Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
Opdrachtgever: Sardes Utrecht, januari 2009 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres:
[email protected]
Inhoudsopgave 1
Inleiding .......................................................................................................................................... 5
2
De effectmeting bij de deelnemers .............................................................................................. 6 2.1 Doel en onderzoeksvragen ...................................................................................................... 6 2.2 Opzet van het onderzoek ......................................................................................................... 6 2.3 Respons ................................................................................................................................... 6
3
Resultaten van het effectonderzoek ............................................................................................ 8 3.1 Verankering van VVE in het kwaliteitsbeleid............................................................................ 8 3.2 Verankering van VVE in het personeelsbeleid ........................................................................ 9 3.3 Het toetsingskader van de Inspectie van het Onderwijs........................................................ 10 3.4 Samenwerking en afspraken tussen de VVE-partners in een gemeente .............................. 11 3.5 De relevantie van de regiobijeenkomst.................................................................................. 13
4
Samenvatting ............................................................................................................................... 14
Bijlage
Vragenlijst effectmeting.................................................................................................... 15
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
1
5
Inleiding
Vversterk is een landelijk project dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) wil versterken door scholing en ondersteuning te bieden aan beroepskrachten die direct of indirect met VVE te maken hebben: leidsters in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, leerkrachten in groep 1 en 2, managers van instellingen, beleidsmakers in gemeenten, opleiders van leidsters en leerkrachten. Aan onderzoeks- en adviesbureau Oberon is gevraagd om de professionaliseringsactiviteiten die worden uitgevoerd in het kader van het project Vversterk te evalueren. Onderdeel van de professionalisering vormen de regionale bijeenkomsten voor het management van peuterspeelzalen, kinderdagopvanginstellingen, basisscholen en gemeenten. Het doel van deze regionale bijeenkomsten is om VVE beter te verankeren in het kwaliteits- en personeelsbeleid van de eigen instelling. De bijeenkomsten hadden in de periode november 2007 – maart 2008 de volgende opzet: • • • •
Informatie over landelijke ontwikkelingen rond Vversterk en VVE in het algemeen. Informatie over de regionale stand van zaken rond Vversterk. Een presentatie van het toetsingskader VVE ontwikkeld door de Inspectie van het Onderwijs. Discussie over kwaliteit en ambitie in het lokale VVE-beleid.
In totaal zijn er 25 regionale bijeenkomsten van een halve dag georganiseerd. Deze bijeenkomsten zijn georganiseerd door Sardes in samenwerking met de regionale instellingen die de scholing aan leidsters en leerkrachten uitvoeren. De bijeenkomsten vonden plaats door het hele land en in de G4 in het schooljaar 2007-2008. Van deze 25 regionale bijeenkomsten zijn er 19 geëvalueerd. De overige zes bijeenkomsten waren aparte bijeenkomsten speciaal georganiseerd voor de G4. Eén daarvan heeft er in Utrecht plaatsgevonden en nog eens vijf zijn er in Amsterdam geweest. Ter voorbereiding zijn in juni 2007 twee proefbijeenkomsten geweest in Maastricht (Consent) en Bodegraven (MHR). De deelnemers van de eerste tien regionale bijeenkomsten is in juni 2008 gevraagd een vragenlijst in te vullen over het effect van de bijeenkomst op het kwaliteitsbeleid en personeelsbeleid van de instelling. Vervolgens is de deelnemers van de daaropvolgende negen bijeenkomsten in oktober 2008 gevraagd deze vragenlijst in te vullen. Op deze manier zaten er minimaal vier en maximaal negen maanden tussen het tijdstip waarop de regionale bijeenkomst plaatsvond en het tijdstip waarop effecten hiervan zijn gemeten. In Hoofdstuk 2 wordt de onderzoeksopzet, de onderzoeksvragen en de respons op de vragenlijsten beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de resultaten van het onderzoek. In Hoofdstuk 4 worden de antwoorden op de onderzoeksvragen kort samengevat.
