Engineeringnet WWW.ENGINEERINGNET.BE
QR-code Android App
magazine
TECHNOLOGISCH MAGAZINE VOOR DE MAAK- EN PROCESINDUSTRIE
JOBS & CARRIERE DOSSIER INGENIEURSBAROMETER
Stellen werkgevers te hoge eisen? Zes ingenieursstudenten over hun verwachtingen Duaal leren kan succes worden, maar...
IN THE FIELD Vlaams 3D-printbaar implantaat voor honden Machinebouw: Vlaams laserafbuigsysteem Borit beschermt unieke productietechnologie
TECHNISCH AANBOD Demaitere Engineering Vanuit thuisbasis inkijken in machines Egemin Automation groeit met 22% Nieuw conceptcenter bij Siemens Huizingen
FOOD PLANT OF THE FUTURE
DE AUTOMATISCHE KAASFABRIEK VAN MILCOBEL MOORSLEDE NR 123 - mei 2015 - P409092 - Afgiftekantoor Antwerpen x - MAINPRESS PUBLICATIE - verschijnt 6 x per jaar
De weg naar een groene toekomst... Efficiënt l Krachtig l Betrouwbaar
Marktleider in energie efficiënte oplossingen WATT drive high performance reductoren zijn ontworpen met het doel om te voldoen aan de zwaarste toepassingen in de meest uiteenlopende industrieën. Als één van de leiders in het ontwerpen en produceren van industriële elektromotoren en frequentieregelaars, is de focus van WEG niet enkel gericht om u te helpen te voldoen aan de nieuwe normeringen betreffende het inzetten van motoren met het hoogste rendement, maar eveneens om complete oplossingen aan te bieden betreffende uw energiebehoeften.
Reductoren
Ontdek uw eerste stappen op weg naar een groenere toekomst op www.weg.net
IN THE FIELD CROSSMEDIA NIEUWSPLATFORM PRINT • WEB • MOBILE Uitgeverij Mainpress n.v. Diamantstraat 5 - B-2275 Lille Tel. 0032 (0)3 326.56.16 Fax 0032 (0)3 326.56.36
8 13
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers door CIM gecontroleerde oplage CIM-logo nagebouwd 2014.indd 1 25-9-2014 13:09:19
Drager van het Prof B to B press Quality Label
15 16 31
Hoofdredacteur: Bert BELMANS
[email protected] Redactie: L. DE SMET G. LEYSEN E. JONCKHEERE L. HEIDA A. CALDERS Y. ANTOINE K. MORTELMANS
36
Robots in de voedingsindustrie De automatische kaasfabriek van Milcobel Moorslede Additieve fabricage Vlaams 3D-printbaar implantaat voor... honden 3D-printing ProtoCycler verwerkt plastic restmateriaal tot filament voor 3D-printers Machinebouw Ingenieurskoppel ontwikkelt laserafbuigsysteem Dossier «De Wet» Overtreden gebruikers van aandrijvingen de wet? Borit beschermt zijn unieke productietechnologie voor de wagen van de toekomst «Inkijken in de machine vanuit thuisbasis» Project Demaitere Engineering voor Emeraude Plants
vacatech jobs
Advertenties Herwig VAN LIMBERGEN
[email protected] Abonnementen: Marleen WUYTS
[email protected] door storting van 41 op rekening 415-9055911-06 van Mainpress n.v. IBAN BE85 4159 0559 1106 BIC KRED BEBB Klantendienst: Marleen WUYTS
[email protected] Verant. uitgever: Bert BELMANS Diamantstraat 5 B-2275 Lille Coverfoto: Milcobel
Visit us at: www.engineeringnet.be www.engineeringnet.nl
21 24 27
Schaarste aan ingenieurs Hoe staan ingenieursstudenten er zelf tegenover? Ingenieurs aanwerven Stellen werkgevers te hoge eisen? In Vlaanderen: Mismatch van 2.500 vacatures en 2.700 werkzoekende ingenieurs
columns 29 33
«Duaal» leren kan succes worden voor alle actoren Foto's van uw bedrijf op uw website? Voorzichtig zijn de boodschap! mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
3
ENGINEERINGNET.BE & NL NIEUWSLIJN
Atlas Copco's Ronny Leten: «Limburgse kennishub biedt kansen voor innovatieve hi-tech bedrijven»
«D
e regio Limburg heeft zich ontwikkeld tot een competentiehub waarin verschillende netwerken in interactie treden: logistieke bedrijven, universiteiten, en meer. Daardoor kunnen nieuwe spin-offs en hi-tech innovaties ontstaan. Die flow tussen netwerken stimuleert competentie en trekt talent aan. België kan in dat opzicht een unieke rol spelen». Dat stelde Ronny Leten, CEO van compressorgigant Atlas Copco, tijdens de opening van een vernieuwd, hoogtechnologisch distributiecentrum in Hoeselt. Vlaams Minister-President Geert Bourgeois keek ernaar en zag dat het goed was.
8 miljoen euro, 20 jobs In totaal investeerde de Zweedse machinebouwer 8 miljoen euro in de uitbreiding. Goed voor 20 nieuwe jobs, bovendien. «Atlas Copco blijft overtuigd van het strategisch belang dat Vlaanderen speelt in logistieke operaties in Europa en ver daarbuiten», aldus nog Leten. «We hebben met ons team de laatste jaren hard gewerkt aan de vernieuwing van het distributiecentrum», zegt Stefaan Vertriest, General Manager Atlas Copco Hoeselt. «Het resultaat is een veilig, innovatief magazijn met hoogtechnologische oplossingen zoals pick-in-the-box en voice-picking. We werken aan een volledige supply oplossing, van leverancier tot eindklant, en zijn daarmee helemaal
GE SPOT
4
Links: Ronny Leten, rechts Geert Bourgeois
klaar voor de toekomst». In het uitgebreide distributiecentrum worden dagelijks zo'n 8.000 reserveonderdelen en industriële gereedschappen verscheept naar zo'n 180 markten. De uitbreiding is 10.000 vierkante meter groot en omvat 12 nieuwe laadkades, extra stockageruimte en ergonomische inpakstations. In totaal werden een twintigtal extra vacatures ingevuld, waardoor het aantal Atlas Copco medewerkers in Hoeselt toeneemt tot 258. Het bedrijf
Sirris opent in Zwijnaarde een fonkelnieuwe pilootgieterij. De investering bedraagt 550.000 euro en kon gerealiseerd worden in samenwerking met OCAS en CRM. De installatie kan gebruikt worden door gieterijen en afnemers om aan te leren 'first time right'-gietproducten te bekomen en nieuwe gespecialiseerde gietlegeringen uit te testen. «De wereldwijde gieterijmarkt zal de komende jaren fors groeien», verwacht Sirris.
ENGINEERINGNET MAGAZINE mei 2015
behoort tot de top drie qua omzet in Belgisch Limburg. Atlas Copco begon begin de jaren ‘80 zijn wereldwijde logistiek te verankeren in Vlaanderen. Wereldwijd zijn de twee grootste distributiecentra van de Zweedse machinebouwer gevestigd in Wilrijk en Hoeselt en beide zijn uitgegroeid tot sterke competentiecentra. Het magazijn in Hoeselt werd nu uitgebreid van 20.000 naar 30.000 m² opslagruimte. << (BB) (foto: Atlas Copco)
NMBS Logistics heeft eindelijk een investeerder gevonden. De Zwitserse investeringsmaatschappij Argos Soditic versterkt de kapitaalbasis met 70 miljoen euro en bezit nu 66,6% van de aandelen. De spoorvrachtvervoerder is trouwens nog steeds niet uit de rode cijfers. De Zwitsers willen daarom 'nieuwe diensten' gaan ontwikkelen, maar wat dat concreet betekent, vertellen ze er fijntjes niet bij.
«IWT Awards steunen voor de vierde maal Vlaamse innovatieve KMO's», zo kunt u lezen op onze nieuwssite Engineeringnet.be. Dit jaar zijn de laureaten SMO met een logistiek project voor Van Hool plus een mini-WKK voor particulieren, Novosanis met een comfortabele(r) plastuit voor vrouwen, en LiquidFloors met een gietvloer die ook op trappen en wanden kan worden aangebracht.
ENGINEERINGnet.BE & NL NIEUWSLIJN
Megaprojecten: de langste HVDC-verbinding in Europa
ABB mag Noorse en Duitse elektriciteitsnetten met elkaar verbinden Het NordLink-project wordt de langste verbinding tussen twee HVDC-netten in Europa en maakt de transmissie van 1.400 megawatt aan hernieuwbare energie mogelijk.
A
BB laat weten een contract ter waarde van ongeveer 900 miljoen dollar gewonnen van een consortium bestaande uit de nutsbedrijven Statnett en TenneT en de ontwikkelingsbank KfW. Het project heeft betrekking op de levering van on-shore omvormerstations
voor HVDC (high-voltage direct current of gelijkstroom met hoge spanning) en de bijhorende kabelsystemen aan de Duitse zijde van het project om zo de allereerste verbinding tussen het Noorse en Duitse stroomnet tot stand te brengen. De verbinding wordt 623 kilometer lang en is daarmee de langste HVDC-verbinding in Europa. Geschat wordt dat de verbinding tegen 2020 in gebruik zal worden genomen. Het contract omvat daarnaast een serviceovereenkomst voor vijf jaar. ABB mag meer bepaald twee omvormerstations van 525kV en 1.400MW
leveren en installeren met behulp van haar 'Voltage Sourced Converter'-technologie. Een station zal worden gebouwd in de buurt van Tonstad in het zuiden van Noorwegen, het andere in de buurt van Wilster in het noorden van Duitsland. «Voor dit project zullen we ook een massa-geïmpregneerd kabelsysteem van 525kW ontwerpen», laat het concern nog weten. Deze transmissiekabels hebben een lengte van 154 kilometer onderzee en 54 kilometer ondergronds op Duitse bodem. << (foto: ABB) NordLink wordt cruciaal voor de verbinding tussen Noorwegen en Duitsland en werd geselecteerd als een van de 'common interest'-projecten van de Europese Commissie om een geïntegreerde energiemarkt uit te bouwen binnen de Europese Unie. Het project zal de energiezekerheid in beide landen verhogen en de integratie van hernieuwbare energie in de stroomnetten van beide landen ondersteunen door overschotten aan wind- en zonnestroom uit Duitsland door te sluizen naar Noorwegen en Noorse hydroelektriciteit te transporteren naar Duitsland. De verbinding zal een recordcapaciteit van 1.400 MW aan stroom kunnen transporteren, genoeg om 3,6 miljoen Duitse gezinnen van stroom te voorzien. <<
Het station van Namen zal het eerste grote station in België zijn dat beschikt over het Europese systeem voor permanente snelheidscontrole ETCS, laat de NMBS weten. De sporen van dit station werden al met bijna 500 bakens uitgerust en de werken zullen tegen de zomer voltooid zijn. Het is nu nog wachten op de homologatie, die kort na de zomer zou volgen.
Méér realtime nieuws vindt u op onze techsites Engineeringnet.BE Engineeringnet.NL
NIRAS geeft de federale overheid een positief advies voor de geologsiche berging van nucleair afval in weinig verharde klei voor de lange termijn. Het gaat om het zogenaamde 'hoogactief en/of langlevend afval' van de categorieën B en C. Voor laagen middelactief kortlevend afval (cat. A) is er al een wettelijk kader: dat wordt sinds 2006 bovengronds in Dessel nabij Mol opgeslagen.
P&V uit Alken laat weten een mooie electrotechnische opdracht binnengehaald te hebben. Het bedrijf mag alle laagspanning hoofdverdeelborden bouwen voor de uitbreiding van de European Logistics Campus van Nike in Laakdal. VMA-Vanderhoydoncks Elektrotechnieken zal de plaatsing verzorgen. De borden worden onder licentie van Schneider Electric gefabriceerd.
mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
5
Kortrijk, May 6- 8, 2015 Hall 1 / Booth B04
Visit us!
67% faster development? Experience . www.br-automation.com/mapp
< < < < < <
67% faster machine software development More time for innovations Increased software quality Lower maintenance costs Reduced investment risk Increased machine availability
www.br-automation.com/mapp
ENGINEERINGnet.BE & NL NIEUWSLIJN
Drie jonge burgerlijke ingenieurs materiaalkunde ondernemen
REIN4CED maakt werk van composieten voor machinebouw en medische sector Rond composietmaterialen beweegt er heel wat. Het sterke en lichte materiaal is al ingeburgerd in de vliegtuigindustrie en het luxueuze autosegment. Maar ook fervente fietsers maakten al kennis met het relatief jonge materiaal, via carbonfietsen. Sinds januari is het composietenlandschap in België een start-up rijker: REIN4CED, opgericht door drie jonge burgerlijke ingenieurs in de materiaalkunde.
«R
EIN4CED richt zich op vezelversterkte composietmaterialen», legt COO Niels De Greef uit. «We begeleiden het ontwerpproces van onze klanten van start tot finish. Eerst geven we, vanuit onze expertise, advies en voeren we een haalbaarheidsstudie uit. Daarna volgt de eigenlijke engineering. We buigen ons over de mechanische berekeningen, werken een prototype uit en testen het ten slotte. Daarna gaat de productiefase van start». Die expertise deden de drie oprichters op aan de KU Leuven, waar Niels De Greef en Michaël Callens doctoreerden en Yannick Meerten als onderzoeksassistent werkte. Hun vaststelling dat de composietmarkt in België allesbehalve dichtbevolkt is – en hun ondernemingszin – leidden tot de geboorte van REIN4CED.
Producten die het verschil maken «We mikken in eerste instantie op nieuwe markten», vertelt De Greef. «Denk maar aan machinebouw. Composietmaterialen maken opgang in bewegende delen van industriële producten zoals robotarmen. Omdat het materiaal zo licht is, kunnen zulke onderdelen sneller bewegen en vereisen ze minder kracht. Ook ontwikkelaars van consumentenproducten kunnen bij ons terecht, of zelfs designers. Composiet is ideaal om bijvoorbeeld designtafels te maken die veel dunner en lichter zijn. Een sector waar ons hart
Vlnr: Michaël Callens, Niels De Greef en Yannick Meerten van REIN4CED
naar uitgaat, is de medische of zorgsector. In het buitenland vind je bijvoorbeeld rolstoelen van composietmateriaal. Dat je product een wezenlijk verschil kan maken in het leven van mensen, is voor ons een extra stimulans».
