ERASMUSKLAS
Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen. Gertjan van Rangelrooy Theus van Vliet
Inhoudsopgave Inleiding 3 • Werkplan 3 • Structuur 3 Leerlingen in de groepen 1 t/m 4 • Intakegesprek 4 • Versnellen 4 • Compacten, verdiepen en verrijken 4 Leerlingen in de groepen 1 t/m 5 die niet naar de Erasmusklas worden verwezen. • Compacten 5 • Verdiepen 5 • Verrijken 5 • Doorgaande lijn 5 Leerlingen in de groepen 1 t/m 5 die naar de Erasmusklas worden verwezen. • Erasmusklas 7 • Voorwaarden voor het starten van een Erasmusklas 7 Stappenplan Erasmusklas • Signaleringsfase 7 • Nominatiefase 8 • Plaatsingsfase 9 Evaluatie en rapportage Communicatie Doelstellingen van het lesprogramma • Sociale vaardigheden 10 • Projectlessen 10 • Globale dagindeling 11 Hoogbegaafdheidexpert Scholing • Cursus hoogbegaafdheid 12
2 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Inleiding De zorg voor onze leerlingen wordt op onze scholen verbreed door ook passend onderwijs te bieden aan leerlingen met excellente mogelijkheden. Dit wordt verwoord in het “Beleidsplan Hoogbegaafden” (december 2008), dat door het bestuur van 3primair en het totale onderwijsveld wordt gedragen. In het beleidsplan streven we ernaar, dat er over 3 jaar geen belemmerende factoren meer zijn voor goed onderwijs aan excellente leerlingen. Onze scholen zijn primair de partijen die moeten zorgen voor het voeden en steunen van de motivatie van het kind om te presteren en zich te ontwikkelen. De sociale ontwikkeling van een kind vindt immers voor een groot gedeelte plaats in de schoolomgeving. Wij zijn als basisscholen bij uitstek in de positie om er samen met de ouders voor te zorgen, dat excellente kinderen zich gelukkiger voelen. Het welbevinden van deze kinderen heeft een hoge prioriteit.
Werkplan: Scholen hebben afgesproken het “Beleidsplan Hoogbegaafden” te volgen. Met onderstaand werkplan wordt een aantal afspraken neergelegd, die voor alle scholen gelden. Het zijn richtinggevende afspraken, dat wil zeggen dat elke school er zich zoveel mogelijk aan probeert te houden. Daar waar plaatselijk aanpassingen nodig zijn, moet dat mogelijk zijn.
Structuur In het beleidsplan wordt uitgegaan van de onderstaande structuur: A. Groep 1 t/m 4: opvang van hoogbegaafden binnen de groep (extra voorzieningen voor talenten) B. Groep 5 t/m 8: opvang van hoogbegaafden binnen de groep (extra voorzieningen voor talenten) De extra voorzieningen bestaan o.a. uit: • specifieke materialen voor kinderen met talent, hoogbegaafden • aangepaste programma’s • ondersteuning vanuit expertise Erasmusuniversiteit en de Erasmusklas • ondersteuning door een hoogbegaafdheidexpert C. Groep 5 t/m 8: Hoogbegaafden zitten één dag per week in de Erasmusklas Voor de hoogbegaafde leerlingen in de groepen 5 t/m 8 wordt een verdeling gemaakt in kinderen die probleemloos functioneren binnen de groep en daar voldoende worden uitgedaagd en kinderen die zeer dringend de behoefte hebben aan een leersituatie met ontwikkelingsgelijken. 3 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Leerlingen in de groepen 1 t/m 4. Intakegesprek nieuwe leerlingen Om aan het begin van de basisschool te bepalen of er bij een kind sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong, is het van belang om hier bij de aanmelding reeds aandacht aan te besteden. In een kort verkennend gesprek bij de intake van nieuwe 4-jarige leerlingen ( en ook als leerlingen tussentijds op school komen) worden vragen gesteld over het ontwikkelingsniveau van de nieuwe leerling. Een peuter met een sterke ontwikkelingsvoorsprong is een leerling die kan opvallen door één of meer van de volgende kenmerken: • een taalgebruik boven leeftijdsniveau • een sterk geheugen • een specifieke interesse op een bepaald terrein, gedurende lange tijd, • het vermogen om creatieve oplossingen te bedenken voor bepaalde problemen • de kwaliteit om zichzelf te leren lezen, rekenen, tellen • is nieuwsgierig, stelt vragen, is opmerkzaam, observeert • is betrokken, neemt initiatieven • is onderzoekend, experimenteert, bouwt, ontwerpt • heeft een rijke fantasie, groot voorstellingsvermogen • sterke concentratie • oorspronkelijke humor • onafhankelijkheid, kan alleen spelen en werken • logisch denken, ziet relaties, verbanden, grotere patronen • is gevoelig, emphatisch, zorgzaam Versnellen Er zijn bij voorkeur twee momenten waarop versneld kan worden, namelijk versneld vanuit de kleutergroep naar groep 3 en van groep 3 naar groep 5. Bij versnellen dient te allen tijde gekeken te worden naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Compacten, verdiepen en verrijken Alhoewel het niet vaak voorkomt, zullen leerlingen in de groepen 1 t/m 4 wellicht ook gaan compacten, verdiepen en verrijken. Zie dan de opmerkingen hierover bij het hoofdstuk: “Leerlingen in de groepen 5 t/m 8 die niet naar de Erasmusklas worden verwezen”.
