Eindrapport
Crossmediaal Concept
“Het mysterie van het universiteitsmuseum”
Namen:
Studentnummer:
Max van der Vlugt Martijn Robben Ocko Geserick
1665787 1653758 1668089
Vak: Crossmediaal Concept
Cursuscode: JBC-CRSMC.1V-13
Docent: Vincent Koetsier
Datum: 09-03-2015
2
Inhoud Inleiding
5
Strategie bepalen
6-8
Doelstellingen Een doelgroep formuleren Kennis, houding en gedrag Homogeniteit
6-8 8 8 8
Een sterk concept Storytelling Propositie Mediumspecificiteit Usability Relevantie Cocreatie Middelenmix Startpunt Middenstuk Slot Planning Kostenbegroting
9 - 22 9-10 11 12-13 14-15 16 17 18-19 18 19 19 20-21 22
3
Ontwerpdocumenten
23 - 49
Filmpjes (Ocko)
23-25
Social-media (Martijn)
26-39
Applicatie (Max)
40-42
Geprinte media (Ocko)
43-48
Evenement (Martijn)
49
Literatuurlijst
50
Externe bijlagen Script Storyboard Samenwerkingsovereenkomst Debriefing Plan van aanpak Vooronderzoek Notulen Urenverantwoording Feedbackverslagen medestudenten
4
Inleiding Dit rapport is in opdracht van het vak Crossmediaal Concept en het Universiteitsmuseum gemaakt. Het rapport bevat alles wat er nodig is om de campagne te kunnen starten, van conceptplanning tot uitgewerkte middelen. Wij hebben met plezier aan dit project gewerkt en zijn dan ook tevreden over het eindproduct dat is voortgekomen uit een langdurige samenwerking tussen ons en de opdrachtgever. Met trots overhandigen wij daarom ook dit rapport aan u. Mocht u nog vragen hebben over de inhoud of vormgeving kunt u altijd contact met ons opnemen.
5
Strategie bepalen Het vooronderzoek geeft ons inzicht in allerlei insights. Aan de hand van de verkregen insights is het de bedoeling om een strategie te bepalen. De strategie wordt doormiddel van volgende vier begrippen samengesteld: doelstellingen, een doelgroep formuleren, kennis, houding & gedrag en homogeniteit.
Doelstellingen De doelstelling geeft aan wat het concept bij de doelgroep, na de communicatie inzet bij de doelgroep, moet hebben bereikt. Om een goede doelstelling op te stellen is het handig om het effect van de communicatie te kunnen meten. Dit doen wij door de SMART methode in te zetten. Het SMART model bestaat uit vijf punten: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Specifiek (concreet resultaat) Bij het zo specifiek mogelijk samenstellen van de concreet waarneembare doelen is het handig om de zes W-vragen te beantwoorden. Het is belangrijk om de doelen in meetbare getallen te formuleren. Wat willen wij bereiken? Wat wij willen bereiken is het krijgen van zo veel mogelijk klanten op het eind van het evenement om daarna het bezoekers aantal per jaar iets te verhogen door de gekregen naamsbekendheid. Op het evenement willen wij 150 middelbare scholieren ontvangen. Het aantal jaarlijkse bezoeken willen wij van 54.000 bezoekers in 2013 naar 55.00 bezoekers in het jaar 2015. Wie zijn erbij betrokken? De doelgroep die betrokken is bij dit concept zijn 12-18 jarigen in de stad Utrecht. Deze jongeren zitten vooral op de middelbare school. Verder is het Universiteitsmuseum als opdrachtgever natuurlijk ook betrokken bij dit concept. De doelgroep 12-18 jarigen uit Utrecht, is een totale groep van ±15.000 jongeren. Waar gaan we het doen? Het concept gaat plaatsvinden in Utrecht. Het museum ligt aan de rand van het centrum en het is niet een al te groot museum. In het weekend betreft de locatie het stadscentrum van Utrecht en doordeweeks zal de locatie dicht bij middelbare scholen in Utrecht zijn. Wanneer gebeurt het? Het concept zal van start gaan in de op 7 mei. Het einde van het concept zal op 27 juni zijn. Welke delen van de doelstelling zijn essentieel? Het deel dat bij deze doelstelling essentieel is, is de doelstelling om in ieder geval 150 personen op het eind evenement te krijgen.
6
Waarom willen wij dit doel bereiken? De reden dat wij dit doel willen bereiken is omdat wij ervan uit gaan dat dit ook realistische doelen zijn. Wij kunnen wel zeggen dat we 600 deelnemers willen en het jaarlijks aantal bezoekers willen verhogen met 7000 mensen, maar we ze zullen tegen de lamp lopen als wij dit doen. Zulke doelstellingen zijn namelijk niet realistisch. Meetbaar Doelstellingen moeten meetbaar zijn. Dit geldt voor kwantiteit, kwaliteit, tijd, geld, etc. Doelstellingen moeten aan de hand van een procedure getoetst worden om vervolgens te kunnen bepalen in hoeverre het doel bereikt is. Een SMART-doel moet iets tastbaars zijn, je moet het kunnen zien, proeven, ruiken of horen. In ons geval is het doel in kwantiteit uit te drukken om vervolgens het doel ook door middel van zien en horen te kunnen waarnemen. Acceptabel Het SMART-doel moet ook acceptabel zijn voor ons zelf maar ook voor anderen. Is er bijvoorbeeld wel genoeg draagkracht vanuit de doelgroep? Past het doel wel in de identiteit van de organisatie? Door draagvlak onder een groep mensen te krijgen moet je ze betrekken bij het opstellen van doelstellingen. Ook zou je zeggen dat wanneer je de doelgroep mede het verhaal laat bepalen, je door interactiviteit het draagvlak onder de doelgroep vergroot. Realistisch Vervolgens moeten de doelstellingen realistisch zijn. Is het haalbaar en uitvoerbaar? De doelstellingen moeten realistisch zijn zodat je de medewerkers en de doelgroep weet te motiveren. Wanneer een doelstelling namelijk niet haalbaar is en dat ook zichtbaar is, dan demotiveer je alleen maar. Bij het opstellen van onze doelstellingen is dus ook rekening gehouden met de haalbaarheid, ook is er rekening gehouden met de capaciteiten en met het budget bij het opstellen van het concept. Tijdgebonden Bij een activiteit hoort altijd een start en een eind, zeker bij een crossmediaal concept. Er moet dus worden bepaald wanneer de campagne start en wanneer het eind evenement plaats vindt. Dus de doelstellingen van het crossmediale concept moeten in een bepaalde tijdsperiode worden geformuleerd. Doelstelling Wij willen in een tijdsperiode van drie maanden er voor zorgen dat er 150 bezoekers komen op het eindevenement en dat het aantal jaarlijkse bezoekers stijgt. Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
7
Doelgroep formuleren De doelgroep die wij voor ogen hebben is de groep 12-18 jarigen uit Utrecht en omstreken. De informatie over deze doelgroep is in ons vooronderzoek te vinden. Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
Kennis, houding en gedrag Bij het realiseren van de doelstellingen moet er rekening gehouden worden met de manier waarop de beïnvloeding van mensen verloopt. Allereerst moeten mensen worden voorzien van kennis waardoor zij meer te weten komen over het onderwerp. Daarna kan de houding ten opzichte van het onderwerp veranderen, in ons geval bijvoorbeeld naar actief. Als laatst kun je proberen het gedrag te laten veranderen waardoor de groep bijvoorbeeld actief gaat meedoen aan het concept of massaal naar het museum komt. Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
Homogeniteit Wanneer de doelgroep heterogeen is dan is het handig om de groep op te splitsten in kleinere homogene groepen. Dit kan door de segment criteria zoals de psychologische criteria, voorbeelden hiervan zijn levensstijl, karakter of hobby. Het voordeel van de groep te verdelen in homogene groepen, is dat er deze manier nog gerichter verschillende media ingezet kan worden. Met als doel om de boodschap nog beter over te kunnen brengen, de ene groep zit namelijk veel op internet maar de ander luistert veel naar de radio. Door de groep in homogene groepjes op te splitsten maak je het een stukje makkelijker voor jezelf, nu kun je immers specifieke media gericht inzetten. Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
8
Een sterk concept Storytelling Het concept gaat en staat met een goed verhaal. Daarom is het van belang om een goed verhaal te bedenken dat aansluit op de organisatie, pakkend is maar tegelijkertijd ook haalbaar en uitvoerbaar. Het verhaal:
Het mysterie van het universiteitsmuseum Er was eens een jongen die Vincent heette. Hij had korte rode haren en was altijd voor alles nieuwsgierig, hield zich altijd aan alle regels, maar was wel snel bang te maken. Hij deed altijd alles wat zijn moeder en vader hem vroegen. Hij was 17 jaar en wilde later heel graag brandweerman worden. Ook had Vincent een zusje, Chantal genaamd. Chantal had lange blonde haren, was 13 jaar en was altijd, in tegenstelling tot haar grotere broer, op zoek naar avontuur. Samen woonden zij met hun ouders aan de Oude Hortus van het Universiteitsmuseum in Utrecht. ‘Heb jij wel eens van het mysterie van het museum gehoord?’, vraagt Chantal aan haar grote broer. Vincent schudt zijn hoofd en zegt dat hij geen idee heeft waar Chantal het over heeft. ‘Ik hoorde laatste van een vriend op school dat het museum ’s nachts tot leven komt.’, zegt Chantal. ’Dat kan helemaal niet!’, antwoordt Vincent met een ietwat beangstigende stem. ‘Jawel Vincent, een vriend van mij op school heeft het per ongeluk gehoord van iemand die daar werkt. Elke avond om klokslag 12 uur komt volgens hem alles tot leven! ’. Die avond gaan Vincent en Chantal vroeg naar bed. Vincent ligt op de zolderkamer. Vanuit zijn raam is het museum te zien. Voordat Vincent gaat slapen kijkt hij nog even naar het museum en denkt bij zichzelf: ‘een museum waar alles in de nacht tot leven komt, dat kan toch helemaal niet. Er is niks om bang voor te zijn.’ Ondanks dat Vincent die nacht tegen zichzelf blijft herhalen dat dit helemaal niet mogelijk is kan hij alsnog niet slapen. De uren gaan langzaam maar zeker voorbij en Vincent ligt voor zich uit te staren denkend aan wat zijn zusje eerder vanmiddag tegen hem zei. Het is inmiddels vijf minuten voor twaalf uur en Vincent denkt bij zichzelf: ‘Ik wacht gewoon even tot twaalf uur, kijk naar het museum, zodat ik zeker weet dat er niks gebeurt. Daarna kan ik vast slapen’. De klok slaat twaalf uur en Vincent gaat even snel zijn bed uit om door zijn dakraam naar het museum te kijken. Vijf minuten lang blijft het stil en donker aan de overkant en lijkt er zoals hij al dacht niks te gebeuren, maar vlak voordat hij zijn raam dicht wilt doen ziet hij in één van de bovenste verdiepingen van het museum een licht tussen de gordijnen verschijnen. Hij wrijft in zijn ogen en kijkt nog is en denkt bij zichzelf dit kan niet waar zijn, toch kijkt hij nog een keer en ziet dat er iemand binnen staat! De persoon kijkt door de gordijnen naar buiten op tuin van het museum. Zo snel dat Vincent de persoon zag verschijnen, verdween hij weer en alles werd weer donker en stil aan de overkant. Vincent voelt de rillingen over zijn rug lopen en gaat totaal verstijfd in zijn bed liggen. Hij weet niet wat hij moet denken of doen en besluit maar vol angst en verbijstering te gaan slapen.
9
De volgende ochtend als Vincent wakker wordt gaat hij meteen naar de kamer van zijn zusje. Hij vertelt aan haar dat hij gister rond twaalf uur wakker was en iemand op de bovenste etage van het museum zag staan. ‘Ik zei het toch!’ roept Chantal naar Vincent. ‘Laten we er aankomende nacht naartoe gaan en kijken wat er gebeurt’ zegt Chantal zeer enthousiast. ‘Maar dat kan helemaal niet, want dan is het museum gesloten Chantal’. ‘Nou weet je wat we doen’ zegt Chantal ‘We gaan er eind van de middag naar toe en we verstoppen ons in het museum totdat het middernacht is en dan gaan we op avontuur’ fluistert ze. Ook al is Vincent bang toch besluit hij, nadat hij er een tijdje over had nagedacht toch maar mee te gaan met zijn zusje, want ook al vindt hij het zeer spannend is hij ook wel benieuwd wat er ’s nachts in het museum te beleven is. Diezelfde middag gaan Chantal en Vincent naar het museum toe. Ze lopen rond in het museum en bekijken dingen zoals de tentoonstelling ‘Tot op het bot’ waar een negen meter hoge skelettentoren is opgesteld met botten van dieren zoals bijvoorbeeld een brilkaaiman, een walrus en soepschildpadden. Ook bezoeken ze het ‘Rariteitenkabinet’ en het ‘Bleulandkabinet’ waar bijzondere voorwerpen te vinden zijn zoals een draakje, kogelvissen en veel foetussen op sterk water. Aan het eind van de middag besluiten Vincent en Chantal zich op te sluiten in de toilet. Hier kletsen ze en spelen ze spelletjes die ze mee hadden genomen om de tijd te verdrijven. Ook fantaseren ze over wat er deze nacht allemaal kan gebeuren. Na heel wat uurtjes spelletjes te hebben gepeeld gaat de wekker van Vincent af. Het is twaalf uur in de nacht en ze komen rustig uit het toilet om te kijken wat er gebeurt in het museum. Een kwartier lang lopen ze rond in het museum en gebeurt er niets, totdat ze opeens van achter een geluid horen. ‘HÉ wat doen jullie hier?!’ horen ze luid. Vincent en Chantal schrikken zich rot en draaien zich om. Het is Albrecht van Brandenburg, de oprichter van het rariteitenkabinet. ‘Maak dat jullie hier weg komen, er komt een Pareiasaurus aan!’ Voordat Vincent en Chantal iets kunnen zeggen horen ze vreselijk harde voetstappen, voelen ze de vloer onder hun trillen en zien ze in het eind van de gang een groot nijlpaardachtig beest de hoek om komen. ‘Rennen!’ schreeuwt Albrecht. Samen rennen ze door de donkere gangen van het museum, todat Albrecht zegt: ‘Kom snel hier naar binnen’. Ze duiken een kamer in en doen de deur achter hun dicht. Ze zien de Pareiasaurus voorbij gaan en de kust is veilig. Albrecht vertelt dat ze hier niet mogen zijn en hoe het mogelijk is dat ze überhaupt binnen zijn gekomen. ‘Ik ben Albrecht de bewaker van dit museum en ik moet er voor zorgen dat in de nacht alle dieren, skeletten en foetussen niet het museum uit gaan’. ‘De hoogleraar in de geneeskunde Jan Bleuland heeft lang geleden dit museum vervloekt en sindsdien komt alles om klokslag 00:15 tot leven’ fluistert Albrecht. Vincent en Chantal weten niet wat ze horen en gingen er vanuit dat alle dieren in het museum vriendelijk waren. ‘We moeten hier weg’ zegt Vincent tegen zijn zusje. Zonder iets terug te zeggen stemt Chantal hiermee in en ze rennen zo hard als ze maar kunnen naar de uitgang. Eenmaal aangekomen bij de uitgang krijgen ze de deur niet open. Albrecht zit vlak achter ze en roept: ‘ ’s nachts komt er niets binnen maar gaat er ook niets naar buiten. Jullie moeten hier de hele nacht blijven tot dat het weer licht is’. -
BENIEUWD HOE DIT VERHAAL AFLOOPT? KOM NAAR HET UNIVERSITEITMUSEUM IN UTRECHT
10
Propositie Effectieve boodschap De propositie, of ook wel de effectieve boodschap, houdt in dat je nadenkt over waarom de klant zijn gedrag moet veranderen. Om dit goed te kunnen opstellen moet je jezelf verplaatsen in de doelgroep en de vraag stellen: What is in it for me? Dus wat bieden wij, waardoor de doelgroep gemotiveerd raakt om mee te doen aan het concept. Wat wij bieden is een verhaal dat door interactiviteit met de gebruikers wordt gevormd en daaraan hangt een geldprijs van €250. De geldprijs is een lokmiddel om de doelgroep in eerste instantie mee te lokken naar het verhaal. Vervolgens willen wij de doelgroep door middel van een spannend verhaal verder mee laten gaan in het concept. We willen hiermee bereiken dat de doelgroep gaat deelnemen aan het evenement. Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
Creatieve boodschap Om de effectieve boodschap te bereiken, moet er wel een reden zijn waarom de doelgroep mee wilt doen. Alleen een geldprijs is dan niet voldoende. Op het moment dat het verhaal niet pakkend is, zal de doelgroep geen interesse hebben. Wij hebben ons dus de vraag gesteld: hoe zorg je ervoor dat je de doelgroep op een interessante manier weet te lokken? Ons antwoord hierop is doormiddel van ons verhaal. Door gebruik te maken van een storytelling willen wij de doelgroep prikkelen, echter ontstaat met dit antwoord een nieuwe vraag: hoe zorgen wij ervoor dat de doelgroep het verhaal oppikt? Wij hebben wel een spannend verhaal, maar dat is nog geen garantie dat de doelgroep mee gaat doen aan het concept. De geldprijs als allereerste bekend maken, is het antwoord wat wij hierop gevonden hebben. Dit doen wij door gebruik te maken van geprinte middelen. De geprinte middelen bevatten de boodschap dat de doelgroep een prijs kan winnen. Als zij dit willen, dan moeten zij naar diverse sociale media gaan. Vervolgens worden zij doorverwezen naar de website. Via de website komen zij bij de applicatie terecht en als laatst wordt via de applicatie doorverwezen naar het evenement. Zij hebben de applicatie ook nodig om überhaupt aan het evenement mee te kunnen doen. Na de geprinte middelen te hebben ingezet, zal er op de andere middelen over gegaan worden. Daar wordt het verhaal, die dan de creatieve boodschap vormt, verteld. Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
11
Mediumspecificiteit Voor het creëren van een goed concept zijn we eerst begonnen met een vooronderzoek en een verhaal (storytelling). Hierna zijn we begonnen met het mediumspecificiteit. Hiervoor beantwoorden wij eerst een aantal vragen: Kan een gebruiker later instappen en klopt het verhaal dan nog? Dit is zeker te realiseren. Aangezien er in elke mediavorm een verwijzing naar de media staat kan de gebruiker altijd zijn weg vinden. Er wordt namelijk verwezen naar delen van het verhaal via andere media, maar ook naar het volgende deel van het verhaal. Op deze manier kan waar de gebruiker ook is alle kanten op. Hoe stimuleren we de doelgroep tot het overgaan tot actie? In de verschillende media komen boodschappen naar voren van het verhaal. In elke media omschrijven we het verhaal zo dat de groep nieuwsgierig wordt naar het volgende deel van het verhaal. Het blijft echter niet alleen bij het verhaal. In de media omschrijven we ook dat ze het mysterie zelf kunnen uitvogelen in het museum d.m.v. spannende speurtochten. Op deze manier wordt de groep getriggerd om ook daadwerkelijk iets te doen. Welk type belevenis of behoefte heeft de doelgroep? Opvallend aan deze doelgroep is dat er veel verschillen tussen hen op te merken zijn. Jongens en meisjes van twaalf tot veertien jaar zijn vaak nog erg jong in hun hoofd en zijn daardoor sneller gevoelig voor een spannend concept. Zij zijn vaak nog erg op hun ouders aangewezen. De oudere groep (17-18 jaar) houden zich erg veel met hun vrienden bezig en zijn daar dan ook volledig op gericht. Daarom is het belangrijk om bij het ontwerpen van een crossmediaal concept rekening te houden met de verschillende belevenissen van de kinderen in deze doelgroep. Het jongere deel van de doelgroep zal zich erg bezighouden met het verhaal dat wordt verteld. Het oudere deel van de doelgroep zal dit ook nog zeker interessant vinden, maar dan moet daar wel een beloning tegenover staan. Daarom wordt er 250 euro uitgereikt aan de groep bezoekers via het crossmediale concept van het Universiteitsmuseum het museum bezocht hebben. Dit kunnen ze winnen door het eind van het verhaal af te schrijven. Wat is de rol van de consument?
De rol van de consument is het instappen in het concept en het verkrijgen van een steeds grotere rol in het concept. De consument zal eerst een volgende rol hebben doordat zij via geprinte media met het concept te maken krijgen. Wanneer de consument (d.m.v. andere media die gebruikt worden in het concept) verder in het verhaal komt zal de consument veel meer interactiviteit hebben. Dit onder andere doordat de consument samen een applicatie kunnen gebruiken om aan de speurtocht mee te doen. Wat verwacht je doelgroep van het crossmediaal concept?
De jongeren zullen, wanneer ze gebruik maken van de media die wij gaan gebruiken, ontdekken dat er een geldprijs van €250,- te winnen is. Ze verwachten dan dat ze er iets voor moeten doen. Veel jongeren zullen het eerste medium gebruiken en ontdekken dat niet het hele verhaal wordt verteld. Op dat moment zullen ze begrijpen dat ze ook de volgende media moeten gebruiken.
12
Met welke communicatiemedia kun je hen bereiken? Er zijn verschillende communicatiemiddelen waarmee we deze doelgroep kunnen bereiken. In het vooronderzoek hebben we een mediaonderzoek gedaan waaruit bleek dat het inzetten van sociale media een goed middel is om de doelgroep te bereiken. Voor de groep twaalf tot veertienjarigen geldt dat Twitter het meest gebruikte medium is. Vanaf vijftien tot en met achttien jaar is Facebook juist weer heel populair. Flyers zijn ook een prima middel om hen te bereiken zolang de jongeren maar weten dat de flyers op school liggen. Het beste is om deze uit te delen en de jongeren te enthousiasmeren voor het concept van het museum. Aangezien jongeren op school zitten is het ook handig om posters op diverse scholen te hangen. Jongeren zijn veel online bezig. Daarom is het maken van een kort filmpje een goed middel om in te zetten. Aangezien ze ook veel gebruik maken van hun mobiele telefoon zal een applicatie de groep doen aansporen om mee te doen aan het crossmediale concept. Wat wil je bereiken met het crossmediaal inzetten van je concept?
Met het crossmediale concept willen we onder andere bereiken dat de consument geïnteresseerd raakt in het concept van het museum. Dit doen we door een pakkende boodschap te verwerken in de verschillende media. Als de consument een medium gebruikt heeft wordt deze getriggerd om weer verder te gaan naar het volgende onderdeel. Hierdoor hopen we dat de consument na elke media die hij of zij gebruikt, naar het volgende media wilt gaan. Op deze manier hopen we dat er een nieuwe groep bezoekers geïnteresseerd raakt in het Universiteitsmuseum. Hoeveel mensen gaan het gebruiken en wanneer?
Ons idee is om alle middelbare scholen in de stad Utrecht te bereiken. In de stad Utrecht zitten er in totaal 15.000 leerlingen op school. We hopen ongeveer 300 of meer van die leerlingen te bereiken. Wanneer dit gerealiseerd wordt trekt het museum al een nieuwe doelgroep (12-18 jaar) aan. De doelgroep zal de geprinte media op school gebruiken of nadat ze uit school komen. De posters komen namelijk in de school te hangen en de flyers worden na school uitgedeeld. Hoe kun je bestaande content hergebruiken? Bestaande content kan hergebruikt worden door de content die in Tv-reclame gebruikt wordt ook in geprinte media te gebruiken. Datzelfde geldt voor de informatie die op de website van het Universiteitsmuseum staat en de geprinte media die beschikbaar zijn in het museum.
Welke belevenis/behoefte wil je ondersteunen door crossmedia te gebruiken? We willen de behoefte naar saamhorigheid stimuleren. Doordat de jongeren gezamenlijk naar het museum gaan en er allerlei leuke opdrachten kunnen uitvoeren, zullen ze dit met hun vrienden gaan bespreken en hopelijk ook andere vrienden meenemen. Zij kunnen dan aan het einde van het museumbezoek meedoen met de speurtocht waar weer een geldprijs mee te verdienen valt. Verder willen we spanning gebruiken om het crossmediale concept goed te kunnen onderbouwen en de jongeren te triggeren. Wat zijn leuke, nieuwe, innovatieve manieren om te communiceren met je doelgroep? Wij denken dat het ontwikkelen van een applicatie een leuke, nieuwe en innovatieve manier is om te communiceren met de doelgroep. Aangezien we de applicatie gaan gebruiken voor een speurtocht waarin jongeren deze gezamenlijk gaan gebruiken zal dit voor saamhorigheid zorgen en is het voor de jongeren een stuk interessanter om samen mee te doen. Ze kunnen er nog wat mee winnen ook! Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
13
Usability Wanneer je een crossmediaal concept ontwikkelt wil je natuurlijk dat de groep waarvoor je het concept ontwikkelt mee gaat met jouw ideeën. Je wilt dat het concept zo sterk is dat je ze overhaalt en ook meetrekt in je concept waardoor ze steeds weer de volgende stap nemen naar een nieuw medium. Het is erg belangrijk dat wanneer je doelgroep eenmaal besloten heeft om mee te doen met je concept, dit zo makkelijk mogelijk kan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan dat je de doelgroep geen pagina aanbiedt waar een enorme hoeveelheid informatie op staat. Kies liever voor een linkje die je naar een Facebookpagina brengt. Vervolgens kan de gebruiker de content van de pagina zelf gebruiken en er iets mee doen. Om ervoor te zorgen dat de gebruiksvriendelijkheid van het crossmediale concept optimaal is hebben we uit het Basisboek Crossmedia Concepting een aantal vragen gehaald die van toepassing op de gebruiksvriendelijkheid van een crossmediaal concept zijn. Hier hebben wij antwoord op gegeven zodat we, wanneer we het concept opzetten, we de gebruiksvriendelijkheid van het concept ook echt kunnen optimaliseren. Hieronder een overzicht van de vragen uit het Basisboek Crossmedia Concepting inclusief antwoord: In welke mate klopt je concept nog wanneer de consument later instapt? Het concept klopt dan nog steeds. Aangezien er in elke mediavorm een verwijzing naar de verschillende andere media staat kan de consument altijd zijn weg vinden. Er wordt namelijk verwezen naar delen van het verhaal via andere media, maar ook naar het volgende deel van het verhaal. Op deze manier kan waar de gebruiker ook is alle kanten op. Wat is de effectiviteit van je concept en hoe houd je de consument tevreden? De effectiviteit van ons concept is dat we spanning en mysterie in combinatie met een winactie gebruiken. De doelgroep zal nieuwsgierig worden door de manier waarop we het verhaal vertellen. De spanning in ons verhaal zorgt ervoor dat de kans groot is dat de jongeren de media gebruiken en ook naar een volgend medium overschakelen. Doordat we bij het gebruik van het laatste medium (de applicatie) een winactie hebben wordt het voor de doelgroep nog veel aantrekkelijker om mee te doen met dit concept. Welke inspanningen moet de consument verrichten? Bij deze doelgroep is het verstandig om rekening te houden met dat de consument waarschijnlijk niet zomaar uit zichzelf naar de informatie op zoek gaan. Daarom is het belangrijk dat wij de consument zelf op gaan zoeken. Om het hen gemakkelijk te maken zullen we de posters ophangen in het klaslokaal zelf. Hierdoor zullen zij de informatie automatisch meekrijgen. Voor wat betreft de flyers en stickers zoeken we de consument ook op, maar vertellen er dan ook nog duidelijk bij wat de boodschap precies is en wat zij er mee kunnen. Op deze manier is het voor de consument duidelijk wat er verwacht wordt. Dit betekent voor de consument dat hij naar de Facebookpagina moet gaan om daadwerkelijk met het verhaal te beginnen. Eenmaal op Facebook ziet de consument informatie over de Instagrampagina en de Twitterpagina. Hierop staat het middenstuk van het verhaal. Hiervoor zal de consument Instagram of Twitter moeten downloaden op hun telefoon en er eventueel een account voor aan moeten maken.
14
Ook zal de consument naar de website van het Universiteitsmuseum moeten gaan om het filmpje dat wij gaan maken te kunnen bekijken. Als laatste zal de consument de applicatie moeten downloaden om uiteindelijk de speurtocht mee te kunnen doen. Zij hebben de applicatie ook nodig om te zien wie uiteindelijk heeft gewonnen. Vervolgens staat in die applicatie wanneer ze langs mogen komen om de prijs in ontvangst te mogen nemen. Hoe ga je om met klantvriendelijkheid? We zullen onder andere contactgegevens op de verschillende media plaatsen. Op deze manier kan de consument wanneer er vragen zijn altijd contact opnemen met het Universiteitsmuseum. Een andere manier waarop wij met klantvriendelijkheid omgaan is om het concept met name in Utrecht en omgeving te promoten. Op deze manier is het concept makkelijk toegankelijk. Ook zullen we tijdens het flyeren en het uitdelen van stickers uitgebreid uitleggen wat het concept precies inhoudt, waarvoor het is en nog belangrijker, wat zij ermee kunnen. Op deze manier weet de consument precies waar hij aan toe is. Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
15
Relevantie Wat is de dialoog die je wilt voeren met je klant? De dialoog die wij met de doelgroep willen voeren is vooral delegeren om uiteindelijk uit te komen bij het evenement in het museum. Op dit punt beginnen wij vooral aan de interactie. Het evenement is in de vorm van een speurtocht die alleen is te volbrengen als je het verhaal hebt gevolgd. Ook vormt de speurtocht uiteindelijk het einde van het verhaal. Dit einde wordt na het evenement bekend gemaakt op diverse sociale media. In het begin willen wij de consument met geprinte middelen lokken naar de social media van het museum. Als zij op social media zitten leggen we de introductie uit. Daarna verwijzen wij door naar de website. Met behulp hiervan willen wij meer interactiviteit creëren tussen de doelgroep. Met uiteindelijk het doel de doelgroep naar het museum te krijgen. In het museum doen zij mee aan de speurtocht waarin veel sprake is van interactiviteit. Welke boodschap bevat je concept? De boodschap die ons concept bevat is om op avontuur te gaan. Wij willen de jongeren lokken met de boodschap dat zij een geldprijs kunnen winnen. Dit kunnen zij winnen door mee te gaan op avontuur. Op welk moment dient je concept geconsumeerd te worden? Het concept moet worden geconsumeerd op momenten dat de middelbare scholieren de tijd hebben. Onze doelgroep is namelijk 12-18 jarigen. Deze jeugdigen zijn op specifieke tijden te bereiken. De campagne zal beginnen met geprinte media, bestaande uit posters, flyers, stickers en een maquette. De posters zullen in de buurt van scholen worden opgehangen, deze zijn de hele dag te zien. De flyers, stickers en de maquette worden doordeweeks vooral na school verspreid en in de weekenden in het centrum. Welke emotie moet de consument vooraf hebben? De emoties die wij bij de consument willen losmaken zijn angst, verassing en vreugde. De begin emotie die wij willen creëren bij het startpunt van de campagne is enthousiasme. Wij willen de doelgroep nieuwsgierig en enthousiast maken om mee te gaan met het avontuur. Welk gevoel of gedrag moet de klant achteraf hebben? Achteraf moet het gevoel bij de klant voldoening zijn en het gedrag dat zij achteraf moeten hebben is positief vertellen over het museum tegen anderen. Dus op het eind moet de klant een voldaan gevoel hebben en positief vertellen over het museum tegen bekenden en vrienden.
Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
16
Cocreatie Bij cocreatie gaat het erom dat de klant bij het hele proces betrokken wordt, met als doel tot overeenstemming te komen over producten, ideeën, ervaringen en informatie. Wij kiezen ervoor om cocreatie terug te laten komen doormiddel van een ideeënbox op de website van het universiteitsmuseum. Hierop heeft de doelgroep ruimte om ideeën en ervaringen achter te laten. De vorm van cocreatie die wij kiezen is: consumenten ontwerpen zelf het winnende idee of sturen ideeën op naar de producent ter verbetering van een merk. Bij het bepalen van de cocreatie vorm moet je met de volgende punten rekening houden:
- “Weet wat de consument waardevol vindt en speel hierop in: - Zorg voor een open en eerlijke interactie met de klant. Ook als je fouten maakt of dingen niet weet, kun je dit eerlijk zeggen;
- Zorg voor veel discussie: hoe meer discussie tussen consumenten onderling, hoe beter dit voor je merk;
- Formaliseer alleen wat geformaliseerd moet worden; - Doe zelf actief mee: je krijgt wat je geeft, dus steek zelf ook energie in cocreatie; - Wees inspirerend, toon passie en probeer de community niet te managen.” Wat volgens onze insights de consument waardevol vindt is geld. De doelgroep heeft vaak behoefte aan geld en is daar ook goed mee te bespelen. De doelgroep 12-18 jarigen zijn vrij materialistisch. Zij hechte waarde aan dure merkproducten en geld. Vandaar dat de prijs bij ons €250 euro bedraagt. De doelgroep zal eerst via geprinte middelen naar sociale media worden geleid. Vanuit sociale media worden zij naar de website gebracht. Bij sociale media is er al ruimte voor interactiviteit tussen ons en de doelgroep. Vervolgens willen wij op de website een platform creëren waarin de deelnemers onderling kunnen communiceren en openbare berichten kunnen plaatsen. Dit willen wij stimuleren door zelf ook regelmatig aanwijzingen te geven of berichten te plaatsen. De website geeft dus ruimte om onderling en openbaar te praten en discussiëren. Tijdens het eindevenement willen wij de deelnemers helemaal laten opgaan in het verhaal waarbij zij zelf het einde van het verhaal creëren en waarin zij zelf een rol gaan spelen, tijdens dit evenement is er dus ook sprake van cocreatie.
Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
17
Middelenmix Startpunt: Reclame posters op school Op de middelbare scholen van de stad Utrecht gaan we posters ophangen. Deze posters geven het begin van het verhaal weer en verwijst de mensen door naar de Facebook pagina en de website van het Universiteitsmuseum. Tekst: In Utrecht gaat het gerucht dat het museum ‘s nachts tot leven komt. Kan jij er achter komen wat er ‘s nachts gebeurt? Win 250 euro! Flyers uitdelen op middelbare scholen Ook delen we flyers uit op de middelbare scholen. De flyers zijn in feite de posters in het klein. Ook hier wordt doorverwezen naar de Facebook pagina en de website van het museum. Stickers Tegelijkertijd met de flyers geven we stickers weg. Op deze stickers zie je een het logo van het universiteitsmuseum met er op ‘Wil je ook 250 euro winnen?’ Ga naar de Facebook pagina! Facebook Hier begint het verhaal echt. Hier wordt een kort stukje over het begin van het verhaal verteld en wordt je door gelinkt naar het midden van het verhaal zodat je meer te weten komt over het verhaal en het ‘event’. Instagram & Twitter Hier wordt in feite het midden verhaal verteld, maar ook het begin zodat mensen die later inspringen op Instagram alsnog weten waar het over gaat. Voor het begin van het verhaal worden mensen vanaf Instagram door verwezen naar Facebook. Website van Universiteitsmuseum Als je de website op komt zie je heel groot de poster die is gemaakt. Dit is zodat mensen die later inspringen alsnog via de poster een korte ‘samenvatting’ krijgen met waar het verhaal over gaat en zodat ook zij later kunnen inspringen. Film Voor de sociale media pagina’s van het Universiteitsmuseum maken wij een filmpje. In dit filmpje krijg je een korte impressie van het begin van het verhaal. Aan het eind van het filmpje wordt je door gelinkt naar de website waar het middenstuk wordt verteld. Promotie actie met een replica van de ‘vijand’ op middelbare scholen in Utrecht en in het centrum van Utrecht
Dit is in combinatie met het uitdelen van de flyers op de middelbare scholen.
18
Middenstuk Website van Universiteitsmuseum Op het moment dat de mensen op de website van het museum zitten en de poster hebben gezien en ze klikken verder dan krijgen ze het midden van het verhaal te zien. In het midden van het verhaal worden de hoofdpersonen, vijanden, familie en bij personen verder uitgelegd zodat de lezers een goed beeld krijgen wat er precies aan de hand is. Instagram Op het Instagram account zijn foto’s te zijn van de hoofdpersoon, familie, vijanden en bij personen. Twitter & Facebook Op de Twitter en Facebook. Geven we hints over het eind van het verhaal en de speurtocht. Deze informatie heb je nodig om de speurtocht te voltooien.
Slot Speurtocht / event (cocreatie) / Universiteitsmuseum bezoek Voor het eind van het verhaal moeten de mensen naar het museum komen. Zij kunnen hier door middel van een ‘app’ een speurtocht voltooien. Je voltooit de speurtocht door middel van een eind aam het verhaal te schrijven. Dit verhaal mag maximaal 300 woorden zijn. Degene met het leukste eind krijgt 250 euro. App Op de App staat het gehele verhaal uitgebreid uitgelegd. Via de App kunnen de mensen de speurtocht doen en via de App kunnen mensen het eind van het verhaal insturen.
Gebruikte bron: I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
19
Campagneplanning Een crossmediaal concept staat en valt niet alleen met het verhaal en het idee maar vooral ook met de planning. Plan je de campagne te kort dan slaat het misschien niet aan en duurt het te lang dan verlies je veel geïnteresseerden. Het is dus de bedoeling om een goede campagneplanning te maken waarbij je rekening houdt met de insights van je doelgroep, maar je moet ook rekening houden met bijvoorbeeld productiekosten van de geprinte middelen en de digitale middelen. Hierbij is het zeer belangrijk dat er rekening gehouden wordt met wanneer de jongeren schoolvakanties hebben. Hieronder vindt u een overzicht van onze campagneplanning. Wat en welke medium
Hoeveel tijd
Waar
Wanneer
Ontwerpen van de reclameposters
Het gaat ongeveer een dag kosten om de posters te ontwerpen.
Projectlessen crossmediaal concept
15-‐03-‐2015 t/m 16-‐03-‐2015
Ontwerpen flyers
Het gaat ongeveer een dag kosten om de flyers te ontwerpen.
Projectlessen crossmediaal concept
15-‐03-‐2015 t/m 16-‐03-‐2015
Ontwerpen stickers
Het gaat ongeveer een dag kosten om de sAckers te ontwerpen.
Projectlessen crossmediaal concept
15-‐03-‐2015 t/m 16-‐03-‐2015
Laten drukken geprinte media
Het gaat een week duren Printcentrum om alle geprinte te drukken.
17-‐03-‐2015 t/m 24-‐03-‐2015
Ontwikkelen Facebook pagina, TwiJer account en Instagram account
Het gaat een week duren Projectlessen om de pagina’s voor de crossmediaal concept online media te ontwikkelen.
25-‐03-‐2015 t/m 01-‐04-‐2015
Ontwikkelen filmpje
Het gaat twee weken Utrecht centrum, FCJ duren om het filmpje te kunnen filmen en editen.
02-‐04-‐2015 t/m 16-‐04-‐2015
Ontwikkelen content website voor de website van het Universiteitsmuseum
Het gaat een week duren FCJ om de content te bedenken en die op de website te zeJen.
17-‐04-‐2015 t/m 24-‐04-‐2015
Bedenken speurtocht
Het gaat een week duren Universiteitsmuseum, centrum van Utrecht om de speurtocht te bedenken en deze te voorzien van visuele hulpmiddelen.
25-‐04-‐2015 t/m 02-‐05-‐2015
Ontwikkelen van de applicaAe ter ondersteuning van de speurtocht
Het gaat een week duren FCJ om de applicaAe te ontwikkelen.
03-‐05-‐2015 t/m 12-‐05-‐2015*
*Er vallen twee dagen uit in verband met 4 en 5 mei
20
Ophalen replica van de vijand
Universiteitsmuseum, Het kost een dag om deze op te halen bij het centrum van Utrecht Universiteitsmuseum en deze mee te nemen naar de gewenste locaAe.
13-‐05-‐2015
Verspreiden geprinte media
We hebben twee dagen Middelbare scholen nodig om de posters in de verschillende middelbare scholen op te hangen. Verder willen we twee dagen besteden met flyeren en het uitdelen van sAckers. Dit kost dus in totaal vier dagen.
14-‐05-‐2015 t/m 16-‐05-‐2015
Extra promoten van het concept via de digitale media
FCJ Om het concept te promoten, brengen we dit nog eens extra in de aandacht door middel van de digitale media die wij in hebben gezet. Hier zijn we twee weken mee bezig.
17-‐05-‐2015 t/m 31-‐05-‐2015
21
Kostenbegroting Deze kostenbegroting is een schatting die wij aan de hand van de middelenmix hebben gemaakt. De uiteindelijke kosten voor specifieke middelen worden in het volgende hoofdstuk gegeven. Onderdeel
Toelichting
Posters op scholen
Voor een maand lang op verschillende scholen posters ophangen. Totaal 20 middelbare scholen in de stad Utrecht.
Flyers
Flyers kosten €446,61 per 5000. Ze zijn dubbelzijdig bedrukt met glans en 250 gram per stuk. Bron: http://www.folderexpert.nl/ Flyers-drukken-A3/
€ 446,61
Stickers
Stickers zijn 10 cm x 10 cm en kosten €504,67 per 2500 stickers. Bron: http:// www.drsticker.nl/
€ 504,64
Sociaal en digitale media
één maand lang een student aannemen die voor 7,50 euro per uur met Social media bezig is. Ter promotie.
€ 1200
Film
De film te gemaakt wordt ter promotie van de speurtocht. Maak van de film is ongeveer 25 uur. 25 uur keer 7,50 (ook hier wordt een student voor ingehuurd)
€ 187,5
Promotie actie met replica
Één week lang elke dag 8 uur promoten op scholen. Dit wordt gedaan door studenten en kosten €7,50 per uur, dus totaal 80 uur (2x 40uur)
€ 600
Speutocht
De speurtocht moet georganiseerd worden. Dit kost totaal 1000 euro voor ongeveer 125 uur werk.
€ 1500
Applicatie
De App wordt ook gemaakt door een student, omdat het maken van een App technisch moeilijker is betalen we €8,- per uur. Totaal duurt het 25uur om dit te realiseren
€ 200
Eindprijs
De prijs voor de speurtocht
€ 250
Onvoorzien
Deze 1000 euro is voor onvoorziene kosten, zodat er alAjd een marge is voor aanpassingen en of verbeteringen.
€ 500
Totaal
Prijs in euro’s € 8423
€ 13811,78
22
Ontwerpdocumenten In de voorgaande hoofdstukken is het concept neergezet en onze ideeën zijn daarin verwoord. De ideeën die wij hebben, over hoe het concept moet worden neergezet en welke middelen daarvoor gebruikt zouden moeten worden zijn dus uitgelegd. Ook is het van belang om te laten zien hoe wij de middelen voor ons zien. Daarom hebben wij de middelen uitgewerkt tot concrete voorbeelden. In de volgende paragrafen zijn de uitwerkingen te vinden.
Filmpjes (Ocko) Een van de middelen die wij voor ogen hebben is een filmpje eigenlijk twee filmpjes. De filmpjes zijn nog niet gemaakt, maar wel is al het voorwerk gedaan. Met dit voorwerk is het mogelijk de filmpjes in een keer te maken. Het voorwerk bestaat uit het script, het storyboard, een kostenbegroting en een verantwoording. De eerste twee zijn in de externe bijlagen terug te vinden. Hieronder zijn de kostenbegroting en de verantwoording te vinden.
Kostenbegroting Er is sprake van twee filmpjes die geproduceerd moeten worden. Het waarom wordt in de volgende paragraaf besproken, het hoe is terug te vinden in de externe bijlagen en de kosten worden nu uitgelegd. Kosten filmpjes Zoals bij de kostenbegroting te vinden is, bedraagt de kosten voor de filmpjes €187,50. Dit zijn echter alleen de kosten die gelden voor achter de schermen, dus het monteren en het filmen. Voor de schermen zullen er acteurs moeten komen en deze zullen dan ook betaald moeten worden. Omdat het totale budget niet veel is, zal er slim moeten worden omgegaan met het geld. De rol van de baliemedewerkster zal worden vervuld door de baliemedewerkster van het museum zelf. Dit zelfde geldt voor de bewaker en de ouders van de hoofdpersonen, deze zullen ook door medewerkers van het museum worden gespeeld. De hoofdpersonen Vincent en Chantal zullen wel worden gespeeld door acteurs. Deze acteurs gaan wij scouten bij middelbare scholen en of hogescholen. De uurloon die de acteurs verdienen bedraagt €7,50. Door deze rolverdeling zorgen we ervoor dat alleen de hoofdpersonen betaald hoeven worden. De andere rollen worden vervuld door de medewerkers van het museum, die hun taak zullen uitvoeren tijdens werktijd. Dit kost dus geen extra geld. De filmuren waarbij de hoofdpersonen aanwezig moeten zijn zullen tussen de 20 en 25 uur liggen. De totale kosten hiervoor liggen dus tussen de 150 en 187,50 euro. De film speelt zich op twee locaties af, het museum en het ouderlijk huis van de twee hoofdpersonen. Voor het filmen in het museum ben je geen geld kwijt aangezien de film in opdracht van het museum moet worden gemaakt. De thuislocatie daarentegen gaat wel geld kosten. Hiervoor zijn twee opties, het daadwerkelijk gaan filmen in een huis achter het museum of het filmen in een studio en dan een scène in het achtergelegen huis filmen. Beide opties gaan geld kosten. Waarschijnlijk zit hier verschil in. Want wanneer er wordt gekozen om te filmen in het achtergelegen huis zal dit pas kunnen na toestemming van de bewoners. De vergoeding die hiervoor gebruikt kan worden zal liggen op €100 per draaidag. Wij hebben twee draaidagen nodig dus zal dit €200 euro zijn.
23
We zitten nu op €200 + €187,5 = €387,50, voor de acteurs en filmlocatie. Wanneer wij geen toestemming krijgen van het achterliggende huis zullen we een studio moeten huren. Deze studio zal een echte film studio kunnen zijn maar het is ook mogelijk om in het huis van een medewerker van het museum te filmen. Dit dan ook weer tegen een vergoeding van €100 per draaidag. Het huren van een studio is budgettair niet mogelijk aangezien je voor een dag al €490 betaalt, voor twee draaidagen dus €980 en dat is budgettair niet haalbaar. De locatie en de acteurs zijn berekend, maar dan komen de attributen nog. Hierover is van te voren al nagedacht en is zorgvuldig rekening mee gehouden tijdens het maken van het script. De attributen zijn hedendaagse producten die wij als projectgroepje al bezitten. De kosten hiervoor zijn er dus niet. Het enige wat geld kan kosten is de borgsom of de vervangingskosten wanneer een attribuut kapot gaat, laten we zeggen dat we hiervoor €50 euro achterhouden. Ook worden er kosten gemaakt met het filmapparatuur Wij kunnen gratis een filmcamera huren op school, alleen is deze kwalitatief niet goed genoeg. De kosten voor het huren van een professionelere camera is €90. Het huren van een opname microfoon is €18,75, een hengel nog eens €18,75, bij elkaar is dit €37,50. Verder zijn er ook simpele studiolichten nodig. Deze bedragen voor twee draaidagen €18,75. Zeg dat wij er twee nodig hebben, dan zijn wij daaraan €37,50 kwijt. Voor het filmapparatuur zijn we dus een totaal bedrag van €165 kwijt voor twee draaidagen. Het laatste dat wij in rekening kunnen brengen is de catering. Laten wij zeggen dat iedereen vier koppen koffie neemt per draaidag en vier broodjes dan zijn wij ongeveer €75 kwijt per draaidag. Dan komen wij op een totaal van €150 uit aan catering. Als wij alle kosten bij elkaar optellen komen wij uit op een totaal bedrag van €752,50 uit voor de twee filmpjes, plus de daarbij komende €187,50 aan arbeidsloon. Het totale bedrag wordt dus €752,50 + €187,50 = €940
Effectieve boodschap Om de effectieve boodschap te kunnen geven moet je eerst de vraag stellen: waarom zou de doelgroep de filmpjes moeten kijken? Het antwoord hierop is, omdat de filmpjes de doelgroep aanspreken. Dit omdat de filmpjes spannend en komisch zijn en ook omdat de twee hoofdpersonen binnen de leeftijd van de doelgroep vallen. Dit zal de doelgroep dus kunnen aanspreken. Ook zijn de filmpjes van belang om de speurtocht te kunnen afronden en vervolgens die €250 te winnen. Dit is ook een reden waarom de doelgroep de filmpjes moeten zien.
Creatieve boodschap De manier om de kijkers naar de website te laten gaan is door te eindigen met een open einde. Op de website staat het tweede filmpje. De creatieve boodschap in dit filmpje is ook weer een open einde, dit zorgt er voor dat de jongeren wederom nieuwsgierig raken in het einde van het verhaal. De twee filmpjes worden op een mooie en professionele manier gemaakt en bevatten humor en spanning. Tijdens een scene op de zolderkamer is te zien hoe Vincent op de televisie , Night at the Museum kijkt. Dit is een creatieve verwijzing naar het verhaal.
24
Mediumspecificiteit De filmpjes worden kort maar krachtig. Ze vertellen delen van het verhaal op een spannende manier. Aan het begin van het verhaal wordt de titel van het verhaal genoemd, er wordt een hashtag gegeven en een verwijzing naar de website. Deze verwijzing worden ook aan het eind van het filmpje gegeven. Daarnaast kunnen ze op de platform waarop de filmpje komen ook reageren op de filmpjes.
Usability De filmpjes zijn via social media en de website makkelijk te vinden en te bekijken. De doelgroep wordt nergens toe gedwongen. Ze hoeven bijvoorbeeld ook nergens voor te betalen. De drempel die de doelgroep over moet om de filmpjes te bekijken is relatief laag. Zo kunnen zij geheel anoniem de filmpjes bekijken en wanneer ze de filmpjes leuk vinden deze ‘liken’ of gewoon meteen doorgaan met het verhaal op de website. Het filmpje is gebruiksvriendelijk, want de doelgroep hoeft geen moeite te doen om de filmpjes te kunnen bekijken.
Relevantie Wat is de motivatie om over te schakelen van sociaal media naar de website? Dat is de vraag die bij relevantie beantwoordt moet worden. De filmpjes moeten een ‘call to action’ bevatten die ervoor zorgt dat zij van de social media naar de website gaan. De reden die wij daarvoor geven is een open einde. Dit open einde geeft de kijker een reden om door te gaan naar de website en vervolgens het tweede filmpje te kunnen zien. De ‘call to action’ in de filmpjes zijn dus vooral een open einde en het feit dat de filmpjes goed in elkaar zitten. De filmpjes zien er professioneel uit, hierdoor haken de kijkers ook niet af. Niets is zo erg dan een slecht gemaakt filmpje dat op je zenuwen werkt. De motivatie om naar de website door te gaan moet dus vanuit nieuwsgierigheid komen. Deze nieuwsgierigheid creëren wij dus door het gebruik van een open einde. De motivatie om van de website de app te bekijken en naar het evenement te gaan moet ook vanuit nieuwsgierigheid komen. Ook dit wordt door een open einde gerealiseerd.
Cocreatie Directe interactie op de filmpjes is niet mogelijk. De doelgroep kan het filmpje ook niet aanpassen of mede vormgeven. De enige vorm van cocreatie die mogelijk is bij de filmpjes zijn de reacties die eronder gezet kunnen worden. Dus de kijkers kunnen reageren nadat of voordat zij de filmpjes hebben gezien op social media of de website.
Verantwoording Het maken van twee filmpjes is met een reden gedaan. In eerste instantie wilden wij één filmpje maken voor op social media, maar als we dat zouden doen, dan zou er al te veel worden verklapt. Het eerste filmpje is voor sociaal media en het tweede filmpje is voor de website. Deze verdeling is tot stand gekomen tijdens het maken van het script. Het eerste filmpje begint met het gerucht en eindigt met het plan van verstoppen. Het tweede filmpje begint in de ochtend en eindigt in het museum op het moment dat Albrecht schreeuwt. Het tweede filmpje is expres gestopt op het moment dat Albrecht roept, want op dat moment zouden hij en het monster in beeld moeten komen Dit zou meer technische problemen en budgettaire problemen op leveren. Beide filmpjes zijn zo bedacht dat er geen attributen gekocht of gehuurd hoeven worden. Ook is er een minimum aan locaties gebruikt, dit bespaard ook weer in kosten. De filmpjes vertellen het verhaal in stukken en eindigen beide met een Cliff-hanger. Zij zullen ervoor zorgen dat de gebruikers nog meer geïnteresseerd en geënthousiasmeerd worden om verder te gaan met het verhaal.
25
Sociaal Media (Martijn) Onderbouwing uitgewerkt middel Facebook Inleiding Zoals in de studiehandleiding staat begin ik eerst met een beschrijving van het middel. Vervolgens onderbouw ik de keuze van het middel en geef ik toelichting op de productieplanning van het middel en welke kosten hieraan verbonden zijn. Ook geef ik van een aantal begrippen aan hoe deze begrippen zijn door vertaald naar het uitgewerkte middel. Beschrijving middel Facebook is een internationale sociale netwerk site met zeer veel gebruikers (meer dan 1 miljard).
Via Facebook kunnen gebruikers hun persoonlijke interesses delen met anderen. Facebook is met name bedoeld om berichten te sturen over wat de persoon in het dagelijkse leven bezighoudt, waar ze op een bepaald moment aan denken of wat hun mening tegenover verschillende zaken is.
Niet alleen voor personen, maar ook voor bedrijven is Facebook een interessant medium om gebruik van te maken. Bedrijven kunnen namelijk reclame plaatsen in de berichten op Facebook en informatie over hun producten geven. Ze zetten regelmatig winacties in om consumenten bekend te laten worden met hun product en meer volgers en ‘likes’ te krijgen.
Gebruikers (personen en bedrijven) maken een profiel aan en kunnen elkaar vriendschapsverzoeken sturen. Op deze manier krijgen zij alle informatie binnen van vrienden die zij hebben toegevoegd aan hun account.
Facebook maakt gebruik van ‘timelines’. Dat berichten op een Timeline komen, betekent dat ze op volgorde op de Facebook pagina komen. Via deze timeline zie je een stuk geschiedenis ontstaan. De jongste gebeurtenissen staan bovenaan. Iedere gebruiker kan op zijn ‘timeline’ berichten, foto’s, en filmpjes plaatsen. Deze berichten worden vervolgens gelezen door de vrienden/familie/ kennissen en bedrijven die je hebt toegevoegd op Facebook.
Via Facebook is het mogelijk om berichten te plaatsen die voor iedereen toegankelijk zijn die een account hebben op Facebook. Maar het is ook mogelijk om privéberichten te versturen naar mensen die je als je ‘vrienden’ hebt toegelaten. Er kan ook een groep ‘familie’ worden aangemaakt of ‘collega’s’. In die zin is het een flexibel middel met veel mogelijkheden.
Facebook is in veel landen populair, maar niet in alle landen. Bv. in Azië is Facebook niet zo populair.
Facebook is onder jongeren iets minder populair aan het worden (maar nog steeds populair!). Onder ouderen is Facebook in opkomst.
Facebook maakt ook steeds meer gebruik van ‘Apps’, waardoor de mogelijkheden via Facebook steeds verder kunnen worden uitgebreid. Onderbouwing keuze van het middel Er is bewust gekozen om Facebook als middel te gebruiken om het universiteitsmuseum te promoten omdat het zo’n veelzijdig medium is en omdat dit medium zoveel gebruikers kent, zeker ook onder jongeren (zie hiervoor het mediaonderzoek in het document vooronderzoek).
Aangezien we een nieuwe groep mensen (12-18) jaar naar het Universiteitsmuseum willen trekken, is Facebook dus een goed middel om in te zetten. Een andere reden dat Facebook erg geschikt is, heeft te maken met de hoeveelheid tekst die je in de berichten kwijt kan. Op Facebook is het namelijk normaal dat de teksten wat langere zijn dan bij sociale media zoals Twitter. Doordat je meer tekst in de berichten kwijt kan, is het gemakkelijker om een verhaal of boodschap over te brengen, dat niet in de 140 tekens van Twitter is te vatten. Doordat Facebook ook gebruik maakt van ‘apps’, kun je de
26
boodschap combineren met foto’s, filmpjes en/of muziekbestanden. Hele groepen mensen zullen tegelijkertijd de boodschap kunnen ontvangen en kunnen vervolgens met elkaar communiceren over hoe ze de boodschap vonden, of ze naar het universiteitsmuseum zullen toegaan en dergelijke. De Facebook gebruikers hebben door een boodschap van het Universiteitsmuseum ook meteen een aanleiding om met elkaar te communiceren en die teksten worden weer door anderen gezien en zo verspreid de boodschap zich verder. Al is er maar een persoon heel erg enthousiast over de boodschap, dan kan deze zijn of haar enthousiasme toch doorgeven aan anderen. Soms werkt dat beter dan rechtstreekse reclame vanuit het Universiteitsmuseum. Als een vriend of een college of een bedrijf waar jij waarde aan hecht, waarde hecht aan de boodschap van het museum, dan zal je die boodschap vaak eerder interessant vinden dan wanneer je die rechtstreeks krijgt.
Doordat Facebook een medium is met zoveel gebruikers en deze gebruikers berichten op Facebook weer verder kunnen verspreiden naar andere sociale media, is er sprake van een soort ‘olievlek’ werking. Het verspreid zich steeds verder en het kan daardoor steeds sterker worden. Onderbouwing keuze vormgeving middel Allereerst ga ik iets zeggen over het kleurgebruik. De kleurstelling van het Universiteitsmuseum is geel met blauw en wat grijstinten. Deze kleuren heb ik zelf ook terug laten komen in mijn eigen ontwerp. Ik vond het belangrijk om vooral het logo van het Universiteitsmuseum helemaal hetzelfde te houden, want dat is het meest kenmerkende element van het museum. Omdat ik zelf ook wat creatief wilde zijn, heb ik ervoor gekozen om in de Facebook pagina ook een hele lichte kleur groen te plaatsen. De lichte kleur heb ik gekozen omdat deze kleur niet dominant te laten zijn in het geheel. De kleur groen omdat dit een natuurkleur is en het museum vooral over natuurlijke dingen gaat. Het laat ook zien dat het lente is! Daarmee sluit ik aan op het seizoen. Voor elk seizoen zou ik dan variëren in de kleur. Ten tweede iets over de geplaatste foto: Deze foto heb ik van internet gehaald, maar is wel een echte foto van een situatie in het Universiteitsmuseum. De foto is daar ook genomen. Ik vond deze afbeelding erg sprekend: van de ene kant omdat het een dinosaurus is (en wie vindt dat nu niet leuk!) en van de andere kant omdat twee kinderen er heel speels om heen bewegen. Een van de kinderen vindt de dinosaurus zo onweerstaanbaar dat ze niet achter het hek kan blijven staan. Opvoedkundig is de afbeelding misschien niet helemaal correct omdat kinderen natuurlijk niet de indruk moeten krijgen dat het geaccepteerd wordt als ze voorbij het hek komen. Dus dat element van de foto is wat minder, maar de rest van de sfeer vond ik heel erg leuk. Ten derde wil ik iets zeggen over het bericht: Bij Facebook is het mogelijk om uitgebreidere berichten te plaatsen dan bij Twitter. Hier heb ik dan ook gebruik van gemaakt. Doordat ik meer tekst kwijt kon, kon ik een beetje spanning creëren, wat natuurlijk heel erg past bij het evenement dat het Universiteitsmuseum wil gaan uitvoeren. Verder wilde ik in het bericht informatie geven, o.a. over wanneer het evenement plaatsvindt. Ook wilde ik nieuwsgierigheid kweken. Voor de (toekomstige) museumbezoekers die van competitie houden, heb ik ook daarover iets in het bericht geschreven. Op deze manier gaat het bericht hopelijk kinderen en jongeren aantrekken die nieuwsgierig zijn, graag een mysterie oplossen en/of een competitiedrang hebben. Tot slot heb ik in het bericht verwezen naar de website en de Twitter pagina voor extra informatie. Hierdoor nodig ik mensen uit om ook op deze media te kijken, waardoor de diverse boodschappen die het Universiteitsmuseum wil uitdragen, nog meer kans krijgen. Ten vierde heb ik belijning aangebracht in de Facebook pagina omdat Facebook zelf ook horizontale en verticale belijningen heeft.
27
Productieplanning Om ervoor te zorgen dat de middelen die uitgewerkt worden goed ontwikkeld worden is het zeer belangrijk dat er een goede productieplanning wordt gemaakt. Met een goede productieplanning heb je een overzicht welke voorbereidingen er nodig zijn, hoeveel tijd het ontwikkelen van het middel kost en wanneer het middel af dient te zijn. Als er problemen zijn kun je op deze manier altijd terugvallen op de planning. Het is dan ook belangrijk dat je in je productieplanning rekening houdt met onvoorziene situaties, dat iets langer duurt dan je gedacht had, dat iets kan tegenvallen of iets kan tegenwerken, dat mensen die je nodig hebt ziek kunnen worden en dat je zelf ook ziek kunt worden enzovoorts. Vrijdag 27 februari: Het maken van een offerte
Aan de hand van mijn planning en het aantal uren dat ik denk nodig te hebben om aan de opdracht te werken en aan de hand van de eventuele kosten die ik denk te moeten maken voor het benutten van niet-rechten vrije foto’s van internet, maak ik een offerte.
Die offerte stuur ik op tenminste 2 weken voordat ik aan de opdracht wil beginnen. Dus vrijdag de 27e stuur ik de offerte op dan is de offerte zeker op maandag de 2e maart binnen. Ik stuur de offerte op per mail. Dan kan er niets misgaan met de post. Dit heb ik zo afgesproken met het Universiteitsmuseum. Maandag 16 maart: Tekst-beeldbriefing
Voordat we kunnen beginnen met het ontwikkelen van de Facebookpagina, moet eerst tijd uitgetrokken worden voor een goede briefing. Een goede briefing kan pas gemaakt worden als de opdracht en de randvoorwaarden van de opdracht helder zijn. Dit voorwerk is essentieel en het is dan ook belangrijk de briefing voor te leggen aan het Universiteitsmuseum. Het Universiteitsmuseum moet het namelijk eens zijn met de basis. De tekst-beeldbriefing kan in 1 middag klaar zijn. Twee uur om een goede concept tekst-beeldbriefing te maken en 2 uur om af te stemmen met het bedrijf. Dit alles kan op 1 dag gebeurd zijn als je van te voren met het Universiteitsmuseum hebt overlegd wanneer je de concept tekst-beeldbriefing zult opsturen en dat je hem dan uiterlijk drie uur later terugkrijgt voor verdere verwerking en definitief maken. Hoewel het alles bij elkaar een dag duurt voordat je de briefing klaar kunt hebben, is de communicatiemedewerker die de Facebookpagina moet maken, er zelf maar 4 uur mee bezig. Omdat ik nog weinig ervaring hebben op dit gebied, ga ik ervan uit dat het mij 5 uur tijd kost om dit te maken. Dan heb ik meteen rekening gehouden met onvoorziene zaken. Dinsdag 17 maart: Beelden maken.
Aan de hand van de tekst- beeldbriefing bepaal ik allereerst wat voor soort beelden ik wil hebben. Hier ga ik op donderdag 18 maart over nadenken en het zal 2 uur in beslag nemen. Om goede ideeën te krijgen ga ik op zoek naar foto’s op internet die bruikbaar zijn. En bespreek ik wat ideeën met bekenden. Van te voren heb ik bepaald met het Universiteitsmuseum wat de beelden mogen kosten. Ik kan de beelden zelf maken en dat kost vooral geld vanwege de tijd dat ik ermee bezig ben. Als ik de foto’s van internet haal, moet ik waarschijnlijk geld betalen voor foto’s die ‘beschermd’ zijn. Dat kan in de papieren lopen. Als ik ideeën heb gekregen voor mooie foto’s, bepaal ik of ik die foto’s zelf kan maken of dat ik ze beter via internet kan zoeken. Het is belangrijk dat ik controleer of de foto’s vrij van rechten zijn. Na het bedenken van ideeën, ben ik een uur op zoek op internet naar beelden die ik kan gebruiken. Vervolgens kost het me twee uur tijd om de beelden met fotoshop te bewerken en in de Facebookpagina te zetten. Alles bij elkaar ben ik dus 5 uur tijd kwijt met de beelden.
28
Woensdag 18 maart: Ontwerpen van de Facebook pagina
Op donderdag 19 maart werk ik aan het ontwerpen van de Facebook pagina. Om dit goed te kunnen doen zal hier zeker een dag nodig hebben, want ik heb nog niet zoveel ervaring met fotoshop en het plaatsen van beelden in een Facebookpagina. Vrijdag 20 maart: Controle met een frisse blik
Om ervoor te zorgen dat er geen fouten in het ontwerp zitten, trek ik er op deze dag ook nog 4 uur voor uit om alles rustig te bekijken en met een frisse blik nog zaken aan te passen. Ik denk dat ik dat in 1 dagdeel gedaan heb, maar omdat er wel eens iets mis zou kunnen gaan, maak ik de hele verdere dag geen afspraken, zodat ik eraan kan werken. Zaterdag 21 maart: Extra dag voor onvoorziene gebeurtenissen
Dit spreekt voor zich. Ik plan hiervoor geen werkuren, want ik ga ervan uit dat als ik op deze dag aan de opdracht moet werken, ik op een andere dag minder uren aan de opdracht heb hoeven te besteden. Zondag 22 maart: Het maken van de aanbiedingsbrief
Aangezien een goede aanbiedingsbrief een visitekaartje is voor mijn werk, trek ik voldoende tijd uit om deze aanbiedingsbrief te schrijven. In de aanbiedingsbrief geef ik kort aan wat de opdracht was, wat ik daarvan gemaakt heb aan waarom, dat ik hoop dat de opdracht naar tevredenheid zal zijn en dat ik altijd bereid ben tot nadere afstemming op onderdelen zonder dat de kwaliteit en de samenhang van de grote lijn verloren gaat.
In dit geval denk ik 2 uur nodig te hebben voor de aanbiedingsbrief. Deze dag stuur ik ook de gemaakte opdracht in naar de opdrachtgever. Vrijdag 27 maart: Ontwerp bespreken met de opdrachtgever
Het ontwerp wordt met de opdrachtgever besproken om te kijken of de opdrachtgever tevreden is met het resultaat. Wanneer de opdrachtgever nog wat aanpassingen wil, kan ik die op 28 en 29 maart doorvoeren. Aangezien ik er vertrouwen in heb dat er geen aanpassingen nodig zijn, houd ik dat weekend wel voldoende tijd vrij, maar ik neem in de offerte geen uren op voor eventuele aanpassingen. Mochten aanpassingen toch nodig zijn, dan zal ik die doen zonder meerkosten voor de opdrachtgever.
29
Overzicht kosten productie
In dit deel omschrijf ik wat het precies gaat kosten om de opdracht uit te voeren.
ACTIVITEIT
AANTAL UREN WERK
KOSTEN IN €
Maken van offerte en de planning die nodig is voor de offerte
3
3 x 50 = 150
Maken Tekstbeeldbriefing
4
4 x 50 = 200
Maken beelden
5
5 x 50 = 250
Ontwerpen van de facebookpagina
8
8 x 50 = 400
Maken aanbiedingsbrief
2
2 x 50 = 100
Onvoorzien
-
Totaal
22
€ 1100
In het onderstaande stuk omschrijf ik hoe de volgende begrippen werken voor de Facebookpagina van het Universiteitsmuseum.
Usability Om de gebruiksvriendelijkheid van dit middel te optimaliseren heb ik ervoor gekozen om de vormgeving en de inrichting van de Facebookpagina soortgelijk te houden. Op deze manier blijft het voor de consument gemakkelijk om het middel te gebruiken en ziet de consument direct wat hij of zij ermee kan. De berichten in de Facebookpagina zijn duidelijk geschreven waardoor de consument weet wat ze ermee moeten. Er wordt bijvoorbeeld goed duidelijk gemaakt wanneer het evenement is en hoe ze op andere media informatie kunnen krijgen.
Relevantie Bij relevantie draait het erom dat de dialoog de juiste boodschap bevat op het juiste moment en dat dit via het juiste middel gebeurt. Op deze manier ontstaat de juiste samenstelling van de Facebookpagina. De Facebookpagina bevat de juiste boodschap omdat ik het bericht op de Facebookpagina zo heb vormgegeven dat de doelgroep op de hoogte is van het evenement en wat zij daar precies voor moeten doen. Alles is voor hen duidelijk. Er is bewust gekozen om de boodschap al een paar maanden voordat het evenement begint te publiceren. Op deze manier komt de doelgroep al vroeg in aanraking met het concept en weten ze dat het concept er is. Vanaf dat moment wordt er elke twee weken een bericht geplaatst om de jongeren geboeid te houden. Voor wat betreft het kiezen van juiste middel is er, zoals ik al heb beschreven in deze verantwoording, bewust voor Facebook gekozen omdat de doelgroep hierop actief is en er meer ruimte is om meer informatie kwijt te kunnen. Doordat ik goed heb nagedacht over al deze factoren, is er een middel vormgegeven waar de doelgroep iets mee kan. Dit komt het concept ten goede.
30
Cocreatie Cocreatie heeft alles met interactie te maken. Voor wat betreft de Facebookpagina is er zeker interactie tussen de jongeren. Jongeren hebben op hun middelbare school via diverse media gehoord over het concept en dat ze Facebook nodig hebben om verder te komen in het verhaal. Zij zoeken deze pagina op en zullen de pagina ‘liken’ en ‘taggen’ hun vrienden in het bericht. Op deze manier hebben ze het gezamenlijk over het concept. Doordat ze via de Facebookpagina van het Universiteitsmuseum reageren op de berichten van het Universiteitsmuseum en elkaar, raken steeds meer jongeren betrokken bij het onderwerp en zal er steeds meer over gesproken worden.
Mediumspecificiteit Facebook is een sociale mediaplatform waarbij teksten vaak een stuk langer zijn dan bij andere sociale mediaplatformen zoals Twitter. Hier ga ik dan ook gebruik van maken. Doordat er wat meer informatie geplaatst kan worden op het medium kan ik de doelgroep ook gemakkelijker informeren over het verhaal en het evenement. De gebruiker wordt bij het concept betrokken doordat er iedere twee weken berichten van het Universiteitsmuseum op Facebook komen.
Effectieve boodschap Hierbij is het belangrijk om je af te vragen waarom je doelgroep gebruik moet maken van de Facebookpagina van het Universiteitsmuseum. What is in it for the costumer? Het antwoord hierop is dat de doelgroep hierdoor het volgende deel van het verhaal meekrijgt. Dit hebben ze nodig om vervolgens weer aan de speurtocht mee te kunnen doen en hierdoor kans te maken op de geldprijs van €250,-.
Creatieve boodschap Het is ook erg belangrijk een creatieve boodschap te hebben. Hoe zorgt deze Facebookpagina ervoor dat de consument nieuwsgierig wordt? Dat doe ik door te zeggen dat de baliemedewerkster van het Universiteitsmuseum meer van het mysterie weet en als ze het antwoord daarop willen ze dit uit moeten zoeken door de gekleurde kaartjes te bemachtigen.
31
·ìóøó÷
¹éúíéû÷
´óöé
Ŝìö÷
¼òíúéö÷íøéíø÷ñù÷éùñ¼øöéçìø
¨æóùø
Áíéúóóöñééöíòêóöñåøíéóòþéûéæ÷íøé
ûûûùòíúéö÷íøéíø÷ñù÷éùñòð éòóòþé»ûíøøéöôåëíòå
©éòîíîóóïþóæéòíéùûèìóéìéøúéöìååðåêðóóôøéòûíðîíîëöååëèéëöóøéôöíî÷úåòŐřŜŗûíòòéò ²óñèåòóôŠ îùòíòååöìéø¼òíúéö÷íøéíø÷ñù÷éùñ ¾éìéææéòëéìóóöèèåøèéæåðíéñéèéûéöï÷øéöúåòìéø¼òíúéö÷íøéíø÷ñù÷éùñ ñééöûééøóúéöìéøñý÷øéöíéúåòìéøñù÷éùñÁóöëèåøîéìååöååòûíîþíòëïöíîëøéòïóñþóúéöèéöñéøèé ÷ôéùö øóçìøèóóöìéøñù÷éùñ ³éøëóéèóôèéëéïðéùöèéïååöøîé÷èíéîéóòøúåòëø«íéìéæîéòóèíëóñ îóùûúéö÷íéúåò ìéøúéöìååðíòøéñóëéòðéúéöéò¯éæîíîìéøçöéåøíéê÷øéúéöìååðæéèåçìø«åòûíòîíîŐřŜŗ
»íñéðíòé
¼òíúéö÷íøéíø÷ñù÷éùñ¼øöéçìø ´ù÷éùñ
32
Onderbouwing uitgewerkt middel Twitter Beschrijving middel Je komt Twitter tegenwoordig overal tegen. Op websites, in reclames, in tijdschriften en kranten. Veel van bedrijven die van deze media gebruikmaken, maken gebruik van Twitter. In tegenstelling tot Facebook, waarbij je vaak wat langere berichten stuurt, stuur je bij Twitter korte berichten van maximaal 140 tekens. Dit wordt ‘twitteren’ genoemd. Gebruikers kunnen elkaar toevoegen op hun account. Hierdoor krijgt de gebruiker berichten binnen van de gebruikers die hij of zij hebben toegevoegd. Op Twitter worden twee verschillende soorten berichten gestuurd. Namelijk gerichte en ongerichte berichten. Bij ongerichte berichten belanden op jouw eigen pagina en op die van je volgers. Gerichte berichten kunnen alleen door de ontvanger worden gelezen of door de mensen die jouw profiel bezoeken. In de berichten op Twitter worden vaak hashtags toegevoegd. Dit teken (#) wordt gebruikt om een woord aan toe te voegen. Bijvoorbeeld #uni-mysterie. Door een hashtag te gebruiken wordt een woord gekoppeld aan een onderwerp. Het leuke is dat wanneer je op zo’n hashtag klikt, je terecht komt op een pagina met alleen maar berichten waarin dezelfde hashtag werd gebruikt. Een voordeel hiervan is dat een gebruiker op deze manier gemakkelijk informatie kan krijgen over een bepaald onderwerp. Twitter wordt niet alleen gebruikt door mensen, maar ook door veel bedrijven. Het heeft namelijk grote voordelen voor bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan het verkrijgen van een grotere naamsbekendheid, een groter bereik van de organisatie door middel van ‘tweets’ en ‘retweets’ en het laten zien dat jij een serieuze speler in een bepaald vakgebied bent. Onderbouwing keuze van het middel Er is bewust gekozen om Twitter in de campagne van het Crossmediale concept te gebruiken omdat:
1. Jongeren flink actief zijn op Twitter.
2. Het universiteitsmuseum met twitter snel korte informatie kan opschrijven. Ze hebben er weinig werk aan.
3. Mensen hoeven niet veel te lezen, om de juiste informatie te krijgen. Voor de (toekomstige) consument van het Universiteitsmuseum is het erg prettig dat ze geen grote lappen tekst hoeven te lezen.
4. Twitter maakt gebruik van ‘hashtags’, wat de verspreidingskans van berichten groter maakt. Mensen die hebben aangegeven dat ze in een bepaald onderwerp (bijvoorbeeld ‘speurtocht’) geïnteresseerd zijn, komen met hashtags vanzelf op de Twitter pagina terecht . Wanneer jongeren de berichten van het Universiteitsmuseum zien ze de hashtags en weten ze dat ze bericht over dit onderwerp vanzelf zien als op hun eigen account deze hashtags hebben aangeklikt. Wanneer het Universiteitsmuseum een tijdje actief is op Twitter zullen de jongeren ook mee gaan twitteren en kunnen ze informatie over het onderwerp krijgen via de hashtags van anderen. Hierdoor creëer je uiteindelijk een interactiviteit die zeer gewenst is voor dit crossmediale concept en het eindevenement. Wanneer de jongeren met elkaar over dit concept en het evenement gaan praten, is de kans erg groot dat dit bij nog meer jongeren terecht komt en dat ze uiteindelijk ook gezamenlijk naar het evenement komen.
33
Onderbouwing vormgeving van de Twitter pagina
Ik heb er bewust niet voor gekozen om de hele Twitter pagina vorm te geven op grond van het evenement. Het moet voor de consument namelijk duidelijk blijven dat het evenement slechts een onderdeel is van het hele museum en dat het museum meer te bieden heeft dan het evenement. Allereerst iets over de kleur: Ik heb gekozen voor de kleurstelling geel met blauwtinten. Dat zijn de tinten die ook gebruikt worden op de echte Twitter pagina van het Universiteitsmuseum. Ik wilde zo dicht mogelijk bij de werkelijke sfeer blijven.
Ten tweede: Voor wat betreft het fotomateriaal heb ik gekozen voor beelden die waarschijnlijk lang blijven hangen in het geheugen van mensen en die ook daadwerkelijk in het Universiteitsmuseum te zien zijn. Waarom denk ik dat deze beelden lang in het geheugen blijven hangen? Dat komt voor een deel omdat ik zelf deze beelden nogal fascinerend vind en ik aan andere mensen gevraagd heb of zij deze beelden ook heel fascinerend zouden vinden? En wat fascineert blijft hangen in het geheugen. De skeletten roepen ook de sfeer op van buitenaardse wezens, wat mysterieus aandoet. De bloemen die linksonder in beeld zijn bloeien in de lente en zomer in de tuin van het Universiteitsmuseum. Dus ook deze beelden horen echt in de sfeer van het museum. Ten derde iets over de Twitter berichten zelf: In het bovenste Twitter-bericht geef ik bondige informatie over het evenement dat op komst is. Het duurt wel nog een hele tijd voordat het evenement echt plaatsvindt (pas over een paar maanden), maar het geeft de twitteraars de kans om dit evenement heel erg op tijd in hun agenda te zetten. Daardoor is de kans veel groter dat zij ook echt komen. Natuurlijk moet het Universiteitsmuseum dit bericht regelmatig herhalen. Er is bewust gekozen om naar de andere middelen te verwijzen omdat de applicatie nodig is om het evenement te kunnen doen en om gebruikers die later in het concept inhaken alsnog de benodigde informatie te geven. Met het tweede Twitter bericht wilde ik bereiken dat de lezers lekker gemaakt worden om naar het evenement te komen. Ik wilde nieuwsgierigheid bij hen oproepen en mysterieusheid. Door aan te geven dat een tipje van de sluier kan worden opgelicht door de baliemedewerkster, breng ik ze in hun hoofd dichter bij het museum. Ten vierde wil ik iets zeggen over het gele blok aan de rechterkant van de Twitter pagina. Dit bericht is eigenlijk een bericht van Twitter zelf. Via dit blok kunnen mensen die nog geen Twitter account hebben, zich aanmelden. In het echt gebruikt Twitter daarvoor een andere kleur. Die kleur heb ik even veranderd omdat ik zo het geheel mooier vind. In het echt had ik dat echter niet kunnen doen. Productieplanning Om ervoor te zorgen dat de middelen die uitgewerkt worden goed ontwikkeld worden is het zeer belangrijk dat er een goede productieplanning wordt gemaakt. Op deze manier heb je een overzicht welke voorbereidingen er zijn, hoeveel tijd het ontwikkelen van het middel kost en wanneer het middel af dient te zijn. Als er problemen zijn kun je op deze manier altijd terugvallen op de planning.
34
Zaterdag 28 februari: Het maken en opsturen van de offerte
Aan de hand van de planning en de tijd die ik denk nodig te hebben voor de opdracht, maak ik een offerte voor de opdrachtgever. De offerte stuur ik op 2 weken voordat ik met de opdracht hoop te kunnen beginnen. Ik stuur de offerte op per mail en per post Maandag 16 maart: Tekst-beeldbriefing Twitterpagina
Voordat we kunnen beginnen met het ontwikkelen van de Twitterpagina, moet eerst tijd uitgetrokken worden voor een goede briefing. Een goede briefing kan pas gemaakt worden als de opdracht en de randvoorwaarden van de opdracht helder zijn. Dit voorwerk is essentieel en het is dan ook belangrijk de briefing voor te leggen aan het Universiteitsmuseum. Het Universiteitsmuseum moet het namelijk eens zijn met de basis. De tekst-beeldbriefing kan in 1 middag klaar zijn. Twee uur om een goede concept tekst-beeldbriefing te maken en 1 uur om af te stemmen met het bedrijf. Dit alles kan op 1 dag gebeurd zijn als je van te voren met het Universiteitsmuseum hebt overlegd wanneer je de concept tekst-beeldbriefing zult opsturen en dat je hem dan uiterlijk drie uur later terugkrijgt voor verdere verwerking en definitief maken. Hoewel het alles bij elkaar een dag duurt voordat je de briefing klaar kunt hebben, is de communicatiemedewerker die de Twitterpagina moet maken, er zelf maar effectief 3 uur mee bezig. Dinsdag 24 maart: Beeldmateriaal
Als eerste is het belangrijk dat er een medewerker van de communicatieafdeling aandacht gaat besteden aan het beeldmateriaal dat gebruikt gaat worden op de Twitterpagina van het Universiteitsmuseum. Hiervoor wordt Google gebruikt en er wordt gekeken welke beelden bij het ontwerp passen. Het is daarbij belangrijk dat de grote cover foto van de Twitterpagina een element bevat van een onderdeel van het Universiteitsmuseum. Op deze manier is het voor de consument prettig en herkenbaar omdat de consument dan ziet om wat voor museum het gaat. De communicatiemedewerker zal ongeveer ½ dag nodig hebben om het juiste beeldmateriaal te verzamelen en een overzicht te maken met welke foto’s daarvan gebruikt worden. Woensdag 25 maart: Ontwerpen van de Twitterpagina Op deze dag zal er gewerkt worden aan het ontwerpen van de Twitterpagina. Aangezien er al is geselecteerd welke foto’s er gebruikt gaan worden voor het ontwerp hoeft de designer van het Universiteitsmuseum alleen maar de juiste foto’s op de juiste plek te plaatsen. De inschatting is dat de designer daar 6 uur voor nodig heeft. Donderdag 26 maart: Controle met een frisse blik en tijd voor onvoorziene zaken
Om er zeker van te zijn dat er geen fouten in het ontwerp zitten wordt donderdag 26 maart gebruikt om het document te controleren op fouten en/of punten die eventueel verbeterd moeten worden. Op deze manier kijk je namelijk met een frisse blik naar het ontwerp en vallen fouten beter op. De designer gaat ervan uit dat er niet veel tijd nodig is voor controle, dus heeft hij deze dag ook voor onvoorziene situaties.
35
Vrijdag 27 maart: Het maken van een aanbiedingsbrief Aangezien een goede aanbiedingsbrief een visitekaartje is voor mijn werk, trek ik voldoende tijd uit om deze aanbiedingsbrief te schrijven. In de aanbiedingsbrief geef ik kort aan wat de opdracht was, wat ik daarvan gemaakt heb aan waarom, dat ik hoop dat de opdracht naar tevredenheid zal zijn en dat ik altijd bereid ben tot nadere afstemming op onderdelen zonder dat de kwaliteit en de samenhang van de grote lijn verloren gaat.
In dit geval denk ik 2 uur nodig te hebben voor de aanbiedingsbrief. Deze dag stuur ik ook de gemaakte opdracht in naar de opdrachtgever. Maandag 6 april: Ontwerp bespreken met de opdrachtgever
Het ontwerp wordt met de opdrachtgever besproken om te kijken of de opdrachtgever tevreden is met het resultaat. Wanneer de opdrachtgever nog wat aanpassingen wil, kan ik die op 7 en 8 april doorvoeren. Aangezien ik er vertrouwen in heb dat er geen aanpassingen nodig zijn, houd ik die dagen wel voldoende tijd vrij, maar ik neem in de offerte geen uren op voor eventuele aanpassingen. Mochten aanpassingen toch nodig zijn, dan zal ik die doen zonder meerkosten voor de opdrachtgever.
Overzicht kosten productie In dit deel omschrijf ik wat het precies gaat kosten om het bovenstaande te realiseren.
ACTIVITEIT
AANTAL UREN WERK
KOSTEN IN €
Maken van offerte en de planning die nodig is voor de offerte
3
3 x 50 = 150
Maken Tekstbeeldbriefing
3
3 x 50 = 150
Maken beelden
4
4 x 150 = 200
Ontwerpen van de Twitterpagina
6
6 x 50 = 300
Afstemming met opdrachtgever
-
-
Maken aanbiedingsbrief
2
2 x 50 = 100
Onvoorzien
-
-
18
€ 900
Totaal
36
Usability In het onderstaande stuk omschrijf ik hoe de volgende begrippen werken voor de Twitterpagina van het Universiteitsmuseum. Om de gebruiksvriendelijkheid van dit middel te optimaliseren heb ik ervoor gekozen om de vormgeving en de inrichting van de Facebookpagina soortgelijk te houden. Op deze manier blijft het voor de consument gemakkelijk om het middel te gebruiken en ziet de consument direct wat hij of zij ermee kan. De berichten in de Facebookpagina zijn duidelijk geschreven waardoor de consument weet wat ze ermee moeten. Er wordt bijvoorbeeld goed duidelijk gemaakt wanneer het evenement is en hoe ze op andere media informatie kunnen krijgen.
Relevantie Bij relevantie draait het erom dat de dialoog de juiste boodschap bevat op het juiste moment en dat dit via het juiste middel gebeurt. Op deze manier ontstaat de juiste samenstelling van de Twitterpagina. De Twitterpagina bevat de juiste boodschap omdat ik het bericht dat op de Twitterpagina staat zo heb geschreven dat de consument op hoogte is van het evenement en wat zij daar precies voor moeten doen. Voor wat betreft het kiezen van juiste middel is er, zoals ik al heb beschreven in deze verantwoording, bewust voor Facebook gekozen omdat de doelgroep hierop actief is en er meer ruimte is om meer informatie kwijt te kunnen. Doordat ik goed heb nagedacht over al deze factoren, is er een middel vormgegeven waar de doelgroep iets mee kan. Dit komt het concept ten goede.
Cocreatie
Het is erg belangrijk dat de doelgroep het concept van het Universiteitsmuseum gezamenlijk oppikt. Met dit doel is er een ontwerp van een Twitterpagina gemaakt die het Universiteitsmuseum voor dit concept kan gebruiken. De doelgroep zal via Twitter de berichten van het Universiteitsmuseum te zien krijgen wanneer ze het Universiteitsmuseum gevolgd hebben. Zij kunnen deze berichten ‘re-tweeten’ waardoor andere jongeren deze berichten ook te zien krijgen. Hierdoor wordt er interactie met de groep gecreëerd waardoor nog meer jongeren aan het concept deel zullen nemen.
Mediumspecificiteit Wanneer je voor het gebruik van Twitter kiest is het zeer belangrijk om korte berichten op de Twitterpagina te plaatsen. Twitter is namelijk niet bedoeld om lange berichten op te plaatsen. Voor de gebruiker moet (ondanks de korte berichten) duidelijk zijn wat de berichten betekenen en wat ze hiermee moeten. Daarom noem ik in de berichten die op Twitter komen alleen de datum wanneer het evenement is en schijf ik wat zinnen om de doelgroep te enthousiasmeren.
37
Effectieve boodschap Hierbij is het belangrijk om je af te vragen waarom je doelgroep gebruik moet maken van de Twitterpagina van het Universiteitsmuseum. What is in it for the costumer? Het antwoord hierop is dat de doelgroep hierdoor het volgende deel van het verhaal meekrijgt. Dit hebben ze nodig om vervolgens weer aan de speurtocht mee te kunnen doen en hierdoor kans te maken op de geldprijs van €250,-.
Creatieve boodschap Het hebben van een creatieve boodschap is essentieel. Het is voor de consument namelijk een reden om deel te nemen aan het concept. De creatieve boodschap is namelijk manier om de consument nieuwsgierig te maken. In het ontwerp van de Twitterpagina heb ik gebruik gemaakt van de creatieve boodschap door mysterie te gebruiken. Dit doe ik door aan de consument te vragen of zij ook zo benieuwd zijn naar het mysterie van het Universiteitsmuseum en vervolgens te zeggen dat de baliemedewerkster meer van het mysterie af weet.
38
¶óïþóæéòíéùûèòååöìéøñý÷øéöíéúåòìéø¼òíúéö÷íøéíø÷ñù÷éùñ ·öååøóôŠîùòíñéøèéæåðíéñéèéûéöï÷øéöÁíîûééøéöñééöúåòåê Ŗ´ý÷øéöíé Ŗ¼òíñù÷éùñ
¶úéöééòôååöñååòèéòí÷ìéøþóúéö¯éøéúéòéñéøúåòìéøñù÷éùñ «óûòðóåèèéåôôéòæéïíîïèéûéæ÷íøé ŖºôéùöøóçìøŖ¼òíñù÷éùñ
Áóöëèåøîéëééòéòïéðéùôèåøé úåò ¶ò÷ñí÷ø ½óðëóò÷ìíéöæóúéò óê öéëí÷øöééöîéòù
¯éæîéåðééòåççóùòø³óëìíéöíò
¯éæîéåðééòåççóùòø³óëìíéöíò
¶úéöééòôååöñååòèéòí÷ìéøþóúéö¯éøéúéòéñéøúåòìéøñù÷éùñ «óûòðóåèèéåôôéòæéïíîïèéûéæ÷íøé ŖºôéùöøóçìøŖ¼òíñù÷éùñ
Áóöëèåøîéëééòéòïéðéùôèåøé úåò ¶ò÷ñí÷ø ½óðëóò÷ìíéöæóúéò óê öéëí÷øöééöîéòù
¶óïþóæéòíéùûèòååöìéøñý÷øéöíéúåòìéø¼òíúéö÷íøéíø÷ñù÷éùñ ·öååøóôŠîùòíñéøèéæåðíéñéèéûéöï÷øéöÁíîûééøéöñééöúåòåê Ŗ´ý÷øéöíé Ŗ¼òíñù÷éùñ
39
Applicatie (Max) - www.maxvandervlugt.nl/museum/index.html Kosten APP De App wordt ook gemaakt door een student, omdat het maken van een App technisch moeilijker is betalen we €8,- per uur. Totaal duurt het 25 uur om dit te realiseren. Ook wordt er na het realiseren een afspraak gemaakt met de developer om alles nog een keer na te lopen en desbetreffende aanpassingen te maken aan de applicatie. Kosten totaal: €200
Verantwoording Propositie (effectieve boodschap en creatieve boodschap) Voor de effectieve boodschap en creatieve boodschap heb ik er voor gekozen om een duidelijk, maar ‘speelse’ omgeving te creëren. Doordat het simpel is opgebouwd komt het doel van de applicatie snel over en heeft de gebruiker weinig tijd nodig om het geheel te begrijpen. Dit heb ik gedaan in combinatie met een mooie en strakke omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de banner die ik heb gebruikt met een houten achtergrond met duidelijke witte tekst er op. Dit is niet alleen effectief, maar ook creatief. Voorbeeld 1:
Mediumspecificiteit De specifieke eigenschappen van de applicatie wordt optimaal gebruikt en vullen elkaars gebreken aan. De gebruiker wordt betrokken bij de tekst door middel van het cross mediaal concept ze kunnen namelijk mee discussiëren op Facebook, Twitter of de applicatie. Op Facebook kunnen berichten achter worden gelaten en op Twitter kan er gebruik worden gemaakt van de # (hashtag) deze hashtags die de gebruiker moet gebruiken zijn weer te vinden op de applicatie. Ook is het mogelijk om in de applicatie ideeën achter te laten, zodat de gebruiker enige vorm van interactie heeft met het museum.
40
Usability De stap om iets te doen voor de gebruiker / museum bezoeker hebben wij expres erg laag gehouden, zodat mensen niet bang zijn om de interactie tussen de gebruiker / bezoeker aan te gaan. Ook is het zo dat de bezoeker invloed heeft op het verhaal van het museum. Aan het eind van de speurtocht wordt de gebruiker verzocht om een eind aan het verhaal te schrijven. Het beste eind wint en zal het eind worden van het museumverhaal. Op deze manier heeft de bezoeker invloed op het verhaal. Ook is het mogelijk om via de applicatie je zelf gemaakte einde in te sturen naar de mensen van het museum via het formulier aan de onderkant van de applicatie. Ook is de App geheel gratis, zodat mensen zonder moeite te applicatie kunnen installeren.
Relevantie
Zoals misschien al eerder aangegeven luistert het museum naar de stem van de bezoeker. Dit doen wij door de bezoekers zelf een eind te laten maken aan het verhaal. Ook is dit voor de bezoeker een Call to action, omdat zij worden gestimuleerd om de applicatie te gebruiken, Facebook of Twitter.
Cocreatie De kijkers die wij hebben worden aangespoord om mee te denken door middel van het verhaal afmaken, hashtags te gebruiken op Facebook en Twitter, berichten achter te laten op de applicatie of Facebook. Ook worden ze aangespoord om mee te denken door middel van de speurtocht in het museum. Op de applicatie moet worden gezocht naar aanwijzigingen die ze nodig hebben om de speurtocht te voltooien. Dit zorgt er voor dat de gebruikers gestructureerd naar de applicatie maken kijken en doelgericht moeten ‘zoeken’
Overige verantwoording applicatie One page Ik heb er voor gekozen om alle informatie in een zogenaamde ‘one page’ te realiseren. Dit heb ik gedaan, zodat de mensen niet van de ene pagina naar de andere worden gestuurd en staat alles op één pagina. Dit helpt de gebruikers met het algemene gevoel van gebruiksvriendelijkheid.
41
Responsive De gehele applicatie is responsive. Dit houdt in dat de applicatie werkt op alle tablets, mobielen telefoons of computers. Ook werkt de applicatie in de meeste browers en past de applicatie zich automatisch aan, aan de resolutie van de gebruiker. Google Maps Ook heb ik in de applicatie een Google Maps kaart gedaan. Dit is zodat de mensen kunnen zien waar het museum zich bevindt. Ook geeft het een moderne uitstraling aan de applicatie. Invul Formulier Het invul formulier is zodat gebruikers en bezoekers van de applicatie vragen kunnen insturen, ideeën kunnen insturen en het eind van het verhaal dat zij zelf hebben gemaakt kunnen insturen. Hoofdpersonen Ook de hoofdpersonen staan in de applicatie. Dit heb ik gedaan, omdat mensen dan een duidelijk beeld krijgen van het begin van het verhaal. Om het verhaal echt te begrijpen moet je eerst een goed inzicht hebben in de hoofdpersonen en bij personen. Verhaal De intro van het verhaal is ook verwerkt in de applicatie. Dit is gedaan zodat de bezoekers nieuwsgierig raken en meer van het verhaal te weten willen komen op andere media. Aan de onderkant van de website staan links naar de verschillende media (Facebook, Twitter, Instagram, Linkedin) Tips De tips die worden gegeven op de website zijn voor de museum bezoekers die de vragen van de speurtocht willen oplossen. Look De look van de website heb ik expres erg simpel, maar wel creatief gehouden. Dit is zodat mensen niet worden afgeleid door onnodige plaatjes of andere dingen die druk zijn voor het oog.
42
Geprinte media (Ocko) De geprinte media bestaan uit een poster, een flyer en stickers. Deze geprinte media zijn in de voorgaande hoofdstukken al besproken en met name hoe we deze gaan inzetten. Nu gaan we het hebben over de opmaak en de inhoud van de geprinte media.
Poster De bedoeling is om posters te maken en deze op en rondom verschillende middelbare scholen te plaatsen. De volgende vragen zullen wij hieronder behandelen: waar komen de posters te hangen? Wat komt erop de posters te staan? Wie gaan de poster zien? Hoe gaan de posters verdeeld worden? Hoeveel gaan de posters kosten? Plaatsing De posters worden op en in de omgeving rondom de middelbare scholen geplaatst. Deze middelbare scholen zijn allemaal in Utrecht te vinden. Een lijstje van middelbare scholen die wij hebben gekozen zijn hieronder te vinden:
-
Christelijk Gymnasium Utrecht (962 leerlingen) Gerrit Rietveld College (1080 leerlingen) Het Leidsche Rijn College (994 leerlingen) De Passie evangelische school voor vmbo-tl/havo/vwo (874 leerlingen) St. Bonifatiuscollege (1459 leerlingen) St. Gregorius College voor vmbo-t/havo/vwo (1132 leerlingen) UniC school voor vwo en havo (540 leerlingen) Utrechts Stedelijk Gymnasium (807 leerlingen)
Op deze acht genoemde scholen zitten in totaal ongeveer 7.848 leerlingen. In totaal zijn er zeventien middelbare scholen in Utrecht. Toch hebben wij ervoor gekozen om maar acht scholen te kiezen in plaats van alle zeventien scholen. Wij zijn tot deze selectie gekomen door eerst een kleine ijkpersoon op te stellen. Aan de hand van deze ijkpersoon hebben wij bepaald dat leerlingen met een minimaal niveau van Havo, eerder geneigd zijn om mee te gaan en mee te doen aan het concept. Vandaar dat wij hebben gekozen om de posters alleen op en in de omgeving rondom scholen te plaatsen met Havo, Vwo en Gymnasium niveau. Wat komt erop de posters te staan? De posters zullen niet veel tekst bevatten. Ze dienen dan ook alleen om de doelgroep naar social media te laten gaan. Op de posters zal het volgende komen: Tekst #Beware #Uni-mysterie Read Write Play and Win €250 www.universiteitsmuseum.nl Beeld Logo universiteitsmuseum Icoontjes Facebook, Twitter, Instagram
43
Wie gaan de posters zien? De posters op de middelbare scholen zullen voornamelijk door de leerlingen worden gezien. Ook docenten zullen de posters zien en hier waarschijnlijk in eigen kring over gaan vertellen. De posters die rondom de scholen komen te hangen, zullen ook andere mensen bereiken. Naast de leerlingen en docenten van de school ook omwonenden en voorbijgangers. De omwonenden en voorbijgangers zijn dan niet onze doelgroep, wel zouden zij geïnteresseerd kunnen raken en misschien ook in persoonlijke kring hierover gaan vertellen. Dit zijn echter wel aannames en geen exacte feiten. Wat wel een feit is dat leerlingen en docenten de posters zullen zien. Hoe gaan de posters verdeeld worden? Zoals hierboven te zien is bevatten de posters niet te veel tekst en ligt de nadruk op de social media. De afbeeldingen zorgen ervoor dat de leerlingen geprikkeld zullen worden, omdat het uitdagende en bijzondere afbeeldingen zijn. Het logo van het museum is goed te zien en dus weten zij welke organisatie erachter zit. Ook is het geldbedrag dat te winnen is duidelijk te zien. Hoeveel gaan de posters kosten? De kosten voor de posters plus de plaatsing zal ongeveer €8423 bedragen. Voorbeelden posters
Verantwoording Zoals hierboven te zien is bevatten de posters niet te veel tekst en ligt de nadruk op de social media. De afbeeldingen zorgen ervoor dat de leerlingen geprikkeld kunnen raken. Dit omdat het uitdagende en bijzondere afbeeldingen zijn. Het logo van het museum is goed te zien en dus weten ze welke organisatie erachter zit. Ook is het geldbedrag dat te winnen valt duidelijk te zien.
44
Flyer De flyer wordt doordeweeks op tijden van pauzes en na school door leerlingen uitgedeeld. In het weekend zullen de flyers in het centrum worden uitgedeeld en ook dit wordt door leerlingen of studenten gedaan. De vragen die hieronder beantwoord zullen worden zijn: waar gaan we de flyers uitdelen? Hoeveel gaan de flyers kosten? Wie gaan de flyers uitdelen? Hoe gaan de flyers eruit zien? Waar uit te delen De flyers zullen dus op middelbare scholen worden uitgedeeld en ook in het centrum van Utrecht zoals bij het Vredenburg. Op de volgende scholen zal er worden geflyerd:
-
Christelijk Gymnasium Utrecht (962 leerlingen) Gerrit Rietveld College (1080 leerlingen) Het Leidsche Rijn College (994 leerlingen) De Passie evangelische school voor vmbo-tl/havo/vwo (874 leerlingen) St. Bonifatiuscollege (1459 leerlingen) St. Gregorius College voor vmbo-t/havo/vwo (1132 leerlingen) UniC school voor vwo en havo (540 leerlingen) Utrechts Stedelijk Gymnasium (807 leerlingen)
Hoeveel ze gaan kosten De flyers gaan aan uitprinten en uitdelen zal ongeveer €446,61 kosten. Wie gaan de flyers uitdelen Op de middelbare scholen laten wij leerlingen in de pauzes de flyers uitdelen. In de weekenden huren wij ook leerlingen of studenten in die dan de flyers in het centrum uitdelen. Hoe gaan de flyers eruit zien? De flyers zullen er aan de voorkant hetzelfde uitzien als de posters, maar aan de achterkant zal er met behulp van tekst meer uitleg worden gegeven over het verhaal en wat de doelgroep moet doen. Voorkant Zelfde als poster Achterkant Het mysterie van het universiteitsmuseum Wil jij geld winnen? Ga dan naar onze Facebookpagina en lees wat jij moet doen om een geldbedrag van €250 te winnen! Zoveel geld verdienen was nog nooit zo simpel! Het enige wat jij moet doen is nu naar onze sociale media en dan leggen wij de rest uit. Dit laat jij je toch niet uit je handen glippen? READ WRITE PLAY and WIN
45
Voorbeeld flyer Voorzijde
Achterzijde
Het mysterie van het universiteitsmuseum Wil jij geld winnen? Ga dan naar onze Facebookpagina en lees wat jij moet doen om een geldbedrag van €250 te winnen! Zoveel geld verdienen was nog nooit zo simpel! Het enige wat jij moet doen is nu naar onze sociale media en dan leggen wij de rest uit.
READ WRITE PLAY WIN
Dit laat jij je toch niet uit je handen glippen?
#Uni-mysterie #BEWARE
Verantwoording Zoals hierboven te zien is, in de voorkant van de flyers hetzelfde als de posters. Dit is om een stijl vast te houden waarin herkenningspunten terug te vinden zijn. Door deze stijl zal de associatie sneller worden gemaakt met het museum en het verhaal. De flyers bevatten aan de achterkant tekst. Dit gaat over de actie en wat de jongeren moeten doen om een geldprijs te kunnen winnen. De actie die zij moeten ondernemen is naar onze sociale media gaan. Op deze sociale media wordt het begin van het verhaal kenbaar gemaakt. De reden dat de flyer niet het begin van het verhaal verteld is omdat: wij van mening zijn dat de doelgroep op deze manier meer wordt geraakt. De geprinte media is er dus om de interesse van de doelgeroep te pakken en dan mee te nemen in het verhaal, niet om het verhaal direct kenbaar te maken. Dit is de reden dat de flyers zijn zo als ze nu hierboven staan. De flyers vertellen dus niet een stukje van het verhaal. Zij lokken de doelgroep naar de social media, om vervolgens daar het begin van het verhaal te geven. De geprinte media dient dus alleen als trigger of ook wel als lokmiddel!
46
Stickers De stickers zijn er om uit te delen net zoals de flyers. Dus op scholen, rondom scholen en in de stad. Voor de stickers geldt hetzelfde wat betreft verspreiding en plaatsing. Ook hier kunnen de vragen gesteld worden zoals: hoe komen de stickers eruit te zien en hoeveel gaat zij kosten? Kosten stickers De kosten van de stickers zijn geschat op €504,64. Dit geldt voor het printen en het uitdelen. Voorbeeld stickers
#UNI-Mysterie #BEWARE Mysterie van het Universiteitsmuseum Mysterie van het Universiteitsmuseum Read Write Play Win €250 Verantwoording De stickers zijn de eenvoud zelf. Ze zijn er omdat ze blijven plakken. Mensen krijgen een flyer in de handen geduwd, deze verdwijnt meestal weer in de prullenbak. Een sticker daarin tegen kan meestal niet weggegooid worden voordat deze ergens opgeplakt kan worden, bijwijzen van spreken. De rugleuning van een stoel of de muur waarbij je staat is meestal het slachtoffer. De sticker is een voorwerp waar je persoonlijk niets aan hebt maar waarmee je wel een beetje plezier kan beleven, namelijk de sticker ergens opplakken. Dit maakt het dat we de stickers hebben gekozen. Daarbij komt dat de sticker wel informatie bevat waarmee de lezer iets kan zoals de titel
47
Propositie De geprinte media geven aan dat de doelgroep geld kunnen winnen, namelijk €250. Deze geldprijs is een rede waarom de ontvangers interesse krijgen om naar de social media te gaan.
Creatieve boodschap De creatieve boodschap van de geprinte media is: READ WRITE PLAY and WIN.
Mediumspecificiteit De posters zijn er voor de eerste kennismaking. Vervolgens worden de flyers uitgedeeld om meer informatie te geven. De stickers worden tegelijkertijd met de flyers gegeven omdat deze blijven plakken. De stickers worden waarschijnlijk ergens opgeplakt en worden dan vervolgens weer door anderen gezien. De posters zijn er dus om een eerste prikkel te geven, maar zij kunnen niet heel veel informatie bevatten. Hierbij komen de flyers om de hoek kijken want zij kunnen wel die extra informatie geven. Vervolgens worden de stickers gebruikt om hetzelfde effect als de posters te krijgen namelijk prikkelen.
Usability De drempel om de geprinte media te bekijken is laag. Dit omdat ze nu eenmaal voor je neus te zien zijn, alleen de drempel die de doelgroep over moet om daadwerkelijk naar de social media te gaan is groter. Dit is waarschijnlijk de hoogste drempel van alle media die wij gebruiken. De oplossing die wij hiervoor hebben gevonden is de kans om een geldprijs te winnen is aan het einde van het evenement.
Relevantie De call to action bij de geprinte media is de geldprijs, maar ook onze creatieve boodschap: READ WRITE PLAY and WIN. Deze boodschappen zijn een manier om de doelgroep daar te krijgen waar wij ze willen hebben.
Cocreatie Bij de geprinte media is het niet mogelijk om te reageren of om als doelgroep mede de inhoud aan te passen. Maar er is een mogelijkheid, namelijk: DE STICKER. Hoe? De sticker is iets waarmee je meer kan dan alleen lezen, je kan hem opplakken. Wanneer deze sticker geplakt wordt, op bijvoorbeeld een verkeersbord dan zorgt de doelgroep voor een beetje meer publiciteit. In dit geval is er een klein beetje sprake van cocreatie.
48
Evenement (Martijn) Als afsluiting van het concept hebben wij bedacht om een event te organiseren. Dit evenement is een speurtocht waarin de consument een einde aan het verhaal dient te schrijven. De persoon die het meest creatieve einde weet te schrijven wint een geldprijs van €250,-. Hoe zien we dit precies voor ons? Het zou een beetje saai zijn om de consument alleen maar het verhaal af te laten schrijven dat ze vervolgens bij het personeel van het Universiteitsmuseum inleveren. Het idee is dat de consument een vragenlijst bij binnenkomst krijgt. Om die vragen te kunnen beantwoorden is het de bedoeling dat de consument een applicatie downloadt waarop de antwoorden te zien zijn. Echter staan niet alle vragen beantwoord op de applicatie. Die moeten zij zelf uitzoeken door een interactief event. Bij binnenkomst krijgt de consument een kaartje mee waarop de locatie van de eerste vraag staat. Deze locatie is op de eerste etage in een van de grote ladekasten. Daar staan middelen om de vraag te kunnen beantwoorden (visueel e.d.). De consument schrijft het antwoord op en ziet op diezelfde locatie een nieuw kaartje met een nieuwe aanwijzing. Op dat kaartje staat ‘Ontdek hoe Vincent en Chantal het museum binnen zijn gekomen. Praat met de juiste personen!’ De consument moet nu zelf op onderzoek uitgaan en bedenken met wie ze moeten gaan praten om het juiste antwoord te krijgen. Wanneer zij de juiste persoon gevonden hebben (in dit geval de ouders van Vincent en Chantal) en de vraag goed hebben beantwoord krijgen zij opnieuw een kaartje met daarop de volgende aanwijzing.
De bedoeling is dat de consument op deze manier tien kaarten verzamelt. Wanneer dit doel is bereikt kan de consument deze kaarten in het restaurant inleveren en krijgen zij een consumptie. Voor hen is dit het moment om een einde aan het verhaal te schijven. Dit verhaal wordt ingeleverd als het af is. De uitslag volgt een week later op de website, Facebook, Twitter en Instagram. De winnaar kan dan naar het museum komen om de €250,- op te halen. Kosten De kosten voor het evenement zullen ongeveer zijn €1500 bedragen de eindprijs is hiervan los getrokken totaal zal het dus ongeveer €1750 kosten.
49
Literatuurlijst Rapport I.Reynaert, D.Dijkerman (2012) Basisboek crossmedia concepting. 2de druk. (Den Haag) Boom Lemma uitgevers.
Inzichten Academie voor Overheidscommunicatie, augustus 2012 http://allesoverjongeren.nl/internetgebruik-van-jongeren/ Bakker, P., Scholten, O. (2011). Communicatiekaart van Nederland. Kluwer Boekee, S., Engels, E., van der Veer, N. (2014). Social media jongeren onderzoek 2014. Newcom research & consultancy B.V. Drok, N., Schwarz, F. (2009). Jongeren, nieuwsmedia en betrokkenheid. Windesheim/Stichting in de klas http://emarketingblog.nl/2013/10/5-voorbeelden-van-guerrilla-marketing/ http://familiemusea.tumblr.com/portfolioproducten Klaver, I., Rietberg, E. (2013) Mediafeitenboekje. Karat www.leesmonitor.nu http://nl.wikipedia.org/wiki/Best_practice http://www.marketingonline.nl/bericht/diesel-gaat-voor-het-eilandgevoel www.nommedia.nl http://www.onderwijsvanmorgen.nl/het-mediagebruik-van-jongeren www.radiofreak.nl http://www.sanaccent.nl/case/2010/efteling-zoekt-drakenstrijders http://www.universiteitsmuseum.nl/partners http://www.universiteitsmuseum.nl/plan-je-bezoek http://virtueelplatform.nl/best-practice/rijksmuseum-api/
50