Erven in Hof van Twente Aandacht voor streekeigen kenmerken
Inhoudsopgave Draagt u bij aan het streekeigen karakter?
4
Waar letten we op bij erven?
6
Erven in Hof van Twente:
-2-
Streekeigenheid bekeken vanuit vier aandachtspunten
9
• Samenhang met het landschap
9
• Erfstructuur
13
• Erfinrichting
15
• Gebouwen
18
Wat kunt u doen?
31
• Terugbrengen van streekeigen kenmerken
33
• Vervangen van niet-streekeigen kenmerken
35
• Aanbrengen van nieuwe streekeigen kenmerken
37
Laat u inspireren
39
-3-
Draagt u bij aan het streekeigen karakter De erven in de gemeente Hof van Twente zien er anders uit dan die in het Vechtdal of in de kop van Overijssel. Wanneer de kenmerken van boeren bedrijven (ligging in het landschap, erfstructuur, beplanting, bouwwijze, kleur- en materiaalgebruik, details) zich beperken tot een bepaalde streek, is er sprake van streekeigen kenmerken. De streekeigen kenmerken bepalen het karakter van de omgeving en het verschil met andere gebieden. Op veel erven in Hof van Twente zijn deze karakteristieke streekeigen kenmerken nog aanwezig. Deze brochure is ontwikkeld om u bewust te maken van de kwaliteiten van uw erf en omgeving zodat u ze kunt behouden en versterken. Bij veranderingen op uw erf, zoals nieuwbouw, uitbreiding en herbestemming kunt u de karakteristieken als uitgangspunt en inspiratie gebruiken. In de brochure vindt u waar we op letten bij het beschrijven van het streekeigene, wat de streekeigen kenmerken van Hof van Twente zijn en hoe u kunt bijdragen aan het versterken van de kwaliteiten van uw erf.
-4-
-5-
Waar letten we op bij erven? Samenhang met het landschap: Hoe het erf ligt in het landschap is afhankelijk van het type landschap waarin het erf zich bevindt. De ordening van gebouwen, het type gebouw en beplanting, de ligging aan de weg en de onderlinge verspreiding van erven hangen met het landschap samen. Erfstructuur: Waar staat alles op het erf? De erfstructuur bepaalt de ordening van ‘rode’ (gebouwen), ‘groene’ (beplanting) en ‘blauwe’ (water) componenten op het erf. Erfinrichting: Wat staat er op het erf? De erfinrichting bestaat uit de groene inrichting (sier en nut), de erfverharding, de erfscheiding en de losse elementen zoals waterelementen. Gebouwen: De gebouwen op het erf bestaan uit een hoofdgebouw, de boerderij, en bij gebouwen. De boerderijen zijn in verschillende typen te onderscheiden, afhankelijk van hoe het woongedeelte ten opzichte van de deel is gelegen. Het meest kenmerkende type is het type waarbij huis en bedrijf in één bouwvolume zitten. Nut en noodzaak: Waar we verder nog op letten is het verschil in ‘voor’ en ‘achter’ op een erf. Van oudsher is deze functionele scheiding ontstaan tussen het woongedeelte en het werkgedeelte. Het wonen gebeurde aan de voorzijde, het werken aan de achterzijde. In de gebouwen en de erfinrichting is deze scheiding terug te zien.
-6-
-7-
Erven in de Hof van Twente: Streekeigenheid bekeken vanuit vier aandachtspunten Samenhang met het landschap In de Hof van Twente vind je het oude landschap (essen- en kampenlandschap) en het nieuwe landschap (veld- en broekontginningslandschap). Essen zijn gemeenschappelijke akkers die door de eeuwen heen zijn bemest met mest, heideplaggen en stro uit de potstal. Hierdoor hebben ze een bolle ligging gekregen. Grote, open essen zijn te vinden bij Markelo. De erven liggen als een krans langs de rand van de es. Het kampenlandschap bestaat uit kleine eenmansessen en bevindt zich in het oostelijk deel van Hof van Twente. De erven in de oude essen- en kampenlandschappen zijn sterk met het landschap verweven. In het oude landschap zijn de erven omgeven door singels, houtwallen, erfbossen en erf beplanting. Op de erven staan grote eiken die het erf verbindt met de eiken in de omgeving. De erven vormen een ‘rafelig’ besloten silhouet. Ze liggen met de achterzijde naar de weg of de akker. Soms loopt er een weg over het erf. De erven die behoren bij landgoederen liggen veelal aan beuken- of eikenlanen. Het nieuwe landschap is veel later in cultuur gebracht. Dit zijn de gebieden die van oorsprong weinig geschikt waren voor bewoning en zijn ontgonnen. Het jongere ontginningslandschap ligt verspreid over de gemeente, langs beken of op voormalige heidevelden. De jongere erven in het nieuwe landschap hebben een meer open karakter. De erfbeplanting bestaat hier veelal uit singels. -8-
-9-
Grote eikenbomen op oude erven verbinden het erf met het landschap Cultuurhistorische landschappen
Op de oude erven is veel erfbeplanting aanwezig
De erfbeplanting op de jongere erven is meer open
Legenda Landschapstypen
Aanduidingen
Essenlandschap
Waterstructuur
Kampenlandschap
Kernen
Veldontginningslandschap (grootschalig)
Infrastructuur
Veldontginningslandschap (kleinschalig)
Spoorlijn
Broekontginningslandschap (grootschallig) Broekontginningslandschap (kleinschallig)
Een weg over een oud erf
Erven op landgoederen liggen vaak aan lanen
Erfstructuur Waar staat alles op het erf? De functionele scheiding tussen ‘voor’ en ‘achter’, tussen wonen en werken is terug te vinden in de boerderij, de situering van de bijgebouwen en de erfinrichting. Het woongedeelte van de boerderij heeft grote ramen (met luiken), een schoorsteen, andere dakbedekking en meer detailleringen dan het achterhuis. Maar ook in de inrichting is de scheiding tussen de werkterreinen van man (achter) en vrouw (voor) zichtbaar. Tuinieren, wassen, water halen en koken waren taken van de vrouw. Op het voorerf liggen dan ook de siertuin, moestuin, fruitgaard en bleekveld. Ook staat hier het kookhuis en de waterput. De man hield zich bezig met het bedrijf. Op het achtererf staan de veestallen en de schuren voor berging van gereedschap en veevoer. Bijvoorbeeld een Gebouwen in een rationele opzet op een erf in het nieuwe landschap
Gebouwen staan recht ten opzichte van elkaar
wagenschuur, roggeberg, hooiberg (met één of meer roedes), schaapskooi, varkensschuur, kippenhok, aardappelkelder, houthok, iemanschoer (bijenstal) en opslag van mest en veevoer. De beplanting op het achtererf bestaat uit dezelfde soorten die ook buiten het erf voorkomen.
Gebouwen staan scheef ten opzichte van elkaar en de weg
Gebouwen in een losse strooing op een erf in het oude landschap
- 13 -
Op de oude erven staan veel kleine en grote gebouwen, het ensemble van gebouwen ligt in
Erfinrichting
een losse strooiing. De opgaande beplanting bestaat uit diverse bomen en struiken. Erven
Wat staat er op het erf? Welke beplanting, verharding, erfscheidingen en losse elementen
in jongere landschappen zijn meer ‘rechtlijnig’ van opzet, ze hebben minder maar grotere
zijn aanwezig?
bijgebouwen en een meer open karakter. Oude erven Het gehele erf was ingericht op basis van functionaliteit. Het boerenerf draaide vroeger om
Het erf is eenvoudig en sober ingericht. De beplanting op het voorerf bestaat uit een be-
eenvoud. Gebouwen en inrichting waren vooral functioneel. Er was nauwelijks geld, zeker
scheiden siertuin voor de voorgevel en een nutstuin (moestuin en fruitgaard). Vaak is er een
niet voor luxe. De gebouwen werden gebouwd met materialen uit de omgeving. Van eiken-
combinatie van hagen en hekwerken aanwezig. De siertuin en/of nutstuin zijn omgeven door
bomen maakte men schuren en gebinten en riet werd gebruikt om daken mee te dekken.
een haag van meidoorn, buxus of liguster, of een hekwerk. De houten, donkergroene hekwer-
Van klei werden bakstenen gefabriceerd. Ook beplanting werd met een nut aangebracht,
ken met witte punten zijn kenmerkend. In de haag zit vaak een klein hekje. Bij de voorgevel
zoals leilindes als bescherming tegen de zon, een boomgaard voor fruit en noten, een moes-
staan markante solitaire bomen zoals walnoten, (knot)lindes, paardenkastanjes en fruitbomen.
tuin voor groentes en kruiden en geriefhoutbosjes voor haardhout en het maken van bezems
Soms staan er leilindes (als zonwering) bij de voorgevel. Water komt alleen voor in de vorm
en klompen.
van een (zandstenen) waterput (met haal) op het voorerf en een drinkpoel voor het vee in het omringende weiland. Verharding werd alleen toegepast waar dat echt nodig was, zoals bij de toegangen van de boerderij en de schuren. Op het voorerf liggen soms wat veldkeien in het
Hoogstamboomgaard
- 14 -
Hagen om de siertuin (beuk, meidoorn, liguster of buxus)
- 15 -
(Omhaagde) moestuin
Siertuin (met buxuspatroon)
Grote (witte) veldkeien (bijvoorbeeld bij de inrit)
Ronde kuilvoerput
Waterput met haal
Keermuur bij mestfaalt
Paardenkastanjes
gras in een eenvoudige patroon gelegd, bijvoorbeeld langs de inrit. Vroeger werden deze vaak wit geschilderd om de inrit in het donker te kunnen vinden. Op de voorerven van oude erven Kleine veldkeien bij de niendeur
komen geen dichte afscheidingen zoals singels voor. Op het achtererf staan paardenkastanjes en eiken. Op bijna alle erven staan grote eiken, soms in de vorm van een eikengaard. Geriefhoutbosjes (eikenhakhout of elzenhakhout) staan vaak (vanwege de gewenste snelle groei) op de wat nattere delen of in een resthoekje. In een natte hoek staat ‘twieg’, dat zijn wilgen (voor bezems). Jonge erven De erfinrichting van de jongere erven borduren voort op de oude karakteristieken. Het voorerf is eenvoudig en sober ingericht. Als markante bomen op het voorerf zijn essen, treurwilgen of berken toegepast vanwege de nattere bodem. Op de jongere erven komen ook hekwerken van betonpalen en gaas of draad voor. Om het erf heen liggen singels of bomenrijen die doorlopen in het landschap.
Transparant houten hekje met witte punten
Eikengaard
- 17 -
•
Gebouwen Er zijn vier verschillende boerderijtypes: De Sallandse T-boerderij
1. De Sallandse T-boerderij 2. Het Sallandse hallenhuis
•
•
3. Het Twentse hallenhuis 4. De ontginningsboerderij
•
•
Hierna worden per type de hoofdkenmerken beschreven. Daarbinnen bestaan nog allerlei variaties.
•
•
Het Sallandse hallenhuis
•
•
• •
•
•
•
Het Twentse hallenhuis
Legenda
• De Sallandse T-boerderij • • • De ontginningsboerderij
- 18 -
Landschapstypen
Aanduidingen
Het Sallandse hallenhuis
Essenlandschap
Waterstructuur
Het Twentse hallenhuis
Kampenlandschap
Kernen
De ontginningsboerderij
Veldontginningslandschap (grootschalig)
Infrastructuur
Veldontginningslandschap (kleinschalig)
Spoorlijn
Broekontginningslandschap (grootschallig) Broekontginningslandschap (kleinschallig)
1. De Sallandse T-boerderij
Een combinatie van riet boven en pannen onder
Dwarshuis met schilddak
Ligging
Gevels
• Vooral in het westen van de gemeente
• Hoge gevels in het voorhuis, lage gevels in
Hof van Twente, rond de essen bij Markelo.
het achterhuis. • Hoge raampartijen in de voorgevel.
Plattegrond
• Symmetrische voorgevel.
• Het voorhuis staat dwars op het achterhuis
• Kleine rechthoekige luiken.
(waardoor er een T-vorm ontstaat).
• Gepleisterde gevels en plinten komen voor. • Bij rijkere woonhuizen vaak hoekpilasters en
Draagconstructie • De eikengebintconstructie verdeelt het Grote raampartijen, donkere luiken en dakkapellen op het voorhuis
Detailleringen boven de ramen in het voorhuis
klassieke symmetrie. • Symmetrische gevel in achterhuis.
achterhuis in drie beuken. Kleur- en materiaalgebruik
De Sallandse T-boerderij
Kap
• Luiken, voordeur en deeldeuren zijn in
• Schilddak (met geprofileerde gootlijsten) of
donkergroene tinten geverfd.
zadeldak met wolfseinden op dwarshuis. • Zadeldak op achterhuis.
Detaillering
• Vaak rieten dak, pannen (rood of blauw)
• Sobere detaillering, bijvoorbeeld zandsteen
komen ook voor. Dwarsritschuur
het bovenste deel riet en het onderste deel
Bijgebouwen
pannen.
• Minder bijgebouwen dan op het Twentse erf.
• Dakkappellen op dwarshuis.
• Dwarsritschuur (ofwel schöppe)
• Twee schoorstenen aan weerszijden op de
• (1-roedige) Hooibergen.
nok van het dwarshuis. Schaapskooi
in de gevels.
• Bij een combinatie van pannen en riet is
1-roedige hooiberg (met opslag haardhout als nieuwe functie)
• Bakhuis (ofwel kookhuis). - 21 -
2. Het Sallandse hallenhuis Grote raampartijen met luiken
Het Sallandse hallenhuis is wat eenvoudiger
Gevels
dan de Sallandse T-boerderij. Ze hebben
• Grote raampartijen (met luiken) in de
geen dwarshuis en zijn vaak wat kleiner.
voorgevel. • Gepleisterde gevels komen voor.
Ligging
• Ingang aan zijgevel (symmetrische
• Vooral in het westen van de gemeente
voorgevel) of voorgevel (asymmetrische
Hof van Twente. Combinatie riet met pannen
Symmetrische voorgevel
Het Sallandse hallenhuis
voorgevel).
Asymmetrische voorgevel
Plattegrond
Kleur- en materiaalgebruik
• Rechthoekige, langwerpige plattegrond.
• Luiken, voordeur en deeldeuren zijn in donkergroene tinten geverfd.
Draagconstructie Detaillering
• De eikengebintconstructie verdeelt de boerderij in drie beuken.
Rieten zadeldak met wolfseinde
1-roedige hooiberg
• Sobere detaillering.
Kap
Bijgebouwen
• Rieten zadeldak met dakschild aan ach-
• Minder bijgebouwen dan op het
terzijde of zadeldak met wolfseinden.
Twentse erf. • Dwarsritschuur. • (1-roedige) Hooibergen. • Bakhuis (ofwel kookhuis).
Dwarsritschuur
Bakhuis of kookhuis
- 23 -
3. Het Twentse hallenhuis Niendeuren
Ligging
• Soms een wolfseind.
• Vooral in het oosten van de gemeente
• Smalle, witte windveren.
Hof van Twente. Gevels Plattegrond
• Rode bakstenen.
• Rechthoekige, langwerpige plattegrond.
• Voorgevel is asymmetrisch met grote
• Hoofdingang zit in de voor- of zijgevel. Onderschoer in achtergevel
ramen (met luiken). • Gepleisterde plinten.
Knik in het dak, donkere topgevels en witte windveren
Het Twentse hallenhuis
Draagconstructie
• Houten topgevels.
• De eikengebintconstructie verdeelt de
• Tegen de zijgevel of voorgevel zit soms
boerderij in drie beuken.
een bovenkamer ofwel endskamer. Dit
• Gebintconstructie rust op veldkeien,
is een woning voor de oudere generatie,
later baksteen of beton.
zodat ze bij overname van het bedrijf toch nog een oogje in het zeil konden
Kap
Stiepelteken
Zandstenen sluitstenen
houden.
• Zadeldak (met een knik in het dak).
• Niendeuren in de achtergevel.
• Hoge kap waaronder het hooi werd
• Onderschoer (teruggeplaatste nien
opgeslagen.
deuren in de achtergevel).
• Groot, gesloten dakvlak. • Het dak loopt laag af, goten ontbreken.
Kleur- en materiaalgebruik
• Rode pannen of combinatie van rode
• Donkere tinten van de luiken, voordeur,
pannen en riet. Endskamer of bovenkamer aan voorhuis
Grote gesloten dakvlakken met rode pannen
topgevel en niendeuren. - 25 -
Detaillering • Detailleringen zijn subtiel aangebracht zoals een stiepelteken of zandstenen sluitstenen en geboortestenen bij de niendeuren.
Roggeberg
Bijgebouwen • Een veelheid aan (kleine) bijgebouwen (zoals kippenhok, aardappelkelder, houthok). • Zwarte houten schuren. • Schuur met uitstekend wolfseind. • (vierroedige) Roggebergen (al dan niet met een
Zwarte houten schuur
verhoogde tasvloer en aanbouwen). • Bakhuis (ofwel kookhuis).
Kippenhok
- 26 -
Schuur met uitstekend wolfseind
Kapschuur
Aardappelkelder
4. De ontginningsboerderij De ontginningsboerderij is jonger dan de
Gevels
andere drie types. Ze beschikt niet over
• Grote raampartijen (met luiken) in de
alle karakteristieken van een oud erf maar
voorgevel.
bouwt hier wel op voort. Kleur en materiaalgebruik Ligging Ontginningsboerderijen met bijgebouwen die haaks en/of parallel aan de boerderij staan
• Luiken, topgevel, voordeuren en deel-
• In het nieuwe landschap (ontginnings-
deuren zijn in donkere tinten geverfd.
landschap), verspreid over de gemeente.
De ontginningsboerderij
Detaillering Plattegrond
• Sobere detaillering.
• Rechthoekige, langwerpige plattegrond. Bijgebouwen Draagconstructie
• Een klein aantal grote bijgebouwen.
• De eikengebintconstructie verdeelt de
• Soms een hooiberg of kapschuur.
boerderij in drie beuken. Ontginningsboerderijen met bijgebouwen die haaks en/of parallel aan de boerderij staan
Kap • Zadeldak (met wolfseind) met pannen (of combinatie van pannen en riet).
Grote schuur
Een klein aantal bijgebouwen
- 29 -
De boerderijen die tot landgoederen behoren
Wat kunt u doen?
onderscheiden zich door detailleringen (bijvoorbeeld in windveren en topgevel) en het kleurgebruik
Door uw erf goed te onderhouden voorkomt u achterstallig onderhoud. Zorg er voor dat bij-
(van luiken).
voorbeeld het voegwerk er goed uit ziet, dat houten kozijnen of deuren niet wegrotten en dat u fruitbomen frequent snoeit. U voorkomt hiermee dat streekeigen kenmerken verloren gaan.
Luiken in de kleur van het landgoed
Wanneer elementen toch verloren zijn gegaan kunt u deze weer terugbrengen. Of u kunt niet-streekeigen elementen vervangen door streekeigen elementen. U kunt zelfs nieuwe elementen introduceren. Hierna volgen wat voorbeelden om u te laten zien hoe u uw erf kunt versterken. Deze voorbeelden zijn een greep uit de vele mogelijkheden.
Gedetailleerde topgevel
- 30 -
- 31 -
Terugbrengen streekeigen kenmerken Veel streekeigen kenmerken zijn verloren gegaan door ontwikkelingen op het erf. Zo zijn bijvoorbeeld de niendeuren weggehaald toen de stal tot woonruimte werd verbouwd. Of de uitbreiding van de siertuin is ten koste gegaan van de fruitgaard. Of het kippenhok is verwijderd omdat deze zijn functie had verloren. Deze elementen, die ooit aanwezig waren, kunnen worden teruggebracht. Voorbeelden van het terugbrengen van streekeigen kenmerken: • luiken op voorgevel • onderschoer en/of niendeuren • gevelopeningen (stalramen en –deuren in achterhuis) • (haal van de) waterput • gedekte kleuren (van luiken, kozijnen, topgevel, deuren, hekwerken) • bijgebouwen (kippenhok)
Terugbrengen niendeuren
• markante solitaire bomen bij voorgevel (knotlinde, paardenkastanje, es, treurwilg) • leilindes • haag of hekwerk om de siertuin of de moestuin • hekjes op het voorerf • fruitgaard • veldkeien
Terugbrengen fruitgaard
Terugbrengen haal bij de waterput
Terugbrengen zijdeur
- 33 -
Vervangen van niet-streekeigen kenmerken Op veel erven (veelal woonerven) zijn door de loop der jaren niet-streekeigen elementen toegevoegd. In de siertuin staan bolboompjes en hagen van laurier en op het achtererf zijn sierelementen aangebracht zoals hagen en siertuinen. In de stal zitten ramen met luiken. Deze elementen kunnen worden verwijderd en eventueel worden vervangen door streekeigen elementen. Voorbeelden van vervangen van niet-streekeigen kenmerken door streekeigen kenmerken: • Golfplaten op het dak van de stal vervangen door pannen of riet. • Damwandplaten aan de schaapskooi of hooiberg vervangen door hout. • Kunststof kozijnen en goten vervangen door houten kozijnen en zinken goten. • Hoge boeidelen bij schuren vervangen door witgeverfde windveren en dekplanken. • Het achterhuis ontdoen van luiken.
Vervangen conniferen door haag van liguster of meidoorn
• Conniferenhaag vervangen door een haag van liguster, buxus, meidoorn of beuk. • Rododendrons vervangen door gras of een bescheiden border. • Bolboompjes of sparren vervangen door een markante solitaire boom (linde, kastanje). • Schuttingen vervangen door hagen.
Verwijderen schuttingen onder hooiberg
Vervangen damwandplaten en dakpanplaten door pannen
Vervangen golfplaten door pannen
- 35 -
Aanbrengen van nieuwe streekeigen kenmerken Ook op erven die weinig streekeigen kenmerken (gehad) hebben, kunnen nieuwe elementen het streekeigen karakter versterken. Ze dienen dan wel op een eigentijdse manier toe te worden gepast. Dit geldt alleen voor beplanting. Zo kunnen nieuwe hagen (en hekwerken) de siertuin begrenzen. Het is belangrijk dat deze nieuwe elementen op de juiste plek staan en een functie hebben. Het element dient geïnspireerd te zijn op het streekeigen karakter maar op een eigentijdse manier vorm te krijgen. Het toevoegen van historische gebouwen Aanplanten van een markante solitair
Aanplanten haag rond siertuin
(bijvoorbeeld een schaapskooi of hooiberg) die er nooit hebben gestaan maakt het erf niet streekeigen. Nieuwbouw dient wel geïnspireerd te zijn op het streekeigen karakter maar dient niet nagemaakt te worden. Voorbeelden van het aanbrengen van nieuwe streekeigen kenmerken: • een markante solitair bij de voorgevel • hagen rond een siertuin of langs een inrit • een eikenbosje • laanbeplanting langs de inrit • hekwerken
Aanplanten eikenbosje voor de stallen
- 36 -
- 37 -
Laat u inspireren Past uw erf in de streek? Wees dan zuinig of uw erf, streekeigen erven bieden u een prachtige woonomgeving. Zorg dat streekeigen kenmerken goed onderhouden worden en breng ze waar mogelijk terug. Probeer gebouwen zonder functie weer een nieuwe functie te geven. En verlies de streekeigen kenmerken ook bij grotere ontwikkelingen niet uit het oog. Gebruik ze bij het bouwen van een nieuwe stal of bedrijfswoning als inspiratie en voeg tegelijkertijd iets eigentijds toe. Op deze manier versterkt u uw erf en de streek. Laat u verder inspireren door: • ‘Traditie en vernieuwing, inspiratieboek voor de tranfsformatie van erven en boerderijen in Overijssel’, Het Oversticht 2008. • ‘Omstreeks Markelo, de veranderende boerenerven in het Markelose landschap’, Stichting Maarkels Landschap 2006. • www.erveninoverijssel.nl • Het Groenloket, voor al uw vragen over groen, www.groenloketoverijssel.nl • De ervenconsulent (op verzoek van de gemeente kan deze worden ingeschakeld). • De beplantingsadviseur van Landschap Overijssel. • De adviseur ruimtelijke kwaliteit van de gemeente.
- 38 -
- 39 -
Colofon Deze brochure is uitgegeven in het kader van het project Streekeigen Huis & Erf Hof van Twente. De brochure is samengesteld door Het Oversticht in samenwerking met Landschap Overijssel, Stichting Maarkels Landschap en de gemeente Hof van Twente. Heeft u nog vragen over de inhoud van deze brochure? Neem dan contact op met Het Oversticht. 2010
IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT MET FINANCIERING DOOR: Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
Het project Streekeigen huis en erf wordt begeleid door Landschap Overijssel (project leiding), de Stichting Monumentenwacht Overijssel en Flevoland en Het Oversticht. Het project is financieel mogelijk gemaakt door bijdragen van de gemeente Hof van Twente, provincie Overijssel en Europa. De Europese bijdrage is afkomstig van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland!