r
No. 544 30 J u n i 19 3 4
wcpJ de fijn e 14/as chj
?$$*"
CINEMA ^ THEATER
■
• ■
■
■
'S ''
> ^:
uitsluitend -v ■OITSCHE iFlLHUCTftlCE .
VerschUnt wekelijks — Prys per kwartaal f. 1.95.
_
.
■
..
.......
Red. en Adm. Galgewater 22, Lelden. Tel. 760. Postrekenlna 418ÖÜ
TlLEN PI NT
15 dtp.
^r
,
OVER ZIJN GEZELSCHAP, ZIJN REPERTOIßTtN ZIJN PLANNEN
Vrif en onbevangen kunt U zich aan het strand of op het sportterrein bewegen, indien U vooraf maar gezorgd heeft bevrijd te zijn van de overtollige en opvallende haartjes op armen en beenen, in de oksels, het gelaat en den nek. Hierbij bewijst DULMIN ontharingscrême den besten dienst, daar het in een oog wen k alle haartjes pijnloos verwijdert. DULMIN is wit, zacht, gemakkelijk in het gebruik en onschadelijk.
^ULMIN jÉBIi Onthagingscrème
jjeée zcrrméoeding vïaschiZl veiJjjg, ihgeaWideaiq
/s
in
>»?»*
#LUX
ALLEEN ECHT IN OE BEKENDE BLAUWE VERPAKKING
Generaal vertegenwoordiging: J.WinkeIJrn. Den HaogjMBrwedejtraaf 47, Tel. 772595
OVERTOLLIG HAAR verwijderd door
Het was wat schemerig in de kamer, waar hij haar zag zitten. Geluidloos sloop hij naar haar toe en vóór zij zich bewust was van zijn aanwezigheid, had hij haar gekust. „Hoe durf je 1" riep ze verontwaardigd uit. „Neem mij niet kwalijk maar ik dacht, dat U mijn zuster was", loog de jongeman handig. „Sufferdf" schold zij. „Ik bèn je zuster."
ELECTROLIJSE komt niet terug. Eenlg afdoend systeem. Adviseer uw arts. Behandeling absoluut pijnloos. Laat geen lldleekens na. Gratis advies. InrtH. v. electr. entharlng E. Nooieboom. Gouds«he Singel 83a - Rotterdam
LAIT I N N OX A k/|et lait INNOXA kan men het gebruik van zeep voor het gelaat vermijden. Zij reinigt de huid volkomen, zonder haar te irriteeren en stelt haar in staat haar normale werking te hervatten. Lait INNOXA is een melkdieet voor de huid dank zij de verzachtende bestanddeelen, die zij bevat, kalmeert zij de opperhuid. Door deze te voeden blijft de soepelheid bewaard, zij voorkomt rimpelvorming, ontstaan door het uitdrogen en de slechte .'. .>;--.
voeding van het huidweefsei.
Knip deze advertentie uit, zend ze met 40 cent In postzegels aan RICHARD WERNEKINCK & Ce., HUDDESTRAAT 9, AMSTERDAM, en U ontvangt een keurig doosje monsters.
„Jongen," zei het zakengenie tot zijn zoon, „er zijn twee dingen van het grootste belang, die je nooit uit het oog mag verliezen als je succes wilt hebben in zaken." „En welke factoren zijn dat, vader?" „Eerlijkheid en schranderheid." „Wat is eerlijkheid ?" „Dat beteekent, dat je onder alle omstandigheden je eens gegeven woord moet houden." „En schranderheid?" „Dat je het nooit moet geven."
Eduard Verkade is na den dood van Dr. Willem Royaards ongetwijfeld een van de belangrijkste tooneelfiguren in ons vaderland geworden. Als directeur-regisseur en eerste acteur van „De Haghespelers" schonk hij ons jaren geleden menig uur van waar kunstgenot, daarin bijgestaan door zijn helaas op jeugdigen leeftijd gestorven echtgenoote Enny Vrede. Jaren geleden, hoe lang schijnt het nul Moeilijke jaren zijn het voor het tooneel geweest, net publiek vervreemdde steeds meer van het tooneel. En daaraan is niet slechts de crisis, malaise en de 'concurrentie van de sprekende film schuld. Het dient hier gezegd, ook de hedendaagsche tooneelspeelkunst heeft tot deze vervreemding bijgedragen. Het publiek heeft met de moeilijkheden van den directeur en tooneelspeler niets te maken. Het kan voor zijn entreegeld het beste eischen en dóét dit ookl En dat er de laatste jaren op het tooneel „het beste" gepresteerd werd, zal zelfs de grootste tooneelenthousiast niet kunnen beweren. En „de nood der tijden" is hiervoor geen verontschuldiging. Het verheugde ons te vernemen, dat Eduard Verkade, de strijder voor goede tooneelkunst, zich opnieuw voor het gevecht wil aangorden, en, nieuwsgierig naar zijn plannen, zijn wij hem eens op t kantoor van het Amsterdamsche Rika HopperTheater gaan opzoeken. „Wederom heb ik het ensemble, waarvan Jacques van Hoven de directeur en ik de artistieke leider . zal zijn," zoo begint n hij het gesprek, „ „de Hage8telers" genoemd. Thans echter zonder h. et woord Haghe herinnert ons eenerzij ds teveel aan Den Haag, anderzijds aan Haghepreekers, menschen zonder vaste woonplaats. Wij hebben thans echter een domicilie n.1. het Rika Hopper-Theater. Een mooie schouwburg. Men moet natuurlijk bij den opbouw der stukken rekening houden met de mogelijkheden, die het tooneel biedt, maar dat moet in ieder theater, groot of klein. In mijn oogren is decor bijzaak, hoofdzaak is het spel.' „Wie zijn de leden van uw ensemble?" „Ten eerste de directeur Jacques van Hoven, een man die artistieke kwaliteiten aan een goed zaken-inzicht paart. Twee dingen, die helaas weinig samengaan. Ik verwacht van onze samenwerking zeer veel; ik zal mij alleen met de artistieke leiding bezighouden. De echtgenoote van Jacques van Hoven, de actrice Rika Hopper, is eveneens aan het gezelschap verbonden. Verdere damesleden zijn: Fientje Berghegfe, Adrienne Canivez, Maria van Eek en ine Medema. De beeren zijn: Rob Geraeds, en Arend Hauer, Jacques van Hoven en ik. Ook is Louis Borel voor eenige maanden bij ons geëngageerd. Als gasten zullen Lola Cornero, Corry Vonk, Maryke van Tooren en Max Weber bij ons optreden. Als aspirant-leden zijn aan het gezelschap verder verbonden: Annie Fox, Jaap Engelberts, Edwin Thomas en Gerard Schild. Natuurlijk onderhandelen wij nog over meer engagementen. In het stuk, waarmede wij openen, treden reeds zes en twintig personen op." „Welk stuk is dat?" „Een bewerking van „L'école des maris" van Molière, met zang en dans naar oude Fransche liederen en melodieën, gearran-
EDUARD VERKADE
geerd door Alex de Jong. De kostuums ontwerpt Rie Cramer." „Welke stukken hebt U nog meer op Uw repertoire?" „„Romeo en Julia" van Shakespeare, in de vertaling van Jacq. van Looy, een nog niet in ons land gespeeld stuk van Shaw, „The sleeping clergyman" van James Bridy, „The wind and the Rain" van Merton Hoage, „There is always Juliet" van Van Druten, „Dansende Kleeren" van Rosso di San Secondo en „Als ouders slapen" van A. Kimmins. Het stuk van Rosso di San Secondo is met den Mussolini-prijs onderscheiden. Het zal door mevrouw B. KiekWolffers worden vertaald. In de Kerstvacantie zullen wij op de matinee's „Bruintje Beer" van H. van Wijk, met muziek van Hans Leerink. ten tooneele brengen. Ik geniet de eer, Bruintje te regisseeren." „U begint ook een tooneelschool, heb ik gehoord. Zoudt U mij iets van Uw plannen daaromtrent willen vertellen?" „De voornaamste bedoeling van deze school is, toekomstige krachten aan te kweeken voor ons eigen gezelschap. Wij willen van het begin af aan een nauwen band vormen tusschen de practijk van de tooneelkunst en onze leerlingen." „Hoeveel leerlingen neemt U aan?''
Foto: Kurt Kahle
„Hoogstens acht. Wel is waar heb ik reeds zestien aanvragen, maar wij willen het aantal acht niet overschrijden. De leerlingen zullen, na een soort vergelijkend examen, begin Augustus te houden, worden aangenomen en wel uitsluitend zij, die uiterlijk en innerlijk, volgens inzicht van de aangewezen beoordeelaars, de mogelijkheden tot beoefening van deze kunst in zich dragen." „In welke vakken zullen de leerlingen worden onderwezen?" „Onderricht zal worden gegeven in spel en voordracht en juiste spreek-techniek. Dan zullen zij les ontvangen in regie-kunst en de plaats, die deze inneemt ten opzichte van het spel zelf. Dan solo- en ensembleplastiek en tooneeldansen. Ook zullen zij les krijgen in de juiste uitspraak van Fransch, Duitsch en Engelsch. Kortom alles wat de actrice en acteur op het tooneel werkelijk noodig hebben." „Wie zal er les geven?" „Op het oogenblik kan ik U slechts Rika Hopper en mijzelf noemen. Wij zijn nog met verschillende kunstenaars in onderhandeling. Ik mag U echter hun namen nog niet noemen." „Welnu, dan tot ziens. En veel succes met de nieuwe Hagespelers!''
— 3 _
_
_
_
BE M^LH UIT DEW HEMEL EEN COMPLEET VERHAAL i. e Koreaansche vlakte lag in den | stillen schemer van den aanbrekenden dag. In het dorp F'eng Shi brandde één licht. Een vogel tsjilpte een langaangehouden, verrukten toon en stak toen weer zijn kopje onder de veeren; de zon was nog niet boven de heuvelen verschenen. Zelfs de jongste monnik in den Boeddha-tempel sliep, zijn hand om den hamer voor de gong, die hij moest slaan tegen de vormlooze duivelen, welke in de uren der Dreigende Duisternis konden losbreken. Onder het licht, in een huis omgeven door een leemen muur, keek Dr. Frank Cottrell naar schaduwige gestalten, verschrikkelijker dan waarvan de jonge monnik ooit gedroomd had. Zijn vingers bewogen zich om de schroef van een microscoop tot de praeparaten op het glaasje vervaagden en hij enkel maar een roodachtige vlek zag. ,,Dat is alles. Het is afgeloopen. Klaar." Hij trachtte triomfantelijk rechtop te gaan zitten, maar voor de eerste maal in zijn dertigjarig leven weigerde zijn lenig lichaam zijn wil te gehoorzamen. „Frank Cottrell, je hebt je werk volbracht," zei hij bij zichzelf. „Een mooi werk. Een machtig werk. Ten volle waard om drie jaar in de rimboe van Korea te blijven en zéker om drie nachten zonder slaap te zijn. Je hebt werkelijk iets groots verricht. Frank!" Dit zeiden zijn hersenen hem, maar ieder plekje van zijn lang, stevig gebouwd lichaam was slap door de behoefte aan rust. Zijn oogen dwaalden naar de ijzeren kist, ontoegankelijk voor de verwoestende eigenschappen van roode mieren en papiermotten, die aanvallen hadden gewaagd op de lijsten met cijfers, notities en data betreffende „Koorts X", zooals de mysterieuze ziekte in de medische wereld heette. Hij was uitgezonden om den bacil te vinden en hij häd thans het afschuwelijke ding gevonden, zonder kop, maar gehoornd als een eenhoorn; voor Frank Cottrell was het een pronkjuweel der schepping en het offer van drie eenzame jaren mocht voor deze prachtige ontdekking niet te groot heeten...
Bi
Cottrell wilde om Hsiung, zijn jongen kloppen. De kamer was een en al wanorde. Overal lagen eindjes van sigaretten; hij had ze op het laatst gewoon op den grond gegooid, waar ze waren
BEZOEKT HET
LUXOR JL
JTJL
JL^ JTIJL o JL
TE ROTTERDAM
DOOR
UALVAREZ
uitgedoofd en hoekige gaten in de matten hadden achtergelaten. Was het water, dat hij hebben wilde ? Er stond een leeg glas op de tafel, een ander was er af gevallen en lag in scherven op den vloer. Zijn uitgeputte hersens vergaten de droogte van zijn keel en het theeblad op tafel ziend, bedacht hij, dat hij ook wel honger kon hebben. Onvast stond hij op. Tweeenzeventig uren zonder slaap... Hij slaagde er in papier en glaasjes bij elkaar te pakken en ze in "het ijzeren kistje te bergen. Meer kracht was noodig om den microscoop in het étui te zetten. Den kroes alcohol in de flesch terug te gieten, was hem niet meer mogelijk. Hij staarde naar het porseleinen beeld van Ch'ou Lao, den god van het lange leven, een geschenk van een der bewoners uit het dorp, dien hij van den dood gered had; zijn oogen dwaalden naar het rustbed van matrassen en kussens, waarop het beeld prijkte. „Ch'ou Lao," sprak Dr. Cottrell met een poging tot een grijnslach, „je zult er af moeten, oude vriend." Hij sliep al haast, toen hij het afgodsbleëd van het zijden divankleed nam, maar voor hij zich uitstrekte, gelukte het hem zijn overhemd uit te trekken. Hij rekte zich om de veters van zijn schoenen los te maken, toen zijn oogen zich sloten. Twee uren lang, terwijl de ochtendschemering vergleed en een stralende
Vraag tweehonderd twee en tachtig Hoe zijn de Roodhuiden van NoordAmerika aan den naam „Indianen" gekomen? Onder degenen, die ons vóór 14 Juli (Indische abonné's vóór 14 September) goede antwoorden op deze vraag zenden, zullen wij een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vyf troostprijzen verdeelen. Adressceren aan: Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op briefkaart of couvert a.u.b. duidelijk vermelden: Vraag 282.
Vraag tweehonderd acht en zeventig Men is tot de veronderstelling gekomen, dat de planeet Mars bewoond kan zijn, door de rechte strepen, die men door den kijker waarneemt. Men hield die strepen voor kanalen, die dan door met rede begaafde wezens aangelegd zouden zijn. De beer E. Molenaar te Rotterdam kwam in het bezit van den hoofdprijs. De heer J. Weijerman te Den Haag, de heer M. de Waard te Vlissingen, de heer M. de Wilde te Den Haag, mejuffrouw N. Kraal te Den Haag en mejuffrouw P. A. C. den Kloop te Amsterdam kregen de troostprijzen.
dag over de vlakte lichtte, was het doodstil in de kamer. Toen kwam Hsiung, door het licht gewekt, de kamer binnen met koel water en warme thee. Zijn meester niet aan de tafel ziende, mompelde hij een kort gebed, beangst, dat de vreemde duivels, die de blanke man in glazen buisjes gevangen hield, Cottrell gedurende den nacht hadden weggevoerd. Hij liep achteruit en ontdekte den dokter op het rustbed. Toen glimlachte Hsiung. „Er zijn twee dingen, die een man in zijn leven noodig heeft," bedacht hij. „Slaap en een vrouw. Mijn meester heeft geprobeerd het zonder die twee te stellen. Maar nu zie ik, dat hij slaapt. Op het punt van vrouwen begrijp ik hem niet. Hij is geen priester, al is hij een man uit den hemel, die ons een heeleboel goed gedaan heeft." De Koreaan zette zijn blad op de tafel en liet voorzichtig verscheidene sigaretten in zijn wijde mouw glijden. Vervolgens snoof hij aandachtig en bukte zich over den kroes. Het was geen rijstwijn, evenmin „roode brandewijn", maar het had toch een bekenden geur. Hsiung stak een vinger in den kleurloozen alcohol en zoog er peinzend aan. De blanke man sliep vast en hij nam den kroes op. De eerste, zalige slok schroeide hem juist tot in het diepst van zijn lichaam, toen de monnik uit den tempel op de gong sloeg voor de morgenrijst. Schuldig als hij zich voelde, liet Hsiung verschrikt den glazen kroes uit zijn hand vallen. Hij viel kletterend op den grond, met haast evenveel lawaai als de gong maakte. Het duurde enkele oogenblikken eer Hsiung een blik op zijn meester durfde slaan; tot zijn onuitsprekelijke verlichting zag hij, dat de dokter zich niet bewogen had. „Misschien hebben de goden mij willen behoeden voor zonde," dacht de Koreaan rustig en voerde daarop het ceremonieel betreffende gebroken voorwerpen uit. Hij boog voor de glasscherven en toen voor Ch'ou Lao. Vervolgens maakte hij de palm van zijn hand vochtig met den alcohol op de mat en daar de kroes met inhoud het eigendom was van zijn meester, ging hij geruischloos naar Frank Cottrells legerstede, bukte en hield zijn handpalm tegen het voorhoofd van den slapenden man. Toen de ritus volbracht' was, schui-
■ W^h—^
■
i».
v
-*¥«»•$&•:,
■Hl
■-
■■->■-
■■■•.■
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S
>
JAN STEEN - FAMILIETAFEREEL
/Ö
~
LIJDERS AAN ASTHMA ming Booms Asthmapoeder geeft bij inademing direct verlichting bij Asthma en daar uit voortkomende Boratbe nauwdhoid en Borst. beklemming Alleen acht met den naam BOOM. Verkrijgbaar in Apotheken en Orogistwinkel» Ä / 1.29 per groote doo».
