NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010
ENERGIEKE GEDACHTEN (door Karin Martens) Ecologisch burgerschap Gedragsverandering als belangrijke voorwaarde voor de realisatie van een duurzame samenleving. Enkel als burgers medeparticipanten worden aan het beleid kan er een maatschappelijk draagvlak ontwikkeld worden om ecologische trendbreuken te realiseren en bestaat de kans dat beleidsmaatregelen gepaard gaan met de noodzakelijke wijzigingen in levensstijl. Het lectoraat Nieuwe Energie is een denktank op het gebied van toepasbare technologische ontwikkelingen en producten. Maar wat als de nieuwe ideeën en producten geen afzetmarkt vinden? Welke nieuwe ontwikkelingen op het gebied van burgerschap en democratie zijn noodzakelijk om de duurzame transitie te laten laten plaatsvinden? Er wordt veel gedacht en geschreven over transitiemanagement, vooral de procesmatige kant wordt de laatste jaren veel onder de aandacht gebracht, maar welke inspanningen zijn nodig om de mens, de burger tot duurzaam gedrag aan te zetten. Sensibilisering is niet voldoende. Aantrekkelijke prijzen voor het aanschaffen van groene auto’s en de Vlaamse leaseformule voor de aanschaf van een zonnedak doen wonderen. Maar niet alle ontwikkelingen kunnen gestimuleerd worden met financieel lokkertjes en het Nederlandse versnipperde subsidielandschap heeft aangetoond dat de kleine aalmoezen voor goed gedrag geen duurzame revolutie teweeg brengt. Gezien mijn rol binnen het lectoraat zou ik enkele gedachten over ecologisch burgerschap onder de aandacht willen brengen. Om de duurzame samenleving te realiseren is er behoefte aan een transitie naar een nieuw (ecologisch) economisch model, dat een hoge levenskwaliteit weet te koppelen aan een lage milieuimpact. Bovendien is het ook essentieel dat die transitie op een sociaal-aanvaardbare wijze wordt georganiseerd. Met het begrip transitie wordt verwezen naar een diepgaand, maatschappelijk veranderingsproces dat een periode van 20 tot 30 jaar in beslag zal nemen. Omdat de problemen waar we vandaag voor staan te complex zijn om opgelost te worden door één specifieke actor, is een transitie per definitie een multi-actor gegeven. Alle relevante stakeholders in de samenleving zullen hun steentje moeten bijdragen: overheden, bedrijven, kennisinstellingen, het maatschappelijk middenveld en burger-consumenten. Om de transitie tot stand te brengen zijn er twee complementaire pistes voorhanden. De piste van de ecoefficiëntie behelst een snelle overgang naar slimme en zuinige ecotechnologie. Daarnaast is er ook dringend behoefte aan sufficiëntie, namelijk beter, anders en op een aantal vlakken minder 1
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 consumeren. Gedragswijzigingen zijn hier absoluut noodzakelijk. Daarbij zullen alle relevante consumptiesectoren – wonen, mobiliteit, reizen en voeding vertegenwoordigen bijna 80% van onze milieu-impact een grondige facelift moeten krijgen. 4 E’s voor verandering Effectieve strategieën om gedragsverandering te initiëren moeten een mix van complementaire instrumenten in het gareel brengen. In het Engels spreekt men van de 4 E’s (Jackson, 2005): De eerste E, enable, wijst erop dat een overgang naar duurzaam gedrag in de eerste plaats mogelijk gemaakt moet worden. Het betekent het openstellen, aantrekkelijk maken en mainstreamen van alternatieven. Of: zorg ervoor dat het niet langer aan moedige enkelingen is om tegen de stroom in te zwemmen, maar verander de stroomrichting zelf. De tweede E, encourage, houdt in dat duurzame keuzes op verschillende manieren (zeker ook financieel) aangemoedigd moeten worden. Via prijssignalen (ecoheffingen, ecoboni) en rechtvaardige quotasystemen kan men het gedrag van consumenten (en producenten) structureel in de duurzame richting sturen. Het derde instrument – engage – vertrekt vanuit het besef dat het absoluut cruciaal is om mensen te betrekken bij veranderingsprocessen. De mens is immers een wezen dat ingebed is in sociale relaties. Mensen individueel bombarderen met informatie heeft veel minder effect dan hen als kleine gemeenschappen te engageren. Een mooi voorbeeld zijn de klimaatwijken of de als paddenstoelen uit de grond rijzende transition towns. Even cruciaal bij engage is goede informatie en educatie, waarbij men van jongs af aan nieuwe kaders aanbiedt. Belangrijk bij sensibiliserende en educatieve instrumenten is dat men het doelpubliek ook steeds duidelijke handelingsperspectieven biedt. De vierde E, exemplify, houdt in dat (zeker) de overheid zelf het goede voorbeeld moet geven. De overheid is de grootste consument in een economie. Een groen openbaar aanbestedingsbeleid (bv. wagenpark, elektro, gebouwen) kan een wereld van verschil maken. Door massaal over te schakelen op milieuvriendelijke producten en diensten geeft de overheid bovendien een extra stimulans aan deze nieuwe sectoren in de economie (bijvoorbeeld passiefhuizen en hernieuwbare energie). Hierdoor kunnen zij competitiever worden en een groter marktaandeel halen. Daarnaast doet men via deze experimenten ook ervaring op om deze gedragswijzigingen verder te promoten naar de bevolking. Ten slotte heeft het gedrag van de overheid een enorme signaalfunctie. Onduurzame en inconsistente keuzes ondermijnen alle andere pogingen van de overheid om ecologische duurzaamheid te Deze hierboven beschreven 4E-benadering past bij het transitiedenken als een complex en langdurig samenspel/proces. Er is sprake van verschillende belangen en rollen van allerlei actoren in relatie tot tot burgers/consumenten, denk hierbij aan het bedrijfsleven, de overheid, NGO’s en last but not least de onderwijstinstellingen.
2
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 De hamvraag blijft: hoe kan men bij de burger maatschappelijk draagvlak creëren voor de nodige radicale wijzigingen in denken en handelen? Naast de inspanningen van de overheid en het bedrijfsleven om NGO’s en het maatschappelijk middenveld bij de duurzame ontwikkelingen te betrekken (soms vanuit de noodzaak om de schade te beperken, soms vanuit een engagement) zullen nieuwe matches nodig zijn. Hiermee bedoel ik partijen die tot nu toe nog niet veel met elkaar van doen hadden zullen elkaar moeten ontmoeten via nieuwe fora (digitaal en live) waardoor nieuwe “eco-burgerschap allianties´ gesmeed kunnen worden. De (ecologische) burger, in dit geval, zal gevoed moeten worden met informatie die overtuigd (kwaliteit/prijs/ethiek), die beter smaakt en die stimuleert tot eco-burgerschap. Voor concrete acties kan gedacht worden aan: Oprichten van eco-scholen waar burgers kennis en best-practices kunnen verzamelen over eco-burgerschap. Tevens zou men van hieruit andere burgers kunnen informeren, o.a. via een soort van (tupperware)energy-parties. Burgers informeren over mogelijke gedragsveranderingen die op hun concrete situatie van toepassing is, denk hierbij aan huur- of koopwoningen, platteland/stad, type consument..voorlichting op maat, i.p.v standaardpakketten; Stichtingen en particuliere initiatieven die het eco-burgerschap uitdragen ondersteunen; Onderwijsinstellingen verbinden met de ontwikkelingen rondom eco-burgerschap Design en productontwikkeling, de toepassing van duurzame producten/woonvormen dicht bij de burger ontwikkelen en ook in de ontwikkelfase laten gebruiken. In relatie met de hierboven genoemde 4 E’s van gedragsverandering kan het lectoraat Nieuwe Energie/Ribuilt een belangrijke rol spelen bij het engageren/verbinden van de eco-burgerschap allianties”” en bij het stellen van voorbeeldgedrag. De Wijk van Morgen is uiteindelijk bedoeld voor de burgers van morgen.. Bij het transitieproces – gelet op de complexiteit van de duurzame uitdagingen – bestaat het gevaar dat er teveel op de technologische veranderingen wordt gewezen (door sommige wetenschappers ook wel; technofix of de technocratische verleiding genoemd). De technologie is enkel een instrument om te komen tot een duurzame samenleving. Niet meer, maar ook niet minder!
