Erkend
Vakblad voor Erkend Hypotheekadviseurs
april 2011
AFM-leidraden toegelicht 9 Interview met CDFDvoorzitter Olaf MacDaniel
12 Profileren als Erkend Hypotheekadviseur
15 Het nieuwe fiscale partnerbegrip
INHOUD
Verdergaande protocollering of bruikbare tips?
Leidraden AFM “Huidig systeem werkt remmend op onderwijsverieuwing”
Interview met Olaf McDaniel Adverteren midden in uw doelgroep
Profileer u in ‘Wonendoejezo’ Vanaf 1 januari 2011 :
Nieuwe fiscale partnerbegrip Een zelfvervullende voorspelling
De 110% norm Herkend!
Sjoukje Feddes
4 9 12 15 18 20
COLOFON Erkend is een uitgave van Stichting Erkend Hypotheekadviseur en wordt verspreid onder Erkenden en andere relaties van de SEH. De inhoud van deze uitgave is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De artikelen zijn op persoonlijke titel geschreven. De redactie en SEH zijn niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden en/of zetfouten.
Uitgave:
Coördinatie:
Stichting Erkend
Kluwer Deventer
Hypotheekadviseur
Eric Verheijen
Postbus 12016
T 0570 64 76 31
1100 AA Amsterdam ZO
E
[email protected]
T 020 - 428 95 73 F 020 - 428 95 74
Eindredactie:
E
[email protected]
Elly Gravendeel
W www.seh.nl
T 0570 64 77 30
Redactieleden:
kluwer.nl
E egravendeel@ Raymond Bakker Alieke Doornink
Basisontwerp:
Antwan Janssen
Haagsblauw/Jeroen
Barbara Hermsen
Leupen
Harrie-Jan van Nunen Bart de Nie
Vormgeving: COLORSCAN
BV, Colorscan
www.colorscan.nl
Xxx Xxx
redactioneel
Vakbekwaamheid blijft zich ontwikkelen
D
e tijd dat je met alleen een diploma
gestart zijn met de digitale toets hebben uitein-
Assessment
voldoende vakbekwaam bent om klan-
delijk 400 de toets tijdig afgerond. De winnaar
In april maken de beste drie kandidaten van de
ten te adviseren over financiële pro-
van de digitale ronde is René Liefting die 27 van
eerste twee rondes een professioneel assessment.
ducten begint nu toch echt achter ons
de 30 vragen goed beantwoordde en daarmee de
In twee sessies zullen zij met een acteur als klant
te liggen. Het besef dat voor een goed advies
iPad in de wacht sleepte. Op 2 maart hebben in
en onder toeziend oog van twee assessoren hun
ook vaardigheden en beroepscompetenties no-
Oud London in Zeist de beste kandidaten van de
vakbekwaamheid tonen. Vervolgens zal de jury
dig zijn begint steeds meer terrein te winnen.
digitale toets de casus gemaakt. Net als vorig
onder leiding van de voorzitter van de SEH aan
En dat integriteit een basisvoorwaarde is om in
jaar moest er behoorlijk aan getrokken worden
de hand van de uitslagen de winnaar vaststellen.
de financiële sector werkzaam te mogen zijn
om alle antwoorden op papier te krijgen. Ten tij-
De uiteindelijke Erkend Hypotheekadviseur 2011
wordt alom erkend.
de van het schrijven van dit stuk was nog niet
wordt vervolgens op het SEH congres op 31 mei
bekend wie de casus het beste heeft gemaakt en
in het NBC in Nieuwegein bekend gemaakt.
daarmee recht kan doen gelden op de MacBook.
De voorbereidingen voor dit congres zijn in volle
Vaardighedenprogramma De Erkend Hypotheekadviseur timmert goed aan
gang en er is weer een prima, vooral inhoudelijk
de weg met in 2011 het tweede deel van het
programma samengesteld. Reserveer 31 mei vast
vaardighedenprogramma in de permanente educa-
in uw agenda!
tie. Hoewel het vaardighedenprogramma in 2010 hier en daar bij aanvang van de trainingen met
Bart de Nie
enige scepsis werd ontvangen, was men na afloop
Directeur SEH
overtuigd van de toegevoegde waarde. Of de SEH daarmee een trend heeft gezet weet ik niet, maar opmerkelijk is dat de nieuwe Wft module Pensioenverzekeringen naast eisen aan kennis ook eisen stelt aan vaardigheden, beroepscompetenties en integriteit. De verwachting is dat die eisen in de loop van de tijd ook doorsijpelen naar de andere ´complexe´ modules Hypotheken en Leven. Dat zou een goede ontwikkeling zijn want daarmee wordt de financiële adviseur ook door de wetgever als de uitoefenaar van een beroep erkend. Dat verhoogt de status en komt het imago van de financiële sector én het advies aan de klant ten goede. Verkiezing Erkend Hypotheekadviseur 2011 Bij de verkiezing van de Erkend Hypotheekadviseur van het jaar draait het natuurlijk ook om vakbekwaamheid. Van de 800 adviseurs die Erkend | april 2011
april 2011 | Erkend
3
Leidraden AFM hypotheekadvies
Verdergaande protocollering of bruikbare tips?
Vorig jaar is een aantal boetebesluiten van de AFM openbaar gemaakt. Het betrof voornamelijk onjuiste adviezen over risicoverzekeringen. Ook is eind vorig jaar de uitkomst van het Vervolgonderzoek Hypotheken gepubliceerd. Volgens de AFM is de kwaliteit van het hypotheekadvies ten opzichte van het eerste onderzoek van 2007 zichtbaar verbeterd. En dat is goed nieuws.
E
r is minder sprake van te hoge hypotheken, oversluitadviezen passen vaker bij de klant en de vermogensopbouw voor de aflossing van de hypotheek past beter bij de risicobereidheid van de klant. Naar de mening van de AFM zijn echter nog teveel adviezen niet passend.
gegarandeerd. Een door de klant geuite intentie om bijvoorbeeld meer te gaan werken is geen geldige reden voor een hogere hypotheekaanvraag op basis van ‘explain’.
Samenvattend Na de publicatie van de boetebesluiten en het vervolgonderzoek hypotheken heeft de AFM een aantal leidraden gepubliceerd over verschillende adviesonderdelen. Hierin wordt per adviesonderdeel een totaalbeeld geschetst hoe een goed adviestraject er uit zou kunnen zien. De belangrijkste onderdelen zijn hierna samengevat.
■■ Win voldoende informatie in over de financiële positie van de klant, zijn persoonlijke omstandigheden en toekomstwensen. ■■ Ook in geval van een comply-hypotheek zal de adviseur zelfstandig moeten oordelen of de lasten betaalbaar zijn. ■■ In uitzonderingsgevallen: stel vast of er bijzondere omstandigheden zijn. ■■ Stel vast of de omstandigheden cijfermatig en klantspeci-
Leidraad: advies over verantwoorde woonlasten De adviseur en de aanbieder hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid of de hypotheek voor de klant verantwoord is. De adviseur moet bepalen of de hypotheek betaalbaar is voor zijn klant: nu en in de toekomst. De acceptatie door de aanbieder betekent niet dat de adviseur daarmee de betaalbaarheid voor de klant heeft aangetoond. Een belangrijk criterium is of de hypotheek ‘comply’ is volgens de Gedragscode Hypothecaire Financieringen. Zijn er echter op dat moment voorzienbare toekomstige wijzigingen in de financiële positie (bijvoorbeeld een lager pensioeninkomen), dan moet de adviseur daar rekening mee houden. Ook alle overige klantspecifieke omstandigheden (bijvoorbeeld: de klant heeft een hoge levensstandaard) moeten worden meegenomen bij de beoordeling of de woonlasten passen bij de financiële positie van de klant. Volgens de explain-criteria kan de adviseur op grond van bijzondere, individuele klantomstandigheden een hogere hypotheek adviseren. Een voorbeeld van een explain-motivatie is een voorzienbare loonstijging op korte termijn. Deze kan alleen worden meegenomen indien de bedragen bekend zijn en de verhoging is
4
Erkend | april 2011
fiek zijn. ■■ Bereken, als dat het geval is, of de gewenste hypotheek haalbaar is. ■■ Stel vast of de klant de hogere maandelijkse woonlast die dit oplevert kan, maar ook wil dragen. ■■ Kom tot een advies dat aansluit bij de financiële positie van de klant en zijn risicobereidheid. ■■ Leg alle relevante informatie in het dossier vast.
