26-6-2013
Erkend Hypotheekadviseur
Cursusdag 3
Programma § § § § §
Vragen stof vorige week Oefenvragen Kennismeting Bespreken Verzekeren Bespreken Toekomstvoorzieningen pijler 1 en 2
Oefenvraag 1 1/4
3/16
3/16
3/16
3/16
§ Vader: 1/4 x 120.000 = € 30.000 § Broer/zus: 3/16 x 120.000 = € 22.500
1
26-6-2013
Oefenvraag 2 § EWF: € 360.000 x 0,6% = € 2.160 § Rente: € 180.000 x 5% = -/- € 9.000 § Inkomsten eigen woning - € 6.840
Oefenvraag 3 Stap 1:Bepaal EWR EWR (285.000–150.000) = Verkoopkosten
135.000 3.500 131.500
Stap 2: Aankoop 313.800 Stap 3: Bepaal EWS 313.800 - 131.500 = € 182.300
Oefenvraag 4 § Verschil tussen 6% en werkelijk betaalde rente wordt als belaste schenking aangemerkt § Dus 200.000 x 3% = € 6.000
2
26-6-2013
Oefenvraag 5 § Huurinkomsten uit vakantiewoning vallen niet onder de box 3-grondslag § Dus in principe onbelast § NB. Tenzij de inkomsten het vermogen op 1/1 verhogen
Oefenvraag 6 § Inkomsten EW: EWF - aftrekbare kosten § EWF: 200.000 x 0,6% = 1.200 § Rente: 125.000 x 4,9% = 6.125 § Inkomsten EW = 4.925 § Voordeel: 4.925 x 42% = 2.068,50 § Netto hypotheeklasten: netto rente + premie = 4.057 (6.125 – 2.068)+ 1.320 (12 x 110) = € 5.377
Oefenvraag 7 Annuïteiten Maandlast: 100.000/144,1862 = 693,55 Totale br.last: 693,55 x 240 = 166.452 Totale br.rentelast = 166.452 – 100.000 (aflossing) = 66.452 Aflossingsvrij Br.last: 100.000 x 5,8% x 20 = 116.000 Verschil: 116.000 – 66.452 = 49.548
3
26-6-2013
Oefenvragen 8 - 10 Vraag 8: A Vraag 9: A Vraag 10: A
Kennismeting dag 3 § 10 vragen § 30 seconden bedenktijd per vraag § Gebruik het antwoordformulier § Het antwoordformulier na de kennismeting inleveren
11
Vraag 1 Wie heeft uitsluitend het recht tot in ontvangst nemen van de uitkering van een levensverzekering? a) De verzekerde. b) De begunstigde. c) De premiebetaler. d) De verzekeringnemer.
12
4
26-6-2013
Vraag 2 Welke verzekering dekt in de regel het verlies van de sieraden door diefstal met braak? a) WA-verzekering. b) Inboedelverzekering. c) Opstalverzekering . d) Kostbaarhedenverzekering.
13
Vraag 3 Waarover dient assurantiebelasting betaald te worden? a) De netto premie b) De poliskosten c) De netto premie en de poliskosten d) De netto premie, poliskosten en incassokosten
14
Vraag 4 Wat is GEEN vereiste voor de KEW? a) Een maximale looptijd van 30 jaar b) Een minimale premiebetalingstermijn van 20 jaar c) Een premiebandbreedte van 1:10 d) Het verplicht inlossen van een eigenwoningschuld met de uitkering
15
5
26-6-2013
Vraag 5 Wat is de pensioengrondslag? a) Het pensioengevend salaris b) Het pensioengevend salaris minus de AOW-franchise c) Het pensioengevend salaris plus de AOW-franchise d) De AOW-franchise
16
Vraag 6 Wat is het maximale opbouwpercentage voor een eindloonregeling? a) 1,6% b) 1,75% c) 2% d) 2,25%
17
Vraag 7 Waaraan is de hoogte van de AOW gekoppeld? a) Het bruto minimumloon b) Het netto minimumloon c) 70% van het minimumloon d) 90% van het minimumloon
18
6
26-6-2013
Vraag 8 Wanneer is er sprake van conversie van een levensverzekering? Bij wijziging van: a) De premiehoogte b) De premieduur c) Het eindkapitaal d) Het doelkapitaal 19
Vraag 9 Welke periode wordt aangeduid met de Bredeherwaardering? a) De periode tot 1/1/1992 b) De periode tot 14/9/1999 c) De periode van 1/1/1992 tot 14/9/1999 d) De periode van 14/9/1999 tot 1/1/2001 20
Vraag 10 Onder welke pensioenvorm valt de middelloonregeling? a) Een uitkeringsovereenkomst b) Een kapitaalovereenkomst c) Een premieovereenkomst d) Een lijfrenteovereenkomst
21
7
26-6-2013
Einde kennismeting
Antwoorden 1
B
6
C
2
B
7
B
3
D
8
B
4
B
9
C
5
B
10
A
23
Verzekeringsovereenkomst § Eenzijdig of tweezijdig § Wilsovereenstemming door aanvraagformulier resp. acceptatie § Wettelijke mededelingsplicht § Causaliteit § Proportionaliteit § Verzekeringsovereenkomst (polisblad)
8
26-6-2013
Uitkering bij verzwijging § Geen − Causaal verband − Aantoonbaar geen acceptatie als verzekeraar het had geweten § Lager − Causaal verband − Proportionaliteit: aantoonbaar hogere premie als verzekeraar had geweten, uitkering naar rato
Kosten § Premie: −Netto premie (vergoeding overnemen risico): • Rente of interest • Sterftekans −Provisie −Kosten −Winst § Administratiekosten § Assurantiebelasting (21%)
Soorten Verzekeringen § Schadeverzekeringen § Sommenverzekeringen
9
26-6-2013
Schadeverzekering § Schadevergoedingsbeginsel = § Indemniteitsbeginsel § Verzekerde wordt middels schadevergoeding geacht te zijn teruggebracht naar de situatie van vlak voor de schade. § Verzekerde “mag er niet beter van worden” § Uitzondering?
Sommenverzekering § Bepaald bedrag (de verzekerde som) verzekerd. § Voor uitkering dient er altijd sprake te zijn van het voordoen van het onzekere voorval. § Denk aan: levens- en ongevallenverzekeringen
Woonverzekeringen § § § §
Opstalverzekering Inboedelverzekering Kostbaarhedenverzekering Woonlastenverzekering
10
26-6-2013
Bijzondere situaties § § § §
Onderverzekering Oververzekering Dubbelverzekering Garantieregelingen −Verzekeringen met verzekerde som −Verzekeringen zonder verzekerde som
Oververzekering Verzekerd bedrag hoger dan de werkelijke waarde § Bij totaal verlies wordt waarde van verzekerde belang bij zaak vergoed § Bij gedeeltelijk verlies hoeft er nooit meer betaald te worden dan de werkelijk geleden schade § Er vindt geen premierestitutie plaats
Onderverzekering § Verzekerd bedrag lager dan werkelijke waarde. § Schadevergoeding wordt naar evenredigheid verminderd
Uitkering
=
Verzekerde som Werkelijke waarde
x
schadebedrag
11
26-6-2013
Vraag Kees heeft een eigen woning. Als gevolg van een brand heeft Kees schade geleden. De verzekeraar keert Kees een bedrag van EUR 90.000,- uit. De herbouwwaarde van de woning bedraagt EUR 300.000,-. De verzekerde som bedraagt EUR 270.000,-. Hoeveel bedroeg de werkelijk geleden schade?
Antwoord Uitkering
=
Verzekerde som Werkelijke waarde
x
schadebedrag
90.000 = (270.000/300.000) x schade 90.000 = 9/10 x schade Schadebedrag = 90.000 x 10/9 = €100.000
Dubbelverzekering Artikel 7:960 en 7:961 BW regelen dat: § verzekerde er nooit beter van mag worden door dubbele verzekering § eerst aangesproken verzekeraar schade dient te regelen § verzekerde verplicht is dubbele verzekering te melden
12
26-6-2013
Garantieregelingen § Verzekeringen mét verzekerde som –betalen ingeval van te laag bedrag toch de volledige schade –bv deskundigentaxatie § Verzekeringen zónder verzekerde som –betalen te allen tijde de werkelijk geleden schade uit –herbouw/inboedelwaardemeter
Brandverzekeringen algemeen § Brandverzekeringen ( Kale brandverzekering: Brand, ontploffing en bliksem ) § [Extra] Uitgebreide verzekeringen − Limitatieve lijst van gedekte evenementen − Extra’s die boven het verzekerd bedrag verzekerd zijn § All-riskdekking − Alle van buitenkomende onheilen (alles is gedekt behalve……)
Levensverzekeringen
13
26-6-2013
Levensverzekeringen § Artikel 7:975 BW titel 17: § In verband met het leven of de dood gesloten sommenverzekering § Ongevallenverzekering wordt niet als levensverzekering beschouwd.
Kenmerken § Sommenverzekering § Kansovereenkomst (kans op levering prestatie) § Geen verhaalsmogelijkheid § Geen plicht tot betalen § Indemniteitsbeginsel NIET van toepassing
Polisredactie § § § §
Verzekeraar Verzekeringnemer Verzekerde Begunstigde/bevoordeelde
14
26-6-2013
Standaard begunstiging § Verzekeringnemer(s) § Echtgeno(o)t(e) waarmee de verzekeringnemer ten tijde van de uitkering was gehuwd § Kinderen van de verzekeringnemer § Erven van de verzekeringnemer.
Aanvaarding begunstiging § Door kind § Door derde § Bevestiging verzekeraar § Verzekeringnemer kan aantal rechten niet zonder toestemming van de begunstigde uitoefenen
Rechten verzekeringnemer § § § § § § §
Afkoop Belening Conversie (bijv. bij echtscheiding) Overdragen polisrechten en plichten Verpanding Premievrijmaking Automatische voortzetting
15
26-6-2013
Levensverzekeringsvormen § Individuele verzekering § Collectieve verzekering − al bij 2 verzekerden − goedkoper − non-selecte acceptatie
Individuele verzekeringen Vormen van individuele verzekeringen: § Renteverzekeringen § Kapitaalverzekeringen
Lijfrenteverzekeringen Lijfrente (NB. overlevingsrente) is het van het in leven zijn van één of meer personen afhankelijke recht op een periodieke uitkering in geld. § Lijfrente op één leven § Lijfrente op twee leven § Zuiver vs gericht
16
26-6-2013
Erfrenteverzekeringen Levensverzekering Met periodieke uitkering Aan een begunstigde Op moment dat de verzekerde komt te overlijden § Risicoverzekering § § § §
Kapitaalverzekeringen § Uitkering ineens § Bij overlijden van verzekerde: kapitaal bij overlijden § Of als de verzekerde op datum nog in leven is: kapitaal bij leven § Bestaan zowel los als in combinatie
Kapitaalverzekeringen § Tijdelijke kapitaalverzekering bij overlijden § Levenslange kapitaalverzekering bij overlijden § Kapitaalverzekering bij leven § Gemengde verzekeringen § Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW)
17
26-6-2013
Casus Er is een lineair dalende risicoverzekering met verzekerd kapitaal van € 125.000,- en een looptijd van 25 jaar. Stel iemand komt in het 13e jaar te overlijden. Hoeveel wordt er uitgekeerd?
Antwoord § § § §
In het 13e jaar is 12 keer afgelost. Dus € 125.000/25 * 12= € 60.000 Er wordt dus uitgekeerd: € 125.000 -/- € 60.000= € 65.000
Casus De heer Willemsen heeft naast zijn annuïteitenhypotheek een tijdelijke verzekering van annuïtair dalend kapitaal bij overlijden afgesloten met jaarlijkse premiebetaling. Het aanvangskapitaal bedroeg EUR 280.000,-, de duur van de verzekering is 30 jaar, evenals de premiebetaling. Het rentepercentage van de annuïteitenlening bedraagt 6,0%. Hoeveel keert de verzekeraar in hele euro's uit, indien de heer Willemsen in het 30-ste jaar overlijdt?
