Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) Onderzoeksrapport analyse gefailleerde herstarters in Vlaanderen
HOGESCHOOL GENT FACULTEIT BEDRIJF EN ORGANISATIE 1 november 2011 Ann-Sophie Bouckaert (Wetenschappelijk medewerker) Ruth DeVreese (Promotor) Carine Smolders (Co-promotor) FINANCIERING: PWO-PROJECT
Copyright ©, 2012, Hogeschool Gent – Faculteit Bedrijf en Organisatie. Deze teksten zijn auteursrechtelijk beschermd. Bij publieke verspreiding of reproductie van de informatie dient u hiervoor de expliciete toestemming te vragen van de auteurs. U kunt uw verzoek hiervoor sturen naar:
[email protected].
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) Onderzoeksrapport analyse gefailleerde herstarters in Vlaanderen
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
“ Een jonge ondernemer kan zeer veel leren van een zeer oude ondernemer. Of van eentje die een keer met zijn gezicht tegen de muur is gelopen.” (Herstarter)
1
Inhoud INLEIDING.................................................................................................................... 3 AANTAL EN PROFIEL VAN DE VLAAMSE HERSTARTERS............................................................... 5 2.1 POPULATIE HERSTARTERS IN VLAANDEREN .................................................................... 5 2.2 HERSTARTERS BETROKKEN IN ÉÉN FAILLISSEMENT ............................................................ 5 2.2.1 PERSOONLIJKE GEGEVENS .................................................................................. 5 2.2.2 EERSTE BEDRIJF ............................................................................................... 7 2.2.3 HERSTART BEDRIJF ........................................................................................... 8 3. LEEREFFECTEN EN HINDERPALEN VAN DE VLAAMSE HERSTARTERS ............................................. 10 3.1 DATAVERZAMELING .............................................................................................. 10 3.2 STEEKPROEF ........................................................................................................ 10 3.3 LEEREFFECTEN ..................................................................................................... 11 3.3.1 VOORBEREIDING ........................................................................................... 12 3.3.2 FINANCIERING .............................................................................................. 14 3.3.3 KLANTEN .................................................................................................... 15 3.3.4 PERSONEEL .................................................................................................. 15 3.3.5 ADVIES ....................................................................................................... 17 3.3.6 PREVENTIEF OPTREDEN ................................................................................... 18 3.4 HINDERPALEN...................................................................................................... 19 3.4.1 OPRICHTING ................................................................................................ 19 3.4.2 STIGMA ....................................................................................................... 20 3.4.3 ONWETENDHEID ........................................................................................... 21 3.4.4 FINANCIERING .............................................................................................. 22 3.4.5 SCHULDEN ................................................................................................... 23 3.4.6 STAKEHOLDERS ............................................................................................. 23 3.4.7 PSYCHOSOCIALE FACTOREN ............................................................................. 24 3.5 TWEEDE HERSTART? .............................................................................................. 25 4. BESLUIT .................................................................................................................... 26 5. LIJST FIGUREN EN TABELLEN............................................................................................ 28 6. BRONNEN .................................................................................................................. 29 7. BIJLAGE 1: PERSOONLIJKE GEGEVENS HERSTARTERS MET ÉÉN FAILLISSEMENT................................ 30 8. BIJLAGE 2: AANTAL HERSTARTERS IN VLAANDEREN ............................................................... 31 9. BIJLAGE 3: AANTAL OPRICHTINGEN NA FAILLISSEMENT PER HERSTARTER ..................................... 32 10. BIJLAGE 4: DUURTIJD TUSSEN EERSTE ONDERNEMING, HET FAILLISSEMENT EN DE HERSTART ......... 33 11. BIJLAGE 5: VERGELIJKING TUSSEN HET GEFAILLEERDE EN HET NIEUWE BEDRIJF .......................... 34 12. BIJLAGE 6: INTERVIEW MET EEN HERSTARTER ................................................................... 38
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
1. 2.
2
1. Inleiding Dit rapport is het eindresultaat van een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (mei 2009 – juli 2011). Hierbij werden alle herstarters sinds 1995 in Vlaanderen in kaart gebracht en werden diepte-interviews met 20 herstarters uitgevoerd. De overheid tracht ondernemen zo veel mogelijk te stimuleren want zonder ondernemers is er geen economie. Echter, er verstrijkt geen week zonder dat we geconfronteerd worden met faillissementen en de negatieve gevolgen ervan. Voor de ondernemer gaat een faillissement vaak gepaard met een financiële kater die niet zelden uitdraait op persoonlijke drama’s. Op economisch vlak manifesteren de problemen zich vooral op het gebied van de werkgelegenheid en de problemen van terugbetaling voor schuldeisers, die op hun beurt in de problemen kunnen komen. Maar hebben deze gefailleerden hun ondernemingszin verloren? Wanneer de overheid ondernemen stimuleert dient er ook voldoende aandacht te zijn voor ondernemers in moeilijkheden en gefailleerden (om angst om falen deels weg te nemen) want misschien ligt hier potentieel om meer personen als ondernemer aan het werk te zien. Ook de Europese Commissie is reeds lang van mening dat er aandacht moet zijn voor het potentieel van herstarters. Begin 2011 publiceerde ze nog een rapport waarin aanbevelingen naar de lidstaten worden geformuleerd om het ondernemerschap te stimuleren (Europese Commissie, 2011). De Europese Commissie stelt het volgende: “Om KMO’s te ondersteunen moet men zich allereerst richten op het voorkomen van faillissementen. Aangezien niet alle faillissementen vermeden kunnen worden, wordt in een tweede aanbeveling gefocust op het ondersteunen van
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
die gefailleerden, maar ook op het ondersteunen van tweedekansondernemerschap!” (Europese Commissie, 2011).
3
Onderzoek wijst immers uit dat de ondernemers een unieke kennis verwerven uit hun faillissement, wat hen in staat kan stellen om een meer succesvolle onderneming op te richten (Ekanem & Wyer, 2007; Metzger, 2006b; Schrör, 2006). Schutjens en Stam (2006) volgen dit argument en voegen toe dat de ondernemerszin, een conditio sine qua non voor succesvol ondernemen, ook vaak nog aanwezig is bij gefailleerden. Een onderzoek bij herstarters in Nederland toont dat tweederde van de totale groep gefailleerden een potentiële herstarter is (Brander, Geerlof, & Hufen, 1998; Schutjens & Stam, 2006). Maar ... onderzoek uit Duitsland toont dat slechts 3% van de gefailleerden zich aan een herstart waagt (Metzger, 2006a). Hoe komt het dat zo weinig gefailleerden herstarten? Dat is een belangrijke vraag die we in dit rapport trachten te beantwoorden. Het is dus merkwaardig dat er op basis van al deze informatie in Vlaanderen nog geen (uitgebreid) onderzoek is verricht naar gefailleerde herstarters. Hierna volgen de verschillende onderzoeksvragen die in dit rapport worden uitgewerkt: Hoeveel gefailleerde herstarters telt Vlaanderen? Wat is het profiel van de Vlaamse gefailleerde herstarter? Wat zijn de leereffecten van de Vlaamse gefailleerde herstarter? Wat zijn de hinderpalen die herstarters ervaren bij de herstart?
In dit onderzoeksrapport wordt gestart met het berekenen van het aantal herstarters in Vlaanderen. Daarbij wordt ook het gemiddelde profiel van alle herstarters in Vlaanderen geanalyseerd en beschreven. De resultaten hiervan worden weergegeven in hoofdstuk 2. Op basis van deze gegevens werden twintig gefailleerde herstarters in Vlaanderen geïnterviewd waarvan de resultaten in hoofdstuk 3 worden beschreven. Dit deel wordt opgesplitst in enerzijds de leereffecten voortvloeiend uit het eerdere faillissement en anderzijds de mogelijke hinderpalen die
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
een herstart in de weg kunnen staan. Tot slot wordt er een besluit geformuleerd met aanbevelingen.
4
2. Aantal en profiel van de Vlaamse herstarters In deze onderzoeksfase wordt een profiel opgesteld van alle herstarters in Vlaanderen gedurende de periode van januari 1995 tot april 2011. De gegevens werden via een database aangeleverd door het handelsinformatiebedrijf Graydon in april 2011. Binnen dit kwantitatief onderzoek wordt onder andere het aantal herstarters in Vlaanderen berekend, wordt nagegaan of de herstarter binnen dezelfde sector actief is gebleven of niet, of men meer of minder personeel in dienst heeft enz. Samengevat worden de volgende twee onderzoeksvragen via deze database beantwoord: 1) Hoeveel gefailleerde herstarters telt Vlaanderen? en 2) Wat is het profiel van de Vlaamse gefailleerde herstarter?
2. 1 Popul atie herstarters in Vlaanderen De periode januari 1995 tot april 2011 telt in totaal 5631 Vlaamse gefailleerde ondernemers die herstart zijn en nu nog actief zijn als ondernemer. De grote meerderheid van de herstarters is mannelijk, 86 procent, tegenover slechts 14 procent vrouwen. Vergeleken met cijfers over starters - meer dan één op drie starters in België zijn vrouwen en dit aandeel blijft de laatste jaren licht toenemen (Unizo, 2010) - is dit een klein percentage vrouwen die herstart. Het aantal opgerichte ondernemingen bedraagt bij de meeste herstarters (60%) twee, namelijk het failliete bedrijf en het nieuwe bedrijf. Maar velen hebben ook drie (23%) of meer dan drie (16%) bedrijven opgericht. De meeste herstarters (48%) hebben één faillissement achter de rug, maar velen hebben ook meerdere faillissementen meegemaakt. Eén herstarter heeft zelfs 26 faillissementen doorgemaakt. In het onderzoek werden
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
enkel herstarters met één faillissement opgenomen.
5
2. 2 Herstarters betrokken in één faillissement Het onderzoek focust zich op gefailleerde ondernemers die enige tijd na een faillissement beslissen om opnieuw een eigen zaak op te starten. Om het onderzoek af te bakenen werd geopteerd om ons te beperken tot ondernemers die slechts één faillissement achter de rug hebben. We beperken ons ook tot de herstarters waarvan het nieuwe bedrijf tot vandaag de dag nog actief is.
2. 2.1 Persoonlijke gegevens 2715 ondernemers, die in de periode 1995-2011 één faillissement meegemaakt hebben, hebben samen 3232 nieuwe ondernemingen opgestart. De meerderheid (86%) heeft na het faillissement slechts één nieuwe onderneming opgericht, maar er zijn er ook een aantal die twee (11%) of meer (3%) ondernemingen hebben heropgestart (zie Figuur 1 en Bijlage 3). F IGUUR 1: A ANTAL
Herstarters met 1 oprichting Herstarters met 2 oprichtingen Herstarters met 3 oprichtingen Herstarters met 4 oprichtingen Herstarters met 5 oprichtingen Herstarters met 6 oprichtingen Herstarters met 7 oprichtingen
OPRICHTINGE N NA FAILLISSEMENT
86,1% 10,6% 2,3% 0,6% 0,3% 0,1% 0,1%
85 procent van deze herstarters zijn mannen en slechts 15 procent zijn vrouwen. De meeste herstarters wonen in Antwerpen (zie Figuur 2 en Bijlage 1). Dit ligt in de lijn van het aantal startende ondernemingen, want de provincie Antwerpen blijkt reeds jaren het grootste aantal nieuwe ondernemingen tellen (Unizo, 2010). F IGUUR 2: H ERSTARTERS EN WOONPLAATS (%
Limburg
HERSTARTE RS )
14%
Oost-Vlaanderen
21%
West-Vlaanderen
17%
Antwerpen
33%
Vlaams Brabant
12%
Bij de herstarters komt het faillissement gemiddeld 9 jaar na oprichting. Na het faillissement duurt het gemiddeld 3,5 jaar vooraleer men zich waagt aan het oprichten van een eerste nieuwe onderneming. Eén derde herstart reeds binnen het jaar dat het faillissement plaatsvond (zie Figuur 3 en Bijlage 4). F IGUUR 3: A ANTAL
EERSTE NIEUWE ONDERNEMINGEN ( ONDERVERDEE LD PER JAREN NA FAILLISSEME NT )
na minder dan 1 jaar
31,09%
na 1 jaar
13,96%
na 2 jaar na 3 jaar
7,77%
na 4 jaar
8,10%
na 5 jaar
7,18%
na 6 jaar
5,12%
na 7 jaar
3,09%
na 8 jaar na 9 jaar
3,68% 2,28%
na 10 jaar
2,50%
na 11 jaar
1,47%
na 12 jaar
1,62%
na 13 jaar
0,74%
na 14 jaar
0,66%
na 15 jaar
0,04%
Als we de duurtijd van de eerste onderneming linken aan de duurtijd dat deze ondernemers een eerste zaak herstarten, is de volgende trend duidelijk op te merken (zie onderstaande Figuur 4): hoe langer de levensduur van de eerste onderneming, hoe minder lang het gemiddeld zal duren dat men terug een nieuwe onderneming opstart. En omgekeerd, hoe korter de levensduur van de eerste onderneming, hoe langer het gemiddeld duurt voor men heropstart.
