Persbriefing OCMW Kortrijk – maandag 7 december 2015
Eerste vluchtelingen van 63 zonet aangekomen: gezin uit Syrië Medewerking van Kortrijkse inwoners gevraagd
Het OCMW Kortrijk heeft alle voorbereidingen getroffen om de opvang van oorlogsvluchtelingen te organiseren. Intussen is het eerste vluchtelingengezin, bestaande uit 4 mensen, in Kortrijk aangekomen. Er volgen nog 59 mensen. Het OCMW doet een oproep voor onder meer buddy-gezinnen: Kortrijkse gezinnen die vluchtelingengezinnen willen bijstaan. Een overzicht van hoe Kortrijk het aanpakt en wat we nodig hebben.
1. Kortrijk neemt 63 extra vluchtelingen op. Fedasil en de federale regering hebben alle OCMW’s gevraagd of ze bereid zijn oorlogsvluchtelingen op te nemen. Het College van Burgemeester en Schepenen en de raad van het OCMW hebben daar positief op geantwoord. Het OCMW beheert sinds 2000 een lokaal opvanginitiatief voor asielzoekers (LOI). We kiezen voor opvang in individuele woningen. De woningen die aangewend worden voor de werking van het LOI zijn grotendeels eigen patrimonium van het OCMW (m.u.v. enkele studio’s voor alleenstaanden). -
Het LOI heeft momenteel een capaciteit van 76 opvangplaatsen.
-
Het heropenen van 23 bufferplaatsen. Het OCMW beschikt over behuizing voor 23 mensen in zogenaamde bufferwoningen: woningen die beschikbaar zijn en op korte termijn kunnen aangewend worden voor vluchtelingen. Die plaatsen zijn intussen beschikbaar.
-
Het uitbreiden van de capaciteit met 41 plaatsen. Hiervoor is al een deel van de nodige woningen beschikbaar, maar er moeten nog bijkomende woningen gevonden worden.
-
Met de nieuwe maatregelen beschikt Kortrijk in totaal over 140 plaatsen voor oorlogsvluchtelingen en mensen die asiel zoeken: 76 bestaande en ingevulde plaatsen, 23 bestaande en in te vullen plaatsen, 41 gedeeltelijk bestaande plaatsen.
-
De woningen zijn bemeubeld. Beddengoed en handdoeken liggen klaar. Er is een startpakket met toiletgerief.
-
Het team van het OCMW wordt tijdelijk uitgebreid om de professionele begeleiding waar te maken. De financiering gebeurt grotendeels met federale middelen.
1
Het OCMW zoekt nog geschikte woningen op de lokale huurmarkt om de beoogde capaciteit te kunnen invullen. Verhuurders kunnen zich melden via 1777. Het mag gaan om woningen voor gezinnen of studio’s voor alleenstaanden. Het OCMW-team bekijkt de haalbaarheid en de mate waarin de woning geschikt is voor de opvang van vluchtelingen en maakt dan de nodige afspraken met de verhuurder. 2. Eerste gezin uit Syrië in Kortrijk aangekomen Eind vorige week is de eerste Syrische familie in Kortrijk aangekomen. De vier mensen verblijven in een woning in het stadscentrum. Het gaat om het echtpaar Mustafa Dada (28) en zijn vrouw Abir (20) met zoontje van acht maanden Farzad, en hun neef Hannan Nechirvan (22). De vier mensen arriveerden op woensdag 2 september in Brussel na een tocht van ongeveer veertien dagen. Ze werden onmiddellijk doorverwezen naar Kortrijk, waar ze in de loop van donderdag arriveerden en werden opgevangen door de sociale dienst van het OCMW. Het gezin Dada vertrok ruim twee weken geleden vanuit een vluchtelingenkamp in Turkije richting Europa. Na een boottocht bereikten ze Griekenland. Vanuit Griekenland ging het per auto, bus en te voet richting Brussel. Meer dan de kleren aan hun lijf hebben ze niet meer. Het gezin was erg vermoeid bij aankomst in Kortrijk, maar alle drie de gezinsleden stellen het gezien de omstandigheden goed. Ook de acht maanden oude Farzad is in goede gezondheid. Ook Hannan arriveerde vorige week in België, al kwam hij via een andere vluchtroute Europa binnen. Mustafa en Abir komen uit Aleppo, een van de steden die het zwaarst is getroffen door de oorlog. Er staat nauwelijks nog een huis recht. Ook van het huis van Mustafa schiet niets meer over, veel familieleden hebben het oorlogsgeweld niet overleefd. Mustafa omschrijft zijn thuisstad als een ‘rampgebied’. De ouders van Mustafa zijn overleden, ook de vader van Hannan stierf in het oorlogsgeweld. Beiden verloren ook veel andere familieleden zoals neven en nichten. Mustafa en Abir vertrokken al in 2012 uit Aleppo, bij het begin van de oorlog. Mustafa belandde in een vluchtelingenkamp in Turkije, Abir verbleef in een boerderij in een klein dorp niet ver van de Turks-Syrische grens. Daar wachtten ze gescheiden van elkaar op het einde van de oorlog. Maar toen IS ook dreigde het dorpje waar Abir verbleef in te palmen, besliste Mustafa om voorgoed te vluchten voor het oorlogsgeweld. Mustafa heeft een universitaire opleiding als ingenieur elektronica. Na zijn studies moest hij verplicht voor achttien maanden naar het leger. Net op dat moment begon de burgeroorlog. Mustafa vond het weerzinwekkend om hier aan mee te moeten doen, en vluchtte. Het feit dat hij deserteerde uit het leger en vluchtte naar Turkije, maakt hem een vijand van alle strijdende partijen, waardoor zijn leven bedreigd is. Zijn neef Hannan schreef zich na zijn middelbare studies in aan de universiteit voor een opleiding tot dierenarts, maar kon door de oorlog nooit aan die studies beginnen. De familie heeft traumatische ervaringen achter de rug. Mustafa, Abir en Hannan zijn dan ook blij dat ze in Kortrijk een dak boven hun hoofd hebben en tot rust kunnen komen. Of zoals ze zelf zeggen: ‘De eerste nachten kunnen slapen zonder doodsangst’.
2
3. Gezocht: buddy-gezinnen voor de gevluchte gezinnen De gezinnen worden intens bijgestaan door de sociale dienst van het Kortrijkse OCMW.
Ze worden in een (bescheiden) woning ondergebracht en krijgen de eerste materiële steun. Ze worden professioneel bijgestaan in de asielprocedure en de integratie. Er is ook een beperkte financiële steun om zeer noodzakelijke dingen aan te kopen. Verder worden ze geholpen naar de voorzieningen die in Kortrijk bestaan: goedkope maaltijden, kledij, meubelen en gebruiksvoorwerpen. Dat gebeurt vaak met instanties waar het OCMW een samenwerkingsakkoord mee heeft: Kringloopwinkel, voedselherverdeling, Bazaar, Mama’s voor mama’s, Pamperbank, enz.
Maar deze gezinnen hebben meestal geen eigen netwerk: ze komen in een onbekende stad waar ze niemand kennen. Het OCMW zoekt buddy-gezinnen.
De buddygezinnen begeleiden de vluchtelingen in het dagelijks leven. Bedoeling is dat men de aangekomen gezinnen wegwijs maakt in onze stad (park, bib, winkel), dat er een nieuw netwerk ontstaat, enz. Meer algemeen de verbondenheid bevorderen tussen Kortrijkzanen en deze nieuwe Kortrijkzanen. Bij voorkeur gaat het om gezinnen die qua samenstelling overeenstemmen met het gevluchte gezin. De begeleiding door het buddy-gezin is aanvullend op de reguliere en professionele opvang van het OCMW. Kandidaat gezinnen melden zich aan via 1777. Het OCMW doet de screening, begeleiding, enz. Gezinnen worden opgeroepen van zodra een nieuw gezin aankomt.
Voor het gezin Dada is er intussen een buddy-gezin gevonden. Het gaat om een jong gezin met twee zoontjes. Vanaf deze week start de begeleiding. 4. Andere richtlijnen voor de opvang. Het OCMW raadt af om vluchtelingen in huis te nemen. De private opvang bij particulieren kan er toe leiden dat de vluchteling een aantal rechten inzake opvang misloopt. Wij willen ook zoveel als mogelijk de eigenheid van het gezin bewaren. Daarenboven dragen deze mensen een pak trauma’s met zich mee en hebben zij nood aan gespecialiseerde opvang en begeleiding. U heeft kledij, huisraad of andere nuttige spullen ter beschikking? Graag contact opnemen met 1777. U neemt zelf initiatieven? Laat het weten aan 1777 en bezorg alle informatie. Het is de bedoeling via een webpagina op de site van Kortrijk een overzicht te bieden per categorie van alle hulpinitiatieven. Het gaat hierbij zowel over officiële en landelijke hulpinfo als over de lokale initiatieven. Nuttig voor wie organiseert of wil meedoen.
3
5. Hoe de oorlogsvluchtelingen en mensen die asiel zoeken worden opgevangen. Binnen het LOI wordt een bed-bad-brood regeling voorzien. Asielzoekers krijgen een woning ter beschikking aangepast en ingericht volgens de gezinssamenstelling. Bij vertrek uit de woning komt er onmiddellijk een nieuw gezin dat door Fedasil werd toegewezen aan Kortrijk. De asielzoekers krijgen via het OCMW (gesubsidieerd door Fedasil) een tussenkomst in medische kosten, kledij, schoolkosten, enz., en er wordt hen een wekelijks leefgeld uitbetaald voor voeding en persoonlijke hygiëne. Het nieuwe Kortrijkse gezin ontvangt dus 192€/week (66+47+47+32) of ongeveer 27€/dag voor voeding en hygiëne. Subsidie van Fedasil voor het OCMW Fedasil voorziet een dagvergoeding voor het OCMW per opvangplaats. Ze bedraagt voor een bezette plaats 37,77 euro per dag voor een volwassene en 20,78 euro per dag voor een begeleide minderjarige. Voor een niet bezette plaats bedraagt deze vergoeding 15,11 euro per dag voor een volwassene en 8,31 euro per dag voor een begeleide minderjarige. Het OCMW dient deze subsidie aan te wenden voor huisvesting (huur, energie, water…), installatie (meubilair, huisraad…), leefgeld en andere kosten verbonden aan het verblijf van de asielzoeker (school, kledij, ontspanning,…), personeel (maatschappelijk werkers, administratieve krachten, technische medewerkers voor het onderhoud van het patrimonium en het gebruiksklaar maken van de woningen,…) Taken van de LOI-medewerkers De maatschappelijk werkers van het LOI staan in voor de eerste opvang en installatie van de asielzoeker in Kortrijk en in de woning. Daarnaast voorzien zij in de begeleiding inzake het dagelijks leven (hoe werkt onze maatschappij, ...) en begeleiden zij de asielzoekers inzake de asielprocedure. De begeleiding in het dagelijkse leven gaat ook over de voor ons meest evidente zaken (scheiding van huisvuil, koken op gas of elektriciteit, onderhoud en hygiëne, onderwijs, vrije tijd, … om maar enkele voorbeelden te noemen). De maatschappelijk werker gaat, als de mensen dit wensen, ook in op de analyse van het vluchtverhaal en biedt ondersteuning bij traumaverwerking. Indien nodig wordt doorverwezen naar gespecialiseerde hulp Voor de opvang en de begeleiding wordt in de beginfase beroep gedaan op een tolk. 6. Rechten en plichten Tijdens de asielprocedure is het niet evident om werk te vinden. De onzekerheid van het statuut en de belemmeringen op vlak van taal en integratie bemoeilijken het activeringstraject. Het gaat meestal om uitzendarbeid. Mogen ze werken? Asielzoekers die minstens 6 maanden in de asielprocedure zitten kunnen een arbeidskaart C aanvraag en mogen werken.
4
Voor asielzoekers die in het LOI verblijven, geldt een bijdrageregeling in de kosten van de materiële opvang. Er is dus geen volledige cumulatie van het leefgeld en het loon. Gaan de kinderen naar school? Leerplichtige kinderen worden onmiddellijk ingeschreven in het reguliere onderwijsnet. De maatschappelijk werker gaat met de ouders mee naar de school om de kinderen in te schrijven. Kleuter- en lagere school OKAN voor 12-18 jarigen Volgen ze taallessen? Volwassenen worden sterk gestimuleerd om lessen Nederlands te volgen. Gezien de verschillende instapmomenten en de wachttijden is het niet altijd mogelijk om snel te starten. Wat gebeurt er als ze erkend worden? Wie erkend wordt als vluchteling moet het LOI binnen de 2 maanden verlaten. Men heeft op dat moment geen recht meer op materiële hulp. De maatschappelijk werker zal de betrokkene begeleiden in zijn zoektocht naar een geschikte en betaalbare woning en mee onderhandelen met huiseigenaars of immokantoren. Ook de Woonclub kan helpen in de zoektocht. Als er binnen de voorziene termijn geen geschikte woning is gevonden, wordt betrokkene tijdelijk ondergebracht in een transitwoning. Hij is op dat moment leefloongerechtigd en moet een bijdrage betalen voor het gebruik van de woning maar krijgt tot 6 maanden extra tijd om een andere woonst te vinden. Wordt er binnen de voorziene termijn wel een geschikte woning gevonden, dan komt het OCMW tussen in een terug te betalen huurwaarborg. De betrokkene wordt leefloongerechtigd en het dossier wordt overgedragen aan een collega maatschappelijk werker. Rekening houdend met het taalniveau van de betrokkene wordt onmiddellijk een activeringstraject met mogelijkheid tot tewerkstelling art. 60§7 opgestart. We vermelden dat van alle mensen in leefloon in Kortrijk (waaronder vluchtelingen), momenteel 74,2 % wordt geactiveerd. Dit is een van de hoogste percentages van het land. In 2013 en 2014 hebben we dit percentage met ongeveer 20% verhoogd. De rest van de mensen in leefloon zijn (grotendeels) studenten en scholieren en (in mindere mate) mensen die wegens persoonlijke omstandigheden niet terecht kunnen op de arbeidsmarkt. Wie niet bereid is om werk te zoeken of te werken, ontvangt geen leefloon.
Voor meer info: Philippe De Coene 0477/45 32 32 – Elke Cuvelier 0473/86 24 57
5