18
26-6-2013
Antwoord Stap 1: Bepalen annuïteit ahv JAARTABEL: Jaarannuïteit = hoofdsom/factor = 280.000 : 13,7648 = 20.341,74 Stap 2: Bepalen aflossingscomponent (bonnetje BTW): 20.341,74 : 1.06 = 19.190,03 (19.175 t/m 19.205)
KEW-eisen § KEW-clausule in polis § Bij professionele verzekeraar § Minimaal 15 jaar premiebetaling § Maximale looptijd 30 jaar § Jaarlijkse bandbreedte 1:10 § Uitkering ter aflossing EWS § Eenmalige uitkering § Indien niet voldaan, rentebestanddeel (U-P) afrekenen in box 1
Vrijstellingen KEW 2013 § § § §
Eenmalige life-time vrijstelling: € 35.700 mits 15<20 jaar premie € 157.000 mits min.20 jaar premie Belast rentebestanddeel bij reguliere uitkering boven vrijstelling conform: U -/- V U
x S (U -/- P)
19
26-6-2013
Begrenzingen vrijstelling § Reeds benutte vrijstelling wordt afgetrokken van de vrijstelling § Vrijstelling langstlevende partner wordt verhoogd met (restant) vrijstelling overleden partner tot maximaal de uitkering § Vrijstelling mag niet hoger zijn eigenwoningschuld
Overgangsregime § Kapitaalverzekeringen gesloten voor 1-1-1992 (pré BHW) § Kapitaalverzekeringen gesloten tussen 1-1-1992 en 14-9-1999 (BHW) § Kapitaalverzekeringen gesloten tussen 14-9-1999 en 31-12-2000 § Kapitaalverzekeringen gesloten vanaf 1-1-2001
Pré BHW § Ongelimiteerde vrijstelling als: − minimaal 12 jaar premiebetaling − premie binnen de verschillende bandbreedtes is gebleven § Zo niet: rentebestanddeel progressief belast § NB. Aanvullende voorwaarden bij overlijdensuitkering
20
26-6-2013
BHW § Rentebestanddeel onbelast indien: −Uitkering < 28.134 (15 j. premie) −Uitkering < 123.428 (20 j. premie) −Voldaan aan bandbreedte 1:10 § Bij uitkering boven vrijstelling belast rentebestanddeel: (U-V/U) x S (U-P) § Anders saldomethode § NB. aanvullende voorwaarden bij overlijdensuitkering
14/9/1999 en 31/12/2000 § In principe Wet IB 2001 al van toepassing § Eisen Brede Herwaardering nog steeds van kracht
Pré BHW in box 3 § Tijdens looptijd vrijstelling € 123.428 § Meerdere valt onder vermogen box 3 § Uitkering onbelast, mits: − voldaan aan eisen Wet IB 1964 − minimaal 12 jaar premie − premies binnen bandbreedte
21
26-6-2013
Pré BHW in box 1 § Dient te voldoen aan KEW-eisen § KEW-vrijstelling wordt verhoogd met WEV op keuzemoment of later moment verpanding
BHW in box 3 § Tijdens looptijd vrijstelling € 123.428 § Meerdere valt onder vermogen box 3 § Rentebestanddeel meerdere boven € 123.428 belast in box 1, mits: − voldaan aan eisen Wet IB 1964 − minimaal 15/20 jaar premie − premies binnen bandbreedte
BHW in box 1 § Dient te voldoen aan KEW-eisen § Vrijstelling conform vrijstellingseisen KEW
22
26-6-2013
14/9/1999 - 1/1/2001 § Verzekering geplaatst in box 3 −WEV valt onder vermogen box 3 −Bij uitkering voldoen aan Wet IB64: • minimaal 15/20 jaar premie • premies binnen bandbreedte § Verzekering geplaatst in box 1 −Dient te voldoen aan KEW-eisen −Vrijstelling conform eisen KEW
Vraag Martin en Hanny sluiten een hypotheek met gekoppelde KEW. Beiden zijn verzekeringnemer, verzekerde en begunstigde op de polis. Hypotheek: € 250.000 Jaarpremie (looptijd 30 jaar) € 5.000 Prognosekapitaal: € 250.000 Vrijstelling op einddatum pp: € 180.000 Stel kapitaal op einddatum € 300.000 Er is voldaan aan de KEW-eisen Wat is het belaste rentebestanddeel?