4 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Leerlingen in de groepen 5 t/m 8 die niet naar de Erasmusklas worden verwezen. Voor de kinderen uit de groepen 5 t/m 8 die niet naar de Erasmusklas gaan, zijn er genoeg materialen aanwezig om hen uit te dagen. Vanaf groep 5 t/m 8 is het vaak gewenst om te compacten, te verdiepen en te verrijken. Compacten (individueel) Compacten is het comprimeren van de reguliere leerstof tot een zodanige omvang dat alleen nieuwe aspecten (en de daarbij minimaal inoefenstof) worden aangeboden. Een structurele opzet hiervan vraagt aanvankelijk een behoorlijke tijdsinvestering, maar gaat mee voor de duur van een methode. Bij compacten is de steun van de IB’er en de hoogbegaafdheidexpert zeer belangrijk. Tijdens de scholing zal hier verder op ingegaan worden. Verdiepen Bij verdiepen vormt de aangeboden leerstof een verdieping op onderwerpen binnen de reguliere leerstof waardoor de leerling meer kennis en vaardigheden opdoet. Deze leerstof is uitgewerkt in leermaterialen, speciaal ontwikkeld voor hoogbegaafde leerlingen. Het aanbieden van leerstof, die een uitbreiding vormt op onderwerpen of vakken, die een onderdeel uitmaken van het reguliere onderwijsaanbod van een school. Tijdens de scholing zal hier verder op ingegaan worden. Verrijken Het aanbieden van leerstof die onderwerpen of vakken behandelt, die normaal gesproken geen onderdeel uitmaken van het reguliere onderwijsaanbod. De aangeboden leerstof is een aanvulling op de kerndoelen van het basisonderwijs en gaat in op onderwerpen die géén deel uitmaken van de reguliere leerstof. Hier gebruiken we materialen die inhoudelijk interessant zijn, extra vakken of onderwerpen zoals bijvoorbeeld een talencursus. Er kan ook leerstof worden aangeboden op een hoger abstractieniveau. Tijdens de scholing zal hier verder op ingegaan worden. Voor de leerling die de leerstof aangeboden krijgen volgens de methode van compacten, verdiepen of verrijken is het van belang, dat hun werk wordt beoordeeld en besproken (reflectie). In het gesprek tussen leerkracht en leerling moet vooral de nadruk liggen op het proces dat de leerling heeft doorgemaakt en op de leerpunten die de leerling eruit heeft gehaald. Doorgaande lijn Voor elke leerling is een doorgaande ontwikkelingslijn belangrijk. Dus ook voor een hoogbegaafde leerling. Het is aan te raden om ook voor hoogbegaafde leerlingen een handelingsplan op te stellen. In een handelingsplan wordt namelijk uitgegaan van de hulpvraag van de leerling. Meestal bevat een hulpvraag meerdere componenten. Als de 5 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
hulpvraag is vastgesteld wordt in het plan omschreven aan welk doel wordt gewerkt. Het gaat voor wat betreft verrijkingsonderwijs aan (hoog)begaafde leerlingen, om drie doelen: leren denken, leren leren en leren leven. Soms gaat het om een stukje cognitieve uitdaging (leren denken), maar het kan ook gaan om het stimuleren van de sociaalemotionele ontwikkeling (leren leven) of het werken aan studie/planningsvaardigheden (leren leren). Pas als duidelijk is aan welke doelen en vaardigheden gewerkt gaat worden, kan besloten worden welke begeleidingsmaatregelen het meest passend zijn en welke materialen ingezet worden. Vervolgens wordt hieraan een tijdspad gekoppeld en wordt bepaald wie voor de begeleiding van de leerling verantwoordelijk is. Door het onderwijs af te stemmen op de individuele behoeften van de (hoog)begaafde leerling is de doorgaande lijn gegarandeerd. (tekst van de webpagina van SLO)