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
10,64%
6
F IGUUR 4: L EVENSDUUR EERSTE ONDERNEMING EN DUURTIJD TOT OPRICHTING EERSTE NIE UWE ONDE RNE MING ( JAAR )
Gemiddelde duur tot oprichting eerste nieuwe onderneming (jaar) Faillissement minder dan 1 jaar na oprichting Faillissement 1 jaar na oprichting 3,7 Faillissement 2 jaar na oprichting 3,3 Faillissement 3 jaar na oprichting 3,8 Faillissement 4 jaar na oprichting 3,6 Faillissement 5 jaar na oprichting 3,4 Faillissement 6 jaar na oprichting 2,9 Faillissement 7 jaar na oprichting 3,6 Faillissement 8 jaar na oprichting 3,2 Faillissement 9 jaar na oprichting 2,7 Faillissement 10 jaar na oprichting 2,4 Faillissement 11 jaar na oprichting 3,0 Faillissement 12 jaar na oprichting 2,5 Faillissement 13 jaar na oprichting 2,5 Faillissement 14 jaar na oprichting 2,2 Faillissement 15 jaar na oprichting 2,3 Faillissement 16 jaar na oprichting 2,9 Faillissement 17 jaar na oprichting 2,4 Faillissement 18 jaar na oprichting 1,4 Faillissement 19 jaar na oprichting 1,9 Faillissement 20 jaar na oprichting 1,3 Faillissement meer dan 20 jaar na oprichting 2,1
4,2
2. 2.2 Eerste bedrijf Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
In het failliet gegane bedrijf is 67 procent zaakvoerder, is 22 procent gedelegeerd bestuurder en is 11 procent
7
uitbater. De meest voorkomende juridische vorm is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (zie ‘Failliet bedrijf’ in Figuur 5). F IGUUR 5: J URI DISCHE VORM FAILLIET VERSUS
Failliet bedrijf
HERSTART BEDRI JF
Herstart bedrijf
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Naamloze vennootschap
51,0% 5,6%
10,6% 17,1%
Eenmanszaak Besloten éénpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid
21,0%
2,4%
10,6%
Gewone commanditaire vennootschap
0,3% 7,1%
Vennootschap onder firma
0,0% 6,0%
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1,1% 0,3%
Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid
0,1% 1,2%
Commanditaire vennootschap
1,0% 0,0%
63,0%
De gemiddelde omzet in de laatste drie jaar voor het faillissement plaatsvond, bedraagt ongeveer € 129.995 (zie Figuur 6). De meeste faillissementen komen voor in de groothandel en handelsbemiddeling (18,2%), in de eet- en drinkgelegenheden (12,6%), in gespecialiseerde bouwwerkzaamheden (12,3%) en in de detailhandel (11%) (zie Figuur 8). Bij de meeste ondernemingen (55%) bestond het personeelbestand uit 1 tot 4 personeelsleden (zie Figuur 9). Slechts 24 procent werkt zonder personeel. F IGUUR 6: O MZET DE LAATSTE DRIE
€ 140.000
JAAR VÓÓR HET FAILLISSEME NT
€ 136.963 € 132.393
€ 135.000 € 130.000 € 125.000
€ 120.628
€ 120.000 € 115.000 € 110.000 Omzet 1 jaar vóór faillissement
Omzet 2 jaar vóór faillissement
Omzet 3 jaar vóór faillissement
2. 2.3 Herstart bed rijf Gemiddeld 3,5 jaar na het faillissement start de ondernemer een nieuwe onderneming op. Negentien procent
Failliet bedrijf
Herstart bedrijf 12,3% 11,8%
Vlaams Brabant
34,9% 33,3%
Antwerpen 16,0% 16,5%
West-Vlaanderen
22,0% 21,2%
Oost-Vlaanderen 14,8% 14,4%
Limburg Brussel Hoofdstedelijk Gewest of Wallonië
0,0% 2,7%
F IGUUR 7: V ESTIGING FAILLIET VERSUS HERSTART BEDRIJF
De herstarter zal in het nieuwe bedrijf meer de functie van uitbater (17,3%) en minder de functie van gedelegeerd bestuurder (6,3%) aannemen in vergelijking met het failliet gegane bedrijf (resp. 10,9% en 21,7%). Terwijl de gemiddelde omzet in de laatste drie jaren voor het faillissement 129.995 euro bedraagt, bedraagt de gemiddelde omzet van het laatste jaar van het herstarte bedrijf 105.901 euro. Ook de juridische structuur van de nieuwe onderneming zal veranderen. Herstarters kiezen minder voor de BVBA en NV, maar meer voor andere vennootschapsvormen zoals de eenmanszaak, de besloten eenpersoonsvennootschap met beperkte
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
verhuist naar een andere provincie (zie Figuur 7).
8
aansprakelijkheid, de gewone commanditaire vennootschap en de vennootschap onder firma (zie Figuur 5). De sector waar het herstarte bedrijf actief is, is ook lichtjes gewijzigd in vergelijking met het vorig bedrijf (zie Figuur 8). Slechts 28 procent blijft in dezelfde sector als de sector van de onderneming die failliet is gegaan. F IGUUR 8: S ECTOR FAILLIET
Failliet bedrijf
VERSUS HERSTART BE DRIJF
Herstart bedrijf
Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen
18,2% 11,8% 12,6%
Eet- en drinkgelegenheden
10,1% 12,3% 13,5%
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen
11,0% 9,2% 5,4% 4,5%
Bouw van gebouwen; ontwikkeling van bouwprojecten Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
3,6% 3,4%
Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen
3,4% 2,8%
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer
9
2,4% 8,9%
Een opmerkelijke wijziging is te bemerken in de grootte van het personeelsbestand. In de nieuwe onderneming werkt 71 procent zonder personeel, terwijl dat percentage veel lager lag met het failliete bedrijf (24%) (zie Figuur 9). F IGUUR 9: A ANTAL
PERSONEEL FAILLIET VERSUS HERSTART BEDRIJF
Failliet bedrijf
Herstart bedrijf
geen personeelsleden
24,1%
van 1 tot 4 personeelsleden
24,5%
van 5 tot 9 personeelsleden van 10 tot 19 personeelsleden
2,7% 5,6% 1,5%
van 20 tot 49 personeelsleden
3,1% 0,4%
van 50 tot 99 personeelsleden
0,7% 0,2%
van 100 tot 199 personeelsleden
0,2% 0,0%
11,0%
70,6% 55,1%
3. Leereffecten en hinderpalen van de Vlaamse herstarters 3. 1 Dataverzameling Uit deze populatie van 2715 herstarters die in de tijdspanne 1995-2011 één faillissement meegemaakt hebben, werden 20 herstarters geselecteerd waarbij een diepte-interview met een semigestructureerde vragenlijst werd afgenomen. Eén op vier opgebelde herstarters was bereid om mee te werken aan het onderzoek. De interviews duurden gemiddeld 1,5 uur. De vragen handelden over hoe zij hun herstart in Vlaanderen ervaren hebben, wat ze geleerd hebben uit het faillissement, wat de gevolgen waren door hun eerder faillissement bij een nieuwe kans als ondernemer, enz. (zie vragenlijst in bijlage 6). Samengevat worden de volgende twee onderzoeksvragen via deze database beantwoord: 1) Wat zijn de leereffecten van de Vlaamse gefailleerde herstarter? en 2) Wat zijn de hinderpalen die herstarters ervaren bij de herstart?
3. 2 Steekproef De gemiddelde duur tussen het faillissement en de herstart van deze 20 herstarters bedraagt vijf jaar, met een
werden er 16 mannelijke en 4 vrouwelijke herstarters bevraagd uit verschillende sectoren (zie Figuur 11). De interviews werden volledig uitgetypt en gecodeerd en werden verwerkt en geanalyseerd met behulp van het softwarepakket QSR Nvivo (versie 9). F IGUUR 10: I NDELING VAN
DE GEÏNTERVIEWDE HERSTA RTE RS NAAR P ROVINCIE
Limburg; 3 West-Vlaanderen; 5 Vlaams-Brabant; 2
Antwerpen; 2
Oost-Vlaanderen; 8
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
minimum van 28 dagen en een maximum van 27 jaar. In de vijf Vlaamse provincies (zie verdeling in Figuur 10)
10
F IGUUR 11: I NDELING VAN
DE GEÏNTERVIEWDE HERSTARTE RS NAAR ACTIVITEIT
Groothandel en handelsbemiddeling
3 Bouw van gebouwen; ontwikkeling van bouwprojecten
3 Ontwerpen en programmeren van computerprogramma's, computerconsultancy-activiteiten en aanverwante activiteiten Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen
2
2
Financiële en zakelijke dienstverlening
2 Eet- en drinkgelegenheden
2 Detailhandel
2 Boekhouders en boekhouders-fiscalisten
2 Reclamewezen en marktonderzoek
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
1
11
Activiteiten van fotografen, met uitzondering van persfotografen
1
3. 3 Leereffecten Hebben de ondervraagde herstarters geleerd uit het faillissement en zo ja, wat hebben ze geleerd? Dat zijn de vragen die we in dit deel trachten te beantwoorden, te beginnen met een quote die mooi illustreert dat men wel degelijk bewust heeft geleerd uit een faillissement:
“Omdat ik nu heel hard op een paar basisregels gedrukt ben en daar stap ik nooit meer vanaf. Omdat de consequenties zo groot zijn. En die besef je niet als je de eerste keer ondernemer bent.” (Herstarter)
We hebben de voornaamste leereffecten opgedeeld in zes grote thema’s: leereffecten met betrekking tot de voorbereiding van de (her)start, de financiering, de klanten, het personeel, het advies en het preventief optreden. We gaan logisch gezien starten met de voorbereiding.
3. 3.1 Voorbereid ing Vooraleer men kan spreken van de oprichting is het belangrijk om alles heel goed voor te bereiden. Men geeft aan zich beter voor te bereiden dan wanneer men de eerste keer gestart is. Als men bijvoorbeeld herstart met één of meerdere partners, zal men nu alles op papier zetten, zelfs al is het samen met familie. Kortom, een eerste leereffect is dat herstarters de oprichting van hun nieuwe onderneming beter zullen voorbereiden. Duchesneau & Gartner (1990) ondervonden dat hoe beter de voorbereiding van de opstart, hoe succesvoller de onderneming zal zijn. Ondernemers die zich vóór de opstart een duidelijk beeld kunnen vormen van hoe hun onderneming er zal uitzien, hebben meer moed om moeilijke momenten te overwinnen en zijn uiteindelijk ook meer succesvol. Een quote van een herstarter om dit te illustreren:
Vóór de opstart is het belangrijk om te reflecteren over waarom men nu juist wil herstarten. Het mag niet uit boosheid, uit verveling, uit weerwraak of uit een andere negatieve status zijn. Het starten van een nieuwe onderneming moet om de juiste redenen zijn. Ook is het belangrijk om, alvorens je herstart, te bezinnen over de oorzaken van het eerdere faillissement. Alleen op deze manier kan je ook daadwerkelijk gaan leren uit mogelijk gemaakte fouten. Een herstarter verwoordt het als volgt:
“Je trekt er zeker lessen uit. Of dat je nu failliet gaat omdat je het niet goed gedaan hebt, of omdat er geen markt voor is, of omdat je product op niet veel trekt enz. Je moet altijd uw hand boven uw eigen hoofd houden en kijken wie er onder staat. Je moet daar altijd mee beginnen.” (Herstarter)
Een belangrijke stap in het voorbereidingsproces van een nieuwe onderneming, is de keuze van de sector waarin je wilt herbeginnen. Daarbij moet je als herstarter de vraag stellen: staat de sector waarin je wilt herstarten open voor herstarters? Uit dit onderzoek blijkt dat 60 procent van de ondervraagde herstarters herstart is in een andere sector dan waarin ze failliet gegaan zijn. Een herstarter geeft hiervoor een verklaring:
“Eigenlijk weten we heel goed wat er fout is gelopen. Het enige wat we niet hadden moeten doen, is die zaak op dat moment opstarten. Of misschien in dezelfde sector blijven. Dat is wel een fout geweest. Omdat die andere persoon ook nog actief was in de sector en dat blijft ook … je wordt daar iedere keer mee geconfronteerd.” (Herstarter)
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
“Ik zeg ook altijd, de beste overeenkomst is, zet het op papier, dan ontstaat er geen misverstand. “Maar ja we vertrouwen mekaar.” Ja maar ik zeg als je elkaar vertrouwt dan is er geen probleem om het op papier te zetten. Want dat verandert niets aan de zaak dus zet het op papier. Dat is ook één van de zaken die ik heb geleerd uit het faillissement, dat is niets meer op woord geloven, alles op papier zetten. Ook zo een afspraken. Met mijn vennoot: wij hebben een afspraak over verbruik van de wagens, over wat dat invloed heeft op de persoonlijke bestedingssfeer of verschil kan zijn”. (Herstarter)
12
Herstarters willen starten met een schone lei, en daar hoort de sector ook bij. Herstarten in een andere sector betekent nieuwe klanten, nieuwe leveranciers, nieuwe omgeving, … waar niemand weet heeft van het eerdere faillissement. Men wil anoniem herstarten en dat kan alleen maar in een andere sector. Deze tendens vinden we ook terug in de volledige populatie herstarters, want daar verandert maar liefst 72 procent van sector. Deze trend is wel in tegenstelling met het advies dat men wil meegeven aan starters, namelijk: start in een sector waarin je het meeste ervaring hebt (Vergert & Weide, 2001). Blijkbaar primeert bij herstarters bij de sectorkeuze de anonimiteit boven de ervaring. Bij de voorbereiding van het nieuwe bedrijf wordt eveneens veel aandacht geschonken aan de juridische structuur. Het is belangrijk een gepaste juridische structuur te kiezen. De herstarters zijn het er allemaal over eens dat ze eigenlijk geen onderneming meer met onbeperkte aansprakelijkheid willen oprichten. Een aantal hebben nog een eenmanszaak, maar de bedoeling is die later nog om te zetten naar een bvba. De herstarters zijn het er wel allemaal over eens dat de 1 EUR BVBA geen gepaste structuur is. In onderstaande tabel wordt de juridische structuur van het failliet en herstart bedrijf van de 20 bevraagde herstarters weergegeven. Deze situatie komt sterk overeen met de evolutie van de juridische vorm van alle herstarters in Vlaanderen. T ABEL 1: V ERGELIJKING JURIDISC HE VORM VAN FAILLIET EN HERSTART BEDRIJF
20 herstarters
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
Failliet bedrijf
13
Herstart bedrijf
20% 20%
NV
Eenmanszaak EBVBA
0% 15%
11% 17% 2% 11%
VOF
0% 6%
GCV
0% 7%
NV
6%
5% 10% 20% 10%
Herstart bedrijf
63% 51%
BVBA
40%
Eenmanszaak
GCV
Failliet bedrijf
50%
BVBA
VOF
2715 herstarters
CVBA
0% 5%
CVBA
1% 0%
CV
5% 0%
CV
1% 0%
21%
Voorts halen de bevraagde herstarters het belang van een goeie planning aan. Het is belangrijk om te bedenken waar je met de nieuwe onderneming naar toe wil op lange termijn en welke noodzakelijke tussenstappen je daarvoor zal moeten zetten. Een herstarter maakt volgende vergelijking:
“De mensen moeten dat zeker vergelijken met een dieet. Als iemand moet diëten, dan weet die toch zeer goed wat die allemaal niet meer mag eten. Minder chips, minder boter, minder cola, … noem maar op! Je moet niet naar de diëtist. Iedereen weet dit voor zichzelf. Stoppen met roken? Maar iedereen weet dat toch? Gewoon geen sigaretten meer roken! Alleen kan je het daarvoor nog niet. En zoals het met al die dingen is in de maatschappij, al die verleidingen en noem maar op, is dat met zelfstandig zijn ook. Er is voor iedereen een piste. Je moet hem alleen kunnen op papier zetten, en dan in staat zijn om hem zo goed mogelijk te volgen. En pas op, je mag wat afbuigen hé. Dat komt nog altijd goed hé. Het gaat niet zo rap fout. Als je maar consequent op die lijn blijft. Een dieet vind ik een heel goed voorbeeld. Je weet dat je geen chips mag eten, maar toch … breng je ze mee en eet je ze op hé!” (Herstarter)
Financiering is één van de grootste leereffecten. De respondenten zijn het er allemaal over eens: je moet over voldoende eigen middelen beschikken, ten eerste om een onderneming op te richten en ten tweede om het eerste jaar of zelfs de eerste 3 jaar te kunnen overbruggen. Bij de herstart willen de meesten eigenlijk geen vreemde financiering meer en proberen ze alles met eigen middelen te financieren. Ze hebben schrik gekregen van de banken en hebben ook de perceptie dat ze bij de bank niet meer terecht kunnen:
“De zakenwereld zelf ook geeft u geen kansen, ge kunt bij geen enkele bank meer aankloppen. Niet allemaal, er zijn een paar grootbanken in België waar ik toen zaken mee deed die me nog altijd geen krediet geven. Die zeggen je mag zelfs niet onder nul gaan.” (Herstarter)
De bank is bij een meerderheid van de herstarters immers de dooddoener geweest bij het faillissement. En ze vinden het ook schandalig dat, wanneer men een persoonlijke borg had en nog een lening bij de bank moet afbetalen plots meer intrest moet betalen door toedoen van het faillissement. Aan de andere kant stellen de banken dat een faillissement geen reden is om een lening te weigeren. Maar één ding is duidelijk: herstarters willen herstarten op eigen middelen en raden dat ook aan naar andere ondernemers toe. Helaas beschikken de meeste gefailleerden niet meer over voldoende middelen, dus daarom benadrukken de geïnterviewde herstarters dat het belangrijk is om klein te beginnen en zeker niet te overinvesteren. Niet voor niets zijn beroepen als informaticus of accountant interessante beroepen om te herstarten, aangezien daarvoor beperkte investeringen volstaan. Twee voorbeelden:
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
3. 3.2 Financiering
14
“Ik heb geleerd dat je kleiner kan starten en daarna pas groeien. En maken dat je kan groeien in uw gebouw of in uw omgeving. En als het dan goed draait, … Niet meer denken van: “Ik moet het hier allemaal in één keer doen.” Overinvesteren, dat zou ik zeker niet meer doen.” (Herstarter) -“Wat is er fout gelopen? Ik denk dat we te groot begonnen zijn. Van de eerste keer, twee zaken in één: een sandwichbar én een bistro was dat toen. Een volledige keuken ingericht. Een volledige kelder met inox muren bekleed. Dan natuurlijk direct met drie personeelsleden. Ik denk dus dat de grootste fout was dat we te groot begonnen zijn.” (Herstarter)
3. 3.3 Kl anten De meerderheid van de ondervraagde herstarters screent zijn klanten alvorens er zaken mee te doen. Toch zeker als het om belangrijke nieuwe klanten gaat. Men haalt ook het belang aan van het hebben van voldoende klanten en u niet te focussen op alleen enkele grote klanten. Voorts zeggen de herstarters dat het heel belangrijk is om een netwerk te gaan uitbouwen en de relaties met de klanten nauwgezet te onderhouden. Dit zijn allen maatregelen om het risico te beperken. Eveneens houden vele herstarters er nu een heel streng debiteurenbeheer op na. Volgende uitspraak van een herstarter illustreert dit
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
mooi:
15
“Dat je op uw hoede moet zijn, altijd, met elk contract, met elk papiertje, met elke vorm van financiering, met elk contract van een leverancier, met contracten naar klanten toe en zeer zeer zeer belangrijk: als je iets gefactureerd hebt, is het niet voldoende. Je moet zien dat het geld op de rekening staat. Je doet pas een goede zaak den dag dat het geld op uw rekening staat en geen dag eerder. En dat is iets dat veel mensen moeten beseffen.” (Herstarter)
3. 3.4 Personeel Een volgende leereffect situeert zich op vlak van personeel. Volgens een onderzoek uitgevoerd door ING zullen ondernemers hun nieuwe zaak kleinschaliger opzetten, m.a.w., een onderneming met minder startkapitaal en minder of zelfs geen personeel in dienst (Economisch Bureau ING, 1998). Dit onderzoek volgt dit resultaat en wijst uit dat slechts 16 procent van de bevraagde herstarters meer personeel in dienst heeft in het nieuwe bedrijf vergeleken met het aantal personeelsleden in het failliete bedrijf. Ook in de toekomst wensen de meesten met zo weinig mogelijk personeel verder te kunnen. In onderstaande tabel zijn de cijfers uitgesplitst naar aantal personeelsleden in dienst.
