Emissiehandel in Europa De energie-intensieve Europese industrie is verplicht deel te nemen aan het Europese systeem van emissiehandel, ofwel EU Emissions Trading System (EU-ETS). De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) houdt toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving voor de handel in NOx- en CO2emissierechten. Op de NEa-website kunt u nagaan of uw activiteit onder de emissiehandel valt.
Installaties die meedoen aan EU-ETS zijn verplicht hun
Hoofdlijnen derde handelsfase EU-ETS
uitstoot van broeikasgassen te compenseren met een
(2013-2020)
gelijke hoeveelheid emissierechten. Deze rechten worden tot 2012 grotendeels gratis uitgedeeld op basis van historische emissies. Op 1 januari 2013 start de zogenaamde derde handelsfase. De belangrijkste wijzigingen zijn: De ruimte voor gratis rechten neemt sterk af. Er zijn geen gratis rechten meer voor elektriciteitsproductie. Toewijzing van gratis emissierechten (allocatie) vindt voortaan plaats op basis van benchmarks. De totale beschikbare emissieruimte neemt af met 1,74 procent per jaar. Bij sectoren die niet concurreren op de wereldmarkt vermindert de hoeveelheid gratis emissierechten van 80 procent van de totale uitstoot in 2013 naar 30 procent in 2020. Dit infoblad beschrijft de gevolgen van de nieuwe allocatieregels voor de verduurzaming van warmtevoorziening in de energie-intensieve industrie. De informatie is opgedeeld in de volgende onderwerpen: Hoofdlijnen derde handelsfase EU-ETS (2013-2020) Toewijzing van gratis emissierechten De invloed van EU-ETS op de verduurzaming van warmte Praktijkvoorbeeld Complexe situaties Websites Europese Commissie – Emissions Trading System (EUETS) (Engelstalig) Rijksoverheid - Emissiehandel Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) - Emissiehandel
Europese harmonisatie van de allocatieregels voor gratis emissierechten Tot nu toe verschilden de allocatieregels per EU-lidstaat. Vanaf 2013 gelden voor alle bedrijven binnen de Europese Unie dezelfde regels. Ook wordt het emissieplafond niet meer per lidstaat vastgesteld, maar voor heel Europa. Afnemend emissieplafond Het Europese emissieplafond gaat jaarlijks omlaag met een constante hoeveelheid (1,74 procent van de emissies in 2010). Het aanbod van emissierechten via de overheidsveilingen zal dus jaarlijks krimpen. Geen gratis rechten meer voor elektriciteit Het opwekken van elektriciteit komt vanaf 2013 niet meer in aanmerking voor gratis emissierechten, tenzij de opwekking gebeurt uit restgassen die niet onder een productbenchmark vallen (zie het hoofdstuk ‘Toewijzing van gratis emissierechten’ van dit infoblad). De elektriciteitsbedrijven kunnen de CO2-kosten voor het genereren van stroom volledig doorberekenen aan hun afnemers, dus hebben ze geen compensatie in de vorm van gratis emissierechten nodig. Om verstoring in de elektriciteitsmarkt te voorkomen, komt ook elektriciteitsopwekking met restwarmtebenutting niet in aanmerking voor gratis emissierechten. Door deze regel wordt zo’n 60 procent van de totale emissieruimte geveild via de overheidsveilingen. Van de circa 2000 Mton CO2 emissies in het EU-ETS-systeem is namelijk circa 1200 Mton afkomstig van elektriciteitsproductie. Toewijzing via benchmarks Meer hierover vindt u in het hoofdstuk ‘Toewijzing van gratis emissierechten’ van dit infoblad.
Pagina 1 van 1
Fase I & II
Fase III
Europees emissieplafond
Vast
Jaarlijkse reductie
Handelsperiode
3 & 5 jaar
8 jaar
Industrie & elektriciteitsproductie
Industrie
Historische emissies
Geharmoniseerde product-, warmte- en brandstofbenchmarks
Weinig (< 4 %)
Substantieel (circa 60 %)
ETS Richtlijn 2003/87/EC; National Allocation Plans
Herziene ETS Richtlijn 2009/29/EC; Community-wide Implementation Measures; National Implementation Measures
Gratis emissierechten voor Gebaseerd op Veiling
Wettelijke basis
Tabel 1. Vergelijking van kenmerken in Fase I & II en Fase III van de EU-ETS
Toewijzing van gratis emissierechten
leakage. Deze sectoren krijgen 100 procent van de op benchmarks gebaseerde hoeveelheid emissierechten
Welke bedrijven komen in aanmerking?
gedurende de gehele derde handelsperiode.
Industriële activiteiten binnen de EU-ETS (met
Als een sector de CO2-kosten kan doorberekenen in de prijs,
uitzondering van de opwekking van elektriciteit) komen
komt hij niet op de carbon leakage lijst. Installaties in die
ook in de derde handelsfase in aanmerking voor
sector krijgen 80 procent van de op benchmarks
gedeeltelijke toewijzing van gratis emissierechten.
gebaseerde hoeveelheid in 2013, aflopend naar 30 procent
De toewijzing van emissierechten gebeurt op basis van
in 2020 en 0 procent in 2027. Deze percentages worden de
historische activiteit, benchmarks en de carbon leakage
‘carbon leakage exposure factor’ genoemd.
factor (zie volgende alinea). Afhankelijk van het type installatie vindt nog een finale
Typen benchmarks
correctie plaats via de sectoroverstijgende
Er zijn vier typen benchmarks op basis waarvan de
correctiefactor of de lineaire factor. Deze worden
toewijzing kan plaatsvinden:
verderop toegelicht.
Productbenchmark
Afvalverbrandingsinstallaties of installaties die in de
Warmtebenchmark
periode 2005-2010 alleen biobrandstof gebruikten,
Brandstofbenchmark
vallen buiten de EU-ETS. Zij komen dus niet in
Historische emissies
aanmerking voor gratis emissierechten. Om de juiste benchmarkmethodiek op de juiste Carbon leakage De Europese industrie zal in toenemende mate te maken
proceseenheid te kunnen toepassen, moeten veel installaties eerst worden opgedeeld in subinstallaties.
krijgen met kosten voor CO2-emissie. De rest van de wereld heeft nog geen systematiek ingevoerd om CO2-emissie te
Productbenchmark
bekostigen. De Europese economie staat dus op achterstand
Voor 52 producten uit de maakindustrie bestaan
ten opzichte van producten die buiten de EU geproduceerd
productbenchmarks in termen van emissierechten per ton
worden. Als Europese productiecapaciteit daardoor wordt
product. De benchmarkwaarde is in de meeste gevallen het
verdrongen door niet-Europese, noemen we dat ‘carbon
gemiddelde van de tien procent meest broeikasgasefficiënte
leakage’ (koolstoflekkage).
installaties in de sector. De lijst met productbenchmarks en
De Europese Commissie heeft een lijst met sectoren gepubliceerd die een significant risico lopen op carbon
bijbehorende waarden vindt u in bijlage I van het
voor niet-elektriciteitsproducenten. Naar verwachting is
allocatiebesluit van de Europese Commissie. Alle emissies
deze factor gelijk aan 1, dus dat heeft geen consequenties.
die nodig zijn bij het productieproces van het product (de
De allocatie voor elektriciteitsproducenten gaat elk jaar met
systeemgrenzen) krijgen op deze wijze allocatie, ook de
1,74 procent van de voorlopige allocatie voor 2013 naar
emissies die horen bij het produceren en consumeren van
beneden. Deze correctie komt na de toepassing van de
de benodigde warmte of stoom.
carbon leakage factor. De voedingsmiddelenindustrie met WKK’s, tuinders met WKK’s en leveranciers van
Warmtebenchmark Als er geen toepasbare productbenchmark is, maar wel een
stadsverwarming vanuit elektrische centrales kunnen met deze correctie te maken krijgen.
meetbare warmtestroom (ongeacht of deze ook daadwerkelijk gemeten is) dan vindt allocatie plaats op
Elektriciteitsproducenten
basis van de warmtebenchmark. Deze is vastgesteld op
Voor het toepassen van de juiste correctiefactor
62.3 tCO2 / TJ.
(sectoroverschrijdend of lineair) moet een installatie eerst
Om ervoor te zorgen dat warmte optimaal wordt benut,
geclassificeerd worden: gaat het om een
gaan de gratis emissierechten in principe niet naar de
elektriciteitsgenerator of niet? De lidstaten bepalen dit zelf.
producent maar naar de consument van warmte. Alleen als
In Nederland zijn de grenzen van de emissievergunning
de consument geen ETS-deelnemer is (bijvoorbeeld
bepalend. Volgens een guidance van de Europese
particuliere huishoudens), gaan de rechten naar de
Commissie is een installatie een elektriciteitsgenerator als
warmteproducent.
deze voldoet aan alle volgende voorwaarden:
Er zijn geen gratis emissierechten beschikbaar voor warmte
Elektriciteitsproductie gebeurt op een installatie binnen
die geproduceerd is in een niet-ETS-installatie.
de ETS.
De voorlopige hoeveelheid vrije allocatie is gelijk aan de
De installatie verbrandt brandstof met het oog op het
benchmarkwaarde maal de historische warmteconsumptie
produceren van elektriciteit.
maal de carbon leakage factor. De hoeveelheid is ‘voorlopig’
De elektriciteit is niet exclusief bestemd voor de
omdat er nog een finale correctiefactor wordt toegepast.
installatie zelf, maar wordt geleverd aan het net.
Brandstofbenchmark
De installatie mag geen andere activiteit uit bijlage I van de
Als voorgaande methoden niet toepasbaar zijn en een
herziene ETS Verordening uitvoeren dan de verbranding van
installatie brandstof verbrandt, dan is de
brandstoffen.
brandstofbenchmark van toepassing. Deze is vastgesteld op 56.10 tCO2 / TJ brandstofconsumptie. De benchmark is van
Websites
toepassing op het genereren van warmte die niet meetbaar
Europese Commissie – Carbon leakage lijst
is, zoals bij de directe ondervuring van een droogoven.
(Engelstalig) EUR-Lex - ETS Verordening (Engelstalig)
Historische emissies Als alle voorgaande methoden niet toepasbaar zijn terwijl er toch sprake is van broeikasgasemissies, dan kan men in
Download Europese Commissie – Allocatiebesluit (Engelstalig)
aanmerking komen voor allocatie op basis van historische emissies. Belangrijke voorwaarde is dat de emissies gekwalificeerd kunnen worden als ‘procesemissies’. Een
De invloed van EU-ETS op de verduurzaming
definitie van procesemissies vindt u in artikel 3h van het
van warmte
allocatiebesluit van de Europese Commissie. Twee correctiefactoren Op een gegeven moment zijn alle allocaties voor de bestaande industrie bekend. Dan wordt elke allocatieberekening voor iedereen die niet als elektriciteitsproducent te boek staat, gecorrigeerd met een sectoroverschrijdende factor. Deze factor brengt de allocatie onder de beschikbare hoeveelheid gratis emissierechten
De centrale vraag voor iedere EU-ETS-installatie is: Hoe kan ik op de meest kosteneffectieve manier voldoen aan mijn ETS-verplichting?
De volgende aspecten bepalen het antwoord op deze vraag: Hoeveelheid eigen broeikasgasemissies
doorberekend hadden (‘windfall profits’) en omdat het moeilijk is vraag en aanbod van elektriciteit te voorspellen.
Hoeveelheid gratis rechten CO2-marktprijs
Verduurzaming als business case
Doorberekening CO2-prijs
Een onderdeel van de business case voor verduurzaming is
Elektriciteitsprijs
de hoeveelheid gratis emissierechten in 2013-2020. Deze wordt immers bepaald door historische activiteit en
Hoeveelheid eigen broeikasgasemissies
benchmarks. Verduurzaming (bijvoorbeeld als gevolg van
De uitstoot is een functie van productievolume, type
het overstappen naar biobrandstof of diepe geothermie)
brandstof, energie-efficiëntie en technologiekeuze. Via deze
levert dus tijdens de derde handelsperiode een overschot
middelen heeft een operator de hoeveelheid emissies zelf in
aan gratis rechten op. Die kunnen op de CO2-markt worden
de hand. Voor een operator is het belangrijk om goed zicht
verkocht. Anderzijds moet een eventueel tekort worden
te hebben op het CO2-reductiepotentieel en de kosten en
aangevuld via aankopen op de CO2-markt. Omdat de CO2-
baten die hiermee gepaard gaan.
prijs niet op voorhand bekend is, moet deze voor de rentabiliteit van business cases worden geschat.
Hoeveelheid gratis rechten Hiermee kan (een deel van) de eigen uitstoot gedekt worden. De hoeveelheid gratis rechten waar een installatie
Download Europese Commissie - Allocatiebesluit (Engelstalig)
recht op heeft voor de periode 2013-2020 is vooraf bepaald door regelgeving uit het allocatiebesluit van de Europese Commissie. Meer hierover leest u in het hoofdstuk
Praktijkvoorbeeld
‘Toewijzing van gratis emissierechten’ van dit infoblad. Een fictieve fabriek bevat enkele boilers van in totaal 30 CO2-marktprijs
MW thermische input, die 24 uur per dag opereren op vol
De dynamiek van vraag en aanbod op de CO2-markt creëert
vermogen. Met een hoog warmterendement van 95 procent
een CO2-marktprijs. De Europese Commissie heeft bepaald
(op basis van de onderste verbrandingswaarde) produceren
dat vanaf 2013 het aanbod van rechten via de
de boilers 899 TJ warmte per jaar. De brandstofinput is
overheidsveilingen jaarlijks afneemt met een constante
aardgas met een emissiefactor van 56,10 tCO2 / TJLHV. De
hoeveelheid.
fabriek heeft dus 53.075 tCO2-emissies per jaar. De sector waarin de fabriek opereert is ‘carbon leakage exposed’.
Doorberekening CO2-prijs
Allocatie vindt plaats op basis van de warmtebenchmark.
Wat is de meest kosteneffectieve manier om CO2-kosten door te rekenen? Elk bedrijf berekent zijn kosten door in de prijs, dus ook de CO2-kosten. De vraag is echter in hoeverre de klant bereid is een hogere prijs te betalen. Dat wordt
Casus 1.: Warmteproductie en –consumptie binnen één installatie De fabriek gebruikt alle geproduceerde warmte zelf.
bepaald door de positie van concurrenten binnen en buiten Europa, en door de mogelijkheid van klanten om te kiezen
De fabriek krijgt voorlopig 62,3 tCO2 / TJ * 899 TJ *
voor een alternatief product dat lagere CO2-kosten heeft. De
1.0 = 56.008 tCO2-rechten gratis uitgedeeld
CO2-prijs kan ook leiden tot hogere grondstofkosten.
De fabriek houdt 2.933 rechten over, die zij kan verkopen op de CO2-markt.
Elektriciteitsprijs Voor sommige duurzame warmteprojecten, zoals bio-
Als de fabriek 10 procent van de warmte duurzaam gaat
WKK’s, is de elektriciteitsprijs een belangrijke factor in de
produceren via bijvoorbeeld biobrandstoffen, betekent dat
business case. Omdat elektriciteitsproducenten geen gratis
ook 10 procent minder fossiele emissies. In 2013 kan de
emissierechten meer krijgen, stijgen de kosten voor
fabriek dus 5.308 emissierechten verkopen. Bij een CO2-
elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen. De theorie is
prijs van € 20 / tCO2 levert dat jaarlijks meer dan
dat elektriciteitsprijzen dus zullen stijgen. De precieze
€ 100.000 op. In de periode 2013-2020 heeft de fabriek dus
gevolgen voor de elektriciteitsprijs zijn echter niet duidelijk,
bijna € 850.000 aan extra inkomsten door verkoop van
omdat sommige bedrijven dergelijke kosten al eerder
overtollige CO2-rechten als gevolg van verduurzaming.
Casus 2.: Warmte-uitwisseling
De allocatie gaat naar de warmteconsument (als deze
Omdat een deel van de warmte niet nuttig gebruikt kan
binnen ETS valt), in veel gevallen de gebruikers van de
worden in de fabriek zelf, wordt een deel van de warmte
WKK’s. De carbon leakage status van de warmteconsument
geëxporteerd (bijvoorbeeld 10 procent).
is bepalend voor de hoogte van de carbon leakage exposure factor. Op dit moment is bijvoorbeeld de glastuinbouw niet
Er zijn twee scenario’s mogelijk:
carbon leakage exposed, dus zal de allocatie op basis van
De warmte gaat naar een andere ETS-installatie.
de warmtebenchmark afnemen van 80 procent in 2013 tot
De warmte gaat naar een andere niet-ETS-installatie.
30 procent in 2020. De warmteproducent kan ook nog onder de definitie van
2a - De warmte gaat naar een andere ETS-
elektriciteitsproducenten vallen, zoals bij WKK’s in de
installatie
glastuinbouw en voedselsector. In dat geval is tevens een
De fabriek exporteert 90 TJ naar een andere ETS-installatie
jaarlijkse lineaire reductie van 1,74 procent van toepassing.
die ook carbon leakage exposed is. Deze installatie krijgt dus 62,3 tCO2 / TJ * 90 TJ * 1.0 = 5.607 tCO2-rechten.
Warmtenetten (stadsverwarming)
De fabriek zelf consumeert nog 809 TJ zelf en krijgt
Voor warmtenetten is geen sprake van allocatie voor
daarvoor 62,3 tCO2 / TJ * 809 TJ * 1.0 = 50.401 tCO2-
stroomproductie, maar wel op basis van historische
rechten.
warmteproductie. Omdat (particuliere) woningbezitters niet binnen de ETS vallen, gaat de allocatie naar de
De fabriek komt nu zelf 2.674 tCO2-rechten tekort om de
warmteproducent. Ook in het geval van een
eigen CO2-emissies te compenseren. Dat kan op twee
warmtehandelaar of –tussenleverancier gaat de allocatie
manieren worden opgelost:
naar de oorspronkelijke warmteproducent. Woningen lopen geen gevaar op carbon leakage, dus zal de
De fabriek berekent de CO2-prijs voor de verhandelde
allocatie op basis van de warmtebenchmark afnemen van
warmte door aan de warmteafnemer.
80 procent in 2013 tot 30 procent in 2020. Als de warmte
De fabriek spreekt af dat de klant in natura betaalt, in
wordt geleverd door een elektriciteitsproducent, is tevens
de vorm van emissierechten die de klant zelf niet nodig
een jaarlijkse lineaire reductie van toepassing (1,74 procent
heeft. Als de warmte duurzaam is geproduceerd, zal de
van de voorlopige allocatie in 2013).
CO2-prijs doorberekend kunnen worden om de verduurzaming op die manier terug te verdienen (zie Casus 1.).
Het gebruik van exotherme warmte In principe komt benutting van exotherme warmte in aanmerking voor gratis allocatie als de warmte buiten de
2b - De warmte gaat naar een andere niet-ETS-
grenzen van de productbenchmarks ligt. Dit is bijvoorbeeld
installatie
het geval bij exotherme warmte uit papierproductie.
De fabriek exporteert 90 TJ naar een afnemer buiten de ETS die niet carbon leakage exposed is. Alle rechten gaan naar de fabriek. Omdat de afnemer niet carbon leakage exposed
Verbranding en warmtebenutting van proces-, rest- of afvalgassen
is, krijgt de fabriek voor de geëxporteerde warmte in 2013
Dit type warmte krijgt vrije allocatie in twee stappen, en
62,3 tCO2 / TJ * 90 TJ * 0,8 = 4.486 tCO2-rechten
alleen indien de warmteproductie en –consumptie buiten de
De fabriek krijgt daarnaast nog steeds 50,401 tCO2-rechten
systeemgrenzen van de productbenchmarks vallen. Voor de
(zie scenario 2a).
geconsumeerde warmte vindt allocatie plaats volgens de normale warmtebenchmark. Daarnaast vindt extra allocatie plaats voor de warmteproducent, gelijk aan het verschil in
Complexe situaties
emissies tussen de verbranding van restgas en aardgas bij dezelfde energieproductie.
Gebruik van WKK’s Bij WKK’s is er geen allocatie voor stroomproductie, maar wel op basis van historische warmteproductie. Als de warmte wordt geproduceerd door producten met een productbenchmark, vindt allocatie daaronder plaats. Zo niet, dan wordt de warmtebenchmark toegepast.
Het infoblad ‘Emissiehandel in Europa’ is in opdracht van het Nationaal Expertisecentrum Warmte (NEW) geschreven door Bram Borkent en Martijn Overgaag, Ecofys NL.
www.agentschapnl.nl
Meer informatie
Agentschap NL | maart 2011
Meer informatie over emissiehandel in Europe vindt u op
Disclamer
www.agentschapnl.nl/new > Wet- en regelgeving >
Dit infoblad is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Om de
Emissiehandel in Europa (EU-ETS)
leesbaarheid te bevorderen zijn juridische zinsneden vereenvoudigd weergegeven. Soms betreft het ook delen van of uittreksels van wetteksten. Aan deze brochure en de daarin
Nationaal Expertisecentrum Warmte Het Nationaal Expertisecentrum Warmte (NEW) wordt door de divisie NL Energie en Klimaat van Agentschap NL uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. NEW is één van de beleidsmaatregelen uit het ‘Werkprogramma Warmte op Stoom’. Met dit programma wil de overheid de verduurzaming van warmte- en koudevoorzieningen in Nederland een extra stimulans geven. Een noodzakelijke voorwaarde hiervoor is een goed functionerende markt. Dat houdt onder meer in dat overheden, bedrijven en burgers voldoende moeten weten over te nemen maatregelen en de financiële en CO₂-effecten daarvan. NEW richt zich op de gebouwde omgeving en de industrie. Het NEW is bereikbaar via www.agentschapnl.nl/new of op werkdagentussen 9.00 en 12.00 uur op telefoonnummer 088 602 25 33.
Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15 Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T +31 (0)88 602 70 00
opgenomen voorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend. Agentschap NL is niet aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik ervan.