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
2 2.1
6
De effectmeting bij de deelnemers Doel en onderzoeksvragen
De effectmeting van de regionale bijeenkomsten dient na te gaan in hoeverre de informatie die tijdens de bijeenkomsten wordt verstrekt, wordt ingezet bij het formuleren van VVE beleid en in hoeverre de regionale bijeenkomsten hebben geleid tot nieuwe afspraken tussen VVE-partners onderling. De volgende onderzoeksvragen komen aan de orde: 1. Via welke onderwerpen is VVE verankerd in het kwaliteitsbeleid van de instelling of school en wordt dit aangepast naar aanleiding van de regionale bijeenkomst? 2. Via welke onderwerpen is VVE verankerd in het personeelsbeleid van de instelling of school en wordt dit aangepast naar aanleiding van de regionale bijeenkomst? 3. Wordt het toetsingskader – of onderdelen daarvan - van de Inspectie van het Onderwijs gebruikt? 4. Zijn er naar aanleiding van de regionale bijeenkomst (nieuwe) afspraken gemaakt tussen de VVE partners in de gemeente?
2.2
Opzet van het onderzoek
Op basis van de presentielijsten die op de regionale bijeenkomsten zijn rondgegaan en aangevuld is er een mailing uitgaan naar alle deelnemers met een geldig emailadres. Dit waren 396 deelnemers. De deelnemers zijn daarin verzocht deel te nemen aan een internetvragenlijst over de effecten van de regionale bijeenkomst. De vragenlijst bestond uit 11 vragen (zie bijlage). Wanneer een respondent een gemeenteambtenaar was, werden een aantal vragen automatisch overgeslagen. De vragen over kwaliteitsbeleid en personeelsbeleid binnen de eigen instelling zijn aan hen niet voorgelegd.
2.3
Respons
In totaal hebben er 429 managers en gemeenteambtenaren deelgenomen aan de regiobijeenkomsten en de presentielijst getekend. De deelnemers zijn redelijk gelijk verdeeld over de instellingen. Er hebben echter minder gemeenteambtenaren deelgenomen aan de regionale bijeenkomsten dan managers van andere instellingen (zie Tabel 1a). Van de 429 deelnemers aan de regiobijeenkomsten heeft 46 procent een vragenlijst ingevuld en afgerond. De respons is lager onder managers van de kinderopvang en het basisonderwijs dan onder managers van het peuterspeelzaalwerk en gemeenteambtenaren (zie Tabel 1b).
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
Tabel 1a
7
Aantal deelnemers per regiobijeenkomst naar instelling
Datum
Plaats
23 nov 2007 27 nov 2007 6 dec 2007 12 dec 2007 13 dec 2007 17 dec 2007 30 jan 2008 6 feb 2008 7 feb 2008 12 feb 2008 26 feb 2008 4 mrt 2008 18 mrt 2008 25 mrt 2008 25 mrt 2008 27 mrt 2008 27 mrt 2008 22 mei 2008 10 juni 2008 Totaal
Eersel Den Bosch Assen Lichtenvoorde Wageningen Roermond Groningen Hengelo Gramsbergen Breda Den Bosch Venlo Alkmaar Gorinchem Hoorn Apeldoorn Sliedrecht Helmond Vlissingen
Aantal deelnemers
Aantal deelnemers naar instelling PSZ
Tabel 1b
24 40 17 15 31 18 26 36 23 28 16 26 22 12 22 7 21 15 30 429
KO 5 10 6 4 12 5 13 11 6 5 2 6 3 2 4
4 3 6 107
4 15 4 1 11 6 4 10 2 10 4 3 3 3 2 3 6 3 7 101
BO 14 5 1 4 1 3 1 9 11 2 5 6 11 3 10 4 10 6 7 113
Gem
Overig 1 3 3 5 7 4 8 4 3 4 1 5 5 4 6
7 3 1
2 1 7 4 6
1 3 8 74
3 35
Respons per regiobijeenkomst naar instelling (% tussen haakjes)
Datum 2007 23 nov 2007 27 nov 2007 6 dec 2007 12 dec 2007 13 dec 2007 17 dec 2007 30 jan 2008 6 feb 2008 7 feb 2008 12 feb 2008 26 feb 2008 4 mrt 2008 18 mrt 2008 25 mrt 2008 25 mrt 2008 27 mrt 2008 27 mrt 2008 22 mei 2008 10 juni 2008 Totaal
Plaats
Respons PSZ
Eersel Den Bosch Assen Lichtenvoorde Wageningen Roermond Groningen Hengelo Gramsbergen Breda Den Bosch Venlo Alkmaar Gorinchem Hoorn Apeldoorn Sliedrecht Helmond Vlissingen