T ABEL 2: V ERGELIJKING AANTAL
PERSONEELSLEDE N VAN FAILLIET EN HERSTART BEDRI JF
Failliet bedrijf
geen personeelsleden
Herstart bedrijf
Failliet bedrijf
Herstart bedrijf
13% 67% 53%
van 1 tot 4 personeelsleden
van 5 tot 9 personeelsleden
2715 herstarters
27% 27% 7%
24%
geen personeelsleden
71% 55%
van 1 tot 4 personeelsleden
van 5 tot 9 personeelsleden
24% 11% 3%
van 10 tot 19 personeelsleden
0% 0%
van 10 tot 19 personeelsleden
6% 2%
van 20 tot 49 personeelsleden
7% 0%
van 20 tot 49 personeelsleden
3% 0%
50 en meer personeelsleden
1% 0%
50 en meer personeelsleden
0% 0%
Opmerkelijk is dat slechts 13 procent van de ondervraagde herstarters in het failliete bedrijf alleen werkte, terwijl nu 67 procent van de bevraagde herstarters alleen werkt in zijn/haar nieuwe zaak. Deze evolutie wordt bevestigd in de populatie herstarters in Vlaanderen. In de nieuwe onderneming werkt 71 procent zonder personeel, terwijl dat percentage veel lager ligt met het failliete bedrijf (24%). Met andere woorden: men neemt minder of geen personeel in dienst in de nieuwe onderneming. Een herstarter getuigt:
“Ja, ik heb daar wel veel uit geleerd. Bijvoorbeeld dat je eigenlijk niets aan iemand anders mag overlaten. Als je het niet zelf doet, dat het niet in orde is.” (Herstarter)
De meeste herstarters vinden het in dienst nemen van personeel een veel te groot risico. Dat is iets waar ze echt schrik voor gekregen hebben. Als je voor één persoon plots werk moet gaan zoeken, is dat niet echt een groot probleem. Maar als je plots met zes personen zit en je hebt vaste kosten iedere maand… Ook door de hoge sociale lasten is het voor vele ondernemers onbetaalbaar geworden om (veel) personeel aan te werven. Enkele
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
20 herstarters
16
bevraagde herstarters zijn van mening dat in ons land de werknemers alle rechten krijgen, maar niet de plichten. De werkgever blijft volgens hen al te vaak onbeschermd achter. Indien men echter wel besluit om personeel aan te nemen, probeert men zelf zoveel mogelijk fysiek in de zaak aanwezig te zijn. Kennelijk is er dus ook een gebrek aan vertrouwen in personeel. Een herstarter verwoordt het als volgt:
“Af en toe neem ik wel een keer iemand in dienst om wat werken uit te voeren. Zo tijdelijk in dienst. Dat heb ik gedaan het laatste jaar. Jobstudenten bijvoorbeeld. Maar eigenlijk liever niet. Mijn ontgoocheling ligt voornamelijk bij mensen. Dat heb ik opgedaan sedert het faillissement. Dat ik niet meer geloof in mensen. En dat ik het eigenlijk niet wil dat ik afhankelijk ben van iemand. Ik wil echt zelfstandig zijn, in de zin van zelf. Dat ben ik wel kwijt: het vertrouwen in mensen.” (Herstarter)
3. 3.5 Advies Een volgende leereffect situeert zich op vlak van externe adviseurs. Alle herstarters zien het nut in van je te laten bijstaan door externe adviseurs of benadrukken het belang van uzelf bij te scholen voor de zaken waar je minder
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
goed in bent of minder kennis van hebt. Twee herstarters getuigen hierover:
17
“Nu, ik heb één grote stommiteit begaan en dat is dat ik dacht dat ik dat allemaal zelf wel ging kunnen oplossen. Advocaten, dat had ik niet nodig. Ik dacht dat ik slim genoeg was.” (Herstarter) -“En je laten bijstaan door externe mensen, dat vooral. Ik heb dat van in ’t begin gedaan trouwens. Je kunt niet in alles even goed zijn. Je moet weten waar je goed in bent en waar niet. Ik ken mijn sterktes goed maar mijn zwaktes even goed. ’t Is zelfs beter van uw zwaktes te kennen en u daar te laten assisteren of zelf bij te scholen, dat kan ook hé, dan dat je alleen maar op uw sterktes focust.” (Herstarter)
Het is belangrijk om je als herstarter eerst te bezinnen over eigen sterktes en zwaktes en vervolgens goede adviseurs te zoeken die je kunnen bijstaan in die zwaktes en op wie je kan vertrouwen. Een eerste stap hierbij is dan ook het durven inzien dat je zelf iets niet goed of minder goed kan. Daarenboven haalt men aan dat het belangrijk is om een netwerk op te bouwen én goed te onderhouden. Men probeert zich te omringen met de juiste mensen. Niet alleen professionele adviseurs, maar ook andere ondernemers, familie, organisaties, enz. Herstarters zien ook het belang van open en transparante communicatie met alle belanghebbenden van de onderneming in. Zoals deze volgende herstarter het verwoordt, vertelt een expert ons zelfs dat een verplichting tot begeleiding van starters niet slecht zou zijn. Bijvoorbeeld zou een (her)starter een aantal verplichte sessies bij het sociaal
secretariaat en bij het beroepsinstituut van boekhouders kunnen gaan volgen. Een bijkomend idee is om via Unizo of een andere instantie een (her)starter een soort meter of peter toe te die u zal begeleiden bij de (her)opstart.
“En misschien zou er eigenlijk van overheidswege een verplichting moeten zijn dat jonge beginnelingen begeleiding geeft, een opvolging geeft. Een overheidsinstantie of zo.” (Herstarter)
Eén belangrijke adviseur is natuurlijk een goede boekhouder. Het viel ons op dat nog maar 42% van onze herstarters dezelfde boekhouder in dienst heeft. Ze voelden zich bij het faillissement veelal in de steek gelaten door de boekhouder. Na gesprekken met boekhouders en herstarters hebben we gemerkt dat er zich een communicatieprobleem kan voordoen tussen beide partijen. Boekhouders zouden in sommige gevallen meer en sneller advies moeten geven aan hun klanten. De jaarlijkse afsluiting van de jaarrekening en de btw aangifte uitvoeren, is vaak niet voldoende. Er zouden tussenin meer meldingen en/of afspraken gemaakt moeten worden. Dit betekent dat een boekhouder dan ook vaker een tussentijdse stand van zaken moet nemen, wat natuurlijk heel wat meer werk met zich meebrengt. En dat extra werk wordt vanzelfsprekend dan ook doorgerekend naar de klant. Een boekhouder werkt per uur of werkt volgens een afgesproken prijs, en de klant is vaak niet bereid om die extra uren te gaan betalen. Met andere woorden: aan de ene kant zouden boekhouders meer bereid zijn om daarvoor te betalen. Verder onderzoek op dit gebied is noodzakelijk. Precies om deze reden zijn enkele bevraagde herstarters reeds overgestapt van een boekhouder naar een financieel adviseur. Hierbij doet men met behulp van een online boekhoudsoftwarepakket zelf de boekhouding en bij vragen kan men terecht bij deze adviseur. Zo heeft men meer controle over de gang van zaken. Sommige herstarters werken nog steeds met een boekhouder, maar geven aan dat ze zich ook hebben bijgeschoold op dat vlak:
“Ik heb mij echt goed op het boekhouden toegelegd omdat ik in het begin niet goed wist waar de boekhouder het over had. En dat vond ik wel vervelend, om dat ik het niet in eigen handen had. Als hij zegt ‘het is 100’, kan dat evengoed 60 zijn of 150. Ik heb nu nog altijd een boekhouder, maar ik kan hem nu controleren of tenminste begrijpen wat hij allemaal vertelt.” (Herstarter)
3. 3.6 P reventief optreden Men is voorzichtiger op alle vlakken en tracht daarbij telkens het risico zo veel mogelijk te beperken. Als er zich dan toch problemen zouden voordoen, is het belangrijk tijdig die problemen in te zien en hulp te zoeken of eventueel op tijd te stoppen om grotere problemen te vermijden.
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar aan de andere kant moeten de ondernemers op hun beurt ook
18
“Er zijn altijd externe factoren dat je eigenlijk … je kan daar wel iets mee rekening houden, maar niet alles voorzien. En ik denk dat dit juist het moeilijke is aan zelfstandig zijn hé. Dat je altijd moet kijken, en dat heb ik er waarschijnlijk uit geleerd, van: “hoe gaan we dat hier sneller oplossen?” Ik heb veel te lang mijn hoofd in het zand gestoken hé. Dat is denk ik het grootste probleem geweest. Veel te lang gewacht om hulp te vragen in feite.” (Herstarter)
Het project Preventief Bedrijfsbeleid van het Agentschap Ondernemen dat in 2008 werd opgestart is al een eerste poging om ondernemers aan te zetten vroeg te anticiperen op potentiële problemen in de onderneming. Alle ondernemers “in moeilijkheden” komen voor dit project in aanmerking. Men dient zichzelf aan te melden bij het Agentschap Ondernemen. De operationele ondernemingsscan is gratis en kan gevolgd worden voor de opmaak van een ondernemingsplan, gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid.
3. 4 Hind erp alen Zoals eerder vermeld wijst onderzoek uit Nederland uit dat tweederde van de gefailleerden zin heeft om een nieuwe zaak op te starten (Brander, et al., 1998; Schutjens & Stam, 2006) en dat herstarters zelfs succesvoller zijn als men toepast wat men heeft geleerd uit het faillissement (Ekanem & Wyer, 2007; Metzger, 2006b; Schrör, 2006). Maar als de vraag aan het brede publiek wordt gesteld of dat gefailleerde ondernemers met een nieuw bedrijf succesvoller zullen zijn dan ondernemers die een bedrijf voor de eerste keer starten, dan gaat 60 procent
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
resoluut niet akkoord (kwantitatief onderzoeksrapport beeldvorming van de Vlaamse bevolking over
19
ondernemers, gefailleerden en herstarters, Bouckaert, DeVreese & Smolders). Met andere woorden: men vindt wel dat een gefailleerde een tweede kans verdient, maar men gelooft er eigenlijk niet in. Onderzoek uit Duitsland toont dat slechts 3% van de gefailleerden zich aan een herstart waagt (Wagner, 2002). Hoe komt het dat zo weinig gefailleerden herstarten? Het volgende deel gaat over
mogelijke
hinderpalen die
het
tweedekansondernemerschap in de weg kunnen staan. Deze hinderpalen hebben we in zeven thema’s opgedeeld: de oprichting, het stigma op faillissementen, de onwetendheid, de financiering, de resterende schulden, de belanghebbenden van de onderneming en de psychosociale factoren.
3. 4.1 Oprichting Eigenlijk, voor de zuivere oprichting van de nieuwe onderneming zijn er geen hinderpalen:
“Neen, ik ben naar de notaris gestapt en ik heb een nieuwe vennootschap opgericht. En daar zijn geen vragen gesteld, dat is zonder problemen gelukt.” (Herstarter)
Hierbij moet wel vermeld worden dat we spreken over faillissementen daterend na 1995. Indien het faillissement van vroeger dateert, dan heb je wel problemen om een nieuwe onderneming op te richten. Zo is er één herstarter
die failliet is gegaan in de jaren ‘80 en onlangs als zelfstandige in bijberoep is gestart. Zij heeft wel degelijk heel veel werk moeten verzetten om terug een onderneming te kunnen oprichten. Het komt erop neer dat ze, om haar nieuwe zaak te starten, ze eerst nog haar oude ondernemingsnummer moest stopzetten, wat blijkbaar nog niet gebeurd was. Een helse zoektocht om dat probleem op te lossen is dan begonnen. Uit de interviews bleek evenwel dat de herstarters dikwijls zelf verbaasd waren dat de oprichting van hun onderneming zo vlot verliep. We vermoeden dat hier een perceptieprobleem aan de basis ligt waarbij gefailleerden denken dat ze geen nieuwe onderneming kunnen/mogen oprichten.
3. 4.2 Stigma Door de bevraagde herstarters werd het stigma rond faillissementen het meest vernoemd als hinderpaal voor een nieuwe start. Uit de interviews bleek dat veel gefailleerden geen zaak durven opnieuw op te richten door het stigma dat vandaag de dag in Vlaanderen nog aan faillissementen kleeft. Ook al beweert de publieke opinie dat ze herstarten ondersteunen, vinden we wel een tegenstelling als we een onderzoek doen naar het stigma (zie kwantitatief onderzoeksrapport bevraging van de Vlaamse bevolking). De herstarters geven duidelijk aan dat een
“Er is nergens iets van fraude, nergens iets van … Alle schulden, alle schuldenaars zijn deels vergoed geweest of volledig vergoed geweest. Dus alles is eigenlijk gesetteld. Er is niemand benadeeld. En toch krijgen wij die stempel op het voorhoofd van: ‘Meneer X, u bent een gefailleerde!’. Alsof dat je de grootste crimineel bent die er in België rondloopt.” (Herstarter)
Dit project had vooral als doel herstarters in kaart te brengen en niet de problemen rond faillissementen maar het is toch duidelijk dat het stigma echt nog leeft en actief is en de herstart sterk beïnvloedt. Eén van de geïnterviewde herstarters wist te vertellen dat ze het faillissement nog nooit aan de ouders heeft verteld. Het viel ook op dat men voor het neerleggen van de boeken bewust voor een vakantieperiode kiest, zodat niet te veel mensen het zullen lezen. Desondanks die strategie werd één herstarter toch door een ver familielid met het krantenartikel onder de neus geduwd om haar er eens mee te confronteren. Er waren niet veel herstarters bij hun eerste zaak aangesloten bij een netwerk, maar diegene die er wel bij aangesloten waren voelden toch ook dat ze na het faillissement niet echt meer langer welkom waren in het netwerk, met één uitzondering.
