelijke bewondering om zijn moed in de oogen keek hy hem aan. • EEN GROOT SUCCES „Ik geloof, dat je slechts gekscheert,' zei hy echter. „Neen, Sire," antwoordde de jongeman ernstig. „In mijn land is er een gezegde, dat luidt: „De Lanthenons zijn slechte spelers, maar goede betalers". Ik wil niet (de eerste zyn, die erger is dan mijn naam." Hy sprak zoo kalm en vastberaden, dat de koning van verbazing eerst geen woord kon uiten en gedurende eenige minuten zwij( gend de kamer op en neer liep, innerlyk de vasthoudendheid van den vicomte verwenschend, maar aan den anderen k^int haar toch bewonderend, want ook hy was een echt kind van zijn tyd. Eindelijk bleef hy staan, een half onderdrukten uitroep slükcnd. „Wacht eens," riep hij, „ik heb het gevonden! Voor den duivel, kerel, ik héb het!" Zyn oogen schitterden en met een zwaren slag deed hy zyn vuist op de tafel neerkomen. „Ha-ha, ik heb het," herhaalde hy. De vicomte keek hem verbaasd, byna ongeloovig aan. Maar toen de koning hem op snellen, gefluisterden toon zyn plan had medegedeeld, onderging zijn gezicht een totale verandering. Het bloed vloeide terug naar zyn wangen; hoop en verwachting straalden uit zyn oogen. Zyn heele wezen Stelt U prljt op fraai glamand haaf? Naam leek opeens veranderd. In een oogwenk lag dan aant aan proef mat Blondona of Brunatta, hy op zyn knieën, kuste de hand van den da nieuw«, alkalivrije haarwasmiddalan. koning, zyn oogen stralend van dankbaarBlondona bavat Kamllloflor an gaalt hierheid. door zalft aan donkerder geworden blond Hierna spraken de beide mannen nog lanhaar weder aan fraaie, lichte tint, terwijl gen tyd zachtjes met elkander, en het geBrunatta, doordat het Haqull bevat, aan fluister van hun stemmen werd meer dan donker haar da mooie, diepe glant geelt, eens door een kort gelach onderbroken. dia het haar van Brunetten de grootste aanToen zy eindeiyk afscheid namen, en Hentrekkelijkheid verleent. En... na behandeling drik IV, zyn gezicht verborgen in de plooien mat deze moderne haarwatmiddelan laat van zyn half opgetrokken mantel, naar zyn het haar zich bijzonder gemakkelijk kappen, verblyf was teruggeslopen, waar engetwyterwijl geen speciaal naipoelbad nodig It. feld meer dan één trouwe metgezjl hem met angst en vreeze verwachtte, wierp de VOOR BLOND vicomte zyn raam open en staarde naar buiHAAR ten, in den nacht. De maan was. ondergegaan, maar de sterren schenen npg vreedzaam aan den donkeren hemel boven zyn hoofd. De majesteiteiyke pracht van het uitspansel maakte diepen indruk op zyn ontvankeiyk gemoed en terwyl zyn slapen VOOR klopten van opwinding, nam hy zich heilig DONKER HAAR voor van dat oogenblik af de trouwste VH 81-021 dienaar van zyn koning te zijn.
llu> noo*, rtcuv
^m
III.
verschiet, en terwyl hy zyn paard even inhield om de mannen te laten voorbijtrekken Intusschen genoot de capitaine van en hen te monsteren, voelde hy geen enCréance van zyn aanstaanden triomf. Hij kelen twyfel aan het welslagen van zyn staarde niet naar buiten, in den nacht, maar onderneming bij zich opkomen. liep zyn kamer op en neer, plannen maNatuurlyk — mits er geen verraad in het kend, en berekenend hoe hy het meeste pro- spel was! Maar van verraad viel er niets te fyt van zyn succes zou kunnen trekken. bespeuren. De soldaten hadden nauwelijks Betrekkelijk was hy nog jong, vond hy nu. halt gehouden onder de laatste groep Hy had nog een carrière voor zich. Hy zou populieren, toen er reeds een gedaante achnog hooger klimmen. Hij zou niet gauw vol- ter een der stammen vandaan kwam en op daan zijn! De tyden waren verward, de ge- den capitaine toetrad. Tot zyn verbazing legenheden vele, de dwazen talryk. Stout- zag deze, dat het de vicomte zélf was. Een moedige mannen met overleg en hersens oogenblik dacht hy, dat er iets verkeerd waren er weinig. was gegaan, maar reeds de eerste woorden Toch wist hij, dat hy nergens zeker van van den ander stelden hein gerust. kon zyn zoolang Lusigny niet werkelyk in „Het is in orde," fluisterde de vicomte, zyn bezit was, en de eerstvolgende twee toen de capitaine zich naar hem overboog. dagen bracht hy dan ook door terwyl hij „Ik heb myn woord gehouden en' ik geloof tusschen hoop en vreeze heen en weer ge- met, dat er eenigen weerstand geboden zal slingerd werd. Zou zijn opzet slagen of mis- worden. De planken, om de kasteelgracht lukken? Maar er gebeurde niets waaruit hy te overschrijden, liggen voor de poort. Klop zou kunnen afleiden dat de vicomte zyn drie keer aan de poort, en ze zal worden woord niet zou houden. Integendeel: de opengedaan. Er zyn by elkaar in de heele vicomte deelde hem eenige noodzakelyke stad geen vyftig gewapende mannen!" byzonderheden mede, en mannen, die in „Goed," antwoordde de capitaine, op zijn eigen dienst waren, berichtten hem dat denzelfden voorzichtigen toon. „Maar u.... de gouverneur van Lusigny schikkingen „Men denkt, dat ik ergens anders ben had getroffen, die geen twyfel lieten of de Ik moet nu gaan Ik heb vannacht nog verliezer was bereid zyn schuld te betalen. een heel eind te ryden. Vaarwel." Het was dan ook terwyl hy innerlyk zeker „Tot weerziens," antwoordde de capiwas van zyn zaak, dat de capitaine twee uur taine, maar de vicomte was reeds in de vóór middernacht Créance verliet, op een duisternis verdwenen. avond dat het weer gunstig scheen voor zijn Een zacht gegeven bevel zette de mannen onderneming. Het was donker, maar hy ken- weer in beweging en even later stonden zy de den weg goed. Hy had een uitstekende • op den oever van de gracht, terwyl de ombewapende troep by zich; dertig man van trekken van de stadspoort zich boven hun zyn eigen garnizoen, allen flinke, forsche hoofden afteekenden, iets donkerder dan kerels, en zes ruiters, hem geleend door den de wolken, die snel langs den hemel voortgouverneur van Montauban. Daar de vicom- gleden. Een oogenblik van aarzeling, van gete op zich had genomen de helft der bezetdachten aan mogelijk verraad, terwyl iederEEN VERHEVEN STANDPLAATS ting van Lusigny onder een of ander voor- een even huiverde — want er, is iets in een wendsel uit de stad weg te zenden, en een nachtelyken overval wat zelfs den dapperledere vyf minuten sprong er met luid der poorten door een vertrouwde hand te sten even vrees voor zyn leven doet koes- hoefgekletter op de ruwe keien, een ruiter laten openen, reed de capitaine vol goeden teren — en toen waren de planken gevon- weg om het nieuws van de inname van Lumoed voort, met een glimlach om de lippen den en werden ze zoo voorzichtig moge- signy te gaan mededeelen aan Montauban of luisterend naar het gekletter van de wapens lijk over de gracht gelegd. Het gebeurde zoo Labors; en lederen keer dat dit gebéurde, der mannen, die achter hem kwamen. Hy behoedzaam, dat geen mensch in de stad kreeg de capitaine een nieuw gevoel van zag een gemakkelyke overwinning in het er iets van merkte en het volgende moment triomf en macht Plotseling werd het gemompel der be, stond de capitaine met eenige van zyn mannen reeds vlak by de poort. Nog steeds werd woners van de stad onderbroken door een er geen enkel geluid gehoord, behalve het ander geluid: het hoefgetrappel van een hygend ademhalen van de mannen naast en paard, dat zich niét verwijderde maar inachter hem. Voorzichtig klopte hy drie keer tegendeel naderkwam. Er was iets in het en wachtte. De derde klop had echter nau- geluid wat maakte dat de capitaine zich welijks weerklonken of reeds ging de poort schielyk op zyn paard omdraaide, terwyl een angstig voorgevoel hem