Eindrapportage Vervolgonderzoek Primair onderwijs Oost Groningen Beter onderwijs, minder scholen en samen bestuurd
17 april 2014
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
datum 17 april 2014 werk 21303 Onderwijs Oost Groningen
onderwerp Eindrapportage
behandeld door D. Breunis en M. Tankink
Kattenhage 1
9712 JE
Van Nelleweg 2426
3044 BC ROTTERDAM
GRONINGEN
Bloemfonteinstraat 62 – lokaal 14 5642 EH EINDHOVEN
KAW
Postbus 1527
9701 BM GRONINGEN +31 (0) 88 529 00 00
[email protected]
www.kaw.nl
Inhoudsopgave Inleiding ___________________________________________________________ 5 Woon en Leefbaarheidsplan Regio Oost Groningen __________________________________ 5 Programma primair onderwijs ____________________________________________________ 5 Vervolgonderzoek primair onderwijs voorjaar 2014 __________________________________ 5
1. Spoor 1 – Passende bestuursvorm _______________________________ 6 1.1
Opgaven en randvoorwaarden _____________________________________________ 6
1.2
Externe adviseurs ________________________________________________________ 6
1.3
Twee Werksessies _______________________________________________________ 6
1.4
Resultaat _______________________________________________________________ 7
2. Spoor 2 – Scholen en locaties ____________________________________ 9 2.1
Inventarisatie beleidsvoornemens schoolbesturen ______________________________ 9
2.2
Demografische ontwikkelingen _____________________________________________ 9
2.3
Reactie gemeenten op clusteringen en scenario’s ______________________________ 10
2.4
Twee exercities ________________________________________________________ 11
2.5
Kaartmateriaal _________________________________________________________ 11
2.6
Rekenmodel ___________________________________________________________ 12
2.7
Rekenwerk 3 scenario’s __________________________________________________ 12
3. Voorstel Fase 3 ________________________________________________ 17 3.1
Spoor 1 – Nieuw bestuursmodel ___________________________________________ 17
3.2
Spoor 2 – Regionaal niveau _______________________________________________ 17
3.3
Spoor 2 – gemeentelijk niveau _____________________________________________ 17
4. Bijlagen _______________________________________________________ 18
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
3
4
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW
Inleiding Woon en Leefbaarheidsplan Regio Oost Groningen Regio Oost Groningen is een krimpend gebied. Belangrijke demografische veranderingen zijn gaande: een dalend aantal inwoners en daarbinnen vergrijzing en ontgroening. Deze verandering heeft invloed op tal van aspecten: woningbouw, zorg, voorzieningen en uiteraard ook op het onderwijs. Provincie Groningen en de betrokken gemeenten Bellingwedde, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde hebben in 2012 samen een Woon en Leefbaarheidsplan opgesteld. KAW is als Kwartiermaker betrokken bij dit plan. Er zijn drie programma’s geselecteerd en uitgewerkt: prestatieafspraken m.b.t. wonen en zorg, verduurzamen particuliere woningen en primair onderwijs.
Programma primair onderwijs In 2013 hebben vier grote schoolbesturen het initiatief genomen om een intensieve samenwerking te onderzoeken: Scholengroep OPRON, Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen, VCO Midden- en Oost Groningen en VPCO Zuidoost Groningen. Zij hebben, samen met KAW, een verkenning uitgevoerd naar vraag en aanbod in de zeven gemeenten. De daling van het aantal leerlingen over de afgelopen jaren is in beeld gebracht, samen met de geprognosticeerde leerlingendaling in de komende jaren. Daar tegenover staat het aanbod aan scholen. De schoollocaties zijn in beeld gebracht, de spreiding en bereikbaarheid ervan, en per school is geanalyseerd wat de toekomstverwachtingen zijn en welke scholen in de gevarenzone komen vanwege (te) weinig leerlingen. Daarnaast is onderzocht welke bestuursvorm geschikt kan zijn om toekomstige samenwerking tussen schoolbesturen vorm te geven. Het resultaat is in november 2013 vastgelegd in het Verkenningsonderzoek primair onderwijs Regio Oost Groningen. In januari 2014 heeft het Openbaar Basisonderwijs Gemeente Vlagtwedde zich aangesloten bij de eerder genoemde vier partijen en hebben partijen een intentieovereenkomst getekend. De twee overige schoolbesturen, Fidarda en VGPONN, zijn nadrukkelijk uitgenodigd voor deze samenwerking, maar hebben daar geen gebruik van gemaakt.
Vervolgonderzoek primair onderwijs voorjaar 2014 Op basis van het Verkenningsonderzoek en de intentieovereenkomst is eind 2013 de opmaat gemaakt voor een Vervolgonderzoek. De opgave daarin was: - Komen tot structureel overleg om als groep te opereren; - Uitwerken van een bestuurlijk-juridische vorm voor de gewenste samenwerking; - Vervolgonderzoek te starten naar concrete schoollocaties uit het Verkenningsrapport; Voor het vervolgtraject zijn twee sporen gevolgd: Spoor 1 – Passende bestuursvorm en Spoor 2 – Gewenst maatwerk per school, per locatie. Deze eindrapportage geeft het resultaat weer van beide sporen. Hoofdstuk 1betreft Spoor 1, de passende bestuursvorm. In hoofdstuk 2 worden de scholen, locaties, clusteringen / scenario’s in onderzoek beschreven en het rekenmodel. In hoofdstuk 3 is het vervolg beschreven: Fase 3. In de bijlagen treft u onder andere kaartmateriaal aan.
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
5
1.
Spoor 1 – Passende bestuursvorm 1.1
Opgaven en randvoorwaarden
De volgende opgaven voor het Vervolgonderzoek komen voort uit de intentieovereenkomst. - Behoud van onderwijskwaliteit en een pluriform onderwijsaanbod. - Goede spreiding en (veilige) bereikbaarheid van primair onderwijs. - Samenwerking op bestuursniveau tussen openbaar en bijzonder onderwijs. - Partijen werken in gezamenlijkheid op basis van gelijkwaardigheid aan algemeen maatschappelijke en levensbeschouwelijke zingeving. - Een bestuursmodel waarin openbaar onderwijs, bijzonder onderwijs en andere onderwijsvormen worden aangestuurd (samen onder 1 dak, informele en formele samenwerkingsschool). - Partijen spreken de ambitie uit om te komen tot bestuurlijke samenwerking als middel om het gewenste pluriforme aanbod te blijven aanbieden, waarbij de gezamenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de samenwerkingsscholen in 2015 is gerealiseerd. - Partijen onderzoeken welk bestuursmodel het best past bij de nieuwe samenwerking en welke vraagstukken (juridische, financiële, fiscale of arbeidsrechtelijke) moeten worden opgelost.
1.2
Externe adviseurs
Besloten is om voor dit vraagstuk externe expertise aan te trekken. Er is gekozen om een vertegenwoordiger aan te trekken uit de koepelorganisaties van openbaar (VOS/ABB, de heer R van der Raaij) en bijzonder onderwijs (Besturenraad, de heer H. Bruggeman). Op deze wijze is de (juridische) kennis van onderwijsbeleid en Min. OC&W gekoppeld aan ervaringen bij fusies van schoolbesturen van verschillende denominaties.
1.3
Twee Werksessies
Onder leiding van deze adviseurs hebben een tweetal werksessies plaats gevonden in aanwezigheid van de bestuurders van de vijf onderwijsorganisaties, een vertegenwoordiger van de provincie Groningen, de begeleider van het 1e spoor van KAW, de heer D. Breunis en de projectleider van het geheel, de heer M. Tankink, eveneens van KAW. 1e Werksessie Tijdens de eerste werksessie is met elkaar van gedachten gewisseld over zaken als: - Identiteit en levensbeschouwing, met name de wijze waarop deze aspecten een plaats zouden moeten krijgen in de ‘samenwerkingsschool’ (SWS). - De bereidheid bestuurlijke zeggenschap over te dragen of te delen. - Hoever men in de samenwerking wil gaan en onder welke voorwaarden. - De personele aspecten die bij samenwerking/samengaan aan de orde komen.
6
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW
2e Werksessie De inhoud van werksessie twee betrof informatie en een gedachtewisseling over de diverse vormen van samenwerking, waaronder fusie, van scholen en de huidige, wettelijk mogelijk, bestuurlijke samenwerkingsvormen. Daarnaast is informatie verstrekt en met elkaar gesproken over de door de staatssecretaris aangekondigde wijziging van wet- en regelgeving die bestuurlijke samenwerking in krimpgebieden en de vorming van samenwerkingsscholen (SWS) gemakkelijker moet maken. Tevens is met elkaar van gedachten gewisseld over het uiteindelijke doel, ‘de stip op de horizon’, die de verschillende deelnemende onderwijsorganisaties voor ogen staat.
1.4
Resultaat
De beide werksessies hebben geresulteerd in een (concept) notitie die op 18 maart 2014 door de deelnemende partijen, in aanwezigheid van de adviseurs van KAW, Besturenraad en VOS/ABB en de vertegenwoordiger van de provincie, is besproken Deze bespreking heeft tot de volgende uitkomsten en afspraken geleid: 1. Alle deelnemende partijen hebben zich akkoord verklaard, onder voorbehoud van een positief advies van hun relevante achterbannen, zoals gemeenten, Raden van toezicht, GMR-en, de mogelijkheid te onderzoeken om te komen tot een ‘veelkleurig bestuur’ ex artikel 17 van de Wet op het primair onderwijs. Dit houdt - op termijn - een fusie in van de drie besturen van het openbaar en de twee besturen van het protestants christelijk onderwijs tot één bestuur. Onder een dergelijk bestuur ressorteren afzonderlijke scholen voor openbaar en (bijzonder) protestants christelijk onderwijs, alsmede (in)formele samenwerkingsscholen. 2. Indien de vorming van een dergelijk bestuur wettelijk niet mogelijk is op basis van criteria verband houdend met de fusietoets, of wanneer ‘veelkleurigheid’ niet in voldoende mate gerealiseerd kan worden, te gaan werken aan de vorming van een ‘holding’, waarbij sprake is van een ‘moederstichting’ en meerdere ‘dochterstichtingen’. De moederstichting voert zelf geen bevoegd gezag over scholen. De dochterstichtingen vormen dan het bevoegd gezag van de protestants christelijke scholen, respectievelijk de openbare scholen en de samenwerkingsscholen. Bij deze samenwerkingsvorm wordt de eenheid van beleid en aansturing geborgd vanuit de moederstichting. 3. Bij het onderzoek naar de vorming van een ‘veelkleurig bestuur’ dient met name ook aandacht besteed te worden aan: - de interne bedrijfsvoering, waarbij de eigenheid van de afzonderlijk entiteiten geborgd dient te worden; - een zodanige inrichting van het management en de bedrijfsvoering dat er geen ‘moloch’ ontstaat; - de verankering van de invloed van de ouders. 4. Bij het doorgaan van een door OC&W aangekondigde pilot op basis van de Wet innovatieve experimenteerruimte onderwijs dit project aan te melden voor de pilot. 5. Het meedoen aan het onderzoek laat de mogelijkheid open dat een partij uiteindelijk niet meegaat in het model van het ‘veelkleurig bestuur’.
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
7
Afhechting Besloten is dat dit resultaat, verwoord in een notitie of brief, aan de achterban van iedere schoolorganisatie wordt gepresenteerd. Het resultaat daarvan wordt rond de zomer ’14 verwacht. De notitie / brief is als bijlage 1 toegevoegd. Parallel daaraan zal het Min. OCW, Staatssecretaris Dekker, de nieuwe koers verder uitzetten rond primair onderwijs in krimpgebieden. Dan zal ook de benodigde experimenteerruimte door het Ministerie m.b.t. de fusietoets worden aangeboden.
8
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW
2.
Spoor 2 – Scholen en locaties 2.1
Inventarisatie beleidsvoornemens schoolbesturen
In december ’13 is begonnen met een schema van gemeenten, grotere, dorpen en schoollocaties. Basis daarvoor was de inventarisatie uit het Verkenningsonderzoek. Nu is gerichter gevraagd per school wat de toekomstverwachtingen zijn en welke specifieke wensen de schoolbesturen hebben. Dat heeft geleid tot het volgende schema ‘Inventarisatie beleidsvoornemens’: - Zeven gemeenten met 36 grotere plaatsen en kleinere dorpen met één of meer scholen; - In totaal 91 scholen in de huidige situatie; - In totaal 12.134 leerlingen (telling DUO oktober 2013); - In 3 dorpen zijn reeds scholen ondergebracht in een nieuwe MFA. Deze zijn omkaderd en er staat een jaartal bij van start MFA. Dat betreft Oostwold (2011), Oude Pekela (2011) en Vlagtwedde (2010). De scholen in de drie MFA’s zijn zelfstandige scholen (denominaties) onder één dak en kennen naast primair onderwijs ook andere functies zoals Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk; - Er ontstaan 14 clusters van scholen in onderzoek naar verdere samenwerking in de zeven gemeenten en per cluster 1 of meer uit te werken scenario’s; - In de 14 clusters zijn 34 van de 91 scholen in onderzoek betrokken. Dat betreft de aanpak van scholen op korte termijn (voor 2018) of voor middellange termijn (voor 2023). In sommige gevallen wordt – op eigen titel door KAW – opmerkingen geplaatst voor de langere termijn (> 2023) voor gewenste verdere clusteringen. Deze worden niet berekend. - Van de 14 clusters waren al 6 clusters met 16 scholen in voorbereiding: de 8 scholen in Bellingwedde (cluster 1, 2 en 3), 3 scholen Centrum Winschoten (cluster 8), 3 scholen Centrum Stadskanaal (cluster 11), en 2 scholen in Sellingen (cluster 16). - Van de 14 clusters uit de inventarisatie van december ’13 en januari ’14 zijn er 8 nieuwe clusteringen met 18 scholen aan toegevoegd: cluster 4, 5, 6, 7, 9. 10, 12 en 14. Het schema ‘Inventarisatie beleidsvoornemens’ is als bijlage 2 toegevoegd.
2.2
Demografische ontwikkelingen
De prognoses die gebruikt zijn in het Verkenningsonderzoek zijn kwamen uit diverse bronnen en sloten niet geheel op elkaar aan. Voor de demografische verkenningen in dit Vervolgonderzoek zijn twee nieuwe bronnen gebruikt. Allereerst prognoses van PVGpro (Planningsverband Groningen). Zes van de zeven gemeenten maakt gebruik van dit bureau. De prognoses betreffen oudere en recentere onderzoeken. Daarnaast heeft gemeente Stadskanaal een eigen planningsmethodiek (op kortere termijn). Daarom is de trend van deze gemeente geëxtrapoleerd met de langere termijntrend uit de huishoudensontwikkeling van Provincie Groningen (H. Hanssen). Hieronder in twee schema’s de telling vanaf 2000 – 2013 en de prognoses van 2014 tot 2023, met een doorkijk tot 2023 (gemeente Veendam tot 2027). De tellingen en prognoses per school zijn in ook in het schema in bijlage 2 toegevoegd.
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
9
Telling aantal leerlingen 2000 2012 2013 14.029 12.411 12.134 100% 88% 86%
Prognose aantal leerlingen 2018 2023 2028 11.085 10.303 10.115 79% 73% 72%
Aantal leerlingen groep 1 t/m 8
Telling huishoudens CBS 14.118 12.964 12.627 100% 92% 89%
Prognose Primos / Provincie 11.452 10.732 10.520 81% 76% 75%
Aantal kinderen binnen huishoudens van 4 t/m 11 jaar Conclusies: - Het aantal leerlingen in 2013 is t.o.v. 2000 gedaald met 1.895 = 14% daling; - Deze daling zet zich vanaf 2013 naar 2023 door met nog eens 1.831 = 15%; - Een gemiddelde afname van gemiddeld 2 % per jaar; - Na 2023 tot 2028 treedt een stabilisering op; - De huishoudensontwikkeling volgt in grote lijn die van de leerlingenprognose; - Verschillen tussen beide schema’s kunnen als volgt worden verklaard: kinderen in de schoolgaande leeftijd gaan niet naar school of gaan buiten de zeven gemeenten naar school / kinderen die speciaal onderwijs hebben zitten niet in de tellingen / aantal 12 jarigen dat deels wel en deels niet het primair onderwijs bezoekt. Fidarda en VGPONN De positie van Fidarda (katholiek basisonderwijs) en VGPONN (gereformeerd basisonderwijs) is dat zij als besturen zelfstandig blijven. Zij opereren niet binnen het verband van de vijf aangesloten schoolbesturen (zie ook de Inleiding). Indien gewenst, wordt door deze schoolbesturen overleg gevoerd met collega-schoolbesturen en met gemeenten. Fidarda heeft scholen in Winschoten, Oude Pekela, Veendam en de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde. VGPONN heeft 2 scholen, in Winschoten en Stadskanaal. De school in Winschoten maakt onderdeel uit van het onderzoek in het cluster Winschoten Centraal.
2.3
Reactie gemeenten op clusteringen en scenario’s
De inventarisatie van beleidsvoornemens van de schoolbesturen is opgenomen in bijlage 2 en in het rekenschema. Deze inventarisatie is vervolgens met de betrokken gemeenten op ambtelijk niveau besproken. Allereerst is gereageerd op de beleidsvoornemens van de schoolbesturen. De overwegende reactie is dat gemeenten zich herkennen in de beleidsvoornemens van schoolbesturen. Echter, er zijn ook beleidsvoornemens en trajecten door gemeenten genoemd die bij schoolbesturen (nog) niet bekend zijn en waar zij niet of nauwelijks bij betrokken zijn. Meer gedetailleerd zijn de reacties van gemeenten opgenomen in bijlage 3. Daarnaast is aan gemeenten data en financiële informatie gevraagd t.b.v. het rekenmodel. Dit heeft vooralsnog geen compleet beeld opgeleverd. Reden dat er een aantal aannames is gebruikt (zie ook 2.6). Indien deze informatie voorhanden is, kan het rekenmodel verder worden verfijnd.
10
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW
2.4
Twee exercities
Op basis van het schema ‘Inventarisatie beleidsvoornemens’ zijn vervolgens twee exercities uitgevoerd om verdere getalsmatige opschaling te onderzoeken. Er zijn twee nieuwe ondergrenzen onderzocht: - Een ondergrens van 80 leerlingen per school. Deze grens betreft een kwalitatieve ondergrens van 4 combigroepen met 20 leerlingen. Dit is geen harde grens bij schoolbesturen. Echter, het besef leeft dat bij kleinere scholen meer dan twee leeftijdsgroepen in een klas zitten en dit veel vraagt van het klassenmanagement van leerkrachten. Daarnaast zijn kleine scholen kwetsbaar bij uitval van leerkrachten. - Een ondergrens van 200 leerlingen per school. Deze grens kent een financiële achtergrond. Scholen boven 200 leerlingen kunnen zelfstandig een sluitende exploitatie draaien. In deze exercities worden scholen onder de 80 of 200 grens samengevoegd met een school in de buurt. Dat betekent veelal dat scholen over denominaties heen gaan samenwerken. Resultaat daarvan in deze exercitie is een nieuwe samenwerkingsschool (SWS). IJkpunt in de tijd is 2023. Dat is 10 jaar na de start van dit onderzoek (2013) en het jaar waarin de grootste leerlingendalingen achter de rug zijn. Voorbeeld is de gemeente Menterwolde. - In Meeden wordt De Mieden (OPRON) en Sjaloomschool (VCO) conform de wens van OPRON, VCO en gemeente Menterwolde geclusterd. In 2023 zijn er volgends de prognoses 115 leerlingen. Dit valt boven de 80 grens, maar voor de 200 grens moet verder worden geclusterd. - In Muntendam is De Parel (VCO) met 85 leerlingen groot genoeg om boven de 80 grens te vallen en zelfstandig te blijven, maar moet voor de 200 grens verder worden geclusterd. - In Muntendam worden de Burg. Verkruisen en de Europaschool (OPRON) conform de wens geclusterd tot een school van 255 leerlingen. Daarmee wordt het de grootste school in de gemeente. - De Amerikaschool, De Tandem en De Wegwijzer zijn alle drie groter dan 80 en kleiner dan 200 leerlingen. - Uiteindelijk ontstaan in het 200-model 2 scholen: 1 in Zuidbroek (390 leerlingen) en 1 in Muntendam (455 leerlingen). Deze twee exercities staan ook aangegeven in het schema in bijlage 2.
2.5
Kaartmateriaal
Op basis van het schema ‘Inventarisatie beleidsvoornemens’ zijn een drietal kaarten gemaakt. - De kaart met de huidige scholen. Hierin is met een zwarte cirkel de gerealiseerde Brede Scholen / MFA’s aangegeven. Dat betreft de 2 of 3 onder één dak scholen in Oostwold, Oude Pekela en Vlagtwedde. Met een rode cirkel zijn de nieuwe clusters aangegeven die in onderzoek zijn. - De kaart met een ondergrens van 80 leerlingen per school. Uitzondering vormen de scholen die vanwege een goede spreiding en bereikbaarheid noodzakelijk zijn. Dat is Sellingen, Bourtange, Bad Nieuweschans en Nieuwolda. De Letterwies in Nieuwolda valt binnen het werkgebied van Wagenborgen, gemeente Delfzijl en kan daar ook mee clusteren. - De kaart met een ondergrens van 200 leerlingen per school. Ook hier dezelfde uitzondering als bij de 80 – kaart. Het kaartmateriaal wordt als bijlage 4, 5 en 6 toegevoegd.
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
11
2.6
Rekenmodel
De drie modellen zijn doorgerekend met als uitgangspunt de 91 scholen in de huidige situatie: - Scenario 0 Huidige situatie in 2013 met ongewijzigd beleid tot 2023; - Scenario 1 Inventarisatie beleidsvoornemens in 2018 en 2023; - Scenario 2 Minimaal 80 leerlingen per school in 2023; - Scenario 3 minimaal 200 leerlingen per school in 2023. Het resultaat is rekenwerk op globaal niveau, want gelijk aan het niveau van uitwerking van de clusters en scenario’s en betreft een groeimodel. Het is een financieel raamwerk met knoppen voor de soorten aanpak van schoollocaties en de effecten daarvan voor gemeenten en schoolbesturen. Op termijn kan het verrijkt worden met details over boekwaarden, exactere investeringen en exacte schoolgroottes. Het is interessant op een later moment dit rekenmodel te vergelijken met simulaties van de Scholenbouwmeester. Ook al omdat het Schoolschap een model is waarin kosten en baten van gemeenten en schoolbesturen als gezamenlijk (financieel) vraagstuk worden uitgewerkt. Uitgangspunten In het rekenmodel zijn de uitgangspunten beschreven. Enkele belangrijke uitgangspunten zijn: - Investeringen per school zijn berekend o.b.v. de normvergoeding; - Grondkosten zijn niet berekend; geen aan- en verkoop en grondwaarden; - Er is geen rekening gehouden met potentiele opbrengsten door verkoop voormalige schoolgebouwen of verkoop als kavel; - Geen kosten opgenomen voor tijdelijke huisvesting rondom de aanpak van een school; - De berekeningen betreffen uitsluitend de functie onderwijs. Er is geen rekening gehouden met andere functies zoals Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk; - Kosten en baten zijn geïndexeerd in euro’s van dan (eindwaarde). Aannames -
Boekwaarden zijn ingevoerd als deze bekend zijn. Anders volgt een kengetal op basis van een normbedrag per m2 BVO; Investering per m2 voor eenvoudige aanpassing, bijvoorbeeld wanneer twee scholen samen verder gaan in één gebouw; Investering per m2 voor vergroting van een schoolgebouw; Investering per m2 voor nieuwbouw; Aannames voor gebouwkosten: energie / vaste lasten / onderhoud / schoonmaak.
Het rekenschema is in bijlage 7 toegevoegd.
2.7
Rekenwerk 3 scenario’s
Scenario 0 - Huidige situatie in 2013 met ongewijzigd beleid tot 2023 De exploitatie van de 91 scholen in 2013 zijn berekend: - Boekwaarde schoolgebouw en kapitaalslasten tot einde exploitatie (vastgoed gemeente); - Gebouwkosten: vaste lasten, energie, onderhoud, schoonmaak (kosten van schoolbestuur); - Bekostiging van het gebouwdeel volgens LONDO (vergoeding aan schoolbestuur).
12
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW
Resultaat in 2013 en 2023 bij ongewijzigd beleid Kolomlabels Rijlabels Scenario 0 Som van inv Som van eenmalig afboeken Som van kaplast best Som van kaplast totaal Som van kosten gebouw Som van bekostiging gebouw
2013 € € € € € €
3.102.401 3.102.401 5.440.945 3.678.879
2018
2023 € € € € € €
3.061.985 3.102.401 6.800.765 3.805.020
€ 9.903.166
Conclusie Conclusie is dat in 2013 het saldo van de bekostiging minus de gebouwkosten negatief is € -1.762.065. De schoolbesturen komen hier niet mee rond. Belangrijkste onderdelen in de kosten vormen de energiekosten. Die zijn in de afgelopen jaren zowel gestegen als gedaald en wisselen van -2 tot +7.%. Resultaat bij ongewijzigd beleid in 2023 Naar verwachting zullen de energiekosten in de komende 10 jaar stijgen met 3,50.% per jaar. Zonder maatregelen zullen de kosten stijgen o.b.v. toenemende gebouwkosten en zal de bekostiging afnemen door dalende leerlingaantallen. Het effect zal versterkt worden door lagere kosten stijging van de bekostiging. De gebouwkosten stijgen in de komende 10 jaar (2013 – 2023) met 2% Dat levert grote problemen op voor schoolbesturen. De exploitatie is in 2013 al negatief en loopt verder op van een saldo van € -1.762.065. naar € -2.995.745. Scenario 0 laat zien dat niets doen geen optie is. Als er niets gebeurt worden gebouwkosten voor schoolbesturen hoger. Er ontstaat meer leegstand en dus minder bekostiging, terwijl de gebouwkosten oplopen. Schoolbesturen worden gedwongen tot ingrijpende maatregelen, zoals het buiten gebruik stellen van delen van een schoolgebouw. Dit heeft als gevolg dat de kosten worden verlegd naar gemeenten.
Scenario 1 - Inventarisatie beleidsvoornemens Dit is de aanpak die schoolbesturen en gemeenten gezamenlijk overwegen en staan genoemd in de clusters. Van deze aanpak zijn: - de investeringen berekend, deels in het jaar 2018 en deels in het jaar 2023; - boekwaarden afgeboekt bij het sluiten van scholen; - opnieuw kapitaalslasten berekend; - gebouwkosten berekend; - de bekostiging berekend. Resultaat -
KAW
het aantal scholen daalt van 91 met 12 tot 79.
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
13
-
een deel van de scholen zijn samen onder één dak, andere scholen worden samenwerkingsscholen (SWS). zie pag. 16 voor het overzicht van de investeringen, afboekingen, kapitaalslasten en jaarlijkse kosten gebouw.
Conclusie In 2023 is het saldo van de bekostiging minus de gebouwkosten opgelopen tot € -2.308.151. De oorzaak is dat de bekostiging is gedaald door een lagere groepsafhankelijke bijdrage (minder m²/groepen). Daarnaast is het een saldo op eindwaarde (incl. kosten stijging en stijging bekostiging). De vergoedingen stijgen minder snel (1,5 % per jaar) dan de energie kosten (3,5% per jaar) en de kosten voor onderhoud (2,0 % per jaar). Voor de ingreep is een eenmalige investering nodig van 27 mln. (investering gebouwen en afboeken opgeheven locaties). De kapitaalslasten en de gebouwkosten samen zijn 10,3 mln. Scenario 2 – Minimaal 80 leerlingen per school Hierbij ontstaan scholen met een minimale omvang van 80 leerlingen, behoudens in de periferie van de Regio waar kleinere scholen in stand blijven vanwege goede spreiding en bereikbaarheid. Van dit model is alles doorgerekend, conform scenario 1. Resultaat -
het aantal scholen daalt van 91 met 34 tot 57. een deel van de scholen blijven zelfstandige scholen (omdat ze groter zijn dan 80), andere scholen worden samenwerkingsscholen (SWS). zie pag. 16 voor het overzicht van de investeringen, afboekingen, kapitaalslasten en jaarlijkse kosten gebouw.
Conclusie In 2023 is het saldo van de bekostiging minus de gebouwkosten € -1.849.540. Voor deze ingreep is een eenmalige investeringen van 23 mln. nodig. De kapitaalslasten en de gebouwkosten samen zijn aanzienlijk lager dan in het scenario 1 - beleid (9,1 mln.). Scenario 3 – Minimaal 200 leerlingen per school Hierbij ontstaan scholen met een minimale omvang van 200 leerlingen, de financiële ondergrens. Ook van dit model is alles doorgerekend, conform scenario 1 en 2. Resultaat -
het aantal scholen daalt van 91 met 56 tot 35; een deel van de scholen blijven zelfstandige scholen (omdat ze groter zijn dan 200), andere scholen worden samenwerkingsscholen (SWS); zie pag. 16 voor het overzicht van de investeringen, afboekingen, kapitaalslasten en jaarlijkse kosten gebouw.
Conclusie In 2023 is het saldo van de bekostiging minus de gebouwkosten € -1.297.620. Voor deze ingreep is een eenmalige investeringen van 42,7 mln. nodig. De kapitaalslasten en de gebouwkosten samen
14
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW
zijn ook aanzienlijk lager dan in scenario 1, maar beperkt lager dan het 80 leerlingen scenario (8,9 mln.).
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
15
Totaal 2023
Kolomlabels Rijlabels Scenario 0 Som van inv Som van eenmalig afboeken Som van kaplast best Som van kaplast totaal Som van kosten gebouw Som van bekostiging gebouw Scenario 1 - Beleid Som van inv Som van eenmalig afboeken Som van kaplast best Som van kaplast totaal Som van kosten gebouw Som van bekostiging gebouw Scenario 2 - 80 Som van inv Som van eenmalig afboeken Som van kaplast best Som van kaplast totaal Som van kosten gebouw Som van bekostiging gebouw Scenario 3 - 200 Som van inv Som van eenmalig afboeken Som van kaplast best Som van kaplast totaal Som van kosten gebouw Som van bekostiging gebouw
16
2013 € € € € € €
2023
2018
3.102.401 3.102.401 5.440.945 3.678.879 € 16.677.583 € 3.066.136 € 2.709.254 € 4.067.561 € 5.357.359 € 3.619.558
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
€ € € € € €
3.061.985 3.102.401 6.800.765 3.805.020
€ € € € € €
6.524.302 749.450 3.885.222 4.410.935 5.918.576 3.610.426
€ 19.428.667 € 3.593.704 € 2.431.249 € 3.933.420 € 5.174.343 € 3.324.803 € 35.947.461 € 6.766.289 € 1.853.698 € 4.667.914 € 4.192.605 € 2.894.985
Tekort bekostiging totaal per leerling
€ 9.903.166 € -2.995.745 € -290,76
61% van de kosten
€ -2.308.151 € -224,02
61% van de kosten
€ 23.201.885 € 27.017.471 € 3.815.586 € 10.329.511
€ 23.022.371
€ 9.107.762 € -1.849.540 -179,5112 64% van de kosten € 42.713.750
€ 8.860.519 € -1.297.620 -125,9434 69% van de kosten
KAW
3.
Voorstel Fase 3 We stellen voor een nieuwe fase van een jaar in te gaan waarin onderstaande drietal zaken worden uitgewerkt.
3.1
Spoor 1 – Nieuw bestuursmodel
Medio 2015 krijgt de Pilot vorm waarin schoolbesturen en gemeenten, samen met het Min. OCW in samenwerken.
3.2
Spoor 2 – Regionaal niveau
We nemen in dit stadium aan dat voor slechts een klein deel van de voorgestelde clusteringen ook financiering voor de huisvesting gereserveerd is door de betreffende gemeente. Dat zijn Centrum Stadskanaal, Centrum Winschoten en Sellingen, tezamen € 9 mln. van het totaal van € 27 mln. De investeringen in huisvesting in het 80-model zijn € 23 mln. en die van het 200-model bedragen € 42,7 mln. De opgave voor de regio als geheel is om nadere afspraken te maken over de financiering van deze opgave. Voorkomen moet worden dat een gemeenten elkaar gaan bestrijden om geld. Gemeenten, schoolbesturen en provincie werken in deze periode aan een gezamenlijke oplossing. Rijksbudgetten, provinciaal geld en gemeentelijke IHP’s moeten daarin op elkaar worden afgestemd. Het rekenmodel laat zien dat bij opschaling van scholen een financieel gunstiger resultaat wordt bereikt op basis van ‘total costing’ (gemeenten en schoolbesturen samen). Schoolbesturen, gemeenten en provincie gaan in najaar 2014 om tafel om het volgende uit te werken: - Wat wordt de positie van gemeenten en hoe zijn zij betrokken? - Welk ambitieniveau is wenselijk en financieel haalbaar? - Biedt Schoolschap een werkbaar model om de belangen van gemeenten en schoolbesturen te bundelen?
3.3
Spoor 2 – gemeentelijk niveau
Komen tot een schoolplan met een prioritering. Vervolgens per gemeente en met de betrokken schoolbesturen de schoollocaties verder uitwerken in de periode medio 2014 tot medio 2015.
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
17
4.
Bijlagen Spoor 1 Bijlage 1
Passende bestuursvorm Spoor 1 Notitie aan de achterban van schoolbesturen
Spoor 2 Bijlage 2
Gewenst maatwerk per school, per locatie Inventarisatie beleidsvoornemens van de schoolbesturen met schema scholen, aantallen leerlingen, prognoses, clusters en scenario’s
Bijlage 3
Reactie van gemeenten op de ‘Inventarisatie Beleidsvoornemens’ schoolbesturen
Bijlage 4
Kaart met huidige scholen en nieuwe clusteringen
Bijlage 5
Kaart ondergrens 80 leerlingen
Bijlage 6
Kaart ondergrens 200 leerlingen
Bijlage 7
Rekenmodel
18
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW
Bijlage 3 Reacties van gemeenten op beleidsvoornemens van schoolbesturen Zoals aangegeven in hoofdstuk 2.3 hebben de zeven gemeenten gereageerd op de ‘Inventarisatie Beleidsvoornemens’ van de schoolbesturen. Hieronder staan de reacties kort weergegeven. Gemeente Bellingwedde De gemeente geeft aan dat in de nabije toekomst het primair onderwijs op drie locaties zal worden gecentraliseerd: Blijham, Bellingwolde en Wedde / Vriescheloo. Daarmee gaat het aantal scholen terug van 8 naar 3. Op korte termijn is het gewenst De Loopplank (VCO) en De Wiekslag (SOOOG) onder één dak te brengen in Blijham. De Raad heeft aangegeven dat ook in Menterwolde een snelle samenwerking gewenst is. Dat wordt ondersteund door ouders en de GMR-en van de betrokken scholen. De Driesprong in Vriescheloo is onlangs ontstaan uit een clustering van drie scholen (2 van SOOOG en 1 school van VCO). Destijds is besloten dat het bevoegd gezag bij SOOOG ligt. De Driesprong zal vanwege de geringe omvang in de nabije toekomst opnieuw moeten clusteren met de school in Wedde. Gemeente Menterwolde De gemeente gaat uit van dezelfde, door OPRON en VCO gewenste, clusteringen in Meeden en Muntendam. In Meeden gaat het om vervangende nieuwbouw voor De Mieden (OPRON) en de Sjaloomschool (VCO). Voor Muntendam zijn verschillende scenario’s onderzocht voor De Parel (VCO), Burg. Verkruisen en de Europaschool (beide OPRON). De scholen in Noordbroek en Zuidbroek zijn groot genoeg om zelfstandig verder te gaan. De gemeente heeft bureau M3V ingeschakeld voor advisering over haar maatschappelijk vastgoed. Besloten is het resultaat van de berekeningen van M3V in dit onderzoek in te brengen. Gemeente Oldambt Gemeente Oldambt heeft onlangs haar Accommodatienota maatschappelijk vastgoed geactualiseerd en vastgesteld. Daaruit blijken dezelfde clusters als die door SOOOG en VCO zijn aangegeven: Scheemda, Westerlee en Winschoten Centrum. De door de schoolbesturen gewenste aanpak sluit hier goed op aan. In Winschoten Centrum is het onderzoek gericht op het onder één dak brengen van drie scholen (VCO, SOOOG en VGPONN). Hiervoor zijn meerdere scenario’s beschreven. Ook voor Scheemda zijn meerdere scenario’s beschreven. Hier richt het onderzoek zich op het samenvoegen van twee scholen van SOOOG (Eexterbasisschool en Jaarfke) en de Annewieke van VCO. In Westerlee betreft het de renovatie van de grootste school (Het Baken) om daar ook de FT. Venema van SOOOG in onder te brengen. Wellicht dat op langere termijn Westerlee en Scheemda geclusterd moeten worden. Nu is dat niet meegenomen.
KAW
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
19
Gemeente Pekela Voor gemeente Pekela is De Kompanije de uitvoeringsorganisatie voor maatschappelijk vastgoed. Zowel SOOOG, VCO als de gemeente geven eenzelfde beeld over de scholen: alle scholen zijn groot genoeg om zelfstandig voort te gaan. Hier zijn geen clusteringen in onderzoek. Gemeente Stadskanaal Gemeente Stadskanaal kent vier clusters in voorbereiding. De scholen daarbuiten blijven zelfstandig. Ook hier komen de wensen van VPCO-ZOG, OPRON en de gemeente overeen. In de clusters 9, 10, 11 en 12 wordt steeds samengewerkt tussen VPCO-ZOG en OPRON. Cluster 12 is een goed voorbeeld van de nieuwe samenwerking tussen schoolbesturen. Dit betreft de mogelijke clustering van de Anne de Vriesschool (VPCO-ZOG) en de Parkwijkschool van OPRON. Waar eerder ook concurrentie een rol speelde, staat nu in dit deel van Stadskanaal (zuidzijde kanaal) samenwerking centraal en een goed onderwijsaanbod aan kinderen die daar wonen. Gemeente Veendam Ook voor gemeente Veendam is De Kompanije de uitvoeringsorganisatie voor maatschappelijk vastgoed. De gemeente stelt momenteel haar Accommodatiebeleid / IHP op. Deze richt zich op de langere termijn. OPRON en VCO zijn (nog) niet betrokken bij dit beleid. Reden om voor gemeente Veendam geen clusteringen voor te stellen voor de korte en middellange termijn. Alleen De Butte in Borgercompagnie zit in de gevarenzone vanwege haar geringe omvang. De andere scholen hebben op korte termijn voldoende grootte om zelfstandig te opereren. Gemeente Vlagtwedde Gemeente Vlagtwedde kent een integrale bestuursvorm voor openbaar onderwijs. VPCO-ZOG en Fidarda verzorgen het (algemeen) bijzonder onderwijs. In de gemeente ontstaan twee nieuwe clusters: de eerste in Sellingen en daarna in Ter Apel. In beide clusters werken de gemeente en VPCO-ZOG samen door hun scholen onder één dak te brengen.
20
Eindrapportage onderzoek Primair Onderwijs Regio Oost Groningen
KAW