Eindrapportage Masterplan Primair Onderwijs en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs 2015 Gemeente Utrecht
Basisschool De Oase, Leidsche Rijn
1
Voorwoord Voor u ligt de Eindrapportage Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Onderwijshuisvesting 2015. De laatste rapportage in deze opzet en vorm over het Masterplan. Na 10 jaar van planontwikkeling en uitvoering hebben de schoolbesturen en de gemeente het Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs nu voor ruim 95% gereed. Hiermee hebben we de achterstandssituatie van de schoolgebouwen in onze stad ingelopen en kan Utrecht zich binnenkort weer volledig richten op de actuele en reguliere huisvestingsopgaven. Met de omvangrijke aanpak voor de verbetering van schoolgebouwen zijn over een periode van 10 jaar in totaal bijna 200 schoolgebouwen gemoeid waarvoor circa 130 projecten werden uitgevoerd. Een verbeterslag voor ruim 43.000 kinderen door 23 schoolbesturen en de gemeente uitgevoerd. Hierdoor heeft Utrecht haar achterstandsituatie in onderhoud en functionaliteit weggewerkt en zijn de aangepakte scholen weer lange tijd geschikt voor het huidige onderwijs. In Leidsche Rijn is het aanbod aan onderwijshuisvesting in overeenstemming met de vraag. De gemeente anticipeert in overleg met de schoolbesturen tijdig op ontwikkelingen in de leerlingenaantallen. Bijzondere momenten van afgelopen jaar waren de oplevering van diverse nieuwe schoolgebouwen zoals De Jazzsingel in Terwijde, Oase in het Zand, Marco Polo in Kanaleneiland, Gerrit Rietveld in Tuindorp en Neckardreef en Wezerdreef in Overvecht. Een beperkt aantal projecten is nog in voorbereiding en in uitvoering. Hiermee voltooien we de afspraken en toezeggingen die zijn gedaan op het gebied van Onderwijshuisvesting in het Masterplan. Het realiseren van goede, gezonde en duurzame scholen voor alle Utrechtse leerlingen blijft een gezamenlijke inspanning vergen van alle betrokkenen. Het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting 2016-2025 is het vervolg op de Masterplannen, geeft invulling aan de ambitie van goede, gezonde en duurzame scholen en is het gezamenlijk bereikte resultaat van schoolbesturen en gemeente. Dit plan is in september in de raad vastgesteld. Volgend jaar zal een nieuwe voortgangsrapportage worden aangeboden, waarin wordt gerapporteerd over de voorgang van de eerste projecten uit het Meerjarenperspectief. Opbouw rapportage Deze Voortgangsrapportage 2015 geeft de voortgang weer (periode medio 2014-medio 2015) van: -
het Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs voor de bestaande stad
-
de onderwijsvoorzieningen in Leidsche Rijn.
De opbouw in deze rapportage is als volgt: Deel 1: Eindrapportage Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs
bladzijde
Deel 2: Zevende Voortgangsrapportage en actualisatie referentiekader Leidsche Rijn
bladzijde 24
9
Bijlagenoverzicht
bladzijde 34
De deel 1 heeft financiële dekking binnen het Masterplan. De geplande onderwijsvoorzieningen in Leidsche Rijn halen hun dekking uit het referentiekader Leidsche Rijn. In 2008 heeft de gemeenteraad besloten de financiële verantwoording jaarlijks integraal via concern financiën te laten verlopen. Maart 2016
2
3
Deel 1 Eindrapportage Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs
VSO De Rotsoord
4
Inhoudsopgave
Bladzijde
1.
Inleiding
11
2.
Doelstellingen
11
3.
Voortgang
18
3.1 Stand van Zaken 3.2 Nieuwe ontwikkelingen 3.3 Bijgesteld programma en financiële dekking 22 4.
Risico's in beeld
5.
Conclusie en hoe verder
23
5
1 Inleiding Vertrekpunt Het Masterplan PO en (V)SO is eind 2006 door de raad vastgesteld. De stad Utrecht telde toen 97 scholen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs, ondergebracht in 176 gebouwen. Veel van die gebouwen voldeden door technische en/of functionele tekortkomingen niet meer aan de actuele onderwijskundige eisen. Aangezien Utrecht groeit en verjongt, was er alle aanleiding om die situatie aan te pakken en te verbeteren. Het Masterplan is een inventarisatie van alle beoogde maatregelen waarmee schoolgebouwen zodanig worden aangepakt dat de stad eind 2015 voor komende generaties over adequate en toekomstbestendige onderwijshuisvesting beschikt. Daarmee zou een inhaalslag worden gemaakt, waarna weer een periode van een 'normale' huisvestingsopgave aanbreekt met reguliere groei en onderhoud.
2 Doelstellingen Vier doelstellingen van het Masterplan PO en (V)SO worden via de huisvestingsopgave gerealiseerd: 1. Bouwtechnisch goed onderhouden schoolgebouwen 2. Schoolgebouwen passend bij onderwijskundige vereisten (goed binnenklimaat, BSO) 3. Schoolgebouwen toegerust op Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 4. Multifunctionele Accommodaties (MFA's) toegerust op Forum (= Brede School) Deze doelstellingen zijn hieronder concreet gemaakt: Doelstellingen masterplan 1. Bouwtechnisch goed
Indicatoren -
onderhouden
geen achterstallige onderhoudsopgave meer bij schoolgebouwen in Utrecht
schoolgebouwen 2. Schoolgebouwen
-
passend bij onderwijs-
goed binnenklimaat, VVE, ouderlokaal, speellokaal, MFA en BSO (uitwerking in volgende tabel)
kundige vereisten 3. Schoolgebouwen
-
toegerust op Voor-
goed binnenklimaat, VVE, ouderlokaal, speellokaal, MFA en BSO (uitwerking in volgende tabel)
en Vroegschoolse Educatie (VVE) 4. Multifunctionele
-
voor de acht Multifunctionele Accommodaties
Accommodaties
(te clusteren scholen met plusfuncties voor de wijk) is
geschikt voor Brede
aangegeven welke functies en gebruikers er zijn,
School
welke kenmerken de MFA heeft en waaruit de meerwaarde/buurtfunctie blijkt
1. Bouwtechnisch goed onderhouden schoolgebouwen De onderwijswetgeving en de onderwijsbekostiging liggen in elkaars verlengde. Schoolgebouwen moeten minimaal voldoen aan het Bouwbesluit en kunnen tegen Rijksbekostiging worden onderhouden. De omvang
6
van de scholen (vierkante meters) is gebaseerd op de Vereniging van Nederlandse Gemeenten-normen, inclusief onderwijskundige vernieuwingen. Met het Bouwbesluit 2015 zijn strengere eisen gesteld aan het binnenklimaat. Het Bouwbesluit is leidend voor de kwaliteit van het te realiseren binnenklimaat. In 2015 is als gevolg van de wetswijziging buitenonderhoud de gemeentelijke bemoeienis en verantwoordelijkheid verdwenen voor het gehele onderhoud en komt deze geheel bij de schoolbesturen te liggen voor de scholen van het primair onderwijs. Dit was al (in 2005) het geval voor scholen van het voortgezet onderwijs.
Basisschool, de Vrije School
2. & 3. Onderwijskundige vereisten De wettelijke taak die bij de gemeente ligt, is het zorgen voor voldoende onderwijshuisvesting; zowel uitbreiding als (ver)nieuwbouw. De gemeente Utrecht streeft naar een kwaliteitsniveau dat hoger ligt dan de minimum vereisten. De gemeente investeert dan ook zelf in de kwaliteit van onderwijsgebouwen. De ambities die wij nastreven zijn: goed binnenklimaat, Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), ouderlokalen, bij elke school een inpandig speellokaal en mogelijkheden voor BuitenSchoolse Opvang (BSO). De gemeente biedt via de Masterplannen de mogelijkheid, door extra financiële middelen ter beschikking te stellen, de gebouwen aan te passen aan deze onderwijskundige vereisten. Naast de gemeentelijke ambities stellen schoolbesturen hun eigen situatie specifieke wensen en eisen aan de schoolgebouwen. De schoolbesturen zijn in de meeste gevallen bouwheer; ze maken zelf keuzes voor de inrichting van hun scholen zolang deze aan de eisen voldoet waaraan bouwwerken worden getoetst in het kader van benodigde vergunningen en verordeningen (onder andere Bouwbesluit, Verordening Voorzieningen Onderwijshuisvesting).
7
4. Multifunctionele Accommodatie Hoe meten we in welke mate deze Utrechtse ambities worden gerealiseerd? Per project is in beeld gebracht welke voorzieningen vanuit het Masterplan zijn en/of worden gerealiseerd. Zie daarvoor het uitvoeringsschema PO en (V)SO (Bijlage A). Dit geeft inzicht in de aantallen en voorzieningen die aan deze projecten zijn gekoppeld. De Utrechtse ambities in realisatie: Ambities Utrechtse
Indicator of wijze van meten
Stand medio 2015
100% van de aangepakte scholen met
In alle projecten wordt een goed
nieuwbouw, uitbreiding en renovatie
binnenklimaat gerealiseerd
Streefgetal voor gehele Masterplan is
25 VVE's zijn gerealiseerd dan wel nu
25
opgenomen in de plannen
Streefgetal voor gehele Masterplan is
15 ouderlokalen zijn gerealiseerd dan
15
wel opgenomen in de plannen
Aantal situaties waar een speellokaal
35 speellokalen zijn gerealiseerd dan wel
is gerealiseerd
opgenomen in de plannen
Aantal situaties waar behoefte/
9 situaties, waarvan 8 onderwijs-
meerwaarde is aan een MFA
huisvestingsprojecten (aan één project is
variant Goed binnenklimaat VVE Ouderlokalen Speellokalen MFA
de onderwijsfunctie toegevoegd, maar niet leidend) BSO
Aantal situaties waar de markt geen
In 18 projecten is BSO opgenomen in de
BSO-voorziening heeft
plannen
gerealiseerd/kon realiseren en gemeente is verzocht te financieren
Binnenklimaat Alle nieuwe schoolgebouwen, uitbreidingen en renovaties in het Masterplan worden voorzien van een goed binnenklimaat conform het vigerende Bouwbesluit. VVE & ouderlokalen Voor het exploiteren van VVE groepen en ouderlokalen is het van belang dat de voorziening in de lokalen op peil is. Bij de ontwikkeling van nieuwe schoolgebouwen wordt bekeken of het gezien de populatie van de wijk en de school wenselijk is een VVE lokaal te realiseren. Daar waar deze vraag aanwezig is wordt de realisatie van het VVE lokaal meegenomen in de programmering. Ter bevordering van de ouderparticipatie worden in de krachtwijken ouderlokalen gekoppeld aan scholencomplexen.
8
Speellokaal De ambitie is dat elke school na afronding van het Masterplan beschikt over (een) inpandig(e) speellokalen. Bij afronding van het Masterplan zullen alle Utrechtse basisscholen die permanent zijn gehuisvest1 beschikken over een inpandig speellokaal.
Kinderopvang en BSO Net als vorig jaar zagen we in opgestelde prognoses voor Kinderopvang en BSO gevolgen van de veranderingen in het rijksbeleid: dalende vraag naar kinderopvang en een minder snel groeiende vraag naar BSO. Als het rijksbeleid niet veranderd, zal deze trend doorzetten. In alle nieuw- en verbouwprojecten in het Masterplan PO, VO en Leidsche Rijn is de BSO actief meegenomen, goed voor circa 1.100 kindplaatsen. Waar en in welke omvang dit is gebeurd, staat in het uitvoeringsschema PO en (V)SO (Bijlage A). Sinds 2012 is geen sprake meer van grote tekorten aan BSO-voorzieningen. Het BSO-gebruik groeit nog licht, maar er worden minder uren per kind afgenomen. Nu er geen omvangrijk tekort meer is aan BSO-voorzieningen, is het creëren van nieuwe BSO-voorzieningen weer overgelaten aan schoolbesturen en BSO-organisaties.
1
Uitgezonderd de Pijlstraat aan de Amsterdamsestraatweg 1. Voor het bewegingsonderwijs van de onderbouw wordt de
naastgelegen gymnastiekzaal gebruikt. Uitbreiding met een speellokaal gaat op deze binnenstedelijke locatie ten koste van de buitenruimte, het schoolplein. 9
Partijen kunnen, als zij daar een meerwaarde in zien, ook gezamenlijk in een gebouw worden ondergebracht in een zogenoemde Multifunctionele Accommodatie (MFA). Die mogelijkheid wordt ook met dit Masterplan geboden; multifunctionele huisvesting waar in principe ook een buurtfunctie in gehuisvest is. Met de start van het Masterplan in 2007 bestond nog geen uitgekristalliseerde visie over MFA’s. Deze visie is eind 2012 tot stand gekomen op basis van ervaringen met de eerste en lopende projecten voor MFA’s. De visie heeft ook praktische handvatten opgeleverd in de vorm van een Routekaart voor MFA’s. Deze is ook in de lopende projecten waar mogelijk gehanteerd. Acht projecten beschouwen we in dit Masterplan als MFA’s waar ook extra investeringsbudget voor is gereserveerd. Vooraf zijn geen kaders gesteld voor het toetsen en beoordelen van die meerwaarde en is daarin vrijheid geboden aan partijen die gezamenlijke huisvesting nastreven. Zie pagina 17 voor een overzicht van alle MFA’s. Onderstaand de voortgang van de Kinderclusters:
Kindercluster Ibisdreef De aanbesteding van het Kindercluster aan de Ibisdreef 5 is dit najaar afgerond. Op dit moment wordt er gewacht op de omgevingsvergunning, alvorens de aannemer aan de slg zal gaan. In het nieuwe gebouw komen de Mattheüsschool en de Openbare Basisschool Overvecht (OBO) De Gagel samen in een gebouw. Beide scholen in het nieuwe kindercluster blijven zelfstandig bestaan. In het gebouw zijn voorzieningen opgenomen zoals twee lokalen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE), een gymzaal, een multifunctionele ruimte en een ouderlokaal. Naar verwachting zal de locatie december 2016 worden opgeleverd.
Kindercluster Teun de Jagerdreef In het nieuwe kindercluster Teun de Jager komen de Cleophasschool en de OBO Spoorzicht samen in één gebouw. In het gebouw zijn verder diverse voorzieningen opgenomen: twee gymzalen (voor de basisscholen en de buurt), een multifunctionele ruimte, een ouderlokaal en een buurthuis. Het programma is hiermee gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke uitgangspunten. Bij aanvang van het project werd uitgegaan van vier gymzalen: twee bestaande en twee nieuwe. Mede vanwege de nadelen van gymzalen op de eerste verdieping wordt nu uitgegaan van twee nieuwe gymzalen in de nieuw te realiseren sporthal aan de Loevenhoutsedijk. Vanwege de gewijzigde uitgangspunten is het ontwerp aangepast. Het bestek is in januari afgerond en momenteel zit het project in de gunningsfase.Volgens planning wordt medio 2016 gestart met de bouw en is het kindercluster voorjaar 2017 gereed.
Ontwerp Teun de Jagerdreef
10
Kindercluster Gagel Noord aan de Beiroetdreef De oude schoolgebouwen aan de Beiroetdreef van de OBO De Gagel en het oude gebouw van de Johannesschool aan de Pagodedreef zijn in de zomer van 2015 verlaten om te worden gesloopt. Op dit moment wordt het bestek vastgesteld. In het nieuwe gebouw komen beide scholen, met in totaal 21 leslokalen, 2 speellokalen, 2 VVE lokalen en 1 ouderlokaal. Op de Pagodedreef komt de nieuwe gymzaal die naar verwachting eind 2016 gereed is. Het nieuwe kindercluster aan de Beiroetdreef (ingang aan de Eufraatdreef) wordt naar verwachting in mei 2017 opgeleverd.
Ontwerp Gagel Noord aan de Beiroetdreef
11
Overzicht MFA's in Masterplan PO en (V)SO:
MFA/Kinderclusters Andere partijen
Meerwaarde/
Stand van ontwikkeling
buurtfunctie Duurstedelaan: 3
Spelenderwijs
ouderlokaal en
scholen
Utrecht, KMN Kind &
sportvoorziening
Opgeleverd juni 2013
Co, Utrechtse Tafeltennisvereniging Marco Polo: 2 scholen
Saartje en Doenja
'Hele dag school'
Opgeleverd april 2015
met buurt- en ouderlokaal Beiroetdreef (ingang
(nog) niet bekend
voorschool,
Ontwerpfase: oplevering mei
aan Eufraatdreef) /
ouder- en
2017
Gagel Noord:
speellokalen,
2 scholen Ibisdreef:
Spelenderwijs
Ouderlokaal
Aannemer is geselecteerd en
2 scholen
Utrecht
Voorschool 2x
maakt dit najaar DO en bestek,
Speellokaal 2x
oplevering begin 2017
sportvoorziening, Teun de Jagerdreef:
Buurthuis De Bram
buurthuis,
Planontwikkeling: Vaststelling DO
2 scholen
en Spelenderwijs
ouderlokaal
najaar 2015, oplevering begin
voorschool 2x
2017
speellokaal 2x sportvoorziening, Neckardreef:
1 school
(nog) niet bekend
ouderlokaal
Opgeleverd april 2015
Wezerdreef: stand
Spelenderwijs
voorschool,
Opgeleverd februari 2015
alone
Utrecht
ouderlokaal
Spelenderwijs
voorschool 2x,
Utrecht
ouderlokaal
geclusterd
Dianadreef: geclusterd
1 school
12
Opgeleverd december 2013
3.
Voortgang
3.1 Stand van zaken Naar de afronding! Van de 107 projecten in het Masterplan PO en (V)SO zullen er 102 in 2015 afgerond en opgeleverd zijn. De resterende 5 projecten (3 kinderclusters in Overvecht en 2 stand alone gymzalen) zijn in de aanbestedingsfase of in uitvoering en worden in 2016 of begin 2017 afgerond. De projecten die in 2015 worden opgeleverd zijn: School/adres
Opgeleverd
OBO Watertoren – Wezerdreef
Zomer 2015
Johannes XXIII – Neckardreef
April 2015
Kaleidoscoop en De Costa school - Marco Pololaan
April 2015
Gertrudis – Waalstraat
Augustus 2015
Carrousel – Jan van Randsdorpstraat
Augustus 2015
VSO De Rotsoord – Slotlaan
Mei 2015
Auris college - Boadreef
Vervallen / Binnen project De Rotsoord
Thema's, vraagstukken en wijzigingen in het Masterplan Deze paragraaf laat zien welke onderwerpen en wijzigingen van invloed zijn op de uitvoering van het Masterplan. Binnenmilieu We hebben het binnenklimaat hoog in het vaandel staan. Niet alleen bij nieuwbouw maar zeker ook bij uitbreiding en renovatie van bestaande schoolgebouwen. Hiervoor hebben we in diverse collegeperiodes geld beschikbaar gesteld. Tot nu toe is ruim € 10 miljoen geïnvesteerd in verbetering. Doelstelling daarbij was toen om de schoolgebouwen en MFA’s op te leveren met klasse B2 en nu conform het Bouwbesluit. Er is een voorlichtingscampagne opgezet voor de scholen om aan te geven hoe scholen zelf het binnenklimaat kunnen verbeteren. 2
Het binnenklimaat in schoolgebouwen wordt geclassificeerd op drie niveaus conform de door SenterNovem ontwikkelde
kwaliteitscriteria A, B of C: A (zeer goed: 8,5), B (goed: 7), C (acceptabel: 5,5). In de gemeente Utrecht hanteren wij het Programma van Eisen Binnenmilieu. Hierin zijn de eisen van Senternovum overgenomen voor de onderdelen luchtkwaliteit en thermisch. 13
In het huidig collegeprogramma zijn opnieuw extra middelen beschikbaar gesteld. Op dit moment wordt gewerkt aan de uitvoering daarvan. Omdat niet alles in een keer gedaan kan worden, wordt gewerkt in tranches. Zo worden de komende 4 jaar alle schoolgebouwen binnen de beschikbare financiële en op basis van prioriteiten voorzien van een verbeterd binnenklimaat. Kanttekening is en blijft dat vanwege de specifieke bouw (monument) of externe eisen (zoals van de Welstandscommissie) een aantal schoolgebouwen niveau B niet kan bereiken. Energiezuinig In de vorige voortgangsrapportages is gemeld dat energiebesparende én binnenmilieumaatregelen voor bestaande schoolgebouwen, tegelijk en geïntegreerd worden opgenomen. In 2014 zijn hiervoor de projecten afgerond. De gemeente stimuleert andere gebouweigenaren om ook te verduurzamen en zo bij te dragen aan deze stadsbrede ambitie. Dit doet zij door in het Uitvoeringsprogramma Utrechtse Energie 2015 bij onderwijsgebouwen de focus te leggen op energiebesparing, duurzame energieopwekking en goed binnenmilieu. Energiebesparing en -opwekking zijn geen corebusiness voor de schoolbesturen. Niettemin vormen de jaarlijkse energielasten een belangrijk deel van de exploitatielasten van scholen. Er zijn kansen om de energielasten te verlagen, bijvoorbeeld door het plaatsen van zonnepanelen. Via het Utrechtse Energieprogramma zijn (co)financiën beschikbaar voor het ontwikkelen van een arrangement om schoolbesturen te ondersteunen bij het verminderen van het energieverbruik.
Huisvestingsprogramma 2016 Jaarlijks kunnen schoolbesturen huisvestingsaanvragen indienen voor het huisvestingsprogramma van het daaropvolgende jaar. In tegenstelling tot voorgaande jaren worden de huisvestingsaanvragen voor 2016 in september 2015 vastgesteld. Deze aanpassing is ingevoerd om beter aan te kunnen sluiten bij de gemeentelijke begrotingscyclus. De jaarschijf 2016 van het Masterplan is dus in september 2015 formeel vastgesteld via de vaststelling van het Huisvestingsprogramma 2016 (bijlage C Programma en overzicht Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Utrecht 2016). Schoolbesturen hadden, conform de Verordening, tot 1 februari 2015 de tijd om aanvragen voor huisvestingsvoorzieningen in te dienen.
Leerlingenprognoses We stellen leerlingenprognoses op. De onderleggers voor de prognoses zijn leerlingentellingen en bevolkingsprognoses. Dit om de huisvestingsaanvragen voor uitbreiding en nieuwbouw te kunnen beoordelen en daarmee zo goed mogelijk de fluctuaties in leerlingenaantallen te kunnen monitoren. Hierdoor krijgen we meer zicht op de risico's. We bezien jaarlijks de gevoeligheid op stedelijk niveau en op wijkniveau. Gezondheidsadvisering bij ruimtelijke plannen Wetgeving (Wet Publieke Gezondheid, januari 2008) en gemeentelijk beleid bepalen dat rekening gehouden wordt met een vroegtijdige betrokkenheid van Volksgezondheid (initiatieffase) bij alle onderwijsprojecten voor (vervangende) nieuwbouw en uitbreiding. Het gezondheidsadvies wordt nadrukkelijk gewogen en de afweging moet transparant zijn. In het verleden is dit gezondheidsadvies doorslaggevend geweest bij de locatiekeuze voor het kindercluster Gagel Noord.
14
3.2 NIEUWE ONTWIKKELINGEN Deze paragraaf gaat in op nieuwe ontwikkelingen die invloed hebben of gaan krijgen op de opgave of de verdere uitvoering van het Masterplan. Speciaal (Passend) Onderwijs Per 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Vanaf die datum zijn de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk om iedere leerling passend onderwijs te bieden en indien nodig passende ondersteuning. Met de invoering van de nieuwe wet is meer maatwerk mogelijk om tot passende ondersteuning te komen. Dat kan zijn in het reguliere onderwijs met inzet van een intensieve vorm van ondersteuning, maar ook in het speciaal onderwijs. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband hebben een ondersteuningsprofiel geformuleerd dat leidt tot een dekkend aanbod stadsbreed voor alle leerlingen. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van leerlingen in het kader van passend onderwijs. Daarvoor zijn de (V)SO voorzieningen en de leerlingenstromen (binnen RMC-regio 19) geïnventariseerd. De verwachting was dat de invoering van passend onderwijs effect zou hebben op de huisvestingssituatie van de scholen in het regulier en in het speciaal onderwijs. Echter heeft dit op dit moment nog niet tot concrete verzoeken geleid. In het speciaal onderwijs heeft het wel tot gevolg dat meer samenwerking wordt gezocht tussen de scholen om de expertise ook in de toekomst te blijven borgen. Naar verwachting zal het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap door de regering worden geratificeerd. Het geldende Bouwbesluit geeft onvoldoende uitvoering aan dit verdrag. Passend onderwijs vergt ook fysieke aanpassingen aan het schoolgebouw en de omgeving. Hier ligt ook een relatie met het gemeentelijke beleid inzake Agenda 22 (toegankelijkheid voor mensen met een functiebeperking). Nieuw te bouwen schoolgebouwen worden zo flexibel ontworpen dat zij een goede basis vormen voor aanpassingen conform dit verdrag. Actualisatie Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs De Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2015 is door de raad vastgesteld in december 2014. De intentie is om deze Verordening indien noodzakelijk te actualiseren. Dat kan zijn door zowel nieuw beleid alsook door gewijzigde wet- en regelgeving.
15
3.3 Bijgesteld programma en financiële dekking Het financiële beeld is grotendeels gelijk gebleven ten opzichte van de achtste voortgangsrapportage. Hierna worden de belangrijkste mutaties weergegeven. De uitgavenraming neemt af met een bedrag van 0,8 miljoen euro. Toelichting mutaties in uitgaven:
Verlaging inpassingskosten Gagel Noord
0,4 mln -/-
Verlaging raming kosten a.g.v. vrijvallende locaties
0,5 mln -/-
Verhoging binnenklimaat uitgaven
0,1 mln
Totaal
0,8 mln -/-
De dekking neemt af met € 0,6 miljoen. Toelichting mutaties in dekking:
Verlaging dekking vanuit btw compensatie gymzalen bij Teun de Jager en Ibisdreef als gevolg van wetswijziging
0,7 mln -/-
Verhoging dekking binnenklimaat
0,1 mln
Totaal
0,6 mln -/-
Dit alles betekent dat het overschot van € 0,6 miljoen van de 8e Voortgangsrapportage toeneemt naar een overschot van € 0,8 miljoen in de voorliggende Voortgangsrapportage. Naast de hiervoor genoemde mutaties resteert er in de post onvoorzien van dit plan € 2,6 miljoen. Aangezien wordt verwacht dat dit bedrag niet meer nodig is voor de afronding van het Masterplan is het meegenomen als beschikbaar budget voor het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting, ter dekking van de projecten 2016.
16
3 Risico’s in beeld Fluctuaties Jaarlijks fluctueert de dekking, door factoren waar in het programma niet op gestuurd kan worden. Het gaat hier bijvoorbeeld om de wisselende indexatie van concern over de dekking versus de volgens verordening toe te passen index op de uitgaven. Een ander voorbeeld betreft de volumetoename; stijgende leerlingaantallen vereisen nieuwe scholen. Over de fluctuatie en de effecten daarvan wordt jaarlijks gerapporteerd. Doordat het plan ten einde loopt is het effect dit jaar nihil.
17
Conclusie en hoe verder De afronding Het Masterplan PO en (V)SO staat in 2015 en 2016 in het teken van afronding. Er zijn nog 3 kinderclusterprojecten en 2 gymzalen in Overvecht in uitvoering. Deze projecten worden eind 2016 en eerste kwartaal 2017 afgerond. Na voltooiing zijn de afspraken en toezeggingen die zijn gedaan op het gebied van onderwijshuisvesting in het Masterplan Primair en (Voortgezet) Speciaal Onderwijs nagekomen. Het realiseren van goede, gezonde en duurzame scholen voor alle Utrechtse leerlingen blijft een gezamenlijke inspanning vergen van alle betrokkenen. Het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting 2016-2025 is het vervolg op de Masterplannen, geeft invulling aan de ambitie van goede, gezonde en duurzame scholen en is het gezamenlijk bereikte resultaat van schoolbesturen en gemeente. Dit plan is in september in de raad vastgesteld. Het Meerjarenperspectief is de afgelopen maanden vertaald in een concept-uitvoeringsprogramma en wordt besproken met de schoolbesturen en vervolgens bestuurlijk vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma is een concreet actieplan, gericht op regievoering en sturing op programmaniveau voor een snelle en succesvolle planvoorbereiding en realisatie van de nieuwe onderwijshuisvestingsprojecten. In het uitvoeringsprogramma en de verdere voorbereiding en realisatie van de nieuwe projecten maken we gebruik van de positieve ervaringen uit de tijdens de laatste jaren van het Masterplan gehanteerde Versnellingsaanpak. Speerpunten waren daarbij vooral een goede pro-actieve samenwerking tussen gemeente en schoolbesturen en tussen de diverse gemeentelijke afdelingen (vastgoed/onderhuisvesting, gebiedsontwikkeling, ruimtelijke ordening, vergunningverlening, etc.). Volgend jaar zal een nieuwe voortgangsrapportage worden aangeboden, waarin wordt gerapporteerd over de voortgang van de eerste projecten uit het Meerjarenperspectief.
18
Deel 2 Zevende Voortgangsrapportage Leidsche Rijn
Basisschool De JazzSingel (Leidsche Rijn)
19
Inhoudsopgave
Bladzijde
1.
Inleiding
26
2.
Doelstellingen
26
3.
Voortgang
27
3.1 Stand van zaken 3.2 Nieuwe ontwikkelingen
4.
Risico's in beeld
30
5.
Conclusie en hoe verder
31
20
1 Inleiding Vertrekpunt Op basis van de geplande woningbouw zullen in Leidsche Rijn3 uiteindelijk circa 80.000 mensen komen te wonen. De onderwijsvoorzieningen zijn in de eindsituatie hierop afgestemd. Op dit moment wonen er in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern circa 45.000 inwoners. De woningbouw is de afgelopen jaren sterk beïnvloed door de financiële crisis. Dit heeft ook effect op het aantal leerlingen. Voor het primair onderwijs heeft dat met name betrekking op de spreiding. Voor het voortgezet onderwijs zien we een groei voor de gehele stad. Omdat voortgezet onderwijs wordt gezien als een voorziening voor de hele stad is spreiding van de onderwijshuisvestingscapaciteit binnen de stad minder relevant. Het blijft echter wel belangrijk om, naast het realiseren van nieuwe onderwijsvoorzieningen, de scholen in bestaande delen van de wijk te monitoren in hun (leerlingen)ontwikkeling. Het monitoren van de bevolking en de bijbehorende onderwijsvoorzieningen wordt jaarlijks gedaan via bevolking- en leerlingenprognoses. We monitoren niet alleen, maar anticiperen ook. Zo zijn we ingesprongen op de verandering in leerlingenontwikkelingen, hebben we capaciteiten aangepast daar waar nodig. Op een proactieve wijze trekken we hierin gezamenlijk op met schoolbesturen. In Leidsche Rijn staan in totaal 31 scholen geprogrammeerd, zowel voor het (speciaal) basisonderwijs als voor het voortgezet onderwijs. In de voortgangsrapportage 2014 stonden abusievelijk 29 scholen gemeld. In bijlage F staan de geplande en de gerealiseerde scholen benoemd. Bij de planning is bij het primair onderwijs uitgegaan van een gelijkmatige verdeling van de leerlingen over drie denominaties, aansluitend bij de verdeling in de bestaande stad. Sommige scholen kennen een speciaal onderwijsconcept, zoals Daltononderwijs, Montessorionderwijs en Jenaplan. De geplande onderwijsvoorzieningen in Leidsche Rijn halen hun dekking uit het Referentiekader Leidsche Rijn. In 2008 heeft de gemeenteraad besloten de financiële verantwoording jaarlijks integraal via concern financiën te laten verlopen. Om deze reden maakt de financiële verantwoording geen deel uit van deze Voortgangsrapportage. De voorzieningen voor uitbreiding en aanpassing van bestaande schoolgebouwen in Leidsche Rijn kunnen vanaf 1 januari 2013 ook via het Huisvestingsprogramma aangevraagd worden. De uitgaven zullen worden verantwoord via de gemeentelijke P&C-cyclus.
2 Doelstellingen De doelstellingen uit het Masterplan PO, VO en (V)SO gelden ook voor de scholen in Leidsche Rijn: 1.
Bouwtechnisch goed onderhouden schoolgebouwen;
2.
Schoolgebouwen passend bij onderwijskundige vereisten (goed binnenklimaat, BSO);
3.
Schoolgebouwen zijn toegerust op Voor- en Vroegschoolse Educatie;
4.
Multifunctionele accommodaties zijn toegerust op Forum (=Brede School).
In bijlage B is opgenomen welke projecten een bijdrage leveren aan deze doelstellingen. Om de voorzieningen te laten aansluiten bij de groei van Leidsche Rijn geldt dat zodra de eerste woningen zijn opgeleverd ook de voorziening voor onderwijshuisvesting gereed is. Dit vergt steeds een nauwkeurige afstemming tussen woningbouwprogrammering en de programmering van de onderwijshuisvesting. 3
Onder Leidsche Rijn wordt in deze notitie verstaan: de VINEX-gebieden van wijk 9 en 10 inclusief Haarzicht en Haarrijn. 21
3 Voortgang 3.1 Stand van zaken Een belangrijk deel van de groei van het aantal inwoners van Utrecht komt vanuit de wijk Leidsche Rijn. Een derde van de groei van Utrecht tot 2030 is toe te schrijven aan deze wijk. Sinds de start van Leidsche Rijn is het Programma Onderwijshuisvesting tussentijds aangepast volgend aan de woningbouwprogrammering en de leerlingenprognoses. Dat blijft ook de komende jaren het geval. Van de geplande schoolgebouwen zijn er medio 2015 24 gerealiseerd. Er resteert nog een bouwopgave tussen nu en de afronding van Leidsche Rijn van 7 permanente schoolgebouwen. Bij de programmering hiervan wordt ook rekening gehouden met de gymnastiekcapaciteit. Het afgelopen jaar hebben de schoolgebouwen De Jazzsingel en De Oase hun deuren geopend. De planning en de programmering van scholen voor het voortgezet onderwijs is nader bekeken. De nieuwbouw van het VO in Vleuterweide zal vanwege de leerlingenprognose verruimd worden naar 800 leerlingen (was 600). Hiermee zorgen we er voor dat de school al bij oplevering niet te klein is. Dit wordt nog binnen de bestaande planning (oplevering 2017) gerealiseerd. Daarnaast is Mavo 10 opgestart op de locatie James Johnsonstraat. Binnen het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting wordt voorzien in de permanente locatie van deze school met een omvang van 600-800 leerlingen. In bijlage B uitvoeringsschema Leidsche Rijn is het overzicht opgenomen van gerealiseerde en nog te realiseren schoolgebouwen.
22
Jaarlijks monitoren De gemeente heeft het afgelopen jaar als gevolg van proactieve monitoring van de bevolkingsprognose en leerlingenprognose aanpassingen gedaan daar waar het nodig is. De komende jaren blijven we de voorzieningenplanning en de leerlingenprognoses gezamenlijk met de schoolbesturen proactief monitoren. De stedenbouwkundige plannen voor nieuw te ontwikkelen gebieden worden getoetst op flexibiliteit (uitbreidbaarheid) voor maatschappelijke voorzieningen. Zo kan sneller worden geanticipeerd op groei/krimp van leerlingenaantallen. Daarnaast is geconstateerd dat stedenbouwkundige ambities en kaders in voorkomende gevallen niet aansluiten bij de bekostigingssystematiek uit de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs waarin sober en doelmatig bouwen de norm is. Uiteraard zijn en blijven we hierover in gesprek.
Ambities Utrechtse variant
Indicator of wijze van meten
Stand medio 2015
Goed
100% van de aangepakte scholen met
In alle projecten wordt een goed
binnenklimaat
nieuwbouw, uitbreiding en renovatie
binnenklimaat gerealiseerd
VVE
Streefgetal voor Leidsche Rijn is 5
6 VVE lokalen staan geprogrammeerd
Ouderlokalen
-nvt
2 / 2 weg bezuinigd. Als gevolg van bezuinigingen uit de programmering gehaald
Speellokalen
100% van de scholen in Leidsche Rijn
Alle gerealiseerde scholen beschikken over
beschikt over een inpandig
een inpandig speellokaal
speellokaal MFA
Aantal situaties waar behoefte /
5 situaties, waarvan 2 naast BSO en
meerwaarde is aan een MFA
kinderopvang ook over een voorziening met een wijkfunctie beschikken
BSO
Aantal situaties waar de markt geen
3
BSO-voorziening realiseert/kan realiseren en gemeente is verzocht te financieren
3.2 Nieuwe ontwikkelingen Basisonderwijs Het aantal leerlingen voor zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs zal de komende jaren groeien. Het is daarom van belang dat de geprogrammeerde scholen op tijd en binnen de afgesproken planning worden opgeleverd. In de wijk Het Zand hebben we gesignaleerd dat er nog steeds behoefte is aan meer lokalen. Vanwege onze wettelijke taak om te voorzien in voldoende onderwijsvoorzieningen is het noodzakelijk gebleken om te voorzien in permanente huisvesting. Met de schoolbesturen wordt gekeken naar een nadere invulling ervan.
23
De planning en de programmering voor het basisonderwijs is nader bekeken. De nieuwbouw in Leidsche Rijn Centrum wordt verruimd met 1 lokaal (was 22 groepen). In deze school worden 17 groepen nieuwbouw alsook de bestaande Eben Haezerschool (nu gehuisvest aan Op de Groene Alm) in 2017 gehuisvest. Uiteraard is het beleid van de gemeente dat leegstaande lokalen worden ingezet om het tekort bij andere scholen op te lossen. Om leegstand te voorkomen hebben de schoolbesturen en de gemeente in een aantal wijken in Leidsche Rijn afspraken gemaakt over maximale schoolgroottes.
Brede School Het Zand
Voortgezet onderwijs Het primair onderwijs is de afgelopen jaren gegroeid en deze groei gaat zich voortzetten bij het voortgezet onderwijs. Aangezien het voortgezet onderwijs stadsbreed wordt gezien, betekent dit dat alle scholen voor voortgezet onderwijs daarmee te maken krijgen. Hoe de groei zich precies manifesteert, is moeilijk te voorzien. Deze is namelijk afhankelijk van een groot aantal variabelen zoals: de cito-score, de keus van leerlingen in schoolsoort, denominatie van de school en in welk deel van de stad of regio de school staat. De planning en de programmering van scholen voor het voortgezet onderwijs is nader bekeken Overeenkomstig het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) hebben de schoolbesturen voor het voortgezet onderwijs een gezamenlijk plan ingediend bij het Ministerie van Onderwijs.. Hierin is aangegeven dat de nieuwbouw van het VO Vleuterweide een VMBO-breed onderwijs voorziening wordt. De voorziening staat gepland eind 2017/begin 2018. De nieuwbouw van het VO in Vleuterweide zal vanwege de leerlingenprognose verruimd moeten worden naar 800 leerlingen (was 600). Hiermee zorgen we er voor dat de school al bij oplevering niet te klein is. Dit kan nog binnen de bestaande planning worden gerealiseerd.
24
Daarnaast wordt als gevolg van de leerlingontwikkeling van het Leidsche Rijn College in 2016 voorzien in de tijdelijke uitbreiding van de school met een noodgebouw voor 200 leerlingen. Een permanente invulling voor het Leidsche Rijn College kan pas gegeven worden, zodra het Via Nova is verhuist naar de nieuwbouw VO Vleuterweide. Ten slotte is Mavo 10 in 2015 opgestart op de locatie James Johnsonstraat. Binnen het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting zal uitvoering geven worden aan de permanente huisvesting van deze school. Opgemerkt wordt dat de capaciteit in het voortgezet onderwijs gezien wordt als een stadsbrede voorziening. Tot 2017 is er voldoende capaciteit om de groei van de leerlingen op te vangen. In het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting is aangegeven op welke wijze voor het voorgezet onderwijs voorzien kan worden in deze groei tot 2025.
4 Risico's in beeld Ontwikkeling van een Vinexwijk brengt risico's met zich mee, anders dan in bestaande wijken. Hieronder volgt een kort overzicht van de specifieke risico's in Leidsche Rijn. Woningbouwprogramma en leerlingenprognose Om te kunnen plannen en programmeren hanteren we de leerlingenprognoses die jaarlijks worden opgesteld. Deze leerlingenprognoses vinden hun basis in bevolkingsgegevens gebaseerd op een woningbouwprogramma. Verandering in de fasering van het woningbouwprogramma of in het woningbouwprogramma zelf kan leiden tot een andere bevolkingssamenstelling, waardoor het aantal leerlingen en de ruimtebehoefte voor onderwijs ook wijzigt. Voor de nog te realiseren scholen blijft dit risico nog altijd aanwezig. De crisis in de woningmarkt heeft de afgelopen jaren niet direct effect gehad op een verlaging van het aantal leerlingen in Leidsche Rijn. De bevolking en dus het aantal leerlingen van Leidsche Rijn groeit de komende jaren nog steeds, maar in een lager tempo dan eerder was voorzien. Met de jaarlijkse actualisatie van de bevolkings- en leerlingenprognoses blijven we sturen en richting geven aan de zorgplicht die de gemeente heeft. Dit geldt voor zowel het primair als het voortgezet onderwijs. Leerlingenprognose en capaciteit De leerlingenprognose en daarmee programmering van onderwijshuisvesting in Leidsche Rijn is gebaseerd op een aantal aannames. Soms wijkt de praktijk af van de aannames die worden gehanteerd. Zo zien we dat de groei van een aantal scholen anders verloopt dan werd aangenomen. De redenen hiervoor zijn divers. De gemeente heeft bijvoorbeeld geen zeggenschap over het beleid dat scholen inhoudelijk voeren. Ook het keuzegedrag van ouders is moeilijk te voorspellen. Monitoring van de leerlingenprognoses kan bijdragen aan een betere planning, maar daarmee is niet gezegd dat de leerlingenprognoses altijd één-op-één aansluiten op de werkelijke situatie per school. Hoofdlijn en bepalend is dat, indien tekorten zich gaan voordoen in onderwijshuisvesting, we als gemeente vanuit de wet genoodzaakt zijn om (nood)maatregelen te treffen. Dit doen we uiteraard in goed overleg en tijdig met de schoolbesturen. Deze maatregelen vragen echter in bijna alle gevallen om extra geld waarin niet is voorzien. Dit risico is ondanks de zorgvuldige monitoring aanwezig en zal aanwezig blijven zolang er in Leidsche Rijn gebiedsontwikkeling plaatsvindt.
25
5 Conclusie en hoe verder Leidsche Rijn is voor een groot deel gerealiseerd maar ook de komende jaren zal nog flink gebouwd worden met namen in Leidsche Rijn Centrum, Rijnvliet, Leeuwensteijn, Haarzicht en Haarrijn. De snelheid waarmee dat gebeurt bepaalt ook de snelheid waarmee we kunnen of moeten anticiperen op het gebied van onderwijsvoorzieningen. Van belang is en blijft dan ook dat de bouw van de nog te realiseren projecten conform planning verloopt, zodat schoolgebouwen op tijd klaar zijn voor de toekomstige leerlingen. Er zijn voor de bovengenoemde nieuwe wijken voorzieningen geprogrammeerd en gepland. We houden daarbij de vinger aan de pols. De realisatie van voorzieningen voor onderwijshuisvesting in Leidsche Rijn ligt met de oplevering van de Jazzsingel in Terwijde en de Oase in het Zand gelukkig weer op schema. Voor 2015 en de komende jaren is er, zoals we nu overzien, voldoende capaciteit gerealiseerd of gaat nog gerealiseerd worden. De nieuwe leerlingenprognoses helpen ons om een evenwichtige analyse te maken. Ook weten we dat de leerlingenprognoses niet altijd geheel aansluiten bij de praktijk. Samen met de schoolbesturen blijven we deze nieuwe huisvestingsvraagstukken van antwoorden en oplossingen voorzien. De programmering van de nog te realiseren voorzieningen is opgenomen in de bijlage B.
Opening Basisschool De Jazzsingel
26
27
Bijlagen
Bijlage A
Uitvoeringsschema PO en (V)SO
Bijlage B
Uitvoeringsschema Leidsche Rijn
Bijlage C
Programma en overzicht Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Utrecht 2016
Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Utrechtse Vastgoed Organisatie
Fotografie Medewerkers Gemeente Utrecht
Teksten en redactie Medewerkers Gemeente Utrecht Meer informatie Website: www.utrecht.nl/onderwijshuisvesting E-mail:
[email protected] Telefoon: 030 - 286 26 02
28