“Je zou er van verschieten hoe rap dat je ook hoort op netwerkmomenten, seminaries enz. , en je staat met iemand te babbelen dat er iemand erachter tegen u zegt van “Als je met die in zee gaat, moet je moet wel opletten hoor. Ze is al een keer failliet gegaan!”. (Herstarter)
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
faillissement nog steeds een stempel op een gefailleerde drukt. Volgende quote maakt veel duidelijk:
20
Ook zijn vele herstarters ervan overtuigd dat de verplichte publicatie van faillissementen in België dat stigma alleen maar benadrukt. Soms worden faillissementen in het groot aangekondigd via aanplakbiljetten, maar ze verschijnen ook in de kranten. Meer nog, in de media worden vooral de frauduleuze faillissementen breed uitgesmeerd.
Niet
alleen
de
media
maakt
faillissementen
bekend,
maar
ook
bijvoorbeeld
handelsinformatiebedrijven. Met andere woorden, een faillissement blijft altijd met jouw naam (in tegenstelling met veel andere strafbare feiten) verbonden en dat draagt uiteraard ook bij tot het stigma. Volgende quote illustreert dit:
“Alles vind je via Graydon bijvoorbeeld, maar allé … ik vind daar …Ja, mijn probleem is dat het te lang … Dat de mislukking te lang beschikbaar blijft. In het begin wel, omdat dat in het begin nog kan invloed hebben op schuldgraad of over het afbetalingscapaciteit en zo’n zaken. Maar iemand moet op een zeker moment toch de kans krijgen om met een schone lei te beginnen. Zeker als het een gewoon economisch of normaal faillissement is geweest.” (Herstarter)
3. 4.3 Onwetendheid Het is duidelijk dat gefailleerden niet goed weten waar ze terecht kunnen of wat er zal gaan gebeuren. En dit zowel tijdens, voor, als na het faillissement. Bijvoorbeeld heeft niemand van de ondervraagde herstarters gebruik gemaakt van de faillissementsverzekering. Slechts enkelen hebben er “al eens over gehoord”. Een herstarter
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
getuigt het volgende:
21
“Kijk, wij hebben een advocaat geraadpleegd, wij hebben toch een curator gezien, we hebben een boekhouder gezien en er is geen één van die mensen die ons daar iets over gezegd heeft bijvoorbeeld. En ja … dat is misschien dan toch inderdaad wel dat: Iemand die faalt, daar wil iedereen uit de buurt blijven, toch wel denk ik.” (Herstarter)
Deze maatregel is dus bitter weinig gekend bij de doelgroep. Maar ook bij de ondervraagde experts (boekhouders, handelsrechters, banken, …) is de kennis omtrent de faillissementsverzekering nagenoeg onbestaande.
Waarom zijn er zo weinig op de hoogte is van deze faillissementsverzekering? Wij gingen na bij de sociale verzekeringsfondsen in ons land of zij een idee hebben waarom deze maatregel zo weinig gebruikt wordt. Enkele aangehaalde redenen waren: 1. omdat het gewoon niet gekend is: 2. als het gekend is, dan doen er velen geen aanvraag tot het bekomen van de sociale verzekering faillissement om de volgende redenen:
zij een activiteit als loontrekkende vinden (= vanaf dat de zelfstandige 1u werkt in een maand, heeft deze voor de desbetreffende maand geen recht meer op een uitkering);
zij erin slagen hun leven op financieel gebied terug in evenwicht te brengen met de hulp van hun partner of met een vervangingsinkomen;
zij niet onder de voorwaarden vallen;
zij geen aanvraag willen doen want zij voelen zich gedegradeerd in het sociale beeld dat zij van zichzelf hebben;
zij psychologische complicaties naar aanleiding van overkomen faillissement hebben.
Ook de faillissementsprocedure zelf moet eenvoudiger en transparanter. Waarom moeten eenvoudige faillissementen soms jaren aan een stuk aanslepen? Ook de Europese Commissie dringt er bij de lidstaten op aan om faillissementen maximaal drie jaar te laten duren. Daarnaast hebben we gemerkt dat heel veel afhankelijk is van welke curator aangesteld is voor de afhandeling van het faillissement. Een concreet voorbeeld: na het neerleggen van de boeken is het een normale gang van zaken dat een deurwaarder langs komt. Wel, sommigen worden hierover ingelicht en zijn hierop voorbereid, terwijl anderen van niets weten. Ook bij de afhandeling van
3. 4.4 Financiering Zoals al gezegd bij de leereffecten zijn er duidelijk problemen met financiering. Herstarters willen zelf ook niet meer bij de banken lenen. Het blijft een feit dat een faillissement wordt opgenomen als een risico-element bij het goedkeuren van een lening waarbij men, door één faillissement, hogere tarieven moet betalen of bijkomende waarborgen moet geven. Best probeert men te herstarten op eigen middelen.
“De reden waarom ik wel hiervoor gekozen heb, is dat ik minder moest investeren in materiaal. Dus ik moest niet gaan lenen. En ik eigenlijk alleen maar moest investeren in kennis, dus in mijn eigen opleiding, wat relatief weinig kost. Dat is wel een reden. Ik had liever in de drukkerijsector misschien voortgegaan,maar die investering is heel groot en trouwens je krijgt nooit meer geld vast. Dus je moet eigenlijk … als je je moet herpakken zit je wel in een situatie dat je heel moeilijk nog financiering of kredietwaardigheid… Uw kredietwaardigheid in België na een faillissement die ben je kwijt en die krijg je eigenlijk bijna niet meer terug.” (Herstarter) De banken stellen wel dat er geen problemen zijn met kredietaanvragen naar gefailleerden toe. Echter, meer onderzoek dient hiernaar te gebeuren waarbij de banken cijfermateriaal ter beschikking zouden moeten stellen. Het aantal negatieve kredietaanvragen bij gefailleerden met achterliggende redenen zouden geanalyseerd moeten kunnen worden om de juiste besluiten en aanbevelingen te kunnen formuleren.
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
het faillissement worden gefailleerden in het ongewisse gelaten.
22
3. 4.5 Schulden Resterende schulden van het faillissement kunnen een nieuwe start in de weg staan. De Europese Commissie is van mening dat kwijting van schulden belangrijk is voor tweedekansondernemerschap: binnen een periode van maximum drie jaar moeten de schulden van een niet-frauduleuze gefailleerde kwijtgescholden zijn en dit moet een automatisch proces worden (Europese Commissie, 2011). Deze boodschap is van fundamenteel belang. Zo niet, kan het faillissement gezien worden als een "levenslange gevangenisstraf” en dit werkt als een afschrikmiddel voor potentiële ondernemers.
“Dat is een struggle van 10 jaar geweest hé. En nu zijn we eigenlijk het laatste aan het afsluiten. Dan is alles terug eigenlijk in orde. Maar ja goed, dat is heel zwaar geweest. Dat vraagt…Als je dan gewoon …met een gewoon inkomen dat zou moeten … dat krijg je nooit meer rechtgetrokken.” (Herstarter)
3. 4.6 Stakeholders Een volgende hinderpaal zijn de belanghebbenden of stakeholders van de vorige of van de nieuwe onderneming: klanten, leveranciers, curator, boekhouder, enz. Leveranciers eisen soms door het faillissement voorafbetaling. Dit hangt wel sterk af van sector tot sector. Maar in vele gevallen moet men als gefailleerde contant gaan betalen bij levering. Dit was geen knelpunt bij alle herstarters. Eens de relatie met de leverancier vertrouwd was, voelden
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
de meesten zich toch behandeld als gewone klanten en kregen ze ook uitstel van betaling.
23
“Het enigste nadeel dat ik ondervonden heb is eigenlijk toen dat ik een maand of 6 terug een nieuwe leverancier wilde voor houtmateriaal. En dat ik … één die dichtbij zit … Ik zeg: Ik ga er een keer naar toe gaan. Een groten. En dat die eigenlijk …Ze hadden een offerte gemaakt komen af en ze zeggen van: “Kijk ja, we zitten wel met een probleem. We hebben een keer een dossiertje laten trekken van u en jij bent nog failliet gegaan.” En ze moesten dat allemaal weten. En ze zeggen ook van: “Kijk, wij kunnen alleen toestaan dat u contant betaalt!” HUPLA!” (Herstarter)
Over de curator is in de interviews veel gesproken geweest. We kunnen volgende bevindingen samenvatten: -
Er moet veel meer controle zijn op curatoren.
-
Een curator moet over voldoende juridische als over voldoende economische kennis beschikken.
-
De wijze waarop een curator vergoed wordt, moet worden herzien. De regel dat curatoren een procent op die verkoop krijgen is verkeerd. Dat zou een forfait moeten zijn.
-
De wijze waarop de curator het faillissement afhandelt, moet veel transparanter worden.
“Voor een curator is het interessanter op 1 week 2 faillissementen te doen aan een lagere prijs dan 1 aan een hogere prijs. Omdat dienen hogere nooit het dubbele gaat zijn van die 2 lagere. Ik ga een analogie geven met de immobiliënmarkt. Alle mensen gaan naar een immobiliënkantoor om hun huis te verkopen en ze denken dat dat kantoor de hoogst mogelijke prijs gaat vragen maar dat is totaal verkeerd. Dat immobiliënkantoor wilt zo weinig mogelijk reclame moeten maken en hoe rapper dat het verkocht is aan gelijk welke prijs is voor hen het belangrijkste. Hun 4% commissie bij de verkoop van een woning. Die kost of dat die woning nu 300 of 350 gaat, die 50, die 4%, dat verschil is te klein om 3,4 weken langer reclame te moeten maken. Dus verkopen zij liever 3,4 woningen aan lage prijzen. Iedereen denkt dat ge naar zo een kantoor moet gaan om betere prijzen te krijgen maar dat is verkeerd. Dat is handel, dat is rotatiesnelheid. Hoe rapper dat een dossier gepasseerd is hoe sneller. En een curator is in mijn ogen net hetzelfde.” (Herstarter) Uit de interviews met de herstarters blijkt dat men heel goed beseft dat inzicht in de boekhouding van essentieel belang is. De meesten hadden verwacht dat een boekhouder wel wat meer deed dan gewoon alles in orde maken voor de belastingaangifte. Helaas is dit meestal het geval. Tegelijkertijd blijkt ook dat de meeste herstarters een hekel hebben aan hun administratie en boekhouding. Zoals eerder in dit rapport al aangebracht, zou de relatie boekhouder-klant van in het begin veel beter gespecificeerd moeten worden. En ook ondernemers moeten bereid
3. 4.7 P sychosociale factoren Als laatste hinderpaal ondervonden we dat psychosociale factoren het herstarten ook bemoeilijken of belemmeren. Een herstarter getuigt:
“Ik zal u eerlijk zeggen... de eerste 5 jaar … Thuis was ik angstig als de telefoon afging. En als ik nu een aangetekend schrijven ontvang, dan ben ik nog altijd ambetant. Ook al is het iemand met officiële papieren voor het kantoor. En we krijgen er nu veel voor ’t kantoor. Dat zijn gewone officiële documenten. Maar als ik een aangetekend schrijven ontvang, ben ik … Dan is het altijd van: “wat nu weer?” Dat blijf je meedragen, daar geraak je niet vanaf. Allé, ikke toch niet..” (Herstarter)
Deze blijvende angst is een belangrijke factor om gewoon niet te herstarten. Maar ook na de oprichting van de nieuwe onderneming voelen ze nog angst. Zeker voor diegenen waarvan het faillissement nog niet is afgesloten en geen zicht hebben op wanneer het afgesloten kan worden. Een snelle én transparante afsluiting van het faillissement zal ook een hinderpaal wegnemen bij gefailleerden om nog te herstarten. Het is eveneens duidelijk dat de ondersteuning van de familie van primordiaal belang is bij een herstart. De overgrote meerderheid van de herstarters voelde zich zeer ondersteund door zijn dichte familie.