6 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Leerlingen in de groepen 5 t/m 8 die naar de Erasmusklas worden verwezen. Erasmusklas In de Erasmusklas zitten leerlingen uit de groepen 5 t/m 8, die meer nodig hebben dan alleen een individueel programma met compacten, verrijken of verdiepen. De Erasmusklaskinderen hebben een specifieke behoefte aan contact met ontwikkelingsgelijken. Bovendien hebben zij behoefte aan uitdagingen op het gebied van creatief denken en begeleiding bij hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
Voorwaarden voor het starten van een Erasmusklas: • • • • • • • •
een goed bereikbare locatie voor alle belanghebbenden. de locatie moet minimaal voor één jaar beschikbaar zijn. de ruimte voor de Erasmusklas moet goed geoutilleerd zijn. (meubilair, audiovisuele middelen, etc.) er moeten kwalitatief goed leermaterialen aanwezig zijn. er moet een programma zijn voor de hoogbegaafde kinderen de doelstellingen en evaluatieaspecten moeten bekend zijn bij aanvang van de klas de criteria moeten helder zijn en de aanmeldingsmogelijkheden moeten bij ieder bekend zijn er is een vaste leerkracht voor de Erasmusklas aangesteld
Stappenplan Erasmusklas Het selecteren van leerlingen voor de Erasmusklas is niet eenvoudig. Leerkrachten kunnen aangeven welke leerlingen intelligent zijn en misschien wel hoogbegaafd. Vervolgens wordt bekeken of leerlingen gebaat zijn bij deelname aan de Erasmusklas. Wij hanteren daarbij het zogenaamde driestappenplan (signaleren, nomineren, plaatsen) Signaleringsfase: • Leerkrachten kunnen leerlingen bij de IB’er aanmelden. De IB’er gaat daarna in gesprek met de leerkracht over de reden van aanmelding. De resultaten uit het LVS liggen dan op tafel. ( Resultaten uit het LVS alléén zijn niet richtinggevend. Denk aan onderpresteerders.) Leerkracht en IB’er besluiten samen welke leerling wordt genomineerd. • Een diagnostisch gesprek met de leerling is erg belangrijk. Er zijn vragenlijsten om richting aan het gesprek te geven. • Ouders zijn een belangrijke informatiebron bij het signaleren van hoogbegaafdheid. Ook als u als school of individuele leerkracht niet direct het vermoeden heeft dat er sprake is van hoogbegaafdheid, is het van belang ouders in hun vermoeden serieus te nemen en te onderzoeken of dit vermoeden juist is. Immers, met name de onderpresterende en onderduikende (hoog)begaafde leerling zal als school minder gauw worden gesignaleerd. • Er kan gebruik worden gemaakt van een van onderstaande signaleringsinstrumenten. 7 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Signaleringsinstrumenten: Er zijn twee goede instrumenten om te screenen, namelijk het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) en de SiDi-R. Eén van deze twee kan gebruikt worden om de excellente leerling beter in beeld te krijgen. a. Digitaal Handelingsplan Hoogbegaafden voordeel: het is een praktisch instrument en geeft handelingsadviezen nadeel: kost € 150,- en € 10,- per maand b. signaleringsinstrument SIDI-R voordeel: het is goedkoper € 152,nadeel: alleen signaleren, geen handelingsadviezen Onze voorkeur gaat uit naar het digitaal handelingsplan hoogbegaafden. Uiteraard is de uiteindelijke keuze een individuele zorg van de school.
Nominatiefase De IB’er legt de resultaten van alle bovenstaande acties vast in een kort verslag en brengt dat in in een IB-overleg. Aan de hand van vooraf vastgelegde criteria worden alle nominaties bekeken. Zie hieronder “Criteria voor plaatsing in de Erasmusklas” Bij niet plaatsing wordt advies gegeven aan de IB’er van de moederschool van de leerling. Dit kan zijn: • aanpassing van de leerstof (compacten en verrijken) voor diverse vakken • aanpassing van het klassenmanagement – adaptief onderwijs • versnellen • een sociale vaardigheidstraining • begeleiding van de leerkracht in het omgaan met intelligente kinderen • het aanvragen van een onderzoek voor een leerling • het aanvragen van ambulante begeleiding door deskundigen
Criteria voor plaatsing in de Erasmusklas: Het besluit tot toelating tot de Erasmusklas (max. 10 kinderen) wordt genomen door de regionale IB-groep. Definitieve plaatsing geschiedt overigens pas na het intakegesprek met de ouders.
Landelijk gezien bestaan de Plusklassen niet alleen uit hoogbegaafde leerlingen. Ook leerlingen die bij Cito-toetsen bovengemiddeld scoren, leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong en onderpresteerders en leerlingen die naar de mening van de leerkracht in overleg met de IB’ er duidelijk meer uitdaging nodig hebben, kunnen deel uitmaken van de plusklassen. In principe hanteren wij de volgende criteria als het gaat om het plaatsen van een leerling in de Erasmusklas: • Leerlingen met een IQ van 130 of hoger komen als eerste in aanmerking voor plaatsing. De uitslag van een redelijk recent IQ-onderzoek is aanwezig (orthopedagoog / psycholoog). • Er is bij de leerling sprake van een hoog IQ (onderzoeksrapport aanwezig) gecombineerd met “onderpresteren”. Deze leerling krijgt in de Erasmusklas de kans om op te bloeien. 8 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
•
Bovengemiddeld begaafde leerlingen met een IQ tussen de 120 en 130 kunnen ook worden toegelaten als er sprake is van sociaal-emotionele problematiek. • Leerlingen met een IQ lager dan 130, bij wie sprake is van een combinatie van gunstige persoonskenmerken met goede leereigenschappen. Om te worden toegelaten tot de Erasmusklas moet er bij de leerling zowel als bij de ouders sprake zijn van een sterke betrokkenheid en motivatie.
Plaatsingsfase Het regionale IB-overleg bepaalt of een leerling in de Erasmusklas wordt geplaatst. Daarna vindt op school een gesprek met ouders plaats. Voor elke leerling die geplaatst wordt zal met de ouders een intakegesprek plaatsvinden. Het is belangrijk om de ouders goed op de hoogte te brengen van de afspraken over o.a. het vervoer naar de klas en de rapportage. Ouders, leerkrachten en leerlingen krijgen een informatieavond.
Evaluatie en rapportage De leerkracht van de Erasmusklas zorgt voor de registratie en evaluatie van de lessen. Driemaal per jaar rapporteert hij/zij de ouders en de leerkrachten. De kinderen gaan werken met een portfolio waarin zij zelf kunnen reflecteren op hun werk en kunnen evalueren of de gestelde doelen behaald zijn. Eenmaal per jaar vindt er een groot evaluatiemoment plaats. Ouders, leerlingen en leerkrachten worden gevraagd een evaluatielijst in te vullen. Na het invullen van de lijsten wordt een evaluatieavond gepland waarop een nabespreking plaatsvindt van ingevulde lijsten en een verslag van de lessen van de afgelopen periode.
Communicatie Binnen de gehele organisatie voor goed onderwijs aan hoogbegaafden is een goede communicatie van essentieel belang. Om deze communicatie zo optimaal mogelijk te laten zijn, kiezen we voor de volgende mogelijkheden: • Dagverslagen: Iedere week krijgen de ouders van de hoogbegaafde leerlingen, IB’ers, leerkrachten en directies via de mail de dagverslagen • Erasmusbulletin: Vijfmaal per jaar krijgen de ouders van de hoogbegaafde leerlingen, directies, IB’ers en alle leerkrachten van 3primair het Erasmusbulletin • Mailen – Er is een speciaal e-mailadres voor tussentijds contact:
[email protected] • De leerkracht van de hb-klas zal veel contact onderhouden met de leerkrachten van de moederschool
Doelstellingen van het lesprogramma Sociale vaardigheden De praktijk wijst uit dat hoogbegaafde kinderen vaak negatieve ervaringen in de sociale contacten met andere kinderen hebben gehad en soms nog steeds hebben. Ze geven het op nog langer hun best te doen deel te nemen aan het sociale proces in de school. Deze kinderen hebben zich afgesloten voor positieve ervaringen in sociale contacten. Er is een houding ontstaan van: “het kan me niet schelen” of “ik kan wel zonder”. 9 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Doel van de kringactiviteiten
De kinderen leren zichzelf bewust te worden van gevoelens, zowel positief als negatief. De kinderen leren dat gedrag een gevoel oproept waarnaar wordt gehandeld. De kinderen leren dat op een positieve manier iets zeggen vaak een positieve reactie teruggeeft en op zijn minst zorgt voor communicatie. De kinderen leren dat waardering krijgen een prettig gevoel geeft en dat zij daar ook recht op hebben. De kinderen leren zich bewust te zijn van hun grotere cognitieve vaardigheden waardoor zij zich anders kunnen voelen, maar dat dat niet verkeerd is.
Mogelijkheden om deze doelen te bereiken
Gesprekken over bovenstaande onderwerpen Het spreken over en het oefenen van sociale vaardigheden om hen zo bagage mee te geven voor in hun dagelijks leven. Tijdens de bijeenkomsten in de Erasmusklas krijgen kinderen regelmatig feedback op die onderdelen, die voor hen lastig zijn.
Projectlessen De kinderen die de Erasmusklas bezoeken hebben vaak specifieke onderwijsbehoeften. Zij hebben bijvoorbeeld behoefte aan: uitdagende lesstof, die buiten het normale patroon van het dagelijkse onderwijs in de reguliere klas valt. de mogelijkheid te kunnen experimenteren met verschillend materiaal of vanuit een probleemstelling samenwerking met andere kinderen die hun denkniveau kunnen volgen en daarop adequate reacties kunnen geven. (uitwisseling met gelijkgestemden) Daarnaast is het voor deze kinderen van belang, dat zij in een veilige omgeving ervaring op kunnen doen met: het stellen van hun eigen doelen om zo inzicht te verkrijgen in hun eigen kunnen het feit dat taken meer tijd kunnen vragen dan zij gewend zijn (vergroten van de concentratieboog) het plannen en structureren van taken. Denk hierbij ook aan het analyseren van problemen en het uitzetten van een tijdspad. het feit dat er meerdere oplossingen mogelijk zijn en er over oplossingen gediscussieerd kan worden (bijbrengen van een open houding naar anderen met andere ideeën) het maken van fouten is niet erg (tegen eigen grenzen aanlopen) het samenwerken met andere kinderen en het oplossen van de problemen die daarbij kunnen ontstaan.
Mogelijkheden om tot de doelstellingen te komen
Projectlessen die op het technische vlak liggen, of die meer wereldoriënterend zijn Opdrachten die bewust zo worden gegeven, dat de kinderen tegen de moeilijkheden zullen aanlopen en daar een oplossingen voor moeten bedenken. 10
Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Lesstof en/of opdrachten moeten de kinderen prikkelen om op zoek te gaan naar oplossingen. Ook worden de kinderen gestimuleerd om op internet op zoek te gaan naar informatie. Bijeenkomsten waar de kinderen ruim de tijd krijgen om al deze ervaringen uit te wisselen. De projectlessen worden aan het eind afgesloten met een presentatie. Dit kan in de vorm zijn van een PowerPoint presentatie, maar ook het maken van een website of een filmpje moet tot de mogelijkheden behoren. De kinderen moeten de kans krijgen om hun presentatie ook te houden in de “eigen”klas. Op die manier moeten ze ervoor zorgen dat hun presentatie ook te volgen is voor kinderen die een ander cognitief niveau hebben. Daarnaast krijgen de klasgenoten en de “eigen” leerkracht ook een beter beeld van de activiteiten in de Erasmusklas.
