Taalontwikkeling en taalontwikkelingsstoornissen
Een woordje vooraf…
Taalvorm
-------------------
fonologie syntaxis morfologie
Taalinhoud ------Taalgebruik -------
semantiek pragmatiek
Taalvorm
Fonologie: klankvorming en klankwaarneming articulatiefouten jongere of afwijkende fonologische ontwikkeling ? – cfr. globaal niveau fonologische stoornis ? http://www.uiowa.edu/~acadtech/phonetics /#
Taalvorm
Syntaxis: zinsvorming lengte van de zinnen, woordvolgorde.. Morfologie: grammaticale regels werkwoordvervoeging, enkelvoud/meervoud
Taalinhoud
Semantiek: begrijpen van betekenis van woorden afhankelijk van de taal-input senso-motorische ontwikkeling - woordvindingsproblemen
Taalgebruik
Pragmatiek: wat ‘doet’ de taalgebruiker met zijn taal taalfuncties leeftijdsadequaat hanteren communicatieve pragmatiek beurtwisseling rekening houden met voorkennis verduidelijken hulp vragen
De normale taalverwerving
Prelinguale periode - van 0 tot ongeveer 1 jaar - huilen / schreien - vocaliseren - vocaal spel - brabbelen
De normale taalverwerving
Differentiatiefase - van 2;6 tot 5 jaar - fonologische ontwikkeling - semantiek en woordenschat - syntaxis en morfologie - pragmatische aspecten
De normale taalverwerving
Vroeglinguale periode - van 1 tot 2;6 jaar - de éénwoordfase - de twee- en meerwoordfase
De normale taalverwerving
Voltooiïngsfase - van 5 tot 9 jaar
0 – 2 maanden
Gericht op geluiden Herkennen stem ‘pre-communicatieve talenten’ vb. imitatie: tuiten van de lippen, tong uitsteken
Gedifferentieerd brabbelen - verschillende klanken - verschillende intonaties (vraag, mededeling…) reik- en wijsgedrag
12 – 18 maanden
12 – 18 maanden
Doelbewust beurt nemen door het kind Geluiden in de beurten krijgen meer betekenis Soepele beurtwisseling
Nog geen communicatieve intentie
8 maanden
8 maanden
grote verschillen in verschijnen eerste woorden: - langzaam verminderen brabbelen – stilaan meer verstaanbare woorden - brabbelen stopt – pauze – verschijnen eerste woorden - beperkte actieve woordenschat, mooie uitspraak - snelle toename woordenschat, articulatie zwakker
Stap van brabbelen naar eerste woordjes “namen – honger” Spelen met woorden en klanken Melodie, ritme, toonhoogte lijkt steeds meer op taal. Benoemen van dieren, personen, voorwerpen en acties uit dagelijkse leven
18 – 24 maanden
Enorme toename van woordenschat Zinsvorming komt op gang Vragen om aandacht Opmerkingen maken Vragen om handeling of voorwerp Echolalie - herhaald imiteren
+ 24 maanden
Zinsvorming Communicatie wordt gerichter Taalgebruik nog beperkt tot hier en nu Niet – talige grapjes overdreven gebaren nonsens-zinnetjes of klankgroepjes Gesprekjes als onderdeel van sociaal functioneren
Differentiatiefase (2;6 – 5 jaar)
Grote creativiteit ‘eigen woorden’ maken, neologismen kronkelbrood = croissant parelboom = vuurwerk Soms periode van ‘aarzelend spreken’ - vaak in emotionele situaties - teveel ineens willen vertellen
Taalproblemen en taalpathologie
Spraakstoornissen - stemstoornis - articulatiestoornis - stotteren Taalstoornissen - specifieke taalstoornissen - niet-specifieke taalstoornissen
Differentiatiefase (2;6 – 5 jaar)
Grote drang tot communiceren Meer en meer benadering volwassen model Uitbreiding woordenschat Morfologische ontwikkeling Syntactische ontwikkeling Fonologische ontwikkeling
Voltooiïngsfase (5 jaar en ouder)
Steeds moeilijker te onderscheiden van volwassen taalgebruik Fonologie: geen systematische fouten Vlottere zinsconstructie Taal wordt steeds verder verfijnd
Taalproblemen: soorten
Specifiek Niet-specifiek
Vertraagde ontwikkeling Gestoorde ontwikkeling
Specifieke taalstoornis
“Het taalgebruik van het kind vertoont kenmerken die meestal niet in een bepaalde fase van het taalverwervingsproces thuishoren Niet te verklaren vanuit andere problemen Taalstoornis lijkt het enige probleem
Enkele voorbeelden
Ernstige woordvindingsproblemen Syntactisch-morfologische stoornissen Ernstige, hardnekkige articulatieproblemen / verbale dyspraxie
Beïnvloedende factoren
Gehoor Motoriek Intelligentie Emotionele ontwikkeling Taalinput Gezondheid Organische afwijkingen
Hoe noemen we dit ?
SLI
– kinderen taalontwikkelingsstoornis Op zichzelf staande taalontwikkelingsstoornis Vb. dysfatisch kind Vb. congenitale afasie Vb. verlate taalaanvang Primaire
Niet specifieke taalstoornissen
‘stoornissen in het taalbegrip en de taalproductie die voor een groot gedeelte te verklaren zijn vanuit een duidelijk aanwezige andere stoornis’ Niet op zichzelf staande taalstoornissen
Risicogroepen
Zieke kinderen / langdurige hospitalisatie Buitenlandse adoptiekinderen/ pleegkinderen Twee – en meerlingen Herhaaldelijke tijdelijke gehoorsdalingen Emotionele gebeurtenissen (vb. overlijden) Ernstige visuele problemen Twee- of meertaligheid; dialect
Twee – of meertaligheid
Tweetalig is een kind dat zich regelmatig en met gemak van twee talen kan bedienen in zijn dagelijkse leefwereld, op een manier die past bij zijn leeftijd. Te onderscheiden zijn
Immersie/ leerhulp/gemengd Taalshock en cultuurshock gepaard gaande met stilteperiode Attritie/submersie of subtractieve tweetaligheid/additieve tweetaligheid Verloop: Interferentieverschijnselen
Succes door
Standaardtaal/dialect Simultane tweetaligheid Successieve tweetaligheid
Successieve tweetaligheid
Simultane tweetaligheid
Vertraagde en/of gestoorde ontwikkeling ?
Vertraagde ontwikkeling: het taalsysteem van het kind vertoont de meeste kenmerken van een jonger kind
Motivatie en positieve attitude Tijd
Belang van vroegtijdige onderkenning
Eentalig opgevoed kind beheerst tussen 5 en 7 j de basisregels en tussen 9 en 10 alle syntactische constructies en uitzonderingen. Ook zo voor kinderen die tweetalig opgevoed worden, maar woordenschat is vaak minder uitgebreid. Totale woordenschat is wel groter. Lezen daardoor vaak iets trager. Alle testen zijn op eentaligen genormeerd (behalve TAK toets).
Bvb two schoeen
Vertraagde en/of gestoorde ontwikkeling ?
Simultane tweetaligheid: verloop (vooral gebaseerd op makkelijk te onderzoeken actieve taal): losse woorden in beide talen, woorden uit beide talen samengevoegd tot zinnen (code switching) Derde stadium, meestal rond de leeftijd van 3 jaar: één situatie – één taal: bvb begint te protesteren wanneer vader plots de taal van moeder spreekt. Dit is ook wel de fameuze mixing periode: lexicaal en grammaticaal: bvb ik ben zinging, le petit garcon mangt,.. Zo blijkt dat kinderen vaak de eenvoudiger morfologie eerst leren. Tussen de leeftijd van 5-7 jaar: taal en persoon los koppelen
Gestoorde ontwikkeling: taalgebruik van het kind vertoont specifieke kenmerken die men vaak niet in een bepaalde fase van het taalverwervingsproces terug vindt Combinatie van beiden: jonger niveau van taal met bizarre, opvallende elementen
Relatie sociaal-emotionele ontwikkeling taalontwikkeling gedragsproblemen Gestoorde communicatieve interactie met de omgeving Kritische of gevoelige periode voor taalverwerving ? Meer kans op leerproblemen Spraak-taalontwikkeling centrale plaats in totale ontwikkelingsproces
Signaleren, screenen
Groninger minimum spreeknormen 1 jaar : veel en gevarieerd brabbelen
Signalerings – screeningsinstrumenten vb. Groninger Minimum Spreeknormen vb. VTO- Taalscreeningsinstrument vb. Van Wiechenonderzoek
Groninger minimum spreeknormen 3 jaar : zinnen van drie tot vijf woorden zinsopbouw nog niet correct geen opvallende nasaliteit meer ongeveer 75 % verstaanbaar 4 jaar : eenvoudige, korte zinnen problemen met meervoudsvorming en werkwoordvervoeging ruim 75 % verstaanbaar
Groninger minimum spreeknormen
Vragen uitdrukkelijk naar taalproductie Objectieve info ouders (97 % ouders correcte informatie) Taalbegrip: slechts 26 % ouders geeft correcte informatie Communicatieve ontwikkeling: 40 % ouders geeft correcte informatie
1;6 jaar : tenminste vijf woordjes (papa, mama en nog drie andere) woordopbouw nog onvolledig 2 jaar :
zinnen van 2 woorden woordopbouw nog onvolledig ongeveer 50 % verstaanbaar
Groninger minimum spreeknormen
5 jaar : goed gevormde, ook lange zinnen concreet taalgebruik 90 % of meer is verstaanbaar
Kind en Gezin – Van Wiechenonderzoek
Longitudinaal onderzoeksinstrument, dat werkt zoals groeicurven. Het is geen screeningsinstrument. Het is genormeerd op een vergelijkbare populatie. Er is een uniforme uitvoeringswijze, beoordeling en notatie.
Kind en Gezin – Van Wiechenonderzoek
32 Reageert op roepen bij naam (M)
Er wordt gebruik gemaakt van gestandaardiseerd materiaal. Het houdt rekening met de beperkte onderzoekstijd. Het geeft aanleiding tot het bespreken van de ontwikkeling met de ouders. Denk aan gehoor- en contactstoornissen
33 Zegt “dada”,“baba”of “gaga” (M)
36 Zwaait “dag-dag” (M) De onderzoeker spoort aan tot zwaaien door zelf te zwaaien
Observatie reeksen a-klanken
M: ”Maakt uw kind geluidjes zoals dadada, bababa, gagaga als hij bijvoorbeeld in de box of in bed ligt ?”
M: “Zwaait uw kind weleens als er iemand binnenkomt of weggaat?” PS Ook een ander communicatief gebaar is mogelijk (zie handboek) Bij interpretatie rekening houden met taalaanbod, taalproductie en ouder-kind relatie
38 Begrijpt enkele dagelijks gebruikte zinnen (M)
Geef korte opdracht zonder suggestieve gebaren Bijv. “pak de bal” of “geef je pop eens aan mama”
N-CDI: Lijsten voor communicatieve Ontwikkeling
Observatie of kind dit begrijpt M: “Hebt u de indruk als u tegen uw kind praat dat hij enkele zinnen begrijpt zonder dat u daarbij gebaren maakt? Voorbeelden?”
Oudervragenlijst Brede doelgroep van gebruikers Screening in functie van preventie en vroege detectie van communicatieve problemen
N-CDI: Lijsten voor communicatieve Ontwikkeling
Aanvullende informatie bij onderzoeksgegevens Preverbaal en verbaal niveau Leeftijdsequivalenten/taalleeftijden
N-CDI Woorden en Gebaren
Gebruik bij kinderen van 8 tot 16 maanden
2 onderdelen: - vroege woordjes - acties en gebaren
N-CDI: Woorden en Gebaren
N-CDI Woorden en Gebaren
Vroege woordjes: - eerste tekens van begrijpen - zinnen - eerste woordjes - woordenschatlijst
N-CDI Woorden en Zinnen
Deel 1: Woorden die kinderen gebruiken - woordenschatlijst - manier waarop kinderen woorden gebruiken
Acties en Gebaren: - Eerste communicatieve gebaren - Spelletjes en routines - Acties met objecten - Volwassenen nadoen - Gefantaseerde voorwerpen
N-CDI Woorden en Zinnen
Deel 2: Zinnen en zinsbouw - woorduiteinden - woordvormen - voorbeeldzinnen
Vaak gebruikte taaltests
NNST – Nederlandstalige Nonspeech Test
NNST – Nederlandstalige Nonspeech Test RTOS - Vernieuwde Reynell Taalontwikkelingsschalen Reynell Test voor Taalbegrip TVK – Taaltests voor Kinderen Schlichting Test voor Taalproductie Nijmeegse Pragmatiektest
NNST – Nederlandstalige Nonspeech Test
RTOS – Vernieuwde Reynell Taalontwikkelingsschalen
Expressieve taal - voorlopers van taalproductie vocaliseren, klankimitatie - taalproductie benoemen
Schlichting Test voor Taalproductie
Leeftijdsbereik: 1;2 tot 6;3 jaar
Test voor Zinsontwikkeling Test voor Woordontwikkeling Test voor Auditief Geheugen
Leeftijdsbereik: 12 – 21 maanden Receptieve taal - voorlopers van taalbegrip auditief; visueel - taalbegrip uitvoeren van opdrachten
Leeftijdsbereik: 2;0 – 5;0 jaar Taalbegripsschaal Taalproductieschaal - woordenschat - taalinhoud - spontane taal
Test voor Woordontwikkeling
Test voor Woordontwikkeling
Nijmeegse Pragmatiektest Leeftijdsbereik: 4 – 7 jaar Subtests: communicatieve functies: verzoek om verduidelijking, om uitleg, vraag om informatie… presuppositie: rekening houden met eerder opgedane kennis/ aanpassen van de spreekstijl conversationele vaardigheden: interactie structuur introduceren, aanhouden, veranderen van onderwerp vertelvaardigheden: oriëntatie, opbouw, kern van het verhaal, afloop en slot
Therapievormen….taaltherapie
Indirecte therapie
Directe therapie - individuele therapie - groepstherapie - multidisciplinaire therapie
Therapievormen
Therapievormen
Keuze afhankelijk van - ernst van de taalontwikkelingsstoornis - bijkomende stoornissen ? - mogelijkheden van het kind - mogelijkheden en beperkingen van de omgeving (organisatie, financieel)
Indirecte therapie
ouders ‘therapeutisch’ leren omgaan met hun kind hometraining, oudercursussen, adviesgesprekken extra aandacht voor taal binnen dagelijkse situaties, in vertrouwde omgeving en door vertrouwde personen
Hanen project
Taal leren tijdens dagelijkse bezigheden In eigen omgeving VAT- manier gebruiken om kind te stimuleren tot nemen van meer initiatief - Volgen - Aanpassen - Toevoegen
Keuze afhankelijk van: - leeftijd van het kind - werkhouding van het kind
De ‘Hanen’ oudercursus
Directe therapie
therapie bij logopedist(e) Individuele of groepstherapie Zeer specifieke therapeutische doelstellingen
Het prijskaartje en de administratie….
Containerprincipe: frequentie in overleg / meer flexibiliteit Voorschrift opgemaakt door arts - naam en °datum - etiologie,aard en omvang stoornis - aantal zittingen - voorschrift vergezeld van logo verslag - !datering aanvangsbilan/ behandelzittingen
Het prijskaartje en de administratie…. Terugbetalingsvoorwaarden logopedie : - Afhankelijk van mutualiteit - 1 Percentielscore op taaltest: Pc < 5 - Limitatieve lijst van testen ! - IQ – Gegevens: IQ min 86 - Geen ernstig gehoorprobleem - Tijdsduur: 1 sessie = min. ½ uur
Het prijskaartje en de administratie….
Aanvraag onder specifieke categorie vb. vertraagde spraaktaalontwikkeling Binnen 1 categorie max. 2 jaar terugbetaling mogelijk (uitzonderingen..) Langere termijn mogelijk indien aanvraag onder andere categorie (vb. leerstoornis; stotteren)
Het prijskaartje en de administratie….
Prijs per zitting - min 30 min: 20.55 euro 15.42 euro terugbet. - min 60 min:
Multidisciplinaire therapie : revalidatiecentrum
Richten zich op behandeling van specifieke doelgroepen Min. 3 disciplines (vb. kine – logo - ergo) Tijdsduur beperkt tot 2 jaar Wachtlijsten toelatingsvoorwaarden
Ondersteunende / alternatieve communicatie (AAC)
Extra ondersteuning van taal Alternatief wanneer actieve taal uitblijft Grote discrepantie tussen taalbegrip en actieve taal
41.10 euro 30.41 euro terugbet.
Buitengewoon onderwijs
Type 7 onderwijs voor kinderen met gehoor- of ernstige spraak/ taalstoornissen (‘taalklas’) intensieve logopedische begeleiding taalbad ook auti-werking
Communicatieboekje
Beta- prenten
SMOG (Spreken Met Ondersteuning van Gebaren)
SMOG
Frequent gebruikt binnen BO scholen Vaak klassikaal aangeboden ter ondersteuning Eenvoudige gebaren
Communicatie apparaat Alpha talker
Communicatie apparaat: B.A.Bar
Mind Express