Een onderzoek naar pastorale zorg bij kinderen in Vlaanderen binnen zorgvoorzieningen.
Beste pastor, Mijn naam is Davine Debouvere en ik ben een student aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven. Ik zit dit jaar in mijn master, major pastoraaltheologie en daartoe schrijf ik ook een masterthesis. Mijn thesis gaat over pastorale zorg bij kinderen. Ik schrijf deze thesis onder begeleiding van professor Annemie Dillen. Bij deze wil ik vragen of u wil meewerken aan een enquête die ik opgesteld heb over dit thema. Dit zou een grote hulp zijn in het onderzoek naar pastorale zorg bij kinderen. Over de resultaten van dit onderzoek zal u ook geïnformeerd worden via de Elisabeth-website (www.pastoralezorg.be). De enquête zelf kan u vinden in bijlage. Het invullen van de enquête zal een 10-tal minuutjes van uw tijd in beslag nemen. In de enquête wordt gepeild naar het soort voorziening waarin u werkt en of u daar ook werkt met kinderen of niet. U hoeft niet specifiek met kinderen te werken om deze enquête in te kunnen vullen. Iedere bijdrage is welkom. De enquête is volledig anoniem. U kan de enquête terugsturen naar het volgende e-mailadres:
[email protected] U mag de enquête ook steeds opsturen naar het volgende adres: Davine Debouvere Middelweg 135 3001 Heverlee U kan de enquête opsturen tot uiterlijk 8 november 2011. Alvast bedankt!
Met vriendelijke groeten, Davine Debouvere Master, major pastoraaltheologie Faculteit Theologie en religiewetenschappen K.U.Leuven. Davine Debouvere
Enquête
1 / 9
Enquête: 1. Geslacht: o Man o Vrouw 2. In welke leeftijdscategorie bevindt u zich? o 20-30 o 30-40 o 40-50 o 50-65 3. Voorziening waarin u tewerkgesteld bent: o Universitair ziekenhuis o Algemeen ziekenhuis o Voorziening voor mensen met een verstandelijke beperking o Voorziening voor mensen met een fysieke beperking o Ouderenzorg o Voorziening voor revalidatie o Psychiatrische voorziening o Andere: … 4. Hoe lang werkt u al in deze voorziening? o 0-5 jaar o 5-10 jaar o 10-20 jaar o 20-30 jaar o 30-40 jaar o Langer dan 40 jaar 5. Verblijven er kinderen in uw voorziening? o Ja ga verder naar vraag 6 o Nee ga verder naar vraag 7 6. Begeleidt u ook de kinderen in de voorziening? o Ja ga verder naar vraag 15 o Nee ga verder naar vraag 11 Vragen 7 tot en met 10 zijn bedoeld voor pastores die in een voorziening werken waar geen kinderen verblijven. 7. Zijn er momenten waarop u toch in contact komt met kinderen? o Nee De volgende vragen gaan meer specifiek over het werken met kinderen. Daardoor zijn de volgende vragen niet echt relevant meer voor u. U mag de enquête hier afronden. Bedankt voor uw medewerking. o Ja Ga verder naar vraag 8. Davine Debouvere
Enquête
2 / 9
8. Beschrijf de situaties waarbij u in contact komt met kinderen: ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 9. Op welke manier begeleidt u deze kinderen dan? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. o Aan de hand van een gesprek? o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Aan de hand van een spelvorm? o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Welke andere spelvormen gebruikt u? : ………………………………………………………………………… o Aan de hand van een verhaal o Een bijbelverhaal o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Een ander verhaal o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Welke andere verhalen gebruikt u? : ………………………………………………………………… o Aan de hand van rituelen? o Gaat u voor in rituelen die specifiek bedoeld zijn voor kinderen? o Ja • Welke rituelen hebt u al gedaan bij kinderen?: ………………………………………………………… ………………………………………………………… o Nee o Betrekt u ook kinderen in rituelen die bedoeld zijn voor familieleden of vrienden van het kind? o Ja • Op welke manier doet u dit?: ………………………………………………………… ………………………………………………………… o Nee o Ik begeleid deze kinderen op een andere manier o Welke? o ………………………………………………………………… Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe 10. Wanneer u een kind begeleidt, begeleidt u dan het kind alleen of zijn ouders of andere familieleden ook aanwezig? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. o Ik begeleid het kind alleen. o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit. o Ik begeleid het kind samen met de ouders. o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit. o Er zijn ook andere familieleden aanwezig. o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit. Davine Debouvere
Enquête
3 / 9
De volgende vragen gaan meer specifiek over kinderen die in de voorziening zelf verblijven. Daardoor zijn de volgende vragen niet echt relevant meer voor u. U mag de enquête hier afronden. Bedankt voor uw medewerking.
Vragen 11 tot en met 14 zijn bedoeld voor pastores die in een voorziening werken waar kinderen aanwezig zijn maar hen niet zelf begeleiden. 11. Wat is de reden waarom u de kinderen niet begeleidt? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. o Ik heb te weinig tijd om ook de kinderen te begeleiden. o Dit is zo afgesproken in de voorziening. o Een collega pastor staat in voor de begeleiding van de kinderen. o De kinderen worden al heel sterk begeleid door andere zorgverleners. o Ik geraak moeilijk geïntegreerd op die afdeling(en). o Ik denk dat het moeilijk is om met kinderen over geloof te spreken. o Ik begeleid vooral de ouders van de kinderen. o Ik denk dat kinderen niet echt nood hebben aan pastorale begeleiding. o Andere redenen: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… 12. Vindt u het nodig dat er toch pastorale begeleiding voor kinderen komt? o Nee Om welke redenen vindt u dit niet nodig? …………………………………………………………………. …………………………………………………………………. o Ja Om welke redenen vindt u dit wel nodig? …………………………………………………………………. …………………………………………………………………. o Er is reeds pastorale begeleiding, maar die wordt door een collega opgenomen. 13. Wat kan volgens u de meerwaarde zijn van pastoraal bij kinderen? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 14. Hoe zou u pastoraal met kinderen specifiek gestalte geven? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. o Ik zou werken aan de structurele mogelijkheidsvoorwaarden hiervoor. Op welke manier zou u dit dan doen? ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Ik denk dat ik me vooral zou richten op het ondersteunen van de ouders. Op welke manier zou u dit dan doen? ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… Davine Debouvere
Enquête
4 / 9
o Ik denk dat ik me vooral zou richten op het ondersteunen van het kind. Op welke manier zou u dit dan doen? ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… U mag de enquête hier afronden. De volgende vragen gaan meer specifiek over pastores die kinderen begeleiden. Bedankt voor uw medewerking.
Vragen 15 tot en met 30 zijn bedoeld voor pastores die kinderen begeleiden in de voorziening waarin ze werken. 15. Hoe oud zijn de kinderen die u begeleidt? U nummert de leeftijdscategorieën van 1 tot 4. De leeftijdscategorie van de kinderen die u het vaakst begeleidt geeft u het cijfer 1. De leeftijdscategorie van de kinderen die u het minst vaak tot nooit begeleidt heeft u het cijfer 5. - 0-3 jarigen: 1 2 3 4 5 - 3-6 jarigen: 1 2 3 4 5 - 6-12 jarigen: 1 2 3 4 5 - 12-18 jarigen: 1 2 3 4 5 16. Op wiens vraag begeleidt u het kind? Nummer van 1 tot 5. (1 = altijd. 5 = nooit) - Op vraag van de verpleging: 1 2 3 4 5 - Op vraag van de ouders: 1 2 3 4 5 - Op vraag van het kind zelf: 1 2 3 4 5 - Op eigen initiatief: 1 2 3 4 5 - Andere: …………………………………………………………………… o 1 2 3 4 5 17. Wat is uw motivatie om met kinderen te werken? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 18. Welke plek neemt het werken met kinderen in in uw takenpakket. o Een grote plaats, ik werk heel vaak met kinderen. o Een matige plaats, ik werk even vaak met volwassenen als met kinderen. o Een kleine plaats, ik begeleid niet vaak kinderen. o Een zeer kleine plaats, ik begeleid haast nooit kinderen. 19. Om welke redenen begeleidt u kinderen vaak of net niet vaak? ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
Davine Debouvere
Enquête
5 / 9
20. Zou u graag vaker kinderen begeleiden? o Ja Redenen: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Nee Redenen: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… 21. Begeleidt u vooral het kind, de ouders van het kind of ook de broers en zussen van het kind? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. o Ik begeleid vooral het kind. o Redenen: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Ik begeleid vooral de ouders. o Redenen: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Ik begeleid zowel het kind als de ouders apart. o Redenen: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Ik begeleid het kind en de ouders samen. o Redenen: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Ondervindt u dat u zich meer richt op de ouders dan op het kind, wanneer u hen samen begeleidt? o Ja o Nee o ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… o Ik begeleid ook de broers en zussen van het kind. o Ik begeleid de broers en zussen van het kind apart. o Redenen: ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… o Ik begeleid de broers en zussen samen met de ouders. o Redenen: ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… o Ik begeleid het kind, de ouders en de broers en zussen samen. o Redenen: ………………………………………………………………… …………………………………………………………………
Davine Debouvere
Enquête
6 / 9
22. Hoe begeleidt u een kind? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. o Aan de hand van een gesprek? o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Aan de hand van een spelvorm? o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Aan de hand van een verhaal o Een bijbelverhaal o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Een ander verhaal o Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe – nooit o Welke andere verhalen gebruikt u? : ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… o Aan de hand van rituelen? o Gaat u voor in rituelen die specifiek bedoeld zijn voor kinderen? o Ja • Welke rituelen hebt u al gedaan bij kinderen?: ………………………………………………………… ………………………………………………………… o Nee o Betrekt u ook kinderen in rituelen die bedoeld zijn voor familieleden of vrienden van het kind? o Ja • Op welke manier doet u dit?: ………………………………………………………… ………………………………………………………… o Nee o Ik begeleid kinderen op een andere manier. o Welke? ………………………………………………………………………… Omcirkel: altijd – meestal – vaak – soms – heel af en toe 23. Ervaart u een verschil tussen het spreken met volwassenen en het spreken met kinderen? o Ja o Welk verschil ervaart u? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… o Nee 24. Waar let u vooral op in het spreken met kinderen? ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
Davine Debouvere
Enquête
7 / 9
25. Indien u gebruik maakt van een spelvorm in de begeleiding van een kind, welke spelvormen gebruikt u dan? o Creatieve werkvormen o Welke?: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Spelvormen waarbij de diepere gevoelens van het kind aan bod kunnen komen. o Welke?: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Educatieve spelen o Welke?: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… o Andere o Welke?: ………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………… 26. Op welke manier probeert u spiritualiteit aan bod te laten komen bij het werken met kinderen? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 27. Welke vragen/thema’s komen er vooral aan bod bij kinderen? ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 28. Denkt u dat pastorale zorg bij kinderen waardevol is? o Ja Redenen: ………………………………………………………………….. ………………………………………………………………….. o Nee Redenen: ………………………………………………………………….. …………………………………………………………………..
Davine Debouvere
Enquête
8 / 9
29. Wat is er nodig om pastoraat met kinderen te optimaliseren? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. o Meer vorming van pastores. o Meer bewustwording van de nood aan pastorale zorg bij kinderen bij de voorziening. o Uitgewerkte activiteiten die kunnen helpen om met kinderen een pastoraal gesprek aan te gaan. o Vorming van zorgverleners rond wat pastoraat is. o Andere: ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… 30. Welke tips kan u meegeven die belangrijk zijn bij het werken met kinderen als pastor? o ………………………………………………………………………………… o ………………………………………………………………………………… o ………………………………………………………………………………… o ………………………………………………………………………………… De enquête eindigt hier. Bedankt voor uw medewerking.
Davine Debouvere
Enquête
9 / 9