Vliegende start «Het loopt beter dan verwacht», bevestigt de COO trots. «Na amper drie maanden hebben we al een viertal projecten lopen. De startersbegeleiders van SO Kwadraat en LCEI begeleidden onze opstartfase, waardoor we de markt al op voorhand konden verkennen en nu een sterk businessplan hebben. Eigen
kapitaal en win-winleningen van familie en vrienden leverden het nodige budget voor infrastructuur, salesmateriaal en aanwezigheid op vakbeurzen». Over twee tot vijf jaar wil REIN4CED doorgroeien tot een volwaardig productiebedrijf, maar daarvoor moet de start-up investeren in dure machines. «Om stapsgewijs te groeien en de nodige middelen te verzamelen, bouwen we ons klantenbestand verder uit», vult hij aan. «De nieuwe bedrijfsgroep Composieten van Agoria en hun netwerksatelliet CFK Valley Belgium zijn voor ons goud waard». << (foto: Agoria)
Offertes gevraagd voor proefboringen geothermieproject in Mol VITO lanceert een internationale offerteaanvraag voor de grondboringen tot 4 km diep naar warm water op de Balmatt-site. De eerste proefboring moet voor het jaareinde gerealiseerd zijn. Het onderzoeksinstituut VITO heeft de diepe ondergrond van de regio Mol in kaart gebracht tot op een diepte van meer dan 4 km. Volgens de resultaten van de metingen verwachten de onderzoekers op ca. 3,5 km diepte warm water te vinden, mogelijk zelfs 124°C warm. Via 2 boorputten willen ze dit warm water oppompen en het afgekoelde water terugpompen. De onttrokken warmte zal worden gebruikten voor onder meer de verwarming van de hun gebouwen. Indien het water warm genoeg is, zal in een tweede fase getracht worden hiermee ook elektriciteit te produceren. Met een aantal potentieel geïnteresseerde partijen worden hierover naar verluidt reeds verkennende gesprekken gevoerd en ook andere potentieel geïnteresseerde partijen kunnen zich hiervoor nog aanmelden, voor de closing van de SPV die voorzien is op 1 september 2015. << (Guy Leysen)
mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
7
ENGINEERINGNET.BE & NL NIEUWSLIJN OMSLAGVERHAAL
Een sterk staaltje van robotisering vinden we terug in de kaasfabriek van Milcobel in Moorslede. In het kader van een reorganisatie besloot deze zuivelfabrikant het grootste gedeelte van zijn productie en opslag/picking te automatiseren. Verschillende robots spelen hierbij een prominente rol, zelfs in de uitvoering van eerder complexe taken. Volgens sitemanager Ivy Lefevere is de investering lonend. Niet alleen kon de kaasfabriek de capaciteit verdubbelen zonder het personeelsbestand en de fysieke ruimte eveneens met een factor twee te moeten uitbreiden. Ook zijn de arbeidscondities sterk verbeterd, waardoor Milcobel een antwoord kan bieden op de maatschappelijke vraag naar langere loopbanen. 8
ENGINEERINGNET MAGAZINE mei 2015
Robots in de voedingsindustrie
DE AUTOMATISCHE KAASFABRIEK VAN Milcobel MOORSLEDE door Els Jonckheere, EngineeringneT
D
e kaasfabriek van Milcobel in Moorslede specialiseert zich in de productie van consumentenkazen. De bekendste merken zijn de 'Brugge kazen' en 'Nazareth', maar daarnaast worden ook veel bierkazen (Watou, Brigand, … ) en 'mediterrane' kazen (onder meer rigatello, latteria en fontal) gemaakt. In totaal gaat het om een vijftigtal recepturen, wat in zo'n 200 referenties (verschillende rijpingen,
groottes en verpakkingen) resulteert. Vandaag produceert Milcobel jaarlijks 15 à 17.000 ton product, waarvan 60% voor de Benelux-markt is bestemd. Zo'n 35% wordt naar Zuid-Europa uitgevoerd en de rest gaat naar andere Europese landen, Rusland, de Verenigde Staten, ...
Nood breekt wet In 2009 beschikte Milcobel over vier kaasfabrieken. Omdat er in de productiefaciliteiten van Gierle en Wuustwezel
ENGINEERINGnet.BE & NL OMSLAGVERHAAL NIEUWSLIJN
geen uitbreidingsmogelijkheden waren, besloot het management een reorganisatie door te voeren waarbij de activiteiten van alle kaasfabrieken in deze van Langemark (B2B) en Moorslede (consumenten) werden geïntegreerd. Ivy Lefevere: «Het plan was om in 2012 de productie van Gierle, en het jaar erop ook deze van Wuustwezel naar hier over te hevelen. Dit betekende dat onze capaciteit, die toen 9000 ton bedroeg, moest verdubbelen. En wilden we op lange termijn de groei bestendigen, dan moest er nog eens minstens 7000 ton bijkomen. We hadden nog wel enige ruimte om fysiek uit te breiden, maar die was beperkt. Wilden we ons plaatsgebrek oplossen en een maximale efficiëntie halen, dan was maximale automatisering de enige optie. Nu alles operationeel is, merken we echter nog veel andere voordelen. Zo laat de automatisering, van orderontvangst tot verzending en facturatie, toe om complexere stromen te beheren. En dit resulteert erin dat we onze klanten flexibeler kunnen bedienen en een groter gamma aankunnen. Tevens zien we dat de foutenlast jaar na jaar daalt door een verdere verfijning van de systemen. Daarnaast is de kwaliteit van onze kazen gemaximaliseerd. En voor de operatoren is er een verschuiving van eerder fysiek naar meer machinebedienend werk, wat zeker tot verbeterde arbeidsomstandigheden heeft geleid».
Keerzijde van de medaille Toch is het niet al goud dat blinkt. Een automatiseringsproject vereist immers een gigantisch kapitaal. In totaal investeerde Milcobel meer dan vijftig miljoen euro in gebouwen, machines, robots en automatisering. Dat het bedrag zo hoog is, heeft mede te maken met het feit dat er geen kant-en-klare oplossingen bestonden: zowat elke applicatie diende van scratch te worden ontwikkeld of minstens gecustomized. Ivy Lefevere: «Omdat het een totaalconcept betrof en elke kaasmakerij op een andere manier werkt, kan je voor dergelijke projecten niet enkel op de kennis van de leverancier steunen. Met andere woorden: je moet intern over ingenieurs beschikken die de 'automatische fabriek' verregaand in detail kunnen
Sitemanager Ivy Lefevere en Automation Engineer Ivan Windels: «Je moet intern over ingenieurs beschikken die de ‘automatische fabriek' verregaand in detail kunnen ontwerpen» ontwerpen en de constructeurs bij de ontwikkeling van de benodigde systemen begeleiden». Ook moeten operatoren omgeschoold worden en ontstaat de nood aan onderhoudstechnici met een hoog profiel. «Sowieso is een volautomatische productie iets gevoeliger voor storingen omdat er veel meer high tech mee is gemoeid», legt Lefevere uit. «Wanneer een heftruck defect is, kan je binnen de paar uur een ander toestel huren. Maar een hoogbouwkraan in het automatische magazijn kan je niet zomaar vervangen. Die moet meteen kunnen worden gerepareerd, wat omwille van alle high tech geen evidentie is. Hetzelfde geldt met de robots in de productie. Als die stilvallen, moeten ze binnen de acht uur kunnen worden heropgestart. Niet alleen omwille van de rendabiliteit, maar ook en vooral omdat de kazen anders niet meer voor verkoop in aanmerking komen. Natuurlijk kan je wel rekenen op de naservice van de leveranciers. Maar omdat
het allemaal maatwerk is, is het handiger om eigen mensen te hebben die in staat zijn de defecten te herstellen. Omdat het om high tech gaat, heb je echter hogere profielen nodig om deze taken uit te voeren. Vandaar dat wij ons technisch team met twee extra ingenieurs hebben moeten uitbreiden. Nog een minpunt: we moeten er nu een veel grotere voorraad aan wisselstukken op nahouden, wat natuurlijk de nood aan extra kapitaal en fysieke ruimte impliceert».
Ook voortraject vernieuwd Tussen 2010 en het najaar van 2012 werd de fabriek volledig vernieuwd en heringericht. Om de grote variëteit aan kazen te kunnen opvangen, besloot Milcobel de bestaande lijn in haar oorspronkelijke vorm te behouden. Er werd echter in een extra lijn geïnvesteerd. Deze is bestemd voor de grotere batches (voornamelijk zware kazen) en werd mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
9
ENGINEERINGNET.BE & NL NIEUWSLIJN OMSLAGVERHAAL
maximaal geautomatiseerd. Tevens is nu al de ruimte voorzien om in de toekomst een derde lijn te implementeren. Het voortraject voor lijn 1 en lijn 2 loopt grotendeels gelijk, en dat is eveneens het geval voor de kaasbereiding zelf. Zoals in elke grote kaasmakerij wordt de melk na ontvangst en ingangscontrole volautomatisch gepasteuriseerd. In één beweging worden meteen het vetgehalte en de temperatuur van de melk geregeld naargelang de receptuur. Het toevoegen van eventuele ingrediënten, de fermentatie, het splitsen van de wrongel en wei, alsook het overpompen naar de draineerbak, gebeurt onder supervisie van de kaasmaker. Vanaf dan is er een verschil tussen lijn 1 en lijn 2. Bij lijn 1 worden de kaasvormen en hun deksels manueel behandeld, terwijl dat bij lijn 2 door een portaalrobot gebeurt. Automation Engineer Ivan Windels: «Kort geschetst komt het erop neer dat de plaat onder de wrongel op de transportband door middel van een zijdelingse robotarm wordt weggeduwd, waardoor de kaas in de vorm valt. Een andere robotarm plaatst het deksel erop, dat dan via perslucht op de vorm wordt geduwd. Enkel en alleen met deze automatisering kunnen we vier operatoren per shift uitsparen».
Receptgestuurd pekelen De kaas wordt na het ontvormen in een 'pekelkooi' geplaatst. Bij de uitbreiding van de productiecapaciteit werd uiteraard ook in bijkomende pekelcapaciteit voorzien. Hierbij werd het concept volledig herdacht, met als gevolg dat het 'inpekelen' daar volautomatisch en receptgedreven functioneert. Het bestaande pekelbad werd bij de uitbreiding behouden, maar volledig gereviseerd. Daardoor kan er eveneens receptgedreven worden gewerkt. Er was wel nog fysieke handling van operatoren nodig. Lefevere: «Omdat dit voor kleine kazen een erg repetitief en gewrichtsbelastend werk was, werd vooral voor deze producten een ergonomische oplossing gezocht. Kleine kaasjes worden nu met een pick & place robot in kratjes geplaatst en naar pekel 2 gebracht. Daar drijven ze in een pekelkooi die hiervoor op de juiste hoogte in het inpekelstation wordt geplaatst. Deze wordt daarna 10
ENGINEERINGNET MAGAZINE mei 2015
Bij het transport komt geen enkele operator of reachtruck te pas. Alles is georganiseerd met shuttles en geautomatiseerde kranen.
door een kraan opgepikt en via een hefbrugsysteem op de juiste plaats in het pekelbad gezet. Een computersysteem kiest de locatie en zorgt er ook autonoom voor dat de kazen de benodigde duur (die varieert van enkele uren tot
«Wilden we ons plaatsgebrek oplossen en een maximale efficiëntie halen, dan was maximale automatisering de enige optie» enkele weken, redactie) ondergedompeld blijven. Een tweede brug zal de box uit het bad heffen en naar het uitpekelstation brengen. De kaas wordt daar door middel van pekelstroming laag voor laag uit de pekelkooi gehaald en op de juiste rijpingsdrager gebracht. Hetzelfde principe wordt trouwens ook voor de grotere kazen toegepast, met uitzondering van de fase van de 'kratjes'. Enkel de kazen die tijdens de rijping een korstflora nodig hebben, worden nog manueel behandeld, wat zo'n 10% van het totale volume is».
Automatisering via hoogbouwmagazijnen Na het pekelen worden de kazen gerijpt
tot ze de gewenste smaak en textuur hebben ontwikkeld. Dit gebeurt gedeeltelijk in de traditionele rijpingszalen waar manueel speciale organismen op de korst worden aangebracht (deze dragen sterk bij tot de smaak en het aroma van deze kazen). Windels: «De hardere kazen, die toch de meerderheid van het volume uitmaken, worden echter automatisch behandeld. Omdat zij voor hun smaakontwikkeling niet van korstflora afhankelijk zijn, worden deze kazen periodiek uit de rijpingszalen gehaald om ze te plastificeren. Ook dit proces werd bij de uitbreiding volledig herdacht en verregaand geautomatiseerd. Waar de bestaande rijpingszalen uit drive-in rekken met rijpingsboxen op twee niveaus bestaan, die rij per rij met een reachtruck naar de behandelingslijn moeten worden aangebracht, kozen we voor een volautomatisch hoogbouwconcept in de nieuwe rijpzalen». Net zoals de voorgaande stappen is ook de rijping volledig receptgedreven. Wanneer het juiste tijdstip is aangebroken, zal de computer autonoom de hoogbouwzaal het 'order' geven om de kaas naar de behandelingslijn te brengen. Daar wordt ze volautomatisch gedraaid en geplastificeerd, om daarna terug naar de rijpingszaal te worden gebracht. Bij het transport komt geen enkele operator of reachtruck te pas. Alles is georganiseerd met shuttles en geautomatiseerde kranen.
ENGINEERINGnet.BE & NL OMSLAGVERHAAL NIEUWSLIJN
Ivy Lefevere: «Bij de ontwikkeling van dit concept hebben we trouwens sterk de nadruk op energie-efficiëntie gelegd. Bij het remmen of dalen van de kraan wordt de vrijkomende energie opgeslagen om die dan te gebruiken bij het versnellen of stijgen».
Robots in verpakking Het is ook de computer die aangeeft wanneer de kazen de beoogde rijping hebben gehaald. Het hoogbouwmagazijn krijgt dan de opdracht het product op de transportbaan naar de verpakkingsruimte te plaatsen. Daar voert de kaasmeester nog een eindcontrole uit, waarna het proces in de meeste gevallen opnieuw volautomatisch verloopt. Ivan Windels: «We hebben nog één 'manuele' verpakkingslijn voor de kleine kazen. Daarnaast is er een nieuwe lijn voor de grote kazen die autonoom werkt. Het gaat om een concept met hoogbouwkranen, shuttles en dubbelassige robots. Deze laatsten halen de planken, waarop de kazen zich bevinden, uit de kooi. De kazen worden dan via een speciale techniek ervan af gehaald en op een transportband gelegd. Na het wegen en de metaaldetectie legt een pick & place robot ze in een transportbox voor de vrachtwagens. Of de kazen komen terecht op een plateau waar ze via vacuümtechniek in dozen of op palletten worden geplaatst. Ten slotte is er nog de bulk die via een uitschuifbare transportband rechtstreeks in de vrachtwagen belandt».
En ook om te reinigen Een laatste fase waarvoor robots worden ingeschakeld, is de reiniging van de planken waarop de kazen in de vrachtwagen worden getransporteerd. Deze worden aangevoerd met shuttles naar een pick & place robot met twee grijpers, die de planken vastneemt en ze in een wasmachine steekt. Daar worden ze met een combinatie van warm water en loog behandeld, alsook geborsteld. Telkens een plank in de installatie wordt gestoken, haalt de robot er in dezelfde beweging een vers gewassen uit, zodat de machine altijd op volledige capaciteit kan werken.
Ook ecologisch «goed bezig» De site van Moorslede is een typevoorbeeld van de 'plant of the future' als het op automatisering aankomt. Maar ook op het vlak van ecologie scoort het bedrijf hoge toppen. Zo wordt bij investeringen telkens op energie-efficiëntie gelet en worden minstens IE3- en waar mogelijk IE4-motoren ingezet. Deze en andere duurzaamheidsinspanningen resulteerden onder meer in het behalen van het West-Vlaams Charter voor Duurzaam Ondernemen. Een voorlopig laatste fase in dit ecologisch streven, is de bouw van een omgekeerde osmose-installatie waarmee Milcobel het water van de wei wil scheiden. Ivy Lefevere: «Momenteel wordt de wei naar onze site in Langemark afgevoerd voor verdere verwerking tot
«Operatoren moeten worden omgeschoold en de nood onstaat aan onderhoudstechnici met een hoog profiel»
weiconcentraten of verschillende eiwitconcentraten. Probleem is echter dat het product voor meer dan 95% uit water bestaat, dat pas in Langemark wordt verwijderd. Met andere woorden: we transporteren eigenlijk een nutteloze vracht, wat economisch en ecologisch niet langer is verantwoord. Met de nieuwe osmoseinstallatie, die we momenteel in eigen beheer aan het bouwen zijn, slaan we twee vliegen in een klap. Omdat het water uit de wei wordt gehaald, worden de te transporteren vrachten met meer dan 50% gereduceerd. Op jaarbasis zullen we hierdoor enkele duizenden ritten naar Langemark kunnen uitsparen. Bovendien wordt het bekomen water behandeld tot het drinkwaterkwaliteit heeft, met als gevolg dat we het opnieuw in de productie kunnen inzetten. Enkel door deze ingreep zullen we bijna de helft van onze watervraag zelf kunnen invullen. En natuurlijk zullen ook deze processen allemaal volautomatisch gebeuren...» << (foto's: Milcobel) mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
11
ENGINEERINGnet.BE & NL IN THE FIELD
Vlaams 3D-printbaar implantaat voor... honden Het Leuvense 3DS Layerwise laat opnieuw van zich spreken: het ontwikkelde samen met een Duits bedrijf en de UGent een 3D-printbaar implantaat. 10.000 honden lopen er al mee rond. door Bert Belmans, Engineeringnet
H
et was even stil rond de KULeuven spin-off na de overname door de Amerikaanse, beursgenoteerde gigant 3D Systems in september 2014. «Het vraagt tijd om zo'n overname te absorberen», stelt persattaché Rob Snoeijs. «Maar binnen de groep wordt naar België gekeken voor de verdere ontwikkeling van alles wat met het 3D-printen op basis van metalen te maken heeft. Co-founder Jonas Van Vaerenbergh heeft de wereldwijde ontwikkeling van alle Direct Metal Printing machines onder zich gekregen, en Peter Mercelis is Technology and Application Development Manager geworden». Dat laatste betekent dat 3DS Layerwise de markt afspeurt naar opportuniteiten. In Rob Snoeijs dat kader past ook het nieuws dat het bedrijf samen met de afdeling Diergeneeskunde van de universiteit van Gent en het Duitse bedrijf Rita Leibinger Medical een orthopedisch knieimplantaat voor honden heeft ontwikkeld. Het implantaat, waarvoor een patent hangende is (TTA RAPID, Tibial Tuberosity Advancement) herstelt de schade die honden opliepen aan de kruisbanden van hun achterpoten. Dit probleem wordt typisch veroorzaakt door letsels, ouderdom of een genetisch probleem.
