English! English!
Handleiding Resources cd-rom
Inhoud Inleiding
2
1 A4’tjes met song-/rapteksten
3
2 Displays met song-/rapteksten
3
3 Flashkaarten
3
Activiteiten met de flashkaarten zonder woorden
4
Activiteiten met de flashkaarten met woorden
4
4 Activity cards / game grid cards (spelkaartjes)
4
Spellen met losgeknipte kaartjes voor drietallen
5
Overige activiteiten
6
5 Vocabulary sheets (woordenschatbladen)
7
6 Assessment sheets (toetsbladen)
7
1
Inleiding Op de Resources cd-rom vindt u documenten bij elk thema van English! English!, gesorteerd in mappen. U kunt deze afdrukken wanneer u ze nodig hebt. Bij (vrijwel) elk thema zijn de volgende pdf-documenten beschikbaar: A4’tjes met song-/rapteksten displays met song-/rapteksten kleine flashkaarten met plaatjes zonder woorden kleine flashkaarten met plaatjes en woorden grote flashkaarten met plaatjes zonder woorden voor op het whiteboard grote flashkaarten met plaatjes en woorden voor op het whiteboard activity cards / game grid cards (spelkaartjes) met plaatjes activity cards / game grid cards (spelkaartjes) met woorden vocabulary sheets (woordenschatbladen) assessment sheets (toetsbladen) Er zijn vele mogelijkheden om deze documenten als hulpmiddel in te zetten. Een mogelijke werkwijze die veel aandacht besteedt aan het luisteren, is bijvoorbeeld: 1 introductie van de nieuwe woorden van het thema aan de hand van de flashkaarten zonder woorden 2 eerste aanbieding van de eerste song van het thema met behulp van de audio-cd 3 de Listening Activity aan de hand van het vel spelkaartjes met plaatjes 4 tweede aanbieding van de song; herkenning van de nieuwe woorden aan de hand van de flashkaarten zonder woorden 5 het spel Listen & Pick Up aan de hand van de losgeknipte spelkaartjes (eerst met plaatjes, daarna met woorden) 6 het spel Irish Bingo aan de hand van de flashkaarten met woorden 7 huiswerk: de eerste song leren aan de hand van het A4’tje met songtekst Na behandeling van de andere songs, raps etc. en opnieuw een aantal activiteiten met de flashkaarten en spelkaartjes volgt dan een afsluitende toets aan de hand van het toetsblad. Een heel andere mogelijkheid, met meer nadruk op het uitspreken en schrijven van de Engelse woorden: 1 introductie van de nieuwe woorden aan de hand van de flashkaarten met woorden 2 eerste aanbieding van de eerste song van het thema met de audio-cd 3 tweede aanbieding van de song; herkenning van de nieuwe woorden aan de hand van de flashkaarten zonder woorden 4 het spel Find Pairs of het spel Memory aan de hand van de losgeknipte spelkaartjes 5 het spel Show & Say aan de hand van de losgeknipte spelkaartjes 6 derde aanbieding van de song met het A4’tje met songtekst als meezingblad 7 huiswerk: de eerste song leren aan de hand van het A4’tje met songtekst als invulblad Op welke manier u de hulpmiddelen inzet, hangt af van het niveau van uw leerlingen en uw eigen voorkeuren.
2
1 A4’tjes met song-/rapteksten De A4’tjes met de tekst van een song of rap kunt u gebruiken voor verschillende doeleinden. als meezingblad tijdens het zingen van de song of rap als huiswerkblad waarmee de leerling thuis de song of rap leert als invulblad U kunt de leerlingen individueel de tekst van de song of rap laten oefenen met een afdruk of kopie waarop u bepaalde woorden, woordgroepen of korte zinnen heeft weggelaten. Eventueel kunt u onderaan het blad een lijst van de ontbrekende woorden toevoegen, zodat de leerlingen deze gemakkelijk kunnen overnemen en wegstrepen. Als leerlingen de song of de rap al kennen, kunt u hen zelf een invulblad laten maken; dit blad kan dan door andere leerlingen worden ingevuld. Uiteraard kunt u een invulblad ook als huiswerk meegeven in plaats van een huiswerkblad met de volledige tekst. als opzoekblad voor opdrachten waarbij de leerlingen hun eigen woordzoeker of kruiswoordraadsel maken met woorden uit de song of rap
2 Displays met song-/rapteksten Van veel songs en raps bestaan afdrukbare displayversies in grote letters. Deze versies beslaan doorgaanse verschillende liggende A4-pagina’s. Druk de pagina’s af, lamineer ze, plak ze onder elkaar en hang ze aan de muur als display. Vijf minuten over in de les? Behandel een thema opnieuw door de song te zingen of de rap te rappen! De tekst hangt aan de muur!
3 Flashkaarten De flashkaarten tonen alle een plaatje. Er zijn steeds twee versies: zonder het bijbehorende woord of de bijbehorende woordgroep met het bijbehorende woord of de bijbehorende woordgroep Bovendien bestaan de flashkaarten in twee formaten: de kleine flashkaarten in A5-formaat, die in de pdf’s steeds twee aan twee op één A4-vel staan de grote flashkaarten in A4-formaat voor gebruik op het whiteboard Druk alle flashkaarten af, plak de versies met en zonder woorden met de ruggen tegen elkaar, knip de A5-flashkaarten los van elkaar en lamineer ze. 3
Activiteiten met de flashkaarten zonder woorden De flashkaarten zonder woorden kunt u in ieder geval op twee momenten gebruiken: bij de introductie van de woorden van een nieuw thema bij het inoefenen van deze woorden aan de hand van de song of rap Daarnaast kunt u zelf wellicht nog andere toepassingen bedenken. Bij de introductie van een thema presenteert u de nieuwe woorden en woordgroepen aan de klas met behulp van de grote flashkaarten, die u op het whiteboard hangt. U spreekt de nieuwe woorden uit; de leerlingen horen de woorden, maar lezen ze nog niet. Wanneer alle flashkaarten op het whiteboard hangen, speelt u een geheugenspel. Vraag de leerlingen hun ogen dicht te doen. Haal één flashkaart weg. Laat de leerlingen raden welke kaart u heeft weggehaald. Herhaal dit enkele keren met steeds moeilijker woorden. Later, als de leerlingen de nieuwe woorden kennen en als ze deze inoefenen aan de hand van een song of rap, kunt u de kleine flashkaarten zonder woorden inzetten. U speelt de song/rap af of u zingt/rapt zelf de tekst met de karaokeversie als begeleiding. Vervolgens deelt u de kleine flashkaarten uit en speelt u de song/rap opnieuw af. De leerlingen moeten hun flashkaart omhoog houden wanneer ze hun woord in de song/rap voorbij horen komen.
Activiteiten met de flashkaarten met woorden De grote flashkaarten met woorden kunt u onder meer gebruiken bij het eliminatiespelletje Irish Bingo. Dit spel speelt u bij voorkeur aan het eind van de les. Hang de grote flashkaarten op het whiteboard. Neem de tijd om in te gaan op de uitspraak van de woorden. De leerling kiest vervolgens vijf van de kaarten op het whiteboard en noteert de bijbehorende woorden in zijn/haar schrift. Daarna gaat iedereen staan. U haalt een willekeurige flashkaart weg, terwijl u het bijbehorende woord hardop uitspreekt en tweemaal herhaalt. De leerlingen die dit woord in zijn/haar schrift hadden geschreven, gaan zitten. De leerling die als laatst overblijft is de winnaar van het spel. Hij/zij vertelt aan de klas welke woorden hij/zij had genoteerd. Speel het spel opnieuw. Dit keer schrijven de leerlingen maar vier woorden die bovendien nog niet eerder zijn uitgekozen. U kunt het spel moeilijker maken door ook flashkaarten van eerdere thema’s te gebruiken.
4 Activity cards / game grid cards (spelkaartjes) De spelkaartjes staan per twintig stuks op een A4-vel (herkenbaar aan de woorden Game Grid onderaan het vel). Ook hiervan bestaan steeds twee versies: kaartjes met een plaatje kaartjes met een woord of woordgroep Hierna worden tien activiteiten beschreven die mogelijk zijn met deze kaartjes: zeven spellen die worden uitgevoerd in drietallen met losgeknipte kaartjes drie overige activiteiten met een afwijkende opzet Met een beetje fantasie kunt u nog enkele variaties op deze activiteiten bedenken.
4
Spellen met losgeknipte kaartjes voor drietallen Voorbereiding voor alle zeven spellen Elk drietal heeft nodig: een afdruk of kopie van elk vel met spelkaartjes (zowel de plaatjeskaartjes als de woordenkaartjes) een schaar lijm twee verschillende kleuren karton een grote envelop of plastic showtas (A4, aan drie kanten dicht, bovenaan open, met perforatierand) Geef de leerlingen zo mogelijk is uitleg in het Engels. Laat hen het vel met de plaatjeskaartjes op de ene kleur karton plakken en het vel met de woordenkaartjes op de andere kleur karton. Laat de leerlingen vervolgens de vellen doorknippen om zo twee sets spelkaartjes te maken. Op deze manier krijgen de achterkanten van de plaatjeskaarten een andere kleur dan de achterkanten van de woordenkaarten. Wanneer u de hieronder beschreven spellen moeilijker wilt maken, kunt u kaartjes van verschillende thema’s tegelijk gebruiken. Dan moet er aan het eind van de les wel tijd zijn om de sets spelkaartjes op te bergen in de juiste envelop of showtas. Dat lukt makkelijker als u verschillende kleuren kaarten voor de verschillende thema’s aanhoudt! Listen & Pick Up – Pictures Doel: De leerlingen kunnen de woorden al luisterend verstaan. Verloop: Elk drietal legt de plaatjeskaarten met de afbeelding naar boven op tafel. De woordenkaarten worden in de plastic tasjes opgeborgen. De leerkracht of onderwijsassistent zegt één van de woorden in het Engels. De leerling die het eerst het juiste plaatjeskaartje pakt, mag dit houden. De leerlingen met aan het eind de meeste kaartjes is de winnaar. Doe dit enkele keren. Listen & Pick Up – Words Doel: De leerlingen kunnen de woorden al luisterend verstaan en lezen. Verloop: Speel dit spel als vervolg op het vorige spel. Het verloop is hetzelfde, maar nu wordt er gespeeld met de woordenkaartjes. Find Pairs Doel: De leerlingen kunnen de woorden lezen. Verloop: De plaatjeskaarten worden op tafel neergelegd met de afbeelding naar boven. De woordenkaarten worden geschud en met de woorden naar beneden op een stapel gelegd. Elke leerling pakt om de beurt een woordenkaartje en probeert de juiste plaatjeskaart erbij te zoeken. Als dit lukt, mag hij/zij het paar houden. De leerling met de meeste paren wint. Doe dit enkele keren. Dit spel kan ook individueel worden gespeeld.
5
Memory Doel: De leerlingen kunnen de woorden lezen. Verloop: Leg alle kaarten (woorden en plaatjes) met de bedrukte zijde naar beneden op tafel. Elke leerling draait om de beurt twee kaarten om (één van elke kleur) en probeert een paar te vormen. Als de kaarten die de leerling pakt geen paar vormen, legt hij/zij de kaarten terug op dezelfde plaats. Als de leerling wel een paar pakt, mag hij/zij de kaarten houden. De leerling die aan het eind van het spel de meeste kaarten heeft, is winnaar. Schud de kaarten en speel het spel opnieuw. Read & Point – Pictures Doel: De leerlingen kunnen de woorden lezen. Verloop: Eén leerling van het drietal is ‘bankier’ en legt alle woordenkaartjes op tafel neer, met de woorden naar boven. Hij schudt vervolgens de plaatjeskaarten en houdt deze bij zich. De bankier kiest een kaart en legt die op de tafel, zodat de andere twee leerlingen de kaart kunnen zien. De eerste leerling (niet de bankier) die de bijbehorende woordenkaart aanwijst, wint het paar. De leerling met aan het eind de meeste paren wint en wordt zelf bankier. Herhaal dit enkele keren. Read & Point – Words Doel: De leerlingen kunnen de woorden lezen. Verloop: Speel het spel Read & Point ook omgekeerd: leg de plaatjeskaartjes op tafel neer en laat de bankier de woordenkaartjes bij zich houden. Show & Say (dus niet: Show & Shout) Doel: De leerlingen beheersen de woorden productief en kunnen deze correct uitspreken. Verloop: Eén leerling van het drietal is bankier. Hij/zij schudt de plaatjeskaarten en houdt deze bij zich. De woordenkaartjes worden in de envelop of showtas opgeborgen. De bankier legt langzaam één plaatjeskaart met de afbeelding naar boven op tafel. De eerste leerling (niet de bankier) die het juiste woord zegt (niet schreeuwt), wint de plaatjeskaart. Hij moet het woord correct uitspreken. De leerling met aan het eind van het spel de meeste plaatjeskaartjes wint en wordt bankier.
Overige activiteiten Listening Activity Doel: De leerlingen kunnen de woorden al luisterend verstaan. Geef elke leerlingen een exemplaar van het vel met de plaatjeskaartjes. De leerlingen schrijven de nummers 1 t/m 20 onder elkaar in hun schrift. U noemt de woorden van het blad in willekeurige volgorde op. (Noteer deze volgorde voor uzelf, zodat u hierna de correcte antwoorden op het whiteboard kunt zetten!) De leerlingen schrijven bij elk getal in hun schrift de letter van het bijbehorende plaatje. Voor gevorderde leerlingen kunt u de activiteit moeilijker maken door de woorden te verwerken in complete zinnen. Als de leerlingen de getallen van 1 t/m 20 kennen, kunt u de instructie in het Engels geven en na afloop de correcte antwoorden in het Engels behandelen. Zo herhalen de leerlingen de getallen 1 t/m 20 en de uitspraak van het alfabet.
6
Domino Game Doel: De leerlingen kunnen de woorden lezen. Gevorderde leerlingen kunnen hun eigen dominospel maken. Ze maken kaartjes door een willekeurige combinatie van een plaatje en een woord(groep) op karton te plakken. Vervolgens kunnen ze het spel spelen met een medeleerling. Talking Dice Doel: De leerlingen beheersen de woorden productief en kunnen deze correct uitspreken. Plak plaatjeskaartjes op enkele grote dobbelstenen. Werp de eerste dobbelsteen. De leerling die als eerste het bijbehorende woord of de bijbehorende woordgroep zegt, werpt nu de dobbelsteen. De woorden moeten correct worden uitgesproken. Herhaal het spel met de andere dobbelstenen.
5 Vocabulary sheets (woordenschatbladen) De woordenschatbladen zijn hetzelfde als de eerste bladzijden van elk thema uit het handboek, met de afbeeldingen en de bijbehorende woord(groep)en. Deze woordenschatbladen kunt u afdrukken en bijvoorbeeld laten leren als huiswerk.
6 Assessment sheets (toetsbladen) De toetsbladen kunt u op drie manieren gebruiken: geheel In deze variant wordt alleen de receptieve woordenschat getoetst. De leerling zoekt het juiste plaatje bij ieder woord en noteert hij/zij het nummer van dit plaatje in het juiste hokje. onderste helft (alleen de woorden met invulhokjes) In deze variant wordt behalve de receptieve woordenschat ook een stukje luistervaardigheid getoetst. U leest de woorden of woordgroepen voor, voorafgegaan door een nummer: 1, 2 etc. De leerling noteert dit nummer in het juiste hokje. bovenste helft (alleen de plaatjes) In deze variant wordt de productieve woordenschat getoetst. De leerling schrijft op een los blaadje de nummers 1 t/m 20 onder elkaar en vult achter elk nummer het juiste woord in. De eerste manier vraagt het minst van de leerlingen, de laatste manier vraagt het meest van hen. De moeilijker varianten moeten alleen worden toegepast als de leerlingen dit hebben kunnen oefenen in vergelijkbare activiteiten.
7
Door deze eenvoudige opzet kosten het afnemen en het nakijken van een toets weinig tijd. U kunt de leerlingen zelf hun eigen werk of elkaars werk laten nakijken. De leerlingen kunnen hun eigen resultaten bijhouden achterin hun schrift. Op deze manier kunnen de leerlingen zelf zien welke thema’s ze hebben afgerond en hoe goed ze het hebben gedaan.
8