Eet lokaal, denk globaal
LOKAAL ETEN Dat we lokaal eten, is nogal vanzelfsprekend. Voor het grootste deel van ons voedsel doen we dat ook. Toch zijn er enkele trends die in de richting van een grotere invoer van voedsel gaan. Globalistisch eten Meer exotische producten De gemiddelde Europeaan gebruikt meer en meer exotische gerechten en ingrediënten. Een generatie of twee geleden ging het dan om niet veel meer dan koffie en specerijen. Geleidelijk nam het aanbod toe: appelsienen in de winter, mandarijntjes tegen Sinterklaas, chocolade in repen, één enkele banaan in plakjes op de boterham. Intussen zijn we aan evenveel rijst als aardappels toe, evenzeer thee als koffie, dagelijks tropisch fruit, appels uit het Zuidelijk halfrond, prinsessenboontjes uit Afrika buiten en in het seizoen, enzovoort.
Meer wereldkeuken We eten op restaurant en thuis al eens Chinees, Mexicaans of Thais. Verborgen invoer In ons voedsel schuilt nogal wat verborgen invoer. Achter “plantaardige olie” gaat bijvoorbeeld palm- of aardnotenolie schuil. Als we varkensvlees of eieren eten, is er veel kans dat er via het veevoeder soja of vismeel in opgeslagen zit. Dus denken we toch het best even “globaal” na voor we “globalistisch” eten.
Globaal denken Dat globale standpunt zal ons niet in dank worden aangenomen. We zullen ervan worden beschuldigd tegen de vooruitgang te zijn, tegen de internationale economie en de wereldhandel. Zelfs uit andersglobalistische hoek zullen we tegenwind krijgen, als zouden we tegen de ontwikkeling van de arme landen zijn en vooral tegen de arme boeren en boerinnen uit die landen, omdat hun inkomen zou afhangen van de uitvoer van hun koffie, ananas, wijn, enzovoort. De planeet Voor het ecologisch standpunt, namelijk dat we door lokaal te eten de planeet aarde sparen,
krijgen we gemakkelijk gehoor. Het economisch, sociaal en cultureel aspect ligt moeilijker. De mensen Toch denken we dat “wij” in het Noorden onze bijdrage kunnen leveren en dat zulks uiteindelijk de bevolking in het Zuiden niet schaadt. Integendeel, als wij meer lokaal eten, kunnen ook zij lokaal blijven eten. Voor diegenen onder hen die nu honger hebben, betekent dat gewoon meer en beter eten. Voor allen betekent het meer lokaal voedsel eten dat past bij hun eetcultuur.
Als we minder landbouwproducten uit het Zuiden invoeren, hetzij voor ons voedsel, hetzij om ze te verwerken en ze daarna opnieuw op de wereldmarkt te gooien, verstoren we daardoor noch de landbouw noch de voedselvoorziening.
Lokaal eten Als we “globaal” durven denken, betrekken we ons voedsel het best lokaal. Zo lokaal als mogelijk en wenselijk.
Korte voedselketen De voedselketen kort houden, betekent niet alleen voedsel dichtbij aankopen, met minder transport dus, maar ook met zo weinig mogelijk tussenpersonen en met beperkte verwerking. Dan komen we terecht bij “onze” landbouwers, veetelers, fruittelers, tuinbouwers, zuivelmakers, bakkers, brouwers, enzovoort.
Fair Trade De voorkeur voor streekeigen producten betekent niet dat we alles wat van ver moet komen, principieel afzweren. Maar dan zoeken we wel naar alternatieven voor de globalistische aanpak. Niet alleen houden we rekening met de ecologie door te letten op voedselkilometers, broeikasuitstoot, voetafdruk. We hebben vooral aandacht voor de mensen achter de producten en zo komen we terecht bij plaatselijke boeren, veeleer dan bij plantages, tenzij die eerlijk betaalde werkgelegenheid bieden.
Fair en kort Ook in de Fair Trade met boeren uit het Zuiden geven we de voorkeur aan de korte keten: zo direct mogelijk van de boeren zelf en als er een zekere verwerking ter plaatse kan gebeuren, is dat een voordeel. Kort en eerlijk Niet alleen in het Zuiden geven we voorrang aan een rechtvaardige prijs tegenover de marktprijs. Ook onze boeren hebben recht op een eerlijke prijs. Ook consumenten trouwens en dus ook kansarmen: zij hebben recht op goed en gezond betaalbaar eten. En dat kan.
Als we lokaal eten is ons voedsel meteen meer seizoensgebonden, verser, minder bewerkt ( ongepoederder, onbestraalder, ongemodificeerder), gezonder, meer streekeigen, … smakelijker, en betaalbaarder, liefst met minder en sojavrij vlees. En dat is mooi meegenomen.
Denk globaal, eet lokaal
GLOBAAL DENKEN Globaal denken is de dingen in hun geheel bekijken: de hele aarde en de hele wereldbevolking. vanuit verschillende standpunten: ecologisch, economisch, sociaal, cultureel. Ecologisch We eten niet vers en seizoensgebonden. Verwerking, bewerking met bewaarmiddelen, verpakking, bevoorrading met de auto, koelkast en diepvries, koken en braden brengen milieuvervuiling met zich mee. Ons voedsel komt van heinde en verre. De aanvoer van onze voedingswaren gaat dikwijls gepaard met de retourvrachten van bijvoorbeeld diepgevroren kippen, poedermelk of tomatenconserven. Wegen, bruggen, havens en vervoermiddelen putten grondstoffen uit en gebruiken energie, die meestal niet schoon is. De gevolgen daarvan zijn veel voedselkilometers en uitstoot van broeikasgassen.
Er zijn meer monden te voeden en de stijgende welvaart leidt tot andere voedingsgewoonten. We leggen beslag op meer grond voor landbouw én veeteelt. We telen intensiever. Dat leidt tot terugdringen van wouden, bossen en andere biotopen en tot uitputting en erosie van de bodem. Daardoor gaat agro- en biodiversiteit verloren en neemt onze ecologische (voedsel) voetafdruk toe. Met voedsel zeulen, betekent problemen creëren voor het milieu
Economisch Voedsel als koopwaar Volgens de spelregels van de vrijhandel mogen de ontwikkelingslanden hun landbouw minder beschermen, terwijl de ontwikkelde landen dat zelf wel hebben gedaan en nog doen. Bovendien kunnen die laatsten hun “overschotten” goedkoper - soms tegen dumpingprijzen - op de wereldmarkt afzetten. Zo verdringen bijvoorbeeld tomatenblikjes en diepgevroren kippenvleugels de plaatselijke tomaten en kippenbouten. Het gevolg is dat de kloof tussen rijke en arme landen groter wordt. Plantages lijken de norm De uitvoer van landbouwproducten uit het Zuiden is grotendeels een zaak van plantages. De zaakvoerders, vaak de eigenaars, zijn vaak multinationale ondernemingen. Die streven ernaar de hele keten in handen te nemen: van zaad, mest- en sproeistoffen over transport en verwerking tot grootwarenhuizen.
Boeren krijgen een bijrol In de landen waar de productie van de uitgevoerde landbouwproducten toch in boerenhanden is, nemen tussenpersonen of nationale instellingen de inzameling en het vervoer, dus de meerwaarde, meteen uit die handen. Bovendien staan de traditionele gewassen voortdurend onder druk door ingevoerde zaden, inclusief dito mest- en sproeistoffen, en brengen die gewassen vaak weinig inkomen op voor de boeren en boerinnen wegens concurrentie van goedkope ingevoerde voedingsmiddelen zoals rijst, tarwemeel, uien. Nationale en internationale tussenpersonen zijn de winnaars. De lokale boeren de verliezers.
Sociaal
Armoede en honger in het Zuiden Zo’n economie creëert landlozen en verpauperde boeren,klantenloze ambachtslui en winkeliers die zo lang krediet verlenen tot hun winkels zelf op de fles gaan. De belastingen die landarbeiders en boeren of de plantage-uitbaters en tussenpersonen opbrengen, dienen niet voor collectieve diensten zoals gezondheidszorg en onderwijs, zeker niet in afgelegen gebieden. Gevolg is dat aan de rand van de grootschalige soja-, katoen- of ananasplantages voormalige boerengezinnen
honger lijden. Diegenen onder hen die naar de steden verhuizen, vinden daar noch werk noch inkomen. Ze proberen te overleven in krottenwijken. Traditionele solidariteit op het platteland en in de steden heeft niet meer te verdelen dan miserie. Armoede en verloedering in het Noorden Uit die wanhoop ontstaat de trek naar de tafels van het rijk gewaande Noorden. Diegenen die de overtocht overleven – en dat is dikwijls heel letterlijk te nemen – voegen zich in Europa of Amerika bij de plaatselijke generatiearmen die voor hun voeding aangewezen zijn op het goedkope suikeren vetrijke voedsel uit winkels, markten en warenhuizen die zich doorgaans minder zorgen maken om gezond en eerlijk voedsel.
Landvlucht verhoogt de miserie.
Cultureel Culturele afbraak Samen met de traditionele landbouw, de hoofdactiviteit in lokale landelijke gemeenschappen, gaat de plattelandscultuur verloren. Ook de eetcultuur. Door de plantagelandbouw enerzijds en de invoer anderzijds moeten bijvoorbeeld de lokale gierst, maïs of rijst het onderspit delven tegenover de ingevoerde rijst, maïs of tarwe. Met de lokale gewassen verdwijnen de maaltijden, de sociale relaties en de zingeving. Ook in de steden komt er geen nieuwe volkseigen cultuur, maar meteen een vervlakkend consumentisme. Eetcultuur
verzakt in consumeren van wat de geglobaliseerde markt in de uniforme winkelrekken aanbiedt. Ook in het Noorden Dat geldt niet alleen in het Zuiden, maar ook bij ons. De zogenaamde ruime keuze, ook van exotische producten, versluiert alleen de uniformiteit. Achter de verscheidenheid van benamingen, verpakkingen en merken zitten dezelfde ingrediënten uit dezelfde lange voedselketen.
De lokale eetcultuur gaat teloor
De overheersende logica is tegenwoordig een “globalistische” logica: de wereld is één economie en die economie zweert bij de markt en de welvaart. Als we “globaal” proberen te denken, richten we ons op de behoeften en op het welzijn. En dan komen we bij de vraag: kunnen we niet beter lokaal eten?
Deze uitgave (2009) kadert in de campagne ‘Denk Globaal, Eet Lokaal’ van Wervel vzw. Werkgroep voor een Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw
Boodschappenlijstje Allemaal goed en wel. Maar wat eten we
nu en wat kopen we?
Eigen tuin: allerkortste voedselketen! Seizoensgebonden producten Producten uit de buurt: hoeveverkoop voor vlees en zuivel: het best met stree keigen, sojavrij voeder ✓ Voedsel verspreid door voedselte ams ✓ Voedselkilometerarme producten maar wel rekenen met gewogen voed selkilometers: wat niet veel weegt, kan gerust van iets verd er komen. In dierlijke producten kunnen voedselkilometers van veevoeder verborgen zitten. Ook letten op wie de telers, verw erkers, verkopers zijn. ✓ Producten van fair-tradepartners in het Zuiden. Er zijn verschillende systemen. Die zoud en niet nodig zijn als er in het uitvoerende land een rechtvaar dige prijs-, belastingsen herverdelingsysteem bestond en er op wereldschaal eerlijke handel mogelijk was. In afwachting besta an er allerlei vormen van fair-trade en dus verschillende label s. De kleine lettertjes lezen is de boodschap! En u kan ook bij uw winkelier of supermarkt wat aandringen. ✓ Bio-producten ✓ ✓ ✓
Vraag naar ander ondersteunend materiaal zoals folders, posters, borden, soepkommen, dessertborden, hennepserviettes.
[email protected] www.wervel.be Per provincie maakte Wervel een folder met concrete adressen waar u terecht kan. Vraag naar ‘Koning auto en keizer hesp’ voor uw regio. Het Wervelboek ‘Dageraad over de akkers’ verhaalt over de creativiteit van boeren en consumenten.