Leidraad: advies over opbouw vermogen Voor de inventarisatie en analyse is van belang op welk moment de klant welk deel van de hypotheek wil aflossen: tijdens of aan het eind van de looptijd, geheel of gedeeltelijk, risicovol of risicomijdend. Ook dient te worden onderzocht of de klant de vrijheid wil behouden om het opgebouwde kapitaal ook voor andere doeleinden te gebruiken dan alleen voor de aflossing van de hypotheek. Indien de klant zijn hypotheek niet of gedeeltelijk wil aflossen, is voor het advies over de restschuld ook een betaalbaarheidsanalyse noodzakelijk. Daarbij dient rekening te worden gehouapril 2011 | Erkend
den met het vervallen van de rente-aftrek na 30 jaar en de aanwezigheid van een restschuld in combinatie met een mogelijk lager (pensioen)inkomen op dat moment. Deze gegevens zijn van belang voor een advies over deze restschuld. Indien de klant een (risicovol) beleggingsproduct wenst, is het van belang om aan de hand van een beleggersrisicoprofiel te bepalen: ■■ in welke mate de klant het risico wil lopen dat het opbouwgedeelte dat hij beoogt niet wordt opgebouwd, en: ■■ welk deel de klant maximaal bereid is te verliezen van het al opgebouwde gedeelte.
Samenvattend
Leidraad: advies over rentevaste periode De adviseur moet over alle onderdelen van een hypothecair krediet waar de klant een keuze kan maken, een advies geven. Dit advies moet onderbouwd en vastgelegd zijn. Dit geldt dus ook voor de rentevastperiode. De adviseur moet de klant aangeven welke rentevastperiode hij naar zijn oordeel zou moeten kiezen. Om de klant hier inzicht in te geven zijn rekenscenario’s nodig van verschillende rentevastperiodes met de actuele rentetarieven. De klant mag uiteraard van dit advies afwijken. Maar in dat geval moet de adviseur dit vastleggen in het klantdossier en de klant informeren en zonodig waarschuwen voor de conse-
■■ Win voldoende informatie in over de financiële positie van de klant, zijn persoonlijke omstandigheden en toekomstwensen. ■■ Win voldoende informatie in over de doelstelling van de klant: wat is de gewenste hoogte van de aflossing en moet die tijdens of na de looptijd plaatsvinden? Leg daarbij de consequenties van de keuzes uit. ■■ Bepaal of het gedeeltelijk of niet aflossen financieel verant-
Zonder klantspecifieke berekeningen kan een klant geen afgewogen keuze maken in wat hij wil en niet wil en waarom.
woord is en bespreek of de klant het risico dat hieruit voortvloeit ook kan en wil dragen. ■■ Stel bij opbouw door beleggen vast in welke mate de klant het risico wil lopen en welk gedeelte hij maximaal bereid is te verliezen. Kom tot een advies dat aansluit bij de risicobereidheid, berekeningen en wensen van de klant. ■■ Leg alle relevante informatie in het dossier vast.
Erkend | april 2011
quenties. Het is dus niet juist om de klant opties te schetsen waaruit hij kan kiezen om vervolgens de wens van de klant uit te voeren. Belangrijk onderdeel van dit deeladvies is dat de adviseur eerst nagaat of de klant het risico van rentestijging wil lopen en of de klant het risico van een rentestijging kan lopen. Wanneer de april 2011 | Erkend
5
klant al bij een geringe rentestijging zijn woonlasten niet meer kan betalen, dan zal in het algemeen een advies voor een korte rentevastperiode geen goed advies zijn. Zeker bij een advies voor een variabele rente dient de adviseur de klant volledig te informeren over de eigenschappen van deze rentevariant en dient hij de mogelijke risico’s goed uit te leggen. Ook hierbij dient de adviseur de risico’s cijfermatig uit te werken.
Samenvattend ■■ Win voldoende informatie in over de financiële positie van de klant, zijn persoonlijke omstandigheden en toekomstwensen. ■■ Stel de doelstelling en risicobereidheid van de klant ten aanzien van de hoogte van de woonlasten vast. ■■ Stel vast of de klant het risico op een stijging van de maandlasten door een rentestijging wil lopen. ■■ Stel vast of de klant de stijging in de maandlasten in de toekomst kan betalen. ■■ Informeer de klant over de kenmerken en risico’s van de verschillende rentevastperiodes. Stel een cijfermatig overzicht op van verschillende rentevastperiodes en bijbehorende actuele rentepercentages zodat de verschillen voor de klant zichtbaar zijn. ■■ Kom tot een advies dat goed aansluit op doelstellingen, risicobereidheid en financiële mogelijkheden van de klant. ■■ Leg alle relevante informatie in het dossier vast.
Leidraad: advies over oversluiten van een hypothecair krediet Oversluiten van een hypotheek is het omzetten van een bestaande hypotheek naar een nieuwe hypotheek. De kosten kunnen grote financiele gevolgen hebben voor de klant. De adviseur is verplicht om in alle gevallen een financiele vergelijking te maken tussen de maandlasten (brutorente hypotheek en premie/inleg opbouwproduct) in geval van: ■■ voortzetting van de huidige hypotheek, en: ■■ oversluiten naar een nieuwe hypotheek inclusief eventuele meegefinancierde oversluitkosten. Indien de hoogte van het (vermogens)opbouwproduct ongewijzigd kan worden voorgezet of niet aanwezig is, dan is een vergelijking op brutorentelast maatgevend.
worden terugverdiend. Is dit niet het geval dan zal de adviseur een zeer goede onderbouwing moeten hebben (explain) om toch tot het advies te komen om de bestaande hypotheek over te sluiten. Wordt de hypotheek overgesloten, dan is het een verplicht onderdeel van het oversluitadvies of het bestaande vermogensopbouwproduct ongewijzigd kan worden voortgezet en of de bestaande voorzieningen voor wat betreft het inkomensrisico nog voldoende zijn. Het oorspronkelijke advies moet dus door de adviseur in zijn geheel opnieuw worden getoetst aan het klantprofiel op het moment van oversluiten en zonodig worden gereviseerd.
Samenvattend ■■ Stel vast wat de oversluitdoelstelling van de klant is. ■■ Win voldoende informatie in over de huidige en nieuwe hypotheek en de hieraan gekoppelde (opbouw)verzekering(en). ■■ Verstrek de klant informatie over de totale kosten van het oversluiten. ■■ Maak een cijfermatige vergelijking van de huidige en de
Vervolgens berekent de adviseur de terugverdientijd van de oversluitkosten en berekent hij de extrakosten van het meefinancieren van de oversluitkosten ten opzichte van het uit eigen middelen betalen van deze kosten. Hierdoor krijgt de klant inzicht in de verhouding tussen de oversluitkosten en de nieuwe maandlasten. Is de doelstelling van de klant ‘lagere lasten’ dan is er sprake van een goede adviespraktijk als de kosten van oversluiten binnen de nieuwe rentevastperiode van de nieuwe hypotheek
6
Erkend | april 2011
nieuwe hypotheek. ■■ Bereken de financiële consequenties van het oversluiten, b ijvoorbeeld aan de hand van de terugverdientijd. ■■ Stel vast of oversluiten van de hypotheek en opbouwverzekering voor de klant gunstig is of niet. ■■ Kom tot een advies dat aansluit bij de risicobereidheid, berekeningen en wensen. ■■ Leg alle relevante informatie in het dossier vast.
april 2011 | Erkend
Leidraad: advies over risicoverzekeringen Om over de betaalbaarheid van de hypotheek tijdens de looptijd te kunnen adviseren is de inventarisatie van het inkomen in geval van arbeidsongeschiktheid, overlijden of werkloosheid noodzakelijk. Ook indien de klant geen wens heeft om dit risico te verminderen. Bestaande voorzieningen van de klant worden in de berekening van de inkomensterugval meegenomen: looptijd en dekkingen. Ook worden de toekomstige, voorzienbare wijzigingen van de financiele positie meegenomen. Bijvoorbeeld een lager pensioeninkomen in de periode dat de periodieke lasten van de hypotheek nog verschuldigd zijn. Indien de klant vervolgens aangeeft het inkomensrisico niet of gedeeltelijk te willen verminderen, dan is het aan de adviseur om te bepalen of de klant het inkomensrisico kan dragen. Voor beide scenario’s (de wens en/of de draagkracht) zijn berekeningen noodzakelijk. Geeft u het advies om het inkomensrisico te verzekeren en adviseert u daarbij een koopsom of periodieke premiebetaling, dan is het van belang om alle verschillen tussen beide premies voor de klant inzichtelijk te maken. Dit geldt overigens voor alle onderdelen van de verzekering waar de klant een keuze heeft. Dit advies dient onderbouwd te zijn. Dit betreft dus bijvoorbeeld de verzekerde som (afgerond op een veelvoud van maximaal € 1.000), de termijn van de verzekering, de wachttermijnen, het percentage van arbeidsongeschiktheid, dat bepalend is voor de uitkering, etc. Indien de klant wenst om bijvoorbeeld meer inkomensrisico te verzekeren dan strikt noodzakelijk is voor de hypotheek, dan is een nadere motivatie en aansluiting bij deze wens nodig om het advies passend te maken. Anders is er sprake van in ieder geval op dossierniveau onvoldoende gemotiveerde of oververzekering. Indien de klant het advies inzake de inkomensrisico’s niet overneemt, dan waarschuwt de adviseur de klant voor de gevolgen ervan. Bijvoorbeeld het risico dat de woning moet worden verkocht met de kans op een restschuld.
Leidraad: fiscaliteit in het hypotheekadvies De fiscale behandeling van de hypotheek(rente) bepaalt in grote mate de betaalbaarheid van de hypotheek tijdens de looptijd. De bijbehorende verzekeringen en/of rekeningen moeten optimaal geconstrueerd zijn om op de expiratiedatum voor de klant een fiscaal zo gunstig mogelijke uitkering te verkrijgen. De
Het oorspronkelijke advies moet dus door de adviseur in zijn geheel opnieuw worden getoetst aan het klantprofiel op het moment van oversluiten en zonodig worden gereviseerd. complexiteit van de fiscale regelgeving trekt voortdurend een zware wissel op de kennis van de adviseur en vraagt om blijvende studie over dit onderwerp. Voor de fiscale behandeling van de hypotheekrenteaftrek is de informatie van het hypotheekverleden nodig. Ook de bijleenregeling, indien van toepassing, vraagt om klantinformatie. Dat is nodig om de maximale eigen woningschuld te kunnen vaststellen. Deze kan overigens voor beide partners/klanten verschillend zijn. Maar een juiste splitsing van de leningsdelen in box 1 en 3 in verband met de renteaftrek is essentieel. Een lastenoverzicht met de bruto en netto maandlasten is voor de klant voor een goed beeld van de financiele last noodzakelijk.
Samenvattend ■■ Blijf op de hoogte van alle actuele fiscale ontwikkelingen. ■■ Win voldoende informatie in over de financiële positie van de klant, zijn persoonlijke omstandigheden en toekomstwensen. ■■ Win informatie in over de bestaande hypotheeksituatie (de lening en het opbouwdeel) en de kenmerken hiervan aan de hand van bij de klant opgevraagde documenten. ■■ Betrek de toekomstige financiële positie van de klant bij de berekeningen.
Samenvattend
■■ Informeer de klant over alle relevante fiscale aspecten, on-
■■ Win voldoende informatie in over de financiële positie van
der andere aan de hand van (meerdere) overzichten van bruto
de klant, zijn persoonlijke omstandigheden en toekomstwensen.
en netto maandlasten.
■■ Inventariseer de bestaande voorzieningen van de klant en
■■ Houd bij het advies rekening met alle relevante fiscale as-
de kenmerken hiervan.
pecten en de wensen van de klant.
■■ Maak klantspecifieke berekeningen van de inkomensterugval
■■ Leg alle relevante informatie in het dossier vast.
bij overlijden, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. ■■ Prioriteer alle wensen van de klant. ■■ Kom tot een advies dat aansluit bij de risicobereidheid, berekeningen en wensen. ■■ Leg alle relevante informatie in het dossier vast.
Erkend | april 2011
Conclusie De leidraden geven voorbeelden van goede adviespraktijken. Een belangrijk onderdeel van het adviesproces is de volledige en diepgaande inventarisatie in de eerste fase. Bij alle adviesapril 2011 | Erkend
7
vragen betrekt de adviseur ook de voorzienbare toekomstige wijzigingen. Met deze klantspecifiek ingewonnen informatie gaat de adviseur aan de slag. Onderbouwd met cijfermatige berekeningen wordt de klant vervolgens geïnformeerd. Zonder
Alle relevante informatie wordt vastgelegd in het dossier, waarmee het dossier op alle onderdelen reproduceerbaar is.
klantspecifieke berekeningen kan een klant geen afgewogen keuze maken in wat hij wil en niet wil en waarom. Indien tijdens de gesprekken met de klant de doelstellingen en/of risicobereidheid worden aangepast, is belangrijk dat dit wordt vastgelegd met de argumenten in het dossier. De adviseur adviseert de klant en vertaalt de doelstellingen en risicobereidheid van de klant in realistische doelstellingen en risicodraagkracht. Wijkt de klant af van het advies, dan wordt de klant gewaarschuwd. Alle relevante informatie wordt vastgelegd in het dossier. Daarmee is het dossier op alle onderdelen reproduceerbaar. Het advies is dan passend voor de Wft. R.J.J.J. Bakker Fb De Hypotheker
SEH PE-programma 2011 Omdat naast het actueel houden van uw vakkennis ook training op het gebied van adviesvaardigheid essentieel is, heeft de SEH een PEprogramma Vaardigheden ontwikkeld. Dit programma is in 2010 gestart met de inventarisatiefase van het adviestraject. In het SEH PE-programma 2011 is gekozen voor een combinatieprogramma van kennis en vaardigheden. Er wordt een vervolg gegeven aan het vaardighedentraject door een volgende fase uit het adviesproces nader onder de loep te nemen; de fase van het onderbouwen en vastleggen van het advies. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) en de uitkomsten en aanbevelingen van het AFMrapport van 21 oktober 2010. In voorgaand artikel heeft u al een voorproefje gekregen van de conclusies uit het AFM rapport die toegepast worden tijdens de SEH PE-training.
Het SEH PE-Programma 2011 in het kort: Het SEH PE-programma 2011 is een combinatieprogramma van kennis en vaardigheden. Het programma duurt een dag en staat gelijk aan zes PE-punten. Met het volgen van dit programma houdt u uw SEH Erkenning geldig tot en met 31 december 2012.
Schrijf u nu in! Hebt u zich al ingeschreven voor de SEH PE 2011? Diverse opleidingsinstituten bieden het SEH PE-programma aan. Voor inhoudelijke vragen over het programma kunt u contact opnemen met het opleidingsinstituut van uw keuze. Deze vindt u op de Bijeenkomstenkalender op www.seh.nl.
8
Erkend | april 2011
april 2011 | Erkend
Voorzitter Olaf McDaniel wil ander instrumentarium voor CDFD:
“Huidig systeem werkt remmend op onderwijsvernieuwing”
“Wat mij heeft verrast, is dat de financiële sector voor het stellen van deskundigheidsnormen zo zwaar leunt op het ministerie van Financiën. Ik zou zeggen: dat regelen we als sector zelf. Wij gaan ons niet afhankelijk maken van de overheid. Mij dunkt dat de financiële sector zo’n belangrijke bedrijfstak is, waarin ook ontzettend veel geld omgaat, dat die net als de Orde van advocaten of de medisch specialisten toch zelf haar kwaliteitsnormen zou moeten regelen. Daarom ben ik ook blij met organisaties zoals de Stichting Erkend Hypotheekadviseur. Die functioneert als ‘clearing house’ voor hypotheekadviseurs en dat heeft absolute meerwaarde.”
9
kundigheidskant is er veel veranderd. Er zijn krachtige eisen aan de deskundigheid van medewerkers in de financiële sector gesteld, er wordt systematisch nagedacht over de eisen aan de opleidingen en permanente educatie is ingevoerd. Maar nu moeten we een volgende stap zetten om het maatschappelijk vertrouwen te herwinnen en verder te versterken.” McDaniel kan niet ontkennen dat het imago van medewerkers in de financiële sector een flinke deuk heeft opgelopen door zaken als woekerpolissen, gerommel met provisie en onverantwoord hoge hypotheken. “Wat u nu noemt zijn allemaal dingen waar wij als CDFD niet over gaan. Wij gaan over de deskundigheid van de medewerkers. Maar je kunt nog zo veel bijscholing hebben gevolgd, als je niet het ethische besef hebt dat het product dat je gaat verkopen een woekerpolis is, dan gaat permanente educatie je niet helpen in dat proces. Er is meer nodig om het vertrouwen in de financiële sector te herstellen dan alleen werken aan de kwaliteit van de medewerkers.” Nadruk op integriteit Vandaar dat in de nieuwe module over Wft-pensioenverzekeringen een onderdeel ‘professioneel en integer gedrag’ is ingevoerd. “Ik verwacht dat onderwerpen als integriteit, loyaliteit, betrouwbaarheid en normen en waarden in toenemende mate zowel in de initiële opleiding als in de permanente educatie een plek zullen krijgen”, zegt McDaniel. “Of dat overigens in alle Wft-modules op dezelfde wijze naar voren komt, kan ik niet overzien. Specialisten bepalen dat. Maar het is duidelijk dat er veel aandacht voor deze onderwerpen moet zijn.
Olaf McDaniel: “CDFD wil meer regie op de output van onderwijs”
D
r. Olaf McDaniel is naast managing partner van het consultancybureau CBE sinds 2,5 jaar voorzitter van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD). Deze organisatie controleert en bewaakt in opdracht van het ministerie van Financiën de kwaliteit van de opleidingen en de exameneisen voor een groot deel van de werknemers en werkgevers in de financiële sector. Ook ziet het CDFD toe op de uitvoering van permanente educatie. Dit alles is een uitvloeisel van de Wet op het Financieel Toezicht (Wft), die in 2007 in de plaats gekomen is van acht sectorale wetten. Vertrouwen herstellen De Wft wordt nu door het ministerie geëvalueerd. Volgens McDaniel zijn er op de gebieden van de Wft waar het CDFD over gaat, absoluut flinke stappen voorwaarts gezet. “Aan de des-
10
”De praktische invulling zal best een uitdaging zijn. “Dat is een interessant leerstuk. Daarvoor hebben we nu min of meer experimenteel in de pensioenmodule enkele eindtermen geformuleerd. Ook andere organisaties binnen en buiten de financiële sector houden zich hiermee bezig. Voor de komende periode wordt het interessant om de diepte in te gaan, om te kijken hoe je dat in onderwijskundige termen kunt gieten. Maar ook hier geldt dat als iemand een certificaat voor de opleiding heeft gehaald, dit nog geen garantie biedt dat hij of zij in de praktijk het gewenste gedrag vertoont. De AFM is de aangewezen instantie om hierop toe te zien en eventueel aanwijzingen te geven of sancties in te stellen. En natuurlijk kan het tuchtrecht van registers of beroepsorganisaties hierin ook een reinigende rol vervullen ” Pleidooi voor nieuwe controlemethodieken Hoewel McDaniel positief is over de verbeteringen die er in de afgelopen jaren in de deskundigheidsbevordering tot stand zijn gebracht, vindt hij dat het CDFD op dit moment niet de juiste instrumenten heeft om de gewenste vervolgstappen te kunnen nemen. “Wij stellen een vrij radicale verandering voor, omdat wij met het huidige instrumentarium onvoldoende kunnen garanderen dat de kwaliteit van zowel de instellingen die perma-
nente educatie als onderwijsvorm aanbieden als de exameninstellingen voldoende is. Let wel, dat is iets anders dan dat wij van mening zijn dat die kwaliteit niet op orde is, maar wij kunnen die kwaliteit niet adequaat controleren. De huidige controlemethodieken van het CDFD zijn heel erg gericht op de voorkant. Ik geef u even een voorbeeld. Elke 18 maanden komen er nieuwe eindtermen voor de permanente educatie. Die worden door de onderwijsorganisaties omgezet in onderwijsprogramma’s. De syllabi van die onderwijsprogramma’s moeten ter goedkeuring aan het CDFD worden aangeboden. Wij controleren of de toetstermen erin staan. Maar dat garandeert niet dat er ook iets mee wordt gedaan. Want als iets in een boek staat, wil dat nog niet zeggen dat de mensen het aan het einde van de cursus beheersen. Dat controleer je niet door van te voren te kijken of het in de syllabus staat. Dat doe je door een toets achteraf. Nu vindt er alleen een controle vooraf plaats. Verder hebben we nog een controle op de inhoud van het onderwijs: wordt het op een adequate wijze gegeven en wordt het door een docent gegeven die daar redelijk voor gekwalificeerd is? Dan houdt het eigenlijk op. Maar in termen van output begint het dan pas.” Centrale itembank “Wij stellen nu voor om een toetsingsmethodiek te bedenken die landelijk is, een centrale itembank waar gevalideerde examenvragen inzitten van voldoende niveau en grote variëteit. Dus niet alleen maar multiple choice-vragen, maar ook open vragen en simulaties. Je kunt het allemaal met de computer
“Als je het ethisch besef mist, gaat permanente educatie je niet helpen”
doen, je kunt cases weergeven en real-life cases naspelen. Hieruit kunnen de exameninstellingen en de PE-onderwijsinstellingen hun examens respectievelijk hun PE-onderwijsprogramma’s samenstellen. Wij denken aan een heel rijke examenomgeving We hoeven niet meer te controleren of de toetstermen in de syllabus staan, want als dat niet het geval is, zullen cursisten waarschijnlijk zakken en zal die organisatie vanzelf wel denken: dat moet ik beter doen. Kwestie van marktwerking dus. Wij willen dus dat elke persoon die zijn Wft–diploma of PE-certificaat haalt, dit heeft bereikt op basis van de vragen, cases etc uit de centrale itembank.”
zou er vandaag de dag nog een onderwijsinstelling beginnen zonder daarbij alle technologische mogelijkheden zoals computer, internet en afstandsonderwijs te benutten? Wij moeten dat soort initiatieven op dit moment echter helaas afkeuren omdat de enige kwaliteitscontrole die wij kunnen uitoefenen is: wat gebeurt er in die klas? Want daar kunnen we namelijk ‘fysiek’ komen kijken. Dat betekent dus dat het kwaliteitszorgsysteem remmend werkt op de vernieuwing van het onderwijs. Dat is de wereld op zijn kop.”
“Wij denken aan een rijke examen omgeving”
Uiteindelijk zal de minister van Financiën de knoop moeten doorhakken of een centrale itembank er komt. “De minister moet de transparantie en de kwaliteit van het systeem kunnen garanderen en doet dat via het CDFD”, zegt McDaniel. “Als wij tot de conclusie komen dat we dat eigenlijk op dit moment niet kunnen garanderen, dan heb je een kwetsbaar systeem. Daar moeten we zo snel mogelijk vanaf. Mijn verwachting is dat als het debat zich verder voortzet we met ingang van 2013 met een nieuw systeem zouden kunnen gaan werken. Voor de toekomst is dat mijn belangrijkste wens plus natuurlijk de verdere vakinhoudelijke ontwikkeling van de verschillende onderwijsmodules.” Creatief en innovatief omgaan met spanningsveld Voor jonge mensen ligt er volgens hem een boeiende carrière in de financiële sector in het verschiet. “Wat ze nodig hebben is een combinatie van vakbekwaamheid, ondernemerschap en integriteit. Tussen die eigenschappen kan ook een spanningsveld bestaan. Daar zullen ze op een creatieve en innovatieve manier mee om moeten gaan. Hun klanten zijn veel mondiger geworden en beter geïnformeerd. Voordat ze iets aanschaffen, hebben ze zich via allerlei vergelijkende sites al op de hoogte gesteld. Als je dan als financiële dienstverlener iets wilt adviseren dat onderaan die lijstjes staat, wordt dat een interessante uitdaging.” Wim Pols
Huidig systeem werkt remmend bij onderwijsvernieuwing McDaniel voert daarnaast nog aan dat het huidige instrumentarium frustrerend werkt bij onderwijsvernieuwende situaties. “Wie
11
INHOUDELIJK, ADMINISTRATIEF ÉN COMMERCIEEL
SEH ondersteunt de Erkend Hypotheekadviseur
Deskundig, vaardig en integer. Dat zijn wat de SEH betreft de goede eigenschappen van een Erkend Hypotheekadviseur. Het vergroten van de vakbekwaamheid op het gebied van hypotheekadvisering is dan ook al jaren het speerpunt van de stichting. Daarnaast wil de SEH een kennisinstituut zijn voor hypotheekadviseurs waar u terecht kunt voor informatie op uw vakgebied. Permanente educatie, de enieuwsbrief, de website, informatieve themabijeenkomsten, het jaarlijks SEH congres.