bekroop. Een zonder eenig geluid te maken open. renbode kwam de markt opstuiven en hield Een blik in de leege straten en op het « gezicht van den portier vertelde den capi- zyn paard pas in, toen hy reeds vlak by den taine direct, dat de vicomte zyn woord had capitaine was. Hy sprong op den grond, gehouden. Maar hy was een veel te gerou- terwyl zyn gezicht bleek zag en zyn oogen tineerd soldaat om uiteindelijk toch nog geen met bloed doorloopen waren. Zyn rechterEEN NIEUW RECEPT! hinderlaag te vreezen, en zyn mannen zoo arm zat in een doek, waarop versehe bloedGeen enkel middel brengt spoediger ver- snel ze binnen konden komen in marschorde vlekken zichtbaar waren. Met een nauweonderdrukten vloek herkende de capilichting in gevallen van catarrh, verkoud- scharend, stond hy geen van hen toe verder lijks taine den officier, aan wien hy het bevel te gaan dan nadat ze allemaal binnen waren. heid, hoest, enz., dan dit eenvoudig recept, over Créance had toevertrouwd. dat door de hoogste medische autoriteiten Maar toen, terwyl zyn hoorn een wilde „Wat beteekent dat?" brulde hy byna. werd goedgekeurd. Koopt by Uw apotheker fanfare van triomf deed schallen, sprongen „Hy heeft Créance bezet!" hygde de man. de soldaten, aangevoerd door den capitaine, of drogist 30 gram Vervus (dubbel geconcen- vooruit, verdeelden zich zooals afgesproken „Hy heeft Créance bezet!" „Wie?" riep de capitaine, terwyl zyn getreerd). Vermengt het thuis met een kwart was in twee groepen, en toen de stad eenige liter heet water en een eetlepel suiker, siroop oogenblikken later wakker werd, was zy zicht purper zag. „De kleine man Hendrik IV! Hy viel of honing. Het resultaat is een groote flesch reeds in handen van den vyand.... de stad aan met een groote macht, een uur met de sterkste en doelmatigste medicyn, zoo Zooals de vicomte had beloofd, werd er nadat u was vertrokken, en hy had de pooraangenaam van smaak, dat zelfs kinderen, geen weerstand geboden. Wel is waar had- ten reeds opengerammeid voordat wy één die lastig innemen, het graag lusten. De eer- den eenige mannen naar de wapens gegre- schot konden lossen. We hebben gedaan wat pen, maar toen zy de overmacht zagen die ste eetlepel van deze Vervus siroop doet onwe konden, maar we waren één tegen zeven. middellijk de hinderlyke verkoudheid ophou- hen dreigde, legden zy ze zonder er gebruik Ik zweer u capitaine, dat we alles hebben den. De verstopte neus wordt gereinigd, de van te hebben gemaakt, neer. De officier, die gedaan wat wc konden. Zicthier " Hy by de afwezigheid van den vicomte het toonde zyn gewonden arm. ademhaling vergemakkelijkt, het hoesten bevel over de stad voerde, gaf zyn degen Paars van woede slaakte de capitaine een houdt op en de infectie wordt tot staan ge- over aan den capitaine, die terwijl hij midbracht. Deze Vervus siroop is gemakkelyk den op het marktplein op zijn paard gebeten verwensching. Het was niet alleen dat hy te maken en zoo'n groote flesch van deze was, zyn bevelen gaf en ordonnansen weg- zyn gouverneurschap en alle andere eerbewijzen in rook zag vervliegen, maar hy uitstekende medicyn kost niet veel. Indien stuurde met het nieuws, en zich in zyn ver- begreep tevens dat hij zichzelf in de oogen U geen tyd heeft om de siroop te maken, beelding reeds gouverneur van een heele van het heele koninkrijk belachelijk had provincie Mg. neemt dan een halve theelepel zuivere Vergemaakt. En dat was inderdaad ook zoo. Terwyl het roode licht der toortsen op Tot op den huldigen dag is er geen enkel vus met een weinig water. Ieder, die gevoelig is voor verkoudheid en catarrh neme er een de pieken en zwaarden van zyn soldaten van de verhalen over de dapperheid en viel, verdrongen de bewoners van de stad krijgsmanskunst van den Grooten Hendrik, proef mee. zich de hoeken van het plein, angstig om die Zuid-Frankryk met zooveel trots van Knipt dit recept uit, om U eraan te her- zich in heen ziend, en zich afvragend welke zijn vroegeren koning vertelt, zóó geliefd inneren Vervus by Uw apotheker of drogist gevolgen de bezetting van hun stad door als do geschiedenis van den ruil van Créance Ie koopen. den vyand voor hen hebben zou. voor Lusigny. . ..
MAAKT ZELF UW HOESTSIROOP
- 24 -
VOOR ONZE JONGE
HET AVONTUUR VAN EEN GOUDVISCH
Wat Goudstaart in de groote zee overkwam. Ach, wat zou ik toch graag eens wat vacantie hebben," zuèhtte goudvisch Goudstaart dikwijls wanneer de kleine Liesje, die in een dorpje aan zee woonde, met hem op het strand speelde. Nu moet je weten, dat Goudstaart geen echte visch was. O neen, hij was maar van gummi, doch dat belette niet, dat Liesje heel wat pret met hem kon hebben. Ze gooide hem vaak een eind in zee, en dan droegen de golven Goudstaart weer terug naar het strand, waar Liesje juichend op hem stond te wachten. Goudstaart vond dat spelletje echter niet attijfl even prettig, en dikwijls wenschte hij daarom, eens vrij te mogen zijn om net als de echte visschen naar hartelust in de groote zee te kunnen rondzwemmen. Op zekeren dag, juist toen het eb was — jullie weten wel, dan is het strand veel breeder, en komen de golven veel minder ver dan bij vloed — liep Liesje met Goudstaart langs de zee. ■ Ze trok hem voort aan een touwtje, en Goudstaart moest telkens over allerlei zandbobbels springen, wat hij natuurlijk-niets leuk vond. Eensklaps liet Liesje het touwtje echter los en ging mooie gekleurde schelpen zoeken, die overal om haar heen lagen. Ze dacht heelemaal niet meer aan Goudstaart, die daar eenzaam en verlaten aan de zee lag. Toen het donker werd, ging ze met haar emmertje vol schelpen naar huis, en had ze Goudstaart heelemaal vergeten! Eerst voelde Goudstaart zich erg eenzaam en verlaten, maar plotseling werd hij opgenomen door een groote golf, die hem een heel eind in zee droeg. Zoo ver was hij nog nooit geweest, en hij schrok dan ook geweldig van al dat water om zich heen Overal waar hij keek zag hij niets dan golven! Zoo had hij zich de zee toch eigenlijk nooit voorgesteld, en hij had er dan ook heel wat voor over gehad, wanneer hij weer veilig en wel op het strand was geweest. Maar daar kon hij niet meer komen, want het
DE TIMMERMAN „^.Is ik groot ben word ik werkman Met een hamer en een tang," Zoo sprak altijd mijn klein broertje „Want voor werken ben 'k niet bang!" Altijd was hij aan het timmeren, Slaan op deuren en op kast; Moeder was er dikwijls boos om Want dat timmeren was een last! „Ach hoe kan ik," sprak mijn broertje, „'n werkman worden, groot en sterk. Als ik niet mag slaan en haam'ren, Dat wordt later toch mijn werk?" Maar toen broertje op een morgen Weer zoo ijv'rig bezig was Hoorden wij hem eensklaps schreeuwen En wij kwamen juist van pas'. Daar zat broer nu, en zijn duim Zag dik en groen en paars en rood. „Moeder, ik wil nóóit meer timmeren, 'k Geloof mijn duim is bijna dood!" En hij heeft ook woord gehouden. Nooit nam hij meer boor of tang Ook geen hamer en geen spijkers Want van timmeren was hij.... bang! was vloed geworden, en er zat dus niets anders voor hem op, dan zich door te zwemmen boven water te houden. Plotseling kwam er een dier op hem af met allemaal stekels. „Zeester is mijn naam," stelde het zonderlinge dier zich voor, en Goudstaart vertelde hoe hij heette. „U bent hier zeker vreemd?" vroeg de zeester nieuwsgierig. „O neen," antwoordde Goudstaart, die dacht, ik laat me niet uithooren. „Maar ik kom van heel ver," besloot hij, terwijl hij een wel wat angstigen blik achter zich naar het strand wierp, dat hij nu nauwelijks meer kon zien.
-
25-
„O, dan bent u zeker de dokter, die ons prinsesje komt genezen," riep de Zeester. üoudstaart wist niet precies wat hij daarop antwoorden moest, en daarom mompelde hij maar iets, en zwom snel door. Maar hij had inmiddels ergen honger gekregen. Waar zou hij wat kunnen eten, dacht hij. Ha, daar kwam een kabeljauw aangezwommen. Misschien dat die hem wel inlichtingen icon geven. Goudstaart stelde zich netjes voor en vroeg, waar hij ergens zijn honger zou kunnen stillen. „O, kom maar mee," gorgelde de dikke Kabeljauw, „dan gaan we naar het Scholhuis. Daar is het gezellig en kunt u heerlijk eten." Het was inderdaad erg gezellig in het Scholhuis. Zeerozen versierden de wanden, en de tafels waren ingelegd met mooi gekleurde schelpen en hel roode koraal. Goudstaart deed zich te goed aan algensalade en zeewierpastei. Alles ging uitstekend naar zijn zin, totdat er eensklaps een kleine Pieterman naar binnen kwam zwemmen, en Goudstaart mededeelde, dat hij onmiddellijk meé moest naar Koning Haai. De Zeester had de komst van dokter Goudstaart aan het hof gemeld, en direct had de koning den Pieterman, die zeer snel kon zwemmen, gestuurd, om hem te halen. Duizend angstige gedachten vlogen Goudstaart door het hoofd, maar hij liet er niets van merken. Hij durfde echter niet te zeggen, dat hij geen dokter was, uit angst, dat hij dan gestraft zou worden. Vol heimwee dacht hij aan de kleine Liesje, die nu zeker al lang op haar eene oor in haar bedje zou liggen, onbewust van de gevaren, waaraan haar visch bloot stond Zoo vlug ze konden zwom Goudstaart met den Pieterman mee naar den koning, en daar hoorde hij pas, wat er aan de hand was. De prinses had een van haar schubben gewond aan een schelp en nu wilde de wond maar niet genezen. Goudstaart had het even heel erg benauwd, maar toen schoot hem plotseling te binnen hoe Liesje hem eens gerepareerd had toen hij een wondje aan zijn staart had, door er een stukje gummi op te plakken. „Vlug," zei hij tegen den koning, „laat me direct een blaadje van een zeeroos uit uw tuin brengen, en een beetje vischgrom." Na een paar minuten had Goudstaart het gevraagde en repareerde hij de schubben van het prinsesje door er het blaadje van de Zeeroos op te plakken. De Koning en heel het hof waren Goudstaart verschrikkelijk dankbaar voor zijn hulp en als belooning stelde de Koning hem als zijn lijfarts aan, iets wat Goudstaart graag aanvaardde, daar hij niet wist hoe hij ooit weer den weg naar Liesje terug zou kunnen vinden. En hij werd in zijn nieuwe omgeving heel erg gelukkig. Liesje huilde echter nog dikwijls over haar „stouten" visch, maar zij vergat dan, dat zij er zélf de schuld van was, dat zij hem was kwijtgeraakt.
Op jacht naar een woedenden olifant Hoewel het avontuur, dat hieronder verhaald zal worden, reedt eenlge jaren geleden Is gebeurd, kan Graham, de hoofdpersoon er van, er toch nog niet aan terug- denken zonder dat er een koude rilling langt zijn rug loopt, en vaak ook nog wordt hij det nachts luid gillend wakker, wanneer hij In den droom het verschrikkelijke gebeuren voor den zooveeltten keer opnieuw beleeft... Graham wat assistent op een rubberplantage, die in het hart van het schiereiland Malakka lag, geheel omgeven door het ondoordringbare oerwoud. Behalve langt de „paden", die de wilde zwijnen en de olifanten er in geploegd hadden, wat het totaal onbegaanbaar. Zooalt wel niet ändert verwacht kon worden, werd de plantage als het ware overstroomd door allerlei wilde dieren. Een kudde olifanten bracht bijna lederen nacht een bezoek. Ze liepen de omringende afrastering onderttboven, vernielden de rubberboemen en vertrapten den nieuwen aanplant. Af en toe kwamen de rubber-tappert, die op afgelegen gedeelten werkten, des ochtends op het kantoor van den administrateur om te vertellen, dat zij niet meer aan den arbeid durfden gaan, omdat „toean Harlmau" (mijnheer tijger) rondsloop, loerend of hij een van hen niet voor zijn maaltijd kon bemachtigen. Ja, tijgers bezorgden heel wat last en ongerief, en Graham herinnerde zich bijvoorbeeld nog een ochtend, dat de „boy" den administrateur niet was komen wekken, omdat er een tijger tusschen zijn slaaphut en den bungalow zat, die aandachtig zijn snorren oppoetste... Op een dag, toen de administrateur voor zaken afwezig was, verscheen er een deputatie inheemschen uit een in de buurt gelegen nederzetting op de plantage. Graham ontving de mannen, die erg zenuwachtig deden. Na de gebruikelijke plichtplegingen ter begroeting, sprak de oudste van hen, die de hoofdman van den kampong was: „Toean, er is een olifant." En toen kreeg Graham het verhaal te hoeren... Drie nachten geleden was er 'n enorme olifant met grodte slagtanden naar den kampong gekomen, en had er de Jonge paddi geheel vertrapt HIJ had een leven als een oordeel gemaakt en tegen den ochtend was hij pas verdwenen. Oen nacht daarop was het monster teruggekeerd, en dit keer was hij beslist krankzinnig geweest, Twee der kampongbewoners hadden Juist een wandelingetje in de omgeving gemaakt, en toen zij wilden terugkeeren, kwamen zij den razenden olifant tegen. De bruut had hen een voor een gegrepen, hen in de lucht geslingerd, en daarna met zijn slagtanden zoo deerlijk verminkt, dat zij binnen weinige oogenblikken aan hun verwondingen waren bezweken. De olifant was daarna weer de rijstvelden opgerend, om er zoo mogelijk nog grootere schade aan te richten dan den eersten keer. Oen volgenden nacht was hij andermaal teruggekomen, totaal geen aandacht schenkend aan de kogels, die de verschrikte dorpsbewoners uit hun ouderwetsche geweren op hem afgevuurd hadden. HIJ had vier hutten onderstboven geloopen, en drie der bewoners gedood, toen zij peprobeerd hadden* te vluchten. — Dit waren de hoofdzaken van 't relaas dat de hoofdman deed, en zijn verzoek was nu, of de toean den oifant niet wilde doodschieten... Natuurlijk wilde Graham dat. Het was eigenlijk juist een kolfje naar zijn hand, want hij was in hart en ziel jager. En Tudor, een andere assistent, wilde hem wat graag vergezellen, waarmee Graham 't direct eens was... Daar het reeds laat In den namiddag was, werd er overeenaekomen, dat zij met de Inheemschen zouden meegaan, om In hun kampong te overnachten, ten einde er den volgenden ochtend, zoodra het dag werd op uit te kunnen trekken, Voordat de duisternis was Ingevallen, hadden de mannen den kampong bereikt. Onmiddellijk namen Graham en Tudor de schade In oogenschouw, die de olifant had aangericht