Jonas Van Vaerenbergh en Peter Mercelis
Dynamische stabiliteit in de knie De behandeling start met een 3D geprint implantaat dat in het onderbeen van de hond wordt ingeschoven. Het implantaat reorganimei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
13
LIKEAVIRGIN.BE
AAndrijfkoppelingen - Vrijloopkoppelingen - Veiligheidskoppelingen klembussen - Componenten Voor hydrAulisChe AggregAten
meer dan 20000 stuks in stock!
techpost
L. TAS & Co. BVBA Moerbroek 20 2270 HERENTHOUT BELgiUM
T +32 (0)14 28 58 20 F +32 (0)14 28 58 29
[email protected] www.tas.be
de sociale ledensite van Engineeringnet BE en NL ?
http://techpost.engineeringnet.eu
Elektrotechnische ontwerpsoftware SEE Electrical IGE+XAO Benelux - Beersdalweg 84 A - 6412 PE Heerlen - NEDERLAND Tel. NL: 045 56 11 636 - Tel. BE: 02 219 09 59 - www.ige-xao.com
[email protected]
ENGINEERINGnet.BE & NL IN THE FIELD
seert de mechanische krachten tussen de beenderen en creëert dynamische stabiliteit in de knie, zonder de noodzaak om de beschadigde kruisband te herstellen. «Met deze succesvolle behandeling kunnen nagenoeg alle honden – van een Jack Russell tot een Deense Dog – opnieuw vrij bewegen en rondlopen zes weken na de operatie», aldus Snoeijs. Belangrijk is dat additive manufacturing steeds meer richting serieproductie opschuift. «Dat is uiteindelijk de bedoeling», aldus de persattaché. «Voor Rita Leibinger hebben we in minder dan twee jaar zo'n 10.000 stuks 3D-geprint». Tot nu waren de implantaten bestemd voor Europa en de VS, nu gaan we wereldwijd». Het ontwikkelingsteam werkt thans aan kleinere versies van het implantaat voor het behandelen van kleine honden en katten.
Snellere ingroei van bot De innovatie van de implant schuilt in de complexe, open structuur van het oppervlak die een snelle ingroei van bot bevordert, met verminderd risico voor infecties. De chirurgische techniek zelf werd geperfectioneerd in samenwerking met Dr. Yves Samoy van de Universiteit Gent in België. «De vormcomplexiteit die door 3D printing gerealiseerd wordt, is essentieel in het maximaliseren van de performantie en de doetreffendheid in de medische sector», zegt COO Kevin McAlea. «In tegenstelling tot traditionele productietechnieken, kent 3D printing geen beperkingen voor vormcomplexiteit of productieschaal. Hierdoor zijn we in staat om een brede waaier aan implantaatgroottes snel en economisch te produceren. 3D printing is een duidelijke keuze voor betere functionaliteit en schaalbare oplossingen, in de gezondheidszorg en erbuiten». Rita Leibinger GmbH & Co. KG is een familiebedrijf dat zich richt op medische producten voor de diergeneeskunde. Momenteel is het bedrijf ‘s werelds leidende leverancier van 3D-geprinte knie- en ruggengraatsimplantaten voor gezelschapsdieren. Het bedrijf heeft een verkoop- en distributienetwerk in Noorden Zuid-Amerika, Europa, het Midden Oosten, Afrika, Azië en Australië. << << (foto: 3DS Layerwise)
ReDeTec: «Volgens ons een wereldprimeur»
ProtoCycler verwerkt plastic restmateriaal tot filament voor 3D-printers Een Canadese bedrijf - de startup ReDeTec - heeft een toestel ontwikkeld dat plastic restmateriaal dat ontstaat bij 3D-printen, omvormt tot nieuw filament waarmee opnieuw geprint kan worden. In plaats van restmateriaal en oude prototypes weg te gooien, kunnen die dus worden hergebruikt.
D
e ProtoCycler bevat een vermaler. Dankzij een intelligent systeem kan het apparaat drie meter printmateriaal per minuut produceren. Het filament is van hoge kwaliteit en kan elke gewenste kleur krijgen. Het verwerken van de plastics PLA en ABS is geautomatiseerd, omdat dit de meest voorkomende filamenten zijn. ReDeTec is nu bezig de verwerking van andere materialen te verfijnen. Dennon Oosterman, mede-oprichter van ReDeTec: «Wij ontwikkelen technologie die helpt om op een duurzame manier dingen te maken. De ProtoCycler is ons eerste product. In plaats van altijd nieuw filament te kopen, kun je restmateriaal van 3D-printing, maar ook ander gebruikt materiaal recyclen. We hebben kort geleden 3D-geprint met gerecyclede deksels van koffiebekers. Voor zover ik weet zijn we de eersten ter wereld die dat doen». ReDeTec doet mee aan het CleanTech-
programma van leverancier Autodesk. Dat ondersteunt duurzame, innovatieve bedrijven met gratis software. De Canadezen hebben er naar verluidt gretig gebruik van gemaakt. Volgens Oosterman duurde de hele ontwikkeling van concept naar een functioneel prototype daardoor slechts 'weken in plaats van maanden'. De ProtoCycler is nog niet in de handel. Wel is het mogelijk een pre-order van 699 dollar te plaatsen via de site van ReDeTec (www.redetec.com). Het jonge bedrijf hoopt in de herfst van 2015 met de productie te kunnen starten, en wie een pre-order plaatste, ontvangt eerst een factuur en krijgt dan het apparaat bezorgd. << (BB) (foto's: Autodesk)
mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
15
ENGINEERINGNET.BE & NL IN THE FIELD
Ingenieurskoppel ontwikkelt laserafbuigsysteem
Vlaamse voortrekker NEWSON werpt zijn licht uit Voor machinebouwers: tegen de volgende Laser-beurs - eind juni in München - plant Newson uit Overmere zijn nieuwste generatie laserafbuigsysteem te lanceren: de Cyclops. Deze 'motor van de toekomst' drijft een zwevende spiegel aan die de laserstraal eender welke kant op jaagt. Uiterst precies. Om te scannen, mallen te snijden, printplaatjes te beschrijven, weerstanden te kalibreren, bierflessen en proefbuizen on-the-fly te markeren, auto-onderdelen te lassen,... door Luc De Smet, Engineeringnet
T
ypische afbuigsystemen hebben twee draaiende (meervlakkige) spiegels. Hoe groter de spiegels, des te groter veld bestrijkt de laser. Maar zo'n systeem wordt al snel 'groot' en 'zwaar'. «Onze éénkopsoplossing met aperture tot 50 mm is lichter - 700 gram - en compacter zodat hij vlot op een robotarm gemonteerd kan worden», claimt Marc Van Biesen (50), CEO van Newson. De spiegel hangt in/boven een ring van vaste magneten. Op de onderliggende printplaat zijn drie spoelen geëtst. In de spoelen alterneren de spanningen die de spiegel aandrijven. De drie aandrijfspoelen doen tegelijk de positiebepaling. Er zijn nog enkele regeltechnische issues. «We zochten aanvankelijk naar opstellingen met optische positiemeting. Het probleem nu is het compenseren van al die verschillende velden en elementen via firmware». Na vijf jaar ontwikkelen is de Cyclops «zo'n 70% klaar. Misschien». Horen we een lichte aarzeling? Toch heeft Van Biesen goede hoop de deadline te halen. De ambities zijn niet min. «“We zien de Cyclops als een katalysator om 16
ENGINEERINGNET MAGAZINE mei 2015
«Een klassieke afbuigkop verbruikt al gauw 100 W energie. Bij ons is dat 2 W»
ENGINEERINGnet.BE & NL IN THE FIELD
‘wereldleverancier' van actuatoren te worden». Dat het toestel wel eens voor een dijkbreuk kan zorgen hangt ook samen met het prijskaartje van 6.000 euro. «Dat is vijf tot zes keer minder dan een state-of-the-art aperture 30 tweespiegelsysteem». Naast de directe besparing belooft de Cyclops ook indirecte besparingen wat de weg verder opent voor ongeziene mogelijkheden en toepassingen.
Rhothor: afbuigsysteem met troeven Met lasers kan je of het werkstuk of de laserstraal bewegen met behulp van afbuigsystemen. Newson bouwt motoren voor afbuigsystemen die conceptueel verschillen van de marktstandaard. Typisch worden lasers afgebogen door het samenwerken van twee ronddraaiende spiegels. Newson bouwde daarop een modulaire
Ontwikkelingstrajecten
N
ewson nam met Fraunhofer ILT en anderen deel aan het LaserDapt-project rond een zelfaanpassend laser verbindingssysteem voor een snel herconfigureerbaar assemblagesysteem. Deze Manunet-call van 2009, met uitsluitend Duitse partners, duurde twee jaar. Samen met het Laser Zentrum Hannover (LZH) e.a. ontwikkelt Newson nu een dubbele scankop met afzonderlijke laserproductiekop - voor het snijden en lassen van vezelversterkte materialen - en pyrometers voor in-process temperatuurmetingen. Dat gebeurt in het kader van het Europese Era-SME A‘Quilaco-project (Advanced online quality and process control for high speed laser machining of composites) dat van start ging op 1 januari 2014 en twee jaar loopt. In België steunt het IWT. Vandaag zijn er verschillende Europese projecten in aanvraag. «Voor ons is dat enorm belangrijk omdat derden ons daarvoor vragen. Dat geeft geloofwaardigheid en status», zegt Delaey. <<
variante met twee roterende servo's waarop telkens een vlakke spiegel is gemonteerd. Lichter en eenvoudiger. Tegen de hélft van de prijs. «Een machinebouwer kan met ons modulaire systeem een multibeam-laser met een eindeloos aantal systemen construeren», stelt Van Biesen. Er zijn al toepassingen met 4 tot 8 systemen in één behuizing. Elk systeem telt telkens twee rotationele servo's. Newson integreert de printplaat voor de aansturing in de motor. Spanning en data lopen via een coax naar de DSP bij de motor en met een twisted pair gaat het naar de laser. Modulair en open. Het kan ook met een CANlink-interface. «Dat noemen we 'applicatieafhankelijke flexibili-
teit'». Dit ‘all in one'-concept maakt het systeem eenvoudiger. Elke servo weegt nauwelijks 300 gram. Zijn levensverwachting overtreft die van de laser. Bovendien is hij energie-efficiënter dan de marktstandaard van motoren met bewegende magneten in een statisch magneetveld. Newsons gepatenteerde concept heeft een bewegende spoel of draad in een sterk magneetveld dat aangestuurd wordt door een versterker. «We verbruiken tien keer minder energie voor dezelfde beweging. Een klassieke afbuigkop verbruikt al gauw 100W energie. Bij ons is dat 2W». Newsons motor hoeft geen koeling omdat 'warmte' geen probleem meer is. Eenvoudiger en dus opnieuw een
'Newson' is een samentrekking van New Sound. Toen Marc Van Biesen 18 jaar was bouwde hij een muziekversterker: de New Sound 110 (2x55W). Deze naam diende als inspiratie voor Newson Electronics. De naam van het bedrijf dat hij na zijn studies industrieel ingenieur (Aalst) opstartte om engineering op maat te doen. Tussendoor behaalde Van Biesen een licentiaat informatica (Gent) en een diploma burgerlijk ingenieur elektronica (Brussel). Van 1995 tot 2006 werkte het bedrijf aan laserapplicaties voor hoofdklant Siemens (Oostkamp, Gent en Bruchsal). Het detecteerde daar de behoefte aan betere en goedkopere afbuigsystemen. «We mikten op Siemens als klant maar in 2005 staakte die zijn laseractiviteiten. We draaiden toen twee jaar verlies en verloren duizend euro per dag om onze technologie toch af te werken». Het lukte en sindsdien zijn van de Rhothor zo'n 10.000 stuks in de markt gezet. COO en partner Katrien Delaey (48) - sinds 1998 bij Newson - staat in voor het dagelijks bestuur van het bedrijf, de productie, aankoop, verkoop, voorraad... Zij is burgerlijk ingenieur materiaal/metaalkunde (KULeuven) aangevuld met studies boekhouding en exportmanagement en ervaring bij Siemens, Seghers Engineering en Tele Atlas (digitale kaarten). << mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
17
The Bright World of Metals TECHNOLOGIES PROCESSES APPLICATIONS PRODUCTS
www.tbwom.com
DVI, USB 2.0, voeding: via standaard Cat.6 A-kabel.
100 meter
worldwide
Internationale beurzenkwartet – uw toegang tot de wereldmarkt Beleef vier innovatieve concepten: de internationaal toonaangevende beurzen in het hart van Europa tonen in optimale samenstelling de synergie van de gieterij-, metallurgie- en thermprocesstechnologie.
Ervaar de synergie Talrijke vooraanstaande technologieforums rond de thema’s van ‘Bright World of Metals’ bieden aanknopingspunten voor een overkoepelende knowhow-overdracht.
Welkom in Düsseldorf!
Voor meer informatie: Fairwise BVBA Hubert Frère-Orbanlaan 213 _ B-9000 Gent Tel. +32 (9)245 01 68 _ Fax +32 (9)245 01 69
[email protected]
ENGINEERINGnet.BE & NL IN THE FIELD
Afbuigsystemen, lens shifters, add-ons, testapparatuur besparing voor de machinebouwer. «Precies omdat ons systeem niet opwarmt, krijgen we ook het merendeel van de driftgenererende factoren uit de vergelijking». De aansturing van de motor is een 16 bit-systeem dat de spiegel tot 12 micro rad nauwkeurig positioneert. «We zijn veel nauwkeuriger dan de de meeste systemen op de markt. En met 60 microseconden als tijdsconstante sneller dan de marktstandaard. Bovendien zit de herhaalbare nauwkeurigheid na een half jaar nog steeds goed. Kalibreren gebeurt één keer per jaar». Newson produceert ook de stuurkaart én de software om ofwel rechtstreeks met de motoren te communiceren of via DLL of SDK. Toch wil het de klant geen
Klanten kijken ook naar Newson voor 3D-printing. Het is in testfase met Duitse 3D-printers. «Onze systemen driften niet. Maar in die sector is het poeder de moneymaker veeleer dan de printer» black box opdringen. Het protocol van de sturingskaart is open. De software is licentievrij. Het verscheept de motoren met autotune software zodat de klant zelf de tijdconstante kan ingeven. Ook de tekening van de spiegelhouder is open source. Het levert ook het stappenbestand - om het blok te frezen waarin de motoren gezet worden- als download. De correcte positionering van de motoren en de laseruitgang is immers cruciaal. Dit alles om tegemoet te komen aan de 'afhankelijkheidsangst' van de klant - die hiermee een 'exit scenario' heeft - maar ook om op de eigen toegevoegde waarde te kunnen focussen.
Prijsspanning cruciaal «De crisis is de brandstof waarmee we gegroeid zijn», zegt Van Biesen voor wie de prijsspanning - naast zijn superieure
Op het schap bij Newson staat voorts een z-as lens shifter die de focus van de laserstraal regelt. «Ook daar opent onze technologie de weg voor nieuwe toepassingen», zegt CEO Marc Van Biesen die het voorbeeld geeft van ‘glasbloktekenen'. «De marktstandaard kan dat met 2.000 punten per seconde. Wij schieten 10.000 à 15.000 gaten per seconde». Voorts een kalibratiesysteem - een bluetooth zender en een plaat met gaten in - waarmee de laser zichzelf kalibreert. Van de ‘Contester' verzet het bedrijf jaarlijks ook enkele stuks. Dit in 1996 ontwikkelde toestel test ‘stekkers' voor de luchtvaart en automobielindustrie op uiterst korte contactonderbrekingen. Newson levert ook add-ons, zoals applicatie interface elementen waarmee zijn technologie makkelijk geïntegreerd wordt. Zo de Laserlink voor de IPG-laser. «Zo bouwen we met kleine kabeltjes een slim gedistribueerd netwerk». <<
product - cruciaal is om in de wereld van machine- en systeembouwers door te breken. «Deze wereld is al decennia rond enkele grote fabrikanten in Duitsland geclusterd». «Made in Germany is dan ook een sterk merk. Bovendien is een afbuigsysteem een kerncomponent in dergelijke machines. Het is dan ook niet triviaal om die buiten Duitsland te kopen... Die economische spanning is dus nodig om klanten te motiveren voor ons te kiezen», zegt Van Biesen die in Duitsland met winst verkoopt onder de prijs van Chinese producten. Maar ook de secundaire voordelen - een goedkopere voeding, geen behoefte aan waterkoeling... - dragen daartoe bij. «We hopen dat de economische druk blijft stijgen zodat machinebouwers goedkoper moeten werken». En dan bij Newson terechtkomen. Die focust op de productie en het doorontwikkelen van zijn actuatoren en lens shifts. Complexe optische lay-outs laat het aan de markt, aan de machinebouwers om zich te diversifiëren. Een bewuste keuze want «hoe complexer je systemen, des te dichter moet je op de markt zitten». De marketing inspanning - de branding blijft beperkt.
Newson, het bedrijf Newson, opgericht in 1989, telt nu 7 medewerkers en maakt een omzet van 3,75 miljoen euro. Het overgrote deel van de zowat 2 miljoen winst vloeit terug
naar de eigen O&O. Het bouwt nu een duizendtal afbuigsystemen per jaar en heeft ondertussen een 'voetfadruk' van een 10.000 systemen in de markt. De productie ramp-up is bezig. Vandaag huist Newson nog in Berlare-Overmere. Binnenkort wordt verhuisd naar Dendermonde waar plaats is voor een 20-tal medewerkers. «Onze relatief trage groei gaf ons de tijd om de kinderziekten uit het systeem te halen», zegt de oprichter. Zijn eerste klant vond hij in Israël. De meeste klanten komen uit Duitsland. Het duurde jaren voor Newson in eigen land een eerste klant vond. In Wallonië dan nog wel. België is goed voor nauwelijks 2% van de omzet. De printplaten worden bestukt in Vlaanderen. Draaien en frezen gebeurt in mechanische werkplaatsen in België en de buurlanden. Alles wordt in Overmere gedesigned en geassembleerd. «Hier monteren beschermt onze IP. We verkopen aan iedereen die bestelt. De Rhothor kan open maar hem nabouwen...? Het is een relatief complexe component. Bovendien zorgt embedded firmware voor een veiligheidszekering». Newsons patent geldt nog tien jaar. Naar verluidt wachten sommigen op de vervaldag... «We hebben ons best gedaan om met iedereen samen te werken. We kregen vaak een 'neen'. Maar onze klanten zijn enorm succesvol met onze producten». Namen worden niet genoemd. << (foto's: LDS) mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
19
russels r Audi B o o v m ijfveer o Mijn dr
en: te werk
d n e r e n i c s A F 1
rbeek, Daisy Itte en,” weet rg o m rm n vo va project vaties an de inno n nadien in ie de ers ontsta gekaart e n rk a e tworpen d a n w p o e e d n e e ro g m kk in re ze n n if o u ka h n en de e e ontage sc ideeën va derdelen els. Elk id fdeling M “Door de is voor on a udi Bruss r e a A d ij va b in e r sg ld u orbee advise adiging Preventie erden bijvo der besch en. “Zo w dat er min rd n o e w rg t ze zo e r omg n, ervoo ierbij!” en wint h r verbetere om/caree ren. Iedere ergonomie e d in rm ibrussels.c ve d n u e .a jd w ti w ie ezoek w product rkgever: b els als we ss ru B i d n over Au Meer wete
Daisy Itterbeek, Preventieadviseur Geert Braeckman, Verantwoordelijke Industrial Engineering Montage
185x265_Brüssel_NL_25275.indd 1
23.04.15 16:17
Vacatech
DE RECENTSTE VACATURES VINDT U OP: W W W. E N G I N E E R I N G N E T. B E / J O B S
Magazine
schaarste aan ingenieurs
Hoe staan de ingenieursstudenten ZELF er tegenover? Wegens de schaarste aan ingenieurs halen bedrijven het onderste uit de kast om pas afgestudeerden te 'verleiden' om voor hen te kiezen. Vraag is waarvoor deze jongeren nu het meest vatbaar zijn, wat hun keuze voor de eerste werkgever bepaalt en wat ze van hun toekomst verwachten. Met andere woorden: wat verwachten pas afgestuurde ingenieurs van u als toekomstige werkgever? Om een antwoord op deze vragen te krijgen, organiseerde Engineeringnet een ronde tafel met zes studenten van Groep T.
I
n tijden van economische recessie en globalisering blijken jongeren heel doordacht te werk te gaan bij de keuze van hun studierichting. Werkzekerheid en de grote waaier aan mogelijke jobs blijken voor de ronde tafel participanten dé doorslaggevende redenen te zijn om de opleiding Industrieel Ingenieur te volgen. Dat ze daarvoor speciaal naar Groep T trokken, is nog maar eens een bewijs dat ze echt wel gericht met hun toekomstige carrière bezig zijn. De combinatie in het lessenpakket van techniek met management en communicatie vinden ze immers uitermate belangrijk om een leidinggevende functie uit te voeren of op termijn een eigen zaak te beginnen. Daarnaast is het post-graduaat 'Innoverend Ondernemen'
voor bepaalde studenten een groot pluspunt. Want daar kunnen ze met de praktijk kennismaken via het Formula Electric Belgium Team, CQS Group Racing Team of het Punch Powertrain Solar Team (bouwen van ecologische wagens). Een andere optie binnen dit post-graduaat is het opstellen van een eigen businessplan, wat een grote aantrekkingskracht heeft op jongeren die met plannen voor een eigen zaak rondlopen. En blijkbaar zijn er dat toch wel wat. Alleen blijkt ook hier weer de voorzichtigheid te overheersen. Hoe dan ook, de participanten van de ronde tafel waren het er unaniem over eens: eerst ervaring opdoen en geld sparen om dan misschien de stap naar het zelfstandige ondernemerschap te
EEN JOBSPECIAL VAN
zetten. Vooral de toenemende complexiteit aan reglementeringen schrikt ze af, alsook de financiële onzekerheid en kopzorgen die een eigen onderneming met zich meebrengen. Student Nils Broes: «Je moet eerst een heel goed plan hebben vooraleer je dit pad inslaat. En dat kan enkel indien je de praktijk goed kent. Dus laat ons eerst maar enkele jaren in een firma meedraaien om te zien hoe het er allemaal aan toe gaat en welke gaten er in de markt zijn».
«Om te oefenen» Studenten industrieel ingenieur zijn er zich terdege van bewust dat ze zich in een luxepositie bevinden. Ze maken zich dan ook niet veel zorgen over het vinden van een job. «Soms is het een omgekeerde wereld: we krijgen de indruk dat bedrijven die aan een jobbeurs deelnemen, vaak zichzelf proberen te verkopen zodat de studenten zouden overwegen bij hen te komen werken,» vertelt Charlotte De Schepper. En daar maken de studenten toch wel wat
Engineeringnet ism
ENGINEERINGNET.BE/JOBS INGENIEURMAGAZINE VACATECH & carRIERE gebruik van. Want al hoeven ze niet wakker te liggen over werk vinden, toch zijn ze bezig met hun carrière en maken ze gretig gebruik van alle opportuniteiten die zich aanbieden. Nick Verlooy: «We durven wel eens te gaan solliciteren bij ondernemingen die een reputatie van zware selectieprocedures hebben. Niet omdat we bij daar willen werken, maar om te 'oefenen' in solliciteren». Lies Lammens: «De jaarlijkse jobbeurs die KU Leuven Campus Groep T organiseert, vinden we heel interessant om te zien wat zoal de mogelijkheden zijn».
Gemiddeld startersloon is «onvoldoende» Omdat de studenten beseffen dat hun diploma erg is gegeerd, nemen ze geen genoegen met een gemiddeld startersloon. Toch blijkt de vergoeding maar een bijkomstige rol te spelen. Jarno Van Hemelen: «Veel bedrijven pakken uit met de extralegale voordelen: bedrijfswagen, laptops, tablets, gsm's, pensioensparen, eco- en maaltijdcheques,.... Maar dat is bij iedereen zowat gelijk, dus nog weinig relevant om ons te overhalen om de gelederen te vervoegen. Soms is het er echt over. De bedrijven zijn dermate bezig met zichzelf te verkopen, dat we ervan gaan lopen. Hetzelfde geldt met de gadgets en cadeautjes die ze op jobbeurzen uitdelen. Natuurlijk zijn er wel studenten die voor zo'n dingen vatbaar zijn». Jochem Jeunen: «Zelf heb ik liever een andere aanpak, zoals AB Inbev. Enkele weken geleden nodigde die ons uit voor een bedrijfsbezoek. En alhoewel ik totaal geen intentie had om in deze onderneming aan de slag te gaan, stond ik er op het einde van de dag wel voor open. Omdat die mensen met zo'n enthousiasme over hun werk en de firma spraken...» Nils Broes: «Een aangename bedrijfscultuur is veel belangrijker dan extralegale voordelen. Maar precies daarover krijg je te weinig informatie op jobbeurzen». Nick Verlooy: «Eén firma heeft het goed aangepakt op dat vlak: ze nodigde de hele klas uit om te participeren aan haar maandelijkse 'after work' party. Dat was voor ons een erg aangename manier om de firma te leren kennen. En het feit dat ze 22
vacatech MAGAZINE - mei 2015
dat maandelijks deden, vond ik aanlokkelijk. Want ik wil graag in een bedrijf werken waar het niet alleen over de 'job' gaat en waar mijn collega's een deel van mijn leven worden».
Drie keuzecriteria De belangrijkste criteria van de participerende studenten om voor een werkgever te kiezen, zijn echter de kans om leiding te geven, internationale ervaring op te doen, doorgroeimogelijkheden en perspectieven op veel jobvariatie. Bedrijven die op al deze voorwaarden kunnen inspelen, mogen er relatief zeker van zijn dat ze een nieuwe medewerker in huis krijgen die er voor vele jaren blijft. Want 'jobhopping' is niet meteen het ideaal dat ze voor ogen hebben: zekerheid speelt ook hier weer een prioritaire rol. Maar laat ons eens dieper op deze doorslaggevende criteria ingaan.
«Eén firma nodigde de hele klas uit voor haar maandelijkse 'after work' party» Volgens de studenten is de opleiding van Groep T hoogstaand genoeg dat ze als nieuweling een leidinggevende positie aankunnen. Jochem Jeunen: «Verschillende afgestudeerde vrienden hebben zo'n functie en de praktijk wijst uit dat ze er weinig problemen mee hebben. Sommige werden zelfs zonder extra interne training voor de haaien gegooid». Jaro Van Hemelen: «Het feit dat we hier ook management- en communicatietechnieken leren, speelt daar een cruciale rol in. Want het heeft geen zin om veel over techniek te weten als je niet met mensen kunt omgaan of de informatie op een juiste manier naar je medewerkers kunt communiceren». Nils Broes: «Het postgraduaat Innoverend Ondernemen is heel erg interessant om zo'n leidinggevende functie aan te kunnen. Want je stapt dan in projecten die eigenlijk KMO's zijn en waar alle aspecten van projectmanagement aan bod komen: van het zoeken van en communiceren met sponsors, over de technische kennis in de praktijk implementeren,
tot leiding geven. Het grote voordeel is dat je met bedrijven samenwerkt en op die manier geleidelijk in het echte leven op de werkvloer wordt geïntroduceerd. We zien dan ook dat ondernemingen bij hun aanwerving de voorkeur geven aan afgestudeerden waarmee ze al hebben samengewerkt of die dergelijke ervaring hebben opgedaan». Lies Lammens: «Ook actief zijn in het praesidium blijkt een extra troef te zijn, want ook daar leer je zaken die niet in het lessenpakket zijn opgenomen». Charlotte De Schepper: «En natuurlijk is het kiezen voor een 'praktische' thesis, waar je gedurende enkele maanden elke weekdag of een paar dagen per week in een firma werkt, eveneens goed om je klaar te stomen». Jochem Jeunen: «Zo'n praktische stage leert je ook aan het ritme van werken gewoon worden, wat natuurlijk wel wat anders is dan het studentenleven. Je ondervindt tevens of je wel geschikt bent om als ingenieur te functioneren. Want het is niet omdat je goede punten haalt, dat je ook in het echte bedrijfsleven goed zal scoren».
Pluspunt: interne opleiding Toch hoeft die leidinggevende positie niet meteen. Ook de mogelijkheid van interne opleiding speelt een belangrijke rol. Alle participanten van de ronde tafel bleken een grote interesse in 'trainee programs' te tonen. Lies Lammens: «Een opleiding van enkele maanden in één departement, daar dan een half jaar werken, opnieuw een opleiding voor een ander departement: het is ideaal om na te gaan welke job je nu het best ligt. Want als pas afgestudeerde weet je dat vaak nog niet. Het is pas door effectief het werk te doen dat je zal beseffen welke weg je wil inslaan. Bedrijven die dergelijke trainee programs aanbieden, hebben bij veel studenten industrieel ingenieur toch een serieus streepje voor». Jochem Jeunen: «Ingenieurs zijn meestal creatieve mensen. Het ergste wat je ze kan aandoen, is ze geen perspectief op variatie en uitdagingen geven». Nick Verlooy: «Vandaar dat studie- en consultancybureaus voor ons het meest aantrekkelijk zijn. Want dan kom je constant in andere sectoren en projecten terecht. Die variatie kan een gewoon bedrijf zelden bieden. Maar
ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR VACATECH & MAGAZINE CARRIERE natuurlijk zijn er ook studenten die wel graag altijd in hetzelfde vakdomein bij dezelfde werkgever blijven. Toch zijn die eerder een uitzondering op de regel». Jochem Jeunen: «Variatie kan ook betekenen: de mogelijkheid om naar het buitenland te trekken. Dezelfde job in hetzelfde bedrijf wordt immers helemaal anders ingevuld in pakweg China dan in België. Het leren kennen van andere culturen is verrijkend. En dat is iets wat we beseffen en willen ervaren». Jarno Van Hemelen: «Vandaar ook dat onze voorkeur van werkgever veelal naar multinationals uitgaat. Want zij kunnen zowel die trainee programs als jobs in het buitenland aanbieden».
Meer instroom nodig
Zij namen deel... Nils Broes (24) Opleiding: 4de jaar Industrieel Ingenieur Elektromechanica + Postgraduaat Innoverend Ondernemen (CQS Grou Racing Team) Gekozen voor industrieel ingenieur omwille van: «Na mijn bachelor fysica wou ik nog iets extra studeren om mijn perspectieven op de arbeidsmarkt te verbreden. Techniek heeft me altijd aangesproken en het feit dat ik bij Groep T ook bij het CQS Group Racing Team kon intreden, heeft me over de streep gehaald». Nick Verlooy (22) Opleiding: 4de jaar Industrieel Ingenieur Intelligent Mechanics + Postgraduaat Innoverend Ondernemen (Teamleider Formula Electric Belgium Team) Gekozen voor industrieel ingenieur omwille van: «Ik ben van kindsaf gepassioneerd door wetenschap en techniek. Het leek me dan ook een logische keuze om voor deze richting te kiezen. En het feit dat ik in het Formula Electric Belgium Team kon stappen, was een extra stimulans».”
Wanneer we de participanten vragen wat bedrijven kunnen doen om studenten te overhalen bij hen te komen werken, antwoorden ze 'indirect werken'. Door stages aan te bieden, thesissen te begeleiden, sponsor te zijn en actief deel te nemen aan evenementen, ook deze die niet aan werving zijn gelinkt.