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
zijn raad te aanvaarden van de adviesverleners.
24
3. 5 Tweed e herstart? De meesten zijn overtuigd dat, door het beperkte risico dat ze nu nemen, ze nooit meer failliet zullen gaan. Ze zullen er ook alles aan doen om het ook nooit meer zo ver te laten komen. En als het dan toch zo zou zijn, dan zien de meeste herstarters een tweede herstart helemaal niet zitten. Een herstarter werd emotioneel toen hij het erover had:
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
“Dus je zit dan te denken. En dan denk je van: “Stel u voor dat het mislukt…” Ik vrees dat dan echt een persoonlijke mislukking wordt. Ik denk dat ik het niet zou kunnen verwerken. Denk het niet. Voor mij zou dat echt een ramp zijn. Omdat je dan weet … alle, je kan altijd dingen relativeren. Je kan altijd zeggen van: “Het was mijn schuld niet.” Maar de derde keer kan je dat niet meer zeggen hé. Zelfs al stort heel de economie in elkaar en lukt het niet meer … Oh neen, ik ga persoonlijk … Oh neen! Ik denk daarover, want ik zie één uitweg en dat is: er geraken. Want als ik nu moet kijken van: “Het gaat niet lukken.” Oh neen, ik kan het niet aan. Waarom? De derde keer moet de goede keer zijn. En als je dan faalt, dan weet ik het niet … Het zou een gigantische ramp zijn. Ik kan het niet meer verantwoorden voor mezelf. En dat is het ergste wat er kan gebeuren. Uw geest is eigenlijk het sterkste wat je hebt in uw leven. Uw geest. En als dat gebroken wordt … sjah … ik zou dat niet aankunnen. Moest ik nu failliet gaan … neen.” (Herstarter)
25
4. Besluit Zowel de literatuur als dit onderzoek wijzen uit dat ondernemers leren uit een faillissement. In dit rapport worden een aantal onderzoeksvragen geformuleerd en beantwoord. Hieronder volgt een korte samenvatting van het antwoord op de vier onderzoeksvragen. Op de eerste onderzoeksvraag “Hoeveel gefailleerde herstarters telt Vlaanderen?” kunnen we antwoorden dat in de periode januari 1995 tot mei 2011 Vlaanderen 5631 herstarters telt. Om het onderzoek af te bakenen werd geopteerd om het te beperken tot ondernemers die slechts één faillissement hebben doorgemaakt en waarvan het nieuwe bedrijf tot vandaag de dag nog actief is. Dan kwamen we op een totaal van 2715 Vlaamse herstarters. Het antwoord op de tweede onderzoeksvraag “Wat is het profiel van de Vlaamse gefailleerde herstarter?” kunnen we als volgt resumeren: 2715 Vlaamse herstarters hebben samen 3232 nieuwe ondernemingen opgestart. De meerderheid (86%) heeft na het faillissement slechts één nieuwe onderneming opgericht, maar er zijn herstarters die twee (11%) of meer (3%) ondernemingen hebben heropgestart. 85 procent van deze herstarters zijn mannen en slechts 15 procent zijn vrouwen. De meeste herstarters wonen in Antwerpen. Bij de herstarters komt het faillissement gemiddeld 9 jaar na oprichting en na het faillissement duurt het gemiddeld 3,5 jaar vooraleer men de eerste nieuwe onderneming opstart. Eén derde herstart reeds binnen het jaar dat het faillissement plaatsvond. Uit
onderneming opstart. En omgekeerd, hoe korter de levensduur van de eerste onderneming, hoe trager men herstart. Op onderzoeksvraag 3 “Wat zijn de leereffecten van de Vlaamse gefailleerde herstarter?” kunnen we het volgende antwoorden: Een eerste leereffect is dat herstarters de oprichting van hun nieuwe onderneming beter zullen voorbereiden. Men zal meer aandacht schenken aan sectorkeuze en keuze van de juridische structuur. Men wil ook alle afspraken op papier en laten de belangrijke overeenkomsten vaak ook juridisch nakijken. Het tweede leereffect situeert zich op het vlak van financiering. Herstarters beginnen pas aan een herstart wanneer men over voldoende eigen middelen beschikt. Deze financiële middelen zijn nodig om een onderneming op te kunnen richten, maar ook om het eerste jaar of zelfs de eerste 3 jaar te kunnen overbruggen. Gefailleerden beschikken evenwel niet over voldoende middelen, dus daarom is het aangewezen om kleiner te starten en daarna pas te gaan groeien. Voorts tonen herstarters het belang van het houden van een heel streng debiteurenbeheer aan. Men zal veel minder personeel vast in dienst nemen in de nieuwe onderneming. Men klaagt over het grote risico verbonden aan het in dienst nemen van werknemers en de hoge sociale lasten die hiermee gepaard gaan. Ook in de toekomst willen de bevraagde herstarters liever met zo weinig mogelijk vast personeel verder. Vervolgens benadrukt men het belang van het inwinnen van extern advies, het uitbouwen en onderhouden van een goed netwerk en/of het belang van bijscholing. Men is voorzichtiger en probeert het risico zo veel mogelijk te beperken. Indien er zich dan toch problemen voordoen, is het belangrijk tijdig die problemen in te zien en hulp te zoeken. Eventueel moet men een sluiting overwegen, om grotere problemen te vermijden.
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
de gegevens blijkt dat hoe langer de levensduur van de eerste onderneming is, hoe sneller men terug een nieuwe
26
Onderzoeksvraag 4 “Wat zijn de hinderpalen die herstarters ervaren bij de herstart?” wordt als volgt beantwoord: Bij de oprichting van de nieuwe onderneming op zich zijn er eigenlijk geen problemen. De grootste hinderpaal bij het herstarten is het stigma dat aan faillissementen kleeft. De gedachte: “Oei, die is ooit failliet gegaan. Zou die wel te vertrouwen zijn?” zit er nog goed in. Een aanbeveling is dan ook dat succesvolle herstarters in Vlaanderen vaker zouden moeten naar buiten treden, zowel in de media als in het bedrijfsleven. Een andere hinderpaal is het gebrek aan efficiënte doorstroming van informatie. Gefailleerden weten niet waar ze terecht kunnen, wat er zal gaan gebeuren en weten al helemaal niet waar ze hulp en advies kunnen krijgen wanneer ze een nieuwe onderneming willen opstarten. De financiering voor een nieuwe onderneming zoekt men het best buiten het bankwezen, aangezien banken toch nog steeds weigerachtig staan om leningen te verstrekken aan ondernemers die ooit een faillissement meegemaakt hebben. Herstarten wordt ook moeilijk wanneer er nog schulden zijn overgebleven van het faillissement. De Europese Commissie is van mening dat de schulden van een nietfrauduleuze gefailleerde binnen een periode van maximum drie jaar kwijtgescholden moeten zijn. Psychosociale factoren, zoals angst om opnieuw te falen of angst voor deurwaarders die opeens voor de deur kunnen staan, worden ook vaak aangehaald als een blijvende hinderpaal voor en tijdens het proces van herstarten. Dit rapport eindigt met volgende quote van een herstarter:
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
“Ik weet gewoon van mezelf dat ik uit dat faillissement heel veel geleerd heb. Over hoe ik de dingen niet moet doen. Dat gebruik ik nog dagelijks. Dat heeft mij gevormd tot waar ik nu sta. Ik had nooit gestaan waar ik nu sta zonder dat ik dat faillissement had gehad. Absoluut! Daar ben ik van overtuigd! Daar ben ik van overtuigd! Daar heb ik heel veel uit geleerd.” (Herstarter)
27
5. Lijst figuren en tabellen Figuur 1: Aantal oprichtingen na faillissement ..................................................................................... 5 Figuur 2: Herstarters en woonplaats (% herstarters) ............................................................................. 6 Figuur 3: Aantal eerste nieuwe ondernemingen (onderverdeeld per jaren na faillissement) ............................. 6 Figuur 4: Levensduur eerste onderneming en duurtijd tot oprichting eerste nieuwe onderneming (jaar) ............ 7 Figuur 5: Juridische vorm failliet versus herstart bedrijf......................................................................... 7 Figuur 6: Omzet de laatste drie jaar vóór het faillissement ..................................................................... 8 Figuur 7: Vestiging failliet versus herstart bedrijf ................................................................................. 8 Figuur 8: Sector failliet versus herstart bedrijf .................................................................................... 9 Figuur 9: Aantal personeel failliet versus herstart bedrijf ........................................................................ 9 Figuur 10: Indeling van de geïnterviewde herstarters naar provincie ....................................................... 10 Figuur 11: Indeling van de geïnterviewde herstarters naar activiteit ........................................................ 11
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
Tabel 1: Vergelijking juridische vorm van failliet en herstart bedrijf........................................................ 13 Tabel 2: Vergelijking aantal personeelsleden van failliet en herstart bedrijf ............................................... 16
28
6. Bronnen Brander, M. H., Geerlof, J., & Hufen, H. (1998). Klaar voor de herstart? Onderzoek naar de omstandigheden van bedrijfsbeëindigers. Den Haag: uitgevoerd door B&A Groep Beleidsonderzoek & -Advies bv. in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en ING Nederland. Duchesneau, D. A., & Gartner, W. B. (1990). A profile of new venture success and failure in an emerging industry. Journal of Business Venturing, 5(5), 297-312. Economisch Bureau ING. (1998). Ondernemers op herhaling: herstarten in Nederland: Economisch Bureau ING. Ekanem, I., & Wyer, P. (2007). A fresh start and the learning experience of ethnic minority entrepreneurs. International Journal of Consumer Studies, 31, 144–151. Europese Commissie. (2011). A second chance for entrepreneurs: prevention of bankruptcy, simplification of bankruptcy procedures and support for a fresh start. Metzger, G. (2006a). Afterlife – Who Takes Heart for Restart? Discussion paper. Metzger, G. (2006b). Once Bitten, Twice Shy? The Performance of Entrepreneurial Restarts. Discussion Paper
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
No. 06-083.
29
Schrör, H. (2006). The profile of the successful entrepreneur: Results of the survey ‘Factors of Business Success’. Schutjens, V., & Stam, E. (2006). Starting anew: Entrepreneurial intentions and realizations subsequent to business closure. Discussion paper. Unizo. (2010). Startersatlas. Vergert, A. t., & Weide, B. v. d. (2001). Leereffecten van een faillissement: Een onderzoek onder herstarters binnen het MKB: Economisch Bureau ING & Ministerie van Economische Zaken. Wagner, J. (2002). Taking a Second Chance: Entrepreneurial Restarters in Germany. Discussion paper, 417.
Aantal herstarters met 1 faillissement:
2715
Indeling herstarters per geslacht:
Aantal
%
Mannen
2302
84,8%
Vrouwen
410
15,1%
Indeling herstarters per woonplaats:
Aantal
%
Vlaams Brabant
339
12,5%
Antwerpen
895
33,0%
West-Vlaanderen
460
16,9%
Oost-Vlaanderen
580
21,4%
Limburg
384
14,1% Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
7. Bijlage 1: Persoonlijke gegevens herstarters met één faillissement
30
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
8. Bijlage 2: Aantal herstarters in Vlaanderen
31
Totaal aantal oprichtingen na faillissement vanaf 1995:
3227
Indeling herstarters per jaar:
Aantal
Aantal herstarters in 2011 (januari-april):
127
Aantal herstarters in 2010:
482
Aantal herstarters in 2009:
381
Aantal herstarters in 2008:
366
Aantal herstarters in 2007:
320
Aantal herstarters in 2006:
265
Aantal herstarters in 2005:
231
Aantal herstarters in 2004:
222
Aantal herstarters in 2003:
154
Aantal herstarters in 2002:
149
Aantal herstarters in 2001:
120
Aantal herstarters in 2000:
106
Aantal herstarters in 1999:
84
Aantal herstarters in 1998:
75
Aantal herstarters in 1997:
71
Aantal herstarters in 1996:
49
Aantal herstarters in 1995:
25
Aantal oprichtingen per herstarter na faillissement:
Aantal
Gemiddeld aantal
1,2
Minimum aantal
1
Maximum aantal
7
Indeling herstarters per aantal oprichtingen na faillissement:
Aantal
%
Herstarters met 1 oprichting na faillissement:
2337
86,1%
Herstarters met 2 oprichtingen na faillissement:
287
10,6%
Herstarters met 3 oprichtingen na faillissement:
62
2,3%
Herstarters met 4 oprichtingen na faillissement:
16
0,6%
Herstarters met 5 oprichtingen na faillissement:
9
0,3%
Herstarters met 6 oprichtingen na faillissement:
2
0,1%
Herstarters met 7 oprichtingen na faillissement:
2
0,1% Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
9. Bijlage 3: Aantal oprichtingen na faillissement per herstarter
32
10. Bijlage 4: Duurtijd tussen eerste onderneming, het faillissement en de herstart Aantal
Aantal
dagen
jaar
Gemiddelde duur
3237,4
9,0
Minimale duur
93
0,3
Maximale duur
29055
80,7
Duur tussen uitspraak faillissement en oprichting eerste nieuwe
Aantal
Aantal
onderneming:
dagen
jaar
Gemiddelde duur
1268,5
3,5
Minimale duur
1,0
0,0
Maximale duur
5459
15,2
Aantal eerste nieuwe ondernemingen:
Aantal
%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na minder dan 1 jaar
844
31,1%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 1 jaar
379
14,0%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 2 jaar
289
10,6%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 3 jaar
211
7,8%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 4 jaar
220
8,1%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 5 jaar
195
7,2%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 6 jaar
139
5,1%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 7 jaar
84
3,1%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 8 jaar
100
3,7%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 9 jaar
62
2,3%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 10 jaar
68
2,5%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 11 jaar
40
1,5%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 12 jaar
44
1,6%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 13 jaar
20
0,7%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 14 jaar
18
0,7%
Aantal eerste nieuwe ondernemingen na 15 jaar
1
0,0%
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
Duur tussen oprichting eerste bedrijf en uitspraak faillissement:
33
Failliet
Herstart
bedrijf
bedrijf
Zaakvoerder
67,4%
76,4%
Gedelegeerd bestuurder
21,7%
6,3%
Uitbater
10,9%
17,3%
Failliet
Herstart
bedrijf
bedrijf
geen personeelsleden
24,1%
70,6%
van 1 tot 4 personeelsleden
55,1%
24,5%
van 5 tot 9 personeelsleden
11,0%
2,7%
van 10 tot 19 personeelsleden
5,6%
1,5%
van 20 tot 49 personeelsleden
3,1%
0,4%
van 50 tot 99 personeelsleden
0,7%
0,2%
van 100 tot 199 personeelsleden
0,2%
0,0%
van 199 tot 499 personeelsleden
0,0%
0,0%
van 500 tot 999 personeelsleden
0,0%
0,0%
100 en meer personeelsleden.
0,0%
0,0%
Failliet
Herstart
bedrijf
bedrijf
Vlaams Brabant
12,3%
11,8%
Antwerpen
34,9%
33,3%
West-Vlaanderen
16,0%
16,5%
Oost-Vlaanderen
22,0%
21,2%
Limburg
14,8%
14,4%
Brussel Hoofdstedelijk Gewest of Wallonië
0,0%
2,7%
Failliet
Herstart
bedrijf
bedrijf
Functie:
Aantal personeelsleden:
Provincie van de onderneming:
Vorm:
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
11. Bijlage 5: Vergelijking tussen het gefailleerde en het nieuwe bedrijf
34
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
63,0%
51,0%
Naamloze vennootschap
21,0%
5,6%
Eenmanszaak
10,6%
17,1%
Besloten éénpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2,4%
10,6%
Gewone commanditaire vennootschap
0,3%
7,1%
Vennootschap onder firma
0,0%
6,0%
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1,1%
0,3%
Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid
0,1%
1,2%
Commanditaire vennootschap
1,0%
0,0%
Commanditaire vennootschap op aandelen
0,0%
0,4%
Feitelijke vereniging
0,0%
0,2%
Graydon blokkeert deze gegevens omwille van hun rechtsvorm
0,0%
0,1%
Vereniging zonder winstgevend doel
0,0%
0,1%
Landbouwvennootschap
0,0%
0,1%
Private stichting
0,0%
0,1%
Economisch samenwerkingsverband
0,0%
0,0%
Failliet
Herstart
bedrijf
bedrijf
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
Gemiddelde omzet:
35
Omzet_1 jaar voor faillissement
€
136.963
Omzet_2 jaar voor faillissement
€
132.393
Omzet_3 jaar voor faillissement
€
120.628
Omzet_laatste jaar van de herstart
-
Gemiddelde omzet
€
129.995
-
€
105.901
€
105.901
Failliet
Herstart
bedrijf
bedrijf
18,4%
11,9%
Eet- en drinkgelegenheden
12,5%
10,1%
Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden
12,2%
13,3%
Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen
11,0%
9,2%
Bouw van gebouwen; ontwikkeling van bouwprojecten
5,4%
4,5%
Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen
3,6%
3,5%
Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en 3,4%
2,9%
Sector: Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen
Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van
2,4%
8,9%
Overige persoonlijke diensten
2,1%
2,0%
Reclamewezen en marktonderzoek
1,9%
1,5%
1,9%
2,1%
Diensten in verband met gebouwen; landschapsverzorging
1,7%
2,6%
Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten
1,7%
1,1%
Vervaardiging van voedingsmiddelen
1,6%
0,9%
Exploitatie van en handel in onroerend goed
1,5%
3,2%
1,4%
1,2%
1,2%
1,2%
1,2%
2,0%
Sport, ontspanning en recreatie
1,2%
1,0%
Weg- en waterbouw
0,9%
0,6%
Opslag en vervoerondersteunende activiteiten
0,8%
0,6%
Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening
0,7%
0,7%
Architecten en ingenieurs; technische testen en toetsen
0,7%
1,6%
Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten
0,6%
0,3%
Posterijen en koeriers
0,6%
1,0%
Overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten
0,6%
0,7%
Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
0,5%
0,8%
Vervaardiging van meubelen
0,5%
0,2%
0,5%
0,3%
0,5%
0,1%
0,4%
0,3%
Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.g.
0,4%
0,3%
Uitgeverijen
0,4%
0,6%
Creatieve activiteiten, kunst en amusement
0,4%
0,6%
Vervaardiging van textiel
0,4%
0,4%
Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische 0,4%
0,1%
bedrijfsbeheer
Ontwerpen
en
programmeren
van
computerprogramma's,
computerconsultancy-activiteiten en aanverwante activiteiten
Teelt van gewassen, veeteelt, jacht en diensten in verband met deze activiteiten Verhuur en lease Administratieve en ondersteunende activiteiten ten behoeve van kantoren en overige zakelijke activiteiten
Reisbureaus,
reisorganisatoren,
reserveringsbureaus
en
aanverwante
activiteiten Vervaardiging van kleding Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout en van kurk, exclusief meubelen; vervaardiging van artikelen van riet en van vlechtwerk
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
motorfietsen
36
producten Overige industrie
0,3%
0,4%
0,3%
0,7%
Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen
0,3%
0,4%
Vervaardiging van elektrische apparatuur
0,3%
1,8%
Verschaffen van accommodatie
0,3%
0,1%
Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie
0,3%
0,3%
Vervaardiging van chemische producten
0,2%
0,0%
Reparatie en installatie van machines en apparaten
0,2%
0,6%
Reparatie van computers en consumentenartikelen
0,2%
0,2%
Telecommunicatie
0,2%
0,2%
Ondersteunende activiteiten voor verzekeringen en pensioenfondsen
0,2%
0,4%
Visserij en aquacultuur
0,1%
0,1%
Vervaardiging van metalen in primaire vorm
0,1%
0,1%
Terbeschikkingstelling van personeel
0,1%
0,2%
Inzameling, verwerking en verwijdering van afval; terugwinning
0,1%
0,1%
Vervoer over water
0,1%
0,2%
Beveiligings- en opsporingsdiensten
0,1%
0,2%
Vervaardiging van dranken
0,1%
0,0%
Vervaardiging van leer en van producten van leer
0,1%
0,1%
Vervaardiging van papier en papierwaren
0,1%
0,0%
Vervaardiging van andere transportmiddelen
0,1%
0,0%
Onderwijs
0,1%
0,3%
Menselijke gezondheidszorg
0,1%
0,2%
Ondersteunende activiteiten in verband met de mijnbouw
0,0%
0,2%
Vervaardiging van producten van rubber of kunststof
0,0%
0,2%
0,0%
0,2%
Luchtvaart
0,0%
0,1%
Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied
0,0%
0,1%
Bosbouw en de exploitatie van bossen
0,0%
0,1%
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
0,0%
0,1%
Loterijen en kansspelen
0,0%
0,1%
Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht
0,0%
0,1%
Productie van films en video- en televisieprogramma's, maken van
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
geluidsopnamen en uitgeverijen van muziekopnamen
37
Vervaardiging en assemblage van motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers
Inleiding U bent actief in sector XXXX, kan u kort uw hoofdactiviteiten omschrijven? Hoe bent u in deze sector beland? Indien ze veranderd zijn van sector: waarom was u eerder actief in een andere sector? 2. Bent u als enige ‘baas’ actief in uw zaak? En was dit altijd zo? 3. Wat of wie heeft u er toe aangezet om zelf met een zaak te beginnen? Hoe kwam u op het idee? 4. Zijn er ondernemers/zelfstandigen in uw familie en/of omgeving? Iemand die met succes een onderneming heeft opgericht? Zo ja, Wat was uw houding daartegenover? Wat was de houding van uw familie of vrienden hiertegenover? Heeft dit u beïnvloed om zelf een onderneming op te richten? In welke zin? Zijn er factoren in uw directe persoonlijke omgeving die recent of in het verleden uw ondernemingszin hebben gestimuleerd? Werd u vanuit uw opvoeding gestimuleerd om ondernemend (onafhankelijk, zelfstandig, creatief, risicobereid, …) te zijn en op welke manier? Was u tijdens uw kindertijd of uw studietijd reeds een ondernemend iemand? Voorbeeld? 5. Voelt u zich door uw vrienden en familie ondersteund in wat u doet? Hoe? 6. Op welke leeftijd wist u dat u zelf een eigen zaak ging beginnen? 7. Heeft u hiervoor specifieke studies gekozen? 8. Welke andere typen functies heeft u bekleed in uw carrière naast het ondernemer zijn? 9. Welke vaardigheden zijn volgens u noodzakelijk om een eigen onderneming te kunnen oprichten? Waarom? 10. Welke karaktertrekken maken van u een ondernemer? Herstart: Leren uit fouten en voorbereiding? 11. Hoe kreeg u het idee om dit (nieuwe) bedrijf te starten? In hoeverre heeft u failliete onderneming hier een rol in gehad? Was u ook aan dit idee gekomen zonder uw failliete onderneming? Welke factoren liggen ten grondslag aan uw beslissing om na uw faillissement opnieuw een eigen onderneming op te richten? Had u het runnen van een eigen zaak de eerste keer goed ingeschat? 12. Wat is de juridische structuur van het vorige bedrijf en de juridische structuur nu? 13. Heeft u zich na uw faillissement bezonnen over de eigen sterkten en zwakten en over de sterkten en zwakten van de onderneming? M.a.w.: Wat heeft u geleerd van de vorige onderneming dat u kon gebruiken voor de huidige onderneming? 14. Kunt u concreet zeggen wat u sindsdien anders heeft gedaan in vergelijking met uw vorige onderneming? 15. Op welke wijze heeft u de opstart van uw huidige onderneming voorbereid? Anders dan vorig bedrijf? Voorbeeld: Beroep gedaan op externe adviseurs? Vakinhoudelijke bijscholing? Informatie gezocht rond randvoorwaarden voor de herstart? Marktonderzoek verricht? Zicht op de grootste concurrenten, hun marktaandeel, hun strategie? Ondernemingsplan opgesteld ? Zo ja: Hoe gedetailleerd was het? Visie, marktanalyse, productomschrijving, investeringsplan, marketingstrategie, personeelsbeleid, …
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
12. Bijlage 6: Interview met een herstarter
38
16. 17. 18. 19. 20.
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
21. 22.
39
23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.
Denkt u dat bepaalde aspecten in het voorbereidingsproces van uw vorige onderneming misgelopen zijn? Zo ja, heeft u deze aspecten bij de voorbereiding van uw nieuwe onderneming bewust anders aangepakt? Aan welke elementen heeft u bij de voorbereiding het meeste aandacht aan besteed? Anders dan vorig bedrijf? Wat waren de belangrijkste contacten (personen/organisaties) bij het opstarten van de onderneming? Anders dan vorig bedrijf? Met hoeveel personen heeft u het eerste bedrijf opgestart? En met hoeveel personen het huidige bedrijf (beschrijf hun rol). In welke mate had u het proces van het opstarten van uw onderneming juist ingeschat? Anders dan vorig bedrijf? Welke factoren heeft u in het proces van oprichting als remmend ervaren? Anders dan vorig bedrijf? (vb. personeel vinden, …) OBSTAKELS? Welke factoren hebben dan toch bepaald dat u erin geslaagd bent een onderneming op te richten? Anders dan vorig bedrijf? Welke factoren hebben voor u het proces van oprichting vereenvoudigd? Anders dan vorig bedrijf? Hoeveel personeelsleden waren in dienst in de eerste onderneming (maximaal aantal) en in het huidige bedrijf? Heeft u nog iemand van de personeelsleden in dienst uit de vorige onderneming? Heeft u nog steeds dezelfde klanten en leveranciers? Heeft u nog steeds dezelfde adviseurs, vb. boekhouder? Welke verwachtingen had u van uw adviseurs bij uw herstart? Zijn klanten en leveranciers op de hoogte van het eerdere faillissement? Welke persoonlijke doelstellingen streeft u bij het oprichten van deze nieuwe onderneming na? Welke objectieven heeft u voor uw nieuwe onderneming voor ogen? Hoe gaat het met het bedrijf? Acht u het succesvol? Hoe denkt u dat dit komt? Waar besteed u het grootste deel van uw tijd aan? (administratie, brandjes blussen, …). En acht u dit anders dan in het eerste bedrijf? Wat doet u het minst graag? Welke ervaringen heeft u in het algemeen met ondernemers? (bvb zoekt u zelf ook informatie op over nieuwe klanten, …) Wat vindt u ervan dat sommige handelsinformatiebedrijven de gegevens van gefailleerden bijhouden en openbaar maken?
Financiering 35. Op welk soort middelen heeft u beroep gedaan voor de financiering van uw huidige versus vorige onderneming? Lening bij de bank? Risicokapitaal? Eigen middelen? Lening bij familie of bij vrienden? Indien verschillend: Wat heeft uw keuze voor deze financieringsvormen beïnvloed? 36. Heeft u veel moeilijkheden ondervonden om de nodige financiële middelen bij elkaar te krijgen voor de opstart van zowel uw huidige als uw vorige onderneming? Zo ja, op welk vlak situeerden zich deze moeilijkheden? 37. Heeft u nog moeilijkheden i.v.m. financiering te vinden voor uw herstarte onderneming waarvan het faillissement als oorzaak ligt? Faillissement 38. Reden faillissement? 39. Wie heeft het faillissement aangevraagd?
47. 48. 49. 50.
Ken je het gerechtelijk akkoord? Heb je een gerechtelijk akkoord overwogen? Had er iets of iemand je kunnen helpen om het faillissement te voorkomen? Wist u wat u te wachten stond toen het faillissement werd aangevraagd? Heeft iemand u geholpen bij de afhandeling van het faillissement? Heeft iemand u laten vallen waarvan u het niet verwacht had? Heeft u een goed contact gehad met de curator? Hoe lang heeft de afhandeling van het faillissement geduurd? Wat heeft u in deze periode gedaan (andere job, actief met heropstart, opleiding, …) Heeft de houding van de curator een rol gespeeld bij de beslissing van het herstarten? Heeft u bedrijfsschulden overgehouden na het faillissement? Nu het opnieuw goed gaat, vindt u dat u de vroegere schuldeisers moet terugbetalen (als de schuld nog niet vereffend werd). Was u voorheen actief bij een belangenvereniging? En heeft u daar steun kunnen vinden i.v.m. uw faillissement?
Emoties 51. Wanneer u denkt aan uw eigen faillissementservaring, was u dan bezorgd over de visie en opvattingen van … uw familie? uw vrienden? de bedrijfswereld? de financiële instanties? de werkgevers? de gehele maatschappij? ander? 52. Welke gevolgen had het faillissement op persoonlijk vlak en voor uw privéleven? Bent u getrouwd? Heeft u kinderen? Is uw ‘Burgerlijke stand’ voor en na faillissement en tijdens herstart veranderd? Heeft uw partner een belangrijke rol gespeeld tijdens het faillissement en bij de herstart? 53. Was u emotioneel betrokken bij het faillissement (slapeloze nachten, depressie, …)? 54. Wat heeft u gedaan om er weer bovenop te komen? Stigma? 55. Vindt u dat er een stigma aan faillissementen hangt? Zo ja, een sterk stigma? Zo ja, waar is uw oordeel van stigma op faillissementen gebaseerd? Hoe heeft u dat stigma op falen in Vlaanderen ervaren? 56. Welke factoren veroorzaken volgens u dat stigma? Bijvoorbeeld: Factoren tijdens het faillissementsproces: Op de rechtbank aanwezig moeten zijn, Het papierwerk nog moeten afwerken, Meetings met curator, …, Het voorzien van details van uw financiële zaken, De publicatie van uw faillissement, De reactie van uw omgeving, Enz. …. Gevolgen van failliet zijn: Het mogelijk verlies van uw huis, Het mogelijk verlies van andere bezittingen, Het mogelijk verlies van uw inkomen, Het onderzoek van mijn financiële zaken, Het lange termijn effect op mijn kredietwaardigheid, Het onmogelijk nog krediet verkrijgen, Mogelijke problemen in het verkrijgen van een bankrekening, Andere restricties die mij werden opgelegd, De tijdsduur van de opgelegde restricties, Niet in staat zijn om uw schuldeisers te kunnen betalen, Enz. …. Vlaamse bevolking? 57. Hoe ervaart u algemeen beschouwd het ondernemingsklimaat in Vlaanderen? Hoe vindt u dat in het algemeen de Vlaamse bevolking aankijkt tegen ondernemerschap? 58. Hoe vindt u dat in het algemeen de Vlaamse bevolking aankijkt tegen gefailleerden? Denkt u dat de Vlaamse bevolking denkt dat een gefailleerde … een mislukkeling is? oneerlijk is? onbetrouwbaar is? schuldig is aan een misdaad? een ongelukkige pechvogel is? een incompetente, slechte ondernemer is? Enz.
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?) | 1-11-2011
40. 41. 42. 43. 44. 45. 46.
40
59. Hoe vindt u dat in het algemeen de Vlaamse bevolking aankijkt tegen gefailleerde herstarters? 60. Voelt u zich als herstarter gesteund door de heersende maatschappelijke normen en waarden? Overheid? 61. In welke mate vindt u dat het overheidsbeleid vandaag de dag ondernemerschap ondersteunt? 62. In welke mate vindt u dat het overheidsbeleid vandaag de dag startende ondernemers ondersteunt? 63. De overheid wilt meer starters en een nieuwe maatregel sinds 1 mei 2010 is de 1 EURO BVBA. Wat vind je daarvan? 64. In welke mate vindt u dat het overheidsbeleid vandaag de dag gefailleerde ondernemers ondersteunt? 65. In welke mate vindt u dat het overheidsbeleid vandaag de dag gefailleerde ondernemers die een nieuwe onderneming opstarten ondersteunt? 66. Op welke wijze kan volgens u de overheid het ondernemerschap in Vlaanderen bijkomend ondersteunen?
Een onderzoek naar gefailleerde herstarters in Vlaanderen (FailLEREN?)
Verzekering voor gefailleerden In België bestaat er sinds 1 juli 1995 wel een verzekering voor gefailleerde zelfstandigen, de zogenaamde faillissementsverzekering (Tussenstap, mei 2009). Deze verzekering bestaat uit een tijdelijk vervangingsinkomen en het behoud van de rechten op gezinsbijslag en geneeskundige verzorging, allebei te verkrijgen gedurende ten hoogste 1 jaar. Dit wordt echter nauwelijks gebruikt. 67. Kent of kende u deze verzekering voor zelfstandige ondernemers? Zo ja, heeft u er gebruik kunnen van maken en bent u er tevreden van? Zo nee, waarom niet? 68. Heeft u zich tegen bestuurdersaansprakelijkheid verzekerd? 69. Heeft u misschien nog verzekeringen genomen naar aanleiding van het faillissement (m.a.w. verzekeringen die u de eerste keer niet had, maar nu wel)
41
Einde 70. Moest je nu nog eens failliet gaan, zou je dan nog een zaak opstarten? 71. Zou je gefailleerden aanraden om opnieuw op te starten? 72. Kent u zelf nog gefailleerde herstarters? 73. Wenst u uitgenodigd te worden op ons afsluitend seminarie in het voorjaar van 2011? 74. Bent u eventueel bereid daar een praktijkgetuigenis te brengen? 75. Studenten krijgen vandaag de dag enkel les over hoe ze succesvol moeten zijn en wat ze moeten doen om falen te vermijden. Echter, onderzoek wijst uit dat het beter zou zijn om hen juist te informeren over falen zodanig dat, als het zich voordoet, ze daar maximaal kunnen uit leren. Bent u eventueel bereid mee te werken aan de uitwerking van dergelijk lessenpakket voor de studenten (bvb ervaring delen?)? 76. Mogen wij deze informatie gebruiken bij het schrijven van een boek over herstarten? 77. Heeft u nog concrete tips of advies dat u zeker wilt meegeven aan gefailleerden die eventueel willen herstarten? 78. Mogen we een telefoonnummer hebben waarop we u kunnen bereiken indien we nog vragen hebben? Mogen we een foto van u trekken? Bedankt voor uw medewerking en we hebben nog een kleine attentie voor u, namelijk een kistje Bijlokebier. Als u ons wilt bereiken of nog iets wilt vertellen, hier hebt u ons visitekaartje.