Uitwerking U -/- V U
x S (U -/- P)
300.000 - 250.000 x (300.000 - 150.000) = 25.000 300.000 Gezamelijke restantvrijstelling: 110.000
23
26-6-2013
Vraag Hans en Freek wonen 10 jaar samen. In maart 2009 hebben zij samen een woning gekocht. Voor de financiering hebben zij ook samen een spaarhypotheek afgesloten met een hoofdsom van € 210.000. Het verzekerd kapitaal is gelijk aan de hoofdsom en de verzekering kan worden aangemerkt als KEW. Hans en Freek hebben nog niets van hun KEW-vrijstellingen benut. De maandelijkse premie bedraagt € 270. De gemengde verzekering is afgesloten op beide levens. In maart 2013 komt Hans te overlijden en de verzekering keert uit. Freek hoort tot zijn schrik dat de in 2013 geldende vrijstelling slechts € 157.000,per persoon zou bedragen. Freek moet progressief belasting betalen over een bedrag van €0 en hij houdt een KEW-vrijstelling over van € 104.000
Uitwerking § Hans en Freek zijn beide verzekeringnemer. Freek kan dus gebruik maken van de dubbele vrijstelling. § De uitkering bedraagt € 210.000 § Eerst wordt de vrijstelling van Hans aangesproken ad € 157.000 § Het restant wordt in mindering gebracht op Freek’s vrijstelling. § Hiermee houdt Freek een vrijstelling over van €314.000 - € 210.000 = € 104.000 § Freek hoeft niet af te rekenen.
Vraag De heer Smeets heeft op 1 januari 2011 een woning gefinancierd met behulp van een spaarhypotheek, op basis van een KEW. De hypotheeklasten betaalt hij maandelijks. Op 1 januari 2011 begint hij met premiebetalingen van EUR 150 per maand. In februari 2012 erft de heer Smeets een bedrag van EUR 25.000. In maart 2012 stort de heer Smeets een groter bedrag dan de gebruikelijke EUR 150. De resterende looptijd betaalt de heer Smeets steeds een maandelijkse premie van EUR 150. Hoeveel kan de heer Smeets in maart 2012 in totaal maximaal aan premie betalen op grond van de KEW-eisen?
24
26-6-2013
Uitwerking § Jaarpremie = € 150 x 12 = € 1.800 § KEW-eis: Jaarlijkse premiebandbreedte 1:10 Maand
jan
feb
mrt
apr
mei
juni
juli
aug
sep
okt
nov
dec
Betaald Te betalen
§ § § §
Maximale jaarpremie = € 1.800 x 10 = € 18.000 Betaald: 2 x € 150 = € 300 -/Te betalen: 9 x € 150 = € 1.350 -/Nog in te leggen: € 16.350
Fictieve uitkering § § § §
Worden niet daadwerkelijk gedaan Gelden voor fiscus wel als uitkering Hoogte uitkering op basis van WEV Rentebestanddeel belast in box 1: − Niet (meer) voldaan aan KEW-eisen − KEW wordt afgekocht of vervreemd − Bij inbreng in onderneming − Bij gedeeltelijke uitkering − Bij overschrijding looptijd 30 j.
Omzetting § Kap.verzekering aanmerken als KEW § Van box 3 naar box 1 (tot 1-4-2013) § Om dubbele heffing over opbouw box 3 te voorkomen § Waarde polis -/- betaalde premies = extra betaalde premies § Extra premie telt niet mee voor bandbreedte-eis
25
26-6-2013