Z
omaar een greep uit de zaken die de SEH onderneemt om u te informeren over relevante zaken en uw adviesvaardigheden te vergroten. Bovendien biedt de SEH administratieve ondersteuning via MijnSEH. Hier worden in uw persoonlijk dossier uw PE-punten geregistreerd en uw examenverleden bijgehouden. Deze kunt u online inzien; handig en eenvoudig voor u in het gebruik. Commerciële ondersteuning Via onze Linkedin groep en uit gesprekken met hypotheekadviseurs blijkt echter dat een aantal Erkend Hypotheekadviseurs graag ziet dat de SEH meer commerciële ondersteuning biedt. En zo de titel Erkend Hypotheekadviseur neerzet in de (consumenten)markt als een onderscheidend merk. In principe is het de taak van de Erkend Hypotheekadviseur om zichzelf te profileren in zijn regio, omdat wij ons vooral richten op zijn vakbekwaamheid. Bovendien, multimediale campagnes kosten een klein vermogen en daar is helaas geen budget voor. Toch wil de stichting u waar mogelijk ondersteunen. Daarom is de SEH op zoek gegaan naar een alternatief. Profileren als Erkend Hypotheekadviseur in ‘WonenDoeJeZo’ Tegenwoordig verkoopt de consument eerst zijn woning voordat hij een nieuwe woning aanschaft en dus een hypotheek nodig heeft. ‘WonenDoeJeZo’ speelt hier slim op in. Deze aantrekkelijk vormgegeven woonkrant wordt in 27 regionale edities verstuurd naar verhuizend Nederland. Landelijk is de oplage 180.000
12
Erkend | april 2011
april 2011 | Erkend
exemplaren. De krant wordt uitsluitend verstuurd naar adressen waarvan de woning als te koop staat geregistreerd. Alle kavels, nieuwbouwwoningen en parkeerplaatsen zijn uit het bestand verwijderd, daar wonen tenslotte geen mensen. In het blad wordt op een toegankelijke wijze aandacht besteed aan diverse facetten van de verkoop en aankoop van de woning. Er wordt, naast redactionele aandacht voor woninginrichting, de woningmarkt, subsidiemogelijkheden en regionale (woon)zaken, ruime aandacht besteed aan diverse financiële onderwerpen. Ook vindt de lezer een selectie koopwoningen in de regio. De SEH in ‘WonenDoeJeZo’ De SEH verzorgt dit jaar in elke editie van het blad een artikel waarin de SEH of de Erkend Hypotheekadviseur van het jaar een facet van het hypotheekadvies toelicht. Altijd wordt het belang van een Erkend Hypotheekadviseur daarbij benadrukt.
uw doelgroep. De krant stelt uitsluitend aan Erkend Hypotheekadviseurs een pagina beschikbaar waar u uw advertentie naast het redactionele SEH artikel kunt plaatsen. Deze wordt regionaal ingevuld. Geïnteresseerd in een advertentie in ‘WonenDoeJeZo’ ? Ga dan naar SEH.nl en lees meer over de advertentiemogelijkheden, de aanleverspecificaties en de diverse regio’s onder: Ondersteuning/Commerciële ondersteuning/’WonenDoeJeZo’, en neem contact op met Cubic*Media. Op www.wonendoejezoin.nl vindt u een doorbladerbare pdf van de woonkrant. NB. De SEH speelt geen rol in de totstandkoming van uw advertentie.
Voordelen adverteren in ‘WonenDoeJeZo’ : Uw advertentie in ‘WonenDoeJeZo’ tegen gereduceerd tarief? Ook u kunt zich profileren in ‘WonenDoeJeZo’. De SEH biedt u in samenwerking met de uitgever van ‘WonenDoeJeZo’ de mogelijkheid om tegen gereduceerd tarief te adverteren midden in Erkend | april 2011
- Recht in de doelgroep verhuizend Nederland - Aantrekkelijk tarief - Sluit aan bij redactioneel artikel SEH - Juiste omgeving van woongerelateerde onderwerpen
april 2011 | Erkend
13
2e ronde van SEH Verkiezing Erkend Hypotheekadviseur 2011
Kwaliteit deelnemers dit jaar hoog De SEH organiseert jaarlijks de Verkiezing Erkend Hypotheekadviseur van het jaar. De ruim 13.000 Erkend Hypotheekadviseurs in Nederland hebben door de deelname aan het jaarlijkse SEH PE-programma al bewezen zich in te zetten voor een hoog kennisniveau in de hypothecaire dienstverlening. Door mee te doen aan de verkiezing gaan ze de strijd aan met hun collega’s en maken ze kans op de eretitel Erkend Hypotheekadviseur van het jaar 2011. Tijdens de 3 ronden worden de deelnemers uitgebreid getest op hun vakkennis, adviesvaardigheid en integriteit.
O
p 2 maart jl. gingen 17 Erkend Hypotheekadviseurs op voor de 2e ronde van de Verkiezing tot Erkend Hypotheekadviseur 2011 in Hotel Restaurant Oud London in Zeist. Na de broodnodige koffie voor de scherpe geest (en om de zenuwen enigszins in bedwang te houden) begonnen de genomineerden aan de pittige toets. Anders dan vorig jaar dit keer geen uitgebreide rekensommen, maar een combinatie van kennis en adviesvaardigheden in een casus. De meeste genomineerden hadden de volle 2 uur nodig
René Liefting van ‘t Assurantie Huys in Alkmaar is de winnaar van de 1e ronde van de Verkiezing Erkend Hypotheekadviseur 2011. ‘Ik heb dit jaar voor het eerst meegedaan aan de SEH Verkiezing. De afgelopen jaren heb ik veel aandacht besteed aan het verdiepen van mijn kennis
om de toets af te ronden. ‘Een behoorlijk pittige casus’ was de conclusie van de meeste deelnemers na afloop. Een vakjury uit de examencommissie van de Stichting Erkend Hypotheekadviseur (SEH) zal de antwoorden van de genomineerden beoordelen. René Liefting van Het Assurantie Huys in Alkmaar is de winnaar van de 1e ronde (de digitale toets) die vooraf ging aan de casus. Hieraan hebben ruim 800 Erkend Hypotheekadviseurs deelgenomen. Liefting ontving een Apple IPad uit handen van SEH Directeur Bart de Nie. De 3 kandidaten die de casus met de beste score eindigen, wordt in de 3e ronde een uitdagend assessment afgenomen. Aan de hand van een adviesgesprek beoordelen de aanwezige kritische assessoren de Erkend Hypotheekadviseurs op hun adviesvaardigheden, integriteit en vakkennis. De hypotheekadviseur schrijft vervolgens op basis van dit gesprek het hypotheekadvies wat ze moeten voorleggen aan ‘de klant’. De finalisten ontvangen een persoonlijk rapport over het advies van het assessmentbureau.
op mijn vakgebied, dus durfde ik de uitdaging wel aan. De digitale toets was dan ook redelijk goed te doen. En als je hem dan ook nog eens wint, is dat natuurlijk fantastisch. De schriftelijke
Wie zich de Erkend Hypotheekadviseur 2011 mag noemen, zal tijdens het SEH Congres op 31 mei a.s. bekend worden gemaakt.
casus vond ik eigenlijk veel leuker. Naast de feitenkennis die je nodig hebt, kon je aan de hand van de casus laten zien wat je aan deze kennis hebt tijdens het uitwerken of beoordelen van een advies. Ik denk dat ik de casus wel ‘voldoende’ heb gemaakt, maar was ook erg onder de indruk van de kwaliteit van de overige kandidaten. Het viel me op dat alle deelnemers enorm betrokken zijn bij het adviseren op het gebied van hypotheken. Ik denk dat het daarom ook een geslaagde dag was. Of ik door ben naar de derde ronde weet ik nog niet, maar dat hoop ik uiteraard ten zeerste. Van de IPad heb ik in ieder geval al enorm veel plezier. Dat ding is onvoorstelbaar handig!’ De genomineerden
14
Erkend | april 2011
april 2011 | Erkend
Vanaf 1 januari jl. geldt dit partnerbegrip in beginsel voor alle belastingwetten
HET NIEUWE FISCALE PARTNERBEGRIP
Tot 2011 bestonden er in de verschillende belastingwetten grote verschillen met betrekking tot het partnerbegrip. Om tot een uniform partnerbegrip te komen is in 2011 het basispartnerbegrip in art. 5a Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) ingevoerd. Vanaf 1 januari jl. geldt dit partnerbegrip in beginsel voor alle belastingwetten. In de afzonderlijke belastingwetten kan daarvan worden afgeweken.
V
oor de toerekening van inkomensbestanddelen zoals de eigenwoningrente en het eigenwoningforfait speelt het al dan niet zijn van (fiscaal) partner een belangrijke rol. Dit artikel geeft u als hypotheekadviseur een goed inzicht in de wijzigingen van het partnerbegrip die met ingang van 2011 bij de aankoop en financiering van een eigen woning van groot belang zijn. Partnerbegrip vanaf 2011 Tot dat partnerbegrip behoren nu volgens art. 5a AWR ruwweg: gehuwden en meerderjarige samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract die in de GBA staan ingeschreven op hetzelfde woonadres. In de Wet Inkomstenbelasting is dit begrip op verschillende punten aangevuld. De combinatie van de wetErkend | april 2011
telijke bepalingen van AWR en de IB, art. 1.2 Wet IB 2001 leveren vanaf 1 januari 2011 het volgende partnerbegrip op: Partnerschap 1. de echtgenoot, en 2. de ongehuwde meerderjarige persoon waarmee de ongehuwde meerderjarige belastingplichtige een notarieel samenlevingscontract is aangegaan en met wie hij staat ingeschreven op hetzelfde woonadres in de Gemeentelijke Basis Administratie persoonsgegevens (GBA). 3. degene die op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de GBA en: ■■ uit wiens relatie met belastingplichtige een kind is geboren; ■■ die een kind van de belastingplichtige heeft erkend dan wel april 2011 | Erkend
15
van wie een kind door de belastingplichtige is erkend; ■■ die voor de toepassing van een pensioenregeling als partner van de belastingplichtige is aangemeld, of ■■ die samen met de belastingplichtige een woning heeft, die hun anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van eigendom, waaronder begrepen economisch eigendom, of op grond van een recht van lidmaatschap van een coöperatie. Let op: Geregistreerd partnerschap wordt gelijk gesteld aan gehuwd zijn. Iemand die van tafel en bed is gescheiden wordt aangemerkt als ongehuwd.
Een paar voorbeelden: Op 1 augustus 2011 trouwen Henk en Anja. Daarvoor woonden ze al het hele jaar samen. Ze staan allebei op hetzelfde adres ingeschreven. Omdat Henk en Anja al op 1 januari 2011 op hetzelfde adres stonden ingeschreven, zijn zij vanaf 1 januari 2011 fiscale partners. Kees en Carolien zijn getrouwd, maar besluiten uit elkaar te gaan. Op 12 mei 2011 stuurt de advocaat het verzoek om te scheiden naar de kantonrechter. Op 2 juni 2011 wordt de scheiding uitgesproken en geregistreerd. In afwachting van woonruimte blijven Kees en Carolien nog wel samen op hetzelfde
Geen partnerschap Door de invoering van het nieuwe partnerbegrip is het stel dat een verzoek tot echtscheiding, respectievelijk tot scheiding van tafel en bed heeft ingediend, en niet meer op hetzelfde woonadres in de GBA staat ingeschreven geen partner meer van elkaar. Ook wordt niet als partner aangemerkt: ■■ een bloedverwant in de eerste graad van de belastingplichtige, tenzij beiden bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt; ■■ een persoon die geen inwoner is van Nederland en niet kiest voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige.
adres ingeschreven. Op 1 september 2011 verhuist Kees. Carolien en Kees zijn fiscale partners tot 1 september 2011. Marc en Evelien zijn fiscale partners vanaf 1 september 2011 en zij wonen ook vanaf die datum samen. Kunnen zij de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen in 2011 zondermeer verdelen onderling? Marc en Evelien zijn maar een gedeelte van het jaar fiscale partners. Zij kunnen er voor de verdeling van inkomsten en aftrekposten toch voor kiezen om het hele jaar als fiscale partner te worden beschouwd. Bas en Nathalie wonen vanaf 1 januari 2011 samen. Zij staan
Eén partner Een persoon kan op enig moment slechts één partner hebben. Is er meer dan één echtgenoot of meer dan één notarieel samenlevingscontract, dan wordt de oudste verbintenis in aanmerking genomen voor het bepalen van het partnerschap.
allebei op hetzelfde adres ingeschreven. Zij hebben geen notari-
De zogenaamde zesmaandstermijn uit de wetgeving 2010 is voor het aanwezig zijn van partnerschap niet meer relevant.
Opname in een verpleeghuis of verzorgingshuis Ongehuwde partners blijven als partners aangemerkt nadat inschrijving op hetzelfde woonadres niet langer mogelijk is als gevolg van opname in een verpleeghuis of verzorgingshuis vanwege medische redenen of ouderdom van een van hen. Voorwaarde hiervoor is wel dat na het einde van die inschrijving op hetzelfde woonadres ten aanzien van geen van beiden een derde persoon als partner wordt aangemerkt. Door middel van een schriftelijke kennisgeving dat zij niet langer als partners willen worden aangemerkt zal het partnerschap eindigen.
Partnerschap ontstaat gedurende het jaar Voor de Wet inkomstenbelasting 2001 geldt in principe dat men (fiscale) partner is voor de periode dat men aan de voorwaarden uit deze wet voldoet. Men kan dus ook voor een gedeelte van het jaar (fiscale) partner zijn. Wordt iemand voor een deel van het kalenderjaar als (fiscale) partner aangemerkt (door bijvoorbeeld op een moment in dat jaar samen een kind te krijgen of te trouwen) dan geldt het partnerschap voor dat kalenderjaar vanaf het moment dat zij op hetzelfde woonadres staan ingeschreven in de GBA. De zogenaamde zesmaandstermijn uit de wetgeving 2010 is voor het aanwezig zijn van partnerschap dan ook niet meer relevant.
16
Erkend | april 2011
eel samenlevingscontract. Op 7 maart 2011 krijgen Bas en Nathalie een kind. Omdat Bas en Nathalie vanaf 1 januari 2011 op hetzelfde adres staan ingeschreven en in dat jaar samen een kind krijgen, zijn zij vanaf 1 januari fiscale partners.
Partner en eigen woning De voordelen uit eigen woning voor twee of meer belastingplichtigen die geen partner van elkaar zijn, worden door ieder van hen in aanmerking genomen naar de mate waarin zij tot de woning gerechtigd zijn. Dat betekent dat als een van de samenwoners (die geen fiscale partner zijn) een eigen woning heeft, het eigenwoningforfait bij de eigenaar wordt geteld en de eventuele eigenwoningrente daar ook aftrekbaar is. april 2011 | Erkend
Voor fiscale partners geldt het volgende. De belastbare inkomsten uit eigen woning zijn zogenoemde gemeenschappelijke inkomensbestanddelen (art. 2.17, lid 5 Wet IB 2001). Dit betekent dat de partners de inkomsten uit eigen woning mogen aangeven in een door hen gewenste verdeling, indien zij het gehele jaar dezelfde partner hebben (art. 2.17, lid 2 en 5 Wet IB 2001). De partners kunnen ook ieder jaar kiezen voor een afwijkende verhouding (geheel, in verhouding van bezit, in verhouding looninkomsten e.d.). Hierbij geldt dat totaal wel 100% van de inkomsten moet worden aangegeven en dat de gekozen verhouding geldt voor alle inkomsten uit de eigen woning. Dit laatste houdt in dat het niet is toegestaan dat de ene partner het eigenwoningforfait aangeeft, terwijl de andere partner de hypotheekrente aftrekt. In het geval dat er geen keuze wordt gemaakt, komen de inkomsten voor de helft op bij iedere partner. Ook indien zij slechts gedurende een deel van het jaar partners zijn, kunnen deze bepalingen over de gemeenschappelijke bestanddelen van toepassing zijn (art. 2.17, lid 7 Wet IB 2001). Dit moeten de partners bij aangifte, of verzoek om voorlopige teruggaaf aangeven.
verblijf ter beschikking staat. Zonder andersluidende wettelijke bepalingen zou de eigen woning voor de partner die deze woning in een dergelijke situatie niet meer als hoofdverblijf heeft, in box 3 worden belast. Echter, woningen die niet langer als eigen woning aan een belastingplichtige ter beschikking staan, maar wel aan de gewezen partner anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staan, worden gedurende een periode van maximaal 24 maanden mede aangemerkt als eigen woning (art. 3.111, lid 4 Wet IB 2001). Omdat de wijzigingen van het partnerbegrip tot problemen zouden leiden, is er voor gekozen om voor dit wetsartikel onder de gewezen partner ook de duurzaam gescheiden levende echtgenoot te verstaan. Ondanks dat men als gehuwde duurzaam gescheiden leeft en op grond van de hoofdregel (sinds 2011) nog steeds fiscaal partner is omdat er geen verzoek tot echtscheiding is ingediend, blijft men voor de toepassing van deze regeling dus ‘gewezen partner’.
De beoordeling van de aftrek van eigenwoningrente vindt plaats per individuele belastingplichtige. Hetzelfde geldt voor de dertigjaarstermijn. De toerekening van de aftrek tussen partners in de aangifte over een bepaald jaar staat daar los van. Voor beide (fiscale) partners start de dertigjaarstermijn bij aankoop van de eigen woning en het aangaan van de eigenwoningschuld. Partner, eigen woning en echtscheiding Onder de Wet IB 2001 kan alleen de woning die de belastingplichtige anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat als eigen woning worden aangemerkt. Bij een echtscheiding komt het regelmatig voor dat de woning gedurende een bepaalde periode aan een van beide partners niet meer als hoofd-
Voorbeeld Johan en Vera leven al meer dan een jaar duurzaam gescheiden, maar hebben nooit een verzoek tot echtscheiding ingediend en willen dit ook niet indienen. Elk heeft zijn eigen leven weer opgepakt. Beiden bezitten weer een eigen woning en wonen inmiddels weer met een andere meerderjarige samen. Hoe zit het met het fiscale partnerschap? Als zij geen verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed hebben ingediend, zijn man en vrouw vanaf 2011 weer elkaars fiscale partner. Dit
Samenvatting Het begrip fiscale partner is met ingang van 2011 ingrijpend gewijzigd. De wetgever heeft gestreefd naar uniformering van dit partnerbegrip en dit is vastgelegd in art. 5a AWR. In de afzonderlijke belastingwetten kan daarvan worden afgeweken. In de wet IB 2001 is dit begrip op een aantal punten uitgebreid. Dit artikel gaat in op het partnerbegrip zoals beschreven in de AWR in combinatie met de uitbreiding in de Wet IB 2001. Specifiek voor de eigen woning is het belang van het al dan niet zijn van fiscale partner bij de toerekening van inkomensbestanddelen behandeld. In het geval van echtscheiding wordt voor deze toerekening gedurende de eerste twee jaar nadat de woning aan een van beide (ex)partners niet meer als hoofdverblijf ter beschikking staat, een belangrijke uitzondering gemaakt. Bij die bepaling is slechts vereist dat sprake is van duurzaam gescheiden leven en maakt het niet uit of gedurende die periode al dan niet een verzoek tot echtscheiding is ingediend.
betekent dat zij geen partner meer kunnen zijn van de andere persoon met wie zij inmiddels samenwonen. Voor de eigenwo-
Mr. Nicole C. Goud
ningregeling geldt echter een uitzondering en zijn zij - hoewel
fiscaal en juridisch medewerker bij het IFK
ze geen fiscale partners zijn - wel gewezen echtgenoot (art. 3.111 lid 4 Wet IB 2001).
Erkend | april 2011
april 2011 | Erkend
17
Effecten op maximale leencapacitieit nog onzeker:
De 110% norm; een zelfvervullende voorspelling? Sinds enige tijd is de trend in Nederland verlaging van de hypotheekschuld. Verlaging ten opzichte van het inkomen (loan to income/LTI) als ten opzichte van het onderpand (loan to value/LTV). Eind 2008 opperde de voorzitter van de AFM, Hans Hoogervorst dat een financiering boven de waarde van de woning risico’s met zich meebrengt.
M
et name de categorie tweeverdieners tot modaal loopt een hoger risico. Zij konden in het verleden zoveel lenen op het inkomen dat zij, in geval van stijging van rente of het (gedeeltelijk) wegvallen van een inkomen, niet meer kunnen voorzien in de minimumbehoeften voor levensonderhoud en daardoor de woning (gedwongen) moeten verkopen. Daarnaast is er ook veel aandacht voor de risico’s van hoge aflossingsvrije hypotheken. Consumenten zouden teveel aflossingsvrij lenen, waardoor consumenten aan het eind van de looptijd te maken krijgen met (te) hoge maandlasten. Ook het risico van onverkoopbaarheid van de woning door onderwaarde op korte termijn speelt hierbij een rol. Des te hoger het aflossingsvrije deel, des te minder weerstandsvermogen er wordt opgebouwd. Een hypotheek hoger dan de waarde van de woning betekent voor een woningbezitter dat hij beperkt wordt in zijn verhuisbaarheid, omdat hij dan met een (niet) te financieren restschuld over blijft. Hij wordt zo als het ware gegijzeld door zijn woning. Om dit risico te verkleinen heeft de minister van Financiën gesteld dat iedere hypotheek boven de waarde van woning in 7 jaar moet worden teruggebracht tot de waarde van de woning. Een regeling die door de banken en consumentenorganisaties als niet wenselijk werd geacht.
18
Erkend | april 2011
Voorstel VEH en NVB De Vereniging Eigen Huis en Nederlande Vereniging van Banken pleitte i.p.v. de versnelde aflossing in 7 jaar, voor een verplichte aflossing van het hypotheekbedrag boven de helft van de waarde van de woning in maximaal 30 jaar. Ten opzichte van het voorstel van de minister duurt het volgens de nieuwe gedragscode 10 jaar voordat de (i.g.v. sparen, netto) lening onder de waarde van de woning komt. Ter vergelijking met het voorstel van de minister, bedraagt de netto hypotheekschuld bij een 110% financiering in het 7e jaar ongeveer 104 % van de waarde van de woning. Op 21 maart jl. heeft het ministerie van Financiën besloten dat het voorstel van de NVB een goede vorm van zelfregulering is, zodat is besloten om per 1 augustus 2011 deze nieuwe re-
april 2011 | Erkend
geling te laten ingaan. De nieuwe norm komt overigens zo goed als overeen met de NHG-normen, met dien verstande dat nu 110% van de waarde geleend mag worden. Het voorstel lijkt vriendelijker dan het oorspronkelijke voorstel, maar er zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen. De regeling voorziet voornamelijk op de (startende) koper van de woning. Maar in dit segment wordt nu zo’n 80% gefinancierd onder NHG! Juist voor die andere 20% kan de regel vervelend uitpakken. In het verleden kozen mensen met een lage bevoorschotting (bijv. tot 75% EW) voor een volledig aflossingsvrije lening, omdat ze geen behoefte hebben aan aflossing of vermogensopbouw. Denk bijvoorbeeld aan een pensionaris die € 50.000 extra wil lenen voor een verbouwing. Vanaf 1 augustus zal ook hij verplicht een deel moeten gaan aflossen tot zijn 95ste! En wat gebeurt er met bestaande woningbezitters die reeds een eigen woning (met hogere aflossingsvrije hypotheek) hebben? Stel dat ze op rentevervaldatum willen overstappen omdat een andere (of mogelijk zelfde bank binnen een ander arrangement) een betere rente aanbiedt? Voor deze situatie staat de wetgever toe dat op grond van explain de oude norm mag worden gehanteerd, mits men niet verhoogd, anders dan voor de bijkomende financieringskosten. Maar hoe gretig zullen banken zijn om explain toe te passen? En dus zullen klanten bij de oude bank moeten blijven, met een te dure rente als gevolg. Aflossen beter dan opbouw Tot slot kan opgemerkt worden dat binnen deze regelgeving sneller gekozen zal worden voor fiscaalvriendelijke vermogensopbouw i.p.v. een ‘harde’ aflossing op de hypotheek. Stel, uw
klant heeft een woning met een waarde van € 200.000 en een hypotheek van € 220.000 met daarnaast € 20.000 opgebouwd op een SEW. Bij verkoop van zijn woning kan hij niet (fiscaal vrij) beschikken over dit vermogen. Bij een verkoopopbrengst van minder dan € 220.000 zal hij overblijven met een (niet) te financieren restschuld, terwijl het op papier wel klopt! Goed voor aanbieders Aanbieders zullen het meest gelukkig zijn met de nieuwe regels. In nieuwe gedragscode is namelijk bepaald dat opgebouwd vermogen moet worden verpand. Dat betekent meer geld op de rekening ten behoeve van Basel III. Daarnaast krijgen ze meer macht over de wijze en condities waarop vermogen mag worden opgebouwd. En zullen sommige banken klanten die willen sparen dwingen een SEW te sluiten. Een verplicht box 1 product, dat mogelijk niet past bij het profiel! Conclusie De minister wilde een regeling die er voor zorgde dat consumenten op korte termijn minder vaak gegijzeld worden in hun woning als gevolg van onderwaarde. Het uiteindelijke voorstel is volledig gericht op verlaging van de schuld op lange termijn (na 30 jaar). Verzwaring van de minimum voor een klein deel van de markt die daardoor minder snel zal doorstromen. Een slechte doorstroming zal leiden tot een verdere daling van huizenprijzen en daarmee wordt de noodzaak van de nieuwe regeling een zelfvervullende voorspelling. Harrie-Jan van Nunen MFP De Financiële Makelaar BV
Gevolgen voor hypothecair krediet Kopers van een woning hebben over het algemeen slechts twee finan-
men en de zogenaamde BKR-hypotheken zijn inmiddels niet meer ver-
ciële bronnen om uit te putten bij de aanschaf van een woning: eigen
krijgbaar. Als trend zien we de meer risicovolle hypotheekproducten
vermogen en een hypothecaire lening. De omvang van het eigen ver-
de markt verlaten en dat lijkt mij een gunstige ontwikkeling voor de
mogen verschilt aanzienlijk per huishouden, evenals de herkomst er-
sector. Het kopen van een huis met geleend geld is namelijk niet zon-
van. Denk bijvoorbeeld aan de overwaarde van de vorige woning, een
der risico’s. Zoveel heeft de kredietcrisis ons wel duidelijk gemaakt.
