© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid Rekenwerkboek voor het theorie-examen kerntaak 1
Financieel 2 Ondernemer Dit rekenwerkboek is van de student: ____________________________ Klas: Telefoonnummer:
_______________________________ _______________________________
E-mailadres:
_______________________________
1
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Rekenwerkboek Kerntaak 1 Ondernemingsbeleid: Exploitatiebudget, Liquiditeitsbudget en BTW-budget Wat ga je doen? Je kunt je via je theorieboek en dit rekenwerkboek voorbereiden op het theorie-examen Financieel 2 kerntaak 1. Het gaat, wat de voorbereiding betreft, om de examenonderwerpen:
Exploitatiebudget Liquiditeitsbudget BTW-budget
Resultaat De rekenvaardigheden welke zich bij het budgetteren voordoen. Het theorieboek geeft de begeleiding bij dit rekenwerkboek. Aanbevolen hulpmiddel: Rekenmachine.
Aan bod komen achtereenvolgens: Een budget opstellen, Exploitatiebudget, opgave .. t/m ..
Planning en budgettering Functie van een budget Soorten budgetten Gegevens voor een budget Indeling van het budget
Factoren bij de budgetbewaking, opgave .. t/m ..
Verschillende Budgetteringsmethoden Budgetverschillen Loonkosten berekenen voor budgetvergelijking Het berekenen van budgetverschillen.
Cashflow, liquiditeitsbudget, BTW-budget (niet voor Manager) , opgave .. t/m ..
Waarom cashflow berekenen? Bepalen van de cashflow Liquiditeitsbudget BTW-budget
2
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Kwalificatie, werkprocessen en competenties Opleiding 90290 Ondernemer Detailhandel Werkproces
1.3 Regelt het financiële gedeelte (van het opstarten) van de onderneming 1.4 Maakt een exploitatie- en liquiditeitsbudget 1.6 Bewaakt de financiële situatie en rapporteert hierover Beroepscompetentie
M Analyseren A Beslissen en activiteiten initiëren Y Bedrijfsmatig handelen
3
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Examen – Exploitatiebudget, Liquiditeitsbudget en BTW-budget __________________________________________________ Kerntaak 1 Financieel 2 Een budget opstellen Opgave 1 Onderstreep in de volgende tekst de ondernemingsdoelstelling, de begroting en het budget. Geef elk onderdeel een aparte kleur. Uitgeverij Klaassen is een gerenommeerd bedrijf. Al jaren verzorgt het de publicatie van rapporten van verschillende grote onderwijsinstellingen. Het uiterlijk van die onderwijsinstellingen is echter sterk veranderd sinds ze gefuseerd zijn tot Regionale Onderwijscentra (ROC). Uitgeverij Klaassen wil zich aanpassen aan haar klant en haar doelgroep, en kiest daarom voor het veranderen van de huisstijl. Klaassen wil ook weer niet te veel geld uitgeven aan deze verandering. Tegenover de maximale uitgave van € 2.500 voor het veranderen van de huisstijl, moeten immers ook voldoende inkomsten staan. De start van de verandering wordt gemaakt met het uitschrijven van een wedstrijd onder de medewerkers. De opdracht is om een nieuw logo te bedenken. De medewerkers moeten er rekening mee houden dat het nieuwe logo maximaal € 1.000 mag kosten.
Opgave 2 Lees de volgende tekst en vul de ontbrekende woorden in. Je kunt kiezen uit: begroting, budget of ondernemingsdoelstelling. Sommige woorden moet je meerdere keren gebruiken. De eigenaar van beddenspeciaalzaak Dromenland heeft een .…………………….. geformuleerd. Hij wil meer gaan verkopen aan een publiek met een hoger inkomen. In zijn .…………………….. houdt hij rekening met een extra omzet van € 35.000 per jaar. In zijn .…………………….. reserveert hij geld voor het ontwikkelen van een beter en duurder bed. In de/het .…………………….. geeft hij aan, dat er extra geld beschikbaar is voor promotie bij de nieuwe doelgroep. Hij denkt niet dat hij extra personeel nodig heeft. Voor de personeelskosten kan hij dus hetzelfde bedrag gebruiken als in de/het .…………………….. van vorig jaar.
Opgave 3 Lees de volgende tekst en beantwoord daarna de vraag. Joost Venema is budgetbeheerder over een afdeling. Aan het begin van het jaar heeft hij een budget opgesteld. Iedere vier weken controleert hij of de werkelijk gemaakte kosten nog met de geplande kosten overeenkomen. In week zestien ligt hij netjes op schema. Toch vraagt de ondernemer aan Joost of hij de personeelskosten wil verminderen. Een concurrent heeft namelijk een vestiging in de buurt geopend en het gevolg is dat er veel minder omzet wordt gemaakt dan was verwacht. functies van een budget kom je in deze tekst tegen? Geef aan waar ze in de tekst staan.
Welke
4
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 4 Maak een kostenbudget voor dit bedrijf. Maak een onderverdeling in vaste en variabele kosten. Gebruik de volgende gegevens: Kosten vast personeel
€ 150.000
Kosten oproeppersoneel
€ 105.000
Huur
€ 55.500
Gas, water, elektriciteit
€ 32.000
Ontwikkeling nieuwe producten
€ 30.500
Promotie
€ 12.500
Verpakkingen
€
3.000
Overige vaste kosten
€
9.200
Overige variabele kosten
€
5.000
Inkoopwaarde omzet
€ 230.000
Omzet
€ 740.000
De onderverdeling in vaste en variabele kosten:
5
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 5
a. Welke onderdelen vind je zoal in een budget? Bedenk zelf de vaste en variabele kosten en zet deze in de witte vlakken. b. Bereken de nettowinst. Vul de getallen in de witte vlakken in.
Opgave 6 Op een school staat een kopieerapparaat. De jaarlijkse vaste kosten worden geschat op € 400. Een velletje papier kost € 0,02. De toner moet vervangen worden na 12.500 kopieën. Een toner kost € 120. Vorig jaar zijn 126.000 kopieën ‘gedraaid’. Dit jaar is de hoofdadministratie van plan kopieerkaarten uit te geven. Op een kaart staan 500 credits. De hoofdadministratie verwacht dat het aantal kopieën hierdoor met 10% afneemt. Welk budget zal het hoofd financiën voorstellen om aan de hoofdadministratie ter beschikking te stellen? Het budget (bewaar de berekeningen erbij):
6
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 7 Van sommige dingen weet Jeroen Bosch gewoon hoeveel geld hij ervoor op het budget moet zetten. De huur is al jaren € 32.500, voor energie is hij ongeveer € 7.500 kwijt. Iedere werknemer kost hem € 10.000 per jaar. Hoeveel Jeroen aan promotie gaat besteden, hangt af van de verwachte omzet. Uit ervaring weet Jeroen dat hij met de gemiddelde omzet per werknemer een goede schatting kan maken van de omzet in het komende jaar. De afgelopen jaren was de gemiddelde omzet per werknemer:
vier jaar geleden: € 54.000; drie jaar geleden: € 60.000; twee jaar geleden: € 68.000; afgelopen jaar: € 58.000.
Stel het budget voor het komende jaar op. Ga ervan uit dat Jeroen zes werknemers in dienst heeft. De inkoopwaarde van de omzet is een derde (33,33%) van de omzet. Jeroen wil € 115.000 nettowinst maken.
Het budget voor het komende jaar. Bewaar de berekeningen erbij.
7
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 8 In het centraal station van Tjoestradeel is een koffiecorner, met de naam ‘Koffiecorner’, gevestigd. Hier wordt verse koffie gezet en verkocht. De eigenaar heeft de budgetbeheerder de volgende gegevens overhandigd: jaarlijkse vaste kosten € 23.000. Kosten per gezet kopje koffie € 0,28. De koffie wordt voor € 1 verkocht. De eigenaar verwacht in het komende jaar 65.000 koppen koffie te verkopen. a. Bereken voor Koffiecorner de verwachte omzet over het komend jaar.
b. Welk totaal bedrag aan variabele kosten verwacht Koffiecorner komend jaar te maken?
c. Welk totaal bedrag aan kosten verwacht Koffiecorner over komend jaar te maken?
8
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
d. Bereken voor Koffiecorner de verwachte winst over het komend jaar.
Bewaar de berekeningen erbij.
Opgave 9 Een school kent aan de hoofdconciërge een schoonmaakbudget toe. De financieel directeur beschikt over de volgende gegevens:
aantal schoolweken in een jaar: 40; aantal uren schoonmaak per dag: 4, op vrijdag 6; een week voor de opening worden de gangen gepoetst, geschatte aantal uren: 16; vlak voor de open dag, die zaterdag 13 januari wordt georganiseerd, wordt extra (= dubbel) schoongemaakt; het schoonmaakmateriaal wordt ingeschat op € 2.300 per jaar; een schoonmaker kan voor € 8,50 per uur worden ingehuurd; het jaarloon van een conciërge (bij een werkweek van 36 uur) bedraagt € 15.600.
Hoeveel uren mag de hoofdconciërge aan schoonmaak uitgeven?
9
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
b. Bereken voor de hoofdconciërge de loonkosten indien een schoonmaker wordt ingehuurd.
c. Bereken voor de hoofdconciërge de loonkosten indien van een conciërge gebruik wordt gemaakt.
d. Voor wie kiest de hoofdconciërge? Licht je keuze toe.
10
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 10 De eigenaar van café “Gezellig” heeft van de boekhouder het volgende kostenoverzicht over het afgelopen jaar gekregen.
Kosten vast personeel
€ 245.000
Kosten oproeppersoneel
€ 85.000
Huur
€ 67.800
Gas, water, elektriciteit
€ 22.000, waarvan € 2.400 vaste lasten
Promotie 1% van de omzet
€
Overige vaste kosten
€ 11.650
Overige variabele kosten
€
Inkoopwaarde omzet 25% v/d omzet
€
2.350
De eigenaar verwacht in het hierop volgende jaar € 865.000 omzet te behalen. De variabele kosten stijgen met 3% a. Bereken voor de eigenaar van café ‘Gezellig’ de vaste kosten.
b. Bereken voor de eigenaar van café ‘Gezellig’ de variabele kosten.
11
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
c. Welke winst verwacht de eigenaar van café ‘Gezellig’ over het hierop volgende jaar te halen?
Opgave 11 Pearl, eigenaar van café “Hawaii” heeft van de boekhouder het volgende kostenoverzicht over het afgelopen jaar gekregen. De inkoopwaarde van de omzet bedraagt 30% v/d omzet. Kosten vast personeel
€ 235.000
Kosten oproeppersoneel
€
Huur
€ 34.800
Gas, water, elektriciteit
€ 12.000 (waarvan € 1.800 vaste lasten)
Promotie 1,5% van de omzet
€
Overige vaste kosten
€ 14.850
Overige variabele kosten
€ 22.750
5.000
9.750
Pearl verwacht dat de omzet in het hierop volgende jaar met 6% stijgt. Deze stijging werkt in alle variabele kosten door. a. Bereken voor Pearl het budget aan vaste kosten voor het hierop volgende jaar.
12
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
b. Bereken voor Pearl de gerealiseerde omzet over het afgelopen jaar.
c. Bereken voor Pearl de variabele kosten over het hierop volgende jaar.
d. Welke winst verwacht Pearl over het hierop volgende jaar te halen?
13
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Exploitatiebudget Opgave 12 Deze winter vinden er veel activiteiten plaats in de straat waar het bedrijf van Johan Kwist staat. Er is een braderie, Sinterklaas staat voor de deur en daarna zijn er al weer diverse kerstacties. Er moeten versieringen komen, er moet een advertentie gezet worden dat de klant zelf ook voor winterschilder kan spelen enzovoort. Als Johan aan alle geplande activiteiten van de ondernemersvereniging mee zou doen, kost dat € 10.000. In totaal heeft Johan voor het hele jaar €17.500 voor dergelijke verkoopkosten gebudgetteerd. € 10.000 is in verhouding dus erg veel. Hij moet daarom een keuze maken. a. Wat zijn de voordelen voor Johan om mee te doen aan de activiteiten?
b. Wat zijn de nadelen voor Johan om mee te doen aan de activiteiten?
c. Waarop zou Johan zijn definitieve keuze kunnen baseren?
Opgave 13 14
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Peter Pastille heeft handelt in in drogisterij- en parfumerieartikelen. Voor komend jaar heeft hij de volgende verwachte gegevens (exclusief btw):
Een omzet van € 437.500. De inkoopwaarde is 67% hiervan.
Andere kosten zijn:
personeelskosten: huisvesting/inventaris: vervoerskosten verkoopkosten: overige kosten: rentelasten: afschrijvingen:
€ 35.000 € 21.875 € 2.650 (gemaakt met eigen auto): € 17.500 € 8.750 € 4.375 € 8.750
Er zijn geen bijzondere baten of lasten. Gegevens van Peter Pastille (bedragen in euro's) Omzet
Percentage de omzet 100%
Inkoopwaarde omzet
van Branche-informatie vorig jaar 100 64,9
Brutowinst
35,1
Exploitatiekosten • Personeel
11,1
• Huisvesting
4,0
• Vervoer
0,7
• Verkoop
3,0
• Overige kosten
3,2
• Rentelasten saldo
1,9
• Afschrijvingen
3,0
Totaal exploitatiekosten
26,9
Bedrijfsresultaat
9,0
a. Stel hierboven het exploitatiebudget samen. b. Vergelijk dit budget met de gemiddelde percentages in de branche, zoals gegeven in de laatste kolom. Let erop dat de getallen percentages van de omzet zijn. Alle kosten relateer je dus aan de omzet. Zet de gegevens naast elkaar in de bovenstaande tabel.
c.
15
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Wat kun je zeggen over het nettoresultaat van de bedrijf van Peter Pastille?
d. Waarom moet je wel heel voorzichtig zijn met de waarde van uitspraken in deze vergelijking?
Opgave 14 Kees Spilling is een concurrent van Peter Pastille (zie opgave 13). Hij verwacht het volgende voor het komende jaar (exclusief btw):
Een omzet van € 332.500. De inkoopwaarde hiervan is 70%.
De kosten die hij verder kwijt denkt te zijn, zijn:
personeelskosten: huisvesting/inventaris: vervoerskosten met eigen auto: verkoopkosten: overige kosten: rentelasten: afschrijvingen
€ 35.000 € 23.000 € 3.000 € 14.000 € 8.000 € 3.975 € 10.000
Stel het exploitatiebudget samen en vergelijk dit budget met de gemiddelde percentages van de branche-informatie uit opgave 13.
Beschrijving
Beschrijving
Gegevens van Kees Spilling
Percentage
(bedragen in euro's)
van de omzet
Gegevens van Kees Spilling
Percentage
16
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
(bedragen in euro's)
van de omzet
Opgave 15 Stel dat de inkoopwaarde van Kees Spilling 60% van de omzet is en dat de personeelskosten 8% van de omzet zijn. Stel hieronder opnieuw het exploitatiebudget samen. Gegevens van Kees Spilling
Percentage van de omzet
Branche-informatie vorig jaar
100%
100
(bedragen in euro's) Omzet Inkoopwaarde omzet
64,9
Brutowinst
35,1
Exploitatiekosten • Personeel
11,1
• Huisvesting
4,0
• Vervoer
0,7
• Verkoop
3,0
• Overige kosten
3,2
• Rentelasten saldo
1,9
• Afschrijvingen
3,0
Totaal exploitatiekosten
26,9
Bedrijfsresultaat
9,0
b. Wat kun je nu zeggen over de nettowinst van Kees in relatie tot de branchegegevens
17
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
vermeld in de laatste kolom?
Opgave 16 Loes, onderneemster, heeft over een bepaalt jaar de volgende gegevens verzameld:
Omzet
€ 468.500
Inkoop
€ 255.600
Kosten
€ 120.400
Loes schat in dat in het daarop volgende jaar alles met 5% stijgt. a. Bereken voor Loes de behaalde brutowinst over het bekende jaar.
b. Bereken voor Loes de behaalde nettowinst over het bekende jaar.
c. Welk bedrag aan brutowinst verwacht Loes volgend jaar te behalen?
d. Bereken voor Loes de nettowinst die ze in het volgend jaar verwacht te behalen.
Opgave 17 18
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Wouter, ondernemer, heeft het afgelopen jaar een omzet behaald van € 1.245.000. Door een verslechterende economie verwacht Wouter dat de omzet met 6% daalt. Wouter hanteert over de inkoop een brutowinst van gemiddeld 71%. Welke brutowinst (afgerond op hele euro’s) verwacht Wouter te halen?
Opgave 18 Peter Nieuwkoop beschikt over het exploitatieoverzicht van het afgelopen jaar. Stel voor Peter een exploitatiebudget op waarbij je met het volgende rekening houdt.
De omzet zal door het aantrekken van de economie met 4% stijgen. De inkoopwaarde van de omzet stijgt met 2%. De loonkosten stijgen met 2%. De overige kosten blijven gelijk.
Alle bedragen in euro's
Jaarbudget afgelopen jaar
Omzet
338.000
Inkoopwaarde omzet
135.200
Brutowinst
202.800
Exploitatiekosten: • Personeel
67.600
• Huisvesting
16.900
• Vervoer
6.760
• Verkoop
10.140
• Overige kosten
40.560
• Rentelasten saldo
6.760
• Afschrijvingen
3.380
Totaal exploitatiekosten
152.100
Bedrijfsresultaat
Alle bedragen in euro's
50.700 Jaarbudget komend jaar
19
© Noordhoff Uitgevers
Alle bedragen in euro's
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Jaarbudget afgelopen jaar
Omzet Inkoopwaarde omzet Brutowinst Exploitatiekosten: • Personeel • Huisvesting • Vervoer • Verkoop • Overige kosten • Rentelasten saldo • Afschrijvingen Totaal exploitatiekosten Bedrijfsresultaat
Opgave 19 Vul voor Jantine Strijbos de exploitatiebegroting op de ontbrekende plaatsen in. Jaarbudget
%
Omzet
448.000
100
Inkoopwaarde omzet
179.200
40
Alle bedragen in euro's
Brutowinst
268.800
% Realisatie
bedragen 440.000
39
60
Exploitatiekosten: • Personeel
89.600
20
• Huisvesting
22.400
5
5,5
• Vervoer
8.960
2
2,2
• Verkoop
13.440
3
3,1
• Overige kosten
53.760
12
12,8
• Rentelasten saldo
8.960
2
1,8
• Afschrijvingen
4.480
1
Totaal exploitatiekosten Bedrijfsresultaat
22
1
201.600 67.200
20
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 20 Jan Konijn beschikt over het exploitatieoverzicht van het afgelopen jaar. Jan stelt een exploitatiebudget voor het komende jaar op. Jan verwacht dat de omzet met 10% stijgt. De rest van de gegevens blijft hetzelfde. Alle bedragen in euro's
Jaarbudget
%
Omzet
326.000
100
Inkoopwaarde omzet
130.400
40
Brutowinst
195.600
bedragen
60
Exploitatiekosten: • Personeel
65.200
20
• Huisvesting
16.300
5
• Vervoer
6.520
2
• Verkoop
9.780
3
• Overige kosten
39.120
12
• Rentelasten saldo
6.520
2
• Afschrijvingen
3.260
1
Totaal exploitatiekosten Bedrijfsresultaat
146.700 48.900
Bereken voor Jan de nettowinst die hij het komende jaar verwacht te behalen.
21
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Factoren bij de budgetbewaking Opgave 21 Toys voor Boys doet in gadgets voor mannen. het bedrijf hanteert voor de energiekosten een jaarbudget van € 64.000.
Hoeveel bedraagt het budget voor de maand mei, wanneer het energiebudget vastgesteld wordt op basis van vaste budgettering?
Opgave 22 Kapsalon Hairstyle heeft voor het bepalen van de knipprijs voor mannen een tarief per eenheid. In dit tarief per eenheid zijn de volgende gegevens verwerkt: Constante kosten:
€ 25.000
Variabele kosten:
€ 20.000
Normale aantal te knippen mannen:
€ 2.000
Te verwachten aantal te knippen mannen:
€ 2.200
Wat is het tarief per eenheid dat op basis van de gegevens in de knipprijs voor mannen is verwerkt? Voeg de berekening toe.
Opgave 23
22
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Shine heeft een overzicht van de gemaakte reclamekosten over het jaar 2008 en wil op basis van voortschrijdende budgettering op basis van de gemiddelde kosten van de voorgaande kwartalen de budgetten voor het komend jaar opstellen. Afgelopen jaar
Reclamekosten
Kwartaal 1
€ 2.300
Kwartaal 2
€ 2.350
Kwartaal 3
€ 2.500
Kwartaal 4
€ 2.400
komend jaar Kwartaal 1
€ 2.387,50
Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Controleer de juistheid van het budget voor reclamekosten voor het eerste kwartaal van het komend jaar en vul ook de budgetten voor de kwartalen 2 tot en met 4 in.
Loonkosten berekenen voor budgetvergelijking Opgave 24 a. Swish doet in mode. In het afgelopen jaar was de omzet € 3.750.000 en loonkosten bedroegen € 350.000. Bereken het percentage loonkosten.
b.
De Korenaar had het afgelopen jaar was de omzet € 4.010.000 en loonkosten bedroegen € 289.000. Bereken de omzet per euro loon.
c.
23
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Welk van deze twee bedrijven besteedt het grootste deel van de omzet aan loonkosten? Motiveer je antwoord.
Opgave 25 Bekijk de volgende gegevens: Situatie twee jaar geleden: omzet € 250.000 en loonkosten € 10.000. Situatie vorig jaar: omzet € 325.000 en loonkosten € 17.500. a. Wat is de omzet per euro loon voor deze twee budgetperioden?
b. Was er het afgelopen jaar een stijging van het percentage loonkosten ten opzichte van de omzet? Laat zien hoe je dat berekent.
Opgave 26 Romio's kwekerij annex tuincentrum behaalde vorig jaar geleden een jaaromzet van € 940.625. Romio betaalde toen € 75.250 aan loonkosten. Romio is best tevreden met zijn omzet. Toch heeft hij voor komend jaar een begroting opgesteld waarin hij rekening houdt met extra kosten. Met name de aanschaf en het installeren van nieuwe kassa's zullen het budget gaan bepalen. Aan het einde van dit jaar zal namelijk vlak bij zijn bedrijf een nieuwe woonwijk opgeleverd worden. De eerste bewoners zullen over twee jaar hun huizen betrekken en dus zullen er heel wat tuintjes aangelegd worden. Romio verwacht daarom een toestroom van nieuwe klanten.
24
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Om de afhandeling van al die klanten efficiënter te laten verlopen, zijn dus nieuwe kassa's nodig. Waarschijnlijk heeft hij dan ook personeel te weinig. Ondanks de snelle kassa-afhandeling zal hij toch nieuwe medewerkers moeten aanstellen. Romio laat de verantwoordelijke voor het tuincentrum (de budgetbeheerder) de jaarcijfers van de omzet van voorafgaande jaren opzoeken, zodat er een vergelijking gemaakt kan worden. Hij laat hem ook uitzoeken wat de kosten zullen zijn van de nieuwe kassa’s en hoe hoog de kosten zijn van een nieuwe medewerker. Om te beoordelen of een en ander haalbaar is moet Romio verder weten wat de kosten zijn van de kwekerij en de verdere kosten waar hij jaarlijks mee te maken krijgt. Op basis van de aangeleverde gegevens maakt Romio een berekening. o.a. Door de snelle afhandeling aan de kassa verwacht Romio dat de omzet zal stijgen. Hij schat in dat er twee nieuwe medewerkers zijn. Romio stelt zo een begroting vast en vertelt de budgetbeheerder welk budget hij voor komend jaar toegewezen krijgt. Nu zijn we een jaar verder. Het jaar van de oplevering van de nieuwe wijk. De nieuwe medewerkers zijn volledig ingewerkt en de kassa's werken uitstekend. Romio is benieuwd wat nu uiteindelijk de kosten zijn geweest en of die kosten opwegen tegen de uiteindelijke opbrengsten. Hij vraagt de budgetbeheerder om een berekening. De budgetbeheerder constateert dat door het aannemen van nieuw personeel de loonkosten over het vorige jaar (toen de wijk nog niet was opgeleverd) zijn gestegen tot € 94.750. De omzet is maar tot € 1.061.200 gestegen. Dat zal consequenties hebben voor de omzet per euro loon van dit jaar. De budgetbeheerder berekent daarom de omzet per kassamedewerker over het jaar voor de oplevering van de nieuwe wijk. a. Hoe groot was de omzet per euro loon oorspronkelijk, voordat nieuw personeel werd aangenomen?
b. Hoe groot moet de omzet zijn als Romio’s kwekerij annex tuincentrum dezelfde omzet per euro loon wil behouden, terwijl hij twee extra medewerkers aanneemt?
c. Wat is de nieuwe omzet per euro loon over het eerste jaar inclusief de nieuwe medewerkers?
25
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
d. Heeft Romio er goed aan gedaan om zijn personeelsbestand uit te breiden? Waarom wel/niet?
26
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Bereken budgetverschillen Opgave 27 Kijk naar het exploitatiebudget van Peter Pastille. Alle bedragen in €
Jaarbudget
Omzet
437.500
Inkoopwaarde omzet
293.125
Brutowinst
Realisatie
Verschil met budget
+ of-
144.375
Exploitatiekosten: • Personeel
35.000
• Huisvesting
21.875
• Vervoer
2.650
• Verkoop
17.500
• Overige kosten
8.750
• Rentelasten saldo
4.375
• Afschrijvingen
8.750
Totaal exploitatiekosten
98.900
Bedrijfsresultaat
45.475 Gegevens van Peter Pastille
Na een jaar wil Peter weten of de gerealiseerde gegevens verschillen met wat hij had gepland. De gerealiseerde gegevens zijn: Een omzet van € 462.750. De inkoopwaarde is 64% hiervan. Aan kosten geeft hij uit:
personeelskosten: huisvestingskosten: vervoerskosten: verkoopkosten: overige kosten: rentelasten: afschrijvingen:
€ 35.000 € 22.575 € 2.475 € 17.075 € 8.700 € 4.500 € 8.900
a. Maak van bovenstaand schema een vergelijkingsschema, zodat Peter aan de hand van deze gegevens aan de slag kan. b. Wat kun je zeggen over de nettowinst van Peter?
27
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 28 Kijk naar het exploitatiebudget van Kees Spilling. Alle bedragen in €
Jaarbudget
Omzet
332.500
Inkoopwaarde omzet
232.750
Brutowinst
Realisatie
Verschil met budget
+ of –
99.750
Exploitatiekosten: • Personeel
35.000
• Huisvesting
23.000
• Vervoer
3.000
• Verkoop
14.000
• Overige kosten
8.000
• Rentelasten saldo
3.975
• Afschrijvingen
10.000
Totaal exploitatiekosten
96.975
Bedrijfsresultaat
2.775 Gegevens van Kees Spilling
Na een jaar wil Kees weten of de gerealiseerde gegevens verschillen met het budget. De gerealiseerde gegevens zijn: Een omzet van € 350.250. De inkoopwaarde is 64% hiervan. Overige kosten: a.
personeelskosten: € 35.000 huisvestingskosten: € 23.000 vervoerskosten: € 2.475 verkoopkosten: € 17.075 overige kosten: € 7.800 rentelasten: € 4.000 afschrijvingen € 8.900 Maak van bovenstaand schema een vergelijkingsschema voor Kees Spilling.
b. Wat kun je zeggen over de nettowinst van Kees? En hoe verklaar je dat?
28
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 29 Hendrik had zijn omzet voor het afgelopen jaar begroot op € 342.000. Volgens de gegevens van de branche bedraagt de gemiddelde brutowinst 50% van de omzet. Eind januari overhandigt de boekhouder het jaaroverzicht aan Hendrik. Hierin staat: Omzet € 356.000 Inkoopwaarde € 187.000 a. Bereken voor Hendrik de brutowinst die over dit jaar uiteindelijk behaald is.
b. Bereken de brutowinst die voor dit jaar was begroot.
c. Noem twee opmerkelijke verschillen.
29
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 30 Loes heeft over het afgelopen jaar een omzet gerealiseerd van € 461.440. Dit was 12% meer dan begroot. Normaal gesproken wordt de inkoop verhoogd met 40% brutowinst. De inkoop bedroeg over het jaar 2010 € 325.000. a. Welk bedrag schatte Loes in over dit jaar te verkopen?
b. Bereken voor Loes de uiteindelijk gerealiseerde brutowinst.
c. In hoeverre wijkt de prijs waarvoor de goederen ingekocht zijn af van de norm.
d. Geef voor het bij c berekende verschil een mogelijke verklaring.
Opgave 31 30
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Vul voor Vivienne Kouwenhoven de onderstaande begroting verder in: Alle bedragen in €
% v/d omzet
Jaarbudget
Omzet
338.000
100
Inkoopwaarde omzet
40
Brutowinst
60
Exploitatiekosten: • Personeel
20
• Huisvesting
5
• Vervoer
2
• Verkoop
3
• Overige kosten
12
• Rentelasten saldo
2
• Afschrijvingen
1
Totaal exploitatiekosten Bedrijfsresultaat
Opgave 32 Vul voor Jantine Strijbos de onderstaande begroting verder in. Alle bedragen in €
Jaarbudget
%
Omzet
448.000
100
Inkoopwaarde omzet
179.200
40
41
60
59
22
Brutowinst
268.800
Realisatie in %
Realisatie in € 452.000
+ of +
Exploitatiekosten: • Personeel
89.600
20
• Huisvesting
22.400
5
4,5
• Vervoer
8.960
2
2
• Verkoop
13.440
3
3,1
• Overige kosten
53.760
12
11,8
• Rentelasten saldo
8.960
2
1,8
• Afschrijvingen
4.480
1
0,9
31
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Ga hier verder: Totaal exploitatiekosten
201.600
Bedrijfsresultaat
67.200
Opgave 33 Kijk naar het exploitatiebudget van Jeannette Blankepit. Alle bedragen in €
Jaarbudget
Omzet
452.500
Inkoopwaarde omzet
282.750
Brutowinst
Realisatie
Verschil met budget + of -
169.750
Exploitatiekosten: • Personeel
55.000
• Huisvesting
33.000
• Vervoer
6.500
• Verkoop
18.500
• Overige kosten
3.000
• Rentelasten saldo
6.600
• Afschrijvingen Totaal exploitatiekosten
12.000 134.600 ________
Bedrijfsresultaat
35.150
Na een jaar wil Jeannette weten of de gerealiseerde gegevens verschillen met het budget. De gerealiseerde gegevens zijn: Een omzet van € 432.500. De inkoopwaarde is 61% hiervan. Overige kosten:
personeelskosten: huisvestingskosten: vervoerskosten: verkoopkosten: overige kosten: rentelasten: afschrijvingen
€ 58.300 € 32.700 € 6.280 € 17.020 € 2.800 € 3.230 € 12.000
a. Vul het vergelijkingsschema voor Jeanette in.
32
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
b. Met welk bedrag wijkt het bedrijfsresultaat af van de begroting?
c. Noem de soorten kosten en bedragen die het bedrijfsresultaat negatief beïnvloed hebben. Noem de soorten kosten en bedragen die het bedrijfsresultaat positief beïnvloed hebben.
d. Saldeer het positieve en negatieve totaalbedrag en tel dit bij het begrote bedrijfsresultaat op.
Opgave 34 Birgit Peters haalt met haar bedrijf een omzet van € 455.000. Ze heeft in het voorgaande boekjaar een brutowinst gebudgetteerd van € 120.000. Welk percentage dient de inkoopwaarde van de omzet in procenten van de omzet (op gehelen nauwkeurig) te zijn om de gebudgetteerde brutowinst te kunnen behalen?
33
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 35 Michel Bloemers handelt in tweedehands kleding. Om te kunnen leven van zijn handel heeft hij een brutowinst nodig van € 150.000, per jaar. De inkoopwaarde van zijn omzet schat Michel in op 25% van de omzet. Hoe hoog zal de omzet zijn die Michel zal budgetteren als te behalen omzet?
Opgave 36 Karel Doormast handelt in de haven van een dorpje aan het IJsselmeer in zeilartikelen. Een deel van het assortiment wordt door Karel zelf geproduceerd en gerepareerd. Een voorbeeld van een zelf geproduceerd artikel is aanmeertouw. Karel had voor het afgelopen jaar gebudgetteerd om 200 meter aanmeertouw te produceren. Hiervoor is standaard 200 kilogram grondstof nodig, in te kopen tegen een prijs van € 2 per kilogram. Karel heeft in het afgelopen jaar in totaal 250 kilogram grondstof ingekocht, voor de productie van 200 meter aanmeertouw. De totale inkoopkosten voor deze grondstof bedroegen € 625. Hoeveel bedroegen het efficiencyverschil en het prijsverschil?
34
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 37 Karel Doormast haalt met zijn bedrijf in zeilartikelen in jaren met een normale zomer een omzet van € 500.000. In jaren met slechte zomers behaalt hij een omzet van € 400.000, terwijl in jaren met goede zomers de omzet € 750.000 bedraagt. De constante kosten voor de bedrijf van Karel Doormast zijn € 175.000. Bereken de bezettingsresultaten voor de jaren met goede zomers en voor de jaren met slechte zomers.
Opgave 38 Voor het bakken van een specifiek soort brood heeft Bakker Bert de volgende gegevens gebudgetteerd:
Grondstofkosten € 100.000, bij een prijs van € 0,50 per kilogram. Manuren € 250.000, bij een uurtarief van € 125 per uur. Machine- en ovenkosten € 80.000, bij een uurtarief van € 80 per uur.
Aan het eind van het jaar levert de administratie van Bakker Bert met betrekking tot dit brood de volgende informatie op:
Ingekochte grondstoffen 210.000 kilogram tegen een prijs van € 0,45 per kilogram. Betaald aan manuren € 240.000, voor 1.900 manuren. Machine- en ovenkosten € 82.000 bij een uurtarief van € 81. Bereken de efficiencyverschillen en prijsverschillen op grondstoffen, manuren en machine- en ovenkosten. Hierbij mag je er vanuit gaan dat de gebudgetteerde hoeveelheid te bakken broden gelijk is aan de werkelijke hoeveelheid gebakken broden.
35
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Bepalen van de cashflow Opgave 39 Jan is ondernemer. Hij heeft over het afgelopen jaar een nettowinst behaald van € 45.392. Hij heeft in dat jaar € 289 wisselgeld uit zijn privévermogen in de kas gestort. Jan heeft elke maand van zijn zakelijke bankrekening € 2.500 naar zijn privérekening laten storten. Bereken voor Jan het bedrag aan winst dat in zijn onderneming ‘is blijven zitten’.
b. Wat kan Jan allemaal met het bij vraag a berekende bedrag doen?
Opgave 40 Ondernemer Eugene heeft over het afgelopen jaar een nettowinst behaald van € 35.952. Hij heeft in dat jaar € 112 wisselgeld uit zijn privévermogen in de kas gestort. Eugene heeft in totaal € 31.500 naar zijn privérekening laten storten. De afschrijving bedroeg € 3.500. a. Bereken voor Eugene het bedrag aan winst dat in zijn onderneming ‘is blijven zitten’.
36
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
b. Bereken voor Eugene de cashflow.
c. Wat kan Eugene allemaal met het bij opgave b berekende bedrag doen?
Opgave 41 Vivienne is heeft een eenmanszaak. Zij heeft over het afgelopen jaar een nettowinst behaald van € 21.749. Zij heeft in dat jaar € 232 wisselgeld uit haar privévermogen in de kas gestort. Vivienne heeft in totaal € 32.345 naar haar privérekening laten storten. De afschrijving bedroeg € 13.500. a. Bereken voor Vivienne het bedrag aan winst dat in haar onderneming ‘is blijven zitten’.
37
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
b. Bereken voor Vivienne de cashflow.
c. Wanneer komt Vivienne in de financiële problemen?
Opgave 42 Loes is onderneemster. Zij heeft over het afgelopen jaar een nettowinst behaald van € 17.452. Zij heeft in dat jaar € 21 wisselgeld uit haar privévermogen in de kas gestort. Loes heeft in totaal € 28.652 privé opgenomen. De afschrijving bedroeg € 3.450. a. Bereken voor Loes het bedrag aan winst dat in haar onderneming ‘is blijven zitten’. .
b. Bereken voor Loes de cashflow.
38
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
c. Noem een mogelijk gevolg van de ontstane waarin Loes zich bevindt.
Opgave 43 Wesley’s zaak heeft vorig jaar een brutowinst van € 298.000. Zijn exploitatiekosten bedroegen € 188.700. Dat jaar heeft Wesley geen bijzondere baten of lasten. Aan belastingen moeten in totaal dat jaar € 55.000 betaald worden. Ook schreef Wesley 20% van de aanschafwaarde af op de nieuwe bestelwagen van € 70.000. Wesley besteedt in dat jaar € 25.000 aan privé-uitgaven. a. Bereken de nettowinst. Vermeld de door jou gebruikte formule.
b. Met welk schema bereken je hier de cashflow?
c. Maak deze berekening voor Wesley.
39
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 44 Een groothandel in tuinbenodigdheden, Jansen en Rijkaard bv heeft in een jaar een nettowinst van € 165.000. Aan belastingen moet dat jaar € 47.000 betaald worden. Er wordt € 15.000 dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders. In hetzelfde jaar wordt 12% afgeschreven op € 225.000 aan activa. a. Met welk schema bereken je de cashflow dat jaar?
b. Bereken de cashflow voor Jansen en Rijkaard bv en vermeld je berekening.
Opgave 45 Samira en Mahmut hebben een flink bedrijf overgenomen. Vorig jaar boekten zij een brutowinst van € 339.500. Hun exploitatiekosten bedroegen dat jaar € 234.700. De bijzondere lasten werden vastgesteld op € 7.500. Samira en Mahmut namen privé € 40.000 op. Ook schreven ze 9% af op de aanschaf van de vernieuwde hoek voor houten materialen. Hierin hadden zij € 70.000 geïnvesteerd. Ze werken vanuit een vennootschap onder firma. a. Bereken hun nettowinst over vorig jaar.
40
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
b. Bereken de cashflow over vorig jaar. Gebruik hierbij het juiste rekenschema.
Opgave 46 Xavier Johansson bezit twee antiquariaten, waarvan één in Amsterdam. Hij heeft hiervoor een bv opgericht die in een gegeven jaar een nettowinst boekt van € 60.500. Aan belastingen moest dat jaar € 25.000 betaald worden. Er wordt € 3000 aan dividend uitgekeerd. In hetzelfde jaar wordt 10% afgeschreven van € 125.000 aan activa die vastliggen in de bedrijfsinventaris. Laat zien hoe je de cashflow voor deze bv berekent en geef de berekeningen weer.
Opgave 47 Een grote onderneming ‘Pot en Pan bv’ heeft over vorig jaar een nettowinst geboekt van € 1.540.000. Aan belastingen moest dat jaar € 825.000 betaald worden. Er wordt € 331.000 aan dividend uitgekeerd. De afschrijving bedraagt € 288.000 Bereken voor Pot en Pan bv de cashflow.
41
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Liquiditeitsbudget Opgave 48 Geef in de volgende tabel de verschillen aan tussen een exploitatiebudget en een liquiditeitsbudget. Exploitatiebudget
Liquiditeitsbudget
Doel
Periode
Inhoud
Resultaat
Opgave 49 Geef van de volgende onderdelen aan of ze in een exploitatiebudget of een liquiditeitsbudget horen. Exploitatiebudget
Liquiditeitsbudget
Omzet
Ja/nee
Ja/nee
Betaalde btw
Ja/nee
Ja/nee
Constante verkopen
Ja/nee
Ja/nee
Eindsaldo liquide middelen
Ja/nee
Ja/nee
Inkoopwaarde omzet
Ja/nee
Ja/nee
Brutowinst
Ja/nee
Ja/nee
Privéopnames
Ja/nee
Ja/nee
Betaalde rentes en aflossing
Ja/nee
Ja/nee
Exploitatiekosten
Ja/nee
Ja/nee
Betaalde premies, sociale lasten
Ja/nee
Ja/nee
Ontvangen btw
Ja/nee
Ja/nee
Beginsaldo liquide middelen
Ja/nee
Ja/nee
Betaalde exploitatiekosten
Ja/nee
Ja/nee
Bedrijfsresultaat
Ja/nee
Ja/nee
Bijzondere baten of lasten
Ja/nee
Ja/nee
42
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Exploitatiebudget
Liquiditeitsbudget
Betaalde inkopen
Ja/nee
Ja/nee
Nettoresultaat
Ja/nee
Ja/nee
Betaalde investeringen
Ja/nee
Ja/nee
Opgave 50 Fatima heeft in mei het volgende beginsaldo liquide middelen: € 3.200. De totale ontvangsten bedragen € 26.950 en de totale uitgaven bedragen € 34.350. Bereken het eindsaldo liquide middelen van Fatima over de maand mei.
Opgave 51 In augustus heeft Roland Komma het volgende eindsaldo liquide middelen: € 2.123,69. De totale uitgaven bedroegen in die maand € 10.436,94 en de totale ontvangsten € 11.571,39. Bereken het beginsaldo liquide middelen van Roland voor de maand augustus.
43
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 52 Gegeven zijn de volgende verwachtingen van de antiekhandel van Pauline en Sylvia, voor de maand juli: Het beginsaldo van de liquide middelen in deze maand is € 500. De contante verkopen zullen € 20.000 bedragen. De verkopen op rekening bedragen € 700 en de ontvangsten van debiteuren in deze maand zijn € 1.000. De ontvangen btw bedraagt € 3.800. De betaalde inkopen voor de maand juli zijn geraamd op € 12.000. De bedrijfskosten zullen € 7.000 bedragen. Hiervan wordt deze maand maar € 4.000 betaald. Het overige gedeelte wordt volgende maand betaald. De uitgaven aan premies en sociale lasten bedragen € 1.250 en aan de uitgave van rente en aflossing wordt € 325 betaald. De BTW-uitgaven bedragen € 2.500. Voor augustus hebben de dames de volgende verwachtingen: De contante verkopen zullen € 16.000 bedragen. De verkopen op rekening bedragen € 500 en de ontvangsten van debiteuren in deze maand zijn € 1.500. De betaalde inkopen voor de maand augustus zijn geraamd op € 9.000. De bedrijfskosten zullen € 5.000 bedragen. Hiervan wordt deze maand maar € 3.000 betaald. Het restant wordt volgende maand voldaan. De uitgaven aan premies en sociale lasten bedragen € 1.250 en aan de uitgave van rente en aflossing wordt € 325 betaald. De BTW-ontvangsten bedragen € 3.000 en de btw-uitgaven bedragen € 3.400. a. Vul de tabel in van het liquiditeitsbudget voor de maanden juli en augustus voor de antiekhandel van Pauline en Sylvia. Juli
Augustus
September
€
€
€
• Contante goederenverkoop
€
€
€
• Ontvangsten van debiteuren
€
€
€
• Ontvangen btw
€
€
€
Totaal ontvangsten
€
€
€
Liquiditeitsbudget
Beginsaldo liquide middelen Ontvangsten
44
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Juli
Augustus
September
• Exploitatiekosten
€
€
€
• Inkopen
€
€
€
• Sociale premies
€
€
€
• Rente en aflossing
€
€
€
• Betaling btw
€
€
€
Totaal uitgaven
€
€
€
Eindsaldo liquide middelen
€
€
€
Liquiditeitsbudget
Uitgaven
b. Bereken het beginsaldo liquide middelen voor de maand september en plaats deze in de bovenstaande tabel.. Berekeningen:
45
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 53 Jan verkoopt uitsluitend op rekening. De rekeningen worden na een maand betaald. Jan heeft het volgende verkocht: Maand
Verkopen op rekening
November
€ 34.000
December
€ 39.000
Januari
€ 23.000
Februari
€ 18.000
Maart
€ 22.000
April
€ 28.000
Mei
€ 32.000
Juni
€ 29.000
Juli
€ 27.000
Augustus
€ 25.000
September
€ 27.000
Oktober
€ 32.000
November
€ 36.000
December
€ 41.000
ontvangen (per kwartaal)
Noteer voor Jan de ontvangsten van de op rekening verkochte bedragen per kwartaal in de bovenstaande tabel. Berekeningen:
46
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 54 Jan verkoopt uitsluitend op rekening. De rekeningen worden na een maand betaald. Jan heeft het volgende verkocht: Maand
Verkopen op rekening
November
€ 34.000
December
€ 39.000
Januari
€ 23.000
Februari
€ 18.000
Maart
€ 22.000
April
€ 28.000
Mei
€ 32.000
Juni
€ 29.000
Juli
€ 27.000
Augustus
€ 25.000
September
€ 27.000
Oktober
€ 32.000
November
€ 36.000
December
€ 41.000
ingekocht
te betalen (per kwartaal)
Jan koopt de goederen tegen 25% van de omzet in dezelfde maand dat deze verkocht worden op rekening in. De rekeningen betaalt Jan na twee maanden. a. Bereken voor Jan het bedrag van de maandelijks ingekochte goederen. Gebruik bovenstaande tabel voor de uitkomsten. b. Bereken voor Jan de bedragen die hij per kwartaal aan crediteuren betaalt. Vul deze in de bovenstaande tabel in. Berekeningen:
47
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 55 Gerrit is eigenaar van een onderneming. Hij heeft vorig jaar de volgende omzetten behaald. Het btw-tarief is 21%. Maand
Verkopen op rekening
Oktober
€ 30.000
November
€ 34.000
December
€ 39.000
Januari
€ 23.000
Februari
€ 18.000
Maart
€ 22.000
April
€ 28.000
Mei
€ 32.000
Juni
€ 29.000
Juli
€ 27.000
Augustus
€ 25.000
September
€ 27.000
Oktober
€ 32.000
November
€ 36.000
December
€ 41.000
ontvangen btw
afgedragen btw (per kwartaal)
a. Bereken voor Gerrit de btw-bedragen die hij maandelijks van de klant ontvangen heeft. Vul deze in de bovenstaande tabel in. b. De btw wordt per maand berekend en per kwartaal. Bereken voor Gerrit de vorig jaar per kwartaal aan de Belastingdienst betaalde BTW-bedragen. Berekeningen:
48
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 56 Gerrit is eigenaar van een onderneming. Hij heeft vorig jaar de volgende omzetten (exclusief 21% btw) behaald. Maand
Omzet
Oktober
€ 30.000
November
€ 34.000
December
€ 39.000
Januari
€ 23.000
Februari
€ 18.000
Maart
€ 22.000
April
€ 28.000
Mei
€ 32.000
Juni
€ 29.000
Juli
€ 27.000
Augustus
€ 25.000
September
€ 27.000
Oktober
€ 32.000
November
€ 36.000
December
€ 41.000
Factuurwaarde goederen
BTW op factuur
BTW per kwartaal
Gerrit koopt de goederen tegen 25% van de omzet in dezelfde maand dat deze verkocht worden op rekening in. De rekeningen ontvangt hij dezelfde dag. Bereken voor Gerrit de btw die de leveranciers maandelijks aan hem in rekening hebben gebracht. b. Bereken voor Gerrit de btw die hij vorig jaar per kwartaal betaald heeft. Berekeningen:
49
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 57 Gerrit is eigenaar van een onderneming. Hij heeft twee man personeel in dienst. Deze verdienen € 1.400 netto per maand. Aan het einde van het kwartaal berekent Gerrit 35% sociale lasten die hij een maand later aan de instanties overmaakt. In mei wordt over het jaarloon 8% vakantiegeld overgemaakt (waarover ook weer 35% sociale lasten afgedragen moet worden). In december ontvangt het personeel een half salaris als 13e maand (waarover ook 35% sociale lasten afgedragen dient te worden). Bereken voor Gerrit de salarisbedragen die hij een jaar lang elke maand moet betalen.
Opgave 58 Voor de maand oktober beschikt ondernemer Duivenbode over de volgende gegevens en schattingen:
Hoeveelheid liquide middelen op 1 oktober is € 700. Verwachte omzet: 1/12-deel van de verwachte jaaromzet van € 240.000 (exclusief btw). Het totaalbedrag aan ontvangen btw zal € 3.800 bedragen. De inkoopwaarde van de verkopen bedraagt 50%. De inkopen worden een maand na de inkoop betaald. De betaalde btw zal € 2.200 bedragen. De betaalde bedrijfskosten zullen naar verwachting € 1.575 zijn. De uitgaven aan premies en sociale lasten zullen € 1.300 zijn. Aan rente en aflossingen wordt in oktober € 400 betaald. Wat zal het beginsaldo van het liquiditeitsbudget op 1 november zijn?
50
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 59 Ondernemer Edelstein heeft met betrekking tot de ontvangsten over het komende jaar een inschatting gemaakt van de verkopen op rekening. Hij heeft het op maandniveau uitgewerkt en komt tot het volgende overzicht: Maand
Verkopen op rekening
Januari
€ 500
Februari
€ 600
Maart
€ 400
April
€ 450
Mei
€ 750
Juni
€ 600
Juli
€ 800
Augustus
€ 650
September
€ 600
Oktober
€ 550
November
€ 500
December
€ 900
Maatregelen t.a.v. liquiditeit
De verkopen op rekeningen worden de maand na de betreffende verkoop ontvangen. Voor welke maand van het jaar zal ondernemer Edelstein op basis van zijn overzicht de zwaarste maatregelen moeten nemen in verband met zijn beschikbare hoeveelheid liquide middelen (wanneer overige factoren buiten beschouwing gelaten mogen worden)? Berekeningen:
51
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 60 Ondernemer Edelstein heeft met betrekking tot de ontvangsten over het komende jaar een inschatting gemaakt van de verkopen op rekening. Hij heeft het op maandniveau uitgewerkt en komt tot het volgende overzicht: Maand
Verkopen op rekening incl. BTW
Januari
€ 500
Februari
€ 600
Maart
€ 400
April
€ 450
Mei
€ 750
Juni
€ 600
Juli
€ 800
Augustus
€ 650
September
€ 600
Oktober
€ 550
November
€ 500
December
€ 900
Af te dragen BTW
De bedragen in het overzicht zijn inclusief 21 % btw. Hoeveel btw zal in het tweede kwartaal op basis van de verkopen op rekening aan de Belastingdienst afgedragen moeten worden? Vul dit in de bovenstaande tabel in. Berekeningen:
52
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 61 Ondernemer Varserguus heeft voor het komende jaar de volgende inkopen op rekening gepland: Maand
Inkopen op rekening incl. BTW
Januari
€ 15.000
Februari
€ 15.500
Maart
€ 14.500
April
€ 14.000
Mei
€ 14.300
Juni
€ 16.300
Juli
€ 16.500
Augustus
€ 18.000
September
€ 17.700
Oktober
€ 17.200
November
€ 16.600
December
€ 16.000
terug te vorderen Belastingdienst
De in het overzicht opgenomen bedragen zijn inclusief 21% btw. Hoeveel btw kan ondernemer Varserguus op basis van de inkopen op rekening naar aanleiding van het derde kwartaal terugvragen van de Belastingdienst? Berekeningen:
53
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 62 Ondernemer De Wit heeft voor het komende jaar de volgende inkopen op rekening gepland: Maand
Inkopen op rekening
Januari
€ 15.000
Februari
€ 25.500
Maart
€ 34.500
April
€ 14.000
Mei
€ 13.500
Juni
€ 16.300
Juli
€ 36.500
Augustus
€ 40.000
September
€ 17.700
Oktober
€ 15.200
November
€ 13.600
December
€ 26.000
Liquisiteitsbudget
tekort/overschot
De in het overzicht opgenomen bedragen zijn inclusief 21% btw. De op rekening gedane inkopen worden door De Wit betaald in de er op volgende maand. Voor welke maanden kan De Wit een inschatting maken dat de liquiditeitsproblemen het grootst kunnen zijn, wanneer de verkopen een regelmatig patroon over het jaar vertonen? Berekeningen:
54
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
BTW-budget Opgave 63 Bedenk een omrekenfactor van bedragen inclusief 21% BTW (A) naar bedragen exclusief BTW (B). Gebruik daarbij het volgende voorbeeld en vul daarna de rekensommen aan.
Contante verkoop
A
B
C
Prijs inclusief BTW
Prijs exclusief 21% BTW
BTW
€ 25.000,00
€ 20,661,57
C = A - B = € 4.338,43
a. A x ………………. = B b. A : …………….... = B c. B x ……………... = A
Opgave 64 Marit is eigenaresse van een modezaak. Marit verwacht dit jaar de volgende omzet te behalen: Omzet 1e Kwartaal
BTW
€ 135.000
2e Kwartaal
€ 253.000
3e Kwartaal
€ 180.000
4e Kwartaal
€ 326.000
Bereken voor Marit het bedrag dat ze per kwartaal aan BTW van de klant ontvangt.
Opgave 65 Ook Julia is eigenaresse van een modezaak. De boekhouder van Julia overhandigt haar het volgende overzicht. Omzet per kwartaal vorig jaar
inkoop
1e kwartaal
€ 128.000
2e kwartaal
€ 189.000
3e kwartaal
€ 180.000
4e kwartaal
€ 222.000
Omzet volgend jaar
BTW omzet
Inkoop
BTW op factuur
55
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Julia verwacht dit jaar 10% meer omzet. De ingekochte goederen worden met 125% brutowinst verkocht. a. Bereken voor Julia de omzet die ze dit jaar verwacht te halen. b. Bereken voor Julia de BTW die per kwartaal van de klant ontvangen wordt. Berekeningen:
c. Bereken voor Julia het bedrag waarvoor de goederen ingekocht zullen gaan worden (hierbij hoeft geen rekening te worden met het feit dat de goederen in een eerder kwartaal ingekocht zullen zijn). d. Bereken voor Julia per kwartaal de BTW die naar aanleiding van de te verwachten inkopen door leveranciers in rekening gebracht zal worden. Berekeningen:
56
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 66 Tulai heeft een bedrijf. Tulai verwacht dit jaar dezelfde omzet als vorig jaar. De ingekochte goederen worden met 70% brutowinst verkocht. De boekhouder van Tulai overhandigt haar een overzicht van de per kas verkochte artikelen en gemaakte kosten (exclusief BTW): Kasverkopen over vorig jaar
BTW omzet
1e kwartaal
€ 157.080
2e kwartaal
€ 195.160
3e kwartaal
€ 188.020
4e kwartaal
€ 223.720
Overzicht gemaakt kosten
Inkoop
BTW inkoop
BTW kosten
1e kwartaal
€ 57.000
2e kwartaal
€ 65.500
3e kwartaal
€ 62.000
4e kwartaal
€ 70.000
a. Bereken voor Tulai het BTW-bedrag dat in de kasverkopen verborgen zit. b. Bereken voor Tulai het bedrag waarvoor de artikelen ingekocht zullen gaan worden (hierbij hoeft geen rekening te worden met het feit dat de goederen in een eerder kwartaal ingekocht zullen zijn). c. Bereken voor Tulai de BTW die over de inkoop in rekening zal worden gebracht. d. Bereken voor Tulai de BTW die over de kosten in rekening gebracht worden (ga ervan uit dat alle kosten onder het hoge BTW-tarief vallen en de bedragen exclusief BTW zijn). e. Stel voor Tulai een BTW-budget op Omschrijving:
………..
1e kwartaal
€
2e kwartaal
€
3e kwartaal
€
4e kwartaal
€
………..
………..
………..
Te verrekenen
57
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 67 Jan is eigenaar van een bloemenzaak. Uit de boekhouding leest hij af dat hij het eerste kwartaal van het afgelopen jaar voor € 124.000 verkocht heeft. De bloemen en planten die Jan verkoopt vallen onder het lage BTW-tarief. De bloempotten en ander aardewerk vallen onder het hoge BTW-tarief. Jan schat de verhouding tussen omzet die onder het hoge en lage tarief vallen als 1 : 6. Jan houdt rekening met een omzetstijging van 10%. a. Bereken voor Jan de omzet die hij komend jaar over het eerste kwartaal verwacht te halen.
b. Bereken voor Jan de omzet (op een euro nauwkeurig) die komend jaar over het eerste kwartaal onder het hoge en lage tarief vallen
c. Bereken voor Jan het bedrag aan BTW dat hij dit jaar het 1e kwartaal van de klant ontvangt.
58
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 68 Gerrit is eigenaar van een bedrijf. Hij woont boven de zaak. Op 20 augustus 2009 wordt de CV-ketel vernieuwd. Gerrit ontvangt een factuur € 3.570 (incl. 21% BTW). Met deze ketel wordt naast de bedrijfsruimte, ook het woonhuis (40% van de verwarmingskosten) verwarmd. Gerrit weet niet zeker of hij de CV-ketel in zijn geheel als kosten voor het bedrijf kan opnemen en besluit de kosten met betrekking tot de ketel te scheiden in zakelijke en privékosten. a. Bereken voor Gerrit het bedrag aan BTW dat hij kan terugvorderen.
b. Bereken voor Gerrit het bedrag dat hij privé besteedt, er van uitgaand dat de investering niet in zijn geheel voor het bedrijf mogen worden gerekend.
Opgave 69 Gegeven zijn de volgende verwachtingen voor de maand januari van Leather bv.
De contante verkopen zullen € 39.000 bedragen. De verkopen op rekening bedragen € 1.250. Privé is er voor € 475 aan goederen meegenomen. De betaalde inkopen voor januari zijn geraamd op € 20.000. De bedrijfskosten zullen bedragen € 6.500.
Deze bedragen zijn inclusief BTW, hoog tarief. Stel een BTW-budget op voor de maand januari voor Leather bv.
59
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 70 Gegeven zijn de volgende verwachtingen voor de maand september van een internetbedrijf in cadeauartikelen, Het vliegend hert. 1. 2. 3. 4.
De contante verkopen zullen € 33.000 bedragen. De verkopen op rekening bedragen € 800. De betaalde inkopen voor september zijn geraamd op € 25.000. De bedrijfskosten zullen bedragen € 7.000.
Alle bedragen vallen onder het 21% BTW-tarief en zijn inclusief BTW. Stel een BTW-budget op voor de maand september voor Het vliegend hert.
Opgave 71 Karel Doorboei heeft voor zijn kledingbedrijf een aantal nieuwe etalagepoppen aangeschaft. De inkoopfactuurprijs van de etalagepoppen bedroeg € 9.888,90 (inclusief 21% BTW). Hoeveel bedraagt de BTW die Karel in het kader van deze inkoop bij de Belastingdienst zal kunnen terugvorderen?
60
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 72 De verkopen van Karel Doorboei waren in de maand januari € 26.299,-, in de maand februari € 23.562,- en in de maand maart € 28.179,20 (alle bedragen inclusief 21% BTW). Hoeveel bedraagt de BTW die Karel Doorboei in het kader van de consumentenomzet over de maanden januari tot en met maart zal moeten afdragen?
Opgave 73 Karen Vracht heeft over de maanden april tot en met juni de volgende gegevens ter beschikking (voor Karen geldt als BTW-percentage 21%): Maand
Consumentenomzet
April
€ 24.990,-
40
Mei
€ 29.155,-
40
Juni
€ 28.179,20
40
Inkoopwaarde van de omzet (in procenten van de omzet)
Afdracht BTW
Hoeveel BTW zal Karen Vracht af moeten dragen in het kader van de consumentenomzet van de maanden april tot en met juni, wanneer de inkoopwaarde overeenkomt met het bedrag waarover leveranciers van Karen aan haar BTW in rekening brengen? Berekeningen:
61
© Noordhoff Uitgevers
Elobase Detailhandel Ondernemer Kerntaak 1 Rekenwerkboek (Financieel 2)
Opgave 74 Bepaal de waarde die in de lege cellen opgenomen dient te worden, wanneer er sprake is van 6% BTW. Verkopen BTW-bedrag over Inkoopwaarde van Door leveranciers in rekening inclusief BTW verkopen inclusief de omzet gebrachte BTW, horend bij BTW inkoopwaarde van de omzet € 10.600,-
€ 600,-
€ 5.000,-
€ 2.332,-
€ 132,-
40% van de omzet 30% van de omzet
Aan Belastingdienst af te dragen BTW
€ 300,-
€ 505,19
€ 200,-
€ 1.200,-
62