Jarno Van Hemelen (22) Opleiding: 4de jaar Industrieel Ingenieur Electronica-ICT + post graduaat Innoverend Ondernemen (Solar Team) Gekozen voor industrieel ingenieur omwille van: «Ik wou altijd al iets technisch doen en twijfelde tussen burgerlijk en industrieel ingenieur. Uiteindelijk heb ik voor industrieel gekozen omwille van het praktische aspect en de projecten waaraan je kan participeren. Het feit dat de opleiding in Groep T ook management en communicatie omvat, vond ik erg interessant omdat je dan niet alleen technisch geschoold bent».
Jarno Van Hemelen: «Zo organiseert het Solar Team, i.s.m. KU Leuven Campus Groep T, jaarlijks een wedstrijd voor Vlaamse scholen om een gadget op zonne-energie uit te denken. Het is belangrijk dat het bedrijfsleven zich achter dergelijke initiatieven zet, want ze zullen de schaarste aan ingenieurs niet oplossen door gadgets, veel extra-legale voordelen of trainee programs. Wat nodig is, is kinderen voor techniek warm maken. In dit opzicht zou het bijvoorbeeld interessant zijn dat fabrieken hun deuren voor schoolreizen openstellen». Nils Broes: «Wij pleiten ook voor meer leraars in het middelbaar onderwijs die er al een carrière in de industrie hebben opzetten. Want uit ervaring weet ik dat de verhaaltjes die zij erbij vertellen, de lessen interessant maken en kinderen ertoe aanzetten om over een technische carrière na te denken. En daarmee komen we tot een oplossing voor een structureel probleem: er is een hogere instroom van studenten in technische opleidingen noodzakelijk». <<
Charlotte De Schepper (21) Opleiding: 4de jaar Industrieel Ingenieur Biochemie Gekozen voor industrieel ingenieur omwille van: «Ik had nog niet echt een idee van wat ik wou worden, maar wilde wel iets studeren met wiskunde en logisch denken. Vandaar dat ik voor industrieel ingenieur heb gekozen. Het grote voordeel is dat deze studie op zo'n manier wordt opgebouwd dat je doorheen de jaren een kijk krijgt op welk domein je het beste ligt». Lies Lammens (22) Opleiding: 4de jaar Industrieel Ingenieur Chemie Gekozen voor industrieel ingenieur omwille van: «Ik kom uit een ondernemersfamilie en techniek werd me met de paplepel ingegeven. Het leek me evident om iets te studeren dat in deze richting lag. Ik heb nog getwijfeld tussen handels- en industrieel ingenieur. Maar omdat binnen Groep T ook management en communicatie in het lessenpakket is opgenomen, kon ik met deze studie twee vliegen in één klap slaan». Jochen Jeunen (23) Opleiding: 4de jaar Industrieel Ingenieur Electro Mechanica, specialisatie Intelligence Mobility + Master Management aan KULeuven. Gekozen voor industrieel ingenieur omwille van: «Ik heb altijd een speciale voorliefde voor techniek gehad, dus lag mijn studiekeuze voor de hand. Omdat ik liever projectmanager dan een technisch ingenieur wil worden, ben ik naar Groep T gekomen. Want hier wordt techniek met management gecombineerd».
vacatech MAGAZINE - mei 2015 23
ENGINEERINGNET.BE/JOBS
INGENIEUR &DOSSIER: carRIEREingenieursbarometer In de aanloop naar de Dag van de Ingenieur organiseerde USG Engineering een rondetafelgesprek met een aantal tenoren uit de HR-sector. Zij lieten hun licht schijnen over actuele thema's zoals de moeilijkheden voor bedrijven om ingenieurs aan te trekken, terwijl er toch ook nog altijd zijn die geen werk vinden. De kloof tussen de schoolbanken en de eerste professionele ervaringen, de samenwerking met de universiteiten, de risico's op een brain-drain en de rol die ingenieurs kunnen spelen in de broodnodige innovatie.
Ingenieurs aanwerven
stellen WERKGEVERS TE hoge eisen? Leggen bedrijven de lat niet te hoog door van ingenieurs behalve technische kennis ook een massa andere skills te verwachten? Creëren ze daardoor hun eigen schaarste? André Van Damme: Ik denk niet dat we de lat te hoog leggen. Integendeel zelfs, want ik stel jammer genoeg vast dat kandidaten de basisberekeningen, die voor mijn generatie evident waren, lang niet meer altijd onder de knie hebben. Heeft dat met de algemene tijdsgeest te maken? Met het feit dat in de opleiding ook andere accenten worden gelegd? De lat rond die basiskennis ligt eigenlijk al lager dan vroeger. En dat in onze organisaties vandaag van alle medewerkers businesskennis wordt verwacht, staat als een paal boven water. Iedereen moet ook communicatief zijn, leerbereidheid aan de dag leggen, betrokkenheid tonen en een stukje intrapreneurship uitdragen. Ik kan me inderdaad indenken dat dan de indruk ontstaat dat de Bruno Monteyne HR Manager DEME
24
vacatech MAGAZINE - mei 2015
lat hoog ligt, maar dat is gewoon om te proberen een antwoord te vinden op de tijdsgeest. Vergeet ook niet dat steeds meer studenten langer studeren en doctoreren. Dan liggen de eisen vanzelf hoger, zeker op het vlak van de niet-technische skills. Kathleen Dupont: Dat blijkt volgens mij ook overduidelijk uit de cijfers van de VDAB. Er wordt nu een pak meer verwacht van startende ingenieurs dan pakweg een drietal jaar geleden. Wilson De Pril: Ik ben er zo goed als zeker van dat de 2 elementen 'vaardigheden' en 'houding' die naast 'kennis' deel uitmaken van de competentie, vaak oorzaak zijn van een moeilijke inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. We kunnen dit oplossen door het onder-
André Van Damme Departementshoofd Technologie Umicore
wijs en het bedrijfsleven beter te laten samenwerken en dit vanaf een vroeg stadium. Alex Massoels: Het is niet omdat meer aandacht wordt gevraagd voor betrokkenheid dat dit moet betekenen dat de basiskennis achteruit gaat. Hoe dan ook, lijkt het mij irrealistisch alles van het onderwijs te verwachten. Zoals uit de woorden van André Van Damme blijkt, is het altijd zo geweest dat afgestudeerden wat tijd nodig hebben om hun draai te vinden. We mogen dus niet verlangen dat ze zomaar alle competenties onder de knie hebben. Bij Electrabel besteden wij daarom heel veel tijd en aandacht aan opleiding. En ik veronderstel dat dit bij de andere bedrijven rond de tafel niet anders is. André Ghysens: Uiteraard. Zeker als je rond specifieke projecten werkt, zoals bij ons de Ariane 6, dan kan je niet verwachten dat de jonge ingenieurs die daaraan meewerken voldoende kennis hebben.
Kathleen Dupont General Manager USG Engineering Professionals & Science Professionals
Wilson De Pril Directeur Generaal Agoria Vlaanderen
ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR & CARRIERE DOSSIER INGENIEURSBAROMETER Die specifieke kennis gaan wij dan ook regelmatig in het buitenland halen. Dat neemt niet weg dat opleiding voor een groot stuk 'on the spot' moet gebeuren. Dat is ook nog om een andere reden belangrijk: straks verdwijnt uit heel veel organisaties een hele hoop kennis omdat heel wat ingenieurs met pensioen gaan. Het is belangrijk dat zij die kennis doorgeven. Bruno Monteyne: Een ander element dat heel belangrijk is. Er moet een natuurlijke klik zijn met de bedrijfscultuur. Als de persoonlijkheid van een kandidaat en de cultuur van een organisatie echt niet bij elkaar passen, dan ontstaan hoe dan ook frustraties en dan kan er van echte betrokkenheid bij de job eigenlijk geen sprake zijn. In dit verband merk ik bijvoorbeeld dat kandidaten toch niet altijd goed beseffen wat de jobs in het buitenland die wij vaak aanbieden, precies inhouden. André Van Damme: Dat heeft met perceptie te maken. En op dat vlak valt ook nog wel één en ander te zeggen. Er wordt weinig gedaan om de perceptie rond de vele mogelijkheden voor ingenieurs bij te stellen. En dat geldt eigenlijk voor ondernemerschap in het algemeen. Bij herstructureringen en sluitingen komen de kranten papier te kort om hun meest sensationele titels te gebruiken. Wij hebben bij Umicore 500 mensen aangeworven en dat kon, behalve op enkele minuutjes in 'Iedereen beroemd' op geen enkele media-aandacht rekenen. Ik wil maar zeggen dat de perceptie die van ingenieurs en van hun functies bestaat, André Ghysens HR Director SABCA
59% van de bedrijven die deelnamen aan het onderzoek verwacht een groei van hun ingenieurspopulatie in 2015. Bovendien zijn er vervangingen op til als gevolg van verloop (42%) of van de pensioneringsgolf (37%).
er ook niet altijd toe bijdraagt dat ze in de rij staan aan te schuiven. Nog even terug naar die betrokkenheid. Is die nu dan al niet aan het afkalven bij jonge afgestudeerden? En is het ook niet zo dat die automatisch vermindert, omdat er steeds meer met projecten wordt gewerkt en dat er dus meer freelancers worden ingeschakeld? Jochen Bultinck: Dat er veel kandidaten zijn die bij hun eerste vraag al willen weten wat ze kunnen verdienen, is volgens mij overdreven. Ze weten ondertussen ook zelf dat dit geen goede binnenkomer is. Anderzijds stel ik toch ook vast dat het voor steeds meer jongeren moeilijk wordt als ze horen dat ze in het weekend zullen moeten werken. Bij Infrabel is dat nu eenmaal vaak het geval. Ken Peeters: Ik denk dat het, zoals bij alles, moeilijk is om te veralgemenen. Het is inderdaad zo dat ingenieurs een onmisbare schakel zijn voor groei in veel bedrijven. Het klopt dat een gezonde portie ondernemerschap aanwezig dient te zijn bij de ingenieurs… Maar ik stel ook vast dat starters of veel kandidaten meteen de ambitie hebben om ingezet
Jochen Bultinck Hoofd Asset Management North-West Infrabel
te worden op grootse projecten. Vaak ontbreekt het hen echter aan specifieke ervaring binnen de sector, het bedrijf of (gewoon) algemeen… Kortom: naast ambitie, ondernemerschap zijn geduld en een zekere ervaring (brede zin van het woord) ook noodzakelijk. Kathleen Dupont: Ik hoor ook verhalen over freelancers en een flexibele schil bij organisaties, maar een en ander loopt bij ons lang niet zo'n vaart als in Nederland dat erom bekend staat dat de zzp'ers (zelfstandigen zonder personeel) een zeer hoge vlucht hebben genomen. Hoe dan ook, ook wie als freelancer werkt, moet zich inderdaad, zoals Bruno Monteyne zegt, aanpassen aan de cultuur van het bedrijf waarvoor hij een opdracht uitvoert. André Ghysens: De jongeren die nu op de arbeidsmarkt komen, zijn gewoon geraakt aan heel andere ritmes. Bij Sabca schrikken ze er niet voor terug om het hele weekend te komen of tot 's avonds laat, maar dan niet omdat het door ons wordt opgelegd, maar gewoon omdat het in hun kraam past. Hun work-lifebalans is belangrijk, maar als ze vrijheid krijgen, dan leggen velen wel een grote betrokkenheid aan de dag. <<
Ken Peeters Head of Real Estate Lidl
Alex Massoels Teamleader Recruiters Employees Belux Electrabel
vacatech MAGAZINE - mei 2015 25
VACATURES
De Spoorwegen zijn fier op hun ingenieurs! Tijdens de “Dag van de Ingenieur”, georganiseerd door USG Professionals, kwam het ingenieursteam van Infrabel als winnaar uit de bus. Proficiat aan onze collega’s! Wil jij ook graag deel uitmaken van een gedreven team? We zoeken nog gemotiveerde specialisten in allerlei domeinen: beheer en aanleg van infrastructuur, signalisatie, informatica... Zet je schouders onder vernieuwende projecten van de Spoorwegen en bouw mee aan de trein van morgen.
Bekijk je jobmogelijkheden op:
www.despoorwegenwervenaan.be HR Rail-halve-engineeringnet.indd 1
21/04/2015 13:18:40
Industrieel, burgerlijk, bio-ingenieurs of gelijkgestelden aanwerven: het is als zoeken naar een speld in een hooiberg. Engineeringnet.be, de grootste nieuwssite voor ingenieurs en technici in Vlaanderen, biedt u een unieke formule om te rekruteren bij de engineering community in België:
Vacatech Jobboard De Vacatech Jobboard is ontstaan uit de combinatie van Vlaanderen's grootste technologische nieuwssite, Engineeringnet, met Jobat.be
Voor meer info, surf naar: http://atwork.engineeringnet.eu/ business/vacatures
ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR & CARRIERE DOSSIER INGENIEURSBAROMETER
In Vlaanderen:
mismatch van 2.500 vacatures en 2.700 werkzoekende ingenieurs Spanning tussen vraag en aanbod groeit
Wat loopt er mis op de technische arbeidsmarkt in Vlaanderen? Een goede vraag, want er blijken tegelijkertijd ongeveer 2.500 openstaande vacatures én 2.700 werkzoekende ingenieurs te zijn. Dat blijkt alvast uit de enquête die USG Engineering hield in het kader van zijn Ingenieursbarometer.
V
olgens Fons Leroy, Gedelegeerd Bestuurder van de VDAB, is het gebrek aan belangstelling voor technische richtingen 'wellicht de meest fundamentele oorzaak voor het feit dat veel organisaties de openstaande vacatures voor ingenieurs moeilijk ingevuld krijgen'. De diverse initiatieven die de jongste jaren het levenslicht zagen om de STEM-richtingen te promoten, kunnen op zijn steun rekenen, 'maar dat is allemaal nogal versnipperd'. Leroy: «Voorts denk ik dat niemand me hier zal tegenspreken als ik zeg dat zelfs technisch heel goed opgeleide mensen niet altijd kaas hebben gegeten van wat er in de bedrijfswereld precies gebeurt. Ik denk dat we daarom ook in het hoger onderwijs sterker moeten inzetten op werkplekleren, zoals dat nu al gebeurt in het secundair onderwijs. Studenten moeten meer van de praktijk kunnen proeven en dat kunnen combineren met hun studie. Dat kan de muren die er bestaan tussen onderwijs en bedrijfswereld slopen.» André Van Damme, Departementshoofd Technologie bij Umicore en zelf ingenieur, relativeert vanuit zijn persoonlijke ervaring: «Ik denk dat we jonge ingenieurs die juist van de schoolbanken komen ook niet met alle zonden van Israël moeten overladen als we zeggen dat ze het bedrijfsleven onvoldoende kennen. Toen ik als ingenieur begon kreeg ik nog de kans om als het ware aan de hand van een ervaren ingenieur mee te lopen. Dat was een soort duobaan. Daar werd toen nog
Eind december 2014 telde de VDAB 2.029 direct inzetbare nietwerkende werkzoekende (nwwz) ingenieurs, waarvan 283 met een diploma master bio-ingenieurswetenschappen (bio-ingenieur) of gelijkwaardig, 1.340 met een diploma master industriële wetenschappen (industrieel ingenieur) of gelijkwaardig en 406 met een diploma master ingenieurswetenschappen (burgerlijk ingenieur) of gelijkwaardig. tijd voor genomen en budgettair was daar ruimte voor. Nu kan dat eigenlijk niet meer omdat het allemaal zoveel kost en omdat alles altijd sneller moet gaan. Toch zouden we daar misschien de tijd moeten voor nemen, want een ingenieur die van school komt is voor mij te vergelijken met iemand die net zijn rijbewijs heeft behaald. En die kan je toch ook niet meteen aan het stuur van een Formule 1-wagen zetten?»