felde Hsiung naar de keuken om de morgenrijst te bereiden en van een der wederrechtelijk toegeëigende sigaretten te genieten. Hij was aan zijn tweeden kop thee en tweede sigaret, toen er op de voordeur geklopt werd. De woorden: „Wie durft den man uit den hemel op dit uur wakker te maken?" bleven hem in de keel steken; in plaats van ze uit te spreken, boog hij en stamelde bevend: „Yap loi Ie" — Komt u binnen. Hsiung kon niets meer zeggen. De kilte, die zijn tong in zijn mond deed bevriezen, kroop tot aan zijn knieën. Daar was de abt van het klooster in eigen persoon, begeleid door twee andere monniken. Verder een blanke man, niet zoo lang als de meester, maar kort en dik met een heel rood gezicht, verbrand door die zon. Er waren twee blanke vrouwen bij; de eene vond Hsiung niet de moeite waard om veel aandacht aan te schenken, ze was oud en tanig, de andere was zoo slank als een meisje van de bloemenbooten, met lippen, rood als granaatappelen en haren als goud. Geen van dezen was het intusschen, die Hsiung op zijn beenen deed trillen van nameloo?e vrees het was de man aan het eind van de processie — een man met een mager, geel gezicht, met het bandietenmerk in blauw op zijn eene en in geel op zijn andere wang gebrand. Hsiung wist, dat het Tchin Kou moest zijn, een roover met een afschuwelijke reputatie van meedoogenlooze wreedheid, die arme dorpen als F'eng Shi, welke geen vetten buit beloofden, placht te mijden en daar even legendarisch bleef als de onderaardsche duivels. De oude priester vroeg naar Hsiungs meester. Niet in staat tot spreken, wéés de jongen slechts en bleef met gebogen hoofd staan tot allen in de kamer waren waar Frank Cottrell sliep. Toen, niettegenstaande zijn angst, schuifelde Hsiung achter de anderen aan. Hij hoorde den abt iets zeggen over het gevaar van een slaper wakker te maken, zoodat de dwalende ziel misschien niet in het lichaam zou terugkeeren, maar Tchin Kou snauwde, dat hij geen tijd te verliezen had. De roover ging onmiddellijk naar het rustbed en trok met een hand het zijden kleed, dat Cottrell losjes dekte, er af. De dokter bewoog zich niet, zelfs niet toen Tchin Kou in zijn oor schreeuwde. Eindelijk schudde de roover hem woest heen en weer. Frank Cottrells verwarde, zelfgeknipte, donkere haren bedekten zijn oogen half; toch moest het ongure tronie van den bandiet even tot zijn in nevelen van slaap gehuld onderbewustzijn zijn doorgedrongen, want hij mompelde:
„Nachtmerrie... wat kan 't mij schelen ? Ik slaap. Ga weg, mooie. Ik slaap..." „Hij is dronken," viel het blanke meisje plotseling uit. Aangezien Cottrell weer sliep, kon hij tegen deze beschuldiging niets inbrengen. De oude priester wendde zich in de taal van het land op dringenden toon tot den dokter. „Dit, mijn zoon, is een ernstige zaak. Tchin Kou eischt losgeld voor uw landslieden uit het Noorden..." „Voor allen behalve het meisje," herinnerde de roover hem. „En ik heb hem uitgelegd, dat u wel maatregelen zult willen treffen voor de betaling. Ik heb Tchin Kou verteld, dat u alles van den hemel weet en de geheimen der hel kent en dat het ongeluk voor zijn onderneming zou beteekenen als hij dit dorp doortrok zonder u te hebben opgezocht. Word wakker, mijn zoon." De stem van den abt kraakte van nerveuze spanning, toen hij er aan toevoegde : „Men heeft u noodig, zooals men u voor zieken noodig heeft. Ontwaak, o nian uit den hemel." Richard Jerington, de man met het roode gezicht, ving de laatste woorden op. „Fijne zendeling, dat moet ik zeggen," mompelde hij. „Kijk maar eens rond. Is een week lang aan de fuif geweest. Grace heeft gelijk. Hij is zoo dronken als een kanon. Het geeft niets. Daarbij ben ik niet zoo zeker, dat onze gids ons niet evengoed naar Pu Ki Leung brengt..." „Wij zijn naar 't noorden getrokken," verklaarde Grace Milner. „Pu Ki Leung ligt oostwaarts. Dat vertelde Edith, toen ze ons naar haar zendingshospitaal inviteerde. Je kunt toch niet ontkennen, dat er iets eigenaardigs was in de manier, waarop onze gids en de koelies er van door gingen en deze aanlokkelijk uitziende troep verscheen..." „Ik ben er ook van geschrokken, Richard," bekende Martha Jerington aan haar broer. „Ik wilde, dat we maar
heelemaal niet gegaan waren. Het is gevaarlijk..." „Onzin," bromde Jerington. „Je maakt je noodeloos overstuur. Ik heb jaren in S'oel gewoond eri nooit iets bijzonders beleefd. Het is volmaakt veilig..." •„•Düs jij zou met dezen gids verder willen gaan" vroeg Grace. „Wat kunnen we anders doen? Het komt heusch in orde, kindlief. Koreanen maken het blanken vrouwen niet lastig." „Neen? En waarom zat dje lieve jongen met zijn gekleurde gezicht, gisterenavond dan naast mijn slaapzak?" „Ik... ik wilde er juist vanmorgen met hem over spreken..." „En toen had je het te druk met aanmerkingen over koud scheerwater. Jij kunt doen wat je wilt. Dick, maar ik ga niet verder." „Wat wil je anders?" opperde nu ook Martha Jerington. „Dezen drinkebroer wakker maken," klonk het gedecideerd. Ze keek op den slapenden man, met de gebruinde huid en de bloote, gespierde armen, wiens ademhaling rustig en regelmatig ging. En de daad bij haar besliste woorden voegend, goot ze den inhoud van een waterkan over Cottrells hoofd uit. Dezen keer gpende de dokter zijn oogen geheel en het mooie meisjesgezicht ziende in het eerste oogenblikvan zijn ontwaken, kwam het zachtjes over zijn lippen: „Dit is heel wat aardiger dan die eerste droom — ga niet weg, heerlijk visioen. Ik droomde, dat het regende, morgen slaap ik niet meer, dan zullen we..," Toen, klaar wakker: „Wat is er gaande ?" Met de eene hand veegde Cottrell het water van zijn gezicht. „Zoo, zoo," begroette Grace hem spottend, „eindelijk bij uw positieven? Was het een jolige boel? U voelt zich zeker nog allesbehalve lekker, hè? Of merkt u er niet veel meer van ?" Frank Cottrell nam nauwelijks notitie van deze, voor hem onbegrijpelijke serie vragen; zijn belangstelling werd in beslag genomen door Tchin Kou en zijn
Eon ftpB® lm vatcanribDttsIbQmmDing. Käthe von Nagy, Friedl Sandner en Carola Höhn, drie Ufa-stèrren.
Door de z^on
verbrande huid verzacht en geneest men mei
PU ROL
Oom 30-60. Tube 80 ct. B0 Apoth. £• Drogltlco
HLM-ENTHOUSIASTEN E. v. W. ie GRONINGEN. He£ séaaé nog niet vast, wanneer Hans Albers to Sehe venin gen zal optreden. Hans Albers en Hansi Burg hebben geen kinderen. Voorloopig blijft het adres van Hans Albers Lennéstrasse 7, Berlijn. Dank voor Uw aardig briefje. H. v. O. te 's.GRAVENHAGE. De twee rollen in bedoelde film werden niet door dezelfde actrice gespeeld. Deze Warner Bros-film Is reeds in ons land vertoond. H. d. GR. te AMSTERDAM. Olga Tschechowa woont Reichsstrasse 2, Berlijn. Zij woont daar met haar moeder en haar dochter. ledere abonné mag ons wekelijks drie vragen stellen. ^ . M. v. D. te 's.GRAVENHAGE, Het adres van Martha Eggerth is Kurfürsten« dämm 136, Berlijn. Zij beantwoordt haar brieven binnen drie maanden. Niet vergeten een antwoord-coupon in te sluiten. H. v. K. te NIJMEGEN. Het adres van Sally Eilers Is Fox-studios, Hollywood. L. K. te ZUILEN. Het adres van Jack Payne is 7200 Sancta Monica Boulevard, Los Angeles. Een antwoord-coupon Is aan leder postkantoor verkrijgbaar. H. L. te 's-GRAVENHAGE. Johan Heesters kunt U schrijven p.a. MonopoleFilm, Corso Cinema, Kalverstraat, Amsterdam. Een postzegel voor antwoord Insluiten. N. A, te 's-GRAVENHAGE. Het adres van Willy Frltsch is Bitterstrasse 8. Berlijn. Lien Deijers woont Domstrasse 11, NeuBabelsberg. Niet vergeten een antwoordcoupon in te sluiten. De gevraagde foto's zijn verzonden. L. B. te GRONINGEN. Madeleine Renaud is een bekende Parijsche tooneelspeelster. Zij zal nog wel in nieuwe films optreden. U kunt haar schrijven: Comédie Francaise, Parijs. D. G. te 's-GRAVENHAGE. Willy Castello woont Badhuisweg 22, Schevenlngen. Wanneer U hem schrijft, niet vergeten een postzegel voor antwoord in te sluiten. G. v. W. te AMSTERDAM. Ramon Novarro moet U schrijven Metro-GoldwynMayer-studios, Culver-Clty, Californië. Niet vergeten drie antwoord-coupons in te sluiten, D. K. N, te AMSTERDAM. Kläre Fuchs Is den 25sten Februari jarig. Haar adres is Albrecht-Achillesstrasse 7, Berlijn. Getrouwd, Enrico Benfer noemt zich thans Friedrich Benfer. Jenny Jugo is te Semmering bij Weenen geboren.
SIOAREN 's-Morgens, 's Middags, 's Avonds.
trawanten, die "nu in de deuropening samendromden. Hij brak in een zond vloed van gutsend Koreaansch uit en het was maar goed, dat geen van zijn Engelsche bezoekers hem kon verstaan, want wat hij van Tchin Kou's voorvaderen en reeds bestaande en nog te verwachten nakomelingschap beweerde, was verre van vleiend. En Cottrell eindigde zijn ontboezeming met den uitroep: „Is mijn huis een varkensstal geworden, o, booze met de gekleurde wangen ? Vertrek voor ik reepen van je leelijken neus afsnijd..." De oude priester protesteerde angstig. „Mijn zoon, ge spreekt met Tchin Kou, den dappere, wiens naam tot ver over de grenzen bekend is." „Ben jij Tchin Kou?" informeerde de dokter. De roover knikte bevestigend en Cottrell voegde er ten gerieve van zijn blanke toehoorders, in het Engelsch bij: „Hoe zouden je een paar fiksche tikken op je neus bevallen ?" „Die zouden heel heilzaam zijn," mengde Grace Milner zich in het gesprek. Frank Cottrell wendde zich tot haar. „Denkt u?" glimlachte hij. Hij keek haar zoo lang en aandachtig aan, dat ze bloosde. Onmiddellijk bood hij zijn verontschuldiging aan. „Neemt u mij niet kwalijk, maar ik heb in geen drie jaar een blank meisje gezien...." „Wijn en gezang," hoonde Grace, „en geen vrouwen?" „Nog niet," erkende Dr. Cottrell. „Maar voor ik onbeleefd word en weer ga slapen, wil iemand mij misschien wel vertellen, wat er eigenlijk aan de hand is?" II. Richard Jerington, zijn zuster en het jongemeisje begonnen gelijktijdig te spreken en voor ze een dozijn woorden gezegd hadden, giste Cottrell de geschiedenis al. Toen ze klaar waren, vatte hij hun mededeelingen samen. „Dus Tchin Kou heeft uw gids en koelies door schrikaanj aging op de vlucht gejaagd, en is daarna noordwaarts met u getrokken in de richting van de heuvels, waar hij zijn „residentie" heeft. Toen u door F'eng Shi kwam, stelde iemand den hoofdpriester op de hoogte. Hij is een nobele, oude man en de situatie direct begrijpend, dacht hij aan mij. U zult nu ook wel inzien, waarom 't begonnen is. Tchin Kou's vriendelijk aanbod om uw zoogenaamde weggeloopen gids en koelies te vervangen, was natuurlijk een truc; hij brengt u heel ergens anders dan -yraar u wezen wilt en ik zou u aanraden den losprijs maar te betalen. Kunt u over het geld beschikken ?" „Juffrouw Milners vader is presidentdirecteur van de Imperial Öil Company," vertelde Jerington, „en ik ben de hoofdvertegenwoordiger in Korea." „Dan zult u wel in staat zijn aan Tchin Kou's eischen tegemoet te komen," concludeerde de dokter. „Ik van mijn kant zal zien wat ik voor u doen kan." De dokter liet zich door Hsiung een sigaret geven en toen de tabak gloeide.
- 7
DE LEELIJKE VETPUISTJES KUNT U WEGVEGEN, wanneer U ze even behandeld hebt met het meest eenvoudige natuurlijke middel: Radox. Geen pijnlijk en g-evaarüjk uitknijpen meer. Met deze g-emakkelijke Radox-methode kunt U de vetpuistjes onmiddellijk en volkomen verwijderen. U mengt daartoe een theelepel Radox in een glas goed warm water en bet de aangetaste plekken hiermede gedurende eenige minuten. Droog nu af met een zachten handdoek en U kunt de vetwormpjes eenvoudig wegvegen. Gebruik hierna wat goede cold cream. Zoxa dan, dat de vetwormpjes voor goed wegblijven door voortaan steeds, wanneer ge Uw gezicht wascht, wat Radox door het water te mengen. Radox voegt aan het waschwater een hoeveelheid zuurstof toe, welke door de huidporiën dringt en deze grondig reinigt. En die zuiverende, geneeskrachtige zuurstof maakt het ontstaan van huidontsieringen als vetwormpjes, puistjes, uitgezette poriën, etc. verder onmogelijk. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. Een pak is toereikend voor verscheidene weken.
RADOX
NU 75 CTS per pak
Omzetbelasting inbegrepen
Imp.: N.V. Rowntree Handels Maatschappij Heerengracht 209 — Amsterdam (C). snauwde Cottrell tegen den bandiet: „Hoeveel?" „Ik ben een eerlijk man..." „Je bent een dief en de zoon van een dief," sprak de man, dien zijn landgenooten voor een zendeling hielden, tegen. „Je vader werd onthoofd en je moeder leidde een slecht leven. Hoeveel losgeld verlang je?" Tchin Kou reageerde niet op de smadelijke onthullingen aangaande zijn ouders en antwoordde zakelijk: „Voor de oudere vrouw duizend dollar in goud. Ze is niet veel waard. Voor den man, die den indruk maakt van een persoon van gewicht, tienduizend, ook in goud." „Dat kan geregeld worden," verklaarde Cottrell, wetend, dat het nu niet de tijd was voor loven en bieden, „En hoeveel voor de andere vrouw?" Tchin Kou liet zijn oogen onderzoekend op het meisje rusten. „Ze schijnt geen man te hebben," zei hij nadenkend. „Ik heb nog nooit (Vervolg op pagina 12)
■ ^.- ■.;'r^-
■
■
.
■
.....,.^v*:-,-^
^
Rolverdeeling: Thea Iken, procuratiehoudster ... Gerda Maurus Bankdirecteur Brüggemann Ernst Durncke Joachim, zijn neef ......„.., Rolf von Goth Veidt, boekhouder H. A. Schlettow Stohp, kassier H. H. Schaufuss Juffrouw Prill Jessie Vihrog Juffrouw Graff Katrin Weigle Roderich • K. Morvilius Haffke Kurt Höllger Schwartzkopf Veit Harlan
, Regie: Cserepy. Holsten, advocaat Theodor Loos Paschen, . voorzitter van de Jury Paul Henckels Juffrouw Kablitz. Schwartzkopfs verloofde Lieselotte Ebel Spelzig Paul Heidemann Hoofdredacteur Alfred Beierle Mevrouw Stohp Josefine Dora ers Mevrouw',K ten Maria Krahn Brigadier van politie ... Mayer-Falkow Commissaris : Hugo Flink
Thea Iken is procuratichoudster op ecn groote bank. Deze maakt door de algemeene malaise moeilijke tijden door en Thea en haar chef Brüggemann werken bijna dag en nacht om het hoofd boven water te houden. Doordat eenige groote buitenlandsche banken hun loketten sluiten, ontstaat er een run op de hunne. Thea's werkzaamheden warden zoo vele, dat Brüggemann zijn neef Joachim laat roepen om haar te helpen. Als Thea dien avond doodmoe thuiskomt, krijgt ze bezoek van een jongeman: Joachim. Hij verzoekt Thea zijn oom te bewegen van diens plan af te zien, daar hij niets voor kantoorwerk voelt en vliegenier wil worden. Thea zegt hem echter, dat het zijn plicht is aan het verzoek van zijn oom te voldoen. Uit het ernstige gesprek ontstaat een vriendschappelijke conversatie, die langzamerhand zelfs meer dan vriendschappelijk wordt. Intusschen blijft de
*sm
^
y0Sm>
\
1-- • ii 1
run op de bank aanho den en de kas is bij leeg. Tot laat in den nawerken Thea en Brui gemann om te tracht de bank voor den c dergang te behoed« Plotseling wordt Brü| gemann door een d zeling bevangen. Wq moeite houdt hij staande en Thea sre weg om een glas water te halen. Dan weerklinken er tv'i schoten Thea wordt gearresteerd als ♦erdacht 1 moord. De schijn is sterk tegen haar, doch spreken wil zij niet. denkt, dat Joachim de moordenaar is en wil hem redden. D haar zwijgen brengt ze de rechtbank schier tot wanhoop. H ï advocaat is evenwel een goed menschenkenner en hij begr de reden van Thea's zwijgen. Daar hij weet, dat Joachii onschuldig is, smeekt hij Thea hem haar vertrouwen schenken. Dan blijkt, dat dè eenige getuige a charge de kasloo Schwartzkopf is. Het rechtskundig brein van den advoc combineert verschillende feiten en hij weet spoedig den waren dader aan het gerecht ovi te leveren.
mS^'
*
..:
1. Theodor Loos. — 2. Paul Henckeis. — 3. Hans Hermann Schaufuss. — 4. Rolf von Goth. — 5, Rolf von Goth en Gerda Maurus. — 6. Lieselotte Ebel en Theodor Loos. — 7. Ernst Dumcke en Gerda Maurus. — 8. Hans Adalbert Schlettow. — 9. Theodor Loos en Gerda Maurus. — 10. Veit Harlan en Jessy Vihrog.
06^ UFA-FILM.
■
*£♦
Ü
1111 '**"*>
**^.*fc''
Äiüffl
S!
.'SEI 73
*mmm
ivMmk^ ■
."■
*Kim*&s^'
:
Mtä
PPifP^pW-
F I l_ M S
WOLFRAM JUNGHANS il gten figuur, die iedereen op bet witte doek kin bewonderen.' Toch mag hi) in dit A.B.C, niet ontbreken. Hi( is de regisseur-operateur der Ufa Cultuurfilm-afdeeling en aan hem danken wij vele mooie, leertame cultuurfilms. Wolfram Junghans werd den I6cn Juli te Schramberg geboren. Reeds in zifn jeugd had hij een groote liefde voor planten en dieren. Ook de film interesseerde hem. Men moet hem aan het werk gezien hebben, om te weten, wat rijn arbeid inderdaad waard is.
HANS JUNKERMANN werd den 24sten Februari te Stuttgart geboren als zoon van een bekend Duitsch acteur. Hij wilde eerst officier worden, maar debuteerde op twintigjarigen leeftijd in den schouwburg bij zijn vader. In het Thalia Theater te Berlijn trad hij het eerst als komiek voor het voetlicht. In 1912 debuteerde hij bij de film. Hij is getrouwd met de actrice Julia Serda. Hun dochter Charlotte Serda filmt bij de Ufa.
HELKE JÜRGENSEN werd den Ssten April geboren. Zij studeerde letterkunde, maar het was haar Ideaal tooneelspeelster te worden en zij was dan ook een zeer begaafde dilettante. Op een uitvoering te Berlijn werd zij door den regisseur Gera von Bolvary ontdekt. Hij engageerde haar en zij oogstte veel succes. In de film ..Schloss im Süden" speelde zij een zeer belangrijke rol.
E R R E M -ABC 60
DUKE KAHAMANOUKO was hotelbediende te Los Angeles. Het hotel, waarin bij werkzaam was. ging echter failliet en Duke stond op straat. Hij werd toen figurant te Hollywood om in zijn onderhoud te voorzien. Samuel Goldwyn ontdekte zijn talent en in de Ronald Colman-film ..The Rescue" speelde bij een groote rol. Nadien heeft hij niet meer gespeeld.
HELEN KAISER was mannequin te Chicago. Een filmacteur nam haar mee naar Hollywood, waar zij jarenlang een betrekking zocht. De directie van Radio liet een proefopname vervaardigen, die gunstig uitviel. Zi) kreeg een engagement en speelde eenige kleine rollen. Daarna werd zij bij de Metro geëngageerd, waar zij veel wordt gefotografeerd, doch weinig speelt.
CHARLES KALEVS vader was circusdirecteur. Reeds jong moest Charles met het ensemble van zijn vader op reis. Hl) werkte mede aan de voorstellingen als paardrijder. Te Los Angeles verliet hij op een tournee den troep en werd figurant in de Universal-Studios. Hier bleef hi) twee jaar. toen werd hi) door King Vidor ontdekt, die hem een contract bij de Metro-GoldwynMayer bezorgde. Charles is tot op heden nog steeds op het tweede plan gebleven.
ERWIN KALSER bezocht de tooneelschool van Max Reinhardt te Berlijn. Na een gunstig eindexamen werd hij te Dresden geëngageerd. Later speelde hij in het Deutsche Theater te Berlijn. Gustav Ucicky engageerde hem voor de Ufa. In de Conrad Veidt-film ..De laatste compagnie" trad hi) al spoedig op den voorgrond. Het vorige seizoen speelde Kaiser een groote rol in de film ..Wat mannen weten moesten".
FRITZ KAMPERS werd den Hen Juli te Garmisch-Partenkirchen geboren. Hi) begon zijn artistieke loopbaan als tooneelspeler. In 1920 debuteerde hij als fllmspeler. en hij beeft In ontelbare stommefilms gespeeld. Wi) herinneren aan: „Vom TSter fehlt jeder Spur" en ..Leichte Kavallerie". Daarna volgden vele succesrollen in sprekende producten zooals: ..Drei von der Tankstelle". ..Gloria" en ..Ein Lied geht um die Welt".
BEBE KANE begon als figurante In de M.G.M.-Studios. N« twee jaren werd zij door de Paramount geëngageerd en hier kreeg zii haar kans. Zi) kreeg een rol In ,.The dance of life en speelde naast Hal Skelly en Nancy Carroll een belangrijke tot. Zij had succes en speelde toen met Eric von Strohelm de hoofdrol in ..The great Gabo". De sprekendefilm heeft haar echter weer op het tweede plan geplaatst.
Als Juni al reeds meer dan 21 dagen oud is, de dagen gedurende een dag of veertien zoo heel lang blijven en Juli weer voor de deur staat, dan is het hoogseizoen voor onze badplaatsen langzamerhand aangebroken. Domburg, Oostvoorne. Kijkduin, Katwijk, Noordwijk, Zandvoort Bergen, Egmond aan Zee en Wijk aan Zee, Texel en Scheveningen, zij hebben zich allemaal weer in hun steeds eendere en altijd frisch-nieuwe zomer-toilet gestoken. Ze hebben allemaal hun kwaliteiten en er zijn er zoovele dat steeds wel iedereen een dorp aan zee kan vinden naar zijn smaak. Maar hoe hun hoedanigheden ook mogen zijn en welke wij ook mogen prefereeren, ^vooraan staat nog altijd: Scheveningen. Scheveningen moet u leeren ontdekken. U moet — het mag vreemd klinken in dat zoo betrekkelijk kleine dorp — er rondzwerven en u zult er steeds meer vinden en steeds méér dan één plek waar ge nu het liefste nog eens naar terug zoüdt keeren. Officieel begint het groote seizoen er pas op den vijftienden Julidag. maar ook nu reeds, nog ruim drie weken daarvoor, is alles al in vollen gang. De beide zeebaden zijn al bijna een maand open en langzaam aan worden daar steeds hoogere aantallen van baders genoteerd. Ik weet niet welk ik zou prefereeren, het rustige, goedkoope volksbad, met zijn keurige organisatie of het zgn. luxe-bad met zijn plezierig gedoe van moderne badcostuums, zijn strand-cafe's en zijn fleurige meiskes. Zii zijn beide op hun tijd een bezoek ten volle waardl En dan het nieuwtje van het Palace-hotel, het Solarium, waar nu reeds de Haagsche bon-ton en het crème van de Scheveningsche gasten in heerlijke luie stoelen zich bruin laten branden, nog meer door de zeelucht dan door de zon. Als de Bijenkorf daar weer eens 'n modeshow van badpakken en badmantels houdt, vergeet dan nitet u daar vroegtijdig van een stoel te verzekeren, want het loont de moeite en het toont u een zeker deel van Scheveningen all round. Als de avondwind soms wat te koel is om van af de Pier of van af het heerlijke terras van Grand Hotel de zonsondergang te genieten, of als het helaas weer eens al te bewolkt is, zoodat er geen rose en oran-
CHAJA GOLDSTEIN, de dans- en voordrachtskunstenares, die 28 Juni In het Kurhaus optrad.
MIEK je strepen boven de horizon hangen, dan komt de andere zijde van Scheveningen om uw aandacht vragen. En die aandacht is zij ten volle waard. Dan is er het Kurhaus met zijn concerten eri dans-avonden en wat dies meer zij; dan is er Davids in dat oer-genoegelijke cabaret midden op het Gevers Deynootplein, waar u zoo prettig als haring in een tonnetje kunt zitten; dan is er het circus en nog zoo heel veel meer. Het is een goede en zeer prijzenswaardige gewoonte van de Kurhaus-directie om in het voor-seizoen vooral veel Hollanders aan het woord te laten. Wij hebben dan ook reeds Wagenaar zijn eigen werk hooren dirigeeren, de prima amateur-pianist de Ranitz 'heeft op de weldadigheidsavond voor de noodlijdende kunstenaars het tweede piano-concert van Rachmaninoff meesterlijk vertolkt, eerstdaags zal ook onze jeugdigste concert-violist, Wim Noske, het Kurhaus-podium betreden. Schuricht en
Voelt U zich gegeneerd wanneer U zich In het zwembad of het zonnebad in badcostuum vertoont, omdat Uw slanke lijn wel iets te wenschen overlaat . . . ? Heusch, U behoeft niet langer te lijden onder die spottende of medelijdende blikken, want ook U kunt in zeer korten tijd weer slank worden. Duizenden vrouwen vóór U hebben met FACIL PASTILLES succes gehad. Volgt hun goede voorbeeld en begint nog heden met Uw Facil-kuur. FACIL is verkrijgbaar bij apothekers en drogisten voor den prijs van f. 3.per buis van 100 stuks.
FACIL
die als soliste optrad tijdens het concert onder leiding van Carl Schuricht.
Neumark, twee zeer kundige dirigenten, oude getrouwen voor het Scheveningsche publiek, hebben weer de leiding van de concerten. En het cabaret van Louis Davids? Wel, dat behoeft nauwelijks commentaar. We zagen misschien wel eens een beter programma in dit „houten huisje" dan het openings-proorram van dit jaar, maar als de „groote kleine man" Zelf zich tot dé zaal richt, dan is alles weer als van ouds en dan kijkt iedereen weer blij bij de bekende liedjes van vorige gelegenheden en nog blijer bij de nieuwe, zooals het lied van Ma, die in de politiek gaat; blij, omdat deze man steeds weer nieuws weet te bedenken en zijn „ouds" nooit verveelt. Zoo is Scheveningen wederom geheel gereed om de hoofdstroom van zijn gasten te ontvangen. Als nu het weer maar meewerkt.... R. A. L.
DE VIOLIST CORNELIS TROMP, die op het volksconcert onder leiding van Ignaz Neumark optrad.
LOUIS DAVIDS. die zijn gasten in ,,het houten huisje" weer op de bekende en beproefde wijze weet te boeien en te vermaken.
DE ZANGERES MARION ANDERSON,
— 11 — - 10 -
'•'!ro*?
| TOEKOMST ifjocd on4 UM 1oekomd\ S
De kansen van het leven zijn te wisselvallig om alleen op ENERGIE te bouwen. Een Levensverzekeringspolis der HAVBANK te Schiedam geeft U veiligheid.
EEN FOTOSTUDIE VAN DE M.G.M.-STER NORMA SHEARER.
(Veivolé van pag. 7) een blanke vrouw gehad en daarom wil ik haar houden, ten minste voorloopig. Later kunnen we wel over losgeld praten." „Het zou verstandiger zijn om het goud nu aan te nemen, Tchin Kou," adviseerde de dokter bedaard. „De toekomst, zooals het Tiende Boek zegt, is altijd onzeker." Tchin Kou krabde zijn smalle kin. „Neen," zei hij langzaam. „Voor de twee anderen, de oudere vrouw en den man, moet ik goud hebben. Nadat ik het ontvangen heb, zal ik naar de heuvelen gaan, anders wordt het mij ontstolen door minder eerbare mannen, om niet te spreken van soldaten, die mij nagestuurd zullen worden. Het meisje moet met mij mee ..." Zichtbaar onrustig vroeg Jerington: „Is alles in orde? Marchandeer met hem. Geef hem niet direct den vraagprijs." „Alles is niet in orde," deelde Cottrell mede. „Voor uw zuster en ueischt hij elfduizend in goud." „Te veel! Dat betalen we niet." „Hoeveel ben ik waard ?" wilde Grace weten. De dokter antwoordde niet. „O," hernam Grace. „O. Eh... u kon me wel eens een sigaret geven."
„Die roover is de duivel zelf," lichtte de ander in. „U bevindt zich helaas in een netelige positie." Het meisje had haar stem in bedwang, toen ze luchtig zei: „Mijnvader zal betalen wat gevraagd wordt. Is dat niet voldoende?" „Ik ben bang van niet. Tchin Kou heeft geen fantasie genoeg om een grooter bedrag te bedenken dan elfduizend dollar goud. Dat verschaft hem alles wat hij begeert, maar hij moet zich verborgen houden, als hij het heeft en hij wil... wel, onderhoudend gezelschap hebben..." „Zou hij goud niet boven mijn gezelschap prefereeren?" „Ik vrees van niet..." In het dorp begon iemand rijst te stampen; het klak-klak-klak van den stamper was duidelijk hoorbaar. De krekels tsjirpten op de maat. De zon scheen warm de kamer binnen, deed de alcohollucht intenser geuren en de kleur van de groen en gele draperieën van den porseleinen god van het lange leven vroolijk oplichten. „Probeer nog eens," drong Grace aan. „Noem welk bedrag u maar wilt." „Dat is waarop deze — deze zendeling gewacht heeft," viel Jerington scherp uit. „Hoe dikwijls heb je dit
bravourstuk nu al uitgehaald, vrind ?" De zon brandde in Cottrells doodvermoeide oogen. Hij moest zich inspannen om helder te blijven. „Ik begrijp je niet." antwoordde hij. „Wat bedoel je, man? Wees duidelijk, alsjeblieft." „Dat zal ik zijn. Tchin Kou, of hoe de vent ook heet, brengt zijn gevangenen naar dit oord. Jij werkt als handlanger, nietwaar? Natuurlijk. Een afvallige, aan den drank verslaafde zendeling 1 Je hebt ontdekt, hoeveel juffrouw Milner waard is — en nu leg jij er een flink bedrag voor jezelf bovenop I Dan kruip je natuurlijk in je trog, zwijn." Cottrell keek het meisje aan. „Gelooft u dat?" vroeg hij. Critisch bekeek ze zijn uiterlijk en overwoog Tiet zwijgend getuigenis van de kamer; de lucht van alcohol, wanorde, gebroken glas op de mat. De dokter, die nog op zijn rustbed lag, zag haar strak aan. Hun oogen ontmoetten elkaar; toen ze haar hoofd afwendde merkte hij pas goed, hoe buitengewoon knap en aantrekkelijk zij was. Maar het was de fiere houding van haar hoofd, die hem het meest trof. Angstig, ja maar niet laf, zelfs nu ze wist wat haar mogelijk te wachten stond. „Ja," zei het meisje, maar direct vormden haar lippenhet woord: „JsTeen." „Dank u," glimlachte Cottrell. „Ik geloof het," riep Jeringtons zuster schel. „Kijk maar naar hem! Zijn oogen. Ik vertrouw hem niet. Een ontaard zendeling is erger dan een gewoon slecht mensch. Jij kent de landstaal een beetje, Richard. Spreek jij zelf eens met dien roover. Zeg hem, dat we hem betalen zullen en dat hij niet hoeft te accepteeren, wat deze schavuit hem aanbiedt..." „Probeer het," stemde de dokter loom toe. „Het kan geen kwaad en misschien overtuigt het u, dat dit geen picknick is." Richard Jerington stak van wal. Alleen Cottrell en de abt verstonden Tchin Koü's rauw antwoord in rad Koreaansch: „Als je deze vrouw voor jezelf wenscht, o man met het roode gezicht, waarom heb je haar dan niet genomen? Nu wil ik haar bezitten." „Wat zegt hij ?" vroegen het meisje en de man met het roode gezicht tegelijk. „Het komt er niet op aan," vertelde Cottrell hen op grimmigen toon, „wat [Vervolg op pagina 211
Een lezeres schrijft ons, dat zij altijd haar poes meeneemt als zij naar den bioscoop gaat. — Tot dusver heeft Walt Disney's held, Mickey Mouse, blijkbaar nog niet geprotesteerd I Een dokter waarschuwt zenuwachtige menschen tegen het slapen met electrisch licht op, daar dit zware hoofdpijn kan veroorzaken. — Vooral als de rekening van de electriciteit komt! Als het in Cornwall dertien dagen achtereen regent, beschouwen de bewoners dit als een groot ongeluk. — Dit bijgeloof deelen de menschen, die in hun veertien dagen vacantie deze streek bezoeken.
*~jj ***** t**,
„In Perzië, waar deze kleeden worden gemaakt, zou de prijs per stuk minstens drie mooie vrouwen zooals U zijn. Nou mevrouw, wat denkt U van een tientje voor de twee?"
De heer des hu/zes (trotsch); „Een schitterende eik, vindt II niet?" Bezoeker: „En öfl Hebt U hem zelf gezaaid?"
„Een flinke wandeling is dikwijls een uitstekend middel tegen kiespijn", lezen wij in een medisch blad. — Zeer zeker, als men den kant van den tandarts uitgaat. Men heeft opgemerkt, dat een bekend zwaargewicht bokser altijd praat in zijn slaap. — Hij wordt evenwel steeds uit den ring verwijderd, zoodra het publiek te veel belangstelling gaat toonen. Er bestaat één ding, dat nog vervelender is dan huwelijkscadeaux koopen. — Dat is: ze betalenI
De oude heer: „Neem me niet kwalijk —ga ik zoo goed naar het kasteel Woudenburg?" De hardlooper: Loopt U maar met mij mee. Ik moet er ook heen f"
- 12 13
Zij: „Als je geen radio voor mij koopt, vraag ik of moeder komt logeeren.'' Hy: „Dan nog maar liever je moeder."
„Wat hebt U aan Uw hand, professor?'' „Dat komt weer door rann verstrooidheid. Ik wilde gisteren een spijker in den muur slaan en na een half uur kwam ik tot de ontdekking, dat ik geen spijker had."
--^™™^u^^^ ■■
'
■"
■
■"■-.'■
ALS HET LEVEN EEN TRIOMF WORDT JOHN CABOT. De man, die vóór Columbus in Amerika was. Volgens de gangbare meening was het Columbus, die in 1492 Amerika ontdekte. Dit is echter niet juist, omdat hij in werkelijkheid eenige vóór de kust van Amerika liggende eilanden vond, en pas in 1498 voor het eerst het vasteland van Zuid-Amerika betrad. Een jaar voordat dit gebeurde, had John Cabot echter reeds de Engelsche vlag op het vasteland van Amerika geheschen, en wel op Labrador. Het is zeker merkwaardig, dat deze twee groote rivalen — Columbus, die onder de Spaansche vlag zeilde, en Cabot, die onder de vlag van Engeland voer — twee stadgcnooten waren. Ze waren beiden in Genua geboren, ze werden beiden door denzelfden avontuurlijken geest bezeten en ze waren beiden vast overtuigd, dat zij het Oosten konden vinden door naar het Westen te zeilen. We weten niet, of zij elkander in de Oude Wereld hebben ontmoet, maar wel is het een feit, dat hun pad zich in de Nieuwe Wereld bijna heeft gekruist. Ze moeten ongeveer van denzelfden leeftijd zijn geweest. Columbus werd omstreeks 1451 geboren; Cabot moet, toen hij ongeveer tien jaar was, in 1461, zich in Venetië hebben gevestigd, terwijl hij vijftien jaar later het burgerschap van de stad kreeg. Venetië was in die dagen een groote maritieme macht en de schepen der Venetianen bevoeren alle bekende wereldzeeën. Het ligt dus voor de hand, dat Cabot voor de rijke kooplieden dikwijls verre reizen heeft gemaakt. Zoo is hij ook in Mekka geweest, en het is waarschijnlijk in deze stad, dat hij op de gedachte is gekomen om ,,via het Westen naar het Oosten te varen". Hij ontmoette daar namelijk karavanen, die uit verre landen allerlei kostbare specerijen meebrachten. Wanneer hij den leiders dezer karavanen vroeg, waar zij ze vandaan haalden, antwoordden zij, dat ze dit niet wisten, maar dat andere karavanen de specerijen uit nóg verder naar het Oosten gelegen landen haalden, terwijl deze karavanen weer hetzelfde vertelden. Hieruit trok Cabot de conclusie, dat indien de menschen in het Oosten vertellen, dat zij hun handelswaren uit zeer ver naar het Oosten gelegen landen kregen, men deze landen, omdat de aarde rond was, veel gemakkelijker van Europa uit kon bereiken, indien men naar het Westen voer. Zoowel in Venetië als in Portugal heeft hij pogingen in het werk gesteld, om steun te krijgen tot het uitrusten van een expeditie over den Atlantischen Oceaan. Dit schijnt hem echter niet gelukt te zijn, en daarom wendde hij zich tot Engeland, welks handel over zee zich in die jaren steeds meer uitbreidde. Vooral in Bristol woonden kooplieden, die op alle mogelijke manieren trachtten den Italianen en Portugeezen de loef af te steken. In Engeland werd zijn verzoek door den koning gunstig ontvangen, en in 1496 kreeg hij van Hendrik deft Zevende een geschreven volmacht, om ,,in alle deden, streken en baaien van de zee te varen, in het Oosten, Westen en Noorden, met vijf schepen, om er te vinden, te ontdekken en te onderzoeken alle eilanden, landen, streken of provincies, die aan heidenen of ontrou-
Een
bronzen
beeld, vervaardigd door John Cattldy, van John Cabot en sijn zoon Sebaitlaan.
wen behoorden, in welk deel van de wereld ook, dat voordien aan alle Christenen onbekend geweest was". Cabot moest er bezit van nemen in den naam van den koning, om hem een vijfde deel van alle voordeelen af te staan, terwijl Cabot zelf. . . . alle kosten van de expeditie mocht dragen. Op dergelijke voorwaarden viel het den avonturier niet gemakkelijk de noodige gelden bijeen te brengen. Het feit, dat hij niet de Zuidelijke route mocht kiezen — Hendrik de Zevende wilde Spanje en Portugal, wiens pas verworven bezittingen in die richting lagen, geen reden tot ingrijpen geven! — en dat de koning een vijfde deel van de voordeelen moest hebben, was niet in staat denEngelschen kooplieden veel vertrouwen in den gunstigen afloop der onderneming te geven. Het was dan ook niet vóór den zomer van 1497, dat Cabot uitzeilde — niet met vijf schepen, zooals oorspronkelijk zijn plan was geweest, maar slechts met één klein hulkje, dat door zestien matrozen werd bemand! Cabot koos de noordelijke route om een weg te vinden, die voor hem nog niemand had gegaan. In rechte lijn meet de afstand, dien hij aflegde, twee en twintig honderd zeemijlen; door stormen en zeestroomingen dreef hij echter telkens af, zoodat het aantal mijlen in werkelijkheid veel grooter moet zijn geweest. Hij zeilde drie en vijftig dagen eer hij nieuw land ontdekte. Columbus dacht, dat hij Indië had gevonden — Cabot twijfelde geen oogenblik, of hij bevond zich in China, het vasteland van het Koninkrijk van den Grooten Kahn van China", zooals hij zei. Wat hij werkelijk ontdekte was Labrador, Nova' Scotia en Newfoundland. Hij ging met zijn mannen aan land, en ofschoon hij dacht, dat het gebied aan -China behoorde, heesch hij er de Engelsche vlag en nam het voor Engeland in bezit. Hij vergat echter niet, dat hij een onderdaan van Venetië was, en daarom heesch hij er ook nog een kleine Venetiaansche vlag naast! Cabot had een werelddeel ontdekt; hij dacht, dat het Azië was en zeilde honderden mijlen langs de kust om naar Cipang^ te zoeken, zooals men in die dagen Japan noemde, waar, zooals Cabot dacht, al de specerijen van de wereld en alle juweelen te vinden waren. Hij voelde zich door zijn ontdekking den koning te rijk en gaf al zijn matrozen eilanden cadeau! Hij verhief hen tot graven, terwijl zij op hun beurt hem eerden niet als hun admiraal, maar als Vorst van het „Nieuw-Gevonden Azië". In begin Augustus van het volgende jaar is hij weer in Europa terug en dan hoort de
wereld, dat hij den koning van Engeland in de gelegenheid heeft gesteld „een deel van Azië te bekomen, zonder zijn zwaard te trekken". Hij bracht kaarten mee van zijn tocht, maar deze zijn verloren gegaan. Hij schreef, voor ioover men heeft kunnen nagaan, geen enkel woord, om zijn tijdgenooten te laten weten, welk een bijzondere ontdekking hij had gedaan. Het is dan ook eigenlijk een geheimzinnige geschiedenis met John Cabot, want alles wat wij van hem weten, berust hoofdzakelijk op hetgeen de buitcnlandsche gezanten aan het Engelsch Hof over hem en zijn prestaties naar hun vorsten schreven, opdat dezen op hun hoede zouden zijn en zich niet het grootste deel van de nog te ontdekken wereld zouden laten afnemen. Bovendien is er nog één ding: op de privérekening van den Engelschen koning vinden wij dezen post geboekt: 10 Augustus 1497: aan hem, die het nieuwe eiland vond Tien Pond. '— Die „hem" is John Cabot! Cabot geloofde, dat hij zijn tochten langs de door hem ontdekte kust slechts een eind verder behoefde voort te zetten om hem naar het onder juweelen bedolven Japan te brengen; de koning en de kooplieden uit Bristol geloofden dit eveneens, en zoo zeilde Cabot in 1498 wederom uit, dit keer met vijf schepen, alle geladen met koopwaar, die hij in Azië zou gaan ruilen. Het is op dezen tocht, dat hij van de wereld verdwijnt, alsof hij nooit bestaan had. Van de gansche expeditie weten we slechts twee feiten: het eene is, dat een schip van zijn kleine vloot terugkeerde in een lersche haven, en dat dit geheel wrak geslagen was. Het andere feit wijst op een tragische ontknooping van het mysterie. In 1501 bracht een Portugeesch schip, waarmee Gaspar Corte-Real naar Noord-Amerika was gezeild, het gevest en een deel van het lemmet mee terug van een Italiaansch zwaard, benevens twee zilveren Venetiaansche ringen, die men een inlandschen jongen had zien dragen. Van de andere vier schepen en hun heldhaftigen admiraal heeft men nimmer een spoor kunnen ontdekken. Waarschijnlijk heeft hij Amerika wel voor den tweeden keer bereikt: het gebroken zwaard en de beide ringen schijnen hierop te wijzen. Wellicht is hij, toen zij aan land waren gegaan met zijn mannen, door de inheemschen vermoord. Van den Engelschen koning had Cabot een pensioen gekregen van twintig pond per jaar; we vinden echter alleen voor het jaar 1498 vermeld, dat het hem is uitbetaald; daarna komt zijn naam in de lands-rekeningen niet meer voor en vernemen wij niets meer van hem. Zijn zoon, Sebastiaan, die hem op zijn reizen vergezelde en ook later verscheidene schepen uitrustte, waarmee ontdekkingsreizen werden gedaan, eischte den lof op, voor de tochten, die zijn vader had ondernomen, maar hij vertelt ons niets van diens einde. De man, die het eerst het vasteland van Amerika ontdekte, is door den tijd letterlijk weggevaagd, maar zijn heldhaftige daad: om er met een klein scheepje op uit te trekken om onbekende zeeën te bevaren, blijft in de herinnering voortleven — zoo goed als het feit, dat hij voor tien pond den Engelschen koning „een werelddeel leverde, welks rijkdommen ieders begrip te boven gingen..."
LOUIS DE BREE
- 15 - 14 -
■
mmmr^
\
'-'.;
■im**-.
».
4$S
^ lè
mjtmwM
*W-
H*m
V!^ '
"^
*'.
-r^i
'
■i
w'
■'^,
■■*»*
Lumina-film. — Regie Rolverdeeling: Mario Delmonti Jan Kiepura Carla Schmidt Marta Eggerth Directeur Rosé Paul Kemp Directeur Arve 11e Paul Horbiger Coq, zijn secretaris Theo Lingen Vera Valetti Hilde von Stok
Carmine Gallone. mkamp Linsemann Wolfram Peter» . hlhardt Directrice van een terberg ebrand Margot 3 Soot Èen tenor shborn Een sopraan
im aan geld, maar rijk aan illusies staat de kleine, be Rosé voor het douanekantoor aan de kade te Montev "zijn getrouwe zangers, tooncelspelers en de kisten, d toonecl-attributen bevatten. Het grootc mailschip ligt gereec doch de douaneformaliteiten willen maar niet tot een goed ei beambte Rosé's gebarentaal al evenmin verstaat als zijn slee Maar de troep moet aan boord, het koste wat het wil. wi de fortuin Rosé gunstig gezind geworden te zijn, daar hij ei de opera te Monte Carlo heeft kunnen bewerkstelligen. Aan ( den oceaan wachten roem — en geld, zoodat er eindelijk ^ zijn voor Rosé's begaafde kunstenaars, waarop hij zoo trotse! jongste aanwinst, den tenor Mario Delmonti. Rosé's ongeduld en angst groeien. Hoe kan hij dien suff duidelijk maken, wat een theatértroep is? Ha, daar heeft I Mario moet zingen! De jonge tenor is dadelijk bereid en s troep veilig aan boord. De bijgdoovige Rosé krijgt hut nr. 13 toegewezen. Hart die te betreden. Maar weer treedt Mario als de reddende engel op. van hut. Ondertusschen is de afvaart echter weer vertraagd door het zoeke passagier die aan boord moet zijn. Als Mario de deur van hut 13 opent, vindt hij Carla Schmidt, de gezochte verstekeling. Het is een heel aardig, maar heel arm meisje, dat naar haar vaderland terug wil, maar geen geld voor de reis heeft. Mario verstopt haar en weet door aan boord te zingen geld op te halen voor een overtochtsbiljet. Het ingezamelde bedrag was echter veel te groot, en Carla schenkt de rest aan den armen Rosé, die zoo juist een draadloos telegram ontvangen heeft, dat het engagement in Monte Carlo op een vergissing berustte. Mario en Carla besluiten den directeur van de opera in Monte Carlo Arvcllc eens even onder handen te nemen. De plaats hiervoor zal de speelzaal zijn. Terwijl de eentonige stem van den croupier door de zaal' klinkt, begint Mario een zijner aria's te zingen. Arvelle is verrukt over zijn stem en engageert Mario. Maar dit is Mario nog niet genoeg. De heetè troep moet een contract krijgen. Hiertoe voeren ze op de straat voor de opera hetzelfde werk als er binnen op, met — dank zij Mario's onvolprezen stem — zoo'n succes, dat het begeerde contract spoedig geteekend wordt.
ecteur 1 door is en >kkcn, »ar de ichljnt t aan c van ie zal p zijn
t. Mario (Jan Kiepura) geeft een concert aan boord. 2. Mario zingt in de speelzaal. 3. Paul Kemp en Theo Lingen. 4. Mei zoekt de blinde passagiere. 5. Mi Eggerth en Willy Schur. 6. Trude He berg en Marta Eggerth. 7. Pauh Jan Kiepura, Marta Eggerth i HSrbiger. S. Paul Kemp, Mart« i en Jan Kiepura. 9. Marta Ei Jan Kiepura.
«K
-::•.
> r kÉi
imbte tidee! heelc it hij Rosé Inden
-
:
ü
SPEWRSSWFWT'WW?« '■'"■-
'
JONQE LIEFDE Een drama uit het leven van eenvoudige menschen. Personen: Paul Sychra Vasa Jalovec Pepi Matukovä . . Jarmila Beränkova Jan Sychra Jar, Vojta Zijn vrouw Vojtovä-Materovä De onderwijzer Rudolf Deyl De koopman A. Marie Een landloopster B. Wardasovä Een landlooper J. Chaloupka Wenzel Zimak J. Svitäk D.L.S.-FILM-HOLLAND. Regie: J. Rovensky.
Een schitterende foto!
PAUL SYCHRA (VASA JALOVEC).
Het mooie Sazavadal is de plaats der handeling van deze film, die een hulde is aan de jeugd, de liefde en de schepping. Het gegeven is simpel — en toch — welk een sterk dramatische handeling ontstaat hieruit! Jan Sychra en Wenzel Zimak zijn vrienden. Van tijd tot tjjd gaan zij samen stroopen. Zimak wordt op heeterdaad betrapt en veroordeeld. Na zijn straftyd te hebben uitgezeten, keert hij naar zijn geboorteplaats terug, waar Sychra inmiddels burgemeester is geworden. Sychra heeft een zoon, Paul geheeten, die zich innig verbonden gevoelt aan het bosch, den stroom en — Pepi. Hij kent iederen struik — ieder nest — er is niets, wat in zijn teergevoelige ziel geen weerklank vindt. Hij weet een plek in den stroom, die door een reuzcnsnoek onveilig wordt gemaakt; hij weet ook, dat Pepi voor de volmaaktheid van haar geluk niets meer noodig heeft dan een blouse en een paar schoenen, dat de koopman deze heeft en dat men een snoek tegen deze wonderbare dingen kan inruilen. De oude Sychra vermoedt iets van de krachten, die in de ziel van zijn jongen ontwaken. De schooldiploma's worden uitgereikt. Paul is de eerste van zijn klas. Het wordt Sychra duidelijk, dat Paul nu verder in het bosch zal opgroeien en, bang zijnde, dat ook hij een strooper zal worden, besluit hij, hem in de stad te laten studeeren. Doch zijn vrouw is hier tegen, daar zij vreest,, dat Paul van zijn ouders zal vervreemden. Wat te doen? Dit onopgeloste probleem bezorgt Sychra slapelooze nachten. Doch ook Paul heeft een probleem: de snoek — de schoenen! Deze vervolgen hem in zijn droomen. Daarin verschynt Pepi hem
als een prinses, aan wier voeten alle helden van zijn jongensboeken — Robinson Crusoe — Vrijdag — Winnetou — hun hulde leggen. Tot slot echter komt de prins, natuurlijk in de gedaante van Paul, die haar zijn schoonste geschenk, een paar gouden schoenen, brengt. Als Paul ontwaakt, gaat hij er op uit om den snoek te vangen, die, naar men hem zegt, een echte zeeduivel is. Er ontstaat een hardnekkige strijd tusschen visch en mensch. Paul blijft overwinnaar. Voor den snoek heeft de dokter 200 Kronen uitgeloofd en voor dit geld kan men schoenen koopen. Gedurende den strijd zijn de kleeren van Paul den stroom af gedreven en een schipper, die ze heeft opgevischt, gooit ze den
Een prachtig bruine huid!
Ook Gij kunt zoo'n resultaat bekomen. Door het beste fotomateriaal te gebruiken:
Er is een nieuwe crème in de beroemde serie Velouty de Dixor: Solei! Doré. Wéér een zachte, beschermende poedercrème - thans in een nieuwe, moderne teint - speciaal voor den zomer'! „Soleil Doré"... voor een prachtige, zon-gebruinde kleur!
■ voer alle apparaten ■ voor alle onderwerpen ■ in alle onderwerpen
Verkrijgbaar in tuben vanaf 30 et. in alle goede parfumerie- en kapperszaken. Importrice: N.V. van der Laaken's Handelsmaatschappij, Leidschekade 98, A'dam C, Tel. 36372. PEPI MATUKOVA (JARMILA BERANKOVA).
badenden Zimak toe. Pepi zoekt Paul en Zimak vertelt haar. dat Paul wel verdronken zal zijn. Weenend loopt zij het dorp in, de treurige boodschap uitroepend. Het heele dorp trekt er op uit om Paul te zoeken, doch hij is nergens te vinden. Paul heeft intusschen een blouse en schoenen gekocht, die hij netjes verpakt op het bed in het kamertje van Pepi legt. Op zijn terugweg ziet hij een hagedis. Bij de spoorrails vangt hij haar en gaat op de rails met haar spelen. Terwijl hij het diertje aankijkt, wordt hij door slaap overmand. Er rijden slechts weinig treinen in deze buurt, doch soms komt er een.... Maar de gerechtigheid trof geen onschuldige — op het laatste oogenblik stuurt zij Zimak. Hij redt den jongen. Sychra sluit zijn jongen in de armen; thans voelt hij wat zijn verlies voor hem zou beteekenen. Paul gaat niet naar de stad, maar hij zal den jongen helpen, opdat hg hem niet ontglipt. VERWACHT DE GROOTE METROGOLDWYN-MAYER-FILM
FRANZISKA 6AAL zal weldra opnieuw triomfen vieren In twee harer nieuwste films:
ESKIIflO
HET SCHANDAAL IN BOEDAPEST en POPJE
Opgenomen onder leiding van den regisseur W. S. van Dyke In het Hooge Noorden van Alaska
Filnaa -Amsterdam PAUL EN PEPI.
VELOUXV DIXOR „Soleil Doré"
AKY toovert • • Waar Taky komt, verdwijnt haar en dons. Als sneeuw voor de zon. Glad en blank glanst dan de huid. Albast gelijk. Gun U de luxe schoon te zijn, Mevrouw, Gebruik Crème Taky. Of Eau Taky, de nieuwe zacht-geparfumeerde vloeistof, die nóg sneller werkt. In 2 . a 3 minuten lelieblank I
Crème Taky ft.-
^B^H
JAN LUYKENSTRAAT 2^ TELEFOON
Duld geen schaduw op Uw schoonheid Eau Taky f 1.25
Kuypen & Co., Amsterdam
18 -
GODFRIED DE GROOT „'t Is in orde, Willem, ik moet alleen even een stoel hebben voor deze dame."
De electricien: „IK wou, dat die idioten, als ze hun bel gerepareerd willen hebben, alsjeblieft thuis bleven I'
-
AMSTERDAM
28474
SPECIALITEIT IN MODERNE EN ARTISTIEKE FOTO'S
MEN ZIE DB VELE REPRODUCTIES VAN ONS WERK IN .HET WEEKBLADCINEMA & THEATER.
De tremspiratlelueht onder Uw armen hindert vriendinnen. Vermijdt dit door het gebruik van
Uw
ODO-RO-NO
ËmwaasmB iHmhethaat en de prachtige natuurlijke glans van Uw haar komt werkelijk te voorschijn, wanneerU het eenmaal met de nieuwe, vrije Zwartkop-Shar pod or wascht. \ *>
f
Uw haar wordt na\ het wasschen met Sham-\ podor volkomen zuivei1^^-^^^zonder den lastigen kalkzeep-neerslag, het zwelt niet meer op en droogt sneller. Het haar blijft elastisch en krachtig, de ondulatie houdt beter en langer. Dus den eerstvolgenden keer een proef met
±TO2kItTI£OP SHAMPODCm 'm gmtd-aHHe vetpakkiny * ZO^ervh
f
Voor blondines een Hjiondere soort: "BtaJ-SpeeU»!"b groen-witte »erpakkmg, «• bet haar weder ^ *»"^*,,,,• keliike bloode Uenr tem« te «eveo en te doe* kehoadei!
Er is geen doeltreffender beschermend middel dan Odorono voor elke vrouw die er waarde aan hecht wat haar omgeving van haar denkt. Zelfs indien U het zelf niet merkt, ontgaat de onaangename geur niet aan anderen. Odorono, bereid volgens medisch voorschrift, behoedt U tegen transpiratielucht. Kiest "Instant" Odorono voor een snel gebruik, of de gewone Odorono (robijnkleurig) voor een langduriger bescherming. Beide vloeistoffen zijn voorzien van de zoo praktische sponsaan-steel. Verkrijgbaar bij alle firma's In toiletartikelen : a F. 1. - en 1.80. OVERTOLLIG HAAR De nieuwe Ontharings-Creme Odorono is een volmaakt product, prettig en gemakkelijk In hel gebruik, verhardt noch in de tube, noch ap de huid, voltoailUwloiletanderde armen.
Zendt 6 postzegels van 6 cent voor monsters, onder bijsluiting van onderstaanden bon, aan The Globe Trading Co., Ltd. Singel, 44, AMSTERDAM.-C.
Verxceke mil monster« Odorono to« te tenden, tegen 6 hlerbll Ingesloten postzegel« ",,6M,,t Naam Adre«
■
—■
H.W. 1.
—
VOOR SLECMITS W CENT noodig om deze annonce uitgeknipt in open envelop als drukwerk aan on» op te zenden, ontvangt U uitvoerige brochures over het
HERSTEL
VAN
Vermeldt uw
en
(On.&Th.)
naam
adres
uw HAARGROEI op
de
achterzijde
der
envelop en
adresseert aan:
Dr. H. MANNING'S Pharm. Fabriek N.V., DEN HAAG
De band voor den jaargang 7933 is gereed. Hü dient tot het inbinden van 52 nummers van ons blad, dus voor een geheelen jaargang. De prijs van dezen band bedraagt FI ISO franco per post, BIJ VOORUITBETALING. Het verschuldigde kan voldaan wonlen door storting op onze postrekening 41880 of door toezending van postwissel.
Een gebonden jaargang van Het Weekblad Cinema & Theater is een prettig bezit, dat u nog vele aangename uren kan verschaffen. Het bezichtigen van de vele mooie en interessante foto's en het lezen der beschrijvingen van films en tooneelstukken roept bij u de herinnering weer wakker van het door u in het afgeloopen jaar geziene en gehoorde. Ook de overige inhoud is zeer zeker het nog eens zien en lezen meer dan waard. Een gebonden jaargang houdt dat alles voor u bij elkander. Bestel daarom een band voor het inbinden van uwe 52 nummers van ons blad. ÄDM. HET WEEKBLAD CINEMÄ ä THEATER, - GÄLGBWÄTER22, LEIDEN
(Vervolä van paß. 12} hij zegt, of je mij gelooft of niet. Eén ding kunnen we nog probeeren." Zich zeer vloeiend van de taal van den bandiet bedienend, sprak hij verder: „Je bent een redelijk mensch, Tcliin Kou. Zooals je opmerkt, heeft die blanke geen recht op de vrouw. Maar hoe is 't met mij ?" Tchin Kou schrok. „Wilt u met haar trouwen ?" III. Cottrell deed zijn best om dreigend te kijken. „Zooals je ziet," hernam hij, „heb ik voedsel, tabak, zelfs wijn, maar ik heb geen vrouw..." „U," meende Tchin Kou, „bent u de man, die zieken geneest. U bent een priester, een man uit den hemel. Voor u beteekenen vrouwen niets, dat is bekend genoeg. U hebt niet eens een meisje om uw huishouding te doen." Hij pauzeerde even. Toen: „Kom, ik verpraat hier mijn tijd. Maak het met het losgeld in orde, dan neem ik de jonge vrouw met het gouden haar mee naar de heuvelen." Cottrells kalmte liet hem eindelijk in den steek. Of zijn woede door Tchin Kou's woorden opgewekt was, of ze een gevolg was van zijn uitputting of voor een deel berekende tactiek hij wist het zelf niet. „Er zal geen cent be- ■■■■■■■■ taald worden," barstte hij uit. „Het gesprek begint mij bovendien gruwelijk te vervelen. De man en de vrouwen blijven hier, Tchin Kou, in deze kamer en jij gaat terug naar je kot." Cottrells vinger werd nijdig-waarschuwend opgeheven. „Of moet ik je wegjagen als de schürftige hond, die je bent?" De monniken hielden hun adem in. De oudste prevelde een gebed. Tchin Kou's hand ging naar zijn mouw, terwijl hij een bevel snauwde. De dokter sprong op, toen het mes van den roover flikkerde; zijn goed gemikte slag trof Tchin Kou recht onder den arm, die tot steken was opgeheven en de Koreaan gaf een gillenden kreet van pijn. Terwijl de rest van het bandietengespuis naderkwam, sloeg Cottrell nog één-, tweemaal; hij schreeuwde Jerington iets toe en werd
1 (Foto Godfried de Groot)
DE NEDERLANDSCHE FILMACTRICE JOPIE KOOPMAN.
toen bedolven onder een lawine van lichamen. Met armen, die als in metalen klemmen vastgehouden werden en de misselijkmakende lucht van ongewasschen lichamen in zijn neusgaten, wachtte hij op de warme scherpte van een mes, 'dat in zijn lichaam dringen zou; toen voelde hij, dat zijn enkels en polsen stevig met riemen vastgebonden werden. Tchin duwde den dokter in een zittende houding. „En, razende priester," krijschte hij, „denk je nu nog, dat ik een hond ben?" „Ja; een vuile straathond, in een goot geboren," verklaarde Dr. Frank CottreU. Tchin Kou sloeg hem pardoes in het gezicht. De dokter hoorde Grace Milner - 21 -
hijgen en hij richtte zich daarom tot haar. „Als gevecht was het een jammerlijke vertooning. Neem me niet kwalijk. Maar de poppen zijn nu aan het dansen. Ik dacht, dat ik hem met bluf had kunnen imponeeren." „Wat gaat "hij nu met u doen ?" vroeg het meisje. Ditmaal sloeg ze haar oogen niet neer, toen Cottrell haar lang en strak aankeek. „Dank u, juffrouw Milner," zei hij rustig. „Maar het zal wel met een sisser afloopen. Hij denkt, dat ik een priester ben en zal daarom niet veel durven doen. Ik ben alleen ongerust over.. .u." Vóór ze wat kon terugzeggen, kwam Jeringtons klaaglijke stem: „We... we moeten iets doen. Mis-
1*
lleUVAP u'Ne/.^.n Buster Keaton zal bij de Ceasar-Film te Parijs een film spelen. Hans Brausewetter speelt een der hoofdrollen in de film „Overval in een hotel". Rolf Randolf regisseert de film „Die Sporck'schen Jäger". Theodor Loos speelt de hoofdrol. Brigitte Helm en Albrecht Schoenhals spelen, onder regie van Arthur Robison, de hoofdrollen in de Ufa-toonfilm „Vorst Woronzeff". Albert Lieven en Magda BRIGITTE HELM Schneider spelen de hoofdrollen in „Geluk in huis". Deze film wordt vervaardigd door de firma Badal. Paramount zal eenige films opnemen in een studio te Stockholm. Metro-Goldwyn-Mayer heeft in Londen een studio gehuurd en zal het komende seizoen zes films in Engeland vervaardigen. Ery Bos is geëngageerd voor de hoofdrol in de Aafafilm „Gele Narcissen". Max Obal heeft de regie van deze film. Irene von Zilahy, Wolf Albach-Retty, Hubert von Meyerinck, TheoLingen, Egon von Brosig, Robert ERY BOS Thiem en Erika Glässner spelen te Parijs in de film „Kat in den zak", onder regie van Richard Eichberg. Gustav Gründgens speelt een belangrijke rol in „Schwarzer Jäger Johanna". Ken Maynard speelt de hoofdrol in de Universal-Film „Doomed to die". William Welman heeft de regie van de Sam Goldwyn-Productie „Barbary Coast". Miriam Hopkins speelt een belangrijke rol in de Paramount-film „She loves me not". De film „Frühlingsstimmen" is door de Duitsche censuur verboden. Bela Lugosi en Boris Karloff spelen de hoofdMIRIAM HOPKINS rollen in „The Suicide Club", een film naar een roman van Louis Stevenson.
schien heb ik mij vergist in dien zer deling. Wat zullfen we doen, Grace?" Tchin Kou gromde^ „Als die vent weer spreekt, zullen mijn mannen hem het zwijgen opleggen. Als er wat te zeggen valt, bén ik het, die dat doen zal." Hij nam zijn mes en trok voorzichtig een dunne lijn op Cottrells borst. Er siepelde bloed langs het lemmet; de priesters begonnen opnieuw te bidden. „Ik heb er altijd naar verlangd die macht uit den hemel te zien," vervolgde Tchin Kou. „Ik zal je folteren en ben erg benieuwd, wat er gebeuren gaat." „Juffrouw Milner, keert ij zich liever om," verzocht Cottrell kalm. „Tchin Kou houdt er een eigenaardig gevoel voor humor op na en een geweldige dosis nieuwsgierigheid. Daarop in het Koreaansch: „Waarom begin je niet, Tchin Kou? Je wilt immers zoo graag zien wat er gaat gebeuren?" Een van de roovers fluisterde: „Hij is niet bang. Misschien zijn zijn goden machtiger dan Tchin Kou's eigen duivels..." „Ik heb priesters vermoord en tempels geplunderd en het heeft geen kwade gevolgen gehad," lachte de bandiet minachtend. „Ik ben niet hier gekomen, blanke priester, omdat ik bang ben voor jou en je goden. Wat die oude heer daar beweerde," een barsche knik in de richting van den abt, „was kinderpraat. Maar ik dacht, dat je een verstandig man was en een behoorlijk losgeld zou kunnen bedingen. Nu..." De jonge monnik in den tempel, slaperig in de zon, sloeg heftig op zijn gong. Op Tchin Kou maakte het geen indruk. „Ik heb op gongs hooreh slaan en wierook zien branden, maar ik heb nooit een god of een duivel gezien, die niet van hout of porselein was en dat zal nooit gebeuren ook, want er bestaan geen anderen. Jij schrijft een brief naar de hoofdstad," dit tot den oudsten priester, „en zegt, dat jou elfduizend dollars, in goud, toegezonden moeten worden. Als ik die ontvangen heb, zal ik den man en de oudere vrouw loslaten... ergens." Hij liet zijn blik dwalen langs de doodsbange Martha, langs Crace, uitdagend ondanks haar angst, op wie die blik even bleef rusten en langs Richard Jerington, ze stonden allen langs den muur, met Tchin Kou's kornuiten tusschen hen in. Toen, Hsiung, die op de mat gehurkt lag, ziende, brulde hij tegen den jongen: „Ondraaglijk slijk der aarde, ga naar de keuken en blaas de kolen aan. Als ze niet rood zijn, wanneer je ze binnenbrengt, zal ik er een op je eigen borst laten vallen, zoodat het vuur een weg naar je hart brandt." IV. Cottrell, die niet wist wat Tchin Kou van plan was, voelde zich ijskoud worden, hoewel zijn gezicht uitdrukkingsloos stond, verwezen haast. Alle energie was uit hem geweken, hij was dof, machteloos, als iemand, die bezig is te bevriezen. De lichamelijke actie scheen de laatste resten van zijn kracht te hebben
'n vrouw heeft, zooals dat meer bü dames voorkomt (ze zeggen, dat het een enkelen keer bü beeren ook te constateeren valt) een vriendin. Een goede vriendin. Daar is ze al jaren bevriend mee. Zü woont in Rotterdam. Wy niet. Of dat van invloed Is geweest op den duur der vriendschap, zal ik maar niet ter sprake brengen. Die vriendin heeft een kennisje (komt hij vrienden ook voor!) en die heeft weer een tante by wie het volgende is gebeurd. Eerst moet ik jullie vertellen (en als ik lieg dan doe ik het, wat je noemt, in commissie), dat, die tante een winkel, een magazijn in modeartikelen heeft. Komt op een gocjen dag ('t kan ook een kwaje geweest zijn) een däme in den winkel en vertelt fluisterend aan tante, dat haar jarretelle (in fatsoenlijk gezelschap spreek je niet van een kousenband) is losgegaan. En of zy die even vast mag maken? Gaat uw gang, zegt de tante van het kennisje van de vriendin van m'n vrouw. Ja, kijk u ereis, alle menschen kunnen door de ruiten hier naar binnen kijken, mag ik het even bij u in de kamer doen? Zegt de tante, die een vrouw van weinig woorden schijnt te zijn, weer: Gaat uw gang. Derangeert u zich niet, zegt de dame met de losse jarretelle. ik vind den weg wel. In drie minuten is ze weer terug. Bedankt. Verdwynt. Even later gaat tante naar binnen en wat bemerkt ze? Haar portemonnaie, die net nog op tafel lag, is ook verdwenen met de ,,dame"l Ergerlijk hè! Dat stond allemaal al was het een beetje anders, ook in de krant. Maar wat die krantenlui niet weten, doch Pruttelaar van Het Weekblad wel, omdat hij veel betere relaties heeft dan al die broodschrijvers van de krant, is, dat tante in d'r portemonnaie nooit iets anders bewaarde dan onbetaalde rekeningen. Alsof een winkelierster tegenwoordig iets anders bezit dan onbetaalde rekeningen! Zal die kousenbandenlosse „dafme" zich effetjes geërgerd hebben? Lekker hè! PETRUS PRUTTELAAR.
De Nedorlindiche yoordrach.tkuniten«rel Marietle Serlee oogst op een buitenUndfch tournee veel luccei.
De Dultiche filmiter Peter Lorre werd voor den tijd van vijl )aar door de Columbia te Hollywood geëngageerd.
Alex Wunnlnk, da directeur van theater Carré te Amsterdam, li voor hat ondargaan van aan oparatla In een ziekenhuis opgenomen.
BEZOEKT HET Mevrouw Esther da Boer-v. Rijk ward voor da rol van Kniertje In da Nadarlandtcha sprekende lilm .Op hoop van zegen' geëngageerd.
TE DEN
HAAG
verbruikt. Hij was nu niet slaperig, hij was wakker en uitgeput. Het groen en geel geschilderde gewaad van den god van het lange leven leek voor zijn pijnlijke oogen te bewegen, evenals de priesters, die even levenloos geworden waren als porseleinen. Voor zijn verdoofde zinnen werd alles tot een naargeestig schimmenspel. Hsiung kermde; toen een van de bandieten hem sloeg om hem sneller te doen gehoorzamen, zei Cottrell mat: „Doe wat hij zegt, jongen," — om in het eigenaardige jargon van den huisbediende voort te gaan: „Breng ijzeren kistje zoo gauw je kunt naar zendingsstation; zul je, Hsiung?" Zijn geest was nog helder genoeg om aan de veiligheid van zijn ontdekking te denken. In zijn leege hersens vormde zich traag de hoop, dat de jongen hem begrijpen zou, wanneer ten minste Tchin Kou het kostbare kistje niet zou openbreken ... Drie jaren toegewijde intellectueele arbeid vernietigd door een stel stompzinnige bandieten — — dat zou erger zijn dan de dood, dan welke martelingen ook. . „Ae — ee — Zal doen," kreunde Hsiung. De jongen was niet in de gelegenheid iets meer te zeggen. Hij werd ruw naar de keuken gestompt en de dokter hoorde hem als een waanzinnige tegen het komfoor blazen. „Ze zullen ons allen vermoorden," jammerde Martha Jerington. „Je had ons hier niet moeten brengen, Richard." „Als die zendeling op een tactvolle manier met hem gepraat had in plaats van hem te lijf te gaan. .." „Als," voegde Grace er bij, „wij niet door dit dorp gekomen waren, zou hij... zou hij niet..." „Het is nutteloos je te verdiepen in wat had kunnen zijn," viel Cottrell haar in de rede. „En als die duivels met hun beulswerk beginnen, kijk dan niet om 'shemelswil. En gil niet. Ze zullen er alleen maar plezier van hebben." Het meisje antwoordde niet. Eén oogenblik trachtte hij zijn hersens weer aan het werk te zetten en een plan te bedenken, maar zijn versuft brein liet hem volkomen in den steek. Tweeenzeventig uur zonder slaap, gevolgd door een kort poosje van rust en toen al deze emotie, had Cottrells geest afgestompt. Hij wist, dat de dood nabij was, maar hij was reeds in zoo'n toestand van ongevoeligheid, dat het hem nauwelijks ontroerde. Alleen de tegenwoordigheid van het meisje en een vaag besef van wat zij doormaakte, gaf hem nog een restje kracht om verder te worstelen en het bewustzijn niet te verliezen. Hsiungs aanhoudend gekerm ging over in een hartverscheurenden kreet van pijn en oogenblikkelijk zag Cottrell de reden. De bandiet dwong den jongen om het koperen komfoor met de gloeiende kolen in zijn oifbeschermde handen te dragen. „O, meester," gilde Hsiung, „nu is het tijd! Roep uw duivelen op, o man uit den hemel! Breng ze uit de buisjes glas te voorschijn! Laat ze zoo groot worden, dat ze deze schurken kunnen verslinden! Ik verbrand. Help mij!"
22 - 23 -
'NHEÊLE APOTHEEK hebt ge als 't ware in Uw zak met zoo'n klein plat metalen zakdoosje met 3 ^AKKERTJtS" die verrassend snel helpen bij hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn, maar ook bij onbehaaglijkheid, gevatte kou, griep en koorts. Evenzeer bij migraine, zenuwen, lusteloosheid en vrouwenpijnen. Zakdooi 20. cent
Glazen buit met 12 stuks slechts 52 cent Ge kunt hieruit 4 x Uw zakdoosje vullen.
Gedurende Hsiungs smartkreten lag Cottrell volkomen stil. Eerst zoemde het zoo in zijn hoofd, dat hij dacht, dat hij gek zou worden; toen week die ellendige gewaarwording eensklaps en hij merkte, dat zijn geest even helder was als altijd. De uitputting scheen automatisch over haar doode punt Xe zijn heengeraakt. En met die nieuwe gewaarwording van kunnen, kwam het groote idee — — Ook zijn stem veranderde plotseling van klank. Tchin Kou verbaasde zich over de kracht er van. Grace Milners oogen verwijdden zich hoopvol. „Tchin Kou," zei Dr. Frank Cottrell nadrukkelijk, „ik geef je één kans ..." „Jij geeft mij een kans ?" hoonde de roover. Maar er was tegelijk nieuwsgierigheid in zijn toon. „Ja, een kans," herhaalde de dokter onverstoorbaar. „Maar dan ook één enkele. Moet ik mijn duivelen oproepen of wensch je ze eerst te zien ?" De oude priester hield abrupt op met prevelen! „Hi — yal" riep hij opgewonden. „Ik heb je gewaarschuwd, Tchin Kou! De blanke man zal de duivelen uit de onderste hel voor je laten verschijnen!" Tchin Kou was besluiteloos. Toen lachte hij. „Moet ik met zottepraat bang gemaakt worden? Goed, laat me ze zien!" „Zooals je wilt," sprak Cottrell kortaf. „Hsiung, zet de kolen neer. Zoo. Ga nu naar dat kastje in den hoek. Goed. Doe het open. Zie je die gele buis ? Neem die er uit." „Dat zijn geen duivels, o meester!" „Neem de buis er uit... beste jongen! Schroef den dop er af. Druk wat van den inhoud in je handen. Wrijf ze er mee. Is het nu beter, jongen?" Tchin Kou gromde: „Waar blijven de duivels ?" „Je zult er meer zien dan je lief is," verzekerde Cottrell met 'n wraakzuchtige tinteling in zijn stem. „Duivels komen niet zonder zeker ceremonieel, Tchin Kou." Een trek van opluchting kwam op Hsiungs gezicht, toen de pijn verminderde.
■'■
■
- "^;^''.''';"■"
-
to d"'1 "°1 vooV pa°' b«1'5' oe 'f/e «Ort PO* ee" 9 e „rh' lad ^ f de. <S9eI }0Tnoed»'. L m Doe° he' S*ei*
Pukkel «" „t ik verdrietig, ^zlcVM Eo-t-^ oke^e^oW-k meee Jes vergeten. — «os e" \ stuurt ftoerte
stroot 8^ Ve echter n ^^ "p,;^. Ver^eke opgove
„En nu, jongen," ging de dokter voort, „doe dat ijzeren kistje open." Nadat dit gebeurd was, zei hij: „Open het kleine kistje, met de roode letters bovenop. Steek je vinger in een van de tubes, die met vloeistof gevuld zijn. Druk je vinger op een van de glaasjes, die je daar ziet. Mooi, Hsiung! Zie je nu een flesch met iets vuurroods ? Steek je vinger, een anderen vinger er in en laat een druppel op het glaasje vallen, dat je in je andere hand hebt. Ik zal je sigarettenrantsoen vergrooten, Hsiung; je hebt het goed gedaan." „Breng het hier!" Cottrell nam het glaasje in een van zijn gebonden handen en volgde zijn aanwijzingen. „Naast de groote kist staat mijn kijkglas" — voor den bediende begrijpelijke aanduiding van den microscoop — „je moet hem uit het étui nemen en ook hier brengen. Nog iets, Hsiung. Op de tafel staat een kroes gevuld met... water. Breng dat ook." De jongen droeg den microscoop voorzichtig in zijn verbrande handen en zette het instrument naast den dokter neer. Zich naar de tafel keerend, bekende hij nederig: „De kroes is gebroken door de zorgeloosheid van uw bediende zonder deugd. Zal ik ander water halen?" „Ga naar de groote flesch, die ik gebruik, doe iets uit den inhoud er van in de kom." Toen een kom zuivere alcohol naast hem stond bij den microscoop, zei Frank Cottrell: „Vóór ik mijn bezweringsformules voor de goden en duivelen van den noordelijken hemel ga uitspreken, Tchin Kou, wil ik graag eerst een sigaret..."
Vol interesse, hoewel ongeloovig en vermoedend, dat de blanke de aanstaande marteling zoolang mogelijk wihk uitstellen, antwoordde Tchin Kou met een goedgunstig knikje. Toen Hsiirng sigaret en lucifers bracht, legde de dokter deze eveneens naast zich neer.
adres.
„Het is ongepast om in de tegenwoordigheid van goden te rooken," kondigde hij aan. Onmiddellijk stak Tchin Kou een sigaret aan. Het jongemeisje kon zich niet langer stil houden. „Wat gaat u doen?" drong ze. „Wat kunt u doen?" „Ik ga probeeren den duivel op te roepen," verklaarde Dr. Cottrell. En gelijk begon hij te zingen, een zachte, monotone melodie. De oude priester, die hem het lied geleerd had, hield hem gezelschap. „Khi' tchi ying ying Tou tchi ho'ng ho'ng Tcho tchi tong tong Si' Vu ping ping." Tchin Kou's trawanten huiverden, nu ze den zang der bewoners van het Huis der Dooden hoorden.. Zich ijlings buigend, legde de dok-
ter op het geprepareerde glaasje iets van de reincultuur van „Koorts X" bacillen. Hij liet Hsiung den microscoop dichterbij schuiven, en terwijl de riemen in zijn polsen sneden, stelde hij vlug de schroef. Een oogenblik greep de vrees hem aan, dat Tchin Kou een of ander gezichtsgebrek zou kunnen hebben, waardoor hij alleen maar een roodachtig kleurschijnsel zou zien. De krioelende bacillen zwermden in de vloeistof,'" zonder hoofd, afschuwelijk gehoornd, geheel en al schepsels uit een andere wereld. Cottrell draaide nog eens aan de schroef om hen scherper zichtbaar te maken. Hij had een gevoel in zijn polsen, alsof zijn bloedsomloop totaal gestremd was, zijn vingers waren vrijwel gevoelloos. „O, machten van hemel en hel," riep hij, „vertoon u aan Tchin Kou, die een man zonder geloof is .. .'* „Ik zie niets," hinnikte de bandiet. „Ik heb nog nooit een duivel gezien, al heb ik veel over die beeren hooren praten..." „Kom dan en kijk," noodigde de dokter. „Ze wachten op je, Tchin Kou; als je je niet haast, springen ze je naar je keel." De roover lachte en schuifelde, zijn sigaret achteloos in zijn mond bengelend, naar het vreemde apparaat. Hij bukte zich, op zijn hoede om niet te dicht bij den blanke te komen; het mes in de hand. „Ik zie een afbeelding van duivels," sprak Tchin Kou. „Kleine, vreeselijke duivels, zonder kop, oogen of mond, maar met hoorns... Ze bewegen," schreeuwde hij plotseling. „Ze bewegen! Ze leven!" Op het oogenblik, dat Tchin Kou's hoofd omhoog ging, streek Ccfttreil kalm de lucifer af en hield dien boven de kom met alcohol. „Water, brand!" beval hij plechtig. Een blauwe vlam kronkelde omhoog. Tchin Kou stond aan den grond genageld, vlak bij iets angstaanjagends, daf hij niet begreep, maar de mannen van zijn lijfgarde keerden zich bijna
RflCMAIRD BARTHEL.IVDESS brengt in het studio een bezoek aan zijn vriend James Cagney
AN//S*
C. « ¥k.*l»lJZZLES N. KN1PPUZZLE
bezoekt een belangrijke voetbalmatch. Gedurende den geheelen wedstrijd had de enthousiaste heer, die naast hem zat, luid en geestdriftig geschreeuwd bij lederen goal. De Hollanders hadden ten slotte gewonnen. Zich tot mijn neef wendend zei de ander: „Wilt u gelooven, dat ik geen stem meer heb?" „Maak u niet bezorgd," antwoordde mijn neef. ,,U kunt haar in mijn rechteroor vinden." „Gefeliciteerd, hoor! Ik hoor, dat je verhooging van salaris hebt gekregen!" „Ja, maar wat heb ik er aan? Ik praat in mijn slaap en nu weet myn vrouw het ook!" Captain van voetbalclub (tot nieuwen bewoner van provinciestad) : „Zoudt u ook geen lid willen worden van onze club?" Nieuwe bewoner: „Ik ben bang, dat ik absoluut niets van het spel afweet. Ik zou alleen scheidsrechter kunnen zijn." „Je man heeft een nieuw pak aan, nietwaar?" „Neen, toch niet." „Hé, ik vind toch iets ongewoons aan hem." „Het is een nieuwe man!" Gast (in druk restaurant): „Zeg, ik ben niet van plan hier te blijven zitten tot ik sterf van den honger!" Kellner^.Zeker niet, mijnheer. Wij sluiten om tien uur!" Zijn vrouw keek hem scherp aan. „Hendrik," zei ze, „ik vertrouw er op, dat je vanavond om negen uur thuis zult zijn!" „Wel vrouwtje," antwoordde hij aarzelend, „ik had gedacht van tien •—■." „Hendrik," viel zij hem scherp in de rede. „Tien minuten vóór negen," herstelde hij snel. De vrouw des huizes kwam de eetkamer binnen en bleef verbaasd naar het dienstmeisje kijken. „Maar Betsie, neem je nu tweemaal stof af in deze kamer?" vroeg zij. „Een uur geleden heb ik je hier toch ook al bezig gezien!" ,,Ja mevrouw," was het antwoord, ,,dan hoef ik het morgen niet te doen, ziet u!"
Bovenstaande stukjes moeten uitgeknipt en zoodanig opgeplakt worden, dat ze een portret vormen van een charmante Duitsche filmster. Onder de abonné's, die ons het goed opgeplakte portret zenden, benevens den naam van de actrice, zullen wij tien foto's van haar verdeelen. De oplossingen moeten voor 10 Juli (van Indische abonné's voor 10 September) in het bezit zijn van: Redactie „Het weekblad". Galgewater 22, Leiden. Op de enveloppe s.v.p. duidelijk vermelden : C. <S Th.-puzzles no. 544. Degenen, die het blad liever niet willen beschadigen, kunnen volstaan met de stukjes over te trekken op een doorzichtig papiertje, of te calqueeren. Dit laatste geschiedt door middel van een velletje carbonpapier, dat men onder deze pagina legt. Als men nu onder het carbon nog een stukje wit papier legt en dan de omtrekken van de op deze pagina afgedrukte stukjes met potlood natrekt, zal het carbonpapier deze op het witte papier overdrukken. De aldus gevormde en uitgeknipte stukjes papier moeten ook als een portret worden opgeplakt. . Zij, die ook de Wekelijksche Vraag op wen. sehen te lossen, kunnen die desgewenscht tegelijk met deze puzzles inzenden, doch zij gelieven de oplossingen dan op een apart, doch volledig van naam en adres voorzien velletje papier te schrijven.
1
2
3
U
6
5
7
2 5 A 5
6 7 Horizontaal en verticaal invullen: 1. Naam van een filmster. 2. Eenzaam. 3. Meis jesnaam. 4. Lucht gesteldheid. 5 Telwoord. 6 Scheikundig symbool voor tin. 7. Medeklinker
OPLOSSINGEN C. <& Th.-PUZZLES No. 541 KNIPPUZZLE
Y. Schaaper, Amsterdam; den heer T. Cremers, Breda; mejuffrouw Gr. v. Beurden, Tilburg; den heer A. Nieuwenhoven, Den Haag; den heer W. Hoek, Schiedam; mejuffrouw M. Hexspoor, Tilburg; den heer W. D. Zandvliet, Den Haag; mejuffrouw D. Mellema, Rotterdam; den heer E. Viool, Rotterdam;
INVULRAADSEL J
Gast: „Kijk u eens bier, juffrouw, ik heb een portie kabeljauw besteld en nu moet ik voor den heelen visch betalen!" Kellnerin: „Het spijt mij, mijnheer, maar 't is de gewoonte hier." Gast: „Zoo, dan is 't maar goed, dat ik geen biefstuk heb besteld." Een oude heer zag, dat een schooljongen in een schilderijenmuseum buitengewoon veel aandacht besteedde aan een zeer groot doek. ■ „Zoo, vent, ben jij dat prachtige werk zoo aan 't bewonderen?" vroeg hij. „Vertel mij eens. wat je er wel het mooist aan vindt?" „O mijnheer," antwoordde de jongen, „denk eens wat 'n reuze-fijne legpuzzle dat zou zijn!"
DRIEHOEKRAADSEL
o A
n c B A W
Brigitte Helm De tien foto's werden verkregen door: mejuffrouw L. Koning, Den Haag; mejuffrouw
- 25
F 0 ß D
u
F F M D E B C E 0 0 B O A L E D A 5 5 E 1 P P 1 E T E F E E 1 5 Q A P
B D E D 1 C 0 L 5
0 U W U B E Z E T 1 T 1 A A A M
B 1 & 1 E B
n
Joan Crawford
E M D 1
W 5
n E E E 1 K L G 5 E
Metdejuiste oplossing van deze puzzle verwierf mejuffrouw L. Bordewijk teGroningen den hoofdprijs, terwijl de troostprijzen ten deel vielen aanmevrouw D. W. Z. de Vries te Den Haag; den heer H. Bartels te Zwolle en mejuffrouw A. Koerselman te Deventer.
Het veiligst venweer tegen tandbederf ligt in het geregeld borstelen van tanden en kiezen met IVOROL, De Nederlandsche Tandpasta.
tegelijk om en kozen ijlings het hazenpad. Frank Cottrell liet geen tijd verloren gaan. „Groei, o duivels," riep hij op een toon van voldoening; „hier staat Tchin Kou, die niet bang voor jullie is! Toon hem, hoe jullie met ongeloovigen te werk gaat..." „Ik ga al, ik ga," gilde Tchin kou, die genoeg gezien had. De bandiet met de gekleurde wangen rende, alsof alle furiën der onderwereld hem op de hielen zaten. „Je leunt niet beter doen," brulde de dokter hem in 't Engelsch na. „Als je nog meer bewijzen had gewild, zou ik je de kom alcohol in je troniei hebben gesmeten, als wraak, dat je me hebt wakker gemaakt... Zoo, dat hebben we gehad." „Ze zijn weg!" constateerde Richard Jerington. . „Weg," grijnsde Cottrell, zielsverheügd, „maar nog niet vergeten.... Hsiung, snijd die riemen door — zijn je handen al wat beter, jongen?" Hsiung hijgde: „We leven, o meester.' „Inderdaad; en daarom moeten onze geachte gasten nu wat te eten hebben. Thee, Hsiung, en maak een paar blikjes open voor de bijzondere gelegenheid." Daarop tot de bezoekers: „Wilt u... niet... gaan zitten ?" Richard Jeringtons moed was verscheidene graden gestegen. „We zijn niet zonder waardeermg voor wat u gedaan heeft," verklaarde hij grootmoedig, „maar als ik vloeiend Koreaansch had gesproken, zou ik het met minder omslag hebben klaargespeeld. Wat zeg jij, Grace?" Het meisje zweeg, maar ze keek hem aan met een blik, die niet bepaald van hoogachting getuigde. „Ze geeft geen antwoord, legde Cottrell opgewekt uit, „omdat de eenige term, die in dit geval van pas is, niet in een meisjesmond thuishoort. Die term is stinkdier, Jerington! En als u er niets tegen hebt, zou ik nu wel graag mijn slaap willen voltooien. Als ik goed uitgeslapen ben, zullen we plannen beramen voor uw vertrek."
wilt hebben! Vergeet alstublieft niet, dat u zendeling bent..." „Dokter," verbeterde hij slaperig, „dokter. Maar als u wat voor mij doen wilt, ga dan ergens zitten, waar ik u direct kan zien als ik wakker word. Ik dacht straks eerst, dat u een droom was..," Toen, met een stem, die nauwelijks klank meer had: „Goeiennacht allemaal... Ik heb in geen drie nachten geslapen. Beroerde gastheer, hè?"
Richard Jerington en zijn zuster, in een besef van onaantastbare veiligheid, schepten, nadat zij den inwendigen mensch versterkt hadden, buiten een luchtje. Grace was in de kamer bij den slaper achtergebleven, zooals hij haar had gevraagd. Ze liet de gebeurtenissen der laatste dagen aan haar geest voorbijgaan. Het begin was hun vertrek naar het zendingshospitaal van Edith Hocking geweest. 'En dat bracht haar op een idee. Edith had iets verteld van een medicus ergens in de vlakte; een medicus, die naar den verwekker van een of andere afschuwelijke ziekte zocht. Was dit de man? Dan was hij heelemaal geen zendeling... Tot tweemaal toe had hij trouwens gezegd, dat hij dokter was... Natuurlijk, het was zoo klaar als een klontje de zalf op de brandwonden van den huisjongen, al die potjes en buisjes en praeparaten, de microscoop dit moest de onderzoeker zijn over wien Edith gesproken had. Géén drankzuchtige zendeling, die handlangersdiensten aan bandieten verleende. De alcohol gebruikte hij bij zijn proeven en hij had immers verteld, dat hij in drie nachten niet geslapen had, waarschijnlijk heelemaal opgaande in zijn werk. Dat was voldoende verklaring voor dien diepen slaap en zijn vermoeidheid. En toen Grace Milner de legkaart van details tot een sluitend geheel vereenigd had, dacht ze aan wat haar merkwaardige gastheer gezegd had over belooning. Er was een wilde chaos in haar geest, maar ze dwong zich eerlijk tegenover zichzelf te zijn en kwam tot de slotsom, dat een vergissing onmogelijk was... Plotseling, in een niet terug te dringen impuls, bukte ze en kuste den zonv gebruinden, rustig ademhalenden slaper. Die kus moest als in een visioen tot zijn bewustzijn zijn doorgedrongen, want een glimlach trok over zijn gezicht een hand kwam onder het dek te voorschijn en hield de hare omvat, alsof Frank Cottrell vreesde, dat de schoone droom vervluchtigd zou zijn VI. bij zijn ontwaken. En hij wilde dien vasthouden, als De nevel van onweerstaanbare slapewerkelijkheid, voor zijn righeid begon zich weer over hem te heerlijke gansche verdere leven ... spreiden. De oude priester nam met een buiging afscheid. „Alweer, o man uit den hemel, hebt gij menschenlevens gered. Ik zal voor u bidden vandaag." Grace voegde haar dankbetuigingen bij die van den abt, een tikje verward en onzeker. „Wanneer een man het leven van een meisje redt," meende Frank Cottrell, „levert ze van hiär kant in den regel een tegenprestatie. Ik heb in geen drie jaar een Europeesch meisje gezien..." „U bedoelt toch niet, dat u een kus - 26 -
GES
,s
MET SOD PIETEft' peelt Truusje van Aalten een aardige rol in haar nieuwe
y^p^Jf film?"
„Het moet een heel mooie rol zijn. Zooals je zeker wel weet, Pietersen, is zij te Weenen. Zij speelt er bij de Mondial-Film, onder regie van Georg Jacoby, de rol van een millionnairsdochter. Men heeft het eindelijk gewaagd, Truusje eens iets anders te laten spelen dan de eeuwige bakvisch met pony." „Is Truus nu blij?" „En óf! Als men steeds hetzelfde genre rollen speelt, bestaat er groote kans, dat het publiek daar genoeg van krygt. Men raakt als actrice uit de gratie.... en dat is wel het ergste, wat een ster kan overkomen." „Hoe gaat het met de Nederlandsche film „Malle Gevallen"?" „De opnamen zijn reeds in vollen gang. Men heeft nog Jopie Koopman en Mevrouw Chrispijn-Mulders geëngageerd. Het zal heusch wel een aardige film worden. De heer Biederman, de directeur van het studio Cinetone te Amsterdam, heeft zooveel succes met zyn onderneming, dat hij het plan koestert een tweede groote opnamehal bij het studio te bouwen." „Zal dat lang duren?" „In ieder geval niet langer dan tot September. Misschien begint dan de MajesticFilm, die onder leiding staat van onzen landgenoot Haro van Peski. met de opnamen van Henri van Wermeskerkens successtuk „Suikerfreule". Hy is van plan zooveel mogelijk Nederlanders aan het werk te zetten. Met zijn film „De gravin van Monte Christo" en „Paganini" heeft hy bewezen, dat hij zijn vak tot in de perfectie beheerscht." „Is de film „Paganini" reeds in ons land vertoond ?'' „Neen, nog niet. Van Peski heeft deze film in opdracht van de Aafa te Berlijn vervaardigd. De film zal ongeveer in September in ons land haar première beleven." „Is het waar, dat Lilian Harvey te Nice met Willy Fritscb gaat trouwen?" „Geruchten, waarde Pietersen, geruchten. Voorloopig is Lilian nog te Hollywood en Willy te Berlijn, ofschoon je wel gelezen zult hebben, dat Lilian haar contract met Fox plotseling heeft verbroken. Wat zij verder uaat doen, is nog niet bekend."
De Nederlandsche voordrachtskunstenares Marguerite Couperus, die met veel succes te Parijs optrad.
'
A
WILLY THUNIS
DE DERDE MUZE
FILMT IN ONS LAND
DE RIDDER VAN DEN KOUSEBAND
Zaterdagavond negen uur op 't vliegveld Schiphol, de Amsterdamsche vlieghaven. Op het veld heerschteen vredige rust en op het terras van het restaurant genieten slechts weinig menschen van het heerlijke zitje. In plaats van benzinelucht en motorgeronk, ruiken we op dit late uur een hooilucht en hooren we krekelgesjirp. Nog één vogel verwacht men in haar nest terug: „De teeuwerik", het K.L.M.-vliegtuig uit Parijs. En op dezen vogel wachten wij, want hij brengt den zanger Thunis naar zijn vaderland terug om er twee dagen te filmen. Willy Thunis. Hij is de bevestiging van het gezegde, „dat een profeet in zijn eigen land niet geëerd wordt". Wel is waar is Willy geen profeet, hij is slechts 'n tenor, maar in eigen land geëerd is hij toch niet. Waaraan dat ligt? Niemand weet het te zeggen, zelfs de grootste muziekkenners niet. Hij vierde in Duitschland triomfen, in Praag jubelde men hem toe. Toen kwam hij naar Holland. Zijn optreden werd een debacle. Teleurgesteld vertrok Thunis naar Parijs, en zong er zevenhonderd maal voor een uitverkochten schouwburg de hoofdrol in „Le Pays du Sourire" („Das Land des Lächelns") van Léhar. Dit strekt hem tot troost, maar het is wel bitter, dat hij in zijn vaderland geen succes mocht behalen. Een paar minuten over tijd strijkt de Leeuwerik op het veld neer en drukken wij de hand van den jongen tenor. „Gaat u mee naar Carlton, daar kan ik u rustig het een en ander van mijn plannen vertellen." Gaarne voldoen wij aan deze vriendelijke uitnoodiging. Een half uur later zitten wij in een knus salonnetje. Het vertrek is ons reeds vertrouwd, hier zaten we al tegenover Renate Müller, Jan Kiepura en andere grootheden „Wat komt u hier in Nederland doen?" beginnen wij het vraaggesprek. „Filmen. Nadat ik zevenhonderd keer in Theater Gaité Lyrique te Parijs in „Le Pays du Sourire" was opgetreden, wilde ik in Zwitserland van een mijns inziens welverdiende rust gaan genieten. Toen kreeg ik op den eersten dag van mijn vacantie een aanbieding van de Pransche filmmaatschappij Prodis, om in drie films de hoofdrol te vervullen. Een aanbieding te mooi om af te slaan en dus accepteerde ik. Met de opnamen van de eerste film zijn we thans bezig." „Hoe is de titel en wat is de inhoud van het scenario?" „Den titel weet ik. Die is „N'aimer que toi". Het scenario schreef Max Eddy, de muziek componeert Jane Bos. Maar hoe 't scenario nu precies is, weet ik ook niet." „Welke rol speelt u dan? Of weet u dat óók niet?" ,„Ja, dat wel. Ik ben een beroemd Nederlandsch zanger. Dat is dan ook de reden, dat ik hier twee dagen moet filmen. Regisseur Berthomieu is met den camera-man eveneens hierheen gekomen, maar op de ouderwetsche manier, namelijk met den trein. Zij moeten een paar opnamen van mij maken. Eerst vóór den Stadsschouwburg te Amsterdam, dan met molens op den achtergrond en dan natuurlijk te Volendam. Ook moet ik een scène in een Nederlandsche nachtkroeg spelen." Wij twijfelen er geen moment aan of regisseur Berthomieu zal eerder Volendam vinden dan de Nederlandsche nachtkroeg. „Waar vinden de andere opnamen voor „N'aimer aue toi" plaats?" „De studio-opnamen te Joinville. Dan nog buitenopnamen te Deauville." „U spreekt de Pransche taal geheel zonder . accent?"
THUNIS
„Gelukkig wel! Ik moet u een geheimpje verklappen. Mijn eerste successen behaalde ik aan de Fransche Opera in Nederland onder leiding van Roosen!" „U zong toen toch niet onder uw eigen naam?" „Neen! Ik had den mooien naam Romino aangenomen. Binnenkort zal ik echter werkelijk Franschman zijn. Ik laat mij naturaliseeren." „Waarom? Toch niet om het gebrek aan succes in het vaderland?" „Wel neen! Maar men is op het oogenblik ook in Frankrijk niet zoo bijzonder gesteld op het optreden van buitenlanders. En daar ik van plan ben voorloopig mijn kunst in Frankrijk te blijven geven, is naturalisatie m. i. de eenige oplossing." „Wat zijn uw toekomstplannen? „Eerst maak ik een tournee door ZuidFrankrijk, Mijn vrouw Frya Thunis speelt een vioolconcert en mijn broer Albert befeleidt ons. In den herfst zal ik in het heatre Sarah Bernhardt te Parijs de première brengen van Léhars nieuwste operette Gueditta.*' „Deze operette heeft met Richard Tauber te Weenen toch niet zooveel succes gehad?" „Neen, en Léhar heeft dan ook beloofd de operette eerst om te werken. Onder andere zal de plaats der handeling naar ZuidFrankrijk verlegd worden. Ik geloof wel, dat het een succes zal worden. Reeds, heb ik een aantal schlagers uit dit werk voor den gramophoon gezongen." „Voor welke maatschappij?" „Voor Pathé, Voortaan zal ik echter voor Odeon zingen." Een blik op de klok toont ons, dat het reeds middernacht is. Wij nemen daarom afscheid en gunnen den zanger gaarne eenige .uren rust. Misschien droomt hij van een toekomstig filmsucces óók in zijn geboorteland.
SPROETENVERDELGER, Zeg mij Uw naam! - Mijn naam SPROETENBEZITTER.
is en blijft: SPRUTOL 37
Henk Bakkers klucht werd tot sluiting van het seizoen door de Tooneelvereeniging „O.D.I.A." in het Seinpost-theater te Scheveningen opgevoerd. Het is een aardige klucht, volgens Duitsch recept: de bazige schoonmoeder, de zakenreis en verwikkelingen, die hieruit voortvloeien. Henk Bakker, een vruchtbaar Hollandsch schrijver, heeft er slag van zooiets samen te stellen, want ook in deze klucht loopt alles vlot van stapel. En vlot van stapel moet ook de opvoering loopen en dit deed zij bij O.D.I.A." dan ook inderdaad. Het tempo vas werkelijk hoogst verdienstelijk, trouwens de geheele opvoering voldeed goed. Regisseur P. van Zwietereh heeft de voorstelling goed geleid, de uitspraak was goed, het samenspel daarentegen had somwijlen geslotener kunnen zijn. Dit kwam ook wel eens door minder vaste rolkennis bij enkele spelers. Een uitstekende typeering gaf H. Blokpoel van den loodgieter Jansen. Hij hield de typeering prachtig vol, speelde bijzonder gemakkelijk en — wat wel het meest te loven viel — chargeeren bestond voor hem niet. Verrassend was ook het spel van Mevr. A. Noort als de dienstbode Erna. Hiermede" bewees Mevr. Noort den ongeloovigen, wat er van zoo'n rolletje te maken is. Ook F. Block voldeed zeer goed als de detective Johnson; vooral zijn uitspraak viel zeer te waardeeren. P. van Zwieteren liep losjes en gemakkelijk als de in de rats zittende, doch onschuldige Theo, door het stuk heen. Gerda, zijn vrouw, is een ondankbare rol en daar „stil spel" niet de voordeeligste zijde Van het talent van Mevr. Th. v. Zwieteren is, kwam deze rol wel erg in de verdrukking. Wat meer medeleven met de omstandigheden, wat emotie was noodig geweest! De rollen der schoonouders waren in handen van Mevr. Kriens en G. van Velsen Jr. Eerstgenoemde had nog wat meer de Xantippe kunnen geven, vooral in uiterlijk (de brillen had ik dan ook gaarne juist omgewisseld gezien), doch zij is een te geroutineerde actrice om niet goed te voldoen. G. van Velsen Jr.'s eerste verdienste was, dat ook hij niet chargeerde, waartoe een dergelijke rol spoedig aanleiding geeft. De articulatie liet wel eens te wenschen over, en hieraan moet de heer Van Velsen eens terdege aandacht schenken. Ook de intonaties waren niet altijd juist en daardoor ging wel eens een kwinkslag verloren. Toch geen onverdienstelijke vertolking! H. van Zwieteren, in een dubbelrol als de zendeling Pilger en als de rechercheur, waren deze rollen best toevertrouwd. Vooral als Pilger — mooi volgehouden! — was hij vermakelijk. Ook W. Henssen als de kampioen-bokser hield zijn typeering goed vol, hoewel iets meer spel gegeven had kunnen worden. Goed van uiterlijk was Mej. J. van Ruiten als Mevr. X en zy zag kans nog even spel te geven in dit kleine rolletje. W. Marda miste het uiterlijk voor den zakenvriend van Manderen en overtuigde daardoor niet. Resumé: een aardige avond, een verdienstelijke opvoering en een goede sluiting van het succesvolle O.D.I.A.-seizoen. HENRI A. VAN EYSDEN Jr.
'
DOOR HOOFDSTUK XXIX IN VEILIGE HAVEN Zoodra het hem mogelijk was, ging Forsyth weer naar buiten. De ongelukkige schelmen, die den schandpaal moesten doorstaan, waren er nog en zonder aarzeling liep Forsyth op den gestrafte toe, dien hij straks opgemerkt had. De man had een gegroefd gezicht, dat met een kleurstof bewerkt was om een Chineeschen teint te krijgen; zijn wenkbrauwen waren donker gemaakt, maar zijn oogen waren blauw; de blauwe oogen van een Europeaan, en Forsyth zag, dat ze met bloed doorloopen waren — tengevolge van zenuwoverspanning en pijn waarschijnlijk. „In 's hemels naam, Forsyth...." „Dus zoover is het met u gekomen. Leiand Barrington!" „Zeg liever met wat er van Leiand Barrington óver is," gaf de handelaar ten antwoord. „Vijf dagen heb ik in deze Chineesche hel geleefd en de ploert, dien ik heb betaald om me te voeden, is er vandaag niet geweest. Nog één dag — en ik word gek." Forsyth beschouwde hem aandachtig. Barringtons toestand was meelijwekkend genoeg. De houten kraag verhinderde hem te gaan liggen of achterover te leunen, maakte het hem zelfs onmogelijk, voedsel naar zijn mond te brengen. „Hoe kom je in dezen toestand?" informeerde de dokter. „Opium smokkelen! De plaatsvervangende gouverneur is jong en een dienstklopper. Ik werd gesnapt en omdat ik in Chineesche kleeren was en mijn gezicht geverfd had, hield hij me voor een halfbloed denk ik. In ieder geval ik heb er vijf dagen van gelust en nog zoo'n dag...." „Wat is er inmiddels van je dochter geworden?" Een loerende blik kwam in de met bloed doorloopen oogen. „O, die maakt het best! Ze zit in 7ongFoo." „Weet je dat zeker?" „Natuurlijk! Waar zou ze anders zijn?" Forsyth vond het niet noodig hem in te lichten. Die gemeene manier van kijken leverde het duidelijke bewijs, dat Leiand Barrington méér wist dan hij wenschte los te laten en de quasi-onschuldige luchtige toon, waarop hij had geantwoord, was die van iemand, die een leugen met bluf denkt te kunnen bemantelen. Vol walging wendde de jonge dokter zich af. „Forsyth," schreeuwde de handelaar, „in 's hemelsnaam. Je bent toch niet van plan me hier zoo te laten staan " „Neen," was het antwoord. „Ik zal je helpen." Zonder Leiand Barrington verder een blik waardig te keuren, ging Dick 4en /amen
BRIGITTE HELM, DIE DE HOOFDROL SPEELT IN DE UFA-TOONFILM .HET EILAND".
BEM
BOLT
weer binnen en zocht den gouverneur op, dien hij van zijn wonderlijke ontmoeting vertelde. „Wat wilt ge, dat ik doen zal, mijn vriend?" vroeg de mandarijn. „Hem in vrijheid stellen, natuurlijk." „En hem hier laten komen, om zijn dochter te zien?" „Neen," weerde Forsyth snel af. „Hij is een door en door slecht mensch. Ik geloof niet, dat Kathleen hem ooit verlangt terug te zien. U herinnert zich wat ik u over Li Weng-Ho vertelde. Hoe deze ontaarde vader...." „Ik herinner 't me. De vraag is nu maar: wat zal ik met hem doen?" „Zorgen dat hij uit China verdwijnt, als u dat mogelijk is...." „Dat is mij zeker mogelijk — dat wil zeggen, ik kan in ieder geval maken, dat het niet veilig voor hem is zijn gezicht buiten de verdragshavens te laten zien. Hij is bekend als opiumsmokkelaar, en de nieuwe wetten zijn heel streng op dat punt. De schandpaal is maar een lichte straf — ik zou het volste recht hebben een doodvonnis tegen hem uit te spreken." „Zeg u hem dat, misschien kunt u hem zóó den angst op het lijf jagen, dat hij de wijste partij kiest en China heelemaal verlaat."
„Dat zal ik doen — voor u, Forsyth, en voor Kathleen. Ik zal hem nu meteen laten halen." Forsyth was niet bij het onderhoud tegenwoordig, wilde er ook niet bij zijn, maar een uur later hoorde hij het resultaat. „Leiand Barrington is weg — zoo mak als een lam! Drie soldaten en een van mijn civiele ambtenaren begeleiden hem. Hij gaat eerst naar /ong-Foo om zijn huis te verkoopen en vervolgens naar Hong-Kong, waar hij zich naar Engeland zal inschepen. We behoeven niet ongerust te zijn, dat hij dit niét zal doen, want de ambtenaar heeft een brief bij zich, die naar den Engelschen gouverneur gaat als Barrington niet per eerste gelegenheid vertrekt. Hij heeft den brief gezien en ik verzeker u, dat hij eieren voor zijn geld zal kiezen." „Ik ben u heel dankbaar...." „Tusschen ons mag geen sprake zijn van dank, mijn vriend. Ik beschouw het als een voorrecht den man van dienst te kunnen zijn, die gemaakt heeft, dat mijn kind zingt als een lijster. Wel, daar hoor ik mijn Nang Kung en uw Kathleen!" Ze kwamen nader, de armen om elkaar heen: beiden stralend van gelukkige jeugd. Juist even voor zij binnentraden, duwde de mandarijn Forsyth een brief in de hand. „Neem dien, mijn vriend. Hij is van Bar(Foto Fox)
Heather Angel geniet van het heerlijke zomerweer.
.^
syth en Kathleen Barrington van den yamen uit, in de kapel van het Amerikaansche zendingsstation. De kleine Nang Kungr stond gedurende de plechtigheid aan Kathleen's zijde, een vorstelijk figuurtje in brocaatzijde als geen Engelsch bruidsmeisje ooit droeg. Maar ook het gewaad, dat de bruid droeg,; behoorde tot het allermooiste en fijnste uit de eeuwenoude schatten van den /amen. En ze had er in moeten berusten dat ze, naar Chineesche zede, getooid werd met den scharlakenrooden bruidssluier^ die in wijde plooien aan alle kanten van 't hoofd tot de voeten afhing, zoodat Dick Forsyth, die naast haar stond, haar lief, gelukkig gezicht als door een rozige wolk zag. Toen het gezelschap op den Tarnen terugkeerde, werd er luidruchtig op tam-tams geslagen' speellieden ontlokten vreemde melodieën aan vreemde instrumenten, de meisjes van het gouverneurspaleis zongen de liefdesliederen van -China, die dertig eeuwen tevoren ook reeds Chineeschen jonggehuwden in de ooren hadden geklonken, de geur van een overvloed van bloemen vervulde de lucht met een droomerige zoetheid en er was een overvloed van spijs en drank, een kleurenweelde, een half-barbaarsche uitbundigheid van pracht, zooals de stoutste Westersche fantasie zich die niet had kunnen voorstellen. En van de drie vluchtelingen
MEJUFFROUW E TE LEIDEN LEED AAN ZWARE RHEUMATISCHE PIJN In 6 maanden pijnen geheel verdwenen Ongevraagd komen de brieven binnen, die steeds weer bewijzen, dat rheumatiek voor Kruschen Salts moet wijken. Uit onderstaand schrijven van Mejuffrouw F-T. £ te Leiden blijkt tevens ^e Jbelan*njktt_ is, om met Kruschen Salts door te zetten wanneer het een bijzonder hardnekkige XTumatiek betreft. Mej. E. schrijft ons o^a.: „Het was een geval van *w"eerJ™™*« sehe pijn. Ik wist geen raad ™ -."e™ zelfs zoo erg, dat ik mi n werk niet meer kon doen, maar het gebruik van Kruschen Salts heeft mij geheel van ™K™™ rheumatische pijnen geholpen In 6 maan den was de pijn verdwenen. Steeds zal IK doorgaan. Krischen Salts te gebruiken hoewel ik met zekerheid kan zeggen, dat ik voorgoed van de pijn^ af ben. E ^ ^ DE METRO-GOLDWYN-MAYER-STER CHARLES BUTTPRWORTH IS EEN GOED TENNISSPELER.
rington en voor Kathleen bestemd," zei hij haastig en met gedempte stem. „Maar lees hem eerst zelf en geef hem haar, wanneer het u wenschelijk voorkom^. Ik weet wat er in staat." De mandarijn pauzeerde even met een glimlach. „Ik heb hem gedicteerd en me er van overtuigd, dat hij alles woordelijk heeft opgeschreven. Forsyth liet den brief in zijn zak glijden en las hem zoodra zich een geschikte gelegenheid voordeed. Hij was heel kort en bevestigde, dat de- schrijver China onmiddellijk verliet en gaf verder uiting aan de hoop dat Kathleen, die, zooals Barrington mededeelde te hebben gehoord, binnenkort met Forsyth in het huwelijk zou treden, heel gelukkig zou worden. Dat was alles, want de mandarijn had hem gedwongen zich bij de hoofdzaak te houden en alles wat naar leugenachtig vertoon van gevoel zweemde, te vermijden. Tien dagen later huwden Dr. Richard For-
was Ching, Chinees in hart en nieren o. ,\ danks 't dunne laagje Europeesche verni^ wel het meest in de wolken. ^ „Heel prachtig huwelijk, dokter Forsyth," betuigde hij enthousiast, „heel prachtig huwelijk. Missie Barrington......" „Miss Barrington, Ching?" „Neem me niet kwalijk dokter Forsyth," grinnikte de trouwe ziel, „ik bedoel mevrouw Forsyth. Ching hij is gelukkig als een vlasvink — kan zingen." En uit zijn ongekunsteld gemoed brak 'n traditioneele, antieke Chineesche huwelijkszang los — een roerende wijs, weemoedig in de ooren van een Westerling, Eindelijk kwam het oogenblik dat bruid en bruidegom, weggeglipt van de feestelijkheden, een poosje alleen waren. In het van goud en velerlei kleur schitterende vertrek legde Dick Forsyth zijn handen op Kathleens nog steeds omsluierde schouders. Door den nevel van rood scheen de glans van kostbare jaden, het huwelijksgeschenk van Nang Kung en haar vader, maar hij had daar in dit uur geen belangstelling voor. Zijn blik bleef als betooverd op haar bloeiend gezicht rusten, zocht toen haar oogen, waarvan geen sluier den gloed verdooven kon. .. „Kathleen!" fluisterde hij. Toen lichtte hij den sluier op en zij vloog in zijn armen, gelukkiger, dan wellicht ooit een bruid in China geweest was. Het duurde een heelen tijd voor zij weer aandacht voor iets.,anders dan elkaar hadden. Het zonlicht viel in breede stralenbundels binnen en zij liepen naar het open latwerk, hij den arm om haar heengeslagen, om naar den zeldzamen, exotischen tuin met zijn wondermooie bloemen, zijn bloesemende struiken, zijn klaterende fontein, het kleine meertje en de sierlijke brug te kijken. En staande in het gulden licht, kuste Dick Forsyth haar. „Kathleen," fluisterde hij, „de schaduw van Li Weng-Ho is nu van ons leven weggenomen." „Ja," was het zachte wederwoord. „Zij heeft plaats gemaakt voor zonneschijn, dank zij de goedheid van een klein kind,"
Rheumatiek wordt veroorzaakt door onvoldoende werking der inwendige organen; een toestand, waarvan de lijder «ch "1den bewust is. Maar het wordt een ongemerkte ophooping van afvalproducten en Ten dlarmee |epiard gaande vorming van Itoffen die schadelijk zi n voor den geheilen gezondheidstoestand En deze stoffen oncfermiinen het ?eheele gerteL Kruschen Salts is het na uurhjke recept tot behoud van een inwendige zuiverheid. Ue zes zouten in Kruschen sporen nieren en LgewaSn aan tot »ema&elifte geregj L werkinff U wordt dus inwendig ynj gehouden vfn alle onzuiverheden, welke ind°en zij zich kunnen ophoopen ongetwijfeld hè? peil uwer gezondheid zullen verlagen. De kleine dagelijksche dosis" Krufhen ^orC'dit. %Lt de zes verschillende zouten in Kruschen verhoogen de werking der afvoerorganen, verschaffen u nieuwen Kscteï-Salts is uitsluite^ verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten > fOVO en f 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Stralende gezondheid voor eén lent per dag. Let op dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt. - 30 -
Drie dagen later vertrokken zij op de huwelijksreis naar Canton, Kathleen in den stoel, die haar veilig door zoo menig gevaar gedragen had, terwijl Forsyth, wanneer hij althans niet de voorkeur aan loopen naast den haren gaf, er een van den gouverneur gebruikte. Ching vergezelde hen ook op dezen tocht om het bevel over de koelies te voeren en als bewaking had hun gastheer een aantal soldaten meegegeven, wier uniform al voldoende was om overal respect af te dwingen. Zij trokken zuidwaarts in gemakkelijke etapes, naar den Pi-Kiang, in stralend zonlicht door een van bloemen doorgeurd land, over welig begroeide heuvelen en sprookjesachtige bruggen. Herbergen vermeden ze, overnachtend onder den wijden, met sterren bezaaiden hemel. Het waren volmaakte wittebroodsweken, waarin tijd en eeuwigheid schenen ineen te vloeien, zoodat ze den juisten dag vergeten waren, toen eindelijk de stad aan de rivier in het zicht kwam, waarheen de mandarijn snelle boodschappers gezonden had om voor een sampan te zorgen. Er vloog een schaduw over Kathleens gezicht,' toen zij het vaartuig zag. Wat is er?" vroeg Forsyth. „Waar denk je aan, Kathleen?" (Wordt vervolgd)
/
ZOMER Opgewekt marschtempo
Tekst en muziek van HAN Z1RKZEE
Komt al-len nu naarr bui - ten: De zo-mcr is in 't De zo-mer duurt zoo lang niet: Be - nut dus de - zen
■{
I l f
land! tijd.
We En
Pfpi wm
35
g* J N
■
r___i__T__1
k
,
|
,
zei - len op de laat ons lied weer$
*=!
M M j ^ I ' ' ' I j' J jtl'-»
■
a-
. . het . strand. j TTT-WeJ doen..-_:».. ,,,,» lrr-*fh* nn op Aan tn m nnsrn. OD op't t plas-sen. Of. lig - gen aan weer nieu-we kracht Aanroi>zee. bosch. khn-ken Daar bS-?en. wijd en zijd! Gaat straks de zon weer da - len En zijnwe al - len
duin: moe.
We stoei-en in het wa-ter. De zon - ne brandt ons bruin. Dan loo - pen w'onder 't zin - gen Naar tent of kamp-huis toe.
{faj " }°' , Hal - lo. hal - lo. hal-
min. Nw ffw lo
Hal - lo. Hal - lo. hal - lo! Hal - lo. Hal-lo. hal - lo!
jiij iiiii^ 'AjJnfi N.B.
m
i
Hal - lo. hal - lo. hal - lo . .... De zon-ne brandt ons bruin, Hal - ld. hal-lo. hal - lo .. ■ ■.__ Naar tent of kamp-huis toe
^^
?
ÉÉÉ I m i ibiiii
ï ÏÉ
*:
^
Het ..hallo!" kan eventueel door fluiten vervangen worden.
THE SONG SINGERS zongen voortreffelijk in onze opname-Studio. Zij waren enthousiast over de vastlegging hunner stemmen op de Gramophone-plaat Zoudt U het niet leuk vinden als Uw stem of muzikale gave op een plaat vereeuwigd werd? Prijzen: f 2.50, f. 3.50, f. 5.— en f. 10.- op dubbelzijdige Gramophone-plaat bij
N.V. WILLEM SPRENGER'S OPNAME-STUDIO PASSAGE 46 - DEN HAAG - TELEFOON 113778 Wegens de enorme belangstelling vooraf bespreken s.v.p.
-
Verschont wekeiyks — Pr^js per kwartaal f. 1.95