Vervallen tijdklemmen § Een belastingplichtige kan onder bepaalde voorwaarden gebruikmaken van de vrijstellingen ook al voldoet hij niet aan de voorwaarde van 15 dan wel 20 jaar premiebetaling. § Dit kan als er sprake is van een van onderstaande situaties: – Bij echtscheiding en beëindiging fiscaal partnerschap – Als er na verkoop van de eigen woning een restschuld is ontstaan – Als de belastingplichtige gebruikmaakt van een vorm van schuldhulpverlening 76
Toekomstvoorzieningen
Drie pijler systeem Pijler 1
Pijler 2
Pijler 3
Sociale zekerheid
OPF BPF Individueel pensioen
Eigen voorzieningen
26
26-6-2013
Sociale zekerheid Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen ↓
↓
WWB AKW IOW IOAZ Wajong TW WSF
Werknemers-verzekeringen
↓ Volksverzekeringen
↓
↓
ZW WIA WW
ANW AOW AWBZ
1e pijler: overheid
AOW § Alle ingezetenen tussen 15 en 65 zijn verzekerd. § Niet-ingezetenen die in NL onder de loonbelasting vallen § Nederlanders die buiten NL werken voor de NL overheid § Rechtmatige inschrijving BSN § Uitkering op verjaardag 65 jaar + 1 maand
27
26-6-2013
AOW-uitkering § § § § §
Gekoppeld aan het minimumloon Afhankelijk van aantal jaren verzekerd Alleenstaand met kind < 18 (90%) Alleenstaand zonder kind < 18 (70%) Gehuwd/samenwonend (50%)
AOW Toeslag is afhankelijk van inkomen van jongere partner. § Inkomen uit arbeid. Vrijlating van 15% bruto min.loon en 1/3 van het meerdere aan bruto inkomsten § Inkomen i.v.m. arbeid (bijv soc.verz. uitkering) wordt geheel gekort op de toeslag § Vervalt op 1-1-2015
Oefenvraag Man 65 jaar en vrouw 63 jaar. Zij heeft een inkomen uit arbeid van 10.000,=. Man heeft 8 jaar in Amerika gewoond en voor een buitenlands bedrijf gewerkt. Hoeveel AOW-uitkering ontvangt deze man in totaal? (stel min.loon = € 17.000)
28
26-6-2013
Uitwerking AOW man € 8.500, echter 8 jaar in buitenland dus korting (8 x 2%) = 16%. Dus € 7.140 Hoe hoog is de partnertoeslag? Vrijlating = 2.550 (15% min.loon) + 1/3 (10.000 - 2.550) = 5.033 Korting = 10.000 - 5.033 = 4.967 Partnertoeslag = 8.500 - 4.967 = 3.533 Dus totaal: 7.140 + 3.533 = € 10.673
ANW-uitkeringen § § § § §
Nabestaande-uitkering (Half)wezen-uitkering Volksverzekering In principe alle ingezetenen < 65 Niet ingezetene mits zij in Nederland arbeid verrichten en loonbelasting betalen
Uitkeringsgerechtigden § Met kinderen < 18 jaar § Voor 45% of meer AO zijn conform WAO/WIA normen § Geboren voor 1950 (TW 2015 vervalt) § Geboren tussen ‘50 en ‘56 en op juli 96 gehuwd en overleden voor juli 99
29
26-6-2013
(Half)wezen uitkering § Voor halfwezen: – vast bedrag per maand ongeacht aantal kinderen – € 3.472 (2013) § Voor volle wezen – afhankelijk van leeftijd, AO en onderwijs – € 4.811 - € 9.427 (2013)
Hoogte uitkering § Max. 70% van min.loon (€ 14.620) § Inkomensafhankelijk: − Inkomen i.v.m. arbeid volledig gekort. − Inkomen uit arbeid gekort mbv formule: Vrijlating is 50% van het bruto min.loon plus 1/3 van het meerdere inkomen § Grens ligt op circa € 30.000
ANW bij echtscheiding Recht op ANW als: § op datum van overlijden en op datum van echtscheiding aan de algemene voorwaarden is voldaan § overledene een wettelijke alimentatieplicht had naar de exechtgenoot.
30
26-6-2013
WWB § Wet Werk en Bijstand § Per gemeente geregeld § Sluitstuk van onze sociale zekerheid
AO-voorzieningen
Inkomen eerste twee jaar § Wet Uitbreiding Loondoorbetaling Bij Ziekte (WULBZ) – max. 104 weken (Poortwachter!) – 70% - 100% – Wet Verbetering Poortwachter – maximum dagloon (2013: € 194,85) – let op CAO’s § Ziektewet (vangnetregeling)
31
26-6-2013
WIA-kenmerken § § § §
Wachttijd WIA 2 jaar Begrip arbeidsongeschiktheid Entree-eis (> 35%) Referte-eis (weken en jaren)
WIA-categorieën § 0-35%: arbeidsgeschikt dus geen uitkering § 35% tot 80%: WGA – loongerelateerd (max. 38 mnd) – loonaanvulling (vanaf 50% RVC) – vervolg (tot 50% RVC) § 80% tot 100%: WGA/IVA
Werkeloosheidswet § § § § §
Onvrijwillige werkeloosheid Tenminste 5 arbeidsuren pw. verlies Geen recht op loondoorbetaling Beschikbaar zijn voor arbeid. Referte-eis/wekeneis (26 uit 36)
32
26-6-2013
WW-uitkering § 70% laatste loon (1e 2: 75%) § Maximum dagloon § Kort: – weken-eis (26 uit 36) – duur: 3 maanden § Verlengd: – arbeidsverleden (feitelijk/fictief) – maximaal 38 maanden uitkering – jaren-eis (4 uit 5)
WW voor startend ondernemer § Max. 6 maanden behoud van uitkering § Inkomsten 70% gekort op WW § Geen sollicitatieplicht § Bij mislukking teruggevallen op WW
2e pijler: werkgevers
33
26-6-2013
Pensioenen Pensioenuitvoerder
Werkgever
Pensioenovereenkomst
Werknemer
Soorten pensioenen § Ouderdomspensioen − geldelijke, vastgestelde uitkering voor de (gewezen) werknemer ter inkomensvoorziening bij ouderdom § Nabestaandenpensioen − gaat uit van volledige opbouw § Partnerpensioen (70% OP) § Wezenpensioen (14% OP) § Arbeidsongeschiktheidspensioen
Pensioenovereenkomst § Hetgeen tussen werkgever en werknemer is overeengekomen betreffende pensioen. § Vervangt begrip ‘pensioentoezegging’ § Drie vormen: – uitkeringsovereenkomst – kapitaalovereenkomst – premieovereenkomst
34
26-6-2013
Salarisdiensttijdregeling backservice
comingservice
pensioenopbouw Eindloonregeling
Middelloonregeling
Laatst verdiende inkomen
Gemiddeld inkomen
Backservice
Comingservice
Max. 2% opbouw per jaar
Max. 2,25% opbouw per jaar
Alleen vaste inkomensdelen
Mogelijk variabel inkomen
Deelnemer/partner § Deelnemer: – werknemer of ex-werknemer die ogv pensioenovereenkomst aanspraken verwerft jegens pensioenuitvoerder § Partner: – echtgeno(o)t(e) – geregistreerd partner – ongehuwd (zie reglement)
Pensioenwet § § § § § § § §
Veiligstellen toezegging werknemers Verplichtingen werkgever met regeling Onderbrengingsplicht Kapitaaldekkingsstelsel Wachttijden Afkoop kleine pensioenen Recht op waardeoverdracht UPO
35
26-6-2013
Voorbeeld UPO § Wat voor een pensioenovereenkomst is dit? § Heeft men recht op nabestaandenpensioen? § Heeft men recht op het AO-pensioen? § Wat kun je met de factor A?
Vervroegd pensioen § Sinds 2006 niet meer fiscaal gefacilieerd (Wet VPL) § Vervroegd pensioen – VUT (vervroegd uittreden) – TOP (tijdelijk overbruggingspensioen) – Pré-pensioen
Pensioenbegrippen § Pensioengevend salaris (PGS): basis voor berekening van pensioen § Franchise (AF): bedrag (AOW) dat op PGS in mindering wordt gebracht. § Pensioengrondslag (PG): hierover wordt het pensioen berekend (PGS – AF)
36
26-6-2013
Pensioenberekeningen § Pensioengevend salaris (PGS) § AOW-Franchise (AF) → 10/7 AOW −min. € 13.227 (obv. geh.AOW) −bij DGA eigen beheer min.€ 19.301 (obv. ongeh.AOW) § Pensioengrondslag (PG) = PGS - AF § Opbouwpercentage per jaar § A-factor
Beëindiging pensioenregeling § Premievrije aanspraak: werknemer behoudt recht op het tot dan toe opgebouwde pensioen (slapersrechten) § Tijdsevenredige (pensioen)aanspraak (TEP)
Tijdsevenredige aanspraak Verschil tussen OP dat zou zijn opgebouwd tot pensioendatum zonder ontslag en het OP dat zou worden opgebouwd tussen moment van ontslag en pensioendatum +/+ start opbouw
ontslag
-/pensioen
37
26-6-2013
Waarde-overdracht De over te dragen aanspraak wordt vertaald naar aantal opbouwjaren 1. Bepaal PG (PGS - AF) 2. Bepaal tijdsevenredige aanspraak (korte of lange methode) 3. Bepaal aantal jaren in nieuwe regeling (TEP : nieuwe factor A)
Vraag 1 Jan en Truus zijn beiden precies 45 jaar. Jan werkt al 15 jaar als manager. Hij verdient € 40.000 bruto per jaar. Truus is al 20 jaar lerares en verdient eveneens € 40.000. Beiden hebben een eindloon-regeling. Bij Truus wordt het pensioen opgebouwd met 1,75% per jaar, bij Jan is dat 2% per jaar. Jan gaat elders werken. Het nieuwe salaris bedraagt € 50.000 bruto per jaar. De pensioenregeling is identiek op het opbouwpercentage na (nieuw 1,75%). De franchise bedraagt in beide gevallen € 14.000. Jan maakt gebruik van waardeoverdracht. Hoeveel pensioenjaren verwerft Jan bij zijn nieuwe werkgever door de waardeoverdracht?
Antwoord Inkomen Franchise PG Opbouw
Oud € 40.000 € 14.000 € 26.000 2%
Nieuw € 50.000 € 14.000 € 36.000 1,75%
Oud: Opbouw = 26.000 x 2% x 15 jaar = 7.800 Nw: Opbouw = 36.000 x 1,75% x ? Jaar = 7.800 630 x dienstjaren = 7.800 Aantal dienstjaren = 7.800 : 630 = 12,4
38
26-6-2013
Vraag 2 De heer Armatti werkt bij Youtube. Sinds zijn indiensttreding, op 1 januari 2008 toen hij net 25 jaar was, is zijn salaris de eerste drie jaar NIET verhoogd. Per 1 januari 2011 werd zijn jaarsalaris, tevens pensioengevend inkomen, verhoogd van 40.000 naar 43.000. Per 1 januari 2012 bedraagt het salaris 48.000. Tot 1 januari 2013 vinden GEEN verdere verhogingen meer plaats. Youtube hanteert een middelloonregeling. Het opbouwpercentage bedraagt 1,6% per jaar en de pensioenleeftijd is 65 jaar. De AOW-franchise bedraagt EUR 13.000,-. Hoeveel bedraagt de TEP als hij op 1 januari 2013 wordt ontslagen?
Antwoord § Aangroei 2008-2011 = (40.000 -/13.000) x 1,6% = 432 § Aangroei 2011 = (43.000 -/- 13.000) x 1,6% = 480 § Aangroei 2012 = (48.000 -/- 13.000) x 1,6% = 560 § TEP = (3 x 432) + 480 + 560 = € 2.336
Vraag 3 Johan heeft 15 jaar bij zijn huidige werkgever gewerkt, als hij van baan verandert. Bij zijn huidige werkgever heeft hij deelgenomen aan een pensioenregeling en zijn TEP bedraagt € 5.250. Bij zijn nieuwe werkgever kan hij weer deelnemen aan een eindloonregeling. Hij kan nog 20 jaar opbouwen. Het opbouwpercentage bedraagt 1,75% en zijn pensioengrondslag bedraagt € 24.000 bij indiensttreding en € 28.000 bij ingang van het pensioen. Stel dat Johan met zijn TEP jaren bij zijn nieuwe werkgever inkoopt. Hoeveel extra pensioen zal hij dan opgebouwd hebben ten opzichte van de situatie waarin geen inkoop plaatsvindt?
39
26-6-2013
Antwoord TEP = 5.250 A = 24.000 x 1,75% = 420 Opbouwjaren = 5.250/420 = 12,5 Totaal bij inkoop = 20 + 12,5 = 32,5 A op einddatum (eindloon) = 28.000 x 1,75% = 490 x 32,5 = 15.925 § Totaal zonder inkoop = 5.250 + 9.800 (28.000 x 1,75% x 20) = 15.050. § Verschil = 15.925 - 15050 = 875 § § § § §
Pensioen en echtscheiding § Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS) § Betreft ouderdomspensioen § Ex-partner heeft vordering op deel OP § 50% OP opgebouwd tijdens huwelijk § Recht op tijds.aanspraak voor het NP (bijzonder partnerpensioen) § Recht op het gehele WP
Einde dag 3 Voor volgende week: § Herhalen verzekeren § Herhalen Toekomstvoorzieningen pijler 1 en 2 § Oefenvragen maken en meenemen § Voorbereiden dag 4 (3e pijler en beleggen)
40