Feit is en blijft dat er een spanning bestaat tussen vraag en aanbod op de technischwetenschappelijke arbeidsmarkt. Dat blijkt duidelijk uit de cijfers van VDAB. Uit de Ingenieursbarometer 2015: 'Wanneer we het aantal niet-werkende werkzoekende ingenieurs en het aantal openstaande vacatures vergelijken, zien we dat de vraag naar masters industriële wetenschappen dubbel zo groot is als het aanbod op de arbeidsmarkt. Bij de masters ingenieurswetenschappen is de vraag even groot als het aanbod. Enkel bij de masters bio-ingenieurswetenschappen is er sprake van een overaanbod: hier is de vraag vijfmaal kleiner dan het aanbod. De intrede op de arbeidsmarkt verloopt het vlotst voor afgestudeerde masters Toegepaste wetenschappen (de vroegere burgerlijk ingenieurs). Het restpercentage (aandeel werkzoekende schoolverlaters dat na 1 jaar als werkzoekende is ingeschreven) bij de masters toegepaste wetenschappen (restpercentage = 1,6%) ligt lager dan bij de masters industriële wetenschappen en technologie (restpercentage = 2,9%) en een stuk lager dan bij de masters biologische wetenschappen (restpercentage = 6%). Het ligt ook een pak lager dan het gemiddelde restpercentage van alle afgestudeerde masters (restpercentage = 7,3%).
Leeftijd speelt rol Bovendien blijkt leeftijd een rol te spelen in de mismatch. Zo stijgt het risico op langdurige werkloosheid (1 jaar of langer) stelselmatig met de leeftijd. Terwijl 9% van de werkzoekende ingenieurs jonger dan 30 jaar langer dan 1 jaar werkzoekend is, is dit aandeel bij de werkzoekende dertigers gestegen tot 30%. Bij de veertigers neemt het aandeel langdurig werkzoekenden nog verder toe tot 37% en bij de vijftigplussers wordt de kaap van 50% ruimschoots overschreden. << (foto: VDAB) vacatech MAGAZINE - mei 2015 27
VACATURES
NEXANS BRINGS ENERGY TO LIFE
Ben je klaar voor de job experience day?
Nexans brengt energie tot leven via een uitgebreid assortiment kabels en kabeloplossingen die wereldwijd klanten helpen betere prestaties neer te zetten. Wereldwijd stelt de groep Nexans bijna 26.000 mensen tewerk.
Mireille zoekt een (Junior) procesingenieur
De divisie Nexans Cabling Solutions is gespecialiseerd in bekabelingssystemen voor data, voice, video en gebouwbeheer. Momenteel zijn we op zoek naar een gedreven: VOOR DE HOOFDZETEL IN BUIZINGEN (HALLE)
Jouw functie • Je werkt aan de ontwikkeling en uitvoering van belangrijke metingen en testen, voor zowel koper- als glasvezeltoepassingen • Je maakt deel uit van het Product & System Performance team, dat tests en producten ontwikkelt, valideert en verbetert • Binnen verschillende R&D-projecten ben je verantwoordelijk voor het meten en valideren van de noden voor het project • Je presenteert de resultaten van de belangrijkste programma’s aan het projectteam of aan andere belanghebbenden. Ons aanbod We bieden je een boeiende job die je blijft inspireren, binnen een dynamische en internationale groep. Een aantrekkelijk salaris, extralegale voordelen en doorgroeimogelijkheden maken het plaatje compleet.
(M/V)
Jouw profiel • Je hebt een masterdiploma in elektromechanica • Ervaring in een technische omgeving, testmethodologie of in netwerksystemen is een troef • Je hebt sterke communicatieve vaardigheden en een goede kennis van het Engels • Je combineert je analytische geest met een creatieve, handige aanpak om telkens de beste oplossingen te vinden. Interesse? Laat dan snel iets van je horen. Stuur je cv en motivatiebrief met referentie NCS_ENG naar Karina Vanhoedenaghe, Nexans Cabling Solutions, Alsembergsesteenweg 2 b3, B-1501 Halle (Buizingen), of via e-mail aan: karina.vanhoedenaghe@ nexans.com
www.mireille.be D JJ N LVR DN PRBLMU “NCJFRN”? N JJ D P K NR VRRN EN VRNUWN VN PRFCN N PRDUCN? DR JJ VLHD H N H VNDL? VRF J RG N N NDURL MVN? WRK J RG N N MULDCPLNR CNX? WJS H DN JDN NE J XPRNC DY ..M. CN. NM DL N N IND KCH NR D J D J MIR!
Zin in een unieke ervaring? Schrijf je in via www.jobbattle.be
Begrijp jij wat we bedoelen? Dan ben jij de persoon die we zoeken! Ascento behoort tot t-groep NV
www.nexans.be
De selectie gebeurt in exclusieve samenwerking met Ascento. Kandidaten worden geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht geslacht, leeftijd, afkomst of handicap.
VG. 1246/BUOSAP - B-C07.002 - 00309-405 - 00309-406 - W.INT.RE.RS.SO.148 - DC:40103
RESEARCH & DEVELOPMENT INGENIEUR
The U.S. Embassy in Brussels is looking for a (m/f)
SUPERVISORY MAINTENANCE ENGINEER Basic Function of Position
(Ref: FY15-05DR)
Serves as the senior Engineer in the Facility Management Office, providing professional engineering services through planning, design, estimating and technical review of all construction/renovation projects for the U.S. Embassy in Brussels. Prepares specifications or statements of work, drawings, bill of materials, and construction cost estimates. Through a team of skilled and semi-skilled tradesman the jobholder manages the non-routine, unusual or unprecedented, moderate to complex maintenance operations for U.S. government owned buildings, equipment, facilities and associated grounds. S/He will be the lead technical authority to the Facility and Post Management for engineering related services. Performs other related duties when required.
Qualifications Required for Effective Performance
• Bachelor of Science degree in Mechanical Engineering plus secondary level of professional engineering license. • Minimum five years’ experience in the field of mechanical engineering or other fields related to building construction and renovation; minimum one year of supervisory experience. • Fluency (level IV) in English; fluency (level IV) in French and/or Dutch. • Excellent knowledge of HVAC systems, chillers, HVAC electronic controls, and some knowledge of electrical distribution, voltage regulation, and automatic transfer switches. Well versed in established mechanical and electrical codes, and trade practices. Proficient in the use of MS Office software (Word, Excel, Power Point, etc.), AutoCAD, MS Project and other special computer programs. Knowledge of international building codes and of both industry and local construction standards. Must quickly become knowledgeable of design and construction practices with U.S. civil codes and specifications. • Ability to: read/interpret/communicate schematic diagrams, blueprints and technical handbooks; work independently and serve as acting Facility Manager as delegated; develop statements of work, perform feasibility studies for proposed projects, construction documents (plans and specifications), and cost estimates; read and understand mechanical layout drawings, undertake feasibility studies and write detailed technical reports. Salary range: 4,466–5,902 gross/month. Interested? For more information and to apply, please consult the website of the U.S. Embassy: http://belgium.usembassy.gov/jobs.html
Registreer gratis voor onze nieuwsbrief 'NETKRANT' elke woensdag en vrijdag in uw mailbox www.engineeringnet.be/belgie/abonneeservice.asp
ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR & CARRIERE DOSSIER INGENIEURSBAROMETER
Duaal leren kan succes worden voor jongeren, onderwijs én bedrijven Twee voorstanders van duaal leren, Wilson De Pril van Agoria en Fons Leroy van VDAB, houden onverminderd een pleidooi om het duaal leren - dat nu al her en der doorgang vindt op het niveau van het middelbaar onderwijs - ook in het hoger onderwijs door te trekken.
S
lechts iets meer dan de helft van de toekomstige ingenieurs vindt zich echt klaar om na de studies in het professionele leven te stappen. Dat bevestigt dat er sprake blijft van een kloof tussen de schoolbanken en het beroepsleven, é het ondersteunt de denkpiste om de systemen van duaal leren ook in het hoger onderwijs door te trekken. Voor Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen, gaan de enkele initiatieven in het secundair onderwijs niet ver genoeg. Hij pleit voor het invoeren van duaal leren in het hoger en het volwassenenonderwijs. De Pril: «Duaal leren, een combinatie van leren en werken, moet passen in het globale onderwijssysteem. Dit kan een succes worden, maar beperk het dan niet tot enkel de laatste graad van het secundair onderwijs. Voorzie ook voorbereidende trajecten in het basisonderwijs en de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs».
Technologische industrie is vragende partij «Naast scholen, zijn ook bedrijven belangrijke leeromgevingen. Duaal leren vraagt een sterk, evenwaardig partnerschap tussen onderwijs en bedrijfsleven. De technologische industrie wil alvast mee pilootprojecten opzetten als er een duidelijk kader is uitgetekend». De techfederatie vraagt namens zijn leden, de technologische industrie, dus een inbedding in het volledige onderwijssysteem. Het mag niet enkel bestemd zijn voor jongeren die schoolmoe zijn. Integendeel, ook doorstroming naar het hoger onderwijs moet mogelijk blijven. De Pril: «Het moet gaan om een echte upgrading van leren en werken. Enkel zo kunnen we
gemotiveerde, bekwame en arbeidsmarktrijpe jongeren voor de duale trajecten winnen en het bestaande watervalsysteem keren. Duaal leren moet ook passen binnen de langverwachte modernisering van ons onderwijs, zowel basis- als secundair onderwijs». Hij wijst ook op de rol van de leraren: «De leraar zal minder uren lesgeven. Hij zal een meer coachende rol opnemen en moeten samenwerken met bedrijven. Hiervoor heeft hij een goede kennis en inzicht van de bedrijfspraktijk nodig. Zo moeten stages op de werkvloer deel uitmaken van het professionaliseringtraject».
Talentenpaspoort Een goed idee, aldus De Pril, kan de invoering van een talentenpaspoort vanaf het basisonderwijs zijn om de talenten van elk kind tijdig te ontdekken. Daarna komt het er in het secundair op aan deze talenten verder te ontplooien, ook de technologische talenten. «Er is nood aan een voorbereidend traject in de eerste en tweede graad met betrokkenheid van het bedrijfsleven, zodat de juiste doelgroep van leerlingen effectief instapt». Nog steeds volgens de federatie, moet er één juridisch statuut van leren en werken komen waarbij een leerovereenkomst wordt afgesloten tussen leerling, school en bedrijf. Dit houdt in dat het huidige stelsel van leren en werken, namelijk het DBSO en de leertijd, wordt afgeschaft. «Duaal leren is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van onderwijs en bedrijfsleven waarbij beide een gelijkwaardige en autonome rol hebben», aldus De Pril.
Wilson De Pril
Standpunt Agoria toont zich tevreden dat de Vlaamse regering werk wil maken van de invoering van duaal leren in het onderwijs en steunt de conceptnota hierover. De federatie vraagt betrokken te worden bij de werkgroep die het concept verder uitwerkt. «Heel wat bedrijven uit de technologische industrie staan klaar om projecten op te starten met scholen en Agoria wil hen hierbij graag begeleiden». << Niet alleen in secundair Agoria vindt bovendien dat duaal leren zich niet mag beperken tot het secundair onderwijs. «Meerderjarige jongeren die via het tweedekansonderwijs een kwalificatie willen verwerven, moeten dit ook kunnen via een duaal traject. Daarnaast moet duaal leren ook een plaats krijgen in het hoger onderwijs».
Onderwijs 4.0 De Pril: «De industriële bedrijven in ons land staan voor belangrijke uitdagingen en zitten in volle transformatie. Industrie 4.0 heeft nood aan onderwijs 4.0. De Agoria-bedrijven zijn, mits een duidelijk kader, alvast bereid mee partnerships aan te gaan in de ontwikkeling van het duaal leren». << (BB) (foto: Agoria) vacatech MAGAZINE - mei 2015 29
B(NL)-1039-EK overview 94x136_B(NL)-1039-EK overview 94x136 18.03.15 17:59 S
Dynamische energietoevoer eenvoudig gemaakt snel te vullen
veelzijdig
stil & Cleanroom klasse 1
robuust
Web: Shop Finder 3D-CAD Konfigurator
3-assig
Snel zoeken en bestellen
Met het grootste programma kunststof kabelrupsen: Verzending binnen 24 uur, precies volgens uw individuele wensen voorgemonteerd. Lange levensduur en inclusief garantie. Verlaag uw kosten, geen minimum ordergrootte. Gebruikt u ons persoonlijk advies, of stel direct online de passende configuratie samen met 3D-CAD. igus.be/the-chain plastics for longer life
®
Vraag naar een gratis monster: Tel. 016-31 44 31 Fax 016-31 44 39
Werkt precies
Dé specialist van het binnenklimaat. testo 480 is de ideale partner voor: • • • •
PMV/PPD meting volgens ISO 7730 Turbulentiegraadmeting volgens EN 13779 WBGT-meting volgens ISO 7243 / DIN 33403 RLT-meting van een VAC-installatie volgens EN 12599 • CO2-meting en Lux-meting
www.testo.be/comfortmeting testo NV • Industrielaan 19 1740 Ternat • 02/582 03 61 •
[email protected]
Extreem nauwkeurig: de nieuwe procesregelaar JUMO DICON touch. Dankzij het innovatieve touchscreen is de bediening eenvoudiger dan ooit. • Twee kanalen proces-/programma regelaar • Vier galvanisch gescheiden universele analoge ingangen en geïntegreerde schrijver • Bewezen regelalgoritme met twee optimalisatie procedures
JUMO DICON touch - intuïtief bedienen, precies regelen
www.jumo.be
ENGINEERINGnet.BE & NL
Overtreden gebruikers van aandrijvingen de wet? Nieuwe wetgeving betreffende de export van aandrijvingen met hoge frequenties (HF) kan voor machinebouwers en systeemintegratoren leiden tot zware sancties, waaronder celstraffen. De EU-verordening 428/2009 met wijzigingen betreft de export van goederen, software en technologie die normaal gesproken worden gebruikt voor civiele doeleinden, maar ook voor militaire toepassingen kunnen worden gebruikt, of zouden kunnen bijdragen aan de verspreiding van massavernietigingswapens. Vanuit deze gedachte houdt de EU toezicht op export, doorvoer en handel in deze artikelen, omdat zij zeer belangrijk zijn voor de bevordering van de internationale vrede en veiligheid.
D
e aangepaste wetgeving is in december 2014 in werking getreden en betreft onder andere de levering van aandrijvingen die geschikt zijn voor hoge frequenties, bijv. aandrijvingen die een opbrengstfrequentie van meer dan 600 Hz kunnen genereren. Voorschriften inzake de export van HFaandrijvingen zijn reeds van kracht in de Verenigde Staten, en vergelijkbare voorschriften zijn eerder dit jaar in China geïntroduceerd. Om aan de nieuwe wetgeving te voldoen, moeten bedrijven die goederen of machines met componenten waarop de EU-regelgeving van toepassing is, exporteren naar plaatsen buiten de EU de benodigde exportvergunningen bij hun eigen overheidsinstanties aanvragen. De wijzigingen hebben ook gevolgen voor de bij elke transactie verplicht gestelde documentatie, alsmede voor de maatregelen die moeten worden genomen voor de veilige opslag van de onder toezicht geplaatste goederen. Mogelijke sancties bij niet-naleving van de regelgeving variëren van geldboetes en handelsbeperkingen tot celstraffen voor individuen. Het zonder vereiste vergunning exporteren van onder toezicht geplaatste goederen is een douane-overtreding. Aandrijvingen met hoge frequentie worden gebruikt in een aantal toepassingen, waaronder tests in de auto-industrie, turbinebeproevingsbanken en slijpbanken, waarbij hogere snelheden zijn vereist dan bij 'standaard' aandrijvingen met variabele snelheid mogelijk is. Naast civiele toepassingen kunnen aandrijvingen die hogere outputsnelheden halen ook worden gebruikt in de veredeling van nucleaire materialen.
Vandaar de geïntroduceerde strengere exportregels. Bijvoorbeeld Control Techniques, een onderdeel van Emerson Industrial Automation, wijst OEM's en machinebouwers die machines ontwerpen met HF-aandrijvingen op het feit dat zij - en niet de fabrikant van de aandrijvingen moeten nagaan of hun machines al dan niet voldoen aan de betreffende wetgeving. Het is voor bedrijven ook van belang om te bepalen of de EU-verordening van toepassing is op reeds bestaande machines en systemen, omdat zij dan mogelijk te maken krijgen met exportrestricties. «Wij dringen er als fabrikant bij de bedrijven met klem op aan na te gaan hoe ver hun eigen verantwoordelijkheid reikt en passende maatregelen te nemen
IN THE FIELD
DOSSIER «DE WET»
Opgelet met EU-verordening 428/2009 ! om volledige naleving te waarborgen», benadrukt directeur Enrique Minarro Viseras. << (BB) (foto: Control Techniques)
VINDT U DIT EEN GOED
MAGAZINE?
Abonneer via www.engineeringnet.be
Klik rechts bovenaan op 'abonneren'
mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
31
ENGINEERINGNET.BE & NL IN THE FIELD
Intellectuele eigendom
Borit beschermt zijn unieke productietechnologie voor de wagen van de toekomst DOSSIER «DE WET» Borit, een jonge spin-off van het Vlaamse onderzoekscentrum voor staal OCAS en Borit Leichtbau-Technik, werkt samen met een externe adviseur om zijn nieuwe productietechnologie voor brandstofcellen te beschermen. Het bedrijf heeft een nieuwe productietechnologie ontwikkeld voor het maken van componenten en assemblies voor brandstofcellen, electrolysers en warmtewisselaars en beschikte intern niet over de nodige capaciteit om een volledige strategie voor de bescherming van zijn intellectueel eigendom op poten te zetten.
S
inds haar oprichting in 2010 kende het jonge Borit een exponentiële groei. Het bedrijf stelt ondertussen een 20-tal mensen te werk en heeft naast haar productiesite in Geel verkoopkantoren in Japan en de VS. Om zijn technologie te beschermen deed het jonge bedrijf een beroep op EP&C, een bureau gespecialiseerd in het beschermen van intellectuele eigendom en het uitzetten van IE-strategieën.
De wagen van de toekomst De belangrijkste markt voor Borit is die van de brandstofcellen en electrolysers. «Als we praten over de automobielsector zal voor een gedeelte van de markt een brandstofcelstack de plaats innemen van de traditionele verbrandingsmotor wat de toekomstige wagen toelaat te rijden op waterstof, met andere woorden 32
ENGINEERINGNET MAGAZINE mei 2015
CO2-vrij. We zien hier dan ook heel wat mogelijkheden voor de toekomst», steekt Luc Wanten, Managing Director van Borit, van wal. «De wijze waarop we de specifieke componenten en subsystemen maken is technologisch uniek. Dat resulteert erin dat we dat we tegemoetkomen aan de hogere kwaliteits- en prestatievereisten van onze klanten. Daarom willen we onze technologie zo adequaat mogelijk beschermen».
Uniek maakproces beschermen Borit is actief in de maakindustrie en het is dan ook het maakproces zelf dat het bedrijf wil beschermen. «Onze producten zijn erg klantspecifiek» verduidelijkt Wanten. «We geven onze klanten advies over hoe ze hun ontwerpen dienen aan te passen naar kostenefficiënte productie. Het ontwerp en eindproduct is specifiek eigendom van de klant, zelfs indien we wezenlijk bijgedragen hebben met ons advies. Dit communiceren we ook open en duidelijk naar onze klanten». et maakproces, de manier van vormen, lassen en snijden bijvoorbeeld, is wat Borit uniek maakt. «Hoewel er steeds een gedeelte interne know-how is, willen we bepaalde aspecten van onze technologie en ons productieproces veiligstellen, bijvoorbeeld met behulp van een octrooi».
Specialistenwerk Als jong bedrijf beschikt Borit echter intern niet over de nodige capaciteit om een volledige strategie voor de bescherming van haar intellectueel eigendom op poten te zetten. «Daarom gingen we op zoek naar een gespecialiseerde partner met kennis van zaken», aldus Wanten. «Bij de oprichting beschikten we al over een aantal belangrijke patenten, en wanneer we bijvoorbeeld een nieuwe stap aan het proces hebben toegevoegd, willen we weten of die de moeite waard is om te beschermen». Bovendien is maar liefst 90% van de productie bestemd voor export. «Een essentieel onderdeel van de aanvraag omvat dus het bepalen van de locaties waar we ons octrooi willen aanvragen. Naast België willen we ook weten of het octrooi afdwingbaar is in andere landen en hoe we dat kunnen verdedigen». «Samen met EP&C tekenen we dus een hele strategie van a tot z uit”, vertelt Wanten. «We gaan bijvoorbeeld ook kijken naar de mogelijkheden op gebied van merkenrecht. Zo gaan we na of het nodig is om ons logo en onze naam nog breder te beschermen en hoe we dat zouden kunnen doen». << (foto: EP&C)
ENGINEERINGnet.BE & NL IN THE FIELD
Voorzichtig zijn de boodschap!
Foto's van uw bedrijf op uw website? Elk bedrijf of zelfstandige beschikt wel over een website. Op deze website wordt niet alleen aangehaald wat het bedrijf doet en wat er gemaakt wordt, maar er worden meestal ook gebruik gemaakt van foto's. De vraag die zich echter stelt is of men zomaar allerhande foto's op de website mag plaatsen?
I
n vorige artikels hadden we het al een paar keer over het Auteursrecht en over Intellectueel eigendomsrecht, wel voor het antwoord op bovenstaande vraag, moeten we alweer beroep doen op de regels van het Auteursrecht. In ons Burgerlijk Wetboek heeft met het over 'eigendomsrecht'. 'Eigendom' wordt gedefinieerd als het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of de verordeningen. 'Intellectuele eigendomsrechten' hebben geen materieel voorwerp: zij hebben betrekking op een intellectuele prestatie. Daarom wordt de 'intellectuele eigendom' gedefinieerd als een voortbrengsel van de menselijke geest. Dergelijke intellectuele eigendom kan echter wel exclusieve rechten doen ontstaan, net zoals het gewone eigendomsrecht op lichamelijke goederen. Deze intellectuele prestaties kunnen ingedeeld worden in twee grote categorieën, namelijk de industriële rechten en het Auteursrecht. Tot de 'industriële rechten' behoren de uitvindingen, kweekproducten, merknamen, industriële tekeningen en modellen enz...
Solange Tastenoye, Zelfstandig Juriste
uw productieafdeling op de website te plaatsen, dan moet u toch wel even uitkijken en zeker rekening houden met de regels betreffende het Auteursrecht. In de eerste plaats moet u kijken of u ook mensen op de foto zet (bv werknemers, bezoekers, onderaannemers, enz…). Zo ja, dan is het zeker opletten want eens er mensen op een herkenbare manier op te zien zijn, is voorzichtig zijn de boodschap! Onze wetgeving betreffende het Auteursrecht bepaalt namelijk dat 'de auteur of de eigenaar van een portret dan wel enige andere persoon die een portret bezit of voorhanden heeft, niet het recht heeft het te reproduceren of aan het publiek mede te delen zonder toestemming van de geportretteerde of, gedurende twintig jaar na diens overlijden, zonder toestemming van zijn rechtverkrijgenden'. Het gaat hier om het zogenaamde 'recht op afbeelding' of 'het portretrecht'. Concreet komt het erop neer dat indien u een foto van een persoon (bv van een werknemer) wenst te gebruiken, u zijn toestemming moet vragen. De foto van een persoon mag niet publiekelijk gebruikt worden zonder eerst zijn toestemming te vragen. Laten we opmerken dat de persoon op de foto wel duidelijk herkenbaar moet zijn. Wat betreft deze toestemming is het mogelijk deze mondeling te verkrijgen van de afgebeelde persoon. Toch is het raadzaam, om latere problemen te vermijden, dat u om een schriftelijke toestemming vraagt. U zal begrijpen dat mondelinge afspraken moeilijk te bewijzen zijn indien er zich ooit problemen zouden voordoen!
DOSSIER «DE WET»
Toestemming is noodzakelijk! Anderzijds is er dus ook het Auteursrecht. Het auteursrecht biedt een bescherming aan 'werken van kunst of letterkunde'. Spijtig genoeg geeft onze Auteurswet geen voorbeelden van werken of voorwerpen die bescherming genieten van het auteursrecht. Het auteursrecht beschermt alleen een origineel en oorspronkelijk werk. Deze bescherming komt automatisch tot stand op het ogenblik van de creatie. Het is aan de rechter om in de praktijk uit te maken wanneer een werk als 'origineel' moet aanzien worden. Beschikt u, als bedrijfsverantwoordelijke over een website en wenst u foto's van bijvoorbeeld
Als zelfstandig juriste verzorgt Solange Tastenoye algemene juridische dienstverlening voor bedrijven, particulieren en zelfstandigen en verenigingen. Haar specialisatie is burgerlijk recht.
Wat met foto's van werkzaamheden verricht door uw bedrijf? Hier is het uitkijken van wat er precies op de foto staat. Gaat het louter en alleen over bijvoorbeeld een product gemaakt binnen uw bedrijf, dan is er op zich geen probleem. Hier gaat het om werken die iedereen kan en mag zien. Maar stel nu dat uw bedrijf een goed heeft gemaakt en gaat installeren bij een klant, dan is dit al wat anders! Want eens dat u de eigendom van deze klant gaat betreden, bevindt u zich ook in zijn privé. Ook hier is de boodschap om u toch maar in te dekken voor het geval uw klant moeilijk zou doen indien u foto's van het werk dat u bij hem uitvoerde, op uw website zou willen plaatsen. Daarom vraagt u best zijn schriftelijke toestemming om dergelijke foto's te mogen gebruiken op uw website. << mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
33
Klaar voor de nieuwe norm IEC 61439 met Rittal!
Nieuw 'conceptcentrum' bij Siemens moet pad naar digitale fabriek effenen Ze duiken steeds vaker op: initiatieven die de technische gebruiker willen informeren over 'hoe belangrijk de digitale fabriek van de toekomst wel zal worden' om concurrentieel te blijven in de geglobaliseerde economie. Marktleider Siemens kan uiteraard niet achterblijven - mede gezien het belang dat het hoofdkantoor hecht aan nieuwe productietechnieken à la Industrie 4.0 - en dus opende het onlangs een gloednieuw 'Concept Center 4 Industries', kortweg 'CC4I', in Huizingen.
D
at ook de 'industrie volop meedraait in de digitaliseringsgolf en dit doorheen de volledige keten' - zoals in de invitatie voor de pers staat te lezen - lijkt ons er ietwat over, maar het is een feit dat er veranderingen voor de deur staan. En al even duidelijk is dat de virtuele wereld en reële wereld steeds nauwer met mekaar verbonden raken. Niet onder impuls van de industriële 'drivers' van deze wereld, maar wel aangewengeld door wat er in de B2C-wereld gebeurt. En onder 'zachte' aandrang van Europa, dat in zijn digitale vijfjarenagenda ontwikkelingsbudgetten wil vrijmaken voor de fabriek van morgen. Om de trend van de digitalisering nog beter te visualiseren, opent Siemens in haar vestiging in Huizingen het 'Concept Center 4 Industries'. In dit gloednieuwe conceptcenter wil het bedrijf industriële bedrijven uit
de meest diverse sectoren met eigen ogen laten kennismaken met toekomstgerichte en duurzame automatiseringsconcepten zoals Siemens die ziet, van product- en productieontwerp tot en met het geavanceerde beheer ervan. Van bij het productontwerp, over de engineering tot het beheer van de machines en productieprocessen. In het nieuwe CC4I pakt het concern daarom uit met een breed spectrum aan geïntegreerde concepten dat het vandaag al aanbiedt, waaronder de Digital Enterprise, Manufacturing Operations Management, Totally Integrated Automation, Integrated Drive Systems, Condition Monitoring en Cloud based Energy Management. «Dat zal voor bedrijven een bron van inspiratie vormen om sneller, efficiënter en flexibeler te worden en dus competitiever te zijn», klinkt het. << (Bert Belmans)
Bezoek ons op Indumation, hal 6 stand C1.
Bondskanselier Angela Merkel op werkbezoek in Siemens' Fabriek van de Toekomst in Amberg. In de plant communiceren producten met machines, en alle productieprocessen zijn naar verluidt 'optimaal geïntegreerd en aangestuurd via informatietechnologie'. De fabriek viel overigens al meermaals in de prijzen. << (foto: Siemens)
TECHISCH AANBOD
Egemin Automation boekt omzetgroei van ruim 22% In 2014 nam de integrator Egemin Automation - één van de paradepaardjes van de Vlaamse engineeringsector - niet minder dan 118 nieuwe medewerkers in dienst. En groeide met dubbele cijfers, zowel qua omzet, order intake als nettowinst.
E
gemin Automation is één van de weinige bedrijven die het mantra van de politici en de technologische federaties om ons industrieel bestel om te buigen naar een kenniseconomie, letterlijk weet om te zetten naar harde cijfers. De integrator is met knowhow als toegevoegde waarde actief in diverse nichemarkten, bouwde zich lokaal een strategische kennisbasis op in engineering en industriële automatisering, en exporteert sinds enkele jaren de 'brains' van zijn ingenieurs naar het buitenland om verder door te groeien. Ook in 2014 blijkt deze strategie prima resultaten te hebben opgeleverd. Zo zette de integrator in 2014 een dubbelcijferige groei neer vergeleken
met het voorgaande jaar, zowel in omzet, order intake, nettowinst als personeelsbestand. Concreet steeg de omzet verder naar 128,3 miljoen euro, een stijging van ruim 22% tegenover 2013. Het volume bestellingen steeg met 18% naar 137 miljoen euro (vergeleken met een eigen budgettering van 125 miljoen euro). De goede cijfers vertalen zich in een nettowinst van 4,3 miljoen euro (vergeleken met 2,4 miljoen in 2013). Daarnaast nam het aantal effectieve medewerkers in loondienst - verspreid over alle vestigingen in binnen- en buitenland - toe tot 730. Dat zijn er 118 meer dan in 2013. Bovendien zitten er geen zwakke schakels in de gekozen nichemarkten (logistiek, life sciences, procestechniek en infrastructuur), bevestigt Egemin: alle divisies realiseerden hogere omzetcijfers. CEO Jan Vercammen: «In 2015 leggen we de lat opnieuw wat hoger, met een gebudgetteerde order intake van 141 miljoen euro. Die groei moet zowel komen van de vier verschillende divisies als van alle landen waar we een eigen vestiging hebben. Verdere internationale expansie in Europa, Noord-Amerika en
Jan Vercammen
«We zijn de juiste weg ingeslagen met onze Strategy 2015» Azië blijft een prominente rol spelen in onze groeistrategie». << (BB) (foto: Egemin, Jan Vercammen)
«De hoogste testbelasting ooit in het zuidelijke halfrond» WEG heeft in zijn vestiging in Brazilië synchroonmotoren met lage snelheid, aangedreven door frequentieomvormers, getest voor gebruik in molens met dubbel tandwiel. «Met de hoogste testbelasting ooit gerealiseerd door een fabrikant van elektrische apparatuur in het zuidelijke halfrond».
D
oor de complexiteit en de kostenlast wordt de uitrusting doorgaans individueel getest; bij dit belangrijke project werd evenwel de volledige eenheid als totaalsysteem voor verzending uitgetest om de bedrijfszekerheid te garanderen, zoals vereist door de toepassing. Er werden over een periode van vier weken tests uitgevoerd op
twee 30-polige synchrone motoren van 4700kW, in tegenschakeling met elkaar verbonden en rechtstreeks aangesloten op de drijfas. Ze werden aangestuurd door frequentieomvormers voor middenspanning die een stroom produceerden van 1178 A bij 3,3 kV met hehulp van een fase-verschuivingstransformator. De uitrusting werd getest bij volledige
belasting en leverde een draaimoment van 250.000 Nm aan de motoras, wat meteen werd geregistreerd als de hoogste testbelasting ooit gerealiseerd door een fabrikant van elektrische apparatuur in het zuidelijke halfrond. De proeven maakten naar verluidt deel uit van een groot bestelorder van een niet bij naam genoemde klant voor elektrische motoraandrijvingen voor kogelmolens en semi-autogene maalmolens met dubbel en enkel tandwiel. Autogeen vermalen betekent dat het erts in wezen zichzelf fijnmaalt. Dergelijke kogelmolens worden gebruikt voor het malen en verbrijzelen van mijnerts in een grote, roterende trommel. << (foto: WEG) mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
35
TECHNISCH AANBOD
Project Demaitere Engineering voor Emeraude Plants
«Inkijken in de machine vanuit thuisbasis» Omdat er in de glastuinbouw minder geïnvesteerd wordt in standaard machines, startte drie jaar geleden het familiebedrijf Demaitere als diversificatie de afdeling Demaitere Engineering op. Deze levert maatwerkmachines, ontwikkeld om specifieke klantproblemen op te lossen. De huidige klanten voor de diversificatie komen via mond-aanmond reclame vanuit aanpalende sectoren van de glastuinbouw, zoals de diepvriessector, vleessector, de groententeelt... Een voorbeeld van ‘maatoplossing' is de ontlader van pallets met Hollandse kisten voor Emeraude Plants te St Malo in Frankrijk, een investering van 130.000 euro. Voor deze klant werd een palletontstapelinstallatie gebouwd met bakkip-unit, passend binnen een zeer beperkte ruimte. Het geheel wordt gestuurd en beveiligd door een panelpc: een modulair opgebouwd ‘smart' I/O-eiland met hierin de gewone en de veiligheidsPLC. De robot en het rack communiceren over EtherCAT. door Alfons Calders, Engineeringnet
E
meraude Plants is een producent van jonge groenteplantjes, jaarlijks zo'n 100 miljoen planten. Deze worden vanuit zaad opgekweekt in bakken en geleverd aan de boeren die ze dan of in serres of in volle grond verder groot te trekken. De lege bakken komen terug, worden gewassen, ontsmet en hergebruikt. Er stond een installatie waarbij een operator de bakken vanaf een pallet manueel aflaadde en op een transportband zette. De bakken gingen in een kipmachine en dan op hun zijkant een industriële wasmachine in. Probleem was dat de bakken niet volledig werden omgekipt en er dus veel vuil in de bakken achter bleef. Met als resultaat dat de filters van de wasmachine snel verstopten. Maar belangrijker nog was dat de job, het ontladen van de pallets, verre van ergonomisch was. Daarom ook ging het bedrijf op zoek naar een betere oplossing die alle problemen zou oplossen. Maar de installatie moest passen in een bestaande loods en gelijktijdig mocht ze zo weinig mogelijk plaats innemen, want de loods is ook de stapelplaats voor de pallets met bakken.
Robot doet de zware ontlaadtaak
Het hart van de nieuwe installatie – die in januari in dienst genomen werd- start met 36
ENGINEERINGNET MAGAZINE mei 2015
De robot is uitgerust met een dubbele pneumatische grijper die twee bakken gelijktijdig kan grijpen. Dit gebeurt met pneumatische ‘vingers' die aan de binnenkant van de bak uitschuiven tot in de ‘handvaten' van de bak. Op die wijze kan probleemloos het 3-2-verband worden ontstapeld. Bij de start van een nieuwe pallet wordt eerst met pneumatische sensoren de hoogte van elke stapel nagegaan en op basis hiervan loopt het ontstapelprogramma af met vooraf ingestelde bakhoogte. Via de transportband gaan de bakken naar de kip- en kantelunit. De bakken worden met een tweede transportband in de kipunit ingevoerd. Hier worden ze stuk per stuk 360° omgekeerd boven een vuilcontainer. Op deze wijze is het grofvuil zo veel mogelijk verwijderd. De bak wordt vanuit de kantelunit op een bufferplatform geduwd en in functie van de snelheid van de wasmachine op de invoerband van de wasmachine geworpen, vanwaar de bakken op hun zij de (bestaande) wasmachine ingaan. Voordelen van de nieuwe installatie: de ontlaadunit is een ergonomische werkpost, de installatie is zeer compact, de bestaande wasmachine is hergebruikt en voor het reinigen van de filters blijft ze bereikbaar via een doorgang onder de bufferband. En de filters vervuilen minder snel dan vroeger, waarbij het reinigen ervan nu kan gebeuren door de operator die de pallets op de ontstapelaar zet.
Veiligheid vanuit de DIN-rail Engineeringnet had over bovenstaande installatie een gesprek met Wouter Maenhoudt, projectingenieur en Jan Selschotter, hoofd automatisering van Demaitere en met Sigi Van Lancker, sales engineer van Beckhoff Automation, divisie Kortrijk. een ontstapelunit waarbij een Kuka-robot de bakken van de pallet neemt en op een transportband zet. De robot heeft links en rechts een palletplaats. Terwijl één pallet wordt ontstapeld, kan de operator met een vorkheftruck een tweede pallet klaar zetten. Op die wijze moet de robot niet wachten.
De kip- en kantelunit wordt gestuurd door een eigen PLC, een Beckhoff's Industrial panelPC met soft-PLC, en een systeem van modulaire ethercat I/O-klemmen die klikken op een DIN-rail in de controlekast. Er is geopteerd voor deze oplossing omdat Beckhoff aan de basis ligt van EtherCAT en EtherCAT is de standaard extensiebus op de Kuka-robot. EtherCAT geeft dus de meest prijsgunstige, gelijktijdig de meest eenvoudige en geïntegreerde samenwerking PLC - robot. De robot kan via andere veldbusprotocols communiceren, maar dat vergt een extra optiekaart en maakt communicatie complexer. In deze configuratie is er een master –master communicatie tussen de robot en de PLC. Omdat het gaat om een
TECHISCH AANBOD
Van standaard naar maatwerkmachines
Demaitere uit Moorsele is een machinebouwer die 43 mensen te werk stelt. Het bedrijf is opgericht kort na WOII, toen om machines te construeren voor de vlasteelt. Sinds de jaren '60 is haar voornaamste corebusiness machines voor de glastuinbouw, voornamelijk standalone inpotmachines en productiecellen voor groententeelt en de sierteelt (het automatisch inpotten en verspenen van de planten). Daarnaast produceert ze geïntegreerde productielijnen voor de verwerking en de intralogistiek van producten op het serrebedrijf. De machines worden overal in Europa, maar ook tot Australië en de USA verkocht. In 2013 – gestimuleerd door de crisis in de glastuinbouw - werd besloten te diversifiëren naar de bouw van rpdocutiecellen waarvoor geen standaardoplossingen bestaan, hierbij steunend op de ervaring opgedaan met intralogistics en robotica in de tuinbouw. Deze robotica-ervaring komt uit de inpotlijnen voor grote volumes die worden uitgerust met een Kukarobot voor het plaatsen van de plantjes. En dergelijke inpotlijnen hebben ook steeds een automatisch gestuurde ‘logistieke' omgeving. << robotunit die ‘samenwerkt' met een operator diende de machine uitgerust te worden met de juiste beveiliging. De ganse installatie is ommuurd door een veiligheidshek met twee ‘ingangen' naar de palletplaatsen. De robotonstapelaar bestaat dus uit drie zones: de rustzone van de robot, de linker palletplaats en de rechter palletplaats. De palletplaatsen zijn aan de toegangskant, waar de pallet wordt ingereden, beveiligd met een Omron lichtgordijn. De zijkant tussen de beide palletplaatsen en de robot zijn telkens voorzien van een vertikaal beweegbaar mechanisch scherm. Het scherm van de zone waar de operator de pallet gaat plaatsen is gesloten, elektronisch vergrendeld en beveiligd. Het hekwerk van de zone met de pallet die door de robot wordt ontladen, is weg gekanteld zodat de robot vrij
zijn werk kan doen. De opbouw met metalen schermen is vereist omdat de afstanden te klein zijn om de beveiliging met behulp van lichtgordijnen uit te voeren. De controle op de veiligheid gebeurt via een Beckhoff veiligheids-PLC. Qua opbouw is deze een klem binnen het I/O-eiland op de DIN-rail. Ze communiceert met de veiligheidsdevices en met de rest van de automatisering via EtherCAT. In het EtherCAT-telegram is een vaste plaats voorzien voor de veiligheidscommunicatie en als de signalen niet binnen de gestelde timing doorkomen, wordt de ganse unit in een veilige mode afgeschakeld. Door de integratie in de modulaire klemmenblok is er een transparante communicatie tussen de veiligheids-PLC en de gewone PLC, waardoor safety is geïntegreerd in de totale machinesturing.
Controle op afstand
En dat verhoogt de transparantie van het geheel naar trouble shooting toe. De installatie staat op 600 km afstand van de werkplaatsen van Demaitere. Via een EWON-module is het mogelijk via een VPNtunneling over internet in de machinesturing in te loggen. De ganse installatie is remote toegankelijk. Men kan alle I/O's controleren, de stand van de programma's... tot en met de gegevens uit de robotsturing, de sensoren op de pneumatische grijper... en alle gegevens betreffende de veiligheidssturing. De kuka-sturing is om veiligheidsredenen niet rechtstreeks toegankelijk, maar het robotprogramma stuurt alle relevante zaken (foutmeldingen, programmastappen, informatie over de lokale grijper-IO) door naar de PLC. Op deze wijze kan bij anomalieën van op afstand adequate diagnose worden gesteld. In de meeste gevallen kan men op die wijze het personeel ter plaatse voldoende instrueren om de installatie terug in bedrijf te krijgen. Deze methode wordt door Beckhofftechnici bij ontwikkelingen – en ook wel bij technische problemen ‘in the field' die de machinebouwer zouden te boven gaan gebruikt om haar klanten te ondersteunen en te helpen bij het oplossen van technische problemen, bij het helpen zoeken naar bugs... En de mensen van Demaitere beklemtoonden dat deze service vanuit Beckhoff België – en bij speciale problemen zelfs met ondersteuning van Duitse technici uit het moederhuis – bij de positieve beslissingscriteria behoorden die geleid hebben tot de keuze van de Beckhoff PLC en de EtherCAT-gebaseerde oplossing.<< (foto's: Delmaitere) mei 2015 ENGINEERINGNET MAGAZINE
37
LEVERANCIERS
TECHNISCH AANBOD Stroomverdeling volgens IEC 61439
De nieuwe norm IEC 61439 heeft geen geheimen meer voor Rittal. Schakelkasten dienen conform te zijn aan wat de Europese laagspanningsrichtlijn voorschrijft. Deze richtlijn stelt in essentie dat een elektrisch product veilig moet zijn. Hier wordt gerefereerd naar de nieuwe norm, d.w.z. dat wanneer een bordenbouwer handelt volgens
die norm, meteen wordt verondersteld dat hij ook aan de laagspanningsrichtlijn voldoet. De volledige omschakeling naar IEC 61439 is een feit. Wie tijdens de overgangsperiode nog geen actie ondernam, kan dit vooralsnog doen. Bij Rittal kunnen bordenbouwers en installateurs terecht voor advies, software en normconforme systemen. <<
Industrie 4.0: maximale rekenkracht voor meer intelligentie in de smart factory De Smart Factory vereist extra intelligentie in de machine of in de hele productielijn en stelt dus extra eisen aan de rekenkracht op het niveau van de automatisering. Steeds meer functionaliteit met steeds kortere cyclustijden is alleen maar mogelijk met krachtige centrale besturingseenheden. De op pc gebaseerde besturingsarchitectuur van Beckhoff is gebouwd rond de nieuwste en krachtigste processors. Bij de IT-servers worden many-core-computers toegepast voor veeleisende, geavanceerde rekentoepassingen. Ook deze technologie is met de nieuwe generatie industrieservers van Beckhoff voor Industrie 4.0-toe-
passingen toegankelijk. Om te voldoen aan de steeds hogere eisen die Industrie 4.0 aan een Smart Factory stelt, brengt Beckhoff met de industrieserver C6670 een van de krachtigste controllers op de markt. Deze is voorzien van 12, 24 of 36 cores en beschikt over een van 64 GB naar 2048 GB uit te breiden werkgeheugen. Daarmee is de C6670 het ideale hardwareplatform voor het concept 'many-core control'. Dat betekent dat alle extra besturingsfunctionaliteit in een smart factory, dus naast PLC, motion control, robotica en CNC ook Condition Monitoring of energiebeheer, in de software is geïntegreerd en op een krachtige processor wordt uitgevoerd. Deze enorme rekenkracht wordt echter pas ten volle benut bij een optimaal gebruik van elke afzonderlijke processor core door het automatiseringsplatform TwinCAT 3.1. <<
Rittal - Industrieterrein E17/3206 - Stokkelaar 8 - 9160 Lokeren T +32 (0)9 353 91 11 - www.rittal.be -
[email protected]
Beckhoff Automation - Kempische Steenweg 305 b202 - 3500 Hasselt T.: +32 (0)11 24 08 00 -
[email protected] - www.beckhoff.be
Update van een bestseller: PN-druksensor in een nieuwe look
Speciaal ontwikkeld voor hoeken: gebogen lineaire geleidingen van igus
Na een succesvolle geschiedenis van 20 jaar voor de ifm-druksensoren is het tijd voor een nieuwe generatie druksensoren. Het overtuigende moderne en gebruikersvriendelijke design spreekt voor zich. Bestendig tegen hoge overdrukken, IP67 en een onuitwisbare laserbeschrijving maken de
nieuwe PN een perfecte partner voor de meest ruwe omgevingstoestanden. Alles in een oogopslag Bij gelijk gebleven maatvoeringen is het display toch vergroot en zijn twee LED’s voor de schakeltoestand, direct in de hoeken bovenop de sensorkop, heel duidelijk zichtbaar. Het display kan van 'rood'-weergave naar een rood-groen-wisselende weergave omgezet worden. Zo zijn de schakeltoestanden ook via het display volgens eigen wens weer te geven. Aanpassingsvermogen De ingebouwde sensor in iedere richting draaien? Dat is bij de nieuwe PN allemaal mogelijk. Ook flexibel inspelen op verschillende procesaansluitingen of de wijze van montage via klembeugels zijn als toebehoren beschikbaar. <<
ifm electronic - Zuiderlaan 91 b6 - 1731 Zellik T.: +32 (0)2 481 02 20 - www.ifm.com/be -
[email protected]
Toenemende individuele wensen en optimale benutting van de ruimte vereisen nieuwe ideeën op het gebied van ontwerpelementen. Bij lineaire glijlagers stelt, tot nog toe, de rechte vorm van de railgeleiding bepaalde grenzen aan de constructiemogelijkheden. De kunststofspecialist igus biedt nu echter drylin-rails aan die ontwerpers meer vrijheid bieden, bijvoorbeeld in cabines van bouw- en landbouwmachines. Op basis van de vertrouwde drylin W-lineaire glijlagers heeft igus een nieuw aanbod in lineaire geleiders ontwikkeld dat ook voor gebogen trajecten een betrouwbare en betaalbare oplossing biedt. De gebogen geleidingen zijn gemaakt van aluminium en hebben een bijzonder resistent harde geanodiseerd
coating. Aangepaste lagerblokken realiseren daarbij bochtpassages zonder scheeflopen of vastklemmen. Bovendien kunnen passende handmatige klemmen worden toegevoegd. Eenvoudige montage en onderhoudsvrij gebruik zijn de sterke punten van het nieuwe systeem, dat, net als alle drylin-systemen, lage wrijvingscoëfficiënt combineert met vuilbestendige droogloop. Dealuminium rails zijn ook individueel eenvoudig te bewerken en kenmerken zich door hun lichtgewicht. <<
igus - Kolonel Begaultlaan 75 - 3012 Wilsele T. +32 (0)16 31 44 31 -
[email protected] - www.igus.be
VAN IDEE TOT PRODUCT Flanders Smart Hub Industrial bundelt de kracht van maakbedrijven.
Flanders Smart Hub Industrial is een initiatief van de Provincie Vlaams-Brabant mede mogelijk gemaakt door steun van het Agentschap Ondernemen, het plan Vlaanderen in Actie en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling. De operationele uitwerking van het project werd toevertrouwd aan Voka – Kamers van Koophandel Vlaams-Brabant.
Infinite Designs, One Platform with the only complete system design environment
LabVIEW is the only comprehensive development environment with the unprecedented hardware integration and wide-ranging compatibility you need to meet any measurement and control application challenge. LabVIEW is at the heart of the graphical system design approach, which uses an open platform of productive software and reconfigurable hardware to accelerate the development of your system.
LabVIEW system design software offers unrivalled hardware integration and helps you program the way you think–graphically.
>> Accelerate your system design productivity at ni.com/labview-platform
32 (0)2 757 0020 Belgium
52 (0)40 5120 Luxembourg
National Instruments Belgium NV ■ BE 0445.607.706 ■ IKAROSLAAN 79 ■ B-1930 ZAVENTEM ©2015 National Instruments. All rights reserved. LabVIEW, National Instruments, NI, and ni.com are trademarks of National Instruments. Other product and company names listed are trademarks or trade names of their respective companies. 07926