rechts van Graham stond, legde zijn geweer aan en schoot! Maar er kwam geen knal! HIJ had vergeten zijn geweer te laden en de drijEEN REEKS SPANNENDE AVONvers hadden zijn patronen mee in den boom TUREN NAAR WAARHEID VERTELD genomen! Onmiddellijk begreep Graham, dat hun belder leven nu alleen van zijn eigen waen het .bleek hun, dat de hoofdman in geen pen afhing... enkel opzicht had overdreven! Practlsch gesproken Is de eenige kwetsbare De kampongbewoners keken hen hopeloos plek aan een olifant e*" soort kuil in zijn aan; iedereen bevond zich blijkbaar in den schedel, ongeveer zoo groot als de palm van ban van een versehrlkkelljken angst Alle Iemands hand. Een schot in de oogen is evenbewoners van hutten, die aan den kant van eens fataal, maar dit doel is te klein om te het oerwoud lagen, hadden hun Intrek genokunnen verwachten, dat men het bij een olimen In hutten, die meer in het midden van fant, die woedend op den jager komt toestorhet dorp lagen, en men had een rij vuren aanmen, kan treffen. In dit geval brak de olifant gelegd, in de hoop, den bruut daarmee in den echter met alle regelen, die voor dergelijke komenden nacht op een afstand te kunnen omstandigheden gewoonlijk gelden, want hij houden. kwam aanrennen met den bek wijd open en Er werd overeengekomen, dat Graham en zijn slurf over zijn kop geslagen, zoodat de Tudor er den volgenden ochtend, zoodra het „kuil" geheel bedekt was. In het dichte kreudag zou zijn geworden, met twee ervaren drijpelhout kon Graham zijn voorpooten niet onvers op uit zouden trekken om den olifant te derscheiden, zoodat hij geen kans zag daarop zoeken. De drijver« zouden zijn spoor volgen, te mikken ten einde den olifant „neer te De Indische sportvlleger» W. D. Rous en H. A. Souman. die op 19 Februari en men mocht hopen dat men hem binnen een brengen". vsn Tjilllitan vertrokken, zijn vorige week behouden op Schiphol geland, waar paar uur gevonden zou hebben. Ook dien Er zat dus niets anders voor hem op dan de zij enthousiast werden ontvangen. — Links Souman, rechts Rous. nacht bracht de olifant weer zijn Inmiddels kogels die er In het magazijn van zijn geweer gebruikelijk geworden bezoek, en zoowel Grazaten, luk-raak op den olifant af te schieten. ham als Tud^r hoorden hem uren lang op verTudor, die geen voet van zijn zijde week, hoeschrikkeiijke wijze te keer gaan. Ook ditmaal wel hij practlsch ongewapend was, telde de moesten eenlge huizen het ontgelden. schoten... vier, vijf, zes... Maar de olifant Toen de zon nauwelijks op was den volgenscheen onkwetsbaar. Met onweerstaanbaar den ochtend, begaven de vier mannen, nagegeweld kwam hij aanrennen, trompetterend en staard door de dorpsbewoners, zich op pad. stampend, dat hooren en zien er van verginHet was opmerkelijk te constateeren, hoe snel gen. Graham had nu nog slechts twee kogels de drijvers het meest versehe spoor gevonden op zijn geweer. Zou hij het woedende dier hadden, dat bijna zigzag het oerwoud inliep. hiermee tot staan, kunnen brengen? Hij schoot De Indrukken In den grond wezen duidelijk den zevende af, en toen den achtste — den uit, dat het een dier van geweldige afmetinlaatste..,! Het volgende oogenblik was de oligen moest zijn, want zijn veorpooten bleken fant echter vlak bij de twee mannen en zij een omtrok van ruim één meter twintig te weken uiteen om niet onder zijn pooten verhebben! pletterd te worden... Tudor naar rechts, Graham naar links, naar den boom, waarin de Plotseling bleven de drijvers »taan en bedrijvers zaten. En dit zou zijn behoud blijken duidden den beiden blanken door een handgete worden... baar op hun hoede te zijn. Toen wezen zij Het woedende dier scheen het op, Graham naar links... Graham en Tudor zagen den oligemunt te hebben, en hetgeen er mli 'volgde, fant direct staan, — dat wil zeggen, zij zagen gebeurde in nog geen twee seconden. De oligedeelten van hem — terwijl hij bezig was fant greep hem met zijn slurf beet en wierp met zijn slurf takken en bladeren van een hem op zijn kop. Toen bleef hij opeens staan, boom af te trekken. Hij had hen niet gehoord, alsof hij na wilde denken over hetgeen hij en ging met eten door terwijl zij hem voorzichtig gadesloegen. met hem zou kunnen doen... Juist op dat oogenblik trok een kreet uit Ze stonden naast een boom, waarvan de den boom, waarin de drijvers zaten, Grahams stam een middellijn had van ongeveer dertig aandacht en tegelijkertijd viel er Iets uit de centimeter, te midden van het tot aan hun takken op zijn schouders. Het was een saborst reikende kreupelhout en gras. Dekking rong, een lange, sterke, gekleurde doek, dien was er zoo goed als niet Vftör hen bevond de inheemschen ais kleeding dragen. zich niets dan gra», en eerst pas op een afGraham begreep direct wat de bedoeling stand van misschien tien meter groeiden er was, hetgeen, zooals hij achteraf erkende, weer eenlge boomen. Aan hun Hnkerhand beslechts een kwestie van intuïtie geweest kon vond zich echter een tamelijk stevige boom, zijn. Hij greep den sarong stevig vast met dikke takken, die betrekkelijk laag bij den en op hetzelfde oogenblik stompte een grond zaten. der drijvers een bos versehe bladeren, die hij Het was onmogelijk om den olifant dichter aan het uiteinde van een tak bevestigd had, te naderen, zonder dat hij hen zou hooren, en in den open bek van den olifant. De man deed ledere poging om een betere plaats te zoeken, dit met zóó'n kracht, dat het dier genoodvanwaar Graham en Tudor op hom zouden zaakt was zijn slurf wat om te buigen, en kunnen schieten, zou hetzelfde gevolg hebben hierdoor zijn aandacht even van Graham af gehad. De olifant stond met den staart naar te wenden. Deze gleed onmiddellijk van den hen toegekeerd, doch er was iets van zijn kop van den olifant, maar hield het uiteinde rechterzij te zien. van den sarong stevig vast. Het eerste wat Graham merkte, was, dat Hierop hadden de drijvers gewacht, en in de beide drijvers In den boom aan hun linkereen oogwenk hadden zij hem aan den doek, hand waren geklommen, en zich languit op waarvan zij het andere einde om den tak van een paar dikke takken hadden neergelegd. den boom geknoopt hadden, omhooggetrokken, Hét waren verstandige kerels... In den boom... Fluisterend overlegden Graham en Tudor Juist toen hij den tak bereikt had, viel de wat zij moesten doen. Ze kwamen tot de congroote olifant, zonder ook maar één enkel geclusie, dat het geen zin had om een andere luld te geven, dood neer. standplaats op te zoeken; het eenlge wat er Een onderzoek bracht aan het licht, dat op zat was het dier van achteren aan te schieGraham hem door den slurf heen, toch in den ten en daardoor te maken, dat hij zich om„kuil" van zijn kop geraakt had. De kogel had keerde. echter, zooals gebleken was, niet de uitwerGraham vuurde een kogel af, mikkend op king gehad, dat het dier direct gedood werd, een plek naast den staart van den olifant Hij maar ongetwijfeld was de wonde toch mede raakte, en het dier zakte door zijn veorpoode oorzaak geweest, dat hij, toen het bosje ten, maar in het volgende oogenblik kwam hij bladeren In zijn bek gestopt werd, den greep weer overeind, draalde zich om en kwam als van zijn slurf wat moest loslaten, waaraan een dolle op de belde jagers afl Tudor, die Graham stellig zijn behoud te danken had! Whotos Pol.)
OP LEVEN EN DOOD
Aan drie der grenadlerf van Waalsdorp werd een proef-unilorm uitgereikt. Uit deze drie uniformen zal een keus gedaan worden en dan zal het geheela Nederlandsche leger er van voorzien worden.
UIT HET VOLLE LEVEN
-26 ■
Te Alkmaar is een winkelhuis, waarnaast een ander afgebroken was, ingestort, gelukkig ech- ! ter zonder persoonlijke ongelukken te veroorzaken.
• *.'
»'
1
r wA WM » %
11
mmKM
■
߻j
trouw is gebleven aan haar nationale kleederdracht. In Frankrijk, in Italië, in Duitschland, en ook in ons land moedigt men deze getrouwheid soms onder de landelijke bevolking aan, omdat daar inderdaad niets dwingt tot het prijsgeven van eigen schoon ten koste van modegrillen, die op eenigen afstand beschouwd, vaak zeer leelijk blijken te zijn. Meer in Centraal-Europa, in Oostenrijk, Hongarije en Tsjecho-Slowakije is de bevolking werkelijk gehecht aan haar eigen kleedij. De autoriteiten hoeven er hier niet op aan te dringen, dat de traditie van de kleederdracht hooggehouden wordt. De bevolking doet het uit eigen beweging. Zij houdt van haar eigen wijze van kleeden en op de groote dagen trekt zij de mooiste «pullen aan. Wanneer ze er mee naar de stad gaat, voelt zij er zich niet onbehaaglijk in en evenmin boersch. Hoe zou dat
trouwens kunnen I Men kan zich nauwelijks voorstellen, wanneer men ze nooit heeft gezien, hoe rijk, hoe mooi, hoe indrukwekkend deze volkskleederen zijn. Om er een denkbeeld van te geven, hebben wij hier enkele volksdrachten samengebracht uit Tsjecho-Slowakije, toevallig opgenomen tijdens een bijeenkomst te Praag, waar zoowat alle streken van de jonge republiek op vertegenwoordigd waren. Men zal opmerken, dat
de
verscheidenheid
zeer groot is, en dat de kleedij van de mannen zeker zoo rijk is als die van de vrouwen. Het is een wemeling van kleuren, die aangebracht zijn in kunstzinnig borduurwerk. Om het borduurwerk is Tsjecho-Slowakije trouwens beroemd. De jonge boerinnen zijn zeer bedreven in deze kunst en versieren er al hun kleederen en diverse gebruiksvoorwerpen mee,
tRgN
($Äre
e foor (u-'
peX\V
IJSKAST
cèlRRESPONDENTIE
JA.MAARIKOttNTV NAMCUIK AAN WASMACHIN ES? 'CN....DI NICUWijOVKR-~^
é. D. v. B. te A. — Ge hebt ons mifverstaan. Onder iemand zonder nawljsbaar inkomen, verstaat men iemand, die geheel geen Inkomen heeft; althans een Inkomen dat zoo klein is, dat het niet aan te wijzen is. Uw Inkomen Is natuurlijk uit Uw boeken precies vast te stellen; Ja, ge zljt zelfs verplicht Uw boeken zoo bij te houden, dat de ambtenaren van de belasting Uw opgaven voor de Inkomstenen vermogensbelasting aan de hand van Uw boeken direct controleeren kunnen. H. v. G. te L. — Een kampeervergunning moet u aanvragen op het politiebureau van de plaats waar u wilt gaan kampeeren. Wat de kosten voor een dergelijke vergunning zullen zijn, kan Ik u niet precies zeggen, daar Ik niet weet, waar u naar toe wilt gaan. Mevr. E. K.-B. te R. — Ik ben met u eens, dat keukenruitjes schoon behooren te zijn, maar Ik kan me haast niet voorstellen, dat ze op de door u beschreven wijze niet schoon zijn te krijgen. Probeert u het nog eens met alcohol of met een papje van brandewijn en krijt. Ook voor uw spiegel zou Ik u raden het nog eens heel grondig met spiritus en een absoluut schoenen doek te probeeren. u moet het glas op deze wijze schoon kunnen krijgen. Is het eenmaal schoon, dan kunt u voor het vervolg den aanslag voorkomen door het spiegelglas In te wrijven met een mengsel van glycerine en spiritus, 55 gram glycerine op 1 liter spiritus. Het Inwrijven moet met 'n zeemleeren lap geschieden. Het kan toch niet zijn, dat het aan de kwaliteit spiegelglas ligt, dat hij zoo leelljk blijft? Wat ten slotte uw halmat betreft: ik ben bang, dat u wel een vlek zult houden, maar probeert u het toch nog eens met een borsteftje met tetra en boen de vlek daarmee herhaaldelijk,
f
bE WASMACHINE IS ESN MOOIE ÜÏT^ VINDINGMAAB. MET RINtO IS HU DUBBlU 9 VECl WAARp.j
{'.
W!L,WAr_
.surr DE Nïfü^ RINS« PAN VOOKi Ift'JZONOERE VOOHPElENfl
r
EEN PRACHT VAN EEN UITVINDINO/ MET UU PAKJE RlNftO f DOE IK DE HELE WAV VAN 5 PERSONBN " ijN ANDERHALF ' UUR.
srei^
^C/
DE VLIEGAVONTUREN VAN PETER EN DOT vervois
^RlNtO LOST VOORÖEEUOIG VLU<J OP EN QBE PT EEN %OP DAT VEEL WSTTiB. EN v/E(UIAMlR I». DAN OOIT MET GEWONE ZEC££ " SPOEPER& HEB KUNNIN ' KR'JSEN
OT,ri
«O
vsUpAfN-
f
De twee mannen in de herber* bekeken Peter aanchtie. Dat moest de jongen zijn, die „De Z>'veren er" had «estolen. Nu kregen ze een kans de be-^ oning te verdienen, die er voor zijn ''«"'hoV1d,n« *" teeloord. Doch Peter was zich van dit alles mets wust. Blij, dat het zoo goed was afgeloopen, verliet j vlug met de etenswaren de kleine herberg.
I* E^N UITVINDING^ .WAAR IK M'JN HOEOj \MW. AF NEEM. g-J.
2. Peter haastte zich langs het eenzame pad naar het moeras, waar hij zijn vlies tuig had achtergelaten. Hij wilde zoo snel mogelijk naar Dot teruggaan om haar het eten te brengen. Plotseling verscheen er een diepe rimpel in zijn voorhoofd. Hij had voetstappen gehoord Of zou het verbeelding zifn? Neen, nu hoorde h\j het duidelijker, er kwam iemand achter hem aan.
3. De jongen spoedde zich nog een eindje voort, toeii verborg hij zich achter eenige struiken on wachtte ademloos. Al gauw liepen de twee mannen hem voorbij. Ze deden zoo gewild argeloos en ze keken zoo aandachtig naar iets, dat Peter er .van overtuigd was, dat ze het op hem gemunt hadden. Hij bleef een poosje staan om er over na te denken wat hij zou doen.
5. Hij hoorde hen praten en overlegden of het „De Zilveren Ster" zou zijn. Ten slotte zei een van hen: „Het is "m beslist!" „Ja," antwoordde de tweede. „JIJ moet hier blijven, dan ga ik een politieagent halen! Met ingehouden adem kroop de kleine piloot intusschen naar de deur van de cabine. Hij durfde zich nauwelijks te bewegen, zoo bang was hij zich te verraden.
6. Een van de mannen was al weggegaan om den agent te halen, de andere leunde tegen een van de vleugels. Hü lachte vergenoegd. Die belooning zou hun niet ontgaan. Peter sloop terwijl zoo srtl als een muis de cabine binnen en ging op zijn plaatsje zitten.Gelukkig, de man had niets gehoord. Het overhalen van deliaiirio-~ was voor onzen piloot nu het werk van een oogent'iik.
ÄSÄteÄ ****** i.
„Ik geloof, dat ik het best kan probeeren zoo gauw oijelijk weg te vliegen," zei hij tot zichzelf. Maar en hü bij „De Zilveren Ster" aankwam, uitte hij een eet van schrik. Daar stonden de twee mannen al en bekeken het vliegtuig van alle kanten. „Ze hebben al ontdekt!" mompelde Peter. .Zou het me nu toch 'g lukken te ontsnappen?"
*• nteuwt Rln.o wait U OT •"<'•'»>•« uur ruin, "f• wllie scheen, roor
l, 2,/ &!,i. 7. »""^ •» "Itt «lletn in da wsimsehln«, maar ••k •« alk« Jobb,"
A. v. d. T. te d. H.—Uw wijze van oplossen Is uitstekend.
CAS
De Secretaresse van c/e VOOR UCLUB, Galgewater 22, Leiden.
r
R2«-0i00/a-'
^ Ph IF TIF {^ Til \/F ILr IL. II IL. \^ Il II V IL.
M
Hierbij reproduceeren wij een cople, gemaakt naar 'n schilderij van Gerard Dou. Zooals men kan zien, lijkt ze nauwkeurig op het origineele schilderij, toch heeft de copiïst zich echter met één ding vergist, Wie van onze speurders kan nagaan, wat dat is? WIJ zullen weer een prijs van f. 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op 'n manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve Uw antwoord in te zenden voor -30
MMrt "" Mr■ Detective. Galgewater 22, Lelden. Op briefkaart of enveloppe duidelijk vermelden; Amateur-Detective 23 Maart.
23
DE OPLOSSING VAN DE FOUTEN-TEEKENING Deze luidt; De man kan nooit z66 achterover leunen terwijl het bankje waar hij op zit, tegen den muur staat. De hoofdprijs van f. 2.50 viel deze week ten deel aan: den B| heer J. Godeau, Bergen op Zoom. De troostprijzen werden toegekend aan: mejuffrouw S. ten Bergen, Eibergen en den heer G. Schock, 's-Gravenhage.
„Rrrrr!" De motor sloeg aan en de propeller begon liigzaam in beweginu te komen. Voor de man er erg had wat er eigenlijk aan de hand was, schoot het «gtuidf al de hoogte in. De man viel met een plof op i »rond. Hij wist nog «teeds niet wat hem overkwam Vj slaagde er alleen maar in een verschrikten kreet tu brengen en het vliegtuig na te kijken.
8. Hij stond ten slotte maar weer op en schudde zijn vuist naar „De Zilveren Ster", die echter al langzaam stijgend in de wolken verdween. „Goeiendag!" riep Peter triomfantelijk, maar zjjn stem klonk natuurlijk niet boven het machtige geronk van den motor uit. Gelukkig, dat was al weer goed afgeloopen. Had hij dien man eens even beet gehad? Dat was de moeite waard.
9. Welgemoed stuurde hij het vliegtuig nu in de richting van het eiland om weer zoo gauw mogelijk bij Dot te zijn. Maar eensklaps zag hij, hoe de morgenzon haar eerste stralen op drie ver verwijderde voorwcrpeir in de lucht wierp. Hemel, het waren vliegtuigen! „Ze zijn mij op het spoor," was Peters eerste gedachte. „Wat nu?" Wordt vervolgd.
HULP BIJ HETPUZZLEN All» (eorlan dlaran, godan, godinun, •praakw., plaalMn, rlvlaran, muntan, malan, gewicht, malar», matalan, itaantoert, voartulgan, wapant, muzlakliutrumantan, vaarlulgan, itarran, woerdioortan, voer- an aehlarvoagtalt, aflcortlngan, 2a an 3« maehtan an nog vaal maar, vind« U In onza »aria (6 uitgavan). Prlj« f S.— Franco f 3.IS. Bultanland (ook N.O I )f 3.2S. MOOYMAN «, ZOON, Curafaoatr. 115 Talafoon 85?74 — Amttardam-Waat Cam. giro M 3088 Postgiro 2I0M0
Abonni's op dit blad, welks In onze registers zijn ingeschreven en in hst bezit zijn van. een door ons« administratie afgageven polls, ii)n gratis v«rzokerd volgens polisvoorwaarden: f. 2000.— bij levenslange invaliditeit; f. 000.- bij overlijden; f. 400.— bij verlies van sen hand, vost of oog; f. 75.— bij verlies ven duim of wijsvinger; /. 30.— bij verlies van een snderen 'vinger, een sn ander
ten gevolge ven een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een asn een personentrein, tram of autobus ont.overkomon ongeval, waarin versekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gestald op f. 3000.— en de uitkeering bij overlijden op f. 1000..— De uitkeering deser bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam.
31 -
Denk er om by een eventueel ongeval binnen 3 x 24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennle te geven, ook al meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen xtfn. Anderf vervalt het recht op uitbetaling.
H
U
M
O
R
ER TREEDT EEN NIEUWE
■
Op
„1$ er ook een dokter in da wachtkamer? De dokter is ziek geworden.'
.Ik zou graag iets aardigs zien in grasmachines, in de maat van mijnheer hier." 5——
S3k
„U is zeker wel erg geschrokken, agent. Als u me even uw opschrijfboekje geeft, zal .-_ ik het proces-verbaal wel voor u opmaken.'
i*. m:
.Waar kan die leeuw nu toch zijn?'
..Ach, blijf nu nog evenl De thee komt zoo beneden 1'
zekeren dag, lang geleden, kwam er een schrijver, Edgar Rice-Burroughs, op een koninklijken inval, hij schiep een figuur, genaamd: Tarzan. Het was. alsof hij de honderdduizend trok, alsof hij de Sweepstake won, hij was — met al zijn nakomelingen tot in toekomstige eeuwen — verder van alle aardsche zorgen bevrijd, hij had een goudmijn • aangeboord, die — als de toovergrot van Ali Baba — eeuwig zou blijven zorgen voor matelooze schatten. Slechts een heel enkele onzer heeft zoo'n geluk, boft zoo enorm, is zulk een gelukskind! Edgar Burroughs schreef een boek over „tarzan" en heel de wereld klapte in haar handen en was blij. Tarzan immers is een koninklijke uitvinding! Dat is een blanke jongeman, die in het oerwoud van het donkerst Afrika is opgevoed, die de wildernis tot leerschool kreeg en de dieren des velds tot opvoeders. Hij leerde den moed van den leeuw, de listigheid van den panter, het klauteren van de boschapen, het zwemmen van de tropische visschen en het menschenverstand had hij van zichzelf. Deze Tarzan nam het op tegen de groote roofdieren. Eleanor Holm.
.Hè, Jan, gooi hier nu ook weer geen asch op den grond 1" Je weet. dat ik een beetje bijziend ben - waarom zei je dan niet dat je geen paard was. toen ik je inspande?'
voAhad,""
VOOrdeel
bij
" ^
heb
den 0eheelen
""^ «-" ^
""{ h.b mijn vrouw beloofd, da. ik haar aar van uit iedere plaats, waar ik aan land ging. zou schrijven I"
tegen de bloeddorstige negers en tegen de schurkachtigste blanken. Alleen de onschuldige maagd, die hem schuchter tegemoet trad, raakte daarmee het gevoeligste plekje van zijn hart. Tarzan, dat is ons aller wensch, ons verafgelegen ideaal, de victorie van het oerwoud op de, samenleving, van de vrije ongebondenheid op de beschaving. Tarzan is wat wij allen gaarne zouden willen zijn en toch niet kunnen worden: de vrijste vrijheidsheld, de mensch, die alleen de natuur als zijn meesteres erkent. En wij hebben dit paradijs verloren, terwijl wij er ook niet meer in zouden passen. Maar wij willen hem zien. dezen Tarzan, wij willen zijn heldendaden aanschouwen en wij willen spelen met de streclende gedachte, dat wijzelf ook zoo zouden kunnen zijn. .. Wij zien een sprookje opvoeren, moderner dan die van Moeder de Gans en wij willen er in gclooven (zoolang het duurt) en ervan genieten. Dus zijn de boeken van dit gelukskind, dezen boffer, dien Edgar Rice Burroughs elkander opgevolgd in snelle regelmaat. Hij ging beseffen, dat hij iets enorms had gedaan, dat hij zijn fortuin gemaakt had en dat hij daar mee moest voortgaan. En zijn boeken worden verfilmd en dat was nog ycel mooier! Thans vraagt men onze aandacht voor een nieuwen Tarzan, een product van de 20th Century-Foxfilm, voorgesteld door niemand minder dan Glenn Morris en getiteld: ,,Tarzans wraak". Glenn Monis immers is Olympisch kampioen en zulk een Tarzan is wat mans en vertolkt zijn rol op schitterende wijze! En dat is nog niet alles. Deze zaak dient niet halfslachtig te worden aangepakt en wijl de rol van de schuchtere maagd, die haar le^en met dat van Tarzan zal gaan declen. ook goed vervuld moet worden, heeft men ook daarvoor een Olympische kampioene aangezocht en wel Eleanor Holm. Dat is een rolbezet-
Glenn Morris.
ting, waarmee men voor den dag kan komen! Zoo introduceert men dus dezen nieuwen Tarzan in ..Tarzans wraak" op een bijzondere wijze! Het ligt niet in de bedoeling van dit artikel, al de avonturen, waarop dan Tarzans wraakneming onvermijdelijk moet volgen, hier op den voet te volgen. Hier is slechts sprake van de introductie, de 20th Century-Fox biedt ons een nieuwen Tarzan en wij beschouwen dus een wijle zijn persoon, die van den blanken halfgod in Afrika's tropische woestenij en van zijn liefde voor een modern meisje, net zoo sportief als hij. Want beiden zijn het Olympische kampioenen en wat wil men meer? Inderdaad. Hiermee kan men tevreden zijn en men is tevreden en komt kijken naar het sprookje van den vrijen mensch. Dat is een glanzend ideaal, dat is een oude levenswensch, dat is de schoonste droom van onzen tijd!
Heinrich George, Maria von Tasnody en Paul Richter
Ufa^film. Manfred Block Sylvelln Ciaire '. Von Sollnau Daffinger Von Reedern Direktor Hardt Fräulein Brunnert Mister Evans
Heinrich George, Elisabeth Wendt Allred Abel
Kegle: Herbert Maisch.
,
Heinrich George Maria v. Tasnady Carla Rust Paul Richter Alfred Abel Knrt Meisel Walter Steinbeck Elisabeth Wendt Paul Otto
Manfred Block, een groote houthandelaar, is een echte robuste handelsman. Voor de diepere dingen van het leven echter, ontbreken den reus het gevoel en de tijd. Niettegenstaande heeft hij bij zijn tweede huwelijk een vrouw genomen, die precies het tegenovergestelde van hem is: fijn, teer, beschaafd, temperamentvol en even aantrekkelijk als haar naam: Sylvelin. Block houdt veel van zijn jonge vrouw, maar haar heelemaal begrijpen doet hij niet. Zijn leven is gevuld met werk, conferenties, reizen en vergaderingen, zoodat er voor zijn huiselijk leven niet veel tijd overblijft. De jonge vrouw weet niet wat zij voor haar man beteekent, maar ze voelt dat, ondanks al den
Kurt Meise! en Heinrich George
rijkdom en luxe, die haar omringen, er toch iets aan haar leven ontbreekt. Ciaire, de dochter uit Blocks eerste huwelijk, ziet In haar Jonge stiefmoeder een goede vriendin, niet iemand die zij moet respecteeren, daarvoor is zij tevee} een dochter van haar vader. Haar aanbidder is de jonge Von Roedern, die als volontair bij haar vader werkt, doch het werk niet als zijn levensdoel beschouwt. Sylvelin ziet er niet goed uit en Block stuurt haar naar het Zuiden. Vanzelfsprekend komt Block met zijn rozen te laat aan den trein, zoodat Sylvelin alleen door haar stiefdochter uitgeleide wordt gedaan. Vol verwachting reist de jonge vrouw af; misschien dat ginder het groote geluk haar bereiken zal. Wanneer zij op het station een boek wil koopen, maakt zij kennis met een heer, die door heel zijn manier van doen den beschaafden man van de wereld verraadt. Het is een zekere Von Sollnau, een grondbezitter uit Oostenrijk. Spoedig worden zij echter weer van elkander gescheiden, hetgeen zij beiden jammer vinden. Sylvelins reis wordt echter spoedig onderbroken. Block heeft dringend hout noodig. Zijn Amerikaansche leverancier Evans stelt te hooge eischen. zoodat Block bliksemsnel probeert zijn
bout van een ander te betrekken. Die ander is de grondbezitter Von Sollnau, dien hij in Venetië zou ontmoeten. Dientengevolge komt hij, vergezeld van zijn • dochter' Claire en zijn secretaris Daffinger, naar genoemd plaatsje, waar hij tevens Sylvelln wil aantreffen. Op deze wijze ontmoet Sylvelin haar reisgenoot voor de tweede maal, Claire probeert Von Sollnau In te palmen,' hetgeen Von Roedern, die inmiddels ook verschenen is, met leedwezen moet aanzien. Von Sollnau heeft echter slechts oogen voor Sylvelin. Steeds sterker worden de jonge menschen tot elkaar aangetrokken. Het contract is geteekend en Von Sollnau gaat naar zijn landgoed terug. Het afsluiten van het contract is intusschen ook een kennis van den Amerikaan Evans ter oore gekomen, die het bericht onmiddellijk doorzendt. Als antwoord hierop doen de Amerikanen op de beurs een aanval op de aandeelen van Block. De koersen vallen. Block moet direct naar Berlijn terug. Hij wil den aanval afweren en is strijdlustig en als steeds van zijn succes overtuigd. Clalre en Sylvelln zijn achtergebleven en nemen de uitnoodlging, om op het landgoed van Von Sollnau te komen, aan. Hier ontwikkelt zich langzamerhand de liefde tusschen de belde jonge menschen. Wanneer Clalre met Von Roedern een bergtochtje gaat maken, komt deze tot uiting. Von Sollnau wil, dat Sylvelin bij
en
hem blijft en zich van haar man laat schelden. Sylvelln stemt hierin toe en schrijft haar man, dat zij niet meer terugkomt. Na veel moeite is het Block gelukt den aanval af te weren. Krachtig en onverslagen staat hij daar. Komen wat wil, hij zal strijden tegen wlè dan ook. Dan ontvangt hij Sylvelins bericht. Wat Is dat? Hij vertrouwt zijn oogen niet. Sylvelln wil niet meer terugkomen. Dat is toch niet mogelijk? De sterke man is gebroken. Nu bemerkt hij eerst goed wat zijn vrouw voor hem beteekent. Zijn strijdlust verlaat hem, zijn werk kan hem niet meer schelen. Steeds weer gaat hij naar het station en wacht; vast is hl] er van overtuigd, dat Sylvelin zal terugkeeren. De trouwe, bezorgde Daffinger ziet het leed van zijn vriend en besluit hem te helpen. Hij spreekt ernstig met Sylvelln. In haar hand ligt het lot van haar echtgenoot en daarmee ook van duizenden anderen. Zonder haar kan Block niet leven, zonder haar Is zijn werk doelloos. Sylvelin strijdt den zwaarsten strijd van haar leven en... overwint zichzelf. Zij ziet in, dat zij het levensgeluk van haar man uitmaakt... Weer zit Block aan het station en wacht, wacht. De D-trein komt binnen, een slanke jonge vrouw stapt er uit: Sylvelln. Block springt op, zijn levensmoed Is teruggekeerd en overgelukkig sluii hij zijn vrouw In de armen.
Elisabeth Wendt
WIJ MENSCHEN.
Een Berlijnsch meisje met Fransch temperament Een onderhoud met Ursula Grabley Toen een jaar of vijf geleden .een der grootste buitenlandsche filmproducenten in Parijs de film „Goldener Anker" maakte, schreef een Fransch journalist over de jeugdige beginnelinge Ursula Grabley, die een kleine rol vervulde onder andere: „Zij is de meest temperamentvolle Duitsche, die wij ooit in Parijs ontmoet hebben." Zij vertelt ons lachend van dit komische interview. Met haar school-Fransch was zij naar Parijs getrokken. Tijdens het interview beheerde zij dus nog allesbehalve de Fransche taal en vertelde wat de journalist van haar weten wilde in een zeldzame mengeling van Fransch, Duitsch en Engelsch, en als ze er heelemaal niet meer kon uitkomen, maakte zij het den journalist verder met handbewegingen duidelijk. Zij heeft met charme al die moeilijkheden overwonnen, ze liet zich niet overbluffen, en zoo heeft Ursula Grabley weten te bereiken, dat het publiek altijd even verheugd is, als het haar te zien krijgt. Dat blijkt wel het duidelijkst uit de ontzaglijke hoeveelheid brieven, die de post haar iederen dag weer bezorgt. Toen zij in 1931 door een'der bekendste Berlijnsche theaterdirecteuren geëngageerd werd, was zij absoluut beginnelinge op dit gebied. Ze had geen tooneelles gehad en had evenmin ooit met de gedachte rondgeloopcn, aan het tooneel te gaan of voor de cameralens te verschijnen. Zoo begon zij haar artistieke loopbaan met de gedachte: „Ik heb niets te verliezen." En ze heeft ook niets verloren. Integendeel, veel gewonnen. Door haar aangeboren talent heeft ze eerste
e e e
Muziek van Adriaan Nugteren
Woorden van G. J. de Munnik
iw
belangrijke rollen terugzien. Verschillende daarvan hebben Ursula Grabley bijzonder veel voldoening geschonken. Onder andere,.Schwarzer Husar", „Het meisje van het ballet", „IA in Oberbayern", „Der Dschungel ruft" en vooral „De laatste nacht". Na afloop van de eerste voorstelling van deze film zei de productieleider der Ufa: „Eigenlijk waren we wel een beetje bang. Het was een experiment. Het was een heel andere rol, dan u gewoonlijk pleegt te spelen. Maar ik moet eerlijk bekennen: 't was
^ s I r r r i ëJ J
BB ■>->
Jüü
Wij men-schen zijn zoo ei-gen-aar-dig, En èls je groo-ter bent ge-wor-den.
^^
We blik-ken im-mer steeds voorBlik je voor-uit in strak - ke
;,i-aGhtig."
„Wat was ik blij en trotsch," zegt ze verheugd. „Mijn nieuwe rol in de FDF-filra der Ufa „Groot alarm" is dan ook precies, zooals ik mij die gaarne wensch;' een jong en frisch Berlijnsch meisje, een tikje overmoedig, maar met het hart op de goede plaats, dat zich ook door de moeilijkste situaties weet heen te slaan. Ursula Grabley vertelt dit alles in een onderhoud, dat wij in haaf woning met haar hebben gehad. Haar kamer is buitengewoon smaakvol ingericht en lijkt nog op een bloemenparadijs, doordat ze een paar dagen tevoren jarig was geweest. Veel tijd om dien te vieren heeft ze echter niet gehad, 's Morgens om zeven uur stond ze al in het atelier en het was al heel laat, toen men de Jupiterlampen doofde. Het was ons opgevallen, dat het naamplaatje met „Ursula F. Grabley" leelijk beschadigd was, doordat men getracht had de „F" uit te krassen. Wij vroegen — onbescheiden als journalisten nu eenmaal zijn — waarom' dat was gebeurd. Maar ze wist het zelf niet. Dat hadden onbekenden gedaan, die Ursula blijkbaar voldoende vonden. „Ik verheug me in het bezit van niet minder dan vijf voornamen," zegt ze, „Ursula, Feodora, Margarethe, Luise, Maria. Vroeger vond ik vooral ^eodora prachtig. En het bewuste naambordje dateert uit dien tijd." En dan komen we langs omwegen weer op haar rol in „Groot alarm" terug. „Weet u, zoo'n rol is heerlijk. Zóó te zijn als je in het dagelijksche leven ook werkelijk bent, schenkt de meeste voldoening. Die rollen hoef ik haast niet te spelen." Dan vertelt ze verder nog, dat ze binnenkort ook weer op het tooneel verschijnen zal. Alle theorieën ten spijt is tooneelroutine ook voor de film belangrijk. -Als ik een paar maanden op dé planken gestaan heb, voel.ik me —vooral bij de dialogen — weer veel zekerder voor de camera. Zoo wordt het ongemerkt laat en wc haasten ons afscheid van deze populaire en knappe artiste te nemen. Zij wordt door haar werkzaamheden al genoeg in beslag genomen.
pg lijn,
t tip 9\r r r i
p P PI r j
j ^m
Wc den-ken nim-mer aan het hé-den. Naar toe-komst-da-gen zien we uit! Zucht:,.als ik eens getrouwd zal wezen. Wat zal ik dèn ge-luk-kig zijn!
^
Als peu-ter reeds be-gin j er Als kecnmaal heb een ei-gen •
i^i i
Wayne Morris leest brieven vau de filmenthousiasten.
mede huisje
FILM-ENTHOUSIASTEN
s
•
j|f 3^^ £
r J jjüii i 5,1,1 j Zegt: „als ik gróót ben.zul je zien... Dan doe ik net als groo - te menschen, Een tikje béter nog misschien! Ufi fflr J
' Met
J
ei - gen meu-bels, ei-gen haard. Kijk, dèn zal kpas te - vre - den we - zen,
Dèn is het leven, tlé-ven waard!
T v. d. W. te 's-Gravenhage. Hierbij de gevraagde adressen. In 't vervolg s.v.p. niet meer dan drie vragen per week. Francisca Gaal, Marathon Street 5451, Hollywood. Zarah Leanfite/- Wildpfad 24, Berlijn. Willi Forst, Kurfuerstendamm 200, Berlijn. Kay Francis, Warner Bros-Studios, Burbank Californië. Erna Sack, Tiergartenstrasse 22, Dresden.
En als diè dagen zijn gekomen. Je wenschen in vervulling gaan, Dan blik je, als voorheen, weer vérder Steeds verder op je levensbaan. Maakt toekomstplannen voor je kind ren (Die nog maar kleine peuters zijn.) Het heden, och. t wordt vaak vergeten Je leeft alléén voor Toekomstschijn!
B. R. te Hoorn. Deanna Durbins adres is: Universal-Studios, UniversalCity, Californië. Zij zal voorloopig geen tournee door Europa maken. Öiga Tschechowa woont Kaiserdamm 74, Berlijn; Zij is getrouwd. W. H. D. te Groningen. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Dora Gregory 2 September. Henky Kendall 29 Mei. Grant Mitchell 17 Juni. De twee gevraagde foto's hebben wij u toegezonden.
En zijn die kind'ren eenmaal grooter. Dèn vliegen ze het nestje uit. En blikken als weleer de ouders. Maar immer verder, steeds vooruit. . . Dèn denk je trug aan het verleden. Naar „toekomst'- staar je dan niet meer. Dan leef je slechts op de herin'ring Aan mooie dagen van weleer, ..
Wij menschen zijn zoo eigenaardig, We blikken immer, steeds vooruit, Wc denken nimmer aan het heden. En zien naar toekomstdagen uit. Maar. zijn we oud en grijs geworden. Dèn zie je, hoe verkeerd je deed. Doordat je 't heden nooit waardeerde. Maar keek naar dèt. wat „Toekomst" heet!
Zoo gaat het iederen dag! Men wil z'n vokaal en instrumentaal talent op de Gramophone-plaat vastleggen in
L. K. te Amsterdam. William Powell heeft vroeger aan de Universiteit te Kansas gestudeerd. Zijn adres is MetroGoldwyn-Mayer-Studios, Culver-City, Californië. Hij bezit een groote villa' met maar eventjes tweeëndertig kamers.
N.V. WILLEM SPRENGER'S Kunstopname Studio. PASSAGE 46. DEN HAAG
D. P. V. H. te Rotterdam. Truus van Aalten filmt niet meer. Lien Beyers woont met haar echtgenoot te Londen, ook zij heeft de laatste jaren weinig voor de camera-gestaan. Louis Borel is nog niet naar Hollywood vertrokken.
Dubbelzijdige platen, S'A minuut speelduur, van af F. 3.50, geldig tot 3 personen. Orkesten en zangkoren volgens overeenkomst. Vooraf bespreken s.v.p. VLEUGEL EN PIANIST AANWEZIG!
\^
Verschont wekèHJk» — Prili per kwartaal f. 1.95 — Red, en Adm. Oalgewater 22, Lelden. Tel. 700. Poatrekening 41680
wi
HET WEEKBLAD CIMEMAs THEATER CINEMAS,
■HEATE ^k^U^M
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE