Een woordje vooraf! Beste voorlezers, vrijwilligers, boekenfanaten, We maken een kringetje, Van jongens en van meisjes. We maken een kringetje Van tra-la-la. Maak nu een buiging, Maak nu een buiging. Bij de hand, bij de hand, Pak je liefje bij de hand. Bij de hand, bij de hand, Pak je liefje bij de hand. Jongens en meisjes, verschillen ze echt zoveel van elkaar? En waar komen die verschillen eigenlijk vandaan? Nature or nurture (natuur of opvoeding), de eeuwige vraag van vele sociologen. Ook al hoeven we geen echte verschillen te maken, soms is het toch echt wel fijn om met een clubje meisjes eens lekker meisjesachtig te doen, zoals in het boek Prinses Lillifee. Baljurkjes? Check. Roze? Check. Glitters? Check. Laat het feest dus maar beginnen! Doe ook eens lekker stoer met een bende jongens en duik met hen in het boek Ridders, dino’s en piraten. Laat je fantasie de vrije loop en beleef de spannendste avonturen! Vergeet je zwaard niet om al die wilde beesten en monsters het hoofd af te hakken… Jongens en meisjes, er zullen er weer heel wat zitten te wachten vanaf 4 maart, overigens het begin van de Jeugdboekenweek. We verwachten deze periode te zullen voorlezen aan een 120 gezinnen! We krijgen versterking van heel wat studenten Sociaal Werk en Orthopedagogie, die in een keuzetraject voor de Boekenkaravaan kozen. Ook dankzij de aandacht van ATV in het boekenprogramma Onder Cover (uitzending van 19 december 2012), kregen we weer heel wat nieuwe vrijwilligers. Dit fragment is nog steeds te bekijken op de website van ATV. De media hebben we de laatste tijd trouwens echt wel mee, want ook Flair contacteerde ons in januari. In een reeks over idealista’s zal Kyra Fastenau, één van onze vrijwilligsters, de Boekenkaravaan vertegenwoordigen. Met foto en alles erop en eraan verschijnt het artikel in Flair 9. Zeker in de gaten houden! (op 26/03 in de winkel). Maar voordat je erop begint te surfen naar ons filmpje, en naar de krantenwinkel holt om te checken aan welk Flairnummer men is, zet je eerst lekker. Neem je Boekenkaravaanthermos(*) en schenk jezelf een kopje koffie in. Lees eerst even onze Boekenkaravaangazet en voel de voorleeskribbel weer opkomen! Mylo Freeman kwam ons op 2 februari alvast opnieuw heel veel zin geven om in een nieuw voorleesavontuur te duiken. Haar lezing in Permeke werkte erg enthousiasmerend op vele vrijwilligers. De drie prinsessenpoppen die we van haar kochten van Arabella en haar vriendinnetjes, waren de volgende maandag meteen uitgeleend! Meteen uitgetest. Met succes! We wensen jullie veel leesplezier. Riet en Marijke *Was je niet op het bedankingsetentje en heb je je vrijwilligerscadeautje nog niet gekregen? Na een seintje mag je deze nog steeds komen afhalen bij ons op kantoor.
We stellen nog graag onze nieuwste redactiemedewerker aan jullie voor: Aleksandra Hrkic - Studeerde Duitse en Engelse Taal-en Letterkunde in Gent. - Wilde graag redactiewerk doen. - Via de Boekenkaravaan ontdekte ze niet alleen kinderliteratuur, maar ook de manier waarop kinderen omgaan met boeken, wat zij gewoon geweldig vindt. Lievelingsboeken: Blinker en de Bakfietsbioscoop van Marc de Bel, Tien Kleine Negertjes van Agatha Christie, sprookjes en andere verhalen die ze altijd opnieuw kan lezen zonder dat ze gaan vervelen zelfs wanneer je het einde ervan al kent, zoals Stemmen van Marrakech door Elias Canetti. Beste voorleeservaring: Aan het einde van de lagere school las Alexandra’s lerares zedenleer elke les een stuk uit De Lege Cel van René Swartenbroekx. Telkens keek ze uit naar het vervolg: “het was heerlijk om het verhaal voor je ogen te zien afspelen, door de stem van de lerares verdween de klasomgeving en werden ze allemaal naar een nieuwe wereld gevoerd.”
inHoud 1. Over boeken en lezen
3. Over de grens
° meisjes- of jongensboeken: wat lees jij? °Specialist aan het woord °Voorleestips van de redactie
° Adopteer eens een boek °Een A kaart, wij raden het A aan ° De verteldoos ° Een dagje student aan de kinderuniversiteit ° Verslag van de vormingsdagen op 19 en 26 januari 2012 ° Voorlezen zoals een boekenjuf °De plaats van de Boekenkaravaan in de diversiteit van het Antwerpse onderwijs. ° De Boekenkaravaan op ATV °Slotfeest met de Zeven Samoerai in het Oude Badhuis op woensdag 30 januari °Verwennerij met prentenboeken
2. Woord en beeld ° Vervolgverhaal Het toverbrood - deel 6
4. Praktisch ° Activiteitentips ° Prijsvraag ° Contact ° Met dank aan
Over BoeKeN eN LEzeN
Meisjes- of jongensboeken: wat lees jij? Om te beantwoorden wat kinderliteratuur precies inhoudt, moet men eerst de term zelf definiëren. Want zoek je naar boeken voor de kleinsten, dan kom je plots terecht tussen de zogenaamde adolescentenboeken of omgekeerd, laat staan dat men de opgelegde scheiding tussen meisjes- en jongensliteratuur probeert te onderzoeken. Hier zal dan ook afwisselend over de doelgroep van zowel kinderen als tieners gepraat worden, omdat in beide genres mannen en vrouwen nog steeds op een stereotiepe manier worden afgebeeld. Mannen spelen daarbij een opvallende en actieve rol in de verhalen terwijl vrouwen minder zichtbaar zijn. Dat is problematisch voor de ideevorming van genderrollen en identiteit bij jongens en meisjes van alle leeftijden. Toegegeven, wanneer het om kinderen gaat, hebben mensen de neiging om het over een geslachtsloze groep schattige naïevelingen te hebben. De waarheid ligt echter anders en dit wordt ook in de literatuur zichtbaar.
Een jongen of een meisje? Het geslacht van een kind is vanaf de geboorte een essentieel element in de interactie met ouders en andere volwassenen. Niet alleen gedragen zij zich anders tegenover een jongen dan tegenover een meisje, maar de baby zelf lokt dit gedrag ook uit. Jongens blijken hun aandacht eerder op objecten te richten, terwijl meisjes langer naar gezichten kijken. Hoewel ze beiden in het begin hetzelfde soort speelgoed hebben, zullen jongens uiteindelijk actiever met hun speeltjes omgaan dan meisjes, die op hun beurt eerder een verzorgende functie uitoefenen tijdens het spelen. Op cognitief vlak
is er eveneens een verschil vast te stellen. Bij meisjes is de linkerhersenhelft, die aan het taalgevoel en het spreken gekoppeld is, beter ontwikkeld. Bovendien zijn de twee hersenhelften bij de meisjes nauwer met elkaar verbonden, zodat ze meer en sneller informatie verwerken. Ze leren bijvoorbeeld sneller lezen dan jongens, die meer last zouden hebben van lees- en spraakproblemen zoals dyslexie en stotteren. Jongens hebben op hun beurt een sterkere rechterhersenhelft, die hen een beter ruimtelijk inzicht biedt en meer affiniteit met beelden mogelijk maakt. Hoewel jongens en meisjes dus biologisch van elkaar verschillen, zou het toch ongenuanceerd zijn om het sociale aspect achterwege te laten. Waarom maken we bijvoorbeeld het verschil tussen roze en blauwe babykleertjes? Wat schuilt er achter de naamgeving? Waarom worden jongens sneller en harder gestraft dan meisjes? Onze verwachtingen over welke rollen jongens en meisjes of mannen en vrouwen moeten aannemen, worden er van kleins af aan ingeprent. De thuissituatie is één aspect, de schoolomgeving en vriendenkring een ander. Het cliché van vrouwen als huisvrouwen en mannen die de kost verdienen, is ondertussen in het bewustzijn gedrongen, maar blijft in de realiteit nog steeds moeilijk te verdringen. Hiervoor en ook voor de relevantie in de literatuur, is het vermelden van de feministische beweging in de context van meisjesliteratuur nuttig. Helma van LieropDebrauwer en Neel Bastiaansen-Harks behandelen de verhalen voor tienermeisjes onder de noemer ‘meisjesliteratuur’ (weer eens een bewijs van een gebrek aan consensus over de term: op welke leeftijd spreekt men nog van een meisje?) en definieren de traditionele ‘meisjesboeken’ als “verhalen waarin traditionele normen en waarden ten aanzien van vrouwen het denken en handelen bepalen.” Hierin wordt verteld vanuit een
OVER BOEKEN EN LEZEN
vertelperspectief waar jonge lezeressen zich gemakkelijk kunnen identificeren met de vrouwelijke leeftijdsgenoot in de hoofdrol en op het einde worden conflicten opgelost in een happy end, liefst met een droomman aan haar zijde. Deze boeken gaan over een meisje met een rebelse houding dat zich aanpast tot een volgzame jonge vrouw en mannelijke figuren vormen in dit proces betrouwbare raadgevers. Een eenzijdig beeld dat veel kritiek kreeg, maar pas na de tweede feministische golf in de jaren 70 enigszins kon worden bijgesteld, onder meer door de concurrentie van nieuwe verhalen zoals die over het stamhoofd Winnetou. Waar meisjes echter naar dezelfde boeken grepen als jongens, kon het tegengestelde maar moeilijk vastgesteld worden. Na deze maatschappelijke en literaire veranderingen werd het niet alleen mogelijk voor mannelijke personages om een hoofdrol te spelen, maar ook om thematisch uit te wijden in de jeugdliteratuur, zodat onderwerpen uit de volwassenenliteratuur nu ook voor de jeugd toegankelijk worden.
“Daar zijn wij het totáááál niet mee eens!” Maar waar ligt het verschil dan tussen jonge lezende meisjes en jongens? En zijn de verschillen verwaarloosbaar, als er in de vakliteratuur, de pedagogie en bibliotheken in de eerste plaats een verschil in leeftijd wordt gemaakt, wanneer het de ontwikkeling en leeshouding van het kind betreft? Jan van Coillie (1999) schetst, aan de hand van een berisping die de kinderjury van Schagen in 1977 aan de volwassen Griffeljury schreef, het verschil tussen een jonge en volwassen lezer. Volwassenen houden bij het beoordelen van boeken rekening met de opvoedkundige boodschap of de maatschappijvisie in een verhaal en vinden kenmerken zoals originaliteit, openheid en diepgang belangrijk waarbij een actieve en kritische leeshouding wordt verkozen boven voorspelbare eindes, stereotiepe personages en eenvoudige taal. Kinderen daarentegen vinden doorgaans dat een boek in de eerste plaats spanning en avontuur in zich moet dragen. Het moet herkenbaar en toegankelijk zijn, maar bovenal zou een verhaal de jonge lezer volledig moeten meeslepen. De ontspannende, escapistische functie van literatuur is vooral belangrijk voor kinderen jonger dan 12 die zich graag laten betoveren door fantasie en een goed einde, hoewel een open einde ook vanaf 10 jaar geapprecieerd wordt. Het verhaal moet goed te volgen zijn in gemakkelijke taal zonder te veel personages, die herkenbaar en meestal zwart-wit getypeerd zijn. Maar het zijn vooral veellezers vanaf 11 jaar die deze structuur minder belangrijk beginnen te vinden en eerder voor complexere plots en uitdagendere woordenschat te vinden zijn. Alle leeftijden, zowel jonger als ouder dan 12 jaar, willen één worden met de personages en het verhaal om volledig in die nieuwe wereld te duiken, alleen zijn het de jongeren die echt actief in het verhaal willen meespelen. Oudere kinderen verkiezen dan weer emotionele inleving, terwijl vooral meisjes ontroering belangrijk vinden. Wanneer het de boodschap betreft, kan duidelijk gesteld worden dat kinderen zelden bewust zoeken naar levenslessen. Het mag dus wel een beetje leerzaam zijn, alleen is er een duidelijk verschil in leeftijd en geslacht. Bij lezers jonger dan 10 mag die boodschap gerust expliciet zijn, voor twaalfplussers is het interessanter een kritische houding te stimuleren. Jongens lezen liever interessante of praktische informatie, terwijl meisjes graag op persoonlijk of moreel vlak bijleren.
Hedendaagse literaire kenmerken van kinder- en jeugdliteratuur Uitgaande van het feit dat kinderen andere lezers zijn dan volwassenen, is de keuze die men maakt in kinderboeken afhankelijk van het beeld dat men van een kind heeft. De meningen over opvoeding of met welke thema’s een kind al dan niet mag worden geconfronteerd, lopen uiteen en zijn van ouder tot ouder verschillend. Maar het zijn de auteurs die hierin een bepalende rol spelen. In haar artikel over de aanpassingen in het verhaal van Roodkapje door de eeuwen heen bewijst Zohar Shavit dat de motivatie van auteurs hiervoor sterk van het beeld over kinderen en hun opvoeding afhangt. Ze worden vertalingen genoemd, omdat enerzijds met “het maatschappelijke begrip van kinderen en het kind-zijn in een cultuur op een gegeven moment in de tijd, en anderzijds de teksten die een bepaalde maatschappij produceert voor kinderen, teksten die onderhevig zijn aan historische veranderingen” rekening moet worden gehouden. Wanneer een auteur dus in de pen kruipt, worden de ideeën over een kind en diens behoeften mee op papier gezet. Hedendaagse jeugdliteratuur – zowel voor jongens als voor meisjes – houdt zich vooral bezig met de individuele vraagstukken van een kind of jongere, hoe die zichzelf in de maatschappij plaatst en met problemen omgaat. In recente boeken voor tienermeisjes wordt de aandacht gevestigd op een individu dat haar eigen beslissingen neemt, zodat de identiteit als proces een centrale plaats krijgt en op de uitdagingen geconcentreerd wordt die gepaard gaan met het zelfstandig worden. De structuur wordt nu niet op voorhand vastgelegd, noch worden er antwoorden
aangeboden, ze bieden eerder een mogelijkheid tot reflectie. Helma van Lierop-Debrauwer vermeldt hierbij het begrip ‘kinderblik‘ van Maria Lypp (1977), waarbij een verhaalstructuur gehanteerd wordt waarin “auteur en lezer als gelijken met elkaar communiceren. De auteur moraliseert niet, maar biedt de lezer en zichzelf de kans door middel van een eigen, literaire verwerking van het thema, te reflecteren op bestaande kennis en ervaringen.” Maar ondanks alle veranderingen op literair en maatschappelijk vlak, lijkt het in het laatste decennium weer de oude kant op te gaan. Vriendschap onder meiden, het verlangen naar romantische liefde en de zoektocht naar een droomjob zijn enkele kenmerken die centraal staan in hedendaagse ‘meisjesboeken,’ zo luidt het volgens Rita Ghesquière (2009). Zij heeft het over boeken als Vriendinnen verliefd (Jacqueline Wilson, 2008), 4 vriendinnen 1 spijkerbroek (Ann Brashares, 2002) of Prinsessen-academie (Shanon Hale, 2008). ‘Jongensboeken’ verwijzen anderzijds gewoonlijk naar een avonturenverhaal met een lieflijke kwajongen die het goed bedoelt – met eventueel andere jongens in de hoofdrol – en meestal wordt er iemand een heldenrol toegeschreven. Onder meer Ik heet gewoon Tom (Jamie Gilson, 1987) of met voetbalthema’s doorspekte titels zoals Blessuretijd (Gerard van Gemert, 2008) zouden hier de jongens moeten aantrekken om de boeken open te slaan. Bij ‘jongensboeken’ – in tegenstelling tot ‘meisjesboeken’ – werd nog geen poging tot opwaardering vastgesteld. Statistisch gezien – en blijkbaar door een paar hersenkronkels die anders liggen bij jongens en meisjes – lezen jongens minder dan meisjes. Hiervoor werd een nieuwe boekenreeks B.O.J. opgericht, ofwel Boeken Over Jongens, opgesteld en goedgekeurd voor en door jongens. Zij beslissen namelijk zelf wat ze graag willen lezen, en dat blijken boeken te zijn die grappig en spannend zijn, vol cliffhangers staan en over jongens gaan. Op de site staat er een ware boektrailer, net zoals er over films bestaan, om de nieuwsgierigheid te wekken voor Opgejaagd van Dirk Nielandt (2012). Er bestaat zelfs een promofilmpje om jongens tot lezen aan te zetten (http://www.youtube.com/ watch?v=jQj7Z2izUhs). Zou dit een eerste aanzet zijn om ‘jongensboeken’ in een nieuw daglicht te plaatsen en misschien zelfs te veranderen? Wat zeggen boeken over de manier waarop we over kinderen en gender denken? Duwen de literaire en de sociale omgeving de kinderen in rollen die we actief proberen te doorbreken? Wat met jongens die liever met poppen spelen dan met auto’s of met meisjes die meer buitenspelen dan lezen? Vormen zij de ‘uitzondering’ op de meerderheid of kunnen zij deze stereotiepe beelden juist ontkrachten? En vooral: kunnen en zullen boeken hierbij helpen? Belangrijk is niet zozeer boeken op het geslacht van de jonge lezers af te stemmen, eerder moet hij of zij de mogelijkheid hebben boeken te lezen die aansluiten bij eigen interesses en behoeften. Net zoals interculturele kinderboeken talen en kleuren samenbrengen, zo ben ik ervan overtuigd dat ook boeken met flexibele en uitdagende kaders voor gender en verwachtingspatronen de identiteitsontwikkeling op een positieve manier (zullen) stimuleren. De benaming voor een genre – zij het voor meisjes of jongens in welke leeftijd dan ook – doet er in feite niet toe. Boeken met een ‘kinderblik’ spreken voor zich en de lezer interpreteert en ze zijn beiden in staat om in deze interactie gender in een nieuw perspectief te brengen. En jij, wat lees jij? Wat leest jouw kind?
Aleksandra Hrkic Bronnen: -
VAN LIEROP-DEBRAUWER, H., Normen en waarden in meisjesliteratuur. De (her)waardering van een genre.’
In: VAN LIEROP-DEBRAUWER, H., VAN MOOREN, P. en VERSCHUREN, H. (red.), Het paard van Troje. Niet- schoolse teksten in het onderwijs. NBLC Uitgeverij: Den Haag, 1996
-
ZLOTNIK, G., Ferme jongens, stoere knapen? Ad. Donker: Rotterdam, 1993
-
BERGSMA, A., Zoek de verschillen. Psychologie, jrg. 9 (1990), nr. 11, p. 14-17
-
Jongens spelen met auto’s, meisjes met poppen. Ouders van nu, 2005, nr. 2, p. 24-27
-
SHAVIT, Z., Roodkapje door de eeuwen heen. Veranderingen in het kindbeeld en de kinderliteratuur. De Leeswelp, jrg. 17 (2011), nr. 9, p. 329-332
OVER BOEKEN EN LEZEN
-
VAN COILLIE, J., Leesbeesten en Boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? Davidsfonds/ Infodok: Leuven, 1999
-
VAN LIEROP-DEBRAUWER, H. en BASTIAANSEN-HARK N., Over grenzen. De adolescentenroman in het literatuuronderwijs. Eburon Uitgeverij: Delft, 2005
-
VAN DEN HOVEN, P., Waar de hoofdstroom begint. Van probleemboek naar initiatieroman. In: VAN DEN HOVEN, P., Grensverkeer. Over jeugdliteratuur. NBLC Uitgeverij: Den Haag, 1994
-
BAKKER, N., NOORDMAN, J. en RIETVELD-VAN WINGERDEN, M., Vijf eeuwen opvoeden in Nederland. Idee en praktijk 1500-2000. Koninklijke Van Gorcum: Assen, 2010
-
Aan de slag met kinderboeken. Biblion Uitgeverij/Stichting Lezen: Den Haag, 2001
-
GHESQUIERE, R., Jeugdliteratuur in perspectief. Acco: Leuven, 2009
-
B.O.J. via Uitgeverij Zwijsen: http://www.uitgeverijzwijsen.be/educatief/method2.asp?id=1982
Specialist aan het woord: Welke boeken raadt Marleen aan? Marleen is eigenares van kinderboekenwinkel Pardoes op de Melkmarkt in Antwerpen. “Welke boeken komen bij jou op wanneer je denkt aan boeken voor jongens en boeken voor meisjes?”, vroegen we haar. “Ik denk vooral aan boekenreeksen,” antwoordde Marleen. En welke reeksen ze ons aanraadde, lees je hieronder. Voor jongens: Het leven van een loser - Jeff Kinney “Jongens houden van de humor in deze boeken, maar ook de lay-out spreekt hen erg aan, want de tekeningen zijn heel toegankelijk. En je hoeft geen tiener te zijn om deze boeken te begrijpen, ook al gaan ze over een jongen op de middelbare school.”
Warrior Cats - Erin Hunter “De verhaallijn van deze reeks is heel populair bij jongens. Het is een fantasieverhaal over allerlei katten. Ze zijn opgeleid tot krijgers en behoren tot een clan. Er zit veel avontuur in, maar ook de problematiek tussen het Midden-Oosten en de VS wordt er op een begrijpelijke manier in uitgelegd.”
CHERUB – Robert Muchamore “De serie is hoofdzakelijk populair bij jongens – ze worden aangetrokken door de donkere boekenkaft – maar ook meisjes gaan op in het verhaal. De boeken gaan over jongeren die worden ingeschakeld om spionagewerk te doen.”
OVER BOEKEN EN LEZEN
Voor meisjes: For Girls Only (of FGO) – Hetty van Aar “De thema’s waarvan meisjes houden komen hier altijd aan bod. De boeken gaan over vriendschap en liefde en dat zijn onderwerpen die voornamelijk meisjes aanspreken.”
Kinderen van Olympus – Elena Kedros “Dit zijn heel spannende boeken met veel avontuur. Ze gaan over meisjes die naar het eerste middelbaar gaan. Daar ontdekken ze dat ze krachten hebben, dat ze godinnen zijn, en ze worden opgeroepen om het kwaad te bestrijden. Ook hier worden de thema’s van liefde en vriendschap aangehaald.” De dansschool – Aurora Marsotto “De titel spreekt voor zich. Dit is een reeks die meisjes vanaf 8 jaar erg leuk vinden.”
Barbara Daelemans
Vergeet ook niet voor jezelf te lezen Al is het maar voor 6 minuten…
Het best kan je altijd een boek, magazine, krant bij je hebben, want enkele minuten lezen zou je stressgevoel als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. Althans, dat beweert de studie die Goed Gevoel in mei 2011 aanhaalde: “Een studie van de universiteit van Sussex wees namelijk uit dat zes minuten lezen het stressniveau met maar liefst 68 procent kan doen dalen. Het feit dat je je moet concentreren tijdens het lezen zou namelijk helpen je hart en spieren te ontspannen. Lezen bleek zelfs meer effect te hebben dan luisteren naar muziek (61%), een kopje thee drinken (54%) of een wandeling maken (42%).” Barbara Daelemans
Zo krijg je niet-voorlezende ouders aan jouw kant In Goed Gevoel van mei 2011 stond een artikel over de voordelen van voorlezen. Zoals elke vrijwilliger van de Boekenkaravaan waarschijnlijk al prediceert, vallen de pluspunten van voorlezen niet te ontkennen. Kinderen verruimen sneller hun woordenschat, waardoor ze zich beter kunnen uitdrukken; voorlezen versterkt de band tussen kinderen en de voorlezer; het samen lezen wakkert het plezier van verhalen en boeken bij kinderen aan, zodat ze zelf betere lezers worden. In dit artikel stond ook een interessant kaderstukje: ‘Vijf argumenten om niet voor te lezen weerlegd’. Stelt er in de toekomst iemand uit je kennis- of vriendenkring het belang van voorlezen in vraag, dan kan je misschien de experts van Stichting Lezen citeren. Sarah Van Tilburg en Tania Van Acker hebben voor elk excuus een tegenargument: 1. “Mijn kind kan geen vijf minuten stilzitten en zich concentreren.” Sarah: “Zeker ouders van erg jonge kinderen vinden dit vaak een argument om dan maar helemaal niet voor te lezen. Maar ook twee minuten voorlezen kan zinvol zijn. Ook doe-boeken met flapjes en deurtjes of zoekboeken doen het vaak erg goed bij beweeglijke kinderen. Geef je kind dus de kans om in het voorlezen te groeien en je zal merken dat het er op termijn echt van gaat genieten.” 2. “Ik ben er helemaal niet goed in.” Sarah: “Sommige ouders leven zich helemaal in, gebruiken stemmetjes en zo. Maar dat hoeft niet. Gewoon is goed genoeg. Of je een geoefende lezer bent of niet maakt voor de kinderen niet uit, ze zijn gewoon blij om jouw stem te horen, om aandacht te krijgen, om samen iets te doen.” 3. “Mijn kind kijkt liever televisie.” OVER BOEKEN EN LEZEN
Sarah: “We leven inderdaad in een beeldmaatschappij waarin boeken heel wat concurrentie hebben van televisie, computer… Maar als je van voorlezen een vast ritueel maakt, zal je merken dat kinderen daar op de duur ook naar vragen.” 4. “Mijn kind grijpt altijd naar hetzelfde boek en kent dat intussen al uit het hoofd.” Tania: “Zeker bij jonge kinderen is het normaal dat ze periodes helemaal weg zijn van één bepaald boek, dat ze op de duur uit het hoofd kennen. Ga daar zeker in mee, want dat is net heel zinvol. Ze vinden dat plezierig en het geeft hen vertrouwen: ‘ik ken dat, ik kan dat’. Op die manier zullen ze zich ook heel wat taal eigen maken.” 5. “Mijn kind is te oud om voorgelezen te worden.” Tania: “Veel ouders stoppen met voorlezen zodra hun kind zelf kan lezen en dat is jammer, want daarmee vallen meteen ook die gezellige momenten weg. Zolang jullie het allebei leuk blijven vinden, zou ik zeggen: blijven doen.” Oproep aan de voorlezers Volgens een recente studie van het onderzoeksbureau GFK zou 50% van de ouders nooit voorlezen! Dat is een schokkend cijfer. Daarom zijn we benieuwd naar wat jullie denken: Hebben jullie ook tegenargumenten die de smoesjes om toch maar niet voor te lezen weerleggen? Jullie kunnen ze te allen tijde aan ons bezorgen via (info@ boekenkaravaan.be). Wij bundelen ze dan samen en zetten ze in een volgende nieuwsbrief. Alvast bedankt! Barbara Daelemans
OVER BOEKEN EN LEZEN
Voorleestips van de redactie Jongensboeken Den Hollander, Vivian (tekst) & Natascha Stenvert (ill.) Vandaag ben ik een… piraat! Van Holkema & Warendorf, 2006. – 31 p. : ill. ISBN 978-90-269-1776-9
Van Gog, Marian (tekst) & Ton de Bree (ill). Het allesboek over ridders Kluiman, 2005. – 94 p. : ill. ISBN 978-90-206-1803-7 Weet jij hoe je een harnas poetst? En waarom een wenteltrap altijd rechtsom draait? Alles wat je over ridders wilde weten en meer vind je in dit informatieve boek.
In dit boek staat alles wat je moet weten over zeerovers. Het bevat verkleedtips en een heleboel knutselideeën (schatkaarten maken, knopen leggen, flessenpost verturen …), spelletjes en recepten voor piratenhapjes en –drankjes.
De Gebroeders Grimm & Hans Christian Andersen Wondere sprookjes voor jongens van Grimm en Andersen Deltas, 2008. – 164 p. : ill. ISBN 978-90-447-2165-2 Bundel bekende sprookjes waarin grote en kleine jongens de hoofdrol spelen. Hun moed en heldendaden leiden elk verhaal naar een goede afloop.
Van Dijk, Stef (tekst) & Angélique Boter (ill.) Stoer CPS, 2004 : ill. ISBN 978-90-650-8513-9 Ben is verhuisd en hij maakt al snel nieuwe vrienden. Maar zijn het wel echte vrienden? Ze zijn stout en ze vechten steeds. Ben weet niet goed wat te doen.
OVER BOEKEN EN LEZEN
Freeman, Mylo (tekst & ill.) Broertjes! Maope Books, 2007. – 32 p. : ill. ISBN 978-90-893-4001-6
Een klein broertje kan soms een echte plaag zijn. Iedereen vindt hem schattig, maar hij steelt wel je speelgoed en hij laat je geen moment met rust. Maar de meeste broertjes kunnen toch echt niet zonder elkaar! Meer tips voor wie op zoek is naar echte jongensboeken vind je op www.leesplein.be. Vanessa Vermeulen
Ridders, dino’s en piraten: Het grote voorleesboek voor stoere jongens Ploegsma, 2010. – 134 p. : ill. ISBN 978-90-216-6825-3
Deze verhalenbundel bevat voorleesverhaaltjes maar ook strips, tips voor spelletjes en knutselmateriaal… Kortom, voor elk wat wils. De titel belooft ons ridders, dino’s en piraten, maar het boek biedt veel meer. We vinden verhalen over treinrovers, cowboys, over slimme en stoere jongens, maar ook over de eerste zwemles bijvoorbeeld. Alles wat jongens kan interesseren passeert de revue, en zelfs Actieman maakt zijn opwachting! Korte en langere verhalen (nooit meer dan enkele pagina’s) wisselen elkaar af. De bundel houdt niet echt rekening met de leeftijden van de lezers of luisteraars. Voor de allerkleinsten is er Dikkie Dik, maar andere verhalen zijn dan weer eerder geschikt voor kinderen van de lagere school. Je moet als voorlezer wel even zoeken, want alle verhalen staan door elkaar zonder duidelijke structuur of zonder enig overzicht wat betreft onderwerpen of leeftijdscategorieën. Je moet je dus wel goed voorbereiden! De talrijke leuke tekeningen van de verschillende bekende illustratoren kleuren de 29 verhalen van de verschillende auteurs. De combinatie van stijlen maakt van dit voorleesboek ook een mooie introductie tot het verdere oeuvre van deze schrijvers en tekenaars. De achterflap nodigt vooral jongens uit om dit boek open te slaan, maar “hun dappere zusjes” mogen van de samenstellers ook mee kijken en luisteren. Toch denk ik dat vooral jongens zich door de thematiek van deze verhalen zullen aangesproken voelen. En dat mag ook wel; jongens zijn vaak minder enthousiaste lezers en er zijn al zo weinig echte kwaliteitsvolle jongensboeken. Laat hen dit pleziertje dan maar voor zichzelf houden! Vanessa Vermeulen
OVER BOEKEN EN LEZEN
Huiberts, Mayet (tekst) & Posthuma, Sieb (ill.) Aadje Piraatje Uitgeverij Gottmer, 2009. – 48 p.: ill. ISBN 987-90-257-4468-7 Aadje Piraatje is een leuk boek over een kleine piraat en diens avonturen op het piratenschip van zijn vader. Het boek bevat vijf verhalen die telkens geïllustreerd worden door prachtige prenten vol humor en avontuur. Aadje Piraatje leert in dit boek wel op een bijzondere manier zwemmen, de andere piraten laten hem zeven eetlepels vieze schildpaddensoep eten, hij mist zijn moeder een schrijft haar een briefje, hij gaat op zoek naar een huisdier, en hij neemt met alle andere piraten tegelijk een groot schuimbad! De verhalen werden allen in rijmvorm geschreven (abcb) en op iedere pagina staat een gedichtje. Door dat ritme leest het verhaal erg vlot. Aadje Piraatje werd verkozen tot een van de Best Verzorgde Boeken van 2009. Voor de tekst van dit boek ontving Marjet Huiberts in 2010 een Zilveren Griffel, en de illustraties van Sieb Posthuma werden in datzelfde jaar bekroond met een Vlag en Wimpel.
Bij sommige kinderen zal Aadje Piraatje al bekend zijn dankzij het liedje van Sesamstraat. De tekst van dat liedje loopt gelijk met de tekst van het eerste verhaal: Zwemles. Als je over een internetaansluiting beschikt, geef dan via YouTube de volgende zoektermen in: ‘Aadje Piraatje Sesamstraat’. Je vindt dan het liedje met een leuke, geanimeerde video. Tip: ga in elke illustratie op zoek naar de meeuw, die Aadje Piraatje overal lijkt te volgen! Vanaf ca. 4 jaar. Elisa Hulstaert
Meisjesboeken Elfjes, pony’s en prinsessen. Het grote voorleesboek voor kleine meisjes. Ploegsma, 2011. – 134 p. : ill. ISBN 978-90-216-6889-5 Een jaar nadat uitgeverij Ploegsma Het grote voorleesboek voor stoere jongens publiceerde, konden de kleine meisjes natuurlijk niet achterblijven. Het concept is inmiddels gekend: een leuke mix van allerhande, veelal korte verhalen voor kleine en iets grotere meisjes – want ‘meisjes vragen nu eenmaal om andere boeken dan jongens. […] Over verliefd zijn en een meisje met roze als lievelingskleur, maar ook over Mimi die niet langer door haar neefje geplaagd wil worden en samen met haar stoere oma een plan verzint. Van Otje tot Pippi Langkous, en van Kolletje tot Jubelientje. Keus genoeg voor meisjes – en vooruit… hun broertjes.’ Dit boek is net als zijn tegenhanger een bundel verhalen van allerhande bekende en minder bekende auteurs zoals Paul Biegel, Annie M.G. Schmidt, Astrid Lindgren, Simone van der Vlugt, Hans Hagen en Jacques Vriens. Omdat elk verhaal door een andere illustrator voorzien werd van tekeningen, is een kleurrijk en inspirerend geheel ontstaan. Elisa Hulstaert OVER BOEKEN EN LEZEN
Aertssen, Kristien (tekst & ill.) De knuffelkoningin 3de druk – De Eenhoorn, 2005. – 34 p. : ill. ISBN 978-90-583-8150-7 De kleine prinses wil dolgraag een knuffel van haar mama, maar die heeft het veel te druk. Daarom gaat ze met een klein rood vliegtuigje op zoek naar de Knuffelkoningin. Onderweg ontmoet ze de Koekjeskoningin, de Poezenkoningin en de Speelkoningin. Met hen beleeft ze een leuke tijd. ’s Avonds laat komt ze terecht bij de Koningin van de Nacht, die haar een verhaaltje voorleest. Maar de Knuffelkoningin kan ze niet vinden. Waar zou die toch zijn? Ondertussen, in het paleis, is mama heel eenzaam. Haar werk zit erop en ze zou zo graag haar prinsesje in de armen nemen. Maar waar hangt die toch uit? Dit boek van Kristien Aertssen straalt zowel via de tekst als via de tekeningen warmte en geborgenheid uit. De illustraties nemen de bovenhand op de tekst en laten ruimte voor eigen interpretatie. Daarom kan je het verhaal eigenlijk beter vertellen dan voorlezen. Vlak voor het moment waarop het prinsesje naar haar mama terugkeert, kan je even stoppen met vertellen of voorlezen, en kan je zelf of samen nog wat koninginnen verzinnen waar de kleine prinses nog langs kan gaan. Elke koningin geeft aanleiding tot een activiteit. Je kan je zelf verkleden als één van de koninginnen, je kan samen met de kinderen koekjes bakken of bloemetjes planten, er zijn eindeloos veel mogelijkheden. Knuffelen is het centrale thema, en ook daar kan je verschillende kanten mee uit. Je kan een gesprek aanknopen met de kinderen: knuffelen zij graag? Met wie knuffelen ze graag? Hebben ze een favoriete knuffel? Wordt er bij hen thuis veel geknuffeld? Het boek zet namelijk in de eerste plaats aan om tijd te maken voor elkaar en samen leuke dingen te doen. In onze drukke maatschappij hebben mama’s niet altijd even veel tijd, maar tijd voor een knuffel moet er toch wel zijn? Je kan de kinderen vragen welke koningin hun mama zou zijn en wat ze eens graag met hun mama zouden doen. En wat doen ze als hun mama even geen tijd heeft? Dit boek kan misschien voor hen de ideale gelegenheid
zijn om een momentje voor elkaar vrij te maken en samen te lezen en te knuffelen. De Knuffelkoningin werd bekroond met de Kakelbontprijs (2003) en met de eerste prijs van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen (2004). Geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar, voornamelijk meisjes. Vanessa Vermeulen
Goyer, Katell (tekst) & Misstigri (ill.) Prinsessen van de wereld Baeckens Books, 2010. – 28 p. : ill. ISBN 978-90-546-1644-3
Op elke pagina vind je een voorleesverhaaltje over een prinses ergens ter wereld. Het boek neemt je mee op reis langs Frankrijk, Rusland, China, Egypte, Afrika en Amerika. Bekende legendes, zoals die van Sheherazade, wisselen elkaar af met minder of onbekende verhalen. We ontmoeten mooie en stijlvolle prinsessen, maar ook eenzame prinsessen die zitten te wachten op prinsen die heel wat heldendaden over hebben om met hen te kunnen trouwen. Elk meisje zal zich kunnen herkennen in één van deze koninklijke dochters. En welk meisje wil er nou geen prinses zijn? Het geheel is geïllustreerd met prachtige tekeningen. Sommige prinsessen zitten verstopt achter een flapje dat je eerst moet uitklappen. Dat maakt alles des te mysterieuzer. De makers van dit boek hebben duidelijk begrepen dat elk meisje wel zo’n prinses zou willen zijn. Vanessa Vermeulen
Hardy, Aurélia (tekst) & Sybile (ill.) Danseressen van de wereld Baeckens Books, 2010. – 30 p. : ill. ISBN 978-90-546-1645-0 In dezelfde reeks als Prinsessen van de wereld verscheen ook Danseressen van de wereld. Terwijl de verhalen in Prinsessen van de wereld eerder algemeen bekende legendes en sprookjes zijn, kozen de makers hier voor een meer persoonlijke aanpak. Op elke pagina stelt een danseres zichzelf en haar dansstijl voor. Zo ontmoeten we Héloïse die klassiek ballet danst, Ava die Poolse folkloristische dans beoefent, Akiko die de traditionele Japanse kabuki uitvoert, Jessica de b-girl en de rockende Cynthia. Over elke stijl kom je heel wat te weten. Er wordt telkens een indruk gegeven van het gevoel dat je nodig hebt om in een bepaalde stijl te dansen. Zo vraagt de Japanse dans veel beheersing, de hip-hop is stoer, de wals romantisch en de tango natuurlijk heel passioneel. Ook wordt er overal de juiste terminologie gebruikt en je krijgt er de nodige uitleg bij. Jammer is wel dat in het laatste verhaal een woordje met een asterisk aangeduid wordt, maar dat het geen verklaring krijgt. We vergeven de makers echter deze kleine vergeetachtigheid – het boek is prachtig en muggenzifterij heeft geen zin. We vertrouwen erop dat dit foutje in de volgende editie wordt rechtgezet. Wie geïnteresseerd is in dans kan heel wat bijleren met dit boek! Het is uitermate geschikt voor meisjes die ervan dromen om danseres te worden, of voor wie op zoek is naar een geschikte dansstijl. Ook hier worden de korte verhaaltjes van telkens één pagina geïllustreerd met prachtige kleurrijke tekeningen en zitten sommige danseressen verstopt achter flapjes. In beide boeken primeren de tekeningen op de tekst. Ze zijn dus allebei zeer geschikt als voorleesboek. Vanessa Vermeulen
Finsterbusch, Monika (tekst) & Marie-José van der Kolk (verteller) Prinses Lillifee (Het eerste Prinses Lillifee Luisterboek) CD – Imagebooks, 2009. – 13 liedjes, waarvan 4 karaokeversies ISBN 978-90-596-4895-1 Prinses Lillifee heeft het zo druk dat ze vergeten is dat ze naar het Feeënbal moet. Als de muis Clara haar aan het feest herinnert, is het al bijna te laat. Waar moet ze nu zo snel nog een baljurk vinden? Gelukkig kan Prinses Lillifee rekenen op de hulp van haar vriendjes. Prinses Lillifee is het geesteskind van Monika Finsterbusch. Na 20 jaar actief te zijn in de modesector, maakte zij eind jaren 90 de overstap naar de speelgoedbranche. Vanaf dan ontwierp ze stoffen dieren. In 2003 verscheen haar eerste kinderboek, samen met twee pluche figuren uit het verhaal. Een kleine feeënpop, haar voorliefde voor ondeugende, schattige dieren en haar passie voor stoffen en patronen inspireerden haar naar eigen zeggen tot de creatie van Prinses Lillifee. Dat was dan ook meteen het begin van de hele Prinses Lillifee-merchandising. Naast een hele reeks boeken en poppen, bestaan er ook Prinses Lillifee-tassen, school- en bureauartikelen, spulletjes om je prinsessenkamer mee in te richten of om je prinsessenfeest mee op te vrolijken en er zijn zelfs Prinses Lillifee-fietsen op de markt gebracht. Bezint dus eer gij begint: voor je het weet willen kleine meisjes het hele Prinses Lillifeeassortiment voor hun verjaardag! Dit luisterverhaal werd ingelezen en gezongen door Marie-José van der Kolk. Zij doet dit op de typische manier, met
stemmetjes en accentjes, die we kennen uit heel wat animatiefilms waar kinderen graag naar kijken en waar ouders vaak nerveus van worden. Persoonlijk werd ook ik hier een beetje zenuwachtig van, maar datzelfde gevoel ervaar ik bijvoorbeeld ook bij de meeste populaire Studio 100-producties. Wat ik ervan vond is dus onbelangrijk, kleine meisjes die houden van prinsessen en feeën en de hele wereld daar rond, compleet met balletdansen en baljurken en sprekende dieren en al, zullen hier zeker van kunnen genieten. De liedjes zijn eenvoudig en makkelijk mee te zingen, zeker met het tekstboekje erbij. De karaokeversies nodigen uit om zelf te zingen en om zelf een Prinses Lillifee te zijn. Dit luisterboek is geschikt voor alle meisjes die begeesterd zijn door feeën en prinsessen. Het is ideaal voor meisjes, stoere jongens zijn niet welkom! Vanessa Vermeulen
od
Wo
R
eN BEelD
Vervolgverhaal Het toverbrood, deel 6 “Wow! De bomen zijn hier geel!” riep het bruine meisje verbaasd. Ze keek omlaag naar de rosse kat die nieuwsgierig rondtrippelde. “Wij gaan hier samen zoeken naar het huisje van de oude vrouw, hé Pinda? Mijn naam is Aysha. Kom je mee Pinda?” Langzaam begon het meisje een pad van roze glibberige natte en een beetje zachte stenen te volgen. Telkens als ze haar voet neerzette, klonk er een zuigend geluidje. “Schlllllllwoep, schllllwoep.” Pinda was toch wel een beetje bang en zette zijn vlijmscherpe klauwen in één van de stenen. “AUW! En wat denk JIJ dat jij aan het doen bent?” zei één van de roze stenen die zo snel omhoog gesprongen was dat zowel Pinda als Aysha een gat in de lucht sprongen. Twee kleine oogjes keken de kat Pinda kwaad aan. Pinda staarde met grote ogen naar de steen. “Sorry meneer de steen, maar wij zijn verdwaald en we vinden het huis van de oude mevrouw en de koekjes niet meer terug…” zei Aysha stilletjes, en misschien toch wel een beetje bang. “HAAA, jullie zijn van een andere wereld?” De roze steen was ineens al veel vriendelijker. “NUUUU snap ik hetttt! Wel wel, dan moet je mijn roze broertjes en zusjes blijven volgen tot je de kromme vogel tegenkomt.” En FLOEP, de steen zat terug op zijn plaats. “Maar meneer de steen? Meneer de steeeeheeeeen?” riep Aysha, want ze wilde nog wat vragen. Wat zei de steen nu net? En wat is een kromme vogel? Dat bestaat toch helemaal niet? Beteuterd volgde ze de stenen verder. Pinda liep voorzichtig naast haar, hij wilde zeker niet weer een steen wakker maken. Het leek alsof Aysha al uren en uren aan het wandelen was op het roze pad. De kleur roze begon zelfs pijn te doen aan haar ogen … Ineens hoorde ze een luide schreeuw “KRAAAAAAWOAAAAAAAAWOESHAAAA!” En nog eens! “KRAAAAAWOAAAAWOESHAAAAAA!” Het geluid leek uit de gele bomen te komen. Pinda keek omhoog en zag iets ritselen tussen de bladeren. Hij wees naar de bovenkant van de boom en Aysha keek nu ook. Tussen de bladeren zat een hele, hele grote kromme snavel! Een snavel met regenboogkleuren. Plotsklaps kwam de vogel die aan de snavel vastzat naar beneden gevlogen. Het was een toekan! “Wow!”, riep Aysha, “Je snavel is groter dan je lijfje!” “Ja, dat klopt” zei de vogel. “Dat komt omdat er in mijn snavel twee zetels staan, één voor jou en één voor Pinda. Ik ben de gele-jungle taxi en ik breng je overal naartoe, waar je maar wil!” “Maar ik ken de weg niet.” En toen begon Aysha haast te wenen. Haar kleine onderlip trilde en haar ogen werden vochtig. “Kom kom, niet wenen! Niet wenen meisje!” zei de grote vogel en hij legde zijn vleugel over haar schouder. “Maaaa maaaar ik weet éééécht niet waar we zijn…” Pinda knikte en zei “mraaauwwww.” “Oké dan. Oké… Dan…… dan breng ik jullie naar onze koning! Die weet wel raad!” zei de grote toekan, en hij opende zijn énorme snavel. Daarin stonden twee kleine zeteltjes die wat leken op die zeteltjes die je op de kermis wel eens ziet op een draaimolen of in een reuzenrad. Aysha stapte in en ook Pinda maakte een sprongetje en landde op één van de zeteltjes. De toekan sloot zijn snavel en begon te lopen, sneller en sneller en sneller, en ondertussen flapperde hij stevig met zijn vleugels totdat hij langzaam van de grond kwam en naar de witte zachte wolken toe begon te vliegen. Alle roze stenen sprongen tegelijkertijd uit het pad en wuifden met hun kleine dunne roze armpjes naar de toekan die zijn bek een klein beetje open deed zodat Aysha en Pinda door het spleetje konden kijken. “DAAAAGGG!” riepen de roze stenen en ze wiebelden wild heen en weer met hun armpjes. De grote toekan sloot zijn snavel zodat Aysha en de kat niet in de wind moesten zitten. In de snavel van de toekan ging ineens een klein groen lichtje branden. Aysha keek naar Pinda en zei: “Ik ben benieuwd.” Jolien Vandenhaute
WOORD EN BEELD
oVER De GReNs Adopteer eens een boek Heel wat mensen beschouwen lezen als een lastige taak. Ik niet. Voor mij is het pure ontspanning. Dan vergeet ik de werkelijkheid en verdwijn ik even in een wereld vol letters. Maar naast entertainment is lezen ook belangrijk voor je algemene en persoonlijke ontwikkeling, het vergroot bijvoorbeeld je kansen op de arbeidsmarkt. Toegang hebben tot literatuur is dan natuurlijk een vereiste. En dan mogen leeftijd, rijkdom, geboorteland … geen rol spelen. Unesco omschrijft geletterdheid als ‘de mogelijkheid om te begrijpen, interpreteren, creëren, communiceren en berekenen met de hulp van gedrukt of geschreven materiaal van verschillende onderwerpen. Geletterdheid stelt een individu in staat om levenslang te leren zodat ze hun doelen bereiken, kennis en potentieel ontwikkelen en volwaardig deel uit maken van hun gemeenschap en de samenleving als geheel’. Deze definitie vormt de basis van het project ‘25 uren van het boek’. Tien West-Vlaamse onafhankelijke boekhandels hebben met de steun van Commerciële Innovatie dit initiatief opgestart. Leesfeest Op zaterdag 27 oktober 2012, toen de zomer winter werd en een etmaal 25 uren telde (omdat we de klok een uur terug moesten draaien), organiseerden de boekhandels een leesfeest en vierden ze de 25 uren van het boek. In de aanloop naar dat feest konden mensen via een website stemmen op hun favoriete boek of strip. Daaruit werden 20 winnaars gekozen. Zij mochten elk 25 exemplaren van hun lievelingsboek uitdelen. Aan vrienden, familie, kennissen, collega’s ... kortom aan de wereld. Sindsdien zwerven deze boeken rond. En het aanbod is zeer divers; van fictie tot strips en kinderboeken. Krijg je zo’n boek met een unieke code? Lees het, geef de code in op de website en laat vervolgens het verhaal verder reizen. Geef je boek door en maak iemand anders blij. Breng met andere woorden de leesketting in gang. Op 23 april 2013, de Internationale Dag van het Boek, wordt bekend gemaakt welk boek het meest populair is (en dus het meest van eigenaar is veranderd) en wie de winnaar is van het meest gedeelde boek. Zelf ben ik één van de gelukkige mensen die zo’n exclusief boek in handen heeft gekregen. Geen kinderboek om voor te lezen, maar wel het mooie Spijkerschrift van Kader Abdolah. Ondertussen heb ik het doorgegeven, omdat het fijn is om een inspirerend boek met je omgeving te delen. Of zoals de organisatie zegt: ‘lees en vermenigvuldig u’! Meer info vind je op: www.25urenvanhetboek.be. Mieke Vasseur
OVER DE GRENS
Een A-kaart: wij raden het A aan! Vraag aan het einde van je voorleesperiode een A-kaart aan voor je voorleesgezin! Als jij zelf al een A-kaart hebt, dan weet je wat de voordelen daarvan zijn. Niet alleen vervangt deze kaart je oude bibliotheekkaart, ze zal in de toekomst meer en meer toegangsbewijzen vervangen. Je kan er al je persoonlijke voordelen op bundelen (leraar, student, 65+, OMNIO-statuut …) en ze levert je nog heel wat extra voordelen op. Voor slechts 3 euro krijg je een A-kaart. Dat beetje geld heb je meteen terugverdiend, want je krijgt een cadeautje in de stadswinkel, je kan een keer gratis gaan zwemmen, je mag gratis binnen in heel wat stedelijke musea of je krijgt korting in de museumshops. Met een OMNIO-statuut of een verhoogde tegemoetkoming betaal je slechts 2 euro en voor jongeren tot 18 jaar is de A-kaart helemaal gratis. Telkens je in een zwembad, bibliotheek, cultureel centrum of museum komt, kan je de A-kaart scannen. Zo spaar je punten, en 10 punten leveren je opnieuw een gratis zwembeurt of korting op. Deze tip is vooral belangrijk voor onze voorleeskinderen. Het bibliotheekbezoek aan het einde van de voorleesperiode heeft weinig nut als de kinderen daarna zelf geen boeken kunnen uitlenen. Neem hen dus mee en vraag meteen aan de infobalie van de bib een A-kaart aan voor de kinderen. Ook de ouders kunnen dat doen. Zo kan het hele gezin aan de activiteiten in de stad Antwerpen deelnemen, en worden ze hier ook van op de hoogte gehouden via de nieuwsbrief. Vaak weten ze niet wat er in Antwerpen te doen is of kennen ze de A-kaart en bijbehorende voordelen niet. Het is dus aan jou om hen hiermee kennis te laten maken! Meer informatie over de A-kaart vind je op www.antwerpen.be/a-kaart. Vanessa Vermeulen
De verteldoos Om de voorlezers van de Boekenkaravaan een steuntje in de rug te geven, zal de redactie vanaf nu werk maken van het in elkaar knutselen van enkele verteldozen. Dit nieuwe concept zou ervoor moeten zorgen dat het voorbereidende werk (nadenken hoe je creatief met een bepaald boek om kunt gaan) minder tijd inneemt of dat de voorlezers zich kunnen laten inspireren door de reeds aangeboden materialen. Een soort ‘starterskit’ voor onze voorlezers dus! Maar wat is nu precies zo’n verteldoos? Een verteldoos is een mooi versierde doos met daarin een leuk kinderboek en allerhande ondersteunende materialen om op een creatieve en talige manier rond dat boek te werken. Dat kunnen kleurplaten zijn, handpoppen, informatieve boeken, enzovoort. Met zo’n doos zal je de kinderen ongetwijfeld een memorabele namiddag bezorgen!
1.
De doos
Het eerste wat de kinderen te zien krijgen, is de doos zelf. Omdat deze doos niet zomaar een saaie, kartonnen doos is, zullen kinderen meteen nieuwsgierig zijn naar wat erin zit. Deze nieuwsgierigheid is een sterke prikkel die hen ook helpt om hun aandacht bij het verhaal te houden. De voorlezer haalt niet zomaar een boek uit zijn zak, zoals ze misschien verwachten, maar een hele speciale doos… Dat belooft!
2.
Het boek
Het boek dat in de doos zit, is natuurlijk hét centrale object in de verteldoos. Er zal een hele namiddag rond dat boek gewerkt worden. Het is daarom belangrijk dat het een boek is waar je heel wat richtingen mee op kunt – hoe meer, hoe liever. De redactie zal daarom eerst de populairste boeken voorzien van een bijbehorende verteldoos. En wie tips heeft, mag die natuurlijk altijd doorgeven!
3.
De ondersteunende materialen
Zoals hierboven al gebleken is, kunnen deze extra materialen heel uiteenlopend zijn. Het zijn spulletjes die vooral na het voorlezen gebruikt zullen worden om het verhaal op een leuke manier te verwerken. Elke doos zal een hoeveelheid aan ondersteunende materialen bevatten, die uiteraard niet noodzakelijk allemaal gebruikt moeten worden. Het is de bedoeling dat je een schatkist aan spelletjes mee hebt, waaruit de kinderen bijvoorbeeld zelf kunnen kiezen. Hebben ze zin om een tekening te maken, om een prent in te kleuren, het verhaal na te spelen met handOVER DE GRENS
poppen, willen ze meer te weten komen over het onderwerp van het boek, of nog iets anders …? Met de verteldoos kan het allemaal!
Waarmee vul je de verteldoos? In de verteldoos zitten, naast het boek, bij voorkeur een heleboel extra materialen die het voorlezen ondersteunen of de verwerking achteraf mogelijk maken. De mogelijkheden zijn uiteraard eindeloos, maar hier alvast enkele voorbeelden ter inspiratie: - een informatief boek dat het onderwerp van het voorleesboek toelicht; - (hand)poppen of voorwerpen die in het boek voorkomen; - spelletjes die iets te maken hebben met het boek (eventueel zelfgemaakt, zoals een puzzel, ganzenbord, memory- of kwartetspel met plaatjes uit het boek, enz.); - vertelplaten (prenten uit het boek); - kleurplaten; - blanco papier; - kleurpotloden of stiften; - plasticine; - een activiteitenkaart (zie hieronder). Op de activiteitenkaart staan enkele tips voor voorlezers, ouders, … over hoe ze aan de slag kunnen met de verteldoos. Dat kunnen onder andere de volgende tips zijn: - praat na het voorlezen met de kinderen over het verhaal, en over hun favoriete passages; - stel vragen over de personages en de plot; - speel het verhaal na met behulp van de (hand)poppen of de vertelplaten; - ontdek meer over de mensen, dieren of plaatsen in het verhaal door samen de informatieve boeken te bekijken; - teken samen de personages van het verhaal na, of kleur een kleurplaat in; - boetseer met plasticine een personage uit het verhaal; - speel spelletjes met prenten uit het verhaal, bedenk samen uit welk deel van het verhaal die prenten kwa- men, en wat er toen gebeurde. In de verteldoos (bijvoorbeeld aan de onderkant van het deksel) kan je een recensie van het boek toevoegen. Zo krijgen de gebruikers van de verteldoos al wat meer informatie over het boek waar ze mee aan de slag zullen gaan.
Tips Probeer stevige materialen te gebruiken om de verteldoos in elkaar te knutselen. Kinderen vergeten in hun enthousiasme soms om voorzichtig te zijn, en het is ook niet de bedoeling dat kinderen de hele namiddag met fluwelen handschoentjes moeten zitten spelen. Aan ons dus om ervoor te zorgen dan ze onbekommerd kunnen spelen! De eerste keer dat je een verteldoos meeneemt naar je voorleesgezin, zal het kind grote ogen trekken. Hoe meer ze vertrouwd geraken met het concept, hoe zelfstandiger ze ermee zullen werken. Geef hen daarom zeker in het begin de tijd om de doos op hun eigen tempo te ontdekken, en vertel hen wat de mogelijkheden zijn. Wanneer je ook de ouders van de kinderen hierbij kan betrekken, levert dat nog een groter voordeel op. Je kan de verteldoos dan bijvoorbeeld een weekje aan hen uitlenen, zodat ze er zelf mee aan de slag kunnen. En zo wordt lezen een spel voor het hele gezin!
Waar komt de verteldoos vandaan? Het concept van de zogenaamde ‘storysack’ werd in 1995 ontwikkeld door Neil Griffiths, een onderwijzer uit Engeland. Hij gaf les op een basisschool waar veel kansarme leerlingen schoolliepen die problemen hadden op het gebied van taal. Wie een taal niet goed beheerst, vindt het meestal ook niet leuk om ermee bezig te zijn. Zijn grootste uitdaging was dan ook om van taal iets leuks te maken. Leesplezier werd zijn voornaamste doel. Want wie graag
OVER DE GRENS
leest, leest meer! Al snel groeide het concept van Neil Griffiths uit tot een groot succes. De leerlingen kregen de verteldozen mee naar huis, zodat ze daar samen met hun ouders mee aan de slag konden. Veel ouders raakten erg enthousiast omdat ze merkten hoe leuk het kon zijn om samen met hun kinderen te lezen en te spelen. Het ging zelfs zo ver dat de ouders zélf verteldozen begonnen te maken! Deze evolutie bracht heel wat positieve effecten met zich mee: ouders waren meer betrokken bij het schoolgebeuren, ouders lazen vaker met hun kinderen, leerlingen begonnen lezen leuk te vinden, ze lazen beter en hun woordenschat breidde zich uit, ze leerden grammaticaal betere zinnen te bouwen, enzovoort. Ook in België werd het idee van Neil Griffiths met open armen ontvangen. Zeker in scholen waar veel anderstalige leerlingen schoolgaan, werden al projecten opgestart om een mooie collectie verteldozen aan te leggen. Maar ook in scholen waar leerlingen geen problemen ervaren met taal is de verteldoos interessant, want leesplezier is ontzettend waardevol!
OPROEP Wie zijn creativiteit de vrije loop wil laten, mag natuurlijk altijd zelf aan de slag gaan. De verteldoos is een project dat nooit af is. Er mogen altijd spulletjes aan toegevoegd worden … En als je een leuk idee hebt, maar geen tijd om het zelf in elkaar te knutselen, laat het ons dan zeker weten! Bron: http://www.literacytrust.org.uk/assets/0000/3210/Story_sack_guide.pdf Elisa Hulstaert
Een dagje student aan de Kinderuniversiteit Ik loop een beetje verdwaald rond in de Blandijn, het gebouw van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte aan de Universiteit Gent, waar ik zelf vorig jaar ben afgestudeerd, en kijk mijn ogen uit. Wat anders vol studenten loopt, die aan de vensterbanken in allerlei papieren bladeren en aan de computers nog de laatste aanpassingen aanbrengen aan een taak voor alweer een deadline, krioelt het nu van de kinderen. Bovendien is het concept helemaal nieuw voor mij: in vergelijking met de andere partners uit het hoger onderwijs loopt de Kinderuniversiteit nog maar twee jaar in het Gentse. Eerst vanuit de Hogeschool Gent, daarna via de Associatie Universiteit Gent waar vier instellingen hoger onderwijs aan meedoen, allen met een gemeenschappelijk doel: kinderen op een interactieve manier warm maken voor wetenschap. En dat doen deze musketiers met de hulp van de Cel Wetenschapscommunicatie – onder meer bekend van de Wetenschapscafés in verschillende steden en de Wetenschapsweek – die initiatieven zoals deze maar al te graag ondersteunt. En terwijl ik op deze zondagochtend door de gangen slenter, lijkt het precies wel de eerste schooldag: de een durft nog niet goed de ouderlijke nabijheid te verlaten, de ander heeft al een groep vriendjes verzameld en spoedt zich van de ene opdracht naar de andere. Want voor de dag officieel begint, mogen de nieuwsgierige kinderen als opwarmertje in hun eigen cursusje een kruiswoordraadsel oplossen aan de hand van posters. Overal lopen medewerkers rond om de kinderen te helpen of nieuwelingen in te schrijven voor de komende workshops. Ook de ouders zijn opgewonden en tonen in welke lokalen hun zoon- of dochterlief straks les mag volgen. Van zodra iedereen de weg naar het grote auditorium gevonden heeft, ontstaat er aan de deuren een tweerichtingsverkeer: kinderen stromen langzaam naar binnen, terwijl ouders twijfelend weggaan. Sommigen blijven aan de deur hangen om nog eens te zwaaien naar hun kind om vervolgens nostalgisch te mijmeren over hun eigen studententijd: “Kijk, ze zitten ook helemaal achteraan, zoals wij indertijd!” Een totaal aan 280 kinderen is die dag tussen de banken OVER DE GRENS
geschoven, alleen kwamen deze studentjes niet eens met hun voeten tot aan de grond. Voor de collectieve lezing begint worden snel even de regels duidelijk gemaakt: iedereen moet stil zijn en mag altijd vragen stellen. Ze beloven dit luidkeels en als de les van de enthousiaste professor Andreas Niehaus begint met de vraag “wie waren de samoerai?” schieten er meteen vingers in de lucht. Daar ligt al een eerste verschil met de lessen die ik gevolgd heb, waar niemand op de vraag durfde te antwoorden, laat staan zo enthousiast en ongeduldig met de vinger zwaaide. Ook verder in de les weet de professor niet wat hem overkomt en de enthousiaste zaal barst dan ook los wanneer Danny, de vrijwilliger, in een traditioneel samoeraipak verschijnt. Naarmate de les op zijn einde loopt, wordt meer geroezemoes hoorbaar – vooral op de laatste rijen, net zoals in een echte les – en sommigen kunnen hun geeuwen niet meer onderdrukken, of hun hoofden rechtop houden. Hetzelfde scenario staat de volgende maandagochtend de echte studenten te wachten… Na het hoorcollege worden de kinderen opgesplitst in kleinere groepjes om deel te nemen aan workshops met thema’s als ‘Filosoferen over verhalen’, ‘Tekenen zoals 400 jaar geleden’, ‘Indische dans’ of ‘Vlaamse gebarentaal’, en ze kunnen bovendien een paar woorden Turks, Zweeds en Chinees leren. In vergelijking met Leuven, waar er na het hoorcollege weer lezingen worden georganiseerd, hebben ze er hier voor gekozen om iedereen in verschillende groepen op te delen. Zo kom ik terecht bij een groep die erop los filosofeert over wat echt is en wat niet, wat dromen zijn en wat magie is. En dat alles om te begrijpen hoe verhalen werken. Er is ook een workshop toneel, waarin de kinderen moeten proberen uit te beelden hoe muziek klinkt. Niet gemakkelijk voor de verlegen zieltjes die zelfs door de luidste metal niet overtuigd geraken – maar lachen doen ze wel. Wanneer de hele groep mee doet, is iedereen even enthousiast – net als tijdens de workshop Indische dans, waar iedereen in kring naar mekaar toe danst. Of wanneer ze hun lievelingswoord uit Hugo Balls dadaïstische gedicht Karawane mogen zeggen: “schampa want dat lijkt op scampi,” zegt eentje al giechelend. Stil zijn ze dan weer wanneer er met volle concentratie wordt geluisterd, maar ze kunnen het niet laten zoveel mogelijk vragen te stellen, zoals in de les gebarentaal waar ze de dove gastspreker zelfs na de les niet met rust laten. De man die gelukkig kan liplezen, kan zijn plezier niet onderdrukken en toont hen nog snel enkele gebaren, terwijl de gang net buiten het grote auditorium, waar de lesdag begon, zich langzaam vult met groepen uit andere workshops. Iedereen wisselt nog snel even van gedachten voor de diploma-uitreiking begint en iedereen is het over hetzelfde eens: het duurde niet lang genoeg. De meesten kregen op het einde van de lesjes al hun eigen diploma, maar in elke groep werd telkens één studentje overgeslagen. Zij krijgen namelijk hun diploma persoonlijk van ‘de baas van dit gebouw’ – alias decaan Marc Boone, die mij en mijn medestudenten steevast een afkeurende blik gaf wanneer we in datzelfde auditorium te laat zijn les binnenstrompelden – en dat in het bijzijn van alle kinderen en ouders en onder groot applaus. Dezelfde setting, een ander publiek – een wereld van verschil. Waar anders lange, slungelige jongens moeite hebben om hun knieën tussen de banken te vouwen of waar de achterkanten van de leuningen vol anarchistische leuzen zijn volgeklad, wordt er nu vol concentratie en met onschuldig bungelende beentjes aan de Japanse karakters gewerkt en kunnen vragen niet onderdrukt worden. Tegelijk zijn er ook veel gelijkenissen: ook hier lopen lessen vertraging op, zowel aan het begin als op het einde, ook hier wordt er bij trage momenten met de buur gebabbeld of uit het raam gestaard, en ook hier veroorzaken de lesgevers geniale aha-erlebnissen in de hevig discussiërende groepen – net zoals in echte lessen. Volgende Kinderuniversiteiten worden gehouden in: - Antwerpen op zondag 3 maart 2013. Inschrijven kan vanaf 5 februari via de website http://www.ua.ac.be/ main.aspx?c=.KINDERUNIVERSITEIT - Gent op 24 februari, 24 maart en 28 april aan de Arteveldehogeschool. Zie de agenda op de website van Kinderuniversiteit http://www.kinderuniversiteit.be/meer_toekomst Bezoek zeker ook de (nieuwe) website van de Cel Wetenschapscommunicatie voor meer evenementen: http://www.360gradenwetenschap.be/ Aleksandra Hrkic
OVER DE GRENS
Verslag van de vormingsdagen op 19 en 26 januari 2013 Vanaf dit jaar slaan de Boekenkaravaan en Leeslekker, twee Antwerpse voorleesprojecten, de handen in elkaar. In januari organiseerden ze samen de vormingsdagen in de Permeke Bibliotheek om hun nieuwe vrijwilligers te leren kennen en hen wegwijs te maken. Gedurende twee zaterdagvoormiddagen werden zij ingelicht over de werking van de organisaties en volgden ze een workshop rond voorleestechnieken. Begin september vonden deze vormingsdagen ook al plaats. Onderstaand artikel verscheen dus ook al in de vorige nieuwsbrief, maar voor de nieuwe medewerkers of voor wie er ook dit keer niet bij kon zijn, stellen we beide projecten nog eens kort voor.
De Boekenkaravaan De Boekenkaravaan leest voor aan kans- en taalarme kinderen in alle Antwerpse wijken. Veel gezinnen kennen geen voorleescultuur, en daar wil de Boekenkaravaan iets aan doen. Gedurende twee voorleesperiodes (dit jaar van 5/11/2012 tot 30/1/2013 en van 4/3/2013 tot 29/5/2013) komen vrijwilligers tien keer bij zulke gezinnen aan huis. Zo proberen ze de kinderen warm te maken voor boeken en hen te doen inzien dat lezen leuk en ontspannend kan zijn. Laagdrempeligheid, enthousiasme en leesplezier zijn daarbij heel belangrijk. De vrijwilligers creëren een gezellig moment en betrekken daar de ouders bij. Er wordt een leuk voorleesritueel uitgebouwd en men probeert creatief om te gaan met de boeken. Rekening houdend met de interesses en het niveau van het kind zoekt de voorlezer telkens boeken uit die zeker zullen prikkelen. Elke voorleesperiode wordt afgesloten met een bibliotheekbezoek waarbij de voorlezer ook de ouders wegwijs kan maken in het rijke kinderboekenlandschap. De bedoeling is namelijk dat zij het voorleesritueel zullen overnemen. Door het hele gezin te stimuleren, kan het werk van de vrijwilligers een springplank zijn naar meer voorleesmomentjes en bibliotheekbezoeken. Maar de Boekenkaravaan leest niet alleen thuis voor. Ook in kinderdagverblijven, CKG’s, IBO’s, vluchtelingencentra en op speelpleinen wordt aan leesbevordering gedaan. Er zijn samenwerkingen met rust- en verzorgingstehuizen, Pleinontwikkeling en Samenlevingsopbouw. En we brengen vijf keer per jaar deze nieuwsbrief uit natuurlijk! Ook daar kan je steeds een bijdrage aan leveren. Een leuke extra is dat je bij de Boekenkaravaan heel wat nieuwe culturen kan ontdekken. De voorleesgezinnen hebben verschillende nationaliteiten en heel wat voorlezers hebben inmiddels hun gastvrijheid ondervonden. Elkaar ontmoeten kan tweemaal per jaar tijdens het Slotfeest. Dan worden alle gezinnen uitgenodigd om aan de hand van een thema workshops te volgen en spelletjes te spelen. Achteraf krijgen alle kinderen een zakje mee naar huis met enkele gadgets en een boek dat hen hopelijk zal aanzetten om meer te lezen.
Leeslekker De vrijwilligers van Leeslekker lezen voor aan kinderen van 4 tot 8 jaar in alle buurtbibliotheken van de Antwerpse districten. Dat doen ze elke 2e woensdag en 3e zaterdag van de maand, en op zondagen ook in de Permeke bibliotheek, als het strip- en boekenplein georganiseerd wordt. Soms gaan ze ook op pad om deel te nemen aan speciale projecten zoals de Voorleesweek, de Cultuurmarkt, de opening van de bib-bus, 11-11-11, … Voorlezen bij Leeslekker is altijd spannend. Je weet nooit hoe groot de opkomst gaat zijn, en hoe je groep zal reageren. Soms kan een uur lang voorlezen ook best vermoeiend zijn. Maar geen nood, je staat er nooit alleen voor. De vrijwilligers zijn telkens met z’n tweeën. Samen spreken ze een thema af (Leeslekker doet zelf voor elke sessie een voorstel) en ze overleggen welke boeken ze zullen meenemen. Creatievelingen mogen zich ook uitleven met mu- ziek, liedjes, toneel of vermommingen. Goede afspraken maken goede vrienden, en zo werkt het ook bij Leeslekker. Er wordt ruim op voorhand een duidelijke planning opgesteld die rekening probeert te houden met de wensen van de vrijwilligers. Bie Van Assche coördineert de hele zaak door open en duidelijk met iedereen te communiceren. Ter plaatse in de bib is er ook steeds een contactpersoon aanwezig. Bij hem of haar kan je terecht met alle vragen of voor boekentips. Wat doen de Boekenkaravaan en Leeslekker nog samen? In de loop van het jaar bieden de Boekenkaravaan en OVER DE GRENS
Leeslekker extra vormingen aan. Dit zijn momenten waarop je veel kan bijleren, andere voorlezers kan ontmoeten én van gedachten kan wisselen. Via onze nieuwsbrief houden we je daarvan op de hoogte. We ronden het voorleesjaar af met een etentje op 31 mei 2013. Daarna wordt er nog wel voorgelezen in juni, en tijdens de zomervakantie op de Speelpleinen en dergelijke. Dit belooft alvast een heel geslaagd voorleesseizoen te worden! Vanessa Vermeulen
Wil je ook vrijwilliger worden bij een van deze of beide organisaties? Contacteer dan Marijke Lambrechts (
[email protected], 03 272 21 46) voor de Boekenkaravaan en/of Bie Van Assche (
[email protected], 03 338 93 11) voor Leeslekker. Wie graag de PowerPoint-presentatie van deze twee vormingsdagen bekijkt, kan een mailtje sturen naar Marijke Lambrechts.
OVER DE GRENS
Dit schooljaar zullen we in de Boekenkaravaannieuwsbrief telkens terugkomen op eenzelfde onderwerp en dit dieper uitspitten. We vragen ons namelijk af hoe de diversiteit in de samenleving wordt ervaren in het onderwijs. Wat zijn de gevolgen van de toenemende diversiteit en hoe pakken de scholen mogelijke problemen aan? Hoe gaan de leerkrachten en andere medewerkers hiermee om, wat zijn hun doelstellingen en hoe proberen ze resultaten te boeken? Hebben projecten als het onze een effect op de kinderen, en zo ja, welk effect? We proberen verschillende betrokken partijen aan het woord te laten en formuleren ook onze eigen standpunten. Aan het einde van het schooljaar proberen we tot een conclusie te komen.
De plaats van de Boekenkaravaan in de diversiteit van het Antwerpse onderwijs Sinds enkele jaren beweeg ik mij in de kring van de Boekenkaravaan. Ik zat in vergaderingen allerhande, las voor bij hele kleintjes, kwam op lagere scholen, ging aan het lezen, praten, opzoeken en met steeds meer mensen wilden we op zoek gaan naar een antwoord op de vraag: wat is de invloed van leesbevordering op de schoolresultaten in de zo multiculturele schoolomgeving ? Dat klinkt heel theoretisch, we zien en voelen in de eerste plaats die warme kant van de Boekenkaravaan met de voorlezers bij de mensen thuis en de fantastische feesten die voor de kinderen worden georganiseerd. Maar voor onze lezers, vooral toch de vrijwilligers, willen we in de komende nieuwsbrieven op zoek gaan naar de invloed van dat voorlezen op de schoolresultaten van de kinderen. Zelfs na een eerste zoektocht door de redactie blijkt dat er heel wat materiaal beschikbaar is. Je kan al eens gaan kijken op de site van de Boekenkaravaan (www.leesweb.org/karavaan) waar je o.a. een interessante samenvatting van een gelijkaardig, maar al veel grootschaliger project in Nederland vindt: de Voorleesexpress. Men ging in dat onderzoek op zoek naar het antwoord op drie vragen: 1) 2) 3)
Verrijkt het project de taalomgeving thuis ? Vergroot het project het leesplezier van de kinderen ? Bevordert het project de taalvaardigheid van de kinderen ?
Dat zijn natuurlijk vragen die ook bij ons direct opkomen. De antwoorden van de Nederlanders vind je op de Boekenkaravaansite en wij willen die vragen en Nederlandse antwoorden graag gaan toetsen bij Antwerpse leerkrachten. In de volgende nieuwsbrieven hopen we jullie meer te kunnen vertellen over de manier(en) waarop men in Antwerpse scholen omgaat met de diversiteit in de klassen, en hoe de Boekenkaravaan daar – hopelijk – een positief element in is. Interessant voor de voorlezers zijn ook de vragen van de Voorleesexpress over het al dan niet verrijkende effect van de ontmoetingen tussen de voorlezers en de gezinnen waar zij voorlezen. Uiteindelijk verrijkt dit project de wederzijdse kennis van de culturen. De contacten waren voor het voorlezen niet vanzelfsprekend. Het is zeker de moeite om er de site van de Boekenkaravaan op na te lezen én verder te gaan zoeken op www.voorleesexpress.nl. Dan schrik je toch wel even van over hoeveel meer middelen men in Nederland beschikt voor dit leesproject. We hopen met de redactieploeg in de volgende afleveringen van de nieuwsbrief nog meer duidelijkheid te brengen over de invloed van boeken op de liefde voor het Nederlands. Greet Nuyts
OVER DE GRENS
De Boekenkaravaan op ATV : 19-12-2012
De Boekenboot?
Dat idee was niet zo utopisch en zo verscheen er een filmploeg van ATV op 12 december in de bib Vredegerecht in Borgerhout. Marijke zou hun gids zijn. Ik zou vanaf de zijlijn toekijken wat er allemaal te beleven viel.
Niet alleen de Boekenkaravaan is begaan met leesbevordering. Ook vanuit het Atlasgebouw en Taalpunt, samen met Kind en Gezin, wil men ouders die nog problemen met het Nederlands hebben warm maken om met hun kleintjes boeken te lezen. Een medewerkster van de Boekenboot vertelt aan de mama’s over de moge-lijkheden: liedjes zingen en vertellen in de eigen taal. Samen prentjes kijken. Een tolk vertaalt heen en weer tussen de en mama’s de Boekenbootmevrouw. Het blijkt dat nogal wat moeders bang zijn om Nederlands te praten en dan fouten te maken. De sessie waar ik binnenliep was duidelijk een eerste stap in een lang proces. Maar ik was toch weer blij dat er zoveel gebeurt, dat er hier zoveel positiefs in de lucht hangt.
De bibliotheekruimte
En dan: de Boekenkaravaan op ATV
In verschillende vergaderingen van het redactieteam van de nieuwsbrief kwam het al naar voor: zou het niet interessant zijn om het project van de Boekenkaravaan meer bekendheid te geven langs het knappe boekenprogramma van Michael De Cock op ATV, Onder Cover?
Zo had ik mij de Borgerhoutse bib niet voorgesteld: een enorme vierkante ruimte in een 19de-eeuws gebouw, niet echt aangepast aan de hedendaagse visie op een bibliotheek. Men heeft er wel het beste van gemaakt. Boekenrekken zorgen voor de afscheiding tussen de kinderhoek en de volwassenenafdeling. In het volwassenencompartiment staan tafels waar jongeren aan schoolopdrachten zitten te werken. De rij computers is bezet. Van insiders hoor ik dat het aanbod door gebrek aan ruimte beperkt is gehouden. Er wordt al lang gesproken over een nieuwe bib. Als ik zie hoeveel mensen van deze ruimte gebruik maken, is dat zeker geen overbodige luxe. Maar de sfeer is gezellig met al die jeugd op zoek naar kennis in boeken. Heel wat kleintjes zijn afgekomen op de voorleessessie van Leeslekker in samenwerking met de Boekenkaravaan. De dames aan de inschrijfbalie worden overstelpt met werk. Ik verlaat de drukte en ga eens kijken op de eerste verdieping waar normaal de zittingen van het Vredegerecht plaatsvinden. Daar val ik middenin een sessie van de Boekenboot.
Hopelijk hebben veel mensen deze aflevering van Onder Cover gezien. ATV heeft van de beelden in de bibruimte een sfeervolle reportage gemaakt. Als je beelden kan brengen van kleintjes die aandachtig luisteren naar vertellers of die in boeken zitten te kijken dan heb je goed materiaal. En tussendoor werd Marijke geïnterviewd. Als ze dit leest, is ze misschien wat verlegen, maar wie het gezien heeft, zal het beamen: ze is een echte professional. Kort en goed schetste ze het Boekenkaravaanproject: van één school in de Stuivenbergbuurt in 2002 naar een werking in alle Antwerpse districten op dit ogenblik. De voorleesgezinnen werden uitgenodigd in de bib Vredegerecht met als doel de ouders ook warm te maken om naar de bib te komen met hun kinderen. De meeste lezers van dit artikel zullen wel weten dat de voorlezers vrijwilligers zijn of studenten uit afdelingen sociaal werk en orthopedagogie, die bij de Boekenkaravaan stage lopen. In de gezinnen werkt men vooral met interactieve boeken, spelletjes, tekenen – en dit alles om de aandacht langer vast te houden. En dat werkt, zegt Marijke, want op het einde van de voorleesperiode staan de kinderen veel meer open voor boeken, er is enthousiasme. OVER DE GRENS
Marijke sluit af met een oproep om nog vrijwilligers aan te trekken. Dat moet lukken. Enkel jammer dat er geen contactadres van de Boekenkaravaan op het scherm verscheen. Onder Cover, het boekenprogramma van ATV, wordt elke woensdag na het nieuws van 18 uur uitgezonden. Greet Nuyts
Slotfeest met de Zeven Samoerai in het Oude Badhuis op woensdag 30 januari Al weken, zo niet maanden werden de vrijwilligers van de Boekenkaravaan belaagd met de ideeën van Marijke en Riet voor het slotfeest van 30 januari. Het Japanse verhaal van de zeven samoerai zou het uitgangspunt zijn en daar hoorden dan bladzijden met aanwijzingen en attributen bij om er een feestelijke namiddag van te maken. Misschien was u erbij en dan weet u, ja, het was fantastisch, zo niet dan willen wij de dag een beetje tot leven brengen. Al die voorbereiding zoals workshopfiches was er niet voor niets. We werden geconfronteerd met foto’s van wit-geschminkte mensen met nadrukkelijk zwart geschilderde wenkbrauwen, T-shirts moesten beschilderd worden met Japanse karakters, voorbeelden van stoere kromzwaarden moesten ons inspireren. We kregen een uitgebreid draaiboek voor de grote dag in het Oude Badhuis aan het Stuivenbergplein. Daarop vonden we de lokalen, medewerkers, taken, attributen voor de Japanse sfeer. Er moest een pagode gebouwd bij de ingang van de zaal, binnen kwamen er lampions, een Japanse vlag, bamboestengels. Dan denk ik, hemeltje, wat een gedoe, maar ik moet toegeven, het loonde de moeite. En dan naderde het uur dat de kleintjes met hun mama’s, een enkele papa en de voorlezers verwacht werden. De pleinwerkers waren ook wat nerveus, ze hadden zoveel mogelijk mensen warm gemaakt, maar hoeveel volk zou erop afkomen? Ze druppelden eerst maar langzaam binnen. Zoveel werk voor zo’n klein groepje? Maar ze bleven toekomen. Wie eerst aankwam werd al opgevangen door lieve voorlezers. En zo zag ik zeker drie groepjes erg aandachtige kinderen rond een voorlezer mét boek uiteraard. De samoeraishow kon beginnen. We moesten het doen met vier prachtige samoerai in zijden gewaden, zij brachten vol zwier de namiddag op gang. De kinderen moesten mee helpen om rovers onschadelijk te maken. Daarvoor werden ze eerst in drie groepen ondergebracht. Ze werden prachtig geschminkt, ze beschilderden hun T-shirt met Japanse tekens, daar kroop bij sommigen heel wat verf in en ze maakten een Japans zwaard, dat laatste was wel de zwaarste klus. Zalig was het om ze als kleine krijgers terug in de grote zaal te zien binnenkomen. Met allerlei spelletjes en gevechtshoudingen hielpen ze de samoerai. Heerlijk om te zien hoe de kinderen nog kunnen opgaan in zo’n eenvoudige spelletjes en fantasie. De coaching van de begeleiders was dan ook hartverwarmend. Alles eindigde met luide Japanse percussiemuziek. Ik denk wel dat iedereen heel tevreden was. Of de witte schmink er thuis gemakkelijk afging? Dat moet ik nog eens vragen. Greet Nuyts
Verwennerij met prentenboeken Onder het motto ‘ik wil verwend worden’ gingen op zaterdag 2 februari 2013 heel wat mensen naar Bibliotheek Permeke. Daar organiseerden de Boekenkaravaan en Leeslekker een verwenmoment. Iedereen kreeg uitleg over de resultaten van de voorbije voorleesperiode. Ook werd er een warme oproep voor vrijwilligers gelanceerd voor diverse activiteiten. Verder kwamen er enkele nieuwtjes aan bod over de komende leesperiode. Zo zijn er, in samenwerking met Samenlevingsopbouw, in het voorjaar (van 7/1/2013 tot 15/3/2013) enkele voorleestrajecten in een praatappartement in het wooncomplex aan de Geelhandplaats gestart.
Lezen met gebaren Vervolgens vond er een kleine workshop plaats. In groepjes van twee lazen mensen aan elkaar een verhaal voor. Of tenminste, dat probeerden ze toch. Alle boeken waren immers geschreven in een andere taal dan het Nederlands. Zo leren mensen hoe het voelt om als anderstalige ouder een Nederlandstalig boek te proberen voorlezen aan je kind. Of hoe moeilijk het dan wordt om je weg te vinden in een bibliotheek. Tijdens de workshop haalden mensen hun beste gebarentaal naar boven. Ze konden zich even in de plaats stellen van anderstalige ouders. En dat was voor iedereen een leerrijke ervaring.
Schrijven met woorden en prenten Nadien gaf Mylo Freeman een presentatie over haar carrière als illustratrice en schrijfster van prentenboeken. Mylo Freeman werd in Den Haag geboren. Ze volgde les aan de kunstacademie. Na enkele omwegen in New York en een muzikale carrière keerde ze terug naar haar eerste liefde, het illustreren. De geboorte van haar zoon David gaf haar inspiratie voor haar eerste boek Potje!, hierin combineerde ze voor het eerst tekenen en schrijven. Potje! werd een succes en sindsdien verschenen er heel wat boeken. Shanti de zebra schreef ze samen met Maartje Padt en Stokstaartjes met Marjolijn Hof. Dat laatste vindt ze zelf één van haar leukste boeken. Niet alleen omdat stokstaartjes haar favoriete dieren zijn, maar ook omdat de samenwerking met een professionele schrijfster zo leuk was. Omdat kinderen tekenen zo moeilijk is, bleef Freeman dierenverhalen ontwerpen. Heeft een nijlpaard vleugels en Sprintje volgden in haar reeks.
Ommekeer Toen Freeman op een dag in de krant op een foto van een klein, zwart meisje botste, was ze geïntrigeerd. Ze voelde meteen aan dat ze iets moest doen met het beeld, maar wat … dat wist ze niet. In diezelfde periode gaf Freeman les aan volwassenen. Eén van haar cursisten organiseerde theateropleidingen voor kinderen en wilde graag een toneelstuk over een prinses uitbrengen. Ze had hiervoor een Surinaams meisje in gedachten. Met de woorden ‘Er bestaan toch geen bruine prinsessen, prinsessen hebben blond haar en blauwe ogen’ had het meisje de hoofdrol geweigerd. Toen Freeman dit verhaal hoorde, stond ze perplex. Niet alleen door de eerlijke en harde reactie van het meisje, maar ook omdat haar redenering klopte. In boeken bestaan er geen donkere prinsesjes. Op dat moment dacht ze terug aan de foto uit de krant. En even later kwam ze met prinses Arabella, een zwart meisje, op de proppen.
Positief verhaal Het eerste boek Prinses Arabella is jarig verscheen al snel. “Ze moest meteen de wereld in”, vond Freeman. Nadien verschenen er nog diverse boekjes met Arabella in de hoofdrol. En ze leeft niet alleen op papier. Ze kreeg een vervolg in een toneelstuk, er bestaat een app en er zijn ook poppen. Verder droomt Freeman ervan om een animatieserie te maken over Arabella. “Op die manier kan ik meer mensen bereiken en de beeldvorming blijven stimuleren”, verklaart ze. Beeldvorming gebeurt namelijk op jonge leeftijd en de enige donkere persoon die kinderen kennen, is Zwarte Piet. Ook, zo blijkt uit diverse onderzoeken, linken kinderen een donkere huidskleur gemakkelijk aan stout zijn en een blanke aan braaf zijn. “Arabella gaat daar tegenin, zij vertelt een positief verhaal. Ik ben haar dankbaar, ze maakt veel los”, besluit Freeman. Freeman schreef verder nog andere boeken zoals Zoé, de kleine zeemeermin, Broertjes, Zusjes, Every girl is a princess, Babysoep, Jouw kleur mijn kleur, …
Techniek Of ze lang aan een boek werkt, vraagt het publiek zich af. Freeman start met schetsen in potlood, dat duurt ongeveer twee maanden. Vervolgens schrijft ze het verhaal en kleurt ze de prenten in. “Ik ben ongeveer drie maanden bezig met een boek, de rest hangt af van de uitgeverij”, vertelt ze. Naast illustreren en schrijven, leest Freeman regelmatig voor in bibliotheken, scholen en crèches. Ze geeft ook
workshops, waarin ze haar werk introduceert en enkele voorbeelden toont over ecoline, de verftechniek waarmee ze zelf haar tekeningen ontwerpt. Op dit moment werkt Freeman aan een boek over een druk draakje, dat gebaseerd is op kinderen en ADHD. Iets om naar uit te kijken. En met dit nieuws liep de verwendag op z’n einde. Mieke Vasseur
Praktisch Activiteitentips Theater: Rosie en Moussa, de brief van papa (6+) Rosie woont bij haar mama en weet niet waar haar papa is. Haar moeder zegt dat hij altijd in de problemen raakt en in een ander land is gaan wonen. Op een dag krijgt Rosie een brief van haar papa. Hij blijkt toch ergens in de stad te zijn, en Rosie kan hem gaan bezoeken! Samen met Moussa, een vriendje uit haar appartementsblok, gaat ze op pad. Rosie en Moussa, de brief van papa is het vervolg op het boek en de gelijknamige voorstelling Rosie en Moussa (2010). Michael De Cock, de muzikanten en de acteurs maken er ook deze keer een spannende show van. Ze brengen muziektheater voor jong en oud, over twee kinderen die samen een zoektocht ondernemen in de grote stad. Rosie en Moussa, de brief van papa is een productie van ’t Arsenaal. Het stuk wordt in Antwerpen nog opgevoerd in CC Berchem op zondag 10 maart 2013 om 15 uur (tickets 8 euro (6 euro in v.v.k.)). De Jeugdboekenweek komt eraan! Van 2 tot 17 maart 2013 is het weer Jeugdboekenweek. Ook dit keer staan er heel wat activiteiten op het programma. Alle bibliotheken en heel wat Antwerpse musea doen mee en zetten hun deuren open voor jonge boekenwurmen. Er wordt uiteraard veel voorgelezen, maar er worden ook workshops gehouden. Op 16 maart vindt het grote Slotfeest plaats in HETSTEEN. Doorlopend worden daar activiteiten, optredens en wandelingen georganiseerd en er zullen heel wat jeugdauteurs aanwezig zijn. Die middag kunnen kinderen in het Maagdenhuismuseum deelnemen aan ‘Mijn naam in gouden letters’. Ze vergulden hun eigen initialen en vereeuwigen hun naam in goud. In het Museum Plantin-Moretus ontdekken ze hoe boeken vroeger gedrukt werden en mogen ze zelf aan de slag met de drukpers. Daarnaast is er nog een hele resem aan activiteiten (al dan niet op voorhand te reserveren). 16 maart: zeker een datum om aan te kruisen in je agenda!
PRAKTISCH
Het volledige programma en meer informatie vind je in de brochure in de bibliotheek en via www.jeugdboekenweek.be. De kleine lettertjes (Behoud de Begeerte) Op zondag 26 mei 2013 om 11 uur kunnen jonge boekenfans (en hun ouders) tijdens de eerste editie van dit programma in woord en beeld kennismaken met hun favoriete schrijvers en illustratoren. Naar aanleiding van haar boek Waarom lig jij in mijn bedje? neemt Joke van Leeuwen kleuters mee op de zoektocht van een stel knuffels naar een rustig slaapplekje. Leo Timmermans stelt hen een schilder voor die verdacht veel op René Magritte lijkt (Meneer René) en leidt hen binnen in de chaotische wereld van Boem. Organisator Behoud de Begeerte zorgt voor zachte kussentjes en lekkere hapjes en drankjes. Kleuters kunnen gratis aan deze activiteit deelnemen, ouders betalen 8 euro. Grote broers en zussen tot 26 jaar, 65-plussers en houders van een leraren- of A-kaart mogen voor 6 euro binnen. Reserveren kan via
[email protected] of 03/338 38 00. Vanessa Vermeulen
Prijsvraag Wil je graag een poster winnen? De Boekenkaravaan geeft er 3 weg aan wie reageert op deze prijsvraag!
Voor de Boekenkaravaanvrijwilligers: Heb je onze artikelenreeks over de effecten van leesbevordering op de schoolresultaten opgemerkt? Vertel ons over jouw ervaring: heeft jouw werk als Boekenkaravaanvrijwilliger invloed gehad op de schoolresultaten van je voorleeskinderen? Hebben ze beter leren lezen en hebben ze er meer plezier in gekregen? We horen het graag van jou! De mening van de kinderen vinden we ook heel belangrijk, dus stel deze vragen gerust ook aan hen!
Voor de (voorlees)kinderen: Maak een mooie tekening, een (strip)verhaal of een knutselwerk over jouw lievelingsboek en vraag aan een volwassene om het naar ons op te sturen. Wie weet win je wel een prijs!
Reageren kan via de post, telefonisch of via e-mail.
Contact Boekenkaravaan / Leesweb vzw Louis Frarynlaan 75 bus 3 2050 Antwerpen T 03/272 21 46 F 03/773 34 66
[email protected] www.leesweb.be
[email protected] www.boekenkaravaan.be
Met dank aan Vanessa Vermeulen, Greet Nuyts, Aleksandra Hrkic, Barbara Daelemans, Jolien Vandenhaute,Elisa Hulstaert, Mieke Vasseur, Axelle Vermeulen Marijke Lambrechts en Riet Bockx voor de schriftelijke bijdragen. Vanessa Vermeulen, Elisa Hulstaert en Martine Cammaert en Marina Marissen voor de nodige correcties. Riet Bockx voor de lay out. Marijke Lambrechts en Riet Bockx voor de coördinatie.