erfenis en/of vermogenswinsten aan de beurs of uit een eigen bedrijf.
Bovendien vormt de aanzienlijke overheidsbemoeienis met de Neder-
Het verschil in hypothecaire leningen is minder grillig en vooral
landse woningmarkt een niet te onderschatten risico voor Neder-
afhankelijk van het huishoudinkomen, de stand van de rente, de
landse huizenkopers en daarmee ook voor de kredietverstrekkers.
regelgeving en het verstrekkingsbeleid van banken. Uitgaande van
Het is van essentieel belang dat huishoudens hun vaak aanzienlijke
een beperkte inkomenstoename, een naar verwachting (beperkt)
financiële hypothecaire verplichtingen kunnen blijven voldoen. Ook
stijgende rente, strictere regelgeving (AFM) en een lagere verstrek-
als het overheidsbeleid wijzigt. Het zou ronduit dom zijn om daar
kingsbereidheid bij banken zal de leencapaciteit van huishoudens
niet nu al rekening mee te houden en bovendien getuigen van
de komende tijd nauwelijk groeien en mogelijk zelfs afnemen. Het
struisvogelpolitiek. Vanuit dat lange termijn perspectief lijken de
spreekt voor zich dat deze ontwikkeling niet gunstig is voor de
voorgestelde financiële beperkingen gering en bovendien noodzake-
doorstroming op de woningmarkt. Zeker op de korte termijn zal het
lijk. Laten we de beperking van de hypothecaire verstrekkingsvoor-
aantal transacties op de woningmarkt onder druk blijven staan. On-
waarden nu achterwege, dan krijgen we de rekening daarvoor op een
der andere de toegenomen risicoaversie bij financiële instellingen
later moment voor onze kiezen. Bovendien is nu al goed aan te ge-
en hun toezichthouders zijn hier debet aan.
ven wanneer: op het moment dat de fiscaliteit rond het wonen wordt
Er is echter ook een keerzijde. Er zijn namelijk ook in Nederland soms
beperkt. Dat kan nog enkele jaren duren, maar zal waarschijnlijk
(te) grote risico’s genomen bij de verstrekking van hypothecair kre-
sneller aanbreken dan de afloopdatum van menig hypotheek.
diet. Ook klanten zijn zich daar in toenemende mate van bewust. De vraag naar beleggingshypotheken is de afgelopen jaren flink afgeno-
Erkend | april 2011
Martijn de Jong-Tennekes
april 2011 | Erkend
19
Hypotheekadviseur Sjoukje Feddes ontwik-
Wie: Sjoukje Feddes
kelde een originele en opvallende website
Leeftijd: 49
(www.hypotheekadviesaanhuis.nl). “Ik wil
Kantoor: Sjoukje Feddes Hypotheekadvies
met name starters op een Jip en Janneke-
aan Huis
achtige manier laten zien wat er allemaal
Standplaats: Akkrum
komt kijken bij het kopen van een huis.“
Aantal collega’s: 0 Aantal jaren in het vak: 26
In de rubriek Herkend! stellen hypotheekadviseurs zich voor. Meedoen of suggesties? Mail naar
[email protected]
Herkend!
Vakbladen: AM, Erkend, IF
20
Hoe ben je in dit vak gerold?
bewust te maken van het feit dat wanneer wij,
Na een jaartje HEAO en diverse baantjes ben ik
tussenpersonen, tijd en energie aan advies en
in 1984 begonnen bij AEGON in de binnen-
bemiddeling besteden, dit geld kost. Ik vind
dienst. Eerst op een levenafdeling en daarna als
het een goede zaak dat de klant weet wat een
hypotheekacceptant. Na veertien jaar was ik toe
financieel product kost, ook wanneer de kosten
aan een nieuwe uitdaging. Ik ben als hypo-
in een premie verrekend zitten. Maar ik vraag
theekadviseur in loondienst aan de slag gegaan
me af of de klant zit te wachten op het betalen
bij Huis & Hypotheek in Sneek, waar ik vijf jaar
van fee of uurloon bij bijvoorbeeld het afslui-
met plezier heb gewerkt. In 2004 heb ik mijn
ten van een uitvaartverzekering. De mooiste
eigen bedrijf gestart. Met een kantoor aan huis,
oplossing zou zijn de keuze aan de klant te la-
zonder personeel en met de vrijheid om mijn
ten: fee/uurloon of kosten omslaan in premie.
eigen tijd in te delen. Dat eigen ondernemerschap bevalt nog steeds goed.
Je hebt een originele website! Hoe belangrijk is internet voor je?
Op welke adviesterreinen ben je actief?
Zo’n 80 tot 90 procent van mijn klanten komt
Mijn specialisme is advies en bemiddeling van
mijn website is minder belangrijk. De website
hypotheken. Ook de hier bijbehorende verzeke-
heb ik zelf bedacht om, speciaal voor starters,
ringen neem ik mee in mijn advies. Er komt wel
op een speelse manier de financiële kant van
eens een autoverzekering voorbij, maar dat
het kopen van een huis te laten zien. Volgens
heeft niet mijn voorkeur.
mij een unieke “Jip en Janneke” website voor
via aanbeveling bij mij, dus klantenwerving via
financiële dienstverlening.
Je bedrijf heet Hypotheekadvies aan Huis: kom je altijd bij de mensen thuis?
Doe je veel met social media?
Niet altijd, voor ongeveer 90 procent van de
bij Uwnetwerk.nl. Een leuk nieuw initiatief.
Nee, maar ik heb mij in maart wel aangesloten
afspraken. De keuze is aan de klant. Sinds maart 2008 woon en werk ik in een nieuw pand in Akkrum. Klanten die liever geen bezoek aan huis willen, kunnen bij mij op kantoor komen.
Het imago van hypotheekadviseurs is niet altijd even best. Heb jij daar ook last van? Persoonlijk niet. Ik neem veel tijd voor mijn
Hoe sta je in de discussie over beloningstransparantie?
klanten en hoor dat ze tevreden zijn over mij.
Ik ben in 2009 begonnen met beloning voor
kennissen, is voor mij een bewijs dat ik mijn
hypotheekbemiddeling volgens vaste bedragen
werk goed doe.
Dat mijn klanten mij weer aanbevelen bij hun
en dat bevalt me goed. Klanten vinden het vaak mijn diensten. Ook wanneer ik een kleine hypo-
Je hebt onverwacht een middag vrij, wat ga je doen?
theekverhoging regel. Ik probeer zo open moge-
In de tuin aan het werk, of mijn moeder een
lijk te zijn naar mijn klanten, ook over wel ont-
onverwacht bezoekje brengen. Maar erop uit
vangen provisie, bijvoorbeeld in de premie van
met onze jonge hond Fado, een Portugees asiel-
een schadeverzekering. Het gaat erom de klant
hondje, is zeker ook een optie!
heel normaal dat ze een nota ontvangen voor