NIEUWE ENERGIE IN DE GEBOUWDE OMGEVING EOS DEMO subsidie voor “Bestaande Wijk van Morgen” RiBuilT en Hogeschool Zuyd hebben in samenwerking met woningbouwvereniging Hestia en Cauberg Huygen Raadgevende Ingenieurs BV een EOS DEMO subsidie toegewezen gekregen voor de renovatie van 150 woningen in Kerkrade West tot passief standaard: 25 kWh/m2/jaar, energielabel A++ (verwarming). Het project maakt deel uit van de afgelopen jaar gestarte pilot “ Bestaande Wijk van Morgen”. In overleg met de woningbouwverenigingen is daarvoor als case “ Kerkrade West” gekozen. De essentie is dat in ca 30 jaar het gebied een transitie ondergaat naar een “milieuneutrale wijk”, een wijk met “0impact”. Een basisstudie daarvoor wordt na de zomer gepresenteerd. De 150 woningen in Kerkrade West zijn dit voorjaar geselecteerd als eerste (deel-)project en als ontwerpopdracht aan studenten 3
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 voorgelegd. Binnenkort wordt een winnend ontwerp gekozen dat zal dienen als input voor de dit najaar startende voorbereidingen voor dit project. Tijdens de internationale SB10 conferentie van 11-13 oktober zal de "Bestaande Wijk van Morgen" uitgebreid worden toegelicht. International conference SB10 Western Europe 11-12-13 October 2010, see www.SB10.nl
De Wijk van Morgen In het project de Wijk van Morgen zijn in de afgelopen periode een aantal onderzoeken gedaan die interessante informatie hebben opgeleverd. Voor het expositiegebouw beter bekend als het E-connectgebouw is door middel van een gebouwsimulatie vast komen te staan dat het gebouw op jaarbasis veel meer behoefte heeft aan koeling dan aan verwarming. De onbalans tussen warmte- en koudebehoefte wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de betere isolatie en de grotere interne warmtelast. In de situatie van het expositiegebouw heeft dat ertoe geleid dat, volgens de simulatieberekeningen, het gebouw op jaarbasis vrijwel geen warmtevraag heeft en wel een substantiële koudevraag. De balans tussen warmte- en koudevraag is van belang omdat anders de aardbodem die als thermische energieopslag dienst doet na verloop van tijd te ver afkoelt. Op dit moment wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de balans tussen warmte- en koudevraag te verbeteren.
Voor het exergiegebouw dat als derde gebouw gerealiseerd zal worden en dat als gebruiksfunctie wonen en zorgen heeft, zijn door bouwkundestudenten in overleg met werktuigbouwkundestudenten een aantal gebouwen incl. energieconcept ontworpen. Bij één van de gebouwen is ervoor gekozen om de gebouwschil actief te laten bijdragen in het energieconcept van het gebouw. Dit gebeurt door een combinatie van pv-panelen en een stirlingmotor die gebruik maakt van het temperatuurverschil tussen de zon- en schaduwzijde van het gebouw. Om het temperatuurverschil te vergroten zal het zonlicht met trogspiegels gefocust worden. Op dit moment wordt verder verkend of het concept haalbaar is. Daarnaast wordt van de geselecteerde gebouwen onderzocht wat de warmte- en koudevraag op jaarbasis is. In een volgende nieuwsbrief zal over de resultaten van het onderzoek van beide gebouwen (expositie en exergie) verslag worden gedaan. Voor meer informatie kunt u terecht bij Eric Curfs:
[email protected] 4
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 NIEUWE ENERGIE IN HET ONDERWIJS Leerwerkbedrijf Solar Solutions Het Leerwerkbedrijf Solar Solutions werkt met kenniskringleden van het Lectoraat Nieuwe Energie en afstuderende studenten aan projecten voor het MKB. Op dit moment werken we aan de volgende projecten: Zonnecelintegratie in serres; Zonneceldakintegratie product met snel montagesysteem; Zonnecelintegratie in verschillende typen zonwering; Onderzoek naar bedrijvigheid op het gebied van thermische energieopslag in de Euregio; Haalbaarheidsonderzoek voor een windturbine op een hoogspanningsmast; Plantziektewerende bloempotjes van paardenmest die na gebruik verbrand kunnen worden om energie terug te winnen. Zoals u uit bovenstaande lijst kunt opmerken hebben we een brede scala aan expertise in huis om deze projecten succesvol te kunnen uitvoeren. Deze projecten helpen de maatschappij in de transitie naar een duurzame samenleving. Heeft u een interessant en duurzaam project, maar niet de mankracht of kennis om het uit te voeren? Het Leerwerkbedrijf kan u helpen. U kunt contact opnemen met Stefan Sigwarth (
[email protected] / Mob. 06-417 431 39) van het Leerwerkbedrijf Solar Solutions. Verschillende subsidiemogelijkheden voor innovatieve duurzame projecten zijn aanwezig. Neem dus gerust contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek over de mogelijkheden.
Project “Waterstofregio Vlaanderen-Zuid Nederland” Hogeschool Zuyd en het lectoraat Nieuwe Energie zijn betrokken bij de ontwikkeling van onderwijsmateriaal voor het project Waterstofregio. Dit onderwijsmateriaal zal voornamelijk bestaan uit een digitale leeromgeving (MOODLE, een “open-source community-based tools for learning”). Samen met 7 andere onderwijsinstituten uit Zuid-Nederland en Vlaanderen is een programma opgezet van 10 onderwerpen (van Duurzame Energie via specifieke waterstoftoepassingen en aanverwante onderwerpen naar Transitie). Voor alle onderwerpen zijn de taken verdeeld en wordt het basismateriaal ontwikkeld. Dit wordt gaandeweg omgezet in multimediale/interactieve modules door de toevoeging van beeldmateriaal, animaties, simulaties en toetsen. Daarnaast kijken wij op dit moment ook met alle participerende onderwijsinstellingen naar de praktijkvoorzieningen die ieder instituut separaat – binnen het subsidiebudget – kan/zal aanschaffen. Hierover is onderling overleg en dan bepaalt ieder instituut waar de eigen speerpunten liggen. Voor onze hogeschool ligt dit speerpunt op de combinatie van zon en waterstof: de keten om via zon energie op te wekken om daarna hiermee waterstof te genereren dat op zijn beurt weer omgezet wordt in bruikbare energie. Ook de ontwikkeling om vanuit zonne-energie direct waterstof te genereren zal worden onderzocht. In dat kader zoeken we dan ook de mogelijkheden bij diverse leveranciers om geschikt onderwijspraktijkmateriaal aan te schaffen. De bedoeling van deze aanschaf is dat allereerst de docenten, die hiermee te maken hebben/krijgen, ervaring opdoen met dit soort onderwijsopstellingen 5
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 en dat direct hierna studenten hiermee aan de slag kunnen (met gerichte meet- dan wel onderzoeksopdrachten). Binnen de kenniskring Nieuwe Energie houden zich hier Ruud Boetes, Zeger Vroon en Willem Janssen mee bezig. Ook zijn we in gesprek met collega’s van diverse opleidingen (werktuigbouwkunde, elektrotechniek, life sciences) of we in het kader van ons waterstofproject kunnen bijdragen aan de totstandkoming van een waterstofauto met de bedoeling om in de toekomst naast de reeds aanwezige zonnecel-auto (“Euregiorunners”) met een waterstofauto te kunnen participeren in de “Shell Eco Marathon”. Daarnaast zullen we uiteraard contacten zoeken en onderhouden met andere ontwikkelingen en projecten op dit technologisch vlak. Dit heeft plaats zowel binnen als buiten Hogeschool Zuyd zoals onze eigen projecten “De Wijk van Morgen” en “Organext” en uiteraard met relevante bedrijven en instellingen (w.o. de MBO’s) uit onze regio. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jack Theunisz:
[email protected]
Interreg EMR – ASTE Met de komst van nieuwe vormen van duurzame mobiliteit ontstaat de behoefte aan onderwijs op dit vlak. In het Interreg EMR project ASTE (Automobiel Sustainable Training Euregio) ontwikkelt de Hogeschool Zuyd, samen met een aantal Euregionale partners (o.a. RWTH-IKA, Universiteit Luik, Campus Automobile Francorchamps en de Katholieke Hogeschool Limburg (B)) onderwijsmodules en cursusmateriaal voor de duurzame mobiliteit. Van vakman tot bestuurders en beleidsmakers, van LBO tot universitair onderwijs, van efficiencyverbetering van verbrandingsmotoren tot elektrische aandrijvingen met waterstof-range-extending. Hogeschool Zuyd richt zich op de thema’s elektrische aandrijvingen met grid-koppeling, transitiemanagement en kwaliteitssystemen. Bij onderwijs horen ook praktijkvoorzieningen. De Hogeschool Zuyd gaat een bestaande auto ombouwen naar een elektrische aandrijving. De auto zal dienst doen als een rijdend laboratorium, voorzien van meet- en analyse apparatuur. De ombouw is een samenwerkingsproject. Het streven is om de ombouw te realiseren met kennis, middelen en materialen uit regio. Liever een geschikte batterij uit de regio dan een meer voor de hand liggende uit het verre oosten. Het project en de auto gaan ook dienst doen als publiciteit generator voor deelnemende bedrijven én natuurlijk voor de technische opleidingen. Voor meer informatie kunt u terecht bij Willem Janssen:
[email protected]
Heroriëntatie Studentenbedrijf E-Grr Na drie jaar komt een startende onderneming onvermijdelijk op het punt waarop weer eens onderzocht moet worden of de voorwaarden waarmee is gestart nog steeds gelden. Ook voor het studentenbedrijf E-Grr is dit aan de orde.
6
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 Het doel van het bedrijf is tweeledig, het ontwikkelen van een ondernemende attitude bij studenten en het bewustmaken van de mogelijkheden om energie te besparen. Terugkijkend dringen zich er een aantal interessante observaties op waar we wat mee kunnen doen. Hoe richt je een studentenbedrijf in zodat de studenten het gevoel hebben dat zij er ook echt verantwoordelijkheid voor dragen. In de ontwikkeling van het bedrijf is dat aan de orde gekomen toen de instroom in het laatste jaar dusdanig groot werd dat het gevoel van betrokkenheid bij de onderneming eronder begon te lijden en beoogde leerdoel niet werd bereikt . E-Grr moet dus niet te groot worden. Een ander punt was dat we E-Grr hebben opgestart met het uitvoeren van E-scans bij instellingen en bedrijven. In de afgelopen tijd is de vraag afgenomen naar analyses wat de eerste mogelijkheden zijn om energie te besparen. Onze klanten zijn toe aan diepgaander analyses. Hoewel de generaties studenten bij E-Grr in overlappende perioden het stokje aan elkaar overdragen blijkt het toch heel moeilijk om opgedane kennis goed over te dragen. Op het gebied van de bedrijfsvoering zijn ook een aantal interessante observaties aan te geven. Een voorbeeld: het basisidee is dat de studenten in een zo realistisch mogelijke setting aan de gang zijn. Door de onafhankelijke setting was het dus ook echt nodig om gewoon omzet te maken. Hoe triviaal dat ook klinkt, dit is toch een eye-opener voor tweede jaars studenten. Het blijkt dat het goed is om je te realiseren dat studenten die kennismaken met ondernemerschap zijn nog geen ondernemers zijn! Terugkijkend op drie jaar E-Grr kristalliseert zich een genuanceerd beeld uit. Als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan is E-Grr een heel interessante leerervaring voor studenten. Recent hebben we de beslissing genomen de huisvesting in het LIOF-Technohouse te beëindigen. De huur werd een te hoge last. Het komende half jaar heeft het nieuwe management van E-Grr de opdracht gekregen van het Bestuur om een beleidsplan te maken voor de komende paar jaar. Ik wil in dit artikel daarop niet vooruit lopen en de “kippen” rustig laten broeden op de plannen voor de toekomst. Het leuke hiervan is dat de nieuwe groep studenten weer de gelegenheid heeft zelf weer aan de gang te kunnen met het ontwikkelen van een visie voor een vernieuwd E-Grr. Kunnen ze gelijk laten zien dat ook zij ondernemerskwaliteiten hebben! Voor meer informatie over E-grr kunt u terecht bij Gijsbert Tweehuysen:
[email protected]
ENERGIEMANAGEMENT Streetscooter-project Een belangrijke voorwaarde voor de grootschalige introductie van elektrische mobiliteit is de beschikbaarheid van betaalbare elektrische voertuigen. De “Total Cost of Ownership”van zo’n Evoertuig zal moeten concurreren met de kosten van een VW Polo of Fiat Panda die één op heel veel lopen. Met dat uitgangspunt in het achterhoofd heeft de RWTH-WZL de uitdaging opgepakt de 7
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 StreetScooter te ontwikkelen. De Streetscooter is een elektrische auto voor een prijs van rond € 5.000, exclusief het batterijpakket. Het streven is om een serieproductie te starten in 2015.
In het kader van de subsidieregeling Sterktes in Innovatie werken Nedcar en de Hogeschool Zuyd met de RWTH samen om deze doelstelling te halen. Het project sluit prima aan bij de thema’s Duurzame Mobiliteit, energiebesparing en CO2-reductie van de kenniskring NE. Verschillende faculteiten van de HSZuyd werken aan dit project mee. Studenten van de Faculteit Commercieel Management onderzoeken de behoefte binnen de Euregio en de wensen van de potentiële klanten. Studenten van de Faculteit Financieel Management werken het businessmodel uit waarbij de samenwerkingsvorm tussen de diverse partners en de financieringsconstructievoor de batterij de hoofdthema’s zijn. Bovendien roept de Faculteit Commercieel Management samen met de opleiding CMD (Communication & Multimediadesign) een internet community in het leven. De sociale mediaspelen een prominente rol bij het onder de aandacht brengen en vermarkten van de Streetscooter.
Een grote rol spelen ook de Faculteiten Techniek en Life Sciences. De nadruk bij de ontwikkeling van de Streetscooter ligt op duurzaamheid. De ontwikkeling van alternatieve materialen en de ontwikkeling van een innovatieve accu, gewichtsreductie, efficiënte productiemogelijkheden, hoge kwaliteit en duurzaamheid zijn hierbij de kernbegrippen. Studenten van de Faculteit Techniek gaan samen met ingenieurs van NedCar onderzoeken op welke manier de verwarming en koeling van een elektrische auto geoptimaliseerd kan worden. Verder onderzoeken studenten van beide faculteiten samen welke materialen geschikt zijn voor het interieur en exterieur van de Streetscooter. Doel is materialen te 8
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE juni 2010 ontwikkelen die een hoge mate van zelfreiniging hebben. Verder wordt er gekeken naar de totale materialenlijst van de auto. Er wordt onderzocht in welke mate de te gebruiken materialen uit gerecyclede materialen bestaan of door gerecyclede materialen vervangen kunnen worden en de mate van recyclebaarheid van te gebruiken materialen. Meer informatie bij Werner Eussen (
[email protected]) of Willem Janssen (
[email protected])
Colofon De nieuwsbrief wordt uitgegeven door het lectoraat Nieuwe Energie. Heb je vragen en/of opmerkingen neem dan contact op met Hella Wilmes.
[email protected] Eindredactie: Werner Eussen,
[email protected] Of kijk op de website van het lectoraat. www.hszuyd.nl/nieuweenergie Hier vind je nieuwsberichten en links op het gebied van nieuwe energie etc.
9