7 (29) 20 (50) 9 (53) 9 (60) 17 (55) 11 (61) 17 (65) 14 (39) 9 (39) 10 (36) 8 (50) 13 (50) 10 (45) 5 (42) 9 (41) 1 (14) 8 (38) 8 (53) 12 (40) 197 (46)
4 9 3 3 8 5 8 5 3 1 3 6 1 1 3 4 2 4 73 (68)
Respons naar instelling KO BO Gem 1 1 1 5 3 2 1 1 3 1 3 2 1 6 2 2 3 1 5 2 4 3 3 1 3 1 3 3 2 1 3 3 2 5 2 1 3 1 1 3 1 1 3 1 3 2 3 3 30 (30) 39 (35) 39 (53)
Overig 1 1 2 2
2 2
1
2 13 (37)
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
3 3.1
8
Resultaten van het effectonderzoek Verankering van VVE in het kwaliteitsbeleid
Aan alle deelnemers, behalve aan beleidsambtenaren van een gemeente, is gevraagd in hoeverre VVE reeds verankerd is in het kwaliteitsbeleid van de eigen instelling en in hoeverre de informatie die op de regiobijeenkomst is gegeven heeft geleid tot aanpassingen van dit beleid. Tabel 2
VVE verankerd in kwaliteitsbeleid (N=175) Percentage ja
regelmatig overleg met betrekking tot overdracht van gegevens voorschool-basisschool
71
vroegsignalering van zorgkinderen/invoeren kindvolgsysteem
70
keuze voor een effectief VVE-programma
65
betrekken van ouders
61
waarborgen van intensief contact tussen leidster en kind (bijv. meer dan twee dagdelen, kleinere groepen of minimaal twee professionele krachten op één groep)
51
regelmatig werkoverleg tussen betrokken teamleden, intervisie, meekijken op de werkvloer, voeren coachingsgesprekken
51
uitvoeren van kwaliteitscontrole/interne audit
21
Anders (coördinator VVE per woonkern, contacten met JGZ, taalbeleidsplan, jaarlijkse scholing personeel, overdrachtformulier, protocol consultatiebureau, extra begeleiding doelgroepen)
14
VVE is sterk verankerd in het kwaliteitsbeleid van de instellingen en scholen die vertegenwoordigd waren op de regiobijeenkomsten. Meer dan 70 procent voert regelmatig overleg over de overdracht van gegevens van de voorschool naar de vroegschool. Vroegsignalering van zorgkinderen of het invoeren van een kindvolgsysteem is bij 70 procent van de deelnemers onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Tenslotte is de keuze voor een effectief VVE-programma en het betrekken van ouders bij meer dan de helft van de deelnemers verankerd in het kwaliteitsbeleid van de eigen instelling. Tabel 3
Aanpassingen van het kwaliteitsbeleid naar aanleiding van de regiobijeenkomst (N=170) Percentage ja
regelmatig overleg met betrekking tot overdracht van gegevens voorschool-basisschool
47
betrekken van ouders
41
regelmatig werkoverleg tussen betrokken teamleden, intervisie, meekijken op de werkvloer, voeren coachingsgesprekken
39
vroegsignalering van zorgkinderen/invoeren kindvolgsysteem
34
uitvoeren van kwaliteitscontrole/interne audit
29
waarborgen van intensief contact tussen leidster en kind (bijv. meer dan twee dagdelen, kleinere groepen of minimaal twee professionele krachten op één groep)
24
keuze voor een effectief VVE-programma
21
Anders (het meeste gebeurt al, coördinator bepaalt acties, beleid maken op VVE, training leidsters, certificering alle leidsters, VVE programma, monitoring, oudercomponent, zorgstructuur kinderdagverblijf, aandacht voor doelgroepkinderen, VVE in kinderopvang invoeren)
21
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
9
Naar aanleiding van de regionale bijeenkomst heeft ongeveer de helft van de deelnemers besloten om het overleg over de overdracht van gegevens van vroeg- naar voorschool in het beleid aan te passen. Het beleid wordt in dik 40 procent van de gevallen aangepast op het gebied van het betrekken van ouders. Ook is bijna 40 procent van de deelnemers van plan om het kwaliteitsbeleid aan te passen op het voeren van regelmatig werkoverleg tussen betrokken teamleden en daaraan verwante activiteiten.
3.2
Verankering van VVE in het personeelsbeleid
In de vragenlijst is naast het kwaliteitsbeleid ook ingegaan op het personeelsbeleid van de instelling. Opnieuw is eerst gevraagd in hoeverre VVE reeds is verankerd in het personeelsbeleid om vervolgens de aanpassingen van dit beleid na te gaan. Ook de vragen betreffende het personeelsbeleid zijn niet voorgelegd aan beleidsambtenaren van een gemeente. Tabel 4
VVE verankerd in personeelsbeleid (N=157) Percentage ja
externe scholing leidsters/leerkrachten via Vversterk
62
interne scholing/bijscholing leidsters/leerkrachten
57
minimale kwalificatieniveau van de leidsters/leerkrachten m.b.t. VVE
55
aanstellen VVE-coördinator / programmabegeleider / pedagogische beleidsmedewerker
38
inhoudelijke scholing van management
17
functiedifferentiatie/aandacht voor opbouw personeelsformatie
13
Anders (scholing, IB-er, aanstelling VVE coördinator)
13
Bijna twee derde van de deelnemers geeft aan dat op hun instelling externe scholing van leidsters of leerkrachten verankerd is in het personeelsbeleid. Ook interne scholing of bijscholing van leidsters en leerkrachten is in een veel gevallen opgenomen in het personeelsbeleid, bij 57 procent is dit in het beleid verankerd. Hiermee samenhangend is in 55 procent van de gevallen het minimale kwalificatieniveau van leidsters en leerkrachten in het beleid vastgesteld. Tenslotte geeft bijna 40 procent van de deelnemers aan dat in hun instelling het aanstellen van een VVE-coördinator, programmabegeleider of pedagogisch medewerker onderdeel is van het personeelsbeleid. Tabel 5
Aanpassingen van het personeelsbeleid naar aanleiding van de regiobijeenkomst (N=157) Percentage ja
interne scholing/bijscholing leidsters/leerkrachten
35
externe scholing leidsters/leerkrachten via Vversterk
34
functiedifferentiatie/aandacht voor opbouw personeelsformatie
17
inhoudelijke scholing van management
16
aanstellen VVE-coördinator / programmabegeleider / pedagogische beleidsmedewerker
18
minimale kwalificatieniveau van de leidsters/leerkrachten m.b.t. VVE
17
Anders (het meeste gebeurt al, doorgaande lijn)
8
Ongeveer een derde van de deelnemers gaat de interne scholing van leidsters of leerkrachten aanpassen in het personeelsbeleid. Ook ongeveer een derde gaat de externe scholing van leidsters of leerkrachten aanpassen in het personeelsbeleid. Deelnemers die een aanpassing in het beleid
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
10
doorvoeren in de interne en externe scholing van personeel, hadden dit over het algemeen al voorafgaand aan de regionale bijeenkomst opgenomen in het personeelsbeleid.
3.3
Het toetsingskader van de Inspectie van het Onderwijs
Een onderdeel van de regionale bijeenkomst is een toelichting geweest op het toetsingskader VVE dat is ontwikkeld door de Inspectie van het Onderwijs. Ter plekke is dit toetsingskader ook uitgedeeld. In de effectmeting is nagegaan in hoeverre er reeds gebruik is gemaakt van (onderdelen van) het toetsingskader. Deze vragen zijn niet voorgelegd aan gemeentelijke beleidsambtenaren. Tabel 6
Gebruik VVE toetsingskader Inspectie van het Onderwijs (N=165) Percentage
Het toetsingskader - of onderdelen daarvan - wordt niet gebruikt, maar dit zijn we wel van plan.
30
het toetsingskader - of onderdelen daarvan - wordt niet gebruikt en dit zijn we ook niet van plan.
22
Anders (toetsingskader niet bekend, geen prioriteit, we hebben er niet rechtstreeks mee te maken, er wordt eigen beleid ontwikkeld in Brede School, geen toetsingskader voor kinderopvang)
19
We zetten het toetsingskader - of onderdelen daarvan - in als onderdeel van onze kwaliteitscyclus.
16
We hebben het toetsingskader - of onderdelen daarvan - gebruikt om te bepalen wat de huidige kwaliteit van ons VVE beleid is.
9
We hebben het toetsingskader - of onderdelen daarvan - gebruikt om een verbeterplan op te stellen.
5
Ongeveer een derde van de deelnemers is van plan gebruik te gaan maken van het toetsingskader van de Inspectie van het Onderwijs. Ook ongeveer een derde van de deelnemers heeft het toetsingskader gebruikt of gebruikt het momenteel. Iets minder dan een kwart van de deelnemers is niet van plan het toetsingskader te gaan gebruiken. In enkele gevallen is er ook uit de toelichting bij de antwoordcategorie ‘anders’ op te maken dat men het toetsingskader niet zal gaan gebruiken. De deelnemers die (onderdelen van) het toetsingskader hebben gebruikt, hebben vooral onderdelen van de kwaliteit van uitvoering gebruikt. Daarbinnen is er vooral gekeken naar het aanbod van het programma; ontwikkeling, zorg en begeleiding en het pedagogisch klimaat.
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
11
Gebruikte onderdelen van het toetsingskader (N=73)1
Tabel 7
Percentage ja
De effectiviteit van VVE 1. opbrengsten
15
De kwaliteit van de uitvoering 2. aanbod (het programma)
38
3. pedagogisch klimaat
36
4. educatief handelen
22
5. ouders
27
6. ontwikkeling, zorg en begeleiding
40
7. inbedding in een bredere zorgketen
16
Voorwaardelijke aspecten 8. personeel en huisvesting
12
9. toegankelijkheid en tijd
11
10. kwaliteitszorg van de voorschool resp. de vroegschool
23
Kwaliteit van de context 11. de voor- en vroegschool samen en hun context
3.4
23
Samenwerking en afspraken tussen de VVE-partners in een gemeente
Binnen een gemeente is er sprake van verschillende VVE-partners. Vaak werken deze partners onderling samen, bijvoorbeeld in het vormgeven van een doorgaande lijn van het consultatiebureau naar de peuterspeelzaal naar het basisonderwijs. De regionale bijeenkomst is door velen aangegrepen om verschillende VVE-partners weer eens te spreken en in enkele gevallen ter plekke te komen tot nieuwe afspraken met elkaar. In de effectmeting is eerst vastgesteld met welke VVEpartners de deelnemers samenwerken en vervolgens of er naar aanleiding van de regiobijeenkomst nieuwe afspraken zijn gemaakt. Tabel 8
Samenwerking tussen partners (percentage, N=197)
Instellingen: Werken samen met:
1
PSZ
KO
BO
Gem
Overig
Totaal
geen
2
7
0
0
0
2
peuterspeelzaalwerk
40
76
97
100
83
74
kinderopvang
61
52
57
88
64
65
basisonderwijs
97
69
57
91
83
83
gemeente
95
79
70
24
94
74
GGD/consultatiebureau
81
31
47
67
67
63
bibliotheek
63
14
43
38
61
47
GGZ
16
10
10
7
22
14
schoolbegeleidingsdienst
36
7
53
57
36
39
anders
7
10
3
10
17
9
Van de 73 personen die deze vraag hebben ingevuld, zijn er 26 die in Tabel 6 in de categorie ‘anders’ terecht zijn gekomen.
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
12
De gemeente, het basisonderwijs en het peuterspeelzaalwerk worden het vaakst genoemd als VVEpartners waarmee wordt samengewerkt. Het komt bijna niet voor dat er met niemand wordt samengewerkt. De kinderopvang is een nieuwe partner binnen de VVE. Op de gemeente na, geven de respondenten aan dat er relatief weinig met de kinderopvang samengewerkt wordt. De instellingen die vaak (meer dan 60 procent) worden genoemd door de deelnemende instellingen zijn in Tabel 8 donker grijs gemarkeerd. Tabel 9
Nieuwe afspraken gemaakt tussen partners (percentage, N=197) PSZ
KO
BO
Gem
Overig
Totaal
geen
58
45
33
64
39
50
peuterspeelzaalwerk
8
38
37
26
19
23
kinderopvang
16
28
30
19
14
20
basisonderwijs
23
28
23
17
22
22
gemeente
26
35
37
2
31
25
GGD/consultatiebureau
19
17
13
10
19
16
bibliotheek
11
3
10
2
11
8
GGZ
5
0
10
0
0
3
schoolbegeleidingsdienst
7
0
33
7
11
11
anders
10
3
10
5
25
11
Ongeveer de helft van de respondenten heeft naar aanleiding van de regiobijeenkomst nieuwe afspraken gemaakt met andere VVE-partners. Nieuwe afspraken zijn hoofdzakelijk gemaakt met gemeente (25%), peuterspeelzaalwerk (23%), basisonderwijs (22%), de kinderopvang (20%) en het consultatiebureau (16%): de belangrijkste VVE partners in de doorgaande lijn. Tabel 10
Waarover zijn er (nieuwe) afspraken gemaakt? (N=197) Percentage ja
doorgaande lijn
39
overdracht naar basisonderwijs
38
scholing van leidsters/leerkrachten
29
streven naar hoger bereik van doelgroepleerlingen
23
gemeentelijke VVE beleidsevaluatie
19
Inzet van leerlingvolgsysteem
13
keuze voor een VVE-programma
11
Intensiteit deelname (aantal dag(delen)/aantal uren)
11
kwalificatieniveau leidsters/leerkrachten
11 e
Anders (afspraken bestonden al, controle 3 dagdeel, monitoring PO, overdrachtsformulier, VVE binnen kinderopvang, intensievere toeleiding van cb naar psz)
8
verdeling van de taken tussen de VVE beleidspartners
6
verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de VVE beleidspartners
6
terugdringen van kennisverlies door mobiliteit van geschoold personeel
4
‘dubbele bezetting’
3
Van de respondenten heeft 39 procent afspraken met andere VVE partners gemaakt over de doorgaande lijn. Er is door 38 procent afspraken gemaakt over de overdracht naar het basisonderwijs.
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
13
Over de scholing van leidsters en leerkrachten heeft 29 procent afspraken gemaakt. Tenslotte heeft nog 23 procent nieuwe afspraken gemaakt over het streven naar een hoger bereik van doelgroepkinderen. Naast deze 4 afspraken zijn er nog verschillende andere afspraken gemaakt tussen de deelnemers en andere VVE-partners. Deze zijn te vinden in Tabel 10.
3.5
De relevantie van de regiobijeenkomst
De deelnemers is aan het einde van de vragenlijst gevraagd of ze de regionale bijeenkomst achteraf gezien zinvol hebben gevonden. Van de 197 deelnemers die deze vraag hebben beantwoord heeft 63 procent de bijeenkomst zinvol gevonden. Deelnemers zijn vervolgens in de gelegenheid gesteld hun antwoord toe te lichten. De deelnemers die de bijeenkomst relevant hebben gevonden, noemen als reden hiervoor met name de gelegenheid om met anderen contacten te leggen en afspraken te maken. Het netwerken en uitwisselen van informatie werd als zeer waardevol beschouwd. Ook de informatie die door middel van de verschillende inleidingen is overgedragen werd als nuttig, nieuw of als een goede opfrissing gekwalificeerd. Hieronder staan een aantal veel gegeven antwoorden samengevat. De regionale bijeenkomst is achteraf zinvol geweest, omdat: • het een goede manier is om informatie te verwerven en contacten te leggen. • het bevestigt dat we op de goede lijn zitten. Er zijn nieuwe inzichten/ideeën opgedaan. • het gelegenheid biedt te netwerken met collega’s. • de bijeenkomst heeft geleid tot aanmelding Vversterk training en maatwerktraject. • het doet beseffen dat in beleid van de organisatie het scholingsbeleid van VVE al duidelijk moet zijn. • het duidelijk is geworden dat het toezichtkader VVE van de Inspectie van het Onderwijs een belangrijke kapstok is. • het interessant is te horen hoe ver iedereen is. • opfrissing zinvol is. • er afspraken zijn gemaakt om bij elkaar te komen kijken. De toelichting van de deelnemers die de bijeenkomst achteraf gezien niet zinvol hebben gevonden ging met name in op het informatiegehalte van de inleidingen. Een aantal deelnemers vond dat ze niets nieuws hadden gehoord, terwijl vragen die ze zelf hadden onbeantwoord bleven. Ook werden in enkele gevallen externe omstandigheden genoemd die de bijeenkomst negatief hebben beïnvloedt zoals het voortijdig vertrekken van deelnemers van een basisschool of tijdgebrek voor verdieping van de discussie. Een aantal veel gegeven antwoorden luidden samengevat als volgt: De regionale bijeenkomst is achteraf niet zinvol geweest, omdat: • er niets nieuws is verteld. • de presentaties matig van kwaliteit waren. • het erg gericht was op één specifieke instelling (bijvoorbeeld peuterspeelzaal). • er meer behoefte was aan inhoudelijke informatie. • het te inhoudelijk was.
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
4
14
Samenvatting
Kwaliteits- en personeelsbeleid VVE is sterk verankerd in het kwaliteitsbeleid van de instellingen en scholen die vertegenwoordigd waren op de regiobijeenkomsten. In het kwaliteitsbeleid van de instellingen van een groot aantal respondenten is er aandacht voor regelmatig overleg over informatieoverdracht van de vroegschool naar het basisonderwijs en voor vroegsignalering van zorgkinderen. Ook in het personeelsbeleid van de instellingen is er aandacht voor VVE. Dit uit zich voornamelijk in de vorm van interne en externe scholing van leidsters en leerkrachten als onderdeel van het personeelsbeleid. Naar aanleiding van de regionale bijeenkomst heeft ongeveer de helft van de respondenten besloten om het overleg over de overdracht van gegevens van vroeg- naar voorschool in het kwaliteitsbeleid aan te passen. Ook op het gebied van het betrekken van ouders en het voeren van werkoverleg zullen er beleidsveranderingen worden doorgevoerd. Ongeveer 40 procent van de respondenten heeft aangegeven dat dit in de eigen instelling wordt aangepast. Door ongeveer een derde van de respondenten wordt aangegeven dat in het personeelsbeleid de interne scholing van leidsters of leerkrachten aangepast gaat worden. Hetzelfde geldt voor de externe scholing van leidsters of leerkrachten. Het VVE-toetsingskader van de Inspectie van het Onderwijs Ongeveer twee derde van de respondenten is van plan gebruik te gaan maken van het toetsingskader, heeft het toetsingskader gebruikt of gebruikt het momenteel. De onderdelen uit het toetsingskader van het thema ‘kwaliteit van uitvoering’ zijn voornamelijk gebruikt. Binnen dat thema is er vooral gebruik gemaakt van de onderdelen ‘het aanbod van het programma’; ‘ontwikkeling’, ‘zorg en begeleiding’ en ‘het pedagogisch klimaat’. Samenwerking en afspraken tussen VVE-partners Het vaakst wordt er door de respondenten samengewerkt met de gemeente, het basisonderwijs en het peuterspeelzaalwerk. Het komt bijna niet voor dat er met niemand wordt samengewerkt. Ongeveer de helft van de respondenten heeft naar aanleiding van de regiobijeenkomst nieuwe afspraken gemaakt met andere VVE-partners. Het vaakst zijn er nieuwe afspraken gemaakt over de doorgaande lijn. Ook zijn er veel nieuwe afspraken gemaakt over de overdracht naar het basisonderwijs. Tenslotte zijn er ook relatief veel nieuwe afspraken gemaakt over de scholing van leidsters en leerkrachten en over het streven naar een hoger bereik van doelgroepkinderen. Ervaren relevantie van de regionale bijeenkomst Bijna twee derde van de respondenten heeft de bijeenkomst zinvol gevonden. Dit ligt volgens hen met name aan de gelegenheid die de bijeenkomst bood om met andere deelnemers contacten te leggen en afspraken te maken. Ook de informatie die door middel van de verschillende inleidingen is overgedragen werd als nuttig, nieuw of als een goede opfrissing gekwalificeerd. Kritische kanttekeningen hadden betrekking op het informatiegehalte van de inleidingen. Een aantal respondenten vond dat de bijeenkomst ze niets nieuws te bieden had. Ook het voortijdig vertrekken van deelnemers van een basisschool of tijdgebrek voor verdieping van de discussie is een enkele keer als storend ervaren.
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
Bijlage
15
Vragenlijst effectmeting
Vragenlijst over effecten van de professionaliseringsactiviteiten van Vversterk: de regionale bijeenkomsten
Algemeen 1 () () () () ()
Bij wat voor soort instelling bent u werkzaam? peuterspeelzaal kinderdagverblijf basisschool gemeente (derde en zesde vraag overslaan) anders, namelijk _________________________________________
2
Met welke partners heeft u binnen uw gemeente te maken als het gaat om VVE beleid? (meerdere antwoorden mogelijk)
[] [] [] [] [] [] [] [] []
gemeente peuterspeelzaalwerk basisonderwijs kinderopvang GGD/consultatiebureau bibliotheek GGZ schoolbegeleidingsdienst anders, namelijk _________________________________________
Kwaliteitsbeleid 3 () () () ()
Is VVE verankerd in het kwaliteitsbeleid van uw instelling/school? Ja Nee Weet niet Niet van toepassing
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
4
Heeft u naar aanleiding van de regionale bijeenkomst het kwaliteitsbeleid ten aanzien van VVE besproken - met als doel aanpassing/herziening op termijn - of bent u van plan dit te doen? Zo ja, op welke terreinen?
keuze voor een effectief VVE-programma waarborgen van intensief contact tussen leidster en kind (bijv. meer dan twee dagdelen, kleinere groepen of minimaal twee professionele krachten op één groep) regelmatig werkoverleg tussen betrokken teamleden, intervisie, meekijken op de werkvloer, voeren coachingsgesprekken regelmatig overleg met betrekking tot overdracht van gegevens voorschool-basisschool vroegsignalering van zorgkinderen/invoeren kindvolgsysteem uitvoeren van kwaliteitscontrole/interne audit betrekken van ouders anders, namelijk __________________________________
5 () () () () () ()
16
Ja, binnen eigen instelling
Ja, met andere instellingen
nee
n.v.t.
()
()
()
()
()
()
()
()
()
()
()
()
()
()
()
()
() () () ()
() () () ()
() () () ()
() () () ()
Welke plaats heeft het VVE toetsingskader van de Inspectie van het Onderwijs in het kwaliteitsbeleid van uw instelling/gemeente? Het toetsingskader wordt niet gebruikt en dit zijn we ook niet van plan. Het toetsingskader wordt niet gebruikt, maar dit zijn we wel van plan. We hebben het toetsingskader gebruikt om te bepalen wat de huidige kwaliteit van ons VVE beleid is We hebben het toetsingskader gebruikt om een verbeterplan op te stellen We zetten het toetsingskader in als onderdeel van onze kwaliteitscyclus Anders, namelijk _______________________________________________
Personeelsbeleid 6 Is VVE verankerd in het in het personeelsbeleid van uw instelling/school? ( ) Ja ( ) Nee ( ) Weet niet ( ) Niet van toepassing
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
7
17
Heeft u naar aanleiding van de regionale bijeenkomst het personeelsbeleid ten aanzien van VVE besproken - met als doel aanpassing/herziening op termijn - of bent u van plan dit te doen? Zo ja, op welke terreinen?.
minimale kwalificatieniveau van de leidsters/leerkrachten m.b.t. VVE aanstellen VVE-coördinator / programmabegeleider / pedagogische beleidsmedewerker interne scholing/bijscholing leidsters/leerkrachten externe scholing leidsters/leerkrachten via Vversterk inhoudelijke scholing van management functiedifferentiatie/aandacht voor opbouw personeelsformatie anders, namelijk ____________________________________
Ja, binnen eigen instelling
Ja, met andere instellingen
nee
n.v.t.
()
()
()
()
()
()
()
()
() () () () ()
() () () () ()
() () () () ()
() () () () ()
Afspraken 8 () ()
Heeft u naar aanleiding van de regionale bijeenkomst nieuwe afspraken gemaakt met één of meer van de VVE beleidspartners binnen uw gemeente? ja nee (door naar vraag 10)
9
Waarover heeft u nieuwe afspraken gemaakt? Afspraak
keuze voor een VVE-programma scholing van leidsters/leerkrachten kwalificatieniveau leidsters/leerkrachten kennisverlies door mobiliteit van geschoold personeel intensiteit deelname ‘dubbele bezetting’ doorgaande lijn overdracht naar basisonderwijs streven naar hoger bereik van doelgroepleerlingen Inzet van leerlingvolgsysteem verdeling van de taken tussen de VVE beleidspartners verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de VVE beleidspartners gemeentelijke VVE beleidsevaluatie anders, namelijk _____________________________
[] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] []
Oberon – Effecten Regionale Bijeenkomsten Vversterk
18
Afsluitend Heeft u regionale bijeenkomst van Vversterk achteraf gezien zinvol gevonden? () ja () nee Toelichting ________________________________________________________________________ 10
Dit is het einde van de vragenlijst. Klik op de knop ‘verstuur’ om de vragenlijst definitief te verzenden. Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst!