Eneco Jaarverslag 2007
Inhoudsopgave
3
Kengetallen
51
Jaarrekening
4
Voorwoord
107
Overige gegevens
7
Nieuwe positionering
109
Personalia
10
Kernactiviteiten
114
Brandstofmix
13
Verslag van de Raad van Bestuur
115
Verklarende woordenlijst
14 15 16 17 17 27 28 29 30 33 33 35 38
Ontwikkelingen in de energiemarkt Politieke ontwikkelingen Strategische agenda Realisatie Het energiebedrijf Het netbedrijf Het infrabedrijf Veiligheidsbeleid Sociaal beleid Organisatie Externe ontwikkelingen Financiële resultaten Vooruitzichten
40
Corporate Governance
47
Bericht van de Raad van Commissarissen
Eneco jaarverslag 2007
Kengetallen
2007
2006
Omzet energie en overige bedrijfsopbrengsten*
4.789
4.287
3.692
3.544
3.577
Omzet energie*
4.542
3.943
3.361
3.209
3.233
Brutomarge energie*
1.224
1.183
1.070
959
913
690
770
723
603
528
(bedragen in € miljoen)
2005
2004
2003 **
Resultaten
Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA) Bedrijfsresultaat (EBIT)
474
549
513
396
277
Nettoresultaat
426
311
302
218
185
Kasstroom uit operationele activiteiten*
725
314
498
502
Vermogen Investeringen in materiële vaste activa
362
281
180
179
142
3.040
2.738
2.602
2.397
1.820
Rentedragende schulden
1.346
1.475
1.138
1.256
1.339
Totaal vermogen*
6.295
5.643
5.477
4.691
3.846
Eigen vermogen
Ratio’s Eigen vermogen/totaal vermogen*
48,3%
48,5%
47,5%
51,1%
47,3%
Rendement op werkzaam vermogen*
10,6%
13,2%
13,2%
10,2%
7,6%
9,7
8,4
8,7
5,2
3,7
Aantal FTE’s per jaareinde
5.299
4.987
4.553
4.935
5.083
Ziekteverzuim
5,0%
5,5%
5,6%
6,3%
6,4%
22.808
21.603
20.151
22.307
19.911
Interest coverage rate Medewerkers
Verkoopvolumes Elektriciteit (GWh) 3
Gas (miljoen m ) Warmte (TJ)
5.206
5.476
5.679
6.574
6.852
11.424
11.468
11.179
11.884
10.921
Definities Werkzaam vermogen
Activa exclusief liquide middelen, minus niet-rente dragende schulden.
Rendement op werkzaam vermogen Interest coverage rate 60
48,3
48,5
47,5
Bedrijfsresultaat in percen tage van werkzaam vermogen.
Bedrijfsresultaat gedeeld door finan ciële baten en lasten. 51,1
47,3
Eigen vermogen/
50
totaal vermogen
40
(in %)
12
8,4
8,7
5,2
3,7
Interest coverage rate
10 8
30
6
20
4
10
2
0
9,7
0 2007
2006
2005
2004
2003
*
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
**
Opgesteld op basis van NL GAAP.
2007
2006
2005
2004
2003
3
4
Eneco jaarverslag 2007
Voorwoord
Duurzaam: de hoofdzaak Eneco heeft in 2007 de principiële keuze gemaakt voor een duurzame strategie. Wij zien ‘continuïteit van energie’ als het doel, en verduurzaming als de enige realistische en rendabele weg daarheen. Duurzaam wordt voor Eneco de hoofdzaak. De voorraden fossiele brandstoffen zijn eindig, de klimaatverandering stelt nieuwe (milieu-)eisen aan de manier waarop energie wordt gebruikt. Samenlevingen worstelen met de vraag hoe zij onafhankelijk kunnen worden of blijven in de voorziening van hun energiebehoefte. Dit alles optellend, zijn wij ervan overtuigd dat alleen in maximaal duurzame energie een rendabele toekomst ligt. Waarde creëren Duurzame energievoorziening gaat heel goed samen met een gezond businessperspectief. De markt voor duurzame energieoplossingen groeit hard en de bereidheid om te investeren in ondernemingen die zich hierop richten stijgt enorm. Wij gaan met duurzame activiteiten meer waarde creëren voor onze aandeelhouders, tegen lagere maatschappelijke kosten, dan in het huidige bedrijfsmodel. In plaats van een structuur gericht op opwekken, distribueren en leveren, gaan wij ons bedrijf zo inrichten dat wij in de hele duurzame energieketen – van de bron tot aan de eindgebruiker – structureel waarde toevoegen.
Internationale energiedienstverlener Eneco is een onderneming met een duidelijke én internationale oriëntatie die gericht is op vooruitgang. We positioneren ons als energiedienstverlener met aandacht voor projectontwikkeling in Nederland en daarbuiten. Voor de ontwikkeling van duurzame energieprojecten beschikken wij over unieke kennis en ervaring, durf, doorzettingsvermogen en ambitie. Daarnaast zetten wij fors in op innovatie. Wij voorzien dat al in 2012 twintig procent van ons totaal geleverde elektriciteitsvolume duurzaam zal worden opgewekt. In 2020 is alle elektriciteit die wij leveren duurzaam of opgewekt uit schone fossiele brandstof. Gas is die schone fossiele brandstof die we tussen nu en straks gebruiken voor de overbrugging naar volledig duurzaam.
Eneco jaarverslag 2007
Om dit ambitieuze plan te realiseren heeft Eneco voor de jaren 2008-2012 een investeringsprogramma opgesteld van ruim € 2 miljard voor het levering-, handels- en productiebedrijf. Een groot deel hiervan is gericht op duurzame elektriciteitsopwekking, zowel grootschalig als kleinschalig. Minimaal zestig procent van de duurzame opwekking willen we in Nederland realiseren. De overige projecten ontwikkelen wij in andere NoordwestEuropese landen omdat wij hier zeer goede kansen zien. In België zijn we al zeer succesvol met biomassa. In Frankrijk zijn de eerste stappen gezet. Als energiedienstverlener zorgen wij dat onze klanten gemakkelijk toegang krijgen tot duurzame energievoorziening. Dat betekent dat wij naast onze klant gaan staan. Hij is straks niet langer alleen afnemer maar wordt onze partner in duurzame energieopwekking. Particulieren en bedrijven die zelf warmte en elektriciteit opwekken met hun bio-wkk, thuiscentrale, zonnepanelen of windturbine leveren het overschot aan elektriciteit aan het openbare net. Als dat op grote schaal gebeurt, zorgen we samen op een heel efficiënte en schone manier dat aan de energiebehoefte wordt voldaan.
Gericht op samenwerking Onze ambities kunnen en willen wij niet alleen realiseren. Daarom zoeken wij actief om ons heen naar partners met wie wij samen de zo nodige versnelling kunnen aanbrengen. Omdat we laten zien dat wij werkelijk voor duurzaam kiezen en daar gericht in investeren, is Eneco voor hen ook de vanzelfsprekende partner in duurzaam. Verschillende convenanten en partnerships zijn al tot stand gekomen, zoals het convenant Duurzaam Ameland, het convenant Geothermie Den Haag en onze participatie in het Rotterdam Energy & Climate Programma. In de Stichting Slim met Gas werken verschillende partijen met ons aan nieuwe schone toepassingen van gas. In het programma Meer met Minder denken we mee over energiebesparingsoplossingen in de bebouwde omgeving. Zowel in de biomassaketen als in windenergie hebben wij een groot aantal initiatieven genomen die snel tot concrete resultaten moeten leiden. Met de stichting Max Havelaar onderzoeken wij of wij de biomassaketen zo kunnen inrichten dat wij voldoen aan het fair trade-principe. Het meest in het oog springende samenwerkingsverband is het windpark Q7 op de Noordzee dat niet tot stand zou kunnen komen zonder de actieve inbreng van onze partners Econcern, Dexia en Rabobank.
Investeringsklimaat verbeteren De overheid moet ook haar verantwoordelijkheid nemen en duidelijke keuzes maken. Zij speelt een belangrijke ondersteunende en aanjagende rol in de verduurzaming en continuïteit van de energievoorziening. Zij zal het investeringsklimaat moeten scheppen dat binnenlandse en buitenlandse investeerders het vertrouwen geeft dat zij in Nederland op de lange termijn goede zaken kunnen doen. We moeten het momentum aangrijpen van de hoge olieprijs om die investeringen extra kracht bij te zetten. Daarbij moet het principe ‘de vervuiler betaalt’ veel sterker worden doorgezet. Dat kan onder andere als de CO2prijzen een realistische afspiegeling zijn van de mate van vervuiling zodat investeringen in schone opwekking kunnen renderen. Wij onderschrijven het voorstel van de Europese Commissie om de CO2-markt vanaf 2012 naar dat principe in te richten dan ook van harte. Verder is solide flankerend beleid nodig om mensen te prikkelen over te stappen op duurzame energie of energiebesparende maatregelen te nemen. Eneco blijft zich inzetten voor energiebesparing en de bewustwording van klanten.
Nieuwe dynamiek Eneco staat aan het begin van een langdurige en ingrijpende verandering. Wij willen alles op alles zetten om onze ambities waar te maken en daarbij forse vooruitgang te boeken. Het is geweldig om te constateren dat de nieuwe koers van het bedrijf en de focus op innovatie een enorme stimulans zijn voor onze medewerkers. Er is een nieuwe dynamiek ontstaan die zeer aanstekelijk werkt. Wij creëren daarmee zeker een aanzuigende werking op ondernemend en daadkrachtig talent. Dat is nodig om ideeën om te zetten in concrete projecten die leiden tot vernieuwende producten en diensten.
5
6
Eneco jaarverslag 2007
Eneco in 2007 De klant van vandaag moet ook morgen graag klant bij Eneco zijn. Daarom hebben wij onverminderd ingezet op operational excellence. En dat zullen wij ook in de jaren die volgen blijven doen. In 2007 is onze omzet gestegen naar EUR 4,8 miljard. Het bedrijfsresultaat daalde met 14%. Belangrijkste oorzaak waren de hogere bedrijfskosten door de overname van ONS Energie. De afzet van gas en warmte werd beïnvloed door een warme winter en voorjaar. Dit jaar hebben wij geïnvesteerd in extra menskracht om de kennis en kunde die wij nodig hebben te vergroten. Verder zijn we geconfronteerd met onverwachte kosten die samenhangen met de politieke besluitvorming. De invoering van een nieuw marktmodel en de implementatie van de Wet Onafhankelijk Netbeheer, vragen van ons extra inspanning en kosten. Wij zien ook dat de efficiency van onze bedrijfsprocessen nog verder moet verbeteren. Het is niet voor niets dat wij ons blijven inzetten voor operational excellence. Mede door een forse meevaller in de vennootschapsbelasting is ons nettoresultaat uitgekomen op EUR 426 miljoen. Hoger dan ooit. Mede in het licht van operational excellence, maar ook in het kader van de interne beheersing is de afgelopen drie jaar het Eneco Control & Risk Systeem ingevoerd. Met trots kunnen we melden dat in dit jaarverslag voor het eerst een ‘in control’-verklaring wordt afgegeven (zie pagina 46). Veiligheid in ons werk en veiligheid bij het gebruik van energie is voor ons een groot aandachtspunt. Dat heeft zich vertaald in beleid waarmee wij sturen op de veiligste omstandigheden voor onze medewerkers en onze omgeving. In 2007 hebben wij op dit gebied flinke stappen gezet. Infrastructuur voor gas, elektriciteit en warmte is essentieel om energie te kunnen gebruiken. Voor een energieconcern zoals Eneco zijn de onderdelen die zich daarmee bezig houden van groot belang. Dat geldt des te meer in de komende jaren als we grote stappen gaan maken in het verduurzamen van het energiegebruik. Onze infrastructurele activiteiten zijn ondergebracht in Eneco NetBeheer en Eneco Infra. Beide zijn bezig om zich voor te bereiden op hun toekomstige rol, waarbij de Wet Onafhankelijk Netbeheer de kaders schept. Ongeveer 325 medewerkers van Infra treden in dienst bij NetBeheer. Infra ontwikkelt zich tot een commerciële partij die zich kan meten met de markt. NetBeheer gaat naast de reguliere taken ook investeren in de nodige aanpassingen en vernieuwing van de infrastructuur om duurzame energievoorziening mogelijk te maken. In dit jaarverslag geven wij een zo transparant mogelijk beeld van onze financiële en duurzame prestaties alsmede de risico’s die wij daarbij lopen en de wijze waarop wij die beheersen. Ons nieuwe businessmodel is nog niet integraal in de jaarrekening doorgevoerd in dit boekjaar. We lopen in onze toelichting dan ook vooruit op die ontwikkeling.
Dialoog Bij alles wat wij nu in gang zetten is het belangrijk dat wij luisteren naar onze omgeving. Aan de rigoureuze omslag in onze strategische koers zijn intensieve verkenningen vooraf gegaan met zowel onze aandeelhouders als de bedrijfsonderdelen. Er is brede consensus over onze plannen. Wij gaan ook op andere fronten de dialoog aan met alle relevante partijen die betrokken zijn bij Eneco. Hebt u er behoefte aan te reageren op dit jaarverslag, dan nodig ik u graag uit hierover contact met mij op te nemen.
Jeroen de Haas Voorzitter van de Raad van Bestuur ENECO Holding N.V.
[email protected]
Eneco jaarverslag 2007
Nieuwe positionering
Eneco transformeert We staan aan de vooravond van een nieuw energietijdperk. De huidige energievoorziening is gebaseerd op grootschalige, centrale, fossiele productie met daarna distributie naar eindgebruikers. In de komende decennia vindt een transitie plaats naar decentrale en hernieuwbare productie met geïntegreerde distributie. Energiebesparingsmaatregelen moeten het totale energieverbruik beperken. Het doel is dat de netto CO2-uitstoot landelijk afneemt door vermindering van gebruik van kolen, betere benutting van de energie-inhoud door hergebruik van restwarmte en duurzame productie van elektriciteit. Gas blijft als fossiele brandstof met de minste CO2-uitstoot tijdens deze transitie een grote rol spelen als brandstof voor flexibele gascentrales, die in staat zijn de productie van duurzame elektriciteit te balanceren. Eneco transformeert binnen deze context van een traditioneel energiebedrijf naar een duurzame energieonderneming. We denken niet langer in elektronen en kubieke meters, maar in duurzame toekomstbestendige energieoplossingen. Kennis, innovatie en samenwerking zijn ons uitgangspunt. Energiebesparing, duurzame energieopwekking en toepassing van schone fossiele technologie zijn de middelen die wij inzetten om een bijdrage te leveren aan de continuïteit van energie. Wij realiseren ons dat deze nieuwe weg vraagt om flexibiliteit: wij zullen bereid moeten zijn om elke dag opnieuw in te spelen op nieuwe kansen, nieuwe ontwikkelingen en nieuwe ijkpunten. Wij zien een blijvende stroom van innovaties en energieoplossingen daarbij als onze levensader. Ons uitgangspunt daarbij is waarde te creëren. Voor maatschappij, klanten, medewerkers en voor onze eigen onderneming. Het creëren van maatschappelijke waarde en ondernemingswaarde gaan daarbij hand in hand. Eneco gedraagt zich betrokken, uitgesproken en daadkrachtig. Dit zijn voor ons kernwaarden om de gewenste vooruitgang te kunnen boeken. Betrokkenheid is de emotie die ons drijft om voor duurzaamheid te staan. Uitgesprokenheid zet de toon waarmee wij onze beloften uitdragen. Het tonen van daadkracht tekent onze houding en ons gedrag waarmee wij aan duurzaamheid inhoud geven. Daarin zit het bewijs van onze belofte.
Van traditioneel energiebedrijf naar duurzame energieonderneming.
7
8
Eneco jaarverslag 2007
Eneco richt zich op internationale expansie om de positie te versterken in de gehele energiewaardeketen. Eneco is al actief in de Noordwest-Europese landen Nederland, België en Frankrijk. In Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zien wij eveneens goede kansen om onze duurzame ambities te realiseren. Om onze positie in de biomassaketen te versterken ontplooien wij ook buiten Europa activiteiten. Eneco telt 5.300 medewerkers en bedient een klantenkring die circa twee miljoen klanten groot is. Het hoofdkantoor is gevestigd in Rotterdam. De aandelen van Eneco zijn in handen van 61 Nederlandse gemeenten.
Met windpark Q7 levert Eneco voldoende energie voor 125.000 huishoudens.
10
Eneco jaarverslag 2007
Kernactiviteiten
Dichter bij de klant Eneco bestaat uit drie kernbedrijven: het energiebedrijf, het netbedrijf en het infrabedrijf. Elk kernbedrijf of een deel daarvan heeft een rol in de duurzame energieonderneming Eneco zoals hier wordt geïllustreerd in de energiewaardeketen.
Energiebesparing
Lokale duurzame opwekking
Levering
Distributie
Levering Installatiebedrijven
Milieu Installatiebedrijven Levering Levering
Netbeheer Infra Milieu
Trading
Trading
Grootschalige duurzame opwekking
Milieu Trading
Biobrandstoffen, wind, zon, etc.
Milieu Trading
Waardeketen
Betrokken bedrijfsonderdelen
Eneco jaarverslag 2007
Het energiebedrijf verzorgt de productie, inkoop, handel, levering van energie en installatie bij de klant. Het energiebedrijf heeft vijf businessunits, die een sterke strategische relatie hebben. Levering zorgt dat de zakelijke en huishoudelijke klantenkring zich verbonden voelt met de duurzame doelstellingen van Eneco en stuurt op hoge klantentrouw door excellente dienstverlening. In haar nieuwe rol ontwikkelt Levering zich van leverancier van elektriciteit en gas tot een brede dienstverlener die niet alleen duurzame energie levert, maar klanten ook adviseert en stimuleert om te investeren in energiebesparing en in duurzame decentrale opwekking. Trading vormt de schakel tussen markt en onze (co)productiefaciliteiten. Voor onze eigen duurzame en gasgestookte productie verzorgt Trading de inkoop van gas op de vrije markt. Met op afstand aanstuurbare flexibele gascentrales en gasopslag kunnen wij de opwekking van elektriciteit optimaliseren: bij weinig wind meer gasgestookte opwekking. Ook periodes van onbalans door onvoorziene veranderingen in de vraag kunnen met gascentrales en gasopslag flexibel worden opgevangen. De businessunit Trading treedt op als handelaar voor onafhankelijke ontwikkelaars zonder eigen tradingcapaciteit en sluit met hen Power Purchasing Agreements (PPA’s) af. Trading is ook actief in de handel van biobrandstoffen en van aan energie gerelateerde producten zoals derivaten en CO2-certificaten. Milieu is de businessunit die verantwoordelijk is voor de uitvoering van onze productiestrategie. Alles draait om de ontwikkeling van duurzame en schone opwekkingsinstallaties, zowel grootschalig als decentraal, zowel traditioneel in gasgestookte centrales en gasopslag als duurzaam op basis van wind, biomassa, zon en water. Daarnaast ontwikkelt deze businessunit warmteprojecten, waarbij het zowel gaat om de productie van warmte, grootschalig gebruik van restwarmte als om kleinschalige toepassingen van warmte en/of koude. De businessunit Milieu is verantwoordelijk voor het aanboren en inzetten van duurzame bronnen. Versnelling in de ontwikkelingen wordt bereikt door actieve samenwerking te zoeken met partners en kennisinstituten. In de businessunit Internationaal zijn alle activiteiten die wij buiten Nederland ontplooien ondergebracht. In België zijn we al zeer succesvol met zowel duurzame opwekking als levering van elektriciteit en gas aan de zakelijke markt. In Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk bouwen wij posities op. Verder breiden we onze activiteiten uit naar andere continenten in verband met de achterwaartse ketenintegratie voor biomassa. Installatiebedrijven verzorgt een scala aan diensten bij de klant in het kader van energievoorziening, verwarmingsinstallaties of duurzame aanpassing van woningen of gebouwen, variërend van besparingsadviezen tot installatie en onderhoud van HR-ketels, zonneboilers en warmtepompen. Het netbedrijf is een gereguleerd bedrijf dat de gas- en elektriciteitsnetten beheert in Amstelland, Delfland, Drechtsteden, Haaglanden, Kennemerland, Merwedestreek, Midden-Holland, Noordoost-Friesland, Rotterdam- Rijnmond, Weert, de provincie Utrecht en de Zuid-Hollandse eilanden. Eneco NetBeheer wil de focus verbreden door haar competenties in beheer en exploitatie van transportinfrastructuren toe te passen op duurzame netwerken, zoals het bouwen en beheren van transportnetten voor CO2, waterstof en stoom. Tevens speelt Eneco NetBeheer een belangrijke rol bij het gereedmaken van het elektriciteitsnetwerk voor meer lokale opwekking. Per medio 2008 gaat het netbedrijf binnen de Eneco Holding verder onder de naam Stedin.
Eneco: energiebedrijf, infrabedrijf én netbedrijf.
11
12
Eneco jaarverslag 2007
Het infrabedrijf voert in opdracht van het netbedrijf onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uit aan de netten. Daarnaast neemt Eneco Infra opdrachten aan op de vrije markt. Ook de aanleg en het onderhoud van verlichtings- en parkeerinstallaties voor een groot aantal gemeenten door CityTec behoren tot de activiteiten van Infra. Infra heeft een belangrijke uitvoerende rol bij het bouwen van nieuwe voorzieningen die duurzame opwekking mogelijk moeten maken. Zij is ook betrokken bij het uitvoeren van innovatieve projecten gericht op bijvoorbeeld energiebesparing in de utiliteitsbouw.
ENECO Holding N.V. Raad van
Raad van
Commissarissen
Commissarissen
Raad van Bestuur
Staf holding
Energiebedrijf
Infra
Directie
Directie
Staf
Leveringsbedrijf
Trading
Milieu
NetBeheer Directie
Staf
Internationaal
Installatiebedrijven
Infra
Staf
NetBeheer
Eneco jaarverslag 2007
Verslag van de Raad van Bestuur
Zorg voor continuïteit en toekomst Eneco staat aan het begin van een ingrijpende transitie om in het nieuwe energietijdperk een betekenisvolle rol te kunnen spelen. Dit boekjaar is hard gewerkt aan onze duurzame plannen en de uitvoering daarvan. Uiteraard zijn wij doorgegaan met het zorgen voor en leveren van goed
Raad van Bestuur Eneco.
gewaardeerde dienstverlening. In dit verslag willen wij vanuit
Van links naar rechts:
beide perspectieven, het nu en het straks, een volledig en
Jeppe Machielsen,
transparant beeld geven van onze prestaties.
Han Fennema.
Jeroen de Haas en
13
14
Eneco jaarverslag 2007
Ontwikkelingen in de energiemarkt Energiemarkt algemeen Bij ongewijzigd beleid stijgt de vraag naar energie wereldwijd jaarlijks met 1,8% volgens een studie van het International Energy Agency (IEA). Er zijn echter grote regionale verschillen. Vooral in de zich sterk ontwikkelende economieën van China en India verandert het consumptiepatroon in hoog tempo, wat leidt tot een groeiende behoefte aan energie. Zonder energiebesparingsmaatregelen zal de vraag naar energie in 2030 met 50% zijn toegenomen. China en India vertegenwoordigen dan samen circa 45% van deze groei. Europa moet nu al met deze landen concurreren om de beschikking te krijgen over voldoende energiebronnen, vooral olie maar ook gas. Europa wordt steeds afhankelijker van de import van gas, nu de eigen bronnen opraken. Gas ontwikkelt zich naast olie dan ook tot een strategische brandstof. Wie beschikt over de bronnen en de infrastructuur bepaalt het spel dat inmiddels wereldomspannend is. Uiteraard staat er een prijs tegenover die toenemende afhankelijkheid. Bovendien is er in Noordwest-Europa een nieuwe marktdynamiek aan het ontstaan door de komst van nieuwe pijpleidingen en LNG-terminals. Dit heeft invloed op vraag en aanbod en dus op de prijs van brandstoffen. Ook kolen staan weer in de belangstelling. China opent in hoog tempo nieuwe kolencentrales en heeft grote behoefte aan kolen als brandstof. De prijs van kolen wordt hierdoor beïnvloed en dat heeft ook effecten op de prijsvorming van elektriciteit uit Europese kolencentrales.
Prijsontwikkeling Olie- en kolengerelateerde commodityprijzen zijn behoorlijk volatiel geweest. De olieprijs bereikte dit boekjaar een top van meer dan 90 dollar per vat. De algemeen aanvaarde opvatting is dat de olieprijs hoog zal blijven. Studies van onderzoeksinstituten ECN en IEA wijzen hier ook op. Door de traditionele koppeling aan de olie- en de dollarprijs liepen ook de gasprijzen op. Daar staat tegenover dat nu de gasmarkt zich, mede door de opkomst van LNG, meer
Zonder energiebesparing 50% meer energie nodig in 2030.
en meer ontwikkelt tot een zelfstandige markt met een eigen prijspolitiek, er ruimere handelsmogelijkheden zijn ontstaan. Ondanks de geschetste brandstofprijsschommelingen zijn de kortetermijnelektriciteitsprijzen vrij vlak geweest dit jaar. Dit heeft ook te maken met de zachte winter en de matige zomer. De kortetermijnelektriciteitsprijzen zijn ook beïnvloed door de prijs van CO2. Die daalde in 2007 tot een zeer laag niveau van enkele dubbeltjes per ton. Dit heeft zijn invloed op het marginale kostenniveau van elektriciteitscentrales gehad. Oorzaak van de lage CO2-prijs is dat de Europese overheden relatief veel emissierechten toekenden aan energiebedrijven voor de eerste Kyoto-periode. Voor de tweede Kyoto-periode die duurt van 2008 – 2012 ligt de CO2-prijs eind 2007 al op 24 euro per ton.
De Nederlandse markt Het bedrijfsleven is geconfronteerd met blijvend hoge energiekosten. Vanwege de onvoorspelbare prijzen voor elektriciteit en gas nemen klanten het zekere voor het onzekere en besluiten steeds vaker om meerjarige contracten met ons te sluiten. Bedrijven en de overheid zoeken ook naar kostenbesparingen in de administratieve sfeer door voor hun vestigingen centraal in te kopen. Dat blijkt uit het feit dat Eneco meer contracten afsloot met multi-sites. Wij bieden deze klanten dienstverlening op maat door alle aansluitingen administratief te bundelen. Dit betekent meer gemak tegen lagere kosten voor de klant.
Eneco jaarverslag 2007
In de tuindersbranche zijn enkele grote verschuivingen geweest bij aanbieders van energie. Concurrentieverhoudingen zijn veranderd door de acquisitie van Westland Energie Services door Essent, de samenwerking van AgroEnergy met de WKK Coöperatie Glastuinbouw en de overname van ONS Energie door Eneco. De tuinders, grote gasverbruikers, zijn met hogere energiekosten geconfronteerd, maar konden hier creatief mee omgaan omdat zij behalve als afnemer vaak ook optreden als producent. Het opgestelde vermogen in warmtekrachtinstallaties (wkk) bij WKK Coöperatie Glasbouw bijvoorbeeld staat gelijk aan dat van een grote elektriciteitscentrale. De marges voor deze gasgestookte WKK’s zijn dermate interessant geweest dat tuinders met een WKK netto lagere energielasten gerealiseerd hebben. De tuindersbranche loopt wat dat betreft voorop in zelfvoorziening. Van groot belang voor de tuinbouwsector is de wijze waarop deze sector in de Kyoto-afspraken zal worden meegenomen vanaf 2013. De turbulentie in de consumentenmarkt is groot geweest dit jaar. De prijsstrategie van andere energieconcerns heeft de concurrentieverhoudingen op scherp gezet. Daarnaast is er een flink aantal nieuwkomers op de markt gekomen. De noodzaak om een heldere positionering te kiezen wordt steeds groter. Eneco heeft één heldere boodschap uitgedragen die volledig gericht was op Ecostroom. Met deze publiekscampagne: Samen kunnen we het doen, ieder huis/bedrijf groen is vooruitgelopen op de nieuwe duurzame positionering van de onderneming.
Kostenbewust kiezen Ondanks alle aandacht voor klimaatverandering en milieu, kiezen kleinverbruikers nog steeds hun leverancier op prijs. Het ‘groene‘ argument lijkt voorshands niet zo zwaar te wegen. Financiële prikkels blijven de belangrijkste instrumenten om de consument te bewegen zijn aankoopgedrag te veranderen. Daarvoor is het nodig dat de consument zich bewust wordt van zijn verbruik. Wij bieden daarom de mogelijkheden om dat verbruik te verminderen op een laagdrempelige manier aan. Zie ook pagina 21. In de zakelijke markt stijgt de belangstelling voor duurzame energie nu zichtbaar. Vooral bedrijven die een actief duurzaamheidsbeleid voeren en zich ten doel gesteld hebben een leidende positie te willen innemen op dit gebied schakelen over op groene stroom. Het is niet langer een bezwaar dat hier een hoger prijskaartje aan hangt. Eneco heeft in het zakelijke segment dan ook aanzienlijk meer groene-energiecontracten gesloten.
Politieke ontwikkelingen Energiebeleid binnen de EU
De liberalisering van de energiemarkt staat minder prominent op de agenda dan voorheen. Er zijn zelfs bewegingen in tegengestelde richting geweest in 2007. Energievoorziening en bijbehorende infrastructuur worden meer en meer gezien als strategische bezittingen die overheden bij voorkeur niet in buitenlandse handen willen laten vallen. Door het splitsingsbesluit van de Nederlandse overheid wordt dit eveneens voorkomen voor de Nederlandse netwerken. De kans wordt daardoor echter wel groter dat Nederlandse energieverbruikers hun energie gaan afnemen van buitenlandse energiebedrijven. Ook op Europees niveau speelt de splitsingsdiscussie volop, zij het dat het daar alleen nog over de hoogspanningsnetten gaat. De uitkomst van deze discussie is ongewis. Onder het Duitse voorzitterschap heeft Europa duidelijk stelling genomen in de energiediscussie. De lidstaten voelen de noodzaak van verduurzaming van de energievoorziening en werken aan de verbetering van de klimaatproblematiek. Ze zijn zich bewust dat zij hun strategische afhankelijkheid van fossiele energiebronnen moeten verkleinen. Voor een energie-intensieve samenleving is dat een maatschappelijk dilemma dat tot heldere keuzes dwingt. De eerste stappen zijn gezet. Afgesproken is dat de Europese Unie streeft naar 20% CO2-reductie en 20% verduurzaming van de afzet in 2020.
15
16
Eneco jaarverslag 2007
Visie op energieagenda Nederlandse overheid
Nederland wil een van de schoonste en zuinigste energielanden in Europa worden. Nederland heeft zich verplicht om tussen 2008 en 2012 de uitstoot van broeikasgassen met 6% te verminderen ten opzichte van 1990. De instrumenten zijn energiebesparing en duurzame energie om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Het doel is dat in 2020 de uitstoot van broeikasgassen 30% lager is ten opzichte van 1990. Het percentage energiebesparing gaat de komende jaren van 1 naar 2% per jaar en het aandeel hernieuwbare energiebronnen gaat van 2,7% nu naar 20% in 2020. Het overheidsbeleid moet gericht zijn op het creëren van een stabiel investeringsklimaat waarin marktpartijen hun uitgesproken bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming. Terecht heeft de overheid gekozen voor financiële stimulering van duurzame productie met als belangrijkste instrument de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie. Het is van belang dat de duurzame projectenstroom weer snel op gang komt na de abrupte beëindiging van de MEP-regeling in 2006. Alleen een consistent budgettair beleid kan de investeringsbereidheid bevorderen. Ook flankerend beleid is noodzakelijk. De overheid moet investeren in de aanpassing van infrastructuur – die haar eigendom is – om duurzame energie mogelijk te maken. Ook moet er versoepeling komen in het vergunningenbeleid om de noodzakelijke vaart te creëren. Een coördinerende rol is voor de overheid weggelegd als het gaat om locatiestudies voor windparken of het aanleggen van kabelinfrastructuur naar windparken, zowel op land als op zee. Onderdeel van het Nederlandse overheidsbeleid is de splitsing van de energiebedrijven in een distributietak en een leverings/produktietak (groepsverbod). Eneco blijft erbij dat deze gedwongen splitsing per 1 januari 2011 een disproportionele maatregel is om de leveringszekerheid te garanderen en een level playing field te creëren.
Verduurzaming, verticale integratie en operational excellence pijlers van de strategie.
Strategische agenda Eneco ziet verduurzaming, verticale integratie in schone fossiele elektriciteitsproductie en operational excellence als de pijlers van haar strategie. Wij willen een leidende rol spelen in de transitie naar een duurzame energievoorziening in Nederland. Door het versnellen van de ontwikkeling van activiteiten over de gehele duurzame energiewaardeketen – van de bron tot aan de eindgebruiker – gaan wij structurele waarde toevoegen voor onze aandeelhouders, tegen lagere maatschappelijke kosten dan in ons huidige meer traditionele bedrijfsmodel. Voortdurende innovatie is een belangrijk ingrediënt om hieraan inhoud te geven. Voor de overbrugging naar volledig duurzaam wil Eneco haar elektriciteitsproductie uit schone fossiele brandstof verder uitbreiden. Met efficiënte gascentrales zijn we goed in staat om de onbalans inherent aan duurzame energiebronnen zoals wind en zon op te vangen. Hierdoor blijven we in staat om ook op lange termijn onze leveringszekerheid op peil te houden. Onze license to operate is gebaseerd op trouwe en tevreden klanten die wij toonaangevende dienstverlening bieden. Vanuit het oogpunt van rendement is het bovendien noodzakelijk om de efficiëntie van onze processen continu te blijven verbeteren en onze kosten te beheersen. Ons streven naar operational excellence blijft daarom een hoge prioriteit houden.
Eneco jaarverslag 2007
Duurzame energie uit wind
Q7 Sinds eind 2007 levert het grootste Nederlandse offshorewindpark Q7 in de Noordzee bij IJmuiden zijn eerste stroom aan het elektriciteitsnetwerk. Bij een volledige productie van 435.000.000 kWh per jaar levert het park voldoende stroom voor zo’n 125.000 Nederlandse huishoudens. Zodoende wordt de uitstoot van 225 duizend ton CO2 bespaard. Naar verwachting zijn alle zestig molens, met een totale capaciteit van 120 MW, aan het einde van het eerste kwartaal van 2008 aangesloten. Het park dat een oppervlakte beslaat van 14 vierkante kilometer op 23 kilometer uit de kust wordt in het tweede kwartaal van 2008 officieel geopend.
Realisatie Het energiebedrijf Bijdragen aan verduurzaming
Wij zijn van de allround energiebedrijven in Nederland de enige, en in Europa één van de weinige, die beschikken over alleen duurzame of gasgestookte opwekking van energie. Doordat wij nooit grote investeringen hebben gedaan in fossiele productiefaciliteiten, kunnen wij veel makkelijker kiezen voor een radicale focus op maximaal duurzame energie. Dat wordt bewezen door allerlei projecten – van klein tot groot – die laten zien dat wij in samenwerking met anderen tot innovatieve en duurzame energieoplossingen komen. Investeren in duurzame energieprojecten Wind
Eneco schaalt haar windcapaciteit op. Dit doen wij met partners, zoals in het offshorewindpark Q7 ook gebeurd is, door bestaande windparken over te nemen of door de opgewekte energie van een windpark in te kopen. In 2007 is het totale gecontracteerde vermogen in Nederland en België uitgekomen op 607 MW, waarvan 274 MW in 2007 werd gecontracteerd. Ons doelgebied ligt behalve in Nederland ook in de ons omringende landen Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Analyse van de markt leert ons dat er in die landen voor ons streven voldoende capaciteit beschikbaar is. Behalve onshoreprojecten zullen dit ook offshorewindparken zijn. In 2007 hebben wij zes Nederlandse startnotities voor grootschalige offshoreprojecten ingediend waarvoor wij inmiddels goedkeuring hebben gekregen. Dit betekent dat wij nu het vergunningentraject ingaan. Verder breiden wij het aantal windparticipaties door particulieren of bedrijven uit. Bewoners worden dan mede-eigenaar van een windmolen. Dit past bij onze ambitie om duurzame energievoorziening dicht bij de samenleving te brengen. Met een grote financiële instelling onderzoeken we de financieringsvormen om participatie te stimuleren. Reeds in 2004 zijn wij gestart met participatie van wijkbewoners in een windturbine. De bewoners van de nieuwe wijk De Kroeten bij Breda werden toen mede-eigenaar van de daar door Eneco opgestelde windturbine. Het offshorewindpark Q7 (120 MW), dat wij in de Noordzee bouwen met onze partners Econcern en EIH, wordt in het tweede kwartaal van 2008 operationeel. Daarmee wordt onze productie in windenergie fors uitgebreid. In totaal zijn zestig windturbines over een oppervlakte van 14 vierkante kilometer geplaatst op een afstand van 23 kilometer uit de kust. Dit unieke project heeft veel positieve publiciteit opgeleverd, niet in de laatste plaats door het winnen van de prestigieuze Project Finance Magazine Deal of the Year award.
17
18
Eneco jaarverslag 2007
Bij Lopik en bij ENCI in het Rotterdamse havengebied zijn dit jaar kleinschalige windparken in gebruik genomen die samen 8 MW windenergie leveren. De bouw van verschillende kleine windparken op land wordt doorgezet. Eind 2007 is gestart met de opbouw van een windpark van 15 MW in Zeeland bij olen. Greenlab, de joint venture van Eneco en Greenchoice, is dit jaar van start gegaan. Greenlab heeft als missie om innovatieve concepten voor kleinschalige duurzame energieproductie te identificeren en daarmee een leidende positie in deze markt te verwerven. Het doel is om veelbelovende initiatieven snel marktrijp te maken en daarna primair via de verkoopkanalen van Eneco en Greenchoice op de markt te brengen. De groei wordt gerealiseerd via participaties in kansrijke bedrijven, pilotprojecten met nieuwe technologie en door productontwikkeling. In 2007 zijn de eerste resultaten al zichtbaar geworden. Greenlab participeert in een project in Schoondijke in Zeeland waar elf verschillende kleinschalige windturbines in een weiland naast elkaar, onder dezelfde omstandigheden, worden getest. Dat gebeurt in samenwerking met de provincie Zeeland, Zeeuwind, gemeente Sluis en Delta. De ervaring in Zeeland wil Greenlab gebruiken in de gemeente Den Haag, die dertig tot vijftig turbines op markante plaatsen in de stad wil neerzetten. Greenlab heeft in november een intentieverklaring getekend met Ingreenious, een autoriteit in Nederland op het gebied van kleinschalige windenergie. Er wordt een nieuw bedrijf opgericht dat eind 2008 een prototype heeft ontwikkeld dat betaalbaar is, goed presteert en er aantrekkelijk uitziet. Deze kleine windmolen is bedoeld voor de consumentenmarkt. Biomassa
Ons totaal opgewekte vermogen uit biomassa is nu nog gering. Maar dat gaat de komende jaren snel veranderen. Biomassa is namelijk de tweede duurzame energiebron waarin Eneco veel gaat investeren. In 2007 heeft Eneco 55,30 MW energie uit biomassacentrales gecontracteerd. België succesvol Vooral in België is goede vooruitgang geboekt met eigen biomassacentrales. De eerste biomassacentrale is in het najaar in Diksmuide (Vlaanderen) in bedrijf genomen. Wij gaan met onze partner EcoProjects nog enkele tientallen biomassacentrales bouwen volgens hetzelfde principe. EcoProjects ontwikkelde een unieke kringlooptechnologie waarbij reststoffen uit biomassacentrales op duurzame wijze hergebruikt kunnen worden. Het proces scheidt uiteindelijk droge mestkorrels af die worden gebruikt in de wijnbouw, en schoon water dat gewoon geloosd kan worden. Daarnaast heeft Eneco in België tezamen met BioEnergie Holding een biovergistingsconcept voor industriële klanten (onder andere l’Oreal) ontwikkeld, waarbij de op locatie opgewekte groene stroom en warmte direct aan het industriële proces worden geleverd. Eneco heeft voor de groene elektriciteit die met biovergisting wordt opgewekt het eerste recht van afname, inclusief de groenstroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten. Deze zijn van belang om aan
Een Biogastinstallatie maakt uit rioolslib groen gas, genoeg voor 400 huishoudens.
de Belgische vergunningsverplichtingen voor energieleveranciers te voldoen. Criteria In Nederland is onvoldoende biomassa voorhanden om aan onze doelstellingen te kunnen voldoen. Vandaar dat wij uitwijken naar andere landen, ook buiten Europa. Voor biomassa hanteren wij strenge criteria, waarbij de zogenaamde Cramer-criteria als minimum gelden. Uit de landen om ons heen betrekken wij alleen biomassa als dat de energievoorziening daar niet verstoort. Voor landen in andere continenten geldt dat als de productie van biomassa ten koste gaat van bijvoorbeeld het regenwoud of van de voedselvoorziening wij dit niet als duurzaam beschouwen. Verder moet de CO2-balans in de hele energieketen positief zijn, inclusief transport.
20
Eneco jaarverslag 2007
Duurzame energie uit biomassa
Diksmuide (België) Eneco heeft in België de eerste van een serie biomassavergistingscentrales geopend. Deze installatie, die ontwikkeld is door EcoProjects, voldoet als enige in de wereld aan de strenge Vlaamse milieunormen (VLAREM) voor de lozing van afvalwater. Er zijn de komende jaren twintig tot veertig van dergelijke vergistingsinstallaties gepland zowel bij de industrie als in de landbouw. Het gaat om installaties van 3 tot 6 MW. Dit gaat zorgen voor groene stroom voor meer dan 300.000 gezinnen.
Achterwaartse integratie Om aan onze strenge duurzaamheidscriteria te kunnen voldoen en om onze afhankelijkheid van leveranciers te beperken, willen wij grip krijgen op de gehele keten, van de bron tot de brandstof die gestookt wordt in de warmtekrachtcentrales (wkk). Met dit doel onderzoeken wij de mogelijkheden om biomassa te verkrijgen die in de betreffende regio aantoonbaar betere werkgelegenheid, scholing en gezondheidszorg oplevert. Warmte
Per 1 juli 2007 is Eneco Warmte opgericht waarin de warmteactiviteiten van verschillende bedrijfsdelen zijn geïntegreerd. Het is een onderdeel van de businessunit Milieu. Door deze bundeling van activiteiten kunnen wij economischer en slagvaardiger opereren en ons krachtiger positioneren op de warmtemarkt. Zeer klimaatvriendelijke energiesoort Wij zetten warmteproductie als energievorm actiever in de markt. Warmte is een duurzaam alternatief voor een cv-ketel. Per huishouden wordt 50% bespaard op CO2-uitstoot. Zelfs als geen restwarmte beschikbaar is kan warmtetechnologie toegepast worden, ook in bestaande bouw. In die situaties worden warmte-/koude-opslag en warmtepompconcepten gebruikt. Zo kunnen wij in het gehele land met succes invulling geven aan de marktvraag naar warmte en koude. Het meest recente voorbeeld is de concessie-overeenkomst met de gemeente Blaricum, een groot collectief warmtepompproject in de nieuwbouwwijk Blaricummermeent. Eind februari heeft Eneco de voorlopige concessie voor warmtelevering in RotterdamNoord om kunnen zetten tot een definitieve warmteleveringsovereenkomst met het Warmtebedrijf Rotterdam. Ook in de gemeente Delft heeft Eneco de voorlopige gunning verworven voor de exclusieve distributie van (rest)warmte in die gemeente. Aardwarmte Aardwarmte is een energiebron waar wij momenteel als eerste energiebedrijf in Nederland ervaring mee opdoen. Hiervoor is met de gemeente Den Haag en vier andere partners het Convenant Geothermie gesloten, waarin is vastgelegd dat alle partijen medefinancier zijn van dit project. De warmteboringen tot twee kilometer diepte worden in 2008/2009 gemaakt. Eneco steunt een onderzoek van de TU Delft Mijnbouw om te komen tot een vernieuwende manier om een geothermiebron te construeren. Zon
Subsidie voor zonne-energie is randvoorwaardelijk voor groei. De Nederlandse regering heeft besloten om subsidie voor zonnepanelen in april 2008 opnieuw in te voeren. In België is het subsidieregime vriendelijker voor zonne-energie. Wij hebben hier twee projecten met zonnepanelen gerealiseerd (Diksmuide en gemeente Genk) terwijl enkele andere zich in de opstartfase bevinden. Het totaal gecontracteerde vermogen uit zon bedroeg in 2007 1,3 MW.
Eneco jaarverslag 2007
Water
Blue Energy Eneco heeft met Rijkswaterstaat en de firma Redstack een convenant getekend voor de ontwikkeling van een centrale die elektriciteit maakt door menging van zoet en zout water. Deze Blue Energy-centrale is op laboratoriumschaal ontwikkeld door de firma Redstack. De centrale wordt gebouwd bij de Afsluitdijk, waar zowel zout water uit de Waddenzee als zoet water uit het IJsselmeer beschikbaar is. De enige reststof van de centrale, brak water, kan terugvloeien in de Waddenzee. Getijdenenergie GreenLab onderzoekt de mogelijkheden van getijdenenergie. Hiervoor zijn in binnen- en buitenland verschillende technologieën in ontwikkeling. Groen gas
Er zijn verschillende projecten opgestart om groen gas te produceren. Een daarvan is BioGast in Beverwijk. In deze kleinschalige aardgasfabriek wordt biogas van de rioolwaterzuiveringsinstallatie bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier verwerkt tot groen aardgas. Dit groene gas wordt toegevoegd aan het bestaande gasnet en daarnaast door het Hoogheemraadschap gebruikt als autobrandstof. Kleinschalige decentrale opwekking
uiscentrale De Micro-wkk die Eneco via haar dochteronderneming ENATEC met Bosch ermotechnik (Bosch Group, Duitsland), Merloni Termosanitari (MTS, Italië) en Rinnai Corporation (Japan) ontwikkelt, is in productie genomen. In 2008 wordt de eerste testserie op de markt gebracht. Met deze kleine thuiscentrale kunnen consumenten hun eigen warmte en elektriciteit opwekken. De Stichting Slim met Gas heeft van het Ministerie van Economische Zaken een subsidie gekregen van € 10 miljoen voor de plaatsing van de eerste 10.000 thuiscentrales. Ook gaat het ministerie de commerciële introductie van deze apparaten subsidiëren. Deze laatste belofte is ook opgenomen in het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’. Eneco streeft ernaar een aanzienlijk deel van deze toestellen via de partners van dochterbedrijf ENATEC te leveren. Om brede ervaring op te doen met de thuiscentrale startte de Stichting Slim met Gas, waarin ook Eneco deelneemt, eind 2007 een veldtest met honderd micro-wkk’s. Eneco plaatst dertig van deze toestellen bij werknemers, relaties, woningcorporaties en consumenten. Verder is Eneco een proef gestart met twintig micro-wkk’s die in een fabriekshal staan opgesteld en samen een kleine energiecentrale vormen. Bestudeerd wordt wat de invloed is op de infrastructuur wanneer deze centrales elektriciteit terugleveren aan het net. Energiebesparing en bewustwording energieverbruik
Voor een uiteindelijke duurzame energievoorziening moeten klanten bewust gemaakt worden dat duurzame energie betaalbaar is en dat minder verbruik goed is voor milieu en portemonnee. Als wij hierin slagen bereiken wij meerdere doelen: we helpen de maatschappij en het milieu, we houden energie betaalbaar, we zorgen samen met de klant dat de energierekening lager wordt en dat de CO2-uitstoot vermindert. Energiebesparing
Een van de eerste dingen die de klant zelf in de hand heeft, zijn energiebesparende maatregelen. Dit thema is voor Eneco al langer een speerpunt zowel in de dienstverlening als in productontwikkeling.
Energiebesparing heb je zelf in de hand.
21
22
Eneco jaarverslag 2007
Eneco werkt aan innovatieve producten die klanten meer inzicht geven in hun verbruik, zoals de Telmi-concepten die zijn gebaseerd op slimme meters. In maart 2007 is een eerste groep Eneco-klanten die een slimme energiemeter in huis hebben, gaan werken met een prepaidbetaalsysteem. Dit zogenoemde Telmi EnergieTegoed werkt zoals een prepaidtelefoonabonnement: de klant koopt eerst een tegoed en krijgt vervolgens voor dat geld energie geleverd. Het werkt zowel voor gas als voor elektriciteit. Gebruikers krijgen een waarschuwing per sms of e-mail als het tegoed te laag wordt en kunnen dan 24 uur per dag per telefoon of via internet hun tegoed opwaarderen. Onverwacht hoge jaarafrekeningen voor energie behoren met dit systeem tot het verleden, omdat de klant voortdurend zicht heeft op zijn energieverbruik en -kosten. Advies
Voorlichting en advies zijn een vast onderdeel van de dienstverlening. In bepaalde situaties, zoals een verhuizing, geven wij de klant altijd besparingstips. Als de jaarnota hoger dreigt uit te vallen dan geschat, is dit een standaardprocedure. In het kader van het Rotterdam Climate Initiative is in december een grote spaarlampenactie gestart door de gemeente Rotterdam, waaraan Eneco besparingssuggesties heeft toegevoegd. Eerder in het jaar heeft Eneco een succesvolle actie gevoerd met gratis spaarlampen die de consument kon bestellen op onze website. In zeer korte tijd werden 30.000 spaarlampen verstrekt. CO2-doorlichting bedrijven
In de zakelijke markt is Eneco succesvol met een nieuwe dienst die de milieubelasting van organisaties en bedrijven in kaart brengt. Met dit product dat is ontwikkeld door Eneco in samenwerking met GreenLab kunnen wij de totale CO2-uitstoot van een organisatie doorlichten en in kaart brengen. Het gaat dan over bedrijfsprocessen, afvalstromen, transport en woon-werkverkeer. Voor elk van die CO2-bronnen bieden wij diensten aan om de uitstoot te verminderen. Een van die diensten is een onlinemodule die kan bijdragen aan gedragsverandering van medewerkers en die ondersteuning biedt bij de communicatie over duurzaamheid. Er is veel interesse voor deze dienst bij bedrijven die duurzaam ondernemen als strategisch beschouwen. Groene campagne
De grootscheepse Ecostroom-publiekscampagne die Eneco dit jaar lanceerde, was volledig gericht op het overstappen op groene stroom. De campagne heeft bijgedragen aan een grotere naamsbekendheid van Eneco en aan het groene imago van het bedrijf. De actie moet gezien worden als tussentijds initiatief om de verkopen in elektriciteit te ondersteunen. Ons tarief voor gewone stroom en Ecostroom is hetzelfde en dat blijft de komende jaren ook zo. In 2007 zagen wij een toename van het aantal Ecostroomklanten met 20%. Vergroening van ons klantportfolio is slechts een van onze doelstellingen naast het vergroten van de bewustwording door voorlichting en publiekscampagnes.
Aantal Ecostroomklanten stijgt met 20%.
Energiezuinige woningen en gebouwen
Met ingang van 1 januari 2008 moet iedereen in Nederland bij verkoop of verhuur van een woning ouder dan tien jaar een energielabel overleggen. Aan dit label kan ook een energiebesparingsadvies (EPA) gekoppeld worden dat aangeeft op welke punten de energiezuinigheid van de woning kan worden verbeterd. Eneco is in de zomer van 2007 met de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en energieadviesbureau EMMA een proef gestart onder huishoudens in de regio Rotterdam. Doel was het testen van deze dienstverlening om het energieverbruik van de woningen in te kaart brengen en daarop het energielabel te baseren. Eneco verzorgt het energiebesparingsadvies, op basis waarvan de eigenaar zijn woning kan verbeteren en zijn maandelijkse energielasten kan verlagen. Eneco kan eigenaren ook ondersteunen en adviseren bij het implementeren van energie-
Eneco jaarverslag 2007
besparingsmaatregelen in de woning. De Eneco Installatiebedrijven kunnen deze duurzame verbeteringen uitvoeren. Ook in het zakelijke segment is Eneco actief met energiebesparingsadviezen. Wij zijn als eerste energiebedrijf in Nederland gecertificeerd om EPA’s voor gebouwen uit te voeren. Meer met Minder
Eneco is voortrekker van het Meer met Minder-programma dat dit jaar is opgezet. Het programma is omarmd door de Ministeries van VROM en EZ en vormt onderdeel van het overheidsprogramma Schoon en Zuinig. Meer met Minder richt zich op energiebesparing in de gebouwde omgeving. Aan dit initiatief nemen alle relevante partijen deel zoals Bouwend Nederland, de overheid, woningbouwcorporaties en energiebedrijven. De doelstelling is ambitieus. Jaarlijks willen de partijen 300.000 bestaande woningen en utiliteitsgebouwen minimaal 30% zuiniger maken. Dit wordt mogelijk door een goedwerkende markt voor energiebesparing te creëren. Door vraag en aanbod bij elkaar te brengen op een kwalitatief goede manier, zorgt Meer voor Minder voor een groter bewustzijn van het nut en de noodzaak van energiebesparing. Het gaat om meer dan nieuwe wetgeving, CO2-uitstoot en afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Het gaat ook om verlaging van woonlasten, vergroting van de woningwaarde en een aangenamer en gezonder binnenklimaat. Verduurzaming eigen bedrijfsvoering
Eneco draagt zelf actief en naar vermogen bij aan duurzaamheid van de eigen bedrijfsvoering. De CO2-uitstoot daarvan bedraagt momenteel 20.000 ton, dit is zonder rekening te houden met elektriciteitsproductie. De milieubelasting door onze bedrijfsvoering willen wij steeds verder reduceren. Dit is aangegeven in onze duurzaamheidsverklaring. Nieuwe gebouwen die wij betrekken, worden beoordeeld op hun milieucapaciteiten. Ons nieuwe hoofdkantoor wordt ten minste CO2-neutraal. Bestaande gebouwen verwarmen en verlichten wij zo veel mogelijk met duurzame energie. Voor ons wagenpark kiezen wij schone auto’s. We stimuleren onze medewerkers om te kiezen voor het openbaar vervoer. Bij de inkoop van allerlei zaken die wij voor ons dagelijks werk nodig hebben, is duurzaamheid een belangrijk criterium. (Voor meer details of onze milieuprestaties verwijzen wij naar onze website www.eneco.nl/ duurzaam.) Innovatie
Voortdurende innovatie is noodzakelijk om inhoud te geven aan onze duurzame ambities. Eneco stemt haar innovatiebeleid af op de nieuwe doelstellingen en stelt daarvoor jaarlijks een flink budget ter beschikking. Om de voorwaarden te scheppen voor innovatie binnen ons concern is een aantal maatregelen genomen. Er is een coördinator Innovatie benoemd die rechtstreeks rapporteert aan de Raad van Bestuur. Vervolgens is de Innovation Board opgericht waarin de Raad van Bestuur is vertegenwoordigd. Deze board heeft het mandaat om beslissingen te nemen over de financiering en het starten van projecten. De Innovation Board bewaakt de samenhang van het totale portfolio. Er zijn vijf innovatievelden benoemd die een relatie hebben met de strategie: 1. energiebesparing in de gebouwde omgeving; 2. energiebesparing en gedrag; 3. intelligente netwerken en installaties; 4. grootschalige duurzame energieopwekking; 5. alternatieve energiedragers. Het maken van een blueprint per kennisveld voor de middellange en lange termijn moet binnen twee tot drie jaar tot concrete projecten en producten leiden.
23
24
Eneco jaarverslag 2007
Een van de eerste uitkomsten is een visie op de gebouwde omgeving vanuit duurzaamheidsperspectief. Voor ieder kennisveld gaan wij de samenwerking aan met vooraanstaande kennisinstituten zoals KEMA, TNO, ECN en diverse universiteiten. Verticale integratie
Versterken van onze onafhankelijke positie in de elektriciteits- en gasmarkt is en blijft een belangrijk uitgangspunt. Eigen grootschalige elektriciteitsproductie EnecoGEN
De EnecoGEN-centrale, die wij willen bouwen in het Rotterdam Rijnmondgebied, wordt een moderne, zeer efficiënte warmtekrachtinstallatie die werkt op gas. We gaan hierbij investeren in een zogenaamde Selectieve Katalytische Reductie-installatie (SCR), waarmee de NOx-emissies met 80% teruggedrongen kunnen worden. Deze techniek wordt in de Verenigde Staten al bij gasgestookte centrales toegepast, maar in Europa nog niet. Door deze technologie wordt EnecoGEN de meest milieuvriendelijke grootschalige elektriciteitscentrale van Nederland. Om de emissie van CO2 te verminderen, studeert EnecoGEN op innovatieve methoden om CO2 af te vangen. Pergen
In het tweede kwartaal 2008 wordt de Pergen wkk-centrale op het terrein van Shell Pernis opgeleverd. Air Liquide levert daaruit stoom en elektriciteit aan Shell. Eneco neemt alle overige elektriciteit (ruim 80% = 250 MW) af. Rijnmond Energie Centrale
Sinds 1 januari 2005 neemt Eneco op langjarige basis de gehele elektriciteitsproductie af van Rijnmond Energie Centrale. Deze moderne gascentrale heeft een capaciteit van 850 MW en dekt 25% van onze elektriciteitsbehoefte. Gaspositie opbouwen
Eneco beschikt over enige tijd over bijna 2.000 MW aan eigen elektriciteitsproductie in gascentrales, zoals Rijnmond Energie Centrale en EnecoGEN. Om met deze activiteit competitief te blijven moeten wij een stevige positie hebben op de gasmarkt. Dit vraagt bepaalde competenties die wij verder hebben ontwikkeld in dit boekjaar. Zo zijn er voor de komende jaren verschillende kwaliteitsconversiecontracten en een aantal andere flexibiliteitscontracten gesloten. Belangrijk succes is een groot meerjarig contract dat wij hebben gesloten met het Noorse StatoilHydro ASA. Dit bedrijf gaat ons aardgas leveren vanaf 1 oktober 2008. Met deze overeenkomst is Eneco verzekerd van de toevoer van een deel van de aardgasbehoefte door een van de belangrijkste Noorse energiebedrijven. In voorgaande jaren had Eneco al opties genomen op zoutcavernes geschikt voor gas-
Met acht vernieuwde turbines levert windpark Slufter voldoende energie voor 10.000 huishoudens.
opslag in Epe, die in 2012 in bedrijf komen. Dit jaar is de opslagcapaciteit voor gas verder uitgebreid door het tekenen van drie contracten in Nederland. Deze komen vanaf 2010 beschikbaar. Inkoop
Door de uitbreiding van de gasshipping-activiteiten hebben wij onze gasinkooppositie aanzienlijk kunnen verbeteren. Zonder de handel op de vrije markt was onze uitgangspositie minder comfortabel: de TTF-prijs lag vrijwel het gehele jaar onder de GasTerra-prijs.
26
Eneco jaarverslag 2007
Duurzame energie uit zon
Nieuwland Amersfoort Maar liefst 12.000 vierkante meter zonnepanelen zorgen voor elektriciteit in de wijk Nieuwland in Amersfoort. De zonnecellen zijn aangebracht op vijfhonderd woningen en enkele utiliteitsgebouwen, zoals een crèche, een sporthal en scholen. Hiermee wordt 1.000.000 kWh per jaar geproduceerd, wat overeenkomt met het gemiddelde stroomverbruik van ruim driehonderd huishoudens. Daarmee is dit project een van de grootste zonenergieprojecten in Nederland. Het heeft ons veel geleerd over de toepasbaarheid van zonne-energie.
Ook elektriciteit kunnen we in Nederland nu beter marktconform inkopen, omdat we naast het basisvolume zelf de pieken kunnen afdekken met eigen productie. Onze positie in België hebben wij kunnen uitbreiden doordat wij vanaf 1 januari 2008 ook gas leveren in dit land. Handel
Het rendement op de handelsactiviteiten voor eigen rekening en risico in energie bleef achter bij 2006. Er was te weinig prijsbeweging tussen vraag en aanbod om betere resultaten te kunnen boeken. Ook de weersomstandigheden waren gematigd, waardoor de elektriciteitsprijs gedurende het gehele jaar vrij vlak is gebleven. Door de uitbreiding van onze productiecapaciteit ligt de nadruk steeds meer op een goed renderende handel in CO2-rechten. Eneco beschikt met de Rijnmond Energie Centrale over de efficiëntste centrale van Nederland met de laagste uitstoot per MWh van zowel CO2 als NOx. Wij hebben voldoende allocatie van CO2-rechten gehad over de afgelopen drie jaar. Verder zijn twee Clean Development Mechanism (CDM)-projecten gecontracteerd in India en Argentinië. Daarmee kunnen wij een gedeelte van ons verwachte tekort van onze elektriciteitscentrales voor de komende vijf jaar dekken. Met de kennis en ervaring die Eneco nu heeft opgebouwd op het gebied van CO2 ondersteunen wij onze deelnemingen die verplicht onder het handelssysteem vallen. Bovendien verschaffen wij hen en andere klanten via onze kanalen toegang tot de CO2-markt. Kwaliteitsmanagement Klanttevredenheid
De klanttevredenheid is over de hele linie gestegen, zowel bij de zakelijke klanten als in de kleinverbruikersmarkt. Ook bij Eneco NetBeheer is een groter percentage klanten tevreden over de dienstverlening. Eneco Netbeheer stelt zich actief op om de klanttevredenheid te vergroten door de regionale relaties beter te bedienen. Daarvoor is extra geïnvesteerd in kennis en mensen. Klachtenmanagement
De DTe heeft Eneco als beste energiebedrijf gewaardeerd op het gebied van klachtenmanagement. Onze inzet om klanten bij het eerste contact direct goed te helpen, levert het gewenste resultaat. Het leidt tot minder telefoontjes of e-mails, terwijl de tevredenheid van klanten over de dienstverlening stijgt. Eneco werkt hard aan de voortdurende verbetering van de onlineomgeving. Self service via internet biedt klanten de mogelijkheid om de meeste zaken zonder tussenkomst van een callcentermedewerker af te handelen. In 2007 is de kwaliteit van de informatie die wij online aanbieden verder verbeterd.
Eneco jaarverslag 2007
Verder is de verkorte nota geïntroduceerd voor onze klantengroep Midden en Klein Bedrijf. Ook voor de consumentmarkt zullen wij begin 2008 een duidelijkere beknopte nota invoeren. Deze nota bestaat nog slechts uit één vel papier; aanvullende informatie kan de klant op zijn persoonlijke internetpagina inzien of separaat opvragen. Deze maatregel is niet alleen goed voor de klanttevredenheid, maar is ook milieubesparend vanwege de aanzienlijke papierreductie die wij hiermee bereiken. Bovendien dragen deze maatregelen bij aan lagere kosten per contact.
1e
2e
3e
4e
kwartaal
kwartaal
kwartaal
kwartaal
2007
2007
2007
2007
Leveringsbedrijf huishoudelijk
72%
77%
78%
79%
Leveringsbedrijf zakelijk
78%
78%
79%
79%
Leveringsbedrijf services
48%
51%
64%
66%
Installatiebedrijven
83%
85%
87%
80%
Het percentage tevreden klanten
Het netbedrijf Ons netbedrijf heeft een onafhankelijke positie en wil vanuit zijn expertise een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsstrategie van Eneco. Eneco NetBeheer profileert zich als zelfstandig opererend, regionaal netbedrijf met een uitstekende reputatie. Het bedrijf wil vooroplopen op het gebied van veiligheid, kwaliteit en kostenefficiëntie. Eneco NetBeheer gaat haar activiteiten en dienstenpakket mede daarom uitbreiden. Zij gaat zelfstandig haar strategische taken uitvoeren en zal alleen werkzaamheden aanbesteden die andere marktpartijen efficiënter kunnen uitvoeren. Eneco NetBeheer wil een belangrijke rol spelen bij het gereedmaken van het elektriciteitsnetwerk voor meer decentrale opwekking. Verder gaat Eneco NetBeheer haar deskundigheid in beheer en exploitatie ook voor andere energiegerelateerde producten inzetten. De primaire producten die zij aanbiedt, zijn transport van elektriciteit en gas. Daarnaast heeft zij de ambitie om aanverwante producten als CO2, waterstof en stoom te transporteren. Op Ameland loopt bij veertien woningen een proef waarbij lage percentages waterstof (maximaal 20%) in het aardgasnet worden bijgemengd. Het voordeel van bijmenging van waterstof is dat de verbranding minder CO2 oplevert. Een belangrijke vraag daarbij is wél of de veiligheid en de kwaliteit op peil blijven en hoe het net er in de praktijk op reageert. De test gaat twee jaar in beslag nemen. Na afloop moet duidelijk zijn wat de invloed is op de netten en op de apparatuur in woningen, en hoe de ervaringen van de gebruikers zijn. Voor Eneco NetBeheer heeft het behoud van een hoogwaardig technologisch profiel de hoogste prioriteit. Het behouden en aantrekken van goedgekwalificeerde medewerkers is een voorwaarde om ook in de toekomst kwaliteit en veiligheid van de netwerken te kunnen garanderen. Eneco NetBeheer stelt zich daarom actief op richting de arbeidsmarkt en kennisinstituten en biedt daarnaast een stevig intern opleidings- en leiderschapsprogramma aan.
De verkorte nota goed voor klanttevredenheid en het milieu.
27
28
Eneco jaarverslag 2007
Storingsduur
NetBeheer streeft ernaar om per aansluiting op haar elektriciteitsnet op een gemiddelde uitvalduur van minder dan 25 minuten per jaar uit te komen en liefst onder het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddelde van 2007 lag op 33 minuten. In 2007 kwamen wij uit op een uitvalduur van 22,8 minuten. De ontwikkeling van de storingsuitval bij Eneco NetBeheer is als volgt:
2007
Laagspanningsnet Middenspanningsnet Hoogspanningsnet Totaal
2006
2005
4,4
4,5
4,2
16,6
27,6
14,7
1,8
4,8
2,2
22,8
36,9
21,1
Wet Onafhankelijk Netbeheer
Er is een programma in gang gezet om te voldoen aan de minimumeisen die de wet Onafhankelijk Netbeheer stelt aan de onafhankelijke netbeheerder. Eneco Infra draagt taken over aan de netbeheerder die door de wetgever als strategisch worden aangemerkt. In totaal neemt Eneco NetBeheer ruim driehonderd medewerkers van Eneco Infra in dienst. In 2007 zijn al tachtig mensen overgegaan. Eneco NetBeheer wordt een van de opdrachtgevers van Eneco Infra.
Het infrabedrijf Eneco Infra maakt een transitie door van interne dienstverlener naar een marktconform bedrijf dat zich kan meten met zijn concurrenten. Om dit te bereiken zal de nadruk liggen
Storingsuitval met 22,8 minuten ruim onder landelijk gemiddelde.
op operational excellence en het ontwikkelen van nieuwe markten. Infra gaat een belangrijke rol spelen bij het invullen van de duurzaamheidsbeloftes van andere bedrijfsonderdelen, maar ook door het uitvoeren van innovatieve projecten gericht op bijvoorbeeld energiebesparing in de utiliteitsbouw. Veiligheid heeft bij alles wat Infra doet de hoogste prioriteit. Operational Excellence
In verbeter- en veranderprojecten werkt Eneco Infra aan het bereiken van operational excellence op het gebied van veiligheid, kosten, kwaliteit en efficiency. Dit boekjaar zijn onderdelen van het veiligheidsmanagementsysteem geïmplementeerd. Verder is in 2007 de eerste groep gasmonteurs uitgerust met mobiele informatiesystemen voor de ondersteuning van de buitendienst (Buitendienst- en Ordermanagement Automatisering – BOA). Hiermee verloopt de communicatie tussen de monteurs en de binnendienst efficiënter en is de administratieve last teruggebracht voor zowel de monteur als de binnendienst. Daardoor is ook de kwaliteit van de data verbeterd. De nieuwe werkwijze komt ten goede aan de productiviteit van de buitendienst, onder meer ook doordat de werkzaamheden beter kunnen worden gepland. Via de pc die de monteurs in hun auto hebben, beschikken ze ook over e-mail, toegang tot het intranet van Eneco en de mogelijkheid om hun leidingenkaarten te lezen. In 2008 worden alle overige gasmonteurs en alle elektriciteitsmonteurs uitgerust met het BOA-systeem. Ook wordt een verdere koppeling gerealiseerd met de centrale bedrijfsinformatiesystemen. Infra gaat BOA ook gebruiken als bron voor betere managementinformatie.
Eneco jaarverslag 2007
Ontwikkelen van nieuwe markten
In mei 2007 zijn in het kader van de WON de gereguleerde verkooptaken overgebracht van Infra naar Eneco NetBeheer. NetBeheer blijft de belangrijkste opdrachtgever van Infra. Daarnaast richt Infra zich op andere netwerkbedrijven en het verkrijgen van opdrachten in de vrije markt. De nadruk ligt op de segmenten Vastgoed, Tuinders en Industrie. Infra was in 2007 al succesvol met het winnen van opdrachten op de vrije markt. Zo is de aanbesteding van de kabelaanleg voor de uitbreiding van de Rijnmond Energie Centrale gewonnen. Het betreft de aanleg van een ondergronds 380 kV-kabeltracé van de elektriciteitscentrale Rijnmond Energie naar een invoedpunt van TenneT. Omdat het vermogen van deze centrale door de Amerikaanse eigenaar InterGen wordt opgewaardeerd met zo’n 400 MW is het nieuwe kabeltracé nodig. Het project wordt in mei 2009 opgeleverd. Vermeldenswaard zijn tevens de opdrachten voor het project Walstroom in de Rotterdamse haven, de aansluiting van de landkabel van het offshorewindpark Q7 en het realiseren van een deel van de aansluitingen van de Betuwelijn. Behouden en aantrekken van de juiste medewerkers
Om in de nabije toekomst over het gewenste aantal technisch opgeleide medewerkers te beschikken werkt Infra gericht aan een aantrekkelijk imago richting de arbeidsmarkt. Allerlei initiatieven om de instroom te bevorderen worden ontplooid op alle opleidingsniveaus. Zo zijn de contacten met technische universiteiten aangehaald, worden promotie- en stageplaatsen aangeboden en presenteert Infra zich actief aan de doelgroep. De contacten met de opleidingsinstituten worden ook benut om de ontwikkelingsmogelijkheden van medewerkers te stimuleren. Infra heeft de deuren van een eigen bedrijfsschool (KEI) geopend om onder andere te anticiperen op enerzijds krapte op de arbeidsmarkt voor monteurs en anderzijds de zeer lage uitstroom van onderwijsinstellingen. Vele honderden medewerkers volgen een vakopleiding of hebben die inmiddels afgerond. Hiernaast hebben tweeduizend Enecomedewerkers bijscholing genoten op specifieke onderwerpen. Onder meer op het gebied van veiligheid. In 2007 is de implementatie van een nieuwe bedrijfsinstructie elektrische installaties (BEI) verzorgd door de Bedrijfsschool.
Veiligheidsbeleid Veiligheid is voor Eneco een groot aandachtspunt. Vanuit onze centrale visie en beleid sturen wij op de veiligste omstandigheden voor onze medewerkers en onze omgeving. Om hier extra kracht aan bij te zetten is een Safety Officer aangesteld die onder andere verantwoordelijk is voor de uitvoering van de arbowetgeving, rapporterend aan de Raad van Bestuur. Uit een eerste nulmeting uitgevoerd door een externe expert is een aantal verbeterpunten gedistilleerd.
Gestructureerde veiligheidscommunicatie Allereerst is een Eneco-brede communicatiestructuur opgezet zodat het onderwerp veiligheid steviger op de agenda staat bij het management. Het management is verplicht om tijd vrij te maken voor rondgangen door het bedrijf om met medewerkers over hun werksituatie in dialoog te gaan. Er is een intranetsite gebouwd over veiligheid. Medewerkers kunnen daar alles vinden over dit onderwerp en ook direct een incident melden.
29
30
Eneco jaarverslag 2007
Bouwstenen voor beleid Ook het nieuwe veiligheidsmanagementsysteem (VMS) is op het intranet toegankelijk gemaakt. Dit VMS bestaat uit verschillende bouwstenen die samen de hoofdkaders vormen voor het veiligheidsbeleid. In 2007 is dit systeem specifiek opgezet voor Eneco op basis van best practices uit de eigen industrie en de petrochemische industrie. Het VMS heeft een nauwe relatie met het Eneco Control & Risk Systeem. Alle businessunits volgden een analytische training, waardoor het management overal in het bedrijf op dezelfde manier beoordeelt hoe en waarom een ongeval tot stand is gekomen (root cause analysis). Men leert vooral de onderliggende oorzaak van een incident te achterhalen, zodat de juiste verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.
Meten Om goed te kunnen meten, is een systeem ingericht en zijn de definities van het begrip incident en ongeval helder verwoord en duidelijk gecommuniceerd. Alle ongevallen met daaropvolgend verzuim worden nu vastgelegd. In 2007 noteerden wij door de strikte registratie een stijging. Het Infrabedrijf levert ‘slechts’ 30% van de ongevallen. Doordat er meer transparantie is ontstaan over ongevallen en er ook meer geregistreerd werd, is de Lost Time Injury Rate (aantal ongevallen met verzuim per 1 miljoen gewerkte uren) gestegen ten opzichte van vorig jaar. Lost Time Injury Rate
2005
5,8
2006
5,2
2007
6,5
In 2008 wil Eneco deze ratio terugbrengen naar 4. In 2011 wil Eneco één van de laagste Lost Time Injury Rates in de energiesector hebben.
Sociaal beleid Eneco wil zich met een sterk technologisch en hoogwaardig innovatief profiel tonen op de arbeidsmarkt en zo toptalent op alle niveaus aantrekken. Zowel wetenschappelijk opgeleiden als vakmensen. Mensen met een technische achtergrond voelen zich thuis bij Eneco vanwege de uitdagende projecten die wij opstarten. Vakmensen weten zich gewaardeerd bij Eneco omdat zij met hun technologische kennis en kunde aan de basis staan van onze dienstverlening. We willen ons sterker profileren op de arbeidsmarkt en werken daarnaast aan een stevig intern opleidings- en leiderschapsprogramma en een beloningsbeleid dat past bij de ambities van dit bedrijf.
Vernieuwing op vele fronten
Milieuvriendelijke warmte voor 3.000 huishoudens in de Zoetermeerse wijk Oosterheem.
Er is een nieuw concept gelanceerd waarmee Eneco zich op een uniforme maar eveneens gedifferentieerde manier richt op uiteenlopende doelgroepen op de arbeidsmarkt. Verder is in overleg met sociale partners een gedifferentieerd beloningsbeleid en een beleid voor eenmalige gratificaties vastgesteld en ingevoerd. Hierdoor kunnen wij individuele prestaties op maat belonen. Maar er zijn ook afspraken gemaakt met de vakorganisaties over een collectieve winstdelingsregeling. Wij hebben nieuw beleid voor Management Development vastgesteld en zijn daarmee van start gegaan in 2007. Het programma richt zich behalve op managementontwikkeling ook op loopbanen voor specialisten. Daarnaast zijn High potential- en Young potential-programma’s van start gegaan. In het kader van innovatie bereidt Eneco zich voor om kennismanagement te gaan faciliteren in 2008.
32
Eneco jaarverslag 2007
Medewerkerstevredenheid gestegen In april 2007 heeft opnieuw onderzoek plaatsgevonden naar de medewerkerstevredenheid binnen Eneco. Bijna 4.250 medewerkers deden hieraan mee. De respons was lager dan in 2006, te weten 74% ten opzichte van 79,1%. De algemene tevredenheid binnen het concern is licht gestegen van een 6,9 in 2006 naar een 7,0 in 2007. De medewerkers zijn zeer betrokken bij de ontwikkelingen binnen Eneco. Daarnaast zijn zij enthousiast over hun baan en zien voldoende doorgroeimogelijkheden. Het onderzoek laat zien dat samenwerking en interne communicatie beter kunnen.
Medewerkers zeer betrokken bij ontwikkelingen binnen Eneco.
Vitaliteit Het afgelopen jaar zijn verdere stappen gezet op het gebied van vitaliteitsbeleid in de vorm van preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie. Een voorbeeld daarvan is het inzetten van preventieve vitaliteitsonderzoeken. De inzet van professionele verzuimbegeleiding bij een aantal bedrijfsonderdelen heeft een substantiële daling van het verzuimpercentage laten zien, wat het Eneco-brede verzuimpercentage aanzienlijk positief heeft beïnvloed. Het percentage daalde in een jaar met een half procentpunt naar 5,0%, waarmee de doelstelling voor 2007 is gerealiseerd.
Diversiteit Wij streven naar een medewerkersbestand dat een afspiegeling is van de maatschappij waar wij deel van uitmaken. Daarom voeren wij een actief diversiteitsbeleid. Er is een Vrouwennetwerk opgericht om de doorstroom van vrouwen naar de hogere functies te bevorderen. Als thema heeft het netwerk ‘het zichtbaar maken van vrouwen in de organisatie’. Het netwerk organiseert bijeenkomsten, waar zowel mannen als vrouwen welkom zijn, met uiteenlopende thema’s die relevant zijn voor het goed functioneren van vrouwen binnen Eneco. Ook worden workshops en cursussen aangeboden op het gebied van loopbaanontwikkeling en is er de mogelijkheid een coachingtraject te volgen specifiek gericht op de vrouwelijke manager.
Een nieuwe CAO De nieuwe sector-CAO Energie treedt per 1 januari 2008 in werking met een looptijd van 25 maanden van 1 juni 2007 tot 1 juli 2009. Deze CAO vervangt de sector-CAO’s Distributie en Productie en de raam-CAO. Op een aantal onderdelen leidt de CAO tot duidelijke verbeteringen, op enkele onderdelen zijn versoberingen gerealiseerd en zijn overgangsregelingen overeengekomen. Vanaf 2009 wordt de eindejaarsuitkering resultaatafhankelijk gemaakt. De maximaal te bereiken uitkering wordt in dat kader met 0,8% tot 4,5% per jaar verhoogd.
Medezeggenschap Er is een nieuwe versie ‘Leidraad Medezeggenschap Eneco Energie’ verschenen. In de ‘Leidraad’ is onder meer de visie van Eneco op de medezeggenschap opgenomen en is de intentieverklaring, die in 2006 met de sociale partners is ondertekend, verder uitgewerkt. In de intentieverklaring zijn afspraken gemaakt voor een verdere professionalisering van de medezeggenschap binnen Eneco. Het afgelopen jaar zijn medezeggenschapsverkiezingen gehouden voor de ondernemingsraden en onderdeelcommissies. De ondernemingsraden, onderdeelcommissies en centrale ondernemingsraad zijn in het najaar van 2007 geïnstalleerd voor een zittingsperiode van vier jaar. De ervaringen met de medezeggenschap zijn positief en besprekingen vinden plaats in een uiterst constructieve sfeer. Meer maatwerk in het trainen van medezeggenschapsorganen en hun leden is een belangrijk speerpunt, evenals het betrekken van jonge Eneco-medewerkers bij het werk van de medezeggenschap. Ook het opstellen van jaarlijkse activiteitenplannen met detailbudgetten per medezeggenschapsorgaan moet bijdragen aan de professionalisering in deze zittingsperiode.
Eneco jaarverslag 2007
Organisatie Integratie ONS Eneco heeft op 21 maart 2007 de overname bekrachtigd van ONS Energie Schiedam. De eerste zes maanden van dit jaar is ONS als aparte entiteit toegevoegd aan ons bedrijf. Per 1 juli 2007 is gestart met de integratie van de juridische, financiële en operationele activiteiten. De medewerkers van ONS hebben een functie gekregen binnen de Enecoorganisatie.
Programmabureau Corporate Accounts Duurzaam Vanuit diverse onderdelen van Eneco worden projecten of andere werken voor of in de grote aandeelhoudende gemeenten uitgevoerd. Bijvoorbeeld voor het Rotterdam Climate Initiative (RCI). Om daarbij slagvaardiger en klantgerichter te kunnen opereren, hebben wij het Programmabureau Corporate Accounts Duurzaam in het leven geroepen. Dit bureau vormt zowel voor de gemeenten als voor het RCI op programmaniveau de centrale ingang tot ons bedrijf. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering blijft bij de verschillende bedrijfsonderdelen.
Installatiebedrijven De installatiemarkt ontwikkelt zich goed vanwege de aantrekkende economie en de investeringsbereidheid van woningbouwcorporaties. Wij willen in deze markt een duidelijke positie verwerven, ook met het oog op onze duurzame initiatieven. Al onze installatiebedrijven zijn daarom ondergebracht in de businessunit Installatiebedrijven. Deze businessunit gaat deel uitmaken van het Energiebedrijf. Tevens worden de integratie en samenwerking tussen de verschillende installatiebedrijven versterkt. Het doel is om met installatie-activiteiten een landelijk merk te gaan neerzetten. Een gezamenlijke uitstraling van de aangesloten bedrijven en een eenduidige propositie moeten hieraan bijdragen. Per 1 oktober is de nieuwe gezamenlijke website voor de installatiebedrijven (www.installatiebedrijven.eneco.nl) gelanceerd.
Externe ontwikkelingen Marktmodel De invoering van een vereenvoudigd marktmodel op landelijke schaal gaat leiden tot betere dienstverlening aan de klanten en meer transparantie van de energiemarkt. Drie omvangrijke projecten staan op stapel: de invoering van het capaciteitstarief, het leveranciersmodel en het metermarktmodel. Deze drie projecten hangen nauw met elkaar samen. De planning ziet er nu zo uit:
Per 1/1/09:
Invoering capaciteitstarief.
Per 1/1/10:
Invoering nieuw metermarktmodel.
Per 1/1/10:
Invoering leveranciersmodel.
Eneco bereidt zich voor op de veranderingen. Ook zijn al diverse proeven uitgevoerd met slimme meters.
33
34
Eneco jaarverslag 2007
Groepsverbod Eneco is een juridische procedure gestart tegen de Nederlandse Staat over de invoering van het zogenoemde groepsverbod. Door dit groepsverbod wordt Eneco gedwongen tot splitsing van haar geïntegreerde energiebedrijf in een netbeheerdersgroep enerzijds en een productie-, handels- en leveringsgroep anderzijds. In 2007 heeft de minister van Economische Zaken in een Koninklijk Besluit bepaald dat dit groepsverbod uit de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) voor bestaande netbeheerders in Nederland op 1 januari 2011 in werking zal treden. Volgens Eneco is het groepsverbod in strijd met artikelen uit het EG Verdrag en het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het desbetreffende Koninklijk Besluit is in strijd met de algemene rechtsbeginselen. Het groepsverbod dreigt voor Eneco bovendien tot aanzienlijke schade te leiden. De Nederlandse Staat heeft daarom onrechtmatig gehandeld door de bepalingen over het groepsverbod in werking te laten treden. Eneco beschouwt de wettelijke bepalingen over het groepsverbod als onverbindend; zij moeten derhalve worden ingetrokken en het Koninklijk Besluit moet buiten werking worden gesteld.
Eneco jaarverslag 2007
Financiële resultaten Eneco realiseerde in 2007 een nettoresultaat van € 426 miljoen, een stijging van 37% ten opzichte van 2006 (€ 311 miljoen). De totale omzet steeg met € 501 miljoen (+ 12%) naar bijna € 4,8 miljard. Het bedrijfsresultaat daalde met 14% naar € 474 miljoen (2006: € 549 miljoen). Belangrijkste oorzaken hiervan zijn de lagere overige opbrengsten evenals hogere bedrijfskosten door de overname van ONS Energie en door een verdere toename van het aantal personeelsleden. Het bedrijfsresultaat werd in 2007 positief beïnvloed met € 40 miljoen door een verrekening met voormalige eigenaren van een in het verleden geacquireerd bedrijf. In 2006 was er een bijzondere bate in het bedrijfsresultaat van € 30 miljoen in verband met een ingediende schadeclaim. Het nettoresultaat is voorts sterk positief beïnvloed door een bijzondere post in verband met de definitieve afspraken met de Belastingdienst over de fiscale openingsbalans per 1 januari 1998 en de fiscale aangiften voor de jaren 1998 tot en met 2001. De in vorige jaren voorziene en betaalde vennootschapsbelasting bleek daarbij lager uit te vallen hetgeen resulteerde in een positief effect op het nettoresultaat over 2007 van € 92 miljoen. Exclusief bijzondere baten bedroeg het nettoresultaat € 294 miljoen, hetgeen in lijn ligt met het vergelijkbare resultaat in 2006 (€ 290 miljoen). De belangrijkste acquisitie in 2007 was die van het energiebedrijf ONS Energie waarin Eneco reeds een belang had van 33%. In 2007 is daarnaast verder geïnvesteerd in nieuwe initiatieven die gerelateerd zijn aan de duurzame strategie. Eind 2007 is een samenvoeging van de bestaande divisies gestart die zal leiden tot de nieuwe kernbedrijven Energiebedrijf, Infra en Netten. De nadere toelichting op de financiële resultaten 2007 wordt hierna gegeven met een onderverdeling naar het Energiebedrijf en naar Infra/netten.
Energiebedrijf Het Energiebedrijf draagt met € 3,8 miljard voor 80% bij aan de totale omzet van Eneco. De totale brutomarge steeg naar € 499 miljoen, een plus van 15% ten opzichte van 2006. Het bedrijfsresultaat bedraagt € 166 miljoen tegen € 182 miljoen vorig jaar. Leveringsbedrijf
Het afgezette volume elektriciteit is in de groot- en kleinzakelijke markt sterk gestegen met 7%. In de consumentenmarkt steeg het volume met 2% als gevolg van de acquisitie van ONS Energie ondanks een gering teruglopend aantal klanten. De totale brutomarge elektriciteit steeg van € 137 miljoen naar € 142 miljoen (+ 4%). Het volumeaandeel van Ecostroom in de consumentenmarkt is gestegen van 20% naar 24%. Ondanks het relatief warme voorjaar van 2007 is de afzet gas voor de groot- en kleinzakelijke markt gestegen met 7%. In de consumentenmarkt is het volume door de hoge weerstemperaturen echter gedaald met 20%. Dat betekent een daling van de gasomzet met ruim € 60 miljoen, ondanks een gemiddelde prijsstijging voor de klant van 15%. Wij konden de hogere grondstofprijzen, vooral door hogere olieprijzen, doorberekenen in onze tarieven. Het Energiebedrijf heeft in 2007 een groot aantal IT-projecten en procesverbeteringsprojecten opgestart en uitgevoerd. Een van de belangrijkste projecten is het project om slimme meters te installeren. In 2007 heeft Eneco ruim 30.000 op afstand uitleesbare meters (‘slimme meters’) geïnstalleerd en zijn talloze voorbereidende werkzaamheden gestart om een grootschalige uitrol naar alle klanten mogelijk te maken. Tevens is in 2007 zwaar geïnvesteerd in nieuwe IT-systemen, waaronder een nieuw klantinformatiesysteem voor de zakelijke markt. In totaal is voor ruim € 40 miljoen aan exploitatiekosten voor deze projecten verantwoord.
Het nettoresultaat steeg met 37%.
35
36
Eneco jaarverslag 2007
Eneco België
Eneco België heeft een krachtige ontwikkeling doorgemaakt in 2007. De omzet verdrievoudigde naar bijna € 50 miljoen. De groeivooruitzichten in België zijn positief. In het bijzonder de activiteiten op het gebied van biovergisting zullen gaan bijdragen aan het resultaat. Trading
De handel in energie voor eigen rekening viel tegen in 2007. De markt bood minder speelruimte in de prijsstelling en de liquiditeit in de handelsmarkten is duidelijk afgenomen ten opzichte van 2006. Milieu
De businessunit Milieu ontwikkelt zich tot projectontwikkelaar in de markt voor duurzame energieopwekking. De omzet steeg met 14%. Door een groei in het aantal klanten bleef het afgezette volume ondanks een relatief warm voorjaar 2007 vrijwel gelijk aan dat van vorig jaar. De geproduceerde hoeveelheid elektriciteit met eigen windmolens is in 2007 gestegen van 177 GWh naar 210 GWh. Onder de businessunit Milieu valt ook het warmtebedrijf, dat een hogere omzet genereerde in vergelijking met 2006. De oorzaak hiervan was dezelfde als bij gas, namelijk hogere consumentenprijzen door de hogere olieprijs In 2007 is vooral geïnvesteerd in kennisontwikkeling, innovatie en het opzetten van de organisatie. Op het gebied van innovatie is veel bereikt op het gebied van geothermie en warmte/koude. Beide ontwikkelingen zien wij als groeimarkten. De totale investering in duurzame activiteiten (wind, conversie en warmte) kwam uit op € 156 miljoen. Een belangrijk deel van dit bedrag (aandeel Eneco) is geïnvesteerd in het offshorewindpark Q7 dat zijn voltooiing nadert. In windparken op land is voor ruim € 15 miljoen geïnvesteerd, hoofdzakelijk in het park op olen (15 MW). In de warmtenetten is ruim € 30 miljoen geïnvesteerd. Installatiebedrijven
Teneinde meer slagkracht te krijgen naar de markt zijn in 2007 de installatie-, verhuur- en onderhoudsactiviteiten van Tempus gebundeld in de Eneco Installatiebedrijven. Deze samenvoeging laat reeds een duidelijk positief effect zien.
Infra/netten De externe omzet van Infra/netten bedroeg in 2007 € 960 miljoen tegen € 952 miljoen in het voorafgaande jaar. Het bedrijfsresultaat daalde met € 42 miljoen tot € 336 miljoen. De omzet van Infra voor aannemingsopdrachten in de vrije markt steeg met ongeveer 65% ten opzichte van 2006. In deze stijging zitten een paar grote winstgevende opdrachten die Infra in concurrentie heeft verworven. Infra is zich sterk aan het voorbereiden op een grotere rol in de vrije markt, waarbij het werk voor Eneco NetBeheer zal afnemen. In 2007 heeft NetBeheer nog al het exploitatie- en investeringswerk bij Infra ondergebracht. Infra is in staat geweest om 155 technisch opgeleide mensen nieuw in dienst te nemen. De totale kosten bedroegen € 552 miljoen, een stijging van 10% ten opzichte van 2006, waar een stijging van de omzet met 6% tegenover staat.
Eneco jaarverslag 2007
Duurzame energie uit drie schone bronnen
Ecopark Het Ecopark in Waalwijk is een uniek initiatief op het gebied van duurzame energie in Nederland. In het park worden drie verschillende vormen van duurzame energie op grote schaal gecombineerd. Het oude afval op de voormalige stortplaats aan de Gansoyensesteeg wordt omgezet in biogas. Daarnaast is er op de stortplaats een zonnecentrale met 4.200 zonnepanelen geplaatst en zorgen vijf windturbines voor duurzame energie. Het Ecopark levert een bijdrage van ongeveer 8,5 MegaWatt aan de duurzame elektriciteitsvoorziening in Nederland, wat voldoende is om 6.000 huishoudens van duurzame stroom te voorzien.
Uiterlijk 1 juli 2008 zullen de infrastructuurgebonden activa als gevolg van de eisen die de Wet Onafhankelijk Netbeheer stelt zijn overgedragen aan NetBeheer. De distributieomzet van Netbeheer bedroeg in 2007 € 861 miljoen, een lichte stijging van € 4 miljoen. Het aantal personeelsleden bij NetBeheer steeg met 90 met name door de overkomst van de afdeling Klanten & Contracten van Infra. NetBeheer investeerde € 164 miljoen in verbetering en vernieuwing van de elektriciteitsen gasnetwerken (2006: € 95 miljoen).
Belastingen De effectieve belastingdruk over 2007 bedraagt slechts 2,3%. Dit wordt veroorzaakt door aanzienlijk lagere belastingheffingen voor de vennootschapsbelasting dan waar in het verleden rekening mee was gehouden. In het afgelopen jaar werd definitieve overeenstemming bereikt met de fiscus over de fiscale openingsbalans per 1 januari 1998 en het fiscale resultaat over de jaren 1998 t/m 2001.
Financiering In het najaar van 2006 hebben wij het grootste deel van de op de kapitaalmarkt uitstaande obligatielening teruggekocht. Deze terugkoop werd tijdelijk gefinancierd met een overbruggingskrediet en is in het voorjaar van 2007 definitief gefinancierd met onderhandse leningen van in totaal € 775 miljoen van Amerikaanse institutionele beleggers. De looptijden van deze leningen zijn zeven tot twintig jaar. Hiermee heeft Eneco zich verzekerd van een langjarige financiering tegen gunstige voorwaarden. Eind 2007 is ook het proces gestart om de kredietfaciliteit van € 1 miljard te vervangen door een nieuwe faciliteit die in overeenstemming is met de eisen van de Wet Onafhankelijk Netbeheer. In februari 2008 is deze nieuwe faciliteit met een groot aantal banken afgesloten voor een totaalbedrag van € 1,5 miljard. In februari 2008 heeft Standard & Poor’s de Corporate credit rating van Eneco wederom bevestigd op ‘A’ met een negatieve outlook voor de sector.
Dividend Het gehele nettoresultaat van € 426 miljoen is in de balans opgenomen als onverdeeld resultaat. Een dividendvoorstel zal conform de statutaire procedure aan de aandeelhouders worden voorgelegd en is bij het opmaken van de jaarrekening nog niet beschikbaar.
37
38
Eneco jaarverslag 2007
Vooruitzichten De komende jaren staan in het teken van de splitsing van ons bedrijf als uitvloeisel van het groepsverbod voor bestaande netbeheerders dat 1 januari 2011 van kracht wordt. Daardoor zal onze focus deels intern gericht zijn. Daarnaast willen wij de kansen in de markt benutten om verder te groeien naar een sterke speler die volop inzet op duurzame energie. Dit zal een extra inspanning vragen van alle 5.300 mensen in onze organisatie. Wij hebben het vertrouwen om de splitsingsactiviteiten tot een goed einde te brengen, waarbij dit echter wel gepaard zal gaan met een grote druk op de organisatie en hoge kosten van ontvlechtingen en van nieuwe processen en systemen. Om deze reden vinden wij het niet verantwoord om nu een voorspelling af te geven over het financiële resultaat voor 2008. Raad van Bestuur: Jeroen de Haas, voorzitter Jeppe Machielsen Han Fennema Rotterdam, 17 maart 2008
De Afsluitdijk is de ideale plek voor de Blue Energy Centrale.
40
Eneco jaarverslag 2007
Corporate Governance
Eneco in control Eneco onderschrijft, en conformeert zich aan, de regels voor goed ondernemingsbestuur zoals die zijn vastgelegd in de Nederlandse Corporate Governance code. Tenzij een specifiek besluit van toepassing is, hanteren wij de best practicebepalingen uit de code. Onze afwijkingen, onder meer uit hoofde van het ontbreken van een beursnotering en de specifieke governance bij onze gereguleerde activiteiten, publiceren wij op onze website (www.eneco.nl/corporate). Governancerollen
Eneco onderschrijft regels voor goed ondernemingsbestuur.
Raad van Bestuur De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de Raad van Commissarissen. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de performance van de onderneming. Het bestuur ontwikkelt de strategie en de langetermijnplanning, bewaakt het risicoprofiel en geeft leiding aan de directies van de kernbedrijven en de stafdirecteuren. De Raad van Bestuur stelt de ‘key performance indicators’ en de bedrijfsplannen van de kernbedrijven en onderliggende businessunits vast. De bestuursleden handelen hierbij vanuit duidelijke mandaten die door de Raad van Commissarissen zijn afgegeven. De Raad van Bestuur stelt de jaarrekening op, is eigenaar van Eneco’s interne risicobeheersings- en controlesysteem en legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen.
Raad van Commissarissen Eneco Holding NV heeft als structuurvennootschap belangrijke bevoegdheden neergelegd bij de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen ziet toe op alle taken van de Raad van Bestuur. Verder adviseren de commissarissen de Raad van Bestuur over strategische aangelegenheden. De Raad van Commissarissen heeft drie kerncommissies ingesteld: een remuneratiecommissie, een selectie- en benoemingscommissie en een auditcommissie. De auditcommissie ziet toe op belangrijke financiële zaken en tevens op de beoordeling door de Raad van Bestuur van de opzet en werking van Eneco’s risicobeheersings- en controlesysteem en significante wijzigingen daarin. Deze commissie vergadert tenminste ieder kwartaal. Minimaal tweemaal per jaar vindt overleg plaats met de externe accountant. De jaarrekening wordt door de Raad van Commissarissen ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Voor de samenstelling van de Raad is een profielschets opgesteld, die is gepubliceerd op onze website.
Eneco jaarverslag 2007
Rol van de aandeelhouders Eneco heeft aandeelhouders die alle publieke overheden zijn. Tweemaal per jaar wordt een Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden. In het voorjaar wordt de jaarrekening vastgesteld, in het najaar worden de halaarcijfers gepresenteerd. De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur lichten in deze vergaderingen tevens het beleid van de onderneming toe. Ten behoeve van het periodieke overleg met de aandeelhouders fungeert de Aandeelhouderscommissie. Hierin zijn zowel de grote als de kleine(re) aandeelhouders vertegenwoordigd. Naast informatieoverdracht over majeure in- en externe ontwikkelingen vindt ook afstemming plaats met deze Aandeelhouderscommissie. Hierover zijn bepaalde afspraken gemaakt. Naast de officiële aandeelhoudersvergaderingen vindt continu dialoog plaats tussen aandeelhouders en de Raad van Bestuur. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders is sterk betrokken bij de onderneming. Onder meer worden de commissarissen benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op voordracht van de Raad van Commissarissen, waarbij de Centrale Ondernemingsraad een versterkt aanbevelingsrecht heeft voor twee leden van de Raad. Belangrijke besluiten, die van invloed zijn op het karakter en de identiteit van de onderneming, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Audit & Risk Committee Eneco heeft een Audit & Risk Committee (ARC) dat rapporteert aan de Raad van Bestuur en fungeert als voorportaal voor de auditcommissie van de Raad van Commissarissen. Het ARC bewaakt het totale risicoprofiel van Eneco en is daarmede het bewakend orgaan op het gebied van interne beheersing. De taken en verantwoordelijkheden van het ARC zijn vastgelegd in een apart charter en omvatten onder meer de inzet van en relatie met de externe accountant, de interne accountant, de compliance officer en risk managers.
Externe accountant Deloitte Accountants B.V. is door de aandeelhoudersvergadering voor onbepaalde tijd benoemd tot accountant van de groep. Deze benoeming vond plaats op voordracht van de Raad van Commissarissen die daarin geadviseerd is door de Raad van Bestuur en de auditcommissie. De externe accountant overlegt regelmatig met de Raad van Bestuur en minimaal tweemaal per jaar met de auditcommissie en de Raad van Commissarissen. De auditcommissie en de accountant bespreken in het bijzonder het auditplan, de financiële risico’s zoals die in de jaarrekening uiteen zijn gezet alsmede de bevindingen naar aanleiding van de controle van de jaarrekening. Naast de rapportage van deze bevindingen, wordt per divisie een bevindingenrapport uitgebracht waarin aanbevelingen ter verbetering zijn opgenomen. Deloitte Accountants B.V. wordt eveneens ingeschakeld voor bijzondere opdrachten, waaronder bijzondere verklaringen ten behoeve van derden. Indien daarbij een mogelijke belangenverstrengeling op kan treden, wordt gebruikgemaakt van andere accountants. Ook de kwartaalcijfers worden aan een beperkt onderzoek onderworpen. Op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders waar de jaarrekening wordt vastgesteld, is de externe accountant aanwezig om vragen van aandeelhouders te beantwoorden.
41
42
Eneco jaarverslag 2007
Interne accountant Tot 2007 had Eneco een interne auditfunctie, waarbij de audits volledig werden uitbesteed aan derden. Deze functie is in 2007 zwaarder aangezet door een eigen interne audit manager aan te stellen en een interne auditafdeling op te zetten. Interne audits hebben tot doel zekerheid te verschaffen aan zowel de Raad van Bestuur als de Raad van Commissarissen ten aanzien van de interne beheersing. Jaarlijks worden de uit te voeren onderzoeken vastgelegd in een intern auditjaarplan. Dit plan wordt afgestemd met de externe accountant en vastgesteld door het ARC. Rapportages over uitgevoerde audits worden besproken in het ARC. De auditcommissie neemt kennis van de bevindingen.
Risicoprofiel Het risicoprofiel van Eneco is direct gerelateerd aan onze kernactiviteiten op het gebied van het opwekken, distribueren en leveren van energie. Onze keuze voor een duurzame strategie, waaruit een transitie van grijs naar groen volgt, geeft daaraan een extra dimensie. Risicomanagement is noodzakelijk om onze missie en doelstellingen te verwezenlijken en (meer)waarde te creëren voor onze stakeholders. Ter verdere professionalisering van het risicomanagement hebben wij sinds 2006 een organisatiebreed risicomanagementbeleid. Onderdeel daarvan is het risicomanagementproces, dat als doel heeft risico’s zodanig te beheersen dat deze binnen de grenzen van onze risicobereidheid blijven. De risico’s waaraan we blootstaan worden gecategoriseerd naar hun gevolgen op het gebied van veiligheid, financiën, reputatie en continuïteit. De risicobereidheid is voor deze vier categorieën uitgewerkt. In het navolgende worden de belangrijkste risicogebieden besproken, zonder hierbij volledigheid na te streven. Voor een nadere uiteenzetting van de financiële risico’s wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening.
Veiligheid Zoals op pagina 29 in dit jaarverslag uiteen is gezet, implementeren wij een veiligheidsmanagementsysteem om onze veiligheidsrisico’s te beperken. Deze implementatie zal in 2008 worden afgerond. Indien zich onverhoopt grote incidenten voordoen, hebben wij een crisismanagementvangnet en specifieke disaster recoveryplannen achter de hand.
Energieportfolio Eneco heeft uit hoofde van haar kernactiviteiten omvangrijke posities op de energiemarkten:
•
als elektriciteitsproducent hebben wij omvangrijke afnameverplichtingen van gas, het recht op de productie van elektriciteit, alsook een CO2-positie over de corresponderende uitstootverplichting volgens het Europees emissiehandelssysteem;
•
Risicomanagement verder geprofessionaliseerd.
als energieleverancier hebben wij fysieke leveringsverplichtingen aan klanten en afnameverplichtingen van enerzijds eigen productiemiddelen en anderzijds zowel langals kortlopende handelsverplichtingen met producenten en handelaren in elektriciteit, gas, CO2, warmte en groencertificaten.
De risico’s die verbonden zijn aan bovenstaande activiteiten dekken wij af op de (internationale) termijnmarkten voor de genoemde producten, alsmede door posities in de producten olie en kolen. Naast het afdekken worden tevens voor eigen rekening en risico handelstransacties (proprietary portfolio) in de genoemde producten afgesloten, met als doel om te arbitreren en in te spelen op marktontwikkelingen. Dit alles binnen strikte limieten en mandaten.
Eneco jaarverslag 2007
Aan de posities die wij uit hoofde van onze kernactiviteiten in de energiemarkten hebben, zijn de volgende risico’s verbonden:
•
Volumerisico is het risico dat een hoeveelheidsverschil kan ontstaan tussen de verwachte en gerealiseerde leverings- en/of afnameverplichtingen. Dit risico wordt onder meer door weersomstandigheden bepaald, die een directe invloed hebben op het aanbod en het verbruik van energie. Wij beheersen dit risico door voorspellingsmethoden en -systemen gericht op een zo nauwkeurig mogelijke voorspelling van verbruik en productie. Een andere risicobron is de mogelijke mismatch tussen inkoop-, verkoopen productiecontracten. Dit wordt beheerst door portfoliomanagementsystemen en -methoden om onze posities te aggregeren en af te dekken. Verder maken wij gebruik van verschillende flexibiliteitsbronnen. Deze bestaan onder andere uit afschakelcontracten met grote industriële klanten, flexibele inzet van onze elektriciteitproductie en gasopslagfaciliteiten. Deze optionaliteiten stellen ons in staat om fluctuaties in de energieportfolio op te vangen.
•
Prijsrisico, ofwel de impact die prijswijzigingen in de genoemde producten op ons resultaat kunnen hebben. Dit risico wordt beheerst door de inzet van diverse financiële instrumenten zoals forwards, futures en swaps. Deze instrumenten worden ingezet binnen een conservatief ingerichte structuur van mandaten en limieten die de permanente registratie, bewaking en analyse van onze energieposities en hun marktwaarde garanderen. Voor de beheersing van de prijsrisico’s op de proprietary portfolio wordt gebruikgemaakt van de in de financiële wereld gangbare Value At Risk-maatstaf. Een bijzondere vorm van prijsrisico is het vreemdevalutarisico, waarvoor wij verwijzen naar hetgeen hieromtrent in de jaarrekening is uiteengezet.
•
Counterpartyrisico, waaronder wordt verstaan het risico op schade als handelspartners en/of producenten hun verplichtingen niet nakomen. Dit risico beheersen wij onder meer door strikte eisen en limieten te stellen aan deze partijen, onze transacties over hen te spreiden, standaardcontracten en -voorwaarden te gebruiken, via beurzen te handelen, margining (zekerstelling door depot) en clearing (het verrekenen van vorderingen en schulden) toe te passen alsook het gebruik van risicobeperkende derivaten (credit default swaps).
In aanvulling op de bovenstaande specifieke beheersmaatregelen hebben wij binnen onze businessunit Trading, die verantwoordelijk is voor de energieportfolio, tevens de volgende organisatorische maatregelen getroffen:
•
een onafhankelijk gepositioneerde Risk Managementafdeling en een Risk Committee;
•
analyse en bespreking van incidenten in het Risk Committee;
•
strikte scheiding van taken en verantwoordelijkheden tussen en binnen de activiteiten van inkoop en handel, portfoliomanagement en de financieel-administratieve verwerking (front-, middle- en backoffice);
•
directe melding van mandaat- en limietoverschrijdingen door de divisiedirecteur aan de Raad van Bestuur.
Grootschalige projecten Eneco werkt continu aan grootschalige projecten. Deze projecten variëren van investeringen in duurzame energieprojecten tot belangrijke IT-projecten. In dit jaarverslag zijn veel van deze projecten toegelicht. Gezien de omvang en het unieke karakter van dergelijke projecten zijn de risico’s navenant groot en is risicobeheersing zeer belangrijk. Van deze grote projecten worden de risico’s vooraf en gedurende de looptijd van het project in kaart gebracht en beheerst. Daarbij maken wij gebruik van een standaardmethodiek voor projectmanagement (Prince2).
43
44
Eneco jaarverslag 2007
Operationele klantprocessen Door de liberalisering van de energiemarkt is de complexiteit van de klantgerelateerde processen toegenomen. Dit is een gevolg van de grote hoeveelheid aan informatieuitwisseling die tussen de verschillende marktpartijen noodzakelijk is. Om hierbij de risico’s op uitval te reduceren en de ‘cost to serve’ te verlagen, blijven wij ons inzetten voor Operational Excellence. De invoering van een nieuw vereenvoudigd marktmodel, zoals omschreven op pagina 33 van dit verslag, betekent het begin van een aantal nieuwe grootschalige veranderingen die een grote invloed op onze processen zullen hebben. De implementatie van het vereenvoudigde marktmodel brengt additionele risico’s met zich mee.
Informatietechnologie Uitval van of fouten in de primaire IT-systemen is een van de belangrijkste risico’s die Eneco op operationeel gebied loopt. De afhankelijkheid van IT-systemen doet zich vooral voor in de afhandeling van het elektronische berichtenverkeer en de aan de energiehandel gerelateerde activiteiten. De rekencentrumactiviteiten waren tot eind 2007 uitbesteed aan Atos Origin, van welke wij sinds 2006 jaarlijks in het kader van de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking een zogenaamde third party-mededeling ontvangen. In 2008 zal de uitbesteding overgaan naar CapGemini, waarbij wij diverse waarborgen hebben getroffen om deze overgang goed te laten verlopen. Gezien de hoge mate van afhankelijkheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking is in 2007 een Chief Information Officer aangesteld ter verdere professionalisering van de uitwerking en toepassing van IT-processen en -procedures. Daarnaast zijn wij in het kader van de risicobeheersing gestart met een verbeterinitiatief om de toegangsrechten die medewerkers tot de klantsystemen en onderliggende gegevens hebben te optimaliseren.
Wet- en regelgeving Nieuwe en gewijzigde wet- en regelgeving kan grote financiële en operationele gevolgen hebben. Aangezien de huidige wet- en regelgeving versnipperd van toepassing is op alle bedrijfsonderdelen van Eneco is in 2007 een centrale Compliance Officer benoemd. Deze heeft zich primair gericht op de grootste risico’s op compliance-gebied. Deze risico’s zijn geïnventariseerd, waarbij tevens is vastgesteld dat deze afdoende worden beheerst. In 2008 zal onder aansturing van de Compliance Officer een systeem worden geïmplementeerd dat zich richt op het vaststellen van de naleving van alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de daaraan verbonden risico’s.
Splitsing Volgens het groepsverbod dat voor de bestaande netbeheerders 1 januari 2011 van kracht wordt, dient splitsing van het Eneco-concern voor genoemde datum te zijn gerealiseerd. Eneco heeft hiertegen een procedure tegen de Nederlandse Staat gestart. De risico’s van deze gedwongen splitsing op de bedrijfsvoering en de financiële resultaten zijn momenteel moeilijk in te schatten. Mede om die reden is in de jaarrekening 2007 geen voorziening opgenomen.
Eneco jaarverslag 2007
Eneco Control & Risk Systeem Doelstelling Eneco heeft haar interne risicobeheersings- en controlesysteem, dat de naam Eneco Control & Risk Systeem (ECRS) draagt, ingericht op basis van de Enterprise Risk Management-methodologie volgens het COSO 2004-model. De Raad van Bestuur is eigenaar van dit systeem, dat erop gericht is ons risicoprofiel in kaart te brengen en zodanig te beheersen dat dit binnen de vastgestelde risicobereidheid blijft. Met het ECRS bereiken wij dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat:
•
de realisatie van strategische, operationele en financiële doelstellingen wordt bewaakt;
•
de verslaggeving betrouwbaar is;
•
wet- en regelgeving worden nageleefd.
In het ECRS, dat is opgebouwd op basis van dertien bouwstenen, vormen de strategie en het daarop gebaseerde beleid het uitgangspunt voor de interne beheersing. Iedere bouwsteen is nader uitgewerkt in een aantal ‘principle based’ normen waar de kernbedrijven en onderliggende businessunits aan moeten voldoen om ‘in control’ te zijn. Het ECRS wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van ontwikkelingen op het gebied van de interne beheersing. Wij zijn van mening dat het systeem voor wat betreft de opzet adequaat is om aan de doelstellingen te voldoen. De door ons in 2006 gerapporteerde tekortkomingen in het systeem met betrekking tot het ontbreken van een compliance-programma en een integrale afstemming tussen disaster recovery-plannen hebben wij conform de uitgesproken verwachting in 2007 opgelost. Vanuit onze maatschappelijke verantwoordelijkheid houden wij vast aan de initiële reikwijdte van de Nederlandse Corporate Governance code ten aanzien van interne beheersing, ofwel een adequate en effectieve werking ten aanzien van alle doelstellingen van het systeem. Dat wil zeggen dat wij geen gebruik maken van de mogelijkheid die door de monitoringcommissie Corporate Governance is geboden tot beperking van de reikwijdte tot alleen de financiële verslaggevingsrisico’s. Het ECRS en onze ‘in control’-verklaring richten zich derhalve op alle categorieën van doelstellingen, de (financiële) verslaggeving alsmede de naleving van wet- en regelgeving. Het ECRS is in 2005 ontwikkeld en werkt ultimo 2007 volledig in de praktijk na succesvolle afronding van een verbeterprogramma van bijna drie jaar. Dit met uitzondering van onze Installatiebedrijven die in het kader van het integreren van overgenomen bedrijven tijdelijk niet het volledige ECRS kunnen toepassen. Onder meer door additionele aandacht van het management bewaken wij deze risico’s.
Evaluatie Evenals in voorgaande jaren heeft het verbeterprogramma in het teken gestaan van de verhoging van het risicobewustzijn. In dat kader is onder meer een vervolg gegeven aan een uitgebreid trainingsprogramma, zijn de te realiseren verbeteringen vastgelegd in de prestatiecontracten van het management van de kernbedrijven en zijn de voortgang en resultaten maandelijks besproken in het ARC. In aanvulling daarop heeft de CFO periodiek reviewgesprekken over de voortgang met het management van de businessunits gevoerd. Als evaluatiemethodiek ter bepaling van de mate van interne beheersing, en daarmee als onderbouwing van onze ‘in control’-verklaring, maken wij gebruik van:
1. halaarlijkse zelfonderzoeken die sinds 2005 door de kernbedrijven en onderliggende businessunits worden uitgevoerd en op basis waarvan het management van deze bedrijven tweemaal per jaar een interne ‘in control’-verklaring aan de Raad van Bestuur
45
46
Eneco jaarverslag 2007
afgeeft. Eventuele verbeterpunten worden hierbij door de kernbedrijven zelf gerapporteerd, wat wij als groot pluspunt ervaren;
2. peer reviews die sinds 2006 tussen de kernbedrijven en onderliggende businessunits worden uitgevoerd, waarbij de belangrijkste doelstelling is om van elkaar te leren en best practices uit te wisselen;
3. interne audits die met ingang van het vierde kwartaal van 2007 door onze nieuw opgezette interne auditafdeling worden uitgevoerd. Doelstelling van deze audits is het verifiëren van de uitkomsten van de zelfcontroles;
4. informatie uit andere bronnen, waaronder begrepen de periodieke business reviews tussen de Raad van Bestuur en het management van de kernbedrijven, de third partymededeling inzake de continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking binnen het rekencentrum, incidentmeldingen en rapportages van toezichthouders en verificatiebureaus. In 2008 zullen bovenstaande methoden onverkort worden toegepast en ingezet.
In control-verklaring Verklaring Wij zijn ons bewust van onze verantwoordelijkheid voor interne beheersing en hebben het Eneco Control & Risk Systeem ingevoerd om, gebaseerd op het risicoprofiel van Eneco, te waarborgen dat de realisatie van strategische, operationele en financiële doelstellingen wordt bewaakt, onze verslaggeving betrouwbaar is en wet- en regelgeving worden nageleefd. Op basis van de resultaten van de uitgevoerde zelfonderzoeken, de interne ‘in control’-verklaringen, de peer reviews, de interne audits en informatie uit andere bronnen zijn wij van mening dat de interne beheersing adequaat is opgezet en ultimo 2007 effectief werkt. Hierbij moet echter wel rekening gehouden worden met de inherente beperkingen die aan ieder intern risicobeheerings- en controlesysteem zijn verbonden. Wij kunnen dan ook nimmer absolute zekerheid geven dat wij onze doelstellingen realiseren of dat zich geen materiële fouten, verliezen, fraude of overtredingen van wet- en
Eneco geeft ‘in control’statement af.
regelgeving voor zullen doen. Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel en onze verklaring willen wij wijzen op de volgende verbeterprojecten die in het kader van ons streven naar Operational Excellence in uitvoering zijn:
•
de verdergaande implementatie van het Eneco-veiligheidsmanagementsysteem;
•
het minimaliseren van verstoringen in de zogenaamde energiebalans. Dit omvat het verklaren en beperken van verschillen tussen onze in- en verkoop van energie, bijvoorbeeld uit hoofde van netverliezen, energiediefstal en administratieve onvolkomenheden in de complexe klantprocessen;
•
het implementeren van een compliancestructuur die zich richt op het vaststellen van de naleving van wet- en regelgeving waaraan risico’s verbonden zijn die lager zijn gekwalificeerd dan ‘hoog’;
•
de integratie van de overgenomen installatiebedrijven en het volledig gaan toepassen van het Eneco Control & Risk Systeem bij deze bedrijven.
Forward looking statement In het kader van hetgeen hiervoor beschreven is hebben wij geen aanleiding te veronderstellen dat het Eneco Control & Risk Systeem in 2008 niet naar behoren zal functioneren. Een en ander hebben wij met de auditcommissie en de Raad van Commissarissen afgestemd.
Eneco jaarverslag 2007
Bericht van de Raad van Commissarissen
Herijking strategie centrale thema Gedurende het gehele jaar stond de bespreking van de herijking van de strategie centraal. Aan deze herijking ligt een grondige analyse en synthese ten grondslag, waaraan door velen een bijdrage is geleverd. Ook is nauw samengewerkt met een delegatie namens de Aandeelhouderscommissie. De raad heeft de nieuwe duurzaamheidsstrategie goedgekeurd. In december zijn de aandeelhouders hierover geïnformeerd. In 2007 vergaderde de raad zevenmaal, waarvan regulier eenmaal buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De algemene vergaderingen van aandeelhouders, die door de meerderheid van de commissarissen werd bijgewoond, vonden plaats in april en in december. De overlegvergaderingen van de centrale ondernemingsraad zijn in de regel bij toerbeurt bijgewoond door een tweetal commissarissen. De auditcommissie kwam vijfmaal bijeen en de remuneratiecommissie tweemaal. Door de raad zijn voorstellen goedgekeurd met betrekking tot acquisities, participaties en investeringen. Voor één acquisitie heeft voorafgaand overleg plaatsgevonden met de auditcommissie. Deze projecten worden in het verslag van de Raad van Bestuur nader gepreciseerd. De herstructurering van de langetermijnfinanciering werd goedgekeurd. De herbenoeming van de vennootschapsaccountant voor onbepaalde tijd is door de raad ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voorgelegd. Deze heeft daartoe besloten in december. Gesproken is over de voortgang van de strategische en operationele speerpunten van de onderneming. Grootschalige projecten, zoals de planvorming rondom de bouw van een gasgestookte elektriciteitscentrale en het aangaan van langlopende huurovereenkomsten voor de opslag van gas, zijn eveneens besproken respectievelijk goedgekeurd. Hetzelfde geldt ten aanzien van het aangaan van een langlopende huurovereenkomst voor een nieuwe kantoorgebouw in Rotterdam, dat in 2010/2011 in gebruik zal worden genomen.
Herijking strategie na grondige analyse en synthese.
47
48
Eneco jaarverslag 2007
Aan de hand van periodieke rapportages is de raad op de hoogte gehouden van belangrijke projecten en over de financiële positie van de onderneming. Specifiek is de raad geïnformeerd over de consequenties van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer, die op 1 juli 2008 moet zijn geïmplementeerd, en over de herstructurering van de organisatie. De uitgebrachte financiële kwartaalrapportages zijn besproken in zowel de auditcommissie, waarbij ook diverse aspecten van de bedrijfsvoering meer diepgaand werden behandeld, als in de raad. Kennis werd genomen van de door de centrale ondernemingsraad uitgebrachte adviezen. In de in april gehouden Algemene Vergadering van Aandeelhouders werd de jaarrekening 2006 vastgesteld en werd het voorstel tot uitkering van 55% dividend goedgekeurd. De raad heeft goedkeuring verleend aan het starten van een juridische procedure tegen de Staat der Nederlanden betreffende de in de Wet Onafhankelijk Netbeheer opgenomen invoering van het groepsverbod. Hierover heeft conform de daarover gemaakte afspraak eerst overleg plaatsgevonden met de Aandeelhouderscommissie. De overwegingen bij het door hen ingenomen standpunt zijn als zwaarwegend meegenomen in de besluitvorming door de raad. Het beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, hetgeen in 2005 heeft plaatsgevonden. Binnen de kaders van dit beloningsbeleid stelt de raad de bezoldiging voor het bestuur vast op advies van de remuneratiecommissie. Het remuneratierapport over 2007 wordt beschikbaar gesteld op de website van Eneco. Voorts wordt verwezen naar pagina 74, waar de bezoldiging van bestuurders en commissarissen nader is beschreven. De heren B. de Vries, Brink, Van Vliet en Voormeulen defungeerden als commissaris in april. Deze commissarissen hebben allen een lange staat van dienst als commissaris bij zowel Eneco als bij één van haar rechtsvoorgangers. Aan deze commissarissen is veel dank verschuldigd voor hun deskundige inzet en inbreng in het belang van de vennootschap.
Raad van Commisarissen keurt start juridische procedure tegen de Staat goed.
Begin 2007 is de evaluatie met betrekking tot de samenstelling, het profiel en de omvang van de raad afgerond. Op grond daarvan zijn op voordracht van de raad in april tot commissaris benoemd mevrouw Sijmons en de heren Dijkgraaf en K. De Vries. De curricula vitae van de raad zijn elders in dit verslag opgenomen. De raad bestaat thans uit zeven personen. Een nieuw rooster van aftreden van de raad is vastgesteld en ter kennis gebracht van de aandeelhouders. In december is het voorstel inzake aanpassing van de bezoldiging van de raad door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders goedgekeurd. Er zijn drie commissies: a) een selectie- en benoemingscommissie: de heren Westdijk (= voorzitter), Van Dongen en K. de Vries; b) een remuneratiecommissie: mevrouw Sijmons en de heren Van Dongen (= voorzitter) en Westdijk en c) een auditcommissie: de heren Lintjer (= voorzitter), Drechsel en Dijkgraaf. Zowel voor de raad als voor de auditcommissie zijn de reglementen geactualiseerd en goedgekeurd.
Eneco jaarverslag 2007
Corporate Governance Eneco conformeert zich, op enkele regels na die specifiek zijn voor beursgenoteerde ondernemingen, aan de regels voor goed ondernemingsbestuur zoals die zijn vastgelegd in de Code Tabaksblat. Er is ook een afwijking ten opzichte van private ondernemingen, aangezien de activiteiten van Eneco deels gereguleerd en deels niet-gereguleerd zijn. Wat de gereguleerde activiteiten betreft, wordt voldaan aan wat daarover in de wet- en regelgeving is vastgelegd. Eneco voert een concernstrategie, waarbij de netbeheerder zijn wettelijke taken in volledige vrijheid kan uitvoeren. De eigen Raad van Commissarissen van de netbeheerder, die in meerderheid uit onafhankelijke derden bestaat, ziet daarop toe. Omdat Eneco wel een structuurvennootschap is, maar geen beursgenoteerde onderneming, is een aantal bepalingen vanzelfsprekend niet van toepassing. Daar waar geen specifiek besluit van toepassing is, worden de desbetreffende best practice bepalingen gehanteerd. Het in de Code opgenomen principe om het in het remuneratierapport weergegeven bezoldigingsbeleid van de vennootschap, dat in het komende boekjaar en de daaropvolgende jaren wordt voorzien, ter vaststelling aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor te leggen, heeft plaatsgevonden in mei 2005. Dit beleid is nog steeds van toepassing. Eneco heeft een eigen webpage over corporate governance (www.eneco.nl/corporate).
Advies Het jaar 2007 is door Eneco in lijn met voorgaande jaren afgesloten met een goed en stabiel resultaat. Dit stemt de raad tot tevredenheid. Hij is daarvoor dank verschuldigd aan het management en aan al het personeel voor het bereiken daarvan. Hij ziet de toekomst van de onderneming met vertrouwen tegemoet. Wij adviseren de aandeelhouders de jaarrekening 2007 vast te stellen. Namens de Raad van Commissarissen ENECO Holding N.V. Mr. N.J. (Klaas) Westdijk MBA
Rotterdam, 17 maart 2008
49
50
Eneco jaarverslag 2007
Eneco jaarverslag 2007
Jaarrekening 2007
Geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht
95
54
Toelichting per segment
97
55
Gebeurtenissen na balansdatum
99
1 Algemene informatie
56
Overzicht van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen
2 Grondslagen voor de financiële verslaggeving
56
3 Schattingen en onzekerheden
68
Vennootschappelijke jaarrekening
4 Beheersing van financiële risico’s
69
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening Vennootschappelijke balans
Geconsolideerde winst- en verliesrekening Geconsolideerde balans Geconsolideerd kasstroomoverzicht Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen
52 53
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening – Algemeen
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening
100
103 104
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening
5 Opbrengst energielevering en transport
73
6 Overige opbrengsten
73
1 Algemene informatie
105
7 Personeelsbeloningen
74
2 Financiële vaste activa
105
8 Bezoldiging bestuurders en commissarissen
74
3 Eigen vermogen
106
9 Resultaat geassocieerde deelnemingen
75
4 Rentedragende schulden
106
10 Financiële baten en lasten
75
5 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
106
11 Belastingen
76
12 Overheidssubsidies
77
Toelichting op de geconsolideerde balans 13 Materiële vaste activa
78
14 Immateriële vaste activa
79
15 Consolidatiekring
80
16 Geassocieerde deelnemingen
80
17 Uitgestelde belastingen
81
18 Afgeleide financiële instrumenten
82
19 Overige financiële vaste activa
83
20 Voorraden
84
21 Handelsdebiteuren
84
22 Overige vorderingen
85
23 Onderhanden projecten in opdracht van derden
85
24 Liquide middelen
86
25 Eigen vermogen
86
26 Personeelsvoorzieningen
88
27 Overige voorzieningen
89
28 Rentedragende schulden
89
29 Handelscrediteuren en overige schulden
91
30 Operationele leases
92
31 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
92
32 Transacties met verbonden partijen
94
51
52
Eneco jaarverslag 2007
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over het jaar 2007
x € 1 mln. Opbrengst energielevering en transport*
Toelichting
5
2007
2006
4.542
3.943
Inkoop energie en transport*
3.318
2.760
Brutomarge*
1.224
1.183
247
344
1.471
1.527
327
302
Overige opbrengsten*
6
Brutomarge en overige opbrengsten Personeelsbeloningen
7
Materialen
43
55
Uitbesteed werk en andere externe kosten
463
413
Precariorechten en concessievergoedingen
29
29
183
186
33
35
Afschrijvingen en bijzondere waardemutaties materiële vaste activa Afschrijvingen en bijzondere waardemutaties immateriële vaste activa Overige bedrijfskosten
– 25
20
Geactiveerde productie eigen bedrijf
– 56
– 62
Bedrijfskosten
997
978
Bedrijfsresultaat
474
549
Resultaat geassocieerde deelnemingen Financiële baten en lasten
9
9
1
10
– 49
– 65
434
485
Resultaat voor belastingen Belastingen
11
– 10
– 174
Resultaat na belasting
12
424
311
Resultaat voor minderheidsaandeelhouders Nettoresultaat voor aandeelhouders Eneco Holding N.V.
*
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
–2
0
426
311
Eneco jaarverslag 2007
Geconsolideerde balans per 31 december 2007
Toelichting
31 december 2007
31 december 2006
Materiële vaste activa
13
3.576
3.367
Immateriële vaste activa
14
241
233
x € 1 mln.
Vaste activa
Financiële vaste activa:
· · · ·
Geassocieerde deelnemingen
16
33
5
Uitgestelde belastingvorderingen
17
252
230
Afgeleide financiële instrumenten*
18
72
100
Overige financiële vaste activa
19
62
56
4.236
3.991
Totaal vaste activa* Vlottende activa Voorraden
20
31
25
Handelsdebiteuren
21
1.363
892
59
–
Overige vorderingen*
22
270
410
Afgeleide financiële instrumenten*
18
190
168
Liquide middelen
24
146
157
Totaal vlottende activa*
2.059
1.652
Totaal activa*
6.295
5.643
Actuele belastingvorderingen
Eigen vermogen Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V.
25
3.040
2.738
Minderheidsbelangen
25
0
0
3.040
2.738
Totaal eigen vermogen Langlopende schulden Personeelsvoorzieningen
26
31
29
Overige voorzieningen
27
33
18
Uitgestelde belastingverplichtingen
17
13
–
Afgeleide financiële instrumenten
18
88
88
Rentedragende schulden
28
1.178
465
Handelscrediteuren en overige schulden
29
61
64
1.404
664
Totaal langlopende schulden* Kortlopende schulden Personeelsvoorzieningen
26
2
3
Overige voorzieningen
27
7
64
Afgeleide financiële instrumenten*
18
151
150
Rentedragende schulden
28
168
1.010
–
77
29
1.523
937
Totaal kortlopende schulden*
1.851
2.241
Totaal passiva*
6.295
5.643
Actuele belastingschulden* Handelscrediteuren en overige schulden*
*
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
53
54
Eneco jaarverslag 2007
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over het jaar 2007
x € 1 mln.
Bedrijfsresultaat
2007
2006
474
549
Aanpassingen voor: Afschrijvingen en bijzondere waardemutaties materiële en immateriële vaste activa
216
221
Mutatie voorzieningen
– 84
– 66
Mutatie uitgestelde belastingvorderingen
– 12
91
–3
2
60
– 23
Bruto kasstroom uit operationele activiteiten
651
774
Mutatie werkkapitaal*
284
– 346
Mutatie uitgestelde belastingverplichtingen* Mutatie reële waarde afgeleide financiële instrumenten verwerkt in resultaat
Ontvangen dividend Betaalde en ontvangen rente Betaalde vennootschapsbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten*
Verstrekte leningen en financiële leases Aflossing verstrekte leningen en financiële leases Acquisitie dochterondernemingen Afstoting dochterondernemingen Acquisitie geassocieerde deelnemingen Acquisitie overige investeringen Investeringen materiële vaste activa
–
– 53
– 96
– 160
– 18
725
314
–6
–
2
–
– 44
– 34
5
–
– 28
–
–1
–
– 362
– 281
Desinvesteringen materiële vaste activa
23
11
Investeringen immateriële vaste activa
–8
– 32
Desinvesteringen immateriële vaste activa
1
–
Overige mutaties financiële vaste activa*
–
– 32
Kasstroom uit investeringsactiviteiten*
– 418
– 368
Dividendbetalingen
– 171
– 166
Aflossing langlopende rentedragende schulden
–
– 743
Aflossing kortlopende rentedragende schulden
– 1.010
– 185
Nieuw verkregen langlopende rentedragende schulden
763
255
Nieuw verkregen kortlopende rentedragende schulden
100
1.010
– 318
171
Mutatie liquide middelen
– 11
117
Saldo liquide middelen per 1 januari
157
40
Saldo liquide middelen per 31 december*
146
157
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
*
3
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Eneco jaarverslag 2007
Mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen over het jaar 2007
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders ENECO Holding N.V. Gestort en opgevraagd kapitaal
Agioreserve
Ingehouden resultaten
Onverdeeld resultaat boekjaar
497
381
–
3
1.418
302
Winstbestemming 2005
–
–
Dividendbetalingen
–
–
–
–
136
–
–
–
–
–
–
– 11
–
kasstroomafdekkingen Nettoresultaat 2006
–
–
–
3
–
–
3
–
3
–
–
–
–
–
311
311
0
311
497
381
–
–5
1.554
311
2.738
0
2.738
Winstbestemming 2006
–
–
–
–
140
– 140
–
–
–
Dividendbetalingen
–
–
–
–
–
– 171
– 171
–
– 171
–
–
–
–
–
–
–
2
2
–
–
7
–
–
–
7
–
7
–
–
–
53
–
–
53
–
53
kasstroomafdekkingen
–
–
–
– 13
–
–
– 13
–
– 13
Nettoresultaat 2007
–
–
–
–
–
426
426
–2
424
497
381
7
35
1.694
426
3.040
0
3.040
x € 1 mln.
Per 1 januari 2006
HerwaarReserve derings- kasstroom reserve afdekkingen
Totaal
Minderheidsbelangen
Totaal eigen vermogen
2.601
–
2.601
– 136
–
–
–
– 166
– 166
–
– 166
–
– 11
–
– 11
Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen i.v.m.
Per 31 december 2006
Kapitaalversterkingen door minderheidsaandeelhouders Herwaardering in fasen verkregen belangen Ongerealiseerd resultaat kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen i.v.m.
Per 31 december 2007
55
56
Eneco jaarverslag 2007
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening – Algemeen 1.
Algemene informatie Eneco Holding N.V. (‘de vennootschap’) is een structuurvennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd in Rotterdam en houdstermaatschappij van de Eneco-groep. De aandelen van de vennootschap worden gehouden door een groot aantal gemeenten, waarvan Rotterdam (31,3%), Den Haag (16,6%) en Dordrecht (9,1%) de grootste zijn. De vennootschap, haar dochterondernemingen en joint ventures (‘Eneco’) leggen zich toe op de levering van energie en daaraan gerelateerde producten en diensten aan particuliere en zakelijke klanten in Nederland en België. Daarnaast heeft Eneco elektriciteits-, gas- en warmtenetten in eigendom en beheer. Het hoofdkantoor is gevestigd in Rotterdam en er zijn bedrijfsvestigingen in de provincie Zuid-Holland en in de gemeenten Utrecht, Haarlem, Dokkum, Weert en Mechelen (België). De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld door het bestuur van de vennootschap en vrijgegeven voor publicatie op 19 maart 2008. De jaarstukken 2007 zijn besproken door de commissarissen in hun vergadering van 17 maart 2008 en zullen op 9 april 2008 ter vaststelling worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
2.
Grondslagen voor de financiële verslaggeving
2.1
Overeenstemmingsverklaring De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie. Alle toepasselijke standaarden zijn uniform en consistent toegepast voor alle entiteiten van Eneco. Waar noodzakelijk zijn waarderingsgrondslagen van joint ventures en geassocieerde deelnemingen in lijn gebracht met die van Eneco. Standaard IFRS 7 ‘Financiële instrumenten: informatieverschaffing’ en de aanvulling op standaard IAS 1 ‘Wijziging in informatieverschaffing over kapitaal’ worden in deze jaarrekening voor het eerst toegepast, overigens zonder invloed op resultaat of vermogen. Standaarden, wijzigingen van standaarden en interpretaties die wel zijn aanvaard door de Europese Unie maar die nog niet van kracht waren op de balansdatum zijn zonder belangrijke gevolgen vervroegd toegepast. Uitzondering hierop is IFRS 8 ‘Operationele segmenten’. Deze standaard, die nieuwe voorschriften geeft over de wijze waarop segmenten moeten worden onderscheiden, zal worden toegepast vanaf 1 januari 2009 en zal waarschijnlijk van invloed zijn op de wijze waarop in de jaarrekening gesegmenteerde informatie wordt gepresenteerd. In verband met de toepassing van IFRS 7 is een aantal posten in de balans opgenomen in plaats van in een toelichting. Verder is de specificatie van sommige regels in de financiële overzichten anders dan in de geconsolideerde jaarrekening van 2006. In zijn algemeenheid geldt dat de presentatie van de vergelijkende cijfers van 2006 is aangepast aan de presentatie zoals gevolgd voor 2007. De bedragen in de financiële overzichten worden vermeld in miljoenen euro (€) tenzij anders aangegeven.
2.2
Waarderingsgrondslag De geconsolideerde jaarrekening is met toepassing van het continuïteitsbeginsel en het toerekeningsbeginsel opgesteld op basis van historische kostprijs met uitzondering van afgeleide financiële instrumenten; deze worden gewaardeerd tegen reële waarde.
Eneco jaarverslag 2007
2.3
Consolidatieprincipes De geconsolideerde jaarrekening omvat de vennootschap, haar dochterondernemingen en het proportionele deel van de joint ventures waarin Eneco participeert.
Dochterondernemingen Een dochteronderneming is een onderneming waarover de vennootschap beslissende zeggenschap heeft. Dit houdt in dat de vennootschap direct dan wel indirect de financiële en operationele bedrijfsvoering van die onderneming beheerst met als doel economische voordelen te verkrijgen uit de activiteiten van die onderneming. Over het algemeen heeft de vennootschap meer dan de helft van de aandelen van haar dochterondernemingen. De jaarrekening van een dochteronderneming wordt volgens de integrale consolidatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum dat beslissende zeggenschap is verworven tot het moment dat die beslissende zeggenschap niet meer bestaat. Volgens de integrale consolidatiemethode worden in de geconsolideerde jaarrekening de activa, passiva, baten en lasten van dochterondernemingen voor 100% opgenomen. Balansposities tussen ondernemingen binnen Eneco, transacties tussen deze ondernemingen en niet-gerealiseerde resultaten op dergelijke transacties worden geëlimineerd. Minderheidsbelangen (aandeel derden) bestaan uit het deel toebehorend aan de minderheidsaandeelhouders van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva die zijn geboekt bij de overname van een dochteronderneming en het minderheidsdeel in de veranderingen van het eigen vermogen die daarna hebben plaatsgevonden. Belangen van derden in het eigen vermogen en het resultaat van dochterondernemingen worden afzonderlijk gepresenteerd.
Joint ventures Een joint venture is een onderneming waarvoor Eneco contractueel met een of meerdere partijen is overeengekomen, dat zij gezamenlijke beslissende zeggenschap hebben over die onderneming. De jaarrekening van een joint venture wordt volgens de proportionele consolidatiemethode in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum dat gezamenlijke zeggenschap is verkregen tot het moment dat die gezamenlijke zeggenschap niet meer bestaat. Volgens de proportionele consolidatiemethode worden in de geconsolideerde jaarrekening de activa, passiva, baten en lasten van joint ventures opgenomen naar evenredigheid van het belang van Eneco in die joint venture. Proportionele consolidatie van joint ventures vindt plaats volgens dezelfde principes als bij de hiervoor beschreven integrale consolidatie waarbij rekening wordt gehouden met de toepasselijke evenredigheid.
Geassocieerde deelnemingen Een geassocieerde deelneming is een onderneming waarin Eneco invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover zij geen beslissende zeggenschap heeft. Over het algemeen heeft Eneco 20 tot 50% van de stemrechten van haar geassocieerde deelnemingen. Het aandeel van Eneco in geassocieerde deelnemingen wordt in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen volgens de equitymethode. Daartoe wordt uitgegaan van de jaarrekeningen van de geassocieerde deelnemingen over het verslagjaar. Indien en voor zover die jaarrekeningen niet tijdig beschikbaar zijn worden de ontbrekende gegevens zo goed mogelijk geschat. Geassocieerde deelnemingen worden opgenomen vanaf het moment dat Eneco invloed van betekenis heeft verworven tot het moment dat die invloed niet meer bestaat. Niet-gerealiseerde winsten van transacties van Eneco en haar geassocieerde deelnemingen worden geëlimineerd naar rato van het belang van Eneco in elk van deze geassocieerde deelnemingen. Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winsten, maar slechts voor zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering. Als het aandeel van Eneco in de verliezen van een geassocieerde deelneming meer bedraagt dan de boekwaarde van die geassocieerde deelneming, wordt de boekwaarde geheel afgewaardeerd en worden verdere verliezen niet meer verwerkt, behalve voor zover Eneco voor die geassocieerde deelneming verplichtingen is aangegaan.
57
58
Eneco jaarverslag 2007
Overige kapitaalbelangen Overige kapitaalbelangen zijn investeringen van Eneco in ondernemingen waarin Eneco een minderheidsbelang in de activiteiten heeft en waarop Eneco geen beslissende zeggenschap of invloed van betekenis kan uitoefenen. Deze belangen worden gewaardeerd tegen kostprijs, omdat de reële waarde niet betrouwbaar is te bepalen. Dividenden worden verantwoord in het resultaat op het moment dat deze opeisbaar zijn.
2.4
Bijzondere waardevermindering van activa Er is sprake van bijzondere waardevermindering als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde (met uitzondering van onderhanden werken in opdracht van derden, voorraden en uitgestelde belastingvorderingen). De realiseerbare waarde van een actief is de hoogste van de netto-opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De netto-opbrengstwaarde is het bedrag dat kan worden verkregen uit de verkoop van het actief in een transactie tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde, onafhankelijke partijen, na aftrek van de verkoopkosten. De bedrijfswaarde van een actief is de contante waarde van de kasstromen die bij voortgezet gebruik verwacht worden voort te komen uit dat actief rekening houdend met de specifieke risico’s die aan dat actief zijn verbonden. Deze contante waarde wordt berekend met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt. Voor een actief dat zelf geen kasstromen voortbrengt die in hoge mate onafhankelijk zijn van de kasstromen van andere activa of groepen activa, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Een kasstroomgenererende eenheid is de kleinst identificeerbare groep activa die kasstromen genereert welke grotendeels onafhankelijk zijn van de kasstromen uit andere activa of groepen van activa. Kasstroomgenererende eenheden worden onderscheiden op basis van de economische samenhang tussen activa en externe kasstromen en niet op basis van afzonderlijke juridische entiteiten. Op iedere balansdatum wordt bezien of er aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen zijn. Als een dergelijke aanwijzing bestaat, wordt de realiseerbare waarde bepaald voor het betreffende actief of de kasstroomgenererende eenheid. Voor goodwill en immateriële vaste activa die nog niet gereed zijn voor gebruik wordt voor elke balansdatum de realiseerbare waarde bepaald. Als de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde wordt de boekwaarde tot de realiseerbare waarde teruggebracht. Dit bijzondere waardeverminderingsverlies wordt in het eigen vermogen verantwoord voor zover dit ten laste van een voorheen geboekte herwaarderingsreserve voor hetzelfde actief of groep van activa kan worden gebracht. Eventuele verdere verliezen worden ten laste van het resultaat gebracht. Een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid wordt eerst in mindering gebracht op de goodwill die aan die eenheid is toegerekend en daarna, indien nodig, naar rato van de boekwaarde van de overige activa van die eenheid. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de reden die eerder daarvoor bestond niet langer bestaat of verminderd is. Een dergelijk verlies wordt maximaal teruggenomen tot de waarde van eerder genomen bijzondere waardeverminderingsverliezen op het betreffende actief of groep van activa. Waardeverminderingsverliezen op goodwill worden niet teruggenomen.
2.5
Vreemde valuta De euro (€) is de functionele valuta van de vennootschap en is eveneens de valuta waarin de jaarrekening wordt gepresenteerd. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de datum waarop deze transacties plaatsvinden. In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen op de balansdatum worden omgerekend in euro tegen de wisselkoers op de balansdatum. Valutakoersverschillen die optreden bij de omrekening worden verwerkt in het resultaat.
Eneco jaarverslag 2007
2.6
Gesegmenteerde informatie Er wordt nadere informatie verstrekt per bedrijfssegment. Bedrijfssegmenten worden onderscheiden overeenkomstig de bestuurlijke en interne rapportagestructuur van Eneco. Een nadere secundaire geografische segmentatie wordt niet gegeven, omdat binnen Eneco geen onderdelen zijn te onderscheiden die zich richten op bepaalde economische gebieden met een rendements- en risicoprofiel dat afwijkt van andere onderdelen die actief zijn in andere economische gebieden.
2.7
Pensioenen De pensioenverplichtingen van bijna alle bedrijfsonderdelen van Eneco zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds ABP (ABP), de Stichting flexibel uittreden nutsbedrijven (Sfn) en de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT). Voor een beperkt aantal medewerkers zijn individuele verzekerde regelingen van toepassing bij verschillende verzekeringsmaatschappijen (toegezegde-bijdrageregelingen). De regelingen van ABP en PMT voorzien (bij een volledige opbouw) in een pensioen van 70% van het pensioengevend salaris bij een leeftijd van 65 jaar. Werknemers hebben de keuze om eerder (ABP: 5 jaar, PMT: 3 jaar) of later (ABP: 5 jaar, PMT: onbepaald) dan deze leeftijd met pensioen te gaan onder verrekening van de hoogte van het pensioen. De regeling van Sfn wordt afgebouwd en is vervallen voor werknemers geboren voor 1950. Een toegezegde-bijdrageregeling is een regeling waarbij Eneco een vaste premie betaalt ten gunste van een werknemer zonder enige resterende aanspraak van of verplichting jegens die werknemer. Verplichtingen ten aanzien van bijdragen aan pensioen- en daaraan gerelateerde regelingen op basis van beschikbare premies worden als last verwerkt in de periode waarop deze betrekking hebben. Een toegezegd-pensioenregeling is een regeling waarbij aan de werknemer een pensioen wordt toegezegd, waarvan de hoogte afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. Zowel in 2006 als in 2007 kwalificeren de regelingen van ABP, Sfn en PMT als toegezegdpensioenregelingen van meerdere werkgevers. Op grond van deze regelingen bestaat er een verplichting waarvan de waarde wordt bepaald door de contante waarde van de in het vooruitzicht gestelde pensioenuitkeringen op de balansdatum verminderd met de reële waarde van fondsbeleggingen, onder verrekening van niet verwerkte actuariële winsten en verliezen en nog niet opgenomen pensioenkosten van verstreken diensttijd. De informatie die nodig is om deze verplichting voor ENECO te bepalen kan echter niet door ABP, Sfn en PMT worden bepaald, omdat zij niet beschikken over een consistente en betrouwbare basis om fondsbeleggingen en kosten van de regelingen toe te rekenen aan individuele aangesloten werkgevers. Dit vloeit voort uit de aard van de regelingen, omdat deze de aangesloten werkgevers blootstellen aan actuariële risico’s die verband houden met huidige en voormalige werknemers van andere aangesloten werkgevers. Bijgevolg kunnen de genoemde pensioenfondsen ook niet aangeven of er specifiek voor ENECO overschotten of tekorten bestaan. Per balansdatum was de dekkingsgraad van elk van de fondsen boven de gestelde wettelijke norm en buffervereisten. In geval van toekomstige tekorten kunnen pensioenpremies alleen prospectief en binnen een beperkte bandbreedte door de pensioenfondsen worden bijgesteld. De betreffende regelingen zijn daarom verwerkt als toegezegde-bijdrageregelingen.
2.8
Opbrengsten Opbrengsten uit hoofde van de levering van energie, transportdiensten en overige bedrijfsactiviteiten en uit hoofde van rente en dividend worden erkend wanneer het waarschijnlijk is, dat de economische voordelen aan Eneco toekomen en de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden gewaardeerd. Opbrengsten worden verantwoord onder aftrek van kortingen en belastingen en heffingen, zoals energiebelasting en omzetbelasting. Bedragen die worden gefactureerd en geïncasseerd voor derden worden niet als opbrengst verantwoord.
Energielevering en transport Opbrengsten uit de verkoop van energie en transportdiensten aan eindverbruikers worden op het moment van levering in het resultaat verwerkt.
59
60
Eneco jaarverslag 2007
Handel in energiecommodities en CO2-emissierechten In- en verkoopcontracten van energiecommodities en emissierechten die niet voor eigen gebruik maar voor handelsdoeleinden zijn aangegaan worden vrijwel gelijktijdig tegengesloten met verkoop- respectievelijk inkoopcontracten. De winst of het verlies van dergelijke handelstransacties wordt gesaldeerd als Overige opbrengst verwerkt op het moment dat de desbetreffende transacties worden afgesloten. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde van een handelscontract wordt direct in het resultaat verwerkt onder de post Overige opbrengsten.
Diensten en projecten in opdracht van derden Opbrengsten uit dienstverlening en opbrengsten uit projecten in opdracht van derden worden opgenomen onder de post Overige opbrengsten. Deze opbrengsten worden in het resultaat verwerkt volgens de methode van winstneming naar rato van de verrichte prestaties (percentage of completion). De mate waarin prestaties zijn verricht wordt bepaald op basis van de verhouding tussen de geboekte kosten en de totaal verwachte kosten dan wel aan de hand van beoordeling van verrichte werkzaamheden. Opbrengsten worden niet opgenomen zolang belangrijke onzekerheden bestaan omtrent het innen van de verschuldigde vergoeding, zolang de bijbehorende lasten niet op betrouwbare wijze kunnen worden gewaardeerd of zolang er sprake is van aanhoudende zeggenschap of betrokkenheid.
Kostenbijdragen Bijdragen van derden in de bouwkosten van materiële vaste activa worden op de kostprijs van die activa in mindering gebracht.
Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden opgenomen wanneer het redelijk zeker is dat aan de voorwaarden voor verkrijging is of wordt voldaan en dat de subsidies zijn of worden ontvangen. Exploitatiesubsidies ter compensatie voor kosten worden als opbrengsten verantwoord in de periode waarin die kosten worden gemaakt. Investeringssubsidies ter compensatie van de kosten van een actief worden op de kostprijs van dat actief in mindering gebracht en vervolgens gedurende de gebruiksduur van dat actief meegenomen in de afschrijvingen.
2.9
Lasten Inkoopkosten energie De inkoopkosten van energiecommodities die zijn bestemd voor eigen gebruik worden in dezelfde periode verantwoord als de periode waarin de opbrengst van de verkoop wordt gerealiseerd.
Geactiveerde productie eigen bedrijf De post geactiveerde productie eigen bedrijf omvat personeels- en organisatiekosten die direct toerekenbaar zijn aan investeringsprojecten.
Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten omvatten de rentelasten van opgenomen gelden, rentebaten van belegde en uitstaande middelen, dividendopbrengsten, valutakoersresultaten en winsten en verliezen op afdekkingsinstrumenten die in het resultaat worden verwerkt. Rentelasten en rentebaten worden opgenomen volgens de effectieve rentemethode. Dividendopbrengsten worden opgenomen zodra deze opeisbaar zijn.
Eneco jaarverslag 2007
2.10
Belastingen op het resultaat Belastingen op het resultaat omvat de acute belastingen en de mutaties in de uitgestelde belastingen. Deze bedragen worden in het nettoresultaat verwerkt, tenzij het posten betreft die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval ze eveneens worden toegerekend aan het eigen vermogen. De acute belastingen betreffen de bedragen die waarschijnlijk verschuldigd en verrekenbaar zijn over het fiscale resultaat van het verslagjaar, berekend op basis van belastingwetgeving en tarieven waarvan het wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum. Belastingen op het resultaat omvatten alle belastingen die zijn gebaseerd op fiscale winsten en verliezen van Eneco, inclusief belastingen die door dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen of joint ventures zijn verschuldigd op uitkeringen aan Eneco Holding N.V. Additionele belastingen op het resultaat voor dividenduitkeringen worden tegelijk verwerkt met de verplichting om dat dividend te betalen.
2.11
Materiële vaste activa Algemeen Materiële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. De kostprijs omvat de initiële aankoopprijs vermeerderd met alle rechtstreeks toerekenbare kosten. De kostprijs van activa die in eigen beheer worden vervaardigd bestaat uit kosten van materiaal en diensten, kosten van directe manuren en een passend gedeelte van direct toerekenbare overheadkosten. Kostenbijdragen van derden en overheidssubsidies worden op de kostprijs in mindering gebracht. Verder is in de kostprijs een contant gemaakte schatting opgenomen van het bedrag dat naar verwachting bij het einde van het gebruik van het actief nodig is voor ontmanteling, sloop, verwijdering en herstel tot de oorspronkelijke staat van de plaats waar het actief is gesitueerd, mits daarvoor een verplichting bestaat. Kosten van financiering van activa (bouwrente) worden niet in de kostprijs opgenomen behalve bij projectfinanciering. Als een actief uit meerdere componenten met onderscheiden gebruiksduren bestaat, worden deze componenten afzonderlijk verantwoord.
Uitgaven na eerste opname Latere uitgaven worden alleen aan de boekwaarde van een actief toegevoegd indien en voor zover daardoor de toestand van het actief verbetert ten opzichte van zijn oorspronkelijk geraamde prestatienorm. Revisie, reparatie en onderhoud worden als last genomen in de periode dat de betreffende kosten ontstaan. Componenten van materiële vaste activa die worden vervangen om het middel op de beoogde wijze te kunnen laten presteren worden geactiveerd onder gelijktijdige verwijdering van de boekwaarde van de vervangen component.
61
62
Eneco jaarverslag 2007
Afschrijvingen Afschrijvingen worden ten laste van het resultaat gebracht volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur rekening houdend met de geschatte restwaarde. De gebruiksduur en restwaarde worden jaarlijks beoordeeld. Als daarbij het verschil tussen de verwachting en de vorige schatting van enige betekenis is, wordt de desbetreffende waarde bijgesteld en verwerkt als schattingswijziging. Op grond, terreinen en activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. De volgende gebruiksduren worden toegepast:
Categorie
Gebruiksduur in jaren
Grond en bedrijfsgebouwen Grond en terreinen
–
Bedrijfsgebouwen
45
Machines en installaties Transport- en distributiemiddelen elektriciteit
30 – 50
Transport- en distributiemiddelen gas
25 – 40
Transport- en distributiemiddelen warmte
25 – 50
Transportautomatisering Meters elektriciteit
10 15 – 30
Meters gas
20
Meters warmte
10
Overige bedrijfsmiddelen Bedrijfsmiddelen decentrale productie elektriciteit Overige vaste bedijfsmiddelen
2.12
10 – 15 3 – 25
Leases (Eneco als lessee) Lease-overeenkomsten waarbij Eneco als lessee feitelijk alle voordelen en risico’s van eigendom heeft, worden aangemerkt als financiële lease; anders worden deze overeenkomsten opgenomen en verwerkt als operationele lease. Materiële vaste activa die door financiële lease zijn verworven worden bij aanvang van de lease opgenomen tegen de laagste van de reële waarde en de contante waarde van de leasebetalingen. De desbetreffende activa worden daarna verantwoord volgens de regels voor materiële vaste activa. De leasebetalingen worden volgens de annuïteitenmethode gesplitst in een rentecomponent en een aflossingscomponent. De rentecomponent wordt in de desbetreffende periode ten laste gebracht van het resultaat en de aflossing wordt in mindering gebracht op de leaseschuld. Operationele leasebetalingen en leasebonussen worden lineair over de leaseperiode in het resultaat verwerkt.
2.13
Goodwill Acquisities die hebben plaatsgevonden na 1 januari 2003 worden administratief verwerkt volgens de overnamemethode (purchase accounting). De kostprijs van een dochteronderneming bestaat uit het bedrag dat voor de verwerving van het belang is betaald en de kosten die direct met de aankoop verband houden. Wanneer de kostprijs hoger is dan het aandeel van Eneco in de netto reële waarde van de verworven activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen
Eneco jaarverslag 2007
(netto identificeerbare activa), wordt het meerdere verantwoord als goodwill. Een negatief verschil wordt verwerkt als bate. Als de reële waarde van de netto identificeerbare activa voorlopig is vastgesteld, worden aanpassingen van deze waarde op grond van gebleken nieuwe feiten binnen twaalf maanden na eerste opname verwerkt in de goodwill. De goodwill wordt ook aangepast voor wijzigingen in de geschatte waarde van voorwaardelijke betalingen gedaan bij de overname op het moment dat deze verschillen blijken. Wanneer de zeggenschap wordt verworven via opeenvolgende aankopen van aandelen, wordt iedere substantiële aankoop afzonderlijk verantwoord. De identificeerbare activa, passiva en voorwaardelijke verplichtingen worden gewaardeerd tegen reële waarde op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt verworven. De verwerving van een belang in een joint venture of geassocieerde deelneming kan resulteren in een post goodwill die mutatis mutandis op dezelfde wijze wordt verantwoord als goodwill die ontstaat bij de aankoop van een dochteronderneming. Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Jaarlijks wordt getoetst of goodwill een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Goodwill die is betaald bij de overname van dochterondernemingen en joint ventures wordt in de balans opgenomen onder de post Immateriële vaste activa. Goodwill die is betaald voor het verkrijgen van belangen in geassocieerde deelnemingen wordt opgenomen in de boekwaarde van de investering in die geassocieerde deelnemingen.
2.14
Overige immateriële vaste activa Overige immateriële vaste activa zijn klantenbestanden verworven bij overnames, software en licenties, concessies, rechten en ontwikkelingskosten. De kosten hiervan worden alleen geactiveerd als het waarschijnlijk is dat deze activa economisch voordeel zullen brengen en de kosten ervan betrouwbaar kunnen worden geïdentificeerd. Overige immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Klantenbestanden Een klantenbestand dat is verkregen van een overgenomen onderneming wordt bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde wordt op de overnamedatum bepaald op basis van de meest recente soortgelijke transacties mits de economische omstandigheden vergelijkbaar zijn; anders wordt de reële waarde bepaald door discontering van geschatte toekomstige nettokasstromen van dit actief.
Software Software wordt geactiveerd tegen kostprijs. Voor standaardsoftware en software die door derden specifiek is afgestemd op Eneco bestaat de kostprijs uit de eenmalige kosten van licenties verhoogd met de kosten om de software gebruiksklaar te maken. De kostprijs van softwareproducten die door Eneco zelf worden ontwikkeld en gebruikt en die kwalificeren als immaterieel vast actief omvat alleen kosten die rechtstreeks aan die software toerekenbaar zijn, zoals personeels- en advieskosten en een passend gedeelte van direct toerekenbare overheadkosten. Kosten van onderhoud van software worden in het resultaat verwerkt in de periode waarin deze ontstaan.
Onderzoek en ontwikkeling Ontwikkelingskosten zijn kosten van onderzoek gericht op het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten. Deze kosten worden in het resultaat genomen in de periode waarin deze ontstaan. Kosten van de toepassing van kennis verkregen door eigen onderzoek of door derden voor een plan of ontwerp voor de productie of toepassing van verbeterde materialen, producten, processen, systemen of diensten, voorafgaand aan het
63
64
Eneco jaarverslag 2007
begin van commerciële productie of gebruik, zijn ontwikkelingskosten. Ontwikkelingskosten worden alleen geactiveerd als deze kunnen worden aangemerkt als immaterieel vast actief, anders worden deze als last genomen in de periode waarin deze zijn ontstaan.
Uitgaven na eerste opname Latere uitgaven worden alleen geactiveerd als daardoor de toekomstige economische voordelen toenemen die zijn besloten in het specifieke actief waarop zij betrekking hebben. Alle overige uitgaven worden als last opgenomen wanneer zij worden gedaan.
Afschrijvingen Afschrijvingen worden ten laste van het resultaat gebracht op basis van de geschatte gebruiksduur en vanaf het moment dat het betreffende actief opbrengsten genereert. Rechten en concessies worden afgeschreven in overeenstemming met het verwachte verbruik van de economische voordelen. Klantenbestanden, software, licenties en ontwikkelingskosten worden afgeschreven volgens de lineaire methode. De restwaarde van deze activa is nihil. De volgende gebruiksduren worden toegepast:
Categorie
Klantenbestanden
5 – 20
Licenties
3
Software (eenmalige licenties)
3
Software (zelf ontwikkeld) Concessies, vergunningen en rechten Ontwikkelingskosten
2.15
Gebruiksduur in jaren
5 3 – 50 5
Emissierechten Emissierechten die van de overheid worden verkregen, worden bij eerste opname onderscheiden naar rechten bestemd voor eigen gebruik (own use) en rechten bestemd voor handelsdoeleinden. Emissierechten (certificaten) die door Eneco worden aangehouden om periodiek aan de overheid te kunnen leveren voor de werkelijke CO2-uitstoot (eigen gebruik) worden opgenomen als immaterieel vast actief en gewaardeerd tegen kostprijs. Voor deze leveringsverplichting wordt een voorziening aangehouden die eveneens wordt gewaardeerd tegen kostprijs. Ingeval van een voorzien leveringstekort wordt deze voorziening ten laste van het resultaat verhoogd met de laagste van de marktwaarde van dat tekort en de boete die voor dat tekort naar verwachting verschuldigd zal zijn. Emissierechten die worden aangehouden voor handelsdoeleinden worden verwerkt als afgeleide financiële instrumenten. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde van deze rechten wordt direct in het resultaat verwerkt onder de post Overige opbrengsten.
2.16
Uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op de relevante verschillen die bestaan tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van activa en passiva. Uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van kracht zullen zijn wanneer de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld uitgaande van de belastingwetgeving en -tarieven waarvan het
Eneco jaarverslag 2007
wetgevingsproces materieel is afgesloten op de balansdatum. Uitgestelde belastingen worden opgenomen tegen nominale waarde. Voor de voorwaartse compensatie van fiscale verliezen en voor de verrekening van ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden wordt een belastingvordering opgenomen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de nietgecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden kunnen worden verrekend. Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen die voortkomen uit investeringen in dochterondernemingen en joint ventures, behalve wanneer Eneco het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld en het waarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden alleen met elkaar gesaldeerd als er een juridisch afdwingbaar recht op verrekening van de belastingvorderingen en -verplichtingen bestaat en de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen verband houden met belastingen die door dezelfde belastingautoriteit op dezelfde fiscale eenheid worden geheven.
2.17
Afgeleide financiële instrumenten Bij de normale operationele en financieringsactiviteiten loopt Eneco risico’s door ontwikkelingen in prijzen van energiecommodities (elektriciteit, gas, olie, steenkool), vreemde valuta, rentestanden en emissierechten. Om deze risico’s te beheersen maakt Eneco gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals financiële opties, termijncontracten en swaps.
Eigen gebruik Inkoop- en verkoopcontracten van energiecommodities en emissierechten worden bij het aangaan bestemd voor eigen gebruik, voor handelsdoeleinden of voor risicoafdekking (hedging). Contracten zijn bestemd voor eigen gebruik (own use) als deze worden afgewikkeld door middel van fysieke levering of ontvangst van energiecommodities of emissierechten overeenkomstig de behoefte van Eneco. De transacties op basis van deze contracten worden in het resultaat verantwoord in de periode waarin de levering of ontvangst plaatsvindt (accrual accounting). Contracten bestemd voor handelsdoeleinden en risicoafdekking worden verantwoord als afgeleide financiële instrumenten.
Waardering en verantwoording Afgeleide financiële instrumenten worden bij eerste opname gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (met inbegrip van eventuele transactiekosten) en vervolgens geherwaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde van openbaar verhandelde afgeleide financiële instrumenten is gebaseerd op genoteerde biedprijzen voor gehouden activa of uit te geven verplichtingen en actuele laatprijzen voor te verwerven activa of gehouden verplichtingen (marked-to-market). De reële waarde van afgeleide financiële instrumenten die niet openbaar worden verhandeld, is afhankelijk van het type instrument en wordt gebaseerd op een contantewaardemodel of een optiewaarderingsmodel. Afgeleide financiële instrumenten met een positieve waarde worden opgenomen als activa en met een negatieve waarde als verplichtingen. Mutaties in de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten worden direct in het resultaat verwerkt, tenzij deze administratief worden verwerkt als aangewezen afdekking (hedge accounting). Reële waardemutaties van afgeleide financiële instrumenten die direct aan de levering of ontvangst van energiecommodities toerekenbaar zijn en waarop geen hedge accounting wordt toegepast worden in het resultaat verwerkt als Opbrengst energielevering respectievelijk als Inkoop energie.
65
66
Eneco jaarverslag 2007
Kasstroomafdekking Indien schommelingen in kasstromen als gevolg van een specifiek risico dat is verbonden met een actief of een verplichting of een zeer waarschijnlijke toekomstige transactie worden afgedekt, kunnen de daaraan toegewezen afgeleide financiële instrumenten worden opgenomen en verwerkt als kasstroomafdekking (cash flow hedge accounting). Als wordt voldaan aan de voorwaarden voor deze wijze van administratieve verwerking wordt het effectieve gedeelte van veranderingen in de reële waarde van de desbetreffende afgeleide financiële instrumenten verwerkt in de Reserve kasstroomafdekkingen van het eigen vermogen. De winst of het verlies uit het niet-effectieve gedeelte wordt verwerkt in het resultaat. In het eigen vermogen verwerkte bedragen worden ten gunste of ten laste van het resultaat gebracht op het moment dat het afgedekte actief of de afgedekte verplichting wordt afgewikkeld. Wanneer een afdekkingsinstrument afloopt of wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, of wanneer Eneco de aanwijzing van de afdekkingsrelatie intrekt terwijl de onderliggende toekomstige transactie nog steeds moet plaatsvinden, blijven de cumulatieve winsten en verliezen in het eigen vermogen totdat de verwachte toekomstige transactie uiteindelijk plaatsvindt. Als de verwachte toekomstige transactie niet langer waarschijnlijk is, wordt het cumulatieve resultaat direct overgebracht van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening.
2.18
Voorraden De voorraden bestaan uit verbruiksgoederen en worden gewaardeerd tegen kostprijs volgens de methode van het gewogen gemiddelde of tegen de netto-opbrengstwaarde als deze lager is. De kostprijs is de verkrijgingsprijs of de vervaardigingsprijs inclusief andere kosten om de voorraden op hun huidige locatie en in hun huidige staat te brengen, voor zover die kosten direct aan deze voorraden kunnen worden toegerekend. De kostprijs omvat ook een redelijk deel van de indirecte kosten op basis van de normale productiecapaciteit. De netto-opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs in het kader van normale bedrijfsvoering, verminderd met de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren. Waardeverminderingen op voorraden worden ten laste van het resultaat geboekt als de boekwaarde de netto-opbrengstwaarde overschrijdt. Waardeverminderingen worden afzonderlijk vermeld.
2.19
Handelsdebiteuren en overige vorderingen Handelsdebiteuren en overige vorderingen zijn vorderingen met een looptijd korter dan één jaar. Deze vorderingen omvatten ook de bedragen die op de balansdatum per saldo nog moeten worden gefactureerd voor geleverde energie of transportdiensten. Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde verminderd met waardeverminderingsverliezen.
2.20
Onderhanden projecten in opdracht van derden Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen kostprijs vermeerderd met tot dan toe gerealiseerde winst, naar rato van de voortgang van het project, en verminderd met een voorziening voor waarschijnlijke verliezen en reeds gefactureerde termijnen. Als de gerealiseerde winst niet betrouwbaar kan worden bepaald, wordt deze niet in de waardering opgenomen. De kostprijs van een project omvat alle uitgaven die direct daaraan zijn gerelateerd en een toerekening van vaste en variabele indirecte kosten die betrekking hebben op de contractactiviteiten van Eneco op basis van een normale bezetting.
2.21
Liquide middelen De liquide middelen omvatten de kas- en banksaldi die vrij ter beschikking staan en worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Eneco jaarverslag 2007
2.22
Eigen vermogen Aandelenkapitaal Het aandelenkapitaal bestaat uit het geplaatste volgestorte aandelenkapitaal. Dividenden worden als verplichting verantwoord in de periode waarin deze zijn vastgesteld door de aandeelhouders.
Reserve kasstroomafdekkingen Veranderingen van de reële waarde van het effectieve deel van afgeleide financiële instrumenten die zijn aangewezen als kasstroomafdekking en die tevens voldoen aan de voorwaarden van cash flow hedge accounting worden verwerkt in de reserve kasstroomafdekkingen.
2.23
Personeelsvoorzieningen Er wordt een voorziening opgenomen voor de verplichting bij te dragen in de ziektekostenpremie van gepensioneerde medewerkers. Verder wordt een voorziening opgenomen voor de verplichting bedragen uit te keren bij dienstjubilea en pensionering van medewerkers. Deze verplichtingen worden actuarieel berekend volgens de vergoeding-dienstjarenmethode (projected unit credit methode) met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele beoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt.
2.24
Overige voorzieningen Een voorziening wordt opgenomen als er een bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting van een onzekere omvang of met een onzeker tijdstip bestaat door een gebeurtenis in het verleden en waarvan het waarschijnlijk is, dat de afwikkeling zal leiden tot een uitstroom van middelen. Voorzieningen die binnen een jaar na balansdatum worden afgewikkeld of van beperkt materieel belang zijn worden opgenomen tegen nominale waarde. Overige voorzieningen worden opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitgaven. Bij de bepaling van deze uitgaven wordt rekening gehouden met de specifieke risico’s ten aanzien van de betreffende verplichting. De contante waarde wordt berekend met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt. Voor de bepaling van de verwachte uitgaven wordt uitgegaan van redelijk gedetailleerde plannen om daarmee onzekerheden over de omvang te beperken.
Verlieslatende contracten Voor verlieslatende contracten wordt een voorziening opgenomen als het waarschijnlijk is dat de onvermijdelijke kosten van de nakoming van de verplichtingen hoger zijn dan de economische voordelen van die contracten.
Reorganisatie Een reorganisatievoorziening wordt opgenomen als een gedetailleerd formeel reorganisatieplan is goedgekeurd en met de uitvoering daarvan is begonnen of de belangrijke kenmerken van dat plan aan de betrokkenen zijn medegedeeld.
Rechtsgeschillen en claims Voor lopende of met redelijke zekerheid verwachte rechtsgeschillen en claims wordt een voorziening opgenomen als op basis van juridisch advies het bestuur van mening is, dat een eventuele negatieve afwikkeling zal leiden tot uitgaven die van betekenis zijn voor de financiële positie van Eneco en de omvang van deze verplichting met voldoende betrouwbaarheid kan worden gewaardeerd.
67
68
Eneco jaarverslag 2007
Amoveringsverplichtingen Voor materiële vaste activa waarvoor een verplichting bestaat om bij het einde van het gebruik die activa te ontmantelen, te slopen, te verwijderen en/of de plaats daarvan in de oorspronkelijke staat te herstellen, wordt een voorziening opgenomen ten bedrage van de contante waarde van de kosten die daaraan naar verwachting zijn verbonden. De eerste opname van deze amoveringsvoorziening voor een actief wordt verwerkt in de kostprijs van dat actief.
2.25
Rentedragende leningen Rentedragende leningen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. Transactiekosten die direct aan deze leningen toewijsbaar zijn, worden hierop in mindering gebracht. Na eerste opname worden rentedragende leningen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij een verschil tussen de kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieve-rentemethode in het resultaat wordt verwerkt.
2.26
Leases (Eneco als lessor) Lease-overeenkomsten waarbij Eneco als lessor feitelijk alle voordelen en risico’s van eigendom heeft, worden aangemerkt als operationele lease; anders worden deze overeenkomsten gezien als financiële lease. Materiële vaste activa die op basis van een operationele lease-overeenkomst aan derden ter beschikking worden gesteld, worden door Eneco opgenomen en verwerkt volgens de regels voor materiële vaste activa. De leasebaten worden lineair over de leaseperiode in het resultaat verwerkt. Materiële vaste activa die door Eneco op basis van een financiële lease-overeenkomst aan derden ter beschikking worden gesteld, worden door Eneco als vorderingen opgenomen ten bedrage van de netto-investeringen in die activa. De leasebetalingen worden volgens de annuïteitenmethode gesplitst in een rentecomponent en een aflossingscomponent. De rentecomponent wordt in de betreffende periode ten gunste van het resultaat gebracht en de aflossing wordt in mindering gebracht op de leasevordering.
2.27
Handels- en overige schulden Handelsschulden en overige schulden worden opgenomen tegen nominale waarde. Onder de overige schulden worden bedragen opgenomen voor toekomstige betalingen die verband houden met bankgaranties (Letters of Credit) die zijn gesteld aan Amerikaanse investeerders voor verplichtingen die zouden ontstaan bij vroegtijdige beëindiging van de lease-and-leasebacktransacties zoals bedoeld in toelichting 29. Deze bedragen worden afgezonderd van de voordelen van deze transacties en worden opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitgaven. De contante waarde wordt berekend met een disconteringsvoet voor belasting waarin de actuele marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld tot uitdrukking komt.
3.
Schattingen en onzekerheden Voor het opmaken van deze jaarrekening zijn beoordelingen, schattingen en aannames gemaakt die van invloed zijn op de verantwoorde bedragen. Dit betreft in het bijzonder de opbrengst van verkopen aan kleinverbruikers, de gebruiksduren van materiële vaste activa, de omvang van voorzieningen en de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten. De beoordelingen, schattingen en aannames die zijn gemaakt, zijn gebaseerd op marktgegevens, kennis en ervaring en andere factoren die onder de gegeven omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De werkelijke resultaten kunnen echter afwijken van de gemaakte schattingen. Schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Schattingswijzigingen worden verwerkt in de periode waarin de schattingen worden herzien als de wijziging alleen op die periode betrekking heeft of in de periode van
Eneco jaarverslag 2007
herziening en toekomstige perioden als de wijziging zowel van invloed is op de huidige als toekomstige perioden. Eventuele bijzonderheden ten aanzien van schattingen en beoordelingen zijn hierna opgenomen bij de toelichtingen van de resultaat- en balansposten.
4.
Beheersing van financiële risico’s In het kader van de normale bedrijfsvoering loopt Eneco kredietrisico, marktrisico en liquiditeitsrisico. Het beleid van Eneco is erop gericht de negatieve gevolgen van onvoorziene omstandigheden op de financiële resultaten te minimaliseren. De doelstellingen die hiervoor zijn geformuleerd, zijn afgeleid van de strategische doelstellingen. Op basis van deze doelstellingen zijn procedures en richtlijnen opgesteld die ten minste eenmaal per jaar worden geëvalueerd en indien nodig aangepast. Het bestuur is verantwoordelijk voor de risicobeheersing van Eneco. In dit kader worden door hem de procedures en richtlijnen vastgesteld en ziet hij toe op de naleving ervan. De bevoegdheden om namens Eneco verbintenissen aan te gaan zijn vastgelegd in het Authority Manual. De mandaatstructuur voor de energiehandel en de energieverkoop aan zakelijke klanten is vastgelegd in het Energiehandelsmandaat respectievelijk het Salesmandaat. Het bestuur bespreekt periodiek met het management de ontwikkeling van de resultaten, kerncijfers, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van het werkkapitaal en de handelspositie, de belangrijkste risico’s en de maatregelen om deze risico’s te beheersen. Elk halaar legt het management verantwoording af aan het bestuur met een In-control-statement. Een intern Audit & Risk Committee ziet toe op de formulering en toepassing van het risicobeleid en adviseert het bestuur ter zake. Door bespreking van strategische plannen, budgetten, prognoses en resultaten houden de commissarissen toezicht op de gang van zaken en de beheersing van risico’s.
4.1
Kredietrisico Kredietrisico is het risico dat de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen zal voldoen. Voor de beheersing van dit risico wordt onderscheid gemaakt tussen debiteurenrisico en tegenpartijrisico.
Debiteurenrisico Debiteurenrisico is het risico dat een debiteur een vordering niet zal voldoen. De meeste vorderingen zijn van beperkte omvang op een zeer groot aantal debiteuren. Het bestuur ziet hierin geen concentratie van risico. Het beleid van Eneco is erop gericht om aan klanten geen andere kredieten te verstrekken dan normale leverancierskredieten zoals vastgelegd in de toepasselijke leveringsvoorwaarden. Daarnaast is er op decentraal niveau in de organisatie van Eneco beleid geformuleerd. De effectiviteit van dat beleid wordt centraal gevolgd en zonodig bijgestuurd. Maatregelen die worden toegepast om het debiteurenrisico te beperken zijn actieve incasso, het gebruik van kredietlimieten voor zakelijke partijen, de inzet van incassobureaus en differentiatie in incassomethoden voor actuele en historische klanten. De waarde van een vordering wordt volgens een voorgeschreven procedure verminderd. Deze vermindering is gekoppeld aan de tijd dat de vordering openstaat en de kans deze niet volledig wordt voldaan.
69
70
Eneco jaarverslag 2007
Tegenpartijrisico Tegenpartijrisico is het risico dat een handelspartner niet aan zijn leveringsverplichtingen zal voldoen. Dit risico heeft voornamelijk betrekking op de handel in energiecommodities en emissierechten. De basis voor de beheersing van dit risico is vastgelegd in het Counterpartymandaat, dat door het bestuur is vastgesteld. De omvang van het tegenpartijrisico wordt voornamelijk bepaald door de vervangingswaarde van de toekomstige leveringen. Deze vervangingswaarde wordt per tegenpartij dagelijks berekend op basis van de marktprijzen voor toekomstige leveringen. De risicopositie wordt afgemeten aan de risicotolerantie. Deze tolerantie wordt door Eneco per handelspartij vastgesteld op basis van een beoordeling van de kredietwaardigheid van die partij volgens een publieke of interne rating. Tegenpartijrisico wordt beperkt door (1) standaardovereenkomsten op basis van EFET- en ISDA-voorwaarden, mede omdat deze saldering van posities mogelijk maken, (2) margining en clearing, (3) handelsrestricties per tegenpartij (positiemanagement) en (4) kredietverzekeringen voor de afdekking van buiten limiet staande exposures. Margining en clearing via een derde partij vinden plaats bij het gebruik van futures. Hierbij wordt het risico van een forwardtransactie overgedragen aan een clearingbank. Deze bank is aan een handelsbeurs gelieerd, zoals ENDEX (European Energy Derivatives Exchange N.V.), EEX (European Energy Exchange A.G.) en ECX (European Climate Exchange). De clearingbank verrekent dagelijks tussentijdse marktwaardeveranderingen met de betrokken handelspartijen (margin calls). Hierdoor wordt voor beide partijen het tegenpartijrisico geneutraliseerd. Door margin calls bestaat er een liquiditeitsrisico. Het risicobeleid is gericht op balancering van tegenpartijrisico door handel in forwards en liquiditeitsrisico door margin calls. Voor de beheersing van beide risico’s bestaat een systeem van interne limieten die worden bewaakt op basis van dagelijkse rapportages. De wijze waarop de financieringsinstrumenten van Eneco worden beheerd, is vastgelegd in een Treasury Statuut dat is vastgesteld door het bestuur. Bij het opnemen van gelden is het tegenpartijrisico zeer beperkt. Bij het uitzetten van gelden wordt rekening gehouden met de beoordelingscriteria zoals deze in het Treasury Statuut zijn geformuleerd. Op grond hiervan moet een tegenpartij een kredietwaardigheidkwalificatie hebben die ten minste gelijk is aan een rating A-1 volgens Standard & Poor’s of P-1 volgens Moody’s. Het tegenpartijrisico wordt verder beperkt door spreiding over meerdere partijen, vastgestelde limieten per tegenpartij en maximale looptijden voor uitzettingen.
4.2
Marktrisico Marktrisico is het risico dat Eneco loopt over waardeveranderingen in huidige of toekomstige kasstromen en financiële instrumenten die het gevolg zijn van veranderingen in marktrente, wisselkoersen en overige marktprijzen.
Prijsrisico Eneco beperkt het marktprijsrisico op de commodityportefeuilles voor eigen gebruik (own use) door back-to-back-transacties voor inkoop- en verkoopverplichtingen, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van afgeleide financiële instrumenten. Deze instrumenten worden ingezet binnen een conservatief ingerichte structuur van mandaten en limieten, met permanente registratie, bewaking en analyse van de posities en de marktwaarde. Prijsrisico’s op handelsportefeuilles van energiecommodities en emissierechten worden beheerst door value-at-risk-maatstaven (VaR) en stop-loss-limieten. De VaR representeert het worst case verlies op een portefeuille over een periode van tien dagen, uitgaande van een betrouwbaarheid van 95%. VaR-calculaties zijn gebaseerd op een prijshistorie van zestig dagen en omvatten onder meer correlaties tussen producten, markten en tijdsperiodes. Door middel van backtesting worden berekende VaR-waarden minimaal eenmaal per jaar gecontroleerd.
Eneco jaarverslag 2007
Dagelijks wordt aan risk managers en energiehandelaren gerapporteerd over zowel de VaR per individuele portefeuille als over de totale handelspositie. Limietoverschrijdingen worden apart en direct gerapporteerd. De VaR voor de handelsportefeuille als geheel bedroeg per 31 december 2007 € 1 mln. (2006: € 2 mln.).
Vreemdevalutarisico Vreemdevalutarisico is het risico dat Eneco loopt bij waardeveranderingen in financiële instrumenten als gevolg van koersveranderingen in vreemde valuta. De centrale Treasuryafdeling is verantwoordelijk voor de beheersing van dit risico. In de consolidatie opgenomen vennootschappen mogen geen open posities in vreemde valuta aanhouden die groter zijn dan € 250.000 zonder instemming van de centrale Treasury-afdeling. Op basis van de totale positie van Eneco in een vreemde valuta en de vastgestelde limiet voor open posities bepaalt de centrale Treasury-afdeling of hedging gewenst is en welke strategie daarbij zal worden gevolgd. De financiële resultaten, handelstransacties en kasstromen van Eneco worden vrijwel geheel gerealiseerd in de eurozone waardoor deze vrijwel niet onderhevig zijn aan het risico van fluctuaties in wisselkoersen.
Renterisico Renterisico is het risico dat Eneco loopt bij waardeveranderingen in financiële instrumenten als gevolg van een renteverandering in de markt. Het renterisico wordt beheerst door de centrale Treasury-afdeling. Het renterisicobeleid van Eneco is gericht op het beheersen van de nettofinancieringslasten voor fluctuaties in de marktrente. Hiertoe wordt uitgegaan van een bepaalde bandbreedte voor de verhouding tussen vast- en variabelrentende leningen. Incidenteel worden afgeleide financiële instrumenten zoals bijvoorbeeld renteswaps gebruikt om het gewenste risicoprofiel te bereiken. Maandelijks wordt aan de CFO gerapporteerd over de financieringspositie en de ontwikkelingen in de marktrente. Per 31 december 2007 zal een algemene stijging van Euribor met één procentpunt naar schatting leiden tot een daling van het resultaat vóór belastingen met € 4 mln. (per 31 december 2006: € 5 mln.).
Liquiditeitsrisico Eneco is een kapitaalintensief bedrijf. Het financieringsbeleid is gericht op het ontwikkelen en onderhouden van een optimale financieringsstructuur rekening houdend met de huidige activabasis en het investeringsprogramma. Uitgangspunten zijn toegang tot de kapitaalmarkt en flexibiliteit tegen acceptabele financieringskosten. Financieringen worden centraal aangetrokken en intern aangewend. Dochterondernemingen worden gefinancierd met een combinatie van eigen vermogen en intercompanyleningen. Geassocieerde deelnemingen worden door Eneco alleen gefinancierd met vreemd vermogen als daar voldoende garanties tegenover staan. Een specifiek liquiditeitsrisico vloeit voort uit margin calls. Voor de beheersing van dit risico zijn limieten vastgesteld voor zowel het openstaande saldo als de gevoeligheid voor prijsmutaties. Hierover wordt dagelijks gerapporteerd aan het management en maandelijks aan het bestuur. Dit beleid is eind 2006 gewijzigd en heeft erin geresulteerd dat een verandering van de marktprijs voor elektriciteit met € 1 per MWh per saldo per 31 december 2007 zou leiden tot margin calls ten bedrage van € 8 mln. terwijl die gevoeligheid per 31 december 2006 nog € 58 mln. was. Om te voorkomen dat Eneco niet in staat is te voldoen aan haar financiële verplichtingen wordt een groot belang gehecht aan het beheersen van alle hiervoor vermelde risico’s. Daarnaast wordt de liquiditeitsbehoefte gepland op basis van lange-, middellange- en kortetermijnprognoses. Deze behoefte wordt door de centrale Treasury-afdeling afgezet tegenover de beschikbare middelen. Het bestuur wordt hier maandelijks over gerapporteerd. Eneco heeft bij een aantal banken dagelijks opzegbare kredietfaciliteiten voor debetstanden in rekening-courant tot een totaalbedrag van € 115 mln. Daarnaast beschikte Eneco tot en met 2009 over gecommitteerde kredietfaciliteiten tot een bedrag van € 1 mld. (2006: € 1 mld.). In februari 2008 zijn deze vervangen door nieuwe gecommitteerde kredietfaciliteiten tot een totaalbedrag van € 1,5 mld. Deze faciliteiten hebben een looptijd van 5 jaar
71
72
Eneco jaarverslag 2007
De specificatie van de verwachte uitgaande nominale kasstromen van financiële instrumenten gedurende de komende jaren is als volgt:
Binnen 1 jaar
Tussen 1 en 5 jaar
Afgeleide financiële instrumenten
752
326
–
1.078
Rentedragende schulden
228
471
1.160
1.859
Handelscrediteuren en overige schulden
1.523
61
–
1.584
Totaal
2.503
858
1.160
4.521
Binnen 1 jaar
Tussen 1 en 5 jaar
Na 5 jaar
Totaal
Per 31 december 2007
Per 31 december 2006
Afgeleide financiële instrumenten Rentedragende schulden Actuele belastingschulden Handelscrediteuren en overige schulden Totaal
Na 5 jaar
Totaal
653
535
–
1.188
1.040
328
215
1.583
77
–
–
77
937
64
–
1.001
2.707
927
215
3.849
Vanwege de verwachte ontvangsten uit operationele activiteiten voorziet het bestuur geen ontwikkelingen die belemmerend zijn om aan bovenstaande verplichtingen te voldoen.
Eneco jaarverslag 2007
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld.
Opbrengst energielevering en transport
5.
*
2007
2006
Elektriciteit*
2.345
1.887
Gas
1.949
1.839
Warmte
248
217
Totaal*
4.542
3.943
De opbrengst Energieproductie wordt in 2007 niet meer opgenomen bij de Overige opbrengsten, maar bij de Opbrengst Elektriciteit. Voor vergelijking is het gegeven van 2006 hierop aangepast.
De afrekening van verkopen aan grootverbruikers is gebaseerd op maandelijks afgelezen meterstanden. De afrekening van verkopen aan kleinverbruikers is gebaseerd op meteropnames gespreid over het hele jaar. De omvang van de energie- en transportdiensten die gedurende de verslagperiode aan kleinverbruikers zijn geleverd en de opbrengstwaarden daarvan worden daarom deels geschat op basis van historische verbruiksgegevens, standaardklantprofielen en toepasselijke energietarieven. Van het opbrengstbedrag van 2007 berust € 1.603 mln. op schattingen (2006: € 1.429 mln.). De opbrengst is nagenoeg geheel in Nederland gerealiseerd.
Overige opbrengsten
6.
2007
2006
Exploitatie Openbare Verlichting
60
79
Energie- en emissiehandel
–8
24
en verbruikstoestellen
82
80
Subsidie- en incassodiensten
25
32
Infrastructurele werken*
75
71
–
30
Overig*
13
28
Totaal*
247
344
Aanleg, onderhoud en verhuur energie-installaties
Rechtsgeschillen en claims
*
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
73
74
Eneco jaarverslag 2007
Personeelsbeloningen
7.
2007
2006
Lonen en salarissen
246
231
Sociale lasten
19
18
Pensioenpremies
28
26
Overige personeelskosten
34
27
327
302
Totaal
Onder de overige personeelskosten is € 2 mln. (2006: € 6 mln.) begrepen voor individuele vertrekregelingen.
Personeelsaantallen De specificatie van het aantal personeelsleden per bedrijfssegment herleid naar fulltime equivalenten (FTE) per jaareinde is als volgt:
FTE
*
31 december 2007
31 december 2006 *
Energie*
2.375
2.263
Infra/netten*
2.589
2.409
Overig
335
315
Totaal
5.299
4.987
Gegevens 2006 aangepast voor gewijzigde segmentering.
Het gemiddeld aantal FTE in 2007 bedroeg 5.102 (2006: 4.757). Deze toename wordt onder meer veroorzaakt door de overname van N.V. ONS Energie en ONS Customer Services B.V.
8.
Bezoldiging bestuurders en commissarissen Bezoldiging bestuurders De bezoldiging voor het bestuur wordt vastgesteld door commissarissen op advies van de remuneratiecommissie. Deze commissie, bestaande uit een aantal commissarissen, beoordeelt het functioneren van het bestuur aan de hand van de specifieke taken van ieder van de leden. Het remuneratierapport over 2007 wordt beschikbaar gesteld op de website van Eneco. De bezoldiging van de bestuurders bestaat uit een vaste vergoeding en een variabele vergoeding. De variabele vergoeding bedraagt maximaal 20% van de vaste vergoeding. De variabele vergoeding die in 2007 is uitgekeerd, is gebaseerd op het financiële resultaat dat over 2006 is behaald en op individuele taakstellingen. De pensioentoezeggingen voor de heren De Haas en Fennema zijn ondergebracht bij de reguliere pensioenregeling van Eneco. De heer Machielsen heeft een individuele pensioenregeling (toegezegde-bijdrageregeling). De huidige arbeidsovereenkomsten met de bestuursleden zijn aangegaan voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van vier maanden voor de vennootschap. De bestuursleden zijn elk in het bestuur benoemd voor een periode van vier jaar. Bij het gedwongen verlaten van de vennootschap hebben de heren De Haas, Machielsen en Fennema recht op een uitkering van respectievelijk 24, 12 en 12 maanden salaris.
Eneco jaarverslag 2007
Specificatie van het totaal van de reguliere vergoedingen:
Brutosalaris
Variabele beloning
Pensioenpremie
mr. J.F. de Haas
384
55
drs. H.J. Machielsen
306
47
ir. J.J. Fennema (vanaf 1 mei 2006)
280
Totaal
970
x € 1.000
Totaal 2007
Totaal 2006
59
498
451
46
399
354
29
40
349
199
131
145
1.246
1.004
Aan de heer drs. R. Blom is inzake de afwikkeling van zijn arbeidsovereenkomst een bonus over het jaar 2006 betaald van € 74.000,–.
Bezoldiging commissarissen De commissarissen ontvangen elk een honorarium van € 25.000,– op jaarbasis. De bezoldiging van de voorzitter van de raad van commissarissen bedraagt € 32.500,–. Commissieleden (met uitzondering van de voorzitter) ontvangen elk een extra vergoeding van € 2.500,–. De vaste onkostenvergoeding bedraagt € 1.150,– per jaar. Deze bedragen zijn ten opzichte van 2006 niet gewijzigd.
9.
Resultaat geassocieerde deelnemingen Voor een overzicht van de geassocieerde deelnemingen wordt verwezen naar bladzijde 102.
10.
2007
2006
Aandeel in nettoresultaat geassocieerde deelnemingen
4
1
Opbrengst verkoop dochterondernemingen
1
–
Dividend uit kapitaalbelangen
4
–
Totaal
9
1
2007
2006
Rentelasten
– 80
– 72
Rentebaten
39
10
Resultaat op renteswaps
–2
–1
Oprenting voorzieningen
–2
–2
Waardevermindering financiële vaste activa
–4
–
– 49
– 65
Financiële baten en lasten
Totaal
De post waardevermindering financiële vaste activa betreft een vordering op een geassocieerde deelneming.
75
76
Eneco jaarverslag 2007
11.
Belastingen De vennootschap vormt met haar dochterondernemingen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Alle vennootschappen van deze eenheid zijn hiermee hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de eenheid. De verschuldigde vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid wordt aan de vennootschappen van de eenheid toegerekend op basis van de gerealiseerde fiscale resultaten. De specificatie van de belastingen die zijn verwerkt in het nettoresultaat is als volgt:
2007
Acute belastingdruk
79
75
Mutatie uitgestelde belastingen
16
68
Correctie belastingen over voorgaande jaren
– 52
–
Correctie uitgestelde belastingen voorgaande jaren
– 33
–
–
31
10
174
2007
2006
Resultaat voor belasting
434
485
Deelnemingsvrijstelling
– 64
–
8
5
Belastingvrij resultaat
–2
– 25
Aandeel derden
–2
–
Verliescompensatie
–1
–
Wijziging belastingtarieven Belastingen op het resultaat *
2006 *
Gegevens van 2006 zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Specificatie van de acute belastingdruk:
Fiscaal niet-aftrekbare kosten
Fiscaal niet-compensabel verlies
1
1
– 57
– 141
Fiscale faciliteiten
–9
– 73
Fiscaal resultaat
308
252
25,5%
29,6%
79
75
Fiscaal hogere afschrijvingen
Nominaal belastingtarief Acute belastingdruk
Eneco jaarverslag 2007
Specificatie van de effectieve belastingdruk uitgedrukt als percentage van het resultaat voor belastingen:
Belastingtarief in Nederland
2007
2006
25,5%
29,6%
– 3,8%
0,0%
Effect van:
· · · · · · ·
Nominaal belastingtarief Niet-aftrekbare kosten Resultaat vrij van belasting Fiscale stimuleringsmaatregelen Correctie belastingen over voorgaande jaren Correctie uitgestelde belastingen over voorgaande jaren Wijzigingen belastingtarieven
Effectieve belastingdruk
0,5%
0,3%
– 0,1%
– 1,5%
– 0,3%
– 0,4%
– 12,0%
–
– 7,5%
1,4%
–
6,5%
2,3%
35,9%
Eneco is sinds 1 januari 1998 volledig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. De discussie met de Belastingdienst over de waarden van de activa en passiva die in de fiscale openingsbalans moeten worden opgenomen, is in 2007 afgerond. Daarnaast is in 2007 met de Belastingdienst overeenstemming bereikt over de aangiften voor de jaren 1998 tot en met 2001. Mede hierdoor is de effectieve belastingdruk in 2007 lager dan in 2006 (zie ook toelichting 17).
12.
Overheidssubsidies De specificatie van de overheidssubsidies die zijn verwerkt in het nettoresultaat is als volgt:
2007
Opleidingen en studie Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP-regeling) Energie-investeringsaftrek Totaal
2006
–
1
17
15
2
2
19
18
77
78
Eneco jaarverslag 2007
Toelichting op de geconsolideerde balans Alle in de volgende overzichten opgenomen bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld.
13.
Materiële vaste activa Grond en bedrijfsgebouwen
Machines en installaties
Overige bedrijfsmiddelen
Activa in aanbouw
Totaal
328
4.896
261
93
5.578
15
183
13
70
281
1
43
–
–
44
–1
3
– 34
–9
– 41
–
37
– 37
–
–
Aanschafwaarde Per 1 januari 2006 Investeringen Uitbreiding consolidatiekring Desinvesteringen Herclassificatie
343
5.162
203
154
5.862
Investeringen
9
184
18
151
362
Uitbreiding consolidatiekring
5
82
–
–
87
Inkrimping consolidatiekring
–
–
– 12
–1
– 13
–7
– 53
– 14
–
– 74
2
178
4
– 32
152
352
5.553
199
272
6.376
Per 31 december 2006
Desinvesteringen Herclassificatie Per 31 december 2007
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 144
1.999
188
–
2.331
Jaarafschrijvingen
Per 1 januari 2006
9
167
6
–
182
Bijzondere waardeverminderingen
–
–
4
–
4
Uitbreiding consolidatiekring
–
9
–
–
9
–2
–8
– 21
–
– 31
–
31
– 31
–
–
Desinvesteringen Herclassificatie
151
2.198
146
–
2.495
Jaarafschrijvingen
Per 31 december 2006
8
162
13
–
183
Uitbreiding consolidatiekring
2
22
–
–
24
Inkrimping consolidatiekring
–
–
–3
–
–3
–4
– 39
–8
–
– 51
–
152
–
–
152
157
2.495
148
–
2.800
Per 31 december 2006
192
2.964
57
154
3.367
Per 31 december 2007
195
3.058
51
272
3.576
Desinvesteringen Herclassificatie Per 31 december 2007
Netto boekwaarde
In de jaren 1997 tot en met 2000 zijn door Eneco lease-and-leasebacktransacties aangegaan voor een groot deel van de elektriciteits-, gas- en warmtenetten. Het juridische en economische eigendom daarvan is bij Eneco gebleven. Deze activa zijn daarom op dezelfde wijze opgenomen als de overige materiële vaste activa van Eneco. De boekwaarde van de betreffende activa bedraagt ultimo 2007 € 2.941 mln. (2006: € 2.938 mln.). Voor een nadere toelichting op deze leasetransacties wordt verwezen naar toelichting 31.
Eneco jaarverslag 2007
14.
Immateriële vaste activa
Goodwill
Klantenbestanden
Licenties en software
Concessies, vergunningen en rechten
Ontwikkelingskosten
Totaal
319
Aanschafwaarde Per 1 januari 2006
–
110
56
151
2
17
5
10
–
–
32
–
–
–3
–
–
–3
17
115
63
151
2
348
–
–
7
1
–
8
22
11
–
1
–
34
Desinvesteringen
–
–1
–
–1
–
–2
Herclassificatie
–
–6
20
–1
–
13
39
119
90
151
2
401
Per 1 januari 2006
–
27
39
16
–
82
Jaarafschrijvingen
–
7
11
17
–
35
Desinvesteringen
–
–
–2
–
–
–2
Per 31 december 2006
–
34
48
33
–
115
Jaarafschrijvingen
–
9
7
17
–
33
Desinvesteringen
–
–
–
–1
–
–1
Herclassificatie
–
–6
19
–
–
13
Per 31 december 2007
–
37
74
49
–
160
Per 31 december 2006
17
81
15
118
2
233
Per 31 december 2007
39
82
16
102
2
241
Investeringen Desinvesteringen Per 31 december 2006 Investeringen Acquisities
Per 31 december 2007
Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Netto boekwaarde
In samenhang met nieuw verworven dochterondernemingen (zie toelichting 15) is per 1 januari 2007 goodwill opgenomen voor een bedrag van € 22 mln. Goodwill heeft gedurende het jaar 2007 geen waardevermindering van betekenis ondergaan. De post Klantenbestanden betreft voornamelijk het klantenbestand van REMU N.V. dat in 2003 door Eneco is overgenomen. Per balansdatum zal nog vijftien jaar op dit bestand worden afgeschreven. De post concessies, vergunningen en rechten betreft voornamelijk een bedrag van € 150 mln. dat in 2005 is betaald voor de overname van een overeenkomst betreffende de levering van maximaal 800 MW elektriciteit door Rijnmond Energy C.V. Op deze post zal per balansdatum nog twaalf jaar worden afgeschreven.
79
80
Eneco jaarverslag 2007
15.
Consolidatiekring Een overzicht van dochterondernemingen en joint ventures die volledig respectievelijk proportioneel zijn opgenomen in de consolidatie is opgenomen op bladzijde 100 en volgende. Effectief per 1 januari 2007 heeft Eneco de energieleverings-, netwerk- en servicediensten overgenomen van ONS Houdstermaatschappij N.V. Met deze transactie heeft Eneco haar belang in N.V. ONS Energie vergroot van 33% tot 100% en zijn alle aandelen verkregen van ONS Netbeheer B.V., ONS Customer Services B.V., Echte Energie Nederland B.V. en Echte Energie België N.V. De vennootschap ONS Customer Services B.V. is in de loop van 2007 verdwenen door fusie met Eneco Services B.V. Alle activiteiten van ONS Energie B.V. zijn in 2007 afgesplitst naar dochterondernemingen van N.V. Eneco met uitzondering van de netwerken. In de gesegmenteerde informatie worden de financiële gegevens van ONS Energie B.V. verantwoord bij het segment Infra en die van Echte Energie Nederland B.V. respectievelijk Echte Energie België N.V. bij het segment Energie. Met CO2 B.V. is in 2007 de vennootschap onder firma Greenlab opgericht om gezamenlijk de innovatie op het gebied van duurzaamheid te stimuleren en daarmee meer groene energie te realiseren in Nederland. De zeggenschap en het kapitaalbelang in deze joint venture zijn voor partijen gelijk. De financiële gegevens worden proportioneel verwerkt bij het segment Energie. Effectief per 1 januari 2007 is Telecom Utrecht N.V. (TCU) afgestoten. Hiermee heeft Eneco haar telecomactiviteiten voor derden beëindigd. TCU werd gerekend tot het segment Energie. De specificatie van de effecten op de activa en passiva van de belangrijkste acquisities en desinvesteringen die gedurende het jaar 2007 hebben plaatsgevonden is opgenomen in de toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht (zie bladzijde 95).
16.
Geassocieerde deelnemingen De waarde van de geassocieerde deelnemingen zoals vermeld in het overzicht op bladzijde 102 heeft zich in 2007 als volgt ontwikkeld:
2007
2006
Boekwaarde aanvang boekjaar
5
5
Herwaarderingen
7
–
– 11
–
28
–
4
–
33
5
Mutatie consolidatiekring Investeringen Aandeel in resultaat geassocieerde deelnemingen Boekwaarde einde boekjaar
Per 1 januari 2007 is het bestaande belang in N.V. ONS Energie van 33% vergroot tot 100%, waarmee deze vennootschap niet langer wordt verantwoord als geassocieerde deelneming, maar als dochteronderneming. In verband hiermee is onder de post Mutatie consolidatiekring een negatief bedrag opgenomen van € 11 mln. Uit de bepaling van de waarde van de netto-activa die door deze vergroting is verkregen volgde een herwaardering van het bestaande belang met € 7 mln. Voor nadere informatie over de post Investeringen wordt verwezen naar de toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht (zie bladzijde 95 e.v.).
Eneco jaarverslag 2007
De samenvatting van de financiële gegevens van de geassocieerde deelnemingen is als volgt:
31 december 2007
31 december 2006
Totaal activa
145
181
Totaal schulden
93
164
Totaal netto-activa
52
17
Aandeel Eneco in netto-activa
17
5
2007
2006
363
166
12
0
4
0
Omzet Resultaat na belastingen Aandeel Eneco in resultaat na belastingen
17.
Uitgestelde belastingen De specificatie van de uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen is als volgt:
Vorderingen
Materiële vaste activa
Verplichtingen
31 december 2007
31 december 2006
31 december 2007
31 december 2006
261
228
43
–
Immateriële vaste activa
4
–
2
–
Kasstroomafdekkingen
–
2
11
–
Compensabele verliezen
7
–
–
–
23
–
–
–
295
230
56
–
Voorzieningen Totaal
Op basis van toegestane saldering zijn de volgende bedragen opgenomen:
Nettovorderingen
Materiële vaste activa
Nettoverplichtingen
31 december 2007
31 december 2006
31 december 2007
31 december 2006
218
228
–
–
Immateriële vaste activa
4
–
2
–
Kasstroomafdekkingen
–
2
11
–
Compensabele verliezen
7
–
–
–
23
–
–
–
252
230
13
–
Voorzieningen Totaal
81
82
Eneco jaarverslag 2007
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen die betrekking hebben op kasstroomafdekkingen worden in het eigen vermogen verrekend. Voor de mutaties wordt verwezen naar toelichting 25. Voortkomend uit de activiteiten van N.V. ONS Energie is een uitgestelde belastingvordering opgenomen voor compensabele verliezen (€ 7 mln.) en zijn uitgestelde belastingverplichtingen opgenomen voor materiële vaste activa (€ 2 mln.) en klantenbestanden (€ 2 mln.). De specificatie van de vervaltermijnen van verrekenbare tijdelijke verschillen is als volgt:
Netto vorderingen Materiële vaste activa
Netto verplichtingen
1 – 25 jr
Immateriële vaste activa
12 jr
Kasstroomafdekkingen
10 jr 1 – 3 jr
Compensabele verliezen
1 – 5 jr
Voorzieningen
1 – 5 jr
Voor compensabele voorvoegingsverliezen ten bedrage van € 12 mln. (2006: € 100 mln.) is geen uitgestelde belastingvordering opgenomen, omdat niet zeker is of er toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen zijn waarmee deze verliezen kunnen worden verrekend. Volgens de fiscale regelgeving is verrekening van deze verliezen alleen mogelijk met winsten die worden gerealiseerd in de jaren 2008 tot en met 2013.
18.
Afgeleide financiële instrumenten De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten is als volgt:
31 december 2007 Activa
Renteswaps Energiecommodities*
Passiva
Activa
Passiva
1
4
11
2
252
226
254
233
9
9
3
3
262
239
268
238
190
151
168
150
72
88
100
88
262
239
268
238
CO2-emissierechten* Totaal
31 december 2006
Classificatie Vlottend / kortlopend* Vast / langlopend* Totaal *
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Tegengestelde marktwaarden van handelstransacties die met dezelfde partijen en voor dezelfde periode onder EFET-voorwaarden plaatsvinden worden vanaf 2007 gesaldeerd opgenomen. De vergelijkende cijfers per ultimo 2006 zijn daarop aangepast
Eneco jaarverslag 2007
De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan de waardemutaties zijn verwerkt in het resultaat is als volgt:
31 december 2007 Activa
Renteswaps Energiecommodities*
Passiva
Activa
Passiva
–
4
–
2
217
225
235
202
9
9
3
3
226
238
238
207
165
151
153
129
61
87
85
78
226
238
238
207
CO2-emissierechten* Totaal
31 december 2006
Classificatie Vlottend / kortlopend* Vast / langlopend* Totaal *
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
De specificatie van de reële waarde van afgeleide financiële instrumenten waarvan de waardemutaties zijn verwerkt in het eigen vermogen (kasstroomafdekkingsinstrumenten) is als volgt:
31 december 2007 Activa
Renteswaps
31 december 2006 Passiva
Activa
Passiva
1
–
11
–
Energiecommodities*
35
1
19
31
Totaal
36
1
30
31
Classificatie
*
19.
Vlottend / kortlopend*
25
–
15
21
Vast / langlopend*
11
1
15
10
Totaal
36
1
30
31
31 december 2007
31 december 2006
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Overige financiële vaste activa
Overige kapitaalbelangen Vorderingen op verbonden partijen Overige vorderingen Totaal
9
8
49
43
4
5
62
56
83
84
Eneco jaarverslag 2007
20.
Voorraden 31 december 2007
31 december 2006
Voorraden (kostprijs)
33
26
Af: waardevermindering
–2
–1
Totaal
31
25
2007
2006
25
22
Boekwaarde 1 januari Aanschaffingen
112
94
– 105
– 90
Mutatie waardevermindering
–1
–1
Boekwaarde 31 december
31
25
Verbruik
De voorraden bestaan voornamelijk uit verbruiksgoederen en worden niet aangehouden voor handelsdoeleinden. De reële waarde van de voorraden is gelijk aan de boekwaarde.
21.
Handelsdebiteuren De handelsdebiteuren betreffen posten met een looptijd korter dan één jaar na balansdatum. De reële waarde van de handelsdebiteuren is gelijk aan de boekwaarde.
Energiedebiteuren
31 december 2006
1.320
896
Overige handelsdebiteuren
101
64
Af: waardevermindering
– 58
– 68
1.363
892
Totaal* *
31 december 2007
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Eneco jaarverslag 2007
De specificatie van de uitstaande vorderingen naar ouderdom is als volgt:
Voor vervaldatum
31 december 2007
31 december 2006
1.143
643
Na vervaldatum:
· · · ·
tot 3 maanden
160
182
3 tot 6 maanden
25
25
6 tot 12 maanden
19
23
meer dan 12 maanden
74
87
Nominale waarde Af: waardeverminderingen Totaal
22.
960
– 58
– 68
1.363
892
31 december 2007
31 december 2006
Overige vorderingen
Toelichting
Overige vorderingen
6
37
1
–4
Overlopende activa
263
377
Totaal*
270
410
Onderhanden projecten in opdracht van derden
*
1.421
23
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Onder de overlopende activa is € 35 mln. (2006: € 265 mln.) opgenomen voor zekerheidsstellingen van Eneco aan handelspartijen (margin calls).
23.
Onderhanden projecten in opdracht van derden
Kostprijs Opgenomen resultaat Af: gefactureerde termijnen Totaal
31 december 2007
31 december 2006
41
31
1
1
– 41
– 36
1
–4
85
86
Eneco jaarverslag 2007
24.
Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit banktegoeden en contanten en bedragen per 31 december 2007 € 146 mln. (2006: € 157 mln.). Van deze middelen staat op balansdatum € 33 mln. (2006: € 95 mln.) niet ter vrije beschikking vanwege tijdelijk afgegeven contragaranties.
25.
Eigen vermogen 31 december 2007
31 december 2006
Aandelenkapitaal
497
497
Agioreserve
381
381
Herwaarderingsreserve Reserve kasstroomafdekkingen Ingehouden resultaten Onverdeeld resultaat boekjaar
7
–
35
–5
1.694
1.554
426
311
3.040
2.738
0
0
3.040
2.738
Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Eneco Holding N.V. Minderheidsbelangen Eigen vermogen Eneco
Aandelenkapitaal Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 2 miljard, verdeeld in 20 miljoen aandelen met een nominale waarde van elk € 100,-. Per 31 december 2007 zijn 4.970.978 aandelen geplaatst en volgestort. In 2007 is hierin geen wijziging opgetreden. De vennootschap heeft alleen gewone aandelen uitstaan die geen bijzondere rechten geven. De agioreserve is te beschouwen als gestort kapitaal.
Agioreserve De vennootschap is als holding van Eneco gevormd in het jaar 2000. De toenmalige aandeelhouders van N.V. Eneco hebben een aandelenbelang in de vennootschap verkregen door hun belangen in N.V. Eneco in te brengen in de vennootschap. Voor zover de waarde van dat belang de nominale waarde van de aandelen van vennootschap oversteeg, is dit meerdere opgenomen als agioreserve. Deze reserve staat ter beschikking van de aandeelhouders van Eneco Holding N.V.
Reserve kasstroomafdekkingen De reserve kasstroomafdekkingen bestaat uit het effectieve deel van de nettocumulatieve mutatie in de reële waarde van kasstroomafdekkingsinstrumenten waarvan de afdekkingstransactie nog niet is afgewikkeld. De kasstroomafdekkingsinstrumenten bestaan uit financiële swaps die met andere marktpartijen zijn afgesloten om de marktprijsrisico’s af te dekken van de inkoop en verkoop van energiecommodities, in het bijzonder de spark spread van de productieportfolio, posities in de gasportfolio en posities in de elektriciteitsportfolio vanwege aan verschillende brandstoffen geïndexeerde elektriciteitsverkopen. De reserve kasstroomafdekkingen staat niet ter vrije beschikking van de aandeelhouders.
Eneco jaarverslag 2007
Energiecommodities
Per 1 januari 2006
Renteswaps
Totaal
3
–
3
– 46
11
– 35
Uitgestelde belastingverplichtingen
12
–3
9
Gerealiseerde waarde kasstroomafdekkingen
24
–
24
Belasting op gerealiseerde kasstroomafdekkingen
–6
–
–6
– 13
8
–5
66
6
72
– 17
3
– 14
Toename reële waarde kasstroomafdekkingen
Per 31 december 2006 Toename reële waarde kasstroomafdekkingen Uitgestelde belastingverplichtingen Gepassiveerde waarde forward starting renteswaps Gerealiseerde waarde kasstroomafdekkingen Belasting op gerealiseerde kasstroomafdekkingen Per 31 december 2007
–
– 16
– 16
–3
–
–3
1
–
1
34
1
35
In de post Gerealiseerde waarde kasstroomafdekkingen is in 2007 een verlies van € 1 mln. verwerkt voor niet-effectieve kasstroomafdekkingen. De specificatie van de reële waarde van de kasstroomafdekkingsinstrumenten is opgenomen onder toelichting 18. Voor de betekenis van de Gepassiveerde waarde forward starting renteswaps wordt verwezen naar toelichting 28. De specificatie van de perioden waarin de kasstromen en de resultaten van de kasstroomafdekkingen naar verwachting zullen worden gerealiseerd is als volgt:
31 december 2007
31 december 2006
Verwachte kasstroom Binnen 1 jaar
47
–
Binnen 1 tot 5 jaar
4
–3
Na 5 jaar
–
–
51
–3
Totaal
De kasstroomafdekkingsinstrumenten betreffen afgeleide financiële instrumenten die netto tussen partijen worden afgerekend. Het verschil tussen de totaal verwachte kasstromen van kasstroomafdekkingsinstrumenten en de reële waarde daarvan (zie toelichting 18) heeft betrekking op afgeleide financiële instrumenten waarvan de prijsperiode is verstreken. Deze verwachte kasstromen zijn opgenomen onder Overige vorderingen.
31 december 2007
31 december 2006
Binnen 1 jaar
35
– 14
Binnen 1 tot 5 jaar
12
–4
–
11
45
–7
Verwachte verwerking in resultaat voor belastingen
Na 5 jaar Totaal
Het totaal van de kasstroomafdekkingen die nog in het resultaat moeten worden verwerkt is onder aftrek van belastingen opgenomen in de Reserve kasstroomafdekkingen.
87
88
Eneco jaarverslag 2007
Ingehouden resultaten en onverdeeld resultaat boekjaar De specificatie van het verloop van de ingehouden resultaten en het onverdeelde resultaat van het boekjaar die ter beschikking staan van de aandeelhouders van Eneco Holding N.V. is als volgt:
Ingehouden winst
Per 1 januari 2006 Betaald dividend Ingehouden winst 2005 Nettoresultaat 2006 Per 31 december 2006
1.418
302
–
– 166
136
– 136
–
311
1.554
311
–
– 171
140
– 140
–
426
1.694
426
Ziektekosten gepensioneerden
Diensttijd gebonden uitkeringen
Totaal
16
23
39
–
1
1
Onttrekkingen
–2
–
–2
Vrijval
–5
–1
–6
Per 31 december 2006
9
23
32
Dotaties
1
4
5
Onttrekkingen
–2
–
–2
Vrijval
–1
–1
–2
7
26
33
Langlopend
7
24
31
Kortlopend
–
2
2
Per 31 december 2007
7
26
33
Betaald dividend Ingehouden winst 2006 Nettoresultaat 2007 Per 31 december 2007
26.
Onverdeelde winst
Personeelsvoorzieningen
Per 1 januari 2006 Dotaties
Per 31 december 2007 Classificatie
De voorzieningen zijn actuarieel bepaald op basis van de volgende uitgangspunten:
2007
2006
Disconteringsvoet per balansdatum
4%
4%
Toekomstige salarisstijgingen
2%
2%
Eneco jaarverslag 2007
27.
Overige voorzieningen Amoveringsverplichtingen
Verlieslatende Rechtsgeschillen contracten en claims *
Belastingdienst *
Reorganisatie *
Overig *
Totaal
141
Per 1 januari 2006
7
–
4
83
20
27
Dotaties
3
–
–
5
–
3
11
Onttrekkingen
–
–
–
– 40
–5
– 15
– 60
Vrijval
–
–
–1
–
–6
–3
– 10
10
–
3
48
9
12
82
1
–
–
–
2
1
4
Per 31 december 2006 Dotaties Uitbreiding consolidatiekring Onttrekkingen Vrijval Per 31 december 2007
–
43
–
–
–
–
43
–1
– 28
–3
–8
–5
–3
– 48
–
–
–
– 40
–
–1
– 41
10
15
–
–
6
9
40
Classificatie
*
Kortlopend
–
–
–
–
5
2
7
Langlopend
10
15
–
–
1
7
33
Per 31 december 2007
10
15
–
–
6
9
40
De gegevens van 2006 zijn aangepast voor een verbeterd inzicht in de belangrijkste voorzieningen.
In 2007 is een voorziening opgenomen voor verlieslatende contracten die zijn voortgekomen uit de activiteiten die zijn overgenomen van N.V. ONS Energie. ENECO is in 2007 met de Belastingdienst tot een schikking gekomen betreffende een interpretatieverschil over de subsidieregeling voor duurzaam opgewekte elektriciteit die gedurende de jaren 2000 tot en met 2003 is geïmporteerd. De voorziening die hiervoor was opgenomen is in 2007 afgewikkeld. Een groot gedeelte van het schikkingsbedrag heeft ENECO kunnen verhalen op derden. De langlopende voorzieningen zijn in 2006 en 2007 opgerent met 4%.
28.
Rentedragende schulden De rentedragende schulden betreffen uitsluitend schulden in euro en zijn als volgt te specificeren:
31 december 2007
Obligatielening Onderhandse leningen Groene leningen Achtergestelde leningen Totaal
31 december 2006
123
123
1.067
1.189
149
156
7
7
1.346
1.475
89
90
Eneco jaarverslag 2007
De specificatie van de aflossingsverplichtingen is als volgt:
31 december 2007
31 december 2006
0 – 1 jaar
168
1.010
1 – 2 jaar
66
57
2 – 3 jaar
158
61
3 – 4 jaar
30
144
4 – 5 jaar
31
15
Na 5 jaar
893
188
1.346
1.475
Totaal Classificatie Langlopende rentedragende schulden
1.178
465
Kortlopende rentedragende schulden
168
1.010
1.346
1.475
Totaal
Onder de rentedragende schulden zijn in verband met een aantal investeringsprojecten non-recourse leningen opgenomen voor een bedrag van € 99 mln. (2006: € 100 mln.). Voor deze leningen zijn diverse pandrechten verstrekt en zijn activa in onderpand gegeven ter waarde van € 187 mln. (2006: € 92 mln.). Tevens zijn zekerheden verstrekt in het kader van een gemeentegarantie van € 6 mln. (2006: € 9 mln.) afgegeven door de voormalige gemeentelijke aandeelhouders van dochteronderneming Energiebedrijf Delfland N.V. De obligatielening betreft uitgegeven eurobonds onder het in 2003 geïntroduceerde Debt Issuance Programme. Deze lening is genoteerd aan de beurs van Luxemburg. De onderhandse leningen zijn in overwegende mate verkregen van pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en banken. In maart 2007 zijn euroleningen verkregen van Amerikaanse pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen voor een totaal bedrag van € 775 mln. Deze leningen zijn verbonden aan de gereguleerde activiteiten van Eneco en hebben looptijden die variëren van zeven tot twintig jaar. Het marktrenterisico van deze lening was in 2006 al afgedekt met forward starting renteswaps. Deze swaps zijn bij het aangaan van de euroleningen gerealiseerd met een positieve waarde van € 16 mln. Deze waarde is gepassiveerd en wordt gedurende de looptijd van de leningen lineair afgeschreven. De afschrijvingen worden verwerkt als negatieve rentekosten. De groene leningen betreffen via zogenaamde groenfondsen opgenomen leningen voor financiering van specifieke investeringen in duurzame energie-infrastructuur. Vanwege de belastingvoordelen die beleggers in deze groenfondsen genieten nemen zij genoegen met een lager rendement waardoor de verschuldigde rente ruimschoots onder de marktrente ligt. De achtergestelde leningen betreffen leningen van een aantal gemeentelijke aandeelhouders waarbij rente en aflossing zijn achtergesteld aan alle huidige en toekomstige schuldverplichtingen. Eneco heeft dagelijks opzegbare kredietfaciliteiten voor debetstanden in rekening-courant bij een aantal banken tot een bedrag van € 115 mln. (2006: € 115 mln.). Daarnaast beschikte Eneco tot en met 2009 over gecommitteerde kredietfaciliteiten tot een bedrag van € 1 mld. (2006: € 1 mld.). In februari 2008 zijn deze vervangen door nieuwe gecommitteerde faciliteiten tot een totaalbedrag van € 1,5 mld. Deze faciliteiten hebben een looptijd van 5 jaar. Van de beschikbare kredietfaciliteiten werd per balansdatum geen gebruik gemaakt.
Eneco jaarverslag 2007
De kortlopende rentedragende schulden bestaan per balansdatum voor € 99 mln. (2006: € 363 mln.) uit onderhandse kasgeldleningen en uitgegeven commercial paper. Voor deze leningen zijn geen faciliteiten beschikbaar. Aflossingsverplichtingen voor het eerste jaar na balansdatum worden opgenomen onder de kortlopende schulden. De rentebetalingen over een leningbedrag van € 1.033 mln. (2006: € 299 mln.) zijn gebaseerd op een vast percentage (reëlewaarderisico). Voor het overige gelden variabele rentepercentages die meegaan met de ontwikkeling van de marktrente (kasstroomrenterisico). Hiervoor wordt deels gebruikgemaakt van afgeleide financiële instrumenten (renteswaps). De gemiddelde rentelast en de reële waarde van de leningen kunnen als volgt worden gespecificeerd:
2007
Gemiddelde rentelast Reële waarde van de leningen (x € 1 mln.)
2006
4,2%
4,3%
1.318
1.014
De reële waarde van de leningen wordt geschat als de contante waarde van toekomstige kasstromen uitgaande van een marktrentevoet van 3,9 tot 5,7% (2006: 3,6 tot 4,9%).
29.
Handelscrediteuren en overige schulden
Handelscrediteuren
31 december 2007
31 december 2006
1.167
667
Premies sociale verzekeringen
1
–
Pensioenpremies
4
4
Overlopende passiva*
190
230
Overige schulden*
222
100
1.584
1.001
Totaal* Classificatie
*
Langlopend
61
64
Kortlopend
1.523
937
Totaal
1.584
1.001
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Onder de overlopende passiva is € 6 mln. (2006: € 5 mln.) opgenomen voor waarborgsommen die zijn ontvangen van klanten als zekerheid voor de betaling van bedragen die zij aan Eneco verschuldigd zijn.
91
92
Eneco jaarverslag 2007
30.
Operationele leases Kosten en verplichtingen van operationele leases Door Eneco zijn operationele leaseovereenkomsten afgesloten voor ICT-voorzieningen en het wagenpark. Daarnaast zijn huurovereenkomsten gesloten voor een aantal bedrijfspanden. In het resultaat is hiervoor een last opgenomen van € 39 mln. (2006: € 46 mln.). De minimale verplichtingen onder deze overeenkomsten vervallen als volgt:
31 december 2007
31 december 2006
Huurverplichtingen
Leaseverplichtingen
Binnen 1 jaar
13
Binnen 1 tot 5 jaar
35
Na 5 jaar Totaal
Huurverplichtingen
Leaseverplichtingen
27
14
21
41
27
14
–
–
11
–
48
68
52
35
Opbrengsten van operationele leases Eneco verhuurt verbruikstoestellen en energie-installaties voor perioden van vijf tot vijftien jaar waarbij de betreffende activa eigendom van Eneco blijven. De verhuur omvat de terbeschikkingstelling aan gebruikers en het onderhoud. De verhuuropbrengsten die in het resultaat zijn verwerkt, bedragen € 36 mln. (2006: € 33 mln.). De minimale vorderingen uit hoofde van niet-opzegbare huurovereenkomsten vervallen als volgt:
31 december 2007
31 december 2006
Binnen 1 jaar
35
29
Binnen 1 tot 5 jaar
94
11
Na 5 jaar
44
–
173
40
Totaal
31.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Inkoop- en verkoopverplichtingen energie Voor het jaar 2008 en daarna heeft ENECO afnameverplichtingen van energie met een marktwaarde op balansdatum van circa € 4,2 mld. (2006: € 3,9 mld.). Onder deze afnameverplichtingen is een contract opgenomen voor de inkoop van warmte. Dit contract loopt af per ultimo 2014. Afgesloten verkoopcontracten voor 2008 en latere jaren hebben uiteenlopende looptijden, prijzen, volumes en leveringsmomenten. De inkoopverplichtingen omvatten energiecontracten voor eigen gebruik (own use) met verschillende energieproducenten waaronder Rijnmond Energy C.V. (tot en met 2029), Offshore Windpark Q7 B.V. en diverse kleinere producenten van windenergie. Rekening houdend met gebruikelijke verlengingen van bestaande verkoopcontracten en nieuwe contracten overstijgen de verkoopverplichtingen de inkoopverplichtingen ruimschoots.
Lease-and-leasebacktransacties In de jaren 1997 tot en met 2000 zijn door Eneco lease-and-leasebacktransacties aangegaan voor een groot deel van de elektriciteits-, gas- en warmtenetten.
Eneco jaarverslag 2007
Deze activa zijn voor een langdurige periode verhuurd aan derden, die dezelfde activa vervolgens hebben onderverhuurd aan Eneco. Aan het einde van de termijnen van de onderverhuur, gelegen tussen 2016 en 2028, heeft Eneco het recht om de bij derden berustende rechten van onderverhuur te kopen. De specificatie van de afgesloten transacties per 31 december 2007 is als volgt:
Aantal transacties
Transactiewaarde
Kosten vroegtijdige beëindiging
Waarde beleggingen
Elektriciteitsnetten
17
3.149
1.185
737
Gasnetten
18
2.497
936
525
3
587
259
170
38
6.233
2.380
1.432
x $ 1 mln.
Warmtenetten Totaal
De transactiewaarden betreffen de taxatiewaarden op het moment van afsluiten van de lease-and-leasebacktransacties bepaald voor Amerikaanse fiscale doeleinden op basis van Amerikaanse fiscale waarderingsgrondslagen. De baten uit lease-and-leasebacktransacties zijn verantwoord in het jaar van afsluiten van de respectievelijke transacties, onder aftrek van de destijds verwachte kosten gedurende de resterende looptijd. Deze verwachte kosten zijn in de balans opgenomen onder de overlopende passiva. De afgesloten lease-and-leasebacktransacties beperken de verkoopbaarheid van de activa. Slechts onder specifieke voorwaarden kunnen de activa of delen daarvan worden verkocht. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, kunnen specifieke ontbindende voorwaarden in werking treden. In verband met deze lease-and-leasebacktransacties bestaan contractuele voorwaardelijke en onvoorwaardelijke verplichtingen en rechten. De financiële verplichtingen en rechten zijn per saldo aan elkaar gelijk en zijn overgedragen aan derden, waardoor deze overeenkomstig voorheen toegepaste verslaggevingsregels niet in de balans van de vennootschap werden opgenomen. Ingevolge de verplichte uitzonderingsregels van IFRS zijn deze rechten en verplichtingen niet alsnog in de balans opgenomen. Voor de verplichtingen zoals hiervoor bedoeld heeft de vennootschap zekerheden verstrekt in de vorm van hypotheek- en pandrechten op onderdelen van de elektriciteits-, gas- en warmtenetten. Tevens heeft de vennootschap in verband met het risico van voortijdige beëindiging van de lease-and-leasebacktransacties aanvullende zekerheden verstrekt in de vorm van bankgaranties (Letters of Credit) ter waarde van $ 1.019 mln. (2006: $ 1.061 mln.) die zijn gedekt met ondergeschikte zekerheidsrechten op het netwerk. Bij het aangaan van de lease-and-leasebacktransacties is een deel van de ontvangen gelden belegd in Amerikaanse staatsobligaties of obligaties met vrijwel vergelijkbare kredietwaardigheid. Deze gelden kunnen te zijner tijd worden aangewend om de rechten van onderverhuur te kopen. Op balansdatum bedraagt de marktwaarde van deze beleggingen $ 1.432 mln. (2006: $ 1.306 mln.). Het verschil tussen de kosten van vroegtijdige beëindiging en de waarde van de beleggingen zal zich in de komende jaren als volgt ontwikkelen:
x $ 1 mln.
2008
2009
2013
2018
2023
2028
Kosten vroegtijdige beëindiging
2.430
2.472
2.574
1.468
574
198
Waarde beleggingen
1.500
1.572
1.897
1.152
467
198
930
900
677
316
107
–
Verschil
Het deel van de kosten van vroegtijdige beëindiging dat contractueel met bankgaranties moet worden afgedekt, is afhankelijk van de corporate credit rating van Eneco. Per balansdatum is deze credit rating volgens Standard & Poor’s ‘A’. Deze rating is in 2007 niet gewijzigd. In geval van een neerwaartse aanpassing van deze credit rating zullen aanvullende bankgaranties moeten worden gesteld.
93
94
Eneco jaarverslag 2007
Acquisitie REMU N.V. Bij privatisering voor 2010 van de vennootschap of een van haar dochtermaatschappijen of bedrijfsonderdelen voor zover deze meer dan 50% van de balanswaarde vertegenwoordigen, ontvangen de voormalige aandeelhouders van REMU N.V. een privatiseringsvergoeding van 4,67% van de waarde van de aandelen van Eneco Holding N.V. op het moment van privatisering.
Verkoop Gevudo Afvalverwerking N.V. In het kader van de verkoop van Gevudo Afvalverwerking B.V. per 1 januari 2005 heeft Eneco zich tegenover de nieuwe eigenaar garant gesteld voor de mogelijke kosten verbonden aan bepaalde claims en het behoud en de verkrijging van vergunningen. Het totaal hiervan beloopt maximaal € 11,5 mln. en loopt vanaf april 2008 lineair af naar nul per eind 2009.
Aanneemverplichtingen Uit hoofde van een joint venture heeft Eneco niet uit de balans blijkende verplichtingen jegens aannemers voor de bouw van een windpark voor een bedrag van € 13 mln. (2006: € 158 mln.).
Overige garanties De vennootschap heeft ten behoeve van haar dochtermaatschappijen aan derden garanties verstrekt ter grootte van circa € 33 mln. (2006: € 70 mln.).
32.
Transacties met verbonden partijen Aan Eneco verbonden partijen zijn de geassocieerde deelnemingen en joint ventures zoals in deze jaarrekening genoemd en haar bestuurders en commissarissen. De verkopen aan en inkopen van geassocieerde deelnemingen en joint ventures hebben plaatsgevonden volgens voorwaarden die in het normale economische verkeer met derden gebruikelijk zijn. De vorderingen en schulden zijn niet zekergesteld en zullen door bankbetalingen worden verrekend. De specificatie van de handelstransacties met de belangrijkste verbonden partijen is als volgt:
Verkopen
Geassocieerde deelnemingen Joint ventures
Inkopen
2007
2006
2007
2006
44
–
7
1
5
–
–
–
De specificatie van de vorderingen op en schulden aan de belangrijkste verbonden partijen is als volgt:
Vorderingen 31 december 2007
Geassocieerde deelnemingen Joint ventures
Schulden
31 december 2006
31 december 2007
31 december 2006
6
1
–
–
46
42
–
–
Voor de beloning van de bestuurders en commissarissen wordt verwezen naar toelichting 8. Naast deze functionele relatie bestaat tussen hen en Eneco geen andere relatie dan die van klant en leverancier op basis van algemeen gebruikelijke leveringsvoorwaarden.
Eneco jaarverslag 2007
Toelichting op het geconsolideerd kasstroomoverzicht Alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld.
Het geconsolideerd kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Hierbij wordt het bedrijfsresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening en balansmutaties die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in de beschouwde periode. In het overzicht wordt onderscheid gemaakt naar kasstromen uit operationele, investeringsen financieringsactiviteiten. De operationele kasstroom omvat onder andere de uitgaven voor rente en belastingen en de ontvangsten van rente en dividenden. Ontwikkelingskosten, investeringen en desinvesteringen in vaste activa (inclusief financiële belangen) worden opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten. De betaling van dividend wordt gezien als een uitgaande kasstroom uit financieringsactiviteiten.
Mutatie werkkapitaal Het werkkapitaal omvat de voorraden en vorderingen verminderd met de niet-rentedragende schulden. De mutatie van het werkkapitaal zoals opgenomen in de operationele kasstroom is als volgt:
2007
Mutatie voorraden
*
2006*
–6
–6
Mutatie handelsvorderingen
– 471
– 397
Mutatie belastingvorderingen/-schulden
– 136
40
Mutatie overige vorderingen
153
–2
Mutatie niet-rentedragende schulden
744
19
Totaal
284
– 346
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Voor vervolg toelichting zie volgende bladzijde.
95
96
Eneco jaarverslag 2007
Acquisities en desinvesteringen De belangrijkste acquisities en desinvesteringen van ENECO in 2007 (zie toelichting 15 en bladzijde 100 e.v.) hadden het volgende effect op de balans en de kasstroom op het moment van acquisitie:
Acquisities
Desinvesteringen
Dochterondernemingen
Geassocieerde deelnemingen
Dochterondernemingen
Materiële vaste activa
63
–
– 10
Immateriële vaste activa
12
–
–
Geassocieerde deelnemingen
–4
27
–
Uitgestelde belastingvorderingen
10
–
–
1
–
–
19
–
–
Overige financiële vaste activa Werkkapitaal inclusief liquide middelen Herwaardering investeringen in
–7
–
–
– 43
–
–
–3
–
–
– 19
–
–
Kortlopende schulden
–7
–
5
Netto identificeerbare activa en passiva
22
27
–5
Goodwill uit hoofde van acquisities
22
1
–
Betaalde/ontvangen vergoeding (liquide middelen)
44
28
–5
Verkregen/afgestoten geldmiddelen
–5
–
1
Netto uitgaande/inkomende kasstroom
39
28
–4
geassocieerde deelnemingen Voorzieningen Uitgestelde belastingverplichtingen Langlopende rentedragende schulden
Eneco jaarverslag 2007
Toelichting per segment Alle bedragen zijn in miljoenen euro tenzij anders vermeld.
De activiteiten van Eneco zijn te onderscheiden in energiegebonden activiteiten en infrastructuurgebonden activiteiten. Deze activiteiten komen tot uitdrukking in de segmenten Energie respectievelijk Infra/netten. Het segment Energie omvat het inkopen, opwekken, verhandelen en verkopen van elektriciteit, gas en warmte en de aanleg, het onderhoud en het beheer van warmtenetten. Het segment Infra/netten omvat de aanleg, het onderhoud en beheer van elektriciteits- en gasnetten. Verder kent Eneco een bedrijfsonderdeel Ondersteunende diensten (facilitaire en ict-ondersteuning) en een Bestuurscentrum die in de volgende overzichten worden aangeduid als Overig. De verrekenprijzen die aan de interne opbrengsten ten grondslag liggen zijn gebaseerd op kostprijzen verhoogd met een winstopslag.
Opbrengsten en resultaat per bedrijfssegment
2007
Externe bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten tussen segmenten Bedrijfskosten Bedrijfsresultaat Resultaat geassocieerde deelnemingen
Segment Energie
Segment Infra/netten
3.824
960
145
33
3.803
657
166 4
Overig
Eliminaties
Totaal
5
–
4.789
115
– 293
–
148
– 293
4.315
336
– 28
–
474
–
5
–
Financiële baten en lasten
9 – 49
Resultaat voor belastingen
434
Belastingen
– 10
Resultaat na belasting
424
Resultaat voor minderheidsaandeelhouders
–2
Nettoresultaat voor aandeelhouders ENECO Holding N.V.
2006*
Externe bedrijfsopbrengsten Bedrijfsopbrengsten tussen segmenten Bedrijfskosten Bedrijfsresultaat Resultaat geassocieerde deelnemingen Financiële baten en lasten Resultaat voor belastingen Belastingen Resultaat na belasting Resultaat voor minderheidsaandeelhouders
426
Segment Energie
Segment Infra/netten
3.300
952
129
10
3.247
584
182 1
Overig
Eliminaties
Totaal
35
–
4.287
116
– 255
–
162
– 255
3.738
378
– 11
–
549
–
–
–
1 – 65 485 – 174 311 0
Nettoresultaat voor aandeelhouders ENECO Holding N.V. *
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
311
97
98
Eneco jaarverslag 2007
Balans per bedrijfssegment
Per 31 december 2007
Segment Energie
Segment Infra/netten
Overig
Eliminaties
Totaal
Activa Geassocieerde deelnemingen
20
1
12
–
33
Overige vaste activa
1.161
2.912
4.231
– 4.101
4.203
Vlottende activa
1.511
772
73
– 297
2.059
Totaal activa
2.692
3.685
4.316
– 4.398
6.295
642
1.519
2.763
– 1.884
3.040
44
15
14
–
73
Langlopende schulden
528
1.922
1.107
– 2.217
1.340
Kortlopende schulden
1.479
228
432
– 297
1.842
Totaal passiva
2.693
3.684
4.316
– 4.398
6.295
Segment Energie
Segment Infra/netten
Overig
Eliminaties
Totaal
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen
Per 31 december 2006*
Activa Geassocieerde deelnemingen
–
1
4
–
5
Overige vaste activa
1.267
2.799
3.936
– 4.016
3.986
Vlottende activa
2.114
630
– 709
– 383
1.652
Totaal activa
3.381
3.430
3.231
– 4.399
5.643
691
1.310
2.530
– 1.793
2.738
31
14
69
–
114
Langlopende schulden
552
1.909
378
– 2.222
617
Kortlopende schulden
2.107
197
254
– 384
2.174
Totaal passiva
3.381
3.430
3.231
– 4.399
5.643
Segment Energie
Segment Infra/netten
Overig
Totaal
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen
*
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
Overige gegevens per bedrijfssegment
2007
Investeringen in materiële en immateriële vaste activa Afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa Bijzondere waardeverminderingsverliezen in resultaat
2006*
Investeringen in materiële en immateriële vaste activa Afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa Bijzondere waardeverminderingsverliezen in resultaat *
Gegevens 2006 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.
156
174
40
370
81
118
17
216
0
–
–
0
Segment Energie
Segment Infra/netten
Overig
Totaal
168
131
14
313
83
119
15
217
4
–
–
4
Eneco jaarverslag 2007
Gebeurtenissen na balansdatum
In februari 2008 is ENECO nieuwe gecommitteerde kredietfaciliteiten aangegaan voor een totaalbedrag van € 1,5 mld. Deze faciliteiten zijn beschikbaar gesteld tot en met 2012 en treden in de plaats van de bestaande faciliteiten van € 1 mld.
99
100
Eneco jaarverslag 2007
Overzicht van dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen Dochterondernemingen Onderstaande dochterondernemingen zijn in hun geheel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Eneco. Tenzij anders vermeld, bedraagt het directe dan wel indirecte aandeel en de zeggenschap van Eneco Holding N.V. in deze entiteiten 100%.
Naam
Aardgasservice Noord B.V.* AgroPower B.V. Alco Metapart B.V. B.V. Gas Service Utrecht* Bouw- en Loodgietersbedrijf C. van der Hoeven B.V. CityTec B.V.* Data Metering Services B.V.* Delfland Elektriciteitsnetwerken B.V.* Delfland Elektriciteitsnetwerken Verhuur B.V.* Delfland Gasnetwerken B.V.* Echte Energie België N.V. Echte Energie Nederland B.V.* ECO Energy B.V.* Electrotechnisch Bureau Van Bochove & Co B.V. EMH Electricity Assets B.V.* EMH Gas Assets B.V.* EMH Lease Services B.V. Enatec Micro-Cogen B.V. (87%) Eneco Energie Business to Business B.V.* Eneco Energie Delfland N.V.* Eneco Energie Infra B.V.* Eneco Energie Infra Utrecht N.V.* Eneco Energie International B.V.* Eneco Energie MDDS B.V.* Eneco Energie Retail B.V.* Eneco Energie Services B.V.* Eneco Energie Vastgoed B.V.* Eneco Energie Weert Lease Services I B.V. Eneco Energie Weert Lease Services II B.V. Eneco Energie Weert N.V.* Eneco Energie Zeist en Omstreken B.V.* Eneco Energie Zeist Lease Services B.V. Eneco Energie Zuid-Kennemerland Lease Services B.V. Eneco Energiehandelsbedrijf B.V.* Eneco Energy Trade B.V.* Eneco Gasspeicher B.V.* Eneco Hoogspanningsnetten B.V.* Eneco Installatiebedrijven B.V.* Eneco Laagspanningsnetten B.V.* Eneco Lease Services B.V. Eneco Milieu B.V.* Eneco Netbeheer B.V.* Eneco Netwerk Gas B.V.* Eneco Netwerk Warmte B.V.* Eneco Signaalnetwerk B.V.* Eneco Trade Support B.V.* Eneco Utilities B.V. Eneco Warmte B.V.* Eneco Warmtekracht Elcon B.V.
Plaats
Dokkum Delft Lelystad Houten Amsterdam Den Haag Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Oostende (B) Amsterdam Haarlem Badhoevedorp Rotterdam Rotterdam Rotterdam Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Utrecht Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Haarlem Rotterdam Rotterdam Weert Rotterdam Rotterdam Haarlem Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Rotterdam
Naam
Eneco Warmtenetten B.V.* Eneco Windmolens Offshore B.V. EnecoGEN Beheer B.V. EnecoGEN v.o.f. (55%) Enepro B.V. Enercen N.V.* Energiebedrijf Midden-Holland N.V.* Energielease Holland B.V.* Energielevering B.V.* EZK Gasnetwerk B.V.* GCN Gasnetwerken I B.V.* GCN Gasnetwerken II B.V.* GEB Warmtekracht B.V. GMK Gasnetwerk B.V.* Greeneco B.V. Lindeman B.V. Meter 365 B.V.* MKB Energie B.V.* N.V. Eneco* N.V. Eneco Energie Amstelland* N.V. Eneco Energie Holding Amstelland* N.V. Eneco Energie Holding Midden Kennemerland* N.V. Eneco Energie Holding Noord-Oost Friesland* N.V. Eneco Energie Holding Zuid-Kennemerland* N.V. Eneco Energie Midden Kennemerland* N.V. Eneco Energie Noord-Holland* N.V. Eneco Energie Noord-Oost Friesland* N.V. Eneco Energie Utrecht* N.V. Eneco Energie Zuid-Kennemerland Netwerk* N.V. Goemaere - Eneco Energie (75%) N.V. ONS Energie* NOF Gasnetwerk B.V.* Nutsbedrijf Amstelland Gasnetwerk B.V.* REMU Elektriciteit-netwerken Noord B.V.* REMU Elektriciteit-netwerken Zuid B.V.* REMU Gas-Netwerken B.V.* REMU Warmte-Netwerken B.V.* Scheffer's B.V. Scheffer's Reclame B.V. Schone Energie Onderneming v.o.f. (in liquidatie) SEONED B.V.* Sprint B.V.* Technisch Buro Metapart B.V. Tempus Delgas B.V.* Tempus Nederland B.V. Tools Energy-Services Contractors B.V.* Vaney Klimaatservice B.V.* Windpark van Pallandt B.V.*
Plaats
Capelle aan den IJssel Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Houten Rotterdam Schiedam Rotterdam Haarlem Rotterdam Rotterdam Rotterdam Haarlem Rotterdam Haarlem Rotterdam Rotterdam Rotterdam Haarlem Haarlem Haarlem Dokkum Haarlem Haarlem Haarlem Dokkum Utrecht Haarlem Diksmuide (B) Schiedam Dokkum Haarlem Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Ridderkerk Ridderkerk Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Capelle aan den IJssel Amsterdam Delft Rotterdam Rotterdam Schiedam Rotterdam
Eneco jaarverslag 2007
Voor de dochterondernemingen aangegeven met * is door Eneco Holding N.V. een hoofdelijke aansprakelijkheidsverklaring afgegeven zoals bedoeld in artikel 403, lid 1, sub f, Titel 9 Boek 2 BW. Aan deze vennootschappen is toestemming verleend hun jaarrekening niet overeenkomstig de voorschriften van deze titel in te richten. Effectief per 1 januari 2007 heeft Eneco alle aandelen verkregen van N.V. ONS Energie, ONS Netbeheer B.V., ONS Customer Services B.V., Echte Energie Nederland B.V. en Echte Energie België N.V. De vennootschap ONS Customer Services B.V. is in de loop van 2007 verdwenen door fusie met ENECO Services B.V. In december 2007 zijn B.V. Netbeheer Zuid-Kennemerland, ENBU B.V., Eneco Edelnet Delfland B.V., Eneco Netbeheer Amstelland B.V., Eneco Netbeheer Midden-Holland B.V., Eneco Netbeheer Midden-Kennemerland B.V., Eneco Netbeheer Noord-Oost Friesland B.V., Eneco Netbeheer Weert N.V., Eneco Netbeheer Zeist en Omstreken B.V., Eneco Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V. verdwenen door fusie met Eneco Netbeheer B.V. REMU Diensten N.V. en N.V. Eneco Energie Holding Weert zijn verdwenen door fusie met N.V. Eneco. De belangen in Telecom Utrecht N.V. zijn per 1 januari 2007 afgestoten.
Joint ventures Onderstaande joint ventures worden proportioneel opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Eneco. De mate van zeggenschap in deze joint ventures is voor Eneco 50%. De vermelde percentages geven het kapitaalbelang en de mate waarin de activa, passiva, baten en lasten proportioneel zijn opgenomen en verwerkt in de geconsolideerde financiële overzichten.
Plaats
Naam
ENECAL Energy v.o.f.
49%
Rotterdam
Europoort Utility Partners V.O.F.
50%
Rotterdam
Greenlab V.O.F.
50%
Rotterdam
Zuid-Amsterdam (Waza) b.v.
39%
Amstelveen
Q7 – Eneco
50%
diverse
Warmtetransportbedrijf Amstelland
Greenlab V.O.F. is in 2007 samen met CO2 B.V. opgericht om gezamenlijk systemen voor duurzame kleinschalige energieproductie op de markt te brengen. V.O.F. Energie Midwest is in 2007 ontbonden zonder enig effect op het resultaat.
Plaats
Q7 – Eneco
Auster Windparken B.V.
50%
Het Windfonds voor Bedrijven N.V.
50%
Utrecht
Kaver Alpha Windparken B.V.
100%
Capelle aan den IJssel
Kaver Beta Windparken B.V.
100%
Capelle aan den IJssel
Kaver Epsilon Windparken B.V.
100%
Capelle aan den IJssel
Kaver Gamma Windparken B.V.
100%
Capelle aan den IJssel
Offshore Windpark Q7 B.V.
50%
Utrecht
Ontwikkelingsmaatschappij Q7-WP B.V.
50%
Utrecht
Windpark Anderstein XIX B.V.
50%
Utrecht
100%
Capelle aan den IJssel
Windpark Equipment Leasing XLV B.V.
50%
Utrecht
Windparken Beheer B.V.
50%
Utrecht
Windpark Equipment Leasing XLIV B.V.
Utrecht
101
102
Eneco jaarverslag 2007
Q7 betreft een samenwerkingsverband dat Eneco in 2006 is aangegaan om samen met andere partijen een windpark aan te leggen in blok Q7 van het Nederlands continentaal plat. Het samenwerkingsverband betreft drie projecten binnen diverse vennootschappen. Eneco participeert in een aantal van deze vennootschappen die hiervoor zijn gespecificeerd. Op basis van onderlinge overeenkomsten heeft Eneco 50% van de zeggenschap en 50% van het economisch belang in dit samenwerkingsverband.
Geassocieerde deelnemingen De volgende vennootschappen worden per 31 december 2007 aangemerkt als geassocieerde deelnemingen van Eneco. De vermelde percentages betreffen zowel het aandeel in het kapitaal als de mate van zeggenschap:
Plaats
Naam
Bioshape Holding B.V.
25%
Neer
Depmer B.V.
50%
Dordrecht
Dutch Energy Holding GmbH (in liquidatie)
41%
Aken (D)
Gasservice Kennemerland B.V.
34%
Heemskerk
Gerowa V.O.F. (in liquidatie)
50%
Rotterdam Botlek
Groene Energie Administratie B.V.
30%
Rotterdam
N.V. KEMA
31%
Arnhem
P.V. Ned B.V.
50%
Schiedam
SEQ Nederland B.V.
50%
Rotterdam
Steamelec B.V.
25%
Rotterdam Botlek
Trianel Energy Trading Benelux B.V. (in liquidatie)
29%
Schiedam
Bioshape Holding B.V. richt zich op het ontwikkelen, beheren en exploiteren van projecten voor de opwekking van duurzame energie met plantaardige of dierlijke stoffen. Groene Energie Administratie B.V. verkoopt onder de naam Greenchoice groene stroom en gas aan kleinverbruikers. Het belang in beide vennootschappen is door Eneco verkregen in mei 2007. SEQ Nederland B.V. ontwikkelt energieconversie en productiesystemen. Het belang in deze vennootschap is op 1 juni 2007 overgenomen van N.V. ONS Houdstermaatschappij. In augustus 2007 is het belang van Eneco in N.V. KEMA met bijna 20% vergroot, waardoor dit belang sindsdien wordt verantwoord als geassocieerde deelneming. KEMA is gespecialiseerd in hoogwaardige, onafhankelijke dienstverlening op het gebied van business and technische consultancy, metingen, inspecties, keuringen, testen en certificatie. Dutch Energy Holding GmbH en Trianel Energy Trading Benelux B.V. zijn vennootschappen die Eneco heeft verkregen met de overname van ONS Energie B.V.; de liquidatie van deze vennootschappen is inmiddels gestart en de activiteiten van deze vennootschappen zijn beëindigd.
Overige kapitaalbelangen De volgende vennootschappen worden per 31 december 2007 aangemerkt als overige kapitaalbelangen van Eneco. De vermelde percentages geven het aandeel in het kapitaal:
Plaats
Naam
ECO Projects N.V.
12%
Mechelen (B)
Endex European Energy Derivatives Exchange N.V.
10%
Amsterdam
Energie Data Services Nederland (EDSN) B.V.
12%
Lelystad
Eurogen C.V.
45%
Rotterdam Botlek
Gevas Vlietstreek B.V.
29%
Den Haag
0%
Schiedam
Portland General Electric Company
Eneco jaarverslag 2007
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over het jaar 2007
x € 1 mln.
2007
2006
Resultaat dochterondernemingen
395
333
Overige resultaten na belastingen
31
– 22
426
311
Nettoresultaat
103
104
Eneco jaarverslag 2007
Vennootschappelijke balans per 31december 2007
x € 1 mln.
Toelichting
31 december 2007
31 december 2006
2
3.531
3.088
571
422
Vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Kortlopende vorderingen op deelnemingen Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
10
2
–
179
581
603
4.112
3.691
Eigen vermogen Aandelenkapitaal
497
497
Agioreserve
381
381
Herwaarderingsreserve Reserve kasstroomafdekkingen Ingehouden resultaten Onverdeeld resultaat boekjaar
7
–
35
–5
1.694
1.554
426
311
Totaal eigen vermogen
3
3.040
2.738
Langlopende rentedragende schulden
4
988
207
4
Kortlopende schulden Kortlopende rentedragende schulden
53
619
Actuele belastingschulden
19
117
Overige schulden
12
10
Totaal kortlopende schulden
84
746
4.112
3.691
Totaal passiva
Eneco jaarverslag 2007
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening Alle bedragen zijn in miljoenen euro.
1
Algemene informatie De vennootschappelijke jaarrekening wordt opgesteld op basis van Titel 9 Boek 2 BW, waarbij dezelfde waarderingsgrondslagen worden toegepast als in de geconsolideerde jaarrekening. In overeenstemming met artikel 362 lid 8, Titel 9 Boek 2 BW, maar in afwijking van de IFRS worden dochterondernemingen gewaardeerd op netto-vermogenswaarde. De beschrijving van de activiteiten en de structuur van de onderneming zoals opgenomen in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening is eveneens van toepassing op de vennootschappelijke jaarrekening. De vennootschappelijke winst- en verliesrekening wordt op grond van artikel 402, Titel 9 Boek 2 BW in beknopte vorm weergegeven.
2
Financiële vaste activa
Per 1 januari 2006
Dochterondernemingen
Vorderingen op dochterondernemingen
Overige vorderingen
Afgeleide financiële instrumenten
Uitgestelde belasting vorderingen
Totaal
2.800
–
–
1
–
2.801
Kapitaalversterking dochterondernemingen
14
–
–
–
–
14
Resultaat dochternemingen
333
–
–
–
–
333
Ontvangen dividend
– 99
–
–
–
–
– 99
6
–
–
–
–3
3
–
49
–
–
–
49
24
–
–
–1
–
23
– 47
–
–
11
–
– 36
3.031
49
–
11
–3
3.088
7
–
–
–
–
7
395
–
–
–
–
395
–
–
–
–
3
3
–
–
2
–
–
2
47
–
–
– 11
–
36
–
–
–
–
–
–
3.480
49
2
–
–
3.531
Mutatie uitgestelde belastingvorderingen Mutatie leningen aan dochternemingen Mutatie reële waarde financiële instrumenten in resultaat Mutatie reële waarde financiële instrumenten in eigen vermogen Per 31 december 2006 Herwaardering Resultaat dochternemingen Mutatie uitgestelde belastingvorderingen Mutatie leningen aan dochternemingen Mutatie reële waarde financiële instrumenten in eigen vermogen Overige mutaties Per 31 december 2007
105
106
Eneco jaarverslag 2007
3
Eigen vermogen Voor een toelichting op het verloop van het eigen vermogen wordt verwezen naar het mutatieoverzicht van het geconsolideerde eigen vermogen dat is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Van het totale eigen vermogen per balansdatum (€ 3.040 mln.) staan de herwaarderingsreserve (€ 7 mln.) en de reserve kasstroomafdekkingen (€ 35 mln.) niet ter vrije beschikking van de aandeelhouders.
4
Rentedragende schulden De post langlopende schulden betreft de obligatielening en de nieuw aangetrokken leningen van Amerikaanse pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen zoals vermeld in toelichting 28 van de geconsolideerde jaarrekening.
5
Niet uit de balans blijkende verplichtingen ENECO Holding N.V. heeft voor haar dochterondernemingen die in het overzicht op bladzijde 100 zijn gemarkeerd met * een hoofdelijke aansprakelijkheid afgegeven zoals bedoeld in artikel 403, lid 1, sub F, Titel 9 Boek 2 BW. De vennootschap heeft ten behoeve van haar dochtermaatschappijen aan derden garanties verstrekt ter grootte van circa € 33 mln. (2006: € 70 mln.). Voor de verplichtingen die voor ENECO zijn verbonden aan de lease-en-leasebacktransacties heeft de vennootschap zich garant gesteld (zie toelichting 31 van de geconsolideerde jaarrekening). ENECO Holding N.V. vormt met haar dochterondernemingen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Alle vennootschappen van deze eenheid zijn hiermee hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de eenheid.
Eneco jaarverslag 2007
Overige gegevens Winstbestemming Volgens de statuten van de vennootschap kan het bestuur met goedkeuring van de Raad van Commissarissen een gedeelte ter grootte van maximaal de helft van de winst die voor uitkering beschikbaar is toevoegen aan de reserves. Het resterende gedeelte staat ter beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders. Wanneer een financiële positie het toelaat kan ook minder dan 50% worden gereserveerd, waarmee een groter gedeelte beschikbaar komt voor de aandeelhouders. Hetgeen niet wordt uitgekeerd wordt toegevoegd aan de reserves.
Accountantsverklaring Aan de aandeelhouders van ENECO Holding N.V.
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2007 van ENECO Holding N.V. te Rotterdam gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde balans per 31 december 2007, winst-en-verliesrekening, mutatieoverzicht eigen vermogen en kasstroomoverzicht over 2007 alsmede uit een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit de enkelvoudige balans per 31 december 2007 en de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2007 met de toelichting. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne
107
108
Eneco jaarverslag 2007
beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de entiteit. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel betreffende de geconsolideerde jaarrekening Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ENECO Holding N.V. per 31 december 2007 en van het resultaat en de kasstromen over 2007 in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 BW. Oordeel betreffende de enkelvoudige jaarrekening Naar ons oordeel geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ENECO Holding N.V. per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het Verslag van de Raad van Bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 17 maart 2008 Deloitte Accountants B.V. drs. P.A.G. Peters RA
Eneco jaarverslag 2007
Personalia
Raad van Bestuur Mr. J.F. (Jeroen) de Haas (1959) Voorzitter Raad van Bestuur ENECO Holding N.V. Jeroen de Haas is per 1 januari 2007 voorzitter van de Raad van Bestuur. Hij is sinds juli 2000 lid van de Raad van Bestuur en per 2006 vice-voorzitter. Hij was daarvoor sinds 1996 directeur van Enercom, de coöperatie van energiebedrijven, waarvan een zestal leden in juli 2000 met Eneco fuseerde. Daarvoor was De Haas directeur van RCCIVEV, een onderdeel van Roccade. Hij studeerde Nederlands recht in Utrecht. Nevenfuncties
Commissaris Eneco NetBeheer B.V. Commissaris Kema N.V. Lid Bestuur EnergieNed Lid Bestuur Werkgeversvereniging WENb Lid Economic Development Board Rotterdam
109
110
Eneco jaarverslag 2007
Drs. H.J. (Jeppe) Machielsen (1960) Lid Raad van Bestuur ENECO Holding N.V. Jeppe Machielsen is per 1 juni 2005 benoemd in de Raad van Bestuur van Eneco als Chief Financial Officer. Machielsen werkte vanaf 1999 bij Deutsche Post in diverse functies, laatstelijk als Divisional Board Member F & A van DHL Express Europe. Machielsen begon zijn loopbaan in 1985 bij Akzo NV en groeide door tot hoofd Controlling van Akzo Coatings Nederland voordat hij in 1991 overstapte naar Koninklijke Nedlloyd in Rotterdam, waarvan hij in 1999 afscheid nam als directeur Concern Controlling. Machielsen behaalde zijn doctoraal Bedrijfseconomie aan de universiteit te Groningen. Nevenfuncties
Commissaris Eneco NetBeheer B.V. Commissaris ENDEX N.V.
Ir. J.J. (Han) Fennema (1964) Lid Raad van Bestuur ENECO Holding N.V. Han Fennema is sinds mei 2006 lid van de Raad van Bestuur van Eneco. Hij was daarvoor sinds oktober 2001 directeur van Eneco NetBeheer en begon bij Eneco Energie als stafdirecteur Strategie in 1999. Daarvoor was hij ruim tien jaar werkzaam in diverse functies bij ExxonMobil. Fennema is in 1986 afgestudeerd aan de Universiteit van Twente als bedrijfskundig informaticus. Nevenfunctie
Voorzitter Raad van Commissarissen Agro Energy B.V.
Eneco jaarverslag 2007
Raad van Commissarissen Ir. C.P.G. van Dongen, 1940 • Voorzitter van de Remuneratiecommissie • Lid van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid van de Raad van Commissarissen sinds 1 mei 2003 • Lid van de Raad van Commissarissen Mn Services N.V. • Lid Beleidscommissie voor sociale en juridische zaken Uneto-VNI Voormalige hoofdfunctie: Ondernemer
Ir. H.G. Dijkgraaf, 1946 • Lid van de Auditcommissie • Datum van benoeming 25 april 2007 • Director Sasol Limited, Johannesburg • Lid Taskforce Energie Transitie • Lid Raad van Commissarissen Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) • Vice-voorzitter Curatorium Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) • Lid Raad van Advies Rijksmuseum van Oudheden Vroegere hoofdfunctie: Hoofddirecteur N.V. Nederlandse Gasunie
Drs. J.G. Drechsel, 1955 • Lid van de Auditcommissie • Lid van de Raad van Commissarissen sinds 14 juli 2000 • Voorzitter Raad van Commissarissen TRX Inc (Nasdaq) • Voorzitter Raad van Commissarissen BCD Travel N.V. • Voorzitter Raad van Commissarissen PCA Inc • Lid Raad van Commissarissen Telegraaf Media Groep N.V. Huidige hoofdfunctie: Voorzitter Raad van Bestuur BCD N.V.
Drs. J. Lintjer, 1943 • Voorzitter van de Auditcommissie • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen sinds 20 mei 2005 • Statutair directeur K.G. Holding N.V. • Vice-voorzitter Philippine Netherlands Business Council • Associate Institute of Social Studies Vroegere hoofdfunctie: Vice-President Asian Development Bank
111
112
Eneco jaarverslag 2007
Drs. M. Sijmons, 1960 • Lid van de Remuneratiecommissie • Datum van benoeming 25 april 2007 • Lid Bestuur Stichting Volkskrant • Lid Raad van Toezicht Zorginstelling Valente • Lid Bestuur Promotie Den Haag Marketing & Events • Lid Raad van Advies Van Spaendonck management consultants Huidige hoofdfunctie: Algemeen directeur Content Per 1 mei 2008: lid hoofddirectie ANWB
Mr. K.G. de Vries, 1943 • Lid van de Selectie- en benoemingscommissie • Datum van benoeming 25 april 2007 • Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal • Lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa • Voorzitter Bestuur Centrum Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel • Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Haskoning • Voorzitter Raad van Commissarissen Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone Delft B.V. Voormalige hoofdfuncties: Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Voorzitter van de Sociaal Economische Raad en Hoofddirecteur van de VNG
Mr. N.J. Westdijk MBA, 1941 • Voorzitter van de Raad van Commissarissen sinds 14 juli 2000 • Voorzitter van de Selectie- en benoemingscommissie • Lid van de Remuneratiecommissie • Non-executive Lid Raad van Bestuur Fortis N.V. • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen VastNed Retail N.V. • Commissaris FD Mediagroep • Lid van de Raad voor Verkeer en Waterstaat • Raad van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof van Amsterdam Voormalige hoofdfunctie: Voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Pakhoed (thans Vopak)
Mr. J.W. Weijers, 1951 •
Vennootschapssecretaris
Eneco jaarverslag 2007
Aandeelhoudende gemeente Rotterdam Den Haag Dordrecht Leidschendam-Voorburg Lansingerland Delft Zoetermeer Pijnacker-Nootdorp
31,32% 16,55% 9,05% 3,44% 3,38% 2,44% 2,34% 2,10%
Gemeenten met minder dan 2% van de aandelen Aalsmeer Achtkarspelen Alblasserdam Albrandswaard Ameland Amstelveen Barendrecht Bernisse Binnenmaas Bloemendaal Brielle Capelle aan den IJssel Castricum Cromstrijen Dirksland Dongeradeel Ferwerderadiel Giessenlanden Goedereede Gorinchem Graafstroom
Haarlemmerliede & Spaarnewoude Hardinxveld-Giessendam Heemstede Hellevoetsluis Hendrik Ido Ambacht Kollumerland c.a. Korendijk Krimpen aan den IJssel Leerdam Liesveld Lingewaal Middelharnis Nederlek Nieuw-Lekkerland Oostflakkee Oud-Beijerland Ouderkerk Papendrecht Ridderkerk Rozenburg
Rijswijk Schiedam Schiermonnikoog Sliedrecht Spijkenisse Strijen Uithoorn Vianen Westvoorne Zandvoort Zederik Zwijndrecht
113
114
Eneco jaarverslag 2007
Brandstofmix*
Brandstofmix elektriciteit 2007 Eneco Kolen
Huishoudelijk 2007
Zakelijk 2006
Totaal
2007
2006
2007
2006
2,5%
21%
28,3%
24%
19,7%
23%
Aardgas
76,9%
52%
53,3%
60%
61,2%
57%
Nucleair
0,9%
7%
10,5%
9%
7,3%
8%
Overig (fossiel)
0,3%
3%
3,6%
3%
2,5%
3%
Hernieuwbare energiebronnen Wind
6,0%
4,9%
0,3%
0,3%
2,2%
1,9%
0,0001%
0,0001%
0,0%
0,0001%
0,0001%
0,0001%
Waterkracht
6,9%
5,8%
4,0%
3,6%
4,9%
4,3%
Biomassa
6,4%
6,2%
0,1%
0,0%
2,2%
2,1%
Zon
Milieuconsequenties per geleverde KWh (g.KWh)
CO2 Radioactief afval
314
428
472
496
419
472
0,0000
0,0002
0,0003
0,0002
0,0002
0,0002
Toelichting Bij de handel in niet-duurzame elektriciteit is de herkomst niet exact te herleiden. Daarom wordt de brandstofmix voor ‘grijze’ elektriciteit grotendeels bepaald door het gemiddelde van alle Nederlandse productiebedrijven. Deze mix bestaat uit kolen, nucleair en gas. Naast een groot aandeel duurzame elektriciteit wil Eneco ook de grijze elektriciteit zo schoon mogelijk leveren aan zijn klanten. Eneco heeft daartoe de elektriciteit die is opgewekt door de zeer efficiënte gasgestookte Rijnmond Energie Centrale laten certificeren bij de onafhankelijke organisatie CertiQ. CertiQ is een door de overheid aangewezen organisatie die ook de certificatie van duurzame elektriciteit beheert. Deze ‘gascertificaten’ zijn door Eneco aangewend voor de brandstofmix 2007. Gas heeft daardoor een groter aandeel gekregen. Bijna alle klanten van Eneco hebben in 2007 elektriciteit gekregen die is opgewekt met duurzame bronnen of met efficiënte gasgestookte centrales. Slechts voor een klein aantal huishoudelijke klanten heeft Eneco moeten inkopen uit kolen- en kerncentrales. Eneco streeft ernaar op termijn uitsluitend elektriciteit te leveren die is opgewekt met duurzame bronnen of met efficiënte gasgestookte centrales.
*
Voor deze definitieve brandstofmix is de officiële landelijke mix 2007 gebruikt, met correctie voor directe toedeling van de Rijnmond Energiegascertificaten aan het etiket van Eneco huishoudelijk.
Eneco jaarverslag 2007
Verklarende woordenlijst
Allocatie Administratieve vaststelling welk deel van de geleverde energie voor rekening komt van welke leverancier. Door meting (in het netwerk of aan de meter van de klant) is niet vast te stellen welke leverancier de energie heeft geleverd. Voor de verrekening van de kosten voor levering en transport zijn allocatieregels vastgesteld. De allocatiemethodiek is in gebruik sinds 1 januari 2002.
COSO Model om een structuur voor interne beheersing in te richten en te onderhouden. Counterparty risico Het risico dat een handelsrelatie niet aan haar (financiële) verplichtingen kan voldoen.
Auditcommissie Commissie samengesteld uit leden van de Raad van Commissarissen dat toeziet op belangrijke financiële zaken van de onderneming.
DTe Directie Toezicht Energie. Onderdeel van de NMa dat toezicht houdt op de uitvoering van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.
Bedrijfsvoeringscentrum Centraal bewakings- en sturingscentrum voor de netten van de netbeheerder.
EFET European Federation of Energy Traders.
Biomassa Organisch materiaal met oorsprong in planten en dieren. De biomassa voor energetische doeleinden omvat teeltvegetatie en afval.
EFET of ISDA contracten Een (standaard) raamcontract waaronder handelspartners deals kunnen sluiten. In deze raamcontracten worden wederzijdse garanties, rechten en plichten alsook rekenregels of ‘netting’-principes gedefinieerd.
Business Review Periodieke rapportage door het management van de business units aan de Raad van Bestuur.
Enbin Nederlandse vereniging ter behartiging van belangen van landelijke en regionale elektriciteits- en gasnetbeheerders.
Capaciteitstarief Tarief waarbij de transportkosten voor gas en elektriciteit die door de netbeheerder in rekening worden gebracht niet afhankelijk zijn van het werkelijke verbruik, maar van het type aansluiting.
EnergieNed De brancheorganisatie voor alle bedrijven die in Nederland actief zijn in productie, transport, handel of levering van gas, elektriciteit en/of warmte. De federatie behartigt de belangen van de aangesloten bedrijven en is aanspreekpunt voor overheid, politiek en belangenorganisaties. Namens de leden voert EnergieNed op nationaal en internationaal niveau de dialoog met deze partijen. www.energiened.nl
Compliance Engelse term voor werken volgens het boekje, ofwel voldoen aan de regels die voortvloeien uit wet- en regelgeving of die een bedrijf en eventuele toezichthouders hebben opgesteld. Ook wel gebruikt voor afdelingen van bedrijven of beurzen die controleren of de handel volgens de regels verloopt. Convenant Overeenkomst tussen verschillende partijen. Corporate Governance Engelse term die zich moeilijk laat vertalen en daarom ook in het Nederlands als zodanig wordt gebruikt. Bekend geworden door het rapport ‘Corporate Governance’ van de commissie Peters. Er wordt ondernemingsbestuur in de meest ruime zin van het woord mee bedoeld, het stelsel van verantwoordelijkheden van alle partijen die bij het bestuur van een bedrijf betrokken (kunnen) zijn, zoals directie, commissarissen, aandeelhouders, bankiers en eventuele andere partijen die kapitaal hebben verschaft aan het bedrijf.
Europese richtlijnen energieliberalisering Een richtlijn van de Europese Unie voor aanpassing van de nationale energiewetgeving. De huidige richtlijnen (2003/54/EG en 2003/55EG) schrijven voor aan welke eisen de nationale wetgeving van de EU-lidstaten moet voldoen om de markten voor elektriciteit en aardgas vrij te maken. De Nederlandse wetgeving is hierop gebaseerd. Gastransport Services (GTS) Gastransport Services (GTS) verzorgt het transport van aardgas over het 11.000 kilometer lange hogedruknet voor gas in Nederland, beheert het leidingsysteem en de installaties en bewaakt de balans van het landelijk transportnet. www.gastransportservices.nl
CO2 Broeikasgas dat wordt gezien als een van de oorzaken van klimaatverandering.
Geschillencommissie Klachten van consumenten/huishoudens kunnen in vrijwel alle gevallen voorgelegd worden aan deze commissie in Den Haag als het bedrijf de klacht heeft behandeld. Een uitspraak van deze commissie is bindend.
CO2-prijzen De kosten die industriële bedrijven moeten betalen voor de uitstoot van CO2. De prijs wordt gerekend per ton.
Hedging Het afdekken van een prijs- of koersrisico van een bepaalde beleggingspositie.
CO2-rechten Rechten die industriële bedrijven, waaronder ook energiebedrijven, krijgen toegewezen. Deze rechten komen overeen met de norm die is gesteld aan de uitstoot van CO2. Deze norm is vastgesteld door de Europese Commissie. Stoot een bedrijf minder CO2 uit door te investeren in schonere processen, dan zijn de CO2-rechten die zij daardoor overhouden te verhandelen op de CO2-markt. Stoot een bedrijf meer uit dan de norm, dan moet het rechten bijkopen op de CO2-markt.
‘In control statement’ Verklaring van het bestuur dat de realisatie van doelstellingen wordt bewaakt, de verslaggeving betrouwbaar is en wet- en regelgeving wordt nageleefd. Interconnectie De verbinding van de Nederlandse gas- en elektriciteitsnetwerken met het buitenland voor import en export van energie.
115
116
Eneco jaarverslag 2007
ISDA International Swaps and Derivatives Association. ISO Non-gouvernementele organisatie die is opgericht in 1947 om internationale kwaliteitsstandaarden te promoten. ISO staat voor International Organization for Standardization. Kyoto-protocol Het Kyoto-protocol of Verdrag van Kyoto werd in 1997 opgesteld in de Japanse stad Kyoto en regelt de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Het is een vervolg op het Klimaatverdrag. Lease-and-leaseback Verhuur met een vaste looptijd van vaste activa aan buitenlandse partijen die vervolgens voor eigen gebruik worden teruggeleasd van dezelfde partijen. Leveranciersmodel In het leveranciersmodel is de leverancier het enige aanspreekpunt voor de kleinverbruiker van energie. Daarbij worden de transportkosten ook via de factuur van de leverancier in rekening gebracht. Margining en clearing Methoden om wederzijds counterparty risico te neutraliseren. Bij margining wordt periodiek (veelal dagelijks) de waardeverandering van de onderliggende contracten financieel verrekend op daartoe bestemde bankrekeningen. In geval van clearing vindt een soortgelijk proces plaats, maar dan middels een daartoe aangewezen derde party, de zgn. clearing member. ‘Marked-to-market value’ Geeft de netto contante waarde van een contract of verzameling contracten weer. Onbalans Bij elektriciteit ontstaat onbalans door verschillen tussen vooraf opgegeven programma’s en feitelijk verbruik of productie. TenneT corrigeert dit en berekent de onbalanskosten door aan degene die de onbalans veroorzaakt. Operational Excellence Strategie om processen te optimaliseren tegen de laagste kosten. Power Purchase Agreement Langjarig afnamecontract voor elektriciteit met een producent. Programmaverantwoordelijken Programmaverantwoordelijken stemmen de vraag naar elektriciteit af met het aanbod voor de volgende dag om onder-/overbelasting van het transportnet te voorkomen en bij te dragen aan de balans van het voorzieningssysteem. Dit vloeit voort uit de wettelijke verplichting van programmaverantwoordelijkheid die voor alle aangeslotenen op het elektriciteitsnet geldt. Reconciliatie Systeem voor verrekening van geplande en afgenomen hoeveelheden energie tussen programmaverantwoordelijken. Energiebedrijven met een programmaverantwoordelijkheid moeten de afname van hun klanten voor de volgende dag plannen en doorgeven aan de netbeheerder. Voor deze schatting gebruiken de bedrijven verbruiksprofielen. Afwijkingen van het patroon veroorzaken onbalans en dat brengt kosten met zich mee. Reconciliatie is de verrekening van het verschil tussen het verwachte en werkelijke verbruik.
Remuneratiecommissie Commissie samengesteld uit leden van de Raad van Commissarissen dat verantwoordelijk is voor het ontwikkelen en bewaken van het bezoldigingsbeleid voor bestuurders binnen de onderneming. Rotterdam Climate Initiative (RCI) Het Rotterdam Climate Initiative biedt een platform waar overheid, organisaties, bedrijven en inwoners samenwerken aan halvering van CO2-uitstoot en versterking van de economie in de Rotterdamse regio. Shippen De verantwoordelijkheid van alle aangeslotenen op het Nederlandse gasnet om de dagelijkse productie, het transport en het verbruik van gas te plannen. Deze planning moet in de vorm van programma’s aan de landelijke netbeheerder bekend gemaakt worden. De leverancier vervult de taak van shipperverantwoordelijkheid uit naam van de klant. Splitsing Scheiden van het netwerkbedrijf van de productie-, handel- en leveringsactiviteiten van een energieconcern. Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie Subsidiëringsregeling voor producenten van duurzame energie die van kracht wordt in 2008. Swapconstructies Ruiltransactie waarbij twee partijen elkaars verplichtingen overnemen. Wordt in de valutahandel gebruikt om aan te geven dat het gaat om de contante aan- of verkoop van valuta terwijl tegelijkertijd een gelijke hoeveelheid op termijn wordt gekocht of verkocht. TTF Het TTF (Title Transfer Facility) is een virtuele marktplaats voor gas. Wet Onafhankelijk Netbeheer In november 2006 is de Wet Onafhankelijk Netbeheer aangenomen. Deze wet regelt dat de energiebedrijven hun netten en het beheer daarvan afsplitsen van hun commerciële activiteiten en dat de energieinfrastructuur in handen blijft van de overheid. x-factor De Directie Toezicht Energie (DTe) heeft de zogenaamde x-factor vastgesteld. Met deze doelmatigheidsprikkel beoogt de toezichthouder de transportbedrijven, die van nature monopolist zijn in hun gebied, efficiënter te laten werken door de tarieven ieder jaar te verlagen. De x-factoren geven aan met welk percentage de transporttarieven zullen dalen.
Verbondenheid Eneco transformeert van een traditioneel naar een dynamisch duurzaam energiebedrijf met de inzet en het vakmanschap van 5.300 medewerkers. Enkele van hen symboliseren die veranderingskracht op verschillende pagina’s van dit jaarverslag. Het touw symboliseert de verbondenheid met de duurzame strategie van Eneco. Wij danken de volgende collega’s voor hun medewerking aan dit verslag: Evert Melchers Michaël van der Tak Sandra Neuray Hadi Akbari Ries Karreman Olivier Hage Frans Vlek Tony Schoen Mo Elkiki Michael Hulst Jessica van Noort Paul Hendriks Joeri Kamp Frank Schoenmakers Judith van Hooff Peter Nieuwhof
5.300 betrokken medewerkers
Uitgave ENECO Holding N.V. Public Affairs & Corporate Communications Postbus 9150 3007 AD Rotterdam Telefoon 08889 60 308 Fax 08889 60 303 www.eneco.nl
Drukwerk United Graphics, Zoetermeer
Tekst en realisatie Jos de Bondt tekst en vorm
ENECO Energie en Ecostroom zijn geregistreerde merknamen van NV ENECO.
Vormgeving en projectrealisatie C&F Report Amsterdam B.V. Fotografie Picture Report, Amsterdam
Op alle in dit jaarverslag gepubliceerde foto’s berust copyright. Dit jaarverslag is gedrukt op gerecycled papier. Van dit jaarverslag is ook een Engelstalige versie verschenen.
Disclaimer In dit jaarverslag worden toekomstgerichte uitspraken gedaan. Deze uitspraken zijn herkenbaar aan het gebruik van bewoor dingen als ‘verwacht’, ‘naar verwachting’, ‘voorziet’, ‘heeft het voornemen’, en vergelijkbare uitdrukkingen. Deze uitspraken zijn onderhevig aan risico’s en onzekerheden en de werkelijke resultaten en gebeurtenissen kunnen aanmerkelijk afwijken van de huidige verwachtingen. Factoren die daartoe kunnen leiden zijn onder meer, maar niet uitsluitend, de algehele economische omstandigheden, de situatie op de markten waarop ENECO actief is, het gedrag van klanten, leveranciers en concurrenten, technologische ontwikkelingen en juridische bepalingen en voorschriften van regelgevende instanties die consequenties hebben voor de activiteiten van ENECO. In aanvulling hierop, maar niet beperkt daartoe, kunnen toekomstige resultaten beïnvloed worden door financiële risico’s, zoals valuta- en renterisico’s en liquiditeits- en kredietrisico’s. ENECO verwerpt iedere aansprakelijkheid of verplichting terzake van het bijwerken of herzien van onderhavige prognoses op basis van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of anderszins.