Globale dagindeling De dagindeling van de Erasmusklas zal er ongeveer zo uit gaan zien: 8.30 - 8.45 uur ontvangst / inloop 8.45 - 9.30 uur kring – sociale vaardigheidstraining 9.30 - 10.15 uur filosoferen en debatteren 10,15 – 10.30 uur pauze 10.30 - 11.45 uur projectlessen 11.45 - 12.00 uur spelletje 12.00 - 13.15 uur lunchpauze 13.15 - 14.00 uur projectlessen of een creatieve activiteit 14.00 – 15.15 uur vrije keuze, naar onderwijsbehoefte
Hoogbegaafdheidexpert Ons advies is om op elke school een hoogbegaafdheidexpert aan te stellen. Deze persoon verdiept zich in de problematiek van hoogbegaafde en hoogintellectuele leerlingen. Leerkrachten op school kunnen gebruik maken van de kennis van de hoogbegaafdheidexpert. Taken van de hoogbegaafdheidexpert zouden kunnen zijn: • Het maken van verslagen van de besprekingen met hoogbegaafden • Het samen met de IB’er maken van leerlingendossiers. • Het helpen van leerkrachten bij het maken van handelingsplannen voor hoogbegaafden • Het coachen van leerkrachten op het gebied van hoogbegaafden • Het inzetten van een signaleringsinstrument om een hoogbegaafde in beeld te krijgen. • Het voeren van een diagnostisch onderzoek om leerproblemen bij kinderen te “verhelderen” en om te bepalen of een ingezet handelingsplan tot het gewenste effect heeft geleid. • Het ontwikkelen, coördineren, bewaken en actualiseren van het leerlingvolgsysteem. • Het meedenken en leidinggeven bij discussies over onderwerpen die hoogbegaafdheid betreffen. • Het beheren en ontwikkelen van de inhoud van de orthotheek voor hoogbegaafdheid. 11 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.
Op een later tijdstip kunnen de hoogbegaafdheidexperts van de diverse scholen bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen, elkaar te ondersteunen en met elkaar knelpunten op te lossen.
Scholing In het “Overzicht activiteiten” ligt vast dat binnen nu en drie jaar leerkrachten worden geschoold. We hebben Lieke van Wermeskerken bereid gevonden deze scholing te verzorgen.
Lieke van Wermeskerken-Baas is in 2005 afgestudeerd aan de Erasmus universiteit Rotterdam met een master ontwikkelings- en onderwijspsychologie. Direct hierna begon ze haar loopbaan bij de CED-Groep. Hier is ze werkzaam geweest in verschillende trajecten van ontwikkeling en begeleiding. Ze was betrokken bij diagnostiek en begeleiding van leerlingen met veel ongewenst gedrag, hoogbegaafdheid of andere sociaal-emotionele of didactische problemen. Ook heeft ze veel gedaan met klassentrajecten ter verbetering van gedrag en orde in de klas (Taakspel). Daarnaast was ze vanuit eigen interesse en ervaring lid van het kennisteam hoogbegaafdheid. In 2008 en 2009 is ze zich hierin verder gaan specialiseren. Cursus hoogbegaafdheid We kennen hem/haar allemaal: de leerling die zo snel gaat, dat hij zich constant verveelt of de leerling die constant ‘aparte’ vragen stelt of de leerling die heel gewoon lijkt, maar waarvan de ouders vaak komen vertellen, dat hij thuis zichzelf al heeft leren lezen en alles weet over sterrenkunde. Het herkennen en begeleiden van hoogbegaafde leerlingen blijft lastig. Iedere leerkracht komt deze problematiek tegen en de handelingsverlegenheid wordt al snel groot. Wil jij meer kennis en praktische vaardigheden op het gebied van hoogbegaafde leerlingen? Of wil je met het hele team een praktische schoolspecifieke cursus hoogbegaafdheid op locatie volgen? Je kunt contact opnemen met of informeren naar de mogelijkheden voor de teamcursus bij: Drs. L. van Wermeskerken Tel: 06-50488081 E-mail:
[email protected]
12 Werkplan behorende bij het beleidsplan voor hoogbegaafde kinderen.